jaarbericht ‘Ruim 9% van de Nederlandse bevolking was
ASHG 2011 Melden en overleggen
de afgelopen vijf jaar slachtoffer van huiselijk geweld. In 75% van de gevallen van ernstig huiselijk geweld gaat het om lichamelijk geweld (65%) en seksueel geweld (8%). Uit eerder onderzoek kwam naar voren, dat 45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig jaar ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder. Hiervan heeft 10% dagelijks of wekelijks met deze vorm van geweld te maken. Bij meer
Lang was het een onderschat probleem, maar sinds enkele jaren krijgt het ruime belangstelling: huiselijk geweld. Sleutelwoorden in de aanpak ervan zijn ‘melden’ en ‘overleggen’. Als er in één jaar 1.968 huiselijk geweld situaties bekend worden gemaakt in de 13 gemeenten waar het steunpunt huiselijk geweld actief is, stemt dat tot nadenken. Vooral omdat we weten, dat het aantal meldingen, slechts een topje van de ijsberg is. Een grote winst voor alle betrokken partners bij de aanpak van huiselijk geweld in 2011 is de gezamenlijkheid hierin geweest. Het Steunpunt Huiselijk Geweld is de voordeur bij alle vormen van huiselijk geweld. Het Steunpunt is een fysiek, telefonisch en e-mail loket waar iedereen met vragen rond huiselijk geweld terecht kan. Het Steunpunt kent een brede doelgroep: slachtoffers, plegers, kinderen, omstanders en professionals. Naast kennis van alle vormen van huiselijk geweld is er bij het steunpunt
tevens veel expertise aanwezig over de problematiek rond eerwraak, loverboys, mensenhandel, huwelijksdwang en achterlating en prostitutie. Kerntaak van het SHG is de (telefonische) advisering en doorverwijzing en motivatie van cliënten richting de reguliere hulpverlening. Om dit goed te kunnen realiseren, worden meldingen gestapeld / gematcht en worden ketenpartners geïnformeerd over de
dan 20% duurt het geweld langer dan vijf jaar. 30% Ziet het leven ingrijpend veranderen als gevolg van het geweld. In 80% van de gevallen is de dader een man. Jaarlijks sterven er in Nederland gemiddeld 70 vrouwen, 25 mannen en 50 kinderen aan de gevolgen van huiselijk geweld. Bron: Factsheet Movisie mei 2011
meldingen/ matches. Vooral de afstemming met de lokale zorgnetwerken heeft extra aandacht gekregen in 2011. Hulpverlening inzetten waar nodig, maar niet meer dan nodig, is een slogan van het team. Om te kijken of de hulpverlening inderdaad in gang gezet is en aansluit bij de betrokkenen, wordt de uitgezette hulpverlening gemonitord. Het SHG is 7 dagen per week, 24 uur per dag te bereiken via 0900126 26 26. Het SHG en de zorgcoördinator organiseren zoveel mogelijk systeemgerichte zorg bij alle meldingen. De zorg wordt binnen een sluitende keten georganiseerd en daarna gemonitord.
Het doel is om tot een sluitende ketenaanpak te komen. Knelpunten en problemen worden gerapporteerd en besproken met de gemeente en binnen de Veiligheidskamers. Complexe meldingen, huisverboden en meldingen Jeugdprostitutie worden sinds 2011 geregistreerd in de Zorgmonitor. De Zorgmonitor wordt door meerdere organisaties evenals de Veiligheidskamers gebruikt. Op deze wijze hebben meerdere organisaties toegang tot hetzelfde dossier, wat dubbelingen voorkomt en afstemming tussen de verschillende partijen bevordert.
