Inhoud Voorwoord
p. 4
Case 1 - De Kettingstraat vroeger en nu
p. 8
De waarden van het werken met talenten
p. 16
Case 2 - Een dynamisch activiteitencentrum voor de buurt: De Louisazaal Werken vanuit talenten vraagt een andere aanpak
Case 3 - Feest in de Lijnwaadstraat Talenten ondersteunen
p. 24 p. 35
p. 43 p. 52
Voorwoord I
n enkele woorden uitleggen waar het buurtwerk voor staat, is niet zo eenvoudig. Via verhalen over trajecten die we met het buurtwerk in wijken opzetten, lukt dit nog het best. Daarom kiezen we ervoor om jaarlijks enkele projecten uit te schrijven en daar, vanuit de visie van de Dienst Buurtwerk, een beetje extra duiding bij te geven. Elk cahier vertrekt vanuit één centraal thema; dit jaar is dat 'werken met talenten uit de wijk'. Deze topic raakt meteen de kern van het buurtwerk: de bewoners.
4
Kiezen voor talenten, is kiezen voor het oplossend vermogen van de bewoners zelf. We kennen de problemen in de wijken waar we werkzaam zijn: armoede, eenzaamheid, samenlevingsproblemen, ... Maar we weten ook dat er in elke wijk ‘krachten’ zijn die het positief samenleven kunnen versterken. Sterker nog: we gaan er vanuit dat iedereen talenten heeft. Die kwaliteiten opzoeken, naar boven halen en proberen inzetten in de wijk, is voor ons een kernopdracht. Dit is ‘capacitair werken’: wat bewoners willen en kunnen, inzetten voor de buurt. Zo maken we bewoners tot uitgangspunt van wat wij ondersteunen; een verschuiving in de participatievorm.
Burgerparticipatie versus capacitair werken
W
anneer we vertrekken vanuit de talenten van bewoners, ligt de nadruk niet op participeren in het beleid van de overheid of van de organisatie waar ze vrijwilliger zijn. De overheid of de diensten participeren in de initiatieven van bewoners. Het vertrekpunt is dus niet: hoe kunnen wij inwoners een grotere rol laten spelen bij stedelijke plannen en projecten, maar wel: welke rol kunnen wij spelen in het opsporen en ondersteunen van talenten van bewoners, die van hun buurt een betere plek willen maken. Bij burgerparticipatie worden bewoners betrokken bij activiteiten die de leefbaarheid van de buurt bewerkstelligen en verbeteren. Het uitgangspunt hierbij is de vraag hoe bewoners de buurt verder wensen te ontwikkelen. Bij capacitair werken wordt gekeken naar de talenten van de bewoners en naar wat aansluit bij hun interesses. Beide participatievormen hebben hun belang en de uitdaging bestaat erin, ze zo veel mogelijk bij elkaar te laten aansluiten.
Wie organiseert bewonersinitiatieven?
M
et 'vertrekken vanuit de talenten van bewoners' bedoelen we: vertrekken vanuit de talenten van ALLE bewoners. Maar hoe krijgen we deze diversiteit aan be-
woners zo ver? Op dit moment zien we dat veel sociale initiatieven eerder vrouwelijk zijn, terwijl bewonersinitiatieven rond hardere thema’s vooral mannen aantrekken. Ook blijven de groepen vrij ‘blank’ van samenstelling, al is het opleidingsniveau eerder gemengd. Verder valt op, dat de meeste actieve leden van deze comités verankerd zijn in hun straat of buurt. Ze hoeven daarom nog niet lang in de straat te wonen maar ze denken er wel aan om er lang te blijven. Vooral ‘sociale motieven’ liggen aan de grondslag van hun engagement: ze willen hun buren beter kennen en hen meer ontmoeten. Wil je een breder publiek aanspreken, dan moet je actief de straat op. Hoe representatief elke groep is ten opzichte van wie in de straat of wijk woont, doet eigenlijk niet zoveel ter zake. Het belangrijkste is dat deze groepen verbonden zijn met wie er woont, dat er voldoende verbinding ontstaat tussen mensen met diverse achtergronden en dat ook sociaal zwakkere groepen zich aangesproken voelen.
Van stimuleren tot faciliteren
H
et is dus van belang om het wakker maken van talenten en het mobiliseren en ondersteunen van bewoners, zo gericht mogelijk aan te pakken. Willen we een zo breed mogelijke groep bewoners engageren, dan zal het in veel gevallen nodig zijn om eerst te stimuleren, zoals in het verhaal van de Kettingstraat. Bij dit traject was
het duidelijk de bedoeling initiatieven uit te lokken. Dit is nodig, daar waar er weinig of geen spontane actie van de bewoners zelf komt of waar een té beperkt deel van de wijk zich aangesproken voelt. Bewonersinitiatieven kunnen evenzeer een vorm van co-productie inhouden, zoals de acties die ontstonden in het kader van de activering van De Louisazaal. Coproductie is een samenwerking tussen de dienst en de bewonersgroepen. Bewoners en buurtwerkers functioneren dan als partners en zetten elk hun expertise en mogelijkheden in. Wanneer het initiatief van de bewoners zelf komt, zoals in het verhaal van de Lijnwaadstraat, stelt de Dienst Buurtwerk zich zoveel mogelijk faciliterend op. Ze maken dingen mogelijk en springen bij waar nodig, met de bedoeling het initiatief van onderuit vorm te laten krijgen. Het is voorzichtig balanceren tussen 'dienstbaar zijn' en 'loslaten' want een te grote terughoudendheid kan diegenen die de meeste steun nodig hebben, uit de boot doen vallen. Te veel steun kan het initiatief dan weer verstikken. Dit balanceren heeft niet enkel te maken met de capaciteiten maar ook met de groei van de groep; de buurtwerker verschuift stilaan van trekker naar duwer. Het is belangrijk dat de verwachtingen van de bewoners in grote lijnen overeenkomen met die van de professionele werkers want zowel een teveel als een tekort aan ondersteuning kan tot frustratie leiden.
5
Het verhaal van dit cahier
W
erken vanuit talenten van mensen is geen toverformule en geen oplossing voor een gebrek aan middelen en mensen. Capacitair werken is naast andere methodieken een waardevolle werkvorm die vraagt naar een eigen aanpak en eigen randvoorwaarden. Bij elk praktijkvoorbeeld kiezen we een andere invalshoek om deze aanpak te belichten.
mers naar het inzetten van talenten van bewoners, van arbeidsdeling en specialisatie naar globaal en communicatief handelen, van formele regels en procedures naar informaliteit en betekenissen, van functionele hiërarchie naar omgaan met sociale ongelijkheden, van zakelijke verhoudingen naar persoonlijke betrekkingen, van rationele machtsmiddelen naar waarden en gevoelens, ... Een ware uitdaging en een weg die we vanuit het buurtwerk steeds meer willen inslaan.
Het verhaal van de Kettingstraat doet ons stilstaan bij de waarde van het werken vanuit talenten in een kwetsbare buurt zoals de Brugse Poort. Wie wordt hier beter van en hoe? 6
Tijdens het proces van De Louisazaal is -in tegenstelling tot het traject van De Buurtloods in de wijk Muide- niet gekozen voor eigen beheerstructuren, maar wel voor de inbreng van bewoners via het inzetten van talenten. Dit proces geeft ons meer inzicht in de andere aanpak die deze methodiek veronderstelt. En de inzet van het comité van de Lijnwaadstraat geeft ons de kans de overwegingen bij het ondersteunen van bewonersinitiatieven op een rijtje te zetten. Elk verhaal -of we het nu bekijken vanuit het perspectief van het beleid, de buurt, de buurtwerker of de bewonersroept telkens weer op om een overgang te maken van systeemwereld naar leefwereld, van betaalde werkne-
Resul Tapmaz Schepen van Welzijn, Gelijke Kansen, Gezondheid en Sport
Case 1
8
De Kettingstraat vroeger en nu
Geschiedenis als verbindend verhaal
W
ijken zoals de Brugse Poort zijn typische 19de eeuwse gordelwijken. Je vindt er nog enkele sporen van vroegere bewoning en nijverheid terug, maar eigenlijk zijn ze ontstaan naar aanleiding van de Industriële Revolutie die vanaf 1800 haar intrede deed in Gent. Voor de Brugse Poort betekende dit het ontstaan van grote textielfabrieken zoals de Groote Lys, de stekskesfabriek en de staalreus de Phoenix. Rond de fabrieken verrezen in enkele decennia tijd vol-
ledige woonwijken, onder het motto: zoveel mogelijk huizen bouwen op een zo klein mogelijke oppervlakte. Deze ontwikkeling drukt enerzijds nog steeds een zware stempel op de ruimtelijke ordening en de huisvesting. Anderzijds vormt ze juist de ontstaansreden van de wijk en bepaalt ze mee haar ‘identiteit’. Vandaar dat het thema 'geschiedenis' al jaren door het buurtwerk als invalshoek gebruikt wordt: ideaal om acties en trajecten rond op te zetten en zo bewoners samen te brengen. We merken telkens weer dat geschiedenis niet enkel de ‘oude’ bewoner maar ook de 'nieuwe' bewoner (althans diegene die van plan is zich te settelen) boeit en nieuwsgierig maakt. Ook mensen met een migratie-achtergrond en dan vooral de groepen die hier al enkele generaties gevestigd zijn, vinden dit thema fascinerend. Zo trokken we enkele jaren geleden met een tentoonstelling van foto's uit de oude doos langs verschillende straatfeesten. Het was heel opvallend hoeveel (vooral) jongere mensen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond zeer geïnteresseerd waren in hoe hun buurt er vroeger uitzag. Er werden eerder al enkele geschiedenisprojecten op poten gezet, waaronder het fotoproject in de
9
De bestaande samenwerking werd uitgebreid en de werkgroep ‘De Brugse Poort vroeger en nu’ zag het levenslicht. De werkgroep bestond uit professionele werkers (het buurtwerk en De Vieze Gasten), aangevuld met enthousiaste (lees: fanatieke) buurtbewoners, die één ding gemeenschappelijk hadden: ze waren allemaal zot van de geschiedenis van hun buurt. Met het project in de Ket-
10
Kokerstraat. Een foto van een koffietafel in de Kokerstraat uit 1950 werd gereconstrueerd en in het Kokerpark uitgehangen. Het buurtwerk werkte hiervoor samen met fotoclub Fixatief van Bij’ De Vieze Gasten, een sociaal-artistieke organisatie van wie de wortels diep verankerd zijn in de Brugse Poort. De Vieze Gasten willen via artistieke projecten zoals voorstellingen, projecten of coproducties de samenhang in de buurt verstevigen en de deelnemers, vrijwilligers, kunstenaars en bezoekers via participatie versterken in hun kunnen.
