Kwartaalbericht Regio's ING Economisch Bureau
Innovatiepotentieel niet in alle provincies benut Zuid-Holland en Flevoland hebben het meest te winnen In een sneller veranderende wereld staat innovatie steeds meer in de schijnwerpers. De Nederlandse innovatiepotentie loopt regionaal behoorlijk uiteen. Utrecht en Noord-Holland hebben het grootste potentieel voor innovatie. In Zeeland en Drenthe zijn de uitgangspunten het minst gunstig. Een goed ‘innovatieprofiel’ is niet altijd een garantie voor succes. Zo staat Zuid-Holland er in potentie goed voor, maar blijft de provincie met innovatie toch het meest achter. Ook Flevoland moet beter kunnen. Daarentegen scoort Noord-Brabant naar verhouding het best.
bedrijfsprocessen. Innovatiesucces blijkt voor het grootste deel aan sociale innovatie toe te schrijven1. Het gaat dan bijvoorbeeld om het implementeren van nieuwe ICT-systemen en het slimmer organiseren van de werkzaamheden, zoals met ‘het nieuwe werken’ gebeurt. Ook nieuwe vormen van samenwerking met ketenpartners of concurrenten vallen hieronder.
Figuur 1 Innovatiepotentieel per provincie
Innovatie voor economische vooruitgang Innovatie staat steeds vaker hoog op de agenda en dat is niet zonder reden. Met innovatie creëren bedrijven en instellingen efficiëntie en onderscheidend vermogen. In een dynamischere economie wordt dit steeds belangrijker. Op nationaal en regionaal niveau versterkt innovatie de economische basis. De toegevoegde waarde die het oplevert, vormt een bron van nieuwe werkgelegenheid en groei en verdient daarom de aandacht. Vernieuwing vraagt om inventiviteit, denkkracht èn ondernemerschap Voor succesvolle toepassing van iets nieuws is inspiratie, inventiviteit en denkkracht nodig. Mensen kunnen dit zowel als werknemer of als ondernemer binnen organisaties aan de dag leggen. Het profiel van de arbeidsmarkt in de regio, maar ook de bedrijfsdynamiek zijn daarmee van belang voor uiteindelijk innovatiesucces. In deze publicatie staat de stand van het regionale innovatiepotentieel en de vergelijking met het uiteindelijke innovatieresultaat centraal (box 1). Hoewel het Nederlandse innovatieklimaat internationaal hoog staat aangeschreven, zijn er regionaal flinke verschillen. Dit geldt ook voor de uiteindelijke vertaling naar succes. Innovatie is meer dan nieuwe techniek Bij innovatie wordt vaak direct gedacht aan baanbrekende technische vernieuwingen. Dit betekent niet dat innovatie door dienstverlenende bedrijven daarmee nauwelijks mogelijk is. Het woord innovatie wekt soms de indruk dat het altijd baanbrekend moet zijn, maar in de praktijk zit innovatie echter ook vaak in kleine vernieuwingen zoals verbetering van
94 89 82 110
101 82
101 115
98 97
97 85
Bron: ING Economisch Bureau, CBS, KvK
Grootste potentieel voor Utrecht en Noord-Holland Uit de gemaakte analyse blijkt dat het innovatiepotentieel van de provincie Utrecht het grootst is, gevolgd door NoordHolland, waar Amsterdam een groot gewicht in de schaal legt (figuur 1). De invloed van de stad heeft duidelijk een positief effect op het innovatiepotentieel. Dit is ook te zien in andere 1
EIM/Rotterdam School of Management
Tabel 1 Ranking innovatiepotentie per provincie op vijf indicatoren (gemiddelde NL = 100) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Utrecht Noord-Holland Flevoland Zuid-Holland Overijssel Noord-Brabant Gelderland Groningen Friesland Limburg Zeeland Drenthe
Totaal innovatiepotentie % hoger opgeleiden % kenniswerkers Innovatieve banen Groei inn. starters % zelfstandigen 115 128 130 112 75 111 110 117 114 108 95 114 101 86 94 116 125 87 101 101 103 95 115 88 98 89 91 99 125 99 97 96 92 111 85 99 97 94 95 96 105 98 94 104 97 76 95 106 89 82 83 80 105 119 85 83 85 89 75 93 82 68 77 82 105 95 82 76 80 81 85 96
Bron: CBS, KvK, ING Economisch Bureau
provincies met steden waar zich bijvoorbeeld universiteiten, hogescholen of onderzoeksinstellingen bevinden. Innovatiepotentieel staat en valt met de beschikbaarheid van kenniswerkers en daarmee is het woon- en leefklimaat van een gebied een belangrijke factor. Hoewel innovatie gestimuleerd door stedelijke concentratie van bedrijvigheid en goed gedijt bij menselijke interactie, betekent dit niet dat dichtbevolkte gebieden geen potentieel hebben. Clustering van bedrijvigheid kan bijvoorbeeld (zoals in de ‘valleys’) heel goed werken. Hierbij kan ook de vestiging van buitenlandse bedrijven een stimulerende factor zijn. Uitgangspunten in Zeeland en Drenthe minst gunstig Landelijk gezien is het innovatiepotentieel in Drenthe het laagst, gevolgd door de provincie Zeeland. Drenthe scoort op alle onderdelen van de index ondergemiddeld en blijft daarmee het meest achter. Enige lichtpunt is dat de provincie in verhouding tot het potentieel op innovatieresultaat nog redelijk goed scoort (figuur 2). Zeeland onderscheidt zich met een hoger aantal starters.
