RDC-96-006 Langzaamverkeertunnel Heinenoord. Onderzoek naar de socia Ie acceptatie
D T..: ...,.
.
.>/}
..
,
consultan.t:s
ngzaamverkeeunnel Heinen.oord Onderzoek naar.de sociaJe acoeptatie
Langzaamverkeertunnel Heinenoord Onderzoek
naar de sociale acceptatie
in opdracht van: Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland
"--'--",
~:-Q D/TVconSlIltants 7
~
C..J '.
Ing. J.G.M. Boormans
Tilburg, 18 april 1994
DTVconsultants
INHOUDSOPGAVE
pagina SAMENVATTING
iii """"""""""""""""""""""""""
1. 2.
INLEIDING
1
GEBRUIKERSONDERZOEK.
4
"""'"
2.1 Uitvoeringsaspecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 Resultaten """"""""""""""""""""""""""'" 2.2.1 Kenmerken huidige gebruik 2.2.2 Oordeel over de huidige langzaamverkeerstrook . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.3 Oordeel over de beoogde langzaamverkeertunnel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.4 5 7 10 13 16
3.
ROUTEKEURING 18 3.1 Routekeuringsmethode Fietsersbond enfb . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.1.1 Opzet van de keuringsmethode 18 3.1.2 Beoordeling van routes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 3.1.3 Nadere uitwerking Heinenoordtunnel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 3.2 Resultaten van de routekeuring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 3.2.1 Oordeel over de sociale veiligheid 21 3.2.2 Oordeel over verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort . . . . . . . . . . . . . . . 22 3.2.3 Analyse ongunstige scores routes voorkeurslokatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 3.3 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
4.
TOEKOMSTIG GEBRUIK LANGZAAMVERKEERTUNNEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
4.1 Ruimtelijke ontwikkelingen 25 4.1.1 Inwonersaantal 25 4.1.2 Werkgelegenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 4.1.3 Verkeerssysteem 26 4.2 Toekomstig fietsgebruik 27 4.3 Omvang landbouwverkeer 28 """""""""""""""""""""
5.
CONCLUSIES EN AANBEVEUNGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
6.
REFERENTIES BIJLAGE
1
32
OVERZICHTKAART JE BINNENMAASjlJSSELMONDE. . . . . . . . . . . . . . . . 33
BIJLAGE 2 ENQU~E FORMULIER BIJLAGE 3 RESULTATEN ENQU~E BIJLAGE 4 ROUTEKEURINGSMETHODE ENFB (VERSIE 3.1 H)
"""""""'"
BIJLAGE 5 ROUTEKEURINGSMETHODENADERUITGEWERKT
34 40 43
45
""""""""
BIJLAGE 6 OVERZICHT GEKEURDE WEGVAKKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
BIJLAGE 7 KEURINGSRESULTATENPERWEGVAK BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
8 9 10 11
49
SOCIALE ONVEILIGHEID PER WEGVAK 50 SOCIALE ONVEILIGHEID PER TUNNELLOKATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 RESULTATEN VERKEERSTELLING 54 SCHOOLBEZOEK LEERLINGEN BINNENMAAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 """""""""""'"
n
DTVconsultants
1.
I'
J'
INLEIDING
De Hoeksche Waard is een overwegend agrarisch, dunbevolkt gebied, dat onder de rook van Rotterdam en de Drechtsteden ligt. Ondanks die relatieve nabijheid zijn de verbindingen tussen deze stedelijke gebieden en de Hoeksche Waard summier. Dit wordt veroorzaakt door de Oude Maas aan de noordzijde en de Dordtsche Kil aan de oostzijde, die beide een aanzienlijke barriere vormen. Verkeer dat de Hoeksche Waard in noordelijke richting wil verlaten is aangewezen op de Heinenoordtunnel (zie bijlage 1), die een verbinding vormt met het eiland IJsselmonde, waarop onder andere de plaatsen Rhoon, Rotterdam-zuid, Barendrecht, Ridderkerk en Zwijndrecht liggen. Verkeer in oostelijke richting kan gebruik gemaken van de Kiltunnel, waarvoor overigens tol dient te worden betaald. Fietsers en voetgangers kunnen daarnaast gebruik maken van een tweetal voetveren: een pendelt tussen Oud-Beijerland en Rhoon, terwijl de ander een verbinding vormt tussen Puttershoek en Zwijndrecht. De Heinenoordtunnel is van de genoemde verbindingen de belangrijkste en bestaat uit een tweetal tunnelbuizen. Hiervan is de oostbuis gereserveerd voor verkeer richting IJsselmonde en de westbuis voor verkeer richting Hoeksche Waard. Beide tunnelbuizen bevatten oorspronkelijk twee rijstroken voor verkeer op de autosnelweg en een rijstrook voor langzaamverkeer. Ais gevolg van de toenemende congestie in met name de ochtendspits is de oostbuis exclusief in gebruik gesteld voor het autoverkeer, dat daardoor over drie rijstroken kan beschikken. Het langzaamverkeer maakt sindsdien in beide richtingen gebruik van de langzaamverkeerstrook in de westbuis, waar behalve (brom)fietsers en voetgangers ook landbouwvoertuigen toegang tot hebben. Het agrarisch verkeer wordt daarbij op afroep gereguleerd met behulp van verkeerslichten. Hoewel de problemen in de ochtendspits sinds deze herindeling zijn opgelost, manifesteert zich tegenwoordig in de avondspits filevorming aan de noordzijde van de Heinenoordtunnel. Een aantal jaren geleden is reeds het besluit genomen om ook de westbuis exclusief voor het verkeer op de A2.9te bestemmen, doch eerst dient een nieuwe oeververbinding voor het langzaamverkeer te worden gerealiseerd. Momenteel is de wegbeheerder, Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland, druk bezig met het uitwerken van het ontwerp van een nieuwe langzaamverkeertunnel. Hierbij wordt overwogen om in plaats van een (conventionele) zinktunnel een geboorde tunnel aan te leggen, sinds de Minister van Verkeer en Waterstaat de langzaamverkeertunnel als mogelijk proefproject met een geboorde tunnel heeft aangewezen.
Aanleiding
van het onderzoek
In het kader van de voorbereidingen wordt niet alleen aandacht besteed aan vele technische aspecten van een nieuwe tunnel, maar wordt ook rekening gehouden met de mening van de toekomstige gebruikers van een dergelijke oeververbinding. Hoewel de beoogde langzaamverkeertunnel wordt aangelegd om de autoinfrastructuur te verbeteren, stelt de wegbeheerder dat de nieuwe oeververbinding voor (brom)fietsers en landbouwvoertuigen een minstens even goede oplossing dient te zijn als de huidige langzaamverkeerstrook in de Heinenoordtunnel.
DTVconsultants
DTV consultants is ingeschakeld om een onderzoek te verrichten naar de sociale acceptatie van een nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel. Het onderzoek dient zich in eerste instantie te richten op de vraag, of de nieuw aan te leggen tunnel een geboorde tunnel mag zijn. Vergeleken met een (conventionele) zinktunnel heeft een geboorde tunnel als nadeel, dat deze aanzienlijker dieper komt te liggen en dat de gebruikers dientengevolge een groter hoogteverschil moeten overbruggen. Het aanbrengen van roltrappen en liften wordt hierdoor noodzakelijk, waarbij het de vraag is hoe de gebruikers dit zullen waarderen. Qua beleving is een geboorde (ronde) tunnel echter aantrekkelijker dan een (rechthoekige) zinktunnel. Daarnaast is het mogelijk om twee geboorde tunnels naast elkaar te leggen, waardoor een (fysieke) scheiding kan worden gemaakt tussen rijrichtingen of tussen verkeerscategorieen. Een ander punt van aandacht is de lokatie van de nieuwe tunnel. Rijkswaterstaat is voornemens de langzaamverkeertunnel aan de oostzijde van de huidige tunnel aan te leggen, al wordt de lokatie van de voormalige Barendrechtse brug als een mogelijk alternatief genoemd. De 10katiekeuze is vrij belangrijk, aangezien hiermee de routes tussen de verschillende kernen in de Hoeksche Waard en de bestemmingen op IJsselmonde worden vastgelegd. Voor dit doel dient een routekeuring te worden verricht, waarbij de routes tussen de dorpen in de gemeente Binnenmaas en de bestemmingen op IJsselmonde met behulp van een objectieve, eenduidige methode worden beoordeeld. Hierbij moet met name aandacht worden besteed aan de sociale veiligheid, terwijl ook een oordeel over verkeersveiligheid en comfort/doorstroming moet worden gevormd. De laatste vraag betreft het toekomstig gebruik van de aan te leggen langzaamverkeertunnel, tegen de achtergrond van de huidige ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen in en rond de Hoeksche Waard. De gevolgen van zowel het planologische als van het verkeers- en vervoerbeleid kunnen de gebruikscijfers in de toekomst be"invloeden. In feite dient te worden ingeschat, of de nieuwe tunnel ook in de toekomst een belangrijke schakel in het utilitair en/of recreatief fietsnetwerk zal vormen. Hetzelfde geldt voor het landbouwverkeer, waarvan nog niet duidelijk is of ook dit in de toekomst van de oeververbinding gebruik zal blijven maken.
Doel van het onderzoek
De studie heeft tot doel aan te geven, onder welke voorwaarden de sociale acceptatie van de nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel kan worden gemaximeerd. De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden gebruikt bij het bepalen van het type tunnel, van de lokatie ervan en bij het inschatten van de noodzaak van een langzaamverkeertunnel. De te beantwoorden centrale vragen in dit onderzoek zijn: a. Wat vinden de huidige en potentiele gebruikers van de bestaande langzaamverkeerstrook en welke wensen hebben zij ten aanzien van de nieuw aan te leggen tunnel? b. Is de sociale veiligheid van de toeleidende infrastructuur naar de lokatie nabij de huidige Heinenoordtunnel minstens even hoog als van die naar de voormalige Barendrechtse brug? Zo niet, welke maatregelen dienen dan getroffen te worden om de sociale veiligheid nabij de bestaande Heinenoordtunnel te verbeteren?
2
DTVconsultants
c.
Zal de nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel ook in de toekomst deel uitmaken van een belangrijke fietsverbinding? Het onderzoek dient een indicatief beeld op te leveren van de wensen van huidige en toekomstige gebruikers van de langzaamverkeertunnel, waarbij het onderzoek kan worden beperkt tot de bewegingen vanuit de gemeente Binnenmaas naar IJsselmonde.
Aanpak
/
Het onderzoek naar de sociale acceptatie van een langzaamverkeertunnel onder de Oude Maas is opgesplitst in drie del en, waarvan het oebruikersonderzoek het belangrijkste is. Hiervoor zijn zowel de feitelijke als de potentiele gebruikers voor een enquete benaderd. Bij de huidige Heinenoordtunnel is een zogenaamde straatenquete gehouden onder aile mensen die per (brom-jsnor-)fiets passeerden. Daarnaast is een telefonische enquete gehouden onder aile inwoners van de gemeente Binnenmaas. Bestuurders van landbouwvoertuigen die regelmatig gebruik maken van de langzaamverkeerstrook zijn apart (telefonisch) benaderd. De resultaten van het gebruikersonderzoek staan beschreven in hoofdstuk 2. Voorts is een routekeurino verricht, waarbij aan de hand van een eenduidige methode de sociale veiligheid van de toeleidende infrastructuur naar enerzijds de lokatie bij de bestaande Heinenoordtunnel en anderzijds naar de lokatie ter hoogte van de voormalige Barendrechtse brug onderling is vergeleken. Voor dit deel van het onderzoek is een beroep gOOaan op de Fietsersbond enfb, die haar routekeuringsmethode voor dit doel nader concretiseerde ten aanzien van het aspect sociale veiligheid en de keuring zelf uitvoerde. De resultaten van de routekeuring staan verwoord in hoofdstuk 3. Het laatste onderdeel van het waarderingsonderzoek bestaat uit het inschatten van het gebruik van de nieuw aan te leggen tunnel. Hiervoor is gebruik gemaakt van de beschikbare literatuur en zijn enkele gesprekken met ingewijden gevoerd. Daarnaast is tegelijkertijd met het gebruikersonderzoek een verkeerstelling verricht en zijn in de afgenomen enquete enkele vragen over het verwachte toekomstig gebruik opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt op dit laatste onderdeel nader ingegaan. Het rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen.
3
DTVconsultants
2.
r
r
GEBRUIKERSONDERZOEK
Het gebruikersonderzoek heeft tot doel een indicatief beeld te schetsen van de wensen van de bewoners van Binnenmaas ten aanzien van een nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel nabij de huidige Heinenoordtunnel. Ais belangrijk hulpmiddel hierbij is gekozen voor de enquete, waardoor het mogelijk werd om respondenten naar hun mening te vragen over een aantal aspecten, waarover Rijkswaterstaat een beslissing dient te nemen. Het betreft hier de keuze voor de aanleg van een geboorde dan wel een zinktunnel, het aantal tunnelbuizen en de wijze waarop die moeten worden gebruikt, alsmede de gewenste lokatie van de tunnel en de verwachte mate van gebruik in de toekomst. Deze aspecten komen aile in de enquete aan bod, naast het oordeel over de huidige langzaamverkeerstrook en de kenmerken van de huidige gebruikers. De gehanteerde vragenlijst staat weergegeven in bijlage 2. In dit hoofdstuk wordt naast enkele uitvoeringsaspecten uitgebreid ingegaan op de resultaten van het onderzoek.
2.1
Uitvoeringsaspecten
,~
De enquete diende te worden afgenomen onder de feitelijke gebruikers van de tunnel. Telgegevens daterend uit 1986 wezen uit, dat 's ochtends nagenoeg aile (brom)fietsers vanuit de Hoeksche Waard richting IJsselmonde gingen, terwijl deze stroom in de namiddag tegengesteld was gericht. De feitelijke gebruikers konden het best bij de tunnel zelf worden benaderd, en met name in de namiddag, als de respondenten huiswaarts gingen en naar verwachting meer tijd voor een enquete zouden hebben. Gezien de korte tijdspanne waarin het hele onderzoek diende te worden uitgevoerd. is gekozen voor een mondelinge enquete boven een schriftelijke. Een mondelinge enquete levert snel resultaten op en heeft als voordeel dat de respons over het algemeen hoger ligt dan bij een schriftelijke enquete. Een nadeel is dat de methode arbeidsintensiever is en dat bij een enquete op het fietspad soms een (aselecte) keuze diende te worden gemaakt uit de voorbijgangers. zeker als fietsers groepsgewijs arriveerden. Een straatenquete leek niet geschikt voor het benaderen van de andere groep feitelijke gebruikers. namelijk de bestuurders van landbouwvoertuigen. Deze groep is moeilijker tot stilstand te brengen, waardoor de animo om mee te werken naar verwachting gering zou zijn. Dit gevoegd bij de verwachte geringe verkeersintensiteit, zou het aantal afgenomen enquetes te laag kunnen uitvallen. Ook voor het benaderen van de potentiale en/of incidentele gebruikers moest naar een andere opzet worden gezocht. Deze zouden buiten de straatenquete (kunnen) vallen, terwijl hun mening over de aan te leggen tunnel wellicht even belangrijk is als die van de feitelijke gebruikers. Uiteindelijk is gekozen voor een telefonische enquete. Hiertoe werden aselect telefoonnummers geselecteerd, waarna de enquete in de regel werd voorgelegd aan de persoon in het huishouden, die als eerste jarig was en de afgelopen 5 jaar minstens eenmaal van de langzaamverkeerstrook gebruik had gemaakt. Als pragmatische ondergrens is een minimum leeftijd van 12 jaar aangehouden. De telefonische enquete. die qua inhoud identiek was aan de straatenquete, is vervolgens ook onder bestuurders van landbouwvoertuigen afgenomen, die voor dit doer speciaal zijn benaderd. De gekozen opzet heeft als voordeel. dat op deze wijze ook mensen in 4
DTVconsultants
het onderzoek worden betrokken die niet of nauwelijks van de bestaande tunnel gebruik maken. Deze groep is ook bijzonder belangrijk voor het in kaart brengen van de negatieve aspecten van de huidige oplossing. Tevens kan aan de hand van deze uitkomsten worden ingeschat in hoeverre een geboorde tunnel (bijvoorbeeld voorzien van liften of roltrappen) voor extra gebruikers zal zorgen.
2.2
Resultaten
Op dinsdag 8 maart 1994 (een representatieve werkdag) is de straatenquete bij de Heinenoordtunnel tussen 12.00h en 18.00h onder in totaal 56 feitelijke gebruikers gehouden. De weersomstandigheden (koud, motregen) waren die dag verre van ideaal voor het gebruik van de fiets, hetgeen het aantal afgenomen enquetes negatief be"invloedde. De telefonische enquete onder de huidiae aebruikers is tussen 17.00h en 21.00h op dinsdag 8, woensdag 9 en donderdag 10 maart afgenomen. In totaal zijn 387 telefoonnummers gedraaid, hetgeen uiteindelijk in 109 voltooide enquetes resulteerde. Hiervan gaven 9 personen aan de langzaamverkeerstrook voornamelijk als bestuurder van een landbouwvoertuig te gebruiken. Aanvullend zijn nog 66 telefoonnummers gedraaid van personen, die regelmatig landbouwprodukten leveren aan de veiling te Barendrecht. Dit leverde nog 20 extra enquetes op, zodat de derde groep gebruikers, te weten de bestuurders van landbouwvoertuiaen uiteindelijk uit 29 respondenten bestond. Het totaal aantal enquetes kwam daarmee op 185. De resultaten van de enquete staan weergegeven in bijlage 3. De respons bij de straatenquete was bijzonder hoog, daar nagenoeg soon aan het onderzoek wilde meewerken. Bij de telefonische enquete ceerder. Ook hierbij was het aantal weigeringen zeer gering (4%), doch te (67%) gaf aan geen gebruik van de langzaamverkeerstrook te maken volge geen oordeel te kunnen veilen.
