INHOUD OPERATIONEEL ONTRUIMINGSPLAN GORLAEUS LABORATORIA VersieWEB: 5
1.
Algemene gegevens
2.
Alarmering intern
3.
Taken coördinator en ploegleider BHV Taken bedrijfshulpverleners (BHV) Taken receptie
4.
Wijze van ontruiming Verzamelplaats van de horizontale ontruiming Verzamelplaats van de verticale ontruiming Verzamelplaats bij gehele ontruiming
5.
Alarmlijst
6.
Implementatie instructies en procedures
1 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
OPERATIONEEL ONTRUIMINGSPLAN
1.
Algemene gegevens Naam object: Objectnr- Brandweer: Adres: Gemeente:
Gorlaeus Laboratoria 3307 Einsteinweg 55 Leiden
Aantal aanwezigen overdag: 600-800 Aantal aanwezigen avonduren: 10-50 Het ontruimingsplan en calamiteitenplan is aanwezig in de receptie. 2.
Alarmering intern Het piepersysteem werkt als stuurfunctie van de brandmeldinstallatie. In geval van brand geeft de pieper een akoestisch signaal.
3.
Taken coördinator / ploegleider BHV a. Toetst en past de algemene meldprocedure bij calamiteiten toe; b. Roept bij grotere calamiteiten het crisisteam bij elkaar.
Taken bedrijfshulpverleners a. gaan naar de plaats van de calamiteit; b. afhankelijk van de aard van de calamiteit gaan div. procedures van start.
Taken receptie a. Waarschuwt na een brandmelding de BHV; b. Waarschuwt na een ongevalmelding de EHBO; c. Verwijst externe hulpdiensten naar de plaats van de calamiteit; d. Waarschuwt de Regionale Alarmcentrale (RAC); e. Blokkeert inkomende gesprekken; f. Laat tot nader order geen bezoekers meer toe tot het gebouw; g. Zet indien nodig het ontruimingssignaal in werking; h. Blijft ter plaatse tot nader order van de BHV.
2 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
4. Wijze van ontruiming - Ontruimen geschiedt in opdracht van de ploegleider BHV. Het ontruimen geschiedt in drie fasen: - Ontruimen geschiedt in overleg met de brandweer; FASE 1: Horizontaal ontruimen ( minimaal één verdieping). FASE 2: Verticaal ontruimen (verdiepingen boven en onder de brand). FASE 3: Geheel ontruimen (gebouw of meerdere gebouwen). Verzamelplek van de horizontale en de verticale ontruiming Bij een ontruiming worden de bezoekers en overig personeel naar het Restaurant gebracht. Verzamelplek bij gehele ontruiming Bij geheel ontruimen is het verzamelpunt de centrale hal bij de hoofdingang. Op de verzamelplek wordt door de ploegleider van de BHV het appèl gehouden. # Vermissing van personen wordt aan de bevelvoerder van de brandweer doorgegeven. 5.
A L A R M L I J S T 2005
Instelling: Gorlaeus Laboratoria
Objectnr-Brandweer: 3307
ADRES: Einsteinweg 55
AMD: 4312/4333/4662/5760
Aantal aanwezigen OVERDAG: Aantal aanwezigen AVOND:
600-800 10-50
Automatische Brandmeldinstallatie in receptie Na 17.00 uur directe doormelding: - Brandweer Hollands Midden
WAARSCHUWEN BIJ BRAND ANDERE CALAMITEITEN buiten werktijd Storingsdienst TD Storingsdienst CD
3 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
6.
Implementatie van instructies en procedures
Bijlage 1 ONTRUIMINGSPLAN Bijlage 2 ORGANISATIE - gebouwbezetting: bekend bij BHV, bestuur - verantwoordelijkheden: zo nodig opnemen in functiebeschrijvingen - BHV: aanpassen aan gebouwbezetting en moeilijkheidsfactor Bijlage 3 PREPERATIE -
meld- en alarmprocedures: bekend bij BHV /EHBO /Receptie portofoonprocedure, ontruimingsprocedure: bekend bij BHV procedure bij calamiteiten: (BHV) bommelding: bekend bij receptie, ploegleider en coörd. BHV formulier ontvangen bommelding: aanwezig bij receptie taken coördinator en ploegleider BHV, AMD taken & instructie receptie: medewerkers receptie taken BHV: ploegleider BHV, alle BHV-ers
Bijlage 4 PREVENTIE MAATREGELEN & VOORZIENINGEN - algemene veiligheidsinstructies: medewerkers (veiligheidsreglement) - risico & brandgevaarlijke werkzaamheden: coördinator TD/ Vastgoed - locatie afsluiters en schakelaars: coördinator/ medewerkers TD - aan alarmsignaal gekoppelde voorzieningen: coördinator TD - brandmeldinstallatie: coördinator/ medewerkers TD - risicoruimten: alle BHV-ers
4 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN MET OVERIGE INFORMATIE 1. ONTRUIMINGSPLAN
pagina 6,7
2. ORGANISATIE 2.1 Gebouwbezetting 2.2 Organisatiestructuur en Samenstelling BHV 2.3 Verantwoordelijkheden
8 9 10
3. PREPERATIE (Alarmering, melding en communicatie) 3.1 Algemene alarm- en meldprocedures bij calamiteiten 3.2 Calamiteitenprocedure voor ploegleider 3.3 Ontruimingsprocedure 3.4 Portofoonprocedure 3.5 Bommeldingprocedure 3.5a Formulier ontvangen bommelding 3.6 Taken receptie 3.7 Taken coördinator en ploegleider BHV 3.8 Taken BHV
11 14 15,16 17 17 18 19,20 21 22
4. PREVENTIEVE MAATREGELEN & VOORZIENINGEN 4.1 Algemene veiligheidsinstructies 4.2 Locatie afsluiters en schakelaars 4.3 Aan alarmsignaal gekoppelde voorzieningen 4.4 Risico & Brandgevaarlijke werkzaamheden 4.5 Brandmeldcentrale (BMC)
5. Plattegronden
5 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
23 23 24 24 25
1.