(tabel en figuur 2), om een beeld te krijgen van de mate waarin innovatiepotentieel zich vertaalt in resultaat.
Tabel 2 Ranking daadwerkelijke innovatie (NL = 100) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Noord-Brabant Utrecht Limburg Noord-Holland Gelderland Overijssel Groningen Friesland Drenthe Flevoland Zeeland Zuid-Holland
Bron: CBS, KVK, ING Economisch Bureau
Figuur 2 Vertaling innovatiepotentieel in resultaat
Box 1 Regionale innovatiepotentie beoordeeld op basis van vijf indicatoren Uitgangspunten voor het bepalen van de regionale innovatiepotentie zijn het profiel van de werkzame bevolking, ondernemerschap en innovatieve bedrijvigheid als ‘enablers’ van innovatie. Om de vergelijking te maken kijken we naar vijf indicatoren (figuur 1 en tabel 1): het aantal hoger opgeleiden, het aantal kenniswerkers, het aantal innovatieve banen en de gemiddelde groei van het aantal innovatieve starters2. Aangezien innovatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt steeds meer buiten de dienstbetrekking afspeelt, is tenslotte het aantal zelfstandigen van belang. Zelfstandigen die op meerdere plaatsen bij bedrijven en instellingen actief zijn kunnen een waardevolle bijdrage leveren in de verspreiding van kennis. In aansluiting daarop wordt de score van de regio op innovatiepotentie vergeleken met de score op daadwerkelijke innovatie3 2
Referentieperiode 2011-2013. Op basis van eerder onderzoek worden starters uit de agrarische sector, industrie, ICT, groothandel en onder zoek, advisering en specialistische zakelijke diensten hiertoe gerekend. 3 De basis hiervoor is het rapport ‘Grote verschillen in regionale innovatie 2013’. https://www.ing.nl/zakelijk/ing-economisch-bureau/regios Kwartaalbericht Regio's juni 2014 2
130 124 117 103 102 98 96 92 92 90 88 86
Bron: CBS, KvK, ING Economisch Bureau
Noord-Brabant weet potentie het best te benutten, Zuid-Holland heeft het meest te winnen Als we het innovatiepotentieel van de provincies vergelijken met daadwerkelijke innovatieprestaties - gemeten in aantal innovatoren in het bedrijfsleven, productiviteitsgroei, bedrijvendynamiek en innovatieuitgaven - dan komt NoordBrabant daar het sterkst uit. Daarentegen slaagt Zuid-Holland er het minst goed in om potentieel om te zetten in resultaat. Grote verschillen in starters en opleidingsniveau Wat betreft de uitgangspunten voor innovatie zijn de grootste verschillen tussen de provincies te vinden in de kwaliteit van de arbeidsmarkt. Zo bestaat 42% van de werkzame beroepsbevolking in Utrecht uit kenniswerkers en is dit in Zeeland voor slechts 25% van de werkenden het geval (figuur 3). Ook op het gebied van starters is het verschil groot. Waar het aantal innovatieve starters in Flevoland in de periode 2011-2013 jaarlijks met bijna 5% groeide, kromp dit aantal in Limburg juist met een vergelijkbaar cijfer.
