Schoolleidersregister VO
Inventarisatie Kern van het Vak Naar een kennisbasis voor schoolleiders in het voortgezet onderwijs
1 november 2015 1
2
Inhoud 1.
Kennisbasis en professionalisering ..............................................................4
1.1
Wat is professionalisering? ................................................................4
1.2
Rol van de kennisbasis bij professionalisering ...................................5
1.3 Concreet: Waarvoor kan het Schoolleidersregister VO een kennisbasis gebruiken? 5 2.
Aanloop naar kennisbasis ...........................................................................7
2.1
Stappen om tot een kennisbasis te komen .........................................7
2.2
Werkproces theorieroute ....................................................................7
2.3
Werkproces praktijkroute ..................................................................8
3.
Bevindingen ................................................................................................9
3.1
Clustering codes .........................................................................................9
3.2
Ordening ..................................................................................................10
Bijlage Eerste uitwerking thema’s .........................................................................12 Thema 1
Inrichting van het onderwijs ............................................................12
Thema 2
Didactiek .........................................................................................14
Thema 3
Diversiteit/omgaan met verschillen .................................................15
Thema 4
Kwaliteit ..........................................................................................16
Thema 5
Professionalisering ..........................................................................17
Thema 6
Visie en persoonlijk leiderschap ......................................................19
Thema 7
Regie ...............................................................................................20
Thema 8
Change ............................................................................................21
Thema 9
Omgeving .......................................................................................22
Thema 10 Toekomstgericht onderwijs .............................................................23
3
1.
Kennisbasis en professionalisering
1.1
Wat is professionalisering?
Goed onderwijs begint met goed personeel. Voor professionalisering is daarom veel aandacht. Het voornaamste doel van het Schoolleidersregister VO is om de professionalisering van schoolleiders aan te jagen en te ondersteunen. Hoe kan het Schoolleidersregister VO dat doen? Laten we eerst eens kijken naar wat professionalisering is. In de literatuur ontbreekt een eenduidige definitie, maar wat telkens terugkomt is het voortdurend en gericht werken aan kwaliteitsverbetering. Je zou professionalisering kunnen definiëren als een voortdurend proces, gericht op het systematisch uitdiepen van de werkzaamheden van schoolleiders om zo de kwaliteit ervan te verbeteren en het beroep te versterken. Als je kijkt naar professionalisering in andere vakgebieden, zijn er vaak drie elementen: 1) Afbakenen van het deskundigheidsdomein 2) Gericht kennis ontwikkelen, samenbrengen en verspreiden over die deskundigheid 3) Versterken professionele autonomie en beroepsvorming Element 1: Deskundigheidsdomein afbakenen Om te kunnen professionaliseren moet je eerst weten welke activiteiten behoren tot het vak. Anders blijft immers onduidelijk waarop die professionalisering betrekking heeft. Professionalisering van wat? Je moet dus weten wat de schoolleider moet kunnen, binnen welke grenzen, met welke middelen en met welk doel voor ogen. Door een deskundigheidsdomein af te bakenen maken zeggen schoolleiders: in deze taken zijn wij goed en wij willen daar ook verantwoordelijkheid voor nemen. De breedte van die claim markeert (voor zover die ook erkend wordt door andere stakeholders) de grenzen van het beroep. Element 2: Kennis ontwikkelen, samenbrengen en verspreiden Nu we de grenzen van het vak kennen, hoe kan de schoolleider daarbinnen werken aan kwaliteitsverbetering? Door alleen en/of in georganiseerd verband kennis te verzamelen. Dat kan door te leren van eigen ervaringen, maar ook door elders ontwikkelde kennis te verzamelen. Ontwikkeling en overdracht van kennis en toepassing op de eigen werkpraktijk vormen de kern van professionalisering. Het geheel van kennis over het deskundigheidsdomein heet een kennisbasis. Meer volledig: een kennisbasis is een breed gedragen, samenhangend fundament van toepasbare, overdraagbare kennis over ‘wat werkt’ in een bepaald vakgebied.
