JAARVERSLAG
2012
Inhoudsopgave Bestuursverslag 1 Voorwoord 2 Organisatie 2.1 Taken en bevoegdheden van bestuur en management 2.2 Organogram en communicatiestructuur 2.3 Medezeggenschap 2.4 Missie en visie 2.5 Werkwijze en strategie om beleidsdoelen te halen 2.6 Operationeel beleid 2.7 Schoolvisitaties 3 Personeel – zaken met een personele betekenis 3.1 Personeelsbestand 3.2 Vervanging 3.3 Arbeidsomstandigheden 3.4 Verzuimbeleid 3.5 Informatievoorziening en overleg 3.6 Gericht mobiliteitsbeleid 3.7 Verlof en vertrek 3.8 Functiegebouw 3.9 Functiemix 3.10 Eigen wachtgelders 3.11 Coaching en scholing 3.12 Doordecentralisatie 4 Onderwijs 4.1 Schoolontwikkeling- beleid 4.2 Kwaliteit en onderwijsprestaties 4.3 Klachtenregeling 4.4 Techniek 4.5 Passend onderwijs/verbonden partijen 4.6 ICT 4.7 Huisvesting 5 Leerlingenaantal 5.1 Leerlingenaantal 5.2 Leerlinggebonden financieringen 6 Toekomstige ontwikkelingen 7 Risicoparagraaf 8. Begroting 2013 Jaarrekening 2012 9 Financiën 9.1 Toelichting op de onderdelen van het jaarverslag 9.2 Grondslagen (B1) 9.3 MAB Model A Balans 9.4 MB Model B Staat v. Baten en Lasten 9.5 MC Model C Kasstroomoverzicht 9.6 VA Vaste Activa 9.7 Vorderingen 9.8 EL Effecten & Liquide Middelen 9.9 EV Eigen vermogen 9.10 VL Voorzieningen 9.11 KS Kortlopende schulden 9.12 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
-
4
-
5 6 6 6 8 8 10
-
11 12 12 12 14 14 15 15 15 15 16 16
-
17 17 17 17 17 18 18
-
21 23 24 27 29
-
31 37 40 41 42 43 44 45 46 47 48 50
blz. 2 van 62
10
11
9.13 Gebeurtenissen na balansdatum 9.14 OB Overheidsbijdragen 9.15 AB Andere baten 9.16 LA Lasten 9.17 FB Financieel en buitengewoon Bijlage verantwoording besteding prestatiebox
-
50 51 52 53 56 57
Gegevens over de rechtspersoon Model H: bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
-
60 61
Goedkeurende accountantsverklaring Jaarrekening 2012
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 3 van 62
1.
Voorwoord
Onderwijsinstellingen verantwoorden zich zowel horizontaal als verticaal aan de omgeving. Niet alleen naar het ministerie van OCW en de inspectie, maar vooral ook naar de maatschappelijke omgeving. Transparantie en openheid zijn hierbij sleutelwoorden. Dit jaarverslag bevat gegevens over de organisatie. Activiteiten die bestuur, management, personeel en ouders uitvoerden om leerlingen kwalitatief goed openbaar onderwijs te bieden. Het financiële gedeelte geeft inzicht in de vermogenspositie en de bedrijfsvoering. Daarnaast is het een instrument om alle betrokkenen te informeren over de financiële gevolgen van de gemaakte keuzes. De samenleving verandert voortdurend en daarmee de leer- en onderwijsbehoeften van het kind. De stichting Eem-Vallei Educatief, in het bijzonder directeuren en leraren staan voor de voortdurende uitdaging antwoorden te vinden. Scholen zijn bezig met het vormgeven van de onderwijskundige doelstellingen en het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. Een weg die moet leiden naar een nog beter schoolklimaat, waarin de leerlingen hun talenten maximaal kunnen ontplooien. Waar ze zich veilig en vertrouwd voelen en uitgedaagd worden. We staan samen garant voor een actief, breed, pluriform en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod. Het afgelopen jaar hebben we een strak financieel regime gevoerd en zijn we erin geslaagd de taakstellende bezuinigingen te realiseren, waardoor we het boekjaar met een positief exploitatieresultaat hebben afgesloten. De financiële positie van de stichting is weer goed op orde en dat geeft vertrouwen voor de komende jaren . Onze scholen hebben van de inspectie van het onderwijs allemaal een basisarrangement voor het toezicht gekregen. Dit betekent dat ze allemaal voldoen aan de kwaliteitseisen. Een prima prestatie, waar we trots op zijn. Vanaf deze plek een ieder bedankt voor zijn of haar inzet en ondersteuning. De jaarrekening is vastgesteld in de bestuursvergadering van de stichting Eem-Vallei Educatief op 9 april 2013 L. Schumer Algemeen directeur Stichting Eem-Vallei Educatief april 2013
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 4 van 62
2.
Organisatie
2.1. Taken en bevoegdheden van bestuur en management Bestuur en Centraal Management hebben hun taken en verantwoordelijkheden vastgelegd in de code Goed bestuur en het directiestatuut. Het bestuur heeft een toezichthoudende rol en hanteert de besturingsfilosofie “besturen op hoofdlijnen” volgens het Policy Governancemodel. Het bestuur bestaat uit zeven leden die zijn benoemd door de gemeenteraden van Baarn, Barneveld, Bunschoten, Nijkerk, Scherpenzeel, Soest en Woudenberg. Het toezicht van het bestuur betreft de toetsing van belangrijke beleidsbeslissingen en de controle op het gevoerde beleid. Het bestuur kent geen portefeuillehouders. Op 31 december 2012 bestond het bestuur van stichting Eem-Vallei Educatief uit de volgende personen: • • • • • • • •
Dhr. J.A. van der Mijl Dhr. J. H. Gloudemans Mw. L. van der Deure Mw. C. Grotendorst Dhr. D. Kentie Dhr. E. Boom Mw. I. Kamphuis Dhr. C. Hatzmann
- voorzitter - vice-voorzitter - secretaris
De beleidsbepalende rol ligt bij de algemeen directeur, die tevens verantwoordelijk is voor de aansturing van de totale organisatie. De algemeen directeur wordt ondersteund door een stafdirecteur Personeel & Onderwijs. Zij vormen samen het centraal management (CM). Het CM wordt dagelijks ondersteund door een stafbureau met een totale omvang van 3,3453 fte (peildatum 31-12-2012). Deze administratieve ondersteuning betreft een fors deel van de personeelsadministratie, het formatiebeheer, het personeelsbeleid en de gehele financiële administratie. Een deel van de personeelsadministratie waaronder de salarisadministratie was uitbesteed bij administratiekantoor OSG te Arnhem. Per 1 januari 2013 zijn we overgegaan naar administratiekantoor Vizyr te Heerlen. Voor het ICTsysteembeheer en voor de huisvesting (inclusief het onderhoudsbeheer) worden externe partijen ingehuurd. Het centraal management bestaat uit: • •
L. Schumer H. van der Zwaag
- algemeen directeur - directeur P&O
De schooldirecteuren zijn verantwoordelijk voor de taken en terreinen zoals omschreven in het managementstatuut tevens mandaatbesluit. Elke 4 weken is er overleg tussen het CM en de directeuren in het directieplatform. De algemeen directeur is voorzitter van dit overleg. Binnen elke school fungeert de teamvergadering als inhoudelijk platform. De directies hebben een centrale rol bij de informatievoorziening naar de diverse geledingen. De medewerkers worden via de nieuwsbrief EVE Profiel van actuele zaken binnen de stichting op de hoogte gehouden. De nieuwsbrief staat tevens op Intraweb (onderdeel van de website van Eem-Vallei Educatief). In 2012 is de nieuwsbrief 3 keer verschenen. Governance ontwikkelingen Het stichtingsbestuur werkt al vanaf de oprichting op 01-01-2005 volgens het Policy Governance model. Dit betekent dat er een eigen code Goed Bestuur is ontwikkeld, waarin het directiestatuut integraal is opgenomen. De algemeen directeur heeft een volledig mandaat en het bestuur heeft de kaders aangegeven. Het bestuur heeft zich al die jaren als intern toezichthouder gedragen. In 2011 is een start gemaakt met de uitvoering van de wet Goed onderwijs, goed bestuur. Er is gekozen voor een functionele scheiding met de instelling van een Raad van Toezicht (RvT) en een College van Bestuur (CvB). In het laatste kwartaal van 2012 hebben de gemeenteraden van de deelnemende ge-
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 5 van 62
meenten, met uitzondering van de gemeenteraad van Scherpenzeel, ingestemd met de daartoe strekkende statutenwijziging per 1 januari 2013. Voor meer informatie over deze kwestie verwijs ik naar hoofdstuk 6.5. In de nieuwe structuur worden de huidige bestuursleden minus één benoemd als leden van de RvT en de huidige leden van het Centraal Management worden benoemd als leden van het CvB. De algemeen directeur wordt voorzitter van het CvB. 2.2. Organogram en communicatiestructuur
2.3 Medezeggenschap De medezeggenschap is op school- en bovenschools niveau vertegenwoordigd. De afzonderlijke scholen kennen een medezeggenschapsraad (MR), waarin de lokale schoolbelangen worden behartigd. Bovenschools zijn de afzonderlijke medezeggenschapsraden vertegenwoordigd in de GMR. Hier worden de bovenschoolse belangen afgestemd met het bestuur. Medezeggenschap is een krachtig middel om de kwaliteit van de school en het onderwijs op de scholen te sturen, te bewaken en zo nodig te verbeteren. Iedere geleding vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Medezeggenschap houdt bestuur en management scherp en kritisch. Het afgelopen jaar hebben de medezeggenschapsorganen binnen de organisatie op een uiterst prettige en constructieve wijze bijgedragen aan de verbetering en het welzijn van de stichting en haar scholen. Iedere basisschool (BRIN-nummer) heeft twee vertegenwoordigers in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR-leden zitten er zonder last en/of ruggespraak. Zaken en/of onderwerpen die van belang zijn voor of binnen de stichting (als organisatie) worden besproken. De GMR heeft in 2012 vijf keer vergaderd. Er is onder andere aandacht besteed aan de GMR-begroting 2012, bestuursformatieplan, de scheiding van bestuur en toezicht, de jaarrekening 2011, financiële reorganisatie, organisatie en sluiting dislocaties, de stichtingsbegroting 2013-2016, functiemix, onderzoek naar mogelijke samenwerking met de stichting Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort Meerkring, protocol gebruik sociale media, Integraal personeelsbeleid (IB-functie), passend onderwijs, e.d. 2.4 Missie en visie Wij zijn dé aanbieder van kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs in de regio, waarbij wij mensen uitdagen het maximale te halen uit eigen talenten en capaciteiten. Wij staan open voor iedereen; zo maken wij onze maatschappelijke opdracht waar in actieve pluriformiteit. Mensen ontmoeten elkaar in een veilige, inspirerende, educatieve omgeving.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 6 van 62
Deze missie kleurt de manier waarop we aankijken tegen het onderwijs, de organisatie, het personeel, de communicatie en de financiën. Visie op onderwijs Kenmerken van goed onderwijs op de scholen van Eem-Vallei Educatief: • helder onderscheidend onderwijsconcept, met ruimte voor vernieuwing en experiment • adaptief onderwijs: onderwijs op maat, pro-actief en ontwikkelingsgericht • waarin leerlingen en medewerkers zich wel bevinden • uitgevoerd door professionele medewerkers • waarin het maximale resultaat wordt behaald ten aanzien van de talenten en capaciteiten van leerlingen • in een veilig, duidelijk en inspirerend pedagogisch en didactisch klimaat • met hoge verwachtingen van leerlingen • breed onderwijs- en vormingsaanbod waarin actieve pluriformiteit in praktijk wordt gebracht • binnen een ordelijk klassenmanagement • gebruik makend van moderne en kwalitatief goede programma’s, methoden en ICT • solide continuüm aan leerlingenzorg • in een goede geoutilleerde leer- / werkomgeving. Visie op organisatie De organisatie op schoolniveau en bovenschools niveau is pas goed als deze voldoet aan de volgende kenmerken: • doelgericht, zelfbewust en krachtig • effectief en succesvol • ordelijk en transparant • gezamenlijke visie en doelen • balans tussen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden • systematische en structurele kwaliteitszorg • lerende en professionele organisatie • maatschappelijke verantwoord ondernemen in een brede taakopvatting • omgevings- en klantgericht • gezonde bedrijfsvoering. Visie op personeel Van medewerkers verwachten wij een hoge mate van professionaliteit, welke zich kenmerkt door: • werken vanuit een persoonlijke professionele visie • de eigen visie afstemmen op die van de organisatie • gemotiveerd zijn tot voortdurende professionele ontwikkeling • verantwoordelijk, betrouwbaar en integer handelen • voorbeeldgedrag en correct taalgebruik • investeren in samenwerken en teamspirit • hoge verwachtingen van de mogelijkheden van leerlingen, ouders, collega’s, leiding, de eigen organisatie en partners. Visie op communicatie De communicatie binnen Eem-Vallei Educatief is pas goed als: • het doel functioneel en duidelijk is voor de zender en ontvanger • we in onze communicatie het belang van de leerling en de organisatie centraal stellen • we open en duidelijk meningen en boodschappen weergeven • we open staan voor andere meningen en opvattingen en deze serieus nemen • er sprake is van een dialoog die gekenmerkt wordt door gelijkwaardigheid en respect • wij - als professionals - tijdig en verantwoord informatie verstrekken en vragen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 7 van 62
Visie op financiën De financiële huishouding van de stichting is gezond als: • De financiële kengetallen in de pas lopen met het landelijk gemiddelde voor het primair onderwijs • De liquiditeit voldoende ruimte biedt voor investeringen in methoden, meubilair, ICT en gebouwen. Eem-Vallei Educatief ziet ouders als partner in het opvoedingsproces. Daarom zijn onze scholen laagdrempelig en zijn wij in onze communicatie gericht op open en doelgerichte samenwerking. Leerkrachten en leidinggevenden handelen vanuit hun professionele verantwoordelijkheid met respect voor de visie en opvattingen van ouders en het belang van hun kinderen. 2.5 Werkwijze en strategie om beleidsdoelen te halen In 2006 zijn een aantal ken- en stuurgetallen vastgesteld, verzameld in het strategisch beleidsplan. Daarin worden de verschillende domeinen uit het INK-model op stichtingsniveau beschreven in termen van prestatie-indicatoren en bijbehorende normering. In 2011 is een begin gemaakt met het opstellen van een nieuw strategisch beleidsplan dat in 2012 is afgerond. In het voorjaar van 2013 zal het strategisch beleidsplan door de geledingen worden besproken en worden vastgesteld. Het strategisch beleidsplan 2013-2015 richt zich in hoofdlijnen op groei, onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg, educatief partnerschap met ouders, passend onderwijs, financiën en beheer. 2.6 Operationeel beleid Op schoolniveau heeft de directeur de dagelijkse leiding en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de schoolontwikkeling. De directie legt daarover verantwoording af aan het Centraal Management via de monitoring o.a. tijdens de schoolvisitaties. In 2012 is met alle directeuren een managementcontract overeengekomen, waarin de verwachte prestaties zijn vastgelegd. Binnen de stichting speelt het directieplatform een centrale rol. Dit orgaan vergadert ongeveer tien keer per jaar. Afhankelijk van het onderwerp wordt er gewerkt met werkgroepen. Hieronder een beknopt overzicht van aantal relevante onderwerpen. Het overzicht is niet limitatief. Onderwerp ICT-beleid
O(pbrengst) G(ericht) W(erken) Organisatieveranderingen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
Doel
Resultaat
• Alle scholen vallen onder het centrale systeembeheer van de stichting. Inkoop gebeurt centraal. • Er is een geweldige inhaalslag gemaakt m.b.t. de ICTinfrastructuur. Alle scholen hebben een nieuwe server gekregen. • Een nulmeting en een scholingstraject op de ICT-vaardigheden van de medewerkers.
