INHOUD 3 4
THUISKRANT e
6 jaargang Nr. 24 Januari 2007
8 11 12
Woonzorgcentrum Akapella
13 14 16 18
Parallelweg 10 1880 Kapelle-op-den-Bos
19
Verschijnt zeer onregelmatig
Tel: Fax:
015/71.50.20 015/71.18.07
E-mail:
[email protected] Website: www.akapella.be
20
Medewerkers: Frans Beukelaers Emmanuel De Boeck Griet De Broeck Magda De Prins Heidi Geuens Karel Lambrechts Lucienne Masson Marc Peeters Yves Peleman Wim Schaerlaecken Katrien Spolspoel Mim Van Keer
23 24 28 30 33 34 36 41 44 46 47 50 51
Voorwoord Zin en onzin van een ouderenzorgbeleid binnen een woonzorgcentrum. Welkom in Akapella Wij gedenken Wist je dat ... Op de purperen heide: afgezaagd ? Nieuws van op het tweede Onze achtste 11.11.11 reis Zij versterken ons team Wij wensen hen veel succes Proficiat Isaac Gálvez: 50 jaar na Stan Ockers opnieuw een overlijden op de piste Ten huize van ... Maria Schevernels Herinneringen Vondelingen Stijn Streuvels Verjaardagen Ik plantte ne keer patatten Niet te missen Kanunnik Muyldermans Vertelsels rond Kerstmis O Dennenboom The Nativity Story De jeugd van toen Prijsvraag Oplossing vorige prijsvraag
VOORWOORD 2006 is zo snel vervlogen, ongeduldig het nieuwe jaar voor de deur. Boordevol mooie dromen, alles krijgt weldra een nieuwe kleur. Veel geluk en vrede, veel genegenheid voor elkaar. We wensen ieder al het goede, 2007 wordt beslist een prachtig jaar. Marc, Yves en Karel
3
ZIN EN ONZIN VAN EEN OUDERENZORGBELEID BINNEN EEN WOONZORGCENTRUM. Ik zou dit stukje willen benaderen vanuit twee invalshoeken: enerzijds een aantal aspecten op macroniveau, anderzijds idem dito op microniveau - zijnde het woonzorgcentrum Akapella. 1. Macro-niveau. We zien in België duidelijk een vergrijzing van onze bevolking. Er is een dalend geboortecijfer en een stijgende levensverwachting. Op dit moment zijn er 450.000 Vlamingen ouder dan 75 jaar, dit is 8% van de Vlaamse bevolking. Er zijn 63.000 Vlamingen die in een rusthuis wonen, dit is 14% van de 75-plussers. In deze rusthuizen neemt de gemiddelde leeftijd almaar toe: in 2005 bedroeg deze 85,3 jaar. Ook de zorgbehoevendheid bij bewoners neemt alsmaar toe. Het heeft dus duidelijk "zin" voor alle actoren om te investeren in residentiële ouderenzorg. Sinds 1988 zijn er tal van kostenbesparingen in de gezondheidssector gerealiseerd door opeenvolgende regeringen met hierbij een toevloed van nieuwe normen tot verhoging van de kwaliteit op heel veel vlakken. Spijtig genoeg gaan deze twee heel moeilijk samen en is het niet iedereen gegeven om echt kwaliteitsvol te overleven. De overheid betaalt in de gehandicaptensector 100% van de kosten, in de medische zorg 83,3%, in de gezinszorg 81,4%, in de socioculturele sector 67% en … geloof het of niet, in de rusthuissector 47%. Ondertussen laat die overheid onbetaalbare consumptie primeren op een echt doordachte gezondheidszorg: grote ziekenhuizen met toch nog te veel therapeutische hardnekkigheid, het verhaal van gratis bussen, een heel matig generatiepact, etc … Zullen we dit allemaal kunnen blijven betalen en gaan we dan de ouderenzorg en palliatieve zorg stiefmoederlijk blijven behandelen? Het zorglandschap is vooral verdeeld onder de grote zuilen en koepels (mutualiteiten, Caritas, OCMW’s, …) en drukkingsgroepen of belangenvertegenwoordigers gaan toch zo op in het behoud van hun macht, zijn dus soms heel behoudsgezind. 4
Rusthuizen zijn voor hen niet zo belangrijk als daar tegenover ziekenhuizen staan met een omzet en tewerkstelling die tientallen malen groter zijn. Ook de overheid heeft steeds meer oog voor deze en andere "grootheden", kijk maar naar de financiële monsterinjecties (belastingsgeld van u en mij) bij VW Vorst, met daarbij nog een "pak de ontslagpremie-show". Er is een groeiende economie met een sterke daling van de werkloosheid. De pensionering van de babyboom generatie zal zich vanaf 2012 heel sterk laten voelen. In de zorgsector komt er nog bij dat er een te kleine instroom van nieuwe verpleegkundigen en verzorgenden is. Te weinig jongeren willen dus de studies voor een later zorgberoep aanvatten. Het imago van de sector is natuurlijk niet altijd zo mooi en dit is toch spijtig voor de vele medewerkers die met hart en ziel dagelijks in de zorg werken. In een rusthuis werken is echt geen makkie: grote fysische belasting, mentale belasting, onregelmatige werkuren waarbij weekendtoeslagen veel te laag betaald worden en een personeelsaantal dat tegenover gehandicaptensector, ziekenhuizen en zeker de andere sectoren maar matig oogt. Normaal dus dat binnen een groeiende economie mensen naar andere sectoren verhuizen, waar ze puur materieel hopen op iets beter, maar hiervoor wel het werken met mensen moeten achterlaten. Tot slot is er de tijdsgeest, de maatschappelijke mentaliteit. Er is meer onverschilligheid, meer platte commerce, meer angst voor deze maatschappelijke evoluties. Mensen zijn minder snel content, stellen grotere eisen, gaan sneller naar de rechtbank om hun gram te halen, vele jongeren behoren tot een zap-generatie ( van wie leerden ze het?) en denken gewoon dat ze zowat alles moeten kunnen krijgen. Zullen niet net deze laatsten in dit hele "macroniveau verhaal" de klos worden? Moeten wij als ouderen niet meer in hen investeren en dit op verschillende vlakken?
5
2. Microniveau. Op microniveau gaat het heel duidelijk en voelbaar over bewoners, familieleden en mantelzorgers, medewerkers en externe hulpverleners, vrijwilligers en directie. Karel, Marc en ik hebben van bij de start een duidelijke en concrete opdrachtverklaring uitgewerkt (deze visie hangt uit aan het prikbord naast de inkom). Klemtonen liggen op een hoge kwaliteitszorg en een goed samenwerken van de medewerkers. Voor de bewoners eisen we echt respect voor hun levensloop en voor de man of vrouw die ze nu zijn, we eisen waardigheid in de zorg voor al onze bewoners tot bij het levenseinde. De individuele spiritualiteit voor elk van onze bewoners eerbiedigen we en we gaan er indien gewenst graag een stuk in mee, mee op weg. Met familieleden en mantelzorgers proberen we eveneens een goede, volwassen en warme relatie op te bouwen (zie ook de inleiding van de onthaalbrochure nieuwe bewoner die u onlangs werd aangeboden). Wij zijn hen heel dankbaar voor het mee zorgen voor vader, moeder, zus, broer, partner of grootouder. Vrijwilligers in Akapella zijn van onschatbare waarde: zij zorgen voor de kers op de taart. Medewerkers zijn onze belangrijkste troeven om onze opdrachtverklaring waar te maken. Naar onze organisatie hebben we voor hen een efficiënt werkende structuur opgezet (bewonerstoewijzing, altijd werken met zelfde aantal medewerkers, iemand staat reserve om in te springen bij ziekte, … ) Naar hun individuele arbeidsvoorwaarden bieden we ze naast een correcte verloning, tal van extralegale voordelen en attenties, een aangenaam en mooi werkklimaat, kansen op vorming en ontplooiing. En als directie vragen wij duidelijk respect voor onze medewerkers en dit aan iedereen die in Akapella woont of op bezoek komt. Wat wij van medewerkers vragen is niet min: een kwaliteitsvolle zorg voor onze bewoners en aandacht voor familieleden en om dit te kunnen realiseren vragen we een goede samenwerking met elkaar en met de directie. Zonder teamgeest boeten we immers al een deel aan kwaliteit in. 6
Ook in Akapella kennen wij het normale verloop van personeel, we zijn daar ondanks al onze inspanningen niet anders in dan anderen. In 2006 kregen we spijtig genoeg wel een extra verhuis door twee factoren: in het voorjaar ruzie tussen twee clans en in het najaar enkelen die Akapella als speeltuin zagen. In beide gevallen lagen persoonlijke situaties en het mekaar beïnvloeden aan de basis. Ontslag krijgen en ontslag nemen is dus dubbel zo hoog geweest als in een normaal werkjaar. Ondertussen zijn de wonden aan het helen en zijn er tal van nieuwe medewerkers begonnen. Gelukkig heeft Akapella een zeer goede reputatie en kunnen wij nog goede vis ophalen in die - voor velen lege vijver. 2007 biedt zich aan als een goed jaar voor bewoners en medewerkers van Akapella. Ook de feestelijkheden rond 10 jaar Akapella zullen in huis een extra dynamiek brengen. Als directie moeten wij blijven ijveren voor het - elke dag opnieuw in de praktijk brengen van een in onze ogen haalbare visie. De houding van medewerkers en de financiering van de ouderenzorg zullen hiervoor mee bepalend zijn. Op dit laatste hebben wij echt helemaal geen vat. Voor het eerste kunnen we blijven aanwezig zijn tussen onze medewerkers, hen weerbaarder maken, ondersteuning en vorming geven en vooral hopen op gezond verstand. Het blijft evenwel zo dat het grote aantal medewerkers dat zich met Akapella identificeert iets is waar de meeste bedrijven alleen maar kunnen van dromen. Als directie zijn wij soms wel eens wat minder genietbaar, maar weet dat dit dan komt vanuit frustratie en machteloosheid over de "onzin" van sommige bovenvermelde dingen. Wij zullen er alleszins verder tegen aan gaan om de vooropgestelde doelstellingen te blijven halen. Ik hoop dat onze medewerkers steeds "zin" in hun werk mogen behouden en dat ze de "zin" ervan steeds mogen blijven inzien. Ik toast bij het begin van dit nieuwe jaar op een goede gezondheid voor bewoners, familieleden, vrijwilligers en medewerkers en voor deze laatsten heel speciaal op een hechte, warme samenwerking met elkaar en met Akapella. Proficiat alleszins met jullie prachtige werk. Yves Peleman 7
