Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op de grond. Danny weet meestal best dat die dingen niet mogen. Maar soms vergeet hij het even. Of hij is te boos om eraan te denken. Of te druk met andere dingen. Misschien heb jij dat ook wel eens. Het is best lastig om altijd te onthouden hoe het hoort. Daarom hebben we in dit boek alle regels voor op school op een rijtje gezet. Regels over hoe je elkaar bijvoorbeeld groet. Over wat je wel en niet tegen elkaar kunt zeggen als je boos bent. Over de telefoon opnemen, over pesten, over sociale media, en nog veel meer. De meeste van deze regels ken je vast wel. Maar door nog een keer over alle regels te lezen, zul je ze beter onthouden. En als iedereen dat doet, wordt de sfeer op school veel prettiger. Veel plezier!
7
Les 1
Beleefd zijn Danny is laat; hij rent de school in. Daar gaat de bel al. Shit, hij moet nog twee trappen op. Dat haalt hij nooit! Danny rent zo hard als hij kan naar boven. Boem, tegen meneer Ben aan. Hij had meneer Ben helemaal niet gezien. ‘Kijk toch uit’, schreeuwt Danny, en hij holt verder.
Trap Danny doet de klasdeur open en gaat naar binnen. Hij geeft de deur met zijn voet een trap. Zo valt die vanzelf dicht. Maar meester Koert heeft daar niet op gerekend. Hij loopt tegen de deur op. En al het papier valt op de grond.
WC Hijgend zit hij even later in de klas. Hij heeft geluk. Meester Koert is er nog niet. ‘Hij is aan het kopiëren’, vertelt Merel. Danny zegt: ‘Dan ga ik nog gauw even naar de wc. Ik moet pissen als een reiger.’
Huiswerk Meester Koert raapt het papier op en gaat de klas in. ‘Ik heb mijn huiswerk niet kunnen doen’, roept Danny door de klas. ‘Want mijn vader was jarig.’ ‘Goedemorgen, allemaal’, zegt meester Koert. ‘Mijn vader was jarig, gisteren’, roept Danny. ‘Hebben jullie je huiswerk gemaakt?’, vraagt meester Koert. ‘Dat heb ik net gezegd’, zegt Danny. ‘Nee, dus.’
Gang Met zijn handen vol papier loopt meester Koert door de gang. Op dat moment komt Danny uit de wc. ‘Goedemorgen, Danny’, zegt meester Koert. ‘Ook hallo’, zegt Danny en hij loopt door naar de klas.
9
Vragen bij les 1 1. Wat doet Danny verkeerd in de eerste alinea? Noem twee dingen.
..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
.................................................................................................................................................................. 2. Wat doet Danny verkeerd in de alinea WC?
..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
..................................................................................................................................................................
3. Wat doet Danny verkeerd in de alinea Gang?
..................................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
4. Wat doet Danny verkeerd in de alinea Trap?
..................................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
5. Wat doet Danny verkeerd in de alinea Huiswerk? ..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
..................................................................................................................................................................
6. Kies een alinea en speel een toneelstukje: eerst zoals Danny het nu doet, daarna zoals Danny het zou moeten doen.
10
Beleefd zijn
Wat zijn de regels? Op school zijn er regels over hoe je je moet gedragen en hoe je met elkaar om moet gaan. Aan welke regels heeft Danny zich niet gehouden? Vul ze in! Kijk eerst naar het voorbeeld hiernaast.
> Danny is brutaal tegen meneer Ben. Hij roept ‘Kijk toch uit!’ Maar Danny keek zelf niet uit. Hij had ‘sorry’ moeten zeggen tegen meneer Ben.
VOORBEELD Danny rent door de school, omdat hij laat is. Dat mag niet: rennen door de school. Want dan kun je tegen mensen opbotsen. En die mensen kunnen vallen en zich pijn doen. Daarom is die schoolregel er! Regel: Je mag niet rennen door de school
Regel 1: ............................................................ .............................................................................
> Tegen Merel zegt Danny: ‘Dan ga ik nog gauw even naar de wc. Ik moet pissen als een reiger.’ In de klas kun je niet zeggen dat je moet pissen als een reiger.
> Danny gooit de deur dicht voor meester Koert. Dat is ook onbeleefd. Niet met woorden, maar met gedrag. Als er iemand aankomt, houd je de deur voor hem of haar open. Vooral als iemand zijn handen vol heeft. Want dan kan hij of zij de deur zelf niet opendoen. Regel 4: ............................................................
