Inspectierapport DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven (KDV) Parmentierstraat 13 3772MS BARNEVELD Registratienummer 115965907
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Barneveld 13-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 20-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Uit de voorgaande onderzoeken zijn geen speciale aandachtspunten naar voren gekomen. De teamleider van deze locatie was als beroepskracht aan het werk op de BSO. De toezichthouder heeft een aantal overstijgende zaken met haar besproken. Beschouwing Feiten over DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven (KDV) Kinderdagverblijf DOL FIJN 'OndersteBoven' maakt deel uit van kinderopvangorganisatie DOL FIJN. Deze organisatie is ontstaan na een samengaan van Kinderdagverblijf Dol-fijn, BSO De Inktvis, Regionaal Gastouderbureau Harlekijn en De Blokkentoren Peuterspeelzalen. DOL FIJN heeft zes kinderdagverblijven: vijf in Barneveld en één in Voorthuizen. Het gebouw waarin 'OndersteBoven' is gehuisvest, heeft een boven- en een benedenverdieping. Boven zit een verticale groep voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Per dag is er plaats voor maximaal 40 kinderen. Beneden is plaats voor 2 BSO-groepen. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de houder van kinderdagverblijf DOL FIJN 'OndersteBoven' aan de getoetste voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst onder het kopje 'pedagogische praktijk' is afkomstig uit dit document. Toen de toezichthouder arriveerde, zouden de zes kinderen die wakker waren net aan tafel gaan zitten om wat te drinken. Ze moesten wel eerst het speelgoed opruimen. Drie kinderen lagen in bed. Een baby kreeg de fles van een beroepskracht die in een soort schommelstoel zat. Terwijl de kinderen aan tafel zaten, werden de andere kinderen één voor één wakker. Deze kinderen werden aangekleed en aan tafel gezet. Na het drinken, mochten de kinderen kleien. Ze zijn daar een hele tijd fanatiek mee bezig geweest. De toezichthouder is tijdens het kleien naar de BSO gegaan.
Pedagogische praktijk
Pedagogisch beleidsplan als uitgangspunt Het pedagogisch beleidsplan van DOL FIJN is van mei 2015. Het plan is van toepassing op alle kinderdagverblijven. Daarnaast is er een pedagogisch beleidsplan voor de buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouderopvang. In het pedagogisch beleidsplan staan de pedagogische doelen van professor Riksen-Walraven beschreven. Verder komt aan de orde wat DOL FIJN voor een organisatie is, wat de beroepskrachten met de kinderen doen en op welke manier de beroepskrachten met de kinderen omgaan. In het plan is een hoofdstuk opgenomen waarin een beschrijving staat van de bijzonderheden per locatie. De houder evalueert het pedagogisch beleid ieder jaar en stelt het plan zo nodig bij. De leden van de oudercommissie mogen ook nog advies uitbrengen over de voorgestelde veranderingen.
Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor een goede uitvoering van het pedagogisch beleidsplan door: • 1 à 2 keer per jaar een teamvergadering voor alle beroepskrachten van de locatie te plannen. • Ongeveer 5 keer per jaar teamleiders van alle locaties in Barneveld en Voorthuizen bij elkaar te laten komen. • Vaste beroepskrachten de opleiding van de VVE-methode 'Doe meer met Bas' te laten volgen.
Emotionele veiligheid Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep'.
In de praktijk: Voorbeelden waaruit bovenstaande blijkt: • Tegen een kind dat net wakker is: 'Ga maar aan tafel zitten, dan ga ik je zo aankleden. Ga maar naast ... zitten. Leg ik eerst ... (naam baby) in bed. Slaap lekker ...'. 4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
• •
Tegen een kind van 2 jaar dat net uit bed komt: 'Kom maar, dan gaan we jouw kleren aan doen'. 'Wil je eruit? Lekker geslapen? ... zullen we kleren aan doen? Ga maar naast ... zitten. Zal ik je helpen? Klim er maar op (beroepskracht houdt de stoel vast)'.
Persoonlijke competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen'.
