INHOUD
THUISKRANT 6e jaargang Nr. 27 december 2007 Verschijnt zeer onregelmatig Woonzorgcentrum Akapella Parallelweg 10 1880 Kapelle-op-den-Bos Tel: Fax:
015/71.50.20 015/71.18.07
E-mail:
[email protected] Website: www.akapella.be
3 4 7 8 9 10 14 18 20 23 24 26 28 29 30
Medewerkers: Frans Beukelaers Emmanuel De Boeck Griet De Broeck Magda De Prins Maria Diddens Heidi Geuens Karel Lambrechts Lucienne Masson Marc Peeters Yves Peleman Wim Schaerlaecken Katrien Spolspoel
35 38 40 43
Nieuwjaarswens Welkom in Akapella Wij gedenken Zij versterken ons team Een viergeslacht in Akapella (A)kapellafrique Nissen en kapellekens in onze gemeente (3) Niet te missen Ten huize van Alfons Van Riet en Yvonne Van Campenhout Jan D'Hollander Verjaardagen Mensen van bij ons: Korps Burgerlijke Bescherming Terug naar school Kerstwensen Zo was het vroeger: Bouwen en verbouwen Een man alleen Kraak de code Pastoor Magnus (2) Prijsvraag 27 Oplossing prijsvraag 26
NIEUWJAARSWENS Bij het schrijven van dit woordje aan jullie allemaal zitten we in de Advent, we zeggen ook wel eens "de donkere dagen" van het jaar. Maar stilaan (ver)schijnen de eerste kerstlichtjes, ze flikkeren en worden weerkaatst door de kerstballen in de dennenbomen die her en der opgetuigd worden. Donkere dagen ? Ach welnee, luister even naar wat Toon Hermans schreef: "Ik ben bij lange na niet in een hoera-stemming, maar als ik me realiseer dat Kerstmis de dag is waarop de gehele wereld de geboorte van het kindje Jezus in herinnering roept, dan krijg ik toch een beetje de kriebels om een kerstliedje te zingen. Of om er op z’n minst naar te luisteren. Nou weet ik wel dat we niet elke dag Kerstmis vieren, maar wel, dat, wanneer je elke dag opnieuw bewust je openstelt voor de mooie dingen van het leven, je op den duur merkt dat het er veel meer zijn dan je dacht, en dan is iedere dag dubbel en dwars waard om geleefd te worden." (Uit: Zet je hart uit je hoofd) En daarvoor dient deze kerst- en nieuwjaarstijd misschien ook wel, beste mensen, om eens na te denken over al de mooie dingen in ons leven: kinderen, klein- en achterkleinkinderen, alle familieleden, de medebewoners van Akapella, vriendschap, hulpvaardigheid, een gezellig gedekte tafel met lekker eten, de warmte binnen als buiten de vrieskou zijn intrede doet … je kunt er vast en zeker een paar uitpikken waar jij dankbaar voor bent. En dan gaan de lichtjes ook branden in onze harten en in onze gedachten, zodat we kunnen genieten als blije mensen van de eindejaarsfeesten, misschien wat weemoedig met Kerst en iets vrolijkers met nieuwjaar, maar vooral met gevoelens van tevredenheid! Magda.
3
WELKOM IN AKAPELLA Fons De Ridder - Wooneenheid 019 Fons is geboren op 31 juli 1927 te Merchtem. Hij groeide op in Peizegem, een gehucht van Merchtem. Fons ging er naar de lagere school. Nadien volgde hij de humaniora aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen. Zijn vader was wegenwerker en moeder verzorgde het huishouden en hield café. Fons had 3 zussen en 2 broers. In 1952 huwde Fons met Clemence De Visscher. Ze kenden elkaar al van kindsaf en ze speelden samen toneel in Peizegem. Fons en Clemence kregen ze 2 dochters, Erna en Liesbeth. Fons heeft gedurende 45 jaar bij de Generale Bank gewerkt. Hij hield van mensen rondom zich. Hij werd na zijn pensioen een echte bourgondiër en ging graag gezellig tafelen. Sinds 1 november 2007 woont Fons in Akapella. Gust Booghmans - Wooneenheid 127 Gust is 93 jaar geleden geboren te Steenhuffel, op 23 juli 1914. Hij was de oudste van 4 kinderen. Zijn vader, Petrus, was landbouwer en had een kippenkwekerij. Moeder Maria Van Buggenhout, zorgde voor het huishouden en hielp mee op de boerderij. Gust groeide op in Steenhuffel en volgde er lager onderwijs. Nadien hielp hij thuis op de boerderij. Later werkte hij in een kurkfabriek in Haren en nog later ging hij aan de slag als arbeider bij Eternit. In 1938 huwde Gust met Schelkens Adilla. Ze kregen 4 zonen en 1 dochter, 10 kleinkinderen en 17 achterkleinkinderen. Gust was lid van de Duivenbond van Ramsdonk en hij was vlagdrager van de fanfare van Ramsdonk. Hij volgt de actualiteit en luistert veel naar de radio. Op 19 november 2007 kwam Gust in Akapella wonen.
4
Maria Janssens - Wooneenheid 129 Maria Janssens werd op 14-10-1919 geboren te Borgerhout. Vader Victor Janssens werkte in het Arsenaal van de NMBS te Antwerpen. Moeder Jeanne Jasmin verzorgde het huishouden. Het grootste deel van haar jeugd bracht Maria door in Berchem. Ze ging naar de lagere school in de wijk Zurenborg. Na enkele jaren middelbaar onderwijs beëindigde Maria op haar 17e een beroepsopleiding "snit en naad". Nadien werkte Maria een korte periode bij Atea. Lang genoeg om er Gustaaf De Vos te leren kennen. Maria en Gustaaf trouwen in 1944. In 1954 verhuizen ze naar hun nieuwe woning in Borgerhout. Gustaaf werkte bij Opel Belgium. Ondertussen verzorgde Maria het huishouden tot in de puntjes. Het koppel had geen kinderen. In 1996 overleed Gustaaf onverwacht op 74 jarige leeftijd. Dit was een zware slag voor Maria. Gelukkig kan zij terugvallen op het gezin van haar enige neef. Zij wonen in Ramsdonk en dit is dan ook de reden waarom Maria koos voor een opname in Akapella. Maria kon goed naaien. Als hobby maakte ze regelmatig haar eigen kledij. Ook alle ander handwerk deed ze graag. Verder leest ze tijdschriften en kijkt ze graag TV. Maria woont in Akapella sinds 28-11-2007. Irma Van Buggenhout - Wooneenheid 013 Irma zag het levenslicht op 4 december 1912 te Ramsdonk. Zij was de jongste van 8. Haar beide ouders zijn vroeg gestorven. Irma groeide op in Ramsdonk en ging er ook naar de lagere school. In 1942 trouwt Irma met Jan Van Buggenhout, een landbouwer. Later wordt Jan vrachtvoerder. Nadien wordt hij aannemer van wegeniswerken. Irma zorgt voor het huishouden en de opvoeding van haar 7 kinderen. Irma is een sociale dame. Ze is graag onder de mensen en ze maakt graag een praatje. Sinds 30-11-2007 woont Irma in Akapella. 5
Vernaillen Jean & Boyen Marie-Thérèse - Wooneenheid FL 001 Jean Vernaillen is geboren te Brussel op 21-02-1927. Hij groeide op als 3e van 9 kinderen in de wijk Faubourg in Vilvoorde. Vader was magazijnier en moeder zorgde voor het huishouden. Jean was een goede leerling. Na de lagere school ging hij naar het Onze-Lieve-Vrouw College. Na het lager middelbaar moest Jean gaan werken. Hij bleef avondschool volgen en na zijn legerdienst kon hij aan de slag bij de technische dienst van de stad Vilvoorde. Jean leidde een erg actief leven. Hij was vele jaren voorzitter van de Vilvoordse atletiekclub, voorzitter van het schoolkomitee, hij gaf les aan de avondschool, was actief binnen de vakbeweging en hij zette zich in voor de bond van gepensioneerden. Verder houdt Jean van muziek en leest hij graag. TV programma's kunnen hem alleen boeien als er iets uit te leren valt. Op 23 april 1951 trouwt Jean met Marie-Thérèse Boyen. Marie-Thérèse is geboren in Schaarbeek op 8-8-1930 en groeide op in "de Borgt" te Grimbergen. Zij is de dochter van Roza L'Host en de zus van Georges Boyen die beiden in Akapella verbleven. Vader Felix Boyen was arbeider bij Fobrux. Marie-Thérèse ging naar de lagere school van "Het Kassei". Later werkte ze als verkoopster bij de Galleries Anspach in Vilvoorde. Nadien zorgde Marie-Thérèse voor het huishouden. Marie-Thérèse kijkt graag TV en leest graag tijdschriften. Marie-Thérèse en Jean zijn zeer begaan met het wel en wee van hun 2 kinderen en 5 kleinkinderen. Het echtpaar woont sinds 1-12-2007 in Akapella.
