Inspectierapport DOL FIJN Kinderopvang Tipper (KDV) Heestereng AH BARNEVELD Registratienummer

Inspectierapport DOL FIJN Kinderopvang Tipper (KDV) Heestereng 3 3773AH BARNEVELD Registratienummer 122891867

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Barneveld 17-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 25-08-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11

2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-08-2015 DOL FIJN Kinderopvang Tipper te BARNEVELD

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Uit het voorgaande onderzoek zijn geen speciale aandachtspunten naar voren gekomen. De leden van de oudercommissie hebben tijdens het onderzoek van 18 augustus 2014 aangegeven tevreden te zijn over de samenwerking met de houder. Het hoofd van de afdeling personeelszaken is naar de locatie toegekomen om vragen van de toezichthouder te beantwoorden. Beschouwing Feiten over Kinderdagverblijf DOL FIJN, locatie Tipper Het kinderdagverblijf (KDV) maakt deel uit van kinderopvangorganisatie DOL FIJN. Deze organisatie is ontstaan na een samengaan van KDV 'Dol-fijn', BSO 'De Inktvis', Regionaal Gastouderbureau 'Harlekijn' en 'De Blokkentoren' Peuterspeelzalen. DOL FIJN heeft zes kinderdagverblijven: vijf in Barneveld en één in Voorthuizen. 'Tipper' is gelegen in het groen aan de Heestereng in de wijk Norschoten. Op deze locatie is plaats voor maximaal 56 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De kinderen zijn verdeeld over een verticale groep, een baby- en een peutergroep. In het pand zijn ook kinderen van de buitenschoolse opvang ondergebracht.

Conclusie De houder van Kinderopvang 'Tipper' voldoet aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko).

Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst onder het kopje 'pedagogische praktijk' is afkomstig uit dit document. Voor alle kinderdagverblijven van DOL FIJN Kinderopvang is één pedagogisch beleidsplan opgesteld. De bijzonderheden per locatie staan in een apart hoofdstuk vermeld. De laatste versie is van mei 2015. Op de dag van het onderzoek waren twee van de drie stamgroepruimtes in gebruik. Eén beroepskracht ving de baby's in hun eigen ruimte op en de kinderen van de verticale groep en de peutergroep speelden samen in de ruimte van de verticale groep. De toezichthouder heeft eerst geobserveerd in de verticale groep en vervolgens kort in de babygroep. In de verticale groep zaten de kinderen aan tafel om wat te eten en te drinken. Eén baby zat in een maxi cosi die vlakbij de tafel stond en de andere baby lag in bed. Na het eet- en drinkmoment gingen de meeste kinderen met grote auto's en vrachtwagens spelen. In de babygroep was het erg rustig: één baby en één dreumes waren wakker. Zij wachtten totdat één van de ouders hen kwam ophalen. Eén baby sliep nog. De vader van de baby die wakker was, kwam al snel. De beroepskracht vertelde hem van alles over wat er die dag gebeurd was. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor een goede uitvoering van het pedagogisch beleidsplan door: • Eén keer per 2 maanden een vergadering te beleggen voor alle locatieverantwoordelijken. Het programma 'Kwibuss' selecteert de documenten die aan de orde moeten komen, zodat de deelnemers de tekst kunnen doornemen. Alle overkoepelende zaken komen tijdens deze vergadering ter sprake. • Beroepskrachten de mogelijkheid te geven om groepsvergaderingen te organiseren. Bij deze vergaderingen is geen teamcoördinator of leidinggevende aanwezig. Het gaat dan bijvoorbeeld over specifieke kinderen. • Eén keer per jaar de huis- en groepsregels door te nemen en te bekijken welke regels nog actueel zijn. De regels die van toepassing zijn op de kinderen, bespreekt de beroepskracht in de groep. • In het voorjaar van 2015 een opfriscursus 'Pedagogisch handelen op basis van RiksenWalraven' aan te bieden. De beroepskrachten konden de cursus in hun eigen tijd volgen. De opkomst was goed. • Beroepskrachten de mogelijkheid te geven om buiten werktijd de opleiding 'SPW 4' te volgen. De opleiding zelf is gratis.