In de praktijk: • De baby die in de wipstoel zit, protesteert een beetje. De beroepskracht merkt het op en zegt: 'Is ... (naam kind) alweer moe aan het worden?' De beroepskracht geeft haar even aandacht en kijkt of ze weer rustig wordt. Na een tijdje brengt ze de baby naar bed. Een kind dat al in bed ligt, kan niet slapen. De beroepskracht gaat kijken, geeft de speen en zegt: 'Lekker slapen'. • Een jongen in deze groep heeft heel veel dieren thuis. Het zijn kleine dieren: insekten, spinnen, amfibieën etc. De beroepskracht weet dat hij daar graag over praat en zegt: 'Ze hebben echt een heleboel dieren thuis. Vertel die mevrouw maar eens wat jullie allemaal hebben. Past het wel allemaal in jullie schuur dan?' • Eén jongen is duidelijk trots op wat hij allemaal al weet en kan (hij weet waar alles hoort te liggen). De beroepskracht vindt dat hij goed bezig is met opruimen en geeft dan ook een compliment: '... (naam kind) wordt al bijna 4, dus die kan het heel goed'.
Sociale competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen (bv. leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen) [...]'. In de praktijk: • 'We kunnen helaas niet naar buiten vandaag. Het is een beetje nat allemaal. Wat zullen we zo eens gaan doen? Zullen we gaan kleien?' De kinderen roepen allemaal: 'Ja!' De beroepskracht: 'Doe ik eerst even de haren en dan pak ik de klei'. Het duurt best lang voordat alle haren van de meisjes 'gedaan' zijn, maar de kinderen zitten heel geduldig te wachten. • Voordat de klei op tafel komt, zet de beroepskracht eerst een bak met attributen neer. Het is de bedoeling dat ieder kind vast iets pakt om straks te gebruiken bij het kleien. De bak blijft even aan één kant van de tafel staan. De beroepskracht: 'Wil je de bak even naar ... (naam kind) schuiven, want ... wil ook iets pakken'. De kinderen doen keurig wat de beroepskracht zegt. Ze verdelen de materialen netjes. • De oudste jongen neemt een beetje de leiding bij het verdelen van de spullen. De beroepskracht vindt het prima dat hij dat doet. Hij doet het op een nette, rustige manier. • 'Zullen we even heel stil zijn? Ga ik kijken of ... slaapt'. De kinderen zijn stil en de beroepskracht kijkt: 'Die ligt lekker te slapen'. • Voordat de kinderen aan tafel gaan, moeten ze samen opruimen. Eén van de kinderen is daar druk mee bezig; de anderen doen niet zo veel. De beroepskracht: '... (naam kind), ga jij ook opruimen? Hé jongens dat is geen opruimen wat jullie doen (ze trekken aan het kleed dat op de grond ligt). Kijk, ... (naam kind) is al heel goed aan het opruimen. Hij doet alles alleen'. • De beroepskracht zet de baby die net de fles heeft gehad in de wipstoel en draait de stoel richting de tafel waaraan de andere kinderen zitten: 'Kun je het allemaal zien ... ?'
Overdracht van normen en waarden Uit het pedagogisch veldinstrument: 'Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en de behoefte van individuele kinderen'. In de praktijk: 5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
•
• •
Kinderen mogen niet op de kruk met wieltjes zitten. Die is voor de beroepskrachten. Als een kind er toch op zit, zegt de beroepskracht: '... (naam kind), ga je op je eigen stoel zitten? Niet op deze stoel. Dat vind ik een beetje gevaarlijk. Weet je nog wat er vanmorgen gebeurde op deze stoel?' '... (naam kind), we gaan niet op tafel zitten hè?' Voordat de kinderen aan tafel gaan zitten om wat te drinken, moeten zij eerst opruimen en de verkleedkleren uittrekken: '... (naam meisje), je hebt je jurk nog niet uit'. ... (naam kind), ga jij ook opruimen?' Iedereen moet helpen, maar de beroepskrachten houden wel rekening met de leeftijd van de kinderen. De oudste jongen doet het meeste en de beroepskracht laat merken dat zij dat waardeert.