4
Element 3: Borgen professionele autonomie en beroepsvorming Bruikbare en actuele kennis over het vak is mooi, maar daarmee is het vakmanschap niet compleet. Om die kennis goed te kunnen toepassen is ook een zekere professionele vrijheid nodig. Door zich de kennisbasis eigen te maken kan de schoolleider laten zien dat hij het vak beheerst en bij uitstek de expertise bezit om de verantwoordelijkheid te nemen voor taken die bij het deskundigheidsdomein horen. Beroepsvorming is één van de manieren om die professionele autonomie te borgen. Niet onbelangrijk: Bij die autonomie hoort ook dat niet de kennis uiteindelijk leidend is in beslissingen, maar de beredeneerde afweging van de schoolleider. Een kennisbasis is dus geen werkinstructie maar een gereedschapskist.
1.2
Rol van de kennisbasis bij professionalisering
Er zijn dus drie aspecten van professionalisering: Het vakgebied moet zijn afgebakend, binnen dat vakgebied moet kennisopbouw plaatsvinden en de schoolleider moet (binnen vastgestelde kaders) de erkenning, het vertrouwen en de professionele autonomie genieten om die kennis op de juiste wijze toe te passen. Kennis is bij al die drie elementen een essentiële bouwsteen. Rol van kennis bij afbakening deskundigheidsdomein Kennis en vaardigheden vormen de basis waarop de schoolleider zijn deskundigheid baseert. Een kennisbasis (vaak wordt ook de Engelse term body of knowledge gebruikt) grenst het deskundigheidsdomein als het ware automatisch af. Dat gebeurt uiteraard binnen de kaders van de wet, de cao en afspraken met het bestuur. Rol van kennis bij opbouw en overdracht van kennis Dit spreekt voor zich. De kennisbasis is het resultaat van kennisontwikkeling. Kennisvorming gebeurt niet alleen op universiteiten. Elke keer als een schoolleider iets nieuws probeert, kijkt hoe dat werkt en daaruit conclusies trekt is er sprake van een leerervaring. Rol van kennis bij borgen professionele autonomie De door de beroepsgroep op te stellen en te onderhouden kennisbasis is de grond waarop de zeggenschapsclaim (autonomie) stoelt. Om vertrouwen te verdienen moet de schoolleider – als individu maar ook als beroepsgroep! – expliciet laten zien wat hij doet, waarom hij dat doet en waarom die handelswijze de beste garantie biedt voor goed onderwijs (in brede zin).
1.3
Concreet: Waarvoor kan het Schoolleidersregister VO een
kennisbasis gebruiken? De kennisbasis laat dus zien wat de kern is van het vak en welke kennis daarover bestaat. Die is nadrukkelijk niet bedoeld om schoolleiders de maat te kunnen 5
nemen, maar om hen te ondersteunen in hun professionalisering. Hoe kan het Schoolleidersregister VO zo’n kennisbasis concreet gebruiken? Er zijn verschillende toepassingen: • Kennis over het vak en nieuwe ontwikkelingen daarin verspreiden, zodat schoolleiders en anderen daar hun voordeel mee kunnen doen. • Ervoor zorgen dat de kern van het vak terugkomt in opleidingen. • Basis voor een discussie met schoolleiders over de invulling van het register. • Op termijn: basis voor onderhoud van de beroepsstandaard. • Kennislacunes aanwijzen.1
Idealiter is over alle terreinen die schoolleiders bij hun vak vinden horen ook de kennis aanwezig aan de hand waarvan zij zich op dat terrein (verder) kunnen bekwamen. 1
6
2.
Aanloop naar kennisbasis
2.1 Stappen om tot een kennisbasis te komen Als eerste stap op weg naar een kennisbasis is de afgelopen maanden geïnventariseerd welke inhoudelijke thema’s samen de kern van het schoolleidervak vormen. Daarvoor zijn twee routes bewandeld: 1) Theorieroute: Door te inventariseren welke (onderbouwde) kennis er op dit moment is over schoolleiders in het voortgezet onderwijs. 2) Praktijkroute: Door dat rechtstreeks te vragen aan schoolleiders en andere partijen. Zij hebben immers het beste zicht op de uitdagingen waar schoolleiders in hun werk mee te maken hebben. Voor de praktijkroute heeft op 1 oktober 2015 een conferentie plaatsgevonden met schoolleiders, met als doel de belangrijkste uitdagingen van het vak te verzamelen en ordenen. Voor de theorieroute is bestudeerd wat er de afgelopen vijf jaar in wetenschappelijke literatuur, tijdschriften, nieuwsberichten, rapporten en op sociale media is gepubliceerd over schoolleiders in het voortgezet onderwijs. Ook dat geeft geleid tot een inventarisatie van onderwerpen en een clustering. De beide clusteringen zijn tot op grote hoogte vergelijkbaar gebleken. Waar discussie ontstond is de stem van de schoolleiders leidend geweest. Zij zijn de meest directe bron en bovendien is de kennisbasis van de schoolleiders zelf: een kennisbasis is (per definitie!) alleen effectief als die breed wordt gedragen.