tingstraat waren ze niet aan hun proefstuk toe. Zo breidde deze werkgroep in 2011 een geschiedenisluikje aan het grote Brugse Poorten-project van De Vieze Gasten onder de vorm van een tentoonstelling en een geleide wandeling over het textielverleden van de wijk.
konden alle buurtbewoners in de Kettingstraat een act doen: een toneelstukje opvoeren, muziek maken, poëzie voordragen … Elke voorstelling mocht maximum 10 minuten duren. Bezoekers schoven door van voorstelling naar voorstelling en kregen zo de volledige revue te zien. De werkgroep ‘De Brugse Poort vroeger en nu’ sprong ook deze keer mee op de kar. De Kettingstraat is een van de oudste straten van de Brugse Poort; je vond er zowel de staalfabriek De Phoenix als enkele oude cités zoals de cité Portugues, waar in het begin van de jaren 1900 arbeiders woonden die in de staalfabriek werkten.
Graag meer sociale verbinding
D
e Kettingstraat (en omgeving) is voor het buurtwerk altijd één van de prioritaire straten in de wijk geweest, vooral omwille van het type woningbouw en de mix aan bewoners, die deze woningbouw met zich meebrengt.
Project: De Ketting
D
e Vieze Gasten lanceerden een nieuw initiatief: 'De Ketting'. Tijdens deze tweedaagse
De straat bestaat enerzijds uit rijhuizen en anderzijds uit appartementsblokken: twee blokken met sociale woningen en één blok met privé-koopappartementen (de Sterremolen). Dit resulteert in
11
de rest van de straatbewoners is er slechts een sporadisch contact. Dit uit zich vooral tijdens de nieuwjaarsrecepties: de meeste bewoners die afzakken, wonen in de sociale woningen, terwijl slechts enkele (meer sociaal geëngageerde) bewoners van de Sterremolen en 1 of 2 rijwoningbewoners langskomen. Het is altijd een grote uitdaging geweest om de schotten tussen die verschillende vakjes weg te halen... en dit project was niet anders.
Uit de oude doos en in de nieuwe... 12
een verscheidenheid aan bewoners, zowel qua afkomst en leeftijd (één blok huisvest vooral oudere bewoners) als qua sociaaleconomische situatie. Eén ding komt evenwel steeds terug: het contact tussen de bewoners in de straat kan beter. Zo zijn de meeste bewoners van de Sterremolen eerder op zichzelf: het is een ‘gated community’ waar je niet binnenkomt zonder een code voor de toegangspoort. Als er een barbecue binnen de muren van het appartementsblok georganiseerd wordt, zijn de bewoners massaal aanwezig maar voor de rest zijn ze weinig betrokken bij hun wijk. Ook tussen de bewoners van de sociale woningen en
H
et concept van dit project was gelijkaardig aan dat van het Kokerstraat-project: de werkgroep ging op zoek naar oude foto’s zodat we via een reconstructie een nieuwe foto konden maken. We gebruikten hiervoor verschillende kanalen: het internet, de Gentse musea, de bewoners zelf, een oproep via het Stadsmagazine enz. Dit resulteerde niet alleen in interessante contacten met ex-bewoners die nog over foto’s beschikten maar vooral in véél verhalen. Een oude groepsfoto van een straatfeest vonden we echter niet en dat zorgde bijna voor een domper op het project.
Maar we besloten het verhaal helemaal om te draaien en toekomstgericht te denken: als iemand over 100 jaar opnieuw de archieven induikt, dan moet er toch minstens één groepsfoto te vinden zijn.
Een selectie van het bijeengesprokkelde fotomateriaal werd uitvergroot en op canvas afgedrukt zodat we het doek op het einde van het traject in de straat konden uithangen. Het belangrijkste onderdeel van het traject was evenwel de ‘lange tafel’. We nodigden alle buurtbewoners uit voor een gezamenlijke brunch met
de bedoeling hiervan een nieuwe foto te maken. Deze foto zou samen met de oude foto's in de straat opgehangen worden. Om de mensen aan tafel te krijgen, deden we verschillende huisbezoekenrondes. We wilden iedereen persoonlijk te pakken krijgen en tegelijk zo goed mogelijk inschatten hoeveel bewoners zouden meedoen aan de fotoshoot. Uiteindelijk poseerden iets meer dan 100 personen voor de foto. Alle leeftijden, afkomsten en 'onderdelen' van de straat waren mooi vertegenwoordigd. Daarna namen we van een tiental bewoners een interview af over het leven in en rond de straat nu. Deze interviews werden gebundeld in een compilatiefilm, die tijdens een tweede straatbijeenkomst vertoond werd. Tegelijk werd bij een hapje en een drankje de grote groepsfoto onthuld. Het extra materiaal verworven doorheen het traject werd eveneens tentoongesteld. Zowel de oude als de nieuwe foto’s bleven een maand lang als een permanente expositie in de straat hangen.
13
Geen nieuwe initiatieven, wel nieuwe verbindingen
H
et meest intensieve maar tegelijk ook het meest waardevolle aspect van dit traject waren ongetwijfeld de huisbezoeken in de Kettingstraat en de zijstraten, goed voor een totaal van ongeveer 190 huizen. We gingen meer dan één keer langs want we wilden echt iedereen persoonlijk uitnodigen. Achteraf belden we nog een keertje bij iedereen aan om ons ervan te vergewissen dat de bewoners naar de brunch en de fotoshoot zouden komen. 14
Op zich vormden deze (herhaalde) huisbezoeken de ware kern van het project: door gedurende een korte periode frequent in een relatief klein gebied aanwezig te zijn, (her)ken je als buurtwerker de mensen zeer goed. Omgekeerd kennen de bewoners ook het gezicht van de buurtwerker en weten ze waar hij voor staat. We leerden ook veel bij over de onderlinge positieve en negatieve relaties tussen de bewoners. Echt boeiend! Dit project heeft uiteindelijk niét geleid tot een (zelfstandig) bewonersinitiatief, ook al werden er nadien nog veel andere activiteiten in de straat ge-
organiseerd. Er kwamen wel veel bewoners langs om te vragen of ze de compilatiebeelden konden krijgen en ook de betrokkenheid bij het project bleek groot. Maar het bewonerscomité dat er tot voor enkele jaren was, is door het overlijden van de ‘trekker’ ervan, weggevallen. Dit toont meteen aan hoe broos dergelijke netwerken kunnen zijn. En net daarom is het van belang dat het buurtwerk op dergelijke straten blijft inzetten: naast de netwerken tussen bewoners onderling, kan de buurtwerker als bindfiguur heel belangrijk zijn. De buurtwerker als spin in het web, die vanuit talrijke contacten de verbinding maakt tussen mensen.
Doordat bewoners samen deelnamen aan de brunch, poseerden voor de foto en elkaar zagen en hoorden in het compilatiefilmpje, creëerde dit een groot effect op het vlak van herkenning. Meer mensen zeggen goeiedag tegen elkaar en bewoners die vóór de activiteit niet met elkaar babbelden, maken nu al eens een praatje. Het lijkt een kleine stap, maar hij is essentieel in buurten waar mensen (figuurlijk) zo ver van elkaar wonen. Om een echt effect te bewerkstelligen, moeten er echter vervolgactiviteiten aan dit project gebreid worden zodat er continuïteit ontstaat in de herkenning. En daaruit kan dan weer een publieke familiariteit groeien.
15
Duiding
16
De waarde van het werken met talenten
H
et verhaal van de Kettingstraat geeft aan dat ‘capacitair werken’ een werk van lange adem is. Hoe krijg je mensen zo ver dat ze zelf initiatieven nemen? Hoe ga je om met verschillende snelheden bij de doelgroep? Hoe bewaak je dat het proces continu blijft en geen leuke maar tijdelijke actie is? En hoe zorg je ervoor dat de cohesie tussen de buurtbewoners rijker wordt? Je bent nooit klaar, het is nooit verworven. Waarom toch al die moeite doen? Gewoon een leuk activiteitencentrum in de buurt opzetten waarin je initiatieven organiseert, geeft je toch veel meer greep en kan met veel minder energie geregeld worden? Waarom het zo moeilijk maken als het ook veel makkelijker kan?