6
WIJ GEDENKEN Edgar Van den Bogaert, overleden op 26 oktober 2007 Louise Maerevoet, overleden op 8 november 2007 Mans Troch, overleden op 9 november 2007 Frans De bruyn, overleden op 20 november 2007 Madeleine Van Eyken, overleden op 21 november 2007 Adèle Schelkens, overleden op 28 november 2007 Clementine De Smedt, opgenomen in Akapella op 16 november 2007 en er overleden op 23 december 2007. Gertrudis Bruyninckx, overleden op 17 november 2007 Zij was de grootmoeder van Wendy Naegels. Maria Van Lint, overleden op 19 november 2007 Zij was de mama van vrijwilliger Guy Leclercq Maria Van Ostaeyen, overleden op 9 december 2007 Zij was de mama van Astrid Van Geet. Lea Collys, overleden op 13 december 2007. Lea was de moeder van Marc Peeters en de zus van Lucienne Collys (WE 023)
Onze oprechte dank aan alle bewoners, families, vrijwilligers en medewerkers van Akapella voor het medeleven en de steun die we mochten ervaren bij het onverwacht afscheid van zus, oma en moeder Lea Collys. Lucienne, Ine, Bartjan, Mia en Marc
7
ZIJ VERSTERKEN ONS TEAM Vera De Kock - Hoofdverpleegkundige Afdeling 2. Vera De Kock staat sinds 1 oktober 2007 Nabora De Beule bij als hoofdverpleegkundige van afdeling 2.
Gwen Vekener - Logistieke hulp interieurverzorgster Hallo, ik ben Vekener Gwendoline, 19 jaar. Ik woon met mijn ouders en zus Silvy te Muizen. Mijn hobby’s zijn uitslapen in het weekend, babysitten en shoppen. Momenteel ben ik volop bezig met leren rijden met mijn auto Bolleke. Ik heb gekozen voor een opleiding als logistiek assistent, omdat ik graag met oudere mensen samenwerk en het fijn vind om er een babbeltje mee te slaan.
PROFICIAT Wij wensen de fiere ouders van harte proficiat met de geboorte van: Ilyas, geboren op 21 december 2007, zoon van Nehat Benhamou (verzorgende) en Mohammed.
VOETVERZORGING Met ingang van 01.01.2008 zal de kostprijs voor een voetverzorging door de pedicure 11 euro bedragen. ( eerste indexatie na 4 jaar )
8
EEN VIERGESLACHT IN AKAPELLA ... Of althans bij Alice Muyldermans - Broothaers, de bewoonster van wooneenheid 20. Alice kwam bij ons in Akapella wonen op 1 augustus 2007 en is zeer fier ons haar (enige) dochter Annie, kleindochter Ines en achterkleindochter Line voor te stellen.
4 op een rij:
* Alice Broothaers * Annie Muyldermans * Ines Van der Linden * Line Moens
geboren 29/03/1920 geboren 01/04/1960 geboren 15/08/1982 geboren 06/11/2007
Wij hopen dat ons Aliceke nog lang van haar nakomelingen mag genieten en wensen de ganse familie een dikke proficiat met dit viergeslacht. Magda.
9
(A)KAPELLAFRIQUE Groepsreizen voor 80-plussers organiseren is niet zo evident. Toch vertrokken we voor de negende opeenvolgende keer op 11.11.11-reis. Dit jaar namen we de bewoners mee naar West-Afrika. Weliswaar zonder rugzak, stapschoenen of vliegreis. We sloten gewoon heel even onze ogen op zondagavond en ontwaakten maandagochtend in West Afrika. 11.11.11 koos deze regio niet toevallig. West-Afrika is immers één van de armste regio’s ter wereld. Honger en ondervoeding zijn nooit ver weg. Leven betekent voor veel West-Afrikanen overleven, vooral op het platteland. De laatste tijd kwam de West-Afrikaanse regio vooral in het nieuws wanneer het zoveelste bootje met vluchtelingen was onderschept. Vooral jonge mannen die niets te verliezen hebben, wagen de riskante tocht naar een beter leven. Maar er is, zoals aan elke medaille, ook een keerzijde. De medaille die geurt naar ongekende kruiden, die ons laat wegdromen bij poëtische films en verhalen over solidariteit en hoop. In samenwerking met de Gemeentelijke Werkgroep Internationale Samenwerking boden wij onze bewoners, hun families, de kinderen van de lagere en middelbare scholen, de verenigingen en alle andere geïnteresseerden uit het dorp deze projectweek aan. Een week waarin we informatieve, poëtische, creatieve, lekkere en ludieke momenten afwisselden. Hoe doe je dat nu, zal je je afvragen? Hoe ziet zo’n reis er dan wel uit?
10
Wel, op maandagochtend kwamen 35 kinderen uit de lagere school ons vergezellen voor de openingfilm "Rabi" van ons Afrikaans filmfestival. ‘s Middags konden we kiezen voor een Afrikaanse maaltijd en na de middag leerden we Afrikaanse hapjes maken met Rie. Een kooknamiddag met Rie Vermeren is een namiddag om je duimen en vingers, ogen en oren van af te likken ... Rie is een geboren verteller, een getalenteerde kok die als geen ander een schat van informatie kan verpakken in de heerlijkste hapjes.
Op dinsdag hoorden we na het ontbijt opnieuw kinderstemmetjes. Deze keer voor de film "Madame l’eau", een film uit Niger. Na alweer een heerlijke Afrikaanse maaltijd maakten we ons op voor alweer nieuw bezoek. Vier mensen die enkele maanden geleden in Burkina Faso waren, kwamen ons vertellen over het leven aldaar. Ze brachten een prachtige reportage mee en Fatou, onze nieuwe Burkinese vriendin maakte lekkere thee van hibiscus en munt. Woensdag hebben na de film en het lekker eten meegespeeld met "de grote melkkoeienquiz", eigenlijk een ludieke manier om wat meer te weten te komen over de landbouw in Afrika en hier.
11
Donderdagochtend kwam er een klas kijken naar de Senegalese film "Le Franc" en in de namiddag kwam er opnieuw iemand vertellen over haar reiservaringen. Deze keer over het leven in Togo. Vrijdag draaiden we onze laatste film: "La petite vendeuse de Soleil", opnieuw met de kinderen van de zesde klas. Na het middageten was er gelukkig even tijd om te rusten, want even later maakten we samen met de kinderen uit de eerste en tweede klas Afrikaanse maskers. De resultaten waren verbluffend en de kinderen hielden fier een echte parade doorheen het huis op het ritme van Afrikaanse feestmuziek.