HET ONTRUIMINGSPLAN
Ondanks de aanwezige voorzieningen in een universitair gebouw is een calamiteit nooit helemaal te voorkomen. Als gevolg van een calamiteit (brand, rook, wateroverlast, bommelding) kan het noodzakelijk zijn dat de aanwezigen het gebouw zo snel mogelijk verlaten. Het ontruimingsplan en calamiteitenplan is daarvoor een handleiding. Deze plannen zijn dus voor de bedrijfshulpverlening onontbeerlijk. Het kunnen ontruimen van een gebouw door de bedrijfshulpverlening is verplicht gesteld in de Arbowet. De bedoeling is dat de BHV met enige regelmaat aspecten uit het ontruimingsplan opneemt in de BHV oefeningen. In het ontruimingsplan zijn de procedures vastgelegd die binnen de Gorlaeus Laboratoria gevolgd moeten worden in geval van calamiteit, brand en eventuele ontruiming. In het calamiteitenplan staat een overzicht van de plaatsen waarbij een eventuele calamiteit mogelijk “gevaar” te verwachten is. Dit plan is opgesteld op basis van de vergunningen van de wet milieubeheer (Wm) en de wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). De organisatie van de bedrijfshulpverlening is vastgelegd in de universitaire regeling Bedrijfshulpverlening en verder beschreven in de regeling repressieve risicobeheersing in noodsituaties en calamiteiten binnen de faculteit W&N. De verantwoording voor de inhoud van dit plan berust bij het faculteitsbestuur (W&N). Het ontruimingsplan en calamiteitenplan ligt ter inzage bij de Arbo en Milieudienst (AMD) en de Receptie en bij de BHV en EHBO. Elementen van de plannen Regelmatig wordt door het voorkomen van brand in bedrijven en instellingen aangetoond dat, naast het nemen van brandpreventieve maatregelen, een effectief ontruimingsplan en calamiteitenplan noodzakelijk is. Deze plannen zijn een informatiebron voor degene van wie bij brand of andere calamiteit het nemen van actie en eventuele maatregelen verwacht wordt. Door kennis te nemen van deze plannen ontstaat een 'helicopterview' omtrent alle organisatorische aspecten en vervolgens zijn deze plannen een leidraad voor de in de organisatie te treffen maatregelen. In het ontruimingsplan en calamiteitenplan zijn de meest voorkomende elementen vastgelegd. Daaronder vallen o.a. de taakverdeling van de betrokkenen, de verzamelplaats(en), de Brandmeldinstallatie, en de ontruimingsinstallatie. Daarnaast zijn in de artikelen 14 en 15 van de ARBO-WET onderwerpen opgenomen over de organisatie van de BHV. Verder dient het als leidraad voor het bestrijden van calamiteiten bij o.a.: BRAND EXPLOSIE WATEROVERLAST BOMMELDING Het pretendeert niet in alle gevallen volledig te zijn. Waar niet in is voorzien zal naar bevind van zaken moeten worden gehandeld.
6 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
Gebruik van de plannen Dit plan geeft een overzicht van alle organisatorische aspecten bij een calamiteit of ontruiming. Op het moment van een calamiteit of ontruiming heeft het raadplegen van dit plan weinig zin meer. Elementen uit de plannen moeten immers in de organisatie zijn ingebed. De medewerkers van de receptie en BHV dienen direct te weten wat ze moeten doen, de instructies aan medewerkers moeten bij hen bekend zijn en procedures moeten vooraf zijn getoetst. Het volgende overzicht geeft de positie weer van de plannen in de 'calamiteiten organisatie':
- bijlage ontruimingsplan:
- in de organisatie: - BHV oefeningen: - bijstellen van de plannen:
samenhangend, integraal overzicht van alle aspecten, als zodanig niet bedoeld om als 'operationeel' plan te hanteren. instructies, procedures vanuit het plan invoeren in de organisatie; dit zijn operationele taakinstructies. oefeningen met de operationele taakinstructies; evalueren van de oefeningen. vanuit de knelpunten in de taakinstructies e.d. de plannen integraal aanpassen.
Bekendheid en implementatie van de plannen Voorwaarde voor een goede werking van de plannen is dat de taken bij de betrokkenen bekend zijn. Voor hen die met naam of functie genoemd worden geldt dat nauwkeurig kennis dient te worden genomen van de taken.
Het ontruimingsplan & calamiteitenplan moet op diverse plaatsen in de organisatie aanwezig zijn: -
receptie Arbo & Milieudienst (AMD) de BHV organisatie Directeur Faculteit
7 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
2.