Figuur 3 Verschil in aandeel kenniswerkers
tage nog altijd toe. Wat betreft het aandeel zogenoemde kenniswerkers in de werkzame beroepsbevolking zakt de provincie Groningen echter een plaatsje naar een niveau onder het nationale gemiddelde. Dit is een verbeterpunt: het aantrekken van nog meer bedrijven die banen op hoger en wetenschappelijk onderwijsniveau aanbieden. Het feit dat IBM voor Groningen heeft gekozen, geeft aan dat het perspectief voor de creatie van hoog gekwalificeerde werkgelegenheid goed is. Teleurstellend is nog het aandeel innovatieve banen. Slechts één op de vijf banen in de stad Groningen en omgeving is te kwalificeren als innovatief, tegenover één op de vier in Nederland. Alleen de sector informatie en communicatie steekt er dankzij de sterk vertegenwoordigde creatieve klasse bovenuit en levert met Crowdynews en Horus ook kandidaten voor de nationale MKB Innovatie Top 100 van 2014. De slimme straatverlichting van de Groningse start-up Tvilight is ook een bewijs hoe innovatief de provincie kan zijn. Hekkensluiter Oost-Groningen, maar ook Delfzijl - ondanks het chemiecluster - bieden eveneens weinig innovatieve banen. Ook de ontwikkeling van het aantal starters in innovatieve sectoren is ondermaats: het aantal daalde van 2011 tot 2013 van 675 naar 601. Groningen presteert wel bovengemiddeld met het percentage zelfstandigen, een bron van vooral sociale innovatie. Ongeveer één op de zes werkenden is zzp’er, iets meer dan gemiddeld in Nederland. De hoge aandelen van zowel vacatures als werkzoekenden in het segment ‘hoger opgeleid’ zou een bron van innovatie kunnen zijn, als deze groepen beter kunnen worden gematched, een tweede verbeterpunt. Op het gebied van financieringen zorgt het nieuwe Innovatie Fonds Noord-Nederland voor een steuntje in de rug om het innovatiepotentieel beter uit te nutten.
Innovatiepotentieel Friesland Landelijke ranking: 9 Vertaling in resultaat: licht boven verwachting Bron: CBS, ING Economisch Bureau
In het hiernavolgende deel van de publicatie gaan we dieper in op de innovatiepotentie en de vertaling daarvan naar daadwerkelijk succes op provincieniveau.
Innovatiepotentieel Groningen Landelijke ranking: 8 Vertaling in resultaat: volgens verwachting Groningen wil èn kan van middenmoot naar subtop op de innovatieladder Op het gebied van innovatiepotentieel neemt Groningen een plaats in de middenmoot in (achtste). De zevende plaats op de ranking voor de gerealiseerde innovatie is hiermee vergelijkbaar. Een plaats in de subtop zou net als voor de FC Groningen haalbaar moeten zijn, zeker met de 400 jaar oude universiteit als stevig fundament onder het innovatiepotentieel. Met 36% hoger opgeleiden staat de provincie na Utrecht en Noord-Holland al derde en bovendien neemt dit percenKwartaalbericht Regio's juni 2014 3
Friesland scoort goed met vele zzp’ers en innovatieve starters, maar slecht met opleidingsniveau Friesland scoort met een negende plek laag op de ranglijst van innovatiepotentieel in de twaalf provincies. Een lage notering is aan drie factoren toe te schrijven: het aandeel Friezen met een hogere opleiding, het percentage kenniswerkers en het aandeel innovatieve banen. Met NHL, VHL en Stenden zijn er wel hogescholen of dependances ervan, maar geen universiteit. Bovendien blijft het aantal banen op hoger en wetenschappelijk beroepsniveau ver achter op de landelijke niveaus. Leeuwarden lijkt een minder sterke magneetfunctie te hebben dan de stad Groningen op zowel studenten als bedrijven uit het noorden, de rest van Nederland en het buitenland. Het goede nieuws is dat Friesland bovengemiddeld scoort wat betreft de ontwikkeling van het aantal innovatieve starters en zelfs bovenaan staat met het percentage zelfstandigen in de werkzame beroepsbevolking. In Friesland is 18% zelfstandig, in Nederland 15%. Deelregio Zuidwest-Friesland is nationaal gezien na Amsterdam en Zuidwest-Overijssel de derde regio wat betreft het aandeel van zzp’ers. Het aantal starters in innovatieve sectoren is sinds
2010 met circa 725 per jaar in Friesland constant, maar dit is beter dan de achteruitgang die in geheel Nederland te zien was. Vooral in de agrarische sector en de industrie is er een bovengemiddeld aantal starters. Agro-food is het fundament van deze provincie en de honderden miljoenen investeringen in de zuivelindustrie in en rond onder meer Heerenveen, maar ook de robotisering bij het industriële innovatiecluster in Drachten zijn gepaard gegaan met innovatieve start-ups actief in de agrarische en industriële ketens. Opmerkelijk is dat de gerealiseerde innovatieprestatie met een achtste plaats hoger ligt dan de negende voor het innovatiepotentieel. Voor een groot deel heeft dit te maken met de aanwezigheid van Philips. De elektrotechnische industrie besteedt namelijk verhoudingsgewijs een flink deel van haar omzet aan R&D.
