JAARREKENING 2004
B ANQUE P RIVÉE E DMOND DE R OTHSCHILD E UROPE S OCIÉTÉ A NONYME 20 Boulevard Emmanuel Servais 2535 Luxemburg Telefoon: (352) 47 93 461 Fax Directie: (352) 47 93 46 222 www.lcf-rothschild.lu R.C. LUX B 19194 - TVA LU 121687 24
— 1 —
— 2 —
De in 1904 en 1905 door baron Maurice de Rothschild (1881-1957) ondernomen ontdekkingsreis duurde 15 maanden. Hij vertrok in maart 1904 vergezeld van drie wetenschappers en twee taxidermisten. Vanuit Frankrijk reisde hij naar de Ethiopische regio, waar hij van Djibouti naar Addis-Abeba trok, en vervolgens naar het Britse Oost-Afrika. Hij ontdekte talrijke insecten en maakte zijn bevindingen over aan de entomologische dienst van het Muséum national d’histoire naturelle in Parijs. Ook vandaag nog zijn in de Grande Galerie de l’Evolution van dit museum meerdere honderden geprepareerde zoogdieren en vogels die hij na de terugkeer van deze reis legateerde, te bewonderen.
De baron was gefascineerd door de toen pas ontdekte okapi en hij was de eerste die huiden en skeletten van dit zoogdier naar Europa meebracht voor verder wetenschappelijk onderzoek. Tijdens zijn zoektocht naar dit raadselachtige dier ontdekte hij de giraf met vijf hoorns die sindsdien Giraffa Camelopardalis Rothschildi Lydekker wordt genoemd.
— 3 —
INHOUD
6 Boodschap van de Voorzitter 9 Organen van de Banque Privée Edmond de Rothschild Europe 14 Bericht van het Uitvoerend Comité 19 Beheersverslag van de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van aandeelhouders 30 Financiele gegevens 2004 Bidessus Rothschildi
36 Toelichting bij de jaarrekeningen 59 Verslag van de Bedrijfsrevisor 61 Adressen: Zetel, bijkantoren, vertegenwoordigingskantoren, dochterondernemingen, andere banken en ondernemingen van de Groep LCF Rothschild
— 4 —
lepidoptera
— 5 —
BOODSCHAP
VAN DE
Voorspellen is een kunst op zich. Vooral, zo beweert men toch, wanneer het over de toekomst gaat. Daar moet toch een grond van waarheid inzitten. Het verleden blijft immers vaak nog lang nazinderen in het beleggerssentiment, daar waar de beleggers zich eigenlijk op de toekomst moeten richten. Die momenten waarin het verleden ons blijft achtervolgen zonder erin te slagen klaarheid te brengen in de dag van morgen worden het best gekozen om te beleggen, want de onafhankelijkheid van geest en van gedrag wordt in stand gehouden, net zoals mijn familiale afstamming, en net zoals onze groep. Momenteel bevinden we ons in één van deze bevoorrechte situaties. De euforie van de zeepbeljaren, die streng werd afgestraft door de ernstige beurscorrectie en de boekhoudkundige, economische, financiële, morele, politieke en militaire crisis, lijkt elke beredeneerde optimistische schommeling tot iets ongehoords te maken. Het groeitempo, de olie, de dollar en de overheidstekorten vormden reeds een smet op de stijging van de aandelenmarkten en hebben de risico-aversie nog vergroot. Men is het er unaniem over eens dat het niveau van de koersen onvoldoende rekening houdt met de winstexplosie, de sanering van de balansen, de royale dividenden in vergelijking met de lage rentevoet.
VOORZITTER
Met uitzondering van de Verenigde Staten bereikt de risicopremie historische hoogtepunten. Het is net alsof de einde-van-de-wereld-sfeer, het zogenaamde millenarisme, die het jaar 2000 heeft gespaard om het economische en financiële feest volop te laten losbarsten, nu revanche neemt. Nu heerst er vooral angst in de wereld. Nochtans gaat het helemaal niet slecht met die wereld. Het Midden-Oosten zou wat tot rust moeten komen en van een koude oorlog is ook al geen sprake meer. Het economische herstel in Rusland en Latijns-Amerika en, meer nog, de duizelingwekkende take-off van China en India openen de deuren naar een nooit gezien en boeiend tijdperk. Dergelijke aardverschuivingen gebeuren uiteraard niet zonder industriële, bancaire, monetaire en politieke wijzigingen. Maar dit alles is beheersbaar en is eigenlijk te verwaarlozen in vergelijking met de enorme uitdaging waar we voor staan. Want de massale prijsdaling van bepaalde goederen en diensten, die naar het buitenland werden verbannen omdat hun productie achterhaald is in onze regio met zeer hoge levens- en beschermingsstandaarden, genereert een aanzienlijke koopkrachttoename voor nieuwe consumpties in de rijke landen. En onder die nieuwe consumpties vallen de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, die een tijdlang in de vergeethoek geraakten met het uiteenspatten van de zeepbel, maar waarvan de fantastische afgeleiden nog maar net begonnen zijn zich over de wereld te verspreiden.
— 6 —
In het kielzog van een kerngezonde Amerikaanse economie ontdekt meer dan een derde van de mensheid dus de moderne economie. En in een context van een geglobaliseerde economie, goed of slecht, is dit een vooruitgang die zich uitstraalt over gans de wereldeconomie, de bedrijven en de beurzen van onze landen. We mogen nooit vergeten dat Frankrijk slechts een miniem aandeel heeft in de activiteiten, het aantal personeelsleden, de klanten, de winst en zelfs het kapitaal van de bedrijven van de CAC 40! De welvaart van de wereldbedrijven hangt af van die van de wereld. Het geeft dus niet alleen ethische voldoening om de Aziatische mierenhoop uit haar ellende te zien klauteren. Het biedt ook perspectieven op een bijkomende verrijking voor het rijke Westen. Onze familiale groep stelt een voorzorgcultuur voorop. We hebben er steeds naar getracht om rekening te houden met de tijd en de beleggers, die ons hun vertrouwen schenken, een duurzaam resultaat te bieden veeleer dan bladgoud dat te snel afschilfert. We zijn steeds blijven zoeken naar de golven achter het schuim van de beursdagen.
Ik ben ervan overtuigd dat de wereld momenteel door een prachtige golf wordt gedreven. De angst en het pessimisme zijn nog slechts een schim uit een recent verleden. Ik geloof absoluut dat we, vóór de anderen, dit moeilijke hoofdstuk moeten afsluiten en vertrouwen moeten hebben in de toekomst die talentvol moet worden doorgrond want ze zal niet op het heden lijken, en risico's moeten durven nemen op de nieuwe grenzen van de schepping. Het is in die geest dat ik onze groep leid. En het is in die geest dat we het portefeuillebeheer van onze klanten in de komende jaren moeten bezielen.
Baron Benjamin de Rothschild.
— 7 —
— 8 —
ORGANEN VAN DE
R AAD
VAN
BANQUE PRIVÉE EDMOND
VAN DE
R AAD
VAN
Voorzitter Claude Messulam
A LGEMENE
ROTHSCHILD EUROPE
B ESTUUR
Voorzitter Baron Benjamin de Rothschild
C OMITÉ
DE
INSPECTIE EN
Bestuurders John Alexander Luc Baatard Laurent Dassault Guy Grymberg Claude Messulam Frédéric Otto E. Trevor Salathé Daniel Yves Trèves José Luis de Melo de Vasconcelos e Sousa
B ESTUUR Leden John Alexander Luc Baatard Guy Grymberg Frédéric Otto E. Trevor Salathé José Luis de Melo de Vasconcelos e Sousa
I NTERNE
AUDIT
Directeur Marc Grabowski
R EVISIE - ORGAAN PricewaterhouseCoopers S.à r.l.
— 9 —
VAN DE
ORGANEN BANQUE PRIVÉE EDMOND DE ROTHSCHILD EUROPE
U ITVOEREND C OMITÉ * Voorzitter en Algemeen Directeur Frédéric Otto
Ondervoorzitter en Adjunct- Algemeen Directeur Pierre-Marie Valenne
D IRECTIECOMITÉ P RIVATE B ANKING Voorzitter Frédéric Otto
EN
Ondervoorzitter en Centraal Directeur Jean-François Lafond
Ondervoorzitters en Directeuren Benoît de Hults Geoffroy Linard
A SSET M ANAGEMENT
Ondervoorzitters Pierre-Marie Valenne Jean-François Lafond Benoît de Hults
Directeuren Marc Ambroisien Thierry de Baynast Patrick Brebion Rudy Paulet Reginald van Leer
Ondervoorzitters Pierre-Marie Valenne Jean-François Lafond Geoffroy Linard
Directeuren Franck Sarrazin Guy Verhoustraeten
D IRECTIECOMITÉ ICB Voorzitter Frédéric Otto
D IRECTIECOMITÉ F AMILY O FFICE Voorzitter Frédéric Otto
EN
B USINESS D EVELOPMENT
Ondervoorzitter Pierre-Marie Valenne
Directeuren Marc Ambroisien Thierry de Baynast Edward de Burlet Rudy Paulet Franck Sarrazin Guy Verhoustraeten
* Directeuren erkend door de Commission de Surveillance du Secteur Financier
— 10 —
Adjunct-Directeuren Raymond Glodé Franck Payrar Hoofd-Onderdirecteuren Didier Bensadoun Raphaël Delplanque
S ECRETARIS - GENERAAL Luc Grégoire
D IRECTEUREN Xavier Delattre Pascal Delle
Alain Mestat Denis de Montigny
Robert Philippart Jean-Charles Schiltz
Bernard Schul
Dimitri Guillaume Jean Heckmus Reinald Loutsch Philippe Meloni
Jean-Luc Parmentier Carlo Thewes Eric van der Straten
Catherine Menzies Christophe Morizot Francis Nilles Claude Pech
Nathalie Plompen Philippe Postal Didrik van Zuylen Giulia Venturi
Philippe Visconti
Dominique Dubois Eric Feyereisen Philippe Godard Stanislas Kervyn Elise Lethuillier Amilcar Magalhaes Ribeiro
Nathalie Marques Jeremy Pearce Philippe Pirenne Alain Ravaux Jean-Marc Robinet Ilan Schweizer
Matthieu Tinti Claude Verdin Marie-Thérèse Weber
A DJUNCT -D IRECTEUREN Philippe Anstett Paul Boeger Michel Catulle Yves Chezeaud
Philippe Contadin Charles Emond Claudio Fernandes Karl Guénard
H OOFD -O NDERDIRECTEUREN Frédéric Deletombe Jean-Louis Di Giovanni David Diwan Pascal Gilles
O NDERDIRECTEUREN Magali Berton Eric Cardon de Lichtbuer Jean-François Colson Emile Cremmer Guy de Spirlet Michel Delcroix
— 11 —
VAN DE
ORGANEN BANQUE PRIVÉE EDMOND DE ROTHSCHILD EUROPE
Bijkantoren in het buitenland
B ELGIË / B RUSSEL Algemeen Directeur Benoît de Hults
Directeuren Marie-Claire Keyzer Eric Dumoulin Marc Lallemand Alain Querton
S PANJE / M ADRID Algemeen Directeur Ignacio Bernar Elorza
Directeuren Angel Ochoa Crespo Juan Verdaguer
— 12 —
Onderdirecteuren Eduardo Martin Ferrandiz Rafael Martin Carlosena Antonio Morales Martin-Cobos Alvaro Sobrino de Santiago Antonio Abad Pedro Adan Pablo Torralba Agud Javier Turrado Alonso Pedro Unzueta Aldecoa
P ORTUGAL / L ISSABON Algemeen Directeur José Luis de Melo de Vasconcelos e Sousa Directeuren Bruno Scoglio de Carvalho Gonçalo de Bragança Raul Jorge Godinho dos Santos Marques Vitor Henriques Pereira Rui Daniel Rodrigues de Freitas Sousa