Werken met talenten van bewoners heeft zo zijn voordelen voor de buurt
H
et doel van het buurtwerk is bewoners motiveren om hun talenten in te zetten voor hun buurt. Op die manier hopen we de bewoners sterker te verbinden met hun buren en hun buurt. Als je leuke en inspirerende werkzaamheden in de buurt kunt verrichten, krijgt deze omgeving met-
een meer betekenis en vergroot de verantwoordelijkheid van bewoners. Bewoners zijn niet langer enkel consument; ze dragen actief bij. Door de talenten van bewoners in te zetten, vergroot de betrokkenheid bij hun buurt maar vooral ook het vertrouwen in hun buurt; we ontwikkelen allemaal een identiteit in interactie met onze directe en fysieke omgeving. Deze inzet is niet nieuw; er zijn tal van voorbeelden in het verenigingsleven terug te vinden want ook deze groeperingen zijn vaak op wijkniveau georganiseerd.
17
Veel van deze initiatieven gebeuren samen met anderen, waardoor de samenhang tussen bewoners verbetert. En dat kunnen straten zoals de Kettingstraat gebruiken: door het type woningbouw (sociale woningen versus privé-koopwoningen) kent deze straat een grote mix aan bewoners en is er weinig herkenning en verbondenheid te bespeuren. Mensen ontdekken elkaar terwijl ze samen met onbekenden initiatieven nemen. Vanuit die verbondenheid vullen ze stilaan de identiteit van de ander in. Er ontstaan meer contacten, betere hulprelaties en meer buurtactiviteiten, wat resulteert in een gevoel van eenheid en trots. 18
Iedereen in de wijk kan mee doen: oude en jonge bewoners, oorspronkelijke en nieuwe bewoners. Doordat je vertrekt vanuit hun eigen kracht en motivatie voelen mensen zich veilig en gewaardeerd, betrokken en zorgdragend voor hun omgeving en voor elkaar. Werken in een wijk houdt ook in dat je werkt in en met de context van bestaande processen van gemeenschapsvorming. Het mobiliseren en versterken van dit ‘sociaal potentieel’ draagt hiertoe bij. De geschiedenis van de wijk is bij uitstek de verbinding leggen met dit collectief proces; het uitgangspunt is het naratieve, de mondelinge verhalen van mensen. Dit geeft niet enkel een betekenis aan wat vroeger was, maar ook aan actuele en ruimtelijke handelingen. Mensen krijgen de kans hun verhaal te vertellen en daardoor ook een invulling te geven aan hun gevoel bij de wijk te horen, vroeger en nu. Het project in de Kettingstraat gaat nog een stap verder en maakt ook de verbinding met de toekomst.
mige bewoners bleef de inzet beperkt tot ‘enkel’ het brengen van hun verhaal, hun geschiedenis, hun kennis over de straat en de wijk. Anderen gingen mee op zoek naar foto’s, zetten hun schouders onder het monteren van filmpjes, organiseerden de brunch en de fotoshoot, ...
19
Werken met talenten van bewoners heeft zo zijn voordelen voor de bewoners
D
e capacitaire aanpak vertrekt vanuit de krachten van mensen en focust op het positieve. Hierdoor komt veel meer energie vrij, want dingen doen waar je goed in bent en waar je zelf voor kiest, zijn leuk om te doen. Je investeert in het zelforganiserend vermogen van mensen.
Een kleine ‘fanatieke’ groep bewoners maakte deel uit van de werkgroep ‘De Brugse Poort vroeger en nu’, de groep die het project trok.
Dat de inzet van talenten op zeer verschillende niveaus kan liggen, blijkt uit dit verhaal. Voor som-
Talenten en competenties zijn niet enkel inzetbaar voor leuke dingen, maar ook voor zaken
die noodzakelijk en nuttig zijn. Het leert mensen omgaan met de spanning tussen eigen aspiraties en belangen van de groep en de omgeving. Conflicten en confrontaties hoeven niet uit de weg gegaan te worden. Je leert vanuit respect voor de andere te komen tot betere oplossingen.
Werken met talenten van bewoners heeft zo zijn voordelen voor het beleid
D 20
oor de regie van de initiatieven bij bewoners (en hun talenten) te leggen, vergroot je het actief burgerschap. Bewoners bepalen voor dit deel hun eigen agenda. Hierdoor word je verplicht om te vertrekken vanuit de beleving van de bewoners zelf. Deze initiatieven verbinden de buitenwereld -waarin diensten en beleid wel eens durven blijven hangen- met de reële binnenwereld, de directe leefwereld van de bewoners. Niet de systeemmaar de leefwereld staat centraal. In dit project werd zwaar ingezet op het bereiken van een breed publiek en het zo sterk mogelijk benaderen van bewoners in hun eigen leefwereld, vooral via huisbezoeken. Een aanpak die niet enkel ingaat tegen vervreemding, maar ook tegen het onnodig knippen van realiteiten.
Bewoners beschouwen hun leefwereld als één geheel en trekken die niet uit elkaar, in tegenstelling tot de welzijnssector en het beleid, die hierdoor de realiteit vaak nog complexer en ongrijpbaarder maken. Het is duidelijk dat bewoners en beleid elkaar weer meer vinden en dat hierdoor een (groter) weder-
zijds vertrouwen ontstaat. De samenspraak wordt zuiverder, waardoor het bestuurlijk vermogen en daarmee ook het draagvlak vergroot. Je werkt dichter bij de bewoners en het democratisch gehalte van de besluitvorming gaat er een stuk op vooruit. Op deze wijze vergroot je als beleid het actief burgerschap, de sociale cohesie en daarmee ook de leefbaarheid in de wijken.
Randvoorwaarden
W
il je deze effecten bereiken, dan leidt 'bewoners' als invalshoek nemen, niet zomaar tot een baat het niet, dan schaadt het niet-verhaal, zo waarschuwt Prodemos1 terecht. Alvorens bewoners te betrekken, moeten de randvoorwaarden goed vervuld zijn. Zo niet, is de kans groot dat bewoners gefrustreerd geraken of participatie-moe worden en dat diensten en overheden zich enkel voor een kar gespannen voelen en geen meerwaarde zien in deze participatie. Dit voedt het wantrouwen bij beide partijen en versterkt de belangentegenstellingen. En dat betekent vaak het einde van de positieve effecten, zowel voor bewoners, de buurt als het beleid. 1
Prodemos: Participatiewijzer,website Particpatie, Den Haag
Daarom worden volgende elementen best goed afgewogen: veronderstelt het domein waarin bewoners initiatieven kunnen nemen specifieke ervaring, kennis, betrokkenheid en ruimte om als bewoner mee te beslissen? Kun je erop rekenen dat bewoners werken vanuit het algemeen belang en dat overwegingen als not in my back yard (NIMBY) de overhand niet nemen? welke rol en verantwoordelijkheid kun je bewoners geven? Mogen ze het beleid raadplegen en
21
adviseren? Hebben ze beslissingsrecht of kun je hen hun eigen initiatief toestaan? wie moet betrokken worden bij dit initiatief? Doel is immers dat het de buurt ten goede komt. Hebben we het over inwoners, gebruikers van de wijk, passanten? En hoe bewaak je dat categorieën die niet spontaan initiatieven ontwikkelen, mee opgenomen worden? Formele representativiteit bestaat niet, maar er moet wel een draagvlak en een probleemoplossend vermogen zijn. Vergroot je de spanning niet tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’? 22
welke instrumenten en middelen kun je inzetten? Het gegeven dat werken met bewonerstalenten een mooie besparing van middelen en mensen oplevert, is een mythe. Bereid zijn te vertrekken vanuit de noden en het tempo van bewoners en hen dienstbaar zijn, veronderstelt een zeer tijdsintensief traject en vaak ook extra middelen. Wat is de duur van het initiatief en is dit haalbaar? De meerwaarde van 'het vertrekken vanuit talenten van bewoners' is duidelijk (voor alle partijen), op voorwaarde dat de randvoorwaarden goed vervuld zijn. Zo niet, dan is het beter om te zoeken naar aangepaste of aanvullende methodieken.
Case 2
24
Een dynamisch activiteitencentrum voor de buurt: De Louisazaal
Eerst was er … niets!
I
n de wijk Macharius-Heirnis was er al een tijdlang grote nood aan lokalen voor de jeugdwerking en aan een polyvalente ruimte voor wijkinitiatieven. De bestaande parochiezalen verdwenen en een alternatief drong zich op. Meer dan 20 jaar ijverden buurtorganisaties en het buurtwerk voor een degelijke infrastructuur in de buurt. Tot eind jaren '90 het voormalig OCMW-rusthuis Het Lousbergs zijn deuren sloot. Het was niet meteen duidelijk welke bestemming dit gebouw zou krijgen dus de Bewonersgroep Heirnis zag zijn kans en ijverde voor het behoud van dit uniek patrimonium. Ze vatten de koe bij de horens en onderzochten mogelijke alternatieven. Hun voorstellen werden opgepikt door het stadsbestuur en de nv Lofting: in het gedeelte langs het water kwamen lofts terwijl het buurt- en jeugdwerk een bestemming kreeg in het gedeelte aan de achterkant. Op 27 maart 2011 werd 'Buurtcentrum Het Lousbergs' en ook polyvalente buurtzaal 'De Louisazaal' plechtig geopend.
