INTEGRAAL MEDISCH CENTRUM
Voorwoord Bij welke kinderen kan de Osteopathie helpen en bij welke aandoeningen heeft zij goede resultaten? Een studie in Amerika laat zien dat 80% van de kinderen niet echt ziek zijn, maar kleine kwalen vertoont, zoals huilbaby’s, het eten uitbraken, slecht inslapen, telkens verkouden, achterstand bij ………. De oorzaak van deze stoornissen kan zeer verschillend zijn. Hoe klein dan ook, ieder kind is een individu, die andere achtergronden heeft en zich anders uit. In veel gevallen kan een bewegingsbeperking de oorzaak van de stoornis zijn. De osteopaat kan deze bewegingsbeperkingen los maken. Daarvoor maakt de osteopaat gebruik van zijn uitvoerige anatomische en fysiologische kennis en past doelbewuste osteopathische technieken toe. Het resultaat is vaak verbluffend en de stoornissen kunnen van het ene moment op het andere verdwijnen. Niet iedere stoornis moet behandeld worden. Soms ‘groeit’ het kind er gewoon overheen. De osteopaat weet wat hij wel en wat hij niet behandelen moet.
Informatie Boekje IMC Therapie
IBIT R.K. Muts D.O. / D.M.
Osteopathie bij kinderen Osteopathie bij kinderen 1
Terecht wilt u weten hoe de Osteopathie uw kind bij welke aandoening helpen kan. In deze brochure vindt u een beperkte lijst van aandoeningen en klachten in de kindertijd en wat de Osteopathie hierbij betekenen kan. In een andere brochure van het IMC staat de ‘normale’ ontwikkeling van het kind beschreven. Natuurlijk is deze lijst nooit compleet en zijn er vele vage of onverklaarbare klachten, maar ook daarbij kan juist de osteopathische geneeskunde helpen.
2 Osteopathie bij kinderen
1. Het hoofd De schedel lijkt één hard bot te zijn, hetgeen een medische behandeling in de weg zou staan. De Osteopathie daarentegen kent technieken die ‘door het harde kapsel heen’ behandelen. Bij problemen en klachten van het hoofd kan de Osteopathie de reguliere geneeskunde goed complementeren.
1.1. Verbening van de schedelnaden (fontanelsluiting) Tussen de verschillende schedelboten liggen de schedelnaden (suturen). Wanneer deze vroegtijdig aan elkaar groeien, spreekt men van verbening. Normaal gesproken blijft een sutuur aanwezig, met een zekere mobiliteit.
Reguliere geneeskunde: Vaak wordt en röntgenbeeld van de schedel gemaakt om de graad van verbening te meten. De ouders moeten regelmatig de schedelomvang meten. In uitzonderlijke gevallen worden de schedelnaden operatief los gemaakt. Osteopathie: In de osteopathische visie hebben de schedelnaden een scharnierfunctie: zij maken de beweging van de afzonderlijke schedelbotten onder elkaar mogelijk. Deze beweeglijkheid is voor een normale groei en een gezonde functie op volwassen leeftijd noodzakelijk. Met speciale technieken (osteopathie in het craniale bereik) probeert de osteopaat de spanningen in de schedel (en in het lichaam) op te lossen. Zo vergroot hij de beweeglijkheid van de schedelnaden en behoudt de schedel zijn normale groei.
Hoe te herkennen? De schedel groeit overdreven veel in één richting. In zeldzame gevallen leidt dit tot een gestegen hersendruk, braken en krampaanvallen.
De osteopaat palpeert de schedelnaden en onderzoekt de beweeglijkheid van alle verschillende botstukken ten opzichte van elkaar. Osteopathie bij kinderen 3
4 Osteopathie bij kinderen
1.2. Schedelvervorming
1.3. Scheelzien
Vervormingen van de schedel ontstaan meestal tijdens de zwangerschap of bij de geboorte (tangverlossing, vacuümpomp, etc.). Maar ook daarna kunnen vervormingen optreden, bijvoorbeeld door een slaaphouding, scheefhals of val.
Ongeveer 3 – 4 % van de kinderen ziet scheel. De oorzaak is meestal ongelijke oogspieren, die tot een verschillende lichtbreking in beide ogen leidt. Ook verziendheid, een oogspierverlamming, storing in het centrale zenuwstelsel of een tumor kan scheelzien veroorzaken. Door de verschillende lichtbrekingen ontstaan dubbelbeelden. Het kind vermijdt dit, door één oog op het object te fixeren en het zien van het andere oog te onderdrukken. Ruimtelijk zien is daardoor onmogelijk. Wanneer het scheelzien onbehandeld blijft, verliest het onderdrukte oog in de loop van de tijd zijn zichtvermogen.
Hoe te herkennen? De schedel vertoont een asymmetrische vorm. Eén zijde is hoger of staat verder naar voren als de ander. Eén oog / oor kan hoger staan dan de andere en ook kan de neus scheef staan. Reguliere Geneeskunde: In de meeste gevallen verdwijnt de deformiteit in de loop van de groei. Voor de arts bestaat er geen wezenlijke stoornis. Wel wordt in het algemeen de ‘normale’ groei van de schedel gecontroleerd. Osteopathie: In de osteopathische visie kunnen schedelvervormingen de beweeglijkheid van de schedel verminderen. Omgekeerd kan een verminderde beweeglijkheid een deformiteit veroorzaken. Daardoor kan een hele rij van symptomen ontstaan, zoals zuigstoornissen, winderigheid, spraakstoornissen, motorische achterstand. Voor de osteopaat is het belangrijk de oorzaak van het probleem te herkennen, deze kan in het schedelbereik liggen, maar ook ergens anders in het lichaam. De osteopaat behandelt de gevonden oorzaak met zijn manuele technieken. Zo groeit de vervorming er sneller uit en verdwijnen de begeleidende symptomen.