WELKOM IN AKAPELLA Spruyt Rosa - Wooneenheid 206 Rosa is geboren op 26 december 1925 te Leest. Ze groeide er op en volgde er lager onderwijs. Rosa had 1 broer en 3 zussen. Vader was landbouwer en moeder huisvrouw. Rosa volgde 2 jaar snit en naad in Mechelen. Daarna hielp ze thuis. In 1950 huwde Rosa met Emiel Weymans, hij was een bloemist. Na hun huwelijk woonden ze 2 jaar in Beersel en later in Tisselt in de Baeckelmansstraat. Samen met Emiel kreeg ze 5 kinderen, 4 jongens en 1 dochter. Rosa was actief in verschillende verenigingen (KVLV, CMBV, gepensioneerden, parochiale werking). Nu speelt ze nog graag eens met de kaarten. Wie dus nog een 4de vrouw zoekt... Rosa woont in Akapella sinds 8 september 2006. Peeters Anna - Wooneenheid 138 Anna zag het levenslicht op 17 februari 1921 te Kapelle-op-den-Bos, waar ze ook opgroeide. Vader Jan was arbeider in het Arsenaal. Voor haar moeder, Maria Brusselmans, heeft ze een nog steeds een grote verering. Thuis waren ze met 4 dochters. Nog 2 andere kinderen zijn jong gestorven. Jetteke Peeters is één van haar zussen en het toeval wil dat ze in Akapella vlak naast mekaar wonen. Anna volgde het onderwijs. Nadien werkte ze 17 jaar als arbeidster bij Eternit. Daarna ging ze werken bij Sanpareil. Ze bleef er tot ze 60 jaar was. In 1945 huwde Anna met Petrus Van Mol. Petrus was arbeider bij Eternit en NV Zeekanaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een gewapende weerstander. Tot in 1950 bleven ze in haar ouderlijk huis wonen, daarna bouwden Anna en Petrus een eigen woning in de Boneveldstraat. Ze hadden geen kinderen. Anna houdt van zingen en kent nog veel oude liedjes. Sinds 3 november 2006 woont Anna bij ons. 8
De Raedemaeker Marcelle - Wooneenheid 012 Marcelle werd geboren op 25 oktober 1918 te Kapelle-op-den-Bos. Vader Sebastiaan, werkte als arbeider bij NV Zeekanaal en moeder Marie De Maeyer hield café. Louis was haar enige broer. Marcelle groeide op in Kapelle-op-den-Bos en volgde er het lager onderwijs. Nadien ging ze tot haar 16 jaar naar de Ursulinen in Mechelen. In 1946 huwde Marcelle met Pieter Lombaert. Tot de geboorte van haar zoon werkte ze als verkoopster bij Galerie Anspach. Ze kregen ook nog één dochter. Na hun huwelijk ging het gezin in Londerzeel wonen, later kwamen ze terug naar Kapelle-op-den-Bos. Marcelle is een heel sociale en sportieve dame. Op TV kijkt ze graag naar sport. Maar zelf bewegen vindt ze nog veel leuker! Sedert 14 november 2006 woont Marcelle in Akapella. Vos Jeanne - Wooneenheid 106 Jeanne zag het levenslicht op 17 juni 1914 te Hombeek. Haar vader heette Jozef en werkte bij de NMBS. Haar moeder was Virginie Van Dijck. Zij overleed toen Jeanne 4 jaar oud was. Jeanne had nog 2 broers en 2 zussen. De 2 broers bleven thuis om geld te verdienen en haar 2 zussen gingen naar een weeshuis. Jeanne werd opgevangen in het gezin van haar oom te Mechelen. Ze volgde er lager onderwijs. Na haar huwelijk met Louis De Quint in 1933 verhuisde Jeannne naar Kapelle-op-den-Bos. Ze werkte enkele jaren bij Eternit. Ook haar echtgenoot was er als arbeider aan de slag. Jeanne en Louis kregen samen 1 zoon, Viktor. Jeanne kijkt graag tv en is verder graag op zichzelf. Sedert 1 december 2006 woont Jeanne in Akapella.
9
Van Camp Mit - Wooneenheid 019 Mit werd geboren op 29 augustus 1924 te Tisselt. Vader Frans Van Camp was bakker en moeder Maria Vanden Heuvel hielp in de bakkerij en verzorgde het huishouden. Mit had 1 zus. Haar broer was de echtgenoot van Stanske Polspoel. Mit groeide op in Tisselt en ging er naar de lagere school. Na afloop hielp ze in de bakkerij en leverde ze brood aan huis in Tisselt, Ramsdonk en Kapelle-op-den-Bos. Later ging Mit haar zieke zus helpen met haar winkel. In 1944 huwde Mit met Jan Van Kerckhoven. Hij was boekhouder. Ze kregen samen 1 dochter en 1 zoon. Ondertussen heeft Mit 4 kleinkinderen en 2 achterkleinkinderen. Haar familie is voor haar heel belangrijk. Mit woont in Akapella sedert 6 december 2006. Vertongen Madeleine - Wooneenheid 122 Madeleine werd op 21 september 1927 geboren te Beigem. Vader Petrus Vertongen was arbeider bij de NMBS en had een klein landbouwbedrijf. Moeder Jeannette Robberechts verzorgde het huishouden en hielp op de boerderij. François is de enige broer. Madeleine groeide op in Beigem en ging er naar de lagere school. Nadien volgde ze een opleiding snit en naad bij de Ursulinnen te Vilvoorde. Tot 1953 werkte ze als naaister. In 1952 trouwde Madeleine met Alfons Van der Trappen. Na een verblijf in Nieuwenrode werd verhuisd naar Beigem. Alfons was zelfstandig electricien en Madeleine baatte thuis een winkel uit van electrische apparaten en installatiemateriaal. Alfons overleed spijtig genoeg in november 2006. Madeleine heeft 3 kinderen en 7 kleinkinderen. De naaste familie betekent erg veel voor haar. Zorgen voor de kleinkinderen was trouwens haar voornaamste hobby. Verder hield Madeleine van naaien en koken en ging ze heel graag naar zee. Wenduine was er de geliefkoosde verblijfplaats. Madeleine woont sedert 18 december in Akapella. 10
WIJ GEDENKEN Bertha Vranckx, overleden op 1 september 2006 Julienne De Laet, overleden op 14 september 2006 Francine Verbruggen, overleden op 25 oktober 2006 Maria Troch, overleden op 31 oktober 2006 Jan De Donder, opgenomen in Akapella op 19 september 2006 en overleden op 4 november 2006 Fons Spinnael, overleden op 14 november 2006 Jeanne Spruyt, overleden op 24 november 2006 Maria Peeters, overleden op 25 november 2006 Aline Coosemans, overleden op 10 december 2006 Eeckhoudt Marie-Louise, opgenomen in Akapella op 8 november 2006 en overleden op 24 december 2006 Jeanne Kerremans, overleden op 26 december 2006
WIST JE DAT... In het kader van het verbeterproject handhygiëne zal in het voorjaar van 2007 op elke bewonerskamer een dispencer met alcoholgel worden opgehangen. Dit kadert in het preventiebeleid tegenover het overdragen van ziektekiemen, zoals de ziekenhuisbacterie MRSA of Methicillin Resistente Staphylococcus Aureus. Bedoeling is dat onze medewerkers naast het wassen van de handen, deze nu ook frequenter zullen ontsmetten tussen de verzorgingen in.
11
OP DE PURPEREN HEIDE ... AFGEZAAGD ??? Okra, de grootste seniorenbeweging van het land - en met name Paul Mispelaere (71) en Willy Pollet (58) - heeft een zangboek met 68 liedjes samengesteld onder de titel "Ik zing wanneer …" "Het is geen verzameling van uitsluitend oude liedjes," aldus de samenstellers, "want we willen onze zangers ook wat moderner werk aanleren." Dat "moderne werk" is o.a. "Houden van" (Miel Cools), "Laat ons een bloem" (Louis Neefs) en "Moon Shadow" (Cat Stevens). Dit nieuwe repertoire is niet vanzelfsprekend want sommige liedjes zingen de mensen al jaren en zo’n nieuw lied aanleren vergt enige inspanning. Het zangboek "Ik zing wanneer …" (van het liedje Ik zing wanneer het lente is) is dus geen bundeling van de hits "Zo d’ouden zongen" maar een representatieve verzameling van liederen die vandaag door vele seniorenkoren worden gezongen en liederen die ze ook de komende jaren nog zullen zingen. "Die blik op de toekomst is belangrijk" vinden de samenstellers, "want we mogen niet blijven steken bij wat we vandaag doen". Bijgevolg staat "Op de purperen heide" van Preud’homme er niet in. "Een mooi liedje, daar niet van" volgens de Mispelaere, "maar misschien een beetje afgezaagd ?" Magda. (naar "Het Nieuwsblad" van vrijdag, 8 december 2006
12
NIEUWS VAN OP HET TWEEDE Terwijl wij genieten van eenvoudige dingen, een heerlijke kop warme chocolademelk met een toefje slagroom of een dampend bord erwtensoep sluit 2006 zachtjes de deuren. Een nieuw jaar lacht ons uitnodigend toe! Er staat heel wat te gebeuren in 2007, want zoals jullie wellicht allemaal weten mag Akapella dit jaar 10 kaarsjes uitblazen. Het wordt een echt feestelijk jaar waarvan ook wij, bewoners van afdeling 2, volop zullen genieten. Maar eerst willen we nog aan iedereen onze nieuwjaarswensen overbrengen met het volgende gedicht want wie ontmoet niet graag blije gezichten? Wie heeft niet graag dikke knuffels en wie krijgt niet graag smakkende zoenen? Wij alvast wel!!