25
Een activiteitencentrum voor de buurt... met een duidelijke missie en een huishoudelijk reglement op maat
G
ezien de nood en de lange zoektocht naar een buurtzaal werd van in het begin beslist om deze zaal heel goed in te bedden in de buurt. De zaal moest een dynamisch gegeven in de wijk worden, met activiteiten van en voor bewoners. Louter verhuur van de zaal aan om het even wie zich aanbood, was dus geen optie.
Om bewoners vlotter te mobiliseren, koos het buurtwerk voor een missie die direct aangaf wat de bedoeling van de zaal was, voor wie de zaal bestemd was en wat er verwacht kon worden. Deze missie is duidelijk in de zaal aangebracht zodat bezoekers al bij het binnenkomen zien dat dit een zaal van en voor de buurt is.
26
De missie luidt zo: De Louisazaal, een gezellige plek in de wijk waar iedereen zich zonder uitzondering thuis voelt waar het aanbod divers is waar bewoners elkaar ontmoeten waar het 'thuis in je buurt'-gevoel groeit waar er openheid is voor verschillende initiatieven Aangezien De Louisazaal net naast privé-woningen gelegen is, zijn er beperkingen in het zaalgebruik want ook een buurtzaal mag geen overlast voor de omwonenden veroorzaken. Het buurtwerk sprak de bewoners van de omliggende panden aan en voerde regelmatig gesprekken met de beheerder om zo tot de volgende bepalingen i.v.m. het zaalverhuur te komen: De Louisazaal wordt prioritair verhuurd aan wijkinitiatieven en wijkbewoners. Een inwoner van Merelbeke die in De Louisazaal een communie-
feest wil organiseren, bekijkt dus best eerst andere zaalopties in Gent. Enkel geluidsarme festiviteiten of bijeenkomsten worden toegelaten. Het einduur is ingesteld op 22 uur. De binnentuin wordt niet mee verhuurd maar als ‘stilteplek’ gecultiveerd: bij mooi weer wordt de binnentuin opengesteld zodat ook deze 'stilteplek' een functie krijgt. Kandidaat-huurders krijgen steevast de tip om met het openbaar vervoer te komen om zo een
toenemende parkeerdruk in deze dichtbevolkte wijk te vermijden. In de inkomhall van elk aanpalend appartementsblok hangt de activiteitenkalender van de zaal met telkens het telefoonnummer van de organisator erbij vermeld. Indien nodig kunnen de buren direct contact opnemen... of aansluiten bij de activiteit, natuurlijk.
keur wegdragen. De 3 winnende projecten vinden in hun startpakket gratis promotie, 100 euro startvergoeding, administratieve hulp en gratis zaalgebruik.
Op die manier kan de zaal zo sterk mogelijk ingezet worden voor de buurt, zonder al te veel hinder te berokkenen voor de directe omwonenden. 27
... vertrekkend van veel talent uit de buurt
H
et buurtwerk lanceerde de campagne ‘Let’s Lousbergs’ in de wijk. Tijdens deze actie worden bewoners uitgenodigd om voorstellen in te dienen, met de bedoeling die te realiseren in De Louisazaal. Wie deelneemt, maakt kans op een startbudget. De ingediende projecten worden op de nieuwjaarsreceptie voorgesteld. De bezoekers kunnen hun stem uitbrengen op de ideeën die hun voor-
Hieruit kwamen een aantal activiteiten voort die De Louisazaal mee op de kaart gezet hebben in de buurt. Een tweetal voorbeelden: het wekelijkse naai-atelier Lap: 2 buurtbewoonsters, Gwendolyn en Isabelle, reageerden op
de Let’s Lousbergs-oproep. Ze zijn niet alleen heel creatief in het maken van kleedjes, rokjes, ... maar wilden graag ook ondersteuning bieden aan mede-bewoonsters inzake deze materie. Ze speelden met het idee om een wekelijkse ‘LAP’-avond te organiseren in De Louisazaal. Tijdens de nieuwjaarsreceptie werd hun project tot één van de beste verkozen en ze wonnen dus een startpakket. Gwendolyn en Isabelle dienden een Wijk aan Zet-aanvraag in en kochten met het gekregen budget 5 naaimachines om ter beschikking te stellen van bewoners. 28
Elke donderdagavond komt een groepje vrouwen samen om onder deskundige begeleiding van Gwendolyn en Isabelle allerlei creaties te naaien. In de kerstvakantie organiseerden ze een tweedaagse workshop op maat van kinderen. Een 25tal meisjes maakten toen een rokje of een tas. het 4-maandelijks creatief marktje Let’s LousArt: de bewoonsters Joke en Tinneke wilden al langer een creatieve markt organiseren, met de bedoeling mensen hun zelfgemaakte spullen op een laagdrempelige manier te laten tentoonstellen en verkopen. Toen ze de Let’s Lousbergsoproep van het buurtwerk zagen, grepen ze hun kans. Ook hun project werd tijdens de nieuwjaarsreceptie tot winnend project gekozen. Intussen is Let’s LousArt uitgegroeid tot een begrip in de wijk. Het marktje vindt driemaandelijks plaats in De Louisazaal en lokt gemiddeld 800 bezoekers. Tijdens Let’s LousArt kunnen bewoners ook gewoon iets drinken of een hapje eten. Zo heeft deze markt meteen ook de functie van ontmoetingsplaats voor wijkbewoners. Tinneke en Joke krijgen nu ook hulp van andere bewoners om hun markt op te zetten: er is een werkgroepje opgericht waarin iedereen een taak opneemt, gaande van promotie en catering tot het opvolgen van de inschrijvingen.
voor bezoekers. De eerste drie woensdagavonden van de maand baten bewoners-studenten van de Voorhoutkaai het SoepCafé uit. De laatste woensdag van de maand zijn de bewoners aan zet met de Lousbergse Avond. De buurtwerkers zijn de initiatiefnemers van de buurtkeuken. Zij rekruteren de vrijwilligers, stellen een organisatieschema op, verzorgen het vlotte groepsverloop en onthalen de deelnemers. De avond verloopt volgens een vast concept: eerst wordt een maaltijd aangeboden door de vrijwilligers van de buurtkeuken. Zij koken, verzorgen de tafelbediening en baten de bar uit.
In het najaar van 2014 zetten ze voor het eerst een speelgoedruilbeurs op touw. Deze initiatieven, gedragen door bewoners, zijn stuk voor stuk een vaste waarde geworden en zelfs niet meer weg te denken uit Het Lousbergs.
Na de buurtkeuken brengen telkens weer andere buurtbewoners een gratis workshop, lezing of stukje muziek. Hiervoor zoeken de buurtwerkers talent in de buurt. Op die manier bouwen ze voortdurend aan netwerken met bewoners, vrijwilligers en bezoekers via maandelijkse ontmoetingen met gekende en met nieuwe deelnemers, gesprekken met bewoners, uitwisseling van ideeën met de vrijwilligers, contacten met bewoners die een workshop geven, …
Woensdag is het buurtinitiatieven-dag in Het Lousbergs: het gebouw staat dan de hele dag open
Om een zo breed mogelijke groep bewoners van de wijk te betrekken gaan de buurtwerkers ook
29
vond op deze manier zijn stek in Het Lousbergs. Daarnaast trekt het buurtwerk ook bewust externe krachten aan, in de hoop andere en nieuwe interesses en talenten van bewoners aan te boren. Aangezien er onvoldoende aanbod voor ouderen was, legde het buurtwerk contact met het Lokaal Dienstencentrum De Horizon en de Dekenij. Het resultaat is een jaarlijkse seniorennamiddag in De Louisazaal.
30
blijvend op zoek naar een samenwerking met bestaande netwerken en verenigingen in de wijk. Zo plukt Bewonersgroep 'Buren van de Abdij' de perenbomen die in de binnentuin van Het Lousbergs staan en maakt er perensap van, dat achteraf in Herberg Macharius verkocht wordt. Dit initiatief staat ook open voor de buurt, zodat bewoners zelf peren kunnen plukken en sap persen. Het OCMW heeft een wekelijkse basiswerking in De Louisazaal, de Dekenij Heirnis gebruikt het buurtcentrum als uitvalsbasis voor al zijn initiatieven en Hand-in-Hand bruncht maandelijks in Het Lousbergs. Ook de groep Engelse Conversatie
Vormingplus werd aangetrokken om op donderdagnamiddag ‘Komen lezen’ te organiseren, een bijeenkomst waarbij aan mensen voorgelezen wordt om zo tot reflectie over hun leven te komen. Op vraag van het buurtwerk organiseert VELT info-avonden over stadstuinieren. En verder is het belangrijk dat de zaal een open sfeer uitstraalt. Daarom installeerde het buurtwerk aan de ingang een Leestuin: een gezellig hoekje waar bezoekers elke voormiddag de krant, een goed boek of een tijdschrift kunnen lezen. Naast het aanbod van leesvoer zoals kranten, tweedehandsboeken en gebruikte tijdschriften, is er ook een boekenruilkast. In deze kast kunnen bezoekers boeken en tijdschriften die ze niet meer nodig hebben, deponeren. Er kunnen ook boeken of magazines uit de kast genomen wor-
den om zelf te lezen. Zo ontstaat een handig boekenruilsysteem. Aan deze Leestuin kunnen in de toekomst weer nieuwe dingen gekoppeld worden zoals vertelavonden of een schrijversclub; activiteiten waarvoor talent uit de buurt ingeschakeld
De vraag werd nu ruimer gesteld en ook buurtscholen worden in dit project betrokken. Zo worden initiatieven onderling met elkaar verbonden. Deze open initiatieven bieden op een zeer laagdrempelige manier de kans om gewoon eventjes binnen te stappen en de sfeer op te snuiven. Op die manier vinden telkens weer andere bewoners de weg naar het buurtcentrum.