Osteopathie bij kinderen 5
Hoe te herkennen? De ogen kijken niet in één lijn naar voren. Een oog (of beide) wijkt naar binnen of buiten van de centrale zichtlijn af. Reguliere Geneeskunde: De arts onderzoekt de hoek van het scheelzien en een mogelijke stoornis in het gezichtsvermogen. Met prismabrillen wordt de lichtbreking vereffend. Door het afdekken van het goede oog, wordt het slechte oog getraind. De behandeling begint in het eerste levensjaar; wanneer noodzakelijk volgt een operatie vóór de schoolgaande periode. Osteopathie: Vaak ligt de oorzaak in een overprikkeling van de hersenzenuwen. Zo verzorgt bijvoorbeeld de zesde hersenzenuw (N. Abducens) een spier die het oog naar buiten beweegt. Wanneer deze zenuw op de overgang van de top van het slaapbeen naar het wiggebeen (kanaal van Dorello) geprikkeld wordt, kan de spier niet normaal werken. Het oog kan niet meer naar buiten draaien. De osteopaat zoekt naar de oorzaak van het scheelzien. Hij zoekt naar de oorzaak van bijvoorbeeld de overprikkeling van de hersenzenuwen. Wanneer de spanningen ver6 Osteopathie bij kinderen
1.4. Torticollis (scheefhals) Voor een reguliere arts is een torticollis meestal door spieren veroorzaakt en bestaat uit een onevenwicht van de symmetrische draaispieren van het hoofd. Deze verlopen van het achterhoofd via de zijkant van de hals links en rechts naar het borstbeen en de sleutelbeenderen. De scheefhals kan gedurende de zwangerschap of bij de geboorte ontstaan. Ook verkeerde houdingen van het hoofd kunnen tot een torticollis leiden, bijvoorbeeld wanneer het kind aan een zijde niet goed horen of zien kan. Hoe te herkennen? Een scheefhals is meestal pas enkele weken na de geboorte vast te stellen. Het kind buigt het hoofd bij voorkeur naar een kant en draait het hoofd naar de tegenovergestelde kant. Reguliere Geneeskunde: De arts onderzoekt het gehoor en het gezichtsvermogen. Een mogelijke hersenvliesontsteking kan hij door testen en laboratoriumwaarden uitsluiten. Als behandeling wordt een nekrol aanbevolen om rek op de spieren te krijgen. Verder wordt de scheefhals fysiotherapeutisch behandeld. In zeldzame gevallen worden de spieren operatief doorgesneden.
De osteopaat onderzoekt en behandeld de spieren en verbindingen aan de zijkant van de hals.
Osteopathie: De osteopaat controleert of er een onevenwicht tussen de draaispieren van het hoofd bestaat. Wanneer dit het geval is, gaat hij op zoek vaan de oorzaak hiervan. Vaak is de hersenzenuw die deze draaispieren verzorgt geïrriteerd Deze hersenzenuw verloopt door een opening tussen twee schedelbotten. Door bewegingsverlies van de botstukken of door een spanning in het bot zelf kan de zenuw geïrriteerd raken. De osteopaat behandelt niet alleen de spanning of irritatie, maar zoekt in het hele lichaam naar oorzaken. Osteopathie bij kinderen 7
8 Osteopathie bij kinderen
1.5. Middenoorontsteking
1.6. Bijholteontsteking
Zuigelingen en kleine kinderen hebben vaak een middenoorontsteking. De oorzaak is meestal een bacteriële of virale infectie in de neus-keelholte, die via de buis van Eustachius in het middenoor indringen. Daar gaat het ontsteken en het middenoor zwelt op. Bij allergieën of herhaalde angina’s komen middenoorontstekingen meer
De aangezichtsschedel heeft verschillende holtes, de zogenaamde bijholtes en voorhoofdsholtes (sinus). Deze zijn met slijmvlies bekleedt en staan met de neusholte in verbinding. Bij een bijholteontsteking zwellen de slijmvliezen op, meestal ten gevolge van een virale of bacteriële infectie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen verschillende bijholtes aangedaan zijn.
Hoe te herkennen? Hevige pijn in een of beide oren. Koorts, meestal gepaard gaande met onrust en diarree. Zuigelingen grijpen meestal naar het betrokken oor. Bacteriële middenoorontstekingen treden meestal eenzijdig op, virale meestal beiderzijds.
Reguliere Geneeskunde: De arts onderzoekt de keel– neus en oorholte. Bij een bacteriële ontsteking schrijft hij antibiotica voor en neusdruppels om de zwelling te verminderen. Tegen de pijn en de koorts worden zetpillen voorgeschreven. De arts let er op dat de middenoorontsteking niet tot in het bot overgaat. Osteopathie: Het middenoor ontsteekt meestal, wanneer de buis van Eustachius en middenoorbotten reeds problemen hebben. Dan worden de bacteriën of virussen slecht bestreden. De problemen zijn meestal tot spanning in de schedel terug te voeren, soms op grond van een moeizame geboorte. De oorzaak kan echter ook totaal ergens anders liggen en via fasciën naar de schedel overgedragen worden. Een slechte darmflora en een daarmee minder functionerend immuunsysteem is een tweede oorzaak die tot recidiverende middenoorontstekingen kan leiden.
Osteopathie bij kinderen 9
Hoe te herkennen? Geel-groen slijm dat uit de neus loopt. Sterke prikkelhoest, vaak een tot twee uur na het inslapen en kort voor het wakker worden. Drukpijnlijke aangezichtsbotten. Hoofdpijn, vooral bij het naar voren buigen van het hoofd.
Reguliere Geneeskunde: Door virussen veroorzaakte bijholteontstekingen genezen binnen een tot twee weken vanzelf. De arts schrijft slechts neusdruppels voor om de zwelling te verminderen. Bij een bacteriële infectie wordt een afstrijkje van het slijmvlies gemaakt om de soort bacterie vast te stellen en een gericht antibioticum voor te schrijven. Osteopathie: De osteopaat zoekt net als bij een middenoorontsteking naar de oorzaak. Deze wordt ook hier gevonden in het terrein waarop de virussen of bacteriën kunnen aangrijpen: de schedelbotten, de hersenvliezen, de spanningen van fasciën, het immuunsysteem, etc.
10 Osteopathie bij kinderen
1.7. Hoofdpijn Hoofdpijnen hebben verschillende oorzaken. Het kunnen begeleidende symptomen zijn van kinderziekten en verkoudheden, door stress en te zware inspanning ontstaan, een aanwijzing zijn voor een foutieve houding, het gevolg zijn van een trauma of in ernstige gevallen door diabetes of een hersentumor uitgelokt worden.
Zowel de schedel als de wervelkolom en (buik)organen worden onderzocht bij hoofdpijnen.