• In 2011 zijn er 167 complexe meldingen opgepakt. Daarnaast zijn er 61 huisverboden opgelegd in 2011. Bij 13% van de complexe meldingen (21 keer), is er wel een RIHG ingevuld (wel huisverbodprocedure geweest, maar geen huisverbod geworden). Daarnaast zijn de zorgcoördinatoren in 11 gevallen wel opgeroepen, maar is er in overleg met de HOvJ (Hulpofficier van Justitie) besloten geen RIHG in te vullen. Nieuwe regiodeling Met de invoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod in 2009 is de samenwerking tussen politie, de signaleringsketen en de zorgketen geïntensiveerd. Hiermee is de wens om voor de vrouwenopvang en aanpak huiselijk geweld een regioindeling te hebben, die aansluit op de veiligheidsketen en de politieregio, nog nadrukkelijker naar voren gekomen. In 2009 en 2010 hebben hierover gesprekken plaatsgevonden op ambtelijk en bestuurlijk niveau met de gemeenten Deventer, Harderwijk, Zwolle en Apeldoorn. Uiteindelijk heeft dit geleid tot formalisering van een gewijzigde regio-indeling voor vrouwenopvang en huiselijk geweld door het Ministerie van VWS per 1 januari 2011. Dit betekent dat vanaf die datum de regiogemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte behoren tot de
regio van centrumgemeente Zwolle. De regiogemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten behoren vanaf 1 januari 2011 tot de regio van centrumgemeente Apeldoorn. Voor de inwoners, cliënten, ketenpartners en gemeenten op de Noord- Veluwe betekent dit dat zij vanaf begin 2011 vallen binnen het werkgebied van het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) in Apeldoorn in plaats van het SHG in Zwolle en dat de Vrouwenopvang en ambulante hulpverlening wordt uitgevoerd door Hera in plaats van Kadera. Personele bezetting Op 31 december 2011 zijn binnen het steunpunt 4 SHG medewerkers werkzaam. Daarnaast werken er 1 coördinator en 5 zorgcoördinatoren. Binnen MD Veluwe is er een team crisiscoördinatoren, dat in een pool zorg dragen voor de 24- uurs bereikbaarheid. In 2011 heeft de vacature voor zorgcoördinator van de gemeente Voorst enige tijd open gestaan. Bereikbaarheid buiten kantooruren In 2011 is er 157 keer een beroep gedaan op de bereikbaarheidsdienst van MD Veluwe buiten kantooruren. Dit betrof 101 keer een telefonisch SHG contact, 6 keer een telefonisch contact rond met meldpunt Jeugdprostitutie, 2 keer een hulpvraag voor het AMW. 6 keer een korte hulpvraag over een huisverbod. 42 keer moest de crisiscoördinator er daadwerkelijk op uit, samen met de hulpofficier van dienst van de politie, in verband met een huisverbodprocedure. Meldpunt Jeugdprostitutie/ Loverboys Medewerkers van het SHG bemensen ook het Meldpunt Loverboys/ Jeugdprostitutie. Ze geven advies en onderzoeken (vermoedelijke) situaties
van loverboyproblematiek en brengen waar nodig de juiste hulp op gang. Het Meldpunt is op een apart nummer bereikbaar: 0900- 500 70 70. Net als eerdere jaren is het aantal meldingen over jeugdprostitutie redelijk gelijk gebleven. In 2011 is er, voor de gehele regio, 32 keer gemeld. Bij 8 meldingen waren er zorgen, die duiden op mogelijke aanwezigheid van jeugdprostitutie. Deze meldingen zijn overgedragen aan een zorgcoördinator Jeugdprostitutie. Door de diverse ketenpartners wordt er gewerkt op basis van de ‘ketenaanpak jeugdprostitutie’. Het SHG is verantwoordelijk voor dossiervorming en analyse. In 2011 heeft de ketenaanpak jeugdprostitutie zich uitgebreid naar de Noord Veluwe. In 2012 zal de ketenaanpak jeugdprostitutie vermoedelijk uitrollen over de gehele NOG regio. De zorgcoördinatie Jeugdprostitutie was vanaf de start van de aanpak Jeugdprostitutie belegd bij 5 ketenpartners (BJZ, MEE Veluwe, Hera, GGD en MD Veluwe). In 2012 zijn alle zorgcoördinatoren Jeugdprostitutie in dienst van MD Veluwe. Samen met de verantwoordelijken preventie en vroegsignalering heeft het SHG ook in 2011 meegewerkt aan een ‘nep loverboy actie’ in het centrum van Apeldoorn. Doel van deze avond was scholieren en studenten bewuster te maken van diverse methodes die loverboys hanteren. Ketensamenwerking De samenwerking met de ketenpartners is vormgegeven in een uitvoeringsconvenant. In 2011 hebben ook de huisartsen zich verbonden aan het convenant Huiselijk geweld. Daarnaast zijn de afspraken weergegeven in diverse
protocollen (welke door het SHG worden bijgehouden) en onderlinge samenwerkingsafspraken. Met de diverse ketenpartners worden deze afspraken periodiek doorgenomen. Zowel in stuur- en klankbordgroep verband als vanuit het SHG.