ORGANISATIE
2.1
GEBOUWBEZETTING
(situatie van het gebouw beschrijven; hoeveel etages, kelders, brandscheidingen enz.) De gemiddelde bezettingsgraad: overdag Hoogbouw (250101) begane grond 1e verdieping 2e verdieping 3e verdieping 4e verdieping 5e verdieping 6e verdieping 7e verdieping 8e verdieping 9e verdieping 10e verdieping LMUY (2505) begane grond 1e verdieping Bibliotheek LCP (2506) Begane grond Kelder
Plantenkas (2509) Beheersvleugel(250102) Collegegebouw (2504) Autoclavenlab.(2507) magazijn (2508) Ketelhuis (6001)
's avonds
medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers totaal
42 43 35 42 31 29 36 30 30 25 10 363
1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3
medewerkers medewerkers Totaal bezoekers/ studenten
56 91 147 30
1-3 1-3
medewerkers Studenten medewerkers Totaal
30 60/160 02 92/160
medewerkers medewerkers medewerkers Medewerkers medewerkers /klanten medewerkers Totaal
04 18 10 04 02 38
10-30
10-20
22-56
Het juiste aantal aanwezige personen is afhankelijk van o.a. deelname aan rechtencolleges en het verrichten van practicawerk of overwerk. Het aantal medewerkers bedraagt ca. 600, het aantal studenten en bezoekers ca. 100-200 Openingstijden gebouw: - maandag t/m vrijdag:8.00 – 18.00 uur Een aantal personen (ca.100) heeft buiten de openingstijden toestemming het gebouw te betreden d.m.v. een sleutelkaart.
8 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
2.2
SAMENSTELLING BHV 2005 coördinator BHV ploegleider BHV BHV ploeg
EHBO-/bedrijfshulpverleners/ademluchtmaskerdragers/ontruimers
Samenstelling Centraal Crisisteam (CCT) Het Centraal Crisisteam (CCT) bestaat uit de volgende personen: Voorzitter/ Secretaris van het College van Bestuur (CvB) Persvoorlichter Hoofd EC Vastgoed Hoofd van de Interne Arbodienst /Dienst Veiligheid en Milieu Per calamiteit toegevoegd: Faculteitsdirecteur of Wetenschappelijk Directeur
9 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
2.3
VERANTWOORDELIJKHEDEN
De BHV moet in staat zijn de wettelijke taken - eerste hulp, brandbestrijding, ontruiming, communicatie met externe hulpverlening te vervullen. Nadere omschrijving vind men in de universitaire regeling Bedrijfshulpverlening. Volgens het ARBO-Besluit is het o.a. verplicht om: - de organisatie van de BHV vast te leggen; - schema met externe alarmering op te stellen; - de BHV af te stemmen op de aanwezige risico's en het aantal aanwezigen; - hulpverlenend op te kunnen treden binnen enkele minuten; - de geoefendheid op peil te houden. Decaan of gemandateerde: - Is verantwoordelijk voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening. - Zorgt dat het personeel medewerking verleent wanneer er door de BHV oefeningen worden gehouden. - Zorgt dat er voor het houden van oefeningen tijd ter beschikking wordt gesteld. - Zorgt dat het personeel de instructies van de BHV strikt opvolgt. Ploegleider BHV: - Stuurt de BHV aan. - aanstellingsbesluit Coördinator BHV: - Update van het ontruimingsplan & calamiteitenplan - Kan adviserend optreden tijdens een calamiteitenbestrijding. - Laat zich bijstaan door ploegleiders van de BHV. - Stelt het jaarlijkse oefenprogramma op in overleg met de BHV en de brandweer. - Zorgt ervoor dat alle EHBO en BHV middelen in orde zijn. BHV: - Kan binnen enkele minuten hulpverlenend optreden (na 6 minuten rechtstreekse doormelding naar de RAC) - Neemt ingeval van calamiteiten passende maatregelen ter bescherming van personen, goederen en de gebouwen. - Neemt zo veel mogelijk deel aan de herhalingsoefeningen (min. 6x jaarlijks).
10 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3
PREPERATIE
ALARMERING, MELDING EN COMMUNICATIE 3.1
ALGEMENE MELD- EN ALARMPROCEDURES BIJ CALAMITEITEN
Schema meldprocedures bij calamiteiten onder werktijd (down-up)
CCT
IAD
FB AMD Brandweer Receptie -Ploegleider
BHV
EHBO
Deskundigen
- rechtstreekse melding via de piepers van de bedrijfshulpverleners - de receptionist roept de Bedrijfshulpverlening (BHV) op via de piepers. - indien noodzakelijk waarschuwt de ploegleider BHV deskundige(n) van geclassificeerde ruimte(n)
Bij een voor de BHV beheersbare calamiteit - melding via intern registratieformulier Bij een voor de BHV niet beheersbare calamiteit - Oproep Brandweer - Oproep voor Interne Arbodienst /DVM door de Officier van Dienst van de Brandweer. Indien noodzakelijk volgt een waarschuwingsprocedure door Interne Arbodienst /DVM. 11 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
Schema meldprocedures bij calamiteiten buiten werktijd (down-up)
- Bij brandalarm automatisch doormelding naar de Regionale Alarmcentrale. - de Regionale Alarmcentrale belt de storingstelefoon van de TD. - Bij een calamiteit in geclassificeerde ruimte(n) worden deskundige(n) gewaarschuwd.