Hoe te herkennen? Hoofdpijnen treden alleen op of met symptomen, zoals koorts, misselijkheid, snotteren en hoesten. Ze ontstaan plotseling of op bepaalde tijden; ze zijn exact te lokaliseren of zitten verspreid in het hoofd. Reguliere Geneeskunde: Door een exacte beschrijving van de hoofdpijnen, wanneer en hoe ze optreden en met verdere differentiaal diagnostiek, zoekt de arts de uitlokkende ziekte, om deze vervolgens te behandelen. Osteopathie: Wanneer hoofdpijnen zonder duidelijke oorzaak telkens terugkeren, is het zinvol om uw kind door een osteopaat te laten onderzoeken. Vaak wordt osteopathisch een oorzaak gevonden, die men met de reguliere methoden niet vinden kan. De oorzaak kan in een val of in een doorgemaakte ziekte gelegen zijn, die reeds jaren geleden gebeurd is. Soms is het een symptoom van ‘de emmer die volgelopen is’. De osteopaat zoekt naar de oorzaak en behandelt deze met speciale technieken. Zo veel oorzaken als er te vinden zijn voor hoofdpijnen, zoveel aangrijpingspunten voor de behandeling zijn er. Wanneer er een fysiologische oorzaak aan ten grondslag ligt, bijvoorbeeld een voedingsallergie, dan wordt de hulp van de mesologen in het IMC ingeroepen. Osteopathie bij kinderen 11
Migraine: Krampachtige vernauwingen en uitrekkingen van de hoofd – en hersenbloedvaten lokken vermoedelijk de migraine uit. De aanvalsgewijze hoofdpijnen komen bij meisjes vaker voor dan bij jongens en treffen voornamelijk begaafde, gevoelige en ambitieuze kinderen. Reguliere Geneeskunde: De reguliere geneeskunde behandelt migraine met medicamenten. Deze ergotaminen verminderen de pijn, maar remmen eveneens de groei. Osteopathie: Aangezien migraine meestal ten gevolge van doorbloedingsstoornissen van de hoofd– en hersenvaten ontstaat, zoekt de osteopaat vooral in die gebieden waar deze structuren verlopen. Bloedvaten lopen altijd tussen fasciale structuren (vliezen); druk op of trek aan deze fasciën belemmerd de normale bloedstroom. Het bloedvat reageert met krampen 12 Osteopathie bij kinderen
1.8. Neustussenschot Het neustussenschot verdeelt de neus in twee bijna symmetrische holten, die elk uit drie neusschelpen bestaan. Een scheefstand van het neustussenschot wordt klassiek altijd aan de groei of een trauma toegeschreven. Hoe te herkennen? Meestal door een enkelzijdig belemmerde ademhaling, langdurig snotteren of neiging tot neusbloedingen. Maar ook terugkerende voorhoofdsholte-, bijholte– of amandelontstekingen en ontstekingen van de keel Reguliere Geneeskunde: Voor zover de scheefstand van het neustussenschot tot de boven beschreven symptomen leidt, wordt het neustussenschot operatief recht gezet of samen met een neusschelp verwijderd. Indien nodig wordt tevens een bijholteoperatie uitgevoerd. Osteopathie: Het dunne, beenderige neustussenschot is aan de bovenzijde met het wiggebeen verbonden en onderaan met het harde verhemelte. De beweeglijkheid wordt door het wiggebeen beïnvloedt. Op zijn beurt vormt het wiggebeen weer een belangrijk trefpunt voor andere schedelbotten en hersenvliezen. Functionele stoornissen van de hersenvliezen of schedelbotten (bijvoorbeeld door een val, geboorte of doorgemaakte ziekte) hebben hun effect op het wiggebeen en daarmee op het neustussenschot. Wordt het wiggebeen bijvoorbeeld naar rechts getrokken, dan ontstaat een scheefstand van het neustussenschot naar rechts. Maar ook een scoliose (kromming van de wervelkolom), veranderde functie van organen (o.a. maag) kunnen via fasciën aan het wiggenbeen trekken. Vele verschillende spanningen in het lichaam kunnen een scheefstand van het neustussenschot veroorzaken. Osteopathie bij kinderen 13
De osteopaat zoekt deze spanningen in het lichaam en behandelt deze. Wanneer het kind nog relatief klein is en de schedel bevindt zich nog in de groeifase, laat een scheefstand van het neustussenschot zich goed osteopathisch behandelen.
1.9. Meningitis De hersenen zijn door drie hersenvliezen omhuld, die door bacteriën of virussen ontstoken kunnen worden. 80—90% van de hersenvliesontstekingen treden in de eerste vijf levensjaren op. Hoe te herkennen? Sterke hoofdpijnen, hoge koorts, nekstijfheid, achteroverbuigen van de romp, trage hartslag en onrust. Bij zuigelingen ontstaat vaak een welving van de fontanellen en een blauwrode verkleuring van de huid. Reguliere Geneeskunde: De arts verwijst het kind naar het ziekenhuis. Daar wordt de liquor (hersenvocht) op bacteriën of virussen onderzocht. Meestal wordt met antibiotica behandeld. Na de ziekenhuisopname controleert de arts op mogelijke complicaties, zoals hardhorendheid en bewegingsstoornissen. Osteopathie: De osteopaat behandelt in deze gevallen alleen na de ziekenhuisbehandeling. Na een ontsteking neigen de hersenvliezen naar verklevingen, met gevolgen voor de beweeglijkheid en de doorstroming van hersenvocht. Dat kan de stofwisseling van het zenuwstelsel beïnvloeden en tot stoornissen van het bewegingsapparaat en zintuigen leiden. De osteopaat onderzoekt en behandelt de spanningen van de hersenvliezen, zowel preventief als curatief. Hierdoor zal de vitaliteit toenemen en de kans op latere complicaties afnemen. 14 Osteopathie bij kinderen
Op deze manier worden de hersenvliezen en de daarmee verbonden fasciën onderzocht. De osteopaat probeert de opgetreden bewegingsverminderingen te bevrijden.
Osteopathie bij kinderen 15
Het middenrif en de vliezen in het bekken zijn direct verbonden met de hersenvliezen, zodat ook deze in het onderzoek betrokken worden.
16 Osteopathie bij kinderen
2. De luchtwegen Aangezien de longen goed verscholen achter de ribben liggen, zijn ze in de ogen van de reguliere geneeskunde slechts met horen (auscultatie), kloppen (percussie) en apparaten toegankelijk. De functie van de longen zou daardoor slecht manueel behandelt kunnen worden. Osteopathische technieken echter laten een diepe onderzoeking en behandeling van de structuren toe. De osteopaat beschikt hiervoor over een jarenlang getraind palpatiegevoel.
