Wordt er meer in veiligheid geïnvesteerd ?
2
Is er een nieuw tuchtsysteem op komst ?
3
Belgische operationele inzet in 2015
6
De psychosociale risico’s op het werk
7
Halfjaarlijkse Informele Vergadering CHOD / vakbonden
9
Samenwerking met de Marine in de strijd tegen de verontreiniging en toezicht op beschermde natuurgebieden op zee
11
Parlementaire vragen en antwoorden
12
Btw op erelonen advocaten geannuleerd ?
14
Groeten of niet ?
15
Persberichten Ministerraad
16
Transgender binnen Defensie
17
Brand
20
Info Defensie — Januari 2015
in dit nummer...
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
1
Wordt er meer in veiligheid geïnvesteerd? De voorbije weken werden jullie uitvoerig geïnformeerd in welke situatie Defensie zich bevindt. Diegenen die de laatste weken de media gevolgd hebben, stellen ongetwijfeld vast dat iedereen het eens is dat het zo niet meer verder kan. Begin van dit jaar werd een nota gelekt naar de media, waarbij de CHOD een aantal maatregelen voorstelt om de opgelegde besparing van 225 miljoen euro dit jaar te realiseren. Deze nota voorziet o.a. een wervingsstop, waarbij er nog maximum 660 militairen zullen aangenomen worden in 2015, dit in tegenstelling tot het voorgestelde cijfer van 1.360 dat vermeld staat in de beleidsnota van de Minister. Vandaag zijn er nog om en bij de 30.000 militairen in actieve dienst en de komende jaren zullen er duizenden het leger op natuurlijke wijze verlaten. Indien het aantal aanwervingen niet op een normaal peil van minstens 2.000 militairen per jaar wordt gebracht, zal Defensie vlug zijn dieptepunt bereiken en beneden een getalsterkte van 20.000 manschappen terechtkomen! Is het dit misschien wat deze rechtse regering wenst? Een andere opmerkelijke vaststelling is het feit dat de ‘kleine investeringsmiddelen’ voor 2015 volledig worden geschrapt. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de dagelijkse werking van heel wat eenheden en diensten in het gedrang zullen komen. Maar bovendien komen door deze blinde besparingen (dit in tegenstelling tot wat geschreven stoat in het regeerakkoord) de arbeidsomstandigheden en veiligheid van ons personeel in het gedrang. Ook zullen de moeilijke maatregelen, die in 2014 al werden genomen, in 2015 en later worden aangehouden en zelfs versterkt worden met extra bezuinigingsmaatregelen. Terwijl de Defensiestaf een plan voorlegt waarbij de uitgaven op het gebied van werking en opdrachten met gemiddeld 20% zullen verminderd worden (minder vaardagen, manoeuvredagen en aanpassing van het vliegplan), beslist deze regering, op voorstel van de ministers die bevoegd zijn voor onze veiligheid (Defensie en Binnenlandse zaken), om militairen in te zetten om bewakingsopdrachten uit te voeren in vervanging van de politie. Het is schrijnend om te vernemen dat zowel federale als lokale politiediensten omwille van besparingen materiaal moeten gaan lenen bij onze buurlanden en niet de financiële middelen hebben om politieagenten in te zetten om onze veiligheid te garanderen! Laat het duidelijk zijn dat ACOD begrip heeft voor de inzet van het leger wanneer er een verhoogde terreurdreiging is in België. Dit gebeurde trouwens ook destijds, in de jaren 1980, met de aanslagen van
2
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
de “Cellules Communistes Combattantes” (CCC). Deze organisatie had in België meerdere aanslagen gepleegd tegen militaire installaties, waaronder brandstofpijplijnen en communicatie-installaties. Maar indien deze regering opnieuw de financiële middelen zou toekennen aan onze politiediensten, dan is het niet nodig om militairen in het straatbeeld te brengen. Militairen mogen - om het personeelstekort bij de politie te verdoezelen en wegens besparingen op het gebied van veiligheid - geen goedkope oplossing worden voor de vervanging van politieagenten. Bovendien stellen wij ons de vraag of de inzet van militairen in vervanging van politieagenten een duurzame en verantwoorde oplossing is...