Adjunct-Directeuren João Folque Antunes Luis Filipe Arruda d’Orey Rui Nunes dos Santos André Filipe da Silva Reid Onderdirecteuren Gonçalo Maleitas Correa Frederico Pinheiro Magalhaes Pratas
Vertegenwoordigingskantoor
I SRAËL / T EL A VIV Directeur Ariel Seidman
S LOWAKIJE / B RATISLAVA Directeuren Marc Ambroisien Johan Mevesen
— 13 —
BERICHT
UITVOEREND COMITÉ
VAN HET
Het bedrijfsleven wordt geconfronteerd met een tweeledige evolutie waarvan de gevolgen in heel wat opzichten tegenstrijdig kunnen lijken: de verlenging van de levensduur en de steeds korter wordende termijnen in veel domeinen. Die fenomenen hebben een rechtstreekse invloed op het economische leven, maar ook op het financiële beheer. Maar laten we eerst nog eens de gevolgen van de verlenging van de levensduur in termen van sparen en consumptie opfrissen. Vroeger hadden slechts enkele 'geprivilegieerden' de nodige weerstand of het geluk om de leeftijd te halen die de meerderheid van de bevolking vandaag de dag bereikt. Ze vormden in zekere zin uitzonderingen. Tegenwoordig is de situatie omgekeerd: we leven normaal gezien beter en een voortijdig overlijden is de uitzondering geworden. Die fundamentele vooruitgang - althans in de ontwikkelde landen - kan worden verklaard door de daling van de kindersterfte, de strijd tegen ondervoeding en vooral de geweldige vooruitgang die geboekt werd op het vlak van de geneeskunde en de chirurgie. Een van de gevolgen van die evolutie is een aanzienlijke toename van de gezondheidsuitgaven. Hoewel bepaalde verspillingen of onnodige uitgaven voortdurend aan de kaak moeten worden gesteld, is de duizelingwekkende stijging van de gezondheidskosten en -zorg onmiskenbaar het duidelijkste bewijs van de ontwikkeling van onze maatschappij en de verwezenlijkte vooruitgang. De verworven resulta-
ten konden alleen tegen die prijs worden verwezenlijkt. En wat zijn nu de precieze gevolgen van die evolutie? Enerzijds heeft de gezondheidszorg te kampen met een grote behoefte aan geld, onder meer om aan bejaarden aangepaste diensten en voorzieningen te kunnen aanbieden, en anderzijds dienen zich nieuwe opportuniteiten aan, in het bijzonder op het vlak van vrijetijdsbesteding, die beantwoorden aan de behoeften van de meest actieve vertegenwoordigers van die leeftijdscategorie. In dat stadium kan men zich het een en ander afvragen. De eerste vraag heeft betrekking op de duur van het beroepsleven. De intrede op de arbeidsmarkt gebeurt alsmaar later wegens de lengte en de veralgemening van de studies. Die factor - net zoals de verlichting van de arbeid en de verlenging van de levensduur - kan enkel vragen oproepen bij de pensioenleeftijd, behalve voor bepaalde werknemerscategorieën. Een te klein aantal werkenden kan immers onmogelijk de pensioenen blijven financieren van een bevolking waarvan de gemiddelde leeftijd steeds toeneemt. De andere vraag betreft het samenleven van sociale stelsels die wereldwijd wel heel verschillend zijn, en dat in een universum dat gekenmerkt wordt door handelsvrijheid. Afgezien van de loonverschillen is het moeilijk om de concurrentie aan te gaan met producten of diensten van landen
— 14 —
die niet dezelfde maatstaven hanteren op het vlak van gezondheid en pensioenfinanciering.
te weinig investeren, wat leidt tot flessenhalzen, meer dan dat er echt sprake is van schaarste.
We staan voor een dubbele uitdaging in tijd en ruimte, waaraan zelfs een land zoals Japan - dat lang een voorbeeld van uitzondering was op tal van gebieden - niet ontsnapt. Die uitdaging is niet alleen economisch en sociaal, maar ook financieel.
Een langere investeringsduur laten aanvaarden door de zogenaamde risicovolle kapitaalmarkten zou wenselijk zijn. Maar is dat realistisch? De verlenging van de vervaldagen en de uitgifte van leningen op vijftig jaar in antwoord op een vraag van de kredietnemers en van sommige investeerders is in dat opzicht misschien een gunstige evolutie. Dat betekent evenwel niet dat die duur de vele problemen die zich kunnen voordoen binnen een halve eeuw zou kunnen oplossen. Nochtans zullen we snel structuren moeten invoeren die een harmonieuze groei verzekeren van een wereldbevolking die alsmaar groter wordt, zowel door het hoge geboortecijfer in bepaalde delen van de wereld als door de vergrijzing in andere delen.
Het debat kan zich niet beperken tot vragen van het type 'omslagstelsel of kapitaaldekkingstelsel van de pensioenen'. Het omslagstelsel gefinancierd door een steeds kleiner wordende beroepsbevolking is ongetwijfeld geen universeel panacee dat sommigen na aan het hart ligt, maar ook het kapitaaldekkingstelsel dreigt zich aan dat nieuwe gegeven te moeten aanpassen. Een productie volgens het 'just in time'-principe is tegenwoordig de vereiste in de industriële wereld. Daarnaast dringen de financiële markten hun logica op van een snel rendement op investering, wat perfect te begrijpen is maar vaak onverenigbaar is met de vereisten van de researchcycli of de ingebruikname van zware installaties. Dat kan onder meer worden vastgesteld in het domein van de energie, essentieel voor de wereldgroei. Zo was op het vlak van nucleaire energie het belang van de tijd besteed aan research enkele jaren geleden paradoxaal genoeg meer aanvaard dan vandaag de dag het geval is.
Die structuren veronderstellen zware investeringen, meer bepaald inzake milieuvriendelijke energie. De financiering ervan zal vast en zeker een mentaliteitswijziging opleggen, maar zal ook vernieuwingen vereisen in onze activiteitsdomeinen. Van ons vermogen om die uitdagingen aan te gaan, hangt in grote mate de toekomst van de komende generaties af, die op hun beurt nieuwe ontwikkelingseisen zullen hebben. Het Uitvoerend Comité.
Op dezelfde wijze zijn de olieprijzen volgens de experts vooral zo hoog omdat we op alle niveaus
— 15 —
orthoptera
— 16 —
homoptera
— 17 —
— 18 —
VAN
BEHEERSVERSLAG DE RAAD VAN BESTUUR
AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
DE IN
ECONOMISCHE EN BEURSOMGEVING
2004
De wereldeconomie kende in 2004 haar krachtigste groei sedert 1988. Belangrijkste voortrekkers van die groei waren de VS en China. De Amerikaanse economie maakte een overgangsfase door en evolueerde van een door een uiterst soepel gemengd fiscaal en monetair beleid ondersteund herstel naar een autonome groei. China heeft getracht zijn expansiecyclus op een hoog niveau te stabiliseren en trok daarmee de belangrijkste Aziatische mogendheden, waaronder Japan, mee in zijn kielzog. De economische groei van de Europese Unie van 25 landen hinkte daarentegen achterop op de groei in de VS en Azië. De beste conjuncturele prestaties werden neergezet door de landen gelegen in de periferie. De VS boekte een stijging van het reële BBP van 4%. De arbeidsmarkt zette haar geleidelijke herstel voort, een herstel dat gepaard ging met een vernieuwd consumentenvertrouwen. De private vraag werd verder geschraagd door de belastingverminderingen, een uiterst soepel monetair beleid en de interessante vastgoedprijzen. Die economische expansie kende echter ook haar prijs, namelijk een groter tekort op de betalingsbalans en een uitschuiver van de begroting.
Uiteindelijk heeft de Amerikaanse Federal Reserve (FED) de aanzet gegeven tot een nieuwe monetaire verstrakkingscyclus door haar belangrijkste rentetarieven in de periode juni tot december te verhogen van 1% tot 2,25%. Daarvoor bereikten de tarieven van de Fedfondsen hun laagste peil sedert 45 jaar en waren de reële kortetermijnrentevoeten negatief. De eurozone kende in 2004 dan weer een bescheiden groei (1,9%), die hoofdzakelijk te danken was aan de betere internationale conjunctuur. De binnenlandse vraag bleef er zwak. De investeringsuitgaven stegen met mate en het werkloosheidscijfer bleef gebeiteld op een hoog peil. De Europese Centrale Bank (ECB) liet haar belangrijkste rentetarieven ongemoeid op 2%, omwille van heterogene groei- en inflatiecijfers binnen de Europese Unie. Terwijl de gestegen olieprijs de consumptieprijsindex tot over de door de ECB vastgestelde prijsstabiliteitsdrempel (2%) duwde, kende de onderliggende inflatie (zonder energie) een meer gematigde evolutie. De openbare financiën van de landen van de Europese Unie, tenslotte, werden verder aangetast en heel wat landen slaagden er niet meer in de door het Groei- en Stabiliteitspact vastgestelde criteria na te leven. Dankzij de krachtige Amerikaanse expansie en de dynamische Chinese groei kende Japan begin 2004 een versneld economisch herstel. Dit herstel werd in ruime mate ondersteund door de investeringsuitgaven en de export.
Giraffa camelopardalis rothschildi Lydekker
— 19 —
BEHEERSVERSLAG
RAAD
VAN DE
VAN
BESTUUR
AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
De private consumptie doofde daarentegen uit door de beperkte loonstijging en de aanhoudende deflatoire spanningen. De zeer competitieve internationale omgeving (China) samen met de aanwezigheid van onbenutte productiecapaciteiten maakte het mogelijk de inflatoire druk te weerstaan. Tot slot kon de gedurende de afgelopen twintig jaar verworven geloofwaardigheid van de centrale banken inzake inflatiebestrijding de inflatieverwachtingen afremmen. Hoewel 2004 globaal een goed jaar was voor de obligatiemarkten ondergingen de langetermijnrentevoeten verschillende trendwijzigingen, die de onzekerheid van de beleggers over de economische groeiperspectieven en de inflatierisico's weerspiegelden. Deze bekommernissen leidden uiteindelijk tot een “flight to quality” naar de obligatiemarkten en een aanzienlijke daling van de langetermijnrentevoeten. Zo daalden de rentevoeten van de Amerikaanse 10-jarige staatsobligaties van 4,9% (in juni) naar 4,2% (op het einde van het jaar). Over het algemeen wordt dit peil beschouwd als zijnde lager dan hun fundamenteel “fair-value”-niveau, dat ligt op 4,8%. Het verschil wordt veroorzaakt door de herbelegging door de Aziatische centrale banken van hun structurele spaaroverschotten (die voortvloeien uit hun muntbeleid) in Amerikaanse staatsleningen.