Heinenoord (42%)
(27)<)
r::J -lgertng
(88%)
(2)<)
---
(8x) (19)<) IIllIIgeen g8bru'k (3)<) r::J W8Ig8rIng
(0%)
(Ox)
(75%)
.e-
. _u
(29)<) g gebrulk (81x) I11III r::Jwelgerlng (1x)
Binnenmaas
(4%)
(7%)
(21x) -I11IIIenqgeen gebrutk (o4Ox)
E'J -lgertng
(87%)
Totaal
Puttershoek
Maasdam
(88%)
(1%)
(11%)
.mmenqg-n gebrulk (36x)
(55%)
Mijnsheerenland
Westmaas
(3%)
iedere benaderde perlag het beeld genuaneen zeer groot gedeelen hierover dientenge-
(28x)
IIllIIgeen gebfuIk (107x) 0 welgerlng (1 Ox)
(88%)
. enq_-
(109)<)
IIIIII v-n gebrulk (282M.) EJ welgertng (1&x)
5
DTVcoDsultants In afbeelding 2.1 staat de respons per woonplaats aangeven, gecompleteerd met het totaal voor de hele gemeente Binnenmaas. Het aantal geslaagde enquetes in Heinenoord was aanmerkelijk hoger dan gemiddeld (42%), terwijl dit in Westmaas (21%) en Puttershoek (18%) beduidend lager lag. Was dit in Westmaas te wijten aan het relatief hoge aantal weigeringen (11%), in Puttershoek bleek het aantal personen dat geen gebruik van de langzaamverkeerr
strook maakt zeer hoog te zijn (75%). De respons bij de telefonisch benaderde bestuurders van landbouwvoertuigen toonde een vergelijkbaar beeld met dat van de totale gemeente Binnenmaas: 30% werkte mee, 65% maakt geen gebruik van de langzaamverkeerstrook en 5% weigerde mOOewerking. Het hoge percentage 'niet gebruikers' is opmerkelijk, gezien het beperkte aantal alternatieve oeververbindingen. Het zich buiten de doelgroep plaatsen door zich als 'niet gebruiker' aan te merken, zou daardoor gezien kunnen worden als een eenvoudige manier om niet aan het onderzoek te hoeven meewerken. Van de personen die wel aan het onderzoek meewerkten valt op, dat het aandeel van de mannelijke respondenten in de straatenquete het dubbele bOOroeg van het percentage vrouwelijke gebruikers (zie afbeelding 2.2). Daarnaast bleek de leeftijdsgroep jonger dan 18 jaar oververtegenwoordigd te zijn in de straatenquete. Genoemde verhoudingen vertoonden bij de telefonische enquete een normaal beeld, aangezien nagenoeg evenveel mannen als vrouwen zijn ge"interviewd en het aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen een representatief beeld vertoonde. Bestuurders van landbouwvoertuigen waren nagenoeg allen man, terwijl de leeftijdsverdeling nagenoeg gelijk is aan die bij de telefonische enquete.
straatenquete
telefonische enquete
.
landbouwersenquete
(9 7%)
.
man
(32%)
IJIllDvrouw
(38x)
(1 ax)
(48%)
. IIIIIID
man (52x) vrouw (48x)
(57%)
(7%) (4%)
(39%)
.
CJ < 1 a Jr. (32x) IJIllD18-50 Jr. (22x) > SO Jr. (2x)
(21 %)
I2ZJ 12-1a Jr. (7x) IJIllD18-SO Jr. (72x) . > SO Jr. (21x)
(21 %)
(3%)
.
man
(28x)
IJIllDvrouw (1 x)
(3%)
CJ 12-18 IJIllD1 8-50
Jr. (1x) Jr. (22x)
. > 50 Jr.(ax)
Gezien het aantal en de kenmerken van de telefonisch benaderde respondenten (gelijke verdeling manjvrouw en een normale verdeling over de leeftijdscategorieen) kan hun mening als een goOOe indicatie voor die van de totale bevolking van Binnenmaas worden gezien. Het is derhalve opmerkelijk dat ongeveer 70% van de getelefoneerde inwoners, die niet weigerden mee te werken, aangaf de langzaamverkeerstrook nooit te gebruiken.
6
DTVconsultants 2.2.1 Kenmerken huidige gebruik De respondenten van de straatenquete is gevraagd naar hun woonadres. Daarbij is gebleken, dat Heinenoord en Mijnsheerenland elk met 21% het best waren vertegenwoordigd, gevolgd door Puttershoek met 14% (zie afbeelding 2.3). Relatief weinig feitelijke tunnelgebruikers noemden Westmaas of Maasdam als woonplaats. De gemeente Oud-Beijerland was beter vertegenwoordigd (13%), terwijl 14% van de ondervraagden op IJsselmonde bleek te wonen. Ruim driekwart van de feitelijke gebruikers was per fiets, tegen 23% per brom(snor-)fiets.
vervoerwijze
woonadres
(21%)
. ..
(21%)
1IIIIIIII
(4%) (2%)
Helnenoord Mljnah
(12)<) nlend(12)<)
(77%)
§
Weatmaaa (2)<) D Maesdam (1x) . Putte..hoek (ex) § Oud-Beljerlend (7)<)
(11 %) (13%)
2.3
Afbeelding
l.Jaaelmonde
elde..
I
(ex)
.
(23%)
H.Waard (ex)
flets
(43x)
IIIIIIIII brornflets
(13x)
Woonadres en vervoerwijze respon-denten straatenquete (feitelijke gebruTKers
Gevraagd naar de bestemming gaf 64% van de feitelijke gebruikers aan gewoonlijk naar Rotterdam te gaan (zie afbeelding 2.4), terwijl 20% Barendrecht als bestemming noemde. De telefonische enquete vertoonde een gelijksoortig beeld, al was het aandeel van Barendrecht hierin ten koste van Rotterdam iets groter en kwam ook Rhoon relatief vaak (11%) voor. Bestuurders van landbouwvoertuigen bleken nagenoeg allen Barendrecht als bestemming te hebben.
bestemming respondenten straatenquete
bestemming respondenten telefonische enquete
(64%)
(53%)
.. .
(16%)
Afbeeldinau2.4
Rotterdam Barendrecht Hoekache
. .
(6%)
(20%)
(32x) (1 Ox) Waard (ax)
(11 %)
. III
Rotterdam
(47x)
Barendrecht
Rhoon elders
(27x)
(1 Ox) (5x)
Plaats van bestemming respondenten straatenquete en telefonische enquete 7
DTVconsultants
De respondenten is ook gevraagd naar de mate waarin ze gebruik maken van de langzaamverkeerstrook en welke verplaatsingsmotief zij hebben. Zoals uit afbeelding 2.5 blijkt, maakt 91 % van de respondenten uit de straatenquete regelmatig gebruik van de langzaamverkeerstrook, waarbij moet worden opgemerkt, dat ruim 71% aangaf de tunnel zelfs vier of meer keer per week te gebruiken. Deze dagelijkse gebruikers benutten de langzaamverkeerstrook voor woonwerk- en woon-schoolverplaatsingen. Van de respondenten gaf 80% aan de langzaamverkeerstrook nooit voor woon-winkelverplaatsingen te gebruiken en ongeveer 70% gebruikt deze nooit voor sociaaljrecreatieve verplaatsingen. Van de benaderde bestuurders van landbouwvoertuigen bleek 66% de tunnel minstens twee keer per week te gebruiken en 38% zelfs minimaal vier keer per week. Het betreft hier nagenoeg uitsluitend woon-werk verplaatsingen.
.
respondenten straatenquete
(91%
.
(9%)
mtnlm_1 IIIDIJmaxim'"
bestuurders van landbouwvoertuigen
respondenten telefonische enquete
2M.per week
1x per week
(73%)
.
minim'"
mID maxtm...
2x per week 1 x per
W88k
(34%)
.
minim'"
IIIIIII maxlmaal
2x per week 1 x per
W88k
De gebruiksfrequentie is geheel anders bij de respondenten van de telefonische enquete. waarvan slechts 27% aangaf de langzaamverkeerstrook minstens 2 keer per week te gebruiken. Slechts 14% kan als dagelijkse gebruiker worden getypeerd. Het overgrote deel (73%) maakt incidenteel gebruik van de langzaamverkeerstrook, waarbij de motieven woon-winkelen en sociaaljrecreatief het vaakst werden genoemd. Gevoegd bij het hoge percentage niet gebruikers (70%), kan worden geconcludeerd dat slechts 8% van de inwoners van Binnenmaas de huidige langzaamverkeerstrook minstens twee keer per week gebruikt, terwijl ongeveer 22% van de inwoners deze voorziening incidenteel benut (maximaal eens per week). Van de telefonisch benaderde respondenten gebruikt 80% de langzaamverkeerstrook meestal als fietser (zie afbeelding 2.6). De brom-jsnorfiets is voor 10% het gebruikelijke vervoermiddel, terwijl 8% normal iter als bestuurder van een landbouwvoertuig door de tunnel gaat. Slechts zeer weinig personen gaven aan de tunnel in de regel als voetganger te gebruiken (2%). Aan aile personen die de langzaamverkeerstrook weinig gebruiken is de reden hiervoor gevraagd, waarbij twee argumenten konden worden genoemd. Dit leverde bij de telefonische enquete, waaraan een doorsnee van de bevolking van Binnenmaas deelnam, het volgende beeld op (zie afbeelding 2.6). Slechts een kleine groep van de respondenten (12%) gaf als reden niet vaak naar IJsselmonde te gaan. De reden voor het geringe gebruik zit dus in andere aspecten. De nadelen van fietsen, zoals de lange afstand, de lange reistijd, problemen met het vervoer van kinderen en bagage, alsmede de weersgesteldheid, werd door 28% als verklaring gegeven.
8 if( '---
DTVconsultants
In 46% van de gevallen werd het gebruik van de auto genoemd. De bus vormt een minder belangrijke concurrent (10% van de redenen), terwijl slechts weinigen (3%) het voetveer (in Putters hoek) als aantrekkelijker alternatief voor de langzaamverkeerstrook noemden.
gebruikelijke vervoerwijze
reden gering gebruik (28%)
(12%)
(8%) (2%)
.
(10%)
(3%)
landbouwvoertulg(9x) I11IIIflets (87x) E!Jj bromflets (11 x) ~ te vaet (2x)
Afbeelding
2.6
~
ga nlet vaak
.
flets onhandlg (25x)
(11 x)
.
ga met voetv_r (3x)
I11IIIga met auto (41X) E!Jj ga met bus (9x)
ebruikelijke vervoerwijzerespondenten gebruik langzaamverkeerstrook
telefonische enquete en reden gering
Tijdens de enquete is ook gevraagd naar het gebruik van de langzaamverkeerstrook buiten de gang bare werktijden (zie afbeelding 2.7). Van de feitelijke gebruikers en de bestuurders van landbouwvoertuigen gaf 32% respectievelijk 31% aan, de langzaamverkeerstrook ook regelmatig in de vrije tijd te gebruiken, tegenover slechts 14% van de respondenten van de telefonische enquete. Van deze laatste groep verklaarde 68% de tunnel soms in het weekend of tijdens vakanties te gebruiken.
respondenten telefonische enquete
respondenten straatenquete Gebrulk
(38%)
Gebrulk (18%)
Gebrulk
vrlje tlJd
. 1'8Q8I(18x)
.
(1
ex)
I11III-"" (22)<) nooIt
(18%)
.. __1-(1Ix) 11111180m8
nooIt
Affieefding
2.7
. Gebrulk
's avonds
(1OX)
(37X)
(85%)
bestuurders landbouwvoertuigen
vriJe tlJd
Gebrulk
vrlje tlJd
(14%)
.
. .
(18%)
_elm.ag
iIJIIJ8Om8
..-It
(1"")
(8Sx)
(1ex)
's avonds
(46%)
Gebrulk
(4%)
-_Im.ag
omn 8Om8
nooIt
("")
(11 x)
(85x)
nooIt
(1Ix) (7x)
(13)<)
's avonds
11%)
. .
_elmaag
IIJIIi8Om8
(28%)
..
_Imatlg
(18)<)
I11III..,.". (5x) nooIt
(ex)
Mate van geJ5ruiklangzaamverkeerstrook buiten- werktijClen 9
DTVconsultants
- In de avonduren wordt de tunnel weinig gebruikt, getuige het hoge percentage respondenten in zowel straatenquete als telefonische enquete dat zei 's avonds nooit door de tunnel te rijden (66% respectievelijk 85%). Van de bestuurders van landbouwvoertuigen gaf slechts 28% aan de langzaamverkeerstrook nooit gedurende de avonduren te gebruiken.
2.2.2 Oordeel over de huidige langzaamverkeerstrook Naast een aantal vragen die betrekking hadden op het feitelijk gebruik van de langzaamverkeerstrook is ook gevraagd naar het oordeel over de rijstrookbreedte, de hellingshoek, de verlichting, de toestand van het wegdek en het overzicht in de tunnel. Deze aspecten konden elk met goed, voldoende, onvoldoende of slecht worden beoordeeld.
respondenten telefonische enquete
respondenten straatenquete
-- -- i§!-O- -- .
nIiI
"" ej
30j 201 10j i 0
~helMng8h08k~tIng
W8gd8tc ~dtt
'I 10 0
vo8do8nd8
~
~D
8I8Cht
UllI ~h8llngehoek~
bestuurders land bouwvoertuigen
wegd8Ic
-- -- 8-0-
: 10
5
~
0
t
llUl
b~""'Hngehoekvwtlchtlng
W8gdek
~cht
Uit afbeelding 2.8 blijkt, dat de respondenten uit de straatenquete tevreden (goed en voldoende samen) zijn over verlichting en overzicht in de tunnel. De hellingshoek levert (zij het in mindere mate) ook nog overwegend positieve kwalificaties op, doch bij de rijstrookbreedte is het aantal tevredenen ongeveer gelijk aan het aantal ontevredenen. Ronduit ontevreden is men over het wegdek, dat door de meesten als slecht wordt bestempeld. De ondervraagden bij de telefonische enquete oordeelden anders, aangezien zij vooral negatief waren over de hellingshoek. Ook hier oordeelde slechts een kleine meerderheid positief over de rijstrookbreedte. Over de verlichting, het wegdek en het overzicht was men wel tevreden. Bestuurders van landbouwvoertuigen blijken vooral negatief te oordelen over de rijstrookbreedte. De hellingshoek wordt als voldoende gekwalificeerd, terwijl slechts een minderheid negatief oordeelde over de toestand van het wegdek, de verlichting en het overzicht. Op de vraag of men op de langzaamverkeerstrook wel eens last/hinder ondervindt van andere verkeersdeelnemers antwoordde maar liefst 86% van de respondenten in de straatenquete 'ja' (zie afbeelding 2.9). In de telefonische enquete werd de vraag in 57% van de gevallen met 'ja' beantwoord, evenals door 55% van de bestuurders van landbouwvoertuigen.
10
DTVconsultants
respondenten straatenquete Last
respondenten telefonische enquete
bestuurders land bouwvoertuigen
Last I hinder
Last I hinder
I hinder
IIIj. (48x)
IIIj. (57x) m n- (43x)
(8X)
IllIilln-
IIIj. (16x) I5Dnee (13x)
Afbeeldlng2.9
Gevraagd naar de aard van de ondervonden last/hinder is eerst gewacht op spontane antwoorden. Daama is gevraagd of men last had van lawaai, rommel op het wegdek, stank, verkeersonveiligheid (gevaar) en tocht/wind, voor zover deze vormen van hinder nog niet waren genoemd. Deze zogenaamd aangereikte antwoorden zijn apart genoteerd en zijn ook separaat weergegeven in afbeelding 2.10.
respondenten telefonische enquete
respondenten straatenquete
.
aponta8n
~ 25 20 15 10
1IiiII-~kt
0
n58t g..-nd
.8ponta8n
111--
0 Net geno8md
II HI
Wlli liilli
g
.
.
lawaal
romm81
bestuurders landbouwvoertuigen
I
g8'V88f
I tocht
'8 '8
I8IW88I
romme8
8t8nk
Q8Y88II'
I toctrt:
.