kindermishandeling.
van de partijen verwacht wordt.
Momenteel zijn we met het AMK in overleg over intensivering van de samenwerkingsafspraken. Ook landelijk participeren we in een projectgroep die zich hierover buigt.
Veiligheidskamers Vanuit het ASHG nemen wij deel aan de Veiligheidskamers in Apeldoorn, Zutphen en Harderwijk. Binnen alle districten is in 2011 het casusoverleg huiselijk geweld georganiseerd. Zaken met een strafrechtelijke component worden besproken, wanneer afstemming rond zorg en strafrecht extra aandacht nodig heeft. In 2011 is er verder gewerkt aan een universele werkwijze binnen de verschillende Veiligheidskamers, die in 2012 afgerond zal worden.
Wet Tijdelijk Huisverbod Per 1 maart 2009 is de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod bij het SHG ondergebracht. Om de Wet tijdelijk huisverbod 24 uur per dag, 7 dagen per week uit te kunnen voeren zijn er 5 gemeentelijke zorgcoördinatoren en een pool van crisiscoördinatoren (voor buiten kantoortijd) werkzaam binnen MD Veluwe. Het totale werkproces rondom een tijdelijk huisverbod is in kaart gebracht.
Afstemming lokale zorgnetwerken Sinds 2011 worden alle complexe meldingen en huisverboden afgestemd met de diverse lokale zorgnetwerken in onze regio. Doel van deze afstemming is: zorgen dat de lokale zorgnetwerken op de hoogte zijn van de huiselijk geweld meldingen in hun gemeenten, en dat er afstemming plaats vindt tussen de zorgcoördinator en het lokale zorgnetwerk over het oppakken van de coördinatierol en de inzet van de hulpverlening.
Daarnaast zal in 2012 gestart worden met een screeningsoverleg. Doel van dit (wekelijks) screeningsoverleg is te komen tot een eerste gezamenlijk besluit over de uit te zetten hulproute. Partners aan dit overleg zullen waarschijnlijk naast het SHG, de politie, het OM en het AMK of BJZ zijn. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Naar verwachting zal medio 2012 de wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in werking treden. Deze wet houdt in, dat organisaties op het gebied van zorg, welzijn en maatschappelijke ondersteuning over een meldcode moeten beschikken. Daarnaast krijgen de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) hiermee een wettelijke basis als meldpunt voor alle vormen van huiselijk geweld. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een overzichtelijk vijfstappenplan, waarin staat, wat een professional het beste kan doen bij vermoedens van huiselijk geweld en
Verder zijn over de uitvoering duidelijke samenwerkingsafspraken gemaakt met de regiogemeenten, politie, partners binnen de strafrecht- en hulpverleningsketen en het SHG. Dit werkproces is vastgelegd in het document Procesbeschrijving huisverbod. De coördinatie van de opgelegde huisverboden ligt bij de zorgcoördinatoren van het SHG. In 2011 is de werkwijze rond de procedure huisverbod voor de gehele NOG regio gelijk gesteld. Dit houdt in, dat een (crisis-) zorgcoördinator altijd gelijktijdig optrekt met de hulpofficier van justitie in de procedure huisverbod. In onze regio hebben wij vanaf de start in 2009 op deze wijze gewerkt. Eind 2010 is gestart met de invoering van Huisverbodonline. Dit registratiesysteem is een goed middel om de communicatie tussen de verschillende partijen (hulpofficier van justitie, burgemeester, gemeente en zorgcoördinator) makkelijk en snel te laten verlopen. Iedereen heeft zicht op dezelfde documenten en weet precies welke actie op welk moment van één
Verwijsindex De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jongeren (tot 23 jaar) bij elkaar brengt. Door de meldingen in de verwijsindex weten hulpverleners sneller of een kind ook bekend is bij een collega, zodat zij kunnen overleggen over de beste aanpak. Door medewerkers van MD Veluwe zijn er in 2011 254 signalen in de verwijsindex geplaatst, waarvan er 148 afkomstig waren van het SHG. In totaal vonden er 55 matches met andere hulpverleners plaats.
