Memo aan onderwerp
van dienst afdeling
De Gemeenteraad Stand van Zaken 3 decentralisaties Marion Suijker blv Maatschappelijk Beleid
telefoon datum
26 maart 2012
Memo Geachte leden van de raad, Op 1 februari 2012 heb ik u tijdens een raadsbijeenkomst geïnformeerd over de gevolgen van de decentralisaties begeleiding AWBZ, Jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen (WWNV). Via deze memo informeer ik u over de voortgang. De gemeenten in Midden-Holland hebben elkaar eind 2011 opgezocht om in ieder geval samen een start te maken hoe deze decentralisaties het beste opgepakt kunnen worden. Niet alleen krijgen we als gemeente te maken met nieuwe aanbieders en doelgroepen, is er samenhang, verbinding en overlap tussen de decentralisaties maar ook het delen van kennis, ervaring, expertise en eventueel later gezamenlijk aanbesteden van zorg, maken het noodzakelijk om als gemeente samen te werken en om de decentralisaties in samenhang te bezien.. Hoewel de fasering van de decentralisaties verschillend is (WWNV ingangsdatum 2013, nieuwe klanten AWBZ per 2013 naar gemeenten en in 2014 alle AWBZ klanten, Jeugdzorg uiterlijk per 2016) is het vanuit een integrale benadering van belang met alle drie de decentralisaties te beginnen. Wat ging hieraan vooraf? In oktober 2011 heeft het Portefeuillehoudersoverleg Zorg en Samenleving (Z&S) en Werk en Inkomen (W&I) –los van het ISMH- in een gezamenlijke bijeenkomst overlegd over de decentralisaties begeleiding AWBZ, Jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen (WWVN). De portefeuillehouders hebben opdracht gegeven om, conform het voorstel van de afdelingshoofden Midden Holland, akkoord te gaan met de voorgestelde proces- en projectaanpak en met de start van fase 1. Fasen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4
Uitwerking Inventarisatie, analyse en visie Visie en keuzen Concept verordeningen en bestek Implementatie
Deze eerste fase is uitgewerkt in drie werkgroepen. Voor de decentralisatie AWBZ en voor de Jeugdzorg zijn voor de eerste fase aparte regionale projectgroepen gevormd waarin alle gemeenten van Midden-Holland hebben geparticipeerd. De WWNV wordt binnen Midden-Holland in drie clusters uitgevoerd: -Zuidplas in combinatie met Capelle en Krimpen a/d IJssel, -Bodegraven-Reeuwijk met Woerden en tot slot een cluster Waddinxveen, Gouda en de K5. Wat weten we nu? Op 15 februari 2012 is aan het Portefeuillehoudersoverleg Z&S en W&I de resultaten van de eerste fase voorgelegd (inventarisatie, analyse en visie).
raadsmemo drie decentralisaties maart 2012
De eerste decentralisatie die naar gemeenten komt is die van de WWNV (per 1-1-2013). Met de nieuwe doelgroepen (WSW en Wajong) en nieuwe instrumenten als loondispensatie en tegenprestatie blijft ‘werk boven inkomen’ het belangrijkste thema van de WWNV. En hoewel we er nieuwe doelgroepen bij krijgen (de verwachting is dat er ten opzichte van de huidige WWB populatie er jaarlijks ca 8% voormalige WSW-ers en ca 5% voormalige Wajong-ers extra zullen instromen), neemt het re-integratiebudget af met 2/3 ten opzichte van 2009. Voor beide nieuwe doelgroepen geldt dat psychische klachten domineren. De financiële consequenties zijn per gemeente in beeld. De functies begeleiding en kortdurend verblijf vervallen in de AWBZ en worden een verantwoordelijkheid voor gemeenten in het kader van de WMO (er komt een resultaatgebied bij). Voor de gemeenten in de regio Midden-Holland gaat het op dit moment om zo’n 3700 cliënten die onder deze functies vallen. l . Er is een groot aantal aanbieders actief op dit terrein. Zij bieden zorg