Veiligheid heeft zijn prijs. De gebeurtenissen van de voorbije dagen (de aanslagen in Parijs en het voorkomen van een terreurdaad die werd voorbereid in Verviers en andere plaatsen in België) hebben onze politici misschien overtuigd om toch maatregelen te voorzien om de veiligheid van onze bevolking te garanderen. De dreiging van terreur is niet ver weg en op lange termijn is het zeker aangeraden te investeren in onze veiligheid en de nodige middelen te geven aan o nz e v e i li g h ei d s di e n s t e n (p o l i ti e , inlichtingendiensten, Defensie, ...). ACOD zal zeker zijn mening geven wanneer dit debat gevoerd wordt, maar er vooral voor zorgen dat de arbeidsomstandigheden en veiligheid van ons personeel centraal staan in de discussies.
Is er een nieuw tuchtsysteem op komst ? Met de besprekingen in het kader van het nieuwe statuut G1 werd ook ons huidig tuchtsysteem in vraag gesteld. Sommige hoog geplaatste officieren zijn van oordeel dat de huidige tuchtwet, die dateert van 1975, voorbijgestreefd en niet meer realistisch is, noch voldoet aan de huidige noden van Defensie... In het nieuwe statuut G1 werden de volgende statutaire maatregelen opgenomen die kunnen worden uitgesproken ten opzichte van de militair:
de inhouding op de wedde; de tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregel; de definitieve ambtsontheffing. Wat betreft de tuchtrechtspleging is nog steeds de actuele Wet 14 Jan 75, houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht (hierna de “wet van 1975” genoemd), van toepassing met daarbij het KB 19 Jun 80 (vooral tuchtprocedure) en het reglement DGHRREG-CARDI-001 van 15 juli 2014. Om deze tuchtrechtspleging te verduidelijken werden een aantal instructies geschreven, waaronder de instructie DGJM-SPS-ORDEHANDH-001 “Basisprincipes met betrekking tot het opleggen van tuchtsancties (operationele tucht en rechtspositionele tucht), ordemaatregelen, maatregelen van inwendige orde en andere bestuursbeslissingen”. In de Krijgsmacht bestaan er vandaag voor de militairen twee tuchtstelsels:
een operationeel geïnspireerd tuchtstelsel (met een aantal bijzondere regelingen) en;
een (gewoon) tuchtstelsel dat te vergelijken is met de tuchtregeling die geldt voor niet-militaire ambtenaren. De finaliteit van al deze bestuurshandelingen worden genomen om hetzelfde doel, namelijk “het herstel van de goede werking van de dienst” Vandaag bestaat er in het tuchtreglement (CARDI) geen duidelijke omschrijving wat het onderscheid is tussen “de operationele tucht” en de “rechtspositionele tucht”. Vandaar dat de hierboven vermelde instructie (omzendbrief) geschreven werd die een aantal begrippen in de bestaande wetgeving, rechtspraak en rechtsleer moeten verduidelijken. Vanuit juridisch oogpunt zijn de militairen ook ambtenaren. Maar gelet op hun operationele roeping kent hun statuut specifieke, op de operaties gerichte
bepalingen. Met het opleggen van tuchtstraffen, maar ook via ordemaatregelen en maatregelen van inwendige orde, beoogt de overheid de vrijwaring of het herstel van de goede orde van de dienst te verzekeren.
Tuchtsancties De operationele tucht “De operationele tucht” (kleine tucht genoemd) is gericht op de handhaving van de operationele slagkracht van een eenheid tijdens een opdracht. Het vereist een snelle inzet om onmiddellijk doeltreffend te werken om het gewenste gedrag van de militair te bekomen. Het is dan ook logisch dat de wetgever gekozen heeft voor een strafbevoegdheid die zich in principe (in eerste aanleg) op lokaal niveau (compagnie en bataljon) bevindt. Het adjectief “kleine” slaat niet op de strafmaat, maar op de bevoegde bestraffende instanties.