2.1. Chronische Bronchitis De vertakkingen van de luchtpijn, de bronchiën, zijn met slijmvliezen bekleed. Bij een chronische bronchitis zijn de slijmvliezen door bacteriën of virussen herhaaldelijk ontstoken. Een chronische bronchitis kan tot blijvende veranHoe te herkennen? Droge hoest, vaak met een ‘reutelende’ ademhaling. Kinderen kunnen het ontstane slijm vaak niet uitspugen, maar verslikken zich daarin. Reguliere Geneeskunde: De arts toont de chronische bronchitis door auscultatie en röntgenopnamen aan. Hij behandeld de infectie met antibiotica en schrijft hoestverminderende middelen voor. De arts probeert onderliggende allergieën, astma, immuniteitsstoornissen en andere oorzaken uit te sluiten. Vaak worden bronchiënverwijdende medicamenten voorgeschreven. Osteopathie: De osteopaat wil weten waarom het kind de infectie niet zelf bestrijden kan. Een mogelijke oorzaak ligt in een verminderde beweeglijkheid van de borstkas of de longen zelf. Bacteriën en virussen gedijen goed op een nietmobiel terrein. Osteopathie bij kinderen 17
De osteopaat onderzoekt de borstkas (ribben, wervelkolom, middenrif, etc.) en de longen zelf (pleura, longvliezen) op hun beweeglijkheid en behandeld deze waar nodig. Vaak kan het kind dan reeds vrijer ademen. Zelfs de halswervels kunnen via een zenuw de beweeglijkheid van de longen beïnvloeden. Ook kan de lichaamsafweer zelf in een slechte toestand zijn. De daarbij betrokken organen, zoals de darmen, milt, lever en thymus worden onderzocht. Ook hierbij wordt het gehele lichaam onderzocht, want zelfs de nieren kunnen direct (beweeglijkheid middenrif) of indirect (zuurgraad) de longen negatief beïnvloeden, waardoor een terrein voor micro-organismen ontstaat. Onder andere de borstkas (ribben, borstbeen en wervels) en de longkwabben worden op hun beweeglijkheid onderzocht.
2.2. Astma Astma treedt bij 10% van de kinderen op en is daarmee de meest voorkomende chronische ziekte in de kinderjaren. Na de puberteit blijven slechts 40% van de astmapatiënten klachtenvrij. Astma ontstaat wanneer het slijmvlies van de bronchiën overgevoelig wordt voor allergieën, ontstekingen overbelasting of chemische prikkels. Dan wordt er meer slijm geproduceerd en de gladde spieren verkrampen. 18 Osteopathie bij kinderen
Hoe te herkennen? Astma treedt aanvalsgewijs op. Meestal eerst met hoesten en snel ademen, daarna ontstaat ademnood. Zwaar uitademen met het typische piepen. Reguliere Geneeskunde: Door auscultatie, allergie– en belastingstesten kan de arts misschien de uitlokkende factoren vinden. Al naar gelang de gevonden oorzaak, de ernst, de duur en de frequentie kan astma en de daarmee gepaard gaande aanvallen met medicamenten behandeld worden. Meestal zijn dit cortisonen (inhalers) of sympaticomimetica). De uitlokkende factoren zouden vermeden moeten worden. Anderzijds komt men weer terug van een al te hygiënische omgeving voor astma kinderen. Osteopathie: Astma kan een allergische oorzaak hebben. Dan wordt osteopathisch het lymfatische afweersysteem behandeld. Dit zal in het IMC in samenwerking gaan met de Mesologie, die nauwkeurig de allergie (voeding, contact of anderszins) vast stellen kan. Astma kan ook ontstaan op grond van een slecht functionerende darm. Het darmslijmvlies en het longslijmvlies hebben beide dezelfde embryologische oorsprong. De darmstoornis zelf is weer het terrein van de Mesologie. De osteopaat kan echter de (ontstane) structurele belemmeringen behandelen. De spanning van de darm heeft een directe invloed op het middenrif. Doordat het middenrif niet goed functioneren kan, kunnen de longen ook niet goed de lucht ventileren en ontstaat er ademnood, die door andere factoren weer versterkt worden kan. Tevens kan de osteopaat uw kind op de juiste manier leren ademhalen. Een langer bestaande astma veroorzaakt automatisch een hoge borstademhaling, wat op zich de astma weer versterkt. Osteopathie bij kinderen 19
3. De vertering 3.1. Spugen Vele zuigelingen en kleine kinderen laten vaak het zojuist doorgeslikte voedsel weer uit de mond lopen. Als oorzaak wordt (in de Osteopathie) een nog niet voltooid maagdarmkanaal vermoed. Hoe te herkennen? Het weer uit de mond lopen van voedsel na de laatste slok of beet bij zuigelingen of kleine kinderen. Belangrijk: Verwissel het spugen niet met aanhoudend braken. Hierbij dreigen uitdrogingsverschijnselen bij zuigelingen of kleine kinderen. Let erop dat uw kind, ondanks het spugen toch voeding opneemt. Bij een voedingsintolerantie is de Mesologie een meer aangewezen behandeling. Reguliere Geneeskunde: De arts moet zwaarwegende oorzaken, zoals ontwikkelingsstoornissen van het maagdarmkanaal, meningitis of een darminstulping uitsluiten en vast stellen dat het kind, ondanks het spugen toch in gewicht toeneemt. Tegen het spugen schrijft hij indien nodig medicijnen voor, die het braakcentrum in de hersenen remmen. Osteopathie: De oorzaak kan in de maag gelegen zijn. Vaak worden spanningen gevonden, die door een constante druk van het middenrif veroorzaakt worden. Dit verhindert een volledige sluiting van het maagingang, zodat de opgenomen voeding er weer uit loopt. Tevens kan de maaguitgang te sterk gesloten zijn. Ook kan de oorzaak ter hoogte van de nekwervels of de schedel liggen. Asymmetrie (ten gevolge van de zwangerschap of de geboorte) beïnvloeden de schedelbasis en daarmee de negende hersenzenuw (N. Glossopharyngeus, verantwoordelijk voor het slikken). 20 Osteopathie bij kinderen
3.2. Verstopping Kinderen hebben een zeer uiteenlopende stoelgang. Wanneer de frequentie echter afneemt of de stoelgang door pijn weerhouden wordt, spreekt men van verstopping. Wanneer het kind goed eet, zou de stoelgang regelmatig moeten zijn. Hoe te herkennen? Minstens drie dagen zonder stoelgang (volgens de World Health Organisation, WHO). De stoelgang is pijnlijk en de ontlasting hard en droog.