Regel 2: ............................................................ ............................................................................. .............................................................................
> Danny is onbeleefd tegen meester Koert. Tegen je vrienden kun je wel zeggen: ‘Ook hallo!’ Maar tegen je leraar kun je dat niet zeggen. Danny had tegen meester Koert moeten zeggen: ‘Goedemorgen.’ Regel 3: ............................................................
> Danny roept door de klas. Dat kan niet. Stel je voor dat iedereen dat zou doen. Dan kun je niemand meer verstaan. Je moet je vinger opsteken als je iets wilt zeggen. Regel 5: ............................................................ .............................................................................
.............................................................................
11
12
Les 2
Gewoon en niet gewoon Danny loopt met zijn ouders over het strand. Dat doen ze vaak. Wel twee keer per week. Dan nemen ze hun hond mee: Boris. Boris vindt het fijn op het strand. Danny gooit een stok in het water. Boris holt de zee in om de stok te pakken. Zijn kop gaat helemaal onder water. Boris schudt zijn kop als hij weer boven is. De spetters vliegen in het rond. Vies Danny spuugt in de zee. ‘Wat doe jij nou?’, vraagt zijn moeder. ‘Dat wil ik niet zien, hoor. Dat is vies.’ Danny haalt zijn schouders op. Wat nou vies. ‘Boris doet het toch ook’, zegt hij. ‘Boris is een hond’, antwoordt Danny’s moeder. ‘Honden schudden hun kop. Dat is iets anders.’
Ziek ‘Het is helemaal niet vies’, vindt Danny. ‘Dat is het wel’, zegt zijn moeder. ‘Als jij keelpijn hebt, zitten jouw bacteriën nu in de zee. Boris stopt zijn kop in de zee. Zo kan hij ziek worden.’ ‘De jongens van mijn school spugen vaak op straat’, zegt Danny. ‘Ze vinden dat heel stoer.’ ‘Het is niet stoer. Het is gewoon vies’, zegt zijn moeder weer. China ‘In China is spugen doodgewoon’, moppert Danny verder. ‘In China eten ze honden’, zegt zijn moeder. ‘Dat is daar ook doodgewoon. Maar hier niet.’ Daar moet Danny over nadenken.
13
Vragen bij les 2 1. In welke alinea doet Danny iets verkeerd?
..................................................................................................................................................................
2. Danny vindt spugen niet verkeerd. Hij zegt ook waarom niet: > in de tweede alinea zegt Danny:
..................................................................................................................................................................
> in de derde alinea zegt Danny:
..................................................................................................................................................................
> in de vierde alinea zegt Danny:
..................................................................................................................................................................
3. Danny’s moeder is het niet met Danny eens. Waarom niet? > in de tweede alinea zegt Danny’s moeder:
..................................................................................................................................................................
> in de derde alinea zegt Danny’s moeder:
..................................................................................................................................................................
> in de vierde alinea zegt Danny’s moeder:
..................................................................................................................................................................
4. Wie heeft gelijk: Danny of zijn moeder?
Ik vind dat .....................................................................gelijk heeft, omdat
..................................................................................................................................................................
14
..................................................................................................................................................................
Gewoon en niet gewoon
Wat zijn de regels? Ook buiten school zijn er regels over hoe je je moet gedragen en hoe je met elkaar om moet gaan. Aan welke regels heeft Danny zich niet gehouden? Vul ze in!
> Danny spuugt in de zee. Zijn moeder vindt dat vies. Ze legt ook uit waarom het vies is: andere mensen of dieren kunnen er ziek van worden. Regel 1: ............................................................
> ‘In China is spugen doodgewoon’, moppert Danny verder. Hij wil nog steeds niet toegeven dat zijn moeder gelijk heeft. Zijn moeder lost het goed op: in andere landen gelden andere regels. Regel 3: ............................................................ ............................................................................. ..................................................................
............................................................................. .............................................................................
> ‘De jongens van mijn school spugen vaak op straat’, zegt Danny. ‘Ze vinden dat heel stoer.’ Danny weet dat zijn moeder gelijk heeft, maar hij wil het niet toegeven. Hij probeert haar te overtuigen door te zeggen dat anderen het ook doen. Regel 2: ............................................................ ............................................................................. .............................................................................