De rechtspositionele tucht “De rechtspositionele tucht” (grote tucht genoemd) is er om na te gaan of de persoon zijn plaats heeft in de organisatie en er geen behoefte is aan snelrecht. Het respect van de waarden van Defensie zijn enorm van belang en het leven in een groep gedurende een langere periode in moeilijke omstandigheden kan soms een impact hebben op de persoon en de groep. De bedoeling van dit tuchtstelsel is immers om te beoordelen of een militair, gelet op zijn laakbaar gedrag, nog militair kan blijven; de zwaarste straf is het ontslag. Het adjectief “grote” slaat evenmin op de strafmaat, maar op de bevoegde bestraffende instanties die zich op een hoog echelon (in principe de Minister van Landsverdediging of de Koning) bevinden. Voorbeelden zijn o.a..: inhouding op de wedde, tijdelijke ambtsontheffing bij tuchtmaatregel, de definitieve ambtsontheffing.
Ordemaatregelen Ordemaatregelen zijn beslissingen met zware gevolgen voor de betrokkene zonder
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
3
dat het de bedoeling is om te straffen. De schuldvraag wordt niet gesteld en niet beantwoord. Het is de rechter (in beginsel de Raad van State) die, rekening houdend met de concrete omstandigheden die zich aandienden, bij een geschil met het bestuur zal oordelen of de gevolgen van de beslissing zwaar genoeg zijn om te kunnen spreken van een ordemaatregel. Voorbeelden van ordemaatregelen zijn: de schorsing bij ordemaatregel, de “blue flight” (de terugzending uit buitenlandse operaties), de mutatie bij ordemaatregel, de intrekking van een veiligheidsmachtiging, de ontheffing uit een commandofunctie, het automatische ontslag na het verlies van burgerlijke en politieke rechten en de ondertoezichtstelling van militairen (een soort van voorlopige hechtenis van militairen gedurende maximum 24 uur door de korpscommandant).
Maatregelen van inwendige orde Maatregelen van inwendige orde zijn niettuchtrechtelijke beslissingen met slechts lichte gevolgen voor de betrokkene. Voorbeelden zijn: de gewone mutaties, de vaststelling van een dienstregeling, de weigering van verlof om dienstredenen, het geven van een opmerking, de opstelling van een tuchtverslag (informatieverslag). Bij een geschil is het de rechter, die niet gebonden is met het bestuur, die over de overheid verstrekte kwalificatie beslist en hij kan, rekening houdend met de concrete omstandigheden van de zaak, oordelen dat de gevolgen van de beslissing groot genoeg zijn om te kunnen spreken van een ordemaatregel.
Juridisch... He t o n de rs ch ei d t us se n t uc ht str af fe n, ordemaatregelen en maatregelen van inwendige orde is niet louter academisch, maar het heeft een aantal belangrijke juridische gevolgen. De bestraffende instantie kan enkel de wettelijk voorziene tuchtstraffen opleggen (nulla poena sine lege). Voor de ordemaatregelen en de maatregelen van inwendige orde is er echter geen limitatieve lijst van mogelijke beslissingen nodig. Dit is logisch: de overheid moet immers op de gepaste manier kunnen reageren op iedere vorm van ordeverstoring die zich aandient. Welke maatregelen daarbij juist nodig zijn, is moeilijk vast te leggen. De tuchtprocedure en de strafbevoegdheid zijn statutair geregeld. Voor de ordemaatregelen is dit
4
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