Een nieuw jaar kun je beginnen met je mooiste kleren aan. Dat is wel gezellig, maar je hebt er niet veel aan. Een nieuw jaar kun je beginnen met een grote zak vol goud, maar dat heeft weinig waarde als niemand van je houdt. Een nieuw jaar kun je beginnen met een lekker glaasje wijn, maar als dat op is, wat dan nog? Er moet iets beter zijn. Een nieuw jaar kun je beginnen met ’n heel erg mooi gedicht maar het beste is altijd nog, begin met een blij gezicht!!
13
ONZE ACHTSTE 11.11.11-REIS. Dit jaar namen we jullie mee naar Honduras. Gedurende onze projectweek klommen we over de muur van vragen. We speelden, vierden en proefden van Honduras. We keken naar de schoonheid van een continent maar ook naar de problemen van een land dat te kampen heeft met armoede en ongelijkheid. We hoorden ook positieve verhalen en dompelden ons onder in een prachtige eeuwenoude cultuur. Verder verdiepten we ons in de millenniumdoelstellingen als vroege kerstboodschap voor de wereld.
Elke dag kwam er een school op bezoek en wisselden we informatieve, poëtische, creatieve, lekkere en ludieke momenten uit met elkaar. De namiddag met de bezoekers uit Honduras was een van de hoogtepunten. Onze bezoekers waren zeer verbaasd over de grote opkomst, de interessante vragen en de warme sfeer die jullie, bewoners, uitstraalden. Een ander leuk moment was ongetwijfeld de feestnamiddag met de kleuters. We maakten zelf een piniata-vogel en speelden nadien het leuke "piniataspel". De kinderen sloegen er op los en enkele van onze bewoners verbaasden de kleutertjes en de rest van het bezoek met hun "klopjacht" op onze vogel.
14
De snoepjes vlogen in het rond en de kleuters deelden met iedereen. Ook de verhalen, de quiz en de weefnamiddagen waren leuke, leerrijke en gezellige activiteiten. Tijdens het slotfeest op zaterdag was het een drukte van jewelste. De Zuid-Amerikaanse hapjes vlogen de deur uit en iedereen kon wegdromen op de klanken van bekende en minder bekende deuntjes. Het was een overvolle week waarin we meer dan 400 mensen konden laten proeven van alle lekkere, mooie, kleurrijke, verrassende en interessante kanten van een ongekend continent. Er kwamen 7 verschillende klassen op bezoek, kleuters, lagere schoolkinderen en studenten van de middelbare school. We kregen ook mensen uit het dorp over de vloer en de vrijwilligers van de deur aan deur actie. Een drukke week, dat wel. Maar ook een week waarin nog maar eens werd bewezen dat op solidariteit en betrokkenheid bij de wereldproblemen, geen leeftijd staat. Bedankt aan alle bewoners voor de grote opkomst en de leuke samenwerking. De kinderen en de leerkrachten waren onder de indruk. Bedankt ook aan de mensen van de keuken die zorgden voor ongelooflijk lekkere variaties op Zuid-Amerikaanse recepten. Griet
15
ZIJ VERSTERKEN ONS TEAM Greet Van Dyck - Verpleegkundige Hallo allemaal, ik ben Greet Van Dyck, 32 jaar en gegradueerd verpleegkundige. Ik woon in het centrum van Londerzeel. Ik heb lieve ouders en een handige broer die mij geregeld komen helpen om van mijn huis een warm nestje te maken. Ondanks het feit dat ik een hele hoop vrienden rond mij heb, ben ik " de prins op het witte paard" nog niet tegen gekomen. Na 9 jaar werken in het Sint-Maarten ziekenhuis te Mechelen ben ik aan een nieuwe uitdaging toe en zo ben ik hier in Akapella terecht gekomen. Ik besteed heel wat van mijn vrije tijd in de fitness. Ik ben bestuurslid van KVLV Londerzeel en zit ook in de parochieploeg van St. Kristoffel. Jaarlijks ga ik ook mee te voet naar O.L.V. van Scherpenheuvel. Als alles mee zit, neem ik volgend jaar in juni voor de 22ste maal deel. Zo, dat was een kleine voorstelling van mij. Ik ben er zeker van dat jullie mij vlug een "thuis" gevoel zullen geven hier in Akapella. Ik ga er in ieder geval voor! Groetjes, Greet Cindy De Keersmaecker - Verzorgende Ik ben Cindy De Keersmaecker, ik ben 23 jaar jong en woon te Willebroek. Mijn hobby’s zijn winkelen, uitgaan en fitnessen. En vind het leuk dat ik mij bij jullie als nieuwe collega mag aansluiten.
16
Veerle Van Hove - Verzorgende Mijn naam is Veerle Van Hove. Ik ben 34 jaar en ik woon te Malderen. Ik ben gehuwd met Wilfried Vermeir en we hebben 2 dochters, Silke (6 jaar) en Jana (3 jaar). Ik wil jullie allemaal leren kennen zodat we hier samen een aangename tijd in een toffe sfeer kunnen doorbrengen. Els Goossens - Verzorgende Hallo, ik ben Els Goossens en ik ben 26 jaar. Ik woon te Londerzeel Sint-Jozef. Een belangrijk deel van mijn vrije tijd vul ik op met studeren, want ik volg de cursus gespecialiseerde voetverzorging. De rest van mijn vrije tijd vul ik op met al het aangename wat het leven te bieden heeft en dat is heel veel. Groetjes, Els Liliane Verdeye - Verzorgende Even voorstellen, mijn naam is Liliane Verdeye. Ik ben 48 jaar jong en gehuwd met Jean-Paul. We hebben 2 kinderen, Wendy is 22 jaar en Glenn is 15 jaar. Verder zijn er thuis nog heel wat dieren: 2 hondjes, 2 papegaaien, 1 valkparkiet en een heel deel kippen. Mijn vrije tijd breng ik door in onze tuin of als vrijwilliger in het vogelopvangcentrum te Malderen, waar niet alleen vogels, maar ook alle andere wilde dieren welkom zijn. Dit alles gebeurt natuurlijk onder een toeziend oog van Mare en Franky. Ik hoop dat dit voldoende is om mij een beetje te leren kennen. Groetjes, Liliane
17
Petra Van Steen - verzorgende Hallo, ik ben Petra Van Steen. Ik ben 30 jaar en heb een zeer lieve tweeling Birthe en Maite die nu bijna 3 jaar zijn. Groetjes
WIJ WENSEN HEN VEEL SUCCES Evi Goris, klinisch psychologe Christel Van Nieuwenhuysen, verzorgende Wendy Reyntiens, verzorgende Jackie Brodelet, verpleegkundige Mandy Van Seghbroeck, verzorgende Daphne Van Den Broeck, verzorgende Debby Fierens, verzorgende Widad Harmak, verzorgende Nathalie Van De Vondel, verzorgende Annelies Van Dyck, verzorgende
PROFICIAT Wij wensen de fiere ouders van harte proficiat met de geboorte van: Freya, geboren op 29/08/2006 en dochtertje van Sandra Scherens (verzorgende) en Geert Van Loock.
18
ISAAC GÁLVEZ: 50 JAAR NA STAN OCKERS OPNIEUW EEN OVERLIJDEN OP DE PISTE Isaac Gálvez is op 26 november 2006 overleden na een valpartij tijdens de zesdaagse in Gent. Het ongeval gebeurde tijdens de tweede ploegkoers op de wielerbaan van Gent. Gálvez, die wereldkampioen was op het onderdeel ploegkoers, kwam in aanraking met Dimitri De Fauw en viel vervolgens tegen de balustrade. De snelle actie van het Rode Kruis, de geneesheren en het MUG-team mocht niet baten en de renner overleed op weg naar het ziekenhuis van Gent. Isaac Gálvez was 31 jaar en hij was pas enkele weken voordien in het huwelijksbootje gestapt. De organisatie besloot het evenement af te gelasten, "uit respect voor Galvez, zijn familie en de andere renners". Op 29 september 1956, vijftig jaar eerder, gebeurde er ook een tragisch ongeval op de piste van het Antwerpse Sportpaleis. Stan Ockers viel en overleed 2 dagen later op 1 oktober 1956. Het overlijden van Stan Ockers was een zware schok voor de wielerwereld want de 36-jarige renner stond toen op het toppunt van zijn carrière. Zijn begrafenis bracht tienduizenden supporters op de been. Griet
19
TEN HUIZE VAN... MARIA SCHEVERNELS In deze thuiskrant ben ik te gast in flatje 113 bij (en dat mag gezegd) een nog wel zeer actieve bewoonster van Akapella, Maria Schevernels. Ik maakte vooraf met haar een afspraak en gewapend met pen en papier kwam ik bij haar toe. Tot mijn aangename verbazing was het merendeel van het werk al klaar: Maria had namelijk zelf haar levensverhaal al op papier gezet en het leek mij een leuke afwisseling om de traditionele "interviewvorm" te vervangen door de autobiografie van Maria. Hier gaan we: Ik ben geboren in Vilvoorde op 6 mei 1919. Door omstandigheden met het werk van vader in Eternit zijn we in ’t putteke van de winter op een koude 6 december in 1924 in Kapelle aangekomen. Ik weet nog heel goed dat ik bang was dat Sinterklaas mij door de verhuis zou vergeten. We waren thuis met 2 kinderen: mijn broer Maurits en ikzelf. Voor ons was de aanpassing na de verhuis niet zo groot, kinderen wennen gauw. Voor ons moeder echter was het heel moeilijk, ze moest heel haar familie achterlaten. Kapelle-op-den-Bos leek voor haar wel het buitenland. ’t Was toen ook nog een "boerengat", zonder verlichting en straten waar ge uw benen kon op breken. Ik ging tot 14 jaar naar school en had daarna graag voor onderwijzeres geleerd, maar daar was geen sprake van. Gaan werken was de boodschap. 20
Mijn grootste hobby is altijd "Het Toneel" geweest: op school voorlezen, gedichten voordragen ... het zat er van kleins af in. Vele mooie jaren heb ik beleefd bij de toneelkring "Nut en Vermaak" bij de Sussen. Ik speelde ook nog in andere toneelkringen, want er was voor de rest niet zo veel ontspanning. Er was later ook nog de volksdans en we gingen 2 keer in de week in groep fietsen. Een heerlijke tijd was dat!!!