.pontaan
111--
D ni8t g8n08md
:~lOJJlllll ..~
""'""* ...
pvaar tocht
Afbeelding 2.10. Aard van ondervonden last/hiooer
Het antwoord dat binnen aile drie de onderscheiden groepen door het overgrote merendeel spontaan werd genoemd was de ervaren verkeersonveiligheid (gevaar). Dit percentage bedroeg zelfs 100% bij de bestuurders van landbouwvoertuigen, die verder geen enkele andere vorm van hinder spontaan noemden. Tijdens de straatenquete en de telefonische enquete kwamen andere spontane antwoorden slechts incidenteel voor, terwijl ongeveer de helft van de respondenten de aangereikte vormen van hinder beaamde. In de enquete zijn ook enkele vragen opgenomen die betrekking hebben op de ervaren sociale onveiligheid. Met dat doel is gevraagd of men het eng/onveilig vindt om gebruik te maken van de langzaamverkeerstrook. Dit werd door de respondenten van de telefonische enquete relatief het frequentst (41%) met 'ja' beantwoord (zie afbeelding 2.11). Bestuurders van landbouwvoer-
11
DTVconsultants
tuigen vonden dit in mindere mate (28%), terwijl 80% van de feitelijke gebruikers de vraag ontkennend beantwoordde.
respondenten straatenquete
respondenten telefonische enquete
Eng I onvellig
bestuurders landbouwvoertuigen
Eng I onveilig
(20%)
Eng I onvellig
(41%)
.1. (11x) IIIillnee
(28%)
. j.(8x)
.1. (41x)(seX)
(45X)
IIIIIDnee (21 X)
UIIIIJnee
Afbeel
De ervaren problemen betroffen met name de tunnel zelf. De route er naar toe en de toegang tot. de tunnel werden slechts door weinigen als engjonveilig gekwalificeerd. De vraag wat men dan zo engjonveilig vindt leverde antwoorden op, die vrijwel uitsluitend betrekking hadden op de ervaren verkeersonveiligheid. Aileen bij de telefonische enquete werden ook antwoorden gegeven, die duidden op sociale onveiligheid, al betrof het hier slechts ongeveer 15% van de respondenten.
respondenten straatenquete
= 20
1
LJL -
1<1
U)
15 10 6
0-0-,
OI-
""l.o_,e,o so 25
3 4
15 e
7
00 8 8 10
"" 1 . 3D 20
15
16
10
:j:: ,
Oem"', e,e
26 !!
20
....
2
bestuurders landbouwvoertuigen
III III
,e.,
""1.0
respondenten telefonische enquete
<> 2
ii a
i III 4
15 8
'0 7
:;: <> <> 8 iii 10
:J::, 1
<> 2
:: :: 3
4
--
ill i 5
8
7
ii.
<> <> 8 10
Afbeeldina 2.12 -Rapportcijfers voor de-Iangzaamverkeerstrook
Afsluitend is aan aile respondenten gevraagd een totaal oordeel over de huidige langzaamverkeerstrook te geven, uitgedrukt in een rapportcijfer. De resultaten staan weergegeven in afbeelding 2.12, waaruit blijkt dat de drie onderscheiden groepen gemiddeld nagenoeg hetzelfde oordelen met een rapportcijfer dat ongeveer 6. Bij de straatenquete en de telefonische enquete gaf 73% van de ondervraagden een voldoende, tegen 62% van de bestuurders van landbouwvoertuigen.
12
DTVconsultants
2.2.3 Oordeel over de beoogde langzaamverkeertunnel Zoals reeds eerder is aangegeven, heeft het onderzoek niet alleen betrekking op de waardering voor de huidige langzaamverkeerstrook, maar is ook gevraagd naar de mening over een aantal mogelijke kenmerken van een nieuwe langzaamverkeertunnel. Indien gekozen wordt voor een geboorde tunnel, zullen (brom)fietsers en voetgangers gebruik moeten maken van een roltrap of van een lift, ter overbrugging van het grootste deel van het te overwinnen hoogteverschil. Een soortgelijke situatie bestaat in de Maastunnel te Rotterdam. Van de respondenten in de straatenquete bleek 52% deze tunnel wet eens te hebben gebruik, tegen 81% van de respondenten van de telefonische enquete.
respondenten telefonische enquete
respondenten straatenquete
55.
50
-
Dnee
-Ja
geen
menlng
I
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
I
gemakkeUJk
Afbeelding
gevaarllJk
e~g
atstappen vervelend
_Ja 100 90 80 70 80 50 40 30 20 10 0
Dnee
I gem_eUJk
gevaarllJk
-
geen menlng
I afstappenvervelend eng
2: 13
Aan met name (brom-)fietsers is gevraagd hoe zij over een aantal aspecten van het gebruik van roltrappen denken. De resultaten staan weergegeven in afbeelding 2.13. Hieruit blijkt dat in zowel de straatenquete als in de telefonische enquete het aantal mensen dat roltrappen gemakkelijk vindt gelijk is aan het aantal dat ze als ongemakkelijk ervaart. Verder is in beide onderscheiden groepen een minderheid van mening dat roltrappen gevaarlijk (34% respectievelijk 42%) en/of eng (23% respectievelijk 31%) zijn. Voorts vindt een minderheid (42%) van de respondenten van de straatenquete dat het moeten stoppen en afstappen bij de roltrappen/lift vervelend is, tegen 28% van de respondenten van de telefonische enquete. Het bekend zijn met de situatie bij de Maastunnel te Rotterdam bleek alleen van invloed op het oordeel over het gemak van roltrappen/liften. Van aile ondervraagde (brom)fietsers die de situatie bij de Maastunnel niet kennen (46 personen in totaal), vindt 46% roltrappen niet gemakkelijk, 32% wel gemakkelijk en heeft maar liefst 22% van de ondervraagden geen mening. Personen die de roltrappen bij de Maastunnel wel kennen (110 person en) oordelen positiever: 51% vindt deze gemakkelijk, 45% ongemakkelijk en slechts 4% heeft geen mening. Kennelijk is hier sprake van een licht vooroordeel ten aanzien van het gemak van rOltrappen, waardoor dit aspect iets ongunstiger scoort bij personen die hiermee nog geen concrete ervaring hebben opgedaan. Ten aanzien van de overige aspecten bestaan geen noemenswaardige verschillen tussen beide groepen. 13
DTVconsultants
respondenten straatenquete
respond enten telefonische enquete
(10%)
(9%)
.
(15%)
vaker
(17%) . vaker (1Ox)
(5x)
. even vaak (70x) . mindervaak (16x)
. even vaak (42x) . minder vaak (ax)
Afbeeldina 2.14
ebruiksfrequentie langzaamverkeertunnel bij verplicht gebruik roltrappen
Uit bovenstaande meningen over roltrappen kan geen duidelijke conclusie worden getrokken, omdat zowel de voordelen voor (brom)fietsers (gemakkelijk) als de nadelen (gevaarlijk, eng, afstappen is vervelend) niet door een meerderheid worden onderschreven. Kennelijk heerst er een zekere onverschilligheid ten opzichte van het verplichte gebruik van roltrappen, zoals ook blijkt uit de vraag of men in de toekomst bij verplicht gebruik van roltrappen vaker, even vaak of minder vaak van de langzaamverkeertunnel gebruik zal maken. In afbeelding 2.14 staan de antwoorden op deze vraag weergegeven. Een grote meerderheid (76% bij de straatenquete en 73% bij de telefonische enquete) zou in dat geval even vaak van de tunnel gebruik blijven maken. Het aantal mensen dat de tunnel vaker zou gaan gebruiken is bijna even groot als het aantal dat het antwoord 'minder vaak' gaf.
351
30
.
respondenten straatenquete Gemld: 6.5
351 30
25
25
20
20
15
G)
10 5 0
~
~
0'
-
Afbeeldintl1Q
.
respondenten telefonische enquete PI
Gemld: 6.3
~
-~
15 10
C".I
CD
C'\I
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Rapportcijfer indien huidige langzaamverkeerstrook acht meter dieperzou gen en gebruik roltrappenjlift verplicht was
lig-
Vervolgens is opnieuw gevraagd een rapportcijfer te geven, ditmaal voor de situatie waarin de huidige langzaamverkeerstrook acht meter dieper zou liggen en het gebruik van roltrappen 14
D
TVconsultants
- en/of liften voor voetgangers en (brom)fietsers verplicht zou zijn. Dit leverde zelfs een hogere gemiddelde waardering op dan voor de huidige situatie, getuige afbeelding 2.15. Het gemiddelde steeg bij de straatenquete met 0,4 tot 6,5 en bij de telefonische enquete met 0,3 tot 6,3, al bleef het aantal voldoendes nagenoeg gelijk (+ 2% respectievelijk -1%). Hieruit blijkt derhalve eveneens, dat de waardering voor de langzaamverkeertunnel niet of nauwelijks wordt be'invloed door het verplicht gebruik van raltrappen/liften. Een ander aandachtspunt betreft het aantal buizen van de toekomstige langzaamverkeertunnel. Indien gekozen wordt voor een geboorde tunnel bestaat de mogelijkheid twee tunnelbuizen (met een kleinere diameter) naast elkaar te leggen. In dat geval is een scheiding naar rijrichting of een scheiding naar doelgroep mogelijk. In de enquete is aan 'aile respondenten gevraagd waar hun voorkeur naar uit gaat: een scheiding naar verkeerscategorie (een tunnelbuis voor landbouwverkeer en de ander voor (brom)fietsers) 6f een scheiding naar rijrichting (een tunnelbuis voor verkeer richting IJsselmonde en de ander richting Hoeksche Waard).
respondenten straatenquete
respondenten telefonische enquete
(2%)
(5%)
(25%)
bestuurders landbouwvoertuigen
(38)<) .1>8<~ § 1>8< rlchUng (1"") . geen voork8ur (ax)
(27%)
.
(7%)
.1>8< cal8gorte
(71x)
(28%)
:: :.:.."'::.~~~)
. §
(19)<) 1>8< _egone per rlchUng (8)<) geen voorkeur (2x)
Uit afbeelding 2.16 blijkt dat het oordeel van de respondenten binnen aile drie de onderscheiden graepen nagenoeg identiek is: ongeveer 70% verkiest voor een scheiding naar verkeerscategorie boven een onderverdeling naar rijrichting.
respondenten straatenquete
respondenten telefonische enquete
(14%)
(9%) (2%)
. en(89%)
bestuurders landbouwvoertuigen
.
(10%)
(11%)
bul.(5x)
... tw- bul (50) . g~ voorkeur(1x)
(75%)
enkele
.
(7%) buI.
:==~~~x)
(14)<)
(83%)
enkele
bul.
(3)<)
... -g_n bulzen (24)<) voork8ur(2x) .
Afbeeldina 2.17 Voorkeur voor enkele gecombineerde buisof voor twee aparte tunnelbulzen
15
DTVconsultants Vervolgens is ook gevraagd of de voorkeur uitgaat naar twee aparte tunnelbuizen, of dat men toch liever een gecombineerde tunnel houdt, waarvan al het langzaamverkeer in beide rijrichtingen gebruik kan maken. Ook bij deze vraag blijkt bij aile drie de onderscheiden groepen een grate meerderheid te bestaan voor het zelfde antwoord: de voorkeur gaat duidelijk uit naar twee aparte buizen. Onder de feitelijke gebruikers (straatenquete) blijkt maar liefst 89% van de respondenten voor deze optie te kiezen (zie afbeelding 2.17). Een laatste vraagpunt betreft de lokatie van de nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel. Hoewel de voorkeur uitgaat naar een tunnel direct ten oosten van de huidige Heinenoordtunnel, wordt de lokatie van de voormalige Barendrechtse brug als een mogelijk alternatief gezien. De laatste vraag van de enquete had betrekking op de voorgestelde lokatie aan de oostzijde van de huidige tunnel. Gevraagd werd of men dit een gunstige lokatie vindt, en zo niet, of de tunnel dan meer naar het oosten (richting Puttershoek) of meer naar het westen (richting OudBeijerland) moest komen te liggen. De genoteerde antwoorden staan weergegeven in afbeelding 2.18. Hieruit blijkt dat maar zeer weinigen de huidige lokatie ongunstig vinden. Van de respondenten die voorkeur hebben voor een andere plaats zijn meer mensen voorstander van een verschuiving richting Oud-Beijerland dan voor een verplaatsing richting Puttershoek, dus in de richting van de voormalige Barendrechtse brug.
respondenten telefonische enquete
respondenten straatenquete
(9%)
[EIhuldl... p(13%)
Afbeelding
(42)<)
:::::~==(C::l
2~T8
('%) (3%) §j
..
bestuurders landbouwvoertuigen
(0".) (7%) huldlQ.
meer meer
pi
(89x)
n..,. w..t (3x) naar
0081 (1 x)
..
E3 huldlge pl_ta (28x) (2x) meet' nltar w-t (Ox) meer n.ar ooat
enlng over gewenste lokatie nieuwe langzaamverkeertunne
Aan het eind van het interview is gevraagd of de respondenten naar aanleiding van de gestelde vragen nog opmerkingen wilden plaatsen. Hierbij werd veelvuldig gewezen op de huidige verkeersonveiligheid op de langzaamverkeerstrook, zoals overigens ook uit de resultaten van de enquete blijkt. Ook op de werking van de verkeerslichten wordt door diverse mensen kritiek geleverd. Diverse personen klaagden over de duur van de besluitvormingsprocedure en dringen aan op een snelle aanleg van de nieuwe tunnel.
2.3
Conclusies
Hoewel het feitelijke gebruik van de langzaamverkeerstrook tegenviel en het aantal bij de tunnel afgenomen enquetes daardoor beperkt bleef tot 56, hebben mede door de telefonische enquete voldoende respondenten (in totaal 185) hun mening gegeven. Naast de hoge respons 16
DTVconsultants wordt de bruikbaarheid van de cijfers ook positief beTnvloed door het feit, dat de drie onderscheiden gebruikersgroepen ten aanzien van de meeste punten gelijkluidend oordeelden, waarbij meestal een grote meerderheid hetzelfde antwoord gaf. Resumerend kan worden geconcludeerd dat ruim 8% van de inwoners van Binnenmaas de huidige langzaamverkeerstrook minstens twee keer per week gebruikt en dat 22% van de inwoners er incidenteel gebruik van maakt. Van de respondenten van de straatenquete noemde 38% een andere woonplaats (dan Binnenmaas) in de Hoeksche Waard of een woonplaats op IJsselmonde. De huidige langzaamverkeerstrook blijkt een belangrijke functie in het vrijetijdsverkeer te vervullen, doch in de avonduren wordt deze nauwelijks gebruikt. De klachten over de huidige tunnel betreffen vooral de verkeersonveiligheid. Niet alleen de beperkte rijstrookbreedte. maar ook het gemengd gebruik door zowel (brom)fietsers als landbouwvoertuigen worden hierbij als probleem ervaren. Van sociale onveiligheid lijkt nauwelijks sprake, niet in de tunnel noch op de route er naar toe. Onder (al) de ondervraagden blijkt geen duidelijke mening voor of tegen een eventuele aanleg van roltrappen te bestaan. De meningen zijn verdeeld, doch voor verreweg de meesten zal het eventuele verplichte gebruik van roltrappen en/of liften geen reden zijn de nieuwe langzaamverkeertunnel minder te gaan gebruiken. Een meerderheid van de mensen die de roltrappen bij de Maastunnel te Rotterdam kennen vindt deze gemakkelijk, dit in tegenstelling tot personen die deze nog nooit hebben gebruikt: zij oordelen veelal negatief over het gebruiksgemak van roltrappen. Wel blijkt een duidelijke voorkeur onder aile respondenten te bestaan voor de aanleg van twee aparte tunnelbuizen, waarbij een buis gereserveerd dient te worden voor (brom)fietsers en voetgangers. terwijl voor het landbouwverkeer een tweede (aparte) tunnelbuis dient te worden aangelegd. Met de beoogde lokatie aan de oostzijde van de huidige Heinenoordtunnel is vrijwet iedereen tevreden.
17
D TVconsultants
3.
ROUTEKEURING
Naast de keuze van het type tunnel, waarbij met name de resultaten van het gebruikersonderzoek zullen worden gebruikt, moet ook een beslissing worden genomen over de lokatie van de tunnel: deze zal bij voorkeur ter hoogte van de huidige Heinenoordtunnel worden aangelegd, al wordt een ligging ter hoogte van de voormalige Barendrechtse brug als alternatief genoemd. De uiteindelijke keuze wordt niet alleen op de resultaten van het gebruikersonderzoek gebaseerd, maar hierbij worden tevens de bevindingen van een onderzoek naar de sociale veiligheid van de toeleidende fietsinfrastructuur van beide tunnellokaties betrokken. Speciaal voor dit doer is een routekeuring uitgevoerd, waarover in dit hoofdstuk verslag wordt gedaan.
3.1
Routekeuringsmethode
Fietsersbond enfb
Sociale veiligheid is de mate waarin mensen zich vrij van dreiging van of confrontatie met geweld in een omgeving kunnen bewegen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen objectieve sociale onveiligheid (de kans dat zich daadwerkelijk een delict voordoet) en subjectieve sociale onveiligheid (de mate waarin de omgeving als veilig wordt ervaren). Met keuringsmethodes wordt geprobeerd de mate van sociale veiligheid van fietsverbindingen en fietsroutes te meten. Omdat er op de meeste verbindingen (gelukkig) weinig misdrijven plaatsvinden, is het aantal geregistreerde delicten geen bruikbare indicator voor de mate van sociale onveiligheid. Bovendien geven deze cijfers onvoldoende een beeld van de kans op delicten en de gevoelens van sociale onveiligheid. Daarom heeft de Fietsersbond enfb gezocht naar omgevingskenmerken die van invloed zijn op de sociale veiligheid. Vervolgens is een routekeuringsmethode ontwikkeld (versie 3.1H) waarbij het waarderen van deze kenmerken objectief en eenduidig plaatsvindt. Overigens is sociale veiligheid slechts een van de drie aspecten uit de routekeuringsmethode. De andere twee zijn verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort.