Die avond draaiden we ook onze laatste avondfilm "TGV". Elke avond konden de liefhebbers uit het dorp op een andere locatie gaan Afrikaanse film kijken. De thema’s die steeds terugkwamen in alle films waren: natuur, derde wereld, vriendschap en respect. En dit was nog maar een voorsmaakje .... De volgende dag, zaterdag, maakten we ons klaar voor een bezoek aan ons 11.11.11-wereldkaffee. Je kon er Afrikaans bier en Bisap (Afrikaanse limonade) proeven en genieten van lekkere kippenspiesjes in pindasaus met maniokchips.
12
En we waren niet alleen, de vrijwilligers die meehielpen met de jaarlijkse geldinzameling kwamen langs en ook heel wat familie en vrienden. We kregen een optreden cadeau van 3 Congolese muzikanten en waanden ons echt op een Afrikaans feest. Zaterdagavond hebben we moe maar voldaan onze ogen dichtgedaan en zondagochtend ontwaakten we opnieuw in ons bedje in Akapella in ons vertrouwde Kapelle-op-den-Bos. Avontuurlijk reizen met 80 plussers kan dus wel degelijk. Want al is de verplaatsing fysiek niet zo groot, we verlegden wel grenzen. De grens tussen binnen en buiten de muren van het rusthuis wonen, de grens van jong en oud die samen genieten. Maar de belangrijkste grens die we hebben overschreden blijft toch die van de vooroordelen. Vooroordelen als zouden ouderen geen interesse hebben in wereldproblemen, vooroordelen van de buitenwereld als zou een rusthuis een afgesloten wereldje zijn waar het leven stopt bij een bingonamiddag en wachten op bezoek. Dus grenzen verleggen, daar doen we het voor en alle pret is mooi meegenomen. Griet
13
NISSEN EN KAPELLEKENS IN ONZE GEMEENTE (deel 3) O.L. VROUW VAN SCHERPENHEUVELKAPELLETJE (op de parking aan de kerk van Nieuwenrode) Dit kapelletje werd geplaatst op initiatief van het Genootschap van Scherpenheuvel van Nieuwenrode ter gelegenheid van de 125e voetgangersbedevaart naar Scherpenheuvel. Fons Schaerlaecken was de metser maar hij had de nodige hulp. De jaartallen 1853 en 1978 aangebracht op de voorgevel verwijzen naar die 125 jaar. Het beeld binnen is het Mariabeeld van Onze Lieve Vrouw van Scherpenheuvel
MUURNIS (in de Hogerheistraat) Vroeger zagen we veel van dergelijke muurnissen in gevels van boerderijen. Met het verdwijnen van oude boerderijen verdwenen ook de nissen. Deze nis bevind zich in de gevel van de schuur van de Familie Dietens-Van Campenhout in de Hogerheistraat 121 De juiste bouwdatum kennen we niet maar moet ruim voor 1900 zijn.
14
KAPEL IN DE PADDEGATSTRAAT (nabij de Hogerheistraat)
Dit kapelletje werd door de vroegere eigenaars, de familie Thielemans op hun eigendom gebouwd als dank voor een genezing. Dit omstreeks 1950.
O.L. VROUWKAPELLETJE (Hogerheistraat) In 1988 werd door Maurits De Winter op hun eigendom aan de Hogerheistraat 31 een kapelletje gebouwd als dank aan O.L.Vrouw. De inwijding gebeurde in de Meimaand van 1988.
SINT JOZEF BEELD IN NIS (aan St. Jozefskring) Tijdens de periode 1945 - 1956 was E.H. J. Magnus pastoor in de Sint Niklaas-parochie. In die periode werd de St Jozefskring gebouwd. In de voorgevel ziet U de afbeelding van de H. Jozef. Zou het kunnen dat de naam St Jozefskring komt van de tweede voornaam van pastoor Magnus? 15
MUURKAPELLETJE (in de Kerselaarlaan) Omstreeks 1963 werden er ten gevolge van een actie in de parochie heel wat Lieve Vrouwkapelletjes aan de voorgevels van de huizen opgehangen. Met de jaren, door weer en wind versleten zijn de meesten verdwenen. Een mooi onderhouden exemplaar kan U bewonderen in de Kerselaarlaan 6 aan de woning van Willy en Josefine Collier - Troch.
LOURDESKAPELLETJE (in de Kerselaarlaan) Vlak bij het kanaal kan men vanop de straat dit kapelletje in de tuin van Kerselaarlaan 76 bewonderen. Het was Louis Gillabel, vroegere bewoner en jarenlang bedevaardermuzikant naar Scherpenheuvel, die het zelf bouwde in zijn tuin.
MUURNIS (in de Valkstraat) De familie Van Rompa - Neefs liet bij het bouwen van hun nieuwe woning in 1956 in de Valkstraat nr 4 liet een nis aanbrengen in de gevel. Zij plaatsten er een O.L. Vrouwbeeldje met kind in omgeven door lelies.
16
MUURNIS (in de Meiselaan) In de Meiselaan nr. 47 lieten de Familie Troch - Van Den Broek in 1958 een woning bouwen. In de voorgevel werd een mooie nis geplaatst met de beeltenis van O.L. Vrouw van Vlaanderen.
KAPELLETJE (in de grotstraat) In de Grotsstraat nr. 30 bouwde de familie Huygens - Hermans schoonouders van onze vrijwilligster Chris Van Haute, in de hoek van hun zijgevel een O.L. Vrouwkapelleke versierd met bloemen. Dit was het laatste deel van de reeks "Nissen en kapellekes in onze gemeente". Met veel dank aan Frans Beukelaers.
17
NIET TE MISSEN Elke maandag om 10 uur in de polyvalente zaal: ochtendgymnastiek met Patricia Elke dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag op afdeling 2: ochtendgymnastiek met Katrien Elke woensdag om 15uur in de polyvalente zaal: Handwerk met Maria en Julia Elke donderdag rond 10 uur: marktbus om 15 uur in de polyvalente zaal: Bingo met Antoinette en Isidoor Elke woensdag om 11 uur in de zithoek op de benedenverdieping: Boekenwurm met Annemie Elke 1ste donderdag om 10u30 in de polyvalente zaal Tachtig maar krachtig met het Akapella-show team
JANUARI Vrijdag 4 januari
Jaaroverzicht "Dit was 2007"
Vrijdag 11 januari
Eind & Nieuwjaarsfeest
Vrijdag 18 januari
Zo was het vroeger: “Gaan zingen”
Maandag 21 januari
Filmkes uit de oude doos
Dinsdag 22 januari
Actualiteit met Heidi
Woensdag 23 januari
"Klawieteren" op afdeling 2 ism de buitenschoolse kinderopvang
Vrijdag 25 januari
Optreden van Jos en Alex
Dinsdag 29 januari
Verjaardagsfeest
18
FEBRUARI Vrijdag 1 februari
Zitdans
Dinsdag 5 februari
Carnavalsfeest
Vrijdag 8 februari
Muzikaal pak
Maandag 11 februari
Filmkes uit de oude doos
Vrijdag 15 februari
Akapella op reis: reisverhalen
Dinsdag 19 februari
Actualiteit met Heidi
Vrijdag 22 februari
Zitdans
Dinsdag 26 februari
Verjaardagsfeest
Woensdag 27 februari
"Klawieteren" op afdeling 2 ism de buitenschoolse kinderopvang
Vrijdag 29 februari
Zo was het vroeger: “de cinema”
MAART Maandag 3 maart
Filmkes uit de oude doos
Dinsdag 4 maart
Lente en zomermodeshow
Vrijdag 7 maart
Akapella op reis: reisverhalen
Vrijdag 14 maart
Zingen met Jos en Alex
Maandag 17 maart
Bewonersraad
Dinsdag 18 maart
Actualiteit met Heidi
Vrijdag 21 maart
Zitdans
Zondag 23 maart
Pasen
Dinsdag 25 maart
verjaardagsfeest
Vrijdag 29 maart
Zo was het vroeger: “Den automobiel”
19
TEN HUIZE VAN … ALFONS (FOKKE) VAN RIET & YVONNE VAN CAMPENHOUT Yvonne en Fokke wonen sinds 15 mei 2006 in flatje 7 van Akapella, maar daar gaat uiteraard een hele levensgeschiedenis van deze 2 mensen aan vooraf. Beginnen doen we bij de allereerste prestatie in hun leven, nl. het geboren worden: Fokke kwam ter wereld op 19/5/1923 in Ramsdonk (in een gezin met 7 zussen) en Yvonne zag het levenslicht in Humbeek op15/10/1923. Fokke kwam algauw met zijn ouders in Kapelle wonen, hij is dit jaar juistgeteld 80 jaar een "Kapellenaar". Hij verliet ons dorp enkel tijdens de oorlogsjaren 43-44, toen hij "voor den Duits" in Rijmenam onderdook bij de Jules, die hij leerde kennen op de beenhouwersschool in Antwerpen en waar hij nog af en toe contact mee heeft. Maar na de oorlog kwamen de mooie jaren: Fokke leerde zijn Yvonne kennen en ze trouwden op 12 december 1949.
