Advies Nr. 52 Functie: Trainer/instructeur
In haar vergadering van 18 februari 1999 heeft de bezwarencommissie functiewaardering politie het bezwaar behandeld van de heer H tegen de waardering van de organieke functie van trainer/instructeur. Dit bezwaar is verwoord in de aan u gerichte brief van betrokkene van 7 december 1998 en is in genoemde vergadering van de commissie nader mondeling toegelicht. Samengevat komen de argumenten van het bevoegd gezag en ambtenaar op het volgende neer. In het kader van de formatiebijstelling van organisatie-onderdeel D ontvangt de ambtenaar door middel van een brief van 12 maart 1998 een wijzigingsbesluit inzake verplaatsing naar de organieke functie van trainer/instructeur, alsmede het van toepassing zijnde functie-informatieformulier. Voornoemde functie is ingedeeld in schaal 8. Uit de informatie blijkt dat het bevoegd gezag als referentiemateriaal de functie van Ruiter/instructeur uit de reeks Executieve Ondersteuning heeft gehanteerd. De ambtenaar uit op 14 april 1998 zijn bedenkingen tegen de waardering van de organieke functie. Naar zijn mening worden vergelijkbare functies van trainer/instructeur zowel binnen politie-organisaties als daarbuiten gewaardeerd met een indeling conform schaal 9 dan wel hoger. Het bevoegd gezag deelt betrokkene op 4 november 1998 mede de waardering van de organieke functie vast te stellen op schaal 8. Het bevoegd gezag baseert zich hierbij op de overwegingen uit het advies dat de heroverwegingscommissie heeft uitgebracht. In bedoeld advies wordt naast de referentiefunctie van Ruiter/instructeur eveneens gebruik gemaakt van de referentiefunctie van Docent B voor wat betreft het aspect opleiden en van de referentiefunctie van Inkoper B betreffende het element acquisitie. De referentiefunctie van Groepschef Ruiters acht de heroverwegingscommissie niet aan de orde. In de referentiefunctie is sprake van voortgangsverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van een groep ruiters en hiervan is in de organieke functie geen sprake. De heroverwegingscommissie is van oordeel dat waardering van de organieke functie conform schaal 8 passend is. De ambtenaar dient op 7 december 1998 een bezwaar in tegen de waardering van de organieke functie in schaal 8. Het bezwaar van de ambtenaar is gericht op het door het bevoegd gezag gehanteerde referentiemateriaal, hetgeen naar zijn oordeel 'volledig ontoereikend' is. De bezwarencommissie heeft de organieke functie van trainer/instructeur getoetst aan de geldende normen, zoals vastgelegd in het Referentiemateriaal Functiewaardering Nederlandse Politie dat door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is vastgesteld voor de toepassing van het Besluit bezoldiging politie, artikel 6, tweede lid. Daarbij is gebruik gemaakt van de referentiefuncties van Ruiter/instructeur en Groepschef Ruiters van de Reeks Executieve ondersteuning
(reeks 8, schaal 8 en schaal 9). De bezwarencommissie heeft niet de door de heroverwegingscommissie gehanteerde referentiefuncties van Docent B en van Inkoper B toegepast, aangezien de bezwarencommissie meent dat deze in onderhavige toetsing geen toegevoegde waarde hebben. Voorts zal de bezwarencommissie niet ingaan op de door de ambtenaar ter zitting uitgereikte vergelijkingsfuncties, aangezien deze geen deel uitmaken van eerdergenoemd referentiemateriaal. Uit de beschikbaar gestelde informatie blijkt dat de organieke functie is geplaatst binnen D. Het organisatie-onderdeel verleent ondersteuning aan de Nederlandse politie en andere overheidsinstellingen door middel van het beschikbaar stellen van politieruiters en -paarden, speurhondengeleiders en speurhonden, het opleiden van medewerkers en het africhten van honden en paarden. Het organisatie-onderdeel bestaat naast de onderdelen operationele beleidsondersteuning t.b.v. de bereden afdelingen en het bedrijfsbureau uit de afdeling speurhonden en de afdeling opleiding beredenen en selectie/africhting paarden. De hoofdbestanddelen in de functie van trainer/instructeur zijn: 1. africhting/opleiding; 2. acquisitie. De ambtenaar is mede belast met het (her)africhten van politiepaarden en verzorgt hiertoe rapportages betreffende de voortgang en het al dan niet voldoen van hem toegewezen paarden aan de kwaliteitseisen. Voorts voert de ambtenaar mede opleidingsprogramma's uit. Betrokkene adviseert het hoofd van de afdeling met betrekking tot het opleidings- en africhtingsbeleid. Het verrichten van acquisitie brengt met zich mee dat de ambtenaar de nodige relaties dient te onderhouden. De ambtenaar test paarden op hun potentiële geschiktheid voor de politiedienst op basis van vastgestelde kwaliteitseisen. Betrokkene is - met zijn