• Een beter beheersbare ICTstructuur met minimum doelen voor de vaardigheden van leerkrachten en leerlingen. • De beheersbaarheid van de netwerken, het mailverkeer en de beveiliging is sterk verbeterd.
Directies en personeelsleden bewustmaken van de noodzaak en de implementatie van OGW • Informeren over wijziging bestuursstructuur en personele herinrichting stafkantoor • Bespreking nieuw managementstatuut
14-5-2013
• Alle medewerkers nemen verplicht deel aan de nulmeting en de scholing. Iedereen die slaagt voor de eindtoets ontvangt een certificaat. De doelen zijn opgenomen in de nieuwe schoolplannen • Invoering van de RvT en het CvB en de afslanking stafkantoor met 0,9 fte per 01-08-2012 • Invoering managementstatuut in 2013
blz. 8 van 62
Verzuim en preventie
Terugdringen van het verzuim en focus op de rol van de directeur
Functiemix
Verdere uitvoering functiemix conform de landelijke doelstellingen.
Passend onderwijs
• Opstellen zorgprofielen, participatie in lokale initiatieven, betrokkenheid bij CJG’s en VVE
Aannamebeleid Onderhoudsbeheer
• Ontwikkeling instrument zorgzwaarte (intern document) Ontwikkelen beleidsnota aannamebeleid • Wat doen we centraal en wat decentraal (schoolniveau). • Onderhoud en beheer speeltoestellen
Fondsenwerving
Gebruik sociale media Webbased informatiesysteem voor ouders Protocol medicijnverstrekking
Formatietoedeling
Personeelsbeleid
Jaarrekening 2011 Begroting 2013 Tevredenheidsonderzoek
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
Kennis nemen van en onderzoeken mogelijkheden andere financieringsbronnen. Presentatie stichting Fondsenwerving Protocol gebruik sociale media besproken en vastgesteld Ontwikkeling eigen e-mailsysteem om ouders en personeel digitaal te informeren Een protocol ontwikkelen voor het handelen van medewerkers bij het verstrekken van medicijnen aan leerlingen Evaluatie formatietoedelingssystematiek
• Invoering taakomschrijving ICTcoördinator, IB-er. • Beleid preventie wachtgeldverplichtingen • HRM-beleid Informeren en bespreken Informeren en bespreken Het TVO 2011 op centraal niveau is mislukt. Te weinig respons.
14-5-2013
De directeuren anticiperen beter op verzuimsignalen, hanteren de gesprekkencyclus beter. Het verzuimpercentage is niet gedaald. Werving en benoemingen in de LBschaal. IB-functieprofiel vastgesteld in de LB-schaal. Landelijke doelstelling niet gehaald wegens gebrek aan belangstelling. Zie hoofdstuk 3.9 • Alle scholen hebben een zorgprofiel. De directeuren participeren in lokale initiatieven passend onderwijs en sluitende aanpak. • Invoering instrument zorgzwaarte op schoolniveau Invoering centraal aannamebeleid • Er zij duidelijke afspraken gemaakt over de taakverdeling en alle directeuren hebben zicht op de onderhoudsplanning. • Invoering webbased monitoring door inspectiebedrijf. Op schoolniveau gaan directeuren hiermee aan de slag. Elke school hanteert het protocol en maakt dit bekend aan medewerkers, leerlingen en ouders. Invoering begin 2013 Vaststelling en invoering begin 2013 Eenduidige en eerlijke criteria en een vertaling in het bestuursformatieplan 2012-2013. Solidariteitsfonds voor BAPO en ouderschapsverlof voldoen aan de doelstelling. • Uitvoering nieuwe taken. • Strikte centrale uitvoering wachtgeldersbeleid bij vervangingen en vacatures. • Cursus Dossiervorming Uitgangspunten formuleren voor de begroting 2013 Positief advies uitbrengen In 2013 bespreken TVO op schoolniveau en uitvoering elke 2 jaar.
blz. 9 van 62
2.7 Schoolvisitaties Eenmaal per jaar komt het Centraal Management op de school om samen met de directie (directeur en IB-er) een aantal zaken te bespreken. In deze gesprekken legt de schooldirectie verantwoording af over het gevoerde beleid, de financiën, opbrengsten, kwaliteit en schoolontwikkeling. Deze visitatie gebeurt aan de hand van een daarvoor opgesteld format. Het verslag van het bezoek gaat naar de teamleden en de MR van de school.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 10 van 62
3.
Personeel – zaken met een personele betekenis
3.1 Personeelsbestand Binnen de stichting Eem-Vallei Educatief waren op de peildatum 01-10-2012 209 personeelsleden werkzaam. In 2011 was dat aantal nog 247 personen. Het totale personeelsbestand van de stichting Eem-Vallei Educatief is als volgt opgebouwd: Opbouw functiehuis
Dir OP OOP
2009 7,04% 81,11% 11,85%
100% 2010 5,99% 83,16% 11,25%
2011 6,88% 80,97% 12,15%
2012 5,26% 81,34% 13,40%
80% Dir
60%
OP
40%
OOP
20% 0%
2009
2010
2011
2012
Opbouw personeelsbestand naar geslacht 100%
man vrouw
2009 20,61% 79,39%
2010 19,48% 80,52%
2011 19,03% 80,97%
2012 18,66% 81,34%
80% 60%
man
40%
vrouw
20% 0% 2009
2010
2011
2012
Opbouw personeelsbestand naar leeftijdscategorie 0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 60-70
2009 6,11% 24,05% 15,27% 33,20% 14,50% 6,87%
2010 4,87% 26,59% 14,98% 24,72% 21,72% 7,12%
2011 4,45% 25,92% 16,19% 27,13% 21,05% 5,26%
2012 0,48%
40%
2009
22,01% 18,66%
2010
20%
2011
27,75% 21,05% 10,05%
0% 0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 60-70
Verdeling fte’s in voltijd en deeltijd naar geslacht
2012
88,57
100 80 60 m v
voltijd deeltijd totaal 15,0000 16,8341 31,8341 25,0000 88,5670 113,5670
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
40
15,00
25,00
m 16,83
v
20 0
voltijd
deeltijd
blz. 11 van 62
3.2 Vervanging Binnen de stichting wordt gewerkt met een centrale administratieve coördinatie van de vervanging via het stafbureau. Bij vervangingen worden eerst de personen ingezet, waaraan de stichting een wachtgeldverplichting heeft of dreigt te krijgen. Alle mutaties worden op het stafbureau verwerkt en doorgezonden aan het administratiekantoor ter afhandeling en salarisbetaling. De directeuren voeren voortgangsgesprekken en functie-ontwikkelgesprekken met alle langdurige vervangers om duidelijk in beeld te krijgen welke tijdelijke vervangers uiteindelijk worden benoemd in een dienstverband voor onbepaalde tijd. 3.3 Arbeidsomstandigheden • Risico Inventarisatie en Evaluatie Alle scholen beschikken over een actuele RIE (Risico Inventarisatie Evaluatie). Alle scholen hebben een plan van aanpak te verbetering. • Bedrijfshulpverlening Een erkend bedrijf verzorgt de training, scholing en opleiding van de bedrijfshulpverleners. Deze bestaat uit twee onderdelen, te weten SEH (Spoedeisende Eerste Hulp) en BCE (Brandbestrijding, Communicatie en Evaluatie). Jaarlijks zal de bezettingsgraad op de scholen worden geëvalueerd (gelet op aantal parttimers). Indien nodig wordt er een cursus voor nieuw op te leiden bedrijfshulpverleners ingekocht. Daarnaast vinden er jaarlijks herhalingscursussen plaats. Minimaal 1 keer per jaar wordt het ontruimingsplan op alle scholen geoefend. 3.4 Verzuimbeleid De stichting heeft een contract met de Arbo-Unie Midden Nederland voor verzuimbegeleiding. Er wordt samengewerkt met een vaste bedrijfsarts. De stichting voert een actief beleid gericht op het voorkomen van ziekteverzuim. Personeelsleden kunnen preventief een afspraak maken bij de bedrijfsarts, voordat een daadwerkelijke ziektemelding zou kunnen plaatsvinden. Hierdoor kan mogelijk uitval voorkomen worden. Langdurige ziektegevallen worden besproken met de HRM-medewerkster van het stafbureau. In principe is de directeur van de school casemanager bij ziekteverzuim van een personeelslid. Daarnaast wordt het personeel de gelegenheid geboden jaarlijks een griepprik te halen. In 2012 hebben slechts 5 personeelsleden gebruik gemaakt van dit aanbod. Gemiddeld aantal dagen ziekteverzuim per leeftijdsklasse
Verzuimfrequentie in % per leeftijdsklasse
45,0
0,60
9,92
40,0
1,24
35,0
0-25
30,0
1,20
25,0
35-45 45-55
20,0
0,93
55-60
15,0
60-65
10,0
0,70
5,0 0,0
25-35
0,94
0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 60-65
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 12 van 62
Ziekteverzuim in % per leeftijdsklasse (excl. Zwangerschapsverlof) 12,00
10,71
9,87
10,00
9,18
8,00 5,76
6,00
6,60
ZV1 ZV2
4,00 2,00
8,83
2,28 2,28
2,15 2,15 0,57 0,57
0,00 0-25
25-35
35-45
45-55
55-60
60-100
Het ziekteverzuim (kort en langdurig) binnen de stichting is t.o.v. 2011 licht gestegen. In 2009 lag het verzuimpercentage op 6,39 % , in 2010 op 7,28%, in 2011 op 5,89 % en in 2012 op 7,11%. In 2011 lag het landelijke percentage ziekteverzuim in het PO op 6,5%. Er is in 2012 wederom fors ingezet op de verzuimpreventie en verzuimbegeleiding door de afdeling personeel en de directeuren van de scholen. De stijging van het verzuim moet worden verklaard uit de volgende oorzaken: 1. Door de zware bezuinigingen van de afgelopen jaren, met als gevolg een forse inkrimping van de personele formatie, is de werkdruk voor de medewerkers vergroot. De vorming van gecombineerde groepen en de stijging van het aantal leerlingen per groep of combinatie van groepen draagt hieraan zeker bij. 2. Er wordt door management en directies zeer nadrukkelijk gekeken naar de ontwikkeling en vaardigheden van de medewerkers in het kader van de wet Beroepen in het onderwijs (BIO). Als gevolg van de monitoring op het professioneel handelen is een aantal medewerkers terecht gekomen in het langdurig ziekteverzuim. 3. De toenemende prestatiedruk vanuit de overheid, de inspectie en de maatschappelijke omgeving in relatie tot de toename van de administratieve last en de snelle opeenvolging van onderwijsvernieuwingen zoals ICT, nieuwe methodes, introductie van nieuwe vakgebieden, e.d. 4. De vergrijzing in het onderwijs. Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat vooral de leeftijdsgroep 55-60 jaar het hoogste scoort bij het verzuim en de meldingsfrequentie. Het afgelopen jaar is veel geïnvesteerd in het weer bekwaam maken van medewerkers en waar dit niet is gelukt, is een traject van afscheid nemen in gang gezet. Hierbij is veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van outplacementbegeleiding Ten tijde van het opmaken van de jaarrekening zijn de landelijke verzuimcijfers van het Vervangingsfonds over 2012 nog niet bekend. Wel is duidelijk dat de afgelopen jaren het ziekteverzuim in het PO landelijk een stijgende trend vertoont. Kort verzuim wordt daarbij gedefinieerd als verzuim korter dan één jaar. De stichting is door het Vervangingsfonds in 2012-2013 in trede nul ingedeeld. Er bestaat een indeling in zeven treden, waarvan trede nul de laagste trede is. Er is over 2012 een restitutie van € 5445,-- ontvangen, omdat in 2012 minder dan 101% van de afgedragen premie is gedeclareerd aan vervangingskosten wegens ziekte. Het primair onderwijs is verplicht aangesloten bij het Vervangingsfonds.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 13 van 62
Verloop percentage ziekteverzuim in 2011 en 2012 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00
2012
4,00
2011
3,00 2,00 1,00 0,00
Deze afbeelding toont in 2012 een redelijk stabiel verzuimpercentage dat vanaf oktober weer oploopt. Elk jaar zijn er pieken en dalen in het verzuim. De winterperiode laat per saldo altijd een hoger verzuim zien. Op zich is de trend dus niet verontrustend maar het gemiddelde verzuim ligt toch 1,22% hoger dan in 2011. Ondanks alle maatregelen en het preventieve beleid is de verwachting dat het verzuim de komende jaren toch iets zal oplopen mede als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs, dat een enorm beroep doet op de bekwaamheden, het professionalisme en de stressbestendigheid van leerkrachten. 3.5 Informatievoorziening en overleg Informatie vanuit de GMR, het bestuur en het directieberaad is voor alle betrokken geledingen beschikbaar via het intraweb van de stichting. Daarnaast staan artikelen, achtergrondinformatie, vacatures, de CAO-PO en dergelijke op de website (www.stev.nl) . De directeur speelt een cruciale rol bij de informatievoorziening naar de diverse geledingen binnen de school. De wijze waarop de informatievoorziening loopt en het betrekken van alle belanghebbenden (stakeholders) blijft een punt van aandacht binnen bestuur, Centraal Management en GMR. We zullen in 2012 een nieuw informatiesysteem in gebruik nemen, waarbij we alle betrokkenen digitaal snel en adequaat kunnen informeren. Ook zal het personeelsblad Profiel in 2012 als papieren versie verdwijnen en plaatsmaken voor een digitale nieuwsbrief met dezelfde naam. 3.6 Gericht mobiliteitsbeleid Het personeel wordt, evenals voorgaande jaren, gewezen op de mogelijkheid van mobiliteit binnen de scholen van de stichting Eem-Vallei Educatief. Het doel hiervan is om de juiste persoon op de juiste plek te krijgen. Het behoort ook tot goed werkgeverschap om personeel een loopbaanperspectief te bieden. Te denken valt aan een kweekvijver middenmanagement, de schoolleidersopleiding en de functiemix. Ook het willen werken als IB-er of het geven van bewegingsonderwijs op meerdere scholen kan tot de mogelijkheden behoren. Daarnaast is er ook sprake van gedwongen mobiliteit in het kader van het werkgelegenheidsbeleid. In 2012 is de omvang van gedwongen mobiliteit fors toegenomen door de krimp in de personele formatie op stichtingsniveau als gevolg van de bezuinigingen en de sluiting van De Globe in Hoevelaken en De Zonnebloem in Barneveld. De gedwongen mobiliteit in het kader van het werkgelegenheidsbeleid zal in 2013 nog verder oplopen als gevolg van een forse daling van het aantal leerlingen op 01-10-2012. Dit kan leiden tot behoorlijke onrust in de organisatie. De zorgen van het management richten zich vooral op de toenemende vergrijzing van het personeelsbestand mede als gevolg van het werkgelegenheidsbeleid bij krimp van de werkgelegenheid.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 14 van 62
In het voorjaar kunnen personeelsleden hun wensen t.a.v. Bapo, spaarverlof, ouderschapsverlof, e.d. kenbaar maken. Daarnaast moet elke vorm van verlof individueel tijdig worden aangevraagd voordat het verlof kan worden geëffectueerd. 3.7 Verlof en vertrek In deze tabel is een overzicht opgenomen op peildatum 31-12-2012. Verlof en uit dienst personeel stichting Eem-Vallei Educatief (31-12-2012) Omschrijving Ouderschapsverlof BAPO Levensloopverlof FPU Keuzepensioen WIA Ontslag eigen verzoek Ontslag (anders)
onbetaald betaald gebruik maken Rechten
Directie 5 4 1 -
2010 Personeel 4 8 39 44 2 2 2
Directie 1 3 2 -
2011 Personeel 6 12 36 44 1 5 1
Directie 1 1 7 1 1