SHG in cijfers Consultatie en advies Professionals als huisartsen, verzorgenden en welzijnswerkers kunnen bij het SHG terecht voor collegiale consultaties en advies. In 2011 is het SHG 31 keer geconsulteerd. Tot 1 juli 2011 en in voorgaande jaren hielden we dit niet apart bij in ons registratiesysteem. Hierddoor valt geen een goed inzicht te geven in de aantallen van deze consultatie en adviesfunctie, en een vergelijking met voorgaande jaren. De verwachting is dat met de
invoering van de Wet Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld een groter beroep zal worden gedaan op deze collegiale consultatie en adviesfunctie. 58 keer is informatie en advies opgevraagd door een niet- professional. Meldingen Het totaal aantal meldingen dat het SHG te verwerken kreeg is ten opzichte van vorig jaar opnieuw gestegen. In 2010 registreerde het meldpunt 1.656 meldingen huiselijk geweld, waarvan 1.150 van de politie.
In 2011 registreerde het meldpunt 1.968 meldingen, met in totaal 1.331 meldingen van de politie. Dit is echter een vertekende stijging, doordat door de uitbreiding van het werkgebied met de Noord-Veluwe de totale regio groter is geworden. Zet je het aantal meldingen van de regio Midden-IJssel af ten opzichte van die van vorig jaar, dan is er een daling van het aantal meldingen: in 2011 waren er 1.219 meldingen uit deze regio, in 2010 1.513. • Herkomst meldingen: hier valt op dat het aantal politiemeldingen, het aantal meldingen van Slachtofferhulp en het aantal meldingen van MD Veluwe fors is toegenomen in 2011 ten opzichte van 2010. De meldingen van Hera en de reclassering zijn afgenomen ten opzichte van vorig jaar. De overige ketenpartners bleven ongeveer gelijk. • Het aantal mensen wat via het 09001262626 nummer het ASHG wist te bereiken is nagenoeg gelijk gebleven
S o o rt m e ld in g C o n sulta tie In cid e n t is a l g e m e ld In fo rm a tie e n a d vies M e ld in g te r op vo lg in g M e ld in g te r reg istra tie
31 142 58 1183 554
T o ta a l
1968
aan vorig jaar; 335 meldingen (2010: 347). Huisverboden De wet tijdelijk huisverbod geeft burgemeester de bevoegdheid om bij acute dreiging van huiselijk geweld de pleger voor ten minste 10 dagen uit huis te plaatsen. Bij aanhoudende dreiging kan de burgemeester het huisverbod verlengen tot een totaal van maximaal 28 dagen. De zorgcoördinatoren van het SHG coördineren de uitvoering van de opgelegde huisverboden, in nauwe samenwerking met politie, regiogemeenten en de betrokken hulpverlenende partijen. • Landelijk is er een lichte daling te zien in het aantal oplegde huisverboden in 2011 ( 2.643) ten opzichte van 2010 (2.874), maar nog steeds een forse stijging ten opzichte van 2009 (2.150). • In onze regio zijn er in 2011 in totaal 61 huisverboden opgelegd, dit is een toename ten opzichte van 2010. In 2010 werden er 46 huisverboden opgelegd. • In 2011 werden er 82 risicotaxaties uitgevoerd door de politie en de zorgcoördinator, 11 keer werd er door de politie en de zorgcoördinator uitgerukt, maar werd er ter plaatse besloten toch geen RIHG af te nemen. • Van de in totaal 93 keer op pad gaan voor een huisverbod, was dit 42 keer buiten kantoortijd. • Bij 95% van huisverboden is er sprake van een samenloop met strafrecht. • 46% van de huisverboden is verlengd. • In 67% van de huisverboden waren er één of meer minderjarige kinderen bij betrokken. • In 2 zaken was er sprake van agressief gedrag tegen de zorgcoördinator. • Bij 11 huisverboden was er zeker sprake van wederzijds geweld. • In 9 huisverboden was er sprake van
