1
Inhoud 1 2
3 4
5
6
7
8
9
Voorwoord Toelatingsvoorwaarden 2.1 Eerste jaar 2.2 Toelating tot de masteropleidingen 2.3 Samenstelling van het studieprogramma 2.4 Vrijstellingen 2.5 Schakelprogramma voor afgestudeerden uit het hoger professioneel onderwijs 2.6 Voorbereidingsprogramma’s – Geïndividualiseerd opleidingsprogramma Schakelprogramma’s 2.7 Toelating tot de opleiding Bachelor in de luchtvaart, afstudeerrichting aspirant-lijnpiloot Kwaliteitsbewaking Organisatie van het departement 4.1 Jaarindeling 4.2 Departement, basisopleidingen en onderwijseenheden 4.3 Onderwijsaanbod 4.4 Algemene structuur van de opleidingen Studieaangelegenheden 5.1 Cursussen en laboratoria 5.2 Examenreglement en onderwijsregeling 5.3 Bedrijfscontacten en eindwerk 5.4 Studie- en trajectbegeleiding 5.5 Studentenvoorzieningen KHBO – (STUVO) 5.6 Europese studieprojecten en studiestages 5.7 Bibliotheek 5.8 Plaatsingsdienst Praktische organisatie 6.1 Gebouwen 6.2 Lokalen 6.3 Secretariaat 6.4 Materiaalshop 6.5 Ad valvas en beeldschermen 6.6 Fotokopiëren 6.7 Laptopgebruik op de campus Oostende 6.8 Computerondersteuning voor de basisopleidingen 6.9 Computergebruik 6.10 Ethisch gebruik van de PC's 6.11 Veiligheidsvoorschriften in de laboratoria en lokalen Studenten 7.1 Studentenvertegenwoordigers 7.2 Medezeggenschap 7.3 Studentenvoorzieningen KHBO (STUVO) 7.4 Studentenclubs 7.5 Studentenlogement en restauratie Financiële gegevens 8.1 Studiegeld 8.2 Kostprijs leermiddelen 8.3 Verzekeringen 8.4 Toebrengen van schade De opleiding Master in de Industriële Wetenschappen 9.1 Kennis 9.2 Vaardigheden 9.3 Structuur van de opleiding 9.4 Competenties Master in de Industriële Wetenschappen 9.5 Wetenschappelijke competenties (MWC) 9.6 Algemene competenties (MAC) 9.7 Algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau (MAWC)
RDC - 28-3-2008
3 4 4 4 5 5 5 6 6 8 9 9 9 10 12 13 13 13 14 15 16 16 16 16 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 20 20 21 21 21 21 21 21 23 23 24 24 25 26 26 26 26 26 26 27 28
2
9.8 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde 28 9.9 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica, 28 afstudeerrichting Elektromechanica (MD-EM) 9.10 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, 29 Elektromechanica, afstudeerrichting Luchtvaarttechnologie (MD-EML) 9.11 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektronica-ICT 29 9.12 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektrotechniek 30 9.13 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, 30 Kunststofverwerking 10 Studieprogramma’s 31 10.1 Inleiding 31 11 Studieprogramma Master Elektronica-ICT en Elektrotechniek 32 Computersystemen en interfacing 36 Digitale en draadloze communicatie 37 Vermogenelektronica 38 Lab programmeertechnieken 39 Digitale signaalverwerking 42 Systeemontwerp met HDL 44 Informatietechnieken 4 46 Aandrijvingen en power quality 48 Lab elektrotechniek - automatisering 50 Digitale regeltechniek 51 Energieopwekking 52 Hernieuwbare energie 1 54 Duurzaam ondernemen 2 57 Projectlab elektronica-ICT 62 Computerarchitecturen 64 Elektronica toepassingen 65 ICT toepassingen 67 Lab PLC 70 Generatoren en kleinvermogenmotoren 72 Automatiseringsaspecten 74 Hernieuwbare energie 2 77 Industriële netwerken en domotica 79 Masterproef elektronica-ICT of elektrotechniek 80 12 Concordantietabel 82 13 Cursusmateriaal 84 14 Nuttige literatuur 85 15 Lijst van de lokalen 86 15.1 A-gebouw 86 15.2 B-gebouw 86 15.3 C-gebouw 87 15.4 D-gebouw 87 15.5 VLOC – Vlaams Luchtvaart Opleidingscentrum 88
RDC - 28-3-2008
3
1
Voorwoord Deze programmagids is een leidraad voor studenten van het departement Industriële Wetenschappen en Technologie (de campus Oostende) van de Katholieke Hogeschool BruggeOostende. De programmagids verschaft informatie in verband met de basisopleidingen, zowel over de verschillende onderwijsactiviteiten van het studieprogramma als over de dagelijkse gang van zaken binnen het departement en de hogeschool. Soms is aanvullende informatie beschikbaar in publicaties waar verder in deze programmagids naar verwezen wordt. Naast algemene informatie bevat deze programmagids een vrij gedetailleerde beschrijving van de verschillende onderwijsactiviteiten van het studieprogramma. Om de beschrijving van een onderwijsactiviteit terug te vinden kunnen zowel de inhoudstafel als de tabellen met de studieprogramma’s geraadpleegd worden. In de tabellen met de studieprogramma’s is voor elke onderwijsactiviteit of opleidingsonderdeel een verwijzing opgenomen naar de betreffende bladzijde. De programmagids ondergaat jaarlijks aanpassingen, ook rekening houdend met de vragen en opmerkingen van de studenten. Voor correcties en opmerkingen kan men altijd terecht bij Renaat De Craemer, adjunct-departementshoofd.
RDC - 28-3-2008
4
2
Toelatingsvoorwaarden Het onderwijsaanbod op de campus Oostende situeert zich binnen het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie. In het academiejaar 2004-2005 werd het eerste studiejaar ingericht van professioneel gerichte en academisch gerichte bacheloropleidingen. Deze opleidingen werden jaar na jaar opgebouwd. Terzelfdertijd werden de bestaande basisopleidingen van één cyclus (3 studiejaren, gegradueerde) en van twee cycli (2 maal 2 studiejaren, industrieel ingenieur) jaar na jaar afgebouwd en dus gaandeweg vervangen door nieuwe bacheloropleidingen. Vanaf 2007-2008 worden voor de eerste maal de masteropleidingen ingericht die aansluiten bij de academisch gerichte bacheloropleidingen.
2.1
Eerste jaar
Om toegelaten te worden tot het eerste jaar van een bacheloropleiding is het nodig te beschikken over ofwel: - een in België behaald diploma van secundair onderwijs met volledig leerplan; - een in België behaald diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; - een in België behaald diploma van het hoger onderwijs van sociale promotie (uitgezonderd het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid); - een diploma dat bij of krachtens een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend met één van de hiervoor vermelde diploma’s. Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de hierboven vermelde toelatingsvoorwaarden kunnen onder bepaalde specifieke voorwaarden tot een bacheloropleiding worden toegelaten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de onderwijsregeling van de hogeschool.
2.2
Toelating tot de masteropleidingen
Onderstaande tabel duidt aan tot welke masteropleiding men wordt toegelaten, in functie van het behaalde diploma Bachelor in de Industriële Wetenschappen. Voor afgestudeerden uit een professioneel gerichte bacheloropleiding kan toelating verkregen worden door het met succes volgen van een schakelprogramma, zie verder. Toelating tot de masteropleidingen Basisopleiding
Master in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde
Toelating na: Bachelor in de Wetenschappen: - Bouwkunde
Industriële
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica
-
Elektromechanica
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektrotechniek *
-
Elektromechanica Elektronica-ICT
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektronica-ICT
-
Elektronica-ICT
Master in de Industriële Wetenschappen, Kunststofverwerking
-
Elektromechanica
RDC - 28-3-2008
5
2.3
Samenstelling van het studieprogramma
Studenten leggen bij de aanvang van het academiejaar hun programma vast, en schrijven in voor een diplomacontract, een creditcontract of een examencontract. In het geval van een examencontract heeft de student enkel recht op het afleggen van examen: hij kan geen onderwijsactiviteiten volgen noch beroep doen op andere ondersteunende diensten van de hogeschool. De student krijgt wel toegang tot de elektronische leeromgeving (Toledo) en beschikt over een KHBO e-mail adres. Alleen opleidingsonderdelen waar geen permanente evaluatie aan verbonden is, komen in aanmerking voor een examencontract. Ook bedrijfscontacten, eindwerken en masterproeven komen niet in aanmerking voor een examencontract. Een studietraject met het oog op het behalen van een diploma wordt geordend in een modeltraject of in een geïndividualiseerd traject. Een voltijds modeltraject omvat per academiejaar ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten. Een deeltijdse modeltraject omvat ten minste 3 en ten hoogste 53 studiepunten.
2.4
Vrijstellingen
Een vrijstelling is de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit examen af te leggen. Een vrijstelling kan verleend worden op grond van een creditbewijs behaald in de eigen of een andere instelling, een bewijs van bekwaamheid uitgereikt door een validerende instelling of een Eerder Verworven Kwalificatie (EVK) die niet via een creditbewijs, maar via een ander studiebewijs werd bekrachtigd. Ook Eerder Verworven Competenties (EVC) (verworven kennis, vaardigheden en attitudes die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd) kunnen aanleiding geven tot het verlenen van vrijstellingen.
2.5
Schakelprogramma voor afgestudeerden uit het hoger professioneel onderwijs
Een afgestudeerde met een bachelordiploma uit het hoger professioneel onderwijs kan zich inschrijven voor en schakelprogramma om zo toelating te bekomen tot het volgen van een masteropleiding. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de schakelprogramma’s die door het departement IW&T van de KHBO gedurende het academiejaar 2007-2008 worden georganiseerd, in relatie tot de masteropleiding tot dewelke zij toelating verlenen. Elk schakelprogramma is voor een gedeelte samengesteld uit onderwijsactiviteiten om algemene wetenschappelijke competenties bij te brengen en die gemeenschappelijk worden gedoceerd aan alle studenten die een schakelprogramma volgen. Een tweede gedeelte van elk schakelprogramma is samengesteld uit onderwijsactiviteiten die aansluiten bij de eigen kwalificatie (b.v. elektronica-ICT, elektrotechniek, elektromechanica, chemie, bouwkunde, kunststofverwerking,… ) en die specifiek wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Zoals de tabel toont, moet, de kwalificatie van de behaalde graad van Bachelor in de lijn liggen van de kwalificatie van de masteropleiding (Industrieel Ingenieur) die men wenst te volgen. Indien de kwalificatie van de masteropleiding die de student wenst te volgen te veel afwijkt van de kwalificatie van zijn bachelor, zal het te volgen studieprogramma omvangrijker zijn. Bachelor in de Technologie
Master in de Industriële Wetenschappen
(gegradueerde)
(Industrieel Ingenieur)
Autotechnologie
Elektromechanica (afstudeerrichtingen Elektromechanica en Luchtvaarttechnologie)
Bouw
Bouwkunde
Chemie
Kunststofverwerking
Elektromechanica
Elektromechanica (afstudeerrichtingen Elektromechanica en Luchtvaarttechnologie)
RDC - 28-3-2008
6
Elektrotechniek (afstudeerrichtingen Automatisering en Hernieuwbare energie) Kunststofverwerking Elektronica-ICT (afstudeerrichting elektronica)
Elektronica-ICT (afstudeerrichtingen Elektronica en ICT) Elektrotechniek (afstudeerrichtingen Automatisering en Hernieuwbare energie)
Elektronica-ICT (afstudeerrichting ICT)
Elektronica-ICT (afstudeerrichtingen Elektronica en ICT)
Elektrotechniek
Elektrotechniek (afstudeerrichtingen Automatisering en Hernieuwbare energie) Elektromechanica (afstudeerrichtingen Elektromechanica en Luchtvaarttechnologie)
Luchtvaart (afstudeerrichting luchtvaarttechnologie)
Elektrotechniek (afstudeerrichtingen Automatisering en Hernieuwbare energie) Elektronica-ICT Kunststofverwerking
Mechanische ontwerp- en productietechnologie
Elektromechanica (afstudeerrichtingen Elektromechanica en Luchtvaarttechnologie) Kunststofverwerking
Toegepaste Informatica
2.6
Elektronica-ICT (afstudeerrichting ICT)
Voorbereidingsprogramma’s – Geïndividualiseerd opleidingsprogramma Schakelprogramma’s
Aansluitend op de uitbouw van de academische bacheloropleidingen worden vanaf academiejaar 2007-2008 de masteropleidingen ingericht. Indien een academische bacheloropleiding geen rechtstreekse toegang verleent tot een masteropleiding, dan kan toegang mogelijk worden via een voorbereidingsprogramma of een geïndividualiseerd opleidingsprogramma. In het geval van een professioneel gerichte bacheloropleiding wordt toegang verkregen tot de masteropleiding via een programma van studieduurverkorting (het behalen van die graad van bachelor die wel toegang geeft tot die masteropleiding) of via een schakelprogramma.
2.7
Toelating tot de opleiding Bachelor in de luchtvaart, afstudeerrichting aspirant-lijnpiloot
Om te worden toegelaten tot de afstudeerrichting “Aspirant-lijnpiloot” van de opleiding Bachelor in de luchtvaart, moet de student beschikken over een geldig geneeskundig attest JAR-FCL 3 (Ministrieel besluit 21-06-2002 tot vaststelling van de voorwaarden inzake lichamlijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen). Medex, het ExpertiseCentrum voor LuchtvaartGeneeskunde (ECLG), fungeert als centraal medisch centrum in België voor de geschiktheidsattesten van piloten in de burgerluchtvaart. De erkenning van een vliegvergunning en de rechtsgeldigheid ervan is gebonden aan de erkenning van zeer strikte medische criteria, zoals beschreven in de Europese JAR-wetgeving en gecontroleerd door Medex. Vooraleer studenten worden toegelaten tot het volgen van de afstudeerrichting Aspirant-lijnpiloot bezorgen zij een kopie van het geneeskundig attest aan het studentensecretariaat.
RDC - 28-3-2008
7
Het geneeskundig onderzoek voor tot het verkrijgen (en het hernieuwen) van een CPL-ATPL-IRvergunning moet worden aangevraagd bij één van de volgende centra: Expertisecentrum voor Luchtvaartgeneeskunde Simon Bolivarlaan, 30 (bus 3), 1000 Brussel tel: 02 524 97 97, e-mail:
[email protected] of: Centrum voor Luchtvaartgeneeskunde – CMA (FOD Defensie) Kwartier Koningin Astrid - Blok B, niveau –1, Bruynstraat, 1120 BRUSSEL tel: 02 264 52 55, e-mail:
[email protected]
RDC - 28-3-2008
8
3
Kwaliteitsbewaking Het verstrekken van goed onderwijs is altijd de doelstelling geweest van het departement Industriële Wetenschappen en Technologie op de campus Oostende. Daarom is Integrale Kwaliteitszorg een beleidsobjectief dat de opleidingen continu wil verbeteren en aanpassen aan de veranderingen in het bedrijfsleven en in de maatschappij. Het departement wil de studenten vooral een brede basisvorming verschaffen en een bijdrage leveren aan hun verdere persoonlijke ontplooiing. De opleidingen zijn gericht op: - het verwerven van technisch-wetenschappelijke kennis om op methodische wijze problemen op te lossen; - het zich eigen maken van een leerhouding om de toekomstige technologische evolutie te kunnen blijven volgen; - het integreren van een christelijk waardenperspectief in een ruime maatschappelijke context. - Het kwaliteitsbeleid van het departement is gericht op een actieve aanpak van de kwaliteit in alle afdelingen en diensten. Concreet wordt er voortdurend naar gestreefd om: - de opleidingen te laten beantwoorden aan de verwachtingen van een latere beroepsloopbaan; - in de leerprogramma’s een evenwicht te bewaren tussen theorie en praktijk; - eventuele tekorten in de vooropleiding op te vangen; - in de laboratorium- en oefenzittingen de groepswerking en sociale vaardigheden aan bod te laten komen; - goed en aangepast cursus- en studiemateriaal aan te bieden met o.a. volledig uitgewerkte voorbeelden en oefeningen; - te voorzien in studiebegeleiding en monitoraat; - het aantal examens per zittijd te beperken door onder meer het invoeren van semestervakken; - In functie van de kwaliteitsbewaking en met de medewerking van de studenten, het onderwijsproces op regelmatige tijdstippen te evalueren; - via studietijdmetingen te controleren of, per onderwijsactiviteit, de studiebelasting van de studenten overeenkomt met de in het studieprogramma voorziene studielast (het aantal toegekende studiepunten); - op een gestructureerde wijze bij de studenten bevragingen te organiseren over docenten. Deze resulteren in een rapport dat de docenten toelaat hun doceergedrag te evalueren en bij te sturen. Ook de "plaatsingsdienst", die per onderwijseenheid info verzamelt i.v.m. vacatures voor laatstejaars en tewerkstelling van afgestudeerden, levert een belangrijke bijdrage aan de kwailiteitsbewaking door op regelmatige tijdstippen een link te maken tussen het opleidingsprofiel en het beroepsprofiel.
RDC - 28-3-2008
9
4
Organisatie van het departement
4.1
Jaarindeling
Het academiejaar wordt verdeeld in 2 semesters. Elk semester eindigt met ongeveer 3 weken blok en examens. Het eerste semester start in september en eindigt begin februari. Het tweede semester eindigt eind juni of begin juli. De herfstvakantie en de kerstvakantie in het eerste semester en de krokusvakantie en de paasvakantie in het tweede semester vallen samen met deze in het basis- en secundair onderwijs. Bij het begin van een academiejaar ontvangt elke student(e) een studentenagenda met daarin de academische kalender. De academische kalender vermeldt onder andere de perioden voor onderwijsactiviteiten, examenzittijden, deliberaties, vakanties en vrije dagen, en de planning voor de informatiesessies voor de nieuwe studenten. Gedurende elk semester worden 12 effectieve lesweken georganiseerd, waarbij na elke periode van 6 weken een aantal dagen kunnen worden voorzien om de onderwijsactiviteiten in te halen die omwille van omstandigheden niet konden doorgaan. De programmering van de onderwijsactiviteiten (uurroosters, leslokalen, docenten) wordt aan de studenten langs elektronische weg bekendgemaakt (website KHBO/studenten/Lesrooster).
4.2
Departement, basisopleidingen en onderwijseenheden
Het departement “Industriële Wetenschappen en Technologie” van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende bevindt zich op de campus Oostende. Het departementshoofd draagt de verantwoordelijkheid voor de dagdagelijkse werking van het departement en wordt hierin bijgestaan door het adjunct-departementshoofd, door het studentensecretariaat en door het campussecretariaat. Zoals hiervoor reeds vermeld situeert het onderwijsaanbod op de campus Oostende zich binnen het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie. Per opleiding draagt een opleidingshoofd de verantwoordelijkheid voor het onderwijsproces van de opleiding. Op de vergaderingen van elke opleiding worden ook studenten uitgenodigd die behoren tot de betreffende basisopleiding. In functie van de dagdagelijkse werking zijn er, onder leiding van het departementshoofd, tweemaandelijks bijeenkomsten met het adjunct-departementshoofd, de opleidingshoofden, de hoofdbibliothecaris, de departementale ICTO-coach en de departementaal verantwoordelijke internationalisering. Op deze vergaderingen worden ook studenten van het departement uitgenodigd.