2012 Personeel 6 17 71 74 1 2 3 3
3.8 Functiegebouw In het functieboek van de stichting Eem-Vallei Educatief zijn alle functies opgenomen, die op dit moment (2012) binnen de stichting bekend zijn. Ten opzichte van de functies in 2008 is er één functie bijgekomen nl. de conciërge. Om uitvoering te geven aan de functiemix (Convenant Actieplan Leerkracht) is in 2011 een begin gemaakt met de beschrijving van het functiebouwwerk. Deze beschrijving is in 2012 voltooid. De nieuwe functie van Interne Begeleider is toegevoegd. 3.9 Functiemix De minister, de onderwijswerkgevers en de vakbonden hebben in 2008 afspraken gemaakt over de invoering van de zogenaamde Functiemix. Deze afspraken zijn verankerd in de CAO PO en houden in dat schoolbesturen in het primair onderwijs een gedeelte van de leerkrachten in LB of LC gaan benoemen. Belangrijkste motieven waren het bieden van een carrièreperspectief, het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de arbeidsmarktpositie. Elk jaar dient - zowel op school als op bestuursniveau - een vastgesteld percentage LB en of LC te worden gehaald. In 2012 zijn veertien leerkrachten binnen Eem-Vallei Educatief benoemd in de LB-schaal. Daarmee realiseert de stichting nu 9,5% van de norm (fte’s) voor de functiemix. Op 1 augustus 2011 moesten feitelijk 16% van de leraren benoemd zijn in de LB-schaal en 1% in de LC-schaal (of 3% extra in de LB-schaal). In 2014 is de doelstelling voor de sector 40% (fte’s) in de LBschaal en 2 % in de LC-schaal. De invoering van de functiemix verloopt stroef, omdat de leraren behoorlijke extra inspanningen moeten verrichten om aan de benoemingscriteria te voldoen in relatie tot de geringe extra beloning. Er is feitelijk heel weinig belangstelling onder de leraren van de stichting om door te stromen naar de LB-functie. Daarnaast werkt het plaatsen van leerkrachten in de LBfunctie kostenverhogend en nadelig voor de werkdruk van de overige collega’s. 3.10 Eigen wachtgelders De stichting ontvangt jaarlijks van het administratiekantoor een overzicht met eigen wachtgelders. We maken sinds vorig jaar gebruik van de systemen van het UWV via FIV (Financiële Informatie Voorziening UWV). Daarin kunnen we precies volgen welke (ex-)medewerkers recht hebben op een uitkering. In veel gevallen drukt deze uitkering op het bestuur. We benutten het systeem om uitkeringsgerechtigden, die als laatste werkgever bij EVE hebben gewerkt, alle vacatures en ziektevervangingen aan te bieden om zo de uitkeringslasten voor ons bestuur zo laag mogelijk te houden.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 15 van 62
3.11 Coaching en scholing De stichting gelooft in de ontwikkeling van mensen. Ieder mens is uniek en heeft potentie. Voor alle beginnende en/of nieuwe leerkrachten zijn coachingsmomenten beschikbaar (een aantal malen per jaar). De directeur van de instelling is verantwoordelijk voor deze coaching. Daarnaast is, afhankelijk van de vraag, de mogelijkheid om op basis van het Persoonlijke Ontwikkelingsplan (POP) scholing te volgen. Op stichtingsniveau wordt de scholing van jonge directeuren, het middenmanagent en de Interne begeleiders verzorgd. Er zal de komende jaren een forse slag gemaakt moeten worden in de professionalisering van de medewerkers in het kader van de invoering van Passend Onderwijs. We zullen in 2013 in samenwerking met de stichting Meerkring Amersfoort een samenwerkingsovereenkomst opstellen om te kunnen participeren in de Meerkring Academy. De coaching van nieuwe directeuren wordt verzorgd door de directeur P&O. 3.12 Doordecentralisatie arbeidsvoorwaarden De aangekondigde doordecentralisatie van de primaire arbeidsvoorwaarden is door de Tweede kamer aanvaard. Dit betekent dat de PO-raad namens de besturen de onderhandelingen met de sociale partners de arbeidsvoorwaarden vorm kan geven. Eind 2012 werd bekend dat er overeenstemming is bereikt over een aantal technische aanpassingen in de secundaire arbeidsvoorwaarden in de CAOPO, zoals afspraken over professionalisering en de invoering van de verplichte registratie van schoolleiders. De primaire arbeidsvoorwaarden dateren nog uit 2009 en worden jaarlijks verlengd. Het wordt hoog tijd dat ook de primaire arbeidsvoorwaarden opnieuw worden overeengekomen om daarmee ook in financiële zin het beroep van leraar weer aantrekkelijker te maken. Vooralsnog hanteert de minister onder druk van de Tweede Kamer de nullijn voor ambtenaren en dus ook voor de onderwijssector.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 16 van 62
4.
Onderwijs
4.1 Schoolontwikkeling – beleid In het schooljaar 2011- 2012 heeft elke school diverse activiteiten in het kader van de schoolontwikkeling ontplooid. We verwijzen hiervoor naar de jaarverslagen van de scholen. 4.2 Kwaliteit en onderwijsprestaties Door het gewijzigde inspectiebeleid in 2008 is niet langer de school, maar het bestuur in casu het Centraal Management de verantwoordelijk gesprekpartner voor de inspectie. Het Centraal Management heeft jaarlijks in november een gesprek, waarin de resultaten van alle scholen besproken worden. Tevens wordt door de inspectie aangegeven waar eventuele verbeterpunten mogelijk zijn. In 2012 heeft dit gesprek plaatsgevonden op 12 september. Eindconclusie van het gesprek was dat alle scholen van de stichting een basisarrangement voor het onderwijstoezicht krijgen, omdat de kwaliteit van het onderwijs op alle scholen voldoet aan de normen en als voldoende kan worden gekwalificeerd. Waar in 2011 nog twee scholen een basisarrangement met attentiesignaal hadden, hebben nu alle scholen een basisarrangement. 4.3 Klachtenregeling In 2012 is slechts één herhaalde klacht ingediend bij het bestuur. Deze klacht heeft betrekking op de uitsluiting van een leerling van een viering op school op grond van het feit dat de ouder weigerde de vrijwillige ouderbijdrage te betalen. Deze klacht is inmiddels afgerond, hoewel de klager nog steeds van mening is dat de financiële overzichten van de ouderraad te wensen overlaten. Op grond van deze klacht is een overleg met de autonome ouderraden gestart over het karakter van de vrijwillige ouderbijdrage. De ouderraden zijn allemaal zelfstandige rechtspersoon, zodat de financiële middelen niet worden betrokken bij de financiën van de stichting. Het betekent tevens dat het bestuur van de stichting geen zeggenschap heeft m.b.t de ouderraden, niet anders dan dat het bestuur niet toestaat dat leerlingen onder schooltijd worden uitgesloten van activiteiten op grond van het feit dat hun ouder(s) de vrijwillige ouderbijdrage niet heeft betaald. 4.4 Techniek Zes scholen van de stichting zijn zogenaamde VTB-scholen. Zij ontvangen hiervoor een subsidie om het vak techniek op de basisschool verder vorm en inhoud te geven. Deze scholen zijn De Zandberg, De Prangelaar, Jan Ligthartschool, De Lijster, Plantijn en de Dorpsbeuk. 4.5 Passend Onderwijs/verbonden partijen In 2012 is de indeling van de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs door het ministerie geregeld. Deze nieuwe verbanden zijn interzuilair samengesteld. Voor Eem-Vallei Educatief betekent dit dat haar scholen verdeeld zijn over drie samenwerkingsverbanden: • SWV PO De EEM (PO2602) omvat o.a. onze scholen in Soest, Baarn, Bunschoten en Woudenberg. • SWV Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe (PO2509) omvat o.a. onze school in Nijkerk • SWV Rijn en Gelderse Vallei (PO2510) omvat o.a. onze scholen in Barneveld en Scherpenzeel De invoering van Passend Onderwijs per 01-08-2014 zal grote gevolgen hebben voor onze scholen. Zowel inhoudelijk als financieel zal de invoering een zware operatie worden. De leerlinggebonden financiering gaat straks direct naar het samenwerkingsverband en niet meer rechtstreeks naar de scholen. De scholen moeten na 01-08-2014 een aanvraag indienen bij het samenwerkingsverband voor ondersteuning of extra financiering. Inhoudelijk betekent de invoering van passend onderwijs dat het schoolbestuur een zorgplicht krijgt voor elke aangemelde leerling. Dit impliceert dat het bestuur primair zorg moet dragen voor de plaatsing van de leerling op de juiste school. Uiteraard geschiedt dit in nauw overleg met de ouders. Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 17 van 62
4.6 ICT Visie en Doelen In 2010 is het ICT- beleidsplan voorlopig vastgesteld. In dit plan worden naast de doelen ook de concrete acties aangeven waarmee we de doelen willen bereiken. Er is hard gewerkt aan het beschrijven van een geïntegreerde inzet van ICT in de lessen: ICT wordt niet als leerdoel gezien maar als een middel om andere leerdoelen te bereiken. Er zijn zowel voor leerkrachten als leerlingen minimumdoelen gesteld m.b.t. de ICT-vaardigheden. Dit heeft een vervolg gekregen in 2011 met een nulmeting ICT-vaardigheden bij alle medewerkers, gevolgd door een gericht scholingsaanbod dat in 2012 is voortgezet. Deze scholing wordt afgesloten met een toets en een certificaat. We trainen de kinderen naast de leerdoelen ook op “mediawijsheid” (veilig en verstandig omgaan met Internet en e-mail). Hiertoe hebben we in 2012 het protocol Sociale media vastgesteld. Digiborden Ook in 2012 hebben de scholen weer geïnvesteerd in de aanschaf van digiborden. Een nieuwe ontwikkeling op dit gebied is de introductie van de interactieve beamer. Hierbij kan gewerkt worden met een speciale beamer en gewone whiteboards. Alle scholen hebben meerdere digiborden tot hun beschikking. Website De website is in 2010 vernieuwd. Nieuwe templates en een nieuw Content Management Systeem (CMS) hebben het bijhouden van de website sterk verbeterd. In 2011 hebben we het intranet in gebruik genomen. In 2012 is besloten een eigen e-mailsysteem te laten bouwen en dat te koppelen aan de website van de stichting en de scholen. Met dit nieuwe communicatiesysteem kunnen we ouders en personeel in groepen en individueel digitaal berichten zenden. ICT-cursussen In 2012 zijn vele medewerkers geschoold in de minimale eisen voor het gebruik van Word, Excel, Powerpoint, Outlook en documentbeheer. Netwerkbeheer In 2011 is besloten het systeembeheer centraal te regelen. Dit betekent dat de ICT-inrichting op alle scholen eind 2012 op een identieke wijze is geregeld. Het bleek noodzakelijk te zijn om eerder dan voorzien een forse inhaalslag te plegen in de ICT-infrastructuur. In 2012 zijn op vrijwel alle scholen de servers vervangen en zijn veel nieuwe werkstations geïnstalleerd. De laatste 3 scholen worden in het eerste kwartaal van 2013 afgerond. Daarmee is dan een gigantische operatie afgerond en is de ICTinfrastructuur geheel op orde. We zullen in 2013 trachten de meeste scholen aan te laten sluiten op de lokaal beschikbare glasvezelnetwerken. Hiermee kan veel gewonnen op het gebied van snelheid en kan ook de laatste slag worden gemaakt in het kader van het dagelijks maken van een backup van de systemen, die dan buiten de school opgeslagen wordt. 4.7 Huisvesting Meerjaren onderhoudsplan (MOP) De stichting actualiseert elke 3 jaar haar meerjarenonderhoudsplan. We laten door een extern bureau een schouw uitvoeren . Op basis van deze rapportages wordt het MOP aangepast. Daarna wordt bezien of de financiële voorziening onderhoud toereikend is om het MOP uit te voeren. Indien noodzakelijk wordt de jaarlijkse dotatie aan de voorziening onderhoud aangepast.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 18 van 62
Bouw, verbouw en onderhoud In 2012 hebben diverse projecten plaatsgevonden in het kader van onderhoud en renovatie: Gemeente Baarn
School De Uitkijck
Barneveld
De Zandberg
Bunschoten Nijkerk
Lange Voren Regenboog 't Kruisrak Corlaer
Scherpenzeel
Dorpsbeuk
Soest
PWA school De Buut De Egelantier PWA
Woudenberg
Prangelaar Griftschool
activiteit Aanbrengen beplating gangwanden, uitbreiding pleinverharding en plaatsen hekwerk aan straatzijde i.v.m. veiligheid vervanging dakbedekking, plafondplaten vervangen, keukenblok vervangen en buitenschilderwerk. Aanbrengen zonwering Intern klimaatonderzoek, reinigen luchtkanalen Herstel zonwering Dakbedekking vervangen, CV-installatie vervangen, uitbreiding plein Reiniging luchtroosters, installatietechnische maatregelen i.v.m. legionellabeheersing Toiletrenovatie ouder schoolgedeelte E-installatie en ICT-netwerk infrastructuur aangepast Partieel pleinherstel Realisatie interne berging Aanpassing E-installatie, berging op zolder gerealiseerd, buitenschilderwerk (gedeeltelijk) Partieel binnenschilderwerk CV-installatie vervangen, renovatie toiletvloeren, aanpassing E-installatie, aanpassing ICT-netwerkstructuur
Tevens is op de volgende scholen de verplichte asbestinventarisatie uitgevoerd: Gemeente Bunschoten
School ‘t Kruisrak
Nijkerk Scherpenzeel
Corlaer Dorpsbeuk
Woudenberg
Jan Ligthartschool Prangelaar
acviviteit Bij visuele inspectie geen asbesthoudende materialen aangetroffen. Mogelijk op sommige plaatsen wel asbesthoudende materialen aanwezig, maar geen noodzaak tot verwijdering. Er wordt een asbestbeheersplan opgesteld. Geen asbesthoudende materialen aangetroffen. In CV-ruimte asbesthoudende plafondplaten aangetroffen. Verwijdering op termijn noodzakelijk. Er is een asbestbeheersplan opgesteld en sanering in de zomervakantie 2013. Asbesthoudende materialen aangetroffen. Asbestsanering en herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Asbesthoudende materialen aangetroffen. Asbestsanering en herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
In Woudenberg is in een goede samenwerking met de gemeente na de asbestinventarisatie een plan van aanpak opgesteld. Door een goede en tijdige communicatie met de ouders en de omwonenden zijn er geen vragen of klachten binnengekomen. De asbestsanering en de herstelwerkzaamheden zijn in de herfstvakantie 2012 door een gespecialiseerd en gecertificeerd bedrijf uitgevoerd. Inmiddels heeft staatssecretaris W.J. Mansveld laten weten dat de asbestinventarisatie alleen nog verplicht is gesteld bij verbouw, renovatie of sloop van een schoolgebouw. Daarmee wordt de beleidslijn van haar voorganger de heer J.J. Atsma, fors bijgesteld en hebben diverse schoolbesturen hoge kosten gemaakt die onder het huidige regime niet nodig waren geweest. Bijna alle gemeenten worden geconfronteerd met terugloop van leerlingenaantallen in het basisonderwijs met als gevolg veel verspreide en versnipperde leegstand in schoolgebouwen. Samen met de schoolbesturen wordt gezocht naar oplossingen om de leegstand terug te dringen o.a. door herschikking van het scholenbestand, verhuizing van scholen, vervangende nieuwbouw. Deze voornemens worden geconcretiseerd in Integrale Onderwijshuisvestingsplannen en/of masterplannen huisvesting onderwijs. Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 19 van 62