3.1.1 Opzet van de keuringsmethode Sociale veiligheid hangt onmiskenbaar
samen met ruimtelijke
kenmerken
van fietsverbindingen,
maar het is niet mogelijk om de sociale veiligheid geheel met deze kenmerken vast te stell en. De kenmerken kunnen een redelijk goed beeld geven van de mate waarin men zich veilig voelt en de mate waarin de omgeving gelegenheid biedt aan mensen met slechte bedoelingen. De kans op misdrijven met voorbedachten rade is minder goed te traceren aan de hand van omgevingskenmerken: hij of zij vindt altijd wel een geschikte plaats. De routekeuringsmethode van de Fietsersbond enfb maakt wat betreft de kenmerken voor sociale veiligheid onderscheid tussen wegvakken en tunnels. De kenmerken die de sociale veiligheid van wegvakken bepalen zijn: -
zichtbaarheid vanuit de omgeving; aanwezigheid van mensen; 18
D
-
TVconsultants
aanwezigheid van straatverlichting; aanwezigheid van overzichtelijke vluchtwegen.
Op wegvakken buiten de bebouwde kom en op wegvakken met onvoldoende sociale contrale wordt ook gekeken naar schuilplaatsen voor mensen met kwade bedoelingen binnen vijf meter van de verbinding. Voor een verdere toelichting op deze kenmerken wordt verwezen naar bijlage 4, waarin aile vragen staan opgenomen, die bij het uitvoeren van de routekeuring moeten worden beantwoord. Voor het bepalen van de scores wordt uitgegaan van de ideale situatie: fietsers zijn goed zichtbaar vanuit de omgeving, er is veel sociale controle, er is verlichting langs het gehele wegvak, er zijn overzichtelijke vluchtwegen en er zijn geen schuilplaatsen. Oit ideale wegvak krijgt het rapportcijfer 10. Voor elk kenmerk waarop een wegvak afwijkt van de ideale situatie, worden punten van het maximale aantal van 10 afgetrokken (aftrekpunten). Oit kan niet gecompenseerd worden door andere kenmerken. Zijn er bijvoorbeeld vrijwel nooit mensen aanwezig, dan kan dat wegvak voor de sociale veiligheid nooit hoger dan het rapportcijfer '5' scaren. De score voor de sociale veiligheid
van tunnels wordt op vergelijkbare
lage 4), waarbij scores worden toegekend -
wijze bepaald
(zie bij-
aan de volgende deelaspecten:
verlichting; opsluiting; sociale controle; overzichtelijkheid.
3.1.2 Beoordeling van routes Bij het omzetten van de scores van de verschillende route-onderdelen naar een beoordeling van sociale veiligheid van een totale route wordt rekening gehouden met de volgende factoren: de lengte van elk route-onderdeel; de aftrek voor sociale onveiligheid van elk route-onderdeel. Uit de formule in bijlage 4 blijkt dat sociaal onveilige route-onderdelen extra zwaar worden meegewogen door het kwadraat van de aftrek te nemen. Een onveilig onderdeel in een verder sociaal veilige route kan voor mensen immers al reden zijn om een andere route te kiezen, een ander vervoermiddel te kiezen of om thuis te blijven. -
Wil men vervolgens een inschatting maken van de effectiviteit van maatregelen om de sociale veiligheid te verhogen, dan moet ook het aantal fietsers dat van de verschillende routeonderdelen gebruik maakt in de formule worden verdisconteerd. Wanneer het aldus gevonden rapportcijfer lager is dan een '6', is de sociale veiligheid van de route of het route-onderdeel onvoldoende. Omdat sociale veiligheid sterk samenhangt met de persoonlijke beleving van fietsers, hoeft een onvoldoende niet te betekenen dat de route/het route-onderdeel door iedereen als sociaal onveilig wordt ervaren. Een onvoldoende wil zeggen dat de sociale veiligheid voor te veel mensen een drempel is om per fiets van de route/het route-onderdeel gebruik te maken. In dat geval moet worden bekeken of de sociale veiligheid
19
DTVconsultants
door het treffen van maatregelen voldoende kan worden. 15dat niet mogelijk, dan moet altijd gekeken worden naar een sociaal veilig alternatief. Daarnaast kan het toch belangrijk zijn om de maatregelen te nemen, ook al blijft de sociale veiligheid onvoldoende. Wordt het rapportcijfer hierdoor bijvoorbeeld opgekrikt van een '1' naar een '3', dan is de sociale veiligheid voor meer mensen tot een aanvaardbaar niveau gestegen. Daarenboven kunnen bepaalde maatregelen zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van verlichting ook een positief effect hebben op de andere hoofdeisen (verkeersveiligheid en comfort).
3.1.3
Nadere uitwerking
Heinenoordtunnel
De routekeuringsmethode van de Fietsersbond enfb is speciaal voor het onderzoek naar de sociale veiligheid op de toeleidende infrastructuur van de nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel op een aantal punten verder uitgewerkt (zie oak bijlage 5). De sociale contrale is verder opgedeeld in meer eenduidige kenmerken. Zo is de vraag over sociale contrale uitgesplitst in vragen over de bebouwing en andere verkeersdeelnemers. Daarbij is aansluiting gezocht bij kenmerken van de verbindingen in het gebied rand de Heinenoordtunnel (aanwezigheid snelwegen, solitaire boerderijen). Verder weegt de sociale controle zwaarder mee in het eindoordeel over de sociale veiligheid. Bij het beoordelen van de verlichting is rekening gehouden met de verlichting van een parallel lopende (auto-)snelweg en bij de fysieke omgeving is rekening gehouden met de karakter van het landschap. Het kenmerk 'aanwezigheid overzichtelijke vluchtwegen' is vervangen door vragen over zichtbeperkingen en barrieres langs het raute-onderdeel. De scores zijn ingedeeld op de deelaspecten sociale controle, verlichting en fysieke omgeving en de beoordeling van tunnels is meer in overeenstemming gebracht met die van overige wegvakken.
3.2
Resultaten van de routekeuring
De keuring is verricht voor aile fietsrautes tussen de vijf kernen van de gemeente Binnenmaas (gelegen ten zuiden van de Oude Maas) en het fietspad dat ten westen van Barendrecht (aan de noordkant van de Oude Maas) in noordelijke richting naar Rotterdam leidt. Hierbij is rekening gehouden met de ligging van de langzaamverkeertunnel, waarvoor drie lokaties zijn meegenomen: -
de huidige situatie (optie 0), waarbij (brom)fietsers langzaamverkeerstrook in de huidige Heinenoordtunnel;
-
een langzaamverkeertunnel direct ten oosten van de huidige tunnel (optie A) en een langzaamverkeertunnel ter hoogte van de voormalige Barendrechtse brug (optie B).
-
gebruik moeten maken van
de
Route-onderdelen die voor aile drie de tunnellokaties hetzelfde zijn, leiden niet tot verschillen in de beoordeling van de rautes en zijn derhalve buiten de keuring gehouden. In bijlage 6 staat aangegeven welke wegvakken uiteindelijk in de keuring zijn meegenomen. Deze is op 22 en 25 februari 1994 verricht door een medewerker van de Fietsersbond enfb. Bij de keuring is er van uitgegaan dat nieuw aan te leggen wegvakken optimaal zullen worden vormgegeven. 20
D TVconsultants 3.2.1 Oordeel over de socia Ie veiligheid Per optie (tunnellokatie) is met behulp van de keuringsresultaten geanalyseerd wat de meest sociaal veilige routes zijn vanuit de dorpen Puttershoek, Maasdam, Mijnsheerenland, Westmaas en Heinenoord naar een bestemmingspunt aan de overkant van de Oude Maas (noordelijke aansluiting fietspad op Kilweg). Omdat geen gegevens over de ritproduktie van de herkomstgebieden bekend zijn, is er van uitgegaan dat deze voor aile dorpen (relatief) gelijk is. De totale lengte van de routes in de huidige situatie (optie 0) bedraagt 32 km en is daarmee iets langer dan bij optie A (30 km) en optie B (30 km). De altematieve tunnellokaties zargen derhalve voor een verkorting van de fietsafstand, al blijft de omrijfactor ten opzichte van de hemelsbrede afstand (1,34) aan de hoge kant. Voor doorgaande verbindingen geldt dat omrijfactoren boven 1,2 als ongunstig worden gekwalificeerd. De resultaten van de routekeuring staan per route-onderdeel weergegeven in bijlage 7, terwijl de eindscore voor de sociale onveiligheid visueel is weergegeven in bijlage 8. In taOOI3.1 staan de totalen per optie (tunnellokatie), waarbij het kwadraat van de aftrekpunten voor elk route-onderdeel vermenigvuldigd is met de lengte van het wegvak (in km), waama de som is genomen over aile route-onderdelen. Het hieruit resulterend getal in de eerste drie kolommen geeft informatie over de mate van aftrek voor de drie onderscheiden deelaspecten van sociale veiligheid. In de laatste kolom staat het uiteindelijke rapportcijfer voor de sociale veiligheid van de toeleidende infrastructuur van de drie tunnellokaties weergegeven.
Tabel 3.1
Beoordeling sociale veiligheid van de routes naar de drie tunnellokaties
:r(lengte elk route-onderdeel * aftrekpunten2) sociale controle
verlichting
fysieke omgeving
rapportcijfer
optie 0
488
112
160
3,6
optie A
710
110
148
2,6
optie B
894
115
163
1,1
Uit de verrichte keuringen blijkt dat de huidige situatie qua sociale veiligheid beter scoort dan beide nieuwe tunnellokaties. De belangrijkste reden hiervoor is dat de sociale controle op de huidige langzaamverkeerstrook beter is, aangezien het langzaam verkeer van dezelfde tunnelbuis gebruik maakt als het autosnelwegverkeer. De afwezigheid van de parallel lopende autosnelweg zal '5 avonds bij beide nieuwe tunnellokaties tot een verminderde sociale veiligheid leiden. Optie A scoort echter het beste op de deelaspecten verlichting en fysieke omgeving, al zijn de verschillen gering. Optie B is vanuit het oogpunt van sociale veiligheid het minst gewenst. In vergelijking tot de andere opties is met name de sociale controle in optie B aanzienlijk slechter. Vooral de wegvakken aan weerszijden van de voormalige Barendrechtse brug scoren slecht door de afwezigheid van bebouwing en/of ander verkeer. Doordat deze wegvakken door aile fietsers (ongeacht de woonplaats in de gemeente Binnenmaas) moeten worden ge-
21
D TVconsultants bruikt bij optie B, telt de negatieve score zwaar mee in het eindoordeel. De scores voar de routes via de drie tunnellokaties staan separaat weergegeven in bijlage 9. De rapportcijfers zijn voor aile drie de bestudeerde opties onvoldoende, hetgeen voornamelijk wordt bewerkstelligd door het ontbreken van sociale controle. Zelfs als het aantal aftrekpunten voor verlichting en fysieke omgeving tot 0 zou worden gereduceerd, komt het rapportpunt vanwege de vele vrijwel verlaten wegvakken niet boven de 7. Overigens dient hierbij te worden opgemerkt dat recreatieve fietsers deze wegvakken overdag bijzonder aantrekkelijk vinden en dat de sociale onveiligheid met name '5 avonds en '5 nachts als zodanig wordt ervaren.
3.2.2
Oordeel over verkeersveiligheid
en doorstromingjcomfort
Met behulp van de (onaangepaste versie 3.1H van de) routekeuringsmethode van de Fietsersbond enfb is tevens de verkeersveiligheid en de doorstroming van de verschillende tunnellokaties beoordeeld. De scores per route-onderdeel staan weergegeven in bijlage 7, terwijl de eindscores in tabel 3.2 staan afgedrukt.
Tabel 3.2
Beoordeling verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort van de routes naar de drie tunnellokaties rapportcijfers verkeersveiligheid
doorstromingjcomfort
optie 0
6,2
5,5
optie A
6,0
5,5
optie B
5,0
4,7
Uit tabel 3.2 blijkt dat de huidige langzaamverkeerstrook (optie 0) ook qua verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort het beste scoort, al is het verschil met de voorkeurslokatie van de nieuwe langzaamverkeertunnel (optie A) minimaal. Beide opties scoren overigens twee magere voldoendes voor beide aspecten. Dat geldt niet voor de lokatie ter hoogte van de voormalige Barendrechtse brug, aangezien de toeleidende infrastructuur van optie B op beide aspecten een onvoldoende scoort. Voor de aspecten verkeersveiligheid, doorstroming en comfort geldt evenwel, dat de wegbeheerder de scores hiervoor over het algemeen eenvoudiger kan verbeteren dan voor de sociale veiligheid. Hiervoor volstaat immers het treffen van adequate verkeerstechnische maatregelen, terwijl voor het verbeteren van de sociale veiligheid de aanwezigheid van mensen essentieel is, hetgeen aanzienlijk moeilijker te realiseren is. Hoewel een toelichting op de scores voor verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort buiten het kader van dit onderzoek valt, kan wel worden vermeld dat de magere scores voor deze as-
22
DTVconsult:ants pecten grotendeels -
zijn terug te voeren op onderstaande
de ongunstige snelheden en intensiteit van het autoverkeer op de Blaaksedijk, evenals hinder door geparkeerde
-
punten:
auto's;
het gebrek aan overzicht op de kruispunten van de Blaaksedijk met de Boonsweg, de Mollekade en de Reedijk;
-
de beperkte overzichtelijkheid en het vreemde einde van het fietspad op het kruispunt GorzenwegjBoonsweg;
-
de oneffenheden op de Boonsweg; de dubbele oversteek op Oosteinde voor fietsers tussen de oostelijke parallelweg van de A29 en Reedijk;
-
het ontbreken van kantstrepen op aile fietspaden. Zeker omdat verlichting vrijwel overal ontbreekt is dit van belang;
-
lange wachttijden bij de verkeerslichten voor het oversteken van de N217jjN47;
- de hoge snelheden -
en intensiteiten van het autoverkeer
op de Romeinseweg;
hinder door geparkeerde voertuigen op de Mollekade; modder op het fietspad aan het einde van de Mollekade; snelheden van het autoverkeer op parallelweg van de Kilweg direct na de met verkeerslichten beveiligde fietsersoversteek.
3.2.3 Analyse ongunstige scores routes voorkeurslokatie Aan de hand van de scores voor de sociale veiligheid is voor de voorkeurslokatie van de langzaamverkeertunnel (optie A) geanalyseerd welke route-onderdelen het meest van invloed zijn op de sociale veiligheid. Hierbij worden de gegevens voor route A uit bijlage 7 gebruikt. Maatregelen op deze wegvakken zijn het meest effectief, al dient dit wet te worden gerelateerd aan het aantal fietsers dat van het wegvak gebruik maakt. De langzaamverkeertunnel (wegvak W45) zelf blijkt voor 37% verantwoordelijk voor de ongunstige score ten aanzien van de sociale onveiligheid van de routes. Aan het ontwerp van de tunnel moet daarom zeer veel aandacht worden besteed. Een combinatie van al het langzaam verkeer in een tunnelbuis is wat betreft de sociale controle te prefereren boven aparte tunnelbuizen voor (brom)fietsers en landbouwvoertuigen. Verder is het aannemelijk dat een dieper liggende tunnel, waar fietsers niet op eigen kracht uit kunnen komen, een negatieve uitwerking heeft op de sociale veiligheid. Bij een geboorde tunnel zou er in geval van gevaar naast roltrappenjliften een mogelijkheid moeten zijn om de tunnel op eigen kracht te kunnen verlaten. Het verhard fietspad tussen de Boonsweg en de tunnel (wegvak W30) levert een bijdrage van 15% aan het slechte rapportcijfer voor de sociale veiligheid. De situatie kan hier worden verbeterd door het aanbrengen van verlichting en het verwijderen van bomen en struiken die binnen een afstand van 5 meter tot het fietspadstaan. Een en ander kan overigensten koste gaan van de aantrekkelijkheid van dit route-onderdeel. De weg over de ingang van de huidige Heinenoordtunnel (wegvak W14: 12%) kan veiliger worden gemaakt door ook hier verlichting aan te brengen en een strook van 5 meter aan beide zijden van de weg vrij te maken van bomen en struiken, voor zover dat nog niet het geval is. 23
DTVcoDsultants
Daarnaast kan de aanwezigheid van mensen in de gebouwtjes boven de ingang van de tunnel worden geaccentueerd en eventueel worden gesuggereerd (door bijvoorbeeld lichten te laten branden. Langs de Kilweg (wegvak W1: 11%) aan de Barendrechtse kant van de Oude Maas kan verlichting op de parallelweg worden aangebracht, terwijl tussen Kilweg en ingang nieuwe tunnel (wegvak W2: 6%) aparte verlichting voor fietsers kan worden aangebracht. Voorts kan de barriere tussen snelweg en fietspad worden verkleind en kunnen ANWB-praatpalen langs de autosnelweg voor fietsers zichtbaar en bereikbaar worden gemaakt. Voor aile andere wegvakken die slecht scoren geldt in het algemeen, dat de aanwezigheid van mensen zoveel mogelijk dient te worden gesuggereerd en dat het zicht vanuit en op de woonbebouwing zo goed mogelijk dient te zijn. De verlichting van de route-onderdelen dient zo goed mogelijk te zijn.