IAD Central Crisis Team
WD Instituut
FB W&N
Brandweer Ambulance
Melding RAC
Storingstelefoon TD Storingstelefoon CD
12 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
Overige Meldprocedures Bij lozingen in het milieu: Bij onverwachte en ongewenste lozingen in het MILIEU (b.v. chemicaliën) door de faculteit of een externe firma de Interne Arbodienst /DVM waarschuwen ( 8080, Bij bedrijfsongevallen: De AMD meldt een bedrijfsongeval aan de Interne Arbodienst /DVM via 8080 Deze schakelt zo nodig de Arbeidsinspectie in. Onder een bedrijfsongeval wordt verstaan: ongeval met verzuim; ziekenhuisopname binnen 24 uur (observatie of behandeling); als naar redelijk oordeel blijvend letsel ontstaat; overlijden materiële schade aan roerend en onroerend goed van de UL van> .50.000 euro acuut ingrijpen door de GBGD in de werksituatie. Afhandeling van bedrijfsongevallen is vermeld in de UL regeling Bedrijfsongevallen. Bij ernstige ongevallen: - is het opruimen van de plaats van het ongeval in verband met nader onderzoek (b.v. Arbeidsinspectie) niet toegestaan. - moet zo nodig contact met de familie van betrokkenen worden opgenomen. Bij elke ernstige calamiteit: Bij elke (ernstige) calamiteit die een nadelige invloed heeft op onderwijs en onderzoek infrastructuur moet het crisisteam bijeen worden geroepen. Bij schade die directe actie vereist: Spoedmelding*** Hierna wordt bepaald of experts van de verzekeraar of deskundigen op het gebied van o.a. salvage en reiniging moeten komen. ***
-
-
Spoed geldt bij: noodzaak tot dichttimmeren van een gebouw; noodzaak tot leegpompen; rook,- en roetschade; blikseminslag waardoor installaties zijn uitgevallen; gebouwschade door bijv. storm; schade waardoor inventaris /ruimte voor langere tijd buiten gebruik zal zijn, zodat een vervangende ruimte noodzakelijk is.
13 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.3
DE CALAMITEITENPROCEDURE voor ploegleiders BHV
Bij alarmmelding: - Brandweer wel of niet laten komen: - niet: bel het alarmnummer 4222 (laten resetten) - wel: bel het alarmnummer 4444 of gebruik de handbrandmelder. - indien nodig EHBO oproepen. - indien nodig Brandweer opvangen. - TD inschakelen voor het uitzetten van stroom en gas. - indien nodig verdieping of gebouw ontruimen. - Als er met water geblust wordt: Apparatuur afdekken in de ondergelegen ruimten (eventueel met vrijwilligers). Bij aankomst op de plaats van de calamiteit: Bij het betreden van de desbetreffende ruimte(n) altijd zorgen dat er minimaal drie BHV'ers aanwezig zijn, waarvan er twee de verkenningsgroep vormen en de derde tijdelijk het bevel voert. Eerst eventuele slachtoffers verwijderen en daarna de aangrenzende ruimten (ook boven en onder) controleren op rook en wateroverlast Procedure betreden geclassificeerde ruimten door de BHV: Bij een calamiteit in een laboratoriumruimte is de zaalbeheerder de eerste bron van informatie. In radionuclidenlaboratoria is dit de C-deskundige (naam op de deur): Bij afwezigheid kan een beroep worden gedaan op de C-deskundigen van de AMD of de andere werkgroepen. Een Radionucliden-laboratorium wordt pas betreden na toestemming van de C-deskundige. Een kant -en klaar voorschrift voor een calamiteit is echter onmogelijk te geven. Toelichting geclassificeerde ruimten: Geel bord op de deur met naam van verantwoordelijke persoon. De ruimten zijn onderverdeeld in: - Laserruimten: klasse 3 en 4. - Ingeperkte ruimten: klasse ML1, ML2 , D-1, PK-1, PC-1 - Ruimten met UV-bronnen. - Ruimten met sterke magneetvelden (gevaarlijk voor pacemakerdrager). - Radionuclidenlaboratoria: klasse B, C en D. Materiaal: Afdekplastic, blokkeerlint, beschermingspakken, laarzen en ademluchtapparatuur en ademluchtflessen bevinden zich in de alarmkelder. De sleutels van de alarmkelder zijn onder beheer bij de BHV en de AMD. Liftgebruik bij alarmmelding Hoogbouw: Per goederenlift naar de calamiteit en voor telefonisch kontact via 4271 Portofoongebruik: Bij oefeningen en calamiteiten (afhankelijk van de aard en omvang). Onderhoud: Vastgoed Locatie: receptie. Verdeling: ploegleiders EHBO-kamer: LMUY 009 (zie pictogram). Brancardopslag: Alarmkelder Hoogbouw, 2e, 3e, 5e, 7e en 9e verdieping Hoogbouw t.o. personenliften, LMUY 009, LCP 40 (zie pictogram)
14 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.3
ONTRUIMINGSPROCEDURE
Ontruiming: Het ontruimen kan bij een brand of calamiteit geheel of gedeeltelijk gebeuren. Een gedeeltelijke ontruiming gebeurt meestal in grotere complexen waarin brandcompartimentering aanwezig is; hierbij kan men kiezen voor een verzamelplaats binnen het gebouw (restaurant). Bij een gehele ontruiming is de verzamelplaats buiten het gebouw (parkeerplaats bij hoofdingang). Ontruimingsploeg: Deze wordt geformeerd uit de BHV als door de ploegleider tot ontruiming wordt besloten.