collega's en zijn chef - mede belast met het aankopen van geschikt bevonden paarden. Naar het oordeel van de bezwarencommissie sluiten de organieke werkzaamheden grotendeels aan bij de referentiefunctie van Ruiter/instructeur, schaal 8. In beide functies is sprake van het verzorgen van trainingen en instructies, variërerend van de primaire opleiding tot de bijscholing van instructeurs. Voorts is in beide functies sprake van het africhten van paarden. Het bestanddeel acquisitie wordt in de referentiefunctie summier omschreven, namelijk adviseert bij de aankoop van paarden. De bezwarencommissie heeft op basis van de verstrekte informatie geconstateerd dat de betrokken ambtenaar met een zekere regelmaat mede is belast met het zich oriënteren op de markt, met het testen van aan te kopen paarden en met de aankoop hiervan. Naar het oordeel van de bezwarencommissie sluit een en ander aan bij eerdergenoemd taakbestanddeel uit de referentiefunctie. De bezwarencommissie heeft de organieke functie ter toetsing gelegd naast de referentiefunctie van Groepschef Ruiters, schaal 9. Deze vergelijking kan echter niet opgaan, aangezien in de organieke functie geen sprake is van voortgangsverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van een hele groep ruiters. De bezwarencommissie adviseert het bevoegd gezag de organieke functie van trainer/in-structeur in te delen in schaal 8. Het bezwaar van de ambtenaar acht de bezwarencommissie dan ook ongegrond.
De bezwarencommissie voegt bij deze brief het verslag van de in deze zaak gehouden hoorzitting, dat geacht wordt deel uit te maken van het advies. Tevens voegt zij hierbij voor de ambtenaar bestemde afschriften van deze brief en van het verslag. De bezwarencommissie verzoekt u deze afschriften aan betrokkene uit te reiken tezamen met uw beslissing op het bezwaar. Van die beslissing ontvangt de bezwarencommissie gaarne gelijktijdig een afschrift.
Functiebeschrijving Functie: Trainer/instructeur Hoofdbestanddelen: 1. Africhting en opleiding 2. Acquisitie 3. Contacten Uitwerking hoofdbestanddelen: 1. Africhting en opleiding: Is mede belast met de (her)africhting van politiepaarden. Maakt periodiek een voortgangsrapportage over vorderingen van de hem toegewezen paarden in africhting. Maakt een eindrapportage wanneer een paard voldoet aan de kwaliteitseisen voor in te delen paarden. Adviseert het afdelingshoofd bij ongeschiktheid omtrent herdressuur dan wel afvoer. Is mede belast met het uitvoeren van opleidingsprogramma’s. Verzorgt mede de individuele begeleiding op rijtechnisch gebied van personeel in functies met een bereden taakaspect. Kan mede worden belast met de periodieke toetsing van combinaties ruiter en paard op basis van vastgestelde kwaliteitseisen. Geeft aan het hoofd van de opleiding en africhting gevraagd en ongevraagd advies ten aanzien van de combinatievorming ruiter/paard; signaleert problemen. Adviseert met betrekking tot de geschiktheid van kandidaten voor bereden functies op basis van vastgestelde kwaliteitseisen. Adviseert het hoofd met betrekking tot het opleidings- en africhtingsbeleid. Onderhoudt en verzorgt de hem toegewezen materialen en paarden. 2. Acquisitie: Oriënteert zich voortdurend op de markt en onderhoudt daartoe de nodige relaties. Is mede belast met het testen van aan te kopen paarden op hun potentiële geschiktheid voor de politiedienst op basis van vastgestelde kwaliteitseisen; geeft over de resultaten schriftelijk advies. Is mede belast met de aankoop van geschikt bevonden paarden. 3. Contacten: Intern: leidinggevenden, operationele en stafmedewerkers van de organisatie. Extern: ruiters van de diverse korpsen, medewerkers Koninklijk Stal Departement en Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, medewerkers van hippische organisaties. Bezwarende werkomstandigheden: Persoonlijk risico bij werken met en in de onmiddellijke nabijheid van paarden. Voor zover executief ingezet: optreden bij calamiteiten vraagt beslissingen zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden.
Niveaubepalende elementen: Handelsinzicht en kennis van wettelijke bepalingen en procedures bij aan- en verkoopovereenkomsten. Kennis en ervaring met betrekking tot de basisafrichting van paarden voor de politiedienst. Sociale en contactuele vaardigheden. Capaciteiten om als rij-instructeur te participeren in opleidingen. Indicatie functie-eisen: Relevante vaktechnische diploma’s of aantoonbare ervaring op het vakgebied; is bij voorkeur in het bezit van een diploma Opleiding Ruiterunie Nederland of Hippisch centrum Deurne. Ca. de helft van het aantal functionarissen binnen de afdeling dient executief politieambtenaar te zijn, met ervaring bij een bereden onderdeel.