Dagdagelijkse werking: Departementshoofd:
Wim HAEGEMAN
Adjunct-departementshoofd:
Renaat DE CRAEMER
Campussecretariaat:
Gerda JONCKHEERE Gina HOSTEN Linda HOSTEN
Studentensecretariaat
Bertho ERNEST
RDC - 28-3-2008
10
De opleidingshoofden zijn: Opleiding
Opleidingshoofd
Academisch gerichte basisopleidingen Bachelor in de Industriële Wetenschappen – Master in de Industriële Wetenschappen Bouwkunde: Björn Vandewalle Elektromechanica:
Marc Hongerloot
Elektronica-ICT:
Joan Peuteman
Kunststofverwerking:
Hilde Bonte
Professioneel gerichte basisopleidingen (1 cyclus: graduaat) Bachelor in de … Chemie: Luc Scherpereel
4.3
Elektromechanica:
Martin Wylleman
Elektronica-ICT:
Luc Vanhee
Luchtvaart:
Roland Defever
Onderwijsaanbod
Vanaf het academiejaar 2004-2005 wordt op de campus Oostende van de volgende basisopleidingen het eerste jaar aangeboden (vanaf 2005-2006 het tweede jaar, vanaf 2006-2007 het derde jaar). Professioneel gerichte bacheloropleidingen Basisopleiding
Afstudeerrichting
Bachelor in de chemie
- Chemie - Milieuzorg
Bachelor in de elektromechanica
- Elektromechanica - Automatisering
Bachelor in de elektronica-ICT
- Elektronica - ICT
Bachelor in de luchtvaart
- Luchtvaarttechnologie - Aspirant-lijnpiloot
RDC - 28-3-2008
11
Academisch gerichte bacheloropleidingen Basisopleiding
Afstudeerrichting
Bachelor in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde
-
Bachelor in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica
-
Bachelor in de Industriële Wetenschappen, Elektronica-ICT
-
Vanaf 2007-2008 worden masteropleidingen ingericht die aansluiten op de hierboven genoemde academisch gerichte bacheloropleidingen. De volgende masteropleidingen worden voorzien: Academisch gerichte masteropleidingen Basisopleiding
Afstudeerrichting
Master in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde
-
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica
- Elektromechanica - Luchtvaarttechnologie
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektrotechniek *
- Hernieuwbare energie - Automatisering
Master in de Industriële Wetenschappen, Elektronica-ICT
- Elektronica - ICT
Master in de Industriële Wetenschappen, Kunststofverwerking
-
RDC - 28-3-2008
12
4.4
Algemene structuur van de opleidingen
De bacheloropleidingen omvatten een studiebelasting van 180 studiepunten en worden georganiseerd over een modeltraject van drie studiejaren, elk met 60 studiepunten. Bij de bacheloropleidingen wordt een semestersysteem gehanteerd met voor elk semester een gemiddelde studiebelasting van 30 studiepunten. Voor de masteropleidingen die vanaf 2007-2008 worden ingericht is een studielast voorzien van 60 studiepunten met een modeltraject van één studiejaar. Professioneel gerichte bacheloropleidingen Bij de professioneel gerichte bacheloropleidingen is het studieprogramma reeds vanaf het eerste studiejaar duidelijk gericht op de eigen kwalificatie (chemie, elektromechanica, elektronica-ict of luchtvaart). Een beperkt aantal onderwijsactiviteiten (wiskunde, fysica, …) is meer algemeen vormend en is naar inhoud en onderwijsaanpak identiek voor de verschillende professioneel gerichte opleidingen. Academisch gerichte bacheloropleidingen Bij de academische bacheloropleidingen bestaat het studieprogramma gedurende de eerste semesters uit onderwijsactiviteiten die algemeen wetenschappelijk vormend zijn of bijdragen tot de algemene ingenieursvorming. Gedurende de eerste drie semesters is het studieprogramma voor de academisch gerichte bacheloropleidingen gemeenschappelijk. Vanaf het vierde semester is het studieprogramma volledig gericht op de eigen kwalificatie en situeert het zich nagenoeg volledig in één van de volgende drie disciplines: bouwkunde, elektromechanica of elektronica-ICT. Bachelor in de industriële wetenschappen: 180 studiepunten 6 opleidingsonderdelen en 30 studiepunten per semester Algemeen wetenschappelijke vorming, algemene ingenieursvorming Semester 1 wiskunde, fysica, chemie, mechanica, elektriciteit, vormgevingstechnieken, Semester 2 materialenleer, computertoepassingen, kansrekenen en statistiek, Semester 3 energieconversie, sterkteleer, informatica, projectwerk, taalvaardigheden Disciplinegebonden onderwijsactiviteiten Semester 4 3 verschillende disciplines: bouwkunde, elektromechanica, elektronica-ICT Semester 5 Semester 6
RDC - 28-3-2008
13
5
Studieaangelegenheden
5.1
Cursussen en laboratoria
Voor de bacheloropleidingen worden per week gemiddeld 24 lestijden van 60 minuten georganiseerd. De lestijden worden per dag gespreid als volgt: Lesuur
Lesuur
1
8.45u - 9.45u
5
13.15u - 14.15u
2
9.45u - 10.45u
6
14.15u - 15.15u
3
11.00u - 12.00u
7
15.30u - 16.30u
4
12.00u - 13.00u
8
16.30u - 17.30u
9
17.30u - 18.30u
Nooit lesuur 4 en 5 op dezelfde dag; lesuur 9 uitzonderlijk Bij uitzondering kan van dit tijdschema worden afgeweken. Ook voor onderwijsactiviteiten die doorgaan in het Vlaams Luchtvaart Opleidingscentrum kan van dit uurrooster worden afgeweken. Het uurrooster met vermelding van de onderwijsactiviteiten en de lokalen waar de onderwijsactiviteiten worden georganiseerd wordt bekendgemaakt via de website van de KHBO (KHBO/studenten/lesroosters). Uurroosters worden wekelijks aangepast en moeten door de studenten dan ook wekelijks worden geraadpleegd. Onvoorziene leswijzigingen worden alleen meegedeeld via de beeldschermen. De informatie op de beeldschermen kan ook elektronisch worden geraadpleegd via het elektronisch leerplatform Toledo . Studenten worden verwacht om alle lessen en laboratoria te volgen en om aan alle onderwijs- en studieactiviteiten deel te nemen. Een herhaalde afwezigheid kan tot gevolg hebben dat men niet meer over die onderwijsactiviteit kan geëvalueerd worden. Meer informatie hierover is te vinden in de onderwijsregeling en het examenreglement, te raadplegen via de website of via het elektronisch leeplatform.
5.2
Examenreglement en onderwijsregeling
Een algemeen examenreglement en een algemene onderwijsregeling worden bij de aanvang van het academiejaar aan de studenten overhandigd. Er zijn drie examenperioden ( = examenzittijden): - de eerste examenperiode aan het einde van het eerste semester; - de tweede examenperiode aan het einde van het tweede semester; - de derde examenperiode na de zomervakantie. Over opleidingsonderdelen waarvoor in de eerste examenperiode een examen wordt georganiseerd kan ten vroegste in de derde examenperiode opnieuw een examen worden afgelegd. De examenroosters met vermelding van de ondervraagde vakken en met de examenschikking worden wordt bekendgemaakt via de website van de KHBO (KHBO/studenten/lesroosters/examenroosters). Studenten kunnen slechts deelnemen aan de examens als zij het verschuldigde studiegeld betaald hebben. Voor bepaalde examens kunnen ook voorwaarden gesteld worden zoals aanwezigheidsplicht met betrekking tot praktische onderdelen, deelname aan groepsactiviteiten of het tijdig indienen van werkstukken. Voor de betreffende onderwijsactiviteiten wordt dit verduidelijkt in deze programmagids. Voor opleidingsonderdelen met permanente evaluatie is er in principe slechts één examenkans per academiejaar. Uitzondering hierop zijn de eindejaarsprojecten en de masterproef. Het bedrijfscontact, als onderdeel van de eindejaarsprojecten of de masterproef kan eventueel
RDC - 28-3-2008
14
hernomen worden tussen de tweede en de derde examenperiode (juli - augustus), een tweede verdediging van het eindwerk of van de masterproef is voorzien in de derde examenperiode. Aan het einde van de eerste examenperiode stelt een beperkte examencommissie de resultaten vast voor elk opleidingsonderdeel waarover een examen werd georganiseerd. Aan het einde van de tweede en de derde examenperiode stelt de examencommissie de resultaten vast voor elk opleidingsonderdeel waarvoor een examen werd georganiseerd, beslist ze voor welke opleidingsonderdelen een student getolereerd wordt of moet hernemen en beslist ze of een student al dan niet geslaagd is voor een opleiding. Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel als hij ten minste 10 punten op 20 of de beoordeling “geslaagd” behaalt. In deze gevallen verwerft de student een “creditbewijs”. Voor een student die voor een opleidingsonderdeel minder dan 10 punten op 20 behaalde, oordeelt de examencommissie of de betrokken student dit opleidingsonderdeel al dan niet moet hernemen in functie van het behalen van het diploma van de opleiding. Voor bepaalde opleidingsonderdelen of delen ervan kan een student(e) niet opnieuw worden beoordeeld in de derde examenperiode. In deze gevallen wordt de quotatie van de eerste of tweede examenperiode behouden in (overgedragen naar) de derde examenperiode. Wie niet slaagt voor een opleidingsonderdeel kan dit hernemen in een volgend academiejaar door voor dit opleidigsonderdeel opnieuw in te schrijven. Na de derde examenperiode kan de examencommissie de '' weigering '' uitspreken. Een student(e) die schuldig wordt bevonden aan bedrog of poging tot bedrog tijdens de examens ontvangt voor het betreffende opleidingsonderdeel een examencijfer van 0 op 20. Het departementshoofd deelt deze beslissing mee aan de examencommissie ter gelegenheid van de beraadslagingen over het examenresultaat van de betreffende examenperiode. Voor ieder departement wordt een ombudspersoon aangeduid die de student kan bijstaan bij eventuele problemen gedurende alle examenperiodes. De ombudspersoon kan klachten onderzoeken in verband met examens en kan optreden als bemiddelaar bij eventuele conflicten tussen examinatoren en studenten. De naam van de ombudsman wordt meegedeeld, samen met het examenrooster.
5.3
Bedrijfscontacten en eindwerk
Gedurende hun studieperiode brengen de studenten een tijd door in een bedrijf of in een onderzoekslaboratorium ( = ”bedrijfscontact”). Alleszins voor de professionele opleidingen staat de aard van het bedrijfscontact meestal in verband met het persoonlijk werk dat ze in de loop van het laatste jaar zullen uitvoeren en dat ze als eindwerk moeten verdedigen voor een jury. De onderwijseenheden helpen de studenten bij het zoeken naar een bedrijf. In afspraak met de onderwijseenheid kan de student(e) ook zelf een bedrijf voorstellen. Het bedrijfscontact wordt georganiseerd in het academiejaar gedurende een periode van 6 weken en maakt deel uit van het studieprogramma. De duur en de uitvoering van het bedrijfscontact moeten gestaafd worden door een attest vanwege een verantwoordelijke in het bedrijf. De student moet over zijn bedrijfscontact een verslag indienen met daarin o.a.: - een beknopte geschiedenis van het bedrijf of de onderneming; - de organisatie, het fabricatieprogramma of de door het bedrijf geleverde diensten; - het onthaal, de arbeidsvoorwaarden, de omgang met oversten en met arbeiders; - een omschrijving van het uitgevoerde werk; - aspecten van veiligheid. Het eindwerk wordt door de laatstejaarsstudent uitgevoerd onder begeleiding van een binnen- en een buitenpromotor, in afspraak met de onderwijseenheid, eventueel op voorstel van de student. De student noteert in een verslagboek ( = "logboek") de vorderingen van zijn eindwerk en de werkzaamheden die hij daartoe verricht. Dit verslagboek wordt om de 14 dagen op initiatief van de student aan de binnenpromotor voorgelegd. De opleidingsonderdelen Eindejaarsprojecten en Masterproef kunnen slechts worden gevolgd in het programmajaar dat leidt tot het behalen van het diploma.
RDC - 28-3-2008
15
5.4
Studie- en trajectbegeleiding
Het onderricht en de vorming worden verstrekt door personeel dat zijn activiteit steunt op een onderwijservaring opgebouwd over de meer dan 75 jaar dat de campus te Oostende bestaat. Deze onderwijservaring leert dat het overdragen van kennis en ervaring aan jonge mensen een kwestie is van hen te motiveren en van eisen te stellen aan de inspanning die ze moeten leveren, maar ook dat jongeren hierin moeten begeleid worden. Voor studiebegeleiding en trajectbegeleiding kunnen alle studenten van het departement Industriële Wetenschappen en Technologie van de KHBO terecht bij Marieke Demeester, studieen trajectbegeleider (“STUTRA”). Als studie- en trajectbegeleider zorgt zij voor een aantal algemene initiatieven in verband met studiebegeleiding (infosessies studievaardigheid, opvolging toetsen en monitoraat,… ) maar staat ze ook in voor individuele begeleiding van studenten, in zoverre die niet vakspecifiek is. Bij de STUTRA kunnen de studenten terecht in verband met studeren en studievaardigheid (studiemethode, studieplanning, memoriseren, samenvatten,…), trajectbegeleiding (individuele trajecten, veranderen van studie, stoppen met studie,… ), werkende student, topsportstudent, anderstalige student, studeren met functiebeperking,… . De STUTRA kijkt samen met de student wat de mogelijkheden zijn en hoe de student verder begeleid kan worden. De STUTRA is op verschillende manieren te bereiken: - telefonisch: (059) 56 90 43 ; - via e-mail:
[email protected] ; - rechtstreeks in de inkomhal van het D-gebouw van de campus Oostende op de volgende tijdstippen: op dinsdag van 12.30u tot 18.00u en op donderdag van 8.30u tot 12.00u. De STUTRA onderhoudt ook een rubriek op het elektronisch leerplatform Toledo: de student kan hier de Organization ”Studieen trajectbegeleiding“ raadplegen met online studievaardigheidstesten, algemene tips, documenten, interessante links, nuttige weetjes, informatie over de sessies,… . Iedere student kan zichzelf op deze Organization inschrijven. Een aantal algemene initiatieven in verband met studievaardigheid, vooral gericht naar eerstejaarsstudenten, zijn de volgende: Infosessie studievaardigheid Gedurende de eerste weken van het academiejaar wordt voor de eerstejaarsstudenten een infosessie georganiseerd met onder andere aandacht voor studievaardigheid, studiemethode en studieplanning. Oefensessies studievaardigheid Voor de eerstejaars in de professionele opleidingen worden gedurende de eerste 6 weken van het academiejaar facultatief sessies “Toepassingen wiskunde” aangeboden. Voor dezelfde studenten worden gedurende de tweede periode van 6 weken facultatief sessies “Studievaardigheden” aangeboden. Toetsen voor eerstejaars Halverwege het eerste semester worden voor de eerstejaarsstudenten een aantal schriftelijke "toetsen" georganiseerd. Deze toetsen maken geen deel uit van de examens en hebben dus ook geen invloed op het examenresultaat. Ze laten de student(e) wel toe om kennis te maken met de manier van ondervragen en met de manier waarop de gegeven antwoorden verbeterd en beoordeeld worden. Ze laten ook toe om het eigen studeergedrag te evalueren. Monitoraat De studenten kunnen altijd beroep doen op een monitoraatsdienst door de lector of docent van het betreffende vak aan te spreken en een afspraak te maken. Wie over specifieke begeleiding meer informatie wenst, kan zich wenden tot Renaat De Craemer, adjunct-departementshoofd. Instapcursussen Ieder jaar worden gedurende de maanden augustus en september instapcursussen georganiseerd met o.a. lessen voor de vakken wiskunde, chemie, elektriciteit, computertekenen en Engels. Inlichtingen worden verstrekt bij de inschrijving of op het secretariaat. Het volgen van een instapcursus, net voor de aanvang van het eerste academiejaar in het hoger onderwijs kan een belangrijke stap zijn om zich beter aan te passen aan dit hoger onderwijs. Een instapcursus biedt niet alleen de mogelijkheid om de kennis en vaardigheid uit het secundair onderwijs bij te schaven
RDC - 28-3-2008
16
maar laat ook toe om een eerste keer de sfeer op te snuiven, om kennis te maken met de gang van zaken op de campus en om contacten te leggen met nieuwe vrienden en collega-studenten. Ook de ervaring met de manier van "doceren" in het hoger onderwijs en het breken van het eerste ijs bij de omgang met de lectoren en docenten kan helpen. Studietijd De ervaring van de lectoren en docenten tijdens hun persoonlijk contact met de studenten of tijdens hun medewerking aan pedagogische onderzoeksprojecten wijst op een reeks grondige misopvattingen die er soms leven bij eerstejaarsstudenten omtrent het begrip "studeren''. Velen beschouwen de tijd die ze gebruiken voor het opmaken van labverslagen, tekeningen of bibliografische opzoeking verkeerdelijk als studietijd. De tijd hieraan besteed heeft vooral tot doel de werkzaamheid, de zorg en het organisatievermogen van de student(e) te bevorderen.
5.5
Studentenvoorzieningen KHBO – (STUVO)
Voor specifieke informatie in verband met het studentenstatuut, kinderbijslag, zelfstandig wonen, studiefinanciering (studietoelage, studieleningen, … ), huisvesting, … kan je terecht bij de sociale dienst van STUVO. Wie op zoek is naar meer gespecialiseerde begeleiding in verband met faalangst, uitstelgedrag, assertiviteit,… of last heeft van slaapstoornissen, angsten, relationele problemen,… kan bij de psychosociale dienst van STUVO terecht. Studenten met zin voor initiatief kunnen van STUVO-KHBO steun verkrijgen voor culturele en sportieve activiteiten. Daarnaast kan elke student bij STUVO terecht voor een ruim aanbod aan voordelen op sportief en cultureel vlak. STUVO is bereikbaar: - op de campus Oostende: maandag van 14u tot 17.45u en woensdag van 12.30u tot 13.30u (tijdens de lesweken); - Xaverianenstraat 3, 8200 Brugge: maandag tot donderdag: van 8.30u tot 17u, vrijdag: van 8.30u tot 12.30u, tijdens de vakantieperiodes: graag op afspraak. - telefonisch (050) 44 05 30 ; - email: zie www.khbo.be/stuvo .
5.6
Europese studieprojecten en studiestages
Het departement is zeer nauw verbonden met diverse instellingen voor onderwijs en onderzoek in verschillende Europese landen. De studenten die dit wensen kunnen eventueel tijdens hun studies of in aanvulling ervan, van deze contacten gebruik maken om in andere landen specifieke curriculum onderdelen te studeren of aanvullende kennis te verwerven. Studenten uit het voorlaatste jaar worden zeer concreet geïnformeerd omtrent de mogelijkheid tot een buitenlandse stage gedurende hun laatste jaar. Geïnteresseerden kunnen zich altijd wenden tot de departementaal verantwoordelijke voor internationalisering: Gwendolyn Rogge (
[email protected] ).
5.7
Bibliotheek
De bibliotheek bevindt zich op de tweede verdieping van het A-gebouw. Ze is elke werkdag open van 8.30 tot 18.30 uur (vrijdag tot 17.00 uur). De inhoud van de uitgebreide collectie is vooral gericht op de lesinhouden van de verschillende opleidingen. Meer info en toegang tot de catalogi is te vinden via de website: www.khbo.be/bib . In oktober worden de eerstejaars rondgeleid. In de bibliotheek is iedereen welkom, alleen moeten bezoekers die geen student of docent zijn van de KHBO wel een waarborg betalen indien ze wensen te ontlenen.
5.8
Plaatsingsdienst
De "plaatsingsdienst" is een dienstverlening om laatstejaarsstudenten en pas afgestudeerden aan een eerste job te helpen. Via de plaatsingsdienst worden werkaanbiedingen bekend gemaakt en worden aan belangstellende bedrijven de gegevens van werkzoekenden bezorgd. De plaatsingsdienst werkt met een verantwoordelijke per onderwijseenheid en houdt per student een aantal gegevens bij die nuttig zijn bij het verwerken van de binnenkomende vacatures. Ook fungeert de plaatsingsdienst i.f.v. het verzamelen van nuttige info i.v.m. de tewerkstelling van oudstudenten. Dit laat toe om op regelmatige tijdstippen een link te maken tussen het opleidingsprofiel en het beroepsprofiel.
RDC - 28-3-2008
17
De werking van de plaatsingsdienst verschilt per onderwijseenheid, met o.a. een aanbod van info via de web-site, het selecteren en kanaliseren van informatie naar geïnteresseerden, een aanbod van lijsten van afgestudeerden, het doorsturen van vacatures, het contacteren en doorverwijzen van afgestudeerden,... . Laatstejaarsstudenten worden, binnen de opleiding waartoe zij behoren, geïnformeerd over de werking van de plaatsingsdienst. Vacatures die door bedrijven worden aangeboden worden gedurende 2 maanden gepubliceerd via de website www.khbo.be/plaatsingsdienst Jaarlijks wordt ten behoeve van de laatstejaarsstudenten een "industriedag" (jobbeurs) georganiseerd waar verschillende bedrijven en ondernemingen de mogelijkheden komen presenteren die zij bieden als mogelijke toekomstige werkgever. Verantwoordelijken plaatsingsdienst Master in de Industriële Wetenchappen Bouwkunde: CHEYNS Jozef Elektromechanica:
HONGERLOOT Marc
Elektronica:
POELAERT Jan
Elektromechanica:
HONGERLOOT Marc
Kunststofverwerking:
DESPLENTERE Frederik
Verantwoordelijken plaatsingsdienst bachelor in de technologie Chemie: COUPILLIE Luc Elektriciteit - elektronica:
VANHEE Luc
Elektromechanica:
LAFORCE Marleen
Luchtvaart:
DEFEVER Roland
RDC - 28-3-2008
18
6
Praktische organisatie
6.1
Gebouwen
De gebouwen A, B, C en D bevinden zich op de campus Oostende, gelegen langs de Zeedijk 101 en de Troonstraat. Voor de opleiding professionele Bachelor in de Luchtvaart worden specifieke onderwijsactiviteiten georganiseerd in het VLOC (Vlaams Luchtvaart OpleidingsCentrum, Nieuwpoortsesteenweg 945C – Oostende), in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven van Oostende. Zowel op de campus Oostende als in het VLOC gebeurt de aanduiding van de lokalen waar de verschillende onderwijsactiviteiten plaats hebben met vier tekens: 1e teken (letter): aanduiding van het gebouw A - gebouw: auditoria, informatica, restaurant, bibliotheek, micro-elektronica; B - gebouw: laboratoria elektronica, laboratorium fysica, leslokalen, materiaalshop; C - gebouw: administratie (o.a. studentensecretariaat); D - gebouw: laboratoria bouwkunde, laboratoria chemie, laboratoria elektromechanica, computertekenlokalen, leslokalen; L : Vlaams Luchtvaart OpleidingCentrum. 2e teken (cijfer): verdieping waarop het lokaal zich bevindt 3e en 4e teken (cijfer): aanduiding lokaal op de verdieping Voorbeeld: B106: lokaal 6 op de 1e verdieping van het B-gebouw D210: lokaal 10 op de 2e verdieping van het D-gebouw Uitzonderingen: D5** : de lokalen van de bouwkunde bevinden zich op het gelijkvloers van het D-gebouw (en niet op de 5e verdieping). B9** : lokalen in de kelderverdieping van het B-gebouw. Technische dienstlokalen worden aangeduid met de letter T.
6.2
Lokalen
Een overzicht van de lokalen met aanduiding van de nummering, de functie en de uitrusting van het lokaal is terug te vinden achteraan in deze programmagids.
6.3
Secretariaat
Het studentensecretariaat bevindt zich op het gelijkvloers van het C-gebouw, naast het onthaal en het algemeen secretariaat. Het is iedere werkdag open van 8 tot 12.30 uur en van 13 tot 18 uur, met uitzondering van donderdagnamiddag. De studenten kunnen er o.a. terecht voor: - in- en uitschrijven als student(e); - adreswijzigingen; - formulieren studiefinanciering; - schoolbewijzen; - adressen en telefoonnummers van medestudenten; - studentenkaarten; - telekaarten. Het secretariaat houdt een bestand bij waarin persoonsgegevens worden bewaard. Dit laat toe om hetzij manueel, hetzij langs geautomatiseerde weg verwerkingen uit te voeren. Deze gegevens worden niet meegedeeld aan derden (privacywet van 8.12.1992 - B.S. 18.3.1993).
