Inspectierapport Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag-locatie Prinses Amalia (PSZ) Parmentierstraat MS Barneveld

Inspectierapport Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag-locatie Prinses Amalia (PSZ) Parmentierstraat 7 3772MS Barneveld

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Barneveld 12-11-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-12-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 14

2 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 12-11-2015

Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag-locatie Prinses Amalia te Barneveld

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken.

Beschouwing Peuterspeelzaal locatie Prinses Amalia is onderdeel van Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag te Barneveld. In 2011 is de peuterspeelzaal gestart aan de Nederwoudseweg te Barneveld. Afgelopen zomer is de peuterspeelzaal verhuist van de Nederwoudseweg naar de Parmentierstraat. De peuterspeelzaal is geopend op maandag, dinsdagochtend, woensdagochtend, donderdag en vrijdagochtend. Er is dan één groep van maximaal 16 kinderen. De leeftijd van de kinderen is van 2 tot 4 jaar. De kinderen komen maximaal 3 dagdelen in de week. Er wordt voorschoolse educatie aangeboden, middels de methode 'Uk en Puk'. Inspectiegeschiedenis Tijdens het jaarlijks onderzoek (15-09-2014) heeft de toezichthouder een tekortkoming geconstateerd binnen het volgende inspectiedomein: - Pedagogische praktijk; de houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid Op 5-12-2014 vond een nader onderzoek plaats. Gebleken is dat aan de voorwaarde werd voldaan. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek voldoet men aan de meeste voorwaarden die zijn onderzocht. Vastgesteld is dat er opnieuw aandachtspunten zijn betreffende de pedagogische praktijk. Aan twee voorwaarden wordt niet voldaan: - De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid; - de houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. In het betreffende domein worden de overtredingen nader omschreven. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de peuterspeelzaal van Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag, locatie Prinses Amalia, niet aan alle voorwaarden van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet.

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan het volgende onderzoeks-items:  De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)  De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:  emotionele veiligheid;  persoonlijke competentie;  sociale competentie;  overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Op het moment van de inspectie waren de kinderen buiten aan het spelen. Na het buitenspelen gingen de kinderen naar binnen, om aan tafel iets te eten en te drinken. Na dit moment gingen de kinderen spelen en was er een knutselactiviteit. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogische beleidsplan. Emotionele veiligheid "Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen". Voorbeeld: - De kinderen zijn buiten aan het spelen. Er zijn kinderen aan het fietsen en andere kinderen spelen in en om het speelhuis. Kinderen zijn aan het stoepkrijten. Sommige helpen mee om een 'fietspad' te tekenen en andere maken een eigen tekening. De beroepskracht en enkele kinderen maken een omtrek van hun eigen voet. Een jongen maakt een omtrek van een speelattribuut. Hij roept 'kijk juf' en wijst naar de cirkel die hij om het speelattribuut heeft getekend. De beroepskracht gaat naar de jongen toe. De jongen laat zien wat hij gemaakt heeft. De beroepskracht geeft de jongen een compliment. Tekortkoming "De beroepskrachten sluiten niet aan op de non-verbale en/of verbale signalen (...)". Voorbeeld: - Als de beroepskrachten bezig zijn met de voorbereidingen voor een knutselactiviteit moet een jongen plassen hij houdt zijn handen tegen zijn broek. Hij kijkt in het rond. Vervolgens zegt hij 'juffie, ik moet plassen'. Deze zin herhaalt hij nog een keer. Een beroepskracht loopt langs de jongen. Ze ziet of hoort de jongen niet. Opnieuw zegt de jongen dat hij moet plassen. Dit maal hoort de beroepskracht de jongen en zegt dat hij naar de wc mag gaan. Dit doet hij. Als de jongen terugkomt in de groepsruimte gaat hij spelen. (De beroepskrachten reageren niet op zijn terugkomst in de groep). > Binnen waren de beroepskrachten voornamelijk bezig met hun organisatorische en verzorgende werkzaamheden. De beroepskrachten reageren op kinderen en op elkaar vooral vanuit hun eigen belang of behoefte op dat moment. Persoonlijke competentie "De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken, zoals opruimen (...)". Voorbeeld: - De kinderen helpen na het spelen mee met opruimen. Buiten helpen de kinderen met het opruimen van de fietsjes, de stoepkrijt en de blokken die buiten liggen. Ook binnen helpen de kinderen met opruimen. De beroepskracht geeft aan dat het tijd is om op te ruimen. De 4 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 12-11-2015