Op de foto: Maria Schevernels op de scène met "Jan Bekkeman" in een toneelstuk bij de opening van de Sint-Jozefkring in 1950
21
Daarna kreeg ik verkering. In 1944, in volle oorlogstijd, trouwde ik met Fons Troch, die in 2001 in Akapella overleden is. Fons en ik kregen 2 kinderen: op 29 mei 1948 werd onze dochter Rita geboren, maar tot ons groot verdriet overleed zij toen ze 3,5 jaar was. Op 29 september 1956 is gelukkig onze zoon Marc geboren. Marc trouwde op 8 januari 1983 met Annie Vermeren uit Malderen.
Ze kregen een dochter: Sanne, geboren op 25 februari 1986 tot grote vreugde van Fons en mij als fiere grootouders. Zo is het leven, ’n lach en een traan en daarmee moeten we leren leven!.
Maria, bedankt voor het neerschrijven van je levensverhaal en ik hoop dat je nog vele jaren bij ons in Akapella mag verblijven. Verder wens ik jou en je familie in naam van alle Akapella -werkers en -bewoners nog een mooie toekomst, prettige Eindejaarsfeesten en een gezond en gelukkig 2007!!! Magda
22
HERINNERINGEN Een knikker, een bal en een step wat hadden we toen een reuze pret Nu verlangt men enkel nog internet. Met zijn tienen op straat, vrienden ondereen, nu op je eentje voor de computer helemaal alleen. Een oude fiets, meestal van iemand geleend, nu fonkelend nieuw, volgend jaar misschien weer een? Een boterham met jam, zo uit de vuist, nu een belegd broodje, heel netjes, zo is het juist. Een scheur in je broek, een knoop die ontbrak, nu netjes gestreken, precies een zondags pak Dikkopjes vangen en in de wei kalfjes horen loeien, nu naar de kinderboerderij om nog dieren te zien groeien. We speelden op straat, geen auto in zicht, nu staat op elke hoek van de weg een rood licht. We konden van sleutel- en korenbloemen een boeketje binden, nu zijn het beschermde bloemen, enkel nog in boeken te vinden. Onze kennis raapten we op van de straat en uit de natuur, nu halen we onze kennis van internet, uur na uur. Misschien zijn dit ook voor u herinneringen uit vervlogen tijden. Bron: Bundel;"Uit het leven gegrepen". Van Karin Reitzmann
23
MENSEN VAN BIJ ONS: VONDELINGEN Kinderen te vinden leggen was vroeger een tamelijk voorkomend fenomeen en is gelukkig bijna volkomen verdwenen Toch gebeurt het af en toe, zoals onlangs in Essen, waar een jongetje in het station gevonden werd in een kartonnen doos. Dit kindje kreeg een toepasselijke naam: Van Essen Jasper, een naam waarmee hij fatsoenlijk door het leven kan. Vroeger kregen deze kindjes soms namen die voor de rest van hun leven een stempel over hun afkomst op hun persoon plakte. Velen werden genoemd naar hun vindplaats. Portaels: gevonden in een portaal. Van Den Durpel: gevonden op een dorpel. Meert: gevonden in de maand maart. Kerkstoel: gevonden op een stoel in de kerk. Een treffend geval kenden we in Zemst. Op 7/05/1794 werd te Zemst nabij de Brusselsesteenweg een jongetje gevonden in de gracht naast de weg. Hij kreeg de naam Thomas Indegracht. Hij werd gevoed uit inkomsten van de parochie. In het Mechelse wonen nog afstammelingen met die naam. De kinderen die te vinden gelegd werden kwamen meestal van meisjes die misbruikt waren. Dikwijls werden die thuis verstoten en wisten ze van geen hout pijlen te maken. Tijdens het bewind van Napoleon kwam er verandering. Wie een kindje openbaar te vinden legde, kreeg een straf gelijk aan die van iemand die doodslag pleegde. Napoleon liet de zogenaamde schuiven inrichten waar men ongestraft kindjes kon inleggen. Zijn bedoeling was ook om de jongens die er terecht kwamen te gebruiken als soldaten op zijn oorlogschepen. De schuif kon langs buiten geopend worden, het kindje er ingelegd en bij het sluiten viel de grendel dicht. De bel rinkelde en daarop kwamen de mensen van het vondelingentehuis kijken en namen het kindje mee ter verzorging. Deze werkwijze heeft vele kindjes van een gewisse dood gered. In 1860 werd de schuif afgeschaft maar voor enkele jaren in Antwerpen weer geplaatst met veel protest als gevolg. 24
Er werden nog geen kindjes ingelegd maar de organisatie die hier achter staat heeft al verschillende wanhopige moedertjes kunnen helpen bvb door officieel afstand te doen. Wat gebeurde er met deze kindjes? Op zondagmorgen na de hoogmis werden er aan de kerk met belgerinkel afkondigingen gedaan zoals bijvoorbeeld de melding van een koopdag. Er werd dan ook de vraag omgeroepen wie er een kindje wilde opnemen tegen betaling door de diensten die we nu OCMW noemen. De pleegouders kregen een vergoeding waarin ook "schoolgeld" inbegrepen was en zij moesten het kind naar school sturen. Kinderen geplaatst door OCMW Brussel moesten tot hun 12e naar school die van Antwerpen tot hun 15e. Hierna kwamen zij meestal ergens als boerenknecht of als dienstmeid terecht. Hoe zat het in onze gemeente? We kennen een paar gevallen. Op 18 Maart 1857 was Jan De Koning uit Vilvoorde, koopman in ellegoed op weg naar Puurs toen hij in de boomgaard van Jan De Bruyn, gelegen op een vijftal meter van de spoorweg, kreten hoorde die op kindergeschrei leken. Hij ging kijken en vond er een kindje. Het lag op twee naast elkaar liggende planken. Deze man verwittigde de veldwachter en de burgemeester, die ter plaatse kwamen om het kind op te halen. Het vinden werd als volgt beschreven: "Het kind was gewikkeld in een zwarte rok uit Franse Merinoswol, gevoerd met bruin katoen en vastgemaakt met een garen lint, rood en wit gestreept en gedeeltelijk blauw, het geheel verenigd, dat zeer versleten was." Het kind was van het mannelijk geslacht en kreeg de naam Gabriel Van de Planck. Al deze notities vind men terug in de geboorteakten van de burgerlijke stand, volledig in de Franse taal. Hoe het verder is verlopen met dit kindje hebben we nog niet kunnen achterhalen. Er wordt ook gezegd dat men in Oxdonk in de maand Augustus een kindje vond dat de naam Augustus kreeg. Dit is niet juist. Het levensverhaal van de vondeling Augustus gaat als volgt. Op 12 Juli 1815 werd er een kindje in de schuif van het vondelingentehuis van Antwerpen gelegd. 25
De directeur van dit tehuis doet de volgende morgen aangifte bij de burgerlijke stand en verklaart dat het een mannelijk kind is in goede gezondheid. Bij het vinden droeg hij een hemd, een rood onderlijfje in rood geruit katoenen linnen, een wit navelbandje, een veelvuldig gebruikte luier, een linnen muts met hemelsblauwe gebloemde ondergrond, twee luiers van rode wol, een doorgeknipt gefestoneerd biljet met twee schuine zwarte lijnen waarop de naam Augustus vermeld was. Op basis van dit naambiljet kreeg hij de naam Norbertus Augustus. Dezelfde dag werd hij gedoopt in de Sint-Andrieskerk te Antwerpen vlakbij het vondelingentehuis. Het doopsel werd toegediend "Onder voorwaarde" omdat de pastoor niet kon weten of het kind al gedoopt was of niet. Peter was Frans Lauwers en meter Marie Rijnwit. De beschrijving van de kleding was verplicht. Het briefje aan zijn kleding was gebruikelijk. Een moeder liet altijd een spoor na op haar kindje. Meestal was het een in punten doorgeknipte speelkaart of heiligenprentje. De helft hield zij bij zich als bewijs dat het haar kind betrof in de hoop het ooit terug te kunnen halen. Wat zelden gebeurde, want zij moest dan bekennen dat zij een vondelingske had en alle kosten betalen die aan dat kind besteed waren. Het briefje met de naam Augustus is nog steeds bewaard in zijn dossier te Antwerpen. Hij was een van de 115 kindjes die dat jaar in de schuif werden gelegd, terwijl er nog ongeveer hetzelfde aantal onwettige kinderen werden geregistreerd. Hoe verging het verder met Norbertus? Op 25 Augustus 1815 werd hij geplaatst bij Gaspar Vink en Jeanne Van Camp in Schilde. Hij kwam terug naar het vondelingentehuis op 6 October 1815. Op 22 April 1816 werd hij opgenomen bij het gezin Andries Van Der Steen en Anna Catharina Selderslaghs in de Broekstraat 88 te Kapelle-op-den-Bos. Dit is het achterste gedeelte van de huidige Oxdonkstraat nabij het kapelleke. Vanaf zijn 5 jaar tot bijna aan zijn 16e jaar werd er naast onderhoudsgeld ook nog schoolgeld betaald. Feit is dat hij zeer mooi zijn naam kon schrijven. 26
Wanneer hij ongeveer 17 jaar was is hij naar Leest vertrokken, waarschijnlijk om als boerenknecht op een boerderij te werken. Bij de loting in Antwerpen voor de militaire dienst was het geluk met hem. Hij trok nummer 1249, een hoog nummer en was vrij. In november 1844 trouwde hij met Elisabeth Troch die merkelijk ouder was. Zij bleven wonen op haar ouderlijke boerderij te Leest, vlakbij de spoorweg op de scheiding met Kapelle-op-den-Bos. Zijn echtgenote overleed op 13 Januari 1858. Op 15 November van datzelfde jaar hertrouwde Norbertus met Anna Coleta Sijmons uit Kapelle-op-den-Bos, die een stukje jonger was. Uit dit huwelijk werden 7 kinderen geboren waarvan 2 doodgeboren. Tot 1873 blijven zij in Leest wonen en verhuizen dan naar de overzijde van de straat op grondgebied Kapelle-op-den-Bos, waar de familie Augustus nog steeds gevestigd is. Twee van zijn zonen hebben voor een nageslacht gezorgd en alle Augustussen die we kennen behoren tot zijn nakomelingen. Hij verloor zijn 2e echtgenote op 16/01/1892. Norbertus Augustus overleed zelf op 30/12/1897 op 82 jarige leeftijd. Bij zijn overlijden was 82 een hoge leeftijd voor die tijd. Maar zijn leven was hard, hij kende zijn ouders niet, verloor 2 echtgenotes en 4 van zijn 7 kinderen.