20
Het koppel nam de beenhouwerij in de Mechelseweg over van de vader van Fokke in 1950 en het werd algauw een zeer bloeiende zaak. De moeder van Fokke (moe Virs) hield ernaast café tot haar 69 jaar. Het huwelijk van Fokke en Yvonne werd gezegend met een kroostrijk gezin: Carl (geb. 1950), Gust (geb. 1953), Myriam (geb. 1954) en Bernadette (geb. 1958). De kinderen groeiden op en zochten hun weg, terwijl Yvonne in haar schaarse vrije tijd lid was van KAV en Fokke o.a. lid was van de Kapelse Middenstand en van de "Vloclub" (versta Wielerclub). De beenhouwerij floreerde, de opvolging was verzekerd en het 25-jarig bestaan werd dan ook uitbundig gevierd.
21
De tweede zoon Gust (of Gaston, hé Gust !) trad in de voetsporen van zijn vader en na zijn huwelijk met Marie-Celine (Mieke) namen zij de beenhouwerij over in 1979. Ook dochter Myriam werkte mee in de zaak tot Gust en Mieke begin 2007 de deur definitief dichttrokken. Toen Gust "eigen baas" werd (of was het zijn vrouw zoals in alle goei huishoudens?), verhuisden Yvonne en Fokke naar hun huis in de Spoorwegstraat. Ondertussen waren alle kinderen uitgevlogen en ze huldigden het principe "gaat en vermenigvuldigt U". Carl kreeg een zoon Filip die op zijn beurt Yvonne en Fokke hun eerste achterkleinkind schonk (Effie, 2 jaar), Gust en Mieke hebben dochter Birgitta, Myriam en François zoon Hans en Bernadette kreeg 2 meisjes met de mooie namen Maxime en Nele. Fokke werd als gepensioneerde en gedurende 20 jaar een fervent wandelaar bij wandelclub "Ochtendgloren". Yvonne sukkelde wat met haar gezondheid maar Fokke bewees dat hij zijn "in goede en kwade dagen" niet ijdel uitgesproken had. Ook hier in Akapella kan iedereen zien dat Fokke voor zijn vrouw erg "in de weer" is. Niets is hem teveel om het haar zo aangenaam mogelijk te maken en tussendoor wandelt hij zijn rondjes om de vijver of in het dorp. Ook voor zijn zus Roos, die in flat 8 woont, is het plezierig haar broer en zijn vrouw als naaste buren te hebben. Yvonne en Fokke, met iedereen in Akapella hoop ik dat jullie samen nog een mooie en "lange" oude(re) dag mogen beleven bij ons en dat in harmonie met jullie kinderen, klein- en achterkleinkind(eren). Dat hebben jullie wel verdiend na een leven van hard "samen"-werken. Een mooi 2008 wensen we jullie en de ganse familie. Bedankt voor de ontvangst in jullie flat en het duiken in de fotoalbums, hé Fokke.
Magda.
22
JAN D'HOLLANDER: EEN 100-JARIGE UIT NIEUWENRODE Jan D'Hollander werd geboren in Nieuwenrode op 21 oktober 1907. Hij was het 7e kind van 9 uit het gezin D'Hollander Philip Désiré afkomstig uit Kapelle-op-den-Bos en Leemans Victorina afkomstig uit Nieuwenrode. Jan groeide op in Nieuwenrode en herinnert zich nog goed hoe hij als kind de verschrikkingen van de eerste wereldoorlog meemaakte met als voornaamste voorvallen in zijn dorp het afbranden van de molen en de kerk. De 2e wereldoorlog maakte hij mee als soldaat. Op zijn 16e werd hij beenhouwersgast en later zelfstandige beenhouwer. Tot zijn 80e bleef hij actief in deze stiel. Jan huwde in 1941 met Jeanne Nederlandt afkomstig uit Oudergem. Zij overleed in 1948. Zij kregen samen 2 zonen. Ondertussen zijn er 3 kleinzonen bijgekomen, 4 achterkleinzonen en 1 achterkleindochter. Dit brengt mee dat er nu 4 maal 4 geslachten in rechte lijn in de familie zijn. Zijn achterkleindochter koos als geboortedag de verjaardag van Jan. Jan hertrouwde te Nieuwenrode op 29-04-1961 met Jeanne De Buyser afkomstig uit Nieuwenrode, die hem ook ontviel. Zijn 100e verjaardag werd op passende wijze gevierd in de kerk van Nieuwenrode, juist op zijn verjaardag. Jan had ook een zus, Pelagie D'Hollander, die ook 100 jaar werd (geboren op 12/08/1904 en overleden op 1/07/2005). Over Pelagie werd een stukje geschreven in thuiskrant 23.