De Europese langetermijnrentevoeten volgden in eerste instantie de trend op de Amerikaanse obligatiemarkt. In oktober verlieten ze deze trend, omwille van de conjuncturele onderprestatie van de Europese Unie, de status quo van het monetaire beleid van de ECB en de sterkte van de euro. Het lage peil van de rente op overheidsobligaties was gunstig voor de bedrijfsobligaties en de obligaties van de opkomende markten, die kapitalen hebben aangetrokken op zoek naar een hoger rendement. Tot eind oktober ging de voorkeur van de beleggers uit naar obligaties, terwijl ze de aandelenmarkten heel voorzichtig bleven benaderen. Deze houding veranderde in de loop van het laatste kwartaal met een duidelijke toegenomen zin voor risico. Samengevat kunnen we stellen dat de beurzen na een bemoedigende start begin 2004 een lange consolidatiefase hebben doorgemaakt, doordat ze gebukt gingen onder het wantrouwen van de beleggers ten opzichte van het monetaire beleid van de FED en de sterke stijging van de olieprijzen. De belangrijkste Amerikaanse en Europese beursindexen kenden hun laagste peil van het jaar in augustus om dan weer aarzelend te stijgen tot in oktober. Na de sterke daling van de olieprijs en de Amerikaanse presidentsverkiezingen begin november volgde een versnelde stijging. Eind december klokten de belangrijkste Amerikaanse en Europese beursindexen af op hun hoogste peil van het jaar.
— 20 —
De Standard & Poor's 500 index steeg met 9% (in dollar) en de DJ Euro Stoxx 50 met 7%, en dit ondanks de stijging van de euro. Op de wisselmarkten zette de Europese munt haar begin 2002 aangevatte stijging voort. Op 31 december 2004 was één euro bijna 1,36 Amerikaanse dollar waard, wat meteen zijn hoogste peil is sinds zijn lancering. De EUR/USD-verhouding weerspiegelt vooral de zwakte van het groene biljet, dat gebukt blijft gaan onder een geheel van ongunstige factoren, zoals de verdere uitdieping van het begrotingstekort en het tekort op de lopende rekening, de negatieve reële rentevoeten en aanhoudende geopolitieke spanningen. Goud en edele metalen hebben hun in 2003 aangevatte stijging voortgezet. De prijs van een ons goud steeg met 5,5% (in dollar). Het nooit in de Amerikaanse geschiedenis geziene gemengde fiscale en monetaire beleid heeft de daling van de dollar versterkt en gezorgd voor een stijging van de goudprijs. Parallel aan deze evolutie kenden de grondstoffenprijzen een forse stijging, die ondersteund werd door de sterke groei van de wereldeconomie en de chinese economie in het bijzonder.
O NZE
ONTWIKKELING
In ons verslag van 2003 maakten we melding van nieuwe projecten die moesten zorgen voor een positieve ontwikkeling van onze activiteiten. De commerciële inspanningen naar nieuw clientèle toe bleef de hoeksteen vormen van elk van onze activiteiten en we benadrukten onze hoop onze bijkantoren in Spanje, Portugal en België te kunnen ontwikkelen. Het onzekere beleggingsklimaat op de financiële markten zette ons uiteraard aan tot een zekere voorzichtigheid. De beurzen zouden immers een overgangsjaar kennen. Binnen die context konden we dankzij onze activiteiten in 2004 een positief resultaat behalen. Het nettoresultaat steeg met 18% tot € 20.022.045. Ondanks de volatiele evolutie op de financiële markten, zijn de inkomsten op bevredigende wijze gestegen. De kosten zijn gestegen, omwille van de versterking van de teams en productiemiddelen, die nodig was om het professionalisme van de aan onze klanten geleverde diensten te verhogen. De tevredenheid van onze klanten blijft de eerste doelstelling van onze basisactiviteiten (Privéclientèle & Vermogensbeheer en Depositobank en Administratief agent voor instellingen voor collectief beheer). Om beter te voldoen aan de behoeften van onze klanten, doet onze Family Office-tak voor zijn aan de klanten voorgestelde projecten vaak een beroep op de bekwaamheden van onze teams van Private Banking,
— 21 —
BEHEERSVERSLAG
RAAD
VAN DE
VAN
BESTUUR
AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
Depositobank en Administratief agent van instellingen voor collectieve beleggingen, op de kennis over vermogensbeheer en op het netwerk van de Groep LCF Rothschild.
T OELICHTING
BIJ DE JAARREKENING
Onze jaarrekening 2004 en de kerncijfers ervan geven een duidelijk beeld van de evenwichtige financiële gezondheid waarin onze Bank verkeert.
Onze klanten zijn gehecht aan dit dicht-bij-deklant-beleid, aan dit luisterend oor en aan de originaliteit van de voorgestelde oplossingen. De aanzienlijke toename van de bewaring voor rekening van onze klanten (particulieren en belangrijke institutionelen) is een bewijs dat we juist handelen.
B ALANS Op 31 december 2004 bedroeg het balanstotaal € 2.647.072.387 tegenover € 2.652.496.022 op 31 december 2003.
De ontwikkeling van onze buitenlandse vestigingen in Spanje, Portugal en België blijft spectaculair doorgaan en dat in een zeer competitief klimaat. Naast een kantoor in Tel-Aviv hebben we een tweede kantoor geopend in Bratislava in Slowakije. Dit moet dienst doen als een soort van observatiepost naar de Oost-Europese markten toe, die sedert hun toetreding tot de Europese Unie in mei 2004 een aanzienlijke ontwikkeling hebben doorgemaakt. Deze ontwikkeling steunt onvermijdelijk op een doeltreffende administratieve organisatie. Zo wordt er regelmatig geïnvesteerd om onze administratieve teams te versterken en infrastructuur uit te bouwen aangepast aan de noden van onze activiteiten. Zo hebben we in Luxemburg enkele gebouwen aangekocht om ons toenemend aantal medewerkers te herbergen.
Op de actiefzijde zijn de leningen aan banken met 6% gedaald tot € 2.158.619.962 en maken ze 82% uit van het balanstotaal, terwijl de vorderingen op klanten met 43% gestegen zijn tot € 377.972.001. Op de passiefzijde bedragen de deposito's en lopende rekeningen van klanten € 1.844.284.701, hetzij 70% van het balanstotaal tegenover respectievelijk € 1.877.887.199 en 71% in 2003. De verbintenissen tegenover de banken zijn met 2% gestegen tot € 663.135.603, ofwel 25% van het balanstotaal. Om de permanente ontwikkeling van onze activiteiten aan te kunnen, beschikte onze Bank op 31 december 2004 over een eigen vermogen van € 80.097.465 en over een aandelenkapitaal dat onveranderlijk op € 31.500.000 bleef.
— 22 —
R ESULTATEN De opbrengsten De inkomsten stijgen met 29% ten opzichte van het boekjaar 2003. Die verschillen zijn hoofdzakelijk toe te schrijven aan een geringe stijging van het transactievolume, ondanks een toename van de tegoeden die onze klanten ons hebben toevertrouwd. De lasten De algemene administratieve kosten blijven onder controle, ondanks een stijging met 21%, die vooral het gevolg is van rechtstreekse kosten voor klantenwerving, de gestage toename van de activiteit, de noodzakelijke personeelsuitbreiding en de kosten voor de ontwikkeling van onze bijkantoren. De personeelskosten stijgen met 23% tot € 42.547.804 en maken 69% uit van de totale algemene administratieve kosten. De overige administratieve kosten bedragen € 19.533.738, wat overeenstemt met een stijging van 16%.
Nettoresultaat Het nettoresultaat van het boekjaar na belastingen en voorzieningen is met 18% gestegen tot € 20.022.045, waardoor het rendement op eigen vermogen op 27% behouden blijft. Dit resultaat omvat echter de belangrijke kosten voor de ontwikkeling van onze bijkantoren in België, Spanje en Portugal. Deze kosten zijn voor onze Bank langetermijninvesteringen. Op vergelijkbare consolidatiebasis, met uitsluiting van de invloed van die bijkantoren, zou het nettoresultaat € 22.732.591 bedragen.
Omophron Rothschildi
— 23 —
BEHEERSVERSLAG
VAN DE
RAAD
VAN
BESTUUR
AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
K ERNCIJFERS (in miljoen euro) 2004
2003
2004/ 2003
84
75
12%
2.647
2.652
-
15
15
-
Resultaat van de fee business en van de dienstverlening
61
50
22%
Resultaat van financiële verrichtingen
11
9
22%
Balans Eigen vermogen na verdeling (exclusief reservefonds voor algemene bankrisico's en speciale posten met een reservedeel) Balanstotaal vóór verdeling Winst- en verliesrekening Resultaat van de renteverrichtingen
Resultaat uit effecten
8
1
800%
Overige bedrijfsopbrengsten
4
5
(20%)
Bedrijfskosten (personeelskosten, andere algemene kosten en andere administratieve kosten)
64
55
16%
Bedrijfswinst
37
25
48%
Winst van het boekjaar (na belastingen, voorzieningen en afschrijvingen)
20
17
18%
462
377
27%
25%
Personeel op het einde van het jaar (inclusief bijkantoren) Rentabiliteit Rendement van het eigen vermogen (in %) Winst na belastingen (exclusief vaste voorziening en uitzonderlijke voorzieningen) / gemiddelde van het eigen vermogen na verdeling
Giraffa reticulata van Winton
— 24 —
— 25 —
BEHEERSVERSLAG
RAAD
VAN DE
VAN
BESTUUR
AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
D OELSTELLINGEN
V OORUITZICHTEN
EN STRATEGIEËN OP
HET VLAK VAN RISICOBEHEER
Bij de start van dit nieuwe jaar 2005 blijft het beleggingsklimaat op de financiële markten onzeker, wat noopt tot een verregaande voorzichtigheid.
Het risicobeheer van de Bank steunt op een risicobeleid dat op groepsniveau door de moedermaatschappij is vastgelegd en door de Bank nauwgezet wordt gevolgd. Overeenkomstig dat beleid voert de Bank een risicobeheer via een omvangrijk kader van beginselen, een organisatiestructuur, limieten en processen die nauw zijn verbonden met de activiteiten van de Bank en met de aard van de risico's.
De Bank start dit nieuwe boekjaar met een ongeschonden vertrouwen en dynamisme en met nieuwe projecten die kunnen leiden tot een belangrijke ontwikkeling van haar activiteiten.
Uitvoeriger informatie over de doelstellingen en strategieën op het vlak van risicobeheer waarmee de Bank wordt geconfronteerd, is te vinden in nota 3 van de Toelichting bij de jaarrekening. G EBEURTENISSEN
DIE ZICH NA DE
De werving van nieuwe klanten blijft essentieel in elk van onze metiers. In het buitenland is al onze hoop gericht op de ontwikkeling van onze bijkantoren in Spanje, Portugal en België, zonder te vergeten bijzondere aandacht te schenken aan de markten die de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie vertegenwoordigen.
AFSLUITING VAN HET BOEKJAAR HEBBEN VOORGEDAAN
Op 1 januari 2005 werden de domiciliëringsactiviteit van vennootschappen en de ermee verbonden teams van onze dochtermaatschappij LCF Edmond de Rothschild Conseil opgenomen in onze Bank. Er heeft zich geen enkele gebeurtenis voorgedaan die een nadelige invloed zou kunnen hebben op de rentabiliteit van de Bank of haar meer aan risico's zou kunnen blootstellen.
Zonder een strikte kostenbeheersing uit het oog te verliezen, zal de ononderbroken ontwikkeling van onze activiteiten een voortdurende verbetering van onze dienstverlening vergen alsook belangrijke investeringen om deze dienstverlening te onderhouden.