... mee ingericht door de bewoners zelf
H
et buurtwerk contacteerde het Designmuseum met de vraag om samen met bewoners De Louisazaal gezelliger te maken. Al snel kwam het idee om zitelementen te plaatsen. Daarop organiseerden het buurtwerk en het Designmuseum workshops, waarbij bewoners konden proeven van de wereld van het design. kan worden. In de rotonde van het buurtcentrum is een ophangsysteem bevestigd. Via deze kleine ingreep veranderde de rotonde in een tentoonstellingsruimte. Vooral kunstwerken van buurtbewoners krijgen er hun plaats, wat tot nu toe al tot zes exposities leidde.
Bewoners kregen een rondleiding in het Designmuseum en er werd extra gefocust op de ontwerpen van zitelementen. Nadien volgden een paar brainstormsessies waarin bewoners hun wensen en voorkeuren voor flexibele zitbankjes uitten. Tenslotte werden 60 zitpoefjes met een verwisselbare hoes aangekocht.
31
Bewoners en organisaties gingen aan de slag om de hoezen te decoreren; de creatieve resultaten
Of als Mira Miro voorstellingen doet tijdens de Gentse Feesten, wordt dit in de activiteitenkalender 'uit in je buurt' opgenomen, zodat de buurtbewoners op de hoogte zijn. Het buurtwerk stuurt een aankondiging van alle activiteiten die in De Louisazaal plaats vinden –of die nu vanuit het buurtwerk, partnerorganisaties of bewonersinitiatieven georganiseerd worden– via de maandelijkse elektronische nieuwsbrief naar geïnteresseerden. Daarnaast hangt in De Louisazaal een kalender waarin de maandelijkse activiteiten opgenomen zijn.
32
kun je momenteel bewonderen in Het Lousbergs.
... waar bewoners op de eerste plaats komen
B
ij alle activiteiten, ook als die niet door het buurtwerk georganiseerd worden, blijft de return naar de buurt belangrijk. Als er bv. met inschrijvingen gewerkt wordt, worden er altijd een aantal plaatsen voorbehouden voor buurtbewoners.
De verschillende organisatoren communiceren dus niet enkel elk afzonderlijk over hun activiteiten; alle initiatieven maken deel uit van het gemeenschappelijk aanbod in De Louisazaal. De Louisazaal brengt zo een vernieuwend en divers activiteitenaanbod dat de betrokkenheid van de verschillende buurtactoren (bewonersgroepen, wijkorganisaties) bij de buurt verhoogt.
Het team verzamelt hierover cijfers en houdt die nauwkeurig bij. Ook de agenda wordt heel consequent opgevolgd. Aangezien het buurtwerk merkte dat die steeds vlugger dichtslibde doordat de zaal frequent gebruikt werd (zowel tijdens de week als in het weekend), besloten de buurtwerkers om een blok voor losse buurtinitiatieven vrij te houden. Op die manier blijft er ook meer evenwicht tussen enerzijds de vaste gebruikers, met terugkerende activiteiten op vaste tijdstippen en anderzijds de losse gebruikers, die eenmalige activiteiten organiseren en daardoor een zekere dynamiek in het aanbod brengen.
Dat deze zaal vooral een verhaal van en voor bewoners blijft, bewaakt het buurtwerk door zich constant te bevragen rond: de verhuur van de zaal: huren vooral bewoners of buurtinitiatieven? het aanbod in de zaal versus de noden van bewoners: voldoet dit aan de missie? het inperken van overlast: zijn er klachten en hoe gaan we ermee om?
En hoe moet het verder?
E
r blijven een aantal aandachtspunten en hiaten in de aanpak m.b.t. De Louisazaal: kansarmen en mensen van een andere origine worden nog te weinig bereikt. In 2014 wordt er werk gemaakt van meer individuele contacten en meer aanwezigheid op straat via wekelijkse wijkwandelingen. De buurtwerkers willen zo de banden met die doelgroepen, die nu niet of te weinig bereikt worden, aanhalen.
33
Er zijn ook nog een aantal mogelijkheden om de diverse groepen en netwerken die nu de zaal bezoeken of die gebruik maken van de zaal, meer met elkaar te verbinden. Zo kunnen tijdens de yoga-sessies de deelnemers ook van andere initiatieven op de hoogte gebracht worden of kan er een dag met alle gebruikers van de zaal georganiseerd worden. Het buurtwerk wil immers een nog diversere verbinding tussen bewoners stimuleren via activiteiten in de buurtzaal, om van daaruit het engagement van die bewoners voor hun wijk te prikkelen. Want wat is mooier dan bewoners die zich écht 'thuis in hun buurt' voelen en hun talenten kunnen uiten?
34
Duiding
Werken vanuit talenten vraagt een andere aanpak
35
Iedereen heeft talenten, hoewel ze voor de persoon in kwestie soms onzichtbaar zijn. Je ontdekt ze in contacten met anderen. De uitdaging voor de buurtwerker is deze talenten op te sporen en ze een juiste plek te geven in de buurt. Zowel in Vlaamse als in Nederlandse literatuur komen telkens weer dezelfde tips naar boven.
Sluit aan bij de leefwereld van bewoners
E 36
en persoonlijke benadering werkt het best: laat mensen zelf aangeven welke talenten ze willen inzetten en welke vragen en behoeften aan ondersteuning ze daarbij hebben. Ga net zoals Buurtwerk Macharius-Heirnis-Scheldeoord de wijk in, investeer zowel in open oproepen, als in het zeer gericht aanspreken van mensen. Je hoeft enkel uit je eigen systeemwereld (werkplek) te stappen en de bewoners op te zoeken in hun leefwereld, bij hen thuis. Dit is meteen ook een belangrijke competentie van de buurtwerker: proactief werken en dus niet afwachten maar opzoeken. Buurtwerkers proberen gemeenschappelijke talenten en interesses te ontdekken en zo mensen
met elkaar te verbinden. Praatjes tussendoor, huisbezoeken, … zorgen ervoor dat je veel opvangt waarmee je aan de slag kunt. Informele, flanerende babbels, afgewisseld met gericht formele gesprekken, zorgen ervoor dat je verbindingen legt tussen mensen en hen over de streep trekt.Ga naar plekken waar spontaan een divers publiek aanwezig is, observeer ze, luister goed naar ze en spreek hen aan.
Met deze kennis kun je aan de slag. Vertrek van wat mensen direct of indirect aangeven. Mensen hebben graag een rechtstreeks belang bij hun inzet, hun deelname moet iets opleveren of aansluiten bij een gedeelde bezorgdheid. Dit kan van heel praktische aard zijn zoals een nettere wijk, maar het kan ook om een bredere behoefte gaan zoals nieuwe mensen leren kennen. Stel haalbare en
zichtbare resultaten voorop want kleine, gerichte acties zijn vaak motiverender dan abstracte toekomstbeelden. Zorg er ook voor dat de bewoner je weet te vinden en dat het duidelijk is waarvoor mensen je kunnen aanspreken. Via de activiteitenkalender 'uit in je buurt' en de elektronische nieuwsbrief houden de buurtwerkers de bewoners op de hoogte. Maar ook huisbezoeken en hun aanwezigheid op wijkactiviteiten zorgen ervoor dat de buurtwerkers bij een zo breed mogelijk publiek gekend zijn. Aarzel niet om ook de minder prettige kant van initiatieven op te nemen. Bewoners ervaren de lawaaihinder door zaalactiviteiten, dus zij kunnen het best aangeven wat helpt om de overlast te beperken of er op zijn minst vlotter op in te spelen.
Vertrek vanuit bredere netwerken
E
en andere rol van de buurtwerker is verbinder zijn: hij overschouwt de wijk vanuit een helikopterperspectief en is goed genesteld in de wijknetwerken.
37
Het is aan de plaatselijke werkers om hun aanpak en visie zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en vandaaruit een zo kwalitatief mogelijke ondersteuning te bieden.
Durf een ander soort professional te zijn: dienstbaar in plaats van sturend
O
ordeel niet over een initiatief, maar heb respect voor het idee en laat bewoners zelf ondervinden in hoeverre het een haalbaar idee is bv. door ze hulpbronnen te laten zoeken. Respecteer hun waarden, wat niet wil zeggen dat je op alles hoeft in te gaan.
38
Het buurtwerk trekt niet alleen actief andere netwerken naar de zaal en roept niet enkel op om er initiatieven te ontwikkelen, het verbindt ook bewonersinitiatieven met bestaande netwerken. Dit zorgt voor samenwerkingsverbanden met andere partners in de buurt. Veel te vaak handelen basiswerkers vanuit een verticale, in plaats van een horizontale invalshoek en bekijken ze het bewonersinitiatief alleen vanuit de kernopdracht van hun eigen dienst. Bewoners stoppen deze realiteit niet in vakjes: zij maken geen onderscheid tussen een buurtwerker, een opbouwwerker, een jeugdwerker of een artistiek projectleider en dat hoeft ook niet.