3.3
Conclusies
Uit de routekeuring blijkt dat beide lokaties voor de langzaamverkeertunnel voor kortere routes tussen de kernen in binnenmaas naar BarendrechtjRotterdam zorgen dan de ligging van de huidige langzaamverkeerstrook. Daar staat evenwel tegenover dat de sociale veiligheid op de toeleidende infrastructuur momenteel beter is dan op de routes naar beide alternatieve lokaties voor de nieuwe langzaamverkeertunnel. Hiervan scoren de routes naar de voorkeurslokatie aan de oostzijde van de huidige Heinenoordtunnel nog het minst slecht. Het rapportcijfer van 2,6 geeft aan, dat de beperkte sociale veiligheid voor veel mensen een grote drempel zal zijn om de nieuwe tunnel's avonds of's nachts te gaan gebruiken. De routes naar de voormalige Barendrechtse brug (optie B) scoren steeds aanmerkelijk slechter dan de routes naar de beoogde lokatie (optie A). Dit geldt niet alleen voor de sociale veiligheid, maar ook voor verkeersveiligheid, doorstroming en comfort. Gelet op de kwaliteit van de toeleidende infrastructuur gaat de voorkeur derhalve uit naar een langzaamverkeertunnel direct ten oosten van de huidige Heinenoordtunnel. Hoewel verkeersveiligheid en doorstromingjcomfort op de toeleidende infrastructuur een kleine voldoende scoren, is dat geen reden de kwaliteit hiervan niet te verbeteren. Dit zal moeilijker zijn als het om de sociale veiligheid gaat. Qua verlichting en tysieke omgeving zijn wel enkele verbeteringen mogelijk, doch een groot min punt zal steeds het gebrek aan sociale controle blijven, gezien de vele verlaten wegvakken. De langzaamverkeertunnel zelf neemt het grootste deer van de minpunten voor zijn rekening, waar met name de afwezigheid van andere verkeersdeelnemers debet aan is. Vanuit het oogpunt van sociale controle gaat de voorkeur uit naar een tunnelbuis, waar zoveel mogelijk verkeersdeelnemers gebruik van maken. Daarnaast is de vluchtweg vanuit een minder diep liggende tunnel korter en kan het hoogteverschil met minder inspanningen worden overbrugd. Een dieper liggende geboorde tunnel is derhalve sociaal onveiliger dan een minder diep liggende zinktunnel. 24
DTVconsultants
4.
TOEKOMSTIG GEBRUIK LANGZAAMVERKEERTUNNEL
Naast het oordeel van de inwoners van de gemeente Binnenmaas over een nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel en een beoordeling van met name de sociale veiligheid van de toeleidende infrastructuur, dient oak nag aandacht te worden besteed aan het toekomstig gebruik van de nieuwe tunnel. Het aantal gebruikers van de huidige langzaamverkeerstrook bedroeg in september 1986 ruim 250 fietsers en 90 bromfietsers tijdens de ochtendspits (richting IJsselmonde). In tegenovergestelde richting was de piek verspreid over meerdere uren, waardoor de (spits)uurintensiteiten lager uitvielen. Het aantal landbouwvoertuigen per rijrichting schommelde in augustus en september 1986 tussen 20 en 70 voertuigen per etmaal. Het toekomstige gebruik zal voor een deel worden be'invloed door de ruimtelijke ontwikkelingen in en rond de Hoeksche Waard. In het navolgende zal hier aandacht aan worden besteed, waarbij nader zal worden ingegaan op de verwachte omvang van zowel (brom)fietsverkeer als landbouwverkeer.
4.1
Ruimtelijke ontwikkelingen
De gemeente Binnenmaas telde begin 1992 ongeveer 18.700 inwoners, die verdeeld zijn over in totaal 10 kernen: Blaaksedijk, Goidschalxoord, Greup, Heinenoord (:I:: 3250 inwoners), Kuipersdijk, Maasdam (:I:: 3000 inwoners), Mijnsheerenland (:I:: 4300 inwoners), Puttershoek (:I:: 5750 inwoners), St. Anthoniepolder en Westmaas (2150 inwoners). Andere gemeenten in de Hoeksche Waard zijn Oud-Beijerland (:I:: 21.100 inwoners), Cromstrijen (:I:: 12.000 inwoners), Korendijk (:I::10.000inwoners), Strijen (:I::8.700 inwoners) en's Gravendeel (:I::8.600 inwoners). Hiermee komt het totaal aantal inwoners van de Hoeksche Waard op :I: 79.000, waardoor het met een oppervlakte van 32.500 ha - op Goeree-Overflakkee na - de dunst bevolkte regio in de provincie Zuid-Hollland is, gekenmerkt door overwegend agrarische grondgebruik. De Hoeksche Waard wordt echter in toenemende mate geconfronteerd met ontwikkelingen, die zorgen voor een toenemende druk op de relatief open ruimte. Voorbeelden hiervan zijn de grote vraag naar woningen en de dynamiek van de economische activiteiten in Rijnmond en de Drechtsteden. Daarnaast zijn er maatschappelijke trends, zoals internationalisering, technologische vernieuwing, toenemende mobiliteit en een groeiend milieubesef, die eveneens van invloed zijn op de toekomst van de Hoeksche Waard. In diverse beleidsstukken wordt voorzichtig richting gegeven aan die ontwikkelingen. Hierbij kan worden gedacht aan de Zuidflankstudie, het Streekplan Zuid-Holland-Zuid (1990), de Structuurschets Hoeksche Waard (1993) en recentelijk gepubliceerde Ruimtelijke Visie Zuid-HollandZuid (november 1993). In het navolgende worden de ontwikkelingen beschreven, die het gebruik van de nieuwe langzaamverkeertunnel kunnen be'invloeden.
4.1.1 Inwonersaantal De Hoeksche Waarde heeft momenteel nog een typisch Hollands landschappelijk karakter en men wil dit zoveel mogelijk in stand houden. Hoewel de afstanden door de toegenomen mobili25
D
TVconsultants
teit kleiner worden en de schaarste aan stedelijke ruimte nijpend wordt, lijkt de verstedelijking in de regia voorlopig toch te worden geconcentreerd in Rotterdam, de Drechtsteden en in Spijkenisse. De Hoeksche Waard hoeft hierdoor voorlopig slechts te voorzien in de eigen behoefte. Gekozen is voor het zogenaamde evenwichtig groeimodel, waarbij een evenwichtige spreiding van de autonome bevolkingsgroei over aile kernen in de Hoeksche Waard plaatsvindt. Naar verwachting zal het aantal inwoners van de Hoeksche Waard tot het jaar 2005 met 6000 (:t 7,6%) a 10.000 (:t 12,6%) toenemen. Van het aantal te bouwen woningen zal ongeveer de helft in Oud-Beijerland worden gerealiseerd. Hoewel grote snelle uitbreidingen in het gebied worden afgewezen en gekozen is voor een geleidelijke harmonische groei, wordt voor de periode na 2005 wel rekening gehouden met de bouw van vele nieuwe woningen. Zo is vanuit Spijkenisse een claim gelegd op :t 25.000 woningen in Oud-Beijerland/Korendijk, terwijl ook nieuwe woningbouwlokaties bij Puttershoek zijn voorzien.
4.1.2 Werkgelegenheid In de Hoeksche Waard zijn 17.000 arbeidsplaatsen op een beroepsbevolking van 32.000 personen, waardoor een negatief pendelsaldo bestaat, voornamelijk gericht op Rijnmond en Drechtsteden. Landbouw en aanverwante industrie, alsmede handel in landbouwprodukten zorgen voor een groot deel van de werkgelegenheid. In de Hoeksche Waard bevat slechts zogenaamde C-Iokaties, die alleen per auto goed bereikbaar zijn. Het beleid is er op gericht om op dit soort lokaties alleen activiteiten met relatief weinig werknemers en/of bezoekers toe te staan. In principe wordt de mogelijkheid aan omliggende regio's geboden om voor bepaalde functies een beroep te doen op de relatief grote hoeveelheid open ruimte in de Hoeksche Waard, mits die het landelijk karakter van het gebied niet aantasten. Dit betekent dat ontwikkeling van bedrijventerreinen wordt voorzien bij nieuwe woongebieden en bij infrastructurele knooppunten. Uitbreiding van de werkgelegenheid heeft tot doel de pendel naar gebieden buiten de Hoeksche Waard niet verder te laten toenemen. De Hoeksche Waard wordt wet beschouwd als uitbreidingsgebied voor het Zuidhollands glas-
district, waarbij 400 ha voor glastuinbouw moet worden gerealiseerd. Oit areaal zal voor dit doel naar verwachting aan de zuidzijde van het eiland worden vrijgemaakt. In de landbouw is voorts de trend zichtbaar dat extensieve landbouw wordt verdrongen door de intensieve sector. Met name het verbouwen van vollegrondsgroenten neemt toe, waardoor een breder draagvlak ontstaat voor de vei/ingactiviteiten in Barendrecht.
4.1.3 Verkeerssysteem Het verkeerssysteem in de Hoeksche Waard is sterk gericht op de drie oeververbindingen, die dit ei/and met de omliggende gebieden verbindt: de Heinenoordtunnel aan de noordzijde, de Ki/tunnel in het oosten en de Haringvlietbrug aan de zuidkant. Zoals reeds eerder is opgemerkt 26
DTVconsultants
ontstaan dagelijks files aan de noordzijde van de Heinenoordtunnel, terwijl de Kiltunnel veel minder verkeer verwerkt dan destijds bij de aanleg werd geraamd. Het landelijk beleid is er op gericht het niet noodzakelijk autoverkeer af te remmen en de bestaande infrastructuur te optimaliseren. In dit kader past ook de aanleg van een nieuwe langzaamverkeertunnel onder de Oude Maas, waardoor de huidige Heinenoordtunnel beter kan worden benut. De bevolking is sterk georienteerd op de auto en zal dit gezien de relatief grote afstanden naar steden als Rotterdam en Dordrecht ook wel blijven. Desondanks biedt het openbaar vervoer momenteel een goed alternatief voor het gebruik van de auto, met enkele goOOe stamlijnen op beide steden. Vanaf het autobusstation Heinenoord vertrekken op werkdagen tussen 7.00h en 8.00h tien bussen richting Rotterdam-Zuidplein (rijtijd ongeveer 15 minuten), waarvan er drie via Barendrecht rijden. In die periode vertrekken ook twee bussen richting Dordrecht. De kwaliteit van het openbaar vervoer op lijnen tussen de kernen is aanmerkelijk slechter met een frequentie van overwegend een bus per uur. Het beleid is er op gericht de kwaliteit van het openbaar vervoer verder te verbeteren, waarbij wordt gedacht aan bussen op vrije banen en zelfs aan de aanleg van een sneltram tussen busstation Heinenoord en Rotterdam. Daarnaast wordt gezocht naar openbaar vervoer op maat, voor specifieke doelgroepen als ouderen en schoolgaande jeugd. Verbetering van de fietsinfrastructuur heeft met name een verhoging van de verkeersveiligheid tot doel, en in mindere mate het stimuleren van het fietsgebruik. Verder zal deze infrastructuur beter worden toegesnOOen op de opvang van toeristische mobiliteit, waarbij de uitbreiding van toeristisch recreatieve routestructuren extra aandacht vergt. Met name rond de BinnenbOOijkte Maas is een verdere ontwikkeling van routegebonden, natuurgerichte recreatievormen voorzien. Een niet onbelangrijke schakel in het fietssysteem is het voetveer te Puttershoek, dat op zomerse dagen 500 tot 600 fietsers en wandelaars tussen Puttershoek en Zwijndrecht overvaart. De functie voor het utilitair fietsverkeer is beperkt, getuige het geringe aantal dat dagelijks van deze faciliteit gebruik maakt: ongeveer 50 personen per werkdag in de winter en 150 '5 zomers. De beschikbaarheid van het voetveer blijft beperkt tot een gering aantal uren per dag, terwijl het bij mistig weer uit de vaart moet worden genomen, aangezien het niet over een radar beschikt.
4.2
Toekomstig fietsgebruik
In de inleiding van dit hoofdstuk is al aangegeven dat in (september) 1986 ruim 250 fietsers en 90 bromfietsers tijdens de ochtendspits van de huidige langzaamverkeerstrook gebruik maakten. Uit een telling (zie bijlage 10) op de dag waarop de straatenquete is verricht, bleek dat het aantal gebruikers in de richting IJsselmonde in dezelfde periode beperkt bleef tot 57 fietsers (= 23%) en 27 brom-jsnorfietsers (=30%). Zoals in afbeelding 2.2 staat aangegeven, bestond de gebruikersgroep voor meer dan de helft uit jeugdigen. Het geringe gebruik kan grotendeels worden toegeschreven aan het jaargetijde (begin maart) en aan het weer (regenachtig weer 'sochtends). Onder warmere en drogere weersomstandighOOen zal het gebruik van de fiets weer toenemen. Uit gegevens van de gemeente Binnenmaas (zie bijlage 11 en afbeelding 4.1) 27
D
TVconsultants
blijkt dat een grote groep scholieren uit deze gemeente scholen bezoekt in Rotterdam (in totaal 351 leerlingen) en Barendrecht (in totaal 93 leerfingen).
150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Naar
school
Naar
in Rotterdam ~
:gj 30j
I
Westm
I ~asd
~sh_renlan~
ntal leemngen drecht bezoekt
I '""Puttershoek
in Barendrecht
0
.
~
20~ 101
Helnenoord
school
~:g1 130 ~ 120' 110, 100J 90; SOJ 70i S01
i Helnenoord
~
U) ~
ID
Westml'JIIS
I
MIJnsheerenland
Maasda
~
IL i
"Puttershoek
per
Zoals ook uit het gebruikersonderzoek voigt, mag grootschalig gebruik van de langzaamverkeertunnel door (brom)fietsers niet worden verwacht. De afstanden naar Rotterdam en Barendrecht zijn daar te ongunstig voor, getuige ook het feit dat maar liefst 70% van de inwoners van Binnenmaas de huidige langzaamverkeerstrook nooit gebruikt. De beperkte groei van het aantal inwoners tot 2005, het uitbreiden van de werkgelegenheid met als doel het negatieve pendelsaldo niet verder te laten toenemen, evenals een verdere verbetering van de openbaar vervoer voorzieningen maken een forse groei van de huidige gebruikscijfers niet aannemelijk. Vergeleken met de (geconstateerde) lage gebruikscijfers in de winter, zal het gebruik van de langzaamverkeertunnel in de zomerperiode overigens aanmerkelijk hoger zijn. Enerzijds omdat de gunstige omstandigheden voor een toename van het utilitairfietsverkeer zorgen, anderzijds omdat in die periode ook het recreatieve fietsverkeer fors toeneemt. Het grote aantal fietsers dat in de zomer van het voetveer tussen Puttershoek en Zwijndrecht gebruik maakt, bevestigt het idee dat de Hoeksche Waard een aantrekkelijk fietsgebied is. Met name voor inwoners van Rijnmond en de Drechtsteden kan een aantrekkelijke nieuwe tunnel de poort naar de landelijke Hoeksche Waard vormen.
4.3 Omvang landbouwverkeer Het landbouwverkeer dat momenteel gebruik maakt van de huidige langzaamverkeertunnel heeft veelal de veiling te Barendrecht als bestemming. De aanvoer van land- en tuinbouwproducten gaat het hele jaar door, al loopt het drukke seizoen voor de vollegrondstuinbouw van begin mei tot eind oktober. De tunnel wordt ook gebruikt voor het vervoer van aardappelen, graan en voor het transport van kunstmest, zaai- en pootgoed. Niet alleen landbouwers uit de Hoeksche Waard maken regelmatig gebruik van de langzaamverkeerstrook, ook voor collega's
28
DTVconsultants van IJsselmonde met arealen landbouwgrond in de Hoeksche Waard of met aardappels voor de NEDATO in Heinenoord is de tunnel een noodzakelijke verbinding. Voor het transport wordt gebruik gemaakt van landbouwtrekkers, die wagens trekken die zowel voor het oogsten als voor het transport naar de veiling kunnen worden gebruikt. De maximale afmetingen van dergelijke combinaties zijn gelijk aan die voor het wegverkeer: de maximale lengte bedraagt 18.00 meter en de hoogte maximaal 4.00 meter. Ais alternatief voor het vervoer per landbouwtrekker kan een beroep worden gedaan op vrachtrijders, die via de autosnelweg door de Heinenoordtunnel kunnen rijden. Gezien de hoge kosten van dit vervoer wordt hier alleen gebruik van gemaakt door landbouwers die ten zuiden van de Hoeksche Waard wonen (vanwege de afstand), door akkerbouwers die grote hoeveelheden tegelijkertijd oogsten (vanwege de capaciteit) en door glastuinbouwers (vanwege het ontbreken van een tractor). De langzaamverkeertunnel zal in de toekomst voeral worden gebruikt door vollegrondstuinbouwers. Deze hebben een eigen tractor en moeten tijdens oogstperioden vrijwel dagelijks relatief kleine hoeveelheden produkt naar de veiling brengen. De vervoer per landbouwtrekker is vanuit aile delen van de Hoeksche Waard goed te doen. Na uitvoering van de geplande omlegging van de Kilweg te Barendrecht zal de veiling in de toekomst nog sneller vanuit de Hoeksche Waard bereikbaar worden. De Hoeksche Waard zal ook in de toekomst een belangrijk landbouwgebied blijven. Hoewel het beschikbare areaal niet zal toenemen, vindt wel een verschuiving plaats van extensieve landbouw naar intensievere vollegrondstuinbouw. Deels wordt dit veroorzaakt door veranderingen binnen de grootschalige akkerbouw, waar de opbrengsten door dalende graanprijzen onder druk staan. Anderzijds neemt de beschikbare grond voor vollegrondstuinbouw op IJsselmonde door de stedelijke druk af, waardoor de landbouwers daar hun produktie verplaatsen naar de Hoeksche Waard. De groei van de vollegrondstuinbouw zal naar verwachting ook voor een toename van het landbouwverkeer tussen de Hoeksche Waard en de veiling te Barendrecht zorgen. De tractor met aanhangwagen blijft hierbij voorlopig een aantrekkelijker alternatief dan uitbesteding van het transport aan vrachtrijders.