Jasper Van Essen heeft ziekenhuis verlaten. (ATV - 19/12/2006) Het vondelingetje Jasper Van Essen ligt niet meer in het ziekenhuis van Brasschaat. Sinds gisteren verblijft hij in Good Engels, een kinderhome. Het gaat heel goed met de baby. Toen Jasper enkele weken geleden werd gevonden aan het station van Essen woog hij amper 2 kilo, nu weegt hij al 3 kilo achthonderd. Tot er een pleeggezin is gevonden, zal de kleine Jasper in het kinderhome blijven. Bij welk gezin hij uiteindelijk zal gaan wonen, is nog niet beslist.
27
100 JAAR GELEDEN SCHREEF STIJN STREUVELS "DE VLASCHAARD" Het verhaal van de Vlaschaard Vlaanderen, begin vorige eeuw. Boer Vermeulen heerst over zijn land met de ijzeren hand van een autoritaire patriarch. Hij botst voortdurend met zijn zoon Louis, die er zo zijn eigen ideeën op nahoudt over hoe het vlas gezaaid en geoogst moet worden. Wanneer Louis het dan ook nog aanlegt met de melkmeid, wordt het te veel voor Boer Vermeulen en hij gaat zijn zoon met een stok te lijf. De verzoening tussen vader en zoon komt er pas aan het sterfbed van Boer Vermeulen. Frank Lateur werd geboren op 3 oktober 1873 in Heule (Kortrijk). Zijn oom was Guido Gezelle. Hij was een gesloten, eigenzinnige en vaak opvliegende jongen. Deze eigenschappen behoudt hij zijn leven lang. Op aanraden van Guido Gezelle studeerde hij lager middelbaar in het Sint-Jan Berchmanscollege te Avelgem. Hij was er op internaat. Daarna trok hij voor 2 jaar naar Brugge om het beroep van bakker aan te leren. Al zijn zakgeld besteedde hij aan boeken. In zijn vrije tijd studeerde hij Duits, Engels, Russisch en Noors, dit alles om de werken van de grote buitenlandse schrijvers te kunnen lezen.
28
Ondertussen hadden zijn ouders de bakkerij van zijn oom te Avelgem overgenomen en werkte hij mee in de bakkerij. Hij begon boeken te verzamelen en legde de grondslag van de uitgebreide bibliotheek (6.000 boeken). Hij begon gedichten te schrijven en zijn eerste boek was "Lenteleven", dat hij schreef onder het pseudoniem Stijn Streuvels. Hij bleef tot 1905 in de bakkerij, dan verhuisde hij naar Ingooigem, waar hij in 1903 een stuk grond had gekocht. Hij had daar zijn "Lijsternest" laten bouwen. In 1904 ontving hij de vijfjaarlijkse prijs voor letterkunde. In 1905 trad hij in het huwelijk. In 1907 schrijft hij zijn beroemde en verfilmde verhaal: "De Vlaschaard". Stijn Streuvels is in 1969 overleden op 98-jarige leeftijd te Ingooigem. Zijn uitvaart werd bijgewoond door 7.000 mensen. Griet
Akapelse wintersporters
29
VERJAARDAGEN NOVEMBER 02/11/1914
De Smedt Francine (wooneenheid 116)
05/11/1922
Eeckhout Marie-Louise (wooneenheid 101)
05/11/1925
Taevernier Maria (wooneenheid 003)
06/11/1940
De Bakker Antoine (vrijwilliger)
09/11/1959
Janssens Linda (vrijwilligster)
10/11/1909
Smet Margriet (wooneenheid 103)
13/11/1973
Craen Heidi (verzorgende)
14/11/1920
Van Reydt Yvonne (vrijwilligster)
16/11/1928
Kerssebeeck Maria (vrijwilligster)
20/11/1909
Moens Céline (wooneenheid 208)
20/11/1955
Peeters Marc
21/11/1918
Deschrijver Nieke (wooneenheid 146)
21/11/1977
Scherens Sandra (verzorgende)
23/11/1926
Troch Francine (wooneenheid 144)
28/11/1907
Troch Manske (wooneenheid 127)
28/11/1925
Van Herck Martha (wooneenheid 130)
29/11/1960
Schoutens Patricia (kinesitherapeute)
DECEMBER 02/12/1930
Van de Merlen Piet (vrijwilliger)
03/12/1962
Bal Patricia (verzorgende)
03/12/1928
Van der Aa Leopold (vrijwilliger)
04/12/1983
De Donder Annick (verzorgende)
04/12/1972
Schelkens Inge (podologe)
06/12/1965
Huyghe Ann (verpleegkundige)
07/12/1924
Thielemans Wiske (wooneenheid 115)
11/12/1917
Opde Beeck Margriet (wooneenheid 139) 30
11/12/1982
Ceuppens Sandra (keukenhulp, interieurverzorgster)
12/12/1980
De Maerschalck Tine (verpleegkundige)
13/12/1935
Heyvaert Marcel (vrijwilliger)
17/12/1915
De Smedt Filomeen (wooneenheid 148)
22/12/1955
Vandersteen Diana (kapster)
23/12/1967
Torfs Daniëlla (verzorgende)
24/12/1962
Farzanehkish Ali (vrijwilliger)
25/12/1940
De Boeck Emmanuel (vrijwilliger)
25/12/1941
Laisnez Gerarda (vrijwilligster)
26/12/1938
Jacobs Frieda (wooneenheid 213)
26/12/1925
Spruyt Rosa (wooneenheid 206)
31/12/1966
Geuens Heidi (kinesitherapeute, animatrice)
JANUARI 02/01/1959
Peleman Yves
03/01/1915
Van den Bossche Pros (wooneenheid 142)
03/01/1927
De Hertogh Leona (wooneenheid 108)
04/01/1941
Vervloessem Agnes (vrijwilligster)
07/01/1921
De Heel Mariëtte (wooneenheid 120)
09/01/1929
Collijs Lucienne (wooneenheid 009)
09/01/1957
De Ridder Liesbeth (vrijwilligster)
12/01/1979
Denorme Els (kinésitherapeute)
13/01/1974
Ardies Patricia (interieurverzorgster)
13/01/1953
Clymans Paul (vrijwilliger)
22/01/1929
De Souter Jean (vrijwilliger)
22/01/1945
Lauwers Harold (vrijwilliger)
24/01/1986
Vriens Steve (weekendstudent)
27/01/1975
De Beule Nabora (hoofdverpleegkundige)
29/01/1929
Rosiers Marcella (wooneenheid 145)
29/01/1947
Van Muylders Stefaan (vrijwilliger) 31
FEBRUARI 02/02/1926
Van den Bergh Virginia (wooneenheid 024)
03/02/1937
Andries Godelieve (vrijwilligster)
05/02/1955
Buggenhout Maria (vrijwilligster)
12/02/1926
Teughels Jos (wooneenheid 215)
13/02/1955
Van Geet Astrid (interieurverzorgster)
14/02/1955
Van Bosch Annemie (keukenhulp)
15/02/1960
Lambrechts Karel
15/02/1950
De Beule Alfons (vrijwilliger)
17/02/1920
Van den Broeck Frans (wooneenheid 115)
17/02/1921
Peeters Anna (wooneenheid 138)
18/02/1918
Bollé Maria (wooneenheid 131)
23/02/1922
Kerremans Jeanne (wooneenheid 126)
28/02/1947
Appels Gustaaf (vrijwilliger)
MAART 03/03/1969
Van Hemelrijck Sonja (verzorgende)
04/03/1943
Van Muylders Danny (wooneenheid 217)
05/03/1925
De Ridder Jeanne (wooneenheid 121)
07/03/1924
Jottier Rosette (wooneenheid 025)
08/03/1923
Spoelders Maurice (wooneenheid 207)
08/03/1955
Karemera Emile (vrijwilliger)
11/03/1988
De Donder Veerle (vrijwilligster)
13/03/1929
De Decker Fin (wooneenheid 002)
14/03/1919
Van Roy Lydia (wooneenheid 214)
14/03/1974
Roosemont Anja (verpleegkundige)
15/03/1962
Van Assche Ingrid (vrijwilligster)
19/03/1922
Vander Elst Leonie (wooneenheid 005)
19/03/1944
Peeters Jos (vrijwilliger)
32
23/03/1924
Van Rompaey Pier (wooneenheid 124)
27/03/1927
De Groef Frans (wooneenheid 003)
27/03/1950
Delestré Wilfried (vrijwilliger)
28/03/1916
Vanhoof Jeanne (wooneenheid 133)
29/03/1920
Vekemans Maria (wooneenheid 109)
30/03/1914
Peeters Jetteke (wooneenheid 137)
31/03/1963
Leyssens Veerle (verzorgende)
IK PLANTTE NE KEER PATATTEN Mustafa leeft al meer dan 40 jaar in Amerika. Hij wil graag aardappelen in zijn tuin planten, maar hij is te oud geworden om te spitten en zijn enige zoon woont nog in Irak. Op een morgen stuurt hij volgende e-mail aan zijn zoon: Lieve Achmed, ik ben erg verdrietig omdat ik in mijn tuin geen aardappelen meer kan planten. Ik weet zeker dat jij me had geholpen om de tuin om te spitten, als je hier was geweest. Ik hou van je. Je vader. De zoon antwoordt meteen: Lieve vader, raak alsjeblief niets aan in de tuin! Ik heb daar namelijk "het spul" verstopt. Ik hou ook van jou. Achmed Nog geen 2 uur later staan de US Army, de Mariniers, de FBI en de CIA voor het huis van de oude man. Ze spitten de tuin spade voor spade om, zoeken iedere millimeter af, maar ze vinden niks en uiteindelijk druipen ze teleurgesteld dropen af. Diezelfde avond nog krijgt de oude man opnieuw een bericht van zijn zoon: Lieve vader. Hoogstwaarschijnlijk is de tuin nu helemaal omgespit en kan je de aardappelen planten. Meer kon ik op deze afstand niet voor je doen. Ik hou van je. Achmed.