Durf los te laten als het kan, durf over te nemen als het moet (zie ook het artikel Talenten ondersteunen). Bewaak hierbij dat het initiatief bij de bewoners blijft en niet afhankelijk wordt van ambtelijke ondersteuning. In het verhaal over De Louisazaal merk je hoe veel initiatieven vrijwel zelfstandig georganiseerd worden en de buurtwerker enkel nog de infrastructuur ter beschikking stelt of bijspringt bij problemen. Laat evenwel niet toe dat deze bewonersinitiatieven zomaar beslag kunnen leggen op de capaciteit van de buurtwerkers, maar benadruk de wederkerigheid.
En verder blijft het een uitdaging om om te gaan met de spanning tussen enerzijds 'ruimte voor initiatiefrijke bewoners die zichzelf goed kunnen redden' en anderzijds 'ondersteuning van groepen die weinig initiatief tonen'. Een aandachtspunt voor de toekomst, zoals Buurtwerk Macharius-HerinisScheldeoord aangeeft. Toch was het niet slecht dit sterker initiatief een plek te geven, want hierdoor worden de mogelijkheden van de zaal zichtbaarder en deze zichtbaarheid is belangrijk. Ook goed communiceren over wat er gebeurt, zowel via cijfers als via verhalen is belangrijk om op die manier weer anderen te motiveren.
Ga uit van soepele regels en beschikbare middelen
H
et is een uitdaging om de cirkel te doorbreken en te voorkomen dat we als dienst of overheid oplossingen blijven zoeken binnen ons eigen systeem. Meer nog, we moeten ervoor zorgen dat we vanuit een veelheid aan regels en procedures niet tot de conclusie komen dat er steeds minder kan en mag. Werkers handelen vaak te instrumenteel, sturen en controleren te veel in plaats van aandacht te geven, te luisteren, te durven vertrouwen. Ga uit van mogelijkheden, wees transparant en duidelijk, maak helder wie wat kan en nodig heeft. Basiswerkers in de wijk spelen een belangrijke rol in de brug tussen de wereld van de wijk en de wereld van het bestuur. Hun inbreng en ervaring is belangrijk voor het maatwerk vanuit het bestuur. Wat in de ene wijk werkt of voor het ene initiatief ideaal is, werkt niet altijd in een andere wijk of bij een ander initiatief. Hevel dus ook niet zomaar good practices van de ene buurt over naar de andere en geloof niet dat een draaiboek van een geslaagde activiteit in de ene buurt een soort ‘receptenboek’ vormt voor een activiteit in een andere buurt.
38
In veel gemeenten, zowel in Nederland als in België, kunnen bewoners beroep doen op wijkbudgetten, vouchers of subsidies (zoals we in Gent ‘Wijk aan Zet’ kennen). Dit geeft de initiatieven een groot beschikkingsrecht. Maar het is even belangrijk en vaak duurzamer dat bewoners in hun zoektocht naar materiaal beroep kunnen doen op uitleendiensten of bij het zoeken naar een geschikte infrastructuur terecht
40
kunnen in zalen die de stad vrijwel gratis en zonder al te veel voorwaarden ter beschikking stelt.
Zorg voor een toegankelijke infrastructuur
D
e infrastructuur moet een geschikte plek voor ontmoeting zijn, een plaats waar mensen spontaan naartoe komen, waar ze binnen en buiten lopen voor vanzelfsprekende diensten zoals een leeshoek of een tentoonstellingsruimte. Op die manier is de ontmoeting niet geforceerd of opgedrongen en kunnen mensen zelf kiezen of ze anoniem blijven of contact zoeken. Ze kunnen elkaar vrijblijvend ontmoeten, waardoor er weer nieuwe initiatieven ontstaan. De infrastructuur moet toegankelijk zijn en een zeer lage drempel hebben: de buitenwereld moet kunnen zien wat er zich binnen afspeelt. Communicatie via verschillende kanalen zoals bij De Louisazaal helpt: de ruimte raakt bekend bij een breed publiek. Het is niet de bedoeling dat een gemengd publiek afgestoten wordt: als verschillende activiteiten, zoals in het buurtcentrum, in eenzelfde gebouw gecombineerd worden, verkleint de kans dat één groep de plek opeist.
Homogenere groepen kunnen nodig zijn om vooral kwetsbare bewonersgroepen voldoende veiligheid te geven, maar deze zijn bij voorkeur tijdelijk en ingebed in een bredere werking. Een afwisseling tussen eenmalige en terugkerende activiteiten biedt de deelnemers veel keuzevrijheid en creëert de mogelijkheid om zaken aan elkaar te koppelen: vanuit een eenmalige ontmoeting kan een langduriger engagement opgenomen worden en vice versa. Verder is het belangrijk dat er een duidelijke overgang is, waarbij andere regels gelden dan thuis. Deze regels geven een gevoel van vertrouwen en veiligheid, maar geven ook de kans aan de deelnemers om met nieuwe rollen te experimenteren. De belangrijkste regels zijn in De Louisazaal bij wijze van missie op de muur geschreven. Maar het allerbelangrijkste is erin geloven, de talenten van bewoners als kracht zien en die talenten op zo’n eerlijk mogelijke manier inzetten. Zoals door alle verhalen en duidingen duidelijk werd, is het geen evidente keuze en is het zeker niet de gemakkelijkste weg, maar volgens ons wel de meest eerlijke en duurzame weg. En daarom wil de Dienst Buurtwerk zich hierin steeds meer bekwamen!
41
Case 3
Feest in de Lijnwaadstraat
43
Hoe is het allemaal begonnen?
D
44
e Lijnwaadstraat is een rustige woonstraat op de grens met Gent en Mariakerke. In de straat huizen jonge en oude bewoners, gezinnen en alleenstaanden, mensen met Belgische roots en gezinnen met een migratie-achtergrond, huurders en (veelal) eigenaars. Buren wonen er al jaar en dag vredig naast elkaar maar het contact bleef meestal beperkt tot de dichtste buren. Tot Dorien en Marc op een dag het initiatief namen om een nieuwjaarsreceptie te organiseren en tot Leen enkele jaren later, in 2008, bij het buurtwerk aanklopte om samen een straatfeest op poten te zetten. Het initiatief om deze activiteiten te organiseren, kwam van de bewoners in de straat en dat is ook altijd zo gebleven: het is hún receptie en hún feest. Maar om van start te kunnen gaan, was toch een klein duwtje in de rug nodig; de inbreng van een deskundige die hen op weg zette. Ook nu wordt de bijdrage van het buurtwerk nog altijd erg gewaardeerd. Vooral met betrekking tot de logistiek is het handig een buurtwerker te hebben die niet alleen de weg kent in de wirwar van aan-
vragen, maar ook de juiste kanalen weet te volgen om het nodige materiaal te bekomen. Daarnaast aanvaarden de organisatoren gretig meer inhoudelijke tips rond een item als 'hoe betrek je veel buren bij je activiteit', hoewel het hun streefdoel blijft om zo veel mogelijk zelf op te nemen.
Van buurvrouw naar vriendin
M
aandagavond, 19.25 uur. Vlug mijn kaft van de tafel grissen en een paar deuren verder bij Oréane aanbellen. Gerda is er ook net. Het heeft wel iets van een vrouwenkransje: de koekjes en glazen staan al op tafel want het is een beetje traditie om onze inspiratie te stimuleren met een glaasje wijn. Terwijl we wachten op de komst van de anderen wisselen we nieuwtjes over onze buren uit. Nicole vertelt hoe plezant het is dat Paul een paar klusjes in haar huis deed. Vroeger knapte haar (intussen overleden) man Henk die op maar zij wist er niet meteen raad mee. De kattenplaag in het begin van de straat raakt niet echt opgelost. Het is niet leuk telkens weer
We spreken ook nog af wie de bloemen water geeft bij de buren die op vakantie zijn en we vragen ons af hoe het met Arsène gaat. Komt hij nog wel eens buiten sinds het overlijden van zijn vrouw?
De nieuwjaarsreceptie doorheen de jaren
W
anneer de meeste genodigden er zijn, klapt Stiene haar laptop open.
45
tafels en stoelen te moeten afwassen als je buiten wilt zitten en ook de planten moeten er vaak aan geloven. En de mevrouw wiens kind de affichewedstrijd won, is weer zwanger. We moeten dat zeker in de gaten houden, zodat we een kaartje kunnen sturen. Natuurlijk wordt Stiene verder uitgevraagd over haar plannen voor haar 50ste verjaardag. Het comité is uitgenodigd en spreekt af om in colonne met de fiets naar het Kollekasteel te rijden. En voor het klaarzetten van de zaal, kan ze zeker op ons rekenen!
De vergadering start met een terugblik op de nieuwjaarsreceptie, het kleine broertje van het
jaarlijks straatfeest. Enkele jaren geleden vroegen Dorien en Marc aan Agnes of ze haar inrijpoort - de poort van de vroegere patattenboer - ter beschikking wilde stellen, zodat de buren daar een glaasje op het nieuwe jaar konden drinken. Het concept was heel eenvoudig: iedereen bracht drank, versnaperingen en glazen mee en we deelden met elkaar.