In een aantal gemeenten is het Integraal Huisvestingsplan (IHP) geactualiseerd, deels herzien of totaal vernieuwd. Deze trajecten zijn afgerond in de gemeenten Barneveld (masterplan huisvesting PO), Bunschoten, Nijkerk en Soest. • In de gemeente Barneveld wordt de Regenboog in Voorthuizen uitgebreid met ongeveer 130 m². Deze uitbreiding zal in 2013 plaatsvinden. • In de gemeente Nijkerk wordt Daltonschool Corlaer uitgebreid met ongeveer 200 m². Ook deze uitbreiding zal in 2013 plaatsvinden. • In de gemeente Soest is het Integraal Huisvestingsplan door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan wordt voorzien in vervangende nieuwbouw voor deBuut en in grootschalige renovatie of vervangende nieuwbouw voor de PWA. De gemeenteraad heeft echter eerst opdracht gegeven voor het opstellen van integraal accommodatiebeleid, waar mogelijk in samenhang met het integraal huisvestingsplan onderwijs. De verwachting is dat hierdoor een vertraging zal optreden in de uitvoering van de voornemen in het IHP. • De gemeente Woudenberg heeft samen met de schoolbesturen een integrale visie op het lokale onderwijs ontwikkeld en gekoppeld aan een visiedocument over onderwijshuisvesting. Ook in deze plannen wordt voorzien in een forse herschikking van schoolgebouwen. In 2012 zijn de mogelijkheden onderzocht om te komen tot de ontwikkeling van een brede school, waarin het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs in Woudenberg zullen participeren. Medio 2013 zal er meer duidelijkheid komen over de uitwerking van de plannen en de slaagkans van het project. • De gemeente Bunschoten gaat over tot een ruil van schoolgebouwen. De Jongelingschool (bouwjaar 2006) komt vrij, omdat het schoolbestuur van de VVGO te Bunschoten deze school teruggeeft aan de gemeente. De openbare school ’t Kruisrak is gehuisvest in het naastgelegen schoolgebouw (bouwjaar 1978) en gaat per 01-08-2013 grotendeels verhuizen naar de Jongelingschool. We blijven voor 2 lokalen en enkele nevenruimten nog gebruik maken van het huidige schoolgebouw. Het bestuur heeft per 01-08-2012 dislocatie De Zonnebloem te Barneveld gesloten en het schoolgebouw overgedragen aan de gemeente. Het schoolgebouw is daarna vrijwel onmiddellijk gesloopt. Op 1 januari 2015 zal de doordecentralisatie van het buitenkantonderhoud naar de schoolbesturen plaatsvinden. Aanvankelijk was het de intentie deze stap te maken op 1 januari 2014 maar er is gekozen voor een jaar uitstel. De financiële middelen voor het onderhoud, die nu nog vanuit het gemeentefonds naar de gemeenten gaan, komen dan rechtstreeks naar de schoolbesturen, gekoppeld aan de verantwoordelijkheid voor het volledige onderhoud. Momenteel vindt onderzoek plaats over wijze van overdracht van de gebouwen en de voorziening onderhoud. De gemeentebesturen houden onder het nieuwe regime wel hun rol en verantwoordelijkheid voor ver- en nieuwbouw van schoolgebouwen. We volgen deze ontwikkeling met grote belangstelling.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 20 van 62
5.
Leerlingaantallen
5.1 Leerlingenaantal overzicht leerlingaantal BRINnummer Naam school 1-10-2007
1-10-2008
1-10-2009
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
08EM
De Uitkijck
277
284
283
279
244
233
08EN
Kruisrak
172
186
187
198
204
205
09EJ
Prangelaar
123
122
110
105
90
71
09RD
Dorpsbeuk
150
146
149
151
140
127
10AH
Jan Ligthartschool
136
147
156
167
180
182
10SO
Griftschool
205
217
203
200
201
197
11FZ
Plantijn
102
87
98
90
90
98
11RU
Lijster
112
117
105
111
108
120
12LJ
Regenboog/Zonnebloem
155
155
164
159
147
101
19JO
Egelantier/deBuut
274
278
279
273
277
260
23BT
Corlaer
219
220
238
232
208
210
23BT01
De Globe (nevenvestiging)
84
76
67
65
8
-
23DH
Zandberg/Lange Voren
189
178
197
195
175
175
27NN
Startbaan/PWA
379
364
356
344
291
270
2577
2577
2592
2569
2363
2249
Totaal
Teldatum 1-10-2012 Op de teldatum in 2012 is een wederom een forse teruggang in het aantal leerlingen te zien. Dit wordt voor een klein deel veroorzaakt door de sluiting van de locatie sluiting van de Globe te Hoevelaken. De forse terugloop op De Regenboog is het gevolg van de sluiting van de dislocatie De Zonnebloem. De sluiting van De Zonnebloem heeft echter geen effecten op het totale aantal leerlingen, omdat de leerlingen van de Zonnebloem allemaal zijn ondergebracht bij de andere openbare scholen in de kern Barneveld. Daarnaast hebben diverse scholen in toenemende mate last van de terugloop van de aantallen als gevolg van lokale krimp, die eerder en harder doorzet dan aanvankelijk was voorzien. De meest actuele leerlingenprognoses van de gemeenten bevestigen dit beeld. Er is ook terugloop als gevolg van een dalende belangstelling voor de school. Deze laatste ontwikkeling baart het bestuur zorgen, omdat de oorzaken vaak lastig zijn aan te geven. In Barneveld en Soest moet de oorzaak voor een groot deel nog worden gezocht in de segregatieproblematiek. Ondanks lokale initiatieven om deze problematiek aan te pakken en de integratie ook bovenschools te bevorderen, blijven de effecten van de segregatie op de openbare scholen voelbaar. Waar in 2010 en 2011 nog oorzaken werden gezocht in de vele personele wisselingen kan in 2012 worden geconstateerd dat er sprake is betrekkelijke rust en stabilisatie op dit gebied. Er zijn ook scholen die wel doorgroeien. Zo zet de groei door op ’t Kruisrak, de Jan Ligthartschool en Corlaer. De groei van Plantijn, en De Lijster komt grotendeels door de toeloop van leerlingen als gevolg van de sluiting van de Zonnebloem Demografische ontwikkelingen De stichting opereert in een regio die voor een groot deel last heeft van flinke krimp. De verwachting is dat in sommige gemeenten de basisgeneratie (alle kinderen van 4 – 11 jaar en 30% van de 12-
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 21 van 62
jarigen) in de loop der jaren met 5% tot 15% terug zal lopen. Het bestuur van de stichting zal hierop moeten anticiperen. In Woudenberg zal een fusie plaatsvinden tussen de groeiende Jan Ligthartschool en de krimpende Prangelaar. Deze fusie wordt momenteel onderzocht in relatie tot de eerder genoemde plannen van de gemeente Woudenberg om schoolgebouwen samen te voegen en daarvoor vervangende nieuwbouw te realiseren. Marktaandeel per gemeente in aantallen leerlingen en procenten 40,00
Baarn Barneveld Bunschoten Nijkerk (kern) Scherpenzeel Soest Woudenberg
2012 totaal 2272 5878 2098 2819 1087 4122 1310
35,00
EVE 233 494 205 210 127 530 450
% 10,26 8,40 9,77 7,45 11,68 12,86 34,35
Het deelnamepercentage in Nijkerk is gebaseerd op de kern Nijkerk.
30,00 25,00
2008
20,00
2009
15,00
2010
10,00
2011
5,00
2012
0,00
Het marktaandeel is berekend op basis van het totaal aantal leerlingen in het reguliere basisonderwijs per gemeente. De leerlingen in het speciaal onderwijs worden vanaf 2012 niet meegenomen in het totaal. Dit jaar zijn voor het eerst gevalideerde statistische gegevens over leerlingenaantallen bekend gemaakt, waardoor de vergelijking met voorgaande jaren kleine verschillen vertoont. De gemeente Barneveld kent een SBO-school en een REC-4 locatie. Het niet meetellen van deze leerlingen in de totale basisgeneratie verlaagt het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs waardoor het lijkt dat het marktaandeel van het openbaar onderwijs in Barneveld toeneemt ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is dus een vertekend beeld. Om beter inzicht te krijgen in de lokale situatie is een uitsplitsing gemaakt voor de gemeente Barneveld, Nijkerk en Soest. Deze gemeenten kennen meerdere kernen en in een aantal van deze kernen is geen aanbod van openbaar onderwijs. Dat leidt tot het volgende beeld. Marktaandeel op basis van aanbod openbaar onderwijs
Baarn Barneveld (kern) Voorthuizen Bunschoten Nijkerk (kern) Scherpenzeel Soest (kern) Soesterberg Woudenberg
2012 totaal 2272 3168 1009 2098 2819 1087 3581 541 1310
EVE 233 393 101 205 210 127 407 123 450
% 10,26 12,41 10,01 9,77 7,45 11,68 11,37 22,74 34,35
35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Het marktaandeel van het openbaar onderwijs loopt in vrijwel alle gemeenten iets terug. Dat betekent dat de belangstelling voor de openbare school afneemt. Vooral het kantelen van deze ontwikkeling en het aanwakkeren van het de groei van het aantal leerlingen vormen de speerpunten in het nieuwe strategisch beleidsplan 2013-2016. Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 22 van 62
5.2 Leerlinggebonden financieringen In 2003 werd de wet “Leerling gebonden Financiering” van kracht. De wet biedt ouders van kinderen met een handicap meer keuzevrijheid tussen het regulier en speciaal onderwijs. Deze leerlingen hebben dan recht op extra zorg in de vorm van begeleiding en/of voorzieningen. Een commissie van indicatiestelling kan aan deze leerlingen genoemde extra zorg toewijzen: de leerling krijgt een eigen budget, het zogenaamde “rugzakje”. Dit bedrag bestaat uit een component personele baten ( 86,3%) en een component materiële baten (16,7%). Aansturing vindt plaats op schoolniveau, de verantwoording op bestuursniveau. Op stichtingsniveau is in 2012 voor 35 leerlingen een “rugzakje” aangevraagd (en gehonoreerd). In 2009 lag dit aantal op 34 en in 2010 op 28. Aantal LGF-beschikkingen
2009 34
2010 28
2011 39
2012 35
In het kader van Passend Onderwijs gaat bovengenoemde regeling op de helling. Passend onderwijs wordt op 1 augustus 2014 ingevoerd. Daarmee verdwijnt de leerling gebonden financiering vanuit het rijk en gaan de middelen rechtstreeks naar de samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs. Om toch een passend aanbod voor deze leerlingen te kunnen blijven aanbieden zal financiering en/of ondersteuning vanuit de nieuwe samenwerkingsverbanden moeten worden aangevraagd. Het is op dit moment niet duidelijk hoe de verdeling van de middelen vanuit de samenwerkingsverbanden wordt geregeld. Er is dus sprake van een financieel risico voor de stichting. Zie hoofdstuk 6.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 23 van 62
6 Toekomstige ontwikkelingen Het komende kalenderjaar 2013 is er een aantal grote onderwerpen die van personeelsleden, directie, bestuur en ouders de nodige aandacht vragen: 1. Passend Onderwijs (politieke onderwerpen) Op 1 augustus 2014 wordt Passend Onderwijs ingevoerd. De indeling van de regionale samenwerkingsverbanden is van rijkswege vastgesteld en bekend gemaakt. Voor onze stichting betekent deze indeling dat wij in drie samenwerkingsverbanden participeren. Gelezen de tekst in hoofdstuk 5.2. is het op dit moment niet duidelijk welke financiële middelen in welke omvang naar de school zullen vloeien. We is duidelijk dat de LGF-middelen per 01-08-2014 naar de samenwerkingsverbanden gaan. Wij hebben in 2012 € 286.626,-- ontvangen aan LGF-middelen. Deze middelen zullen in een glijdende schaal afnemen. De verwachting is dat ondersteuning in het kader van passend onderwijs veelal zal plaatsvinden op basis van arrangementen en veel minder dan nu in de vorm van financiële middelen ter ondersteuning. Er ontstaat dus een financieel risico vanaf medio 2014 en latere jaren van bijna 2 ton. De scholen ontvangen nu jaarlijks op basis van het aantal leerlingen een financiële bijdrage van het samenwerkingsverband om bijvoorbeeld de interne begeleider één of meer dagdelen uit te roosteren. Op dit moment is het niet duidelijk dat deze bijdrage in de huidige vorm zal worden gecontinueerd. Dat betekent dat de stichting een financieel risico loopt van maximaal € 120.000 bij afschaffing van de bijdrage. 2. Project opbrengst gericht werken In 2010 hebben de directeuren tijdens een tweetal studieochtenden een visie ontwikkeld op opbrengst gericht werken (OGW). Vanuit deze visie zal elke school een verbetertraject kiezen dat het beste past bij de school. Het centraal management heeft de middelen uit de bestemmingsbox onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de scholen voor de verbetertrajecten. Vrijwel alle scholen zijn gestart met de scholing van het personeel in dit kader. Inmiddels heeft de minister de prestatiebox geïntroduceerd. Deze uitkering aan de besturen is gebaseerd op de prestatieafspraken in bestuursakkoord tussen het ministerie en de PO-raad. Het bedrag bestaat uit de volgende componenten: • Opbrengstgericht werken (bestemmingsboxgeld aangevuld met nieuwe middelen) • Professionalisering leraren en schoolleider • Subsidie cultuureducatie De regeling is vastgesteld voor de periode schooljaar 2011-2012 tot en met 2014-2015. 3. Arbeidsvoorwaarden Sinds eind 2011 is de volledige decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden in het PO een feit. De POraad heeft namens het veld de gesprekken met de bonden gevoerd. Dit heeft tot geringe resultaten geleid en er is een nieuwe CAO-PO 2013 afgesloten. Er zijn afspraken gemaakt over een persoonlijk professionaliseringsbudget en verplichte registratie voor schoolleiders. Ook is de tekst aangepast aan veranderde regelgeving, zijn fouten verbeterd en onduidelijkheden verhelderd. Verder is overeengekomen dat het komende jaar over een geheel vernieuwde cao voor 2014 wordt gesproken, die aansluit bij de moderne arbeidsverhoudingen in het primair onderwijs. Dit betekent dat de loonontwikkeling in het onderwijs vooralsnog weer achterblijft bij de marktsector. De PO-raad en de bonden hebben de minister schriftelijk verzocht aandacht te hebben voor het gebrek aan financiële ruimte voor een nieuwe CAO. Bovenstaande betekent dat een aantal dure regelingen, zoals de BAPO-regeling en de functiemix, nog blijven bestaan en een forse aanslag doen op de personele budgetten van de schoolbesturen. Tevens wordt steeds duidelijker dat het enthousiasme en de ambitie voor een loopbaan in het onderwijs onder de jeugd afneemt. Het onderwijs zal de komende jaren sterk vergrijzen en op de middellange termijn zal er een tekort aan leraren ontstaan.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 24 van 62