33
NIET TE MISSEN Elke maandag om 10 uur in de polyvalente zaal: ochtendgymnastiek met Patricia Elke dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag op afdeling 2: ochtendgymnastiek met Katrien Elke woensdag om 15uur in de polyvalente zaal: Handwerk met Maria en Julia Elke donderdag rond 10 uur: marktbus om 15 uur in de polyvalente zaal: Bingo met Antoinette en Isidoor Elke woensdag om 11 uur in de zithoek op de benedenverdieping: Boekenwurm met Annemie Elke eerste donderdag van de maand om 10u30 in de polyvalente zaal: Tachtig Maar Krachtig begeleid door het hartverwarmend Akapella bewegingsteam. JANUARI Maandag 1 januari
Wij wensen iedereen een gezond en liefdevol 2007
Vrijdag 5 januari
Driekoningenfeest en nieuwjaarsreceptie
Vrijdag 12 januari
Zitdans
Dinsdag 16 januari
Bewonersraad
Vrijdag 19 januari
Zo was het vroeger: Akapella
Woensdag 24 januari
"Klawieteren" op afdeling 2
Maandag 29 januari
Verjaardagstaart bakken
Dinsdag 30 januari
Verjaardagsfeest
34
FEBRUARI Vrijdag 9 februari
Zitdans
Maandag 12 februari
In het jaar 1997...
Vrijdag 16 februari
Zo was het vroeger: Liefde voor het leven
Dinsdag 20 februari
Carnaval met radio Harold
Vrijdag 23 februari
10 jaar Akapella...
Maandag 26 februari
Verjaardagstaart bakken
Dinsdag 27 februari
Verjaardagsfeest
Woensdag 28 februari
"Klawieteren" op afdeling 2
MAART Vrijdag 2 maart
Verteltheater met Marcella Piessens
Maandag 5 maart
Actualiteit met Heidi
Vrijdag 9 maart
Zitdans
Maandag 12 maart
In het jaar 1998...
Vrijdag 16 maart
Zo was het vroeger: Meneer Doktoor
Vrijdag 23 maart
10 jaar Akapella...
Maandag 26 maart
verjaardagstaart bakken
Dinsdag 27 maart
verjaardagsfeest
Woensdag 28 maart
"Klawieteren" op afdeling 2
HAMERKE De klant tegen de verkoper: "Ik wil graag dit hamerke omruilen". "Waarom?" vraagt de verkoper. "Hij slaat er iedere keer naast." antwoordt de klant.
35
MENSEN VAN BIJ ONS KANUNNIK JACOBUS MUYLDERMANS Wij kennen allemaal de Kanunnik Muyldermanslaan in onze gemeente. Maar wie was de persoon naar wie deze straat genoemd werd? Jacobus Muyldermans werd geboren in Kapelle-op-den-Bos op 8/09/1855 als oudste zoon van Franciscus Joannes Muyldermans en Coleta De Ruysscher. Na Jacobus kwamen er nog 5 kinderen. Het gezin woonde in de Bredestraat (Oxdonk) en de ouders waren landbouwers. Vader Muyldermans had enig aanzien in onze gemeente. Hij was voorzitter van de kerkfabriek, lid van het katholiek schoolkomiteit, lid van de armenraad en hij zetelde in de gemeenteraad. Jacobus Muyldermans liep school in Kapelle tot zijn 13 jaar. De school lag niet bij de deur en te voet op klompen over de onverharde wegen zal wel niet altijd meegevallen zijn. Hij studeerde van 1868 tot 1874 te Mechelen aan het Sint-Romboutscollege met schitterende resultaten. Na zijn humaniorastudies begon hij aan zijn priesteropleiding in het Klein en Groot Seminarie te Mechelen. Op 20 september 1879 werd hij tot priester gewijd en nadien volgde hij studies "letteren en wijsbegeerte" aan de universiteit te Leuven. Op verzoek van Z.E.H. Bols, directeur van het college te Aarschot werd hij er tot leraar benoemd op 7 september 1880. Vier jaar later werd hij er directeur. 36
Hij kreeg nog verschillende taken zoals inspecteur van het lager en het middelbaar onderwijs in het aartsbisdom. Hij werkte mee aan verschillende tijdschriften en publiceerde talrijke boeken. Vanaf 29 december 1902 was Jaak Muyldermans werkzaam te Mechelen als aalmoezenier van het garnizoen en het krijgsgasthuis gelegen aan de Brusselpoortstraat. Hij werd ook benoemd tot doctor Honoris Causa van de Hogeschool te Leuven. Het was in de functie van aalmoezenier dat hij in 1914 vrijwillig de geïnterneerde Belgische soldaten volgde naar Harderwijk in Nederland waar hij met E.H. Bruno Belpaire de aalmoezeniersdienst oprichtte. Op een bepaald ogenblik verbleven er meer dan 13.000 Belgen in het kamp. Als katholiek waren zij niet welkom in het protestantse noorden van Nederland. Toen zij aldaar vroegen om een zaal te gebruiken om de mis op te dragen werd dat geweigerd want "Dat paste niet in hun visie". Eerst verbleven de soldaten in tenten, omgeven door prikkeldraad en bewaakt door gewapende Nederlandse militairen, later in barakken en er kwam ook een kapelbarak, een ziekenboeg enz. In dat kamp verbleven ook mensen uit onze gemeente. Twee jongens stierven er: DE BONDT Eugeen, geboren te Ramsdonk 25/10/1887 en overleden in Harderwijk 19/11/1918 STOELS Petrus Frans, geboren te Kapelle o/d Bos 29/04/1885 en overleden in Utrecht 1/07/1917 en bijgezet op het ereveld te Harderwijk. De graven van deze Belgische soldaten bevinden zich op een speciaal ereperk op de begraafplaats van Harderwijk waar 145 jongens begraven liggen. De meesten stierven aan de Spaanse griep die lelijk huis hield in het kamp. Verder verbleven er nog: JANSSENS Joannes uit de Molenstraat te Nieuwenrode. Tijdens zijn verblijf in Harderwijk stierven 2 van zijn kindjes. Zijn dochter woont nog in het ouderlijk huis. 37
VAN WIN Joannes Franciscus, gekend als Sooi Baard, woonde later in de huidige Overzetstraat. VAN CAMPENHOUT Victor. Zijn dochter woont nog in de Hogerheistraat. VAN CAMPENHOUT Petrus. Zijn kleindochter woont nog in de Hogerheistraat. Deze soldaten kregen bezoek van hun echtgenote (zie foto).
Verder zijn nog gekend: WALSCHAERTS Jan (zie foto) uit de Molenstraat vlak bij de Donkerenham. Vlak voor het uitbreken van de oorlog werd in het gezin een tweeling geboren. Hij moest naar het front en zag zijn kinderen pas terug als zij 4 jaar waren en hem niet kenden. Zijn dochter Julia woont in Akapella. BOGHEMANS Joannes Baptist woonde in een café naast het vroegere gemeentehuis van Nieuwenrode beter gekend als Tiske Moon. Dat het daar een heel zwaar leven was hoeft geen betoog. Het vergde zeer veel krachten van Kanunnik Muyldermans die er een hartkwaal aan over hield.