46
onderkomen. De receptie vond onderdak in het vlakbij gelegen Welzijnsbureau Brugse Poort maar na enkele jaren merkten we dat het bezoekersaantal snel terugliep. Hoewel het leuk was om met het uitgebreid comité het glas te heffen, keerden we toch terug naar onze straat. Eerst opnieuw naar de vroegere inrijpoort (het huis had nieuwe eigenaars) maar later wegens werkzaamheden naar de garage van Dirk en Nadia. Aan de garage kwam een uitbreiding met de tentjes van de Dienst Buurtwerk. Een goede zet, zo bleek, want het aantal bezoekers nam terug toe: we klopten af op ongeveer 60 personen. De groep koos ervoor om het bij dit aantal te houden en dus geen extra inspanningen te doen om méér mensen te bereiken. Het idee om buren persoonlijk uit te nodigen voor de receptie werd dan ook afgewimpeld; de leuke flyer en affiche die Leen ontwierp, waren voldoende.
Een feest door de talenten in de straat Later verhuisde deze receptie naar het warme en droge atelier van Hilde. Jammer genoeg ontviel Hilde ons heel plots en aangezien Agnes zich niet fit genoeg voelde om haar inrijpoort opnieuw beschikbaar te stellen, zochten we naar een nieuw
H
et draaiboek dat we de laatste jaren opstelden, is een goed instrument om ons te helpen niets over het hoofd te zien bij het organiseren van het buurtfeest.
De financiële ondersteuning van 'Wijk aan Zet' is meer dan welkom: het geeft ons de kans om het straatfeest compleet 'kas-loos' te laten verlopen. Het Wijk aan Zet-budget wordt gebruikt voor de algemene kosten: het springkasteel, ons jaarlijks huisorkest (of is het straatorkest?) De Kazematten, het materiaal voor de kinderspelen, de houtskool voor de barbecue ... en natuurlijk de 'overspanninge', de vlagjes die de straat tot een feesttoneel omtoveren en ons met een glimlach doen terugdenken aan Henk, die hiervoor het initiatief nam.
De administratie rond het feest wordt grotendeels opgenomen door de Dienst Buurtwerk, samen met Leen, de initiatiefneemster van het straatfeest. Ook de materiaalaanvragen bij stadsdiensten zoals de Dienst Evenementen en Feesten, de Jeugddienst en de Dienst Buurtwerk zelf lopen vlot via het buurtwerk. Zij staan ook in voor het drukwerk. Jammer voor dit comité was, dat Artiest zoekt Feestneus zijn oproep lanceert in augustus maar doorwerkt met het budget van januari. Zo vielen we vorig jaar buiten de prijzen aangezien er geen budget meer was. Hopelijk dit jaar beter!
47
Net zoals bij de nieuwjaarsreceptie brengen de buren zelf eten, eetgerei, stoelen en tafels mee. Dit resulteert elke keer in een prachtig dessertbuffet 's namiddags en een heerlijk saladebuffet in de vooravond. Niemand hoeft te betalen en iedereen draagt bij naar eigen vermogen.
48
Net als vorig jaar kiezen we er opnieuw voor om tenten op te zetten. In 2013 moest het feest voor de eerste keer felle regenbuien trotseren, maar de met haast verzamelde tenten van vrienden zorgden voor een mooie overkapping. En vooral: het hield de mensen niet tegen om naar het feest te komen. Een deel van de kinderanimatie moest opgeschort worden, maar de leeshoek ging door in een huiskamer. Ook tijdens deze editie ontwierpen de kinderen (en sommige volwassenen) hun eigen affiche. Op het moment dat schepen Tapmaz op het toneel verscheen om de prijzen voor de mooiste affiches te overhandigen, brak de zon door. Het zonnetje zorgde er niet alleen voor dat Lieven kon doorgaan met zijn 'de straat zingt'; het bracht Nicola ook op het idee een voetbalmatch op touw te zetten. Door de tenten sloten de tafels beter bij elkaar aan en was er meer contact tussen de buren. De voetbalmatch was dan weer een mooi samenspel
tussen oud en jong. Allemaal belangrijke elementen die zeker meegenomen worden in de planning van het volgend straatfeest. De evaluatie van dit feest vormt meteen de start voor het volgende straatfeest, mét behoud van alle succesvolle onderdelen.
Veronika de leeshoek verzorgen. Nadia geeft dansinitiatie en Bert en Seppe organiseren de kinderspelletjes. Erik en Carine bewaken het springkasteel en de dochters van Leen zorgen dat de grime in orde komt. Leen zelf ontfermt zich over het klein materiaal en het lekker eten voor De Kazematten. Lieven dirigeert opnieuw de zingende straat, De Kazematten treden op en misschien is er ook wel een optreden van het bandje van Simon? Anneke, Oréane, Gerda, Leen en Geert schrijven zich in voor de beurtrol aan het springkasteel. Waarom talent inhuren, als er zoveel kwaliteit in de straat zelf aanwezig is?
Zo nodigt onze straat-belleman Paul de bewoners uit om naar buiten te komen. Trui, Gerda, Nicole en Karlien staan opnieuw in voor een mooie buffetopstelling in de garage van Nicole, met koffie à volonté. Caroline, Michel, Paul en Paul nemen de barbecue voor hun rekening terwijl Barbara en
We bespreken nog welk geschenkje we meenemen bij de huisbezoeken die we vooraf doen. Eerder hadden we al een placemat met een fotocollage, een ganzenbord, een kruiswoordraadsel, ... Dit jaar denken we aan kaartjes die je voor het raam kunt plaatsen en waar verschillende boodschappen opstaan bv. 'liever niet bellen, de kinderen slapen' of 'ik zit in de achtertuin en hoor de bel niet' enz.
49
De planning zit op schema
D
e aanvragen zijn geregeld en de planning is gemaakt. Stiene zorgt voor de naambadges en vraagt of De Kazematten opnieuw willen optreden. Oréane haalt terug het materiaal op bij de Dienst Buurtwerk en bij de Jeugddienst. Paul staat in voor het vervoer van het springkasteel en brengt ook het materiaal terug naar het buurtwerk.
50
gebroken voet op een ladder staan, is niet direct aangewezen. Zodra het programma helemaal rond is, kan de uitnodiging ontworpen worden maar Pol zorgt sowieso al voor het sjabloon van de jaarlijkse 'zelfmaakaffiche'. Nog een keertje vergaderen om de laatste afspraken te regelen en dan volgt in de zomervakantie de doe-vergadering. Tijdens deze bijeenkomst werken we het promotiemateriaal af en plooien en verdelen we de 'sorry-brief' in de omliggende straten. In deze brief kondigen we aan dat het straatfeest eventuele parkeer- en lawaaihinder kan veroorzaken. In totaal werken 14 gezinnen mee aan het feest, goed voor een opkomst van ongeveer 200 mensen.
En van hieruit gaan we verder
I
n de Lijnwaadstraat kwamen de laatste jaren heel wat jonge gezinnen wonen. Dit geeft op zich al meer 'leven' in de straat maar het straatfeest en de nieuwjaarsreceptie zijn het extra zetje. Geert, Dirk, Benoit en Paul hangen de vlagjes op. Dit jaar zonder de hulp van Peter, want met een
Sinds deze feesten bestaan, zitten buren gezellig bij elkaar op de bus of babbelen ze bij in de buurtwinkel. Buren zijn met elkaar begaan, om het even
of het over ziekte, een overlijden, een geboorte of een verjaardag gaat. Ze staan klaar voor elkaar bij kleine klussen. Maar bovenal praten ze kleine wrevels in het dagelijkse samenleven makkelijker uit. Het comité lanceert steeds vaker losse ideetjes over initiatieven die we voor de wijk kunnen organiseren: een reeks gezonde kooklessen, een namiddag rond het project in Nepal van de Artevelde Hogeschool Gent waaraan Carine meewerkt of naailessen gegeven door Nadia die nu patroontekenen volgt. Maar ook voor deze verschillende suggesties lijkt een duwtje in de rug vanuit de Dienst Buurtwerk nodig. Zo kan 'thuiskomen als je de straat in rijdt' stilaan groeien naar 'thuiskomen als je de wijk binnenkomt'...
51
Duiding
Talenten ondersteunen
52
1
Dit artikel werd gebaseerd op de brochure van Prof. Dr. S.A.H. Denters; Prof. Dr. E.H. Tonkens, Dr. I. Verhoeven, Drs. J.H.M. Bakker(2013): Burgers maken hun buurt, De Haag, Platform31 1
Het comité in de Lijnwaadstraat is één van de vele bewonerscomités die door de Dienst Buurtwerk ondersteund wordt. Sommige groepen ontstonden na een traject vanuit het buurtwerk; anderen kwamen er op vraag van enkele bewoners. Ondersteuning is een kwestie van voorzichtig balanceren en blijvend aansluiten bij wat de groep nodig heeft.
We overlopen het item per item. ACTIE! Het ACTIE-instrument, ontwikkeld door Platform31 is gebaseerd op het CLEAR-instrument2. Het zoomt in op 5 belangrijkste aspecten, die van belang zijn om de vorm van ondersteuning te bepalen.
Als je ondersteuning geeft, ga je best na welke vorm van ondersteuning gewenst is, gelet op de inhoud van het initiatief en de kracht van de deelnemers. Het ‘ACTIE-instrument’ van Platform31 biedt een mooie leidraad om ons hierbij op weg te zetten.