in natura (ZIN). De grotere aanbieders zijn Kwintes en Reakt (gericht op mensen met een psychische beperking), Gemiva en ASVZ (gericht op mensen met een verstandelijke beperking) , Vierstroom en Zorgpartners (gericht op ouderen met een somatische of psychogeriatrische beperking). Een derde van de mensen koopt op dit moment zelf zorgt in via een PGB. De gemeenten krijgen op 1-1-2013 een compensatieplicht voor de nieuwe klanten en herindicaties, per 1-12014 voor de gehele doelgroep. Er is nog niet bekend hoeveel budget gemeenten krijgen voor deze nieuwe taken. Naar verwachting zal hierover meer duidelijkheid ontstaan bij de mei-circulaire van 2012. Gemeenten worden voor een heel groot deel verantwoordelijk voor de Jeugdzorg. Vanuit de provincie, het rijk maar ook vanuit de AWBZ worden taken aan de gemeenten in het kader van de jeugdzorg over gedragen. Maar er is op dit moment nog veel onzekerheid over de besluitvorming; eerste landelijke besluiten worden pas in 2013 verwacht. De beoogde inwerkingtreding van de wet is 2015. De financiële consequenties van deze decentralisatie zijn nog niet goed te duiden omdat de eerste landelijke besluitvorming hierover pas in 2013 verwacht wordt. Naast de verkenning van de drie decentralisaties afzonderlijk is gekeken naar wat mogelijke bouwstenen kunnen zijn voor een visie op de drie als geheel. Dit zijn inhoudelijke bouwstenen (o.a. eigen kracht burgers, één huishouden, één plan, één casemanager, vraaggericht) en de organisatorische (o.a. samenwerken in de regio, samen ontwikkelen van pilots). Deze visie zal de komende periode in fase 2 verder worden uitgewerkt en aan de individuele gemeenten worden voorgelegd ter besluitvorming. De Regionale Stuurgroep Decentralisaties Qua bestuurlijke borging op regio nivo heeft het portefeuillehoudersoverleg tot resultaat gehad dat er een Regionale Stuurgroep Decentralisaties is gevormd (met bestuurders uit Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Gouda, Zuidplas en Vlist namens de K5). Deze stuurgroep fungeert als regionale opdrachtgever en ziet toe op de voortgang en resultaten. De Regionale Stuurgroep Decentralisaties adviseert de gemeenten in Midden –Holland. Besluitvorming vindt per gemeente plaats. De “hoofden beleid” hebben een adviesfunctie voor de regionale stuurgroep maar ook een schakelfunctie mbt resultaten tussen de stuurgroep en de eigen gemeente. Ook qua inhoud heeft dit overleg een aantal zaken opgeleverd. Voor de decentralisaties begeleiding AWBZ is een knelpunt gesignaleerd. Het product “begeleiding” zoals we dat nu kennen onder de AWBZ komt niet één op één over naar de Wmo. Dit betekent dat de gemeenten de keuze moeten gaan maken op welke wijze de begeleiding vorm gaat krijgen. De keuze betreft niet alleen het product maar ook het proces rondom de toegang, indicatie, levering etc. van het product. Om dit te ontwikkelen is er tijd nodig. Bovendien is er op dit moment nog onzekerheid over het beschikbaar budget, de begrenzing van de over te hevelen functies en het wettelijk kader. Vanwege de tijd die nodig is om de begeleiding goed in te voeren, is voorgesteld niet te kiezen voor vernieuwingen van het gehele systeem per 1-1-2013 voor de nieuwe klanten maar te kiezen voor een ontwikkelingsvariant in combinatie met de ontwikkeling van pilots. Hierover wordt de raad verderop in deze memo geïnformeerd. De portefeuillehouders onderkennen dat er een aanzienlijke mate van onzekerheid is met betrekking tot de financiën en de risico’s. Ze verzoeken de programmamanager uitdrukkelijk hier in de verdere fasen ruime aandacht aan te geven.