— 26 —
G OEDKEURING
S TATUTAIRE
VAN DE JAARREKENING
BENOEMINGEN
EN VOORSTEL TOT VERDELING VAN HET BESCHIKBARE SALDO
We leggen u de rekening van het boekjaar 2004 ter goedkeuring voor, alsook ons voorstel voor de bestemming van het beschikbare saldo, in overeenstemming met het verslag van onze revisor.
Het mandaat van de Bestuurders verstrijkt op het einde van de Vergadering van 12 april 2005. Overeenkomstig de statutaire bepalingen stellen we u voor hun mandaat te verlengen voor een nieuwe termijn van één jaar. D IRECTIE
EN
P ERSONEEL
(in €) De nettowinst van het boekjaar 2004 bedraagt waarbij nog het saldo komt van de overdracht van het vorige boekjaar wat een beschikbaar saldo oplevert van
20.022.045 8.505.567 28.527.612
We willen de Directie en alle Medewerkers van de Bank, zowel in Luxemburg als in het buitenland, feliciteren met de uitstekende resultaten en we danken onze trouwe clientèle voor het vertrouwen dat ze in ons stelt.
dat we voorstellen als volgt te verdelen : Luxemburg, 24 maart 2005.
(in €) Specifieke reserve, geblokkeerd voor een periode van vijf jaar, ten bedrage van vijf keer de belasting op het vermogen
2.275.000
Beschikbare reserves
6.241.278
Uitkering van een dividend van € 667,- per aandeel,
De Raad van Bestuur.
10.005.667
Overdracht
10.005.667
Totaal
28.527.612
Volgende twee pagina’s: Mannelijke Okapi, van Ndiwani (Ituri) — 27 —
— 28 —
— 29 —
BALANS PER
31 DECEMBER 2004 EN 2003 (UITGEDRUKT IN EURO)
Nota(‘s)
2004
2003
5
49.287.168
53.671
6.2
122.143.295 2.036.476.667
45.580.962 2.247.006.032
2.158.619.962
2.292.586.994
377.972.001
264.642.215
8.205.825 2.042.550
12.984.250 1.945.081
Activa Kas, tegoeden bij de centrale banken en de postchequediensten Vorderingen op kredietinstellingen - dadelijk opvraagbaar - andere schuldvorderingen
Vorderingen op klanten
6.2
Obligaties en andere vastrentende effecten - van openbare emittenten - van andere emittenten
7.1.1, 7.2, 7.3
Aandelen en andere effecten met veranderlijk inkomen
7.1.1, 7.1.2
2.781.473
391.945
Deelnemingen
6.1 ,7.1.2, 8
5.039.516
39.516
Aandelen in verbonden ondernemingen
6.1, 8
2.094.519
2.098.049
Immateriële activa
8
200.988
259.141
Materiële activa
8
26.547.400
14.180.471
124.316
91.962
14.156.669
9.604.840
2.647.072.387
2.652.496.022
Andere activa Overlopende rekeningen
Totaal der activa
9
De bijgaande toelichting maakt integraal deel uit van de jaarrekening.
— 30 —
Nota(‘s)
2004
2003
118.314.759 544.820.844
95.292.212 553.778.006
663.135.603
649.070.218
1.148.357.884 695.926.817
1.053.583.763 824.303.436
1.844.284.701
1.877.887.199
2.536.335
2.266.133
6.208.407
7.974.170
5.570.237 25.217.594
7.221.580 21.376.623
30.787.831
28.598.203
1.277.321
1.277.321
Passiva Schulden aan kredietinstellingen - dadelijk opvraagbaar - op termijn of met opzeggingstermijn
6.2
Schulden aan klanten - andere schulden . dadelijk opvraagbaar . op termijn of met opzeggingstermijn
6.2
Andere passiva
11
Overlopende rekeningen Voorzieningen voor risico's en kosten - voorzieningen voor belastingen - andere voorzieningen
12 21
Bijzondere posten met een deel reserves
13
Reservefonds voor algemene bankrisico's Geplaatst kapitaal Reserves
2.9
4.491.202
1.583.202
14, 17
31.500.000
31.500.000
15, 16, 17
34.323.375
27.927.908
Overgedragen resultaten
17
8.505.567
7.400.000
Resultaat van het boekjaar
17
20.022.045
17.011.668
9
2.647.072.387
2.652.496.022
Totaal der passiva
De bijgaande toelichting maakt integraal deel uit van de jaarrekening.
— 31 —
BUITEN PER
BALANSTELLING
31 DECEMBER 2004 EN 2003 (UITGEDRUKT IN EURO)
Nota(‘s)
2004
2003
Eventuele passiva - waarvan: borgtochten en in pand gegeven activa
18
75.363.345 75.363.345
36.848.805 36.848.805
Verbintenissen
19
48.625.212
51.819.370
330.913.368
413.361.695
Fiduciaire verrichtingen
Hypoliodes Rothschildi
De bijgaande toelichting maakt integraal deel uit van de jaarrekening.
— 32 —
WINST-
EN VERLIESREKENING 31 DECEMBER 2004 (UITGEDRUKT IN EURO)
VOOR DE BOEKJAREN PER
Nota(‘s)
Interesten en gelijkgestelde opbrengsten - waarvan: op vastrentende effecten Interesten en gelijkgestelde kosten - waarvan: op schulden belichaamd door effecten Netto-interesten Inkomsten uit effecten - inkomsten uit deelnemingen - inkomsten uit aandelen in de verbonden ondernemingen Ontvangen provisies Betaalde provisies Resultaat van financiële verrichtingen Overige bedrijfsopbrengsten
EN
2003
2004
2003
49.200.468 669.596
51.177.837 621.771
(33.968.563) -
(35.762.739) (76.274)
15.231.905
15.415.098
845.027 7.304.056
194.393 525.875
73.040.445
57.183.576
(11.620.001)
(7.530.437)
11.117.733
8.694.977
4.161.868
4.970.283
(62.081.542) (42.547.804) (35.946.224) (5.128.377) (4.300.104) (19.533.738)
(51.425.523) (34.532.933) (28.727.926) (4.462.296) (3.818.753) (16.892.590)
(4.565.073)
(4.471.704)
(1.515.540)
(3.033.647)
(2.340.761)
(1.111.181)
Terugnemingen van waardecorrecties op vorderingen en voorzieningen voor eventuele passiva en verbintenissen
611.282
-
Waardecorrecties en terugnemingen van waardecorrecties op effecten met het karakter van financiële vaste activa, op deelnemingen en op aandelen in verbonden ondernemingen
278.252
84.302
23
Administratieve algemene kosten - personeelskosten waarvan: . lonen en wedden . sociale lasten waarvan die voor pensioenen - andere administratieve kosten Waardecorrectie op materiële en immateriële activa Andere bedrijfskosten
24
Waardecorrecties en terugnemingen van waardecorrecties op vorderingen en voorzieningen voor eventuele passiva en verbintenissen
Toevoegingen aan de bijzondere posten met een deel reserves
13
-
(1.277.321)
Toevoegingen aan fondsen voor algemene bankrisico's
2.9
(2.908.000)
-
Opbrengst uit de ontbinding van bedragen in het reservefonds voor algemene bankrisico's
2.9
-
5.277.321
Belastingen op het resultaat van de gewone activiteiten
(7.544.184)
(6.472.309)
Resultaat van de gewone activiteiten, na belastingen
20.015.467
17.023.703
11.783
-
Uitzonderlijke opbrengsten Andere belastingen die niet in de bovenstaande posten voorkomen Resultaat van het boekjaar De bijgaande toelichting maakt integraal deel uit van de jaarrekening.
— 33 —
(5.205)
(12.035)
20.022.045
17.011.668
coleoptera
— 34 —
— 35 —
TOELICHTING PER
BIJ DE JAARREKENING 31
DECEMBER
2004
N OTA 1 - A LGEMEEN De vennootschap werd bij notariële akte opgericht op 19 februari 1982 met de benaming Compagnie Privée de Finance S.A. De vennootschap was toen een niet-bancaire financiële instelling. Op de buitengewone algemene vergadering van 24 oktober 1988 besloten de aandeelhouders, het doel van de vennootschap te wijzigen en het aan te passen aan dat van een kredietinstelling; de naam van de vennootschap werd toen veranderd in Banque Edmond de Rothschild Luxembourg. Sedert die datum is de vennootschap door het ministerie van Financiën erkend om in het Groothertogdom Luxemburg de activiteit van kredietinstelling uit te oefenen. Op 20 juni 1989 werd de naam van de vennootschap gewijzigd in Banque de Gestion Edmond de Rothschild Luxembourg. De buitengewone algemene vergadering van 31 mei 1999 keurde de inbreng in natura goed van alle activa en passiva van Banque Privée Edmond de Rothschild S.A., bijkantoor in Luxemburg van Banque de Gestion Edmond de Rothschild Luxembourg. De inbreng gebeurde op basis van de patrimoniale situatie van het bijkantoor op 1 januari 1999. Thans zijn er drie bijkantoren gevestigd in het buitenland, namelijk in Spanje, Portugal en België, die respectievelijk werden geopend op 6 oktober 2000, 18 oktober 2000 en 12 februari 2003. Bovendien zijn momenteel twee vertegenwoordigingskantoren gevestigd in Tel Aviv en in Bratislava. De buitengewone algemene vergadering van 24 maart 2003 besloot de naam te wijzigen in Banque Privée Edmond de Rothschild Europe, hierna de “Bank” genoemd. N OTA 2 - V OORNAAMSTE
BOEKHOUDMETHODES
2.1 Voorstellingsbasis De jaarrekening werd voorbereid conform de algemeen aanvaarde boekhoudprincipes van de banksector in het Groothertogdom Luxemburg. De boekhoudpraktijken en de waarderingsprincipes werden, naast de door de wet en de Commission de Surveillance du Secteur Financier opgelegde regels, bepaald en ingevoerd door de Raad van Bestuur. De Bank is, op grond van de criteria opgenomen in de Luxemburgse wet, vrijgesteld van de verplichting om geconsolideerde rekeningen en een geconsolideerd beheersverslag op te maken voor het boekjaar per 31 december 2004. Bijgevolg werd die rekening conform de wet van 17 juni 1992 op nietgeconsolideerde basis voorgesteld ter beoordeling door de aandeelhouders tijdens de jaarlijkse algemene vergadering.
— 36 —
2.2 Omrekening van de vreemde valuta De Bank drukt haar kapitaal uit in euro (€) en legt haar jaarrekening ook in deze munt voor. De Bank gebruikt de plurimonetaire boekhoudmethode, die erin bestaat dat alle transacties in andere munten dan die van het kapitaal worden geboekt in de respectieve munt van die transacties. De opbrengsten en kosten worden omgerekend in de munt van het kapitaal tegen de wisselkoers die geldt op de datum van de transactie. 2.2.1 Contante verrichtingen De in vreemde munt luidende bestanddelen van de activa en passiva worden omgerekend in de munt van het kapitaal tegen de contante middenkoers op de balansdatum. De nog niet afgewikkelde contante deviezenverrichtingen worden omgerekend in de munt van het kapitaal tegen de contantkoers op de balansdatum. 2.2.2 Termijnverrichtingen De nog niet afgewikkelde valutatermijnverrichtingen worden omgerekend in de munt van het kapitaal tegen de termijnkoers voor de nog te lopen termijn op de balansdatum. 2.2.3 Wisselkoerswinsten en -verliezen De wisselkoerswinsten en -verliezen die werden opgetekend op contantposten die op termijn zijn gedekt, en op de termijnposten die contant zijn gedekt, worden in de overlopende rekeningen geneutraliseerd. De verschillen tussen de deviezencontant- en de termijnkoers (report of deport) worden pro rata temporis geboekt in de winst- en verliesrekening. De wisselkoerswinsten en -verliezen die werden opgetekend op niet op termijn gedekte contantposten worden geboekt in de winst- en verliesrekening. De wisselkoersverliezen op de niet-gedekte termijnverrichtingen worden geboekt in de winst- en verliesrekening. Voor niet-gedekte termijnverrichtingen worden de negatieve waarderingsresultaten verrekend met de vroeger opgetekende positieve waarderingsresultaten. Er wordt een voorziening aangelegd om de resterende verliezen te dekken.