oudermishandeling. • De verdeling van de huisverboden over de diverse gemeenten wijkt af ten opzichte van die van 2010. De gemeenten Harderwijk (2010: 3, 2011: 8) en Apeldoorn ( 2010: 12, 2011: 24) kennen een verdubbeling van het opgelegde aantal huisverboden. In de gemeenten Ermelo (2010: 6, 2011: 3) en Putten (2010: 4, 2011: 2) was er een halvering van het aantal opgelegde huisverboden. In de overige gemeenten bleef het aantal nagenoeg gelijk. • Voor de slachtoffers werd hulp ingezet vanuit Maatschappelijk Werk (MD Veluwe/ Vérian/ Sensire/ Perspectief), Tactus, Hera, GGNet, Trajectum, MEE Veluwe, Leger des Heils, Slachtofferhulp, Vluchtelingenwerk, BJZ, Avicenna en vrijgevestigde psychologen. • Ingeschakelde hulp voor de uithuisgeplaatsen kwam vanuit Reclassering, Tactus, Kairos, Maatschappelijk Werk (MD Veluwe/ Vérian/ Sensire/ Perspectief), GGNet, Jeugd ACT, Hera, JIP, Hanzeborg Trajectum, Dimence, Stichting de Ontmoeting, Jong Batelaar, Vluchtelingenwerk, vrijgevestigde psychologen en veteraneninstituut. • Voor de kinderen werd hulp ingezet vanuit AMK, BJZ, Raad voor de Kinderbescherming, WSS, Maatschappelijk Werk (Perspectief), GGNet en een systeemtherapeut Daderopvang In 2010 maakte 33% van de uithuisgeplaatsten gebruik van de (crisis) opvang geboden door Iriszorg en het Leger des Heils. In 2011 is beduidend minder gebruik gemaakt van deze voorziening, namelijk in 8% van de huisverboden. De duur van het gebruik is door ons niet geregistreerd. Vormen van geweld Het SHG heeft te maken met verschillende vormen van geweld. Ernstige dreiging en stalking kunnen aanleiding zijn tot het inzetten van Aware.
Ontwikkelingen Door de economie crisis krijgen steeds meer mensen hun woning niet verkocht. Partners, die bezig zijn met de echtscheiding of al gescheiden zijn, worden verplicht om samen in de woning te blijven wonen. In 2011 hebben wij gemerkt, dat dit tot extra spanningen en in sommige gevallen helaas zelfs tot huiselijk geweld leidt. Naamswijziging De komst van de meldcode heeft ertoe geleid, dat alle ASHG’s vanaf 1 januari 2012 hun naam wijzigen in SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld).
Zorgroutekaart Voor alle professionals/ vrijwilligers, die werkzaam zijn binnen ons werkgebied, heeft de gemeente Apeldoorn een zorgroutekaart ontwikkeld. De zorgroutekaart beschrijft onder andere wat de meldcode inhoudt en welke 5 stappen doorlopen dienen te worden. In 2012 wordt de zorgroutekaart verspreid onder alle professionals. Gemeentelijke zorgcoördinator huiselijk geweld Lochem Vanaf 1 januari 2012 zal de gemeentelijke zorgcoördinator van de gemeente Lochem in dienst zijn van MD Veluwe.