slechts uitzonderlijk het geval (zoals bij de schorsing bij ordemaatregel) en voor de maatregelen van inwendige orde quasi nooit. De wet van 1975 bevat wel een bepaling met algemene draagwijdte die voor de militaire chefs een rechtsgrond vormt om ordemaatregelen en maatregelen van inwendige orde te nemen. De militaire chefs zijn eveneens verantwoordelijk voor de door hun ondergeschikten veroorzaakte ongeregeldheden, wanneer deze zich hebben kunnen voordoen wegens hun nalatigheid of hun overdreven inschikkelijkheid! Het “recht van verdediging” (een algemeen rechtsbeginsel) geldt enkel in strafzaken en in tuchtzaken maar niet bij het opleggen van ordemaatregelen en maatregelen van inwendige orde. Bij ordemaatregelen is in beginsel wel het “recht om gehoord” te worden van toepassing. Dit beginsel van behoorlijk bestuur houdt in dat de betrokkene voorafgaandelijk aan de beslissing de mogelijkheid moet krijgen om zich nuttig te verweren tegen de in het vooruitzicht gestelde maatregel. De modaliteiten van het recht om gehoord te worden zijn vergelijkbaar met deze van het recht van verdediging: onder meer recht op toegang tot het dossier, recht op bijstand door een raadsman, recht op een contradictoir debat, recht op voldoende tijd voor een verweer. De rechter beoordeelt de naleving van het recht van verdediging echter strikter. Tuchtstraffen en ordemaatregelen vallen onder het toepassingsdomein van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. Zij moeten dus “formeel” gemotiveerd worden. Maatregelen van inwendige orde niet. Nog een onderscheid betreft de mogelijkheid om een beroep bij de Raad van State in te stellen: tuchtstraffen en ordemaatregelen zijn aanvechtbaar, maatregelen van inwendige orde niet. Volgens de rechtspraak zijn de beslissingen cumuleerbaar. Het uitgangspunt is dat de beslissingen een andere finaliteit nastreven. Zo kan een militair voor dezelfde feiten gestraft worden met een tuchtstraf van de operationele tucht (kleine tucht) en met een tuchtstraf van de rechtspositionele tucht (grote tucht) → (zie Arrest arbitragehof Nr59/97). Zo kan eveneens een
ordemaatregel gecombineerd worden met een tuchtsanctie, maar ook verschillende ordemaatregelen kunnen gecombineerd worden, het gaat immers niet om straffen → (zie Rechtspraak Raad van State). Ook combinaties met strafrechtelijke uitspraken zijn mogelijk. Zo kan een veroordeling voorafgegaan of gevolgd worden door een schorsing bij ordemaatregel. Zo kan een militair na een strafrechtelijke veroordeling nog gestraft worden met een tuchtstraf van de rechtspositionele tucht. De finaliteit van de beslissingen is immers anders: enerzijds, de bescherming van de belangen van de maatschappij en anderzijds, de bescherming van de belangen van de Krijsmacht. De wetgever heeft echter een uitzondering gemaakt voor de tuchtstraffen van de operationele tucht. Volgens artikel 43, 1° van de wet van 1975 kan een (operationele) tuchtstraf niet gecumuleerd worden met een strafrechtelijke straf. De wetgever heeft deze uitzondering ingesteld omdat de operationele tucht van strafrechtelijke aard is en beoogt om maatschappelijke belangen - en niet enkel de belangen van de Krijgsmacht - te vrijwaren. De tuchtvergrijpen zijn immers de strafrechtelijke overtredingen die ontbreken in het Militair Strafwetboek. Vandaag voorziet het tuchtreglement voornamelijk dat enkel een militair in actieve dienst bij het plegen van feiten die zich voorgedaan hebben op een terrein, in een gebouw, schip, vliegtuig (dat in gebruik is door of ten behoeve van Defensie) en in militair uniform bestraft kan worden. Feiten die zich voorgedaan hebben in de privésfeer zijn niet opgenomen in het huidig tuchtreglement.