4. CITO-toets (politieke onderwerpen) Eind 2012 en begin 2013 is een heftige discussie ontstaan over de functie en de waarde van de CITOeindtoets voor het basisonderwijs. De minister streeft de verplichte invoering van de CITO-eindtoets na voor het gehele basisonderwijs. De afname van de toets verschuift dan van februari naar mei. Hiertegen komt vanuit het onderwijsveld behoorlijk verzet, omdat de maatregel mogelijk ook zal leiden tot openbare publicatie van de toetsresultaten, waarbij de noodzakelijke nuancering op schoolniveau mogelijk onvoldoende aan bod komt. Onze stichting hanteert nu al op alle scholen de CITO-eindtoets basisonderwijs en in voorkomende gevallen de niveautoets voor die leerlingen die daarvoor in aanmerking komen. 5. Scheiding bestuur en toezicht (politieke onderwerpen) Met het aanvaarden van het wetsvoorstel Goed onderwijs, goed bestuur door de Eerste Kamer is de scheiding tussen besturen en toezicht ook in het primair onderwijs per 01-08-2011 verplicht geworden. Over de wijze waarop die scheiding vormgegeven wordt, laat de overheid de keuze aan het schoolbestuur. Het bestuur van de stichting Eem-Vallei Educatief heeft de keuze gemaakt om op basis van de wettelijke voorschriften en de eigen Code Goed Bestuur in overleg te treden met de deelnemende gemeenten om deze nieuwe wet vorm te geven en te implementeren. De voorkeur van het bestuur gaat nadrukkelijk uit naar een organieke scheiding door te werken met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. Deze voorkeur wordt gedeeld door de Regioraad en is vertaald in nieuwe statuten. De wijziging van de statuten is eind 2012 voorgelegd aan de gemeenteraden. Zes raden hebben in 2012 ingestemd met de nieuwe statuten en de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht. De gemeenteraad van Scherpenzeel heeft in een motie aangedrongen op aanpassingen van twee onderdelen in de statuten. Ze wil in de statuten vastgelegd zien hoe de honorering van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur wordt geregeld ter voorkoming van uitwassen. Daarnaast wil de raad het primaat hebben op het recht hun school eventueel in de toekomst uit de stichting te nemen. Dat is op basis van de huidige en de nieuwe statuten niet mogelijk na de verzelfstandiging in 2005. De overige gemeenteraden willen geen wijziging meer in de nieuwe statuten en dus is gekozen voor een side letter bij de statuten waarin de honorering wordt beschreven en waarin uitleg wordt gegeven aan artikel 48 lid 11 van de Wet op het primair onderwijs ‘De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden.’ De verwachting is dat de gemeenteraad van Scherpenzeel medio 2013 alsnog zal instemmen met de statutenwijziging en de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht. 6. Huisvesting (politieke onderwerpen) Het bestuur heeft in 2011 al twee locaties gesloten (SBN te Nijkerk en De Globe te Hoevelaken) en sloot in 2012 de derde locatie de Zonnebloem te Barneveld. De sluiting van deze locaties heeft naast negatieve effecten op leerlingenaantallen een positief effect op de beheerslasten van de stichting. Met de sluiting kunnen de exploitatielasten van de schoolgebouwen beter in overeenstemming worden gebracht met de rijksvergoeding. Hierbij moet wel worden aangetekend dat voor de overblijvende scholen de vergoeding voor de materiële instandhouding volstrekt ontoereikend is. In 2012 heeft het bestuur ingezet op een verdere verjonging van de schoolgebouwen. In Soest, Bunschoten en Woudenberg zijn ontwikkelingen in dat kader in gang gezet. In 2013 gaat obs ’t Kruisrak in Bunschoten verhuizen naar het naastgelegen schoolgebouw van De Jongelingschool, dat per 01-082013 vrijkomt. Het gebouw dateert uit 2006 hetgeen een aanmerkelijke verbetering betekent. In het najaar van 2013 zal de gemeenteraad van Woudenberg een besluit nemen over de schoolgebouwen in Woudenberg. Hierbij zijn de gebouwen van de Jan Ligthartschool en de Prangelaar betrokken. Er vindt momenteel onderzoek plaats naar de mogelijkheid van een bredeschool in Woudenberg. In de gemeente Soest liggen de ontwikkelingen vanuit het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs momenteel stil, omdat de eerst een koppeling gemaakt wordt met de nota accommodatiebeleid.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 25 van 62
Momenteel bereiden gemeenten en schoolbesturen zich voor op de decentralisatie van het buitenonderhoud per 1 januari 2015. De operatie is met een jaar uitgesteld in verband met de kabinetswisseling, waardoor vertraging is ontstaan in de onderhandelingen over het bedrag dat uit het Gemeentefonds naar de lumpsumfinanciering moet. Ook moeten de programma’s van eisen voor de materiele instandhouding (VELO-vergoeding) worden aangepast. Per 1 januari 2015 worden de schoolbesturen geheel verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. Vervangende nieuwbouw en nieuwbouw blijven een bevoegdheid van de gemeente. 7. Samenwerking Het bestuur heeft de algemeen directeur opdracht gegeven om de mogelijkheden te onderzoek om te komen tot samenwerking met andere stichtingen voor openbaar onderwijs in de regio. Daartoe zijn besprekingen gestart met de stichting openbaar primair onderwijs Meerkring te Amersfoort. Er is een eerste haalbaarheidsstudie uitgevoerd en op grond van de eindrapportage hebben de besturen eind 2011 een intentieverklaring ondertekend om te komen tot samenwerking in de vorm van een bestuurlijke fusie. Eind 2012 is uit het uitgebreide haalbaarheidsonderzoek en de fusie effectrapportage (FER) gebleken dat een bestuurlijke fusie de criteria van de fusietoets niet zou doorstaan. Er is besloten af te zien van een bestuurlijke fusie en de samenwerking op een aantal deelgebieden anders vorm te geven door bijvoorbeeld samenwerkingsconvenanten. Momenteel ontstaat er druk op de politiek om het instrument fusietoets opnieuw tegen het licht te houden. De huidige fusietoets blokkeert grotere fusies in krimpgebieden en schiet daarmee haar doel voorbij. 8. Uitvoering administratie Sinds januari 2010 voert de stichting de financiële administratie uit in eigen beheer met de Profit ERP software van Afas. We zijn hierover zeer tevreden. In 2012 hebben we een aanvullend softwarepakket in gebruik genomen om het scannen en boeken van facturen sneller te kunnen laten verlopen. Per 01-01-2013 brengen we de ook de volledige Personeels- Salarisadministratie in het softwarepakket onder. We hebben daartoe de keuze gemaakt voor het administratiekantoor Vizyr te Heerlen.. Met deze beslissing voeren we de gehele administratie inclusief het documentbeheer uit in één pakket. Het overzetten van de PSA vraagt een flinke inspanning van de medewerkers van het bestuursbureau.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 26 van 62
7
Risicoparagraaf
7.1. Rijksbeleid Passend Onderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs op 01-08-2014 gaan de financiële middelen voor de leerlinggebonden financiering rechtstreeks naar het nieuwe samenwerkingsverband. EVE ontving de afgelopen jaren ongeveer € 250.000 aan LGF-middelen. Daarnaast kenden de huidige samenwerkingsverbanden ook financiële middelen aan de besturen toe t.b.v. de facilitering van de werkzaamheden van de Interne begeleider. Voor de stichting is dat op jaarbasis gemiddeld € 120.000. Door de stelselwijziging in het kader van Passend onderwijs vormen deze inkomsten dus een forse risicopost van bijna € 400.000,--. Opheffing samenwerkingsverbanden WSNS Per 01-08-2014 worden de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School ontbonden en vervangen door de nieuwe van rijkswege samengestelde samenwerkingsverbanden. De opheffing van de bestaande samenwerkingsverbanden betekent dat de gezamenlijke besturen verantwoordelijk zijn voor de beëindiging van detacheringsovereenkomsten en/of de beëindiging van dienstverbanden als gevolg van het opheffen van een centrale dienst. Bij de samenwerkingsverbanden Barneveld e.o. zijn deze risico’s nihil en bij Veenendaal e.o. zijn deze risico’s gering. Bij het Nieuw Interzuilair Samenwerkingsverband Amersfoort (NIS) zijn de financiële risico’s behoorlijk, omdat de financiële reserves wellicht niet toereikend zijn voor de gevolgen. Het ministerie van OCW, de vakcentrales en de sectorraden PO-Raad en VO-raad bereikten in december 2012 een akkoord over de opvang van de personele gevolgen van de invoering van passend onderwijs. Het doel van die overeenkomst is om zo veel mogelijk expertise voor het onderwijs te behouden. De overeenkomst heeft gevolgen voor de beleidsvrijheid van samenwerkingsverbanden, maar de gedachte is dat de afspraken leiden tot betere benutting van talent en expertise. De grootste verandering ten opzichte van eerdere afspraken is dat de betrokken schoolbesturen in het samenwerkingsverband de gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgen om verlies van expertise en werkgelegenheid te voorkomen. Ook nieuw is dat ze in het ondersteuningsplan dienen vast te leggen hoe ze dit gaan realiseren. GPL op bestuursniveau De personele kosten in het primair onderwijs stijgen jaarlijks enorm. Geen of slechts gedeeltelijke compensatie van premieverhogingen drukken fors op de financiële budgetten van schoolbesturen. Op bestuursniveau is de Gemiddelde Personele Last (GPL) in twee jaar opgelopen van € 58.000 (2010) tot € 61.000 (2012). Een gedeeltelijke compensatie of zonder aanpassing van de lumpsum betekent dit simpelweg dat steeds minder medewerkers hetzelfde en/of meer werk moeten doen. Dit vertaalt zich in een toename van de groepsgrootte op schoolniveau. Ons bestuur constateert met grote zorgen dat de personele bezetting van kleine scholen (tot 150 leerlingen) en daarmee de aantrekkelijkheid van deze scholen heel zwaar onder druk komen te staan. Beëindiging regeling Impulsgebieden Het vorige kabinet was voornemens de Regeling Impulsgebieden in te trekken met ingang van het schooljaar 2012-2013. Door de val van het kabinet kon niet tijdig worden voorzien de noodzakelijke regelgeving en is besloten de regeling voorlopig te laten voortbestaan. Het huidige kabinet is nog steeds voornemens de regeling opnieuw te beoordelen of zelfs af te schaffen. Afschaffing van de regeling betekent voor de stichting een financieel risico van € 123.728,-Leerlingenprognoses Door de deelnemende gemeenten zijn in samenwerking met de schoolbesturen actuele lange termijn leerlingenprognoses opgesteld voor alle scholen (periode 2010 – 2022). Als gevolg van demografische ontwikkelingen zal het leerlingenaantal afnemen. In 2011 is een notitie opgesteld waarin de gevolgen van de afnemende basisgeneratie 4-12 jaar in beeld worden gebracht en welke gevolgen dit
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 27 van 62
zal hebben voor de stichting Eem-Vallei Educatief. De afgelopen jaren is het aantal leerlingen met ruim 300 leerlingen afgenomen. Ook op de teldatum 01-10-2013 verwachten we nog een terugloop van leerlingen. Het financiële risico is fors, want ruwweg betekent elke leerling minder een verlies van € 5000,-- aan baten. Administratieve last Ondanks berichten in de media over vermindering van de administratieve last constateren we op bestuurs- en schoolniveau een forse toename van de administratieve last. In toenemende mate moeten leerkrachten administratieve processen doorlopen m.b.t. het bijhouden van de vorderingen, de groepsadministratie, handelings- groepsplannen, e.d. Ook de schoolleiding is steeds meer tijd kwijt aan administratieve processen door o.a. de invoering van BRON, de verslaglegging in het kader van IPB, de communicatie met externen, de verantwoording aan bestuur en management, e.d. De bureaucatrisering van het onderwijs is een fors risico voor het gehele onderwijs. 7.2 Gemeentelijk beleid Gemeentelijke bijdragen De stichting ontving de afgelopen jaren van de deelnemende gemeenten allerlei subsidies voor schoolbegeleiding, schakelklassen en taalklassen. De subsidies voor schoolbegeleiding zijn bij de meeste gemeenten in een afbouwfase. De subsidies voor de schakel- en taalklassen is in de meeste gevallen nog voor 2 tot 3 jaar gegarandeerd. Deze subsidies vormen op de middellange termijn een risicopost van ruim € 150.000,-7.3. Eigen beleid Beleidsruimte Door de zware noodzakelijke bezuinigingen van de afgelopen jaren om de exploitatie sluitend te krijgen is er fors gesneden in de personele formatie zowel op schoolniveau als op het stafkantoor. Het resultaat van al die inspanningen heeft nu geresulteerd in een klein positief exploitatieresultaat in 2012. Ook de meerjarenbegroting laat een licht positief beeld zien. Het gevolg van deze ingrepen is dat de formatieve bezetting van de scholen en het stafbureau wek is teruggebracht tot het absolute minimum, waardoor er geen ruimte meer bestaat voor het oplossen van knelpunten. Het heeft geleid tot grotere groepen en een groter aantal combinatiegroepen. Mede als gevolg van het wegvallen van de groeiregeling op schoolniveau zullen scholen die groeien niet of nauwelijks een antwoord kunnen vinden op de toenemende groepsgrootte in de onderbouw. Deze constatering staat de verdere groei van de scholen in de weg, waar we juist streven naar een lichte groei van het aantal leerlingen in een krimpende markt. Dit risico is niet meteen uit te drukken in geld, maar de toenemende groepsgrootte op een aantal scholen heeft een versterkend effect op de werkdruk en vormt een fors risico met betrekking tot het ziekteverzuim.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 28 van 62
8
Begroting 2013
Stichting Eem-Vallei Educatief Instellingsniveau Begroot 2013 Exploitatiebegroting 3 3.1 3.2 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
€
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
11.032.300 328.985 66.000
Totaal baten
11.427.285
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
9.076.344 287.981 1.132.500 914.783
Totaal lasten
5
11.411.608
Saldo baten en lasten
15.677
Financiële baten en lasten
18.200
Resultaat
33.877
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 29 van 62
Jaarrekening 2012
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 30 van 62
9.