RDC - 28-3-2008
19
6.4
Materiaalshop
In de materiaalshop zijn allerhande cursusmateriaal en kopiekaarten te koop. De openingsuren zijn aangeduid aan de ingangsdeur. De materiaalshop bevindt zich op de 2e verdieping van het Dgebouw.
6.5
Ad valvas en beeldschermen
Berichten worden ad valvas uitgehangen en/of op de beeldschermen geplaatst in de hall van het D-gebouw en het B-gebouw. Studenten worden verwacht om van de berichten kennis te nemen. Een ad valvas-bericht of een bericht op de beeldschermen geldt als een officieel bericht vanuit de schoolorganisatie. Uurroosters (wekelijks te raadplegen!) en examenroosters worden elektronisch bekendgemaakt via de website van de KHBO (KHBO/studenten/lesroosters), onvoorziene leswijzigingen worden alleen meegedeeld via de beeldschermen. De informatie op de beeldschermen kan ook elektronisch worden geraadpleegd via het elektronisch leerplatform Toledo.
6.6
Fotokopiëren
De studenten kunnen gebruik maken van de kopieerapparaten op de tweede verdieping van het Dgebouw. Kopiekaarten zijn te koop in de materiaalshop.
6.7
Laptopgebruik op de campus Oostende
Onderwijsvernieuwing richt zich o.a. op een doorgedreven integratie van informatie en communicatietechnieken (ICT) in de dagelijkse lespraktijk. Daarbij bieden laptops aan de student een optimale bewegingsvrijheid. De combinatie van een laptop met draadloos internet opent mogelijkheden voor een vernieuwende didactische aanpak. De KHBO levert daarom de nodige inspanningen om werk- en studieplekken uit te rusten voor laptopgebruikers. De KHBO werkt ook samen met betrouwbare firma’s die een laptop kunnen aanbieden tegen de beste verhouding prijs/kwaliteit. Alle werkruimtes en veel leslokalen zijn uitgerust met draadloos internet. Als KHBO-student mag je hiervan gratis gebruik maken. Naast draadloos internet kan er met de laptop ook draadloos geprint worden. Hiervoor wordt een kleine kost aangerekend.
6.8
Computerondersteuning voor de basisopleidingen
De servers die het computernetwerk ondersteunen bestaan zowel uit Linux-servers als NT-servers. Deze centrale computers zijn opgenomen in een netwerk samen met een aantal werkstations. De meeste werkstations draaien op Windows NT. Zo wordt het mogelijk om vanuit verschillende lokalen te werken op verschillende computers. Alle PC's zijn opgenomen in het netwerk zodat de student(e) de mogelijkheid heeft om thuis een programma in te tikken en het op de hogeschool uit te testen. Iedere student(e) kan op vrije basis het Internet raadplegen en beschikt over een e-mail adres onder de vorm:
[email protected] . Het lokaal A13 is voorzien van werkstations en terminals waar de studenten kunnen over beschikken. Het gebruik van de computers is bedoeld voor studiewerk, opzoekingen en oefeningen in het kader van het studieprogramma.
6.9
Computergebruik
Via het elektronisch leerplatform TOLEDO (bereikbaar via de website www.khbo.be ) zijn een aantal hulpmiddelen beschikbaar om beter gebruik te maken van de voorziene ICT-faciliteiten, onder andere: - handleidingen van het elektronisch leerplatform Toledo, e-mail, … ; - de mogelijkheid om via accountbeheer problemen met het wachtwoord te melden en op te lossen; - de mogelijkheid om de mailquota te bekijken.
RDC - 28-3-2008
20
6.10 Ethisch gebruik van de PC's Vermits bijna alle PC's in de campus Oostende van de KHBO zijn opgenomen in een intern netwerk, dat op zijn beurt is gekoppeld met het Internet, zijn een aantal afspraken omtrent het ethisch gebruik noodzakelijk. Er wordt gevraagd om de volgende afspraken grondig na te lezen en op te volgen: - het is niet toegelaten om software te kopiëren op diskettes of via andere weg, tenzij het persoonlijk ontworpen software is; - het materiaal moet steeds met de nodige zorg behandeld worden en het moet zich in perfecte staat bevinden bij het einde van een sessie. Indien bij de aanvang van een sessie gebreken worden vastgesteld, dan moet de begeleidende docent of de systeemverantwoordelijke hiervan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht; - op de campus worden de PC's enkel voor educatieve doeleinden gebruikt: de PC's zijn niet bedoeld als tekstverwerker voor het intikken van verslagen of eindwerken, het gebruik van Internet is bedoeld om informatie op te zoeken in verband met de onderwijsactiviteiten, de opgelegde taken of het eindwerk; - het gebruik van Internet moet ten allen tijde correct gebeuren. Dit betekent dat de "netetiquette" moet gevolgd worden: - geen inbraak op computers; - geen spanmail versturen; - het onmiddellijk melden aan de systeemverantwoordelijke van alle verdachte gebeurtenissen in de eigen directory; - er wordt nooit zelf software op een PC geplaatst, tenzij het de bedoeling is om zelf ontwikkelde programma's uit te testen en uit te voeren; desnoods kan de systeemverantwoordelijke toestemmen om de software te installeren; - inloggen moet steeds gebeuren onder de EIGEN naam en paswoord.
6.11 Veiligheidsvoorschriften in de laboratoria en lokalen Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) legt in een afzonderlijke brochure de veiligheidsvoorschriften en de verantwoordelijkheden vast. Iedereen is verplicht het intern verkeersreglement te volgen dat door het CPBW is opgemaakt en bekendgemaakt. Ook op de openbare weg tussen de gebouwen moet het verkeersreglement worden nageleefd. Preventieadviseur is mevrouw Leen Croubels (
[email protected]).
RDC - 28-3-2008
21
7
Studenten
7.1
Studentenvertegenwoordigers
Om een vlot contact te onderhouden tussen de studenten en de school, is er per klas een klasvertegenwoordiger. Klasvertegenwoordigers worden bij het begin van het academiejaar door het studentensecretariaat aangesteld, maar éénieder in de klas die zich tot deze taak geroepen voelt, kan de aangeduide persoon vervangen, na afspraak met het secretariaat. Wekelijks komt de klasvertegenwoordiger langs op het studentensecretariaat om na te zien of er nieuws is voor de klas. Zo zorgt hij/zij voor de verdeling van de klasfoto’s, voor de verdeling van berichten over studiebeurzen, uitnodigingen voor vergaderingen van de studentenraad, enz… . Op de vergaderingen van het studentenforum van het departement kan hij/zij de klas vertegenwoordigen. Het wordt de verantwoordelijkheid geacht van de klas dat minstens één student(e) uit de klas die vergaderingen bijwoont.
7.2
Medezeggenschap
Voor het geheel van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende zijn de studenten vertegenwoordigd in: - de academische raad en de studentenraad (hogeschool niveau); - de departementale raad en het studentenforum (departementaal niveau). De academische raad heeft op hogeschoolniveau informatierecht, adviesbevoegdheid en overlegbevoegdheid. De departementale raad heeft op departementaal niveau informatierecht en adviesbevoegdheid. De studentenraad wordt vooral geraadpleegd over onderwijs- en examenregelingen en over de evaluatie van het onderwijzend personeel in het kader van de kwaliteitsbewaking. Alle klasverantwoordelijken samen vormen het studentenforum van het departement.
7.3
Studentenvoorzieningen KHBO (STUVO)
De vereniging STUVO heeft o.a. als taak om de sociale toelagen die per student(e) aan de hogeschool uitgekeerd worden, te beheren. Deze middelen worden aangewend om de voeding, de cultuur en de ontspanning, de huisvesting en de sociale begeleiding van de studenten financieel te ondersteunen. Op die manier kunnen de studenten onder meer op steun rekenen bij het organiseren van culturele activiteiten, krijgen de bewoners van het studentenhuis een betere infrastructuur, ligt er sportmateriaal gratis ter beschikking van alle studenten… . Ook tussenkomsten in de studiefinanciering zijn mogelijk (zie ook 5.5 ).
7.4
Studentenclubs
De studenten kunnen aansluiten bij verscheidene verenigingen, elk met hun eigen doelstellingen en activiteiten. De vele clubs en verenigingen verzorgen een ruime waaier aan ontspanningsmogelijkheden en hulpmiddelen bij het studeren. Op de menukaart staan cursussen, examenvragen van de voorbije jaren, massajogging, “Week van de student”, film- en videoclub, radioamateurclub STARCom (ON4HTI), het studentenblad “Spiritus”, “Night of the Proms”, Hobu-sportdag, muurklimmen, speleologie, galabal, bowling, karting, cantussen,… . Kortom, een verzameling aan leuke en interessante activiteiten met een forse korting voor de leden, voor zover de activiteit niet gratis is.
7.5
Studentenlogement en restauratie
Studenten van de campus Oostende kunnen logement aanvragen in de studentenresidentie "de kraal''. In het restaurant van "de kraal'' kan men dagelijks een warme maaltijd nemen. De huisvestingsdienst (waargenomen door STUVO) biedt informatie voor studenten die in stad wensen te verblijven. Bij STUVO of op het secretariaat van de campus kan men lijsten van studentenkamers bekomen met informatie omtrent de inrichting en de huurcontracten.
RDC - 28-3-2008
22
De huisvestingsdienst treedt enkel bemiddelend op bij eventuele geschillen tussen huurder en verhuurder. Deze bemiddeling kan alleen ingeroepen worden indien een kopie van het huurcontract bij de huisvestingsdienst werd ingediend.
RDC - 28-3-2008
23
8
Financiële gegevens
8.1
Studiegeld
Wie zich inschrijft als student(e) voor een academiejaar betaalt studiegeld voor dat jaar. Het bedrag wordt vastgesteld in overeenstemming met het departement van onderwijs. De bedragen van het studiegeld worden elk jaar aangepast aan de index en zijn dus maar geldig voor het huidige academiejaar. Studiegeld academiejaar 2007-2008 Inschrijvingen voor ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten Niet-beursstudent € 533,10 Bijna-beursstudent
€ 313,20
Beursstudent
€ 100,00
Inschrijvingen voor ten hoogste 53 studiepunten Niet-beursstudent € 58,10 + € 7,90 per studiepunt Bijna-beursstudent
€ 38,70 + € 5,30 per studiepunt
Beursstudent
€ 55,00
Inschrijvingen voor meer dan 66 studiepunten Niet-beursstudent € 533,10 + € 3,10 per studiepunt Bijna-beursstudent
€ 313,20 + € 1,80 per studiepunt
Beursstudent
€ 100,00
Inschrijvingen voor een examencontract € 52,80 + € 3,20 per studiepunt
Beursstudenten – Bijna-beursstudenten Om het statuut van beursstudent of bijna-beursstudent te verwerven moet de student: - een studiebeurs aanvragen bij de Afdeling Studietoelagen, H. Consciencegebouw, Kon. Albert II-laan 15, 1210 Brussel, bij voorkeur vóór 31 oktober 2007 en uiterlijk tegen 30 juni 2008, hiervoor moet het aanvraagformulier van de Dienst Studietoelagen worden gebruikt; - bovendien vóór 31 oktober 2007 een aanvraag voor verminderd studiegeld indienen bij STUVO-KHBO aan de hand van het gele aanvraagformulier van STUVO-KHBO. Het attest dat STUVO-KHBO na onderzoek van het dossier aflevert, dient enkel als voorlopig bewijs van het beurs- of bijna-beursstatuut. Dat statuut moet bevestigd worden door de Afdeling Studietoelagen. De aanvraag voor verminderd studiegeld bij STUVO-KHBO dient dus niet om een studiebeurs aan te vragen, hiervoor dient de aanvraag bij de Afdeling Studietoelagen. Bijna-beursstudenten zijn studenten die in 2007-2008 geen studietoelage ontvangen, maar van wie het referentie-inkomen maximaal € 1240,00 boven de maximumgrens ligt tot het bekomen van een studietoelage. Niet-beursstudenten Dit zijn studenten die niet voldoen aan de hierboven beschreven voorwaarden. Vermindering op het studiegeld Studenten die menen dat ze in aanmerking komen voor vermindering op het studiegeld, dienen een aanvraag in met het formulier "Aanvraag tot het bekomen van vermindering van studiegeld" bij: STUVO-KHBO, Voorzieningen voor studenten, Westmeers 27, 8000 Brugge. RDC - 28-3-2008
24
Studiefinanciering Studenten die voor het academiejaar 2007-2008 een studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap willen ontvangen, moeten vóór 30 juni 2008 een aanvraag indienen bij de Afdeling Studietoelagen, Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II - laan 15, 1210 Brussel. De aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij STUVO, bij de studentensecretariaten van de verschillende campussen of kunnen worden afgehaald via de website www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen. Merk op dat het formulier voor verminderd studiegeld (op basis van het statuut van beursstudent of bijna-beursstudent) niet bedoeld is om de studietoelage aan te vragen. Om een studiefinanciering te krijgen indien je niet in je eerste jaar hoger onderwijs zit, moet je geslaagd zijn in het voorbije academiejaar. Indien dit niet het geval is kan je éénmalig beroep doen op een jokerkrediet. Omdat studiefinanciering niet voorzien is voor voortgezette opleidingen kan het jokerkrediet dus ook niet gebruikt worden voor voortgezette opleidingen. Voortgezette opleidingen en posthogeschoolvorming Voor deze opleidingen is het studiegeld afhankelijk van de opleiding. Er wordt verwezen naar de infobrochures van deze opleidingen.
8.2
Kostprijs leermiddelen
De kostprijs voor de leermiddelen (naast het studiegeld) is afhankelijk van het studiejaar en van de opleiding. Voor een eerstejaarsstudent kan de kostprijs van de leermiddelen als volgt worden ingeschat: rekenmachine:
€ 110,00
stofjas lab:
€ 27,00
losbladig kopiewerk:
€ 50,00
boeken en cursussen:
€ 200,00 – 310,00
aankoop componenten elektriciteit/elektronica:
8.3
laboratorium
€ 125,00
forfait laboratoriumwerking:
€ 60,00
verplaatsing studiereizen:
€ 15,00
Verzekeringen
Iedere student(e) is verzekerd tegen elk lichamelijk letsel opgelopen in de school of langs de directe weg naar of van de school en binnen een beperkt tijdsinterval vóór en na de onderwijsactiviteiten. Stoffelijke schade is niet in de verzekering begrepen. De tussenkomst van de verzekering gebeurt nà de betaling door de Mutualiteit. De gewone schoolverzekering dekt ook het risico tegen lichamelijke letsels en de burgerlijke verantwoordelijkheid van de student(e) tegenover derden, gedurende de bedrijfscontacten (ook tijdens de vakantie), studiebezoeken, en alle bijzondere activiteiten die in schoolverband georganiseerd worden, m.a.w. met toelating en onder toezicht van de schooldirectie. De gewone schoolverzekering dekt geen risico’s tijdens sportmanifestaties die buiten de school worden georganiseerd. Voor dergelijke activiteiten moet vooraf contact worden genomen met de studentensecretaris Bertho Ernest. Indien een student(e) bij een ongeval betrokken is, moet het secretariaat binnen de 24 uur en liefst zo vlug mogelijk verwittigd worden. De volgende gegevens moeten meegedeeld worden: - naam, voornaam, adres, geboortedatum en -plaats; - plaats, datum, uur van het ongeval; - aard van de letsels; - naam en adres van de behandelende geneesheer; - mutualiteit van inschrijving.
RDC - 28-3-2008
25
Na deze aangifte blijft de student(e) zelf verantwoordelijk voor het spoedig invullen en afhandelen van de toegezonden formulieren. Alleen de kosten van de gewone verpleging worden terugbetaald door de verzekeraar; alle extra kosten zijn ten laste van de verzekerde.
8.4
Toebrengen van schade
Als een student tijdens de laboratoriumsessies een apparaat beschadigt en dit onmiskenbaar te wijten is aan een slechte behandeling (handleiding niet lezen, niet volgen van instructies, apparaat laten vallen,… ), dan dient de student binnen de 24 uur zijn familiale verzekering te verwittigen. De schadevrijstelling wordt op de student verhaald.
RDC - 28-3-2008
26
9
De opleiding Master in de Industriële Wetenschappen Het doel van de opleiding Master in de Industriële Wetenschappen is het vormen van een expert met een brede kennis van wetenschap en techniek, die deze kennis in de industrie kan toepassen bij het oplossen van problemen en bij het ontwerpen van nieuwe producten en processen. Het academische niveau wordt ondermeer bereikt door het doorlopen van de bacheloropleidingen die aan deze mastersopleidingen vooraf gaan. In de gekozen discipline leert men de meest recente technologie begrijpen en gebruiken. De eindtermen van de opleiding (algemene competenties, algemeen wetenschappelijke competenties, wetenschappelijke competenties en domeinspecifieke competenties) zijn een uitbreiding van de eindtermen van de opleiding Bachelor in de Industriële Wetenschappen, en zijn hieronder verder samengevat. De technologische en methodologische aanpak om problemen op te lossen, is dikwijls gesteund op de in de hogeschool aanwezige eigen onderzoekservaring in contractonderzoek en technologische innovatieve projecten. Veel aandacht wordt besteed aan het leren zelfstandig problemen oplossen.
9.1
Kennis
Het gaat hier over de kennis waarover een master moet beschikken en die hij kan toepassen om in zijn latere beroep te kunnen functioneren. Kennis kan op verschillende niveaus worden bijgebracht: gedetailleerd en zeer diepgaand (eigen aan basisvakken, waarbij de master ook de nodige heuristieken en algoritmen leert gebruiken om een probleemstelling of onderzoek aan te pakken en op te lossen), of meer beschouwend en verkennend (eigen aan kleinere opleidingsonderdelen en technologische facetten van de opleiding, waarbij de master een initiatie krijgt in wat er voorhanden is om een probleem op te lossen).
9.2
Vaardigheden
Het concreet en daadwerkelijk aanpakken van een probleem heeft betrekking op de “vaardigheid”. Van een master wordt verwacht dat hij de verworven kennis op een adequate en effectieve manier in de praktijk kan omzetten.
9.3
Structuur van de opleiding
Het normtraject van de academische opleidingen Master in de Industriële Wetenschappen omvat een totale studielast van 60 studiepunten. Deze studielast omvat leeractiviteiten, gespreid over twee semesters (40 studiepunten) en een Masterproef (20 studiepunten).
9.4
Competenties Master in de Industriële Wetenschappen
De competenties die de student gedurende zijn masteropleiding aanvullend moet verwerven zijn hieronder opgesomd en uitgeschreven in een voor de student meer begrijpbare taal. Competenties die in een bepaald opleidingsonderdeel worden aangeboden worden door de docent beoordeeld aan de hand van één of meerdere indicatoren (indicatoren zijn gedragingen die geëvalueerd kunnen worden). In de ECTS-fiches met de beschrijving van de onderwijsleeractiviteiten wordt verwezen naar onderstaande competenties. Bij wijze van overzicht wordt verder in een concordantietabel aangeduid welke competenties in welk opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit worden aangeboden.
9.5
Wetenschappelijke competenties (MWC)
MWC 1 Een gevorderd begrip hebben van en inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren: inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan. Gevorderd niveau van: Wetenschappelijke disciplinaire kennis (WC1)
RDC - 28-3-2008
27
-
Ik blijf op de hoogte van de recentste ontwikkelingen in bepaalde domeinen van mijn discipline. - Ik kan de toekomstige ontwikkelingen in dat domein in schatten. MWC 2 In staat zijn om in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren: in staat zijn op grond van een theoretisch of praktisch probleem een eigen onderzoeksvraag te kunnen selecteren, formuleren en passend te beantwoorden. Gevorderd niveau van: Wetenschappelijke disciplinaire kennis (WC1) - Ik kan een onderzoeksvraag formuleren. (het passend beantwoorden van de onderzoeksvraag wordt opgenomen onder competentie 6, ‘Beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten’’) MWC 3 Het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren, diagnosticeren: onderzoeker (willen) zijn. - Ik beheers de competenties van de academische bachelor die ik zelfstandig toepas bij mijn bedrijfscontact/hulp bij wetenschappelijk onderzoek/labs/masterproef. - Ik ben in staat om een ontwerp te maken/deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek (zie domeinspecifieke competenties). MWC 4 Onderzoeks/beroepsbekwaam zijn. - Ik kan zelfstandig functioneren in een ingenieursfunctie/onderzoeksteam.
9.6
Algemene competenties (MAC)
MAC 1 Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen: zelfstandig wetenschappelijk redeneren. Uitbreiding van: Denken en redeneervaardigheid (AC1). - Ik kan zelfstandig een redenering opbouwen in overeenstemming met de wetenschappelijke vereisten in het domein van de elektromechanica. MAC 2 Om kunnen gaan met complexe problemen en beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context: probleemoplossend vermogen. Uitbreiding van: Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling (AC4). - Ik kan een complex probleem (masterproef) methodisch benaderen. - Ik kies op een gefundeerde wijze de meest geschikte oplossing ook al zijn niet alle randvoorwaarden/variabelen volledig gekend of onder controle. MAC 3 Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen: kritisch kunnen reflecteren over de eigen competenties inzake wetenschappelijk werk en /of inzake de systematische en aantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven. Kritische reflectie over de grenzen van de paradigma’s. Uitbreiding van: Kritisch reflecteren (AC3). - Ik ga na of de voorgestelde oplossingen/onderzoeksmethoden haalbaar zijn. - Ik bekijk kritisch de mogelijke oplossingen voor mijn ontwerpprobleem en masterproef. - Ik kan de verschillende wetenschappelijke denkwijzen evalueren (gebruikte hypothesen, randvoorwaarden…). MAC 4 Beschikken over het vermogen tot communiceren over het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken: in het Nederlands en een andere forumtaal mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving. Uitbreiding van: Communiceren met leken en specialisten (AC6).