23
VERJAARDAGEN JANUARI 02/01/1959 03/01/1922 03/01/1927 03/01/1939 04/01/1941 07/01/1921 09/01/1929 09/01/1957 12/01/1979 13/01/1974 13/01/1953 15/01/1976 22/01/1945 22/01/1929 27/01/1975 29/01/1929 29/01/1947
Peleman Yves De Wit Anna (wooneenheid 22) De Hertogh Leona (wooneenheid 108) Van Dam Armand (vrijwilliger) Vervloessem Agnes (vrijwilligster) De Heel Mariëtte (wooneenheid 120) Collys Lucienne (wooneenheid 023) De Ridder Liesbeth (vrijwilligster) Denorme Els (kinésitherapeute) Ardies Patricia (interieurverzorgster) Clymans Paul (vrijwilliger) Van Steen Petra (verzorgende) Lauwers Harold (vrijwilliger) De Souter Jean (vrijwilliger) De Beule Nabora (hoofdverpleegkundige) Rosiers Marcella (wooneenheid 145) Van Muylders Stefaan (vrijwilliger)
FEBRUARI 02/02/1826 03/02/1937 05/02/1955 12/02/1926 13/02/1955 14/02/1955 15/02/1960 15/02/1950 17/02/1920
Van den Bergh Virginia (wooneenheid 024) Andries Godelieve (vrijwilligster) Buggenhout Maria (vrijwilligster) Teughels Jos (wooneenheid 215) Van Geet Astrid (interieurverzorgster) Van Bosch Annemie (hulp keuken) Lambrechts Karel De Beule Alfons (vrijwilliger) Van den Broeck Frans (wooneenheid 115) 24
17/02/1921 18/02/1918 18/02/1910 21/02/1927 28/02/1947
Peeters Anna (wooneenheid 138) Bollé Maria (wooneenheid 131) Verherstraeten Jeanna (wooneenheid 148) Vernaillen Jean (wooneenheid 001) Appels Staf (vrijwilliger)
MAART 03/03/1969 04/03/1943 05/03/1925 07/03/1924 13/03/1929 14/03/1974 15/03/1962 16/03/1987 18/03/1958 19/03/1922 19/03/1944 23/03/1947 24/03/1919 27/03/1927 27/03/1950 28/03/1916 28/03/1923 29/03/1920 29/03/1925 30/03/1914 30/03/1915 30/03/1925 31/03/1963
Van Hemelrijck Sonja (verzorgende) Van Muylders Danny (wooneenheid 217) De Ridder Jeanne (wooneenheid 121) Jottier Rosette (wooneenheid 025) De Decker Fin (wooneenheid 002) Roosemont Anja (verpleegkundige) Van Assche Ingrid (vrijwilligster) Smits Ilse (verzorgende) De Laet Carine (logistieke) Vander Elst Leonie (wooneenheid 005) Peeters Jos (vrijwilliger) Van horenbeeck Maria (vrijwilligster) Meysmans Arthur (wooneenheid 113) De Groef Frans (wooneenheid 003) Delestré Wilfried (vrijwilliger) Vanhoof Jeanne (wooneenheid 133) Lauwers Nieke (wooneenheid 146) Broothaers Alice (wooneenheid 020) Schaerlaeckens Maria (wooneenheid 101) Peeters Jetteke (wooneenheid 137) Cuypers Jeanne (wooneenheid 210) Cooreman Bère (wooneenheid 136) Leyssens Veerle (verzorgende)
25
MENSEN VAN BIJ ONS: KORPS BURGERLIJKE BESCHERMING Op aanraden van het Ministerie nam de toenmalige burgemeester Frans Meuldermans in 1955 het initiatief om in Kapelle-op-den-Bos een korps Burgerlijke Bescherming op te richten. De bedoeling van dit korps was bij rampen allerlei hulp te bieden aan de burgerbevolking. Men leefde toen met de herinnering aan de verschrikkingen gedurende de tweede wereldoorlog waar de Kapelse bevolking zeer te lijden had (denken we maar aan het bombardement op de 1ste dag van de oorlog; denken we ook aan de verschillende vliegende bommen die hier vielen en zeer veel schade aanrichtten). We hadden dan ook een treinaccident meegemaakt ter hoogte van de Oudstrijdersstraat en het waren telkens de burgers die het slachtoffer waren. Ook leefden we op dat ogenblik in de periode van de koude oorlog, reden waarom onze jongens opgeroepen werden om 24 maand soldaat te worden. Gelukkig werd de diensttijd teruggebracht op 21 maand, later 18 en zo minder en minder. Als instructeur werd de heer Marcel Lauwens uit Hombeek aangezocht. Deze was een bekwaam man die zijn opleiding kreeg in Florival. Blauwe overall, witte lendenkoord en een alpenmuts was hun uniform. Ahoewel hun hoofdopdracht hulp bij rampen betrof, stelden zij zich ook ten dienste van de gemeente bij allerhande feesten en manifestaties. Het was een zeer gewaardeerd korps dat uitblonk in dicipline en onder meer hulp bood bij overstromingen te Grimbergen en te Werchter. Wanneer de heer Lauwens om gezondheidsredenen moest afhaken, kwam er een nieuwe instructeur. Onze Kapellenaren zagen het onder die leiding niet meer zitten en in 1967 zijn zij er mee gestopt.
26
Hieronder een foto bij de inhuldiging van hun vaandel voor de deur van F. Cleymans en Constance Van Herp. We zien Constance met een van haar kindjes in de deuropening. Wie kent ze nog??
Op de 1ste rij: Becaus Frans, Van Cauter Emiel, Dietens Frans, Schreurs, Van Humbeeck Jan, Clymans Rik, Van Roy Louis, Mertens Florent, Van Linden Emiel, De Boeck Louis, Schaerlaecken Jan, Clymans Frans Op de 2de rij: Van Herp Lambert, Goossens Jan, De Bakker August, Vanderzijpen Willy, Vermeulen Willy, De Maeyer Petrus, Dons Leopold, Willems Benoit, Clymans Isidoor, Clymans Gust, De Blieck Firmin, Lauwens Marcel (instructeur) Van deze groep zijn er nog slechts 2 in leven, namelijk Lauwens Marcel en Vermeulen Willy. Met dank aan Mevr. Joanna Van Humbeeck-De Vleesschouwer en Marcel Lauwens. Frans Beukelaers, Erfgoed
27
TERUG NAAR SCHOOL !!! Hallo allemaal, ik ben Patricia Ardies, 33 jaar, getrouwd en mama van 3 kindjes. De meeste onder jullie kennen me wel. Ik werk hier 6 jaar als interieurverzorgster. Ik doe dit werk heel graag. De bewoners bij wie ik dagelijks langskom, zien me dan ook graag komen. Dit doet me enorm veel plezier. Het poetsen zelf, de alledaagse babbels met de bewoners, de goede sfeer met de collega’s maakt dit alles tot een toffe job. Maar toch … toch mis ik iets ! Ik wil er ook zijn op een heel andere manier. Met de bewoners bezig zijn, met hen allerlei dingen doen die zij belangrijk vinden in hun alledaagse leven. Hen leuke namiddagen bezorgen, het begeleiden, aanmoedigen … Dit alles heeft me aan het denken gezet. Hierbij heb ik kunnen rekenen op Katrien, onze ergotherapeute. Zij heeft me als het ware de goede richtingen aangewezen. Met dat “goede gevoel” in mij, heb ik de stap gezet om terug te gaan studeren. Dankzij de steun van de directie heb ik die kans dan ook gekregen. Ik studeer nu begeleider-animator voor bejaarden, de BABopleiding. Deze duurt 3 jaar. Eén keer per week ga ik naar de les. Dan ben ik terug even studente. Mijn kinderen vinden dit best wel grappig : “Mama terug naar school !”. De andere dagen doe ik m’n werk in de interieurzorg. Woensdag- en vrijdagnamiddag zijn mijn stagedagen. Heidi Geuens is mijn stagebegeleidster. Ze zorgt ervoor dat ik aan zoveel mogelijk verschillende activiteiten kan meedoen. Ze geeft me goede tips en “wijze” raad mee. Ik heb van haar al veel geleerd. Verder wil ik iedereen bedanken voor hun steun en de vele positieve reacties. De combinatie gezin, studeren en werken is natuurlijk niet altijd even gemakkelijk. Maar het is zeker de moeite waard ! Vooral als je merkt dat je er zoveel vriendschap voor in de plaats krijgt. Dan denk ik bij mezelf : “Ik ben goe bezig.” Tot later, Patricia
28
KERSTWENSEN Katholiek: "Zalig Kerstfeest." Protestant: "Gelukkig Kerstfeest." Atheïst: "Prettige kerstdagen" Alkoholist: "Na Kerstmis stop ik". Dokter: "Prettige feesten en tot binnenkort op de raadpleging." Egoist: "Deze Kerstmis vier ik alleen." Naturist: "Het kippenvel is voor mij dit jaar." Opportunist: "Bij wie gaan we dit jaar eten?" Optimist: " Dit jaar komt de hele familie!" Pessimist: " Dit jaar komt de hele familie!" Pyromaan: "Ik brand van verlangen naar Kerstmis." Kalkoenen, kippen, konijnen herten en everzwijnen: "Wij wensen alle mensen vegetarische kerstdagen!"