beroepskracht maakt een verdeling van de kinderen, wie wat opruimt. Alle kinderen helpen mee met opruimen. Tekortkoming "De beroepskrachten geven enkel instructie en correctie tijdens het spel van de kinderen. (...)". Voorbeelden: - De kinderen zijn binnen aan het spelen. De beroepskrachten zijn bezig met opruimen en het klaar zetten van spullen voor de knutselactiviteit. Als een kind iets vraagt of als de beroepskracht iets constateert wat niet goed gaat is er contact met de kinderen. > Op het moment dat de kinderen binnen aan het spelen waren is niet gezien dat de beroepskrachten deel uit maken van de spelsituatie (waarbij de regie bij de kinderen blijft). - Tijdens het spelen, spelen kinderen een eigen spel. Dit doen ze alleen of samen met andere kinderen. Een jongen maakt buiten een tekening van stoepkrijt. In de huishoek is een meisje de pop aan het eten geven. Een jongen trekt een regenjas aan en vier jongens die in de speelauto hun spel aan het spelen zijn zitten vol bewondering naar andere jongen met de regenjas te kijken. > Op het moment van het inspectiebezoek is niet gezien dat de beroepskrachten deze of andere positieve interacties die er waren, benoemen. Sociale competentie "De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen". Voorbeelden: - De groepsruimte is ingericht met verschillende speelhoeken. Er is een bouwhoek, een huishoek en een leeshoek. De hoeken geven de kinderen de mogelijkheid om samen te spelen. - In de huishoek zijn verschillende kinderen aan het spelen. Ze spelen naast elkaar hun eigen spel. Een jongen is aan het koken, een meisje verzorgt de pop en nog een meisje zit aan de gedekte tafel. Ze is zogenaamd aan het eten. Ondertussen kijken de kinderen naar elkaar. De jongen wat aan het koken is loopt naar de tafel. Hij legt zogenaamd wat eten op het bord van het meisje. - In de groepsruimte staat een grote houten speelauto. Vier jongens zitten in de auto. Ze praten met elkaar. Met z'n vieren spelen ze hun spel. Ze gaan met z'n vieren op weg (zogenaamd). Overdracht van normen en waarden "De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen". Voorbeeld: - In de gesprekken met de kinderen hebben de beroepskrachten oogcontact met de kinderen. Ze spreken met een rustige en vriendelijke stem. De kinderen worden aangesproken met hun voornaam. Conclusie Op basis van de observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op niet alle competenties voldoet. Gezien is dat er aandacht is voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de ontwikkeling van persoonlijke competentie, de ontwikkeling van sociale competentie is voor de overdracht van normen en waarden. Op het moment van het inspectie bezoek was de aandacht die de beroepskrachten hebben voor het waarborgen van de emotionele veiligheid en de ontwikkeling van de persoonlijke competentie onvoldoende zichtbaar. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie Bij peuterspeelzaal locatie Prinses Amalia van Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag wordt voorschoolse educatie geboden. Er wordt gewerkt volgens de methode 'Uk en Puk'. Deze methode wordt minimaal 10 uur per week aangeboden aan de kinderen met een VVE-indicatie. De kinderen met een VVE-indicatie komen drie dagdelen van 3,5 uur. De beroepskrachten van de peuterspeelzaal hebben scholingen gevolgd om met deze methode te werken. De certificaten zijn door de toezichthouder ingezien. De houder heeft een opleidingsplan voor 2015/2016 opgesteld. In een overzicht wordt het scholingsprogramma voor de beroepskrachten beschreven. Deskundigheidsbevordering voor de methode Uk en Puk en de taaltoets zijn in het opleidingsplan opgenomen. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesprek met mevrouw J. Thomassen)  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Observaties (tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Pedagogisch werkplan (pedagogisch werkplan Chr. Kindcentrum De Drieslag, juni 2015)  VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (Opleidingsplan leidsters peuterspeelzaal Kindcentra De  Drieslag 2015/2016)



Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Er is van 5 beroepskrachten een verklaring omtrent het gedrag ingezien. Zij beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Het diploma van 5 beroepskrachten is ingezien. De beroepskrachten beschikken over een diploma die voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen De peuterspeelzaal, locatie Prinses Amalia, heeft één peuterspeelzaalgroep. De groep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Er wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De peuterspeelzaal biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Er worden maximaal 16 kinderen opgevangen met 2 beroepskrachten. Er worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Observaties (tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten  Plaatsingslijsten



Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In juni 2015 is de risico-inventarisatie veiligheid de risico-inventarisatie gezondheid uitgevoerd. Voor het inventariseren van de veiligheidsrisico's is gebruik gemaakt van het model van Stichting Consument en Veiligheid. Voor het inventariseren van de gezondheidsrisico's is gebruik gemaakt van het model van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid. Voor alle geïnventariseerde risico's zijn doeltreffende maatregelen beschreven. Deze vastgelegd in een actieplan. Tijdens het gesprek met de beroepskrachten en uit de observatie blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van de maatregelen die genomen dienen te worden om veiligheids- en gezondheidsrisico's te reduceren.

Gebruikte bronnen:  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Observaties (tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Risico-inventarisatie veiligheid (versie juni 2015)  Risico-inventarisatie gezondheid (versie juni 2015)  Actieplan veiligheid (versie juni 2015)  Actieplan gezondheid (versie juni 2015)



Ruimte en inrichting De peuterspeelzaal is afgelopen zomer verhuisd van de Nederwoudseweg naar de Parmentierstraat te Barneveld. Op 14-07-2015 is heeft een onderzoek voor registratie plaatsgevonden. De buitenruimte was op het moment van de inspectie nog niet ingericht. Tijdens de inspectie is binnen dit domein de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting. Buitenspeelruimte De peuterspeelzaal beschikt over een eigen aangrenzende buitenspeelruimte. De buitenspeelruimte heeft voldoende oppervlakte voor de opvang van 16 kindplaatsen. In de buitenruimte is een zandbak en een speelhuisje aanwezig. Daarnaast zijn er nog verschillende losse speelmaterialen aanwezig, zoals fietsjes. De inrichting van de buitenruimte is nog niet afgerond. Er komt nog een glijbaan en iets om te klimmen. Dit zoals ook beschreven is in het pedagogisch werkplan. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesprek met mevrouw J. Thomassen)  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Observaties (tijdens de inspectie op 12-11-2015)  Pedagogisch werkplan (pedagogisch werkplan Chr. Kindcentrum De Drieslag, juni 2015)



Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a en 20 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)



De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Ruimte en inrichting Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.



Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag-locatie Prinses Amalia : http://www.kindcentradedrieslag.nl : 16 : Ja

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Stichting Christelijke Kindercentra De Drieslag Nederwoudseweg 23a 3772TD BARNEVELD www.kindcentradedrieslag.nl 08208123

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Suze Derksen

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Barneveld : Postbus 63 : 3770AB BARNEVELD

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

12-11-2015 04-12-2015 18-12-2015 18-12-2015 18-12-2015 18-12-2015

: 28-12-2015



Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport peuterspeelzaal Prinses Amaliaschool Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag is een organisatie die veel belang hecht aan kwalitatieve en professionele opvang. Wij dragen hier onze christelijke identiteit uit. Op 12 november 2015 heeft de toezichthouder van de GGD een onaangekondigde inspectie uitgevoerd. De volgende domeinen zijn hierin geïnspecteerd: Pedagogisch klimaat, personeel en groepen, veiligheid en gezondheid. Binnen het domein pedagogisch klimaat heeft de toezichthouder met betrekking tot de emotionele veiligheid en de ontwikkeling van de persoonlijke competentie, tekortkomingen geconstateerd. Zij geeft in haar conclusie wel aan dat zij gezien heeft dat er aandacht is voor de emotionele veiligheid en de persoonlijke competentie, maar dat deze op moment van inspectie onvoldoende zichtbaar was. Wij als Kindcentrum herkennen het door de toezichthouder geschetste beeld niet. Wij staan volledig in voor de professionaliteit van de leidsters. Zij zijn door de spanning van de controle in de stress geraakt en daardoor hebben zij een ander beeld dan de werkelijkheid laten zien. Dat is jammer. Wij gaan de komende tijd met de leidsters in gesprek om te inventariseren waar de stress vandaan komt en hoe we in de toekomst kunnen voorkomen dat de leidsters tijdens de inspectie een ander beeld dan de werkelijkheid laten zien. Als hiervoor extra begeleiding nodig is, dan zullen we dit zeker doen. Met vriendelijke groet, ST. CHR. KINDCENTRA DE DRIESLAG Edith Blokland



Inspectierapport Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag-locatie Prinses Amalia (PSZ) Parmentierstraat MS Barneveld

Recommend Documents