Kadernota 2014
Inhoud INHOUD .......................................................................................................................................................... 2 1
2
INLEIDING .............................................................................................................................................. 4 1.1
Aanleiding .................................................................................................................. 4
1.2
Kadernota................................................................................................................... 4
1.3
Leeswijzer................................................................................................................... 5
MIDTERM REVIEW .............................................................................................................................. 6 2.1
Inleiding ..................................................................................................................... 6
2.2
Nije enerzjy foar de ekonomy...................................................................................... 6
2.3
Nije enerzjy foar de leefomjouwing ............................................................................. 7
2.4
Nije enerzjy foar de mienskip ...................................................................................... 8
2.5
Nije enerzjy foar it bestjoer ......................................................................................... 9
2.6
Hoe nu verder: meer nieuwe energie ........................................................................ 11
3. FINANCIËLE KADERS EN KEUZES ....................................................................................................13
4
3.1
Beschikbare middelen ............................................................................................... 13
3.2
Nuon middelen scenario’s ......................................................................................... 14
3.3
Risico’s ..................................................................................................................... 19
3.4
Vooraankondigingen ................................................................................................. 19
LOPEND BELEID EN NIEUWE VOORSTELLEN ...........................................................................21 4.1
Inleiding ................................................................................................................... 21
4.2
Achtergrond ............................................................................................................. 21
4.3
Nije enerzjy foar de ekonomy.................................................................................... 21
4.4
Nije enerzjy foar de leefomjouwing ........................................................................... 25
4.5
Nije enerzjy foar de mienskip .................................................................................... 27
4.6
Nije enerzjy foar it bestjoer ....................................................................................... 29
Kadernota 2014
2
4.7
Voorstel .................................................................................................................... 29
5. WURKJE FOAR FRYSLÂN .....................................................................................................................31 5.1 Aanleiding ...................................................................................................................... 31 5.2 Uitgangspunten .............................................................................................................. 31 5.3 Directe kwaliteitsimpuls ................................................................................................. 32 5.4 Thema’s investeringsagenda ........................................................................................... 32 5.5 Afwegingskader ............................................................................................................. 33 5.6 Korte termijnimpuls ....................................................................................................... 38 5.7 Vervolgproces en communicatie ..................................................................................... 40 6. OVERZICHT BESLUITVORMING .......................................................................................................42
Kadernota 2014
3
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 20 april 2011 stelden uw Staten het coalitieakkoord 'Nije Enerzjy foar Fryslân' vast. Daarin gaven we aan Fryslân op vier thema’s (ekonomy, mienskip, leefomjouwing en bestjoer) nieuwe energie te willen geven. In het verlengde daarvan formuleerden we veertig resultaten; onze beloften aan de inwoners van Fryslân en uw Staten. In het uitvoeringsprogramma ‘Koersfêst mei nij realisme’ maakten we zichtbaar hoe wij het coalitieakkoord gaan uitvoeren. Het begin van onze termijn viel samen met een economische crisis, die al sinds 2008 voortduurt en nog niet voorbij is. Die crisis kleurde niet alleen de voortgang van de door ons geformuleerde resultaten in de afgelopen twee jaar, maar kleurt ook hoe we tegen de komende periode aankijken. Niet moedeloos, maar activistisch: we stropen de mouwen op om de Friese economie en mienskip juist in deze moeilijke tijd een extra impuls te geven. Wij kunnen, en willen, als provincie verschil maken in Fryslân. Daarom stelden wij uw Staten voor om, met de inzet van de Nuon-reserve, een investeringsagenda op te stellen waarmee Fryslân sterker uit de crisis komt. Op 24 april 2013 stelde u de nota ‘Wurkje foar Fryslân’ vast. Deze schetst de kaders voor een investeringsagenda van € 300 miljoen die direct ten goede komt aan de Friese mienskip. Deze onzekere economische tijd vraagt om onorthodoxe maatregelen.
1.2 Kadernota Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen, leggen wij u deze kadernota 2014 voor. Een bijzondere nota, omdat hij een aantal samenhangende processen samenbrengt. We leggen hiermee de basis voor de tweede helft van onze termijn. Zoals gezegd doen we dat (pro)actief. Binnen onze kerntaken bieden we bedrijven en instellingen volop mogelijkheden om de weg omhoog in te zetten. Daarvoor leggen we u het afwegingskader van de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ (hierna: investeringsagenda) voor. De ‘zeef’ waarmee wij voorstellen tegen elkaar gaan afwegen en mee gaan bepalen wat ‘werkt’ voor Fryslân. We zien graag snel de eerste resultaten van de inzet van de Nuon-reserve. Daarom stellen wij u in deze kadernota ook een aantal ‘quick wins’ voor die al in 2013 van start kunnen gaan. Vanwege de spoedeisendheid stellen we voor deze quick wins een vereenvoudigd afwegingskader voor. De inzet van € 300 miljoen uit de Nuon-reserve, komt bovenop al voorgenomen investeringen. Zo investeren we al substantieel in grote wegenprojecten, de Friese meren, kennis en innovatie en talrijke andere grote projecten. Bovendien blijven we ook onze vrij aanwendbare reserve (VAR) en de middelen uit het Ruimtelijk Economisch Pakket (REP) volop en met beleid inzetten. In ons coalitieakkoord ‘Nije enerzjy foar Fryslân’ stelden wij onze ambities voor de coalitieperiode 2011-2015 vast. We spraken af dat er in 2013 een midterm review komt van het coalitieakkoord en het uitvoeringsprogramma. De tussenbalans vindt u als bijlage bij deze kadernota 2014. De samenvatting hiervan vindt u voorin deze kadernota. Deze vormt immers de basis voor onze inzet in het tweede deel van de coalitieperiode. De voorgestane investeringen voor het komende jaar, leggen wij per thema aan u voor. Deze thema's zijn: ‘nije enerzjy foar de mienskip’, ‘nije enerzjy foar de leefomjouwing’, ‘nije enerzjy foar de ekonomy’ en 'nije enerzjy foar it bestjoer'. Per voorstel geven we ook aan uit welke financieringsbron we het willen dekken. Per thema beschrijven we in bijlage 4 de activiteiten en kosten. Daarin maken wij ook het lopende beleid inzichtelijk en kunt u de voorgelegde keuzes Kadernota 2014
4
desgewenst afwegen tegen het lopende beleid. Eventueel kunt u ook bepalen op welke onderwerpen u andere keuzes wenst te maken.
1.3 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk – de samenvatting van de midterm review - komen wij onze belofte na om tussentijds te rapporteren over de voortgang van de in het uitvoeringsprogramma benoemde te behalen resultaten. We maken onderscheid tussen de midterm review en de Staat van Fryslân. Waar de eerste laat zien in hoeverre we op koers liggen, laat de tweede zien hoe Fryslân zich de afgelopen twee jaar ontwikkelde. De complete midterm review en de Staat van Fryslân vindt u in de bijlagen van deze kadernota. In het derde hoofdstuk beschrijven we de financiële kaders en keuzes. We beschrijven de stand van onze Vrij aanwendbare reserve (VAR), de REP-middelen en de Nuon-reserve. In dit hoofdstuk worden ook de scenario’s uit ‘Wurkje foar Fryslân’ uitgewerkt en aan u gepresenteerd. In het vierde hoofdstuk presenteren wij onze voorstellen voor het komende jaar uit de VAR en de voorstellen die wij naar aanleiding van de midterm review voordragen voor de investeringsagenda. In het vijfde hoofdstuk behandelen we het afwegingskader 'Wurkje foar Fryslân' en de quick wins die wij hierbij voor ogen hebben. Vanwege de diversiteit van onderdelen in deze kadernota, eindigen we in het zesde hoofdstuk met een overzicht van de punten waarover we van uw Staten besluitvorming vragen.
Kadernota 2014
5
2 Midterm review 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk rapporteren wij over de voortgang van de in het uitvoeringsprogramma 'Koersfêst mei nij realisme' benoemde resultaten. In de inleiding benoemen we al dat deze termijn tot nu toe in het teken stond van de economische crisis. De economische crisis was niet als enige bepalend de afgelopen twee jaar, al heeft het ook veel andere ontwikkelingen beïnvloed. Zo dwong de crisis het Rijk tot bezuinigingen die ons ook raken, onder andere op het provinciefonds. Ten tijde van het coalitieakkoord en uitvoeringsprogramma waren de onderhandelingen met het Rijk over een belangrijk provinciaal beleidsterrein, een nieuw bestuursakkoord over het landelijk gebied, nog in volle gang. De forse bezuinigingen maakten dat wij onze ambities op dit terrein opnieuw moesten invullen. De afgelopen jaren stonden ook in het teken van decentralisaties van beleid. Vanuit het Rijk naar de provincies, vanuit het Rijk naar gemeenten, en op het belangrijke terrein van de jeugdzorg van de provincies naar gemeenten. Een en ander ging meestal gepaard met forse budgetkortingen. Dit noodzaakte ons extra scherp te kijken naar de invulling van de nieuwe taken. Soms werd het helaas schier onmogelijk die uit te voeren op het door ons gewenste niveau. Mede door de decentralisaties, kwam de discussie over gemeentelijke bestuurskracht de afgelopen jaren volop op gang. Wij speelden daarin onze eigen rol. Zowel in het schetsen van een helder beeld van de bestuurlijke inrichting in Fryslân, in gesprekken met gemeenten, als in het versterken van de bestuurskracht van Friese overheden door samenwerkingsvormen als samenwerkingsagenda’s en streekagenda’s. We constateren dat Fryslân op dit terrein volop in beweging is. Financieel is onze omgeving veranderd door rijksinitiatieven als de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof, recent aangenomen door de Kamer) en het schatkistbankieren. De wet Hof gaat uit van een tekortnorm van maximaal -0,5 procent voor de decentrale overheden om als gezamenlijke overheden de EU-tekortnorm niet te overschrijden. Wordt de norm overschreden, dan volgt eerst bestuurlijk overleg. Schatkistbankieren dwingt decentrale overheden hun spaargeld bij het Rijk aan te houden, tegen een lagere rente dan de marktrente. Dit beïnvloedt onze financiële mogelijkheden en afwegingen. In de midterm review behandelen we per thema uit het coalitieakkoord in hoeverre we onze doelstellingen hebben gehaald. Ook al zijn we pas halverwege. Een behoorlijk aantal resultaten zijn inmiddels behaald. Veel andere voornemens liggen goed op koers. Bij een deel komt het vermoedelijk niet ‘vanzelf' goed, mede door de economische crisis. Daar gaan we meer op inzetten. In de komende paragrafen vatten we de bevindingen uit de midterm review per thema samen.
2.2 Nije enerzjy foar de ekonomy De economische crisis die Europa in haar greep heeft gaat ook aan Fryslân niet voorbij. De laatste jaren is de economische krimp in de provincie – naar verwachting - nog iets groter dan het Nederlands gemiddelde. Met name de bouw en recreatie en toerisme voelen de crisis sterk. Net zo goed als het Friese midden- en kleinbedrijf er meer van te lijden heeft dan de grotere ondernemingen.
Kadernota 2014
6
Naast de economische tegenwind, kent die Friese economie ook een aantal structureel kwetsbare plekken. Denk aan de beperkte innovatiekracht en de tekort schietende aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in het mbo.
Economische groei 10 5 % 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012* 2013*
-5 Fryslân
Nederland
Figuur 1: Economische groei per jaar 2004-2013, Fryslân en Nederland, 2012 en 2013 ramingen
De voortdurende economische crisis beïnvloedde de resultaten die we wilden behalen en overleggen. Hoezeer we ook ons best deden – en de meeste van de voorgenomen activiteiten uitvoerden –, we kunnen niet claimen dat de Friese economie is versterkt, verbreed en vernieuwd. Een lichtpunt is de ontwikkeling van het Dairy en Food cluster. De investeringen van Friesland Campina en A-Ware hebben een positief effect op de werkgelegenheid en op het imago van Fryslân als zuivelprovincie. De crisis beïnvloedt ook de (financiële) mogelijkheden van andere partijen in Fryslân om samen activiteiten te ontplooien. Dat zien we bijvoorbeeld terug in het moeilijker van de grond komen van projecten voor duurzame energie. Bij een basisvoorwaarde voor een duurzame economie, het terugbrengen van de schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu, gaan de zaken wel goed. De redding in deze crisis komt niet uit Europa. We verwachten dat de beschikbare Europese middelen voor Fryslân de komende jaren zullen halveren ten opzichte van de huidige EU begrotingscyclus. Ook Europa moet bezuinigen. Wat we zelf voor een belangrijk deel in de hand hadden, is grotendeels gelukt. De drie P’s (people, planet, profit) van duurzaamheid zijn uitgangspunt voor het totale provinciale beleid en bepalen zelfs de structuur van de provinciale organisatie. Wij waren in 2012 millenniumprovincie en de vooruitzichten om in 2015 Fair Trade provincie te worden zijn goed. Het beeld van Fryslân is versterkt en bekender geworden. Initiatieven die vanwege hun complexiteit een gedegen voorbereiding vergen, als een Doefonds of de toegang tot breedband internet in heel Fryslân, zijn de afgelopen jaren voorbereid en staan nu klaar om uitgevoerd te worden.
2.3 Nije enerzjy foar de leefomjouwing De economische crisis drukte ook haar stempel op onze inspanningen voor de Friese leefomgeving. Omdat het partners aan financiële middelen ontbreekt, komt het opknappen en verduurzamen van bedrijventerreinen niet van de grond. Daar staat tegenover dat er, mede door de crisis maar ook door afspraken die wij initieerden, ook nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen zijn aangelegd. Het verduurzamen van woningen stagneert helaas ook door beperkte middelen bij onze partners.
