Investeren in ontwikkelingen De reserve ontwikkelingsinvesteringen nader beschouwd.
B&W 11 februari 2003
1. 1.1.
INLEIDING Algemeen
In de notitie “Ruimte voor ontwikkelen van de ruimte – voorstel tot het inrichten van een matrixorganisatie ontwikkelen” wordt gewag gemaakt van financiering van projecten vanuit het Ontwikkelfonds. Dit geschied onder voorwaarden. Bij de aanbieding van zowel de begroting 2002 als ook die van 2003 wordt hier aandacht aan geschonken. Ook de besluitvorming omtrent de Opmaat Kadernota gaat nader in op dit fonds. Op basis van deze nota is betreffend fonds omgedoopt in “Reserve Ontwikkelingsinvesteringen”. Gelet op de (ruimtelijke) ontwikkelambities in relatie tot de omvang van dit fonds is het wenselijk dat alle aspecten met betrekking tot deze reserve in één notitie worden uiteengezet. Duidelijkheid is daarbij het credo. 1.2.
Historie
Tijdens de voorbereiding van de begroting 2002 is voorgesteld een Ontwikkelfonds in het leven te roepen. Dit voorstel is gehonoreerd op de behoefte om financiële impulsen te kunnen geven ter stimulering van projecten als het gaat om het vergroten van het economisch draagvlak en structuurversterking. De raad heeft bij de behandeling van de begroting 2002-2005 ingestemd met het instellen van dit fonds. In 2002 is besloten om de naam te veranderen in Reserve Ontwikkelingsinvesteringen. 1.3.
Positionering
De reserve is – bestuurlijk gezien – een instrument om naast (en soms in cofinanciering met) de gewone dienst van de begroting belangrijke projecten te financieren. De budgettaire ruimte ten behoeve van het bestedingsplan is immers niet geëigend en voldoende om grote strategische projecten, waar ook derden (de ‘markt’) in participeren, (volledig) te financieren. (Gaat het om 100% investeringen in het publieke domein, - zoals de Oosterpoort e.o. -, dan is het wèl het geval). Ook qua timing (wanneer doet de markt mee) is planning via bestedingsplan overigens niet geschikt. Het gaat dus om een reserve die wordt ingezet vanuit een gemeentelijk belang en ontwikkelingen met derden te realiseren. 1.4.
Leeswijzer
In hoofdstuk 1.2. worden de uitgangspunten met betrekking tot inzet van middelen uit deze reserve toegelicht. Hoofdstuk 3 omvat een uiteenzetting omtrent de stand van zaken van de reserve. Wat is tot nu toe gebeurd? Hoofdstuk 4 omvat een raamvoorstel over de inzet van middelen uit de reserve.
2
2. 2.1.
UITGANGSPUNTEN Voeding
Voor wat betreft de voeding van deze reserve wordt opgemerkt dat het bedrag boven het voor de Reserve Grondexploitatie berekende weerstandsvermogen wordt toegevoegd aan de Reserve Ontwikkelingsinvesteringen. Op basis van deze afgesproken methodiek is de reserve ook een eerste keer gevoed. Dit is als volgt gebeurd in de raadsbesluitvorming eind 2001: •
Vrij besteedbaar gedeelte algemene reserve grondexploitatie
€ 2.000.000,-
•
Overboeking uit vorige reserves (EZ, acquisitie)
€ 309.325,-
•
Vervroegde winstneming Woldmeenthe
€ 1.136.364,-
•
Vervroegde winstneming Groot Verlaat
€ 681.818,-
•
Overbodige (dubbele) dekkingsmiddelen voor Steenwijkerdiep t.z.v.: - bodemsanering Ebink / ’t Anker
€ 261.364,-
- Kademuur
€ 324.177,-
Totaal
€ 4.713.048,-
Hieruit blijkt dat de startreserve voor het leeuwendeel is gevoed door de grondexploitaties. (Ook het Steenwijkerdiep heeft in de nieuwe financiële opzet een bijdrage hieruit verkregen). Dit is een extra reden voor de aparte positie (naast de algemene begroting) van de reserve onder het motto: Opbrengsten van gebiedsontwikkelingen gaan naar bijdragen voor financieel moeilijke, maar wel gewenste, gebiedsontwikkelingen. Voordeel bovendien is, dat de algemene prioriteitstelling om te komen tot een bestedingsplan hier niet mee wordt belast. Toen de reserve nog niet was ingesteld zijn er al dergelijke raadsbesluiten genomen, waarbij ruimte in het grondbedrijf werd aangewend voor lastige dekkingen van projecten, zoals ook de bodemsanering Ossenzijl, de verontreiniging Scheerwolde en de afronding Paddepoel. 2.2.