Effectevaluatie Eind 2009 en begin 2010 heeft het SHG meegewerkt aan de landelijke procesevaluatie van het huisverbod, wat uit werd gevoerd door Regioplan (in opdracht van het Ministerie). Uit de procesevaluatie kwam naar voren, dat de uitvoering van het huisverbod goed geworteld is in de desbetreffende organisaties. De verbeterpunten, die uit de evaluatie naar voren kwamen, hebben de aandacht in onze regio gehad en zullen de aandacht blijven hebben. In 2012 zal het SHG meewerken aan de landelijke effectevaluatie van het huisverbod, wat ook door Regioplan uitgevoerd zal gaan worden. De effectevaluatie richt zich op het in kaart brengen van het effect van het huisverbod. Eigen bijdrage GGZ In 2012 neemt de eigen bijdrage voor hulp vanuit de GGZ fors toe. Wij voorzien dat sommige cliënten deze kosten niet op kunnen brengen, wat de verwijzing naar de GGZ-instellingen niet mogelijk maakt. Daardoor zullen er minder cliënten gebruik maken van de hulpverlening. Dit komt uiteindelijk de preventie van huiselijk geweld niet ten goede.
Voorlichtingen Het SHG heeft in 2011 op diverse manieren voorlichting gegeven over het thema huiselijk geweld en over haar werkwijze. Website Momenteel staat de informatie van het SHG op de website van MD Veluwe vermeldt. Omdat deze website ons onvoldoende mogelijkheid biedt om uitgebreide informatie te laten zien, en bovendien het lastig zoeken is voor cliënten zullen we in 2012 een eigen SHG website gaan ontwikkelen. Doel is dat professionals en burgers snel de benodigde informatie kunnen vinden en contact met ons kunnen leggen. Diversen Het SHG, de wet tijdelijk huisverbod en het meldpunt Jeugdprostitutie zijn meerdere keren in de lokale media genoemd. Zo is er een radio-interview gegeven op de Noord Veluwe over huiselijk geweld, een radio interview over Jeugdprostitutie en zijn er diverse krantenberichten over het SHG geweest.
Voor het complete overzicht van de cijfers verwijzen wij u naar de website van MD Veluwe (www.mdveluwe.nl).
Ketenpartners over het SHG Afke Koster, zorgcoördinator bij Bureau Jeugdzorg Gelderland in Apeldoorn. “De komst van het ASHG heeft zes jaar geleden een hoop verbeterd. Voor die tijd schakelden lang niet alle partijen ons in als er iets met kinderen aan de hand was. Regelmatig waren verschillende instanties tegelijk met een gezin bezig, zonder dat wij waren ingelicht. Ook was er nog geen aanpak van huiselijk geweld. Het ASHG veranderde dat. Er kwam een casusoverleg huiselijk geweld, met daarin behalve wijzelf onder meer het maatschappelijk werk, het OM, de reclassering en de vrouwenopvang. We bespreken daarin welke zaken er liggen, wie ermee bezig is en wie het aanspreekpunt wordt. Ook doen we soms samen het eerste gesprek met de cliënt, zodat wij meteen onze kennis over kinderen en jeugd kunnen inzetten.” “In de aanpak van huiselijk geweld is het heel vanzelfsprekend geworden om als ketenpartners informatie te delen. Dat gaat
inmiddels verder dan alleen meldingen over en weer. Zo heb ik bijvoorbeeld al twee interne opleidingen van het ASHG gevolgd, waaronder een over de systeemgerichte aanpak van huiselijk geweld. Iets waar het steunpunt veel kennis over heeft. Ook mijn collega’s zijn daarin erg geïnteresseerd. En omgekeerd kan iemand van het ASHG natuurlijk bij ons meedoen aan een cursus ‘praten met kinderen’. Er zijn nog geen afspraken over, maar het zou mooi zijn als we op dit vlak nauw met elkaar gaan samenwerken. Informatiedeling vindt ook plaats tussen ons en de politie. Zelf kom ik af en toe op de Politieacademie om jonge agenten bij te praten over huiselijk geweld. Het is belangrijk dat zij begrijpen hoe dat door de hulpverlening opgepakt wordt. Ook hebben agenten vaak de eerste blik in een huiselijke situatie. Het is daarom handig als ze weten waar ze op moeten letten. Mede dankzij deze verscherpte aandacht van de politie voor dit thema zijn onze zorgmeldingen de laatste jaren flink toegenomen. We kunnen daardoor sneller dan voorheen inspringen op zorgwekkende situaties.”