Patricia Ardies op stage op afdeling 2 29
ZO WAS HET VROEGER ... BOUWEN EN VERBOUWEN Activiteit in samenwerking met de Erfgoedcel Kapelle-op-den-Bos Een bewoonster vertelde dat zij vroeger in een café woonde. Dit café was vooraan in de woning, achteraan was er een grote keuken waar de kinderen meestal zaten als die niet in het café rondliepen. Er waren ook stallen en een schuur achter het gebouw: "de koterij". De meeste huizen hadden achter de voordeur een lange gang, maar vaak kwam men via de voordeur onmiddellijk de woonkamer binnen. De voordeur werd sowieso niet vaak gebruikt. Iedereen kwam langs achter, behalve de pastoor of den doktoor. De kinderen kwamen altijd binnen langs de keukendeur, langs de bergplaats of langs de stal. Daar lag dan een mat waar de "sloeffen" stonden. Binnen in huis werden sloeffen gedragen of liep men op zijn kousen. De schoenen of de klompen bleven dan achter de deur staan. De meeste mensen aten in de keuken. De tafel in de voorste plaats gebruikte men alleen met kermis of met trouwfeesten of zo. In de keuken stond de Leuvense stoof of ne cuisinée. Ze stookten met kolen of met hout. In den oorlog gingen de mensen kooltjes ziften aan de vaart. Op de Leuvense stoof werd gekookt. Men strooide vaak wit zand rond de stoof en daarin maakte de kinderen figuurtjes met de hand. Wanneer mensen kookten op een Leuvense stoof tijdens de zomer, was het enorm warm in de keuken. Men zette dan de deuren open. Sommigen bewoners hadden een "duvel". Dit was een gemetste constructie met bovenaan een stalen plaat erop, waarop men dingen kon koken of opwarmen. Volgens sommige bewoners was er niets zo gezellig dan ’s winters met de voeten op de Leuvense stoof vertelselkes te vertellen. In de "voederij" (plaats waar de dieren eten kregen) stond ook vaak een "duvel". Hierop kookte men de patatten voor de varkens.
30
In de voorste plaats stonden meubelen, meestal een tafel met stoelen, een vitrinekast met glas. In deze kast werd vaak het schoon servies opgeborgen. Op de tafel lag een zondagse tafeldoek met daaronder nen "toille siré". Dat is nen tafeldoek die je met nat kan afkuisen maar die wel kon beginnen plakken na nen tijd. Er hingen vaak foto’s van de grootouders en van de kinderen aan de muren. Er was vaak ook een stenen schouw in deze ruimte. Op deze schouw stond vaak een schouwgarnituur en een schoon klok. Men kwam niet veel in de voorplaats, enkel om te poetsen. De kelderkamer of "kellekamer" zoals ze die noemde diende vaak als slaapkamer. Deze kamer bevond zich boven de kelder en was toegankelijk met 2 of drie trappen. Men had zowel slaapkamers beneden als boven. Er lag meestal balatum op de grond. Bij grote gezinnen sliepen de jongens en de meisjes apart. Ze sliepen per twee in één bed per kamer. De meeste huizen hadden 3 à 4 kamers. Eén kamer voor de ouders, één voor de jongens, één voor de meisjes en een kelderkamer. De grotere gezinnen hadden ook nog afgemaakte zolderkamers. Bij Rosa sliep men met vier geschranst in één bed, twee met hun hoofden naar links en twee met hun hoofden naar rechts. Als er familie kwam slapen, dan gebeurde het dat men zich dwars in het bed legde, de benen hingen dan wel een stuk uit het bed. Maar dat was gewoonlijk neig plezant. Er was geen verwarming op de slaapkamers. ’s Avonds werden de deuren van de kamers gewoon open gezet, zodat er wat warmte van de stoof in de kamers kon komen, "de kilte was eruit" maar echt warm was het er nooit. Er was alleen een wc op de koer of in de stal. ’s Nachts gebruikten de bewoners een nachtemmer. Als kind hadden de meeste bewoners geen badkamer. De eerste badkamers kwamen er toen er riolering werd gelegd. De riolering is er pas na de oorlog, begin jaren ’50, gekomen en vanaf dan werd er waterleiding gelegd. Voor er riolering was gebruikte de mensen gewoon de beek. Iedereen had een beerput. De beer werd op het land "gesmeten". Vroeger was er ook geen waterleiding. Men had een (grond)waterput met een pomp. Heel goed water! Men had ook een put met regenwater. Het water werd bovengehaald met een emmer die aan een stok hing. Het grondwater had soms een rossige kleur.
31
Men waste zich in een kuip (ook "bassaing" genoemd). De kinderen gingen één voor één in bad in hetzelfde water. Nadat iedereen een bad had genomen in hetzelfde water werden de blokken in hetzelfde water gewassen of de was "te week" gezet. Vroeger hadden moeders een speciale wasdag. Meestal werd de was maar om de 3 à 4 weken gedaan. Dan was men een ganse week aan het wassen. Als er veel werk was op het veld dan kon dit nog langer duren. Bvb. tijdens de aspergentijd werd er gedurende 2 maand niet gewassen. De was werd eerst een ganse dag te week gezet in javel of in witte zeep om te bleken. Men gebruikte Sunlightzeep als wasproduct. Moeders gebuikte blauwsel om de was witter te laten lijken. Tussen de spoelbeuren door legde men de was dan op den "blijk"(de gazon). Men hing de was buiten aan een koord te drogen. De mensen die aan den dijk woonden hadden geluk. Op nen draad tussen de bomen op en dijk droogde de was het best. De ouders, de kinderen en vaak ook de grootouders woonden allemaal in het zelfde huis. Eén bewoonster is bij haar grootouders grootgebracht, die reeds 14 kinderen hadden. Haar moeder was jong gestorven en haar vader was "naar den oorlog". Het brood, de steriliseerpotten en andere eetwaren werden in de kelder bewaard. Op de zolder lag het graan dat gedorst was, het werkgrief en afgedankte tafels en stoelen. Soms ook de noten of de winterappelen. De moeders bakten zelf brood in de bakoven, vaak zo’n 12 à 13 broden tegelijk. Het brood werd in de kelder bewaard. Sommigen verkochten het brood verder. Het leukste plaatsje om te spelen als kind was voor de meesten de zolder. Geen plezantere plaats om deugnieterij uit te halen volgens Roza. Het washuis was ook wel leuk en de keuken, waar de kinderen samen met moeder konden zijn. Lenen om te bouwen of verbouwen deden de meeste mensen niet bij een bank zoals nu. Meestal werd er geld geleend bij familie en/of kennissen. Heel vroeger mocht men zelf een plan tekenen wanneer men wou bouwen, nadien moest er een handtekening van de architect op het zelfgemaakte plan gezet worden. Nu wordt het plan door de architect getekend.
32
Er werd vroeger niet zo veel verbouwd als nu. Van de stallen of de schuren werden vaak werkmanshuizen gemaakt. Als het donker was dan gebruikte men een lantaarn om in de stallen te gaan. De meest extravagante of moderne woning was het huis van den Brouwer volgens de bewoners. Ook het huis van de architect of van de dokter was vrij modern. Iemand merkt op dat de huizen van de dokters dikwijls onhandige huizen waren. Dikwijls was de wachtzaal beneden en de consultatieruimte op het 1ste verdiep, dit was niet gemakkelijk voor oude of gewonde mensen. Als men vroeger verbouwde of bijbouwde, werd er vaak een stal, een voederij of een berging bijgebouwd. Ook bouwde men een open schuur bij zodat de machines er konden onder geplaatst worden. Iemand vertelde dat men de keuken in haar kindertijd vergrootte. Grote families bouwden vaak plaatsen bij om er slaapkamers van te maken. Een duivenkot werd ook gemaakt boven de stalling voor de Smierkens dat zijn witte duifjes die voor het plezier werden gehouden. Eén persoon kan zich herinneren dat er huizen aan de Oostvaartdijk (aan de oude spoorweg) onteigend werden, zodat de nieuwe brug kon geplaatst worden. En onteigening is altijd grote miserie voor de mensen.