RDC 28-3-2008
28
-
9.7
Ik kan voor mijn masterproef van gedachten wisselen met medewerkers van mijn stagebedrijf/onderzoeksteam. Ik kan zelfstandig schriftelijk en mondeling rapporteren, in het Nederlands of een andere forumtaal, over masterproef. Ik kan mijn masterproef voorstellen en antwoorden op kritische vragen.
Algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau (MAWC)
MAWC 1 Onderzoeksmethoden kunnen hanteren: het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, kunnen ontwerpen van onderzoek rekening houdend met de paradigma’s van de wetenschappen. Onderzoeksmethoden hanteren (AWC2) op gevorderd niveau. - Ik formuleer theoretische/praktische oplossingen voor mijn onderzoeksvraag. - Zo nodig kan ik een eigen onderzoeksmethode opstellen. - Ik kan onderzoeksmethoden en normen opzoeken die ik nodig heb. - Ik kan de geschiktste onderzoeksmethoden zelfstandig selecteren. MAWC 2 Beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten: vermogen en wil om wetenschappelijke problemen te identificeren en op te lossen. Uitbreiding van: Een onderzoek probleemgestuurd initiëren (AWC4). - Bij het uitwerken van mijn ontwerp/masterproef ga ik creatief om met oplossingen van gelijkaardige problemen om zo de lacunes weg te werken. - Ik kan de technische/wetenschappelijke deelproblemen in de masterproef onderscheiden en doeltreffend formuleren. MAWC 3 Het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving: beschikken over het vermogen tot multidisciplinair samenwerken. Samenwerken in een multidisciplinair team op gevorderd niveau (AWC5) - Ik werk samen met de medewerkers van het bedrijf/onderzoeksteam in het kader van mijn bedrijfscontact en masterproef waarbij ik voldoe aan de indicatoren van samenwerken in team van de academische bachelor. - Ik leg vlot contact met medewerkers van andere afdelingen/disciplines.
9.8
Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde
9.9
Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica, afstudeerrichting Elektromechanica (MD-EM)
MD-EM 1 Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen: technische producten initiëren, configureren, dimensioneren en ontwikkelen; oplossingen adviseren voor elektromechanische problemen steunende op de verworven technische kennis; kwalitatieve elektromechanische projecten realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating; elektromechanische productiesystemen ontwerpen en optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. -
Ik gebruik een methodologie bij het ontwerpen/ontwikkelen/advies van een product of proces. Ik streef naar een kwaliteitsvol product/proces. Ik maak de nodige berekeningen voor het dimensioneren. Ik draag zorg voor de veiligheidsaspecten (arbeidsmiddelenrichtlijn, machinerichtlijn, …). Ik houd rekening met het milieu (materiaalkeuze, minimale belasting van het milieu, …). Ik werk mee aan de praktische realisatie van mijn masterproef.
RDC - 28-3-2008
29
- Ik bereken de kostprijs van mijn ontwerp en de paybackperiode. - Ik draag zorg dat mijn product/proces ergonomisch is voor de gebruiker. MD-EM 2 In het domein van de elektromechanica de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek. - Ik beheers de onderzoeksgerelateerde competenties van de academische bachelor. - Ik draag zorg dat mijn experimenten reproduceerbaar zijn (vastleggen randvoorwaarden, variabelen, omgevingsfactoren, gebruikte toestellen en software, berekeningsmethoden, …). - Ik lever een originele bijdrage aan de wetenschap (iets nieuws of een nieuwe toepassing van bestaande elementen).
9.10 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektromechanica, afstudeerrichting Luchtvaarttechnologie (MD-EML) MD-EML 1 Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen/testen: elektromechanische vliegtuig- en luchtvaartsystemen en afgeleide toepassingen ontwikkelen, simuleren, integreren en testen, in internationaal teamverband, rekening houdend met de geldende internationale normen en cerificatieprocedures. Bij de realisatie rekening houden met de economische aspecten, veiligheid en milieu. -
Ik gebruik een methodologie bij het ontwerpen/ontwikkelen/advies van een product of proces. - Ik volg stipt de internationale normen (bv. EASA, ESA,…) en certificatieprocedures. - Ik streef naar een kwaliteitsvol product/proces. - Ik maak de nodige berekeningen voor het dimensioneren. - Ik houd rekening met het milieu (materiaalkeuze, minimale belasting van het milieu, …). - Ik werk mee aan de praktische realisatie van mijn masterproef. - Ik bereken de kostprijs van mijn ontwerp en de paybackperiode. - Ik draag zorg dat mijn product/proces ergonomisch is voor de gebruiker. MD-EML 2 Verantwoordelijkheid opnemen voor het, in internationaal teamverband, managen van een vliegtuigonderhoudeenheid (MRO = Maintenance, Repair and Overhaul) of een vliegtuigonderdelenproductie-eenheid, eigen aan onze Belgische industrie. MD-EML 3 In het elektromechanische domein van de lucht- en ruimtevaarttechnologie de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek. - Ik beheers de onderzoek gerelateerde competenties van de academische bachelor. - Ik draag zorg dat mijn experimenten reproduceerbaar zijn (vastleggen randvoorwaarden, variabelen, omgevingsfactoren, gebruikte toestellen en software, berekeningsmethoden, …). - Ik lever een originele bijdrage aan de wetenschap (iets nieuws of een nieuwe toepassing van bestaande elementen). - …
9.11 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektronica-ICT MD-EO-ICT1: Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen: - Technische producten initiëren, configureren, dimensioneren en ontwikkelen; - Oplosingen adviseren voor elektronische en/of ICT problemen steunende op de verworven technische kennis; - Kwalitatieve elektronische en/of ICT projecten realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en mileubewuste uitbating - Elektronische productiesystemen ontwerpen en optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. MD-EO-ICT: in het domein van de elektronica-ICT de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek.
RDC 28-3-2008
30
9.12 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Elektrotechniek MD-ET1: Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen: - Technische producten initiëren, configureren, dimensioneren en ontwikkelen; - Oplossingen adviseren voor elektrotechnische problemen in het domein van automatisering of (hernieuwbare) energieopwekking. Hierbij steunende op de verworven technische kennis; - Kwalitatieve elektrotechnische projecten (in het domein van automatisering of hernieuwbare energieopwekking) realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating; - Productiesystemen ontwerpen en optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. MD-ET2: in het domein van de elektroechniek (naar automatisering of hernieuwbare energieopwekking toe) de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek.
9.13 Domeinspecifieke competenties Master in de Industriële Wetenschappen, Kunststofverwerking MD-KT 1 Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen: technische kunststofgerelateerde producten functioneel ontwerpen, oplossingen adviseren voor kunststofgerelateerde problemen steunende op de verworven technische kennis, kwalitatieve projecten realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating, productiesystemen optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. - ik gebruik een methodologie bij het ontwerpen/ontwikkelen/advies van een product of proces; - ik streef naar een kwaliteitsvol product/proces; - ik maak de nodige berekeningen voor het dimensioneren; - ik draag zorg voor de veiligheidsaspecten (arbeidsmiddelenrichtlijn, machinerichtlijn, …); - ik houd rekening met het milieu (materiaalkeuze, minimale belasting van het milieu, …); - ik werk mee aan de praktische realisatie van mijn masterproef; - ik bereken de kostprijs van mijn ontwerp en de paybackperiode; - ik draag zorg dat mijn product/proces ergonomisch is voor de gebruiker. MD-KT 2 In het domein van de kunststofverwerking en -technologie de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek. - ik beheers de onderzoeksgerelateerde competenties van de academische bachelor; - ik draag zorg dat mijn experimenten reproduceerbaar zijn (vastleggen randvoorwaarden, variabelen, omgevingsfactoren, gebruikte toestellen en software, berekeningsmethoden, …); - ik lever een originele bijdrage aan de wetenschap (iets nieuws of een nieuwe toepassing van bestaande elementen). -
RDC - 28-3-2008
31
10
Studieprogramma’s
10.1 Inleiding Studietijd De studieprogramma’s voorzien per studiejaar van een opleiding een studietijd van ongeveer 1650 uur voor een normstudent. Deze studietijd wordt ook weergegeven via een aantal studiepunten, waarbij één studiepunt voor een normstudent overeenkomt met gemiddeld 27,5 uren studietijd (25 à 30 uren). Het totaal aantal studiepunten voor het modeltraject van één academiejaar bedraagt 60 studiepunten, het modeltraject van één semester bedraagt ongeveer 30 studiepunten. De norm van 60 studiepunten per academiejaar en van 27,5 uur studietijd per studiepunt stemt overeen met de ECTS-norm (European Credit Transfer System). De studietijd is onder te verdelen in: - colleges: dit zijn contacturen die binnen een uurrooster vooral besteed worden aan kennisverwerving; - toepassing/ begeleiding: dit zijn contacturen die binnen een uurrooster besteed worden aan: kennistoepassing en vaardigheidstraining (zoals: practica, oefensessies, labo’s, projecten, stages) en begeleiding van zelfstandig werk, groepsopdrachten; - zelfstandig werk: de tijd die een normstudent besteedt aan zelfstandige opdrachten, voorbereiding van de stage, studiewerk, examens,… Opleidingsonderdelen en onderwijsactiviteiten Het studieprogramma van een opleiding bevat per semester een aantal opleidingsonderdelen, waarbij per opleidingsonderdeel meerdere onderwijsactiviteiten kunnen voorzien zijn. Per semester bevat het studieprogramma maximaal 6 opleidingsonderdelen. Deze opleidingsonderdelen worden op het einde van het semester afgesloten met een evaluatie. ECTS-fiches Van ieder opleidingsonderdeel of onderwijsactiviteit is een bondige omschrijving opgenomen in de vorm van een fiche. De inhoud van deze ECTS-fiche is in overeenstemming met de ECTS-norm (European Credit Transfer System) en omvat onder andere een omschrijving van de doelstellingen, de inhoud, het cursusmateriaal, de gehanteerde onderwijsvorm en de evaluatie. Tabellen met studieprogramma’s De tabellen met de studieprogramma’s bevatten de volgende informatie: - een opsomming van de opleidingsonderdelen (links uitgelijnd in de eerste kolom); - in voorkomend geval een opsomming van de onderwijsleeractiviteiten (vakken) per opleidingsonderdeel (rechts uitgelijnd in de eerste kolom); - in de tweede kolom de studiepunten per opleidingsonderdeel en per onderwijsleeractiviteit; - in de derde kolom de studietijd die besteed wordt aan colleges (contacturen binnen een uurrooster); - in de vierde kolom de studietijd die besteed wordt aan het maken van toepassingen onder begeleiding (contacturen binnen een uurrooster); - in de vijfde kolom de studietijd die besteed wordt aan zelfstandig werk; - in de zesde kolom de totale studietijd per opleidingsonderdeel en onderwijsleeractiviteit; - in de zevende kolom een verwijzing naar de pagina waar zich de ECTS-fiche bevindt. Deze verwijzing is meestal per opleidingsonderdeel, soms per onderwijsleeractiviteit.
RDC 28-3-2008
32
11
Studieprogramma Master Elektronica-ICT en Elektrotechniek
Studieprogramma afstudeerrichting Elektronica
Master in de IW: Elektronica-ICT - Elektronica Semester 1 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Computersyst. en interfacing Digitale en draadloze communic. Vermogenelektronica Lab programmeertechnieken Lab C-programmatie Lab grafisch programmeren en simulatie Digitale Signaalverwerking Toegepaste DSV DSV-implementatie Systeemontwerp met HDL Duurzaam ondernemen 2 Technische aspecten van management Juridische aspecten van management Bedrijfsbeheer HRM Totaal:
18 24 18
3 4 3 4
12 6 6 48
50 80 56 62
2
24
31
2
24
31
24
5
24
87
3
18
12
50
2
6
12
37
12 45
3 5
18
50 85
80 110 80 110 55
135 55
80 130
9
16
25
6
19
25
2
18
37
55
1
12
13
25
470
42
80
1
255
36 37 38 39
55
1
27
ECTS Fiche
44 57
725
Master in de IW: Elektronica-ICT - Elektronica Semester 2 Studietijd (uren) Projectlab elektronica-ICT Computerarchitecturen Elektronica toepassingen
Stpt Coll. TB ZW Totaal
ECTS Fiche
84
62 64 65
5 3 5
24 36
51 56 87
135 80 135
12 EMC ontwerp 3 12 12 56 80 Opto-elektronische communicatie 2 24 31 55 156 194 Totaal: 13 350 Bij de aanvang van het tweede semester is er, in functie van de masterproef, een stageperiode van 6 weken, 4 dagen per week.
Master in de IW: Elektronica-ICT - Elektronica Masterproef Elektronica Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Masterproef elektronica
20
RDC - 28-3-2008
550
550
ECTS Fiche 80
33
Studieprogramma ICT
Master in de IW: Elektronica-ICT - ICT Semester 1 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Computersyst. en interfacing Digitale en draadloze communic. Informatietechnieken 4 Software ontwikkelmethodes Webtechnologie en webprogrammering Lab programmeertechnieken Lab C-programmatie Lab grafisch programmeren en simulatie Digitale Signaalverwerking Toegepaste DSV DSV-implementatie Duurzaam ondernemen 2 Technische aspecten van management Juridische aspecten van management Bedrijfsbeheer HRM Totaal:
18 24 36
3 4 6
12 50 6 80 12 112
3
18
3
18
6
48
4 2
24
2
24
24
5 3
24
18
12
6
12
2
45
5 1
27
6
56
80
110
31
55
135
50 37
55
130
16
25
6
19
25
2
18
37
55
1
12
13
476
42
80
1
249
39
55
31
87
36 37 46
80
56
62
85 9
80 110 160
ECTS Fiche
57
25
725
Master in de IW: Elektronica-ICT - ICT Semester 2 Studietijd (uren) Projectlab elektronica-ICT Computerarchitecturen ICT toepassingen
Stpt Coll. TB ZW Totaal
ECTS Fiche
84
62 64 67
5 3 5
24 36
51 56 87
135 80 135
12 Besturingssytemen 3 12 12 56 80 Artificiële intellig. en distributed comput. 2 24 31 55 156 194 Totaal: 13 350 Bij de aanvang van het tweede semester is er, in functie van de masterproef, een stageperiode van 6 weken, 4 dagen per week.
Master in de IW: Elektronica-ICT - ICT Masterproef ICT Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Masterproef ICT
20
550
550
ECTS Fiche 80
RDC 28-3-2008
34
Studieprogramma Automatisering
Master in de IW: Elektrotechniek - Automatisering Semester 1 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Computersystemen en interfacing Digitale en draadloze communic. Vermogenelektronica Aandrijvingen en power quality
18 24 18 30
3 4 3 4
Aandrijvingen Power quality en EMC Lab elektrotechniek - automatisering Digitale regeltechniek Duurzaam ondernemen 2 Technische aspecten van management Juridische aspecten van management Bedrijfsbeheer HRM Totaal:
12 6 6 12
50 80 56 68
2
18
6
31
2
12
6
37
4 4 5
48 6
18 45
62 86 85
80 110 80 110 55
110 110 130
9
16
25
1
6
19
25
2
18
37
55
1
12
198
13
487
36 37 38 48
55
1
27
ECTS Fiche
50 51 57
25
730
Master in de IW: Elektrotechniek - Automatisering Semester 2 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal
ECTS Fiche
Lab PLC 48 62 110 4 70 Gener. en kleinvermogenmotoren 24 12 74 110 4 72 Automatiseringsaspecten 36 18 81 135 5 74 Functionele veiligheid 2 18 6 31 55 Industriële netwerken en domotica 3 18 12 50 80 138 217 Totaal: 13 355 Bij de aanvang van het tweede semester is er, in functie van de masterproef, een stageperiode van 6 weken, 4 dagen per week.