38
Ter illustratie: Op 6 augustus 1918 schrijft een Nederlandse soldaat Meindert Boss vanuit het militair hospitaal te Harderwijk aan zijn broer. Zonder het te weten beschrijft deze Nederlander hoe Kanunnik Muyldermans een stervende jonge soldaat bijstaat. Dit fragment gaat kennelijk over soldaat Havelange, overleden op 6 augustus.1918. "Gistermiddag kwam ik hier, tegen de avond. Er werd mij een zaal aangewezen, zaal 59. Een oppasser zei mij even te wachten. Het was me goed, neer te kunnen vallen in een grote armstoel. Daar lagen zo een tiental patiënten, oude Belgische en Hollandsche soldaten, jong, die me nieuwsgierig-mat aankeken. Daar zag ik een treffend tafereeltje. Zoo midden in de groote zaal een stukje leven apart, een brok leed afzonderlijk. De arme jongen ijlde. En een Belgisch aalmoezenier, met zoo een goedmoedig oude, grijze kop en vriendelijke oogjes zoo beweeglijk achter zijn gouden brilleke, was over hem heen gebogen en vatte de hand van onzen makker die daar lag, in grote benauwdheid. Arme jongen. "Ik moet," steunde hij en er lag een onuitsprekelijk verlangen met groote zielsangst in zijn stem, "ik moet weg, weg, want vader komt". Dan weer smekend:"Ge zult mij toch dit ééne ding niet weigeren, pastoor". En dringend greep hij de hand van den goeden grijsaard. "Ge zult toch vader halen van den trein, en hier brengen, bij mij. Hij komt om 8 uur." "Ja zulle. Ik beloof het, geloof me". En dan maakte hij gewillig het teeken des kruizes, en was weer stil voor een pooze. Toen ging ik weg naar een bijzaaltje nr. 60. Het is nu nacht geweest en ’t is middag alweer, ik heb hier een krib gekregen. Maar onze makker is niet meer. Snikkend traden de ouders door de gang. Vanmorgen. Spaansche griep, en een longontsteking kwam erbij …"
39
In Harderwijk schrijft Kanunnik Muyldermans een bundel gedichten met als titel "OORLOGSRIJMEN". Dit bundel telt ruim 120 gedichten over 250 bladzijden. Verschillende gedichten hebben als onderwerp: zijn moeder, zijn familie, zijn dorp Kapelle-op-den-Bos. Eén van die gedichten noemt "Herinneringen aan ’t geboortedorp". Een gedeelte hiervan willen wij u niet onthouden. Het beschrijft hoe in september 1914 de Duitse soldaten onze kerk uitbranden en ook de hele Mechelseweg plus zijstraten. Op 11 september 1929 overleed Kanunnik Muyldermans in zijn woning aan de Frederik de Merodestraat 58 te Mechelen. Op zaterdag 14 september ging de plechtige begrafenis door in de Sint-Romboutskathedraal te Mechelen. Hij werd nog dezelfde dag begraven in Kapelle-op-den-Bos. In onze gemeente werd een comité opgericht onder voorzitterschap van toenmalige burgemeester F. Van Buggenhout en met Pastoor Pittois als erevoorzitter, om op zijn graf een eremonument op te richten. Het grafmonument draagt niet ten onrechte het opschrift AAN GOD EN ZIJN VOLK WAS ZIJN LEVEN GEWIJD In september 2005, bij de herdenking van de 150e verjaardag van zijn geboorte werd dit grafmonument helemaal opgefrist. Bij die gelegenheid werd ook een nieuw muziekstuk gecomponeerd door Guido De Ranter uit onze gemeente. Het stuk kreeg de naam Haexdonk, de vroegere schrijfwijze van Oxdonk. Het stuk werd dan uitgevoerd door de 4 fanfares uit onze gemeente in de Gonzaguazaal van het Sint-Godelieve-instituut. FB Geraadpleegde bronnen: Biografische schets van F. Vanderjeught Boek over de Kanunnik van de hand van H. Van De Ven Boek "Gehalveerde mensen" Het Belgenkamp in Harderwijk door Anton Reijngodt (NL) Gemeentearchief van Harderwijk / Nederland Archief Erfgoedcel Kapelle o/d Bos
40
"Herinneringen aan ’t geboortedorp". Maar, eilaas! ’t Is al verdwenen: De oorlog gierde er over henen Met zijn rampen en zijn wee. En de beul wrochte er ten bloede Zijne wraak uit en zijn woede. Alsof gold het reedloos vee! Hoort de vlammen knettrend blaken Hoort hoe muur en balken kraken, Ziet die duivlen in de weer, Duitsche duivlen toortsen zwaaiend, En hun "Gott mit uns!" uitkraaiend Want dit eischt hun culturleer! Hoort die kerels dolle kreten Slakend; woedend als bezeten Beuken ze wat kan ter neer En zij schaatren ’t uit in vloeken. Als het vuur aan de vier hoeken. ’t Kerkjen aangrijpt van den Heer En toen van het woest vernielen De armen moede nedervielen. Trok ’t geboefte blij vandaan. Duitschlands eere was gewroken Weerloos volk zijn trots gebroken Wraak en rooflust was voldaan ! Zoo zie ik mijn dorpje weder … Zijgt er ’t avondgrauw op neder Met het fletse licht der maan, O dan, uit die hoopen stenen Schijnt er als een luidop weenen. Als een zuchten op te gaan.
41
VERTELSELS ROND KERSTMIS Advent Kerstmis wordt voorafgegaan door de Advent. Tijdens de Advent wachten de Christenen op de komst van Jezus. Advent begint op de vierde zondag voor Kerstmis (het begin van het kerkelijk jaar) en duurt tot Kerstavond. Kinderen krijgen soms een adventskalender met voor elke dag een 'deurtje' waar iets lekkers achter verstopt zit. Er wordt een adventskrans met vier kaarsen neergezet. De eerste kaars wordt op adventszondag aangestoken en elke zondag erna wordt er een kaars extra aangestoken. Tijdens de adventsperiode worden overal kerstmarkten gehouden.
Van kerstnacht tot driekoningen Tegenwoordig zijn de twaalf nachten van het heidense joelfeest vervangen door de 'kerstkring'. Dit is een groep kerkelijke feesten rondom kerstmis. De kerstkring begint met de feestelijke nachtmis in de nacht van 24 op 25 december en eindigt met driekoningen op 6 januari. Wie na die datum nog kerstversiering in huis heeft, roept onheil over zich af.
42
Niet vreemd, maar anders In Engeland en Amerika hangt men een mistletoe op in huis. De mistletoe (ook vogellijm of maretak genoemd) is het symbool van vriendschap. Een meisje dat per ongeluk (?) onder de mistletoe staat, mag door een jongen worden gekust. En vice versa natuurlijk. In Oost-Europa vasten mensen de dag voor Kerstmis, zodat het kerstmaal extra goed smaakt. Men gaat aan tafel als de eerste ster aan de hemel verschijnt en er wordt bij het diner 1 stoel vrijgelaten voor het kerstkind. In Polen legt men stro op de vloer en op tafel als herinnering aan de stal van Bethlehem. Er wordt optalek (een plat brood waarin kerstfiguren zijn gedrukt) gegeten. Het brood gaat rond zodat iedereen een stukje af kan breken. Wie niet thuis is, krijgt een stukje opgestuurd. In Brazilië worden geen echte, maar plastic kerstbomen in huis gezet. Men gaat naar de nachtmis, er wordt gegeten, gedronken en cadeautjes uitgepakt. Vervolgens wordt er tot de volgende dag twaalf uur knalvuurwerk afgestoken. In Scandinavië speelt de geit een grote rol in de kerstviering. De geit zou boze geesten die rond de jaarwisseling te voorschijn komen, verdrijven. Men geeft elkaar geitjes van stro en kinderen verkleden zich als geit. Griet
43
O DENNENBOOM, O DENNENBOOM, Zo klinken de eerste woorden van misschien wel het allerbekendste kerstliedje. Maar het zet ons wel meteen op het verkeerde spoor want de dennenboom, wereldwijd hét kerstsymbool bij uitstek, is eigenlijk geen den maar een spar. Geen slecht idee dus om de kerstboom eens nader te bekijken ! Decembermaand. Maand waarin de winter begint, maand van Sinterklaas, maar vooral … kerstmaand. Het lijkt wel alsof twinkelende lichtjes, schitterende kerstballen en weemoedige kerstmelodieën een positief effect hebben op ons humeur. Binnen ruikt het naar gebak, kaarsjes en … frisse dennentakken. De kerstboom mag uiteraard niet ontbreken. Die boom is namelijk hét symbool van Kerstmis en het centrale element van de kerstdecoratie. Maar wat is nu de oorsprong van de kerstboom? Over de oorsprong van de traditie om een kerstboom in huis te halen lopen de meningen uiteen. Verschillende versies doen de ronde, maar aan de boom zelf wordt steeds dezelfde symboliek toegeschreven: in het hartje van de winter staat de spar met zijn groenblijvende naalden symbool voor het Leven, het leven dat voortgaat, en hij was eveneens een voorbode van vernieuwing. Bij het feest vormde ook het Licht een belangrijke constante. De symbolen van groenblijvende boom en Licht werden door de Christenen overgenomen van de Germanen. Deze laatsten haalden op 21 december – de kortste dag van het jaar en het feest van de kerstening – ter gelegenheid van de winterzonnewende, een groenblijvende tak of boom in huis of op hun erf. Bij de Christenen symboliseerden de groenblijvende boom en het licht de geboorte van Jezus Christus: Licht voor de mensheid en Hoop op een nieuw leven.