Ontruimingssignaal: De opdracht tot het geven van het ontruimingssignaal wordt door de ploegleider gedaan. De ontruiming wordt als volgt kenbaar gemaakt: - slow-woop signaal (van laag naar hoog oplopende toon) - daarna tekst
Wijze van ontruiming: De ontruiming kan in drie fasen -horizontaal, verticaal, geheel- verlopen. Afhankelijk van de ernst van de calamiteit kan na iedere fase worden besloten de ontruiming te stoppen. In eerste instantie moet een horizontale ontruiming plaatsvinden naar een veilige plaats. Afhankelijk van de plaats van de calamiteit, is het in de Hoogbouw zinvol om de ontruiming bij het centraal trappenhuis te starten. Mocht het om welke reden dan ook niet mogelijk zijn het centraal trappenhuis te gebruiken, loods de personen dan via de andere nooduitgangen naar een veilige plaats. De BHV dienen toiletten en koude kamers niet over het hoofd te zien. FASE 1: HORIZONTALE ONTRUIMING OF een gedeelte van VERDIEPING ( COMPARTIMENT) - ontruim de ruimte met de brandhaard - ontruim de tegenoverliggende ruimten - ontruim de naast gelegen ruimten - ontruim de overige ruimten FASE 2: VERTICALE ONTRUIMING - ontruim de verdieping boven en onder de brandhaard - ontruim zo nodig overige verdiepingen FASE 3: GEHELE ONTRUIMING - ontruim van boven naar beneden de overige verdiepingen - gebruik vluchtroutes zo ver mogelijk van de brandhaard
Wie heeft de algemene leiding Tijdens een ontruiming berust de algemene leiding bij de ploegleider met ondersteuning van zijn plaatsvervangers. De BHV zorgt voor opvang van de brandweer, ambulance e.d. Zij betrekt zonodig deskundigen bij de beslissingen en kan een beroep doen op de Arbo & Milieudienst. Na het arriveren van de brandweer is het commando in handen van de bevelvoerder van de brandweer. Alleen door de brandweer mag het sein veilig worden gegeven.
Verzamelplaats BHV/EHBO-ploeg De verzamelplaats bevindt zich, indien mogelijk in de omgeving van de calamiteit.
15 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
Minimaal aantal BHV'ers Voorbeeld: ontruiming (Hoogbouw) i.v.m. brand op verdieping 4. Om op adequate wijze een verdieping in de Hoogbouw te ontruimen is een minimaal aantal van 9 BHV'ers noodzakelijk. In onderstaand voorbeeld zal dit worden verduidelijkt. Door de ploegleider BHV is besloten de verdiepingen 4, 5 en 3 te laten ontruimen. Er wordt begonnen met ontruiming van de 4e. Hiervoor zijn 9 BHV'ers nodig, 1 ploegleider(P), 4 ademluchtmaskerdragers (A) en 4 ontruimers (O). De 4 O worden geïnstrueerd en nemen plaats bij één van de toegangsdeuren van de trappenhuizen. De 4 A ontruimen ieder een vast afgebakend stuk (zie ontruimingskaart) en verzamelen zich weer bij het centrale trappenhuis. Vervolgens moet de 5e ontruimd worden. De P meldt het vertrek naar de 5e aan een centraal punt. De 4 O van de 4e blijven op hun post. Op de 5e zijn 4 nieuwe O nodig. Het ontruimen wordt herhaald. Het vertrek van de 4 A wordt weer gemeld. De O van de 5e blijven op hun post en zorgen er voor dat niemand van een hoger gelegen verdieping, de 5e betreedt of passeert. De 4 A dalen ieder via een trappenhuis naar de 3e en nemen de O van de 4e mee naar de 3e. Het ontruimen wordt herhaald. De O van de 3e moeten er voor zorgdragen dat niemand van een lager gelegen verdieping, de 3e betreedt of passeert. Tevens moeten zij er op letten dat alle mensen die geëvacueerd worden ook echt naar beneden gaan om het gebouw te verlaten. Bij aanwezigheid van 8 A kunnen de 4e en 5e tegelijkertijd worden ontruimd.
Waar wordt verzameld en opgevangen Na het ontruimingssignaal worden de medewerkers van de te ontruimen verdiepingen in de kantine opgevangen. Bij ontruiming van het complex is de verzamelplaats de centrale hal bij de hoofdingang. Deze plaatsen zullen ook gebruikt worden voor de opvang van eventuele gewonden. In overleg met de brandweer is afgesproken dat zij de goederenlift altijd gebruiken als brandweerlift. Op deze wijze beïnvloeden de ontruiming en de hulpverlening elkaar niet.
Persoons-registratie In gebouwen met veel studenten, bezoekers en medewerkers is een algemene registratie binnen werktijd ondoenlijk. De BHV zal laten nagaan of er personen worden vermist. Bij twijfel wordt de brandweer ingelicht. Buiten werktijd is er een registratieplicht.