Master in de IW: Elektrotechniek - Automatisering Masterproef Automatisering Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Masterproef automatisering
20
RDC - 28-3-2008
550
550
ECTS Fiche 80
35
Studieprogramma Hernieuwbare Energie (Elektrotechniek)
Master in de IW: Elektrotechniek - Hernieuwbare energie Semester 1 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Energieopwekking Warmtekrachtkoppeling Thermische en hydraulische centrales Hernieuwbare energie 1 Econom. aspecten, regelgeving en REG Windenergie Bio-energie Aandrijvingen en power quality Aandrijvingen * Power quality en EMC * Vermogenelektronica * Lab elektrotechn. - automat. * Duurzaam ondernemen 2 Technische aspecten van management Juridische aspecten van management Bedrijfsbeheer HRM Totaal: * Samen met afstudeerrichting Automatisering
36
5 2 3
12
18 18
54
6
6 6
12
87 31 56
99
135 80
165
18
6
31
55
2
18
6
31
55
2
18
30
4
12
68
2
18
6
31
2
12
6
37
18
3 4 5
6 48
45
56 62 85
55
55
80 110 130
9
16
25
6
19
25
2
18
37
55
1
12
13
25
457
48
55
1
273
54
110
1
27
52
55
2
37
ECTS Fiche
38 50 57
730
Master in de IW: Elektrotechniek - Hernieuwbare energie Semester 2 Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal
ECTS Fiche
Hernieuwbare energie 2
18 54 93 165 6 77 Zonne-energie 2 18 6 31 55 Lab hernieuwbare energie 4 48 62 110 Gener. en kleinvermogenmotoren* 24 12 74 110 4 72 Industriële netw. en domotica * 18 12 50 80 3 79 138 217 355 Totaal: 13 Bij de aanvang van het tweede semester is er, in functie van de masterproef, een stageperiode van 6 weken, 4 dagen per week. * Samen met afstudeerrichting Automatisering
Master in de IW: Elektrotechniek - Hernieuwbare energie Masterproef ET - Hernieuwbare energie Studietijd (uren) Stpt Coll. TB ZW Totaal Masterproef ET - hern. energie
20
550
550
ECTS Fiche 80
RDC 28-3-2008
36
Computersystemen en interfacing MaIWEIAH_CSI Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Computersystemen en interfacing
3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18
12
50
2,5
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student heeft kennis en inzicht in de interne bouw en de werking van een PC (MWC1). De student kan op zelfstandige basis denken , redeneren en kritisc reflecteren over de geziene materie (MAC1, MAC3). De student kan op die manier programmeeroefeningen uitwerken Competenties MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Aangezien de PC-techniek erg snel evolueert, wijzigt de in de lessen gegeven materie elk jaar. Het overzicht welke hieronder te vinden is, is dan ook slechts een benadering van wat gewoonlijk onderwezen wordt. Aan de hand van een studie van de assembler-programmeertaal wordt inzicht verworven in de mogelijkheden en de werking van de processoren van de 8086 reeks van Intel. Naast programmavoorbeelden die volledig opgebouwd zijn uit assemblerinstructies wordt ook gegeven hoe C of C++ gecombineerd kan worden met assemblerinstructies. Er wordt aandacht besteed aan de werking van zowel software- als hardware- interrupts (programmable interrupt controller). Bij de verdere studie van de onderdelen van de PC worden de hardware specificaties van de 8086reeks bestudeerd. Dit wordt gevolgd door een studie van de geheugenruimte en de IO-ruimte. Ook de werkingsprincipes van enkele randapparaten komen aan bod (onder andere PIT, harde schijven (RAID, werking HDD)). De functie en de werking van de busstructuen wordt uitgewerkt. Coprocessoren. Onderwijsvorm Hoorcolleges en oefeningen. Bij het bestuderen van de assembler programmeertaal wordt van de student een zelfstandigheid verwacht wat hem toelaat de oefeningen op te lossen. Studiemateriaal Barry B. Brey, The Intel Microprocessors, Pearson – Prentice Hall. Voorkennis Digitale techniek. Evaluatie Schriftelijk examen. Praktische informatie Docenten Jürgen Baert Titularis Jürgen Baert
RDC - 28-3-2008
37
Digitale en draadloze communicatie MaIWEIAH_DDC Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Digitale en draadloze communicatie
4
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 24
6
80
2,5
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student heeft kennis en inzicht in de hedendaagse mogelijkheden en de beperkingen van digitale en draadloze communicatie (MWC1). De student kan de geziene materie, de geziene principes aanwenden in een professionele technische context (MAC1, MAC3). Competenties MWC1, MAC1, MAC 3 Inhoud De cursus start met de bespreking van de basisprincipes van datacommunicatie (meer specifiek digitale communicatie) met als specifieke toepassing: de draadloze communicatie. Daarin worden de fysische beperkingen, de karakteristieken van de verschillende transmissiemedia en de verschillende signaalvormen behandeld. Dit alles wordt geïllustreerd aan de hand van hedendaagse communicatiesystemen zoals PSTN, GSM, ADSL, voice modems, cable modems, UMTS … . Onderwijsvorm Hoorcollege en illustratie m.b.v. netwerkmonitoring tijdens het college. Studiemateriaal Andrew S. Tanenbaum, Computer Networks, Fourth Edition, Prentice Hall Slides opgemaakt door de docent zijn beschikbaar op Toledo Voorkennis Elementaire signaal- en systeemtheorie: lineaire systemen, Fourier transformatie. Basis computer kennis en kennis van besturingssystemen. Evaluatie Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Het examen is er gericht op begrip van de terminologie (MWC1) en toepassing van de principes in een professionele context (MAC3). Praktische informatie Docenten Filip Louagie Titularis Filip Louagie
RDC 28-3-2008
38
Vermogenelektronica MaIWEIAH_VEL Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Vermogenelektronica
3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 56 2
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student heeft een grondig overzicht in het vakgebied van de vermogenelektronica en de vermogenelektronische toestellen die gebruikt worden voor het aansturen van machines (MWC1, MAC1, MAC3). De student is in staat om de werking van een vermogenelektronisch toestel te begrijpen en de componenten te dimensioneren (MD-EO-ICT1; MD-ET1). Competenties MWC1, MAC1, MAC3, MD-EO-ICT1 of MD-ET1 Inhoud Zowel de AC/DC- als de DC/AC-omvormers worden besproken. De cursus is gericht op motortoepassingen en netkoppelingen. Meer specifiek komt er aan bod: - Vermogenelektronische componenten; - Commutatie; - Indeling van omvormers; - Netgestuurde omvormers (algemeen, driefasige sterschakeling, driefasige volgestuurde brugschakeling); - Bidirectionele omvormers; - Geschakelde invertoren; - DC/DC-omvormers - Geschakelde voedingen Naast een theoretische cursus en oefeningen worden de schema’s van praktische omvormers besproken. Onderwijsvorm Hoorcolleges en oefeningen. Studiemateriaal G. Merlevede, Vermogenelektronica, KHBO Voorkennis Evaluatie Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (2 theorievragen en 1 oefening). De vooropgestelde competenties worden op het examen geëvalueerd. Praktische informatie Docenten Jos Knockaert Titularis Jos Knockaert
RDC - 28-3-2008
39
Lab programmeertechnieken MaIWEIAH_DDC Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Lab C-programmatie Lab grafisch programmeren en simulatie
2
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 24 31 2
2
24
31
2
Periode (sem.) 1
Doelstelling Lab C-programmatie De student kan, vertrekkende van een opgegeven doelstelling, een project formuleren dat realiseerbaar is via het programmeren van een PIC microcontroller in de hogere programmeertaal C. De student realiseert, in teamverband, het project (MAWC3). Tijdens het ontwerp komt de student in contact met diverse competenties: - zelfstandig wetenschappelijk redeneren (MAC1); - kritisch reflecteren (MAC3); - probleemoplossend vermogen (MAC2); - communicatie met leken en specialisten (MAC4); - vaardigheden (ontwerpen, onderzoeken, analyseren, …) (MAWC1). Lab grafisch programmeren en simulatie De student ka, gebruikmakend van grafische programmeersoftware (LabVIEW), processen op aftsand aansturen en automatiseren. De student realiseert dit in groepsverband (MAWC3). De student heft inzicht in de mogelijkheden (MWC1 en MAC1) bij het opvragen en sturen van procesparameters (MAC2). Dit zowel wat de hardware als de software betreft. Competenties Lab C-programmatie MAWC3, MAC1, MAC2, MAC3, MAC4, MAWC1 Lab grafisch programmeren en simulatie MWC3, MWC1, MAC1, MAC2 Inhoud Lab C-programmatie De lab projecten zijn volledig af te werken in de programmeertaal C, met de PIC microprocessor als voorkeur. De studenten mogen vrij aan het begin van de cursus een lab project voorstellen. Het project moet echter duidelijk op te delen zijn in de typische 3 lagen van embedded programming: top laag (user interface), middleware, driver niveau. De gekozen projecten moeten een reële toepassing als doel hebben en houden bij voorkeur rekening met het aspect van laag vermogenverbruik en het zuinig omspringen met energie. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan (niet limitatieve lijst): - Domotica toepassingen die energie besparing als doel hebben - “Slimme” thermostaat toepassingen in de industrie - … Het project zal in de tweede labo sessie naar voor gebracht worden onder de vorm van een korte presentatie (maximum 10 min.). Rekening houdend met de opmerkingen van de docent, wordt door de studenten een “functional requirements specification” opgesteld. Deze specificatie zal op het einde als leidraad dienen voor de beoordeling van het afgeleverde werk. Lab grafisch programmeren en simulatie
RDC 28-3-2008
40
Aan de hand van enkele voorbeelden wordt duidelijk gemaakt wat grafisch programmeren inhoudt. Verder wordt het gebruik van virtuele instrumenten uitgelegd (communicatie van de PC met de buitenwereld). Virtuele instrumenten worden aangemaakt (zowel het frontpanel als het blokdiagram). Er wordt gebruik gemaakt van de mogelijke controls, functies, displays, stuurelementen,… . Applicaties worden aangemaakt en uitgevoerd. Onderwijsvorm Lab C-programmatie - realisatie van één of meerdere labprojecten; - projectwerk in teamwork; - Co-Design van hardware (reeds aanwezig op de experimenteer borden, maar uitbreidbaar) en software; - zelfstandige planning, rapportering (ook tussentijds), technische opvolging en eindpresentatie van het project. Lab grafisch programmeren en simulatie Via hands-on oefeningen wordt de gegeven uitleg onmiddellijk toegepast (in groepsverband). Dit wordt gevolgd door een uitgebreide oefening. Studiemateriaal Lab C-programmatie Datasheets (internet, databoeken, e-media, …). Het elektronisch leerplatform Toledo. Campus software (C compiler voor de PIC microcontroller, …). Lab grafisch programmeren en simulatie CD-Rom NI – studentenversie LabVIEW. LabVIEW Basics: course manual van National Instruments Jeffrey Travis en Jim Kring, LabVIEW for everyone Leonard Sokoloff, Applications in LabVIEW Voorkennis Lab C-programmatie Basiselektronica, microcontrollers, de PIC microcontroller, programmeren in C, digitaal systeemontwerp. Lab grafisch programmeren en simulatie Er wordt geen specifieke voorkennis vereist. Evaluatie Lab C-programmatie Dit opleidingsonderdeel is onderworpen aan een permanente evaluatie. Via gerichte planning en een opvolging van de planning moeten de studenten een project efficiënt tot stand kunnen brengen. Extra aandacht gaat eveneens uit naar teamwork, het op planning blijven, correct rapporteren, doorzetten tot het finale eindproduct en de eindpresentatie. De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd. In voorkomend geval wordt de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Lab grafisch programmeren en simulatie Permanente evaluatie ondermeer op basis van de uitgebreide oefening. In voorkomend geval gebeurt de evaluatie in de derde examenperiode via een individuele uitgebreide oefening. Praktische informatie Lab C-programmatie Lab grafisch programmeren en simulatie -
RDC - 28-3-2008
41
Docenten Lab C-programmatie Jean-Jacques Vandenbussche Lab grafisch programmeren en simulatie Jan Poelaert Titularis Jean-Jacques Vandenbussche
RDC 28-3-2008
42
Digitale signaalverwerking MaIWEIAH_DSV Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Toegepaste DSV DSV-implementatie
3 2
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 12 50 2,5 6 12 37 1,5
Periode (sem.) 1
Doelstelling Toegepaste DSV De student heeft kennis en inzicht in het ontwerp van digitale filters, zowel naar audiosignalen als naar beeldverwerking toe (MWC1, MAC1, MAC4). De student is vertrouwd met diverse modulatie en ,demodulatietechnieken. De student is in staat eerder bestudeerde algoritmes praktisch te implementeren en uit te testen. De student is hierbij voldoende kritisch tegenover zichzelf (MWC4). DSV-implementatie De student leert werken met een DSV-processor in een reële omgeving (MAC1, MWC1). Dit gebeurt met behulp van oefeningen en projecten die op een evauatiebord met DSV-processor worden geïmplementeerd. Het implementeren gebeurt in groepsverband (MAWC3). Competenties Toegepaste DSV MWC1, MAC1, MAC4, MWC4 DSV-implementatie MAC1, MWC1, MAWC3) Inhoud Toegepaste DSV Via MATLAB worden digitale filters ontworpen. Deze digitale filters worden uitgetest aan de hand van wav-files. De theoretische achtergrond van diverse AM-modulatietechnieken wordt uitgewerkt. Zowel AMDSB, AM-DSB-SC, AM-SSB (USB en LSB technieken) worden ingeoefend via MATLAB-simulaties die uitgetest worden op wav-files. Zowel het moduleren als het demoduleren wordt uitgewerkt. QAM-technieken worden uitgewerkt. Zowel het moduleren als het demoduleren wordt via MATLAB-oefeningen ingeoefend. Hierbij wordt aandacht besteed aan de ruisgevoeligheid. De SHARC-architectuur wordt aan de hand van datasheets bestudeerd. Digitale beeldverwerking wordt aan de hand van praktische oefeningen ingeoefend. Het effect van laag- en hoogdoorlaatfilters worden via de convolutietechniek duidelijk gemaakt. DSV-implementatie - DSV-architecturen - Kennismaking met niet-gesimuleerde DSV-omgeving - Oefeningen en projecten op een evaluatiebord Onderwijsvorm Toegepaste DSV Hoorcolleges en oefeningen. DSV-implementatie Practica
RDC - 28-3-2008
43
Studiemateriaal S. K. Mitra, Digital Signal Processing: A Computer Based Approach, Mc Graw Hill International Edition, 2006. Oefeningen en datasheets (SHARC-architectuur) worden via het elektronisch leerplatform Toledo ter beschikking gesteld. Voorkennis Kennis van Fourieranalyse is vereist. De student is reeds in staat om zowel in het tijdsdomein als in het frequentiedomein te redeneren. Een basiskennis DSP is vereist alsook een basiskennis MATLAB. Evaluatie Toegepaste DSV Schriftelijk examen, mede op basis van de oefeningen/projecten welke de studenten in de loop van de oefensessies uitgewerkt hebben. DSV-implementatie Permanente evaluatie. Schriftelijk examen met eventuele mondelinge verdediging. Praktische informatie Docenten Toegepaste DSV Joan Peuteman DSV-implementatie Jürgen Baert Titularis Joan Peuteman
RDC 28-3-2008
44
Systeemontwerp met HDL MaIWEIAH_HDL Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Systeemontwerp met HDL
3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 12 18 50 2,5
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student kan met behulp van VHDL digitale elektronische systemen ontwerpen. De student is in staat dit ontwerp te realiseren via teamwork (MAWC3). Competenties Tijdens het digitaal systeemontwerp komt de student in contact met diverse competenties: - zelfstandig wetenschappelijk redeneren (MAC1); - kritisch reflecteren (MAC3); - probleemoplossend vermogen (MAC2); - communicatie met leken en specialisten (MAC4); - vaardigheden (ontwerpen, onderzoeken, analyseren, …) (MAWC1); - werken in een multidisciplinair team (MAWC3). Inhoud De ontwerpen van diverse, digitale systemen, op basis van VHDL en FPGA’s, omvatten een geselecteerde combinatie van diverse facetten: - parallelle communicatie; - seriële communicatie; - digitale video; - interfacing van randapparaten (keyboard, muis, …); - soft processors; - interfacing met PC/laptop; - verwerken van user inputs (buttons, slide switches, …); - implementatie van visualisatie (LED’s, 7-segment display, LCD, …); - ontwerp van een embedded systeem met FPGA. Onderwijsvorm - oefensessies; - realisatie van een aantal vrij te selecteren digitale systeemontwerpen op FPGA; - projectwerk in teamwork; - Co-design van hardware en software (hardware synthese/implementatie op FPGA via VHDL en ontwikkeling high-level software op PC/laptop met implementatie van een GUI). Studiemateriaal - datasheets (VHDL synthesizer, VHDL simulator, FPGA development kits, internet, …); - elektronisch leerplatform TOLEDO; - Campus software (LabVIEW, Visual Studio.NET, …); - Xilinx ISE [VHDL Synthesis]; - ModelSim XE (Xilinx Edition) [VHDL Simulation]; - Digilent Spartan-3 Starter Board + (eventuele) uitbreidingsboards; - Xilinx Virtex II Pro XUP board; - XILINX EDK (Embedded development Kit) Hardware beschrijven en simuleren in VHDL, Steven Redant.
RDC - 28-3-2008
45
Voorkennis Absoluut vereiste voorkennis van Digitaal systeemontwerp en VHDL (Opleidingsonderdeel Toegepaste Elektronica 3 – semester 6 van de Academische Bachelor Elektronica/ICT). Aanbevolen voorkennis: - Microprocessoren en interfacing (Opleidingsonderdeel Informatietechnieken 3 – semester 6 van de Academische Bachelor Elektronica/ICT); - Informatica 2 (Opleidingsonderdeel Informatietechnieken 2 – semester 5 van de Academische Bachelor Elektronica/ICT); - Digitale Signaal Processing (Semester 6 – Academische Bachelor Elektronica/ICT). Evaluatie Dit opleidingsonderdeel wordt permanent geëvalueerd. Via gerichte planning en een opvolging van de planning moet de student een digitaal systeemontwerp efficiënter tot stand kunnen brengen. Extra aandacht gaat eveneens uit naar teamwork, presentatie/demonstratie, correct rapporteren, … . De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd. In het geval van een tweede examenkans wordt door de student een systeemontwerp als projectopdracht uitgevoerd met rapportering en presentatie gedurende de derde examenperiode. Praktische informatie Docenten Franky Loret Titularis Franky Loret
RDC 28-3-2008
46
Informatietechnieken 4 MaIWEIAH_IT4 Onderwijsactiviteiten Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 56 2
STP ECTS Software ontwikkelmethodes Webtechnologie en webprogrammering
3 3
18
6
56
2
Periode (sem.) 1
Doelstelling Software ontwikkelmethodes De student heeft kennis (MWC1) van verschillende methodes die aangeboden worden voor het ontwikkelen van software. Dit zijn methodes die onafhankelijk van de programmeertaal aangegeven worden. De student kan kritisch nagaan of een software ontwikkelmethode geschikt is voor het gestelde probleem (MAC1, MAC3) en het gebruiken (MAWC1). Webtechnologie en webprogrammering De studenten realiseren een project op basis van teamwork (MAWC3). Hierbij worden bijvoorbeeld belangrijke stappen doorlopen: - grondige analyse van het probleem (MAC1, MAC3); - gericht verzamelen van relevante informatie; - toepassen van technische basiskennis en het formuleren van technische oplossingen; - evaluatie van technische specificaties van hardware en software, evaluatie van gelijkaardige producten; - via analyse tot synthese en implementatie van het project overgaan via structurering, testen en ontwerp; - schriftelijke rapportering en presentatie van de resultaten (MAC4). Competenties Software ontwikkelmethodes MWC1, MAC1, MAC3, MAWC1 Webtechnologie en webprogrammering MAC1, MAC3, MAC4, MAWC3 Inhoud Software ontwikkelmethodes De cursus is opgebouwd aan de hand van een selectie uit een aantal onderwerpen in het domein van de software ontwikkeling. Afhankelijk van de evoluties in de academische en wetenschappelijke wereld worden een aantal topics behandeld zoals: - eerder algemene onderwerpen zoals het software proces (o.a. proces modellen, proces iteraties, rational unified proces), project management (project planning, project scheduling, risk management); - onderwerpen meer specifiek voor de vereisten analyse (o.a. functionele en niet-functionele vereisten, kritische systeem specificatie, betrouwbaarheidsspecificatie, formele specificatie); - rapid Sofware development (Agile, eXtreme Programming, Rapid application development, Software prototyping); - software hergebruik ( ontwerppatronen, generator-based, application frameworks, application system reuse); - component based software engineering , kritische systemen (dependable programming, fault-tolerant architeruren); - software verificatie en validatie; - software test (system testen, component testen, test cases, test automatisering); - software configuratie management (concurrent versie en release controle, system building); - service georiënteerde software ontwikkeling; RDC - 28-3-2008
47
- aspect georiënteerde software ontwikkeling. Webtechnologie en webprogrammering - studie van een aantal Frameworks in het webtechnologisch domein; - opvolgen van de nieuwe ontwikkelingen in het domein. Onderwijsvorm Software ontwikkelmethodes Hoorcollege, zelfstudie via technische papers. Webtechnologie en webprogrammering Realisatie van een project, projectwerk in teamvorm, co-design van software, zelfstandige, technische opvolging, rapportering en presentatie van een aantal projecten. Studiemateriaal Software ontwikkelmethodes Transparanten gebruikt tijdens de presentatie. Het elektronisch leerplatform Toledo. Campus software (Visual Studio.NET, compilers, GUI, …). Software engineering, Ian Sommerville Webtechnologie en webprogrammering Syllabus. Campus software (LabVIEW, Visual Studio.NET, compilers, GUI, …). Extra nota’s, bijlagen en informatie wordt verstrekt via het elektronisch leerplatform Toledo. Voorkennis Software ontwikkelmethodes Er wordt verondersteld dat de student een degelijke kennis heeft van een object georiënteerde programmeertaal. Webtechnologie en webprogrammering Basiskennis webtechnologie (html, css, javascript). Evaluatie Software ontwikkelmethodes Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Op het examen worden de vooropgestelde competenties geëvalueerd. Bespreking van een aantal technische papers, geselecterd uit het domein van de cursus. Webtechnologie en webprogrammering Permanente evaluatie, opvolging en begeleiding. De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd. Er is geen tweede examenkans mogelijk. In voorkomend geval wort de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Praktische informatie Software ontwikkelmethodes Webtechnologie en webprogrammering Docenten Software ontwikkelmethodes Jeroen Boydens Webtechnologie en webprogrammering Johan Calu Titularis Johan Calu
RDC 28-3-2008
48
Aandrijvingen en power quality MaIWEIAH_APQ Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Aandrijvingen Power quality en EMC
2 2
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 31 2 12 6 37 1,5
Periode (sem.) 1
Doelstelling Aandrijvingen De student heeft inzicht in de werkingsprincipes van DC- en AC-aandrijvingen (MAC1, MWC1). Power quality en EMC De student heeft kennis van de EMC-problematiek (MWC1). De student heeft een visie over de bestaande normen. De student is in staat om voor EMC- en power quality gerelateerde problemen een oplossing te ontwikkelen (MD-ET1). Competenties Aandrijvingen MWC1, MAC1 Power quality en EMC MWC1, MD-ET1 Inhoud Aandrijvingen De cursus geeft de studenten een grondig overzicht van de regeltechnische concepten in DCaandrijvingen (snelheid-, koppel- en stroomregeling). Daarnaast worden controletechnieken bij ACaandrijvingen besproken (FOC, DTC). Meer concreet wordt er aandacht besteed aan: - DC-machines; - Controle van DC-machines; - AC-machines; - Dynamisch model van AC-machines; - DTC en FOC. In oefenzittingen worden aandrijvingen gedimensioneerd. Power quality en EMC - normen; - netzijde: harmonischen, flicker, voltagedips, conducted emission, netfilters; - omgeving: radiated emission, shielding; - motorzijde: filters, lagerstromen, kabels. Onderwijsvorm Aandrijvingen Hoorcolleges en oefeningen. Power quality en EMC Hoorcolleges en opdrachten. Studiemateriaal Aandrijvingen G. Terörde, Electrical drives and control techniques, Acco, Leuven, 2004. Power quality en EMC Artikels verschenen in proceedings van internationale conferenties.
RDC - 28-3-2008
49
Voorkennis Aandrijvingen Een basiskennis elektrische machines, regeltechniek en vermogenelektronica is vereist. Power quality en EMC Er is geen specifieke voorkennis vereist. Evaluatie Aandrijvingen Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (2 theorievragen en 1 oefening). Power quality en EMC Presentatie-opdracht te geven door de studenten. Praktische informatie Aandrijvingen Power quality en EMC Docenten Aandrijvingen Jos Knockaert Power quality en EMC Jos Knockaert Titularis Jos Knockaert
RDC 28-3-2008
50
Lab elektrotechniek - automatisering MaIWEIAH_LEA Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Lab elektrotechniek – automatisering
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid.