consignes voor alle militairen (nablijven tot 21.00 Hr) vermindering van het verlof geldboetes bevriezing geldelijke anciënniteit voor 1 jaar tijdelijke ambtsontheffing 50% i.p.v. 75% wedde na een bepaald aantal straffen automatisch voorstel korpscommandant toepassen rechtspositionele tucht de procedures van het opstarten van statutaire maatregelen vereenvoudigen … Deze dienen dan besproken te worden met de representatieve vakorganisaties. Ter informatie: onze noorderburen (Nederland) voorzien bij tuchtvergrijpen tijdens de gewone dienst geldboetes van 350 euro per tuchtvergrijp en in operaties kan dit oplopen tot een geldboete van 700 euro tot maximum 1400 euro! Ook horen wij signalen dat sommige het idee hebben om de militaire rechtscolleges zoals “het Militair Gerechtshof” en de “Krijgsraden” opnieuw te activeren in vredestijd. In 2003 werden de militaire rechtscolleges in vredestijd (daar er geen redenen meer voorhanden waren om militairen door andere rechtscolleges te laten berechten dan de burgers) door een politieke consensus afgeschaft. De wetgever heeft enkel het Wetboek van strafrechtspleging voor het leger opgeheven, maar de specifieke positie van de militairen vanuit het oogpunt van de strafwet werd behouden.
Ook worden zaken van insubordinatie en desertie vaak niet vervolgd door de parketten (wegens andere prioriteiten) en geklasseerd als misdrijf zonder gevolg. Sommige chefs willen een wijziging van de tuchtwet en vinden het noodzakelijk dat de straffen aangepast worden en voelbaar zijn. Volgens hen missen de straffen vandaag hun effectiviteit en dienen deze enkel als ernstige waarschuwing. Ze zouden enkel nog impact hebben voor de militairen die nog moeten bevorderen. Binnen DGHR werd een werkgroep opgericht die een aantal voorstellen aan het uitwerken zijn, waaronder o.a. :
ACOD ziet vandaag geen enkele reden om opnieuw een stap terug te zetten en opnieuw te gaan naar aparte Krijgsraden en “het Militaire Gerechtshof”. ACOD is van mening dat preventie en vorming een cruciaal onderdeel zijn. Iedereen moet goed weten wat de “normen en waarden van Defensie” zijn. Indien er een goed “Leadership” is, zal dit zeker bijdragen tot het opleggen van minder straffen. Ook vinden wij dat het “recht op verdediging” voor elke vorm van bestuurshandeling moet verzekerd worden!
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
5
Belgische operationele inzet in 2015 De ministerraad keurde het operationele inzetplan voor de Belgische troepen in 2015 goed, dat minister van Defensie Steven Vandeput heeft voorgesteld. België wil zijn bijdrage samen met zijn internationale partners in het kader van vredehandhavings- en internationale veiligheidsoperaties verderzetten. Defensie zal in 2015 bijdragen tot de operaties van de NAVO, de Europese Unie en de VN en zijn militaire partnerschap met verschillende Afrikaanse landen verderzetten. De inzet in 2015 kadert in de continuïteit van de operaties van 2014 en de budgettaire context. De bijdrage van de Belgische F-16 aan de internationale coalitie tegen DAESH in Irak, die gepland is tot 31 december 2014, wordt verlengd met zes maanden. Om de Iraakse militaire troepen toe te laten hun soevereiniteit op lange termijn te verzekeren zal Defensie bovendien deelnemen aan het programma Building Partner Capacity, dat door de coalitie ontwikkeld werd. In de rol Advise and Assist zal Defensie met zo'n vijftig militairen vanuit een beveiligde locatie in Irak kunnen deelnemen. De coalitie zal de taken, de duur en de omvang van dit engagement verder verfijnen. In het