Werkplekinformatie Wat te doen bij ontruiming: A. Bij ontruimingssignaal 1. Pak zonodig uw waardevolle papieren 2. Sluit ramen en deuren 3. Gebruik nooit de lift 4. Maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood)uitgang 5. Volg de instructies op van de BHV of Brandweer 6. Ga naar de verzamelplaats en laat u registreren. B. Wat doet men met bezittingen In principe laat men alles achter. Het inpakken van tassen en opzoeken van jassen werkt zeer vertragend.
16 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.4 DE PORTOFOONPROCEDURE HET GEBRUIK VAN DE PORTOFOONS
Draai de volumeregelaar links boven op de portofoon een kwartslag naar rechts. U hoort nu een korte pieptoon (gedurende 1 seconde). De kanalenkiezer rechts op de portofoon moet op 1 staan. De speakerschakelaar links achter de volumeknop moet naar rechts staan. De portofoon is nu klaar voor gebruik. Spreek luid en duidelijk. Bent u klaar met het verzenden van uw bericht, laat dan de zendknop los. De zender gaat dan over op ontvangst. U kunt luisteren naar het bericht van de portofoon. Na gebruik de portofoon uitzetten en terug in de lader plaatsen. De portofoons staan in een kast bij de receptie
3.5 BOMMELDINGPROCEDURE De echte bomlegger geeft vaak voor het afgaan van de bom meestal een tijd op die correct is. Het is gewenst de volgende acties ondernemen: - Receptie: de verkregen informatie van de bommelder verwerken in het formulier "ONTVANGEN BOMMELDING" (5.a) - Politie waarschuwen via 0-112 - in overleg met Politie beslissen over al dan niet ontruimen. Waarbij een aantal zaken moeten worden afgewogen, zoals: - zijn er meerdere bommeldingen in de buurt; - zijn er bepaalde acties aan de gang; - kunnen er zaken zijn waarmee het bedrijf zich impopulair heeft gemaakt; - zijn er personen binnen het bedrijf die publiciteitsgevoelig zijn. Het belangrijkste is de bom, indien aanwezig, te lokaliseren. In de regel is die verpakt in een doos, pakje, kistje, koker, tas of krant. In ieder geval in iets dat er onschuldig uitziet. Het personeel dient bijzondere aandacht te schenken aan dergelijke voorwerpen die op een bepaalde plaats niet thuishoren. Geef de locatie door aan de politie en raak dergelijke voorwerpen niet aan. Een ieder dient bij het verlaten van het gebouw eigendommen, zoals pakjes en tassen, mee te nemen. Dat vergemakkelijkt het zoeken. Via de omroepinstallatie moet dit kenbaar worden gemaakt. De beslissing "ontruimen of niet ontruimen" is een moeilijke en zal in overleg met de politie toch dienen te worden genomen. In dit soort situaties geldt alles of niets: of het gebouw geheel ontruimen of in het geheel niet. Het gedeeltelijk ontruimen heeft bij een bommelding weinig zin. De ontvanger van de bommelding (meestal receptie) meldt dit direct aan de ploegleider en de coördinator BHV. Deze zijn verantwoordelijk voor de verdere afhandeling en moeten contact met de politie opnemen.
17 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.5a
FORMULIER ONTVANGEN BOMMELDING
Bericht ontvangen: datum.................... tijdstip.........uur inhoud bericht
:_______________________________________________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________
VRAGEN OP VRIENDELIJKE TOON: - wanneer ontploft de bom? - waar ligt de bom? (locatie) - hoe ziet de bom eruit? - wie bent u? - waarom doet u dit?
:_________________________________________ :_________________________________________ :_________________________________________ :_________________________________________ :_________________________________________
INDENTIFICEREN BERICHTGEVER a. Stem : man /vrouw /kind b. Spraakkenmerken : langzaam /normaal /snel/ ernstig/ lachend/ hees/ dialect :____________________________________ ACHTERGRONDGELUIDEN opvallende kenmerken
:_________________________________________
Bericht opgenomen door telefonisch doorgegeven aan tijdstip van doorgave
:_________________________________________ :_________________________________________ :_________________________________________
Voor eventuele bijzonderheden achterzijde formulier invullen.
HET BOMMELDINGFORMULIER DIENT ONMIDDELLIJK NA ONTVANGST VAN DE BOMMELDING TE WORDEN INGEVULD EN AAN DE PLOEGLEIDER of COöRDINATOR BHV WORDEN OVERHANDIGD.
18 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.6
TAKEN RECEPTIE
Instructie receptie De brandmeldcentrale kent twee verschillende meldingen: de automatische brandmelding op het paneel (rechtstreekse melding op de BHV-piepers) en telefonische meldingen. Bij een brandmelding op het paneel buiten werktijd wordt de brandweer automatisch opgeroepen. 1
BRANDMELDING
Brandmelding binnen werktijd (8u30 - 17.30u) a. Bepaal de plaats van de calamiteit:1- uit de melding (4222 of 4611) b. Reset binnen 1 minuut de afstelzoemer op het paneel. c. Roep de BHV op en geef de plaats van de calamiteit door. d. Eén van de leden van de BHV belt 4222. - en meldt dat de calamiteit onder controle: Reset de Brandmeldinstallatie (binnen 6 min.). - als de calamiteit niet onder controle is, bel 4444. e. Blijf ter plaatse tot nadere instructies volgen.