29
DTVconsultants
5.
CONCLUSIES
EN AANBEVELINGEN
Het onderzoek naar de sociale acceptatie van een nieuw aan te leggen langzaamverkeertunnel onder de Oude Maas nabij Heinenoord had tot doel inzicht te krijgen in een aantal aspecten, die van invloed zijn op de waardering van deze nieuwe oeververbinding. Het gaat hier concreet om het soort tunnel, om de lokatie waar deze dient te worden aangelegd en om het aantal verkeersdeelnemers, dat deze in de toekomst zal gaan gebruiken. Aan de hand van de resultaten van het verrichte gebruikersonderzoek, de uitgevoerde routekeuringen en de bestudeerde beleidsstukken kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
Soort tunnel In de enquete is niet rechtstreeks gevraagd naar een voorkeur voor een zinktunnel of voor een geboorde tunnel. De meeste klachten over de huidige langzaamverkeerstrook betreffen de aanwezigheid van landbouwvoertuigen, die voor veel overlast en onveiligheid zorgen. De beperkte wegbreedte is hier mede debet aan. Een grote meerderheid van de respondenten geeft de voorkeur aan een fysieke scheiding van het (brom)fietsverkeer en het landbouwverkeer, in de vorm van een dubbele tunnelbuis. De meningen over het gebruik van roltrappen en/of liften bij een geboorde tunnel bJijken verdeeld, waarbij het voordeel van een dergeJijke oplossing (gemakkeJijk) bevestigd noch ontkend wordt. De nadelen (gevaarlijk, eng, vervelend) worden evenwel door een (soms kleine) meerderheid verworpen. Gevraagd naar het toekomstig gebruik van een langzaamverkeertunnel bJijkt dit niet wezenJijk te veranderen bij een eventueel verpJicht gebruik van roltrappen/liften. Een nadeel van een geboorde tunnel is wel dat de diepere Jigging voor een langere vluchtweg zorgt, hetgeen een ongunstige invloed heeft op de sociale veiligheid.
Tunnellokatie Uit zowel het gebruikersonderzoek als de routekeuring blijkt dat de beoogde lokatie ten oosten van de huidige Heinenoordtunnel de voorkeur verdient boven de lokatie ter hoogte van de voormaJige Barendrechtse brug. De toeleidende infrastructuur scoort nameJijk zowel qua sociaIe veiligheid, verkeersveiligheid als qua doorstroming/comfort beter, terwijl de gebruikers tevreden zijn met de huidige lokatie. De routekeuring heeft evenwel uitgewezen, dat de fietsroutes naar de beoogde lokatie ten aanzien van de sociale veiligheid slecht scoren, al kan de toegekende onvoldoende voor een groot deel worden verklaard door de (noodzakeJijke) aanwezigheid van de tunnel zelf en door de relatief verlaten wegvakken, waarover de routes voeren. Het probleem van de sociale veiligheid speelt met name in de avonduren, waarin de tunnel weinig bJijkt te worden gebruikt. Een verbetering van de sociale veiligheid, als mede van de maar net voldoende scorende verkeersveiligheid en doorstroming/comfort, zal een positief effect hebben op het gebruik van de langzaamverkeertunnel. 30
DTVconsultants
-
Toekomstig gebruik De huidige langzaamverkeerstrook wordt slechts door 8% van de inwoners van Binnenmaas regelmatig gebruikt. Het betreft hier veelal jeugdige mensen, die per (brom)fiets naar school of werk gaan. Ongeveer een kwart van de bevolking blijkt de langzaamverkeerstrook weleens in de vrije tijd te benutten. De tunnel wordt 's avonds slechts incidenteel gebruikt. Het voetveer in Puttershoek blijkt nauwelijks concurrentie voor het utilitair fietsverkeer te bieden, doch speelt wel een rol als recreatieve fietsverbinding. Het gebruik van de nieuwe langzaamverkeertunnel zal te kampen hebben met de zelfde problemen als de huidige langzaamverkeerstrook: de afstand naar Rotterdam en Barendrecht is voor fietsers ongunstig. In de zomerperiode zullen de betere weersomstandigheden voor een toename van het gebruik zorgen en zal de tunnel ook door recreatieve fietsers worden gebruikt, maar een gebruik op grote schaal valt voorlopig niet te verwachten. De beperkte uitbreiding van het aantal woningen en de werkgelegenheid zullen hier geen verandering in brengen. Het merendeel van de ondervraagde bestuurders van landbouwvoertuigen gaat minstens tweemaal per week via de langzaamverkeerstrook naar IJsselmonde. Hoewel de etmaalintensiteiten van landbouwvoertuigen niet tot nauwelijks boven de 150 uitkomen, wordt de tunnel frequent door deze doelgroep gebruikt. De verwachting is dat het gebruik in de toekomst zal toenemen, als gevolg van een uitbreiding van de vollegrondstuinbouw in de Hoeksche Waard en de dientengevolge groeiende verkeersstromen richting de veiling te Barendrecht.
Aanbevelingen
Tijdens het verrichten van de straatenquete is gebleken, dat de huidige tunnel een attractiepunt vormt voor wielrenners, die deze vanwege de helling als een uitdagend trainingsobject beschouwen. Indien gekozen wordt voor een geboorde tunnel zal speciaal aan dit fenomeen aandacht moeten worden besteed, aangezien deze categorie fietsers niet graag afstapt en een nog steilere helling alleen maar attractiever vindt. Indien wordt gekozen voor twee aparte tunnelbuizen, is het vanuit het oogpunt van sociale veiligheid geboden fietsers en voetgangers naast roltrappen en liften een andere vluchtweg aan te bieden.
31
DTVconsultants -
6.
REFERENTIES
Geraadpleegde literatuur -
Zuidflankstudie
-
Streekclan Zuid-Holland zuid (1990)
-
Structuurschets Hoeksche Waard (1993)
-
Ruimteliike visie Zuid-Holland Zuid van het Dagelijks Bestuur Zuid-Holland Zuid (1993)
Gevoerde gesprekken -
Dhr. Bogaerds, hoofd afdeling gemeentewerken van de gemeente Binnenmaas
-
Dhr. Bunk, eigenaar van Bunk Wagenbouw te Barendrecht
-
-
Mevr. Scheers - van Deursen, medewerkster bureau bestuurszaken en ruimtelijkeordening van de Gemeente Binnenmaas Dhr. Zevenbergen,
secretaris van de Coop GroentejFruitveiling Holland Zeeland te
Barendrecht
32
DTVconsultants
BIJLAGE 1
OVERZICHTKAARTJE BINNENMAAS/IJSSELMONDE
." ':L"'-"> iI I
33
DTVconsultants
BIJLAGE 2
ENQUETE FORMULIER
GEBRUIKERSONDERZOEK Langzaamverkeerstrook Heinenoordtunnel
Inleiding: Goede middagjavond meneer jmevrouw,
Ik ben
,
van DTVconsultants, een onderzoeksbureau uit Tilburg.Wijvoeren in opdracht
van Rijkswaterstaat een onderzoek uit onder gebruikers van de LANGZAAMVERKEERSTROOK in de Heinenoordtunnel. Zoals u weet is dat een speciale rijstrook voor fietsers, bromfietsers en landbouw voertuigen. Deze langzaamverkeerstrook komt in de toekomst te vervallen en zal voor het verkeer op de autosnelweg beschikbaar worden gesteld. Voor het langzaam verkeer moet echter eerst een nieuwe tunnel worden aangelegd. Rijkswaterstaat is momenteel druk bezig met het treffen van aile noodzakelijke voorbereidingen. Hierbij wordt oak een onderzoek verricht onder de gebruikers van de huidige LANGZAAMVERKEERSTROOK. Graag willen wij de mening van de gebruikers over deze strook weten. Oak willen we graag hun oordeel horen over een aantal aspecten van de nieuw aan te leggen tunnel. . Mag ik u enkele vragen stellen? De enquete duurt ongeveer 10 minuten.
Gebruik huidige langzaamverkeerstrook: . 1.
Kunt u mij de cijfers van de POSTCODE van uw woonadres noemen?
Postcode:
...................... Zo niet, in welke plaats woont u dan? .....................................
.2.
Hoe maakt u MEESTALgebruik van de LANGZAAMVERKEERSTROOK? Is dat a als bestuurder van een landbouwvoertuig,6f a als brom- of snorfietser,6f a als fietser, 6f a als voetganger. !! Slechts een antwoord ;s toegestaan /! 34
DTVconsultants
.3.
NaarWELKEPLAATSgaat u dan meestal toe: !! Postcode
Aile navolgende vragen hebben betrekking op uw verplaatsing , voor het geval u de langzaamverkeerstrook gebruikt.
. 4.
of plaatsnaam
noteren
!!
tussen uw huisadres en
Ais u gebruik maakt van de LANGZAAMVERKEERSTROOK, dan gaat u naar een bepaalde bestemming. Ik noem zo meteen een aantal soorten bestemmingen. Kunt u per bestemming aangeven, of u hier meer dan 4 keer per week, 6f twee a drie keer per week, 6f ongeveer een keer per week, 6f minder dan een keer per week, 6f vrijwel nooit naar toe gaat.
!! Per regel 1 antwoord aankruisen
!!
Hoe vaak gaat u via de LANGZAAMVERKEERSTROOK ....
> 4 keer 2-3 keer ::!: 1 keer < 1 keer vrijwel per wk per wk per wk per wk nooit
naar het werk j de veiling naar schooljopleiding naar de winkeljstad naar vriendenjkennissenj anders,
namelijk:
(sport)vereniging
. . . . . . . . . . . . .. . . . . . .
! Ais er 1 of meer kruisjes in de eerste twee kolommen
.5.
staan: doorgaan
met vraag 6 !
U maakt dus NIET ZO VAAK gebruik van de LANGZAAMVERKEERSTROOK. Kunt u aangeven waarom?
!! Antwoordcategorieeu n niet opnoemen. Meerdere antwoorden zijn toegestaan. [ [ [ [ [
.6.
] ] ] ] ]
Aankruisen
wat genoemd
wordt
!!
ik ga NIET VAAK naar de andere kant van de Oude Maas (BarendrechtjRotterdam) ik ga meestaljliever per AUTO ik ga meestaljliever per BUS ik ga meestal per VOETPONT andere reden, nl: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maakt u ook weleens in het WEEKENDof tijdens VAKANTIESgebruik van de LANGZAAMVERKEERSTROOK?lsdm 0 regelmatig tot vaak, 6f 0 soms j een enkele keer, 6f 0 nooit. 35
DTVconsultants
.7.
Maakt u ook weleens 'S AVONDS gebruik van de LANGZAAMVERKEERSTROOK? Is dat 0
. 8.
regelmatig tot vaak, 6f / een enkele keer, 6f
0
soms
0
nooit.
Wij willen graag UW OORDEEL hebben over de huidige LANGZAAMVERKEERSTROOK. Ik noem zo een aantal kenmerken van de tunnel opo Kunt u per kenmerk aangeven, of u dit met GOED, 6f VOLDOENDE, 6f ONVOLDOENDE, 6f SLECHT beoordeelt. I! Per regel 1 antwoord Hoe beoordeelt u
aankruisen
!! goed
voldoende
onvoldoende
stecht
de BREEDTE van de RIJBAAN In de tunnel de HELLINGSHOEK/STEILHEID van de helling de VERLICHTING in de tunnel de KWALITEIT van het WEGDEK in de tunnel het OVERZICHT in de tunnel . 9.
.
10
Heeft u op de LANGZAAMVERKEERSTROOK wet eens HINDER of LAST van andere verkeersdeelnemers? 0 nee (I! Ga naar vraag 11 !!) 0 jao
. Kunt
u aangeven, waar u dan hinder of last van heeft? II Antwoordcategoriee""n niet opnoemen. In kolom gegeven antwoord aankruisen. !! Meerdere antwoorden zijn toegestaan. [ ] GELUID/LAWAAI Heeft u wet eens last van lawaai ja / nee [ ] ROMMEL op wegdek Heeft u wet eens last van remmel op wegdek ja / nee [ ] STANK/UITLAATGASSEN Heeft u wet eens last van stank/uitlaatgassen ja / nee [ ] VERKEERSONVEILIGHEID Heeft u wel eens last van verkeersonveiligheid ja / nee [ ] WINDjTOCHT Heeft u wet eens last van tocht/wind ja / nee [ ] anders, nl 0
0
0
0
.
0
0
I! Vraag voor elke niet genoemde
. 11 . Vindt
vorm van hinder, of men daar last van heeft !
u het ENG of ONVEILIG om gebruik te maken van de LANGZAAMVERKEER-
STROOKin de Heinenoordtunnel? 0 nee, nooit (I! Ga door met vraag 14 !!) 0 jao Vraag wanneer dit het geval is. ! Antwoordcategorie [] altijd [] vooral 's avonds [] als ik alleen ben []
anders,
o.
en niet opnoemen
!
0 . . 0 . 0 0 . . 0 0 . . 0 0 . . 0 0 0 0 0 0 0 . 0 . . 0 0 . 0 0 0 . 0 . 0 .
36
DTVconsultants
. 12.
Ais u de LANGZAAMVERKEERSTROOK gebruikt, gaat u gewoonlijk via dezelfde route van en naar de Heinenoordtunnel. Kunt u per deel van die route aangeven, of u het daar WEL of NIET ENG of ONVEILIG vindt: de ROUTE NAAR de tunnel toe 0 ja, engjonveilig
-
de TOEGANG TOT de tunnel
0 ja, engjonveilig
0 nee, niet engjonveilig
de TUNNEL ZELF
0 ja, engjonveilig
0 nee, niet engjonveilig
~
. 13.
0 nee, niet engjonveilig
-
Kunt u aangeven wat u zo ENG of ONVEILIG vindt?
/! Antwoordcategorieeo.n niet opnoemen. In kolom aankruisen wordt. !! Meerdere antwoorden zijn toegestaan. [ [ [ [ [ [ [
] ] ] ] ] ] ]
wat genoemd
aanwezigheid agrarisch verkeer het is er zo donker het is er zo verlaten ik mis toezicht van bewakersjpolitie er zijn geen vluchtwegen je kunt niet goed zien of het veilig is anders, namelijk ................................. . """""""
. 14. We hebben nu een aantal kenmerken van de HUIDIGE LANGZAAMVERKEERSTROOK besproken. Kunt u daar nu een RAPPORTCIJFER (tussen 1 en 10) voor geven?
Wensen over nieuwe tunnel: Voordat de huidige langzaamverkeerstrook
in de Heinenoordtunnel
wordt
opgeheven.
wil
Rijkswaterstaat eerst voor het langzaam verkeer een nieuwe tunnel aanleggen. Hiervoor kan men een nieuwe techniek gebruiken, waarbij de tunnelschacht wordt geboord. Een dergelijke geboorde tunnel ligt ongeveer 8 tot 9 meter dieper dan de huidige Heinenoordtunnel. Dit betekent dat een groter hoogteverschil moet worden overwonnen.
!! Aileen bestemd
voor (brom-/snor-)fietsers
!!
Speciaal voor fietsers, bromfietsers, snorfietsers en voetgangers worden bij dit soort tunnels roltrappen aangelegd. Hiermee kan een belangrijk deel van het hoogteverschil worden overbrugd. Deze situatie is vergelijkbaar met de roltrappen in de Maastunnel te Rotterdam. Voor mensen die geen gebruik van de roltrappen willen maken, worden speciale liften aangebracht. Bij een geboorde tunnel is gebruik van roltrappen of liften verplicht. .15.
Heeft u ALS (BROM-)FIETSER wel eens GEBRUIK GEMAAKT van de ROLTRAPPEN IN DE MAASTUNNEL te Rotterdam? 0 ja 0 nee 37
DTVconsultants
. 16.
Vindt u ROL TRAPPEN voor (brom-)fietsers 0 ja 0 nee 0 geen mening
bij een tunnel GEMAKKELlJK?
. 17.
Vindt u ROLTRAPPEN voor (brom-)fietsers bij een tunnel GEVAARLlJK? 0 ja 0 nee 0 geen mening
. 18.
Vindt u ROLTRAPPEN voor (brom-)fietsers 0 ja 0 nee 0 geen mening
. 19.
Vindt u het moeten STOPPEN en AFSTAPPEN 0 ja 0 nee 0 geen mening
.20.
Zou het VERPLICHTE GEBRUIK VAN ROLTRAPPEN voor u reden zijn VAKER, EVEN VAAK of MINDER VAAK van de tunnel gebruik te gaan maken? 0 vaker 0 even vaak 0 minder vaak
. 21.
Stelt u zich voor dat de HUIDIGE HEINENOORDTUNNEL ongeveer 8 meter DIEPER zou liggen. U moest dan gebruik maken van ROLTRAPPEN en/of LlFTEN. Kunt u voor die situatie een nieuw RAPPORTCIJFER voor de LANGZAAMVERKEERSTROOK geven?
bij een tunnel ENG?
bij de roltrappen
VERVE LEND?
!! Voor aile respondenten 1/ Ais voor een geboorde tunnel wordt gekozen, is het mogelijk om twee aparte tunnelbuizen naast elkaar te leggen. In dat geval kan aan tunnelbuis bestemd worden voor het langzaam verkeer richting Rotterdam en een buis voor verkeer richting Hoekse Waard. Ook is het mogelijk om een buis uitsluitend voor landbouwverkeer in beide richtingen te bestemmen en de andere buis voor voetgangers en (brom-)fietsers.