Het gehele spijsverteringskanaal wordt op spanningen onderzocht.
Reguliere Geneeskunde: Een met ontlasting besmeurde anus of een chronische verstopping duiden op een mechanische belemmering, verminderde darmbewegingen of een falende besturing van het uitscheidingsmechanisme. Hierbij moet de arts naar de oorzaken zoeken. Echter vaak ontstaat een verstopping door eenzijdige, onvolkomen voeding. Dan behandelt de arts met een leeftijdsafhankelijk dieet, een coloninloop of zachte laxantia. Osteopathie: In de osteopathische visie is een dagelijkse stoelgang normaal, al het andere moet nagekeken worden. Zo kunnen bijvoorbeeld spanningen in de endeldarm (Sigmoid) verstopping veroorzaken. Door de verstopping kan ook het psychische ‘los-laten’ verminderd zijn (80% van de psychische informatie komt uit de buik, zie brochure ‘de ontdekking van het buikbrein’). De osteopaat onderzoekt het gehele spijsverteringskanaal en de botstukken rondom, om de oorzaak van de spanning te vinden. Daarbij behandelt hij de spanningen en bewegingsverliezen van het maagdarmkanaal en de bijbehorende organen (alvleesklier, lever, nieren, galblaas). Zodra de spanningen opgelost zijn, kan de normale peristaltiek en daarmee de normale stoelgang weer zijn (dagelijkse) werk doen. Denkt u zelf aan een evenwichtige voeding en voldoende drinken bij het kind. Vruchtensappen en fruit (zoals peren, pruimen, abrikozen of vijgen) bevorderen de vertering. Mocht er een voedingsintolerantie aan de verstopping ten grondslag liggen, dan wordt de hulp van de mesologen in het IMC ingeroepen.
Zowel zuigelingen als grotere kinderen reageren vaak uitstekend op een osteopathische behandeling.
Osteopathie bij kinderen 21
22 Osteopathie bij kinderen
3.3. Diarree
3.4. Darmkrampen
De oorzaken van diarree kunnen zeer veelzijdig zijn. Meestal ligt een beschermingsreactie van de darm hieraan ten grondslag, op basis van bedorven of onverwerkbaar voedsel. Ook virussen, bacteriën of parasieten kunnen tot diarree leiden. Diarree is voor ieder kind een probleem, aangezien de stoelgang met grote hoeveelheden vloeistof en zouten uitgescheiden wordt, die het lichaam beslist nodig heeft.
Darmkrampen komen relatief vaak voor bij kinderen tussen de 2e en 4e maand. Als oorzaak vermoeden de artsen een storing van het maagdarmkanaal, ten gevolge van voedselaanpassing, foutieve voeding, te snel drinken of een nog niet voltooid verteringsapparaat.
Hoe te herkennen? Typisch zijn de dunne tot waterige ontlasting, meestal gepaard gaande met buikpijnen en een slechte controle over de darm. Soms met koorts en braken verbonden.
Reguliere Geneeskunde: De arts zoekt naar de oorzaak van de diarree, om deze vrijwel altijd met medicijnen te behandelen. In alle gevallen wordt een electrolyten-oplossing aangeraden en dieetmaatregelen. Osteopathie: Diarree is een symptoom en wordt als zodanig niet door de osteopaat behandeld. Het lichaam reageert met diarree op onderliggende stoornissen, die de osteopaat zal zoeken. Spelen micro-organismen (virussen, bacteriën, parasieten) een rol, dan wordt de hulp van de mesologen in het IMC ingeroepen, om dit met (homeopathische, kruiden) medicamenten te behandelen. De onderliggende stoornissen vormen weer het terrein van de osteopaat. Zo kunnen prikkelingen in de schedel of halswervels diarree uitlokken, evenals een naveltrauma (geboorte). De osteopaat verbindt samenhangen en oorzaken in het totale organisme met elkaar en behandelt deze manueel. Osteopathie bij kinderen 23
Hoe te herkennen? Langdurig huilen, meestal ’s avonds. De beentjes worden afwisselend gebogen en gestrekt. Pijn ter hoogte van de navel. Winderigheid.
Reguliere Geneeskunde: Voor zover de arts zwaarwegende oorzaken uitsluiten kan, behandeldt hij de darmkrampjes met medicijnen. Osteopathie: De osteopaat onderzoekt hoe de darmkrampen ontstaan. Dit kan gelegen zijn in de vrijheid die de darmen in de buikholte hebben. Een relatief lang maagdarmkanaal moet zijn plaats in de buikholte veroveren, dat gaat vaak met problemen gepaard. Osteopathie kan deze bewegingen leiden. Een zogenaamd naveltrauma kan tot een darmspasme leiden. Het ontstaat wanneer de navelstreng na de geboorte te snel doorgesneden wordt. Het kind ervaart de snelle afbreuk van de (hart)pulsaties van de moeder en reageert reflectoir met spanningen in de buik, die zich als darmkrampen uiten. De osteopaat zoekt de spanningen en ontspant deze. Ook kan de oorzaak ter hoogte van de nekwervels of de schedel liggen. Asymmetrie of kompressie (ten gevolge van de zwangerschap of de geboorte) beïnvloeden de schedelbasis en daarmee de tiende hersenzenuw (N. Vagus, verantwoordelijk voor de vertering). 24 Osteopathie bij kinderen
3.5. Huilbaby Tot huilbaby’s worden die kinderen gerekend, die zonder duidelijke oorzaak voortdurend huilen en die zich niet of nauwelijks laten troosten. De oorzaken voor het huilen kunnen veelzijdig zijn. Hoe te herkennen? Lang aanhoudend huilen, schijnbaar zonder reden, ook na borstvoeding of luier verschonen. Meestal ’s avonds of ’s nachts.