2
ONTRUIMING (slow-woop afgewisseld met tekst)
Bij ontruimen zijn er twee mogelijkheden: 1. VERDIEPING(en) 2. GEBOUW(en) a.
Activeer het ontruimingssignaal voor de gewenste VERDIEPING. Ontruim door het indrukken van de volgende toetsen. a. gewenste verdieping b. slow-woop (gedurende 30 seconde) c. reset d. gewenste verdieping e. tekst (gedurende 30 seconde) HERHAAL bovengenoemde handelingen (a t/m e) tot tegenbericht. b.
Activeer het ontruimingssignaal voor het gewenste GEBOUW. Ontruim door het indrukken van de volgende toetsen. a. gewenste gebouw b. slow-woop (gedurende 30 seconde) c. reset d. gewenste gebouw e. tekst (gedurende 30 seconde) HERHAAL bovengenoemde handelingen (a t/m e) tot tegenbericht.
19 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3
ONGEVALMELDING
Ongevalmelding binnen werktijd (8u30 - 17.30u) -
noteer
plaats en toedracht ongeval aantal slachtoffers waarschuw de EHBO'ers via de piepers waarschuw in opdracht van EHBO zonodig de ambulance via 4444 indien ambulance is gewaarschuwd, melding aan het secretariaat faculteits -bestuur
4
BOMMELDING - direct melden aan ploegleider en coördinator BHV - direct melden aan het secretariaat faculteitsbestuur - direct de politie bellen via 0-112; - na de bommelding het modelformulier "Ontvangen Bommelding" invullen - in opdracht van de BHV het ontruimingssignaal in werking zetten;
Brandmelding buiten werktijd a. b
Gebruik 4444 of sla de handbrandmelder naast het brandmeldpaneel in, de melding gaat rechtstreeks naar de brandweer. Bij een brandmelding op het paneel wordt de brandweer en de storingsdienst automatisch opgeroepen.
Ongevalmelding buiten werktijd a.
Gebruik het alarmnummer 4444
20 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.7 1 -
TAKEN COöRDINATOR /PLOEGLEIDER BHV BRANDMELDING EN ONTRUIMING
brandweer gewaarschuwd; ontruimers ingezet; BHV ingezet; liften naar beneden en geblokkeerd; brandweer opvangen; gids voor brandweer aanwezig; gebouw ontruimd; algemene alarm- en meldprocedures uitgevoerd) Melden secretariaat faculteitsbestuut gas en elektra uitgezet (TD) NA DE BRAND - Neemt contact op met TD over de gebouwfuncties zoals: - gas water elektra; - het brandmeldsysteem; - ventilatie; - liften; - vervangen gebruikte blustoestellen;
2
ONGEVALMELDING EHBO'er gewaarschuwd; Ambulance gewaarschuwd; Ambulance opvangen.
3
BOMMELDING - politie gewaarschuwd; - BHV ingezet; - ontruimers ingezet; - verzamelplaats aangewezen - politie opvangen; - gids voor politie; - gebouw ontruimd.
4
WATEROVERLAST TD
waarschuwen
21 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
3.8 TAKEN BEDRIJFSHULPVERLENERS 1
BRANDMELDING EN ONTRUIMING - verwijzen naar de vluchtroutes; - verwijzen naar de verzamelplaats; - voorkomen dat de liften worden gebruikt; - begeleiden van invaliden.
Ploegleider BHV deelt de taken in zoals: - redden of begeleiden van personen; - bestrijden van een beginnende brand met kleine blusmiddelen; - opvangen en begeleiden brandweer; - indien nodig: * inschakelen van deskundigen geclassificeerde ruimten * afsluiten van gas, water en elektra (TD). * (water)schade beperken (vrijwilligers); - Bij ontruiming: • voorkomen van voortijdig terugkeer van personen naar ontruimde afdelingen, • bewaken van in- en uitgangen. - rapportage aan BHV coördinator 2 -
-
3
ONGEVALMELDING De EHBO'ers begeven zich naar de plaats van het ongeval met EHBO tas; - verlenen van eerste hulp; - indien noodzakelijk: • doorverwijzen naar het ziekenhuis, • een EHBO'er waarschuwt een ambulance ( 4444); indien noodzakelijk via de AMD het ongeval laten melden als bedrijfsongeval opvangen van de ambulance en als gids of begeleider fungeren; zo nodig familie (laten) informeren. Invullen ongevalmeldingformulier
VERBINDINGEN en CONTACTEN MET EXTERNE HULPDIENSTEN - bij een ernstig ongeval of niet beheersbare calamiteit de Regionale Alarmcentrale ( 4444) waarschuwen. Geef door: • aard • plaats • aanwezigheid en toestand slachtoffers • eigen naam en telefoonnummer - opvang van brandweer, politie of ambulance; - fungeren als gids en informant; - verstrekken van informatie aan de externe hulpdiensten over: • plaats van de calamiteit • aanwezige gevaren • ondernomen acties van de BHV
22 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
4. PREVENTIE MAATREGELEN & VOORZIENINGEN 4.1 -
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES & MIDDELEN het veiligheidsreglement alarmsticker op de telefoon BHV - EHBO calamiteiteninstructie (A4) Safety & Emergency Instructie Receptie
- incidentenregistratie - voorlichting & instructie - rookverbod - RIE - Jaarverslag - inspectierondes AMD