Emotionele veiligheid Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten [...] dragen actief informatie over bij het ophalen. Ouders krijgen antwoord op hun vragen. Ouders worden zoveel mogelijk door een vaste beroepskracht/mentor aangesproken'. In de praktijk: Als de vader zijn zoon (een baby) komt ophalen, vertelt de vaste beroepskracht dat de jongen die dag heel nieuwsgierig en ondernemend geweest is en dat hij met allerlei soorten speelgoed heeft gespeeld. Zij geeft ook aan hoeveel de baby geslapen heeft en wanneer hij de laatste fles heeft gehad. Als de vader vraagt of zijn zoontje gespuugd heeft, antwoordt de beroepskracht: 'Hij is net aan het spugen geweest toen hij op de grond lag'. Persoonlijke competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen zijn door de kinderen zelf gemaakt. Er is verband tussen (een deel van) de werkjes of rapportages in de groepsruimte, en thema-activiteiten'. In de praktijk: Het thema op de BSO is 'Hawaii'; op het kinderdagverblijf is 'Zomer' het thema waarbinnen de beroepskrachten werken. In de binnenruimte is goed te zien dat het 'Zomer' is. Er zijn veel werkstukjes van de kinderen opgehangen: uitgeknipte ijsjes die op een gekleurd vel zijn geplakt, cocktaildrankjes met citroen en een rietje, versierde schelpen, palmboompjes waarbij de afdrukken van handjes de bladeren vormen, voetstapjes (afdrukken van de kindervoetjes) op het strand etc. Sociale competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen (bv. leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen) [...]'. In de praktijk Voorbeelden waaruit bovenstaande blijkt: • 'Waar ga je zo mee spelen? Weet je het al? Met de vrachtauto's. Lekker crossen samen met ... (naam ander kind)? Gezellig!' • Tegen een kind dat een treinrails aan het bouwen is: 'Ben je samen met ... (naam ander kind) bezig? Gezellig! ... (naam kind) heb je al zo veel gebouwd? Zullen we hem even opschuiven, dan kun je verder bouwen'. • Aan tafel zegt één van de kinderen: 'Ik heb het op'. De beroepskracht: 'Goed gedaan. Mag je nog even wachten, want we moeten nog schone monden doen'. • Een meisje staat bij haar baby-zusje die in een maxi cosi zit. Zij veegt haar mondje af en maakt contact met haar. De beroepskracht: 'Je kleine zusje helpen. Dat vind je altijd leuk hè ... (naam meisje)?' • Eén jongen is verdrietig omdat hij geen vrachtwagen heeft. Een ander kind heeft er twee. De beroepskracht: '... (naam kind met 2 vrachtwagens), jij mag nu kiezen welke jij aan ... (naam verdrietige kind) gaat geven'. • Als een baby weggaat, zegt de beroepskracht tegen het andere kind: 'Zwaai maar dag naar ... (naam baby)'.


Overdracht van normen en waarden Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen [...]'. In de praktijk: Vriendelijk • In de babygroep is een kind alleen aan het 'spelen' in de groep. Eén van de groepsgenootjes ligt in bed en de ander is net opgehaald. Het meisje zit te wachten totdat één van haar ouders komt. De beroepskracht: 'Je bent je nu wel een beetje aan het vervelen. Kom er maar even bij zitten (neemt meisje op schoot), dan kun je wat vertellen. Papa komt zo'. • '... en ... jullie mogen even uit de speelgoedbak gaan. Jullie zijn toch geen speelgoed!' Troosten/helpen • Eén jongen is verdrietig omdat hij geen vrachtwagen heeft. Een ander kind heeft er twee. De beroepskracht: '... (naam kind met 2 vrachtwagens), jij mag nu kiezen welke jij aan ... (naam verdrietige kind) gaat geven'. • 'Kom maar, zal ik even je veters dichtdoen'. • De beroepskracht geeft een tip bij het bouwen van de rails als ze ziet dat de kinderen niet verder kunnen bouwen: 'Zullen we hem (de rails) even opschuiven, dan kun je verder bouwen. Dan kun je aan die kant bouwen. Daar kan 'ie wel verder'. Conclusie De pedagogische praktijk voldoet aan de eisen die in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) staan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesprek met het hoofd van de afdeling • personeelszaken) • Interview anderen (gesproken met 3 beroepskrachten van 3 stamgroepen) • Observaties (in de binnenruimtes van 2 stamgroepen) • Pedagogisch beleidsplan (van toepassing op alle kinderdagverblijven, versie mei 2015) • Pedagogisch werkplan (hoofdstuk 5 uit het algemene beleidsplan: bijzonderheden per locatie)