Uitname uit de reserve
Alleen op basis van een raadsbesluit kan worden beschikt over de Reserve Ontwikkelingsinvesteringen. Zoals vermeld in de aanbiedingsbrief behorende bij de begroting 2003-2006 is het hoofdcriterium voor uitname dat de bijdrage moet plaatsvinden in het kader van stimulatie van het economisch draagvlak en structuurversterkende projecten. Deze omschrijving noodzaakt tot een nadere nuancering: A. Gebiedsontwikkeling Het kader van stimulatie van het economisch draagvlak en structuurversterkende projecten kent zijn beperking in gebiedsontwikkeling. Met andere woorden er moet een directe relatie zijn met een geografische locatie; een nader aan te duiden gebied, waarin een bepaalde ontwikkeling en investering wordt beoogd. B. Versnelling en stimulering Inzet van middelen kan geschieden als zogenaamd “aanjaaggeld“ : een bepaalde ontwikkeling, of voorbereiding daarvan, kan versneld of gestimuleerd worden door middel van het voteren van middelen voor b.v. planvorming of het zeker stellen van een gemeentelijk aandeel in de uitvoering (zie C.), zodat marktpartijen van daaruit hun positie kunnen bepalen
3
C. Publiek domein Gebiedsinvesteringen van marktpartijen hebben over het algemeen raakvlakken met het publieke domein. In specifiek voorkomende gevallen wordt een beroep gedaan op het gemeentelijk appèl. Indien het belang van het publieke domein dermate groot is dat financiële tekorten die hiermee gepaard gaan niet alleen kunnen worden gedragen door marktpartijen kan een bijdrage uit de reserve op zijn plaats zijn. De inzet van middelen uit de reserve heeft dus altijd te maken met een algemeen belang dat de gemeente heeft bij de gebiedsontwikkeling. D. Relatie met andere geldstromen Het zal moeten gaan om projecten die ook investeringen en/of subsidies van derden genereren en een bijdrage leveren aan de genoemde economische structuurversterking en draagvlak. Veelal is de inzet van andere geldstromen (subsidies, derden) afhankelijk van de inzet van gemeentelijk geld. Met inachtneming van de hierboven vermelde criteria kan dat dan geschieden uit de Reserve, mits dat leidt tot de beoogde investeringen van andere partijen. Soms kan hier ook nog het gemeentelijk ISV-fonds bij zijn betrokken; als het gaat om het publieke domein (b.v. bij centrumversterking) Met andere woorden de inzet vanuit de Reserve moet voldoen aan een aantal criteria. Dit geeft een goede basis voor discussie en afweging.
4
3.
STAND VAN ZAKEN RESERVE
Aan de hand van de nota’s van aanbieding behorende bij de laatste twee meerjarenbegrotingen en de Opmaat Kadernota, kan het volgende overzicht gegeven worden. Dit overzicht bestaat uit twee onderdelen. In de eerste plaats zijn daar de veranderingen van “administratieve” aard. Saldo
€ 4.713.048,-
•
Afroming BTW compensatiefonds conform Opmaat Kadernota
-
752.503,-
•
Uitname kostenorganisatie 2002
-
80.000,-
•
Toevoeging Restant ISP gelden
+ 590.000,-
Saldo subtotaal
€ 4.470.545,-
Het volgende overzicht geeft inzicht in de tot nu toe daadwerkelijk gebiedsgerelateerde uitnames. Saldo subtotaal
€ 4.470.545,-
•
Giethoorn Hylkemaweg
761.220,-
•
Giethoorn – Beulakerpolder planologische kosten
•
Steenwijk Poorten 4 fase
•
Steenwijk Woldpoort voorbereidingskrediet
35.000,151.000,-
e
80.000,-
Saldo 1-1-03
€ 3.443.325,-
5
4.
RAAMVOORSTEL VERDELING RESERVE 2002-2006
4.1.