Kadernota 2014
7
De crisis, en de daarop volgende rijksbezuinigingen, hebben tevens een negatief effect op onze inspanningen voor de Friese natuur. Met name de weidevogels hebben het (blijvend) moeilijk. In het licht van de crisis zijn we toch zeer tevreden met de resultaten die we inmiddels op dit thema hebben geboekt. We hebben afspraken gemaakt over verplaatsing van de zoutwinning van land naar zee. Daarnaast wordt nog steeds in hoog tempo de Friese hoofdinfrastructuur voltooid en succesvol ingepast in gebiedsontwikkelingen, waardoor het gebied mooier en sterker wordt. Er is geïnvesteerd in het openbaar vervoer en we zijn blij met de derde trein tussen Leeuwarden en Zwolle. Ook is er een beslissing genomen over de spoorlijn Heerenveen-Groningen. Ook is er veel gedaan om Fryslân de mooiste provincie van Nederland te laten blijven. We boeken ontegenzeggelijk voortgang in het versterken van natuur en landschap en het opknappen van karakteristieke gebouwen. De vraag naar onze steun daarbij overtreft jaarlijks onze middelen. Niet onbelangrijk is ook dat we nog steeds voldoende, schoon en veilig water hebben. Om de leefbaarheid op en de toegang tot voorzieningen op het platteland te borgen, hebben we vooral onder de vlag van ons krimpbeleid veel gedaan aan het ondersteunen van experimenten, opzetten van kenniscentra, bewustwording en planvorming in de regio’s en het aanpassen van ons eigen beleid. Het is nu tijd om tot concrete actie over te gaan. De toekomstige toegang tot voorzieningen op het platteland staat of valt met een hoogwaardige digitale ontsluiting. Om de witte gebieden op het platteland te kunnen ontsluiten, was een gedegen voorbereiding noodzakelijk. Inmiddels is de oogsttijd aangebroken. Geschrokken zijn we van de ontwikkeling van de verkeersveiligheid. Het aantal dodelijke ongevallen daalt niet meer. Het aantal gewonden bij ongevallen zonder voertuig stijgt zelfs. Tenslotte zoeken we ook bij onze inspanningen voor de leefomgeving naar innovatie, om niet alleen de Friese economie, maar ook de Friese samenleving klaar te maken voor de toekomst. We zoeken die innovatie bijvoorbeeld rondom de landbouw, in het stimuleren van een duurzamere en economisch verbrede landbouw. Rondom openbaar vervoer proberen we vernieuwende verbindingen te leggen tussen het door ons betaalde vervoer, en dat aangeboden door andere partijen, als bijvoorbeeld Wmo-vervoer. We werken innovatief samen in gebiedsontwikkeling en door de Friese regio’s een extra impuls te geven in streekagenda’s. In onze bemoeienissen met het platteland stimuleren we innovatief omgaan met voorzieningen.
2.4 Nije enerzjy foar de mienskip We zijn tevreden over de mate waarin we onze voornemens op cultureel en sociaal terrein waar hebben gemaakt. Het lukte om de wachtlijsten in de jeugdzorg terug te dringen, bij Jeugdhulp Fryslân zelfs tot nul, eind 2012 (zie figuur 2 en 3). Trots zijn we ook op de impulsen die we aan de culturele infrastructuur en het culturele leven in Fryslân konden geven. Leeuwarden is door naar de tweede ronde in de race voor Kulturele Haadstêd 2018. Bovendien slaagden we er in een aantal instellingen, die wij belangrijk voor de culturele basisinfrastructuur vinden, langdurig en passend te financieren. We leverden ook onze bijdrage aan de nieuwbouw en verhuizing van het Fries Museum, waardoor zij haar bijdrage aan het Friese culturele klimaat kan versterken. Het omvormen van het bestaande sociaal beleid naar een sociale meerwaarde bij andere beleidsterreinen is iets vertraagd. Sinds uw Staten het principebesluit namen hiertoe over te gaan, zijn we daar voortvarend mee aan de slag gegaan. Uw Staten besloten ook Nieuw Thialf financieel te ondersteunen. We verwachten dat dit besluit komend jaar leidt tot start van de (ver)nieuwbouw.
Kadernota 2014
8
Wachtlijsten jeugdzorg 500
Jeugdhulp Friesland Kinnik
400 300 200
In de Bres (GGZ) Tjallinga Hiem
100 '08-1 '08-3 '09-1 '09-3 '10-1 '10-3 '11-1 '11-3 '12-1
0
Figuur 2: Aantal eerste contacten AMK
Figuur 3: Wachtlijsten jeugdzorg
Het Fries blijft een vitale taal. Onze mogelijkheden als provincie om dat zo te houden of zelfs te verbeteren nemen toe. Zo is er een nieuwe bestuursafspraak Fryske Taal en Kultuer met het Rijk. Onderdeel van deze bestuursafspraak is het borgen van de bijzondere positie van Omrop Fryslân als regiodekkende zender voor Friestalige programmering, naar aanleiding van het advies van de commissie Hoekstra II. Ook de nieuwe onderwijswetgeving en de nieuwe Taalwet geven ons mogelijkheden om het Fries verder te stimuleren.
2.5 Nije enerzjy foar it bestjoer Over de voortgang van de noodzakelijk geachte bestuurlijke veranderingen in Fryslân zijn we tevreden. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) is probleemloos afgeslankt en efficiënter gemaakt. De gemeentelijke herindeling is in volle gang. De gemeente Súdwest-Fryslân is een feit. De vorming van de gemeente Friese Meren is aanstaande, evenals de opdeling van de gemeente Boarnsterhim. We zijn er trots op dat er inmiddels een helder beeld bestaat van de bestuurlijke inrichting van Fryslân. En op de voortgang die in de totstandkoming daarvan is geboekt. In andere delen van Fryslân zijn gemeenten volop in beweging gekomen. Daarbij is bestuurskracht, en hoe die te bevorderen, een onvermijdelijk onderwerp geworden. Via de streekagenda's, die in 2014 van start gaan, zetten we in op een nieuwe manier van samenwerken met die gemeenten. De samenwerkingsagenda met Súdwest-Fryslân is inmiddels volop in uitvoering. De nieuwe versie van de samenwerkingsagenda voor Leeuwarden staat in het teken van de kandidatuur voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018. De samenwerkingsagenda’s met Smallingerland en Heerenveen zijn, na het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Drachten, geactualiseerd en aangevuld. In het tweede kwartaal van 2013 bereikten we met Leeuwarden en Smallingerland overeenstemming over de nieuwe agenda's. Deze nieuwe samenwerkingsafspraken zijn aan uw Staten ter kennisneming voorgelegd. Ferd Crone (burgemeester gemeente Leeuwarden) ‘Geen stad zonder mooie omgeving, waar het goed leven en werken is en waar landschap en natuur sterk zijn. En omgekeerd, geen leefbaar platteland zonder “om de hoek” stedelijke topkwaliteit van (hoger) onderwijs, banen, topcultuur en medische zorg. Mijn grootste compliment aan het Provinciebestuur is dat we samen de historische kloof tussen stad en platteland willen overbruggen. Letterlijk door betere verbindingen (infrastructuur) en figuurlijk door te werken aan een strategische agenda voor onze Provincie en steden gezamenlijk!’
Kadernota 2014
9
Uit een recente benchmark bleek dat onze organisatie, vergeleken met andere overheden, een relatief kleine overhead heeft. De organisatie krimpt, zoals voorgenomen. Uw Staten worden hierover binnenkort voorgelicht. Ook is de organisatie in het kader van een verbetertraject intensief bezig haar structuur en werkwijze te vernieuwen. Dat proces heeft enige vertraging opgelopen doordat een aantal zaken niet zo goed is gegaan als had gemoeten. Een voorbeeld daarvan is de situatie rondom het grondbeleid. De eerder genoemde krimp zorgt ervoor dat de capaciteit van de organisatie zijn grenzen lijkt te naderen. Verdere afslanking is alleen mogelijk als het takenpakket wordt teruggebracht. De komende tijd willen we hierin scherpe keuzes maken, die we aan u voorleggen.
Onze beloftes voor 2015 en de tussenstand in een oogopslag Resultaat
Voortgang
Er is aanzienlijke voortgang geboekt met de totstandkoming van de digitale snelweg in Fryslân De schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu zijn verder teruggebracht Fryslân produceert op diverse manieren een substantiële hoeveelheid schone energie De Friese economie is versterkt, verbreed en vernieuwd De drie P’s van duurzaamheid (people, planet en profit) zijn het uitgangspunt voor het totale provinciale beleid. Wij zijn al in 2012 een millenniumprovincie en in 2015 een Fair Trade provincie De positie van het midden- en kleinbedrijf is versterkt Er is een succesvol revolverend fonds ingesteld De Friese economie is over de volle breedte versterkt Recreatie en toerisme in en naar Fryslân zijn toegenomen Europa draagt substantieel bij aan het bereiken van de structuurversterking van de Friese economie De kwaliteit van het basis- en hoger onderwijs, en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, zijn verbeterd Het beeld van Fryslân is versterkt Fryslân is nog altijd de mooiste provincie van Nederland Op vernieuwende en creatieve wijze is het voorzieningenniveau op het platteland geborgd, gebruik makend van digitale ontwikkelingen Er zijn forse stappen gezet in de verbetering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad De achteruitgang van karakteristieke gebouwen en van bedrijventerreinen is gestuit Bestaande bedrijventerreinen zijn verbeterd, er zijn nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen aangelegd Fryslân beschikt ook in 2015 over voldoende, schoon en veilig water Zoutwinning onder het land is vervangen door zoutwinning onder zee De geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering De Centrale As, waar nodig met inachtneming van de uitspraken van de Raad van State, is volop in uitvoering De gebiedsontwikkeling rond de Centrale As en N381 heeft geleid tot een goede inpassing van deze wegen in hun omgeving Met nieuwe concepten voor openbaar vervoer en het gebruik van de fiets is de bereikbaarheid van Fryslân verbeterd Een besluit over aanleg van de spoorlijn is gevallen Een nieuwe visie op vaarwegen wordt tot uitvoering gebracht De verkeersveiligheid is verder verbeterd Natuur en landschap zijn met provinciale middelen versterkt De landbouwsector is verder verduurzaamd en nog meer actief als landschapsbeheerder Het sociaal domein is bij de provincie niet meer geformuleerd in zelfstandig beleid maar integraal onderdeel van andere beleidsvelden De jeugdzorg is verder verbeterd en klaar voor een verantwoorde overdracht aan gemeenten Het over Thialf genomen besluit, dat leidt tot behoud van de A-status, is in uitvoering De Friese taal heeft een steviger positie in de Fryske Mienskip Kadernota 2014
10
Cultuur en taal in Fryslân hebben een impuls gekregen op weg naar onze rol als Kulturele Haadstêd in 2018 SNN is efficiënter en slanker geworden De samenwerkingsagenda’s met de vier grote kernen in Fryslân zijn volop in uitvoering De kosten van ons bestuur en onze organisatie zijn in overeenstemming met die van andere provincies Er is een duidelijk beeld van de bestuurlijke inrichting van Fryslân De provinciale werkwijze is vernieuwd en toegesneden op de toekomst De ambtelijke organisatie is aanmerkelijk kleiner geworden en geeft succesvol invulling aan de nieuwe werkwijze Er zijn streekagenda’s tot stand gekomen voor alle regio’s in Fryslân
Legenda:1 Beoogde resultaat zal zeker of hoogst waarschijnlijk niet behaald worden Er is voortgang, maar het resultaat zal vermoedelijk niet (op tijd) behaald worden Er is redelijke voortgang, maar het is onzeker of het resultaat geheel (op tijd) behaald wordt. Het is (zeer) waarschijnlijk dat het beoogde resultaat behaald wordt. Het beoogde resultaat wordt of is al behaald.
2.6 Hoe nu verder: meer nieuwe energie Terugblik Een midterm review is niet alleen bedoeld om terug te kijken en verantwoording af te leggen. We willen er ook lering uit trekken en nagaan wat anders kan of moet. De economische crisis drukte een zeer zwaar stempel op het uitvoeren van onze voornemens in 2011. Niet alleen op economisch terrein, maar ook op andere terreinen die (deels) beïnvloed worden door de economie. Alles overziend, zijn we met betrekking tot de vier thema's waarmee we Fryslân nieuwe energie wilden geven, tevreden over wat we bereikt hebben ten aanzien van het bestuur en de Friese inwoners. Redelijk tevreden zijn we over de geboekte resultaten ten aanzien van de leefomgeving. De ontwikkeling van de Friese economie vervult ons echter met zorg.
Conclusies Hieronder formuleren wij onze conclusies op grond van deze samenvatting van de midterm review. Daarbij gaan wij ook kort in op de acties die wij op grond van die conclusies verderop in deze kadernota voorstellen. Economie: De Friese economie heeft meer energie nodig dan we in 2011 konden voorzien. Een aantal projecten stagneert doordat het voor andere partijen lastig blijkt om de benodigde cofinanciering te realiseren. We onderzoeken of we door middel van versoepeling van de eis van cofinanciering meer projecten los kunnen trekken. Daarnaast is een extra impuls nodig voor: de bouw en de sector recreatie en toerisme; 1
Bij lezing van de tabel moet u zich realiseren dat de daarin toegekende kleuren een andere betekenis hebben dan die in de berap. Waar de daar toegekende score per definitie betrekking heeft op onze eigen inspanningen voor het resultaat, is hier een score toegekend voor het behalen van het resultaat zelf. Bij sommige resultaten verrichten we alle beloofde en gewenste inspanningen, maar wordt toch het geformuleerde resultaat niet behaald, bijvoorbeeld door de crisis. Dat betekent dat de hier toegekende kleurscores soms ‘naar beneden’ afwijken van de in de berap toegekende scores. Kadernota 2014
11
het innovatieve vermogen van Fryslân; de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt; het opwekken van duurzame energie; het MKB. Daarom doen wij u in deze kadernota voorstellen voor: Brede regiomarketing, Waddenprogramma, Stimuleringsprogramma Wifi, Cofinanciering EFRO/Interreg/POP3/Waddenfonds, Fryslân Fair Trade en duurzame energie. Met de investeringsagenda zetten we in op structuurversterking van de Friese economie. Hierin zal ook de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt terugkomen. Leefomgeving: Binnen het thema leefomgeving zijn positieve ontwikkelingen te melden. Maar we hebben ook in beeld gebracht dat de bezuinigingen van het rijk een negatieve invloed hebben op onze inspanningen voor de Friese natuur, waarbij vooral de weidevogels het moeilijk hebben. Daarnaast is een impuls nodig voor: digitale voorzieningen op het platteland; de verkeersveiligheid. Daarom doen wij u in deze kadernota voorstellen voor de Weidevogellandschappen, het Provinciaal meerjarenprogramma natuur en landelijk gebied. Inwoners: Binnen het thema ‘Nije enerzjy foar de ynwenners’ zijn positieve ontwikkelingen te melden. Het succes van de kandidatuur van Leeuwarden voor Europese Culturele Hoofdstad 2018 is hiervan een goed voorbeeld. Om onze ambities waar te maken is een impuls nodig voor: de culturele infrastructuur in de provincie; het realiseren van een kwaliteitsslag van het Fries Museum; de transformatie van Thialf naar een top schaatscentrum. Daarom doen we in deze kadernota voorstellen voor: Kulturele Haadstêd 2018, Nota Grinzen Oer en de kwaliteitsslag Fries Museum. In hoofdstuk vijf komen wij in het kader van ‘Wurkje foar Fryslân terug op Nieuw Thialf. Bestuur: De provinciale organisatie is hard bezig haar structuur en werkwijze te vernieuwen. Daarnaast zetten we volop in op een nieuwe wijze van samenwerken. Hiervoor is een impuls nodig voor: de operationalisering van de streekagenda’s. Hiervoor doen we in hoofdstuk vier een voorstel. Voorstel: 1. Kennis te nemen van de midterm review van het coalitieakkoord 2011-2015 ‘Nije Enerzjy foar Fryslân’ en het uitvoeringsprogramma ‘Koersfêst mei nij realisme’.