Innovatiepotentieel Drenthe Landelijke ranking: 12 Vertaling in resultaat: licht boven verwachting Drenthe kent ondanks lichtpuntjes het laagste innovatiepotentieel in Nederland Drenthe blijft met een score voor het innovatiepotentieel van 82 niet alleen ruim achter bij het nationale gemiddelde, maar is bovendien hekkensluiter. De provincie scoort met een negende plaats echter wel beter dan verwacht op het gebied van daadwerkelijke innovatie. Enkele grote innovatieve bedrijven zoals Fokker Aerostructures in Hoogeveen en Teijin Aramid in Emmen zijn hiervoor verantwoordelijk. Met zowel opleidingsniveau als het percentage kenniswerkers heeft Drenthe de op één na slechtste score. De verschillen in opleidingsniveau zijn binnen de provincie fors: ZuidoostDrenthe kent na Delfzijl relatief het laagste aantal hoger opgeleiden (19%). In Noord-Drenthe, met bestuurlijk centrum Assen en dichter bij Groningen met haar universiteit gelegen, ligt dit met 33% op het landelijke gemiddelde. Het aantal hogere en wetenschappelijke beroepen is met circa 50.000 na Zeeland het laagste. Ditzelfde geldt voor het aandeel: één van de vier banen is van dit niveau, tegenover één van de drie in heel Nederland. Met het aandeel innovatieve banen neemt Drenthe weliswaar slechts een tiende positie in, maar daarmee presteert het beter dan de twee andere noordelijke provincies. Dit is vooral te danken aan het transportcluster rond Hoogeveen, de in zuidelijk Drenthe goed vertegenwoordigde zuivelindustrie (o.a. DOC Kaas). Goed nieuws voor Drenthe is dat het aantal starters in innovatieve sectoren na een 15% daling in de periode 2010-2012 vorig jaar weer toenam. Alleen in Flevoland en Drenthe is dat het geval.
Innovatiepotentieel Overijssel Landelijke ranking: 5 Vertaling in resultaat: licht beneden verwachting Innovatief werk en starters drijvende kracht innovatiepotentieel Overijssel Het innovatiepotentieel van Overijssel wordt gedragen door innovatieve banen van werknemers en zelfstandigen en veel starters. De index van innovatiepotentieel komt iets onder het Kwartaalbericht Regio's juni 2014 4
landelijke gemiddelde uit (98) en ligt daarmee ongeveer in lijn met de score voor daadwerkelijke innovatie. Overijssel kent een relatief groot aantal banen in de machinebouw, de rubber- en kunststof- en textielindustrie. Met name ZuidwestOverijssel (het gebied Deventer, Raalte en Olst-Wijhe) en Twente scoren goed op deze pijler. Bovendien telt de provincie veel starters in innovatieve sectoren, waarbij de industrie er bovenuit steekt. Als een van de weinige provincies laat Overijssel tussen 2010 en 2013 groei zien in het aantal starters. Mede hierdoor bereikt Overijssel een positie in de top vijf van provincies met het hoogste innovatiepotentieel. Wat het aandeel zelfstandigen betreft scoren met name Zuidwest- en Noord-Overijssel goed. De provincie blijft juist achter bij het gemiddelde voor Nederland op het aandeel kenniswerkers en hoger opgeleiden. Het aandeel hogere en wetenschappelijke beroepen ligt in Noord- en ZuidwestOverijssel met 32% weliswaar op het landelijke gemiddelde, maar Twente scoort minder. Ondanks de aanwezigheid van de UT en een flink aantal kennis- en onderzoeksinstituten heeft Twente relatief weinig kenniswerkers en een beperkt deel hoger opgeleiden. Er zijn daarentegen wel veel banen bij innovatieve bedrijven als Ten Cate en Thales. Al bij al dragen alle Overijsselse regio’s hun steentje bij aan het degelijke innovatiepotentieel van de provincie.