2.2 Werkproces theorieroute Voor de theorieroute is bestudeerd wat er de afgelopen vijf jaar in is gepubliceerd over schoolleiders in het voortgezet onderwijs. De volgende bronnen zijn bestudeerd: • • • •
226 wetenschappelijke artikelen uit diverse catalogi van de Universiteit van Utrecht, die gaan over schoolleiders en/of het voortgezet onderwijs.2 200 artikelen3 die in de afgelopen vijf jaar zijn verschenen in landelijke en regionale kranten over schoolleiders in het VO. Websites van de sociale partners in het Voortgezet Onderwijs, OCW. Informatie over initiatieven die inzicht geven in de richting waarin het vak zich ontwikkelt, zoals VO2020, de Regiegroep Leermiddelenbeleid, Project
Onder meer Eric, Scopus en Psychinfo. Er is gezocht naar (variaties op de termen) ‘schoolleider’ en ‘voortgezet onderwijs’, en de Engelse vertalingen daarvan. 2
Gezocht in LexisNexis, waarin artikelen uit landelijke en regionale Nederlandse kranten zijn verzameld. Daarbij is eveneens gezocht naar (variaties op de termen) ‘schoolleider’ en ‘voortgezet onderwijs’. 3
7
Leerling2020, Doorbaakproject Onderwijs en ICT. De bronnen zijn tot nu toe niet inhoudelijk geanalyseerd. Om de kern van het vak in beeld te krijgen was vooral van belang te weten over welke onderwerpen de teksten gaan. Om dit te kunnen doen zijn de verzamelde documenten ingevoerd in het kwalitatieve dataverwerkingsprogramma MaxQDA. Aan afzonderlijke documenten zijn één of meerdere codes toegekend. Dat zijn trefwoorden (zoals bijvoorbeeld ‘lerende organisatie’, ‘zittenblijven’ of ‘passend onderwijs’) waarop de tekst betrekking heeft. Die codes zijn vervolgens gegroepeerd.
2.3 Werkproces praktijkroute Met de praktijkroute is bedoeld de bijeenkomst voor schoolleiders en andere betrokken partijen op 1 oktober. Die bijeenkomst is opgezet volgens drie stappen: 1) Individueel uitschrijven op ‘geeltjes’ van belangrijkste uitdagingen in het vak 2) In groepen uitwisselen en clusteren 3) Kennis nemen van bevindingen theorieroute en daarop in groepen reflecteren Enkele schoolleiders hebben buiten deze bijeenkomst om een beknopte enquête ingevuld over de kern van het vak.
8
3.
Bevindingen
3.1 Clustering codes De literatuur en de gesprekken met schoolleiders hebben een zeer omvangrijke lijst met onderwerpen opgeleverd, die in samenspraak met schoolleiders zijn geclusterd – welke onderwerpen horen bij elkaar? De onderstaande figuur is een grafische weergave van die ordening. Figuur 3.1 Clustering kern van het vak
De figuur is zo opgezet dat de steekwoorden die het dichtst bij het centrum van de figuur staan, ook het dichtst bij de kern van het vak komen. De tien steekwoorden 9
rond het centrum zijn daarom op te vatten als (een eerste aanzet tot) tien inhoudelijke thema’s, die samen het vak (deskundigheidsdomein) omlijnen. Het gaat dan om: 1) Inhoud van het onderwijs 2) Didactiek 3) Diversiteit/omgaan met verschillen 4) Kwaliteit 5) Professionalisering 6) Visie en persoonlijk leiderschap 7) Regie 8) Change 9) Omgeving 10)Toekomstgericht onderwijs Daarmee is niet gezegd dat dit daadwerkelijk de kern is van het vakgebied: daarvoor is het van belang de mening van een grotere groep schoolleiders te vragen. Deze aftrap is vooral bedoeld als aanzet om te helpen bij een vruchtbare discussie hierover. De bijlage bevat een eerste uitwerking van deze thema’s aan de hand van twee vragen: • Wat verstaan we onder elk van deze thema’s? • Aan wat voor soort literatuurbevindingen moeten we bij deze thema’s denken?