Kadernota 2014
12
3. Financiële kaders en keuzes In de midterm review gaven wij aan welke ambities uit het coalitieakkoord wel, deels en (nog) niet zijn gehaald. In het verlengde hiervan doen we, vanaf hoofdstuk vier, voorstellen voor het komende jaar. Hiervoor zijn vanzelfsprekend middelen nodig. Die zijn er in vier vormen: het begrotingssaldo, de vrij aanwendbare reserve (VAR), de REP-middelen en de Nuon-reserve. Onderstaande lichten wij de verschillende bronnen kort toe én presenteren wij hun financiële status. Het uitgebreide financieel kader vindt u in bijlage 3. Met betrekking tot de Nuon-reserve moeten er keuzes worden gemaakt. Daarvoor leggen wij uw Staten, als verzocht, zes scenario’s voor. In het financieel beleid hanteren uw Staten een aantal uitgangspunten. De belangrijkste zijn: de meerjarenbegroting is in evenwicht; de structurele uitgaven zijn even hoog als de structurele inkomsten; bij nieuwe structurele uitgaven moet bezuinigd worden op de bestaande structurele uitgaven; de VAR wordt teruggebracht tot het vastgestelde minimum van € 10,0 miljoen.
3.1 Beschikbare middelen Uw Staten hebben de volgende middelen ter beschikking:
Begrotingssaldo Het begrotingssaldo is het verschil tussen de begrote uitgaven en inkomsten. Wij verwachten een positief begrotingssaldo van € 11,9 miljoen in 2017. In de jaren erna loopt het begrotingssaldo terug naar negatief € 0,4 miljoen in 2022. Structureel:
geen middelen beschikbaar.
Vrij aanwendbare reserve (VAR) De VAR is bedoeld voor tijdelijke uitgaven en functioneert als reserve indien het begrotingssaldo te laag is om voorstellen te dekken of als het begrotingssaldo negatief is. De nota weerstandsvermogen stelt dat de VAR minimaal € 10 miljoen moet bedragen. De meest recente financiële ramingen laten zien dat de VAR in 2017 oploopt tot € 49,2 miljoen. Na aftrek van de minimale omvang, is er dus een bedrag van € 39,2 miljoen beschikbaar. Er moet wel rekening mee worden gehouden dat het VAR-bedrag, door voorziene overschotten de komende jaren, pas in de loop der jaren beschikbaar komt. Het bedrag kan dus alleen gefaseerd worden ingezet. Tijdelijk:
€ 39,2 miljoen, gefaseerd, beschikbaar
Ruimtelijk Economisch Pakket (REP) De REP-middelen zijn onderdeel van het regiospecifiek pakket dat het Rijk en de Noordelijke provincies in een convenant afsloten. De provincie Fryslân droeg vanuit de Nuon-middelen bij aan de REP-middelen. De provinciale REP-pot is leeg. Na aftrek van de middelen voor het innovatiecluster Drachten, is er vanuit het Rijk € 13,2 miljoen beschikbaar. De Noordelijke Kadernota 2014
13
provincies kunnen ook nog rekenen op REP-middelen van het ministerie van EL&I. Voor Fryslân gaat het daarbij om € 4,0 miljoen. Tijdelijk: Provinciale REP-middelen € 0; REP-middelen via provinciefonds € 13,2 miljoen; REP-middelen rijk € 4,0 miljoen.
Reserve Nuon De verkoop van de Nuonaandelen leverde de provincie een boekwinst op van ca. € 1,25 miljard. Dit bedrag is als een bestemmingsreserve toegevoegd aan het eigen vermogen van de provincie. In 2009 besloten uw Staten € 246 miljoen in te zetten voor Friese investeringsimpulsen en de resterende € 1,0 miljard intact te houden. De helft daarvan heeft een waardevast karakter. Van de € 246 miljoen voor Friese investeringsimpulsen in 2009 resteert nog een bedrag van € 132,6 miljoen. Voor de bestedingen verwijzen we naar het financieel kader (bijlage 3). Het restantbedrag is onderdeel van de Nuon-reserve van € 1,145 miljard die we in de volgende paragraaf behandelen. Voorstel: 2. Het financieel kader zoals dat is opgenomen in bijlage 3 bij deze kadernota vast te stellen.
Stofkam/ Tijdelijke budgetten Wij stellen u voor om bij de 2e berap vooralsnog € 5 miljoen uit de tijdelijke budgetten en de stofkam toe te voegen aan de VAR. Hiermee sturen we expliciet op onderbesteding en voorkomen we dat geld te lang binnen de programma’s wordt gereserveerd. Voorstel: 3. Bij de 2e berap 2013 vooralsnog € 5 miljoen uit de onderbesteding bij alle tijdelijke budgetten en de vrijval vanuit de crediteurenpost (structurele en tijdelijke budgetten) toevoegen aan de VAR.
3.2 Nuon middelen scenario’s De totale beschikbare Nuon-reserve, inclusief restant Friese investeringsimpulsen, is circa € 1,145 miljard. In 2009 werd afgesproken hiervan € 1 miljard intact te laten, waarvan de helft waardevast. Om de waardevastheid te garanderen, voegen we jaarlijks circa € 6 miljoen – oplopend tot € 12 miljoen – uit de exploitatiebegroting toe aan de Nuon-reserve. Een soort inflatiecorrectie. Het rendement van de reserve wordt als inkomsten in de begroting opgenomen, jaarlijks een bedrag van ongeveer € 20 miljoen. Op 24 april 2013 heeft u besloten om de Nuon-reserve (deels) in te zetten voor de uitvoering van de nota 'Wurkje foar Fryslân'. In deze nota stelden wij scenario’s voor om te investeren in de Fryske mienskip. U vroeg ons de financiële gevolgen van de zes voorgelegde scenario’s uit te werken. Dat doen we hieronder. Bij die uitwerking nemen we ook het scenario € 480 miljoen balansverkorten en € 450 miljoen investeren mee. Bij alle scenario’s gaan we uit van een basis weerstandsvermogen van € 100 miljoen. Dit conform de stresstest die aangaf dat ca. €100 miljoen voldoende is om tegenvallers op te vangen. De stresstest is opgenomen in bijlage 8. Kadernota 2014
14
Voorstel: 4. Een minimaal weerstandsvermogen aan te houden van € 100 miljoen. Naast de gebruikelijke risico’s, spelen momenteel een aantal andere onzekerheden. Wij stellen voor om – naast dit weerstandsvermogen - een extra buffer aan te houden van € 100 miljoen. Onduidelijk is wat er na 2016/2017 gebeurt met het Btw compensatiefonds. Bovendien is het niet zeker of de Nuon-reserve terugkomt als die wordt ingezet via revolverende fondsen. Ons inziens voldoende redenen om een extra buffer van €100 miljoen te creëren. We stellen voor om de risico’s van het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) te dekken uit deze extra buffer. De investeringen uit het fonds FSFE moeten uiteraard wel worden gefinancierd. Daarom lopen we rente mis die we over die middelen zouden ontvangen als we ze zouden beleggen. Deze rente zit wel structureel in de begroting. Als het FSFE (gedeeltelijk) renderend is wordt deze rentederving (gedeeltelijk) gecompenseerd.2 Bij de berekeningen van de verschillende scenario’s in bijlage 7 maken we de financiële gevolgen inzichtelijk. Hierbij zijn we er vanuit gegaan dat het FSFE voor 2/3 renderend zal zijn tegen een percentage van 2%. Dat betekent dat we verwachten dat we over € 60 miljoen 2% rente zullen ontvangen en dat € 30 miljoen nominaal in stand blijft. Dit is een uitgangspunt. Wanneer uw Staten een besluit nemen over de verdere uitwerking van het FSFE zal een voorstel worden gedaan over het verwachte rendement waarmee gerekend zal worden en de consequenties daarvan voor het FSFE. Binnenkort zullen uw Staten een besluit nemen over het project Breedband. Ook voor dat project stellen we voor de risico’s te dekken uit de extra buffer. Voorstellen: 5. Bovenop het weerstandsvermogen een extra buffer aan te houden van € 100 miljoen. 6. Uit deze extra buffer de risico’s van de revolverende fondsen te dekken, waaronder het FSFE. Uitgangspunt is dat bij een investering van € 300 miljoen (exclusief Fûns Skjinne Fryske Enerzjy), 50% revolverend wordt geïnvesteerd. Op 24 april jl. hebben uw Staten de nota Financieringsinstrumenten vastgesteld. Bij het opstellen van de investeringsagenda wegen we de doelen en de instrumenten tegen elkaar af. In deze afweging nemen we ook de fondsen FSFE en breedband en het multipliereffect van de voorgestelde investeringen mee. Op basis van die afweging doen wij een definitief voorstel voor de verwachte revolverende middelen. Inzetten van de Nuon-reserve vraagt ook een aantal keuzes die wij u voorleggen: de omvang van het investeringsbedrag; balansverkorting of niet; instandhouding waardevastheid van deel Nuon-reserve.
De omvang van het investeringsbedrag U besloot minimaal € 300 miljoen uit de Nuon-reserve te investeren in de Fryske mienskip. Dat bedrag kan nog verhoogd worden. Daarbij moet u er wel rekening mee houden dat elke geïnvesteerde euro uit de reserve een structureel rendementsverlies oplevert. Dus lagere 2
Revolverend betekent dat hetzelfde bedrag weer terugkomt en renderend betekent dat hetzelfde bedrag terugkomt inclusief rente. Kadernota 2014
15
begrotingsinkomsten. Hoe groter de investering, hoe hoger dat rendementsverlies. Volledige inzet van de Nuon-reserve leidt tot het volledig vervallen van het vermogensbeheer rendement (circa € 20 miljoen). Zonder aanvullende maatregelen leidt dat tot noodzakelijke bezuinigingen van dezelfde omvang. Worden de investeringen (deels) revolverend of zelfs renderend ingezet, dan leidt dat op middellange termijn tot minder rendementsderving. Als we, na aftrek van het weerstandsvermogen en de extra buffer (totaal € 200 miljoen), het volledige bedrag van € 900 miljoen inzetten, moeten we na verloop van tijd circa € 200 miljoen op de kapitaalmarkt lenen. Dit leidt tot een extra rentelast, als gevolg van de geldlening van € 200 miljoen, van ongeveer € 4 miljoen per jaar.
Balansverkorting of niet Met een balansverkorting kan de Nuon-reserve ingezet worden zonder structurele bezuinigingen te hoeven doorvoeren. Bij een balansverkorting blijven bepaalde investeringen niet als bezit op de balans staan, maar worden ze versneld afgeschreven van het eigen vermogen. In ons geval dus van de Nuon-reserve. De wet staat dat niet bij alle investeringen toe. Balansverkorting kan alleen bij investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, in de praktijk zijn dat voor ons de wegen. Het gaat dan om de volgende infrastructurele projecten: de structurele verbetering van de hoofdwegenstructuur door middel van projecten als De Centrale As, de N381, de Noordwesttangent en de rondweg om Franeker (Majeure projecten); enkele kleinschalige verbeteringen, waaronder de aanleg van parallelwegen; reconstructies en overige maatregelen (kleine en reguliere projecten). Deze projecten komen de komende jaren voor circa € 480 miljoen als bezittingen op de balans te staan. Op deze bezittingen moeten we afschrijven. Dit zorgt voor een jaarlijks toenemende last op de begroting van uiteindelijk circa € 14,5 miljoen. Deze last wordt in de meerjarenbegroting gedekt. Door de wegen eenmalig af te schrijven ten laste van de Nuon-reserve, zijn we de jaarlijkse afschrijvingslasten kwijt. De balansverkorting zorgt voor structurele ruimte in de begroting. Die ruimte loopt op met het bedrag dat jaarlijks in wegen wordt geïnvesteerd. Uitgaande van een bedrag van € 480 miljoen, loopt de ruimte op van € 4 miljoen in 2014 naar € 15 miljoen in 2019. In bijlage 7 hebben we de structurele ruime voor een periode van 30 jaar inzichtelijk gemaakt. De vrijgemaakte middelen kunnen we besteden aan de opvang van het rendementsverlies door de inzet van de Nuon-reserve en/of aan structureel nieuw beleid. Van genoemde € 480 miljoen wordt € 8 miljoen ingezet voor de afschrijving van nieuwe kleinschalige infrastructurele projecten. In hoofdstuk vier komen we hier op terug. Zoals eerder uiteengezet leidt het niet toepassen van balansverkorting tot structurele bezuinigingen; oplopend met het investeringsbedrag. Per ingezette € 100 miljoen moet er structureel € 2 miljoen worden bezuinigd.