Innovatiepotentieel Gelderland Landelijke ranking: 7 Vertaling in resultaat: volgens verwachting Innovatiepotentieel in Gelderland benut Op de ranglijst van provincies met het grootste innovatiepotentieel eindigt Gelderland in de middenmoot. Als het op daadwerkelijk innoveren aankomt, scoort de provincie iets hoger (top vijf). Het iets achterblijven van bijvoorbeeld het aandeel hoger geschoolden en kenniswerkers bij het landelijke gemiddelde wordt in de praktijk goed gemaakt door personeel van buiten de regio aan te trekken (18% van de Gelderse banen) en zowel publieke als private R&D investeringen (Health Valley, Food Valley). Waar Arnhem/Nijmegen met 40% een duidelijk groter aandeel hoger opgeleiden heeft, blijven Achterhoek, Zuidwest-Gelderland en de Veluwe op dit punt flink achter. Het aandeel kenniswerkers vertoont, mede dankzij de Radboud universiteit, het universitair medisch centrum en verschillende hogescholen een vergelijkbaar beeld, maar de Veluwe presteert door Food Valley (met Wageningen UR), relatief beter. Qua banen in innovatieve sectoren scoort Gelderland ook iets minder dan gemiddeld, vooral omdat Arnhem-Nijmegen relatief weinig van deze banen kent. Het gaat dan vooral om industriële banen. Zuidwest-Gelderland (groothandel en meubelindustrie) en ook de Veluwe (food industrie) en de Achterhoek (maakindustrie) presteren in dat opzicht beter. De provincie kent behoorlijk wat bedrijvendynamiek in innovatieve sectoren. Er zijn relatief veel starters in groothandel en industrie. Het totale aantal starters is tussen 2010 en 2013 weliswaar licht gedaald, maar landelijk was sprake van een grotere daling (-7%). Verder ligt het aandeel zelfstandigen rond het Nederlandse gemid-
delde. Deze ZZP’ers leveren in potentie een impuls aan innovatie. Al bij al doet Gelderland het op innovatievlak niet slecht. Ook op financieringsgvlak is er met de PPM Oost extra ruimte om bedrijven te helpen te investeren in innovaties.
Innovatiepotentieel Utrecht Landelijke ranking: 1 Vertaling in resultaat: volgens verwachting Utrecht innovatieleider in Nederland (en Europa) Het innovatiepotentieel van de provincie Utrecht steekt, zeker wat de arbeidsaspecten betreft, nog altijd ver boven het Nederlandse gemiddelde uit. Met een totaalscore van 115 op innovatiepotentieel bezet Utrecht de eerste plaats van alle provincies. Er kan dan ook uit een grote groep hoger geschoolden geput worden: 44% van de Utrechters is hoger opgeleid tegen 34% landelijk. Ook wat banen betreft kent de provincie een prima innovatieklimaat. Het aandeel kenniswerkers ligt met 42% in lijn met het aantal beschikbare hoger geschoolden. Er zijn bovendien veel banen in innovatieve sectoren zoals ICT en kennisintensieve zakelijke diensten: ruim 192.000. Met name het grote aantal ingenieursbedrijven, zoals de topspelers RoyalHaskoningDHV, Grontmij en Movares en een omvangrijke IT sector zorgen ervoor dat het aandeel innovatieve banen bijna een vijfde hoger ligt dan landelijk. Daarnaast kent Utrecht veel zelfstandigen. Deze zzp’ers zijn door de kennis die ze bij verschillende opdrachtgevers opdoen, doorgaans meer innovatief. De dynamiek in innovatieve sectoren is in Utrecht daarentegen minder groot. Het aantal starters in bijvoorbeeld ICT en groothandel neemt sterker af dan landelijk. Utrecht maakt de innovatiepotentie ook waar. In de ranking van daadwerkelijke innovatie is de provincie ook bovenin te vinden. De eerste plaats op het EU regionale innovatie scorebord laat bovendien zien dat Utrecht tot de innovatieleiders in Europa behoort. Aan minder scorende punten als lage private R&D investeringen wordt bovendien gewerkt met de uitbouw van het Utrecht Science Park. Naast kennis- en onderzoekstinstellingen biedt het onderdak aan zo’n 30 op life science gerichte bedrijven van groot (Danone, Nutricia) tot klein (Microdish). Als de belofte van meer innovaties wordt ingelost zal dit de positie van Utrecht als concurrerende, innovatieve kenniseconomie verder versterken.