Conclusie De pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken met de teamleider die als • beroepskracht werkzaam is op de BSO) • Interview anderen (gesproken met de beroepskrachten) • Observaties (in de binnenruimte) • Pedagogisch beleidsplan (van DOL FIJN versie mei 2015) Pedagogisch werkplan (apart hoofdstuk in het algemene beleidsplan: bijzonderheden per • locatie)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag De drie beroepskrachten en de stagiaire die werkzaam zijn in deze groep, hebben een verklaring omtrent het gedrag (VOG) die aan de gestelde eisen voldoet. Het gaat om de volgende personen: • 2 vaste beroepskrachten met VOG's van 21 oktober 2013 en 25 oktober 2013. • 1 invalkracht met een VOG die gedateerd is op 21 november 2013. • Een stagiaire die een contract ondertekend heeft om in te kunnen vallen. Zij heeft een VOG van 16 december 2013.
Passende beroepskwalificatie De drie beroepskrachten hebben een diploma dat aan de gestelde eisen voldoet. Het gaat om de volgende personen: • 2 vaste beroepskrachten met een diploma pedagogisch werk niveau 3. • 1 invalkracht met een diploma pedagogisch werk niveau 4
Opvang in groepen Het kinderdagverblijf heeft één verticale groep voor kinderen van 3 maanden tot 4 jaar. De verticale groep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
Beroepskracht-kindratio Op de dag van het onderzoek was de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen (=beroepskracht-kindratio) in overeenstemming met de eisen die in de Wko staan: 2 beroepskrachten vingen 9 kinderen op. De leeftijd van de kinderen was: 0 jaar (1x), 1 jaar (2x), 2 jaar (2x) en 3 jaar (4x). In week 27 en 28 voldeed de beroepskracht-kindratio ook aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken met de teamleider die als • beroepskracht werkzaam is op de BSO) • Interview anderen (gesproken met de beroepskrachten) • Observaties (in de binnenruimte) • Verklaringen omtrent het gedrag (van de beroepskrachten en de stagiaire) • Diploma's beroepskrachten (SPW niveau 3 en 4) • Presentielijsten (van week 27 en week 28) • Personeelsrooster (van week 27 en 28)
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven http://www.dolfijnkinderopvang.nl 40 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
DOL FIJN Kinderopvang Koolhovenstraat 10 3772MT BARNEVELD www.dolfijnkinderopvang.nl 09091432
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Miriam Rogmans
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Barneveld : Postbus 63 : 3770AB BARNEVELD
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
13-07-2015 17-07-2015 17-07-2015 20-07-2015 22-07-2015 22-07-2015
: 29-07-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. DOL FIJN kinderopvang is in 1996 begonnen met het eerste kinderdagverblijf in Barneveld. Bij de oprichting is gestart met één groep; inmiddels zijn we uitgegroeid naar 15 groepen kinderopvang en 7 BSO groepen verspreid over 6 locaties. DOLFIJN is een organisatie welke veel belang hecht aan kwalitatieve, professionele opvang. We maken alleen gebruik van gediplomeerd personeel, hechten veel belang aan professionele accommodatie en inrichting. Ook voeren we gedegen beleid om de veiligheid en gezondheid van onze kinderen en de werknemers te waarborgen. Dit alles onder het toeziend oog van onze Oudercommissie. De toezichthouder van de GGD heeft een onaangekondigde inspectie uitgevoerd. Alle voorwaarden uit de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen zijn tijdens de inspectie onderzocht. Op de onderdelen waarop de inspecteur moet controleren zoals: • • • •
Pedagogisch klimaat Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Normen en waarden Personeel en groepen Verklaring omtrent gedrag Passende beroepskwalificatie Opvang in groepen Beroepskracht-kindratio Ouderrecht Veiligheid en gezondheid
voldoen we aan de wet kinderopvang. Zij geeft dan ook een positief advies aan de gemeente. Deze beoordeling geeft ons wederom de bevestiging dat DOL FIJN professionele en kwalitatief hoogstaande kinderopvang aanbiedt. Iets om trots op te zijn!
Met vriendelijke groet DOL FIJN Kinderopvang Carla Verschueren
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 DOL FIJN Kinderopvang OndersteBoven te BARNEVELD