.22.
Stel dat er twee aparte tunnelbuizen worden aangelegd. Zoudt u in dat geval kiezen voor: 0 een tunnel voor landbouwvoertuigen en de andere voor (brom-)fietsers of voor 0 aan tunnel voor verkeer richting Rotterdam en de ander voor verkeer richting Hoekse Waard of heeft u 0 geen voorkeur?
.23.
Natuurlijk bestaat ook de mogelijkheid om al het verkeer van een en dezelfde gecombineerde tunnelbuis gebruik te laten maken. Zoudt u in dat geval kiezen voor: 0 aan gecombineerde tunnelbuis voor al het verkeer in beide richtingen of voor 0 twee aparte tunnelbuizen of heeft u 0 geen voorkeur?
38
D
TVconsultants
- Lokatie nieuwe tunnel: Het is de bedoeling dat de nieuwe tunnel aan de OOSTKANT naast de HUIDIGE TUNNEL wordt aangelegd. Dat is dus aan de kant van DORDRECHT. .24.
Vindt u dat een GUNSTIGE LOKATIE? 0 ja 0 nee. Vraag waarom niet. !! Antwoordcategorie en niet opnoemen !! [] tunnel moet verder naar het WESTEN (richting OUD-BEIJERLAND) liggen [] tunnel moet verder naar het OOSTEN (richting PUTTERSHOEK) liggen
[]
anders, """"""""""""""""""""""""
.............................................. . . Tot zover mijn vragen. Wilt u naar aanleiding van deze enquete nog iets opmerking? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. .
............................................................. . . ............................................................. . .
Noteer geslacht
man
/
vrouw
Noteer leeftijd
[ ] [ ] [ ]
tot :t 18 jaar (schooljeugd) :t 18 tot :t 50 jaar (volwassene) ouder dan :t 50 jaar (oudere)
IK DANK U HARTELIJK VOOR UW MEDEWERKING AAN DEZE ENQUETE
39
DTVconsultants
BIJLAGE 3
RESULTATEN
~
~
In het onderstaande
worden
ENQUETE
de volgende
codes
gebrukt:
STR Resultaten van de straatenquete TEL Resultaten van de telefonische enquete (exclusief bestuurders landbouwvoertui-
gen -
LBW Resultaten van de telefonische enquete onder bestuurders landbouwvoertuigen
Per vraag zijn de antwoordcategorieen genoemd, gevolgd door (tussen rechte haakjes) het aantal keren dat genoemde antwoord is gegeven.
1.
Woonplaats? STR: Heinenoord [12], Mijnsheerenland [12], Westmaas [2], Maasdam [1], tershoek [8], Oud-Beijerland [7], overige plaatsen Hoekse Waard IJsselmonde
2.
3.
4.
7.
Barendrecht Puttershoek [1], Zwijndrecht Rotterdam [47], Barendrecht Barendrecht [27], rest [2]
Reden STR: TEL: LBW:
Ix Ix Ix Ix Ix
[1], [2], [2], [5], [-],
[1], nooit [1], nooit [4], nooit [3], nooit [2], nooit
Ix Ix Ix Ix Ix
[3], [-], [3], [8], [6],
[ 5], nooit [ 1], nooit
werk school stad social anders
>4x [ 6], 2x-3x >4x [ 8], 2x- 3x [-], 2x-3x >4x >4x [1], 2x-3x [2], 2x-3x >4x
werk school stad social anders
>4x [11], 2x-3x [8], Ix [1],
4x [-], 2x-3x [-], Ix [-], 4x [-], 2x-3x [-], Ix [-], 4x [-], 2x-3x [-], Ix [-], 4x
gering gebruik? [ 2], ga niet vaak ga niet vaak [10], [ 2], ga niet vaak
[11], voetganger
[10], Oud-Beijerland [3], Heinenoord [2] [27], Rhoon [10], rest
Gebruiksfrequentie per reismotief? STR: werk >4x [16], 2x-3x [3], school >4x [24], 2x-3x [1], stad >4x [1], 2x-3x [3], social >4x [1], 2x-3x [7], anders >4x [-], 2x-3x [3],
LBW:
6.
[87], bromfiets
Plaats van be stemming? Rotterdam [32], STR:
TEL:
5.
[8]
Gebruikelijke vervoerswijze? STR: fiets [43], bromfiets [13] TEL: landbouwvoertuig [9], fiets LBW: landbouwvoertuig [20]
TEL: LBW:
Put[6],
[3], [1], [5], [3], [3],
[5],
[33] [26] [45] [39] [ 1]
[41], nooit [ [ [ [ [
[ 3] [29] [28] [26] [28]
[19], nooit
6], -], 1], 2], 1],
nooit nooit nooit nooit nooit
[ 2], bus
[-], pont
[-], anders
auto auto
[41], bus [ 4], bus
[9], pont [-], pont
[3], anders [-], anders
week-end/vakanties? regelmatig [18], soms regelmatig [14], soms [ 9], soms regelmatig
[16] [68] [ 7]
Gebruiksfrequentie STR: nee [37], TEL: nee [85], LBW: nee [ 8],
's avonds regelmatig regelmatig regelmatig
[10] [11] [ 5]
[ 9], [ 4], [16],
soms soms soms
[3],
[16]
auto
Gebruiksfrequentie STR: nee [22], TEL: nee [18], LBW: nee [13],
Mijnsheerenland
[82] [89] [68] [68] [39]
[23], nooit
[2]
[ 1] [26] [ 4]
~
D TVconsultants
8.
Oordeel over enkele kenmerken van de huidige STR: breedte goed [14], voId [14], hellingshoek goed [18], voId [19], verlichting goed [31], voId [13], wegdek goed [ 9], voId [11], overzicht goed [24], voId [18], TEL:
LBW:
9.
10.
breedte hellingshoek verlichting wegdek overzicht
goed goed goed goed goed
breedte hellingshoek verlichting wegdek overzicht
goed goed goed goed goed
Last/hinder STR: nee TEL: nee LBW: nee
langzaamverkeerstrook? onvold [21], slecht [ 7] onvold [12], slecht [ 7] onvold [ 8], slecht [ 4] onvold [15], slecht [21] onvold [10], slecht [ 4]
[34],
voId
[25],
onvold
[14], [37], [41], [47],
voId voId voId voId
[27], [43], [30], [36],
onvold onvold
onvold onvold
[ 1], voId [ 4], voId
[ 6], onvold [22], onvold
[19], voId
[10], voId
[ 9], onvold [ 9], onvold
[15], voId
[10],
onvold
[22], slecht [19] [32], slecht [26] [11], slecht [ 5] [17], slecht [10] [ 9], slecht [ 6] [17], slecht [ [ 3], slecht [ [ 1], slecht [ [ 4], slecht [ [ 2], slecht [
van andere verkeersdeelnemers? [ 8], ja [48] [43], ja [57] [13], ja [16]
Last/hinder waarvan? STR: geluid/lawaai rommel op wegdek stank/uitlaatgassen verkeersonveiligheid wind/tocht
spontaan spontaan spontaan spontaan spontaan
[3] [1] [4] [36] [ -]
geholpen geholpen geholpen geholpen geholpen
[18] [27] [27] [12] [24]
TEL:
geluid/lawaai rommel op wegdek stank/uitlaatgassen verkeersonveiligheid wind/tocht
spontaan spontaan spontaan spontaan spontaan
[10] [2] [4] [45] [5]
geholpen geholpen geholpen geholpen geholpen
[33] [14] [41] [12] [32]
LBW:
geluid/lawaai rommel op wegdek stank/uitlaatgassen verkeersonveiligheid wind/tocht
spontaan spontaan spontaan
[ -] [ -] [ -] [16] [ -]
geholpen geholpen geholpen geholpen geholpen
[ [ [ [ [
spontaan
spontaan
11. Langzaamverkeerstrook eng/onveilig? STR: nee [45], ja [11] TEL: nee [59], ja [41] LBW: nee [21], ja [ 8] 12. Welk deel van STR: route TEL: route LBW: route
de route is eng/onveilig? naar tunnel [2], toegang naar tunnel [7], toegang naar tunnel [-], toegang
13. Wat is zo eng/onveilig? STR: landbouw voertuigen vluchtweg [1], zicht landbouw voertuigen TEL: vluchtweg [1], zicht landbouw voertuigen LBW: vluchtweg [-], zicht
[ 7], [2], [17], [8], [ -], [1],
-] 2] 1] -] -]
Wanneer? vooral verkeersonveiligheid vooral verkeersonveiligheid vooral verkeersonveiligheid
tot tot tot
tunnel tunnel tunnel
[1], tunnel [6], tunnel [-], tunnel
donker [3], verlaten overig [3] donker [4], verlaten overig [21] donker [-], verlaten overig [6]
1 [1], 3 [1],4
[1], 5 [8],6
[9],7
[6],8
bedoeld bedoeld bedoeld
zelf zelf zelf
[ 7] [27] [ 8]
[-], geen toezicht
[-], geen
[3], geen toezicht
[3], geen
[-], geen toezicht
[-], geen
14. Rapportcijfer huidige langzaamverkeerstrook? STR: 1 [1], 3 [1], 4 [4], 5 [ 9], 6 [15], 7 [20], 8 [6] TEL: 1 [1], 3 [3], 4 [5], 5 [19], 6 [35], 7 [35], 8 [2]
LBW:
5] -] -] 6] 2]
[3]
gemid: gemid: gemid:
6,1 6,0 5,8
15. Roltrappen Maastunnel wel eens gebruikt? STR: ja [29], nee [27] TEL: ja [81], nee [19]
41
DTVconsultants . l6.
l7.
l8.
19.
Roltrappen
gemakkelijk?
STR:
ja [25],
TEL:
ja
nee [24],
geen mening
[7]
[46], nee
[47], geen
mening
[6]
Roltrappen gevaarlijk? STR: ja [l9], nee TEL: ja [42], nee
[32], geen [49], geen
mening mening
[5] [8]
Roltrappen eng? STR: ja [13], nee TEL: ja [3l], nee
[39], geen [64], geen
mening mening
[4] [4]
Stoppen/afstappen vervelend? STR: ja [24], nee [3l], geen TEL: ja [28], nee [66], geen
mening mening
[l] [5]
20. Gebruiksfrequentie bij verplicht gebruik roltrappen? STR: vaker [ 5], even vaak [42], minder vaak [ 8] TEL: vaker [lO], even vaak [70], minder vaak [l6] 2l.
22.
23.
Rapportcijfer voor huidige oplossing voorzien van roltrappen? STR: l [-], 2 [1], 3 [3], 4 [4], 5 [ 6], 6 [l2], 7 [ 9], 8 gemid: 6,5 TEL: 1 [3], 2 [2], 3 [2], 4 [8], 5 [U], 6 [l2], 7 [32], 8 gemid: 6,3 Indeling STR: TEL: LBW:
twee aparte buizen? buis per categorie [39], buis buis per categorie [7l], buis buis per categorie [l9], buis
Voorkeur STR: TEL: LBW:
voor enkele of dubbele buis? een buis [5], twee buizen [50], geen voorkeur een buis [l4], twee buizen [75], geen voorkeur [ 3], twee buizen [24], geen voorkeur een buis
24. Is huidige STR: ja TEL: ja LBW: ja ...
Geslacht? STR: man TEL: man LBW: man
lokatie gunstig? [42], nee [H] [89], nee [ll] [26], nee [ 3]
[38], vrouw
[l8]
[52], vrouw
[48]
[28], vrouw
[ 1]
per per per
richting richting richting
Zo niet, waar dan? meer west [7], meer meer west [3], meer meer west [2], meer ... tot tot tot
leeftijd? l8j [32], l8j [ 7], l8j [ l],
18-50 l8-50 18-50
[l4], geen [27], geen [ 8], geen
[l2],
9
[4], 10
[4]
[23],
9
[2], 10
[l]
voorkeur voorkeur voorkeur
[3] [2] [2]
[1] [ll] [ 2]
oost oost oost
[22], [72], [22],
[5] [l] [-]
ouder ouder ouder
[ 2] [2l] [ 6]
42
DTVconsultants
BIJLAGE 4
ROUTEKEURINGSMETHODE
ENFB (VERSIE
3.1 H)
Vragen over sociale veiligheid (niet voor tunnels) a.
Zijn fietsers goed zichtbaar vanuit de omgeving? Het gaat erom of de fietser zichtbaar is wanneer hemjhaar iets overkomt. Dit is te controleren door na te gaan na te gaan of een voetpad, woningen of bedrijven goed te zien zijn (maximale aftrek 1,5 punten).
b.
Is er overdag voldoende sociale controle? Sociale controle wordt hier opgevat als 'informeel toezicht'. Mensen in de omgeving moeten zich dan verantwoordelijk voelen en anderen zijn zich daarvan bewust. De vraag heeft alleen betrekking op de aanwezigheid van andere mensen (maximale aftrek 5 punten).
c.
Is er straatverlichting aanwezig? Er wordt onderscheid gemaakt tussen verlichting langs het hele wegvak, hier en daar verlichting op onoverzichtelijke punten en geen verlichting (maximale aftrek 2 punten).
d.
Zijn er binnen 5 meter van de weg of het fietspad schuilplaatsen voor mensen met kwade bedoelingen? Ais het een wegvak binnen de bebouwde kom is en het antwoord op de vraag naar de sociale controle is 'voldoende mensen', dan wordt de vraag naar de aanwezigheid van schuilplaatsen niet gesteld (maxima Ie aftrek 2,5 punt).
e.
Zijn er vluchtwegen voor fietsers? Er is sprake van overzichtelijke vluchtwegen wanneer de fietser overzicht heeft over het verloop van de route, kan zien waar zijwegen zijn en of deze al dan niet doodlopen (maximale aftrek 2,5 punt).
Vraaen over sociale veiliaheid voor tunnels Deelaspect verlichting
a.
Is het einde van de tunnel bij het inrijden van de tunnel zichtbaar (maximale aftrek 3 punten)?
b.
Hoe lang is het ondergrondse deel van de tunnel (maximale aftrek 1 punt)?
c.
Is er verlichting in de tunnel en brandt deze overdag (maximale aftrek 6 punten)?
Deelaspect opsluiting d.
Is de verhouding breedtejhoogte kleiner dan 1,5? Deze vraag is alleen van toepassing op fietstunnels en tunnels met een fietspad, dat door een wand of een hek gescheiden is van de rijbaan (maximale aftrek 3 punten).
43
DTVconsultants
e.
Is de tunnel minder dan 2,5 meter hoog. Deze vraag is alleen van toepassing op fietstunnels en tunnels met een fietspad, dat door een wand of een hek gescheiden is van de rijbaan (maximale aftrek 4 punten).
f.
Is de tunnellanger dan 10 meter? Deze vraag is alleen van toe passing op fietstunnels en tunnels met een fietspad, dat door een wand of een hek gescheiden is van de rijbaan (maximale aftrek 1 punt).
Deelaspect overzichtelijkheid g.
Ligt de tunnel ge'isoleerd? Het gaat hier om de vraag of er woningen, winkels en dergelijke in de buurt van de tunnel zijn, die zichtbaar zijn wanneer je onder of vlak bij de tunnel bent (maximale aftrek 2 punten).
h.
Zijn er mogelijke schuilplaatsen voor mensen met kwade bedoelingen in of bij de uitgangen van de tunnel (maximale aftrek 2 punten)?
i.
Is er een bocht in de tunnel (maximale aftrek 2 punten)?
Berekenina van het oordeel voor sociale veiliaheid
.
Voor een wegvak of een tunnel: rapportcijfer sociale veiligheid = 10 minus (to18le aftrek route-onderdeel) totale aftrek route-onderdeel = (aftrek deelaspect verlichting * 0,5) + (aftrek deelaspect opsluiting * 0,3) + (aftrek deelaspect sociale controle * 0,5) + (aftrek deelaspect overzichtelijkheid * 0,5)
.
Voor een route: totale aftrek route
=
lengte route-onderdeel1 * (totale aftrek route-onderdeeI1)2 + lengte route-onderdeel2 * (totale aftrek route-onderdeeI2)2 + lengte route-onderdeelN * (totale aftrek route-onderdeeIN)2
rapportcijfer sociale veiligheid voor een route = 10 minus (totale aftrek route / totale lengte route
* 9)
Toelichting: De aanwezigheid van een sociaal onveilig route-onderdeel moet van grote invloed op de score voor de gehele route. Het feit dat een iemand die ene sociaal onveilige verbinding moet passeren kan immers een reden zijn om een andere route te kiezen of om de fiets niet te gebruiken. Daarom wordt voor de berekening van de score voor de totale route het kwadraat van de aftrek genomen.
44
D
-
BIJLAGE 5
ROUTEKEURINGSMETHODE
TVconsultants
NADER UITGEWERKT
De rautekeuringsmethode van de Fietsersbond enfb is nader uitgewerkt voor de sociale veiligheid nabij de Heinenoordtunnel.
Deelaspect sociale contrale a-
Zijn er woningen op de begane grond aanwezig? Onderscheid wordt gemaakt tussen (vrijwel) aaneengesloten vrijstaande woningen, enkele woningen (boerderijen) en geen of nauwelijks woonbebouwing op de begane grond (maximale aftrek 7 punten).
b.