3.2 Ordening De bovenstaande lijst bevat vooralsnog geen ordening, terwijl veel schoolleiders die wel heel duidelijk ervaren. Tijdens de conferentie op 1 oktober is daarover uitvoerig gesproken. Onder de aanwezigen bestond een hoge mate van overeenstemming over het belang van persoonlijk leiderschap. Dat thema werd als belangrijkste (of zelfs een overstijgend) thema benoemd, omdat het ook de invulling aan andere thema’s in hoge mate bepaalt. Daarbij horen ook steekwoorden als authenticiteit, het kunnen aangaan van een professionele dialoog, hitteschild zijn, boven de partijen staan, etc. Daaromheen zitten competenties en vaardigheden die rechtstreeks te maken hebben met het primaire proces (leren van leerlingen) en die ook terugkomen in de beroepsstandaard. Bij dat alles moet de schoolleider rekening houden met partijen in en rond de school en met de maatschappelijke context waarin de schoolleider zijn werk doet. De onderstaande ordening vat de discussie grafisch samen.
10
Figuur 3.2 Gelaagdheid in de kern van het vak
persoon beroepsstandaar d sociale omgeving context
11
Bijlage Eerste uitwerking thema’s Hieronder volgt een beknopte eerste uitwerking van de tien thema’s. Per thema is er een beschrijving en een aantal voorbeelden van bevindingen uit de literatuur. Die laatste zijn zeker niet bedoeld als een samenvatting, maar om een indruk te krijgen van welk type bevindingen hieronder zijn te scharen, zodat de lezer enig gevoel krijgt bij de inhoud.
Thema 1 Inrichting van het onderwijs Wat is het?
In bedrijfstermen geformuleerd is het primaire proces het leren van leerlingen. Al het handelen van schoolleiders is uiteindelijk daarop gericht. De schoolleider heeft daarmee geen directe bemoeienis, maar speelt desondanks een bepalende rol. Dat doet hij door de juiste condities te scheppen om het leerproces optimaal te laten verlopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de samenhang tussen de vakken en de keuzeruimte voor leerlingen, maar ook om het benoemen van vaardigheden van leraren. Een visie op het leren van leerlingen kan ook gevolgen hebben voor meer statische onderdelen als bijvoorbeeld ICT, de inrichting van de lokalen of zelfs de huisvesting van de school.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) • •
Verschillen tussen leerlingprestaties zijn mede terug te voeren op kwaliteitsverschillen tussen schoolleiders.4 5 Hoe meer tijd schoolleiders besteden aan taken gericht op het ‘primaire proces’, hoe hoger de leeropbrengsten uitvallen.6 Schoolleiders van scholen met hoge leeropbrengsten benadrukken het belang van leerlingprestaties (in brede zin), benoemen basisvaardigheden voor teamleden, stimuleren dat teamleden die vaardigheden verwerven en versterken, bemoeien zich met onderwijsmethoden en de coördinatie daarvan, evalueren onderwijs regelmatig en creëren een klimaat gericht op leren.
Voor samenvatting zie: Inspectie van het Onderwijs (2014) De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2013/2014. 4
OESO (2014): Equity, excellence and inclusiveness in Education. Policy lessons from around the world. 5
Krüger, M., B. Witziers (2003) Ontwikkelingen in het denken over leiderschap. In Creemers, Krüger, Van Vilsteren (red.) Handboek Schoolorganisatie en Onderwijsmanagement. Leiding geven in het bestel, school en klas. 6
12
•
Omdat de invloed van de schoolleider loopt via de inhoud van het onderwijs, wordt die inhoudelijke kant in literatuur steeds meer genoemd als kernonderdeel van het schoolleidersvak.7
Simons, R.J. (2014) Leiding geven aan leren. Leiding geven in het onderwijs als regisseur. Schoolmanagement Totaal p4-8. 7
13
Thema 2 Didactiek Wat is het?