Het voorstel
Onze ruimtelijke ontwikkelambities noodzaken tot coördinatie en sturing. Er moet zicht komen op mogelijke bestedingen en uitnames zodat afweging kan plaatsvinden. Vanuit deze gedachte is een raamvoorstel inzake een voorlopige verdeling van de reserve aan de orde. Uiteraard geschied dit met inachtneming van de hiervoor vermelde criteria. Het voorstel omvat het volgende: 1.
Gebiedsgericht beleid (gebiedsontwikkeling, ‘gele vlekken’) Voorgesteld wordt om voor dit programma € 1.000.000,- te reserveren. Vanuit bestuurlijke verantwoordelijkheid behorende bij dit programma wordt een apart verdelingsvoorstel voorbereid en ter besluitvorming voorgelegd aan de raad.
2.
Stedelijke centra 2.1. Ontwikkeling Vollenhove-centrum De herontwikkeling van b.v. de locatie Stadswerf e.o. als structuurversterkend project voor de stad (Voorpoort) en b.v. de ontwikkeling Kerkplein – Oude haven legitimeert een bijdrage uit de Reserve. Deze herontwikkeling zal wellicht ook in aanmerking komen voor andere geldstromen (o.a. ISV). Voorgesteld wordt een bedrag van € 400.000,-. Voor wat betreft de inzet van dit bedrag wordt vanuit de bestuurlijke verantwoordelijkheid aparte informatie voorgelegd in het kader van de visieontwikkeling Vollenhove. 2.2. Ontwikkeling Woldpoort Steenwijk Voor wat betreft dit project heeft de raad een voorbereidingskrediet van € 80.000,- beschikbaar gesteld. In afwachting van de go / no go besluitvorming is het wenselijk een bedrag te reserveren van € 1.000.000,-. 2.3. Ontwikkeling omgeving station De visie ontwikkeling met betrekking tot deze locatie is inmiddels afgerond. De bijbehorende financiële onderbouwing laat een tekort zien van ca. € 1.000.000,Resumerend geeft dit het volgende overzicht. 2.4. Centrum Ontwikkeling Oldemarkt Voor wat betreft de verbetering van de ruimtelijke infrastructuur van het centrum van Oldemarkt is het gemeentelijk aandeel in de kosten vooralsnog ingeschat op maximaal € 450.000,- (bestedingsplan begroting 2003 – 2003). Nader bezien moet worden in hoeverre een bijdrage uit onderhavige reserve aan de orde is. Voorlopig wordt deze bijdragen als p.m. aangemerkt. Saldo 1-1-03 •
€ 3.443.325,-
Gebiedsgericht beleid
(ontwikkeling gele vlekken)
€ 1.000.000,-
•
Vollenhove – Voorpoort
€ 400.000,-
•
Steenwijk – Woldpoort
€ 1.000.000,-
•
Steenwijk – Station
€ 1.000.000,-
•
Centrum Oldemarkt
p.m.
Resteert vooralsnog
€
6
43.325,-
4.2.
Relatie grondexploitaties
In het meerjarenperspectief grondexploitaties wordt uitgegaan van een werkingsduur van de reserve van 2002-2006. De aanwendbare vrije reserve van grondexploitaties moet dan opnieuw worden bezien op de mogelijkheden tot uitname. De periodes van Woldmeenthe en Groot Verlaat zijn dan beëindigd. Ook jaarlijkse monitoring van de reserve grondexploitaties blijft geboden om dan financieel gezonde conclusies over een mogelijke nieuwe voeding te kunnen trekken. 4.3.
Totaalbeeld 2002-2006
Mocht deze opstelling de bestuurlijke lijn worden, dan ontstaat het volgende beeld over de totale bestedingen in de beoogde periode: A. Gebiedsontwikkelingen • •
Resevering gele vlekken
€ 1.035.000,-
Hylkemaweg
€ 761.220,-
Subtotaal A
€ 1.796.220,-
B. Centrumontwikkelingen •
Vollenhove
€ 400.000,-
•
Steenwijk – Poorten
€ 151.000,-
•
Woldpoort
€ 1.080.000,-
•
Stationsomgeving
€ 1.000.000,-
•
Centrum Oldemarkt Subtotaal B
p.m. € 2.631.000,-
C. Restant Reserve
€
43.325,-
Totaal A + B + C
€ 4.470.545,-
7