BLUSMIDDELEN
Slanghaspels, Handblussers (Jaarlijkse keuring in opdracht van Vastgoed) DROGE STIJGLEIDING:
De keuring in opdracht van Vastgoed 4.2
LOKATIE AFSLUITERS EN SCHAKELAARS: WATER - ELEKTRA - GAS
WATER Bij wateroverlast: 4600, na werktijd storingstelefoon ELECTRA Bij gevaar van sluiting in elektra: 4600, na werktijd storingstelefoon GAS Bij gaslekkage: 4600, na werktijd storingstelefoon Werkzaamheden en afsluitingen altijd door of in overleg met de TD of Vastgoed. 4.3
AAN ALARMSIGNAAL GEKOPPELDE VOORZIENINGEN
Ventilatiesysteem: gaat aan in brandsituatie (is handmatig te bedienen via paneel BMC) Brandweerlift: gaat naar 1e verdieping personenliften: gaan naar begane grond brandweerpanelen: per verdieping Deurontgrendelinrichtingen: elektrisch gekoppelde (nood)uitgangen worden ontgrendeld Personenzoekinstallatie: groepsoproep BHV en Storingsdienst Zuurkasten: gaan aan in brandsituatie ontruimsysteem: geluid (Slowwoop) afwisselend met tekst (handmatige bediening) Handbrandmelders zijn gekoppeld aan het ontruimsysteem blussing van computerruimte - noodverlichting - slagbomen parkeerterrein - koel- en vriescellen
23 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
4.4
Brandgevaarlijke en risicovolle werkzaamheden
Indien op, aan of in de gebouwen van de faculteit W&N brandgevaarlijke of risicovolle werkzaamheden moeten worden verricht dient dit de toestemming te hebben van de coördinator technische dienst (TD). Brandgevaarlijke werkzaamheden: - smeltwerkzaamheden met mastiek - loodgieterswerkzaamheden - het afbranden van verflagen - las- en snij werkzaamheden
Risicovolle werkzaamheden: - werken in besloten ruimten - werken op daken en hoogten - werken met agressieve agentia - werken aan elektra
Bij Brandgevaarlijke werkzaamheden: De bewuste automatische meldergroep van de brandmeldinstallatie dient, om vals alarm te voorkomen, in opdracht van de coördinator TD te worden uitgeschakeld. Na beëindiging van de werkzaamheden en eindcontrole (TD) op brandverschijnselen (brandlucht, warmteontwikkeling, rook e.d.) dient de desbetreffende meldergroep weer ingeschakeld te worden in opdracht van de coördinator TD. Op de werkplek dient een geschikt blusmiddel voorhanden te zijn. Bij Risicovolle werkzaamheden: Ter voorkoming van ongevallen moeten doeltreffende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen hangen natuurlijk af van de aard van de werkzaamheden. Degenen die deze werkzaamheden uitvoeren moeten voldoende deskundigheid bezitten. Bij twijfel of onduidelijkheden vooraf zo nodig de AMD 4312-5760 om advies vragen. (e-mail:
[email protected]) Checklist Bij brandgevaarlijke werkzaamheden: coördinator TD in kennis stellen; Controle ter plaatse meldergroep uitschakelen - blusmiddelen aanwezig ter plaatse
na afloop werkzaamheden: coördinator TD in kennis stellen eindcontrole meldergroep opnieuw inschakelen;
4.4a HET BUITEN WERKING STELLEN VAN MELDERGROEP (BMC) In bijzondere situaties, waarbij rook of stof vrij komt, kan een bepaalde meldergroep buiten werking gesteld worden. Dit gebeurt altijd in overleg met de TD en wordt vastgelegd in het logboek (receptie). Voor einde werktijd (16.30 uur) controleert de receptionist of een meldergroep nog buiten werking staat en informeert zonodig de TD.
24 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5
4.5
BRANDMELDCENTRALE (BMC)
Fabrikaat: Siemens
Type: BMC 240
Omvattend:
Een centrale in de receptie Automatische rookmelders. Automatische thermomelders Handbrandmelders. Automatische doormelding naar de Brandweer. Vertraagde doormelding naar de Brandweer. Aansturing van: - Brandweerpanelen; - Personenzoekinstallatie; - Deurontgrendelinrichtingen (elektr.); - blussing computerruimte - Ontruimingsinstallatie (handmatig); - Brandweerlift en personenliften;
Het is van belang de werking van de brandmeldinstallatie te kennen, teneinde te voorkomen dat ongewenste reacties kunnen optreden, zoals: - onnodige paniek door alarmsignalen; - niet reageren op alarmsignalen; - onnodig uitrukken van de Brandweer;
De bedieningsbevoegdheid van de brandmeldcentrale (BMC): - medewerkers Receptie - medewerkers Technische Dienst De medewerkers van deze 2 diensten werken in goed overleg met elkaar. Om verzekerd te zijn van de goede werking van de Brandmeldinstallatie dient deze periodiek getest te worden. Dat mag uitsluitend geschieden door de coördinator Technische Dienst, waartoe vooraf contact opgenomen dient te worden met de brandweer via 4444. BIJ AFWIJKENDE SITUATIES ALTIJD DE INTERNE INSTRUCTIES OPVOLGEN.
25 _______________________________________________
WEB-OPGORLAEUS versie 5