Didactiek is de wetenschapsdiscipline die zich bezighoudt met de vraag hoe kennis, vaardigheden en attitudes door een leerkracht kunnen worden onderwezen aan leerlingen. Schoolleiders kunnen hun kennis over ‘wat werkt in de klas’ overdragen op leraren.
Wat wordt erover geschreven? (indruk)
In literatuur is redelijk veel geschreven over ‘wat werkt’ in de klas. Het is te kort door de bocht om te stellen om te stellen dat veel inzichten voor de hand liggen, omdat voor andere schijnbaar voor de hand liggende verbanden in de literatuur geen onderbouwing is te vinden. Hieronder een kleine greep van inzichten: • •
• • •
Betrokkenheid van de leraar hangt sterk samen met leerlingprestaties.8 Belangrijk in het gedrag van leraren bij leerlingprestaties zijn een positieve grondhouding, hoge verwachtingen en het expliciet belonen van goede resultaten.9 Monitoring, persoonlijke aandacht, goede begeleiding, structuur en een zorgstructuur hangen negatief samen met spijbelen en schooluitval. 10 Als groepjes gemengd worden samengesteld (sekse, achtergrond) leren leerlingen meer van elkaar dan in homogene groepen.11 Mannelijke docenten hebben geen toegevoegde waarde op de prestaties van jongens (althans, daar is in de literatuur geen onderbouwing voor).12
Roorda, D.L., H.M.Y. Koomen, J.L. Spilt, F.J. Oort (2014) De invloed van affectieve leraarleerlingrelaties op het schools leren van leerlingen: verschillen tussen basis en voortgezet onderwijs. 8
Voor overzicht literatuur zie Heemskerk, I., E. van Eck, E. Kuiper en M. Volman (2012) Succesvolle aanpakken voor jongens in het voortgezet onderwijs. 9
10
Voor overzicht literatuur zie Heemskerk et al, 2012.
11
Voor overzicht literatuur zie Heemskerk et al, 2012.
12
Voor overzicht literatuur zie Heemskerk et al, 2012.
14
Thema 3 Diversiteit/omgaan met verschillen Wat is het?
Niet iedere leerling is gelijk, niet iedere klas is gelijk en niet iedere leraar is gelijk. Zowel binnen de klas als tussen leren zijn er allerlei verschillen. Dat vraagt om maatwerk. In de klas zijn er grote verschillen in talenten, motivatie, niveau, tempo, leerstijl, maar ook in sociaal-culturele achtergrond en thuissituatie. Daarnaast verschillen de zorgbehoeften van leerlingen. Vergelijkbare verschillen zijn er uiteraard ook tussen leraren. Bij hen is ook de mate van ervaring een belangrijke factor.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) • •
13
De diversiteit in de achtergronden van leerlingen neemt toe.13 Als groepjes gemengd worden samengesteld (sekse, achtergrond) leren leerlingen meer van elkaar dan in homogene groepen. 14
Severiens, S. (2014) Professionele capaciteit in de superdiverse school.
Heemskerk, I., E. van Eck, E. Kuiper en M. Volman (2012) Succesvolle aanpakken voor jongens in het voortgezet onderwijs. 14
15
Thema 4 Kwaliteit Wat is het?
Er is steeds meer aandacht voor de resultaten van onderwijs, niet in de laatste plaats vanuit de Onderwijsinspectie. Omgekeerd is er ook een beweging – die past bij beroepsvorming – dat schoolleiders transparant willen zijn over de keuzes die zij maken en daarvoor verantwoordelijkheid willen nemen.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
•
•
15
De meeste schoolbesturen hebben een systeem voor kwaliteitszorg, ook het verzamelen en analyseren van gegevens komt steeds vaker voor. Tegelijk is er nog ruimte voor verbetering bij het gebruiken van de gegevens.15 Kwaliteitsmanagement is pas geslaagd als a) het op organisatieniveau bijdraagt aan realisatie van de strategie en b) iedereen er in zijn dagelijks bezigheden individueel baat bij heeft.16 Dat laatste is op dit moment vaak niet het geval.17 Succesvolle organisaties hebben gemeen dat ze erin slagen kleine stappen vooruit te zetten.18
Onderwijsinspectie (2013) Onderwijsverslag 2012/2013.