Innovatiepotentieel Flevoland Landelijke ranking: 3 Vertaling in resultaat: sterk beneden verwachting Flevoland is tot veel in staat, maar succes moet van onderaf komen Flevoland kent als jongste Nederlandse provincie met een jonge bevolking bijna per definitie veel ruimte voor vernieuwing en initiatief. Waar het relatief lage aantal hoger opgeleiden met 29% een kwetsbare factor is, scoort de provincie landelijk het hoogst op innovatieve banen in bijvoorbeeld de ICT-sector, groothandels en de voedingsmiddelenindustrie. Totaal hebben ca. 52.000 banen in de provincie een innovatief karakter. Ook behoort het aantal innovatieve startende Kwartaalbericht Regio's juni 2014 5
bedrijven in Flevoland landelijk bij de top. Dit betekent dat het aan ondernemerschap niet ontbreekt. Gezien het toenemende aantal jonge Flevolanders dat de komende jaren de arbeidsmarkt betreedt, zijn de voortekenen voor de komende jaren ook gunstig. Per saldo neemt Flevoland daarmee na Utrecht en Noord-Holland landelijk een verdienstelijke derde plaats met het innovatiepotentieel. Net als Zuid-Holland weet Flevoland het potentieel echter onvoldoende te gelde te maken en om te zetten in concreet innovatieresultaat. De regio kent met het lucht- en ruimtevaartlaboratorium bij Marknesse en Animal Science Group (onderdeel WUR) twee grote onderzoekscentra, maar in het algemeen moet de provincie het hebben van het MKB. Doorgaans is het budget voor onderzoek en ontwikkeling hier beperkter dan bij grote bedrijven. Dit neemt niet weg dat ook met beperkte middelen slimme vernieuwingen tot stand kunnen worden gebracht, zoals bij Andela techniek en innovatie of CB Flevoland. Innovatiesucces moet in Flevoland van kleinere initiatieven en dus vooral ‘bottom up’ komen. Dat veel hoger opgeleide kenniswerkers bij bedrijven en instellingen in Amsterdam werken is een beperkende factor voor het innovatiepotentieel. Dit verklaart ten dele dat de provincie uiteindelijk minder innovatieresultaten weet te boeken dan andere provincies. Om de balans te verbeteren kan de provincie structureel streven naar verbetering van het leef- en vestigingsklimaat. Voor het innovatiepotentieel is het positief dat Hogeschool Windesheim zich inmiddels naast de Agrarische Hogeschool een vaste plek heeft verworven in Flevoland. Dit zorgt ervoor dat er meer hoger opgeleiden en kenniswerkers in de regio worden afgeleverd. Wel blijft de uitdaging groot om de eerste lichting afgestudeerden ook zo veel mogelijk aan de regio te binden.
Innovatiepotentieel Noord-Holland Landelijke ranking: 2 Vertaling in resultaat: licht beneden verwachting Noord-Hollands innovatiepotentieel profiteert van Amsterdam-effect Noord-Holland scoort landelijk bij de koplopers als het gaat om innovatiepotentie. Na Utrecht neemt de provincie een tweede plaats in. Dit is vooral te danken aan de dynamiek in de zuidelijke helft van de provincie. In en rond Amsterdam, Haarlem en in de regio Gooi- en Vechtstreek wonen en werken relatief veel hoogopgeleiden en kenniswerkers en dat heeft een gunstig effect op het innovatieklimaat. Vooral de stad Amsterdam - dat zijn bevolking het afgelopen jaar met 1,5% vijf keer zo hard zag groeien als gemiddeld - heeft een aanzuigende werking op kenniswerkers. Tot voor kort bleef de hoofdstad met een sterk ondervertegenwoordigde industrie achter op het vlak van technologische innovatie, maar er zijn stappen gezet om de voedingsbodem ook wat dit betreft te verbreden. Met de toegenomen aandacht voor de maakindustrie en het aantrekken van twee technologische topinstituten voor grootstedelijke vraagstukken (MIT in samenwerking met TU Delft en Wageningen Universiteit) en AMSL worden de uitgangspunten voor innovatie op dit vlak verbeterd. Via het ‘living lab’-principe bestaat de mogelijkheid om ideeën direct in de praktijk te toetsen. Dit heeft een stimulerende
werking op innovatieve starters zoals op het Amsterdamse Science Park. Intensievere samenwerking tussen het bestaande bedrijfsleven en de universiteiten VU en UvA is nog wel iets wat voor verbetering vatbaar is. Hoewel de Noordelijke helft van provincie met ECN een groot onderzoeksinstituut kent, is de infrastructuur voor innovatie boven het Noordzeekanaal minder gunstig. Zo tellen de Zaanstreek en de kop van Noord-Holland slechts half zoveel hoger opgeleiden als in Amsterdam en scoren alle regio’s op dit punt lager dan gemiddeld. Positief is dat het aantal starters in de Kop van Noord-Holland (inclusief West-Friesland) en de regio Alkmaar de laatste tijd in de lift zit. Hiermee kan het innovatieniveau worden aangewakkerd en dat is economisch gezien ook nodig. Vanuit dit oogpunt kan het provinciale ‘participatiefonds duurzame economie’ een faciliterende en stimulerende werking hebben op bijvoorbeeld starters en groeiende bedrijven in hoogwaardige agrarische bedrijvigheid en industrie. De ontwikkelingsmaatschappij NoordHolland-Noord vervult hierbij een aanjagende rol.