kader van het Readiness Action Plan voor de NAVO-lidstaten zal België een tactische groep van 250 militairen voor een periode van ongeveer een maand inzetten en vier F-16 gedurende ten hoogste twee maal vier maanden, om de veiligheid van het luchtruim in Oost-Europa te verzekeren (zie verder op blz. 16) . De inzet van Defensie in Afghanistan wordt geheroriënteerd. België zal de nieuwe opdracht Resolute Support steunen met zo'n 70 militairen in Masar-e-Sharif en Kaboel (zie verder op blz. 16). Het merendeel van die militairen zullen gelegerd zijn in Masar-e-Sharif om er de Afghaanse
6
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
veiligheidstroepen te trainen en bij te staan. De Belgische deelname zal vervolgens afnemen in overeenstemming met het operationele concept van Resolute Support. Wat de inzet bij de VN betreft, zet België zijn bijdrage aan de MONUSCO-operatie verder en houdt zich klaar om de actie te ondersteunen met de inzet van een tiental militairen voor de hervorming van de Congolese strijdkrachten. België blijft ook nauw bijdragen tot de VN-waarnemingsopdracht in Libanon (ONUST). In Afrika neemt België, zoals de voorbije jaren, rechtstreeks of onrechtstreeks deel aan de vredeshandhavingsoperaties. Ons land zet ook zijn verbintenissen in het kader van de militaire partnerschappen verder. De beschermingsmissie die door de Belgische militairen in het kader van EUTM wordt verzekerd, werd goedgekeurd tot in mei 2015. Daarna wordt die missie geëvalueerd op basis van zijn meerwaarde voor de Belgische Defensie. De partnerschapsprogramma's in Congo, Burundi en Benin worden ook gehandhaafd. Naast zijn traditionele deelname aan de mijnenbestrijding zal de Zeemacht ook deelnemen aan opdracht Maritime Capacity Building 2015, die als doel heeft de maritieme capaciteiten van het zeemachtpersoneel van enkele Afrikaanse landen te ontwikkelen. Het fregat Leopold I voert bovendien in het najaar een counterdrugoperatie uit in de Caraïbische Zee met ongeveer 125 militairen gedurende een periode van zo'n twee maanden .
Bron: Presscenter.org Ministerraad van 18 december 2014
De psychosociale risico’s op het werk Op 28 april 2014 verscheen de nieuwe wetgeving in verband met de preventie van psychosociale risico’s op het werk in het Belgisch Staatsblad. Deze wet is in werking getreden op 1 september 2014. De verschillende REG’en en SPS’en moeten binnen Defensie nog worden aangepast, maar wij vonden het belangrijk dat jullie nu reeds op de hoogte zijn van de wijzigingen. Hierna volgt de nieuwe regelgeving in grote lijnen. De korpscommandant is ertoe gehouden de nodige maatregelen te treffen om de psychosociale risico’s op het werk te voorkomen, om de schade ten gevolge van deze risico’s te vermijden of om deze schade te beperken.
Wat zijn psychosociale risico’s op het werk? Psychosociaal risico op het werk is de kans dat één of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. Psychische schade kan zich bijvoorbeeld uiten in angsten, stress, depressie, burn-out, zelfmoordgedachten, … Op lichamelijk vlak kunnen deze risico’s aanleiding geven tot lichamelijke uitputting, slaapproblemen, verhoogde bloeddruk, hartkloppingen, maag- en darmproblemen, enz. Er moet opgemerkt worden dat de noodlottige gevolgen een impact kunnen hebben op het individu maar ook op het collectieve niveau, bijvoorbeeld in de vorm van een verslechterde arbeidssfeer, conflicten, etc. Ze brengen ook kosten voor Defensie met zich mee: arbeidsongevallen, verhoogd aantal afwezigheden, een daling van de kwaliteit van het werk, ...