Reguliere Geneeskunde: Voor zover de arts zwaarwegende oorzaken uitsluiten kan, zal hij meestal darmkrampen als oorzaak vermoeden en het kind daarvoor symptomatisch behandelen. Osteopathie: Voor een zuigeling is huilen de enige mogelijkheid om zijn problemen te laten zien. Zelfs wanneer een kind op bepaalde lichaamsdelen wijst, zijn de pijnen vaak ergens anders gesitueerd. Het kind is pas met zes jaar in staat om pijnen juist te lokaliseren. De osteopaat onderzoekt daarom bij ieder kind het totale lichaam. Als mogelijke oorzaak voor het aanhoudende huilen kan een in de zwangerschap of bij de bevalling veroorzaakte asymmetrie of compressie ter hoogte van de schedel of de halswervels zijn. Deze kunnen de hersenzenuwen prikkelen of tot overmatige spanning van de hersenvliezen leiden. De hersenvliezen verzorgen ook een samenwerkende beweging met het heiligbeen. Daarnaast kunnen darmkrampen, slechte vertering of bewegingsbeperkingen in het lichaam de oorzaak zijn. De osteopaat onderzoekt alles en behandelt de spanningen en bewegingsbeperkingen geheel manueel. Mocht er een fysiologische oorzaak aan het huilen ten grondslag liggen, dan wordt de hulp van de mesologen in het IMC ingeroepen.
Er zijn vele oorzaken aan te geven waarom een baby voortdurend huilt. Voor een zuigeling is huilen de enige mogelijkheid om problemen te laten zien. Osteopathie bij kinderen 25
26 Osteopathie bij kinderen
3.6. Liesbreuk
3.7. Diabetes Mellitus (suikerziekte)
De buikholte wordt door een dun vel bedekt, het zogenaamde buikvlies (peritoneum). Wanneer het buikvlies in de lies uitstulpt, spreekt men van een liesbreuk. Bij jongens gaat vaak een stuk darm mee in de instulping, bij meisjes kunnen dat ook de eierstokken of eileiders zijn. Liesbreuken treden meestal voor het eerste levensjaar op, bij jongens negen keer zo veel als bij meisjes.
Diabetes is een stofwisselingsziekte en ontstaat door een gebrek aan het hormoon insuline. Insuline brengt suikers (glucose) in de cellen om daar als energiebron te fungeren. Is er te weinig insuline, of werkt het hormoon niet goed, dan wordt glucose minder door de cellen opgenomen en stijgt de bloedsuikerspiegel. De cellen verbranden dan het lichaamseigen eiwit en vet om toch energie te verkrijgen. Diabetes ontstaat in de regel na het vierde levensjaar door genetische oorzaken, virale ziekten of omgevingsinvloeden.
Hoe te herkennen? Een zichtbare zwelling in de lies, bij jongens meestal rechts. De zwelling kan met een lichte druk verdwijnen. Reguliere Geneeskunde: In een warm waterbad kan de arts proberen met een lichte druk de breuk weer terug te dringen. Is de breuk ingeklemd, dan bestaat het gevaar dat de uitgestulpte organen afsterven. In dat geval moet er geopereerd worden. Osteopathie: De aanleg voor een latere liesbreuk ontstaat meestal in de laatste maand van de zwangerschap. Bij jongens komt de liesbreuk duidelijk meer voor, omdat in deze tijd de testikels uit de buikruimte via de lies in de balzak dalen. Ontstaan er daarbij stoornissen, dan blijft een buikvliesplooi bestaan. Na de geboorte kan eenvoudig een verhoogde druk in de buik er toe leiden, dat bij hoesten, huilen, persen een deel van de darm in deze plooi indringt. Voor zover een breuk niet ingeklemd is, is het aan te bevelen de liesbreuk osteopathisch te behandelen, om een mogelijk operatie te vermijden. De osteopaat zoekt naar spanning in het buikvlies, het bekken en van de darmen. Wanneer deze behandeld wordt, neemt de druk op de plooi af en kan de breuk zich sluiten. Het kind moet echter tevens een liesband dragen om de breuk niet door hoesten, niezen of lachen te provoceren. Osteopathie bij kinderen 27
Hoe te herkennen? Opvallend zijn de dorst, verhoogde urineproductie, gewichtsafname ondanks genoeg eten, vermoeidheid en afnemend prestatievermogen. Reguliere Geneeskunde: De arts onderzoekt de verhoogde bloedsuikerspiegel en de aanwezigheid van glucose in de urine. Om de bloedsuikerspiegel te reguleren, moet het kind dagelijks de berekende hoeveelheid insuline inspuiten. Vaak wordt de therapie gecombineerd met een dieet. Sport helpt de werking van de alvleesklier te verbeteren (zie IBIT Diabetes Mellitus). Osteopathie: De osteopaat begeleidt de medicamenteuze behandeling van Diabetes. Door het evenwicht in het lichaam te herstellen, kunnen de typische schommelingen van de bloedsuikerspiegel gereduceerd worden. Vaak gebeurt deze therapie in samenwerking met de Mesologie, die dit fysiologisch begeleidt. Aansluitend kan de osteopaat de mogelijke complicaties, zoals aan het hart, de bloedvaten van de benen en ogen, polyneuropathie, etc. reduceren dan wel voorkomen. 28 Osteopathie bij kinderen
4.2. Hooikoorts
4. Het imuunsysteem 4.1. Eczeem Eczeem is de meest voorkomende kinderziekte. Zij begint vaak na de derde maand en verdwijnt meestal na de puberteit. Eczeem kan ontstaan als allergische reactie. Hoe te herkennen? In het algemeen een droge, bleke huid. Rode en jeukende huiddelen. Bij zuigelingen vaak een natte uitslag met schubben (meestal gezicht, voorhoofd en hals; bij kinderen eerder droge schubbende uitslag (meestal in de hals, op de armen en in de gewrichtsplooien. Reguliere Geneeskunde: De arts herkent eczeem aan de beschreven symptomen en eventueel aan de aanwezigheid van verhoogde antilichamen (IgE) in het bloed. De behandeling is individueel. Tegen de jeuk kunnen bepaalde medicijnen helpen. Vaak worden cortisonzalven voorgeschreven. De droge huid moet ingevet worden. Osteopathie: De allergische afweerreactie wordt vooral gezocht in het gebied van de dunne en de dikke darm. Daar bevindt zich het belangrijkste afweercentrum in het lichaam. Voor een levensmiddelenallergie of -intolerantie wordt soms een dieet voorgeschreven, maar meestal wordt de hulp van de mesologen in het IMC ingeroepen. De osteopathie werkt hier vooral aan het optimaliseren van de (darm)functies en het afweersysteem. Daarnaast zal hij andere structuren onderzoeken (zoals de longen) en zonodig (preventief) behandelen. Maar al te vaak gaan op zich onschuldige eczemen bij een niet correcte behandeling over in longaandoeningen, zoals astma. Osteopathie bij kinderen 29