33
Eind jaren vijftig zagen de huiskamers van een doorsnee gezin er bijna allemaal hetzelfde uit: de tafel in het midden, een zithoek rond een salontafel, langs de muur een lange kast, een radio op een apart tafeltje en natuurlijk voor het raam wat sanseveria’s. Er hing ook een "reglateur" aan de muur. Er stond bvb. een schouwgarnituur, een vaas, een beeldje of een foto op de schouw. Vaak hingen er ook borden met een tekening van het huis of bronzen borden met reliëftekeningen aan de muren. De meeste kamers hadden maar 1 stopcontact en 1 schakelaar. Boven het bed hing een koord, zodat men het licht kon uitdoen van in bed. De vloer in de woonkamer was vroeger veel mooier dan nu volgende de bewoners. Verschillende gekleurde tegels door elkaar of wit met zwart gekleurde tegels in patroonvorm. In de woonkamer en in de keuken lagen er vaak rode vierkante stenen. De voorplaats en de achterplaats hadden dikwijls een andere kleur van vloer. Als men later de tussenmuur dan wegnam dan had men een plaats met 2 verschillende vloerbekledingen. Men kuiste de vloer met regenwater en bruin zeep. Een bewoonster vertelt dat ze bij haar thuis, als de vloer van het café gekuist was, zand op de vloer strooiden en ’s anderdaags het zand wegveegde. Dit deed men om de vloer nog mooier te krijgen. In de meeste plaatsen hing er behangpapier aan de muur. De meeste mensen behingen om de drie jaar, dit deden ze zelf. In de woonplaats waren er "rossetten" aan het plafond aangebracht, die werden dan mee geschilderd. De meeste bewoners denken met een beetje nostalgie terug aan hun huis. Aan het ouders huis waar ze veel hebben gespeeld en kattenkwaad hebben uitgehaald. Maar ook aan hun huis dat ze achterlieten voor ze naar Akapella kwamen wonen. We hebben veel herinneringen opgehaald en vaak gelachen maar ook met weemoed teruggedacht. Laat ons maar alle mooie herinneringen bewaren als lekkere koekskes in de koekendoos. Bedankt aan alle bewoners voor de mooie verhalen en aan Nancy om mee te luisteren en alles op te tekenen. Griet
34
EEN MAN ALLEEN ... Toen ik alleen viel zag ik pas hoe stom onhandig ik wel was. Dat dingen die eenvoudig leken ineens zo ingewikkeld bleken. Ik moest op tijd naar ’t eten kijken en ook mijn hemden zelf gaan strijken. Ik moest gaan wassen en gaan plassen en knopen zetten aan mijn jassen. Ik moest de prijzen vergelijken en naar de voordeelbonnen kijken. Ik werd het al heel vlug gewaar, een man alleen een sukkelaar. Toen ik voor het eerst de was ging doen het was een zondag na de noen. Ik deed wel iets verkeerd ... want even later stond heel mijn keuken onder water. Het schuim kwam boven mijn machien zoiets had ik nog nooit gezien. Mijn wit hemd had een rooie schijn en mijn truien waren veel te klein. Mijn dassen zaten vol met plooien, die kon ik in de vuilbak gooien. Ik zag direct het groot gevaar, ne man alleen ... ne sukkelaar. Ik moest even later ook gaan strijken en ’t zou direct ook al weer blijken. Toen ik begon, zag ik het pas, dat zoiets ook niet simpel was. Toen we een kwartiertje verder waren, stonden mijn handen vol met blaren. De stoom die vloog mij om de oren, mijn hemd was nat als nooit tevoren. Het was nog moeilijk recht te trekken de boord zat vol met bruine vlekken. Ik was het beu, dus stopte ik maar, ne man alleen ... ne sukkelaar. 35
Toen ben ik een dagje thuis gebleven, om alles eens een beurt te geven. Een fles javel gemengd met water en toen begon ik even later. Ik wreef het eerst over de deuren, die kregen al van alle kleuren. Ze waren proper, maar o God, de verf hing allemaal aan mijn vod. Mijn schoenen moesten ook al boeten die zaten vol met zomersproeten. En nog ne keer werd het me klaar ne man alleen ... ne sukkelaar. Zo bleef ik lange tijd meer klossen, met zeep, javel en water smossen. Ik smeet mijn vuile was in bad en veegde ’t stof onder de mat. Ik had steeds de goeie kleren aan, om recht naar carnaval te gaan. Ik werd zo mager als een lat, mijn broek viel zomaar van mijn gat. En ging ik soms de tuin eens in, dan kwam ’t onkruid tot aan mijn kin. Ik werd langzaam een clochard ne man alleen ... ne sukkelaar. Ik ben dan tot een besluit gekomen en heb dan maar een vrouw genomen. En beste vrienden ik beken, het is of ik in de hemel ben. Ik hoef me niets meer aan te trekken van een strijk met bruine vlekken. Mijn vrouwtje kookt en wast en plast en alles hangt weer keurig in de kast. En op de koop toe, al die tijd, krijg ik heel veel genegenheid. Dus zeg ik nog eens in ’t openbaar, ne man alleen ... ne sukkelaar.
36
Ik ben blij dat ik het eens kan zeggen, om al die toestanden uit te leggen. Maar ik geef ook toe; er zijn wel heren die zich alleen kunnen soigneren. Er zijn er die hun eenzaamheid dragen met ernst en waardigheid. Er zijn ook mannen die beslissen, dat ze de vrouwen kunnen missen. Die voelen zich jong en vrij en steeds opgewekt en blij. Maar mensen geef mij maar een blij, gelukkig en gezellig paar. Want ... ne man alleen ... ne sukkelaar. Maria Diddens
37
KRAAK DE CODE Lijkt het soms alsof je (achter)kleinkinderen Chinees spreken? Kan je hun tekstboodschap met moeite ontcijferen? Jongeren gebruiken veel afkortingen, woorden uit andere talen en veel versterkende woorden zoals ‘cool’ of ‘gaaf’. Het is niet altijd evident om dit taaltje te ontcijferen. Daarom nodigden wij op 19 november een groep "experts" uit: de 6de jaars van Sint Godelieve. De hele namiddag hebben we elkaars taal onder de loep genomen. Zij leerden ons de jongentaal en wij hielpen hen met het dialect en woorden uit lang vervlogen tijden. We hebben heel wat afgelachen en eigenlijk ook wel wat bijgeleerd ... Sms-taal is een taaltje apart. Kun je onderstaand bericht ontcijferen?