Innovatiepotentieel Zuid-Holland Landelijke ranking: 4 Vertaling in resultaat: sterk beneden verwachting Zuid-Holland heeft het meest te winnen op innovatiegebied Als meest verstedelijkte provincie van Nederland heeft ZuidHolland in de basis een ‘natuurlijke’ voorsprong op innovatiegebied. Na Noord-Holland, Utrecht en Groningen telt ZuidHolland de meeste hoogopgeleiden en dit aandeel groeit ook in een stad als Rotterdam inmiddels gestaag. Bovendien is de kennisinfrastructuur van een goed niveau. Zo kent de provincie met onder andere Universiteiten en Hogescholen in Leiden, Delft en Rotterdam, het Bio Sciencepark in Leiden, het Westland en TNO veel bedrijven en instellingen van een goed niveau. Hoewel het innovatiepotentieel door de Rijnmond en het gebied rond de Drechtsteden wordt gedrukt, eindigt de provincie als vierde hoog in de landelijke middenmoot. Toch vertaalt zich dit niet in een goed innovatieresultaat. Opvallend is dat het aantal innovatieve banen flink achterblijft bij het landelijk gemiddelde, waarmee een belangrijke aanjager van innovatie zwak vertegenwoordigd is. Wat betreft daadwerkelijke innovatie is Zuid-Holland landelijk zelfs hekkensluiter. Op basis van het profiel zou de provincie beter moeten kunnen en hier ligt een belangrijke uitdaging. Een van de oorzaken van matige innovatieresultaat is het feit dat de kennis niet altijd bij de sterk vertegenwoordigde bedrijven in energie, chemie en transport en logistiek terechtkomt. Er wordt wel kennis ontwikkeld, maar er is dus meer verzilvering (‘valorisatie’) van kennis nodig. Een van de terreinen waar vooral voor het metropoolgebied Den-Haag Rotterdam veel innovatiekansen liggen is de ‘groene’ economie4, die ondermeer de traditionele industrie in de haven kan verrijken. Te denken valt dan aan biotech, duurzame energie en transport. Daarnaast biedt ‘Security Delta’ in Den Haag veel potentieel aan vernieuwing. Al met al zijn de Zuid4
PBL, LEI, Roland Berger
Kwartaalbericht Regio's juni 2014 6
Hollandse uitgangspunten voor innovatie vrij goed, maar is er veel meer actie nodig om dit in resultaten om te zetten. Meer kruisbestuiving en ondernemerschap kan uitkomst bieden.
Innovatiepotentieel Zeeland Landelijke ranking: 11 Vertaling in resultaat: volgens verwachting Zeeuwse arbeidsmarkt drukt innovatiepotentie Zeeland kent van de 12 provincies het laagste aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking (23%) en ook het laagste percentage kenniswerkers in de werkzame beroepsbevolking. In de regio Zeeuwsch-Vlaanderen speelt dit naar verhouding sterker dan in Overig Zeeland. De Hogeschool Zeeland (Vlissingen, Terneuzen) biedt onderwijs aan ruim 4.300 studenten en zorgt voor instroom van hoger opgeleiden. Voor de provincie blijft het desondanks een uitdaging om het opleidingsniveau van de bevolking te verhogen. De relatief kleine arbeidsmarkt en, daarmee samenhangend, een kleinere diversiteit aan banen beperken de aantrekkelijkheid voor hoger opgeleiden van buiten de provincie om naar Zeeland te verhuizen. In branches als de chemie, voedingsmiddelen- en metaalindustrie is een duidelijke concentratie van innovatieve banen aanwezig. Verder is een bedrijf als Colsen - een van de Zeeuwse afgevaardigden in de MKB top 100 van de Kamer van Koophandel - actief op het raakvlak van duurzame energie, water en milieu. Net als in de andere zuidelijke provincies is het belang van innovatieve banen in kennisintensieve diensten in Zeeland echter veel lager dan landelijk. In totaal zijn er ruim 36.000 innovatieve banen in Zeeland, dit is 21% van de totale werkgelegenheid. De basis van innovatieve starters in Zeeland is in absolute aantallen smal, maar ontwikkelt zich ten opzichte van de andere provincies wel relatief gunstig. In de afgelopen drie jaar was sprake van een gemiddelde groei van 2% ten opzichte van een daling van ruim 2% landelijk. Een grote populatie van zelfstandigen draagt bij aan de verspreiding van innovatie. In dat kader blijven Overig Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen wat achter bij het landelijk gemiddelde. Zo zijn er in Zeeland circa 23.000 zelfstandigen actief, 14% van de totale werkzame beroepsbevolking, tegenover bijna 15% landelijk gemiddeld. Aandacht voor scholing van de beroepsbevolking en het stimuleren van het ondernemerschap (onder andere vanuit startersbroedplaats DOK41) zijn ingrediënten die kunnen zorgen dat de Zeeuwse innovatiepotentie toeneemt.