pagina 2
De portefeuillehouders stellen qua proces voor de regionale samenwerking op het gebied van inventarisatie en uitwerking van mogelijke keuzen voort te zetten en te structureren voor de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg. De WWNV wordt verder uitgewerkt binnen de drie bestaande clusters, maar er wordt wel gezocht naar een manier om die met elkaar te verbinden. De zoektocht naar mogelijke overlap, synergie en efficiëntie winst, de ontwikkeling van Pilots, zowel voor cliënt als gemeente wordt gezamenlijk opgepakt. De programmamanager heeft de opdracht gekregen om dit te concretiseren in een Plan Van Aanpak Fase 2 en dit op 1 maart 2012 op te leveren. In het Plan Van Aanpak Fase 2 wordt eveneens aandacht besteed aan het in kaart krijgen van de financiële consequenties en aan in- en externe communicatie. Regionaal Plan van Aanpak Fase 2 Op 12 maart 2012 is de Regionale Stuurgroep Decentralisaties voor het eerst bijeen gekomen om de colleges van Midden-Holland te adviseren over het Plan Van Aanpak Fase 2. Om binnen de doelstelling (komt tot een efficiënte en effectieve voorbereiding op de implementatie van de drie decentralisaties (afgekort: 3D) binnen de gemeenten van de regio Midden-Holland) worden de volgende deelopdrachten in fase 2 verder uit gewerkt: a. Voor de decentralisaties als geheel: Ontwikkel een gezamenlijke, overkoepelende ‘common-sense’ visie op de drie decentralisaties. b. Op het terrein van de AWBZ: Ontwikkel voorstelen en keuzedocument voor de korte termijn: invoering in 2013. Ontwikkel voorstellen en keuzedocumenten voor de lange termijn: vanaf 2014. c. Breng de overlap tussen AWBZ en WWNV zowel in aantallen als in activiteiten in kaart. d. Op het terrein van Jeugdzorg: inventariseer het huidige gebruik en de huidige werkwijze, analyseer de verzamelde gegevens en adviseer op basis van actuele kennis op belangrijke deelonderwerpen. e. Breng de overlap zowel in aantallen als in activiteiten in kaart tussen de decentralisatie Jeugdzorg en de andere decentralisaties. f. Zoek verbinding tussen de drie uitvoeringsclusters op het gebied van de WWNV in de regio MiddenHolland. g. Breng in kaart wat de gevolgen van de decentralisaties kunnen zijn voor betrokken gemeenten op het gebied van financieel beleid en risicomanagement. h. Ontwikkel een keuzemodel voor de gemeenten, waarmee op basis van argumenten een systeem van toegang tot ondersteuning gekozen kan worden. i. Onderzoek de verschillende mogelijkheden van financiering en breng hierbij de voor- en nadelen in kaart. Kom tot een advies, waarbij lokale gemeenten een keuze kunnen maken voor een of meerdere vormen van financieren. j. Onderzoek synergievoordelen en mogelijke efficiencywinst ten aanzien van de samenhang van de drie decentralisaties. Ontwikkel een werkwijze (proces) om pilots en vernieuwingen te sturen en borgen in de regio. Naast onder andere een afbakening wat lokaal en wat regionaal op te pakken en hoe, door middel van programmamanagement, op samenhang gestuurd gaat worden, wordt het programma door middel van opdrachten uitgewerkt in een aantal projectgroepen. Voor een aantal ‘overlappende’ delen zijn er bij de verschillende projectgroepen deelopdrachten toegevoegd. De projectgroepen zullen daarbij kennis en expertise van elders kunnen betrekken (dit wordt in de opdrachten nader uitgewerkt). De diverse opdrachten zijn opgenomen in een planning op hoofdlijnen. De opdrachten worden inmiddels verder uitgewerkt. Met betrekking tot de WWNV is eerder aangegeven dat deze binnen drie afzonderlijke clusters wordt voorbereid. De opdracht tot verbinding van die clusters is in de opdrachtverstrekking meegenomen, de uitwerking van de WWNV zelf niet (hiervoor zijn reeds aparte afspraken gemaakt). Voor alle werkgroepen geldt dat zij een eerste indicatie moeten geven van de gevolgen voor de PIJCOFAH aspecten van de bedrijfsvoering in hun eindrapportage. Tevens geldt voor de werkgroep AWBZ en Jeugdzorg dat ze de raakvlakken met andere beleidsterreinen aangeven. Verder wordt voor 2012 een overzicht gepresenteerd van de producten die opgeleverd gaan worden en de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden. De totale kosten van Fase 2 worden verdeeld naar rato van het invoeringsbudget voor AWBZ en Jeugdzorg; voor Gouda betekent dit een bijdrage van € 72.500 aan de