4
48
62
4
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student kan, in groepsverband (MAWC3), de kennis en inzichten opgedaan in theorievakken uitbreiden op basis van metingen (MAWC2) en proeven (MAC1, MAC3). Competenties MAWC2, MAWC3, MAC1, MAC3 Inhoud In het lab elektrotechniek – automatisering, maken de studenten kennis met de praktische werking van diverse vermogenelektronische toestellen. Hiernaast wordt aandacht besteed aan het correct meten van golfvormen en van de problemen die kunnen voorkomen bij dergelijke toestellen (EMI, transmissielijneffecten, harmonischen). Meer specifiek worden labprojecten gerealiseerd met als onderwerpen: - scalaire regeling; - meten van het equivalent schema en simulatie; - vierkwadrantensturing; - EMI, harmonischen en motorfilters; - impedantiemetingen op kabels en motoren; - simulaties met Simulink. Onderwijsvorm Laboratoriumproeven in groepsverband. Studiemateriaal Losbladige labteksten worden ter beschikking gesteld. Verdere informatie wordt via het elektronisch leerplatform Toledo verstrekt. Voorkennis Een kennis elektriciteit en een basiskennis vermogenelektronica en elektrische machines. Evaluatie Evaluatie op basis van de labvoorbereiding, de werking in het lab en het afgeleverde verslag. Geen tweede examenkans. In voorkomend geval wordt de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Praktische informatie Docenten Isabelle Vervenne, Jos Knockaert Titularis Jos Knockaert
RDC - 28-3-2008
51
Digitale regeltechniek MaIWEIAH_DRT Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Digitale regeltechniek
4
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 86 2
Periode (sem.) 1
Doelstelling De student verwerft een inzicht in digitale regeltechniek (MWC1). Dit gebeurt via de studie (analyse) en het ontwerp (synthese) van digitale filters. De student is in staat om bestande digitale regelsystemen te bestuderen en de werking ervan te doorgronden. Verder kan de student een bestaand digitaal of analoog systeem met een digitale regelaar regelen (via verschillende methodes). De student kan parameters bepalen voor deze regelaars aan de hand van opgegeven eisen voor het systeem. Competenties MWC1, MAC1 Inhoud - Inleiding tot digitale systemen en signalen; - De Z-transformatie en de inverse Z-transformatie; - Digitaliseren van analoge systemen (integratiemethode, transformatiemethode, …); - Digitale regeltechniek (feedback, stabiliteit); - Wortellijnendiagramma’s voor digitale systemen; - Digitale regelaars (een aantal klassieke regelaars worden bestudeerd); - Toestandsruimte en toestandsregelaars. Onderwijsvorm Hoorcolleges en oefeningen. Studiemateriaal Lesnota’s, slides, syllabus. Voorkennis Analoge regeltechniek uit de academische bacheloropleiding. Evaluatie Schriftelijk examen. Praktische informatie Docenten Jürgen Baert Titularis Jürgen Baert
RDC 28-3-2008
52
Energieopwekking MaIWEIAH_ENO Onderwijsactiviteiten Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 31 2
STP ECTS Warmtekrachtkoppeling Thermische en hydraulische centrales
2 3
18
6
56
2
Periode (sem.) 1
Doelstelling Warmtekrachtkoppeling De student krijgt inzicht in het nut en de werking van een warmtekrachtkoppeling (MWC1). De student verwerft een aantal competenties: Kritisch reflecteren (MAC3) : De student benadert de berekeningsresultaten kritisch. Communiceren met leken en specialisten (MAC4) : Tijdens het bedrijfsbezoek stelt de student vakinhoudelijke vragen aan de bedrijfsspecialisten om de opgedane kennis van de hoorcolleges te ondersteunen. Wetenschappelijke disciplinaire kennis (MWC1) : Via het hoorcollege verwerft de student inzicht in het vakgebied WKK, begrijpt de recentste ontwikkelingen en kan de richting van toekomstige ontwikkelingen duiden. Domeinspecifieke competenties : De student kan een WKK- installatie dimensioneren en berekenen uitgaande van de elementaire criteria (economisch, technisch, ecologisch en wettelijk) en gebruikt hiertoe een ontwerpmethodologie. Thermische en hydraulische centrales De student heeft kennis en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen betreffende elektrische energieopwekking met behulp van hydraulische centrales en centrales op basis van fossiele brandstoffen (MWC1). De student vormt zich, een technisch gefundeerd, oordeel over de energiebevoorradings-mogelijkheden van de toekomst (MAC1, MAC3). Competenties Warmtekrachtkoppeling MAC3, MAC4, MWC1 Thermische en hydraulische centrales MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Warmtekrachtkoppeling De cursus bestaat uit volgende hoofdstukken : - definitie en historische ontwikkeling van WKK; - technologieën voor WKK; - toepassingsgebieden voor WKK; - elektro- en warmtetechnische inpassing van WKK; - technische dimensionering van WKK; - economische haalbaarheid van WKK; - impact van WKK; - administratieve aspecten betreffende WKK; - uitbreidingen op het klassieke concept van WKK. Thermische en hydraulische centrales
RDC - 28-3-2008
53
Na een aantal algemene beschouwingen in verband met het elektriciteitsverbruik, wordt ingegaan op de elektriciteitsproductie zelf. Zo wordt een overzicht gegeven van de bouw en de werking van een klassieke thermische centrale. Na een bespreking van thermische en thermodynamische aspecten van kringlopen, nuttig bij de elektriciteitsproductie, komen technologische aspecten aan bod. Aandacht wordt besteed aan de stoomproductie in stoomketels, aan stoomturbines en aan condensoren. De frequentiehuihouding van een net wordt bestudeerd (statische en astatische regelaars) alsook het aspect smart-grid (NegaWatt network) wordt bestudeerd. De diverse types hydraulische centrales (met bijhorende turbinetypes) worden besproken. Onderwijsvorm Warmtekrachtkoppeling Hoorcolleges met geïntegreerde oefeningen na elk hoofdstuk. Bedrijfsbezoek aan een werkende WKK-installatie. Thermische en hydraulische centrales Interactieve hoorcolleges en oefeningen. Studiemateriaal Warmtekrachtkoppeling Basishandboek Warmtekrachtkoppeling (Cogen Vlaanderen vzw) Er wordt informatie (extra nota’s, bijlagen, de ppt-presentatie van de cursus. …) beschikbaar gesteld via het elektronisch leerplatform Toledo. Thermische en hydraulische centrales D. Van Dommelen, Productie, transport en distributie van elektriciteit, Acco, Leuven, 2001. Lesnota’s worden door de docent ter beschikking gesteld. Voorkennis Warmtekrachtkoppeling Energieconversie (thermodynamica) en basiskennis i.v.m. duurzaam ondernemen. Thermische en hydraulische centrales Kennis van thermodynamica is noodzakelijk. Evaluatie Warmtekrachtkoppeling Het examen is schriftelijk en wordt gedeeltelijk georganiseerd als een open boek examen. De facetten ontwerpmethodologie, kritisch interpreteren van berekeningsresultaten en vakinzicht worden geïntegreerd in het schriftelijk examen. Gedurende het bedrijfsbezoek loopt er een permanente evaluatie betreffende de vakinhoudelijke communicatie tussen de studenten en het gastbedrijf. Thermische en hydraulische centrales Het examen is schriftelijk. De vooropgestelde competenties worden op het examen geëvalueerd. Praktische informatie Warmtekrachtkoppeling Thermische en hydraulische centrales Docenten Warmtekrachtkoppeling Peter D’hulster Thermische en hydraulische centrales Joan Peuteman Titularis Joan Peuteman
RDC 28-3-2008
54
Hernieuwbare energie 1 MaIWEIAH_HE1 Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Economische aspecten, regelgeving en REG Windenergie Bio-energie
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid.
2
18
6
31
2
2 3
18 18
6
31 37
2 1,5
Periode (sem.)
1
Doelstelling Economische aspecten, regelgeving en REG De student is vertrouwd met de huidige energiemarkt, in het bijzonder met de samenstelling van de elektriciteitsmarkt na de liberalisering. De student kent de marktpenetratiemogelijkheden van hernieuwbare energie en de mogelijke instrumenten om hernieuwbare energie te promoten. De student is vertrouwd met de huidige energieproblematiek en kent het belang van rationeel energiegebruik (MWC1, MAC1, MAC3). Windenergie De student heeft kennis en inzicht in de mogelijkheden en de beperkingen betreffende elektrische energieopwekking met behulp van windturbines (MWC1, MAC1, MAC3). De student volgt de recente theorievorming in dat vakdomein (MD-ET2). Bio-energie De student heeft kennis en inzicht in de mogelijkheden betreffende hernieuwbare energievoorziening op basis van biomassa (MWC1, MAC1, MAC3). Competenties Economische aspecten, regelgeving en REG MWC1, MAC1, MAC3 Windenergie MWC1, MAC1, MAC3, MD-ET-2 Bio-energie MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Economische aspecten, regelgeving en REG Inleiding - Overzicht van de energiebronnen: primaire energie, productie van primaire bronnen, elektriciteitsopwekking, energieverbruik; - Inleiding tot economische modellen: monopolie, oligopolie, prijscompetitie, kartelvorming. Hernieuwbare energie - Definitie van hernieuwbare energie; - Voordelen van hernieuwbare energie; - Gericht inzetten van conventionele en hernieuwbare bronnen in energiemarkt; - Beleidsdoelstellingen rond hernieuwbare energie; - Instrumenten: subsidies, veiling, feed-in tarieven, fiscale maatregelen, vrijwillige vraag, groenestroomcertificaten; - Europa: overzicht hernieuwbare energie en Europese regelgeving; - Regelgeving Vlaanderen. Elektriciteit - Inleiding elektriciteit;
RDC - 28-3-2008
55
-
Elektriciteitsmarkten: structuur (opwekking, netwerken, transmissie en distributie, retail) en mogelijke problemen; - Historiek van de marktstructuur; - Van een geregulariseerde markt naar een geliberaliseerde markt. - Liberalisatie in Europa: basiskenmerken, evoluties, gevaren van de liberalisering; - Belgische elektriciteitsmarkt: inleiding, opwekking in België, trading market, toetredingsproblemen en oplossingen, CREG-rapport i.v.m. functionering van de Belgische elektriciteitsmarkt; - Cases over buitenlandse marktstructuur, invloed van energiecrisis. Elektriciteit en milieu-economie - Ampère commissie; - Kyoto-protocol; - Toekomst van de Belgische elektriciteitsmarkt: statische benadering (Ampère) en dynamische benadering (Markalmodel); - Bespreking scenario’s; - Case: verhandelbare emissierechten. Windenergie Na een korte historische schets, worden diverse technologische aspecten verbonden aan windenergie belicht zoals: types windturbines, types generatoren gebruikt in windturbines, kruien, pitch controle, … Vooral bij de bespreking van de diverse types generatoren, worden de voordelen en de nadelen van de verschillende technologieën tegenover elkaar afgewogen. Het gebruik van asynchroen generatoren in eilandbedrijf wordt besproken. Aan de hand van papers wordt het injecteren van het gegenereerd vermogen in het electrisch net bestudeerd (met aandacht voor HVDC en HVDC-light). Weibull probability density function en Rayleigh probability density function. Spanningsval in distributienetten bij gedistribueerde energieopwekking. Bio-energie Verbranding van diverse vormen van biomassa, die allen rechtstreeks of onrechtstreeks ontstaan dankzij de fotosyntheseactiviteit van planten, levert ‘groene energie’ die o.a. gebruikt wordt voor de productie van ‘groene stroom’. Chemische en microbiologische conversies van biomassa of biologische reservestoffen worden gebruikt bij de productie van biobrandstoffen zoals biodiesel, bio-ethanol en biogas. Deze onderwijsleeractiviteit wil inzicht brengen in het ontstaan, het gebruik en het nut van al deze vormen van bio-energie. Er zijn vier onderscheiden delen in deze onderwijsleeractiviteit: - in een inleiding schetsen we de context en het juridische kader waarbinnen bio-energie aan belang wint; - in een tweede deel gaan we in op de relevante biomoleculen (koolhydraten, lipiden en diverse fermentatieproducten zoals (bio)ethanol, biogas). We bespreken hun structuur, energie-inhoud en hun biochemische vorming; - in een derde deel bespreken geven we een overzicht van de “bio-energiebronnen”; we geven een overzicht van de energiegewassen en afvalstromen die bruikbaar zijn voor het winnen van bio-energie; - in een vierde deel bespreken we de praktijkinstallaties voor de productie van biodiesel, biogas en bio-ethanol. Onderwijsvorm Economische aspecten, regelgeving en REG Hoorcolleges Windenergie Interactief hoorcollege en oefeningen. Bio-energie Interactief hoorcollege. Studiemateriaal Economische aspecten, regelgeving en REG
RDC 28-3-2008
56
Energie, vandaag en morgen: beschouwingen over energievoorzeningen en –gebruik, W. D’haeseleer, Acco Windenergie Losbladige nota’s. Artikels. De ppt presentaties zoals gebruikt in de les. Bio-energie Renewable Energy, The Open University Oxford Biomassa, ODE Vlaanderen Power point presentaties gebruikt in de les Bijkomende informatie, nota’s en bijlagen worden verstrekt via het elektronisch leerplatform Toledo. Voorkennis Economische aspecten, regelgeving en REG Elektriciteit. Windenergie Een voorkennis elektrische machines is vereist. Bio-energie Basiskennis organische chemie. Evaluatie Economische aspecten, regelgeving en REG Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Windenergie Het examen is schriftelijk. Bio-energie Het examen is mondeling na een ruime schriftelijke voorbereiding. Na het beantwoorden van de schriftelijke vragen wordt gepeild naar verdere kennis en dieper inzicht. Praktische informatie Economische aspecten, regelgeving en REG Windenergie Bio-energie Docenten Economische aspecten, regelgeving en REG Isabelle Vervenne Windenergie Joan Peuteman Bio-energie Boudewijn Meesschaert Titularis Boudewijn Meesschaert
RDC - 28-3-2008
57
Duurzaam ondernemen 2 MaIWEM_DO2 Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Technische asp. management Juridische asp. management Bedrijfsbeheer HRM
1 1 2 1
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 9 16 0,75 6 19 0,5 18 37 1,5 12 13 1
Periode (sem.)
1
Doelstelling Technische aspecten van management - het begrip ‘kwaliteit’ en ‘kwaliteitszorg’ vertalen naar een organisatie of (industriële) onderneming, - het proces van continu verbeteren formuleren als het doorlopen van de PCDA-cirkel, - enkele ondersteunende basisverbeteringstechnieken toepassen, - auditvragen formuleren om de werking van een kwaliteitsmangementsysteem te beoordelen. Juridische aspecten van management De bedoeling van de cursus juridische aspecten van het management is de student de verschillende fundamentele begrippen i.v.m. tewerkstellingsproblematiek, vermogensrecht, huurrecht eigen te maken. Bedrijfsbeheer De bedoeling van de cursus Bedrijfsbeheer is de student de verschillende fundamentele begrippen i.v.m. de mogelijke vormen van een onderneming, de financiële aspecten, de bedrijfseconomische aspecten en tenslotte de fiscale aspecten eigen te maken. Human Resource Management - studenten moeten HRM kunnen situeren in het geheel van het bedrijfsmanagement; - studenten moeten essentiële basisbegrippen, modellen, methoden uit HRM kunnen hanteren en toepassen zoals dat van verantwoordelijke lijnmanagers verwacht kan worden; - studenten moeten HRM-tendensen zoals die in de media besproken worden kunnen evalueren & beargumenteren; - studenten moeten inzicht hebben in een aantal menselijke en relationele aspecten in het bedrijfsleven. Competenties Technische aspecten van management - het verwerven van wetenschappelijke kennis (MWC 1); - zelfstandig denken en redeneren (MAC 1); - kritisch reflecteren (MAC 3); Juridische aspecten van management Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot het verwerven van de volgende competenties: - algemene competenties: kwaliteitsvolle redenering kunnen opbouwen (MAC 1, MWC 1), zelfstandig informatie kunnen verwerven en verwerken, kritisch kunnen reflecteren (MAC 3), een ingesteldheid tot levenslang leren, - oplossingsgericht kunnen werken, besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid. - instaan voor de uitvoering en opvolging van het juridisch kader van de onderneming Bedrijfsbeheer Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot het verwerven van de volgende competenties: - algemene competenties: kwaliteitsvolle redenering kunnen opbouwen (MWC1, MAC1), zelfstandig informatie kunnen verwerven en verwerken, kritisch kunnen reflecteren (MAC3), een ingesteldheid tot levenslang leren,
RDC 28-3-2008
58
-
oplossingsgericht kunnen werken, besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid. - instaan voor de uitvoering en opvolging van een lastenkohier. Human Resource Management MAWC3 (werken in een multidisciplinair team, MAC 4 (communiceren: schriftelijk en mondeling). Inhoud Technische aspecten van management Wat is IKZ? - Wat is kwaliteit? - De kwaliteitspiraal; - Kwaliteitscontrole en kwaliteitsbeheersing; - Kosten van ‘niet-kwaliteit’. Hoe komen tot kwaliteitsverbetering? - Deming-cirkel; - Ondersteunde technieken bij een IKZ-aanpak; - Praktijkvoorbeelden. Kwaliteitsmanagementsystemen - Historiek en principe van een kwaliteitsmanagementsysteem; - ISO 9001; - Kwaliteitshandboek; - Pratijkvoorbeelden. Juridische aspecten van management 1. Personeelsbeleid - 1.1. administratieve verplichtingen van de werkgever bij de indienstname van personeel - 1.2. betalen van een werknemersvergoeding - 1.3. aanwerving van personeel (het afsluiten van een arbeidsovereenkomst, het proefbeding, het opleidingsbeding, de schorsing van de arbeidsovereenkomst, het beëindigen van een arbeidsovereenkomst) - 1.4. sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers (het overleg op ondernemingsvlak, de ondernemingsraden, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de vakbondsafvaardiging, sociale verkiezingen, bescherming van de werknemersvertegenwoordigers, het overleg in de sectoren, het overleg op nationaal vlak) 2. Vermogensrecht - 2.1. Het huwelijksvermogensrecht (de vrije keuze van de huwelijks vermogensstelsels, het wettelijke stelsel, andere huwelijksvermogensstelsels, contractuele wijzigingen, andere voordelen van de langstlevende echtgenoot); - 2.2. de wettelijke erfopvolging (de wettelijke erfopvolging met/zonder langstlevende echtgenoot, de aanvaarding en de verwerping van de nalatenschap); - 2.3. schenkingen en testamenten (het verschil, voorbehouden erfdeel of de reserve) - 2.4. successierechten 3. De handelshuurovereenkomst - 3.1. Toepassingsgebied - 3.2. Registratie - 3.3. Plaatsbeschrijving - 3.4. Duur en opzegmogelijkheden - 3.5. Huurvernieuwing - 3.6. Overdracht en onderhuur - 3.7. Huurprijs - 3.8. Voorbeeld Bedrijfsbeheer 1. Juridische vormen van onderneming - start onderneming 1.1. Beperkingen bij het starten van een eigen zaak 1.2. Administratieve verplichtingen van een handelaar (Kruispuntbank van Ondernemingen, BTWformaliteiten (Wat is B.T.W., de verschillende BTW-regimes, intracommunautair - uitvoer –
RDC - 28-3-2008
59
medecontractant), formaliteiten inzake boekhouding (kleine onderneming, middelgrote en grote onderneming); 1.3. Keuze van de juridische vorm van de onderneming 1.4. De handelsvennootschappen (belangrijke wetsbepalingen, vennootschap onder firma, gewone commanditaire vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de coöperatieve vennootschap, de naamloze vennootschap, commanditaire vennootschap op aandelen); 2. Financiële aspecten 2.1. De betaalmiddelen 2.2. Het beleggen van financiële overschotten 2.3. Het financieren van een onderneming (inleiding, uitstel van betaling toegestaan door leveranciers, krediet toegestaan door de financiële instellingen (het kaskrediet, de financiering, het investeringskrediet, het discontokrediet, het acceptkrediet, het documentair krediet, het borgstellingskrediet, het hypothecair krediet), alternatieve financieringsbronnen (uitgeven van een obligatielening, leasing, factoring, franchising)); 3. Bedrijfseconomische aspecten 3.1. De jaarrekening (de balans, de resultatenrekening, de toelichting, financïele kengetallen (solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, cash flow); 3.2. Het aankoopbeleid (zelf produceren versus uitbesteden, keuze van de leverancier, de voorraadgrootte, 3.3. Het prijsbeleid (prijsbepaling in de praktijk, het break-evenpoint, de differentiële prijspolitiek, de kostprijs, kostprijsberekening); 3.4. Het verkoopbeleid (het product, de prijs, de promotie en reclame, de distributie, het investeringsbeleid (de pay-back metthode, de methode van het gemiddelde rendement, de methode van de netto-actuele waarde, het interne rentabiliteitspercentage)); 4. Fiscale aspecten 4.1. Inleiding (fiscaal recht, indeling in indirecte en directe belastingen); 4.2. Personenbelasting (wie dient er een aangifte in te dienen, inkomsten van onroerende goederen (eigen woning, woning die men verhuurt aan natuurlijke persoon, die ze niet gebruikt voor beroepsdoeleinden, woning die men verhuurt aan vennootschap of aan particulier die ze gebruikt voor beroepsdoeleinden), beroepsinkomsten (aan te geven inkomen, terugbetaling woonwerk verkeer, bedrijfsvoorheffing, de beroepskosten), ontvangen onderhoudsuitkeringen, roerende inkomsten, vorige verliezen en aftrekbare bestedingen (betaalde onderhoudsuitkeringen, giften, aftrekbaar bedrag van uitgaven voor opvang van kinderen), uitgaven die recht geven op een belastingvermindering (premies van individuele levensverzekeringscontracten, kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen, pensioensparen), voorafbetalingen, belastingtarieven en –berekening); 4.3. Vennootschapsbelasting (basisbegrippen van de vennootschapsbelasting, bepaling van de belastbare winst, belastingtarieven en –berekening). Human Resource Management - Inleiding in HRM Personeelsplanning: Aanwerving en selectie; - Personeel en Organisatie-ontwikkeling:met Vorming, Training en Opleiding; met Loopbaanbeleid; - Kwaliteit van Arbeid en Organisatiemet aspecten van Ergonomie; - Functioneren en beoordelen; - Motiveren en belonen; - Management en Leidinggeven; - Informatie en communicatie; - Conflictmanagement en Overleg; - Groepprocessen; - Efficiënt vergaderen. Onderwijsvorm Technische aspecten van management Hoorcolleges, seminarie door een gastspreker. Juridische aspecten van management Hoorcollege met oefeningen.
RDC 28-3-2008
60
Bedrijfsbeheer Hoorcollege met oefeningen. Human Resource Management Hoorcollege met gesprek. Studiemateriaal Technische aspecten van management R. Vanmaercke, Kwaliteitszorg, KHBO De handouts van de presentaties worden ter beschikking gesteld op Toledo. Juridische aspecten van management Handboek Harald De Muynck , Durven Ondernemen Diverse websites op internet. Bedrijfsbeheer Handboek Harald De Muynck , Durven Ondernemen Diverse websites op internet. Human Resource Management Teksten, achtergrondinformatie en powerpointpresentatie worden ter beschikking gesteld via Toledo. Voorkennis Technische aspecten van management Geen specifieke voorkennis vereist. Juridische aspecten van management Geen specifieke voorkennis vereist. Bedrijfsbeheer Geen specifieke voorkennis vereist. Human Resource Management Geen specifieke voorkennis vereist. Evaluatie Technische aspecten van management Met een schriftelijk examen worden de drie aangeboden competenties beoordeeld. Juridische aspecten van management Schriftelijk examen. Bedrijfsbeheer Schriftelijk examen. Human Resource Management Aan de hand van opdrachten bij de diverse modules en een artikel over een zelf gekozen thematiek worden de bovenvermelde doelstellingen geëvalueerd. Voor het examen kiezen de studenten 2 artikelen die een thema uit de hedendaagse HRMproblematiek uitdiepen en die aansluiten bij één of meerdere modules uit de cursus. De artikelen hebben met 2 verschillende thema's te maken. Via het elektronisch leerplatform Toledo moeten de studenten hun onderwerpen indienen en voorleggen ter goedkeuring. Ze mogen geen onderwerp nemen dat al door een collega werd ingediend. Op het mondelinge examen van 10 minuten kiest de docent één thema dat de student nader moet toelichten. De student moet in staat zijn om het thema te kaderen in de context van één of andere module, en in de context van algemeen HRbeleid. De artikelen zijn te vinden op gespecialiseerde HR-websites of in tijdschriften en boeken die in de bibliotheek ter beschikking staan. Een artikel kan - mits goedkeuring - vervangen worden door een interview met een HR-manager rond één of andere HR-aspect. Maar ook hier wordt dit getoetst aan één of andere module uit de cursus en gekaderd in een totaal HR-beleid. Meer informatie is te vinden op Toledo.