Instandhouding waardevastheid van deel Nuon-vermogen In 2009 is afgesproken om € 1 miljard van de Nuon-reserve in stand te houden, waarvan de helft waardevast. Om deze waardevastheid te garanderen, voegen we jaarlijks € 6 miljoen, oplopend tot € 12 miljoen, uit de exploitatiebegroting aan de reserve toe. In de voorgestelde scenario’s wordt een groot deel van de Nuon-reserve aangewend, voor investeringen of voor balansverkorting. Om die reden zien wij bij vier van de zes scenario’s af van een jaarlijkse inflatiecorrectie voor
Kadernota 2014
16
waardevastheid. Dus ook van de jaarlijkse overboeking van uiteindelijk € 12 miljoen naar de Nuonreserve. Bij scenario’s 1 en 4 gaan we wel uit van waardevastheid. Het loslaten van het waardevastheid van de resterende Nuon-reserve levert structureel ruimte op in de begroting. De omvang daarvan hangt af van het bedrag dat nog waardevast gehouden zou moeten worden. Als dat nog steeds € 500 miljoen is, zoals in scenario’s 1 en 4, is er structureel € 6 miljoen tot oplopend € 12 miljoen minder ruimte. Dat bedrag kan niet ingezet worden om de rendementsderving door investeringen op te vangen en moet dus gevonden worden in extra structurele bezuinigen. Door op verschillende manieren aan de ‘keuzeknoppen’ te draaien, ontstaan er diverse opties. We hebben de verschillende keuzes gecombineerd in totaal zes scenario’s. Toelichting scenario’s Scenario 1: Inzet van de reserve Nuon van € 300 miljoen voor de investeringsagenda. Hierbij is het uitgangspunt dat er naast het weerstandsvermogen van € 100 miljoen een extra buffer van € 100 miljoen wordt aangehouden in de reserve Nuon en dat het afgesproken waardevaste deel van de reserve van € 500 miljoen in tact blijft. De inzet van € 300 miljoen leidt tot een lager rendement op het vermogensbeheer van € 6 miljoen. Scenario 2: Volledig inzetten van Nuon reserve (€ 900 miljoen). Als we – na aftrek van het weerstandsvermogen en de extra buffer van in totaal € 200 miljoen - het volledige bedrag van € 900 miljoen inzetten, leidt dat er toe dat we in de loop der jaren voor circa € 200 miljoen op de kapitaalmarkt moeten gaan lenen. Geschat wordt namelijk dat er in 2016 door de integrale financiering van de provinciale activiteiten nog circa € 700 miljoen aan geld beschikbaar is. Het volledig inzetten van de Nuon-reserve leidt in de begroting tot het vervallen van de rendementen van het vermogensbeheer (ca.€ 20 miljoen) en een extra rentelast als gevolg van de geldlening van € 200 miljoen van ca. € 4 miljoen per jaar. Dit komt per saldo neer op een structurele bezuiniging van circa € 24 miljoen. Rekening houdende met het vervallen van de huidige jaarlijkse inflatiecorrectie aan het waardevaste deel van de Nuon-reserve ad € 8 miljoen resteert er dan een structurele bezuiniging van € 16 miljoen. Scenario 3: Reserve inzetten echter zonder het aangaan van langlopende schulden (€ 700 miljoen). In dit geval is er € 700 miljoen in te zetten en moeten we naar verwachting ca. € 20 miljoen structureel bezuinigen als gevolg van het wegvallen van de rendementen van het vermogensbeheer. Rekening houdende met het vervallen van de huidige jaarlijkse inflatiecorrectie aan het waardevaste deel van de Nuon-reserve ad € 8 miljoen resteert er dan een structurele bezuiniging van € 12 miljoen. Scenario 4: In stand houden waardevastheid € 500 miljoen, in te zetten € 400 miljoen. Hierbij wordt naast het weerstandsvermogen en de extra buffer van in totaal € 200 miljoen afgesproken dat het waardevaste deel van de reserve van € 500 miljoen intact blijft. In dit geval is er € 400 miljoen in te zetten en moeten we als gevolg van het wegvallen van rendement op het vermogensbeheer naar verwachting € 7 miljoen structureel bezuinigen. Scenario 5: Inzet van de reserve Nuon van € 300 miljoen en daarnaast versneld afschrijven van investeringen in wegen van € 480 miljoen. Hierbij wordt naast het weerstandsvermogen en de extra buffer van in totaal € 200 miljoen een versnelde afschrijving van investeringen in wegen toegepast van € 480 miljoen. In dit geval kan er nog € 300 miljoen worden ingezet voor de investeringsagenda. De inzet van € 300 miljoen leidt tot een lager rendement op het vermogensbeheer van € 7 miljoen. Boven de € 300 miljoen wordt nog aanvullend € 90 miljoen uit de te beleggen middelen ingezet voor het FSFE. In dit scenario vervalt de jaarlijkse inflatiecorrectie aan het waardevaste deel van de Nuon-reserve ad € 8 miljoen. De Kadernota 2014
17
vrijval afschrijvingslasten loopt op tot € 14,5 miljoen. Per saldo levert dat een structurele ruimte op van € 4 miljoen tot € 15 miljoen. Scenario 6: Inzet van de reserve Nuon van € 450 miljoen en daarnaast versneld afschrijven van investeringen in wegen van € 480 miljoen. Tijdens de behandeling van de nota ‘Wurkje foar Fryslân’ is vanuit uw Staten het verzoek gekomen om de financiële gevolgen inzichtelijk te maken van een investeringsagenda van € 450 miljoen en eenzelfde bedrag in te zetten voor balansverkorting. We hebben bij de verwerking van dit scenario gewerkt met een versnelde afschrijving van wegenprojecten van € 480 miljoen, omdat we van mening zijn dat we ook in dat scenario balansverkorting volledig moeten doorvoeren. Per saldo levert dat een structurele ruimte op oplopend tot € 13 miljoen. bedragen in miljoen De keuzes 1.Inzet Nuon reserve 2.Balansverkorting 3.Instandhouding waardevastheid € 500 miljoen De consequenties 4.Resterende reserve Nuon 5.Lenen op de kapitaalmarkt 6.Structureel bezuinigen in begroting 7.Structureel overschot in begroting
scenario 1
scenario 2
scenario 3
scenario 4
scenario 5
300 nee
900 nee
700 nee
400 nee
300 480
ja
nee
nee
ja
nee
645
45
245
545
165
nee
ja, 200
nee
nee
nee
scenario 6 450 480 nee
15 nee n.v.t. ja, 6
n.v.t.
ja, 16
n.v.t.
ja, 12
n.v.t.
ja, 7
n.v.t.
n.v.t. ja, van 4 oplopend tot 15
ja, van 2 oplopend tot 13
Via het revolverende Fûns Skjinne Fryske Enerzjy wordt € 90 miljoen geïnvesteerd, Hierbij zijn we er vanuit gegaan dat van het volledige Fonds van € 90 miljoen € 60 miljoen revolverend en renderend zal zijn tegen een percentage van 2% en dat de overige € 30 miljoen revolverend is (nominaal in stand blijft). In scenario 1 en 5 komt dit bovenop de in te zetten € 300 miljoen, in de andere scenario’s zit dit inbegrepen in de in te zetten reserve.
Voorstel: Conform uw motie d.d. 24 april 2013 stellen wij uw Staten voor om te kiezen voor scenario 5. Met de inzet van onze Nuon-reserve willen we structurele en incidentele ruimte laten voor toekomstige Colleges. Door te kiezen voor scenario 5: Ontstaat er € 300 miljoen incidentele ruimte voor een investeringsprogramma; Creëren we een structurele ruimte van € 4,6 miljoen, oplopend tot € 15,7 miljoen; Daardoor zadelen we toekomstige Colleges niet op met een bezuinigingstaakstelling; Er blijft nog € 165 miljoen incidentele ruimte in de Nuon-reserve waarover toekomstige Colleges kunnen beschikken. Wij stellen een investeringsagenda van € 300 miljoen voor. Door de revolverende fondsen Breedband en FSFE (naar verwachting 150 miljoen) buiten de investeringsagenda van € 300 miljoen te laten, investeren we circa € 450 miljoen uit de Nuon-reserve. Daarnaast hebben we Kadernota 2014
18
vanuit onze reguliere middelen al een ambitieuze agenda die uitgevoerd wordt. Het absorptievermogen van de Friese economie heeft ook zijn grenzen. Daarom vinden wij € 300 miljoen voor een investeringsagenda een realistisch bedrag. Voorstellen: 7. Kiezen voor scenario 5 en het College verzoeken de gevolgen van dit scenario te verwerken in de begroting 2014. 8. De structurele ruimte die hierdoor ontstaat toe te voegen aan programma 11, ‘Wurkje foar Fryslân’.
3.3
Risico’s
Van een aantal risico’s is niet bekend wat de consequenties zijn. Incidenteel / structureel In de kadernota zijn enkele voorstellen die mogelijk een structureel karakter krijgen en waarvoor in hoofdstuk 4 wordt voorgesteld om voor 4 jaar middelen beschikbaar te stellen. Dat betekent dat voor deze projecten na 4 jaar een nieuw College moet afwegen of tot structurele financiering wordt overgegaan. De Wet Hof De Wet Hof is door de Tweede Kamer aangenomen. De minister maakte daarbij duidelijk dat decentrale overheden moeten blijven investeren. Wordt de EMU-norm toch op macroniveau overschreden dan volgt eerst bestuurlijk overleg. Btw – compensatiefonds De consequenties van de ontwikkelingen rond het btw–compensatiefonds zijn nog onduidelijk. Voor de afzonderlijke provincies zijn deze nog niet in beeld gebracht. Revolverendheid Bij de berekening van de scenario’s gaan we er vanuit dat 50% van de investeringsagenda revolverend zal zijn. Bij het vaststellen van de investeringsagenda zullen we een definitief voorstel doen voor de mate van revolverendheid. Met de extra buffer die we reserveren dekken we de risico’s hiervan af.
3.4 Vooraankondigingen We verwachten dat een aantal onderwerpen ons de komende jaren met onvermijdelijke uitgaven confronteert. Omdat we niet weten om hoeveel het gaat, is dit niet meegenomen in de voorstellen van hoofdstuk vier. Wij kondigen deze items wel alvast aan.
1. Onderhoudsbeleidskaders voor provinciale wegen en vaarwegen De kostenontwikkeling en de huidige en toekomstige areaaluitbreiding maken dat we het huidige onderhoudsniveau alleen kunnen handhaven bij verhoging van het onderhoudsbudget. We doen hiervoor nog geen voorstel. Met wat er in 2013 in kaart wordt gebracht kunnen uw Staten keuzes maken ter voorbereiding van de kadernota 2015. In het najaar van 2013 ontvangen uw Staten hiervoor een inhoudelijk voorstel.
Kadernota 2014
19
2. Gevolgen Waterwet en baggerwerk Als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet moeten vaarwegbeheerders worden aangewezen. In dat kader leggen wij in 2014 een besluit aan u voor over de vaarwegen die bij de provincie in beheer zijn. Het areaal door de provincie te onderhouden vaarwegen zal naar verwachting toenemen. De verschuiving kan financiële gevolgen hebben op het gebied van baggerbeheer. Verder is er regelgeving in voorbereiding over de onderafdichting van baggerdepots. Wij stellen voor om deze ontwikkelingen af te wachten voordat hiervoor financiële middelen worden gereserveerd.
3. Traverse Lemmer In 2011 hebben de gemeente Lemsterland, Rijkswaterstaat en de provincie een oplossing ontwikkeld voor de bestaande rondweg Lemmer. Op 6 maart 2013 is het plan behandeld in de Statencommissie Lân, Loft en Wetter. Daarbij is het plan voor de traverse door ons College ingetrokken. Ons College gaat het plan nu samen met de bewoners van Lemmer uitwerken. Daarbij worden verschillende varianten uitgewerkt. Eind 2013 wordt het nieuwe plan aan uw Staten voorgelegd. De kosten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend. Voor het oorspronkelijke plan zijn de middelen al beschikbaar gesteld. Voorstel: 9. Kennis te nemen van de risico’s en vooraankondigingen en deze bij de kadernota 2015 opnieuw te bekijken.
Kadernota 2014
20
4 Lopend beleid en nieuwe voorstellen 4.1 Inleiding In de midterm review keken we terug op de afgelopen twee jaar en gaven we alvast richting aan onze ambities voor de komende jaren. In hoofdstuk drie lichtten we toe dat we aan verschillende 'financiële knoppen’ kunnen draaien om de voorstellen, c.q. extra investeringen uit de Nuonreserve te dekken. Op basis van ons coalitieakkoord, het uitvoeringsprogramma en met inachtneming van de midterm review leggen wij u in dit hoofdstuk een aantal voorstellen voor. Los daarvan doen we enkele voorstellen die onontkoombaar zijn. Bijvoorbeeld omdat wij daar door regelgeving of afspraken aan gebonden zijn. Aandachtspunt bij de voorstellen is dat de drie financieringsbronnen – VAR, REP-middelen en Nuon-reserve – momenteel niet even concreet kunnen worden ingezet. De vrij opneembare reserve kunnen we, binnen de bandbreedte van de voorziene overschotten, zonder voorwaarden inzetten. De REP-middelen kunnen we gebruiken wanneer projecten aan een aantal criteria voldoen. De Nuon-reserve kan op ieder moment worden ingezet, maar daarbij moeten we rekening houden met een structurele rendementsderving en bezuinigingsopgave. Voor een aantal projecten, zoals Thialf en het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE), besloten uw Staten al dat de Nuonreserve hiervoor wordt aangesproken. In hoofdstuk vijf leggen we u het afwegingskader voor de investeringsagenda voor die meegenomen wordt in de begroting 2014. Uw Staten bepalen of de projecten die betaald moeten worden uit de Nuon-reserve ook daadwerkelijk binnen de investeringsagenda vallen, of dat dekking moet worden gevonden in het resterende deel van de Nuon-reserve, wat een noodzaak tot extra structurele bezuinigingen met zich meebrengt.3
4.2 Achtergrond In dit hoofdstuk gaan we in op de hoofdlijnen van ons provinciale beleid en maken we onze keuzes voor de komende jaren duidelijk. We beschrijven deze aan de hand van de eerder genoemde vier thema’s: 'Nije enerzjy foar de leefomjouwing', 'Nije enerzjy foar de mienskip', 'Nije enerzjy foar de ekonomy' en 'Nije enerzjy foar it bestjoer'. In bijlage 4 is de hoofdlijn van het lopende provinciale beleid verder uitgewerkt en benoemen we de vigerende beleidsnota’s. De voorstellen worden verder uitgewerkt in bijlage 5.
4.3 Nije enerzjy foar de ekonomy De afgelopen decennia werden kennis en innovatie steeds belangrijker. Niet alleen in het dagelijkse leven, maar ook als drijvende kracht achter de economische ontwikkeling van een land, gebied of bedrijf. Die ontwikkeling zet door, waarmee economisch beleid meer en meer kennis- en innovatiebeleid wordt. Het provinciale beleid volgt die lijn. We ondersteunen de overgang naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie. In de midterm review concludeerden we dat de economische crisis ook aan Fryslân niet voorbij is gegaan. Met name de bouw, toerisme en recreatie en het MKB worden 3
In hoofdstuk 3 wordt de opbouw van de NUON- reserve toegelicht.