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het onderzoek van 18 augustus 2014 zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van alle beroepskrachten ingezien en goedgekeurd. Sindsdien is er één nieuwe medewerker in dienst gekomen. Haar VOG is gedateerd op 29 juli 2014 en voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Tijdens het onderzoek van 18 augustus 2014 zijn de diploma's van alle beroepskrachten ingezien en goedgekeurd. Sindsdien is er één nieuwe medewerker in dienst gekomen. Haar diploma voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Kinderdagverblijf DOL FIJN Tipper heeft drie stamgroepen: • Een babygroep voor maximaal 12 kinderen van 3 maanden tot 2 jaar. • Een peutergroep voor maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. • Een verticale groep voor maximaal 16 kinderen van 3 maanden tot 4 jaar. Op woensdagen, vrijdagen en in de vakanties zijn de peutergroep en de verticale groep vaak samengevoegd. Beroepskracht-kindratio Op de dag van het onderzoek was de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen (= beroepskracht-kindratio) in overeenstemming met de eisen die in de Wko staan: • In de babygroep ving 1 beroepskracht 5 kinderen op tussen 0 en 2 jaar. • In de samengevoegde groep met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar vingen 2 beroepskrachten 10 kinderen op. De meeste kinderen waren 2 jaar of ouder. In de weken van de steekproef voldeed de beroepskracht-kindratio ook aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesprek met het hoofd van de afdeling • personeelszaken) • Interview anderen (gesproken met 3 beroepskrachten van 3 stamgroepen) • Observaties (in de binnenruimtes van 2 stamgroepen) Verklaringen omtrent het gedrag (van 29 juli 2014. Het gaat om een stagiaire die een contract • aangeboden heeft gekregen.) • Diploma's beroepskrachten (MBO gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) • Presentielijsten (van week 27 en week 32) • Personeelsrooster (van week 27 en week 32)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

DOL FIJN Kinderopvang Tipper http://www.dolfijnkinderopvang.nl 56 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

DOL FIJN Kinderopvang Koolhovenstraat 10 3772MT BARNEVELD www.dolfijnkinderopvang.nl 09091432

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Miriam Rogmans

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Barneveld : Postbus 63 : 3770AB BARNEVELD

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

17-08-2015 21-08-2015 24-08-2015 25-08-2015 26-08-2015 26-08-2015

: 02-09-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. DOL FIJN kinderopvang is in 1996 begonnen met het eerste kinderdagverblijf in Barneveld. Bij de oprichting is gestart met één groep; inmiddels zijn we uit gegroeid naar 15 groepen kinderopvang en 7 BSO groepen verspreid over 6 locaties. DOLFIJN is een organisatie welke veel belang hecht aan kwalitatieve, professionele opvang. We maken alleen gebruik van gediplomeerd personeel en zorgen voor professionele accommodatie en inrichting. Ook voeren we gedegen beleid om de veiligheid en gezondheid van onze kinderen en de werknemers te waarborgen. Dit alles onder het toeziend oog van onze Oudercommissie. De toezichthouder van de GGD heeft een onaangekondigde inspectie uitgevoerd. Alle voorwaarden uit de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen zijn tijdens de inspectie onderzocht. Op • • • • • • • • • • • •

de onderdelen waarop de inspecteur moet controleren zoals: Normen en waarden Sociale competentie Persoonlijke competentie Emotionele veiligheid Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Verklaring omtrent gedrag Passende beroepskwalificatie Opvang in groepen Beroepskracht-kindratio Ouderrecht Veiligheid en gezondheid

voldoen we aan de wet kinderopvang. Zij geeft dan ook een positief advies aan de gemeente.

Carla Verschueren


Inspectierapport DOL FIJN Kinderopvang Tipper (KDV) Heestereng AH BARNEVELD Registratienummer

Recommend Documents