RDC - 28-3-2008
61
Praktische informatie Technische aspecten van management Juridische aspecten van management Bedrijfsbeheer Human Resource Management Alle info is te vinden op Toledo Docenten Technische aspecten van management Rik Vanmaercke Juridische aspecten van management Kris Devoldere Bedrijfsbeheer Kris Devoldere Human Resource Management Herman Lodewyckx Titularis Herman Lodewyckx
RDC 28-3-2008
62
Projectlab elektronica-ICT MaIWEIAH_LEI Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Projectlab elektronica-ICT
5
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 84 51 7
Periode (sem.) 2
Doelstelling De student realiseert in groepsverband (MAWC3) een aantal labprojecten, gekozen uit een korf. Tijdens het ontwerp wordt aandacht besteed aan de volgende competenties: - het leveren van een bijdrage aan de kennis van het eigen vakgebied (MWC2) - onderzoeker willen zijn (MWC3) - op een duurzame manier elektronische schakelingen ontwerpen en ontwikkelen en ontwerpen (MD-EO-ICT1) - probleemoplossend vermogen (MAC2)) - communicatie met leken en specialisten (MAC4) Competenties MAWC3, MWC2, MWC3, MAC2, MAC4, MD-EO-ICT1 Inhoud De aangeboden labprojecten kunnen onderverdeeld worden in een aantal categorieën: - Embedded & microcontroller applicaties, low- en medium level programming (assembler,C, …); - Evaluatie van third-party HF componenten (tuners, …); - PC-interfacing en PC-communicatie applicaties (RS-232,USB,Wireless, …); - Software Engineering (Visual C++.NET, C#, Java, LabVIEW, …); - Image Processing (Visual C++.NET, …); - Digitaal systeemontwerp op basis van VHDL, FPGA-design - HF-design, EMC. Onderwijsvorm Realisatie van een aantal vrij te selecteren labprojecten, projectwerk in team, Co-Design van hardware en software, zelfstandige technische opvolging, rapportering, planning & opvolging van de planning, eind-presentatie & tussentijdse presentaties van de labprojecten, peer assessment. Studiemateriaal Datasheets (internet, databoeken, e-media, …). Elektronisch leerplatform (TOLEDO). Campus software (LabVIEW, Visual Studio.NET, compilers, assemblers, …). Voorkennis Het is aanbevolen de onderstaande voorkennis te hebben: - Lab Elektronica 3; - Lab C-programmatie; - Lab grafisch programmeren; - Digitaal systeemontwerp, VHDL en DSP. Hoe groter de voorkennis, hoe ruimer de keuzemogelijkheden uit de korf van aangeboden projecten. De studenten krijgen de kans eventuele beperking in de voorkennis zelfstandig bij te werken. Evaluatie Dit opleidingsonderdeel is onderworpen aan permanente evaluatie. Via gerichte planning en een opvolging van de planning moet de student een project efficiënter tot stand kunnen brengen. Extra
RDC - 28-3-2008
63
aandacht gaat eveneens uit naar teamwork, presentaties (eindpresentatie & tussentijdse presentatie), correct rapporteren en peer-assessment door mede-studenten. De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd. Er is geen tweede examenkans mogelijk. In voorkomend geval wordt de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Praktische informatie Relevante nota’s, bijlagen, presentaties, informatie wordt verstrekt via het elektronisch leerplatform Toledo. Docenten Franky Loret, Jean-Jacques Vandenbussche, Jürgen Baert. Titularis Franky Loret
RDC 28-3-2008
64
Computerarchitecturen MaIWEIAH_CAR Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Computerarchitcturen
3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 24 56 2
Periode (sem.) 2
Doelstelling De student heeft kennis van de computeropbouw, niet alleen beschrijvend maar ook vanuit het ontwerpstandpunt (MWC1, MAC1, MAC3). Competenties MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Inleidend wordt de geschiedenis van de computer besproken. De verdere inhoud is opgebouwd aan de hand van een gelaagd computermodel. Volgende niveaus worden bestudeerd: digitale logica, microarchitectuur, instructiesetarchitectuur, besturingssysteem, assembler. Elk van deze aspecten wordt toegelicht aan de hand van drie hedendaagse voorbeelden: Pentium 4, UltraSparc III , 8051. Tenslotte worden een aantal toekomstige ontwikkelingen bekeken. Onderwijsvorm Hoorcolleges. Studiemateriaal A. S. Tanenbaum, Structured Computer Organization, Pearson - Prentice Hall, 2006 Voorkennis Kennis van digitale techniek is vereist. Evaluatie Schriftelijk examen. Praktische informatie Docenten Joan Peuteman Titularis Joan Peuteman
RDC - 28-3-2008
65
Elektronica toepassingen MaIWEIAH_ELT Onderwijsactiviteiten
STP ECTS EMC ontwerp Opto-elektronische communicatie
3 2
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 12 12 56 2 24
31
2
Periode (sem.) 2
Doelstelling EMC ontwerp De student kent de basisregels voor een goed EMC-gericht ontwerp van zowel elektronische schakelingen, hun integratie in grotere systemen (zoals machines) en de bijhorende bekabelingen (MWC1) (MD-EO-ICT1). De student heeft technische kennis omtrent EMC ontwerp, de student heeft ook de competenties om de nodige technische gegevens uit de literatuur en documentatie op te sporen (MAWC2). De student kan ook met de bestaande wetgeving en normering om gaan. Opto-elektronische toepassingen De student heeft een degelijke kennis van de communicatiemogelijkheden via opto-elektronische middelen (MWC1). De student kan op een wetenschappelijke wijze denken in het domein van de optische communicatie (MAC1) en de student kan kritisch reflecteren over de geziene materie (MAC3). Competenties EMC ontwerp MWC1, MD-EO-ICT1, MAWC2 Opto-elektronische toepassingen MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud EMC ontwerp - kort overzicht van de bestaande wetgeving en de onderliggende normeringen; - EMC ontwerp van elektronische schakelingen, op PCB niveau; - EMC ontwerp bij grotere machines en installaties, met hun specifieke problematiek rond mechanische vereisten voor goed EMC ontwerp; - specifieke vereisten rond keuze en uitvoering van bekabeling voor netwerken. Daarnaast omvat de onderwijsleeractiviteit een projectwerk gerelateerd aan het onderzoekswerk in het EMC laboratorium. Opto-elektronische toepassingen - optische glasvezels: multimode en monomode glasvezels, dipersie en attenuatie; - koppelen van licht in een glasvezel; - optische Versterkers: EDFA’s, SOA’s; - Fibre Bragg Gratings (FBG’s); - modulatoren; - isolatoren; - wavelength Division Multiplexing (WDM); - polarisation Mode Dispersion: PMD; - optische Netwerken. Onderwijsvorm EMC ontwerp Hoorcollege omtrent de basisregels van een goed EMC-ontwerp. Projectwerk in teamverband. Zelfstandige technische opvolging, rapportering en presentatie van het gerealiseerde project. Opto-elektronische toepassingen
RDC 28-3-2008
66
Hoorcolleges. Studiemateriaal EMC ontwerp Nota’s voor de hoorcolleges. Opto-elektronische toepassingen Er is een cursus beschikbaar. Informatie wordt ter beschikking gesteld via het elektronisch leerplatform Toledo. Campus software MATLAB. Voorkennis EMC ontwerp Kennis van netwerktheorie (o.a. passieve netwerken) en transmissielijntheorie. Opto-elektronische toepassingen Een basiskennis opto-elektronica. Evaluatie EMC ontwerp De evaluatie gebeurt aan de hand van het gepresteerde projectwerk en de bijhorende rapportering (geschreven rapport en mondelinge presentatie met ppt). De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd. Opto-elektronische toepassingen Het examen is schriftelijk. De vooropgestelde competenties worden op het examen geëvalueerd. Praktische informatie EMC ontwerp Opto-elektronische toepassingen Docenten EMC ontwerp Johan Catrysse Opto-elektronische toepassingen Jacques Vanderhaeghen Titularis Johan Catrysse
RDC - 28-3-2008
67
ICT toepassingen MaIWEIAH_ITT Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Besturingssystemen Artificiële intelligentie en distributed computing
3 2
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 12 12 56 2 24
31
2
Periode (sem.) 2
Doelstelling Besturingssytemen - de student kan de doelstellingen van een besturingssysteem aangeven; - de student kent de minimale hardware-ondersteuning die nodig is om een modern besturingssysteem te kunnen uitvoeren; - de student kan de componenten van een besturingssysteem beschrijven; - de student kan parallel samenwerkende programma's ontwerpen en daarbij de nodige synchronisatie-opdrachten voorzien. Deze doelstellingen zijn onafhankelijk van de besturingssystemen die momenteel in omgang zijn, ze ondersteunen de competenties (MAC1), (MAC2), (MAC3), (MWC1) en (MD-EO-ICT1). Artificiële intelligentie en distributed computing De student heeft kennis en inzicht in de werelden van de artificiële intelligentie en de distributed computing (MWC1). De student kan op een zelfstandige basis over de geziene materie denken en handelen (MAC1, MAC3). Competenties Besturingssytemen MAC1, MAC2, MAC3, MWC1, MD-EO-ICT1 Artificiële intelligentie en distributed computing MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Besturingssytemen - inleiding: wat is een besturingssysteem, evolutie van besturingssystemen, types besturingssystemen; - processen en threads; - CPU Scheduling; - process synchronisatie: kritische sectie, semaforen, monitors; - impasses (deadlocks); - geheugenbeheer: swapping, paginatie, segmentatie; - virtueel geheugen: paginatie op aanvraag, allocatie van frames, trashing; - bestandensystemen: structuur, toegangsmethodes, consistency, implementatie, herstelprocedures; - real time besturingssystemen en multimedia besturingssystemen; - case studies. Artificiële intelligentie en distributed computing De onderwijsleeractiviteit bestaat uit twee onderdelen. Er is een gedeelte “artificiële intelligentie” en een gedeelte “distributed computing”. Onderdeel Artificiële intelligentie: - inleiding tot Prolog; - studie van een eenvoudig expertsysteem; - neuronale netwerken; - fuzzy sets; - genetische algoritmen.
RDC 28-3-2008
68
Onderdeel Distributed Computing: - gedistribueerde systeem architecturen (multiprocessor architectuur, client server architectuur, distributed objectarchitectuur, inter organisational distributed computing); - gedistribueerde systeem structuren (netwerk structuur, communicatie structuur, robustheid); - gedistribueerde bestandssystemen (Naming, Transparency, remote file access, replication); - gedistribueerde coordinatie (event volgorde, mutual exclusie, atomiciteit, concurrency controle, electie algoritmes; - case studies. Onderwijsvorm Besturingssytemen Hoorcolleges. Zelfstudie: implementatie van algoritmes uit de hoorcolleges. Artificiële intelligentie en distributed computing Hoorcollege aangevuld met oefenopdrachten. Studiemateriaal Besturingssytemen Transparanten gebruikt tijdens de presentatie. Het elektronisch leerplatform Toledo. Campus software (Visual Studio.NET, compilers, GUI, …). Operating system Concepts, A. Silberschatz, et al.. Artificiële intelligentie en distributed computing Transparanten van de presentaties. Het elektronische leerplatform Toledo. Campus software (Visual Studio.NET, compilers, …). Optineel naslagwerk voor distributed computing: Distributed Systems, Concepts and Design, J. Dollimore et al. Voorkennis Besturingssytemen Er wordt verondersteld dat de student voldoende kennis heeft over de werking van een computer en zijn randapparatuur. Tevens wordt verwacht dat de student kennis heeft van een procedurele en/of object georiënteerde programmeertaal. Artificiële intelligentie en distributed computing Een gevorderde kennis van object georiënteerd programmeren. Evaluatie Besturingssytemen Het examen is mondeling met een schriftelijke voorbereiding. De vooropgestelde competenties worden geëvalueerd (MAC1, MAC3). Door gebruik te maken van een Engelstalig naslagwerk wordt specifiek aandacht besteed aan de competentie (MAC2). Doordat de opbouw van de cursus onafhankelijk is van de structuur van concrete besturingssystemen, zijn de competenties (MWC1) en (MD-EO-ICT1) hier van toepassing. Artificiële intelligentie en distributed computing Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (mede op basis van oefenopdrachten). De vooropgestelde competenties worden op het examen geëvalueerd. Praktische informatie Besturingssytemen Extra nota’s, bijlagen en informatie wordt verstrekt via Toledo. Artificiële intelligentie en distributed computing Extra nota’s, bijlagen en informatie wordt verstrekt via Toledo. Docenten Besturingssytemen Jeroen Boydens Artificiële intelligentie en distributed computing Johan Calu, Jeroen Boydens RDC - 28-3-2008
69
Titularis Jeroen Boydens
RDC 28-3-2008
70
Lab PLC MaIWEIAH_LPL Onderwijsactiviteiten Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 48 62 4
STP ECTS Lab PLC
4
Periode (sem.) 2
Doelstelling De student kan, in groepsverband (MAWC3), de kennis en inzichten opgedaan in theorievakken uitbreiden op basis van metingen (MAWC2) en proeven (MWC1, MAC1, MAC3). De student is in staat de in de hoorcolleges opgedane kennis aan de realiteit te toetsen. De student kan complexere processen sturen met behulp van programmeerbare automaten, vaak gekoppeld met een industrieel netwerk (Profibus/Profinet). De student is vertrouwd met het gebruik en de programmering van HMI en SCADA-systemen. Competenties MAWC2, MAWC3, MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Hierna volgt een lijst van oefeningen die tijdens de laboratoriumzittingen automatisering gegeven worden: - basisoefeningen programmeerbare automaten: STEP7 instructieset, (parametreerbare) bouwstenen, adressering, analoogverwerking en opsporen van fouten in programma’s; - sturen van een machine voor het groeperen en positioneren van spoelkernen voor ABSremsystemen met behulp van STEP5 Grafcet; - opbouw van een logische sturing met het pakket LOGO! en koppeling via een ASI-interface module op Profibus; - sturing van een lift en/of transportband met programmeerbare automaten via Profibus met I/O eilanden; - ontwerp van een snelheidsregeling voor een DC-motor met digitale regelalgoritmes; - koppeling van een MicroMaster frequentiesturing met het Profibus netwerk; - koppeling van een aanloop- en beveiligingssysteem (Simocode) voor motoren met Profibus netwerk; - procesvisualisering van automatiseringsprojecten met WinCC Flexible (Windows Control Centre) en het gebruik van een HMI (touch panel); - opbouw van een domoticasysteem voor gebouwen met EIB-bus/KNX; - systematisch foutzoeken in een geautomatiseerde fabrieksinstallatie en besturing van een CIM-installatie; - inbouwen van functionele veiligheid in een geautomatiseerde installatie; - bedrijfsbezoek. Onderwijsvorm Laboratoriumproeven in groepsverband. Studiemateriaal Er wordt bij het begin van het semester een cursus met alle labteksten ter beschikking gesteld van de studenten. Verdere aanvullende informatie wordt verstrekt via Toledo. Campus software: STEP7-software, WinCC Flexible, … Voorkennis Een kennis van Programmeerbare automaten – STEP7 is vereist. Kennis van industriële netwerken en domotica is eveneens vereist alsook een basiskennis inductiemachines en regeltechniek.
RDC - 28-3-2008
71
Evaluatie Permanente evaluatie gedurende de labozittingen en beoordeling van de voorbereiding van de proeven en de kwaliteit van de afgeleverde verslagen. Er is geen tweede examenkans mogelijk. In voorkomend geval wordt de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Praktische informatie Docenten Geert Vandecasteele Titularis Geert Vandecasteele
RDC 28-3-2008
72
Generatoren en kleinvermogenmotoren MaIWEIAH_GKM Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Generatoren en kleinvermogen motoren
4
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 24
12
74
3
Periode (sem.) 2
Doelstelling De student heeft kennis en inzicht in de werking van synchrone machines (MWC1). De student heeft kennis en inzicht in het gebruik van de synchrone generator. De student heeft een grondige kennis en inzicht in de werking van elektrische machines met een vermogen kleiner dan 1 kW (MWC1, MAC1, MAC3). Competenties MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Het opleidingsonderdeel bestaat uit twee gedeeltes. In een eerste gedeelte wordt het gebruik van synchrone machines belicht, vooral bij het gebruik als generator. In een tweede deel worden diverse types motoren van klein vermogen belicht die veelvuldig in huishoudelijke toepassingen gebruikt worden. Van deze types kleine motoren wordt de werking belicht en worden er voorbeelden gegeven. Generatoren: het gebruik van synchrone generatoren wordt besproken. Op basis van fysisch inzicht worden de equivalente schema’s opgesteld en geïnterpreteerd. Synchrone generatoren: het onderscheid tussen een binnenpoolgenerator en een buitenpoolgenerator alsook het onderscheid tussen een turbogenerator en een generator met rotor met uitspringende polen komt aan bod. Het gedrag van een synchrone generator (met gladde rotor) wordt bestudeerd in het geval van een ohmse, inductieve of capacitieve belasting. Het equivalent schema wordt opgesteld en het ontwikkelde koppel wordt berekend. Ook bij een generator met een rotor met uitspringende polen wordt het koppel berekend en geïnterpreteerd. Het gedrag van parallelgeschakelde generatoren komt kort aan bod waarna specifiek overgestapt wordt naar synchrone motoren. Hierbij komen zowel het equivalente schema, de V-curven en het cirkeldiagram aan bod. Motoren van klein vermogen: - Inleiding: toepassingsgebieden, classificatie van kleine elektrische machines, voeding en onderhoud, overzicht van aandrijvingen, aandrijfcycli; - Enkelfasige inductiemotor: constructie, elektromagnetisch velden in enkelfasige inductiemotoren, tweefasige motor, driefasige motoren gekoppeld met het éénfasig AC-net, windingen, gedrag en werking van de enkelfasige asynchrone inductiemotor, spleetpoolmotoren; - Permanente magneetmaterialen: mogelijke magneetmaterialen, vergelijking van ontwerpen, productiemarkt voor permanente magneten, magnetische parameters; - Synchrone AC-motoren: reluctantiemotoren, hysteresismotoren, permanent magneetbekrachtigde machines; - DC-machines met borstels: borstelmateriaal, configuraties voor het type met radiaal veld, motor van het schijftype, constructieaspecten - Borstelloze machines: elektronische motor (borstelloze DC), borstelloze AC-motor; - Universeelmotor: constructie, koppel, snelheidsregeling. Onderwijsvorm Hoorcolleges en oefeningen.
RDC - 28-3-2008
73
Studiemateriaal Een cursustekst wordt via het elektronisch leerplatform Toledo ter beschikking gesteld. Voorkennis Een basiskennis elektriciteit, magnetisme, DC- en AC-machines is vereist. Evaluatie Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Praktische informatie Docenten Joan Peuteman Titularis Joan Peuteman
RDC 28-3-2008
74
Automatiseringsaspecten MaIWEIAH_AAS Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Functionele veiligheid Industriële netwerken en domotica
2 3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 31 2 18
12
50
2,5
Periode (sem.) 2
Doelstelling Functionele veiligheid De student heeft kennis en inzicht in de aspecten die de betrouwbaarheid van computergebaseerde systemen bepalen. De student kent de basistechnieken waarmee systemen foutbestendig gemaakt kunnen worden en de student kent de methodes die toelaten de foutbestendigheid te evalueren (MWC1, MAC1, MAC3, MD-ET1). Industriële netwerken en domotica De student is op de hoogte van basisbegrippen uit de industriële netwerktechniek (MWC1, MAC1, MAC3). De student heeft kennis en inzicht in het interne functioneren van deze systemen en de koppeling naar de applicatie-programmatuur.
De student heeft kennis en inzicht in het gebruik en de mogelijkheden van domotica in gebouwenbeheersystemen (MD-ET1). Competenties Functionele veiligheid MWC1, MD-ET-1, MAC1, MAC3 Industriële netwerken en domotica MWC1, MD-ET-1, MAC1, MAC3 Inhoud Functionele veiligheid Functionele veiligheid: -
Inleiding: veiligheidsgerelateerde systemen, overzicht van mogelijke fouten Veiligheidscriteria: reliability, availability, failsafe werking, systeemintegriteit, data-integriteit, maintainability, dependability - Fouttolerantie: soorten fouten, redundantie, hardware en software fouttolerantie - Foutdetectiemethodes: analytische technieken, FMEA, HAZOP, FTA - Risicoanalyse: ernst, frequentie, risicoclassificatie, integriteitsniveaus - Functionele veiligheid van digitalen systemen: standaarden en normen - Ontwikkeling van veiligheidskritische systemen - Systeem reliability: modellering, voorspelling, assessment - Veiligheidskritische hardware (microprocessoren), software (keuze programmeertaal, software ontwerp en implementatie), PLC’s (failsafe PLC’s) - Gevalstudies Industriële netwerken en domotica Industriële netwerken zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse productieprocessen. Ze beperken zich niet alleen tot communicatie op veldniveau, maar omhelzen ook de hoogste niveaus van de automatiseringspiramide. Tevens wordt ingegaan op het interne functioneren van deze systemen en de koppeling naar de applicatieprogrammatuur. Een tweede luik van de onderwijsleeractiviteit behandelt het gebruik van
domotica in gebouwenbeheersystemen.
RDC - 28-3-2008
75
Industriële netwerken: - toepassingsgebieden industriële netwerken; - basisfuncties van netwerken; -
-
eigenschappen van industriële netwerken, specifieke invulling OSI-model bij netwerken en hun voor- en nadelen; interne werking (master/slave, client/server, producer/consumer); remote I/O systemen; inbedrijfname, configuratie en programmering; snelheidsberekeningen, bitrate/baudrate, cyclustijd; verhelpen van storingsbronnen; gedrag van een netwerk in foutsituaties en instrumenten voor het wegwerken van fouten (analysers) RS232, RS422, RS485 (werking en eigenschappen); verbindingen (point-to-point, multicast, broadcast);
-
bekabelingstopologieën en protocollen: voor- en nadelen;
-
overzicht van de meest gangbare systemen (ASI-bus, Profibus, CAN, Interbus/S, Modbus); industriële Ethernet-protocollen en belangrijkste eigenschappen; gebruik TCP/IP in een industrieel netwerk; eisen gesteld aan een industrieel netwerk in veiligheidsapplicaties.