pagina 3
uitvoering van het regionale Plan Van Aanpak Fase 2. Deze bijdrage past binnen de hiervoor gereserveerde middelen. Voor meer informatie over de wijze waarop het vervolgproces vormgegeven is, verwijzen wij u naar het plan van aanpak dat op 28 maart 2012 door het college vastgesteld is. Dit plan van aanpak is op te vragen via de griffie. Communicatie Vanuit het programma worden bouwstenen aangeleverd aan de deelnemende gemeenten om hun eigen communicatie vorm te geven. Voorbeelden van deze bouwstenen zijn: Presentaties die gebruikt kunnen worden voor voorlichting aan diverse groepen Memo’s of nieuwsbrieven die geschikt zijn om college en raad te informeren Tekst en afbeeldingen die op de website van de betrokken gemeente geplaatst kunnen worden Enzovoorts. Uitgangspunt blijft, dat de gemeente zelf de communicatie met betrokken partijen verzorgt. Dit zal alleen bij uitzondering (bijvoorbeeld als alle aanbieders aanschreven moeten worden) vanuit het programma georganiseerd worden. Gezien het korte tijdspad voor het schrijven van dit plan is dit onderwerp nog niet uitgekristalliseerd. Verdere voorstellen zullen enerzijds aan de Regionale Stuurgroep Decentralisaties voorgelegd worden, anderzijds zal een eigen Gouds communicatie traject opgezet worden. Lokaal Plan van Aanpak Met een duidelijk overzicht wat er regionaal in fase 2 opgepakt zal gaan worden, was het ook mogelijk om een lokale invulling te geven van de uitwerking in 2012 (zie bijlage). Met een eigen doelstelling en opdracht wordt de relatie regionaal –lokaal verder aangeduid en worden de specifieke lokale aandachtspunten als communicatie en financiën (zie financiële consequenties) belicht. Het regionale en lokale Plan van Aanpak is op 16-3-2012 in de Goudse stuurgroep besproken en zijn op 26 maart 2012 in het college vastgesteld. Decentralisatie AWBZ begeleiding Het wetgevingstraject rond de overheveling van de AWBZ- begeleiding naar de Wmo is op dit moment nog niet afgerond. Feitelijk heeft de VNG bij het bestuursakkoord de voorwaarde gesteld dat wetgeving uiterlijk een jaar voor invoering gereed moest zijn. Dit is dus niet het geval. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat invoering in 2013 voor nieuwe klanten en mensen waarvan de indicatie gedurende het jaar 2013 verloopt, doorgaat. Verwacht wordt dat In de meicirculaire meer duidelijkheid komt over de beschikbare middelen. Vanaf 2014 vervalt dan de functie begeleiding binnen de AWBZ en wordt de Wmo uitgebreid. Beleidsarme 2013 Gezien de korte termijn waarop de invoering voor 2013 geregeld moet worden is voorgesteld om voor 2013 te kiezen voor een beleidsarme invoering. Op dit moment wordt op regionaal niveau een aanpak voorbereid. De richting voor de beleidsarme invoering is: Niemand tussen wal en schip; Afspraken maken binnen de beschikbare financiële kaders; Zoveel mogelijk aansluiten bij de huidige uitvoeringspraktijk; Tijdig duidelijkheid voor de klanten en de huidige aanbieders. Bij onze oriëntatie op de nieuwe groep schatten wij in dat het in Gouda om zo’n 250 tot 500 mensen gaat. Overigens vinden op dit moment ook gesprekken plaats met individuele cliënten, die zich zorgen maken over de toekomst. Deze gesprekken hebben enerzijds tot doel cliënten te informeren, maar anderzijds verwachten wij ook dat huidige gebruikers ons kunnen informeren en bij kunnen dragen aan de juiste formulering van beleidskeuzes en oplossingen in de praktijk. We verwachten dat t in juni een besluit genomen kan worden over de kaders voor beleidsarme invoering in 2013. In de tweede helft van het jaar kunnen we op basis van dit besluit de invoering voorbereiden. De cliënten worden voor de zomer geïnformeerd over dit besluit.