Indien woningen op begane grond aanwezig zijn: Kunnen fietsers in de woonkamers of keukens kijken (maximale aftrek 2 punten)?
c.
Hoe graot is de kans dat er 's avonds een voetganger, fietser of langzaam rijdende auto voorbij komt (maximale aftrek 7 punten)?
d-
Hoe groot is de kans dat er 's avond een snelrijdende auto voorbij komt? De aanwezigheid van een snelweg komt in deze vraag tot uitdrukking (maximale aftrek 7 punten).
Deelaspect verlichting a.
Is er verlichting aanwezig? Onderscheid wordt gemaakt tussen verlichting langs het gehele wegvak, op een parallellopende (auto)-weg, op onoverzichtelijke punten en geen verlichting (maximale aftrek 3 punten).
Deelaspect fysieke omgeving a.
Wat is het karakter van het landschap? Onderscheid wordt gemaakt tussen volledig open (weiland), half open (coulisse landschap), volledig gesloten (bos) en tunnel (maximale aftrek 2 punten).
b.
Zijn er binnen 5 meter van de weg of het fietspad schuilplaatsen voor mensen met kwade bedoelingen (maximale aftrek 2 punten)?
c.
Hoevaak wordt het zicht van de fietser op het vervolg van de route beperkt door bijvoorbeeld bochten (maximale aftrek 3 punten)?
d.
Zijn er barrieres langs de weg, bijvoorbeeld sloten of muren (maximale aftrek 1 punt)?
45
DTVconsultants
Berekening van het oordeel voor sociale veiligheid:
.
Voor route-onderdelen Voor de aftrek voor het deelaspect sociale controle is de vraag met de minste aftrek bepalend. Is er bijvoorbeeld sprake van aaneengesloten woonbebouwing op de begane grond en is het mogelijk om bij meer dan de helft van de woningen in de woonkamer of keuken te kijken, dan is de aftrek voor het deelaspect sociale controle 0, ongeacht de kans op het voorbijkomen van voetgangers, fietsers of auto's. De aftrek voor het deelaspect verlichting wordt bij de aftrek voor het deelaspect sociale controle opgeteld. Wanneer de aftrek voor de deelaspecten sociale controle + verlichting lager is dan 3, wordt het deelaspect fysieke omgeving buiten beschouwing gelaten. Omdat het hier gaat om een landelijk gebied met enkele kleine kernen, is dit verantwoord. Voor stedelijk gebied kan het wel wenselijk zijn om de keuring te verfijnen voor situaties waarin de sociale controle en de verlichting voldoende zijn. Is de aftrek voor sociale controle + verlichting groter dan 2,9 dan wordt de aftrek voor het deelaspect fysieke omgeving hierbij opgeteld.
.
Voor een route De beoordeling van de sociale veiligheid van een totale route wordt op dezelfde wijze berekend als beschreven in bijlage 4.
46
DTVconsultants
BIJLAGE 6
OVERZICHT GEKEURDE
WEGVAKKEN
tAIl w'IZ
wi "I]
Wi.
INti WIC
IA/"Iq
w'4~
""""""""'..
tAl..,>
,""""""""""""""""""
W,
..~ ..::::.
'01"""""'" "011 0"""""""",-
,..
,-,.,.. '01"""""""", OIl.................. 011""""""""" ,.
"01".."
"""01"""""""" "'01""""""""'"
,-.-;.-,.......................... ,;-; ,...,-;, """""""
011""""""""", OIl............ 01""""""""
' "",-.-,-"-,-"",-""""",,,,""""""," ...,.-01, ; ,"""""""" , , """''''..... .,.",,,,,,,,,,,,,,,.
01"""""".'-""""""""""""'" io.o ;-"""""""-.,-"""""""""""",, i-i""""'-.i
...
"...!_._i,-""".,."
,-"-,-."",-."""""""""""""
"""""""
W32 W"1S-
;;.;. ti/34
... BlaaksediJk
v.!>f
wig
47
DTVconsult:ants
Overzlcht
van
gekeurde
straatnaa.
vi
Kilweq van fletspad Barendrecht tot A29 v10 van achterzeedOk tot tunne 1 opt Ie B vrl jgetraceerdpad van aanvang jk boaen tot Achterzeedl vrl jgetraceerd pad van Kilweg tot aanvang boaen over de tunnel van zuld-westzljde tot zuld-oostzljde parallel 6an A29 van tunnel opt!e A tot Slnk.e dljk ooste tnde van brug tot opvang f
van.
tot
'Ill '112 '114 '115 vl7 vl8 vl9 '12 v20
.,26a v26b
.,27 v28 '129 '130 v32
.,34 v35 v36 v37 v38 v39 v40a
v44 v45
opt ie A of
,,9
naar recreatle van elnd f ietspad tot x
w40e w41 v41b
***
wegvak aet geaengd prof lei vegvak .et flet.pad
0.8
vegvak
.e t f te tspad
0.3
vegvak
aet
fletspad
0.5
wegvak prof tel
aet
geaengd
1.0
vegvak prof lei wegvak prof lei wegvak proflel wegvak prof tel wegvak
.. t
geaengd
.. t ge.. ngd
ro.elnseweg van wlntersweg tot -e t aChterweg .. t ro.e inseweg van achterveg tot n217 .. t 005 tz 1 j de A29 van K11veg tot tunne I opt Ie A opvang blj n217 van roaelnseveg wegvak ae t (rlehtln tot n217 .et Blaakseveg van Blaaksedljk OOlt vegvak proflel tot bbk-grens vegvak aet bbk-Cjrens van Blaakseweg tot prof leI n217 vegvak .et ooste Inde van opvang f letapad tot reedl jk vegvak ae t parallelweg reedljk van 0211 proflel tot blaaksedl jk-vest vegvak aet blaaksedljk-vest van reedUk proUe I tot aollekade vegvak aet fletspad verhard van tunnel opt1e A tot boonsveg/optle B vegvak .et 800nsve9 van 8u I tengorzedl jk proflel tot Gorzeveg vegvak aet Boonsveg van Gorzeveg tot 8laaksedjk-oost gorzeveq van aollekede tot "egYAk .et prof leI boonaveg 81aakaedljk oost van Boonaeveg weg"ak aet proflel tot Bl..akaeveg prov. "eg 47 van aljnsheeren}and".gvak aet tot aehterveg proy. "eg 47 van achterveg wegvak .et tot platte reedljk vegvak aet parallelveg prov.veg van platte prof tel reedljk tot n217 jk oost vegvak a.t aollekade van blaaksedl prof tel tot bbk cyrens bbk grens van aollekade tot gorzeveq aol1ekade van gorzeweg tot beg in f le'tspad aollekade van .ollekade tot verhard foetspad aollekade f ietpad van begin fletspad tot tunnel optle A I an9s de a29 van helnenoordtunnel tot blnksedljk langs de a29 van Jet lweg tot Tunnel optle 0 tunneloptle 0 van v43 tot v42
w40b
v43
lengte
-
'110
v42
we9vakken
type
code
Total
***
opt Ie B van
tot
0.1
1.5 0.4
geaengd
0.8
geaengd
0.4
f letspad
0.7
fie tspad
0.0
geaengd
0.3
geaengd
0.4
fletspad
0.0
ge .engd
0.4
geaengd
0.8
f letspad
1.2
geaengd
0.7
f letsped
0.9
geaengd
0.8
geaengd
0.8
fletapad
\.0
fletspad
0.4
geaengd
0.5
ge.engd
0.4
vegvak proflel wegvak prof lei "egvak proflel vegvak
ae t geaengd
0.8
aet
geaengd
0.4
aet
geaengd
0.3
.et
f letspad
0.3
wegvak proflel
ae t ge aengd
\.6
vegvak aet prof Ie I tunne 1 ae t prof tel tunne 1 ae t proflel vegvak aet prof lei
ge.e ngd
0.6
geaengd
1.2
ge.engd
1.2
ge.engd
0.1 21.4
48
D TVconsultants BIJLAGE 7
KEURINGSRESULTATEN
PER WEGVAK
Beoordeling SOCIALE VEILIGHEID per route-onderdeel: Scores van de route-onderdelen vo191:n5 de nader ultgeverkte .ethode. Tevens Is aangf:gf:ven In welke .ate een wegvak' bljdraagt aan de totaalSCDres van de optles code
wi vl0 wl1 w 12 vl4 vl5 w17 wl8 wl9 ",2 .,26a w26b w28 w29 w30 w32 w34 w35 .,36 .,37 w38 w39 .,40a w40b w40c w41b \142 "43 "44 w45 .,9 Total ***
aftrek soc. con tr.
aftrek verl1chtlng
aftrek fysleke oagev log
3.0 4.0 7.0 7.0 7.0 4.0 3.0 5.0 3.0 4.0 1.0 5.0 3.0 1.0 7.0 7.0 2.0 5.0 1.0 3.0 3.0 1.0 0.0 1.0 1.0 7.0 4.0 4.0 4.0 7.0 4.0
3.0 1.5 3.0 3.0 3.0 1.0 1.5 3.0 3.0 1.0 0.0 3.0 0.0 0.0 3.0 3.0 0.0 3.0 0.0 3.0 3.0 1.5 0.0 0.0 0.0 1.5 1.0 1.0 1.0 0.0 1.5
0.5 1.0 3.0 0.5 5.0 0.5 2.0 2.0 1.0 0.5 0.0 4.0 0.0 0.0 6.0 0.0 0.0 3.0 0.0 0.5 1.5 0.0 0.0 0.0 0.0 0.5 1.0 1.0 3.0 3.0 1.0
wi v10 wl1 wl2 ,,14 wl5 w17 v18 wl9 w2 w20 ,,26& w26b w27 w28 "29 w30 w32 w34 w35 w36 w37 w38 w39 ,,40a w40b v40c .,41 v41b "42 ,,43 ,,44 w45 v<J
7 7 13 10 15 6 7 10 7 6 I 12 3 I 16 10 2 II I 7 8 3 0 I I 9 6 6 8 10 7
*x*
aandee 1 In opt teO
aaodee 1 In optleA
aaodee 1 in opt t e B
12 0 0 0 12 0 3 4 1 0 0 3 0 0 16 0 0 0 0 2 1 0 0 0 0 0 12 7 25 0 0
11 0 0 0 12 4 1 4 I 6 0 3 0 0 15 0 0 0 0 2 I 0 0 0 0 3 0 0 0 37 0
0 1 13 11 10 0 1 4 I 0 0 2 0 0 13 II I 0 0 2 I 0 0 0 0 0 0 0 0 30 0
100
Beoordeling VERKEERSVEILIGHEID code
totale aftrek
aftrek yoor verkeers.elligheid 5.1 2.8 5.6 5.6 3.7 0.0 6.7 8.9 7.3 1.7 2.1 4.6 8.2 2.6 0.0 7.7 5.0 5.1 3.9 5.1 13.0 2.6 2.9 5.4 5.9 5.2 5.2 7.0 5.6 0.0 0.0 0.9 0.0 2.0
100
100
en DOORSTROMINGjCOMFORT
per route-onderdeel:
aftrek voor doorstro.lng en co. fort 6.4 4.8 7.4 8.6 3.4 2.0 6.7 10.2 8.7 3.4 4.1 1.9 8.2 3.0 1.6 6.9 6.4 6.4 7.4 6.4 12.2 4. I 6.6 4.2 5.9 4.6 4.6 9.7 9.6 2.0 1.0 3.8 2.0 4.0
49
D TVconsultants
BIJLAGE 8
SOCIALE ONVEILIGHEID PER WEGVAK
...................................... """"""""""'"'''' .............................................
...,...:::.::::::::::::::::::::::,;,:~:::::::::::::::::
~
....................................... ....................................... :::::::::::::::::::::::::::::::::::::::
~
" .. .. ...
..
...
~
'"
"""
..
....... ...
t~~;; '"
....
-DHid
10 punten
= bebouwinglwater
De diktp van de lijnen geeft de mate van sociale onveiligheid aan. Hoe dikker de lijn, hoe groter de sociale onveiligheid van het wegvak.
50
D
BIJLAGE 9
TVconsultants
SOCIALE ONVEILIGHEID PER TUNNELLOKATIE
Optie 0: routes naar huidigelangzaamverkeerstrook
:;::::::::.
~.................. ::::::::::::::::::::::. ' """"'"
,. ...,;-,
................................................................................ '''''-''''''''''''''''''
,""""""""""
I::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::.
,."'0"""""""'" "'''''''''''''''' ""'0'''''''''< ","""""""'"
..
I:::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::... ................................................................... ............................................................... ""'L""::::::::::::::::::::::::::::::::"""
-
....
::::::::::::::::::::::
Blaaksedijk
"..............
""""""""''''''
""""""""""""""''''
i """-i
"""""""",
.... ....
....
""''''''''''''''''''''''''''''
"'""---
-=-
""........... """"""""""
.................... ...................
"
10 punten bebouwing/Water
""'''''''''''''''' """"........... """""""'"
""""";-",.,-;~."""""""",,.,
De dUde van de lijnen geeft de mate van sociale onveiligheid aan. Hoe dikker de lijn, hoe grater de sociale onveiligheid van het wegvak. 51
DTVconsultants
Optie A: routes naar voorkeurlokatie
~"
langzaamverkeertunnel
;.
";-;7:":";0;-;-;";.......
....................
'"'''''''''''' "
,......
"illl/!/ill!I/> "'''H'''"""",,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,
-
""""""""""""""""
...
''''''''''
............... """"""'" '0'""""
BI~aksedijk
.::: ::::~~~~:;jjiijjiU!!!!.
HHiiHH::::::::::::::::::::
"
_~. -i~-= :::::::::::::;::::::::::::::::::::::::::::::::
~~ ::;!;i!.iii..H8.>
~:::::::::
':;::::T!H:.iT::.~
.......................... """'0""""""."""
.
~::::::::::::::::::-;.:-:= """""'....-...........
De
Hoe
dikte
van
1
a puntan
..........................
de lijnen geeft de
dikker de lijn,hoe
grater de
mate
van
sociale
bebouwinglwater
sociale onveiligheid
onveiligheid
van
aan.
het wegvak.
52
DTVconsultants
Optie B: routes naar voormalige Barendrechts brug
,..,... """"" i
,"""
,..
"
,.,
,
~..........
..."............
,.......
i.'
-
".. ''''0'''''''''''""" , ".. ,............... """"""""""".
...00:: ::: :::::::::::::::::::::::::: """"""""""""""""'"
,...,............................... , , "''' """""""""",,,,""""""' """""""""""""'''''''''''''''''''''''''''''' """""'-'_."""""""'"~'-'''''''''''''''''.
,
,..... ,
I!;+;
--
10 puntan
,................. ,................. ,................. """"".-
,......
'."''''
:"':-
,................
-
" bebouwinglwater
De dikte van de lijnen geeft de mate van sociale onveiligheid aan. Hoe dikker de lijn, hoe grater de sociale onveiligheid van het wegvak.
53
.,
D TVconsultants BIJLAGE 10
RESULT A TEN VERKEERSTELLING
RICHTING ROTTERDAM
Dinsdag 9 maart 1994 fiets
bromfiets landbouw snorfiets verkeer
RICHTING HEINENOORD
voetganger
fiets
bromfiets landbouw snorfiets verkeer
voetganger
7.00h - 8.00h
57
27
a
a
1
7
5
a
8.00h - 9.00h
17
15
1
2
1
2
2
a
9.00h - 10.00h
4
a
1
3
a
1
1
a
10.00h - 11.00h
4
3
1
a
a
a
2
2
11.00h - 12.00h
1
2
5
a
1
a
3
a
12.00h - 13.00h
2
1
a
1
5
3
a
a
13.00h - 14.00h
3
3
3
1
24
5
a
a
14.00h - 15.00h
1
1
2
1
19
8
a
a
15.00h - 16.00h
5
9
2
a
20
17
2
a
16.00h - 17.00h
12
6
5
a
20
15
5
a
17.00h - 18.00h
6
2
1
a
27
9
4
1
112
69
21
8
118
67
24
3
TOTAAL
In de ochtendspits van september 1986 werden in het drukste uur ongeveer 260 fietsers geteld nu slechts 57 (22%) in de richting van Rotterdam, 90 brom(snor-)fietsers (nu 27 = 30%). In de periode augustus/september 1986 werden dagelijks tussen 30 en 140 landbouwvoertuigen geteld (in beide richtingen).
54
D
TVconsultants
,
BIJLAGE 11
SCHOOLBEZOEK LEERLINGEN BINNENMAAS
Herkomst Heinenoord
Westmaas
Mijnsheerenland
Maasdam
Puttershoek
10 9 3 5 3
2 2
1
1
2
1 7
9
3 14 6 10 5 8 3 3 2 3 1 6
9 21 32 17 18
2
32 3 2 5 4 20 3 6 2 5 2 16
3 13
56 49 43 38 31 28 15 13 12 8 7 51
41
18
100
64
128
351
Heinenoord
Westmaas
Mijnsheerenland
Maasdam
Puttershoek
totaal
27
-
-
12 1 1
14
-
4 1
2
28 2 1
85 4 4
27
5
14
16
31
93
totaal
Scholen Rotterdam S,G. Johannes Calvijn S.G. Plancius S.G. Sint Monfort Guide de Bres Zuiderpark College Erasmiaans Gymnasim De Meerpaal Montessori Lyceum Mercator College Rotterdams Lyceum 't Bolwerk Overig (28 scholen) Totaal
1 1
6 4 5
Herkomst
Scholen Barendrecht Carnisse College S.G. De Gaarde De Wijngaard Totaal
55