15
16
Les 3
Ruzie De bel gaat. Het is pauze. Met een zwaai tilt Danny zijn rugtas op. Maar de rugtas is nog open. Daar heeft Danny niet aan gedacht. Zijn telefoontje vliegt eruit en raakt Merel. Precies op haar oog. Tranen ‘Au’, roept Merel. Ze slaat een hand voor haar oog. De tranen lopen over haar wangen. Het doet echt pijn. ‘Stomme sukkel. Jij bent het ook altijd. Eikel!’, roept Merel kwaad. Ze grijpt de telefoon en smijt hem naar Danny toe. Woedend De telefoon vliegt weer terug. Nu komt hij tegen Danny’s hoofd aan. Het doet geen pijn, maar Danny is woedend. Zijn telefoon ligt kapot op de grond. ‘Jij koopt een nieuwe voor me’, schreeuwt Danny. ‘Nou, mooi niet’, schreeuwt Merel terug.
Dreigen ‘Ik weet je te vinden, bitch. Straks doet jouw scooter het niet meer’, dreigt Danny. ‘Ik heb niet eens een scooter, homo’, roept Merel terug. Geschrokken Dan komt meester Koert erbij. ‘Danny en Merel, ga zitten’, zegt hij. ‘De anderen gaan naar buiten.’ De rest van de klas is geschrokken. Ze lopen de gang op. ‘Er is ook altijd wat met Danny’, moppert er een. ‘Maar nu kon hij er niets aan doen’, zegt een ander.
17
Vragen bij les 3 1. Wat doet Danny verkeerd in de eerste alinea?
..................................................................................................................................................................
Hoe zou hij het beter kunnen doen?
.................................................................................................................................................................. 2. Wat doet Merel verkeerd in de alinea Tranen?
..................................................................................................................................................................
Hoe zou zij het beter kunnen doen?
..................................................................................................................................................................
3. Wat gaat er mis in de alinea Woedend?
..................................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................................
Hoe zou het beter kunnen?
4. Wat gaat er mis in de alinea Dreigen?
..................................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................................
Hoe zou het beter kunnen?
5. Vind je dat meester Koert het goed oplost? ..................................................................................................................................................................
Als jij meester Koert was, zou je het dan ook zo doen?
..................................................................................................................................................................
6. Kies een alinea en speel een toneelstukje: eerst zoals Danny en Merel het nu doen, daarna zoals ze het zouden moeten doen.
18
Ruzie
Wat zijn de regels? Ook buiten school zijn er regels over hoe je je moet gedragen en hoe je met elkaar om moet gaan. Aan welke regels heeft Danny zich niet gehouden? Vul ze in!
> Danny heeft zijn tas niet dicht gedaan. Daardoor vliegt zijn telefoon eruit. Hij had natuurlijk beter moeten opletten. Maar zoiets kan iedereen overkomen. Het is puur pech dat het telefoontje tegen Merels oog aankomt. Maar het is wel Danny’s schuld. Hij had moeten zeggen ‘sorry Merel.’ En hij had moeten zeggen ‘ik deed het niet expres.’ Hij had ook moeten zeggen ‘kan ik iets voor je doen?’ Regel 1: ............................................................ ............................................................................. > Merels eerste reactie is: schelden. En iets terugdoen. Dat kun je wel begrijpen. Merels oog doet pijn. Toch is het niet goed. Op die manier komt er altijd ruzie. Dat weet je van tevoren. Regel 2: ............................................................ .............................................................................
> Danny is boos omdat zijn telefoon kapot is. Hij vindt dat het Merels schuld is. Maar Merel vindt van niet. Haar oog doet pijn. Dat is de schuld van Danny. Ze wou gewoon iets terugdoen. Nu gaat Danny dreigen Merels scooter stuk te maken. Hij wil ook weer iets terugdoen. Zo blijf je aan de gang! Regel 3: ............................................................ ............................................................................. > In deze tekst wordt flink gescholden: stomme sukkel, eikel, bitch, homo. Veel mensen zeggen: schelden doet geen pijn. Maar dat is niet waar. Schelden doet wel pijn, en je moet het dan ook niet doen. Regel 4: ............................................................ ............................................................................. > Danny dreigt Merels scooter kapot te maken. Dat is hij natuurlijk helemaal niet echt van plan, maar hij wil gewoon iets naars zeggen. Dreigen is verboden in Nederland. Je kunt ervoor gearresteerd worden. Regel 5: ............................................................ .............................................................................
19