Hooikoorts is een vorm van allergische verkoudheid. Het neusslijmvlies reageert overgevoelig op bepaalde pollen van bomen, gras of andere planten. Het neusslijmvlies zwelt op en produceert een waterig slijm. Ook de ogen en de keel kunnen hierbij aangedaan zijn. Hooikoorts begint meestal na het 3e tot 4e levensjaar en kan zich met de jaren tot een (allergische) astma (bronchiale) ontwikkelen. Hoe te herkennen? Seizoensafhankelijke, langdurige verkoudheden. Meestal met rode en tranende ogen, regelmatig niezen en een dichtzittende keel. Reguliere Geneeskunde: De arts kan met medicijnen de allergische reactie onderdrukken. Wanneer de ernst van de aandoening daartoe aanleiding geeft, kan hij een hyposensibiliteitskuur voorschrijven, de duur van deze kuur is drie jaar. Osteopathie: De oorzaak wordt bij de Osteopathie meestal gezocht in de slechte samenwerking tussen de darmflora en het lymfatische afweersysteem van de darmen. Naast gifstoffen, voedingsintoleranties (onderzoek Mesologie), kan ook een verminderde beweeglijkheid van de darm ertoe bijdragen dat er te veel IgE geproduceerd wordt. Daarnaast onderzoekt de osteopaat ook de drainagemogelijkheden in het neus-keel-gebied. Zowel de sinussen als de traanklieren monden uit in de neusholte, die zelf uit verschillende botstukken bestaat. Ook kunnen verschillende complexe samenhangen tussen deze botstukken, de tanden, spierspanningen en dergelijke een grote bijdrage aan de hooikoorts leveren. Natuurlijk zijn de pollen de uitlokkende factor, maar niet voor niets heeft de een er wèl en de ander er geen last van. 30 Osteopathie bij kinderen
5. Het zenuwstelsel Neurologische klachten kunnen vele oorzaken hebben. Vaak is er regulier geen oorzaak te vinden. De osteopaat herkend deze stoornissen echter vaak aan de hand van duidelijk veranderde spanningen in het weefsel in de omgeving van bepaalde zenuwen / zenuwkernen.
5.1. Epilepsie
Bij ‘allergische’ klachten, zoals hooikoorts en eczeem wordt de oorzaak zowel in de darm, als lokaal gezocht., zoals bij hooikoorts in de sinussen.
Epileptische aanvallen ontstaan, wanneer de hersenen te veel elektrische impulsen geven of deze te weinig afremmen. De spieren verkrampen en er volgen stuiptrekkingen en bewustzijnsstoornissen. Bij een grote aanval (Grand Mal) raakt het kind korte tijd bewusteloos, kan zijn blaas en darm niet meer controleren en riskeert zichzelf te bezeren. Epilepsie kan ten gevolge van traumata, tumoren of ontstekingen ontstaan. Vaak wordt er echter geen oorzaak gevonden. Hoe te herkennen? Grote aanval: bewusteloosheid, verkrampen, blaas– en darmlediging, spiertrekkingen en aansluitend diepe slaap. Kleine aanval: kortdurende geestelijke afwezigheid, spiertrekkingen, verstoorde waarneming, stuiptrekkingen. Reguliere Geneeskunde: De arts probeert met neurologische onderzoeken (o.a. de meting van de hersenstroomactiviteit, EEG) de oorzaak van de epilepsie vast te stellen. Op grond van de aanval en het EEG zoekt de arts de passende medicijnen. Vanwege de bijwerkingen dienen deze echter regelmatig gecontroleerd en aangepast te worden. Osteopathie: De Osteopathie kan de reguliere behandeling begeleiden. Osteopathisch gezien handelt het hier om een syndroom; een verzameling van symptomen.
Osteopathie bij kinderen 31
32 Osteopathie bij kinderen
Het doel van de Osteopathie blijft telkens hetzelfde: zoveel mogelijk functiestoornissen oplossen, om de zelfgenezingsfactoren van het lichaam te activeren. Epilepsie is vooral af te lezen in de spanning van de botten, hersenvliezen en bloedvaten van het schedel- en nekgebied. Hoe minder spanning er in deze systemen optreedt, hoe minder kans op aanvallen van epilepsie.
5.2. Koortskrampen Wanneer de koorts te snel stijgt, kunnen kinderen - meestal tussen een half en vijf jaar - met een koortskramp reageren. Een eenvoudige koortskramp duurt hoogstens vijf minuten, een gecompliceerde kramp kan twee maal zo lang duren en tot verlammingsverschijnselen en spraakstoornissen leiden. Hoe te herkennen? Snel stijgende koorts, plotselinge flauwte, spieren verkrampen of worden slap, aansluitend diepe slaap. Reguliere Geneeskunde: De arts moet door middel van een lumbaalpunctie een ontsteking (meningitis) uitsluiten. De koortskramp zelf kan hij alleen symptomatisch behandelen, met koortsremmende middelen en krampstillende medicijnen. Osteopathie: Het temperatuurcentrum van de mens ligt in het achterhoofd. De regulatie kan bij koortskrampen verstoord zijn. De osteopaat zoekt naar de oorzaken van deze verstoring. Deze kunnen gelegen zijn in de milt, de lever en de nieren. Aansluitend kan ook een zwak immuunsysteem de koortskrampen bevorderen. Voor alle systemen en bijzonder de samenhang tussen de systemen beschikt de osteopaat over speciale technieken. Osteopathie bij kinderen 33
6. De urinewegen 6.1. Urineweginfecties Wanneer ziekteveroorzakende bacteriën in de blaas terecht komen, kunnen zij de urinewegen, de blaas en de nieren ontsteken. Urineweginfecties ontstaan vooral bij een verstoord urinetransport, zwakke afweer van het lichaam en congenitale afwijkingen aan de nieren. Ze worden tot de meest voorkomende bacteriële infecties gerekend. Hoe te herkennen? Bij de zuigeling of kleine kinderen: hoge koorts, vaak een opgeblazen buik, diarree, braken. Bij oudere kinderen: pijnlijk urineren, vaak aandrang, bedwateren. Reguliere Geneeskunde: De arts herkent een urineweginfectie aan het grote aantal bacteriën en leukocyten in de urine. Met ultrageluidopnamen zoekt hij naar congenitale afwijkingen in de nieren, om deze daarna operatief te behandelen. De arts let erop dat de infectie de nieren niet bereikt. Tegen de bacteriën schrijft hij antibiotica voor. Ook terugkerende infecties worden met antibiotica behandeld. Osteopathie: Vaak lang voordat de infectie acuut wordt heeft de osteopaat al spanning en bewegingsverlies van de urinaire organen gevoeld. Daarom kan hij ook preventief behandelen. Juist bij recidiverende (terugkerende) infecties is een behandeling met Osteopathie aangewezen. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Natuurlijk naast een gezonde levensstijl en voldoende water drinken.