Financiën
9.1 Toelichting op onderdelen van het jaarverslag Balans Debet Activa = investeringen - Vaste activa - Vlottende activa
Credit Passiva = financieringsbronnen - Eigen vermogen - Voorzieningen - Schulden (kort- en langlopend) - Overlopende passiva
De balans is een momentopname, doorgaans aan het einde van het boekjaar van bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Debet Aan de (debet)kant van de balans staan de bezittingen. Deze onderscheiden we in vaste activa en vlottende activa. Vaste activa Vaste activa zijn investeringen die langer dan één jaar ten dienste staan aan de bedrijfsvoering en een aanschafwaarde hebben boven een bepaald drempelbedrag (de activeringsgrens van Stichting Eem-Vallei Educatief bedraagt € 500,--). De vaste activa worden elk jaar minder waard (afschrijving). Materiële vaste activa zijn tastbaar. Vlottende activa Vlottende activa hebben betrekking op vorderingen, kas- en banksaldi en kortlopende beleggingen. Credit Op de balans staan onder credit de financieringsbronnen (passiva). Er zijn er drie: - eigen vermogen - voorzieningen - vreemd vermogen Eigen vermogen Het eigen vermogen is het verschil tussen de bezittingen en de schulden. Voorzieningen Iets mag alleen een voorziening genoemd worden als: - het betrekking heeft op een nu al te verwachten verplichting in de toekomst of een verwacht verlies in de toekomst waarvan de omvang nog niet vast staat, maar wel geschat kan worden. - het betrekking heeft op het gelijkmatig verdelen van te verwachten lasten over meerdere jaren. Schulden (kort- en langlopend) De schulden, onderverdeeld naar schulden op de lange termijn (geldleningen die langer dan een jaar lopen) en schulden op de korte termijn (korter dan een jaar, zoals crediteuren, kortlopende geldleningen en bankkredieten).
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 31 van 62
Overlopende passiva Als het lastenpatroon niet synchroon loopt met het verslagjaar waarin de ontvangst van de bijdrage plaatsvindt, omdat de lasten bijvoorbeeld pas in het volgende boekjaar zullen worden gemaakt, ontstaat gedurende twee opeenvolgende jaren een vertekend exploitatieresultaat. De toegewezen gelden worden op de balans geboekt (post overlopende passiva). Tegenover de lasten in de jaren erna valt eenzelfde deel van de overlopende passiva als bate vrij ten gunste van de exploitatierekening. In het laatste jaar van besteding valt het restant vrij. Exploitatierekening Baten - Rijksbijdragen - Overige overheidsbijdragen - Overige baten
Lasten -
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
De exploitatierekening is een overzicht van de baten en lasten gedurende een bepaalde periode. In genoemde rekening worden de vergelijkende cijfers van het vorige verslagjaar en tevens de begroting van het verslagjaar zelf opgenomen. Baten 1. Rijksbijdragen De normatieve rijksbijdrage wordt toegekend per schooljaar, terwijl het boekjaar betrekking heeft op een kalenderjaar. Dit wordt opgelost door de Rijksbijdrage te verdelen in de periode augustus tot en met december (5/12) en de periode januari tot en met juli (7/12) en vervolgens toe te delen aan het betreffende verslagjaar. Daarnaast zijn er al dan niet geoormerkte subsidies van de rijksoverheid; 2. Overige overheidsbijdragen Bij overige overheidsbijdragen gaat het om bijdragen van andere overheidsinstellingen dan het Ministerie van OCW. In de meeste gevallen gaat het dan om gemeentelijke bijdragen; 3. Overige baten Onder de overige baten vallen zaken als bijvoorbeeld: verhuur onroerende zaken. Lasten De lasten voor gewone bedrijfsvoering worden verdeeld over vier hoofd kostensoorten. 1. Personele lasten De personele lasten omvatten alle betalingen en verplichtingen in het verslagjaar ten behoeve van het personeel; 2. Afschrijvingen Inventaris, leermiddelen en andere bedrijfsmiddelen, langer dan een jaar gebruikt, worden tegen de aanschafwaarde op de balans gezet en afgeschreven in de jaren van gebruik; 3. Huisvestingslasten. De huisvestingslasten bestaan uit exploitatiekosten van het gebouw, zoals gas, water, licht, schoonmaakkosten door een schoonmaakbedrijf, beveiliging en klein onderhoud; 4. Overige lasten. Bij overige lasten gaat het o.a. om uitgaven t.b.v. administratie en beheer, accountantskosten, ICT kosten en leermiddelen.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 32 van 62
Kasstroomoverzicht Een kasstroomoverzicht geeft inzicht in de geldmiddelen die gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en in het gebruik daarvan. Het begrip ‘kas’ moet ruim worden opgevat. Het gaat om alle geldmiddelen. Het kasstroomoverzicht bestaat uit drie onderdelen: 1. kasstromen uit operationele activiteiten; 2. kasstromen uit investeringsactiviteiten; 3. kasstromen uit financieringsactiviteiten Toelichting op resultaat jaarverslag 2012 Het boekjaar 2012 wordt afgesloten met een positief saldo van € 12.581. Analyse op de begroting 2012 Baten De totale omvang van de baten 2012 is € 12.350.769 Dit is € 669.387 hoger dan de begrote baten van € 11.681.382 Enkele verklaringen hiervoor zijn: Door een extra eenmalige compensatie vanwege de gestegen sociale premies is o.a. de personele bekostiging vanuit het ministerie € 107.798 hoger uitgevallen dan begroot. Er is een aantal subsidies door het ministerie van OCW uitgekeerd waar geen rekening mee was gehouden bij het opstellen van de begroting 2012. Waar het ministerie, de gemeentes en de diverse instanties eerst met een aankondiging komen dat er bezuinigd dient te worden en dat deze bezuinigingen gevolgen kunnen hebben voor de hoogte van de subsidies, zie je dat er in werkelijkheid in 2012 toch diverse subsidies zijn verstrekt. Enkele bedragen waar geen rekening mee is gehouden in de begroting 2012: -
Bekostiging Visueel gehandicapte leerlingen € 18.000 Bekostiging zeer moeilijk lerende kinderen € 13.500 Bekostiging studieverlof € 7.700 Vergoeding groeiformatie € 34.000 Extra inkomsten leerling gebonden financiering € 86.500 Bijdrage NIS/WSNS is hoger uitgevallen dan begroot € 77.000 Bijdrage vervangingsfonds € 27.000 Bijdrage UWV € 28.000 Vanuit de diverse gemeentes zijn er gelden ontvangen t.b.v. de Schakelklassen, Taalklassen en Schoolbegeleiding voor een bedrag van € 155.000 dat niet was begroot. In februari 2012 is de bekostiging Prestatiebox ingevoerd waarvoor een bekostiging is ontvangen van € 173.500. Een groot deel van deze gelden is ingezet ten behoeve van de formatie 2012/2013. In de jaarrekening 2012 is daarom een bedrag van € 82.000 gereserveerd voor 2013 om zo in 2013 deze salariskosten op te kunnen vangen.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 33 van 62
Lasten De totale omvang van de lasten 2012 zijn € 12.371.980 Dit is € 629.686 hoger dan de begrote lasten van € 11.742.294 Enkele verklaringen hiervan zijn: -
Personeelslasten Werkelijke personeelslasten 2012 € 9.860.011 Begroot 2012 € 9.551.548 Verschil bedraagt € 308.463 meer uitgegeven dan begroot. Aangezien er meer baten zijn voor o.a. leerlinggebonden financiering, visueel gehandicapte leerlingen, zeer moeilijk lerende kinderen, prestatieboxgelden, schakelklas en taalklas kan er ook meer FTE worden ingezet. In 2012 hebben wij volgens een bewuste keuze nog diensten afgenomen bij OSG welke € 76.000 meer kostten dan begroot. Met ingang van 1 januari 2013 is de overstap gemaakt naar Vizyr waar een contract is afgesloten voor het begrote bedrag van € 100.000. Aan scholing personeel en management is € 52.000 meer uitgegeven dan begroot. In 2012 is € 35.000 aan Outplacementkosten uitgegeven en is er een WGA boete opgelegd door de belastingdienst van € 34.000 wegens opgave van een foute loonsom in het verleden.
-
Afschrijvingslasten Werkelijke afschrijvingslasten 2012 Begroot 2012
€ 268.188 € 259.498
Hierin is de sluiting van de Zonnebloem op 01/08/2012 verwerkt waarbij enige activa in een keer is afgeschreven. -
Huisvestigingslasten Werkelijke huisvestingslasten 2012 Begroot 2012
€ 1.093.572 € 1.089.500
Dit verschil is minimaal, is zijn er op grootboekniveau wel verschil. Met de overdracht van de exploitatie van een aantal schoolgebouwen door de gemeente Barneveld zijn de huurkosten verlaagd met € 75.000. De goede monitoring op het energie- en watergebruik wordt doorgezet op de scholen waardoor deze lasten € 45.000 lager uitvallen dan begroot. De schoonmaakkosten zijn € 50.000 hoger uitgevallen dan begroot voor 2012. De schoonmaakkosten hebben voor 2013 extra aandacht om deze aanzienlijk naar beneden te krijgen maar waarbij wel dezelfde kwaliteit wordt behouden.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 34 van 62
Aan onderhoud is in 2012 € 50.000 meer uitgegeven dan begroot. Waarbij wij ook kunnen stellen dat onze schoolgebouwen er netjes bij staan. Bovenop de dotatie voorziening onderhoud van € 150.000 is nog € 52.000 extra gedoteerd aan de voorziening onderhoud. Dit was noodzakelijk omdat er eind 2012 en in het eerste halfjaar van 2013 is begonnen met het aanleggen van nieuwe databekabeling op diverse scholen wat niet in de onderhoudsvoorziening was opgenomen. -
Overige lasten Werkelijke overige lasten 2012 Begroot 2012
€ 1.150.208 € 841.748
In 2012 is aan overige lasten € 308.460 meer uitgegeven dan begroot. Aan reproductiekosten is € 50.000 meer uitgegeven dan begroot. De reproductiekosten bedragen in 2012 in totaal € 149.000. Ten opzichte van de werkelijke kosten in 2011 ter hoogte van € 212.305 is hier al een aanzienlijke besparing gerealiseerd. Deze kostenpost blijft evenals in 2012 ook voor 2013 een attentiepunt. Aan deskundigenadvies is € 51.000 meer uitgegeven dan begroot. Dit zijn voornamelijk eenmalige kosten geweest t.b.v. het onderzoek naar een mogelijke fusie met de stichting Meerkring te Amersfoort. In 2012 is flink geïnvesteerd in ICT. Er is op alle scholen geïnventariseerd hoe alles erbij stond en waar investeringen, aanpassingen, onderhoud en installatiekosten moesten plaatsvinden. Er is in totaal bijna € 100.000 meer uitgegeven dan begroot maar hebben de scholen een grote inhaalslag gemaakt op ICT gebied. Analyse op de jaarrekening 2012 in relatie tot 2011 Baten De omvang van de baten 2012 bedraagt € 12.350.769 tegenover een bedrag aan baten van € 12.900.796 in 2011. Dit betreft een daling van € 550.027, wat voor het grootste gedeelte wordt veroorzaakt door de Rijksbijdrage van het ministerie van OCW. Deze is gedaald met € 543.203, waarvan € 423.186 betrekking heeft op de personele bekostiging. Lasten -
Personeelslasten Personeelslasten 2012 Personeelslasten 2011
€ 9.860.011 € 10.697.059
De personeelslasten 2012 zijn € 837.048 lager dan in 2011. De belangrijkste oorzaak van deze daling in personeelslasten is de forse daling van de personele bekostiging, zoals hierboven reeds benoemd.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 35 van 62
Voor het schooljaar 2011/2012 en 2012/2013 is er een goed en sluitend bestuursformatieplan neergelegd. Elke maand heeft er monitoring plaatsgevonden op de uitgaven lonen en salarissen, zodat deze in de pas lopen met zowel het bestuursformatieplan als de begroting 2012. -
Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten 2012 Afschrijvingslasten 2011
€ 267.188 € 376.014
De afschrijvingslasten zijn € 107.826 lager dan in 2011. De oorzaak hiervan was dat in 2011 de waarde van de activa van SBN en de Globe na sluiting van deze scholen in een keer is afgeschreven t.l.v. de exploitatie. -
Huisvestingslasten Huisvestingslasten 2012 Huisvestingslasten 2011
€ 1.094.660 € 1.086.075
De huisvestingslasten zijn € 8.585 hoger dan in 2011. Dit verschil is minimaal, is er op grootboekniveau wel verschil. Met de overdracht van de exploitatie van een aantal schoolgebouwen door de gemeente Barneveld zijn de huurkosten in 2012 met € 83.322 gedaald t.o.v. 2011. De verzekeringskosten zijn eenmalig afgenomen door een gunstiger verzekering onder dezelfde voorwaarden met terugwerkende kracht af te sluiten. Aan onderhoud is in 2012 € 45.000 meer uitgegeven dan in 2011, waarbij wij kunnen stellen dat onze schoolgebouwen er netjes bij staan. Bovenop de dotatie voorziening onderhoud 2012 van € 150.000 is nog € 52.000 extra gedoteerd aan de voorziening onderhoud waardoor er t.o.v. 2011 een stijging is in de dotatie van € 28.648. De energie- en waterkosten zijn gestegen van € 153.376 in 2011 naar € 180.797 in 2012. De oorzaak hiervan is dat er in 2011 eenmalig een aantal jaarafrekeningen zeer positief waren uitgevallen. De schoonmaakkosten zijn gestegen van € 324.024 naar € 340.620. De schoonmaakkosten hebben voor 2013 extra aandacht om deze aanzienlijk naar beneden te krijgen, maar waarbij wel dezelfde kwaliteit wordt behouden. -
Overige lasten Overige lasten 2012 Overige lasten 2011
€ 1.149.121 € 1.225.829
In 2012 zijn de overige lasten € 76.708 lager dan in 2011.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 36 van 62