— 37 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
2.3 Vorderingen De vorderingen zijn in de balans geboekt tegen hun aanschaffingsprijs, verminderd met de eventuele terugbetalingen en waardecorrecties. Het beleid van de Bank bestaat erin, naargelang van de omstandigheden en voor de bedragen die werden bepaald door de verantwoordelijke organen, specifieke voorzieningen voor dubieuze vorderingen aan te leggen. De Bank heeft tevens forfaitaire voorzieningen aangelegd die vrij zijn van belastingen. Die voorzieningen worden afgetrokken van de betreffende activaposten. 2.4 Waardering van de effecten Met het oog op de waardering heeft de Bank haar effecten in drie categorieën van effectenportefeuilles ingedeeld: 2.4.1 Portefeuille van de financiële vaste activa - Deze bestaat uit vastrentende effecten die werden aangekocht met de bedoeling ze te houden tot de eindvervaldag. Het agio als gevolg van de aankoop ervan tegen een hogere dan de terugbetalingsprijs wordt pro rata temporis afgeschreven tot de vervaldag van de effecten. De vastrentende effecten met een karakter van financiële vaste activa en die voldoen aan de door de toezichthoudende overheid vastgestelde voorwaarden, worden tegen hun aanschaffingsprijs gewaardeerd. De andere vastrentende effecten met het karakter van financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingsprijs of hun marktwaarde, welke van beide het laagste is. - Deze post omvat ook de deelnemingen en de aandelen in de verbonden ondernemingen, met het karakter van vaste activa. Die effecten, welke een duurzame bijdrage moeten leveren tot de activiteit van de Bank en die voldoen aan de voorwaarden opgelegd door de toezichthoudende overheid, worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingsprijs of hun marktwaarde, welke van beide het laagste is. 2.4.2 Handelsportefeuille Deze bevat vastrentende effecten en effecten met veranderlijk inkomen die oorspronkelijk werden aangekocht met de bedoeling ze op korte termijn weer te verkopen. Het gaat om effecten verhandeld op een markt waarvan de liquiditeit als vaststaand kan worden beschouwd en waarvan de marktprijzen voortdurend voor derden toegankelijk zijn. De effecten in de handelsportefeuille staan op de balans te boek tegen hun aankoopprijs of hun marktwaarde, welke van beide het laagste is.
— 38 —
2.4.3 Beleggingsportefeuille De andere effecten dan die bestemd voor een duurzame bijdrage tot de activiteit van de Bank worden beschouwd als vlottende activa en worden gewaardeerd tegen hun aankoopprijs of hun marktwaarde, welke van beide het laagste is. De aankoopprijs wordt bepaald op grond van de gewogen gemiddelde kostprijs. 2.5 Andere vaste activa dan de financiële vaste activa De andere vaste activa dan de financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de historische aankoopprijs. De aankoopprijs van de vaste activa waarvan het gebruik in de tijd beperkt is, wordt verminderd met de waardecorrecties die zodanig zijn berekend dat de waarde van die bestanddelen stelselmatig over hun geschatte gebruiksduur wordt afgeschreven. In geval van duurzame waardevermindering wordt op de vaste activa waarvan het gebruik al dan niet in de tijd beperkt is, een waardecorrectie toegepast om er de lagere waarde aan te geven die op de balansdatum eraan moet worden toegewezen. Die waardecorrecties worden teruggeboekt als de redenen die ervoor golden, weggevallen zijn. 2.6 Materiële activa De materiële activa worden door de Bank gebruikt in het kader van haar verrichtingen. De materiële activa worden gewaardeerd tegen de historische aankoopprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen. De afschrijving wordt lineair berekend op de geschatte levensduur van de activa. De gebruikte percentages zijn: Afschrijvingspercentages (%)
Gebouwen
1,5
Inrichting van de gebouwen
10 - 33
Kantoormaterieel en -meubilair
10 - 25
Informatica-apparatuur
20 - 33
Wagens
20 - 33
2.7 Immateriële activa De oprichtingskosten van het bijkantoor in België worden sinds 14 april 2003 lineair op 5 jaar afgeschreven.
— 39 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
2.8 Voorziening voor risicohoudende activa Het beleid van de Bank bestaat erin, conform de bepalingen van de Luxemburgse wetgeving een forfaitaire voorziening aan te leggen voor risicohoudende activa. De forfaitaire voorziening, berekend op balansposten, wordt van de betrokken activaposten afgetrokken. De forfaitaire voorziening berekend voor posten buiten balanstelling, is geboekt in de post “Voorzieningen voor risico's en kosten: overige voorzieningen". 2.9 Reservefonds voor algemene bankrisico's De Bank heeft een reservefonds voor algemene bankrisico's in het leven geroepen met het oog op het dekken van de bijzondere risico's die inherent zijn aan de bankverrichtingen. De toevoegingen aan het reservefonds gebeuren aan de hand van de winsten na belastingen, maar vóór bepaling van de nettowinst, en zijn aan geen enkele kwantitatieve beperking onderworpen. 2.10 Schulden De schulden staan onder de passiva ter waarde van het terugbetalingsbedrag. N OTA 3 - D OELSTELLINGEN
EN STRATEGIEËN OP HET VLAK VAN RISICOBEHEER
Het risicobeheer van de bank steunt op een risicobeleid dat op groepsniveau door de moedermaatschappij is vastgelegd, en de Bank volgt nauwkeurig het beleid dat de Groep aldus voorschrijft. Overeenkomstig dat beleid voert de Bank een risicobeheer via een omvangrijk kader van beginselen, een organisatiestructuur, limieten en processen die nauw zijn verbonden met de activiteiten van de Bank en met de aard van de risico's. 3.1 Het krediet- en tegenpartijrisico Op het vlak van krediet- en tegenpartijrisico's past de Bank het kredietbeleid van de Groep toe, die naast de modaliteiten voor kredietbeslissingen ook de regels definieert in verband met het sector- en het landenrisico. Elke toekenning van een krediet wordt geregeld door een aantal procedures en bevoegdheidsbeperkingen. De kwaliteit van de debiteuren en van de verkregen garanties wordt geanalyseerd op grond van objectieve criteria. De risicoblootstelling betreffende de verschillende tegenpartijen van de Bank wordt gematerialiseerd door het vastleggen van machtigingslimieten die in overleg met de moedermaatschappij worden vastgelegd; ze kan beperkt worden door garanties en verrekeningsovereenkomsten.
— 40 —
Het beleid van de Bank inzake landenrisico's houdt in dat er in principe geen actieve relaties worden onderhouden met correspondenten, depothouders of debiteuren in risicolanden. Mochten dergelijke risico's zich voordoen, dan zou de Bank die beoordelen en er de nodige voorzieningen voor aanleggen volgens vooraf gedefinieerde criteria. 3.2 De marktrisico's Onder marktrisico's worden de risico's verstaan die te maken hebben met schommelingen van de rentetarieven, van de wisselkoersen of prijzen en met de illiquiditeit van de activa, die herfinancieringsproblemen met zich zouden kunnen meebrengen. De thesauriebedrijvigheid van de Bank wordt geregeld door een aantal beperkingen die afhangen van de behandelde vreemde munten en de gebruikte financiële instrumenten. Op elk van die beperkingen wordt een dagelijks toezicht uitgeoefend. 3.3 Het liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico kan gedefinieerd worden als het risico dat de Bank haar betalingsverplichtingen niet zou kunnen nakomen omdat haar financieringscapaciteit dat niet mogelijk zou maken. Het omvat tevens de potentiële verliezen wegens leningen die werden aangegaan tegen een hoge rentevoet of wegens de belegging van gelden tegen een rentevoet onder die van de markt. Wat de eisen van de Luxemburgse regelgeving terzake betreft, heeft de Bank het vastgelegde minimum van 30 % altijd ruimschoots overschreden. Deze ratio wordt geregeld opgevolgd door het Uitvoerend Comité in samenwerking met de afdeling Thesaurie. 3.4 De operationele risico's De bedrijvigheid van de Bank is gericht op een traditionele bankactiviteit, uitgeoefend door haar personeel en gecontroleerd door het Uitvoerend Comité. Om de risico's te beperken, heeft de Bank een organisatieproces ingevoerd dat onder meer interne middelen en procedures bevat die de uitgeoefende activiteiten regelen, een systeem van hiërarchische verantwoordelijkheden op het niveau van elke afdeling, een informaticasysteem dat voorziet in de scheiding van de functies en in de takencontrole, en een afdeling Interne Controle die rechtstreeks aan het Uitvoerend Comité rapporteert.
— 41 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
De Bank voorzag ook in een continuïteitsplan, waardoor ze onder alle omstandigheden de verrichtingen kan voortzetten. Er is voorzien in een back-up van het informaticasysteem om zo snel mogelijk de normale gang van zaken te kunnen hervatten mochten zich grote moeilijkheden voordoen. 3.5 Marktrisico's en risico's inzake financiële instrumenten De Bank koopt en verkoopt, via haar netwerk van correspondenten, financiële of valuta-instrumenten op georganiseerde en onderhandse markten. Ze is in hoofdzaak actief als tussenpersoon of agent voor rekening van haar klanten. De posities voor eigen rekening vallen binnen de lijnen die worden uitgetekend door de Raad van Bestuur. 3.6 De rente- en valutarisico's De hoofdactiviteit inzake financiële instrumenten is voornamelijk gekoppeld aan dekkingsverrichtingen, vooral voor rekening van haar klanten. De Bank is immers niet actief op het domein van trading voor eigen rekening. Op het vlak van beleggingen/deposito's streeft de Bank naar een zo perfect mogelijke concordantie, zowel qua valuta's als qua looptijden. De regel is dat de deposito's van de clientèle automatisch worden herbelegd op de markt voor eenzelfde termijn en in dezelfde munten, tegen de marktrente min de marge van de Bank. Het Uitvoerend Comité houdt maandelijks toezicht op die marge. Het valutabeleid van de Bank bestaat erin, de handhaving van open posities zoveel mogelijk te beperken. Er zijn algemene beperkingen per munt “intra day” en “overnight” vastgelegd. Deze worden permanent opgevolgd en geregeld aan het Uitvoerend Comité meegedeeld. N OTA 4 - F INANCIËLE
INSTRUMENTEN
4.1 Analyse van de financiële instrumenten 4.1.1 Informatie over de primaire financiële instrumenten In de onderstaande tabel vindt men informatie over het activiteitsniveau inzake primaire financiële instrumenten van de Bank, die qua boekhoudwaarde als volgt zijn uitgesplitst naargelang van de resterende levensduur. Voorts geeft de tabel de correcte totale waarde van de instrumenten die in bezit worden gehouden om te worden verhandeld, in de gevallen waarin die waarde aanzienlijk afwijkt van de waarde waartegen die instrumenten in de rekeningen geboekt staan.