34 Osteopathie bij kinderen
6.2. Cryptorchisme (indalen testis) Cryptorchisme is het niet indalen van de testis bij kleine jongens. Als de testikels wel aanwezig zijn, kunnen de testikels later indalen, mits er geen hernia (liesbreuk) of blokkering de weg tot afdalen verhinderd. Vroegtijdige behandeling verdient aanbeveling, omdat de testikels, als ze te lang in de buik blijven, later misschien geen normaal sperma produceren en omdat er mogelijk maligniteit (gezwellen) kunnen ontstaan. Hoe te herkennen? Normaal gesproken wordt bij ieder pasgeboren jongetje de testis gecontroleerd of zij in de balzak ingedaald zijn. U kunt dit ook zelf controleren door voorzichtig in de balzak te knijpen, links en rechts hoort een ‘harde’ bal voelbaar te zijn. Reguliere Geneeskunde: De arts behandelt cryptorchisme met hormonen. Het is bekend dat een van de factoren voor het indalen het hormoon testosteron is. Via medicijnen of een spray wordt het hormoon toegediend. Dit heeft echter ook bijverschijnselen, waardoor hormonale stoornissen kunnen optreden. Heeft de hormonale behandeling geen succes dan is chirurgische behandeling aangewezen. Osteopathie: De osteopathie is bij uitstek de vorm van geneeskunde die het indalen van de testis langs natuurlijke weg kan bevorderen. De osteopaat zoekt de achtergebleven testis in de buik, hij kent hiervoor de normale embryologische weg die de testis afleggen. Vervolgens bevrijdt hij de structuren die het indalen belemmeren en vaak na zes tot tien weken daalt de testis reeds in. De ingreep is niet pijnlijk. Wel is een zo vroeg mogelijke behandeling gewenst. Osteopathie bij kinderen 35
De achtergebleven testis is met zachte en verfijnde palpatie in de buik te voelen, door de belemmeringen op te heffen komt de weg vrij en kan de testis normaal indalen.
De osteopathische behandeling Normaal gesproken zijn bij niet al te grote ziekten of aandoeningen drie tot zes behandelingen nodig om een blijvend resultaat te boeken. De duur van één behandeling in het Integraal Medisch Centrum varieert van één tot twee uur. De afstand tussen de verschillende behandelingen bedraagt meestal vier tot acht weken. De kosten voor een behandeling zijn in het IMC op te vragen en terug te vinden op onze Website op het internet: www.imc.cistron.nl. Vele verzekeringen vergoeden de behandelingen van osteopaten, vermits zij geregistreerd zijn bij het Nederlands Register voor Osteopathie NRO. In het gebouw van het Integraal Medisch Centrum is tevens de opleiding voor Osteopathie gevestigd: het College voor Osteopathische Geneeskunde Sutherland. Hierdoor gaan onderwijs en praktijk hand in hand bij de behandeling. 36 Osteopathie bij kinderen
1.
SCHEDEL
2
1.1.
Verbening van de schedelnaden
2
1.2.
Schedelvervorming
4
1.3.
Scheelzien
5
1.4.
Torticollis (scheefhals)
6
15..
Middenoorontsteking
8
1.6.
Bijholteontsteking
1.7.
Hoofdpijn
10
1.8.
Neustussenschot
12
1.9.
Meningitis
13
2.
LUCHTWEGEN
16
2.1.
Chronische Bronchitis
16
2.2.
Astma
17
3.
VERTERING
19
3.1.
Spugen
19
3.2.
Verstopping
20
3.3.
Diarree
22
3.4.
Darmkrampen
23
3.5.
Huilbaby
24
3.6.
Liesbreuk
26
3.7.
Diabetes Mellitus
27
4.
IMMUUNSYSTEEM
28
4.1.
Exzeem
28
4.2.
Hooikoorts
29
5.
ZENUWSTELSEL
31
5.1.
Epilepsie
31
5.2.
Koortskrampen
32
6.
URINEWEGEN
33
6.1.
Urineweginfecties
33
6.2.
Cryptorchisme (indalen testis)
34
9
Osteopathie bij kinderen 37
Osteopathie bij kinderen Osteopathie is een geneeskunde die de beweging van alle weefsels in het lichaam onderzoekt en behandelt. De dynamiek van het leven vraagt bewegingsvrijheid. Met name voor kinderen is de Osteopathie ideaal. Er komen geen medicijnen aan te pas en er treden geen bijwerkingen op. De behandeling is manueel (met de handen), pijnloos en gericht op spanningen en bewegingsbeperkingen die de zelfgenezing van het kind belemmeren. In dit boekje vindt u een aantal aandoeningen en klachten in de kindertijd en wat de Osteopathie hierbij betekenen kan.
Rob Muts studeerde na zijn opleiding voor Fysiotherapie aan de beroepsopleidingen voor Osteopathie, Chinese Geneeskunde, Homeopathie en Integrale Geneeskunde. Hij is oprichter en directeur van het Integraal Medisch Centrum te Amsterdam, een centrum voor diagnostiek en therapie gericht op de integratie van complementaire geneeswijzen. Tevens is hij directeur van de Academie voor Mesologie en het college voor Osteopathische Geneeskunde, waar hij doceert en zich richt op de beroepsmatige aspecten.
Uitgave van Patiëntenplatform IMC © R.K. Muts D.O. / D.M. April 2002 Integraal Medisch Centrum Hugo de Grootkade 30—38 NL-1052 LT Amsterdam Tel: +31 (20) 682 77 88 Fax: +31 (20) 682 35 25 E-mail:
[email protected] Website: imc.www.cistron.nl 38 Osteopathie bij kinderen