Rien Siebelink, coördinator politionele jeugdtaak, huiselijk geweld en slachtofferzorg bij politie Noord- en OostGelderland.
“Een jaar of zeven geleden wisten we nog helemaal niet hoezeer huiselijk geweld een maatschappelijk probleem vormde. Wel zaten we vaak langdurig bij gezinnen op de bank om de boel te sussen. Twee dagen later kwamen er dan weer andere agenten, die ook het hele verhaal te horen kregen. Contact met het welzijn hadden we niet. Alleen bij ernstige problemen met kinderen schakelden we de Raad voor de Kinderbescherming in. Tot we in 2004 gingen tellen hoe vaak de politie nu precies huiselijk geweld tegenkwam. Dat aantal overtrof ieders verwachting: ongeveer 56.000 incidenten in één jaar. Zo stond huiselijk geweld ineens hoog op de politieke agenda. We kregen als politie de opdracht om ketenafspraken te maken. Aanvankelijk alleen binnen het strafrecht, later ook met het welzijn. Die keten is de afgelopen jaren erg stevig geworden. Waar we eerst nauwelijks iets van elkaar wisten, zitten we nu regelmatig om de tafel. Bijvoorbeeld in de diverse Veiligheidskamers in deze regio. Daar bespreken we casussen met onder meer lokale zorgcoördinatoren, de reclassering, de verslavingszorg en het ASHG. En elk incident met huiselijk geweld melden we bovendien aan het ASHG. En bij problemen met kinderen seinen we ook Bureau Jeugdzorg in.” “Alle agenten zijn inmiddels geschoold om gevallen van huiselijk geweld te herkennen. De incidenten worden vastgelegd in het politiesysteem en gekoppeld aan de projectcode huiselijk geweld. Waarna het ASHG in Apeldoorn automatisch een melding ontvangt. Zo kan het welzijn er snel op inspringen. Het strafrecht is bij dit alles weinig méér dan een stok achter de deur. Sinds 2010 kennen we ook nog de ‘uithuisplaatsing’. Een goed instrument. Via justitie kan een dader in een ernstige situatie tien dagen lang de toegang tot zijn huis worden ontzegd. Om rust te scheppen en het welzijn in staat te stellen de situatie op te lossen. Deze ketenaanpak werpt vruchten af. Ik heb de indruk dat er veel minder recidive is. Agenten kwamen vroeger vijf, zes keer per maand bij hetzelfde gezin. Tegenwoordig hoeven ze vaak helemaal niet terug te komen. Ook merk ik dat de bevolking er meer aan gewend raakt dat men bij politie en hulpverlenende instanties terecht kan bij huiselijk geweld. Daar is vertrouwen in die instanties voor nodig. En dat zal nog verder moeten groeien. Maar het probleem staat helder op ieders netvlies en bij de politie zullen we er ook de komende jaren onverminderd op in blijven zetten. Bezuinigingen of niet.”
MD Veluwe Brinklaan 268 | Postbus 884 | 7301 BC Apeldoorn T 0900 230 0 230 (lokaal tarief) | www.mdveluwe.nl Redactie: Eelke Brouwer, coördinator ASHG
u en wij