— 42 —
Met “correcte waarde” wordt de waarde bedoeld waartegen een actief verhandeld of een schuld vereffend zou kunnen worden in het kader van een gewone transactie onder normale voorwaarden gesloten tussen onderling onafhankelijke en bevoegde partijen die in alle vrijheid handelen, met uitsluiting van gedwongen verkopen of verkopen in het kader van een vereffening. 4.1.1.1 Analyse van de financiële instrumenten - Primaire financiële instrumenten (boekwaarde - in duizenden €) Primaire financiële instrumenten per 31 december 2004 (boekwaarde - in duizenden €) <= 3 maanden > 3 maanden <= 1 jaar
> 1 jaar tot 5 jaar
> 5 jaar
zonder vervaldag
Totaal
Categorie van instrumenten (financiële activa) Kas, tegoeden bij de centrale banken en de postchequediensten Vorderingen op kredietinstellingen Vorderingen op klanten
49.287
-
-
-
-
49.287
2.137.278
21.342
-
-
-
2.158.620
265.611
100.201
6.743
5.417
-
377.972
Obligaties en andere vastrentende effecten in de handelsportefeuille *
-
-
8.206
2.042
-
10.248
Aandelen en andere effecten met veranderlijk inkomen in de handelsportefeuille *
-
-
-
-
2.781
2.781
Deelnemingen
-
-
-
-
5.039
5.039
Aandelen in de verbonden ondernemingen
-
-
-
-
2.095
2.095
Totaal van de financiële activa
2.452.176
121.543
14.949
7.459
Niet-financiële activa
-
-
-
-
9.915 2.606.042 -
Totaal van de activa
-
-
-
-
- 2.647.072
118.315 475.875
68.946
-
-
-
118.315 544.821
Schulden aan klanten - andere schulden 1.148.358 - dadelijk opvraagbaar - op termijn of met opzeggingstermijn 661.475
34.452
-
-
-
1.148.358 695.927
103.398
-
-
- 2.507.421
41.030
Categorie van instrumenten (financiële passiva) Schulden aan kredietinstellingen - dadelijk opvraagbaar - op termijn of met opzeggingstermijn
Totaal van de financiële passiva
2.404.023
139.651
Niet-financiële passiva
-
-
-
-
-
Totaal van de passiva
-
-
-
-
- 2.647.072
* De correcte waarde van de obligaties en aandelen in de handelsportefeuille bedroeg op 31 december 2004 € 336.761.
— 43 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
Primaire financiële instrumenten per 31 december 2004 (boekwaarde - in duizenden €) <= 3 maanden > 3 maanden <= 1 jaar
> 1 jaar tot 5 jaar
> 5 jaar
zonder vervaldag
Totaal
Categorie van instrumenten (financiële activa) Kas, tegoeden bij de centrale banken en de postchequediensten Vorderingen op kredietinstellingen Vorderingen op klanten
53.672
-
-
-
-
53.672
2.282.685
9.902
-
-
-
2.292.587
193.789
60.401
4.976
5.476
-
264.642
Obligaties en andere vastrentende effecten in de handelsportefeuille *
-
10.175
2.809
1.945
-
14.929
Aandelen en andere effecten met veranderlijk inkomen in de handelsportefeuille *
-
-
-
-
392
392
Deelnemingen
-
-
-
-
40
40
Aandelen in de verbonden ondernemingen
-
-
-
-
2.098
2.098
Totaal van de financiële activa
2.530.146
80.478
7.785
7.421
Niet-financiële activa
-
-
-
-
2.530 2.628.360 -
Totaal van de activa
-
-
-
-
- 2.652.496
95.292 537.881
15.897
-
-
-
95.292 553.778
Schulden aan klanten - andere schulden - dadelijk opvraagbaar 1.053.584 - op termijn of met opzeggingstermijn 783.721
40.582
-
-
-
1.053.584 824.303
-
-
-
-
-
-
24.136
Categorie instrumenten (financiële passiva) Schulden aan kredietinstellingen - dadelijk opvraagbaar - op termijn of met opzeggingstermijn
Schulden belichaamd door effecten Totaal van de financiële passiva
2.470.478
56.479
-
-
- 2.526.957
Niet-financiële passiva
-
-
-
-
-
Totaal van de passiva
-
-
-
-
- 2.652.496
* De correcte waarde van de obligaties en aandelen in de handelsportefeuille bedroeg op 31 december 2003 € 399.947.
— 44 —
125.539
4.1.2 Informatie over de afgeleide financiële instrumenten De Bank maakt van valutatermijncontracten en van renteswaps enkel gebruik met het doel, het renteen valutarisico te dekken. 4.1.3 Analyse van de afgeleide financiële instrumenten gebruikt voor dekkingsdoeleinden. Op 31 december 2004 had de Bank de volgende afgeleide financiële instrumenten in portefeuille: Notionele waarde in duizenden €
Valutatermijncontracten
<= 3 maanden > 3 maanden <= 1 jaar
2.663.856
251.135
> 1 en <= 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
-
-
2.914.991
Per 31 december 2003 had de Bank de volgende afgeleide financiële instrumenten in portefeuille: Notionele waarde in duizenden €
Valutatermijncontracten
<= 3 maanden > 3 maanden <= 1 jaar
1.955.973
213.949
> 1 en <= 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
-
-
2.169.922
Alle verrichtingen op afgeleide financiële instrumenten worden uitgevoerd met het oog op dekking. 4.2 Kredietrisico 4.2.1 Beschrijving van het kredietrisico Het toekennen van kredieten is niet de belangrijkste opdracht van de Bank. Toch moet ze in het kader van haar activiteit beleningskredieten aan haar ICB- of privé-klanten toekennen. De Bank neemt gewoonlijk geen financiële risico's en vraagt eersterangszekerheden zoals de inpandgeving van tegoeden van klanten voor bedragen die de verbintenissen dekken. 4.2.2 Metingen van het kredietrisico gekoppeld aan de financiële instrumenten Voor de afgeleide instrumenten die buiten beurs worden verhandeld, vertaalt de boekwaarde, met andere woorden de notionele waarde, niet de maximale graad van risicoblootstelling. De Bank berekent het kredietrisico betreffende de instrumenten die buiten beurs worden verhandeld aan de hand van de methode van het oorspronkelijke risico, conform de richtlijnen in de circulaires van de toezichthoudende overheid.
— 45 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
De onderstaande tabellen geven de graad van blootstelling aan het kredietrisico naargelang van de notionele bedragen, het bedrag in risico-equivalent en de nettorisicoblootstelling, rekening houdend met eventuele zekerheden. Kredietrisico voor afgeleide instrumenten buiten de beursmarkt (gebruik van de methode van het oorspronkelijke risico) per 31 december 2004 Solvabiliteitsgraad van de tegenpartijen
Valutatermijncontract outright - weging tegen 2%
Notionele waarde* € (1)
Bedragen in risico-equivalenten* € (2)
Waarborgen € (3)
Nettorisicoblootstelling € (4) = (2) - (3)
2.914.990.775
58.299.816
58.299.816
-
* zonder de weerslag van enige verrekeningsovereenkomst waarvan de instelling de uitoefening zou kunnen vragen.
Kredietrisico voor afgeleide instrumenten buiten de beursmarkt (gebruik van de methode van het oorspronkelijke risico) per 31 december 2003 Solvabiliteitsgraad van de tegenpartijen
Notionele waarde* € (1)
Bedragen in risico-equivalenten* € (2)
Waarborgen € (3)
Nettorisicoblootstelling € (4) = (2) - (3)
2.169.922.414
43.398.448
43.398.448
-
Valutatermijncontract outright - weging tegen 2%
* zonder de weerslag van enige verrekeningsovereenkomst waarvan de instelling de uitoefening zou kunnen vragen.
4.3 Marktrisico De portefeuille van de Bank is hoofdzakelijk samengesteld uit twee Spaanse overheidsobligaties, een FRN Rothschild Continuation Finance 2015, en Portfolio BP Euro Bonds-aandelen, die geen bijzonder risico inhouden. De overige marktrisico's komen overeen met een portefeuille van deelnemingen en van aandelen in verbonden ondernemingen, waarvan de waarde in totaal hoger is dan de aanschaffingsprijs. Rekening houdend met wat voorafgaat, is het marktrisico voor de Bank beperkt.
— 46 —
N OTA 5 - K AS ,
TEGOEDEN BIJ DE CENTRALE BANKEN EN POSTCHEQUEDIENSTEN
Overeenkomstig de eisen van de Europese Centrale Bank heeft de Centrale Bank van Luxemburg met ingang van 1 januari 1999 een systeem van verplichte reserves ingevoerd waaraan alle Luxemburgse kredietinstellingen onderworpen zijn. Per 31 december 2004 bedroeg de minimumreserve die de Bank bij de Centrale Bank van Luxemburg aanhield € 44.805.146 (2003: € 50.191.038). Per 31 december 2004 bedroegen de minimumreserves die de Bank bij de centrale banken van Spanje, Portugal en België aanhield, respectievelijk € 191.580 (2003: € 190.636), € 391.283 (2003: € 390.681) en € 851.345 (2003: 166.096). N OTA 6 - D EELNEMINGEN
EN AANDELEN IN VERBONDEN ONDERNEMINGEN
6.1 Detail van de deelnemingen en aandelen in verbonden ondernemingen De deelnemingen en aandelen in verbonden ondernemingen die de Bank in haar bezit had, zijn als volgt verdeeld: Naam
Zetel
% deelneming
Brutowaarde op 31/12/2004 €
Deelnemingen Société de la Bourse de Luxembourg European Capital Hold. Inv. Cobehold N.V.
Luxemburg
0,06 %
20.766
Kaaimaneilanden
7,50 %
18.750
België
1,25 %
5.000.000 5.039.516
Aandelen in verbonden ondernemingen EdR Intl Fd Bermuda
Bermuda
14,75%
43.371
LCF Edmond de Rothschild Conseil S.A.
Luxemburg
100,00%
371.840
Pri Investment S.A.
Luxemburg
99,92%
124.900
Priadvisory Holding S.A.
Zwitserland
100,00%
1.554.408 2.094.519
De Bank heeft in het kader van haar normale activiteiten deelnemingen verworven in vennootschappen voor het beheer van beleggingsfondsen en van gedomicilieerde vennootschappen.