Van Beekveld en Terpstra (2014) Kwaliteitszorg heeft een geest. Acht principes van strategisch kwaliteitsmanagement. 16
17
Onderwijsinspectie (2013).
18
Haaijer, R. (2008) Pragmatisch veranderen, verbeteren in kleine stappen.
16
Thema 5 Professionalisering Wat is het?
Goede leerresultaten vragen niet alleen om lerende leerlingen, maar ook om lerende scholen. Het is aan de schoolleider om te stimuleren dat alle medewerkers werken aan hun professionalisering en dat hij daarin zelf het goede voorbeeld geeft. Onderdelen hiervan zijn het werken aan een professionele leergemeenschap in de school en daarnaast aan de eigen professionalisering en daarmee die van het vakgebied. Je zou professionalisering kunnen definiëren als een voortdurend proces, gericht op het systematisch uitdiepen van de werkzaamheden van schoolleiders om zo de kwaliteit ervan te verbeteren en het beroep te versterken (zie paragraaf 1.1). Het idee is dat alle professionals daardoor samen kennis ontwikkelen over welke aanpakken werken voor welke leerlingen.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
•
•
• •
Professionalisering van zowel de medewerkers als de school is een belangrijke opdracht van onderwijsprofessionals. De uitdaging van de schoolleider is het om het streven naar kwaliteitsontwikkeling te verankeren in de organisatie en de lerende houding in alle lagen van de organisatie te bevorderen.19 Het vertonen van op leren gericht leiderschap is (naast verantwoordelijkheid nemen van resultaten voor de school en het versterken van de autonomie van de school) een kerntaak van schoolleiders.20 Een belangrijke taak van schoolleiders is om te sturen op reflectie van medewerkers. Dat kan het beste terloops, aan de hand van situaties in de dagelijkse praktijk.21 Het is aan schoolleiders om de doelen van de organisatie en de professionele ontwikkeling van leraren zinvol met elkaar te verbinden.22 Professionele uitwisseling is alleen nuttig als dat niet gericht is op het ter
Verbiest, E. (2009) Leren leiden. Notities over professionalisering van schoolleiders in tijden van nieuwe professionaliteit. 19
Toledo-Figueroa, D. (2012) An OECD perspective on school leadership. Conference presentation, Dublin. 20
Runhaar, P., K. Sanders, P. Sleegers (2008) De school als ontwikkelplek voor leraren. Een literatuuronderzoek naar organisatiefactoren die implementatie van nieuwe onderwijsconcepten bevorderen. 21
Marsick, V.J., K. E. Watkins (2003) Demonstrating the value of an organizations learning culture: the dimensions of the learning organization questionnaire. Advances in developing human resources, 5 (2), 132-151. 22
17
discussie stellen van werkwijzen. Dialoog gericht op bevestiging is zinloos.23
Timperley, H., A. Wilson, H. Barrar, I. Fung (2007) Teacher professional learning and development. Best evidence synthesis. New Zealand, Ministry of Education. 23
18
Thema 6 Visie en persoonlijk leiderschap Wat is het?
Visie gaat over de vraag waar de schoolleider met zijn school naartoe wil en welke rol hij of zij daarbij voor zichzelf ziet. Daar hoort bij dat de schoolleider zichzelf goed kent en ook de vraag hoe de schoolleider dat toekomstbeeld wil bereiken.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
24
Leidinggevenden in het onderwijs zouden een visie moeten hebben op het onderwijs, de organisatie en de eigen rol daarin.24
Van den Dungen, A., Dirkx, C, Van Russum (2012) Als leidinggeven in het onderwijs je vak
is.
19
Thema 7 Regie Wat is het?