pagina 4
Het financieel beslag van de uitvoering in 2013 zal verwerkt worden bij de gemeentebegroting 2013, waarover uw raad dit najaar besluit. Om tot een juridisch kader te komen voor de uitvoering zal op basis van de nieuwe wetgeving de Wmoverordening worden aangepast. Deze verordening wordt ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Het streven is de voorstellen daartoe uiterlijk in december van dit jaar aan de raad voor te leggen. Uiteraard zijn we hierbij afhankelijk van de voortgang in het wetgevingstraject. 2014 e.v. In samenwerking met de regio werken we momenteel aan de totstandkoming van een visie- en beleidskeuzedocument voor de beleidsrijke invoering vanaf 2014. Hierin zullen keuzes geformuleerd worden over de samenhang met de andere decentralisaties en uitvoeringzaken als hoe om te gaan met indicatiestelling; eigen bijdrage-heffing en PGB. De planning is dat dit document eind mei gereed is. Wij streven naar lokale besluitvorming in ons college nog voor de zomervakantie. Vervolgens zal een adviesaanvraag uitgaan naar de Wmo-raad. Besluitvorming in uw raad zal dan in september/oktober plaatshebben. Ook hier geldt dat wij mede afhankelijk zijn van de voortgang van het regionaal traject. Jeugdzorg Het jaar 2012 staat in het teken van verdere inventarisatie, visievorming en voorbereiden van de nieuwe wet voor de zorg voor jeugd. Regionaal werken we naast deze verdere inventarisatie aan een visie op opvoeden opgroeiondersteuning en een visie op de toegang voor de zorg voor jeugd ( in afstemming met de andere 2 decentralisaties). Daarnaast starten we met een aantal pilots in de regio (ook in Gouda). Voor wat betreft de stelselverandering: in april dit jaar verwachten we van het Rijk een beleidsbrief met uitgangspunten van de nieuwe wet. In mei/juni zal het debat hierover plaats gaan vinden en dan zal het wetsvoorstel na de zomer naar de Raad van State gaan, zodat eind van dit jaar een volledig wetsvoorstel naar de Kamers kan gaan. Begin 2013 zijn volgens de huidige planning de landelijke kaders dus helder, waardoor we met de ontwikkelde visie en input van de uitkomsten van de pilots het stelsel daadwerkelijk verder vorm kunnen gaan geven. De WWNV De WWNV wordt binnen de regio in drie clusters uitgevoerd. Het cluster Waddinxveen, Gouda en de K5 is op dit moment ook bezig fase 2 verder uit te werken. Het cluster heeft een eigen stuurgroep met bestuurders uit Waddinxveen, Gouda en de K5. De opdracht om tussen de clusters tot een verbinding te komen is in fase 2 meegenomen. Deze verbinding tussen de clusters is met name van belang voor de werkgeversbenadering en de “ontzorging” van de werkgevers binnen de regio. Besluitvorming regionaal en lokaal tot nu toe: Regionaal 03-11-11 portefeuillehoudersoverleg: besluitvorming samenwerking regionaal voorbereiden 15-02-12 portefeuillehoudersoverleg: voorstel aan colleges in te stemmen met de voortzetting van de regionale samenwerking in de volgende fase 12-03-12 Regionale Stuurgroep Decentralisaties stelt colleges voor Plan van Aanpak Fase 2 vast te stellen
Lokaal 06-12-11 Bestuursopdracht aanpak decentralisaties Sociale Zaken, AWBZ en Jeugdzorg vastgesteld 24-01-12 Bestuursopdracht uitwerking WWNV vastgesteld. 01-02-12 Raad: informatieavond decentralisaties 26-03-12 Herstructureringsaanvraag Promen in college 26-03-12 Nota voortgang en ontwikkelingen decentralisaties incl vaststelling regionale en lokale plan van aanpak fase 2
Voor het vervolg wordt aangesloten bij de planning zoals die op 1 februari aan de Raad is gepresenteerd. Dit betekent dat u in juni een besluit kunt nemen over de implementatie van de Wet Werken naar Vermogen. Eveneens in juni neemt het college een besluit over de kaders voor beleidsarme invoering van de AWBZ in 2013. Uw raad wordt over dit besluit uiteraard geïnformeerd. In de tweede helft van het jaar kan op basis
pagina 5
van deze besluiten de invoering voorbereid worden. Besluitvorming over visie en beleidskeuzes voor de beleidsrijke invoering in 2014 verwachten wij in september/oktober aan u voor te kunnen leggen. Ik hoop u hiermee voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd. M.J. Suijker
pagina 6