Kadernota 2014
21
onevenredig getroffen. Daarnaast heeft de Friese economie een aantal structureel kwetsbare plekken. Het innovatievermogen laat te wensen over, evenals de aansluiting tussen het MBO en de arbeidsmarkt. De crisis beïnvloedt ook de (financiële) armslag van partners in Fryslân om samen met ons de gewenste activiteiten te ontplooien. Dit zien we onder andere terug in het moeilijker van de grond komen van projecten voor duurzame energie. Om die reden willen we hier een forse impuls aan geven. Onder andere via het aangekondigde Fûns Skjinne Fryske Enerzjy. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat ieder huishouden in Fryslân toegang heeft over een goede internetverbinding. We verwachten dat de beschikbare Europese middelen voor Fryslân de komende jaren zullen halveren ten opzichte van de huidige EU begrotingscyclus. Om de wel beschikbare middelen met succes naar Fryslân te halen, stellen we daar eigen middelen tegenover. Uw Staten stelden op 19 september 2012 de provinciale beleidsvisie Ekonomy vast. Enkele van de hierin vastgelegde speerpunten van provinciaal beleid werken we nu uit in uitvoeringsprogramma’s. Hierop vooruitlopend komen we in deze kadernota met de volgende voorstellen voor het thema ‘Nije enerzjy foar de ekonomy’. Onze impuls voor de economie en zichtbaarheid van Fryslân:
1. Cofinanciering POP3, Waddenfonds, EFRO en Interreg Het Waddenfondsbudget voor de periode 2013-2014 bedraagt € 124 miljoen. Naar verwachting leidt dit in die periode tot een groot aantal, uit het Waddenfonds gesubsidieerde, Friese projecten. De cofinanciering hiervoor moet nog grotendeels beschikbaar worden gesteld De provincie Fryslân heeft altijd goed van de Europese programma’s (bijv. EFRO, Interreg en POP) geprofiteerd. Voor het EFRO worden bijvoorbeeld financiële middelen ingezet om eigen economische beleidsdoelen te realiseren. In 2014 start de nieuwe programmaperiode (2014-2020) voor EFRO en Interreg. Als de provincie Fryslân volop gebruik wil maken van deze externe middelen, dan is voldoende provinciale cofinanciering een vereiste. Hetzelfde geldt voor de nieuwe, Europese POP-middelen die in de periode 2014-2020 beschikbaar komen. Naar verwachting gaat dat opnieuw om € 7 miljoen per jaar. Om aanspraak te kunnen maken op deze middelen stellen we voor om een bedrag op te nemen voor cofinanciering van deze fondsen. Met deze provinciale middelen kunnen we via de verschillende fondsen een multiplier realiseren. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 7.000.000,VAR
2. Fryslân Fair Trade Conform het uitvoeringsprogramma werd de provincie Fryslân in 2012 een millenniumprovincie. In hetzelfde jaar is gestart met de andere opdracht: het worden van een Fair Trade provincie in 2015. Het budget hiervoor is in 2012 en 2013 in het Oikocredit gestopt. Dit komt uit het Provinciaal Milieuplan (PMP). In 2014 en 2015 is hier geen budget meer voor. De kosten zijn onder andere bedoeld voor subsidies. Kosten: Kadernota 2014
€ 150.000,-.
22
Voorgestelde dekking:
VAR
3. Generiek programma ‘Bedrijvigheid en Samenleving’ Het Generiek programma Bedrijvigheid en Samenleving is één van de programma’s waarmee we uitvoering geven aan de provinciale beleidsvisie economie. Met het programma willen we de innovatiekracht en de economische dynamiek vergroten, meer werkgelegenheid en een aantrekkelijk vestigingsklimaat realiseren, (jong) talent behouden voor Fryslân en zorgen voor een betere aansluiting tussen economie en arbeidsmarkt. Uw Staten krijgen het programma binnenkort ter vaststelling aangeboden. Voorgestelde dekking:
Bij de begroting zullen wij inzichtelijk maken of dit programma onderdeel kan uitmaken van de investeringsagenda.
4. Breedband Op 20 maart 2013 stelden uw Staten de startnotitie een 'Next Generation Access Network' voor elk huishouden in Fryslân vast. Samen met gemeenten, marktpartijen en andere relevante stakeholders wordt een investeringsplan opgesteld. Met de uitwerking hiervan dragen we substantieel bij aan de realisatie van de digitale snelweg in Fryslân. Kosten:
In het investeringsplan wordt aan de uiteindelijke financieringsconstructie van dit project vorm gegeven. Uitgangspunt is dat de investering na 15 tot 20 jaar geheel terugvloeit.
Voorgestelde dekking:
We stellen voor de eventuele risico’s die ontstaan uit dit fonds ten laste te laten komen van de € 100 miljoen die wij in paragraaf 3.2 hebben gereserveerd als extra buffer uit de Nuon-reserve.
5. Brede regiomarketing Per 1 januari 2013 is de Stichting Fryslân Marketing geliquideerd. De activiteiten van deze organisatie worden tijdelijk voortgezet door de nieuwe stichting Beleef Friesland. In opdracht van de provincie Fryslân, en in nauwe samenwerking met relevante stakeholders en het recreatief toeristisch werkveld, inventariseert een kwartiermaker sinds maart 2013 welke taken de nieuwe organisatie moet gaan uitvoeren. Tegelijkertijd zal de verbreding van het takenpakket van de nieuwe organisatie plaats vinden: van toerisme naar brede regiomarketing. De provinciale dienst bereidt een voorstel voor binnen welke organisatievorm en governancestructuur de regiomarketingactiviteiten moeten plaatsvinden. Het organisatiemodel en het complete takenpakket moeten na de zomer van 2013 duidelijk zijn. Met dit voorstel kan één robuuste regiomarketingorganisatie van de grond komen. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 2.120.000,-, verdeeld over 4 jaar (2014 – 2017) VAR
Onze impuls voor recreatie en toerisme:
6. Toeristisch Waddenprogramma De Wadden zijn in de uitvoeringsagenda Fryslân Topattractie 2011 – 2013 benoemd als één van de unique selling points van Fryslân. Het door alle partijen gedragen en samen met de Waddengemeenten opgestelde toeristisch programma Wadden staat op papier. Het programma heeft als primair doel om door gerichte strategische projecten en acties de economische positie van de toeristisch-recreatieve sector in de Waddengemeente te versterken. Voor 2014 ligt de Kadernota 2014
23
nadruk vooral op de organisatie en voorbereiding van projecten. Deze acties passen niet in het Waddenfonds, maar zijn belangrijk voor een goede uitvoering van het toeristisch programma en de projecten daarin. Na 2014 komt de nadruk steeds meer te liggen op fysieke projecten (bijv. havens en fietspaden langs de dijk) om een daadwerkelijke transitie op de eilanden en ontwikkeling op de vaste wal te bewerkstelligen. De gevraagde middelen zijn bedoeld als voorbereidingskosten en voor projecten. Kosten: De kosten bedragen € 500.000,-. Voorgestelde dekking: VAR
7. Stimuleringsprogramma Wifi Uw Staten hebben op 7 november 2012 een motie aangenomen waarin ons College wordt verzocht een stimuleringsprogramma te maken waarin, in het belang van het toerisme, de beschikbaarheid van Wifi in de publieke ruimte geregeld wordt in toeristische gebieden en toeristische stads- en dorpskernen. Er zijn inmiddels vijf projecten gerealiseerd of bijna gerealiseerd. Om de ervaringen hiervan te benutten voor een grootschaliger uitrol over de provincie in 2014 en daarna zijn additionele financiële middelen nodig. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 600.000,VAR
Onze impuls voor de productie van duurzame energie:
8. Duurzame energie De samenwerkingsagenda op het gebied van water en energie met de gemeente Leeuwarden continueren we voor de periode 2014-2018. In 2016 en 2017 is hiervoor aanvullende financiering nodig. Voor de zomer bieden we tevens het uitvoeringsprogramma duurzame energie aan uw Staten aan. De hiervoor noodzakelijke financiering vragen we bij de kadernota 2015. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 1.000.000,- verdeeld over 2 jaar (2016 en 2017) VAR
9. Fûns Skjinne Fryske Enerzjy In het coalitieakkoord spraken we de ambitie uit om de oprichting van de Enerzjy Kooperaasje Fryslân te initiëren. Uw Staten gaven in de vergadering van maart 2012 de opdracht dit verder uit te werken in de vorm van een Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE). Op 17 oktober 2012 zijn uw Staten geïnformeerd over de stand van zaken en op 27 februari jl. heeft u hierover in het beslisdocument FSFE besluiten genomen. Kosten:
Zie paragraaf 3.2
10. Afsluitdijk In december 2011 stelden uw Staten de ‘Ambitie Agenda Afsluitdijk’ vast. Januari 2013 heeft ons College het uitvoeringsplan ‘De Nieuwe Afsluitdijk' vastgesteld. Het uitvoeringsplan vertaalt de ambities naar projectniveau. Het gaat hierbij om projecten op het gebied van duurzame energie, natuurontwikkeling, recreatie en toerisme. Uitgangspunt is een duurzame innovatieve ontwikkeling van natuur en energie op en rond de nieuwe Afsluitdijk. De projecten geven zowel de Noordelijke economie, innovatiekracht als werkgelegenheid een impuls. Groeikansen liggen er vooral op het terrein van duurzame energieproductie, nieuwe deltatechnologieën en voor de sector recreatie en toerisme. Kadernota 2014
24
Voorgestelde dekking:
We stellen voor om de verschillende projecten uit het uitvoeringsplan te toetsen aan het afwegingskader voor 'Wurkje foar Fryslân'. Projecten die binnen dit kader passen nemen we mee in de investeringsagenda.
4.4 Nije enerzjy foar de leefomjouwing Binnen de kernopgave ‘nieuwe energie voor de leefomgeving’ willen we de kwaliteit van de fysieke leefomgeving (duurzaam) borgen. Vertaald naar begrotingsthema’s moet u daarbij denken aan: verkeer en vervoer, water, landschaps- en natuurontwikkeling, milieubeleid, ontwikkeling van het landelijk gebied, ruimtelijk beleid en wonen. Het gaat daarbij natuurlijk ook om de integrale benadering van deze thema’s. In de midterm review concludeerden we dat we tevreden kunnen zijn met de voortgang die geboekt is op het thema 'Nije enerzjy foar de leefomjouwing'. We hebben daarbij ook in beeld gebracht dat de bezuinigingen van het Rijk een negatieve invloed hebben op onze inspanningen voor de Friese natuur. Met name de weidevogels hebben het moeilijk. Ook constateren we dat de verkeersveiligheid zich deels negatief ontwikkelt. Verder zien we dat partners, door de crisis, moeite hebben met de financiering van projecten. Bijvoorbeeld op het terrein van de woningbouw en investeringen in bedrijventerreinen. Wij verwachten dat uw Staten met de investeringsagenda op deze terreinen impulsen kan geven. Met deze informatie als achtergrond doen wij u de volgende voorstellen. Onze impuls voor de natuur:
1. Weidevogellandschappen Weidevogels zijn een belangrijke cultuurdrager voor de provincie Fryslân. Het aantal weidevogels blijft echter dalen. Daarom hebben Provinciale Staten op 27 februari 2013 in de koersnotitie weidevogels besloten tot een beleidsaanpassing. Met deze notitie kan het dalende aantal weidevogels worden omgebogen naar levensvatbare en duurzame populaties. Binnen het nieuwe beleid zetten we in op het optimaliseren van kritische (omgevings)factoren voor weidevogels. De huidige provinciale bijdrage is niet toereikend om dit nieuwe beleid uit te kunnen voeren. Kosten: Voorgestelde dekking:
De kosten bedragen in totaal € 2,8 miljoen verspreid over de periode van 2014 –2017. VAR
2. Provinciaal meerjarenprogramma natuur en landelijk gebied Het programma Natuur en Landelijk gebied gaat over de uitvoering van natuurmaatregelen in Natura2000 gebieden en overige natuurgebieden. Tevens geeft het uitvoering aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Landbouwstructuurmaatregelen en de verbetering van het landschap. Voor een adequate uitvoering van dit programma is geld nodig voor proces- en uitvoeringsbegeleiding. Deze kosten werden voorheen grotendeels door het rijk betaald. De rijksfinanciering is vervallen en moet door de provincie opgebracht worden. Kosten: Voorgestelde dekking:
Kadernota 2014
€ 2,0 miljoen, verdeeld over een periode van 4 jaar (2014 – 2017). VAR
25
3. Schadevergoeding Ganzenakkoord Vanaf 1 januari 2014 is de provincie Fryslân verantwoordelijk voor de afhandeling en uitbetaling van de aanvragen voor schadevergoedingen. De kosten worden sindsdien bij de provincie in rekening gebracht. We voldoen hiermee aan de verplichting mee te werken aan de uitwerking van het Onderhandelingsakkoord Natuur en de daarvan afgeleide afspraken uit het Ganzenakkoord tussen IPO en G-7 om schade aangericht door ganzen (deels) te vergoeden. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 9,5 miljoen (2014-2017) VAR
Onze impuls voor de verkeersveiligheid:
4. Kleinschalige infrastructurele projecten Op 7 november 2012 namen uw Staten een motie aan om in de kadernota 2014 en de begroting 2014 weer een budget op te nemen voor kleinschalige infrastructurele projecten. In hoofdstuk drie is hiervoor, bij de balansverkorting, een bedrag van € 8 miljoen, verspreid over een periode van vier jaar (€ 2 miljoen per jaar), versneld afgeschreven. Wij kiezen er voor om deze projecten voor een periode van vier jaar af te schrijven en niet voor de volledige looptijd van dertig jaar. Dan zouden we namelijk € 25 miljoen versneld moeten afschrijven, zonder dat hier structurele ruimte tegenover staat. De kleinschalige infrastructurele projecten staan immers nog niet op de balans. Over vier jaar moeten we opnieuw afwegen of we hiervoor middelen beschikbaar stellen. Zonder balansverkorting, moet er voor dit voorstel andere dekking worden gezocht.
5. Zoutopslag De provincie bestrijdt gladheid op wegen met zout. De loodsen waar dit zout wordt opgeslagen moeten worden opgeknapt om te voldoen aan de milieuwetgeving. Hiervoor is een incidenteel bedrag nodig. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 200.000,VAR
Onze impuls voor de ruimtelijke kwaliteit:
6. Bedrijventerrein Hallum De gemeente Ferwerderadiel, de ondernemers van het bedrijventerrein Hallum en uw Staten hebben ons College gevraagd om mee te helpen in het oplossen van de problematiek op en rond het bedrijventerrein Hallum. Op het bedrijventerrein Hallum speelt een bereikbaarheidsproblematiek en is het ontbreken van milieuruimte op korte termijn een probleem. In bijlage 5 zijn verschillende oplossingsrichtingen aangegeven. Wij stellen de volgende oplossing voor: de provincie betaalt mee aan de oplossing van de infrastructurele problemen en reserveert hiervoor € 2 miljoen vanuit begrotingsprogramma 2. Daarnaast is de provincie bereid mee te werken aan een samenwerkingsconstructie met de bedrijven en de gemeente om de problematiek op te lossen met een daarbij passend financieringsinstrument. Wij stellen deze oplossing voor zodat wij vanuit onze rol als één van de beheerders van de Friese wegenstructuur tot een oplossing te komen. Daarnaast kunnen we op deze manier gezamenlijk met de ondernemingen kijken hoe de geluidsproblematiek opgelost kan worden. Kosten: Voorgestelde dekking: Kadernota 2014
Nu € 2 miljoen en op een later moment de uitkomst van de financieringsconstructie. De kosten worden niet uit de VAR gehaald, maar worden gedekt uit programma 2.