Het letterwoord ACTIE staat voor: Animo: motivaties en drijfveren van burgers om hun initiatief gestalte te geven Contacten: met buurtgenoten, organisaties in de buurt en instanties Toerusting: de mate waarin de groep beschikt over middelen (geld of natura), tijd en vaardigheden Inbedding: de manier waarop organisaties uitgerust zijn om bewonersinitiatieven te ondersteunen Empathie: het vermogen van de professionals en hun organisaties om zich te verplaatsen in bewoners om adequaat in te spelen op hun wensen en verwachtingen Lowndes, V. and L. Pratchett (2006). CLEAR: Understanding Citizen Participation in Local Government – and How to Make it Work Better, Local Governance Research Unit, Leicester: De Montfort University. 2
53
Animo
B
ewoners hebben zo hun eigen motieven om initiatieven in de buurt te organiseren. Platform31 ziet drie grote groepen: sociale motieven: motieven waarbij vooral het 'samen' en 'voor anderen' primeert, zoals in de Lijnwaadstraat het geval is
54
doelgerichte motieven: motieven die bijdragen tot een betere kwaliteit van de leefomgeving, vaak vanuit een onvrede met de huidige situatie. Netheidcharters zijn hier een mooi voorbeeld van.
Het is natuurlijk van belang dat de motieven in verhouding zijn tot het mogelijke resultaat en dat de verwachtingen van de deelnemers al dan niet bijgestuurd worden. Ervoor zorgen dat de eerste zichtbare resultaten niet te lang uitblijven, is alvast een goede opsteker. Voor initiatieven zoals dit straatfeest kan er veel ruimte gegeven worden aan de invulling van de bewoners zelf.
persoonlijke motieven: motieven waardoor mensen iets bijleren en nieuwe netwerken uitbouwen, waardoor ze 'wat te zeggen hebben' Meestal lopen deze motivaties door elkaar en verschillen ze van bewoner tot bewoner. Het is belangrijk om voldoende zicht te hebben op deze motieven, ook onderling. Het buurtwerk richt zich vooral op het activeren en ondersteunen van initiatieven die overwegend sociaal zijn.
Bij initiatieven waarbij bewoners ‘inbreken’ in het beleid van de stad, is dit minder evident. Hier is het van wezenlijk belang om zo duidelijk mogelijke
kaders aan te bieden, zodat de ‘speelruimte’ voor de bewoners duidelijk is en niet tot demotivatie leidt. En verder moet geprobeerd worden de bureaucratische rompslomp tot een minimum te beperken. Gezien de Dienst Buurtwerk hier niet echt veel greep op heeft, probeert ze dit te verlichten door de administratieve ondersteuning zelf op te nemen.
De Dienst Buurtwerk zet vooral in op het creëren van netwerken die verder gaan dan ‘bonding’. Toch onderschatten wij het belang van eenzijdig samengestelde groepen niet. De erkenning van een gelijk referentiekader kan belangrijk zijn voor de geborgenheid in de groep en zolang dit niet leidt tot uitsluiting, is hier ook niets mis mee.
Contacten
N
aar analogie met Putman herkennen de schrijvers van 'Burgers maken hun buurt' twee soorten sociale netwerken die telkens verwijzen naar een ander soort sociaal kapitaal:
55
bonding social capital, met contacten binnen de eigen groep bridging social capital, waar de verbinding gelegd wordt tussen mensen met een andere achtergrond of interesse Zij voegen er de contacten met organisaties in de buurt, linking social capital, aan toe.
Het is normaal dat het zelfinitiatief van bewoners zich eerder in groepen met gelijkgestemde zielen uit. Het buurtwerk bewaakt hierbij vooral dat deze groepen zich niet enkel op hun eigen achterban richten, maar open staan voor iedereen.
Het vormt de verbindende factor met organisaties die het initiatief kunnen ondersteunen, zowel binnen als buiten de wijk.
56
Het buurtwerk probeert deze groepen ook via andere initiatieven te verbinden: gemeenschappelijke momenten zoals een gezamenlijke bedanking van vrijwilligers of initiatieven waarbij de netwerken uitgenodigd worden om samen te werken zoals bij grote buurtevenementen. Vaak zijn dit op hun beurt broedplaatsen voor weer nieuwe acties. Toch ligt de uitdaging voor het buurtwerk erin om deze ‘bonding’ te overstijgen. We zijn actief op zoek naar goede methodieken om ook binnen deze initiatieven tot diverse groepen te komen.
Toerusting
E
en goede inschatting maken van het evenwicht tussen 'op eigen kracht' en 'het aanbieden van ondersteuning' is de grootste uitdaging. Het buurtwerk biedt administratieve en logistieke ondersteuning aan, maar daarnaast ook procesbegeleiding bij het opzetten van het initiatief. Het is hierbij niet ondenkbaar dat een buurtwerker te snel op automatische piloot overschakelt en vlot ingaat op concrete materiële, administratieve of
inhoudelijke vragen. Buurtwerkers zijn immers deskundig op het terrein van organiseren. Het comité van de Lijnwaadstraat heeft zijn onafhankelijkheid steeds goed bewaakt. Daarnaast betrekt de groep bewust de bewoners die naar het feest komen, door hen een bijdrage aan het feest
te laten leveren: verantwoordelijkheid opnemen voor een activiteit, zorgen voor hapjes en drankjes, ... Dergelijke bijdragen creëren een breed draagvlak. Dat de administratieve regelingen door de Dienst Buurtwerk gebeuren, maakt het organiseren er alleen maar makkelijker op. Uiteraard heeft niet elk comité zo’n sterke samenstelling. Het is nauwgezet afwegen hoeveel geld, tijd en talenten de groep ter beschikking heeft en hoe het comité daarin groeit. Het buurtwerk wordt momenteel vooral ingezet in wijken waar bewoners minder draagkracht hebben. Een blijvende intense ondersteuning is dus zeker geen uitzondering. Het blijft de opdracht om bewonersgroepen te begeleiden in de richting van zoveel mogelijk eigen initiatief of zelfs verzelfstandiging, zonder ze evenwel ‘over de rand te duwen’. Het blijft zoeken in het continuüm, waar zich aan de ene kant volledige zelfstandigheid en aan de andere kant volledige ondersteuning bevindt.
Inbedding
H
et initiatief overlaten aan bewoners klinkt vanzelfsprekender dan het voor vele instan-
ties is: het is en blijft een uitdaging om zo goed mogelijk in te spelen op de logica van de bewoners zelf. De regelgeving die deze initiatieven moet ondersteunen, werkt vaak omgekeerd en stelt zich eerder controlerend en corrigerend op. Bijna alsof bewoners dankbaar moeten zijn dat zij dergelijke initiatieven ‘mogen’ ontplooien en het aan de diensten is om risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten (of zich hiervoor in te dekken). Zij denken niet steeds mee, ze wijzen terecht. Ook partnerorganisaties die sterk aanbodsgericht werken, hebben het niet steeds zo begrepen op bewonersinitiatieven. Zij zien vrijwilligers eerder als uitvoerders van hun eigen doelstellingen en begrijpen niet dat het buurtwerk de beslissingsmacht zo sterk bij de bewoners zelf legt. Op activiteiten waar samengewerkt wordt of op locaties waar infrastructuur wordt gedeeld, leidt dit wel eens tot spanningen tussen die partijen. De Dienst Buurtwerk ziet het als een opdracht om op te komen voor meer flexibele toepassingen van regels en procedures en om partnerorganisaties steeds verder mee te nemen in een houding van bewonersondersteuning.
57
Empathie
I
n gewone woorden betekent empathie: voldoende aandacht hebben voor de bewoners, de relatie met de bewoners verzorgen. Buurtwerkers hoeven geen vrienden te worden van de bewoners; een professionele afstand is noodzakelijk, maar buurtwerkers dienen zich zeer informeel op te stellen, zodat ze als gelijken overkomen. Bureaucratisch gedrag of ambtelijke taal is dan ook uit den boze.
58
Het is erg belangrijk dat buurtwerkers vertrouwen uitstralen en waardering geven, want pas dan ontstaat er wederzijds vertrouwen. Daarom is het essentieel dat de buurtwerker zijn afspraken nakomt en geen loze beloften doet die hij later niet kan waarmaken. Een buurtwerker moet tijd hebben en aanspreekbaar zijn. De ruimte die een buurtwerker nodig heeft om er te zijn voor bewoners wordt vaak zwaar onderschat. Bij het opstarten van een project schat de buurtwerker vooraf goed in of er genoeg tijd is om (op korte termijn) feedback te geven aan bewoners die aangesproken werden, om kleine quick-wins te realiseren enz.
We moeten dus goed afwegen hoe we bewoners goed, gericht en sterker op weg helpen om hun eigen talenten te vertalen in initiatieven voor de wijk. Om goed op talenten in de wijk te kunnen inspelen, is het uiterst belangrijk dat de basiswerkers voldoende werkruimte, tijd, bevoegdheden en middelen krijgen om iets te kunnen betekenen. En die ruimte probeert de Dienst Buurtwerk hen te geven.
Meer info
Peter Dewit
Kristel De Maeseneire
Dienst Buurtwerk Baudelohof 2 9000 Gent tel. 09 235 77 20
[email protected]
Uitgavedatum
Vormgeving
augustus 2014
[email protected]
Lieve Destoop Nadine Rombout
v.u. Paul Teerlinck – stadssecretaris – Stadhuis, Botermarkt 1 – 9000 Gent – 2014
Werkten mee aan deze publicatie