44
Vandaag maakt de traditie van de kerstboom bijna overal deel uit van de heersende gebruiken: gelovigen en niet-gelovigen, groot, klein, arm en rijk scharen zich rond de kerstboom om de eindejaarsfeesten te vieren. En wees gerust, de aankoop van een kerstboom draagt niet bij aan de vernietiging van de natuur. Kerstbomen worden namelijk speciaal gekweekt om als kerstboom te worden verkocht. Men gaat de bomen dus niet in de natuur omhakken. Dus, leve de Kerstboom! Magda. (Uit Sensa 12/06 tot 2/07 uitgegeven door Galeria-Inno)
45
THE NATIVITY STORY, EEN KERSTVERHAAL Een familie. Een reis. Een kind, dat de wereld zou veranderen voor altijd. Dit is het verhaal van de zware reis van Maria en Jozef, een wonderbaarlijke zwangerschap, en de geboorte van Jezus die de wereldgeschiedenis zou tekenen. De kerstfilm werd op 26 november voor het eerst aan het publiek vertoond in de grote Vaticaanse audiëntiezaal. De film vertelt het verhaal van Jozef en Maria en de geboorte van Jezus. De film draait vanaf 7 december in de Belgische bioscopen. De producenten willen met The Nativity Story het traditionele kerstverhaal vertellen op een verhalende manier. Het script werd geschreven door Mike Rich. Hij baseerde zijn verhaal op de evangelieverhalen van Matteüs en Lucas. Griet
46
DE JEUGD VAN TOEN … Als in juli Louis van Peerjannekes het hooi had binnengehaald en de toemaat nog niet hoog genoeg stond, mochten we op de wei waar nu het rusthuis staat een paar keer een echte voetbalmatch spelen. Die van ’t dorp tegen Oxdonck. Ambiance verzekerd. Want bij de grote mensen moet er van onder de oorlog al een onderhuidse vete hebben bestaan tussen "die van ’t dorp" en "die van over de vaart". Het had ergens te maken met het kooltjesziften op de vaartdijk. Onze nonkel Jef was eens uit het fabriek met een verhaal afgekomen van "onze put afgepakt" en "hunne put onder water gezet". Treiterijen en naijver zoals bij kinderages, maar onder de oorlog een zaak van warm hebben of bevriezen in uw woonst. Ik weet het allemaal niet meer zo juist. Ik was nog maar een kind toen en ben bij het verhaal van onze nonkel Jef in slaap gevallen. In ieder geval, er waren er die vaneigens liever langs de loopbrug van den ijzeren weg de vaart overstaken dan met het pont … Om die van over de vaart niet tegen het lijf te lopen. Tot pastoor Magnus in 1950 de nieuwe ijzeren brug inwijdde. Vanaf dan was er plaats genoeg, ieder langs zijn kant de vaart over en recht vóór u kijken. "Niks gezien; Madam !"… Die van de overkant, dat was "niks"! Ge kunt dus weten wat zo’n wedstrijd voor de twee kanten betekende. De heenmatch op het echt voetbalveld van de Relles in Oxdonck. Met doelpalen die voor de jonge kadeeën als wij van hier tot ginderachter uit elkaar stonden. En een veld zo groot dat ge al moe werd van naar de overkant te kijken. Meester Ven als arbiter, dus geen gezever. Voetballen! Alleen een halve "gotfer" kon nog juist. Maar dan moest ge al een serieuze stamp op een serieuze plaats gekregen hebben. En dan de terugmatch op de hooiweide van Peerjannekes! Zonder meester Ven. Met onze Witte als arbiter. Ge kunt weten hoe ze ons uitlachten, die van over de vaart. Maar daarmee was onze motovatie ook zonder coach tot op het randje van vijandschap aangescherpt. 47
In ons doel stond steevast een geweldige kerel. Lenig als een panter. Angst of pijn kende hij niet. Eigenlijk had hij een kop om Petrus Rots te heten: vierkantig en hard! Maar al elf jaar lang heette hij gewoon Marcel Sterckx en hij vond dat goed genoeg. Zo kwam Marcel eens bij één van zijn karpersprongen met zijn neus tegen de ijzeren weideafsluiting terecht. Subiet zag zijn kop zo rood als vers gekapt vlees vol sulfiet. In gans mijn leven heb ik nog zoveel bloed uit een neus zien komen als toen. En het topke ervan wees plots naar zijn linker oor. Wij in paniek natuurlijk, en onze Witte arbiter slaggelinks van zijn zelve. Zo niet Marcel. Hij pakte een rus gras, stak die in ’t koude water van de gracht en gaf er een krachtige stoot mee tegen zijn neus. Nu in de reparatierichting. En eer de match gedaan was stonden Marcel en zijn neus opnieuw kaarsrecht. En ook toen heeft hij geen goal binnengelaten. Tien jaar later is Marcel als para mee geweest om bij de Simba’s in Kongo de Belgen te gaan bevrijden en is teruggekeerd met een kogel in zijn schouderblad. Die zit er nu nog altijd in. "Laat hem maar zitten, zegt Marcel, hij zit nergens voor in de weg." Zo’n kerels maken ze nu niet meer, geloof ik.
Ook beroemd in Kapelle maar om heel andere eigenschappen was dus reeds onze genoemde Witte. Die liepen toen nog wat dikker als nu. Toen kont ge uw haar nog niet kleuren tenzij met zwarte schoenblink om op 6 december Zwarte Piet te spelen. "Twee keer afgevrozen in zijn eerste jaren" zegden de mensen. Zo klein was hij. Van ‘t eerste tot in het zevende studiejaar stond hij in de gymnastiekles met overschot de eerste, van klein naar groot. 48
Maar energie, mijne jongen! Ge hebt er geen gedacht van. Hugo van de Fikke zal het u straks wel vertellen. Maar waarom ze eigenlijk tegen die mooie blonde haardos "Witte" zegden weet niemand. Vast staat in alle geval dat er niemand op de gemeenteschool zó wit kon uitslaan als Willy. Maar daar moest ge hem goed colleirig voor maken. Moeilijk was dat niet. Op de meest onvoorspelbare momenten kon hij zo’n opstoot krijgen voor de kleinste futiliteit. Zo was Hugo eens tijdens een repenkoers bij het nemen van een bocht aan Peerjannekes’ gracht vóór de Witte zijn voeten gelopen. Bijsturen kon niet meer en de Witte met reep en al de gracht in. Twee ronden lang zagen we hem niet meer. Maar toen Hugo de derde ronde aan ’t winkeltje van Melanie de laatste rechte lijn kwam opgedraaid, kroop de Witte kloddernat, volledig onder de modder maar toch zo wit als een lijk uit de gracht. Hij zwaaide zijn reep in de lucht en begon als een razende op Hugo te motten. Ge kunt niet geloven dat ne mens zonder gebarsten kop uit zo’n kloppartij kan komen. Hugo zette zijn keel zo ver open dat moeder Mans haar spruit tot in de keuken zijn zwanenzang hoorde zingen. Met haar handdoek in aanslag is zij toen op de Witte gesprongen en heeft hem zo’n saflet rond zijn oren gegeven dat hij voor de rest van de dag naar zijn verstand heeft moeten zoeken… Pas op hé, ge zoudt het nu niet meer zeggen, maar in die tijd zat er poeier achter Manske haar handdoek, hoor! Het wit uit de Witte zijn gezicht trok weg, alles werd opnieuw rood en de colleire was over. Zo ging dat. Wij kenden het scenario. Volwassen geworden en in de mening dat alle jeugdige aandrang nu wel onder controle was, heb ik het eens gewaagd te vragen waarom ze hem vroeger "Witte" noemden. Ik had het niet mogen doen. Willy werd plots opnieuw zo wit als in zijn jeugd. ’t Begon rond zijn neus en deinde uit tot achter zijn oren. Pijnlijke beelden uit vroegere tijden doemden weder op voor mijn ogen. In een reflex van wettige zelfverdediging heb ik toen de snelste start van mijn leven genomen en loop nu nog altijd een blokje om als Willy in de buurt komt. Edebo 49
PRIJSVRAAG 24 Hier volgen 10 vragen over de olifant, wie de meeste antwoorden juist heeft en het kortst bij het antwoord van de schiftingsvraag is krijgt een mooi geschenkje. 1. Waarom kunnen olifanten niet zweten? A Hun huid is daar te dik voor B Hun huid moet droog blijven om insecten weg te houden C Ze hebben daar niet genoeg vocht voor 2. Waarvan is hun huidskleur afhankelijk? A Van het ras
B Van het geslacht
C Van hun laatste bad
3. Hoe dik is de huid van een olifant? A 1cm
B 5mm
C 1mm
D 2cm
4. Hoeveel olifantensoorten bestaan er? A8
B2
C4
D 16
5. Tot welke leeftijd blijft een olifantenjong drinken? A 2 maanden B 10 maanden C 18 maanden
50
D 24 maanden
6. Hoeveel eet een olifant gemiddeld per dag? A 50 tot 100 kg
B 100 tot 200 kg
C 15 tot 30 kg
7. Welke olifantsoort weegt het meeste? A Afrikaanse olifant
B Afrikaanse bosolifant
8. Hoeveel teennagels hebben olifanten? A Voorpoten 4, achterpoten 4
B Voorpoten 5, achterpoten 4
C Voorpoten 5, achterpoten 5
D Voorpoten 4, achterpoten 5
9. Hoe snel groeien de slagtanden van olifanten? A gemiddeld 72cm per jaar
B gemiddeld 50cm per jaar
C gemiddeld 17cm per jaar
D gemiddeld 2cm per jaar
10. Hoeveel kan er in de slurf van een olifant? A 15 tot 20 liter
B 4 tot 8 liter
C 1 tot 2 liter
D 0 liter
Schiftingsvraag: Wat is de gemiddelde leeftijd van alle medewerkers van Akapella? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Letter goede antwoord
Oplossing vorige prijsvraag: Het antwoord op de vorige prijsvraag was "Televisie". Het antwoord op de schiftingsvraag was 78 mannen zijn opgenomen in Akapella van 01/07/1997 t.e.m. 30/06/2006. Josephine V.D. Voorde (WE 006) had 79 geantwoord en is daarmee onze winnaar. Josephine mag een mooi prijsje afhalen bij Wim.
51