26
4.5 Nije enerzjy foar de mienskip Dit thema raakt zowel de identiteit als de ontwikkeling van de Friese samenleving. Provinciale kerntaak is het stimuleren van de Friese taal en cultuur. Als provincie zijn we (nog) verantwoordelijk voor de jeugdzorg en de ontwikkeling van kinderen en gezinnen met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. In het sociale domein trekt de provincie zich terug als initiërende overheid. Als samenwerkingspartner blijven we wel op onderdelen actief. In de midterm review concludeerden we ronduit tevreden te zijn met de ontwikkelingen binnen het thema 'Nije enerzjy foar de mienskip'. De volgende voorstellen doen we dan ook om voort te bouwen op hetgeen goed gaat. Het doorgaan van Leeuwarden naar de tweede ronde van de verkiezing tot Kulturele Haadstêd 2018 maakt dat we een geloofwaardige (financiële) bijdrage willen leveren om deze titel in de wacht te kunnen slepen. Ook willen we het Fries Museum steunen in de omslag naar haar nieuwe rol. Verder maken we de financiering rond voor het laatste loopjaar van de nota Grinzen Oer, waarmee we impulsen geven aan de Friese cultuur. Ook gaan we er voor zorgen dat de Friese musea een nieuw depot krijgen. Onze impuls voor de Friese cultuur:
1. Kulturele Haadstêd Met onze kandidatuur voor de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018 krijgt de culturele structuur in de gehele provincie een impuls. Als Leeuwarden de nominatie in de wacht sleept, start een meerjarenprogramma dat richting 2018 een geleidelijke opbouw kent en het jaar daarop wordt afgebouwd. Het programma, dat de basis vormt voor de kandidatuur van Leeuwarden, staat beschreven in het bidbook dat juli 2013 wordt ingeleverd. Financiële middelen zijn nodig om het programma als zodanig ook uit te kunnen voeren. Zonder financiële steun maakt Leeuwarden geen kans om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te worden. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 8,6 miljoen Een reservering op de VAR. We gaan de investering ook toetsen aan het afwegingskader voor de investeringsagenda. Mocht dit voorstel in de investeringsagenda terugkomen dan ontstaat er ruimte in de VAR die kan worden ingezet bij de begroting 2014 of op een later moment.
2. Nota 'Grinzen Oer' De nota 'Grinzen Oer' behandelt het Friese cultuur-, taal- en onderwijsbeleid op hoofdlijnen. Het geeft een provinciebrede visie op deze onderwerpen. Hiermee zijn de beleidskaders tot en met 2016 uitgewerkt. In de begroting 2012 stelden uw Staten de benodigde middelen beschikbaar voor uitvoering van deze nota tot en met 2015. Omdat de begroting voor 4 jaar wordt vastgesteld, zijn geen financiële middelen beschikbaar gesteld voor 2016. Omdat de nota in 2016 doorloopt vragen wij tijdelijke financiële middelen voor dat laatste jaar. Bij de uitvoering van de beleidsnota 'Grinzen Oer' is het noodzakelijk om vanaf 2014 al middelen te kunnen committeren voor 2016. Vandaar dat we dit meenemen in de kadernota 2014. Kosten: Voorgestelde dekking:
Kadernota 2014
€ 1.914.000,VAR
27
3. Fries Museum Het nieuwe Fries Museum opent september 2013 haar deuren op de nieuwe locatie. Op de oude locatie, met het oude beleid, trok het museum jaarlijks circa 55.000 bezoekers. Het nieuwe museum streeft naar 100.000 bezoekers per jaar. De museumorganisatie is niet volledig toegerust op de nieuwe taak- en doelstellingen. Met een kleinere, slagvaardiger, naar buiten gerichte en volledig op haar nieuwe taken toegeruste organisatie kan het museum een kwaliteitsslag maken. Dan kunnen ook de ambities, tegen lagere kosten, worden gerealiseerd. Het Fries Museum kan zelf niet voorzien in de kosten voor deze kwaliteitsslag. Niet reorganiseren leidt echter tot een minder ambitieus beleid en minder bezoekers. € 750.000,VAR
Kosten: Voorgestelde dekking:
4. Museumdepot Aan uw Staten is een besluit voorgelegd over de bouw van een duurzaam museumdepot voor Tresoar en de vier provinciale musea: Fries Museum, Fries Scheepvaartmuseum, Natuurmuseum Fryslân en het Fries Landbouwmuseum. Om de kwaliteit van het Friese erfgoed ook op termijn te garanderen, moet er een betere voorziening komen. Bovendien is het nieuwe depot belangrijk voor de samenwerking tussen de provinciale musea en Tresoar. Het depot biedt een goede basis voor het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op het Friese culturele erfgoed als ook het beheer en behoud daarvan. Voorgestelde dekking:
We stellen voor het Museumdepot te bekostigen uit de Nuonreserve. Met deze kadernota stellen uw Staten het afwegingskader voor ‘Wurkje foar Fryslân’ vast. Nadat uw Staten dit afwegingskader hebben vastgesteld, kunnen wij beoordelen of het Museumdepot onderdeel uitmaakt van de investeringsagenda. Het uiteindelijke besluit hierover valt bij het vaststellen van deze investeringsagenda in november. Mocht het Museumdepot geen onderdeel uitmaken van de investeringsagenda, dan zullen wij bij de begroting een ander financieringsvoorstel doen.
Onze impuls voor de sport:
5. Nieuw Thialf Op 26 juni 2013 bespreken uw Staten een voorstel over de realisatie van Nieuw Thialf. Dit project moet van Thialf in 2016 weer een top schaatscentrum maken. De financiële kaders van de totale ambities zijn bepaald in het programma van eisen van 19 december 2012. Er wordt uitgegaan van een totale investering van €106 miljoen. Provinciale Staten hebben € 50 miljoen beschikbaar gesteld, waarvoor in ieder geval een nieuwe wedstrijdhal gerealiseerd moet worden. Voorgestelde dekking:
Kadernota 2014
In de begroting 2013 is een voorwaardelijk budget REP-middelen voor Thialf opgenomen voor een bedrag van € 20 miljoen. De overige € 30 miljoen moet uit de Nuon-reserve komen. In de vergadering van 26 juni jl. is voorgesteld om dit vooruitlopend op de integrale afweging voor de investeringsagenda beschikbaar te stellen. (Zie hierover ook paragraaf 5.6)
28
4.6 Nije enerzjy foar it bestjoer In ons coalitieakkoord kondigden wij een aantal resultaten aan die wij deze collegeperiode willen realiseren met betrekking tot de manier waarop Fryslân wordt bestuurd. Niet alleen door ons, maar ook door de gemeenten. Wij zijn volop met die voornemens aan de slag gegaan. Voor het welslagen van de streekagenda’s doen wij het volgende voorstel.
1. Streekagenda In de midterm review staat dat we op een nieuwe manier samenwerken met gemeenten via de Streekagenda’s. Zo komen we tot een (meer) effectieve en slagvaardige gezamenlijke inzet van provincie, gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties in de Friese plattelandsregio’s. Het initiëren en uitvoeren van belangrijke gemeenschappelijke en bovenlokale opgaven bundelen we in gezamenlijke streekagenda’s. Daarbij dringen we tegelijk de bestuurlijke en de ambtelijke inspanningen in de regio's terug. Genoemde kosten zijn communicatie-, voorbereidings- en ontwikkelingskosten. Kosten: Voorgestelde dekking:
€ 800.000,VAR
4.7 Voorstel Wij stellen voor om de volgende onderwerpen en projecten te financieren uit de VAR en te verwerken in de begroting 2014.
Voorstel
Kosten Nije enerzjy foar de ekonomy
Cofinanciering POP3, Waddenfonds, EFRO en Interreg Fryslân Fair Trade Brede regiomarketing Toeristisch Waddenprogramma Stimuleringsprogramma Wifi Duurzame energie subtotaal
€ 7.000.000 € 150.000 € 2.120.000 € 500.000 € 600.000 € 1.000.000 € 11.370.000
Nije enerzjy foar de leefomjouwing Weidevogellandschappen Provinciaal meerjarenprogramma natuur en landelijk gebied Schadevergoeding ganzenakkoord Kleinschalige infrastructurele projecten Zoutopslag subtotaal
Kadernota 2014
€ 2.800.000 € 2.000.000 € 9.500.000 € 8.000.000,uit balansverkorting € 200.000 VAR: € 14.500.000 inclusief kleinschalige infrastructurele projecten: € 22.500.000
29
Nije enerzjy foar de mienskip € 8.600.000 € 1.914.000 € 750.000 € 11.264.000
Kulturele Haadstêd 2018 Nota Grinzen Oer Fries Museum subtotaal Nije enerzjy foar it bestjoer Streekagenda subtotaal TOTAAL Beschikbaar in de VAR Restant VAR na aftrek voorstellen
€ 800.000 € 800.000 € 37.934.000 € 49.200.000 € 11.266.000
Omdat we een ondergrens van € 10 miljoen hanteren voor de VAR is er nog € 1,266 miljoen vrij beschikbaar. Op het moment dat het resultaat van de stofkam/onderbesteding tijdelijke budgetten (zie paragraaf 3.1) daadwerkelijk vrijvalt wordt hier nog € 5 miljoen bij opgeteld. Bij de begroting komen wij met een voorstel over welke onderwerpen een startnotitie aan uw Staten zal worden voorgelegd. Voorstellen: 10. In te stemmen met de voorstellen die gedaan zijn voor de inzet van de VAR en ons College op te dragen deze voorstellen uit te werken in de begroting. 11. Kennis te nemen van de voorstellen die ons College meeneemt in de weging van de projecten voor de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’.
Kadernota 2014
30
5. Wurkje foar Fryslân 5.1 Aanleiding Op 24 april stelde u de nota 'Wurkje foar Fryslân' vast. Hiermee heeft u het brede kader voor de investeringsagenda vastgesteld. Met deze investeringsagenda geven we een impuls aan de Friese economie, die rechtstreeks ten goede komt aan de Fryske mienskip. Dat doen we door € 300 miljoen uit de Nuon-reserve vrij te maken. Dit ter versterking van de economische basis, ter verbetering van het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid en ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. In de nota 'Wurkje foar Fryslân' is toegezegd dat we in deze kadernota met een afwegingskader komen, waarmee u de projecten op hun effecten kunt beoordelen. Deze belofte komen we hier na. Vooruitlopend op de investeringsagenda leggen we in dit hoofdstuk tevens een aantal quick wins die we graag nog dit jaar in uitvoering nemen. De reden? We willen zo snel mogelijk een verschil maken met de inzet van onze middelen. In voorgaande hoofdstukken las u dat we al veel investeren in de Friese economie. De investeringsagenda bouwt voort op de basis die we met onze reguliere middelen leggen. Uitgangspunt is dat we de economie in de periode 2013-2017 een extra, forse impuls willen geven. Met als leidraad de grote uitdagingen waar we momenteel voor staan. Korte termijn uitdaging is de groeiende werkloosheid. Eind februari stond de teller op ongeveer 30.000 niet-werkende werkzoekenden, waaronder veel jongeren. Andere uitdagingen zijn de toenemende armoede – die we via extra werkgelegenheid willen keren – en het moeilijk verkrijgen van bedrijfsfinanciering. Op langere termijn willen we de concurrentiekracht van het bedrijfsleven verder versterken. Bijvoorbeeld door het stimuleren van hun innovatievermogen, exportoriëntatie en samenwerking. Daarnaast vraagt ook de gebrekkige aansluiting van de beroepsbevolking op de behoeften van de arbeidsmarkt en het stimuleren van investeringen in duurzaamheid onze directe aandacht.
5.2 Uitgangspunten In de nota ‘Wurkje foar Fryslân’ hebben uw Staten al een aantal uitgangspunten voor deze investeringsagenda aangegeven: Eerder spraken we af dat we de Nuon-reserve niet over de balk gooien, maar op verantwoorde wijze inzetten zodat toekomstige generaties er ook van kunnen profiteren; We gaan uit van onze eigen kernrollen en taken en een gezamenlijke inzet met gemeenten, bedrijven en instellingen (Koöperaasje Fryslân); Investeringen zijn aantoonbaar structuurversterkend voor één (of meerdere) onderscheidende kwaliteiten van Fryslân en hebben aantoonbare maatschappelijke effecten; De middelen worden waar mogelijk revolverend en/of renderend ingezet, het voorlopig uitgangspunt is 50% revolverend voor het totale programma (zie ook par. 3.2); We houden rekening met afspraken die zijn gemaakt voor het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy, de Streekagenda’s, Samenwerkingsagenda’s en Breedband, waarbij de werkgelegenheidscomponent zwaar meeweegt; De middelen zijn niet bedoeld voor het dichten van gaten in de begroting, de interne huishouding van de provincie, het in stand houden van externe organisaties, en voorstellen met structurele financiële consequenties. Kadernota 2014
31
5.3 Directe kwaliteitsimpuls Het reguliere beleid zetten we in om de economische basis op orde te brengen. Met het programma ‘Wurkje foar Fryslân’ willen we niet zozeer inzetten op méér van hetzelfde, maar op béter: van kwantiteit naar kwaliteit! Kwaliteit in de economische structuur, het menselijk kapitaal en de leefomgeving van Fryslân. Daarbij gaan we uit van onze eigen Fryske kracht: Economische speerpunten (agribusiness, watertechnologie, toerisme & recreatie, zorgeconomie en duurzame energie, maar ook MKB/maakindustrie, kennisinfrastructuur en opleidingen); Eigen cultuur en identiteit (opleidingen, taal, cultuurhistorie, sport/recreatie, karakter/trots); Prachtige omgevingskwaliteit (meren/Wadden/wouden, landschap en landelijk gebied, stedenschoon). Op basis van deze kracht zetten we in op een schaalsprong in kwaliteit, een impuls in: Economische structuur: forse versterking van de concurrentiekracht en het verdienvermogen van het bedrijfsleven; Menselijk kapitaal: sterk vergroten van de weerbaarheid van samenleving, mensen en arbeidsmarkt; Leefomgeving: meer doen met bestaande ruimte en gebouwde omgeving, extra impuls voor duurzaamheid en uitbouwen van echte Fryske iconen. Het is duidelijk dat ingezet wordt op economische structuurversterking, kwaliteit en groei voor Fryslân op lange termijn. Een kwaliteitslag voor de lange termijn blijft het uitgangspunt, maar de crisis vraagt nu ook om directe maatregelen die op korte termijn resultaat hebben voor de werkgelegenheid en bedrijfssectoren in nood. Directe investeringen in bijvoorbeeld de bouwsector, infrastructuur en recreatie & toerisme pakken op korte termijn gunstig uit, maar dragen ook bij aan economische structuurversterking en groei op lange termijn. De investeringsagenda die aan u wordt voorgelegd is te onderscheiden in drie onderdelen: 1. Investeringsagenda met een afwegingskader (economische structuur, menselijk kapitaal, leefomgeving) als beoordelingsstructuur van projectvoorstellen met effecten op de lange termijn; 2. Projecten, die vooruitlopen op de investeringsagenda als gevolg van eerder genomen besluiten van PS, aangenomen moties en toezeggingen van het College, te financieren uit de Nuon-reserve. Deze projecten zijn dan ook (nog) niet getoetst aan een afwegingskader; 3. Quick win projecten met globaal afwegingskader voor directe korte termijn impuls.