— 47 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
6.2 Vorderingen en schulden i.v.m. verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Deze posten zien er in detail als volgt uit:
Vorderingen - vorderingen op kredietinstellingen - vorderingen op klanten Schulden - schulden aan kredietinstellingen - schulden aan klanten
Verbonden ondernemingen
Verbonden ondernemingen
2003 €
Ondernemingen met een deelnemingsverhouding 2004 €
Ondernemingen met een deelnemingsverhouding 2003 €
2004 €
32.095.723 5.139.1.36
413.895 4.403.260
12.635
12.394
544.619.990 14.058.128
596.399.321 23.053.767
3.883.128
2.684.619
N OTA 7 - E FFECTEN 7.1 Genoteerde en niet-genoteerde effecten De effecten kunnen als volgt worden voorgesteld, naargelang ze wel of niet op de beurs genoteerd zijn. 7.1.1 Genoteerde effecten
Obligaties en andere vastrentende effecten - openbare emittenten - andere emittenten
Aandelen en effecten met veranderlijk inkomen
— 48 —
2004 €
2003 €
8.205.825 2.042.550
12.984.250 1.945.081
10.248.375
14.929.331
130.194
349.304
7.1.2 Niet-genoteerde effecten 2003 €
2004 €
Aandelen en andere effecten met veranderlijk inkomen
2.651.279
42.641
Deelnemingen
5.039.516
39.516
Aandelen in verbonden ondernemingen
2.094.519
2.089.049
7.2 Categorieën van de portefeuille obligaties en andere vastrentende effecten De obligaties en andere vastrentende effecten die op 31 december 2004 in het bezit waren van de Bank, worden alleen aangehouden in een langetermijnoptiek en moeten bijgevolg worden beschouwd als financiële vaste activa. Geen enkele obligatie of ander vastrentend effect vervalt in de loop van het jaar 2005. Per 31 december 2004 omvat de post “Obligaties en andere vastrentende effecten” een bedrag van € 8.205.825 dat overeenstemt met effecten die voor herfinanciering bij een centrale bank van de eurozone in aanmerking komen. 7.3 Afschrijving van de agio's van de obligaties en andere vastrentende effecten van de portefeuille “financiële vaste activa” Per 31 december 2004 beloopt het totale bedrag van de sinds de aankoopdatum in de resultaten geboekte agio's op de financiële vaste activa in portefeuille € 150.108 (2003: € 173.281).
— 49 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
N OTA 8 - V ASTE
ACTIVA
De evolutie van de vaste activa van de Bank in de loop van het boekjaar was de volgende: Brutowaarde bij het begin van het boekjaar
Inboekingen
Uitboekingen
€
€
€
39.516
5.000.000
-
-
5.039.516
-
5.039.516
Aandelen in de verbonden ondernemingen 2.108.019
-
(15.045)
1.545
2.094.519
-
2.094.519
5.396.325 (10.174.750)
(180.661)
10.317.880
(44.106)
10.273.774
Deelnemingen
Obligaties en andere vastrentende effecten
15.276.966
OmrekeningsBrutowaarde Gecumuleerde Nettowaarde verschil bij de afsluiting correcties bij de afsluiting van het bij de afsluiting van het van het boekjaar boekjaar boekjaar € € € €
Af te trekken forfaitaire voorziening Immateriële activa waarvan: - Oprichtingskosten
303.200
-
-
-
303.200
(102.212)
303.200
25.399 200.988
303.200
-
-
-
(102.212)
200.988
Materiële activa 35.258.666 waarvan: - Gronden, gebouwen en inrichtingen 10.611.793 - Technische installaties en machines 14.897.492 - Andere installaties, materieel en meubilair 9.749.381
17.207.968
(779.051)
-
51.687.583 (24.813.507)
26.878.289
12.717.105
(34.639)
-
23.294.259
(5.338.432)
17.959.307
2.323.157
(2.431)
-
17.218.218 (13.378.825)
3.839.440
2.167.706
(741.981)
-
11.175.106
5.079.542
(6.096.250)
Af te trekken forfaitaire voorziening
330.889
* Het omrekeningsverschil is het verschil tussen de brutowaarde op 01.01.2004 en die brutowaarde omgerekend tegen de op 31.12.2004 geldende wisselkoers.
De nettowaarde van de gronden en gebouwen die in het kader van de eigen activiteit worden gebruikt, bedroeg per 31 december 2004 € 13.904.727.
— 50 —
N OTA 9 - A CTIVA
EN PASSIVA IN VREEMDE VALUTA
Per 31 december 2004 bedroeg de tegenwaarde in de boekingsmunt van de activa en passiva die uitgedrukt zijn in vreemde munt respectievelijk € 1.123.091.150 (2003: € 1.184.918.214) en € 1.119.944.526 (2003: € 1.184.808.390). N OTA 10 - I N
WAARBORG GEGEVEN ACTIVA
Per 31 december 2004 had de Bank geen activa in pand gegeven tot dekking van haar eigen verbintenissen of van die van derden (met inbegrip van de eventuele passiva) (2003: € 2.039.900). N OTA 11 - A NDERE
PASSIVA
Op 31 december 2004 bestond deze post hoofdzakelijk uit schulden voor sociale lasten, taksen en afhoudingen bij fiscale administraties. N OTA 12 - A NDERE
VOORZIENINGEN
Deze post bestaat hoofdzakelijk uit voorzieningen voor verschuldigde lonen en voor geschillen, alsook uit het saldo van de forfaitaire voorziening dat niet aan activaposten toewijsbaar is. N OTA 13 - B IJZONDERE
POSTEN MET EEN DEEL RESERVES
De meerwaarde gevormd krachtens de artikelen 53, 54 en 54bis van de wet op de inkomstenbelasting stemt overeen met de in 2002 gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de effecten van LCF Rothschild Pri Fund Conseil S.A. N OTA 14 - A ANDELENKAPITAAL Het kapitaal van de vennootschap bedraagt € 31.500.000 en is belichaamd door 15.001 volgestorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
— 51 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
N OTA 15 - W ETTELIJKE
RESERVE
Volgens de Luxemburgse wet moet de Bank in de wettelijke reserve jaarlijks een bedrag storten gelijk aan 5 % van de nettowinst van het boekjaar, tot die reserve 10 % van het geplaatste kapitaal bedraagt. De uitkering van de wettelijke reserve is niet toegestaan. De reserve die werd opgebouwd sinds de oprichting van de Bank, werd op 21 december 1999 in het kapitaal opgenomen. N OTA 16 - A NDERE
RESERVES
In overeenstemming met de sinds 1 januari 2002 geldende belastingwetgeving heeft de Bank haar vermogensbelasting (“VMB”) beperkt tot het bedrag van de vennootschapsbelasting (VNB) voor aanrekening van de belastingkredieten. Om in regel te zijn met de wetgeving heeft de Bank besloten aan een post onbeschikbare reserves een bedrag toe te voegen dat overeenstemt met vijfmaal het bedrag van de verminderde VMB. De periode van onbeschikbaarheid van die reserve bedraagt vijf jaar, te rekenen vanaf het jaar dat volgt op dat van de aanrekening van de VMB. N OTA 17 - V ARIATIE
VAN HET EIGEN VERMOGEN
De variatie van het eigen vermogen kan als volgt worden geanalyseerd:
Toestand per 31 december 2003
Geplaatst kapitaal
Wettelijke reserve
Andere reserves
Overgedragen resultaten
€
€
€
€
Resultaat van het boekjaar €
Totaal
€
31.500.000
3.150.000
24.777.908
7.400.000
17.011.668
83.839.576
Toevoeging aan de andere reserves
-
-
6.395.467
-
(6.395.467)
-
Uitgekeerde dividenden
-
-
-
-
(9.510.634)
(9.510.634)
Toevoeging aan de overgedragen resultaten
-
-
-
1.105.567
(1.105.567)
-
Resultaat per 31 december 2004
-
-
-
-
20.022.045
20.022.045
Toestand per 31 december 2004
31.500.000
3.150.000 31.173.375
— 52 —
8.505.567 20.022.045 94.350.987
N OTA 18 - E VENTUELE
PASSIVA
Per 31 december 2004 en 2003 was de Bank betrokken in de volgende verrichtingen buiten balanstelling:
Waarborgen en andere rechtstreekse kredietsubstituten (met inbegrip van de verplichtingen tot terugkoop van activa)
N OTA 19 - V ERBINTENISSEN
2004 €
2003 €
75.363.345
36.848.805
BUITEN BALANSTELLING
Per 31 december 2004 en 2003 was de Bank betrokken in de volgende soorten verrichtingen:
Niet opgenomen bevestigde kredieten
N OTA 20 - N IET
2004 €
2003 €
43.587.703
51.819.370
AFGEWIKKELDE TERMIJNVERRICHTINGEN
Per 31 december 2004 en 2003 was de Bank betrokken in de volgende verrichtingen buiten balanstelling:
Valutaverrichtingen - valutatermijnverrichtingen (swaps, outrights)
2004 €
2003 €
2 914 990 774
2 169 922 414
Die verrichtingen worden enkel gesloten tot dekking van verrichtingen voor rekening van klanten van de Bank.
— 53 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
N OTA 21 - S YSTEEM
VAN WEDERZIJDSE WAARBORG VAN DEPOSITO ' S EN VAN VERGOEDING
VAN DE BELEGGERS
Alle kredietinstellingen in Luxemburg zijn lid van de vereniging zonder winstoogmerk “Association pour la Garantie des Dépôts, Luxembourg” (AGDL). Het exclusieve doel van de AGDL is de invoering van een wederzijds waarborgsysteem voor de gelddeposito's en de vorderingen op grond van beleggingsverrichtingen uitgevoerd door natuurlijke personen bij leden van de AGDL, zonder onderscheid van nationaliteit of woonplaats, door ondernemingen naar Luxemburgs recht of naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie, en die van een dusdanige omvang zijn dat ze wettelijk een verkorte balans mogen opstellen, evenals door ondernemingen van vergelijkbare omvang naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie. De AGDL betaalt aan de deposant het bedrag van zijn gewaarborgde gelddeposito's en aan de belegger het bedrag van zijn gewaarborgde vordering terug, met een vooraf bepaald maximum van € 20.000 of de tegenwaarde in een andere munt per gewaarborgde gelddeposito en van € 20.000 per gewaarborgde vordering op grond van andere beleggingsverrichtingen dan die welke betrekking hebben op een gelddeposito. Tijdens het boekjaar 2004 heeft de Bank een bedrag van € 507.000 aan de AGDL-voorziening toegevoegd. N OTA 22 - B EHEERS -
EN VERTEGENWOORDIGINGSDIENSTEN
De Bank verstrekt aan derden beheers- en vertegenwoordigingsdiensten op de volgende gebieden: - beheer en advies inzake vermogensbeheer, - bewaring en administratie van effecten voor fondsen en institutionele klanten, - fiduciaire vertegenwoordiging, - daden als agent. N OTA 23 - O VERIGE
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Deze post bestaat hoofdzakelijk uit een terugbetaling van BTW voor de jaren 2001, 2002, en terugnemingen van voorzieningen voor diverse kosten.