Aan administratie- en beheerslasten is € 175.279 minder uitgegeven dan in 2011. Hieronder vallen: • Reprokosten; deze zijn gedaald van € 212.305 in 2011 naar € 149.013 in 2012. Dit is een daling van € 63.292. • Deskundigenadvies; deze zijn gedaald van € 282.806 in 2011 naar € 172.575 in 2012. Dit is een daling van € 110.231. In 2012 is flink geïnvesteerd in ICT. Er is op alle scholen geïnventariseerd hoe alles erbij stond en waar investeringen, aanpassingen, onderhoud en installatiekosten moesten plaatsvinden. De kosten voor aanschaf ICT/Onderhoud en overige kosten ICT zijn gestegen van € 106.282 in 2011 naar € 174.327 in 2012. Dit is een stijging van € 68.045. 9.2 Grondslagen (B1) De grondslagen voor de jaarrekening zijn gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek (Boek 2, titel 9) en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor P.O.-instellingen. Het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht geeft dat er een verantwoord oordeel gevormd kan worden omtrent het vermogen en het exploitatiesaldo en - voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat - omtrent de solvabiliteit en liquiditeit van de rechtspersoon (artikel 2 : 363 BW). Kengetallen De jaarrekening en kengetallen worden opgesteld op stichtingsniveau. Voor de opzet en indeling van het jaarverslag is de OCW-richtlijn (Elektronisch) Financieel Jaarverslag (=EFJ) Onderwijs toegepast. Waardering van de activa en passiva. De activa en passiva zijn tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of vervaardigingprijs, verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met een voorziening voor oninbaarheid. De gebouwen zijn economisch eigendom van de gemeente (=eigenaar), derhalve worden zij in de balans van de gemeente gewaardeerd. In 2007 heeft Stichting Eemvallei Educatief zelf een investering gedaan in de terreinen d.m.v. een aanpassing van een schoolplein. Over deze investering wordt jaarlijks een afschrijving gedaan. Eigen vermogen (B56 passiva 2.1.) Binnen het eigen vermogen zijn de volgende reserves opgenomen: - algemene reserve: dit betreft het weerstandsvermogen ter dekking van onvoorziene tegenslagen c.q. risico’s. Jaarlijks zal bij de resultaatsbestemming worden bezien of mutaties noodzakelijk zijn; - bestemmingsreserves : deze reserves zijn te onderscheiden naar de specifieke bestemmingen. Reserve personeel, reserve materieel en reserve eerste waardering. Voorzieningen (B57 2.2 voorzieningen) Iets mag alleen voorziening worden genoemd als het betrekking heeft op een nu al te verwachten verplichting (of verlies) in de nabije toekomst. Binnen de stichting is er een voorziening voor onderhoud en een voorziening voor spaarverlof en jubilea. Kortlopende schulden (passiva 2.4) Conform de verslaggeving regels van het ministerie van OCW worden de nog niet bestede geoormerkte rijksbijdragen afzonderlijk opgenomen onder kortlopende schulden.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 37 van 62
Grondslagen voor bepaling van het exploitatiesaldo. Het exploitatiesaldo bestaat uit het saldo van baten en lasten. Onder baten wordt verstaan de rijksen gemeentelijke bijdragen, alsmede incidentele (geoormerkte) bijdragen. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Door het bestuur van de Stichting Eem-Vallei Educatief zijn de volgende afschrijvingstermijnen vastgesteld: Soort actief Gebouwen Terreinen ICT hardware Digiborden Meubilair Inventaris/apparatuur Leermiddelen
Afschrijving in 20 jaar 5 jaar 10 jaar 20 jaar 12 jaar 9 jaar
Percentage 5% 20 % 10 % 5% 8,33 % 11,11%
Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode gepresenteerd in de jaarrekening. Financiële kengetallen Solvabiliteit 1 Solvabiliteit gaat over het vraagstuk of de activa van een onderneming bij liquidatie voldoende opbrengen om daaruit alle schulden te kunnen aflossen (“voldoende vet op de botten”). De solvabiliteitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Landelijk wordt aangegeven, dat < 0,4 matig is, 0,5 voldoende en > 0,5 goed. Solvabiliteit : verhouding tussen eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen→ € 1.926.672 / € 3.877.361 = 0.50 Liquiditeit Liquiditeit is of de organisatie op korte termijn in staat is om schulden af te betalen. Landelijk wordt een getal van groter dan 1 als voldoende gekwalificeerd. Liquiditeit (current ratio): verhouding tussen de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden→ € 2.377.543 / € 1.132.706 = 2.10 Rentabiliteit De rentabiliteit heeft betrekking op het rendement en geeft – simpel gezegd – aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat, in relatie tot bijvoorbeeld het eigen vermogen of de totale baten. De rentabiliteit wordt gebaseerd op het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering. Dit kengetal geeft aan welk deel van de totale baten c.q. opbrengsten resteert na aftrek van de lasten c.q. kosten. Resultaat uit de gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten uit gewone bedrijfsvoering → € 12.581 /€ 12.350.769 x 100 = 0.10
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 38 van 62
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om onverwachte gebeurtenissen (risico’s) met een financiële impact op te vangen. Eigen vermogen gedeeld door de totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100 → € 1.926.672 / € 12.350.769 x 100 = 15.60 Bij een laag risicoprofiel ligt de norm van het weerstandsvermogen tussen de 7 en 10%, bij een gemiddeld risicoprofiel tussen de 10 en 15% en bij een hoog risicoprofiel tussen de 15 en 20%. Het weerstandsvermogen van de Stichting Eem-Vallei Educatief is ultimo 2012 van een voldoende omvang. Kapitalisatiefactor In het rapport van de commissie Don wordt met ingang van 2009 een nieuw financieel kengetal geïntroduceerd, de kapitalisatiefactor. De factor geeft de mate van kapitaalbeslag weer gerelateerd aan de omvang van de organisatie. Balanstotaal minus activa in gebouwen gedeeld door de totale exploitatiebaten x 100% -> (€ 3.877.361 - € 12.987) / € 12.384.561 x 100 = 31.20 Als norm voor een PO-organisatie met de exploitatieomvang > € 8 miljoen, wordt door de commissie een maximum aangegeven van 35%. Aangegeven is dat de inspectie van het onderwijs met schoolbesturen in overleg treedt die een extreem hoge kapitalisatiefactor hebben. Door de politiek is duidelijk de voorkeur uitgesproken voor het inzetten van reserves ten behoeve van investeringen in het onderwijs. FK Financiële kengetallen Solvabiliteit 1 Liquiditeit Rentabiliteit Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
2012 0.50 2.10 0.10 15.60 31.20
2011 2010 2009 0.50 0.54 0.49 1.84 2.06 2.19 -3.47 -2.73 -1.35 14.84 17.47 18.22 29.71 31.94 40.75
14-5-2013
blz. 39 van 62
9.3 MAB Model A Balans 1
Activa
31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
Vaste Activa 1.2 Materiële vaste activa
1.499.818
Totaal vaste activa Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
2
1.484.450 1.499.818
674.589 1.702.954
1.484.450 756.499 1.616.013
Totaal vlottende activa
2.377.543
2.372.512
Totaal activa
3.877.361
3.856.962
Passiva
2.1 Eigen Vermogen 2.2 Voorzieningen 2.4 Kortlopende schulden
31-12-2012 EUR 1.926.672 817.983 1.132.706
Totaal passiva
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
31-12-2011 EUR 1.914.092 656.102 1.286.768 3.877.361
14-5-2013
3.856.962
blz. 40 van 62
9.4 MB Model B Staat v. Baten en Lasten Baten
31-12-2012
Begroot 2012
31-12-2011
EUR 11.777.552
EUR 11.344.274
EUR 12.326.479
451.019 122.198
171.503 165.605
402.863 171.454
12.350.769
11.681.382
12.900.796
31-12-2012 EUR
Begroot 2012 EUR
31-12-2011 EUR
9.860.011 268.188 1.094.660 1.149.121
9.551.548 259.498 1.089.500 841.748
10.697.059 376.014 1.086.075 1.225.829
12.371.980
11.742.294
13.384.977
-21.211
-60.912
- 484.181
Financiële baten en lasten
33.792
18.200
36.145
Resultaat
12.581
-42.712
-448.036
3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.5 Overige baten Totaal baten Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten
5
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 41 van 62
9.5 MC Model C Kasstroomoverzicht Het onderstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het nettoresultaat als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten en ontvangsten en kosten en uitgaven. 31-12-2012 EUR
31-12-2011 EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
-21.211
-484.181
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
268.188 161.881
345.975 -2.789
81.910 -154.063
172.342 -69.238
Verandering in vlottende middelen: Vorderingen Schulden
336.705
Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
35.055 -1.263
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-37.891 37.624 -1.479
33.792
36.145
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in MVA Desinvesteringen in MVA
-283.556 0
Totaal kasstroom uit Investeringsactiviteiten Mutatie Liquide middelen Beginstand Liquide middelen Mutatie Liquide middelen
-283.556
-232.204
86.941
-233.950
1.616.013 86.941
Eindstand Liquide middelen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
-262.243 30.039
1.849.963 -233.950 1.702.954
14-5-2013
1.616.013
blz. 42 van 62
9.6 VA Vaste activa
1.2
1.2.1 1.2.2
1.2.3
Materiële vaste activa
Aanschaf Prijs 1-1-2012 EUR
Afschrijving Cumulatief 1-1-2012 EUR
Boekwaarde 1-1-2012 EUR
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
EUR
EUR
EUR
Aanschaf Prijs 31-12-2012 EUR
Afschrijving cumulatief 31-12-2012 EUR
Boekwaarde 31-12-2012 EUR
Gebouwen en terreinen Meubilair, Inventaris en apparatuur, Hardware
47.735
34.520
13.215
0
0
228
47.735
34.748
12.987
2.808.716
1.694.646
1.114.070
234.276
0
199.440
3.042.992
1.894.086
1.148.906
Leermiddelen
1.552.833
1.195.668
357.165
49.280
0
68.520
1.602.113
1.264.188
337.925
Materiële vaste activa
4.409.284
2.924.834
1.484.450
283.556
0
268.188
4.692.840
3.193.022
1.499.818
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 43 van 62
9.7
Vorderingen
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2 1.5.6 1.5.8
Debiteuren OCW/LNV Overige overheden Overlopende activa Vorderingen
31-12-2012 EUR 17.908 543.430 0 113.251 674.589
31-12-2011 EUR 31.164 627.968 513 96.854 756.499
•
1.5.1: Betreft o.a. bedragen nog te ontvangen van de Algemene Onderwijs Bond en van het Regionaal Sociaal Werkvoorzieningsschap. Deze bedragen zijn begin 2013 ontvangen.
•
1.5.8: Nog te ontvangen bedragen; gelden die ontvangen worden in 2013, maar betrekking hebben op boekjaar 2012. Betreft o.a. de rentes 4e kwartaal 2012 en de overdracht voorziening onderhoud OBS de Zandberg die ontvangen zijn in januari 2013. Vooruitbetaalde bedragen; facturen die betaald zijn in 2012, maar waarvan de kosten betrekking hebben op 2013.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 44 van 62
9.8
1.7
EL Effecten & Liquide middelen
Liquide middelen
1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito’s Liquide middelen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
31-12-2012 EUR 950 202.004 1.500.000
31-12-2011 EUR 1.925 114.088 1.500.000
1.702.954
1.616.013
blz. 45 van 62
9.9
EV Eigen vermogen
2.1
2.1.1 2.1.2
2.1.2.N
Eigen Vermogen
Algemene reserve (publiek) Bestemmingsreserve (publiek) Eigen vermogen
Stand per 1-1-2012 EUR 98.750 1.815.341 1.914.091
Uitsplitsing Reserve personeel Reserve materieel Reserve eerste waardering Bestemmingsreserve (publiek)
540.660 1.113.013 161.668 1.815.341
Resultaat EUR 12.581
Overige mutaties EUR 0 0 0
Stand per 31-12-2012 EUR 111.331 1.815.341 1.926.672
0 0 0 0
540.660 1.113.013 161.668 1.815.341
Bestemming van het exploitatieresultaat: Het exploitatieresultaat volgens de exploitatierekening over 2012 bedraagt € 12.581. Dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 46 van 62
9.10 VL Voorzieningen
2.2
Voorzieningen
2.2.3
Voorziening onderhoud
2.2.1
Personele voorzieningen Voorziening Spaarverlof Voorziening Jubilea Totaal Voorzieningen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
Stand per 01-01-2012
Dotaties 2012
Onttrekkingen 2012
Vrijval 2012
Stand per 31-12-2012
EUR 525.944
244.154
90.785
0
679.313
36.108 94.050 656.102
8.835 4.633 257.622
4.956 0 95.741
0 0 0
39.987 98.683 817.983
14-5-2013
blz. 47 van 62
9.11 KS Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden
2.4.3 2.4.4 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Crediteuren OCW/LNV Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden
31-12-2012 EUR 70.635 787 339.023 125.470 3.418 593.373 1.132.706
31-12-2011 EUR 67.569 0 435.698 125.526 18.311 639.664 1.286.768
338.255 768 339.023
433.541 2.157 435.698
3.418 3.418
18.311 18.311
0 119.778 320.417 153.178 593.373
17.622 116.044 336.127 169.871 639.664
Uitsplitsing 2.4.7.1 2.4.7.3
Loonheffing Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.9.2
Overige Overige kortlopende schulden
2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.5 2.4.10
Vooruit ontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruit ontvangen bedragen Vakantiegeld Nog te betalen bedragen Overlopende passiva
• •
2.4.10.3 Betreft de nog te besteden subsidie VTB, subsidie project Lea zorg, gedeelte subsidie Prestatiebox en de nog te betalen uitkering ZW aan OCW. 2.4.10 Posten die betaald zijn in 2013, maar betrekking hebben op boekjaar 2012.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 48 van 62
Model G OCW
Geoormerkt en aflopend
Omschrijving Overblijfkrachten 11/12 Cultuureducatie 11/12 Totaal
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
.