38
En wie kan er dan weer de verbinding maken naar de juiste "vertaling" van deze nieuwe woorden? Horecagezwel
Marginaal
Da’s hier Côte d’Azur
Zalig, leuk
Keyonaise
Drank
Alaise
Rustig aan doen
Margi
Sigaret
Dimme
Het is hier veel te duur
Boes
Hou je een beetje kalm
Tchille
Ketchup en mayonaise
Loveja
Slapen
Afrippe
Ik zie je graag
Chrasen
Bierbuik
Safke
Bestelen
Wij hebben dan op onze beurt ook de jongeren een beetje laten zoeken. We schotelden ze een aantal woorden voor die ook wel wat uitleg nodig hadden. Denk maar aan: "Peignoir, combinaison, pardessus, een gaine, jarretelles, ne gardeville, zier in mijn heechenis, de Sussen en de Sossen, erremoei troef, kaffeebeuzze, schabbernak, Spounse terf, ..." De namiddag was weer veel te vlug voorbij. De jongeren moesten naar school en wij hadden ook wat rust nodig. Of beter gezegd: "wij moeste nog wa tchille voor we gingen eten ..." Griet 39
PASTOOR MAGNUS (2) Somtijds had een dorp zoals Kapelle wel eens een serieuze preek nodig. Over zatterikerij par exempel. Zoals die keer, toen den Buizer weer schandaal had gegeven. Met een stuk in zijne kraag en zijn broek op zijn hielen had hij aan de kerk staan wateren tegen de zijbeuk waarboven een glasramen apostel Andreas al jaren naar beneden stond te kijken. Magnus had den Buyzer betrapt, zijn broek over zijn billen getrokken en hem van onbedwingbare colleire een slag in zijn gezicht gegeven. - "Smerige vent, zo’n vuil manieren doen ! ..." Eigenlijk verwachtte hij van den Buyzer een dikke rossing terug maar bij zoveel heiligschennis kon hem dat niks schelen. Neen dus. Den Buyzer schoof zijn bretellen over zijn schouders en waggelde schielijk weg in alle soorten van richtingen. "De pastoor, die mag dat doen" zei hij naderhand in een eerlijke bui van nuchterheid, dat is zijn plicht. "Maar een ander zou eens moeten proberen een hand naar mij uit te steken, zie !" En hij stak een verschrikkelijke zwarte vuist in de lucht die deed denken aan de voorpoten van een Brabants trekpaard. Daarbij mompelde hij nog een paar krachtwoorden die vast niet tot het Onze Vader behoren. De jonge Buyzer had zich onder de oorlog rijk gesmokkeld als petatten- en korenboer. Met dit kapitaal is hij naderhand in gasflessen en oeile gaan doen. Zijn kolenkoterij staat nog altijd te vervallen als een stuk Kapels industrieel erfgoed in wat toen de “Meulestraat” heette. Als g’er in die tijd passeerde, waart ge van binnen en van buiten zo zwart als een kraai van ’t kolenstof. Zelfs de bleke plekken op pastoor Magnus zijn toog, van ’t smossen aan tafel, waren in passant vaneir even zwart als de rest van zijn habijt. De pastoor ging graag voorbij het kolenkot om af en toe eens ferm te kunnen diskuteren. Want als algemeen erkende dorpsfilosoof had den Buyzer zo zijn eigen gedacht over leven, dood en het stukske daarna.
40
- Wete gij met certitude, pastoor, wat er hierna komt? Wel, zwijgt er dan over. Maar zwijgen was bij zo’n uitdagende blasfemie voor Magnus zo goed als zijn tong afbijten. - Gij moet alleen nog maar 2 horens op uwe kop krijgen om een echte duvel te zijn. Zwart zijt ge al genoeg hier in uw kolenkot. - Gij zijt nen bedrieger en ik ben nen bedrieger, was de ultieme toegeving van den Buyzer en hij kieperde een emmer water over een hoop kolen die al lagen te verzuipen in een grote plas. - Da’s tegen de stoflong, placht hij te zeggen. Maar hij wist begot goed genoeg dat een zak van 50 kilo rapper gevuld was met natte kolen dan met droge. - Commerce is geen godsdienst, zei de pastoor, daar kom ik niet tussen. Zo was Magnus en zo was den Buyzer : beiden ongepolijst maar recht voor de raap. Daarom hielden ze op één of andere manier een beetje van elkaar, al wist gans Kapelle goed genoeg dat den Buyzer een grote sjosselist was. Ook thuis hoorde ik dikwijls dat we nu toch een goeie pastoor hadden ! Zo preken dat die kon ! Maar voor ons, straatbengels, was hij vooral iemand die samenspande met schoolmeesters en vaders. Een oorvijg van één van hen was goed voor nog één erbovenop thuis. Maar toen ik eens meende te moeten opmerken dat ge voor een deugnieterij eigenlijk maar één keer gestraft mocht worden, was de kermis rap uit ! - Allé gij, mond toe of moet ge nog een toefeling hebben ? ... Toefelingen waren in die tijd adekwate opvoedingsmethoden om het jong volk op gepast wijze naar volwassenheid te begeleiden. Pastoors en vaders zullen altijd wel gelijk hebben, zeker ? Een schoolknaap kan dat allemaal nog niet weten hé. Dus zwijgen was meestal de beste diplomatie. Omdat we vaneigens nog niet alles wisten, kwam de pastoor af en toe ook eens op bezoek in de jongensschool. Om te bewijzen dat ge in de kerk veel meer wijsheid kon opdoen dan op straat, moest één van de misdienaars altijd beginnen met een van buiten geleerd stukske Latijn.
41
Pech die dag voor Bère Bergske ! Nog maar pas in dienst, geraakte hij met zijn Lam Gods niet verder dan “Agnus Dei, kwiet …”. Om wat tijd te winnen snoot Albert geweldig lang zijn neus, veegde de laatste pieren zorgvuldig af aan de mouw van zijn casse-poussière en krabde ijverig ieverans waar het jeukte. Mijnheer pastoor gebruikte nooit van die aanmoedigende schoolwoorden als ezel of kieken. Neen, hij liet U op uw gemak napeinzen. Maar als Albert na de geboden hulp van “qui tollis …” nog hardnekkig naar het rekje met de inhoudsmaten bleef staren, was het geduld op. Magnus trok drie diepe groeven in zijn voorhoofd en zijn ogen werden zo groot als twee dikke glazen marrebols van verontwaardiging. - ’t Is rats uit mijne kop gegaan, mijnheer pastoor, astublieft … Want Albert had geleerd altijd met twee woorden te spreken. Als straf moest hij 50 keer het Agnus Dei schrijven en kende hij het daarna van buiten voor de rest van zijn leven. Over dingen als 50 of 100 keer iets schrijven werden toen bijlange zoveel komplimenten niet gemaakt als nu. Pas op hé, Bère was bij de pastoor eigenlijk gère gezien want hij had kwaliteiten waar gij en ik alleen maar kunnen van dromen, zulle. Hij kon zingen, mijne jongen, met een stem als een grote klok. Niet te geloven voor een kind. Als hij in de begrafenis in het zog van de lijkbaar zijn requiem ten beste gaf, dan had iedere dode spijt dat hij het niet meer kon horen. En het eindeke solo dat hij af en toe mocht zingen na de pastoor zijn “Dominus Vobiscum” zou per exempel de grootste schismatiek bekeerd hebben. Met kracht en plichtsbesef antwoordde hij telkens uit volle kinderborst : - Et koem spieren doe toe ! ... Al wist hij langs geen kanten wat dat allemaal kon betekenen, hij zong tot hij bekanst geen asem meer had. Zo’n dingen, dat had pastoor Magnus graag. Kinderen konden soms méér volk naar de kerk lokken dan tien pastoors achtereen. (vervolgt) E.D.B.
42
PRIJSVRAAG 27 Los onderstaande rebus op.
B=H
Z = G; G = T
-N
P=M
L=K
-D
R = ST
............................................................................................................ SCHIFTINGSVRAAG Hoeveel kilogram aardappelen wordt er gemiddeld gebruikt per maand (geen frieten & kroketten bij geteld)?
OPLOSSING PRIJSVRAAG 26 Het nieuwe woord dat u kon vormen was "zelfbedieningswinkel". De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is 63 jaar en 7 maanden. Bij de schiftingsvraag waren er 2 bewoners die 64 jaar hadden geantwoord en dit waren: - Arthur Meysmans (WE 113) - Jeanne Cuypers (WE 210) Deze 2 winnaars mogen een prijsje afhalen bij Wim.
43