Een school is niet alleen een plek waar leerlingen leren, maar in zekere zin ook een bedrijf dat soepel moet draaien. Het vak brengt allerlei administratieve, financiële en huishoudelijk taken met zich mee. Die moeten gebeuren, en liefst op een manier die het leren van leerlingen versterkt. Onderdelen hiervan zijn onder meer de structuur en cultuur van de organisatie, HR-beleid, financiën en huisvesting.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) • •
Het afstemmen van taken, activiteiten, middelen, processen en structuren (integraal leiderschap) kan bijdragen aan goed onderwijs.25 Veel schoolbegrotingen zijn historisch bepaald. Om gericht financieel te kunnen sturen, is het nodig kengetallen te koppelen aan inhoudelijke doelen, en dit in meerjarenperspectief te plaatsen.26
25
Verbiest, E. (2000) De schoolleider als leraar. De kern van onderwijskundig leiderschap.
26
VO-raad (2011) Toekomstgericht financieel sturen, hoe doe je dat?
20
Thema 8 Change Wat is het?
Het speelveld rond de school (zowel regionaal als landelijk) verandert voortdurend. Dat heeft consequenties voor de school. Veel voorkomende grote veranderingen zijn oprichting, opheffing, fusering of verhuizing van een school. Maar ook onderwijsinnovaties, die leiden tot grondige herziening van de wijze waarop het onderwijs wordt gegeven, is te scharen onder dit thema.
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
27
Controle, normen en verantwoording als drijvende kracht achter organisatieveranderingen zijn zwakke strategieën, die juist kunnen leiden tot deprofessionalisering omdat ze minder ruimte bieden om zelf na te denken.27
Mantingh, A. (2010) Integraal management: vertrouwen in onderwijskwaliteit.
21
Thema 9 Omgeving Wat is het?
De school bevindt zich niet in een vacuüm en kinderen leren niet alleen in de klas. Het is daarom van belang verbindingen te leggen met ouders en de buurt. Voor het gemak rekenen we hier ook het bestuur even tot de omgeving van de schoolleider. Daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen, zoals het passend onderwijs, die hechtere samenwerking met andere partijen nodig maken. Schoolleiders hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om die verbindingen te leggen en om te anticiperen op belangrijke ontwikkelingen in die omgeving (zoals de aanstaande daling van leerlingaantallen).
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
•
• •
Succesvolle onderwijsorganisaties lijken er beter in te slagen de visies en verwachtingen en doelen van de betrokken partijen op elkaar af te stemmen.28 29 In dertig jaar onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen komt de relatie met ouders en de gemeenschap steevast naar voren als factor van belang.30 Bij onderwijsorganisaties groeit het besef dat samenwerking met verschillende partners in de regio onontbeerlijk is.31 De school is steeds meer een maatschappelijke onderneming. Die is erop gericht samen met andere partners maatschappelijke taken te vervullen en zich daarbij laat leiden door transparantie en integriteit.32
Hofman, W.H.A., B. Steijn, R. Hofman (2013) Educational governance, strategie, ontwikkeling en effecten. Integratierapport. NWO. 28
29
Boxall, P., J. Purcell (2008) Strategy and human resource management. New York.
30
Marzano, R.J. (2000) A new era of school reform. Going where the research takes us.
Smeets, E. (2007) Samenwerking tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs, regionale expertisecentra en jeugdzorg. Onderzoek naar innovatie in vijf regio’s. 31
Minderman, G. D. (2008) Legitimatie en verankering – uitdagingen voor de maatschappelijke ondernemer. 32
22
Thema 10 Toekomstgericht onderwijs Wat is het?
De school heeft als taak om leerlingen voor te bereiden op banen die op dit moment misschien nog niet bestaan. Welke vaardigheden hebben zij in de toekomst nodig? En welke waarden willen wij de burgers van morgen meegeven? De zogenoemde 21st century skills staan op dit moment erg in de belangstelling. Dit thema gaat overigens niet alleen over vergezichten, maar ook over de vraag hoe de huidige (onder meer technologische) innovaties zijn te benutten om leerlingen beter toe te rusten op de banen van morgen?
Wat wordt erover geschreven? (indruk) •
Docenten die meer gebruik maken van zelfsturing door leerlingen, maken ook vaker gebruik van sociale media. Een bewijs voor wenselijke educatieve effecten van sociale media in de klas is er evenwel (nog?) niet.33
Matzat, U., C.C.P. Snijders (2014) De impact van sociale media integratie in het voortgezet onderwijs: van one size fits all naar studentgerichte integratie. TUe. 33
23