Saldo 31-12-2011
Ontvangen 2012
EUR
EUR
Besteed t.b.v. exploitatie 2012 EUR
500 16.335
0 0
500 16.335
16.835
0
16.835
14-5-2013
Investering
Saldo 31-12-2012
EUR
EUR 0 0 0
0
blz. 49 van 62
9.12 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Lopende contracten: Contract
Looptijd
Jaarlijkse verplichting (incl. BTW)
Huur Stafbureau Kopieerapparatuur en printers Schoonmaak Administratiekantoor
01-08-2013 Per locatie verschillend Per locatie verschillend 01-01-2014
€ € € €
65.000 83.000 262.000 95.000
9.13 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen geweest die van invloed zijn op de balans per 31 december 2012.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 50 van 62
9.14
OB Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdragen OCW/LNV Overige subsidies OCW/LNV Rijksbijdragen Uitsplitsing
3.1.1.1
Rijksbijdrage OCW
OCW 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW 3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Uitsplitsing 3.2.1.2
Bijdrage Schakelklas Soest Bijdrage Schakelklas Sovee tbv ’t Kruisrak Bijdrage Schoolbegeleiding diverse locaties Bijdrage NIS/WSNS Taalklas Barneveld Taalklas Baarn Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.2.2.1
31-12-2012 EUR 11.012.903 764.649 11.777.552
31-12-2011 EUR 11.556.106 770.373 12.326.479
31-12-2012 EUR 11.012.903
31-12-2011 EUR 11.556.106
298.882 465.767 764.649
256.323 514.050 770.373
31-12-2012 EUR 396.129 54.890 451.019
31-12-2011 EUR 370.602 32.261 402.863
31-12- 2012 EUR 78.670 65.000 45.136 160.597 40.000 6.726
31-12-2011 EUR 62.302 65.000 51.238 170.322 15.100 6.640
396.129
370.602
31-12-2012 EUR Bijdragen risicofonds/UWV Vervangingsfonds (trede-indeling) Totaal overige overheidsbijdragen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
54.890 0 54.890
14-5-2013
31-12-2011 EUR 20.186 12.075 32.261
blz. 51 van 62
9.15 AB Andere baten 3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.6
Verhuur Overige Overige baten
3.5.6
31-12-2012 EUR 14.899 107.299 122.198
31-12-2011 EUR 19.840 151.614 171.454
Overige baten betreft o.a. € 25.525 ontvangen van Algemene Onderwijsbond vanwege vakbondsfaciliteiten. € 21.700 ontvangen van Regionaal Sociaal Werkvoorzieningsschap vanwege subsidieverstrekking. € 21.00 ontvangen van de Belastingdienst vanwege teveel betaalde WGA premie.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 52 van 62
9.16 LA Lasten 4.1
Personeelslasten
4.1.1 4.1.2
Lonen en salarissen Overige personele lasten Uitkeringen/ZW gelden -/Personeelslasten
31-12-2012 EUR 9.816.593 581.504 -538.086 9.860.011
Uitsplitsing 4.1.2.3 Kosten ingehuurd personeel Kosten inhuur ICT Kosten inhuur huisvesting Kosten uitbesteding salarisadministratie (OSG) Kosten BGZ, Arbozorg en Beleid Scholing personeel en management Overige Overige personele lasten
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Gebouwen Meubilair, Inventaris en apparatuur, Hardware Leermiddelen Totaal afschrijvingen
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
31-12-2012 EUR 23.662 0 57.615 176.429 43.523 120.229 160.046 581.504
31-12-2011 EUR 10.601.450 574.106 -478.497 10.697.059
31-12-2011 EUR 68.029 11.344 62.464 124.871 54.848 150.736 101.814 574.106
31-12-2012 EUR 228
31-12-2011 EUR 31.943
157.768 110.192
246.063 98.008
268.188
376.014
blz. 53 van 62
4.3
4.3.1 4.3.2 4.3.3.
4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huisvestingslasten 31-12-2012 EUR 195.027 1.088
Huur Verzekeringen Onderhoud Klein onderhoud Contractonderhoud Tuinonderhoud
57.619 48.913 18.337
Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten Bewaking / beveiliging Zandbak vervangen zand Dotatie voorziening onderhoud Overige Totaal overige huisvestingslasten
4.4.1
24.543 34.672 20.756
180.797 340.620 24.396 26.215 0 201.648 0
Totaal huisvestingslasten
4.4
124.869
31-12-2011 EUR 278.349 23.324
227.863
79.971 153.376 324.024 28.238
27.731 -3.586 173.000 1.648
1.094.660
198.793 1.086.075
Overige lasten 31-12-2012 EUR
Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer Accountantskosten *
481.262 13.072
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.4
Overige lasten Totaal overige lasten
494.334
31-12-2011 EUR 654.738 14.875
669.613
594.181
484.669
60.606
71.547
1.149.121
1.225.829
* Dit betreft uitsluitend kosten van de controlewerkzaamheden. Overige dienstverlening werd niet verricht
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 54 van 62
Uitsplitsing 4.4.1
31-12-2012 EUR
Reproductiekosten Telefoon- en kabelkosten Portokosten Kantoorbenodigdheden Vakliteratuur en abonnementen (Deskundigen) advies, SBD Overige administratie en beheerskosten Totaal administratie en beheerskosten
31-12-2011 EUR
149.013 37.916 5.168 7.748 34.955 172.575 73.887 481.262
212.305 33.633 6.314 5.730 23.042 282.806 105.783 669.613
8.462 174.327 123.718 225.742 4.261 57.671 594.181
8.550 106.282 120.371 203.533 3.286 42.647 484.669
Uitsplitsing 4.4.2 Aanschaf kleine inventaris Aanschaf ICT/Onderhoud en overige kosten ICT Licenties en kosten software Kosten onderwijsleerpakket Mediatheek/bibliotheek Overige Inventaris, apparatuur en leermiddelen Totaal Inventaris en apparatuur
Uitsplitsing 4.4.4 Uitgaven kleine kas Overige lasten Totaal Overige
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
23.093 37.513 60.606
14-5-2013
26.417 45.130 71.547
blz. 55 van 62
9.17 FB Financieel en buitengewoon 5
Financiële baten en lasten
31-12-2012 EUR 35.055 1.263 33.792
5.1 Rentebaten 5.5 Rentelasten (-/-) Financiële baten en lasten
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
31-12-2011 EUR 37.624 1.479 36.145
blz. 56 van 62
10.
Bijlage Verantwoording besteding prestatiebox
Algemeen: 1. De middelen voor cultuureducatie zijn direct na ontvangst afgesplitst en ingezet voor cultuureducatie op schoolniveau. 2. De stichting heeft te maken met een forse daling van het aantal leerlingen (afgelopen twee jaren ruim 300 leerlingen) mede als gevolg van krimp. We voeren werkgelegenheidsbeleid en hebben tot nu toe weten te voorkomen dat er via DGO gedwongen ontslagen zijn gevallen. Om dit te bereiken is ook een fors deel van de middelen uit de prestatiebox ingezet ten behoeve van de formatie op basis van de eis voor de instroomtoets Participatiefonds. Deze financiële verplichting is aangegaan voor het schooljaar 2012-2013 conform de uitgangspunten in het bestuursformatieplan 2012-2013 en legt dus een fors beslag op de middelen uit de prestatiebox en werkt dus nog minimaal 7 maanden door in het boekjaar 2013. Op stichtingsniveau zijn de volgende ambities in het kader van de prestatieboxmiddelen geformuleerd: Opbrengstgericht werken Doelstelling: Er zijn meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op de leeropbrengsten taal en rekenen. Alle scholen dienen op de CITO Eindtoets Basisonderwijs een score te behalen die past binnen de normering van de onderwijsinspectie. Resultaat: Alle scholen presteren binnen de inspectienormen Doelstelling: Scholen werken opbrengstgericht. Activiteit: Alle scholen volgen al twee jaar een traject gericht op opbrengstgericht werken binnen de samenwerkingsverbanden WSNS. Er zijn middelen aangewend voor de inzet van personeel om het aantal combinaties in een groep te verminderen. Resultaat: We zien de resultaten van deze trajecten terug in de scholen tijdens onze monitoring op de opbrengsten en het didactisch handelen van leerkrachten. Ook de komende jaren zal nog nadrukkelijk aan deze doelstelling worden gewerkt in de vorm van teambegeleiding en opleidingstrajecten. Doelstelling: Scholen meten de opbrengsten van vroegschoolse educatie. Activiteit: Op lokaal niveau zijn bindende afspraken gemaakt over opbrengsten en overdracht van peuterspeelzalen naar de basisscholen. Resultaat: Op de scholen met veel gewichtsleerlingen wordt systematisch gewerkt met een VVE-programma. De resultaten worden gemeten met Cito-toetsen en bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. De komende jaren zal de focus liggen op de aansluiting met de voorschoolse educatie en doorlopende toetsing van de opbrengsten.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 57 van 62
Doelstelling: Scholen bieden maatwerk voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen. Activiteit: Scholen oriënteren zich op lesmaterialen specifiek gericht op de doelgroep. Resultaat: Een school werkt met zogenaamde plusklas voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. De andere scholen hebben zich de afgelopen periode verdiept in de opbrengsten van dit project en zullen de komende jaren systematisch maatwerk ontwikkelen voor deze doelgroep. Doelstelling: Geen onderpresterende scholen binnen de stichting. Activiteit: Een aantal scholen heeft een intensief begeleidingstraject doorlopen om de opbrengsten op een hoger niveau te brengen. Belangrijk aandachtspunt is het vergroten van de handelingsvaardigheid van de leraren op didactisch niveau. Er zijn extra personele middelen ingezet op deze activiteit. Resultaat: Alle scholen voldoen aan de inspectienormen en hebben een regulier basisarrangement. Het bestuur wil de komende jaren de opbrengsten van alle scholen op een niveau brengen boven de bovengrens van de inspectienormen gerelateerd aan het schoolgewicht. Doelstelling: Scholen stimuleren ouders om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties. Activiteit: Een school neemt deel aan een gemeentelijk initiatief ter vergroting van de ouderbetrokkenheid. Resultaat: We gaan in 2013 op basis van deze ervaringen stichting breed aan de slag met de vergroting van de ouderbetrokkenheid op basis van een gezamenlijke startbijeenkomst gevolgd door maatwerktrajecten per school. Doelstelling: Scholen maken hun opbrengsten transparant. Activiteit en resultaat: Scholen publiceren hun opbrengsten voor de ouders en de maatschappelijke omgeving. Zij doen dit in hun schoolgids. Professionalisering Doelstelling: De bekwaamheid van leraren in afstemmen van het onderwijs op verschillen binnen de klas is op orde. Activiteit: Diverse scholen hebben trajecten/cursussen gevolgd op het gebied van intervisie en begeleiding. Daarnaast hebben individuele leraren hun bekwaamheid op een hoger plan gebracht door cursussen. Er zijn personele middelen inzet t.b.v. van deze doelstelling. Resultaat: Op meerdere scholen is het didactisch handelen op een hoger plan getild waarmee de differentiatie in instructie en verwerking in kwaliteit is toegenomen. Doelstelling: De bekwaamheid van leraren met betrekking tot opbrengstgericht werken is op orde. Activiteiten: Zie vorige doelstelling. Resultaat: De bekwaamheden van leraren zijn in individuele gevallen sterk toegenomen. De ontwikkeling van gehele schoolteams blijft een belangrijk punt van aandacht. Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 58 van 62
Doelstelling: Alle leraren onderhouden hun bekwaamheid systematisch en worden gestimuleerd zich te laten registreren. Activiteit: Er is ingezet op gerichte scholing en begeleiding. Elke leraar houdt een eigen actueel bekwaamheidsdossier bij. De directeur is belast met de controle middels klassenbezoeken en de gesprekkencylus. Voor deze doelstelling zijn extra personele middelen ingezet. Resultaat: Alle leraren beschikken over een actueel bekwaamheidsdossier. Op basis van de gesprekkencylus volgen zij gerichte scholing of krijgen begeleiding bij verbetertrajecten. Doelstelling: Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. Activiteit: Er wordt vanuit het bestuursbureau een zeer actief HRM-beleid gevoerd. De directeuren zijn belast met de uitvoering op schoolniveau. Het HRM-beleid richt zich op preventie en begeleiding van werk gerelateerd ziekteverzuim en de functionele bekwaamheid. Alle directeuren hebben een cursus dossiervorming gevolgd. Resultaat: Het ziekteverzuim ligt op het landelijke niveau. De bekwaamheid van diverse personeelsleden is verhoogd en er is in een aantal gevallen afscheid genomen van slecht functionerende en/of onbekwame personeelsleden. Doelstelling: Schoolleiders in het reguliere onderwijs voldoen aan geactualiseerde bekwaamheidseisen. Activiteit: Alle schoolleiders hebben in de afgelopen twee jaar een functioneringsgesprek en een waarderingsgesprek gehad. De leidraad bij deze gesprekken vormen de geactualiseerde competenties voor de schoolleider. Er zijn verbeterpunten geformuleerd. Enkele schoolleider hebben gericht gewerkt aan hun eigen ontwikkeling door het volgen van een cursus. Resultaat: Al onze schoolleiders voldoen aan de actuele competenties en bekwaamheidseisen.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 59 van 62
Gegevens over de rechtspersoon: Bestuursnummer Naam Instelling Postadres Postcode/Plaats Telefoon Internet-site
41481 Stichting Openbaar Primair Onderwijs Eem-Vallei Educatief Stationsweg 62a 3771 VH Barneveld 0342-429090 www.stev.nl
Contactpersoon Telefoon E-mail
Mevr. C. Alards 0342-429090
[email protected]
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
14-5-2013
blz. 60 van 62
Model H : Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De bezoldigingsbedragen zijn de totale werkgeverslasten. Functie
Naam
Bezoldiging 2012
2011
Algemeen Directeur
L. Schumer
€ 99.465
€ 96.172
Directeur P & O
H. v/d Zwaag
€ 97.460
€ 93.404
Vergoedingen bestuursleden 2012: Naam De heer J.A. van der Mijl De heer J. H. Gloudemans Mevrouw L. van der Deure De heer D. Kentie Mevrouw C. Grotendorst De heer C. Hatzmann De heer E.W. Boom Mevrouw I.J.M. Kamphuis
functie - voorzitter - vice-voorzitter - secretaris - lid - lid - lid - lid - lid
periode gehele jaar gehele jaar gehele jaar gehele jaar gehele jaar gehele jaar gehele jaar gehele jaar
vergoeding € 900,00 € 800,00 € 400,00 € 700,00 € 700,00 € 900,00 € 900,00 € 700,00
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) In 2012 zijn geen beloningen uitgekeerd, dan wel toegekend, die in het kader van de WOPT zouden moeten worden toegelicht.
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
24-4-2012
61 van 62
Bijlage 11
Goedkeurende accountantsverklaring Jaarrekening 2012
Bestuursverslag en jaarrekening 2012
24-4-2012
62 van 62