Innovatiepotentieel Noord-Brabant Landelijke ranking: 6 Vertaling in resultaat: sterk boven verwachting Innovatiemotor Noord-Brabant draait volop ondanks gemiddeld innovatiepotentieel Noord-Brabant blinkt uit in innovatie bij het bedrijfsleven, vooral door de innovatiekracht van de grote bedrijven. Met bedrijven als Philips en ASML kent de provincie enkele van de grootste investeerders in onderzoek en ontwikkeling. Analyse van de innovatiepotentie van de arbeidsmarkt laat zien dat de provincie op dit vlak echter nog ruimte voor verbete-
ring kent. Vooral de ontwikkeling van (innovatieve) starters in de groothandel is de afgelopen jaren teruggelopen. Tegelijkertijd laat het aantal industriële starters wel een stijgende lijn zien. Een concreet aandachtspunt ter verbetering van de innovatiepotentie is de verhoging van het kennisniveau van de beroepsbevolking. Momenteel ligt het aandeel hoger opgeleiden nog iets onder het landelijk gemiddelde, net als het aantal kenniswerkers. Zuidoost-Brabant scoort in dat opzicht iets beter dan de andere Brabantse regio’s. Door het bovengemiddelde belang van banen in de voedingsmiddelen- en maakindustrie scoort Brabant goed op het aandeel banen in innovatieve sectoren. Het aandeel van Brabant in het totaal aantal banen in kennisintensieve diensten is naar verhouding lager dan landelijk. In Noord-Brabant zijn 161.000 zelfstandigen actief, net als in Nederland als geheel maakt deze groep 15% uit van de totale werkzame beroepsbevolking. In Noordoost- en Zuidoost Brabant zijn relatief meer zelfstandigen actief. Dit komt onder andere doordat het belang van kennisintensieve diensten in de totale werkgelegenheid hier groter is.
Innovatiepotentieel Limburg Landelijke ranking: 10 Vertaling in resultaat: sterk boven verwachting Lager opleidingsniveau beroepsbevolking drukt Limburgse innovatiepotentie Net als in Brabant wordt de innovatiekracht in Limburg sterk gedreven door forse investeringen van de grote (industriële) bedrijven. Wat betreft de innovatiepotentie, gebaseerd op de eigen beroepsbevolking en banen, scoort de provincie echter onder het gemiddelde. Dit komt onder andere door het kleinere belang van hoger opgeleiden en kenniswerkers. In Limburg is ruim 28% van de beroepsbevolking hoger opgeleid tegenover 34% landelijk. De uitstroom van Maastrichtse afgestudeerden naar regio’s buiten Limburg is in dat opzicht een aderlating voor de regionale innovatiepotentie. De onderlinge verschillen tussen de Limburgse regio’s zijn niet heel groot. In Midden-Limburg hebben naar verhouding de meeste werkenden een baan op hoger of wetenschappelijk niveau. Waar Limburg goed op scoort, is dat dat de provincie een groot percentage banen in innovatieve sectoren telt. Dit komt door de bovengemiddelde aanwezigheid van de maakindustrie en chemie. Op het vlak van innovatieve starters blijven de prestaties van Limburg achter bij het gemiddelde. Het gemiddelde aantal starters in innovatie sectoren (landbouw, industrie, groothandel en ICT) is de afgelopen drie jaar afgenomen met 4,5%. Tegen de stroom in nam het aantal startende bedrijven in de industrie wel toe. Onder andere de Chemelot Campus in Sittard-Geleen blijkt een vruchtbare voedingsbodem voor nieuwe bedrijven. Dat de regionale arbeidsmarkt relatief weinig jongeren kent, is een beperking voor de ontwikkeling van het aantal (innovatieve) starters aangezien de meeste starters tussen hun twintigste en dertigste beginnen. Verbetering van de Limburgse innovatiepotentie is gebaat bij investeringen in het kennisniveau van de aanwezige beroepsbevolking, ook buiten de industrie, en bij stimulering van het startersklimaat voor kennisintensieve dienstverleners. Kwartaalbericht Regio's juni 2014 7
Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met Ferdinand Nijboer, Regio-econoom Overijssel, Gelderland, Utrecht 020 652 34 50
Thijs Geijer, Regio-econoom Noord-Brabant, Limburg, Zeeland 020 563 48 75
Rico Luman, Regio-econoom Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland 020 563 98 93
Henk van den Brink, Regio-econoom Groningen, Friesland, Drenthe 020 563 95 06
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/economischepublicaties
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 27 mei 2014.