-
-
Domotica Het belang van de domotica in de hedendaagse gebouwenbeheersystemen wordt steeds groter, niet in het minst door de toenemende vraag naar rationeel energiegebruik. Als voorbeeld wordt een domoticasysteem behandeld dat gebruik maakt van een bussysteem voor de communicatie tussen de verschillende onderdelen. Het bestudeerde bussysteem is de Europese Installatiebus (EIB)/KNX wat een standaard is. De EIB standaard werd ontwikkeld door EIBA, de Europese Installatiebus Associatie. Ongeveer 100 fabrikanten produceren componenten, zoals drukknoppen, bewegingsdetectoren, chipkaartlezers voor toegangscontrole, … die compatibel zijn met het EIBprotocol. De cursus behandelt onderwerpen zoals: - het waarom van domotica; - de uitbouw van een netwerk met EIB-technologie; - de telegramopbouw; - de programmering van de EIB-deelnemers m.b.v. ETS software van EIBA; - in bedrijfname van EIB-installaties. Onderwijsvorm Functionele veiligheid Hoorcolleges en oefeningen. Industriële netwerken en domotica Hoorcolleges en oefeningen. Studiemateriaal Functionele veiligheid Er wordt bij het begin van het semester een cursus ter beschikking gesteld van de studenten. Verdere aanvullende informatie wordt verstrekt via Toledo. Industriële netwerken en domotica Losbladige cursusnota’s over elk cursusonderdeel zijn beschikbaar. Overige informatie wordt via het elektronisch leerplatform Toledo verstrekt. Voorkennis Functionele veiligheid Er is geen specifieke voorkennis vereist. Industriële netwerken en domotica Digitale techniek, regeltechniek, elektrische aandrijftechniek, een basiskennis programmeerbare automaten.
RDC 28-3-2008
76
Evaluatie Functionele veiligheid Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Industriële netwerken en domotica Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Praktische informatie Functionele veiligheid Industriële netwerken en domotica Docenten Functionele veiligheid Isabelle Vervenne Industriële netwerken en domotica Isabelle Vervenne Titularis Isabelle Vervenne
RDC - 28-3-2008
77
Hernieuwbare energie 2 MaIWEIAH_HE2 Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Zonne-energie Lab hernieuwbare energie
2 4
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18 6 31 2 48 62 4
Periode (sem.) 2
Doelstelling Zonne-energie De student heeft kennis van de componenten waaruit een fotovoltaïsch systeem opgebouwd is (MWC1, MAC1, MAC3). De student begrijpt de werking van een fotovoltaïsch systeem en kan deze dimensioneren. Lab hernieuwbare energie De student kan, in groepsverband (MAWC3), de kennis en inzichten opgedaan in theorievakken uitbreiden op basis van metingen (MAWC2) en proeven (MWC1, MAC1, MAC3). Competenties Zonne-energie MWC1, MAC1, MAC3 Lab hernieuwbare energie MAWC2, MAWC3, MWC1, MAC1, MAC3 Inhoud Zonne-energie De cursus geeft de student een grondig overzicht van de componenten van een fotovoltaïsch systeem, gaande van de halfgeleidertechnologie tot de netkoppeling. Meer specifiek komen aan bod: - zonlicht; - halfgeleiders; - interactie licht-halfgeleider; - karakteristieken; - rendement; - ontwerp; - verbeterd ontwerp; - andere structuren; - concentrators en multijuncties; - systemen. Lab hernieuwbare energie In het lab hernieuwbare energie maken de studenten kennis met diverse hernieuwbare energiebronnen. Meer specifiek komen aan bod: - zonnecellen; - windenergie; - netkoppeling van synchrone machines; - netkoppeling van windturbines; - netkoppeling via een Active Front End; - werken met Homer; - rationeel energiegebruik: domotica; - opbouw en simulatie van een middenspanningsnet. De studenten meten de karakteristieken van energiebronnen op. Zij maken kennis met de praktische werking van diverse vermogenelektronische toestellen.
RDC 28-3-2008
78
Onderwijsvorm Zonne-energie Hoorcolleges en oefeningen. Lab hernieuwbare energie Laboratoriumproeven in groepsverband. Studiemateriaal Zonne-energie Cursus zonne-energie van Jos Knockaert. Lab hernieuwbare energie Losbladige labteksten worden ter beschikking gesteld. Verdere informatie wordt via het elektronisch leerplatform Toledo verstrekt. Voorkennis Zonne-energie Er is geen specifieke voorkennis vereist. Lab hernieuwbare energie Een kennis van zonne-energie, windenergie, vermogenelektronica, elektrische machines is nodig. Evaluatie Zonne-energie Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (2 theorievragen en 1 oefening). Lab hernieuwbare energie Evaluatie op basis van de labvoorbereiding, de werking in het lab en het afgeleverde verslag. Er is geen tweede examenkans mogelijk. In voorkomend geval wordt de quotatie overgedragen naar de derde examenperiode. Praktische informatie Zonne-energie Lab hernieuwbare energie Docenten Zonne-energie Jos Knockaert Lab hernieuwbare energie Jos Knockaert, Isabelle Vervenne Titularis Isabelle Vervenne
RDC - 28-3-2008
79
Industriële netwerken en domotica MaIWEIAH_IND Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Industriële netwerken en domotica
3
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid. 18
12
50
2,5
Periode (sem.) 2
Doelstelling Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Competenties Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Inhoud Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Onderwijsvorm Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Studiemateriaal Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Voorkennis Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Evaluatie Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Praktische informatie Zie de onderwijsleeractiviteit “Industriële netwerken en domotica” onder het opleidingsonderdeel “Automatisringsaspecten”. Docenten Isabelle Vervenne Titularis Isabelle Vervenne
RDC 28-3-2008
80
Masterproef elektronica-ICT of elektrotechniek MaIWEM_MPR Onderwijsactiviteiten
STP ECTS Masterproef elektromechanica of luchtvaarttechnologie
Studietijd (uren) Leseenh. Toep./ Coll. Zelfwerkz. Begeleid.
20
Periode (sem.)
550
Doelstelling In het opleidingsonderdeel masterproef (bedrijfscontact en masterproef) komen alle doelstellingen van de master aan bod. In het bedrijfscontact in een professionele omgeving moet de student zich inwerken in de organisatie en een aantal taken vervullen. De doelstellingen van het bedrijfscontact sluiten zich dan ook daarbij aan: - onderzoeksmethoden kunnen hanteren; - samenwerken in een multidisciplinaire omgeving; - het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken. In de onderwijsleeractiviteit masterproef komen volgende doelstellingen aan bod: - zelfstandig wetenschappelijk redeneren; - probleemoplossend vermogen; - kritische reflectie over de grenzen van de paradigma’s; - communiceren; - onderzoeksmethoden kunnen hanteren; - beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten; - een gevorderd begrip hebben van en inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen; - in staat zijn om in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren; - onderzoeks- /beroepsbekwaam zijn (overkoepelende competentie, bevat alle andere). Competenties - Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen: zelfstandig wetenschappelijk redeneren (MAC1) - Om kunnen gaan met complexe problemen en beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context: probleemoplossend vermogen (MAC2) - Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen: kritisch kunnen reflecteren over de eigen competenties inzake wetenschappelijk werk en /of inzake de systematische en aantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven. Kritische reflectie over de grenzen van de paradigma’s (MAC3). - Beschikken over het vermogen tot communiceren over het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken: in het Nederlands en een andere forumtaal mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving (MAC4). - Onderzoeksmethoden kunnen hanteren: het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, kunnen ontwerpen van onderzoek rekening houdend met de paradigma’s van de wetenschappen (MAWC1). - Beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten: vermogen en wil om wetenschappelijke problemen te identificeren en op te lossen (MAWC2).
RDC - 28-3-2008
81
-
-
-
Het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving: beschikken over het vermogen tot multidisciplinair samenwerken (MAWC3) Een gevorderd begrip hebben van en inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren: inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan (MWC1). In staat zijn om in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren: in staat zijn op grond van een theoretisch of praktisch probleem een eigen onderzoeksvraag te kunnen selecteren, formuleren en passend te beantwoorden (MWC2). Het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren, diagnosticeren: onderzoeker (willen) zijn (MWC3). Onderzoeks/beroepsbekwaam zijn (MWC4). Duurzaam ontwerpen/ontwikkelen (MD-EM1).
Inhoud Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Onderwijsvorm Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Studiemateriaal Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Voorkennis Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Evaluatie Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Praktische informatie Zie de brochure: Kwaliteitsvereisten, organisatie en evaluatie van de Masterproef - Departement industriële wetenschappen en technologie. Docenten Alle docenten van de opleiding Bachelor en Master in de Industriële Wetenschappen, elektromechanica. Titularis Joan Peuteman
RDC 28-3-2008
Vermogenelektronica
MWC1 1 1 1
MAC1
MAC3 1
1
3 1
1
MDC1
3 1
MAC2
1
MAWC3
4
MAC4 1
MAWC1 1
1
6
MWC4
1 1
1 1
4
1 1
1
1
4
1
1
1 1
1
4
1
1
1
6
1
1
1
1
4
1
1
4
1 1
1
1
3
RDC - 28-3-2008
1
1
3
1
1
3
1 1
1 1
2
1
1
6
Opto-elektronische communicatie Besturngssystemen
1 1 1 1
1
MAWC2
1 1 3
1
1 1 1
1 3 3
1
1
5
1 1
MWC3 1
1 1
1 1
1 1
1
1
1
MDC2
1 3
1
1
1
1
1 1 1
1
1
Aantal keer afstudeerrichting ICT
MWC2 Aantal keer afstudeerrichting elektronica
1
Masterproef lektromechanica
semester 1 Artificiële intelligentie en distributed computing
EMC ontwerp
1
Computerarchitecturen
Projectlab elektronica-ICT
HRM
Bedrijfsbeheer
Juridische aspecten van management
1
Technische aspecten van management
Webtechnologie en webprogrammering
Software ontwikkelmethodes
Systeemontwerp met HDL
DSV-implementatie
1
Toegepaste DSV
Lab grafisch programmeren en simulatie
Lab C-programmatie
Competenties Digitale en draadloze communicatie
12
Computersystemen en interfacing
82
Concordantietabel
Concordantietabel afstudeerrichtingen Elektronica en ICT semester 2
1
13 2 2 2 14 5 11 6 4 2 7 4 1 12 1 1 1 14 4 11 5 3 0 6 2 0
13
Digitale en draadloze communicatie Vermogenelektronica Aandrijvingen Power qulity en EMC
MWC1 1 1 1 1 1
MAC1
MAC2
MAC3 1
1 1 1
1 1 1
MDC1
3 3 4 1
MAWC2
MAWC3
1
2 2 1
4
1
1
1 1
MAC4
2 3
1
MDC2
3 3
1
4 3
1 1
3 3
1
1 1
3
1
1
2
1
5
1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1
1
MAWC1
1 1 1 1 1
1 1 1 1
3
Aantal keer afstudeerrichtinghern. Energie
1
MWC4 Aantal keer afstudeerrichting automatisering
MWC3 Masterproef lektromechanica
1
Lab hernieuwbare energie
1
Zonne-energie
MWC2 Industriële netwerken en domotica
semester 1
Functionele veiligheid
Generatoren en kleinvermogenmotoren
Lab PLC
HRM
Bedrijfsbeheer
Juridische aspecten van management
1
Technische aspecten van management
Bio-energie
1
Windenergie
Economische apecten, regelgeving en REG
Warmtekrachtkoppeling
1
Thermische en hydraulische centrales
Digitale regeltechniek
Lab elektrotechniek - automatisering
Competenties Computersystemen en interfacing
83
Concordantietabel afstudeerrichtingen automatisering en hernieuwbare energie semester 2
1 1 1 1 1
14 1 1 1 14 1 12 2 1 3 4 5 1 16 1 1 1 15 1 15 3 1 3 4 4 2
4
1 4 3 5
1
1
1 1 1
13
RDC 28-3-2008
84
13
Cursusmateriaal
Barry B. Brey, The Intel Microprocessors, Pearson – Prentice Hall. Andrew S. Tanenbaum, Computer Networks, Fourth Edition, Prentice Hall G. Merlevede, Vermogenelektronica, KHBO CD-Rom NI – studentenversie LabVIEW. LabVIEW Basics: course manual van National Instruments Jeffrey Travis en Jim Kring, LabVIEW for everyone Leonard Sokoloff, Applications in LabVIEW S. K. Mitra, Digital Signal Processing: A Computer Based Approach, Mc Graw Hill International Edition, 2006. Hardware beschrijven en simuleren in VHDL, Steven Redant. Software engineering, Ian Sommerville G. Terörde, Electrical drives and control techniques, Acco, Leuven, 2004. Basishandboek Warmtekrachtkoppeling (Cogen Vlaanderen vzw) D. Van Dommelen, Productie, transport en distributie van elektriciteit, Acco, Leuven, 2001. Energie, vandaag en morgen: beschouwingen over energievoorzeningen en –gebruik, W. D’haeseleer, Acco Renewable Energy, The Open University Oxford Biomassa, ODE Vlaanderen R. Vanmaercke, Kwaliteitszorg, KHBO Harald De Muynck , Durven Ondernemen A. S. Tanenbaum, Structured Computer Organization, Pearson - Prentice Hall, 2006 Operating system Concepts, A. Silberschatz, et al.. Distributed Systems, Concepts and Design, J. Dollimore et al. Titularis
RDC - 28-3-2008
36 37 38 40 40 40 40 43 44 47 48 53 53 56 56 56 60 60 64 68 68 78
85
14
Nuttige literatuur
Studentenagenda De academische kalender en andere nuttige gegevens voor studenten en docenten. De agenda wordt aan de studenten uitgedeeld bij het begin van het academiejaar. Infogids Een gids met informatie voor toekomstige studenten. De gids bevat een vereenvoudigde vorm van de lestabellen. Onderwijsregeling - Examenreglement Een docment waarin artikelsgewijs de onderwijsregeling en het examenreglement beschreven staat. Iedereen moet kennis genomen hebben van de inhoud. Te raadplegen via de website en via het elektronisch leerplatform. Bibliotheekgids Werking en openingsuren bibliotheek. Zie ook: www.khbo.be/bib Veiligheidsvademecum studenten Richtlijnen van het CPBW voor docenten en studenten. Ook te raadplegen vie het elektronisch leerplatform. Redactie van het eindwerk Via het elektronisch leerplatform kan alle info in verband met de eindwerken worden teruggevonden.
RDC 28-3-2008
86
15
Lijst van de lokalen
De lokalen worden aangeduid met een letter en een reeks cijfers. De letter duidt het gebouw aan, het eerste cijfer de verdieping waar het lokaal zich bevindt. De gebouwen A, B, C en D bevinden zich op de campus Oostende, gelegen langs de Zeedijk 101 en de Troonstraat. Het VLOC (Vlaams Luchtvaart OpleidingsCentrum) bevindt zich langsheen de Nieuwpoortsesteenweg 945c te Oostende, in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven.
15.1 A-gebouw A01 - Auditorium: Auditorium met 140 plaatsen, PC, dataprojector, retroprojector, geluidsinstallatie – “Auditorium LUC DECONINCK” A11 - Demoklas: didactische klas met dataprojector, retroprojector, videorecorder, en PC. A12 - Oefenlokaal Informatietechnologie met dataprojector. A13 - Oefenlokaal Informatietechnologie A14 - Serverlokaal en netwerkbeheer. A15 - Oefenlokaal Informatietechnologie met dataprojector. A21 - Onderzoekslab elektronica ECOREA A22 - Onderzoekslab elektronica ICT - “Onderzoekslab LUC DECONINCK”. A23 - Bibliotheek, mediatheek en documentatiecentrum.
15.2 B-gebouw B904 - Lab microgolftechniek (TC): lab van het Technologisch Centrum (TC). B907 - ESD testruimte (TC): testen van elektrostatische ontladingen. B908 - Lab EMC (TC): testen van elektromagnetische afscherming en andere materiaaltesten. B913 - Etsruimte: het etsen van printplaten voor elektronische schakelingen. B914 - Werkplaats. B919 - Magazijn lab EMAS B001 - Docentenruimte. B002 - Lab EMAS: onderzoekslab B003 - Lab EMAS: onderzoekslab B004 - Lab EMAS: Elektrische Machines, Aandrijvingen en Sturingen. B005 - Lab EMAS B101 - Magazijn: elektronische componenten, meetapparatuur en hersteldienst. B102 - Magazijn meetapparatuur elektronica. B103 - Auditoriumklas met dataprojector. B104 - Lab elektronica: algemene elektronica. B105 - Lab elektronica: multimedia. B106 - Lab elektronica: algemene elektronica, informatica, digitale signaalverwerking (DSP). B201 - Lab basiselektriciteit. B202 - Auditoriumklas met dataprojector. B203 - Lab elektronica: hoogfrequent, telecommunicatie en televisietechniek. B204 - Lab elektronica: algemene elektronica, digitale technieken en ICT. B205 - Docentenruimte elektronica. B206 - Kooi van Faraday, EMC testen (TC): elektromagnetische interferentie.
RDC - 28-3-2008
87
B301 - Docentenruimte elektronica. B302 - Leslokaal B303 - Leslokaal. B304 - Docentenruimte voor docenten wiskunde en algemene vakken. B305 - Leslokaal. B36A - Leslokaal. B36B - Leslokaal. B307 - Leslokaal. B310 - Kleine vergaderruimte B401 - Leslokaal met dataprojector. B402 - B404 - Leslokalen B405 - Leslokaal met dataprojector. B406 - Lab fysica. B501 - Magazijn B502 - Oefenlokaal Informatietechnologie. B503 - Docentenruimte opleiding luchtvaart. B54A - Computerlokaal multimedia en tekenen, dataprojector. B54B - Leslokaal. B55A - Lab hoogfrequent. B55B - Leslokaal. B507 - Leslokaal met dataprojector, toegang dode kamer en dode kamer.
15.3 C-gebouw Studentenverblijf “de kraal” Departementshoofd Adjunct-departementshoofd Secretariaat studentenresidentie “de kraal” Studentensecretariaat Algemeen secretariaat Dienst aankopen Conferentiezaal Blauwe vergaderzaal Ontvangstruimte
15.4 D-gebouw Inkom D-gebouw (A): STUVO (Studentenvoorzieningen) en STUTRA (Studie- en trajectbegeleider) Inkom D-gebouw (A): Onstpanningslokaal studenten (STUVO) D001 - Werkplaats KHBO (metaalbewerking, houtbewerking) D002 - Lab luchtvaartmechanica + HALT-machine (Highly Accelerated Lifetime Testing). D003 - Lab verbrandingsmotoren en hydraulica (zie ook D007). D004 - Lab kunststoftechnologie. D005 - Lab mechanische vormgevingstechnieken, verspaning. D006 - Kooi van Faraday EMC testen (TC): elektromagnetische interferentie. D007 - Lab verbrandingsmotoren (zie ook D003). D101 - Lab materiaalproeven.
RDC 28-3-2008
88
D102 - Lab Materialen - Meettechnieken. D103 - Magazijn en ruimte voor CAD-CAM server. D104 - Afdelingslokaal elektromechanica & kunststoffentechnologie. D105 - Lab CAD/CAM/CAE. D106 - Lab toegepaste mechanica. D107 - Leslokaal D201 - Leslokaal met dataprojector. D202 - Leslokaal. D203 - Leslokaal. D204 - Multimediaal leslokaal: multimedia - tekenen, dataprojector. D205 - Leslokaal met dataprojector D206 - Leslokaal met dataprojector. D207 - Leslokaal met dataprojector. D208 - Leslokaal met dataprojector. D209 - Leslokaal D210 - Cockpitsimulator - opleidingssimulator Boeïng D301 - Magazijn chemische producten. D302 - Magazijn materialen. D303 - Lab organische chemie. D304 - Lab analytische chemie. D305 – Lab chemie. D306 - Lab instrumentele analyse. D307 - Lab biochemie. D308 - Lab microbiologie. D309 - Keuken microbiologie. D310 - Magazijn chemische producten. D311 - Lab industriële chemie met destillatiekolom (ook D411) D318 - Computerlokaal onderwijseenheid chemie. D401 - Afdelingslokaal chemie - vergaderruimte D402 - Glasblazerij. D403 - Lab projectonderzoek. D411 - Lab industriële chemie met destillatiekolom (ook D311). T314 - Afdelingslokaal opleiding Bachelor in de chemie. D501 - Lab bouwkunde: betontechnologie en materiaalonderzoek. D502 - Lab bouwkunde: bouwmaterialen en -elementen. D503 - Klimaatkamer. D504 - Magazijn landmeten. D505 - Lab bouwkunde: grondonderzoek en analyse van bouwmaterialen. D506 - Lab landmeten: reken- en tekencentrum. D507 - Afdelingslokaal bouwkunde – vergaderruimte. D508 - Rekencentrum bouwkunde – computerruimte. Onthaal bouwkunde op het gelijkvloers.
15.5 VLOC – Vlaams Luchtvaart Opleidingscentrum L000 – Onthaal
RDC - 28-3-2008
89
L001 – Vergaderzaal L002 – Administratie L003 – Mediatheek L004 – CAD – Informatica L005 – Avionica L006 – Magazijn L007 – Gereedschappen L008 – Lab Vliegtuigsystemen L009 – Docentenruimte L010 – Mechanica workshop L011 – Composieten workshop L012 - Tussenruimte L013 – Engine workshop L014 – Technische ruimte L015 – Loods L101 – Vergaderzaal en klasruimte L102 – Bergruimte L103 – Polyvalente zaal – conferentieruimte L104 – Reservezaal L105 – Leslokaal 1 L106 – Leslokaal 2 L107 – Leslokaal 3 L108 – Vergaderzaal en klasruimte L109 – Archief L110 – Ontspanningsruimte L111 – Vergaderzaal en clubruimte
RDC 28-3-2008