— 54 —
N OTA 24 - O VERIGE
BEDRIJFSKOSTEN
Deze post bestaat hoofdzakelijk uit toevoegingen aan voorzieningen voor risico's die de Bank loopt in het kader van haar activiteiten inzake bewaring en administratie van effecten en diensten aan instellingen voor collectieve belegging en een toevoeging voor de AGDL-voorziening. N OTA 25 - P ERSONEELSBESTAND
IN DE LOOP VAN HET BOEKJAAR
Het gemiddelde aantal personeelsleden van de Bank dat in dienst was tijdens de boekjaren 2003 en 2004 bedraagt: Categorieën
Directie (directeurs en adjunct-directeurs)
Aantal personen 2004
Aantal personen 2003
50
44
Kaderleden
99
94
Bedienden
263
234
Totaal
412
372
N OTA 26 - B EZOLDIGINGEN
TOEGEKEND AAN DE LEDEN VAN DE DIRECTIEORGANEN
Deze kunnen per 31 december 2004 als volgt worden samengevat: Bezoldigingen
2004 €
283 500
Bestuurders Directie (directeurs en adjunct-directeurs)
9.991.453
— 55 —
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING PER 31 DECEMBER 2004
N OTA 27 - P ENSIOEN Met ingang van 1 januari 1986 voerde de Bank voor alle personeelsleden een bijkomend pensioenstelsel in bovenop de contractuele bezoldiging. Dat stelsel werd aangepast in overeenstemming met de wet van 8 juni 1999 op de aanvullende pensioenstelsels. In de loop van het boekjaar 2003 werd het pensioenfonds van het personeel overgedragen aan een externe, in het Groothertogdom Luxemburg erkende verzekeringsmaatschappij. N OTA 28 - I NFORMATIE
OVER DE GECONSOLIDEERDE ONDERNEMINGEN
De Bank is opgenomen in de geconsolideerde rekeningen van de Banque Privée Edmond de Rothschild S.A., Genève, die de kleinste en de grootste eenheid vormt van de ondernemingen waar de Bank als dochteronderneming deel van uitmaakt, en waarvan de geconsolideerde rekeningen beschikbaar zijn op de zetel van de Banque Privée Edmond de Rothschild S.A., Genève - 18 rue de Hesse - Genève. N OTA 29 - G EBEURTENISSEN
NA DE AFSLUITING VAN HET BOEKJAAR
Op 22 december 2004 werd een overeenkomst ondertekend tussen de Bank en LCF Edmond de Rothschild Conseil S.A.. Deze overeenkomst bepaalt dat LCF Edmond de Rothschild Conseil S.A. aan de Bank de huidige activiteiten van domiciliëring van vennootschappen en andere verwante activiteiten betreffende vermogensengineering waarvoor ze over de nodige vergunningen beschikt, overdraagt en dit met ingang van 1 januari 2005.
— 56 —
hymenoptera
— 57 —
lepidoptera
— 58 —
VERSLAG
VAN DE
BEDRIJFSREVISOR
AAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN BANQUE PRIVÉE EDMOND DE ROTHSCHILD EUROPE - SOCIÉTÉ ANONYME
Overeenkomstig het mandaat dat ons door de Raad van Bestuur werd verleend, hebben we de bijgevoegde jaarrekening van de Banque Privée Edmond de Rothschild Europe voor het boekjaar per 31 december 2004 gecontroleerd en hebben we kennis genomen van het desbetreffende beheersverslag. De jaarrekening en het beheersverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om, op basis van onze revisie, een opinie te geven over deze jaarrekening en om de concordantie van het beheersverslag daarmee te verifiëren.
Ons inziens geeft de bijgevoegde jaarrekening, conform de in Luxemburg geldende wettelijke en reglementaire voorschriften, een getrouw beeld van het patrimonium en van de financiële toestand van Banque Privée Edmond de Rothschild Europe per 31 december 2004, alsook van de resultaten van het boekjaar dat op die datum werd afgesloten. Het beheersverslag stemt overeen met de jaarrekening.
Luxemburg, 24 maart 2005 We hebben onze revisie uitgevoerd volgens de Internationale Revisienormen. Deze normen vereisen dat onze revisies worden gepland en uitgevoerd teneinde tot de redelijke zekerheid te komen dat de jaarrekening geen significante onregelmatigheden bevat. Een revisie-opdracht bestaat uit het onderzoek, aan de hand van steekproeven, van de bewijsgegevens die de bedragen en de informatie in de jaarrekening rechtvaardigen. Ze houdt eveneens een waardering in van de aangewende boekhoudprincipes en -methoden en van de significante schattingen vanwege de Raad van Bestuur voor de afsluiting van de jaarrekening, alsmede een controle van de algemene voorstelling ervan. We zijn van oordeel dat onze revisie een redelijke basis vormt voor onze opinie.
PricewaterhouseCoopers S.à r.l. Bedrijfsrevisor Vertegenwoordigd door Philippe Sergiel
Melanophthalma Rothschildi
— 59 —
coleoptera
— 60 —
EDMOND ZETEL,
BANQUE PRIVÉE DE ROTHSCHILD EUROPE
BIJKANTOREN, REPRESENTATIEKANTOREN, DOCHTERONDERNEMING
Z ETEL
B IJKANTOREN
Luxemburg 20, boulevard Emmanuel Servais 2535 Luxemburg, Luxemburg Telefoon: (352) 47 93 461 Fax Directie: (352) 47 93 46 222 Fax Beurs / Valutamarkt: (352) 22 39 98 Internet: www.lcf-rothschild.lu
België Brussel Louizalaan 480 Bus 16A 1050 Brussel, België Telefoon: (32) 02 645 25 25 Fax: (32) 02 645 25 20 Internet: www.lcf-rothschild.be
Porto R. Domingos Sequeira 105 4050-232 Porto, Portugal Telefoon: (351) 22 833 1098 Fax: (351) 22 831 5416 Internet: www.lcf-rothschild.pt V ERTEGENWOORDIGINGS -
Spanje Madrid Calle Orfila, 8 Bajo B 28010 Madrid, Spanje Telefoon: (34) 91 319 90 22 Fax: (34) 91 702 07 51 Internet: www.lcf-rothschild.es Barcelona Josep Bertrand 11 08021 Barcelona, Spanje Telefoon: (34) 93 272 05 04 Fax: (34) 93 215 06 97 Internet: www.lcf-rothschild.es Portugal Lissabon Rua D. Pedro V, 130 1250-095 Lissabon, Portugal Telefoon: (351) 21 351 46 60 Fax: (351) 21 351 46 88 Internet: www.lcf-rothschild.pt
— 61 —
KANTOREN
Israël 46, boulevard Rothschild 66883 Tel-Aviv, Israël Telefoon: (972) 3-5669818 Fax: (972) 3-5669821 Internet: www.lcf-rothschild.lu Slowakije Bratislava Hlavné námestie 4 811 01 Bratislava, Slowakije Telefoon: (421) 2 5443 0940 Fax: (421) 2 5443 4084 D OCHTERONDERNEMING LCF Edmond de Rothschild Conseil 16, boulevard Emmanuel Servais 2535 Luxemburg, Luxemburg Telefoon: (352) 22 74 71 Fax: (352) 22 67 64
BANQUE PRIVÉE EDMOND DE ROTHSCHILD S.A. ZETEL,
BIJKANTOREN, REPRESENTATIEKANTOREN, DOCHTERONDERNEMINGEN
Z ETEL
B IJKANTOREN
Genève 18, rue de Hesse 1204 Genève, Zwitserland Telefoon: (41-22) 818 91 11 Central Telex: 422 699 Central Fax: (41-22) 818 91 21 Fax Beurs: (41-22) 818 91 20 Fax Valutamarkt: (41-22) 818 91 22 Internet: www.lcf-rothschild.ch
Fribourg 11, rue de Morat 1700 Fribourg, Zwitserland Telefoon: (41-26) 347 24 24 Fax: (41-26) 347 24 20
V ERTEGENWOORDIGINGS KANTOREN
Lausanne 2, avenue Agassiz 1003 Lausanne, Zwitserland Telefoon: (41-21) 318 88 88 Fax: (41-21) 323 29 22
Montevideo “World Trade Center Montevideo” Torre II - Piso 21 Avenida Luis Alberto de Herrera 1248 11300 Montevideo, Uruguay Telefoon: (598-2) 623 24 00 Fax: (598-2) 623 24 01 Hong Kong Suite 1505 One Exchange Square 8 Connaught Place Central, Hong Kong Telefoon: (852) 2869 1711 Fax: (852) 2877 2185 São Paulo Rua Jerônimo da Veiga 384 2º andar 04536-001 São Paulo SP, Brazilië Telefoon: (55 11) 3709 9100 Fax: (55 11) 3709 3065
— 62 —
D OCHTERONDERNEMINGEN Lugano Banca Privata Edmond de Rothschild Lugano S.A. Via Ginevra 2 - CP 2831 6901 Lugano, Zwitserland Telefoon: (41-91) 913 45 00 Télex: 844 200 Fax: (41-91) 913 45 01
Londen Edmond de Rothschild Limited Orion House 5 Upper St. Martin’s Lane Londen WC2H 9EA, Verenigd Koninkrijk Telefoon: (44-20) 7845 5900 Fax: (44-20) 7845 5901
Genève Arbinter-Omnivalor S.A. 4, cours de Rive 1204 Genève, Zwitserland Telefoon: (41-22) 318 61 61 Fax: (41-22) 318 61 40 et 318 61 50
Channel Islands LCF Rothschild (C.I.) Limited Suite D - Hirzel Court St. Peter Port Guernsey GY1 2NH Kanaaleilanden Telefoon: (44-1481) 716 336 Fax: (44-1481) 714 416
Fribourg Privaco Trust S.A. 11, rue de Morat 1700 Fribourg, Zwitserland Telefoon: (41-26) 321 58 58 Fax: (41-26) 322 74 73
Monaco Banque de Gestion Edmond de Rothschild Monaco Les Terrasses 2, avenue de Monte-Carlo BP 317 MC 98006 Monaco cedex Telefoon: (377) 93 10 47 47 Fax: (377) 93 25 75 57
— 63 —
Luxemburg Banque Privée Edmond de Rothschild Europe 20, boulevard Emmanuel Servais 2535 Luxemburg Telefoon: (352) 47 93 461 Fax Directie: (352) 47 93 46 222 Fax Beurs / Valutamarkt: (352) 22 39 98 Nassau Banque Privée Edmond de Rothschild Ltd. 51 Frederick Street PO Box N-1136 Nassau, Bahamas Telefoon: (1-242) 328 8121 Fax: (1-242) 328 8115 Taipeh Priasia Limited (LCF Rothschild Group) Tortola, British Virgin Islands Met representatiekantoor in Taiwan Bank Tower 205 Tun Hwa North Road Suite 406 Taipeh, Taiwan 105 Telefoon: (886-2) 2545 0505 Fax: (886-2) 2545 1407
ANDERE
BANKEN EN ONDERNEMINGEN VAN
DE
GROEP LCF ROTHSCHILD
Genève La Compagnie Benjamin de Rothschild S.A. 40, rue du Rhône 1204 Genève, Zwitserland Telefoon: (41-22) 319 75 00 Fax: (41-22) 319 75 09 Telefoon van de marktzaal: (41-22) 319 75 70 Fax van de marktzaal: (41-22) 319 75 60
Parijs La Compagnie Financière Edmond de Rothschild Banque 47, rue du Faubourg Saint-Honoré 75008 Paris, Frankrijk Telefoon: (33-1) 40 17 25 25 Télex: 280 585 Fax: (33-1) 40 17 24 02 Vertegenwoordigingskantoor Via Palestro 24 20121 Milaan, Italië Telefoon : (39-02) 76 06 11 Fax: (39-02) 76 06 12 22 Assurances Saint-Honoré Makelaarsdiensten en advies inzake verzekering en herverzekering) 22, avenue Matignon 75008 Paris, Frankrijk Telefoon: (33-1) 44 71 30 60 Fax: (33-1) 47 42 28 94 Cogifrance 47, rue du Faubourg Saint-Honoré 75008 Paris, Frankrijk Telefoon: (33-1) 40 17 25 25 Fax: (33-1) 40 17 25 64
— 64 —
Concept en uitvoering: Nicolitch + Valette De oorspronkelijke foto’s zijn afkomstig uit: “Voyage de Monsieur le baron Maurice de Rothschild en Ethiopie et Afrique Orientale Anglaise (1904-1905)”. Dit boek werd samengesteld door het Laboratoire d'entomologie du Muséum National d'Histoire Naturelle - Parijs. Imprimerie Nationale, 1922. De foto’s in het door de groep uitgegeven boek komen uit dit werk (2 delen). Gedrukt in Frankrijk door Edips Imprimeurs