5.4 Thema’s investeringsagenda Op basis van de hierboven geformuleerde uitgangspunten en de beschreven kwaliteitsimpuls van het programma, ontstaat het onderstaande voorstel voor de investeringsagenda met de volgende thema’s als hoofdlijnen:
1. Economische en maatschappelijke structuurversterking Integrale lange termijnprogramma’s ten behoeve van de uitbouw van onze economische speerpuntsectoren(Research & Development, open innovatie, pilots, marketing, etc.) o Watertechnologie o Agribusiness/BBE o Toerisme & recreatie o Zorgeconomie (cure & care) o Duurzame energie Kadernota 2014
32
Dakfonds (fonds dat belegt in andere fondsen), waarmee de provincie revolverende fondsen uit de markt stimuleert t.b.v. financiering in de verschillende fasen in de financieringsbehoefte van ondernemingen (bedrijfsopzet, productontwikkeling, marktintroductie en/of groei). Een dergelijk fondsinstrument bevordert de multiplier van het programma. Verbeteren van toegang voor bedrijven tot (bancaire en andere) kredietfaciliteiten.
2. Versterking menselijk kapitaal Versterken van beroepsopleidingen, stimuleren van verdere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en verbeteren van de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld Dairy Chain). Fonds voor zelfsturing en initiatiteven van burgers op lokaal niveau.
3. Kwaliteitsverhoging leefomgeving Cofinanciering van passende projecten uit streek- en samenwerkingsagenda’s. Transformatiefonds ten behoeve van opwaardering en verduurzaming van de gebouwde omgeving (woningbouw, vrijkomende publieke gebouwen, zorginstellingen etc.). Voorstel: 12. De thema’s van de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ vast te stellen.
5.5 Afwegingskader De investeringsagenda dient zodanig inhoud te krijgen, dat deze optimaal bijdraagt aan de geformuleerde doelen en effecten van het programma en uitvoering geeft aan onze wens om een kwaliteitsimpuls te realiseren in economische structuur, menselijk kapitaal en leefomgeving. De investeringsagenda krijgt inhoudelijk vorm door projecten die zorgvuldig worden afgewogen. Wij stellen het volgende afwegingskader voor dat bestaat uit drie ‘zeven’ waar we mogelijke projecten doorheen halen.
Zeef 1: Thema’s De eerste selectie vindt plaats op basis van de bijdrage van het projectvoorstel aan de prioritaire thema’s van de investeringsagenda (par 5.4): Economische structuur a. Integrale lange termijnprogramma’s ten behoeve van de uitbouw van onze economische speerpuntsectoren. b. Dakfonds voor revolverende fondsen uit de markt t.b.v. financiering van bedrijfsinitiatieven in de financieringsketen van ondernemingen. c. Verbeteren van toegang voor bedrijven tot kredietfaciliteiten. Menselijk kapitaal a. Versterken van beroepsopleidingen, stimuleren van verdere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en verbeteren van de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. b. Fonds voor zelfsturing en initiatieven van burgers op locaal niveau. Leefomgeving a. Cofinanciering van passende projecten uit streek- en samenwerkingsagenda’s. b. Transformatiefonds ten behoeve van opwaardering en verduurzaming van de gebouwde omgeving. Kadernota 2014
33
Bij een positieve beoordeling van een projectvoorstel op deze thema’s, past het project in de structuur van de investeringsagenda en kan het project in de bijbehorende categorieën worden ingedeeld.
Zeef 2: Projecten Een projectvoorstel dat positief beoordeeld is op de bijdrage aan de thema’s, wordt vervolgens beoordeeld op kwaliteit en waarde van het project aan de hand van vijf criteria: a. Coherentie: aansluiting bij provinciaal beleid en aanvullend ten opzichte van het reguliere beleid. b. Legitimiteit: overheidsrol, met name voor de provincie aanwezig, en voldoend aan weten regelgeving (o.a. staatsteun en aanbesteding). c. Effectiviteit: opzet en kwaliteit van het project is zodanig dat beoogde effecten waarschijnlijk lijken en het project voldoende bijdrage levert aan het verdienvermogen van het bedrijfsleven, weerbaarheid van mensen, duurzaamheid en/of identiteit. d. Efficiëntie: het project heeft voldoende effect in verhouding tot geïnvesteerde Nuongelden (rendement/effect van de investering) en lokt aanvullende middelen uit van private partijen en/of Europese, Rijks- en andere overheden (multiplier) als coinvestering binnen het project. De inzet van de middelen is revolverend volgens de gestelde normen (afhankelijk van ontwikkelingsfase bedrijf/product, vereist verdienmodellen, een breed portfolio en lange termijn horizon). e. Samenhang: het project houdt rekening met mogelijke effecten elders in de keten, bovenprovinciale synergie, ondersteunt en werkt door in meerdere prioritaire thema’s en is in en/of buiten de investeringsagenda breder zichtbaar. Noot: Criteria a tot en met d zijn de vier criteria waar een project in ieder geval in totaal voldoende op moet scoren. De criteria zullen in de definities nog verder worden uitgewerkt, en mogelijk zullen de criteria verschillend worden gewogen op belangrijkheid. De bijdrage van een project aan meerdere thema’s en de waarde van het project buiten de investeringsagenda (criteria e) is een pré. De beoordeling van het project op de samenhang en de bijdrage aan andere overige effecten en (beleids)thema’s, speelt echter vooral een rol wanneer een aantal projecten onderling moeten worden afgewogen (zeef 3).
Zeef 3: Samenhang agenda Als de kwaliteit en waarde van het project positief is beoordeeld (op basis van de criteria uit zeef twee), zullen deze in de derde zeef in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld om te bezien of hiermee een integraal samenhangende en doelgerichte investeringsagenda ontstaat en blijft ontstaan. Dit gebeurt aan de hand van de criteria: a. Effectratio: aantal bereikte bedrijven, gecreëerde arbeidsplaatsen, verminderde emissies, etc.) per geïnvesteerde Nuon-euro; b. Multiplier: co-investeringen van andere (private en publieke) partijen binnen het programma; c. Revolverendheid: de ingezette Nuon-middelen hebben een financieel renderend karakter en keren deels terug (voorlopig uitgangspunt 50%). Dit afwegingskader is in de volgende figuur samengevat.
Kadernota 2014
34
Figuur 4: Samenvatting afwegingskader ‘Wurkje foar Fryslân’
Verantwoording Om ons hoge ambitieniveau te tonen en verantwoording aan uw Staten te kunnen afleggen, stellen we voor om voor het programma op drie hoofdaspecten concrete doelstellingen vast te stellen: Effecten investeringsagenda Revolverendheid Multiplier
Doelstelling 1: Effecten investeringsagenda op programmaniveau Voor het kunnen meten van de effecten van de investeringsagenda hebben we een beperkt aantal indicatoren geselecteerd, die indicatief zijn voor het succes van onze inspanningen op de drie thema’s. Het betreft de volgende indicatoren: 1. Economische structuurversterking Behoud en toename van de structurele werkgelegenheid met 2.500 vaste arbeidsplaatsen tot en met 2017 en rekening houdende met na-ijleffecten 7.500 vaste arbeidsplaatsen tot en met 2020. Een realisatie van 1.600 arbeidsjaren in 2015 als gevolg van de investeringen in de eerste twee jaren van het programma. Verhoging van het innovatievermogen van het bedrijfsleven door stijging van de innovatie-index tot het nationale gemiddelde (t.o.v. 92 in 2012). 2. Menselijk kapitaal Instroom van Fryske jongeren in HBO/WO toegenomen van 30% in 2011/2012 tot landelijk gemiddelde van 36% in 2020. Werkloosheid in middelbare beroepen afgenomen van circa 8.000 eind 2012 tot maximaal 5.000 in 2020. 3. Kwaliteit leefomgeving Kadernota 2014
35
Aantal verouderde gebouwen dat is gerenoveerd/hergebruikt (doelstelling percentage hergebruik wordt bij de begroting bepaald). Toename van de productie van duurzame energie van 6% in 2012 tot 16% in 2020.
Bij deze indiactoren merken we op dat we voor het behalen van de doelstellingen ook afhankelijk zijn van externe factoren. De genoemde indicatoren en doelstellingen zijn voorlopige uitgangspunten. In het uitvoeringsprogramma dat u bij de begroting 2014 zal worden voorgelegd zullen we de definitieve doelstellingen onderbouwd benoemen. Voor zover dit al niet gebeurt, zullen deze indicatoren in De Staat van Fryslân worden gemonitord.
Doelstelling 2: Revolverendheid op programmaniveau Het voorlopige uitgangspunt is dat bij een investering van € 300 miljoen (exclusief Fûns Skjinne Fryske Enerzjy), 50% revolverend wordt geïnvesteerd. De investeringsvolumes die worden begroot voor de verschillende thema’s van de investeringsagenda. Wij zullen de inhoudelijke opbouw en begroting van de investeringsagenda analyseren en bij de begroting 2014 zal een definitieve doelstelling voor de het revolverende deel van de investering aan u worden voorgelegd.
Doelstelling 3: Multiplier op programmaniveau De multiplier (één euro levert meer dan één euro op uit externe financieringsbronnen) betreft de uitgelokte investeringen van de Nuon middelen bij private en publieke organisaties. De ervaringen wijzen uit dat het in een periode van laagconjunctuur lastiger is om het bedrijfsleven te verleiden tot investeringen en een aanzienlijk deel van de benodigde financiering privaat te verwerven. Tevens is de inhoudelijke opbouw van de investeringsagenda bepalend voor de hoogte van de multiplier. Voor economische projecten is vaak op voorhand een inschatting te maken van het aandeel van publiek/private financiering, dit is voor de thema’s menselijk kapitaal en kwaliteit van leefomgeving lastiger te voorspellen. Voor wat betreft de publieke cofinanciering realiseren wij ons dat de gemeenten in toenemende mate beperkte middelen hebben om bij te dragen. Ook op rijksniveau wordt fors bezuinigd, nieuwe Europese fondsen voor regionale ontwikkeling (OPEFRO) bieden vanaf 2014 wel kansen op publieke cofinanciering, maar minder dan voorheen. Bij het definitieve voorstel voor het programma komen wij met een voorstel hoe om te gaan met de gevraagde publieke cofinanciering van met name gemeenten voor wat betreft ‘Wurkje foar Fryslân’. Daarbij houden we er rekening mee dat we de tot nu toe gehanteerde norm 1/3 provinciaal geld en 2/3 extern geld voor dit programma mogelijk loslaten en zeker voor wat betreft de gemeenten daar een ander uitgangspunt voor te formuleren. Voorstel: 13. De norm 1/3 provinciaal geld en 2/3 extern geld los te laten en bij de investeringagenda een nieuwe norm vast te stellen.
Projecten die vooruit lopen op de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ Als gevolg van eerder genomen besluiten van uw Staten, aangenomen moties en toezeggingen van het College, is er sprake van een categorie projecten, te financieren uit de Nuon-reserve die vooruitlopen op de definitieve investeringsagenda. Deze projecten zijn dan ook niet getoetst aan een afwegingskader, maar zijn van een zodanig belang dat wij ze hier ter besluitvorming aan u voorleggen. Het betreft de volgende projecten:
Kadernota 2014
36
1. Nieuw Thialf (zie ook paragraaf 4.4) Op 19 december 2012 heeft u een besluit genomen om maximaal € 50 miljoen beschikbaar te stellen voor een nieuw Thialf. Het dekkingsvoorstel voor dit bedrag is u op 26 juni 2013 voorgelegd. In de begroting is voorwaardelijk budget REP Thialf van € 20 miljoen opgenomen. In uw vergadering van 26 juni is voorgesteld om de resterende € 30 miljoen vooruitlopend op de integrale afweging voor de investeringsagenda beschikbaar te stellen uit het budget van € 300 miljoen.
2. Samenwerkingsagenda’s Smallingerland en H eerenveen Op 24 april 2013 hebben uw Staten een motie aangenomen met de strekking “concreet invulling te geven aan de samenwerkingsagenda’s van Smallingerland en Heerenveen”. Ter invulling van deze motie is u een separaat voorstel voorgelegd voor de financiering van deze samenwerkingsagenda’s. Hieronder treft u een dekkingsvoorstel aan voor deze voorstellen. Samenwerkingsagenda Heerenveen: voorgesteld wordt € 10 miljoen beschikbaar te stellen uit ‘Wurkje foar Fryslân’ als aanvulling van het RSP pakket “bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Heerenveen” tot een bedrag van € 25,5 miljoen. De directe aanleiding is de komst van drie nieuwe zuivelfabrieken op het IBF. Voor de € 10 miljoen worden turbo-rotondes bij Tjalleberd aangelegd en wordt de aansluiting op de A32/A7 verbeterd. Deze extra ontsluiting is vooral bedoeld voor de afwikkeling van het verkeer van en naar het IBF bedrijventerrein, waarbij ook het stadiongebied en het verkeer van en naar Heerenveen beter ontsloten wordt. Het gaat dan om het aanbrengen van een parallelle wegen structuur langs de A32. Rijkswaterstaat vindt als wegbeheerder van de A32 dat door de komst van de zuivelfabrieken, de op- en afrittenstructuur en het onderliggende wegennet beter aangepast moet worden. Deze werkzaamheden leveren naar schatting 100 tijdelijke arbeidsjaren op. De eerste paal van een van de zuivelfabrieken is reeds geslagen. Door de komst van de zuivelfabrieken Aware/Fonterra en Ausnutria Hyproca ontstaan er 425 structurele arbeidsplaatsen. Samenwerkingsagenda Smallingerland: voor de samenwerkingsagenda met Smallingerland betreft het een vijftal projecten (totale investering € 22,8 miljoen) waarvoor wij € 11,4 miljoen beschikbaar stellen, incl. € 0,65 miljoen voor de quick win “verbeteren binnenvaarthaven Drachten”. Het betreft de volgende projecten: Waterfront Drachten; verbreding waterverbinding Oudega en waterfront Oudega; verbreding pleziervaartaansluiting en natuurontwikkeling bij Oudega; langzaam verkeer verbinding Drachten-Oudega. Deze projecten vormen samen de invulling van het project Oostelijke poort Friese Meren uit de visie “bestemming Drachten”. De werkgelegenheidseffecten bedragen 244 arbeidsjaren. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij naar het separate voorstel dat aan u is voorgelegd.
3. Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt Op 28 november 2012 hebben uw Staten een motie aangenomen waarin u ons College verzoekt om de vrijgevallen € 170.000,- uit het project Talinten foar Jonge Minsken te bestemmen voor projecten die de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt bevorderen en/of jeugdwerkloosheid bestrijden. Het doel van deze motie valt onder het thema Versterken van het menselijk kapitaal van de investeringsagenda. Door dit programma geven wij uitvoering aan het thema van uw motie en zetten wij sterk in op de aansluiting arbeidsmarkt onderwijs. Vanuit de investeringsagenda zullen wij naar verwachting zwaarder inzetten op dit onderwerp dan de door u gevraagde € 170.000,-.
Kadernota 2014
37
Voorstellen: 14. Het afwegingskader voor de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ vast te stellen. 15. Het afwegingskader ook van toepassing te verklaren op de structurele ruimte binnen begrotingsprogramma 11. 16. De beschreven projecten die vooruitlopen op de definitieve investeringsagenda vast te stellen voor verdere uitvoering binnen de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’.
5.6 Korte termijnimpuls Veel van de projectvoorstellen en investeringen zullen op de lange termijn rendement opleveren. We willen de economische crisis echter direct bestrijden via een aantal (‘no regret’) investeringen om de toenemende (jeugd)werkloosheid terug te dringen. Voor deze zogenaamde quick wins stellen we een eenvoudig afwegingskader voor dat bestaat uit de volgende criteria: 1. Starten in 2013 kan (d.w.z. aanpak, organisatie en financiering rond en project is obstakelvrij) en effecten binnen 2 jaar meetbaar. 2. Substantiële extra werkgelegenheid. Voor de samenhang met de lange termijn doelen toetsen we de quick wins tevens aan de volgende globale beoordelingscriteria: a. Vergroten van het lange termijn verdienvermogen (innovatievermogen, kennisimpuls, structurele werkgelegenheid) b. Stimuleren van duurzaamheid (CO2-reductie, efficiënter gebruik energie, water, grondstoffen, etc.) c. Versterken van de identiteit en zichtbaarheid Fryslân (cultuur en taal, natuur en landschap, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit) We hebben bewust gekozen om dit afwegingskader niet verder uit te werken met voorwaarden en spelregels, maar kiezen voor een afweging op basis van draagvlak. Daarom willen we uw Staten voorstellen op basis van dit afwegingskader te besluiten over onderstaande projectvoorstellen. De navolgende projectvoorstellen komen op basis van de bovengenoemde criteria in aanmerking voor de status van quick win.
Quick Wins 1. Verbeteren binnenhaven Drachten (onderdeel samenwerkingsagenda Smallingerland) Drachten heeft een belangrijke binnenhaven in Fryslân. Logistieke studies hebben uitgewezen dat Drachten door de ligging en de aanwezige infrastructuur in het noorden de meest gunstige vestigingsplaats is voor noordelijke overslag van weg naar water. Om Drachten een aantrekkelijke locatie te laten blijven en in de toekomst verder te laten groeien, moeten een aantal knelpunten in Drachten worden aangepakt. Onderdeel van deze knelpunten is de slechte bereikbaarheid van de voor- en natransport Loswal, De Lier (infrastructuur). Wanneer de klinkerwegen worden vervangen door nieuwe asfaltwegen met een beter wegprofiel, zullen onder andere de aan de haven gebonden bedrijven beter bereikbaar zijn. Gevraagde provinciale bijdrage: € 0,65 miljoen. Verwachte Werkgelegenheidseffecten: 16 arbeidsjaren.
Kadernota 2014
38
2. Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân Om de ontwikkelingen in toerisme en recreatie te stimuleren en een financiële bijdrage te leveren aan investeringsplannen heeft de provincie Fryslân vanaf 2009 de STINAF ingezet. STINAF staat voor Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân. De STINAF biedt een bijdrage voor investeringen in verduurzaming en kwaliteitsverbetering van toeristische accommodaties en voorzieningen. De toerisme- en recreatiesector heeft het de afgelopen jaren zwaar gehad vanwege de economische omstandigheden en ook de slechte zomerseizoenen zijn daar mede oorzaak van. Om de werkgelegenheid, de kwaliteitsverbetering en de verduurzaming van deze sector een impuls te geven stellen wij voor om de regeling STINAF opnieuw open te stellen voor een bedrag van € 6 miljoen. Bij deze openstelling hanteren we de speerpunten: bevorderen van duurzaamheid; op peil houden en uitbouwen van werkgelegenheid; geven van ruimte aan kwalitatief en innovatief ondernemerschap. Gevraagde provinciale bijdrage: € 6 miljoen Verwachte werkgelegenheidseffecten: 180 arbeidsjaren.
3. Stagnerende projecten Recreatie & Toerisme Er is sprake van een cluster van een tiental relatief kleine toeristische projecten, die uitvoeringsgereed zijn en waarvoor de cofinanciering gereed is. Deze kunnen echter niet uitgevoerd worden door de uitputting van de PMJP budgetten. Het zijn veelal gemeentelijke projecten die goed aansluiten bij het provinciaal beleid. Met een provinciale bijdrage van € 660.000 kan een investering worden losgetrokken van € 2,7 miljoen. Door de uitputting van de PMJP middelen is er ook stagnatie in de uitrol van vuilwater afvoersystemen in havens. Met een provinciale bijdrage van € 1 miljoen kunnen 10-15 projecten in uitvoering worden genomen in samenwerking met gemeenten en Wetterskip Fryslân. Gevraagde provinciale bijdrage: € 1,66 miljoen Verwachte werkgelegenheidseffecten: 27 arbeidsjaren.
4. Monumentenregeling Sinds 2011 hebben wij een stimuleringsregeling voor restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek aan monumenten. De aanvragen voor restauratie overtreffen de beschikbare middelen altijd fors. In 2012 moesten we meer dan een derde van de aanvragen afwijzen omdat het subsidieplafond de eerste dag al was bereikt. Om zoveel mogelijk restauratie- en herbestemmingsplannen die klaar zijn voor uitvoering financieel rond te krijgen, stellen wij voor om met ingang van 2013 voor een periode van 3 jaar een bedrag van € 3,65 miljoen toe te voegen aan de subsidieregeling voor monumenten. Daarnaast willen we eenmalig € 0,55 miljoen toevoegen aan het Cultuurfonds voor Monumenten. Dat is een revolverend fonds dat wordt beheerd door het Nationaal Restauratiefonds (NRF). Het is bedoeld voor Friese karakteristieke niet-rijksmonumentale monumenten, die niet in aanmerking komen voor een subsidie (bv. woningen). Deze plannen kunnen dan in aanmerking komen voor een lening met een laag rentetarief. Uit deze middelen wordt ook € 50.000,- bijgedragen aan een vergelijkbaar cultuurfonds binnen de gemeente Súd-West Fryslân, dat op dezelfde leest geschoeid is en onderdeel uitmaakt van de samenwerkingsagenda met de gemeente Súd-West Fryslân. Gevraagde provinciale bijdrage: € 4,2 miljoen. Verwachte werkgelegenheidseffecten: 219 arbeidsjaren.
Kadernota 2014
39
Met de bovenstaande vier quick win projecten worden niet de gewenste 1.600 arbeidsjaren behaald. Wij verwachten dat er in de komende periode in het besluitvormingsproces en uit de samenleving nog projectvoorstellen zullen worden ingediend, die in aanmerking kunnen komen voor de quick win status. Bij de begroting 2014 zullen nieuw ingediende (quick win) projectvoorstellen behandeld kunnen worden. Voorstellen: 17. Het afwegingskader voor de korte termijn vast te stellen. 18. In te stemmen met de voorgestelde quick wins. 19. De bijgevoegde begrotingswijziging 2013 voor de financiering van de quick wins vast te stellen.
Hieronder geven wij de in dit hoofdstuk genoemde projecten nog even schematisch weer: Gevraagde provinciale bijdrage
Voorstel
Verwachte werkgelegenheidseffecten
Quick wins 1 Verbeteren binnenhaven Drachten Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk 2 Fryslân (STINAF) Stagnerende projecten Recreatie & 3 Toerisme 4 Monumentenregeling
€ 650.000
16 arbeidsjaren
€ 6.000.000
180 arbeidsjaren
€ 1.660.000
27 arbeidsjaren
€ 4.200.000 € 12.510.000
219 arbeidsjaren 442 arbeidsjaren
Projecten die vooruitlopen op de investeringsagenda 1 Nieuw Thialf Samenwerkingsagenda’s Smallingerland en 2 Heerenveen
€ 30.000.000 € 21.400.000
5.7 Vervolgproces en communicatie 1. Afwegingskader en investeringsagenda Het afwegingskader zoals wij u dat in de voorgaande paragrafen hebben voorgelegd is een eerste stap naar een robuust en effectief uitvoeringsprogramma ‘Wurkje foar Fryslân’. De doelen, methodiek en de spelregels van het afwegingskader moeten nog verder worden uitgewerkt. De definitieve doelstellingen en de investeringsagenda leggen wij u bij de begroting 2014 voor. Bij deze gelegenheid zullen wij u als onderdeel van de investeringsagenda nieuwe quick win voorstellen voorleggen, waarover u een besluit kunt nemen. Tevens zullen wij u ook een uitvoeringsprogramma en de bijbehorende sturing- en mandaatafspraken voorleggen. De voorstellen worden uitgewerkt in samenhang met de nota financieringsinstrumenten.
Kadernota 2014
40
Bij de begroting 2014 stelt u vervolgens de quick wins voor 2014 vast. Daarnaast neemt u een besluit over de projecten ‘met een voorgeschiedenis’ uit de Nuon- reserve die wij in de paragraaf hierboven hebben beschreven.
2. Communicatie met de Mienskip Er zijn veel reacties binnengekomen uit de mienskip; grote, kleine, rijpe en groene voorstellen. Indieners van deze voorstellen hebben bericht gekregen dat hun voorstel in eerste instantie zal worden gebruikt als inspiratiebron. Als de investeringsagenda vorm krijgt zullen voorstellen worden bekeken aan de hand van het afwegingskader. Plannen die hieraan voldoen zullen bij het opstellen van de investeringsagenda worden betrokken met als doel te komen tot een samenhangend programma. Met initiatiefnemers zal hierover contact worden gezocht. In de praktijk zal dit betekenen dat ook een deel van de voorstellen niet verder mee genomen zal worden. In alle gevallen zal hierover met indieners helder worden gecommuniceerd. Om het draagvlak te vergroten en toegang te krijgen tot netwerken en nieuwe ideeën zal een klankbordgroep met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties worden ingesteld, die advies geeft bij de ontwikkeling van het programma en jaarlijks de voortgang monitort. In deze klankbordgroep zullen vertegenwoordigers worden uitgenodigd van o.a. VNO-NCW en MKB, kennisinstellingen en gemeenten. Wij zullen belanghebbenden (bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, gemeenten, maatschappelijke organisaties, etc.) uitnodigen om met concrete plannen te komen die binnen de afwegingskaders passen. Zo zijn er in dit kader door de provincie al initiatieven genomen om samen met de bouwsector te komen tot een inventarisatie van de belangrijkste knelpunten. Wij nemen als provincie een duidelijke regierol op ons door initiatiefnemers met andere partijen te verbinden om projecten op te schalen en thema’s die onvoldoende gerealiseerd lijken te gaan worden aan te jagen. Voor de uitvoering zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande structuren en instrumenten, zoals Ondernemersplein, clusterorganisaties, etcetera. Voorstel: 20. In te stemmen met definitieve uitwerking van het programma ‘Wurkje foar Fryslân’ bij de begroting 2014.
Kadernota 2014
41
6. Overzicht besluitvorming In dit hoofdstuk vatten wij samen welke besluitvorming wij van u op de verschillende punten verlangen. Provinciale Staten: 1. Nemen kennis van de midterm review van het coalitieakkoord 2011-2015 ‘Nije Enerzjy foar Fryslân’ en het uitvoeringsprogramma ‘Koersfêst mei nij realisme’; 2. Stellen het financieel kader zoals dat is opgenomen in bijlage 3 bij deze kadernota vast; 3. Voegen bij de 2e berap 2013 vooralsnog € 5 miljoen uit de onderbesteding bij alle tijdelijke budgetten en de vrijval vanuit de crediteurenpost (structurele en tijdelijke budgetten) toe aan de VAR; 4. Besluiten een minimaal weerstandsvermogen aan te houden van € 100 miljoen; 5. Besluiten bovenop het weerstandsvermogen een extra buffer aan te houden van € 100 miljoen; 6. Besluiten uit deze extra buffer de risico’s van de revolverende fondsen te dekken, waaronder het FSFE; 7. Kiezen voor scenario 5 en verzoeken ons College de gevolgen van dit scenario te verwerken in de begroting 2014; 8. Besluiten de structurele ruimte die hierdoor ontstaat toe te voegen aan programma 11, ‘Wurkje foar Fryslân’; 9. Nemen kennis van de risico’s en vooraankondigingen zoals beschreven in paragraaf 3.3 en zullen deze bij de kadernota 2015 opnieuw bekijken; 10. Stemmen in met de voorstellen die gedaan zijn voor de inzet van de VAR en dragen ons College op deze voorstellen uit te werken in de begroting; 11. Nemen kennis van de voorstellen die ons College meeneemt in de weging van de projecten voor de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’; 12. Stellen de thema’s van de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ vast; 13. Laten de norm 1/3 provinciaal geld en 2/3 extern geld los en stellen bij de investeringagenda een nieuwe norm vast. 14. Stellen het afwegingskader voor de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’ vast; 15. Verklaren het afwegingskader ook van toepassing op de structurele ruimte binnen begrotingsprogramma 11; 16. Stellen de beschreven projecten die vooruitlopen op de definitieve investeringsagenda vast voor verdere uitvoering binnen de investeringsagenda ‘Wurkje foar Fryslân’; 17. Stellen het afwegingskader voor de korte termijn vast; Kadernota 2014
42
18. Stemmen in met de voorgestelde quick wins; 19. Stellen de bijgevoegde begrotingswijziging 2013 voor de financiering van de quick wins vast; 20. Stemmen in met definitieve uitwerking van het programma ‘Wurkje foar Fryslân’ bij de begroting 2014.
Kadernota 2014
43