Oorzaken De psychosociale risico’s op het werk zijn complex omdat de oorzaken door meerdere factoren bepaald zijn en de gevaren zich voordoen op meerdere niveaus: De arbeidsorganisatie: onder meer de structuur
van de eenheid, de wijze waarop de taken worden verdeeld, de werkprocedures, het algemeen beleid dat in de eenheid wordt gevoerd. De arbeidsinhoud: deze categorie omvat alles wat betrekking heeft op de aard van de taken zoals complexiteit, duidelijkheid, en de variatie. En wat is emotionele, psychische en/of lichamelijke belasting die voortvloeien uit de uitvoering van de taken. De arbeidsvoorwaarden: het type werkrooster (nachtarbeid, werken in ploeg, atypische uren, …), de opleidingsmogelijkheden, het loopbaanbeheer, de evaluatieprocedures. De arbeidsomstandigheden: deze beogen de materiële omgeving waarin het werk wordt verricht, zoals de inrichting van de arbeidsplaatsen, de arbeidsmiddelen, het lawaai, de verlichting, de gebruikte stoffen, de werkhoudingen. De interpersoonlijke relaties op het werk: dit omvat de interne relaties maar eveneens de relaties met derden, de algemene communicatie, … Het moet gaan om situaties die objectief gezien een gevaar inhouden. Dit betekent dat jou persoonlijke ervaring niet doorslaggevend is. Van zodra de situatie als normaal kan beschouwd worden, kan de KorpsComd niet verantwoordelijk gehouden worden voor jou leed, zelfs al wordt de situatie slecht beleefd, rekening houdend met je persoonlijke gevoeligheid. Bovendien betreft het enkel de elementen waarop de KorpsComd een impact heeft. Hij moet dus de mogelijkheid hebben om in te werken op het gevaar en de factoren die kunnen bijdragen tot de totstandkoming van de schade. Zo heeft de KorpsComd bijvoorbeeld geen enkele impact op de oorzaak van een relationeel probleem tussen twee werknemers wanneer deze oorzaak zich in de privésfeer bevindt. Hij heeft daarentegen wel een impact op de gevolgen die deze elementen met zich kunnen meebrengen voor het werk.
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
7
Goed om weten
Pesterijen op het werk
Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk maken integraal deel uit van de psychosociale risico’s op het werk en dienen dus aangepakt te worden via het algemene kader voor de preventie van psychosociale risico’s op het werk.
Geweld op het werk Elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Geweld op het werk uit zich hoofdzakelijk door handelingen die op een bepaald ogenblik gesteld worden, zoals bedreigingen, fysieke agressie of verbale agressie (zoals beschimpingen, beledigingen, plagerijen, …).
Een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de eenheid, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische oprechtheid van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast. Dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich in het bijzonder uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Men dient een geheel van gedragingen in aanmerking te nemen waarbij de gedragingen individueel genomen als onschuldig kunnen worden beschouwd maar waarbij de opeenstapeling ervan leidt tot een aantasting van de persoonlijkheid, de waardigheid, …
Ongewenst seksueel gedrag op het werk Elke vorm van ongewenst verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele gevoelswaarde dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich op verschillende wijzen uiten, zowel fysiek als verbaal: het kan gaan om lonken of wellustige blikken, dubbelzinnige opmerkingen of insinuaties, tonen van pornografisch materiaal (foto's, teksten, video’s,…), compromitterende voorstellen, …;
Daarnaast hoeft het niet noodzakelijk te gaan om eenzelfde gedrag dat zich herhaalt. Het is voldoende dat de gedragingen - zelfs van verschillende aard zich voordoen gedurende een bepaalde tijd. De dader moet niet noodzakelijk opzettelijk hebben gehandeld. Het volstaat dat zijn gedrag een impact heeft op de persoon, zelfs als de dader deze gevolgen niet gewenst heeft. In de volgende Info-Defensie zullen we stilstaan bij de preventie en jou actiemiddelen in het kader van de psychosociale risico’s op het werk.
het kan ook gaan om aanrakingen, slagen en verwondingen, verkrachting, …
Bron: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) ACOS WB - IDPBW - PsySoc
bezoek ons op www.acod-defensie.be
en vind ons ook op www.facebook.com/acod.defensie 8
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
Halfjaarlijkse Informele Vergadering CHOD / vakbonden Op 11 december 2014 werd er opnieuw een informele ontmoeting georganiseerd tussen de vakbonden en de CHOD. In zijn inleiding vermelde de CHOD dat Defensie voor een grote uitdaging staat en de toekomst er budgettair niet rooskleurig uitziet. Er werd een briefing gegeven waarbij de situatie geschetst werd waarin we ons vandaag bevinden. Begin 2014 werd Defensie voor de zoveelste keer het slachtoffer van budgettaire besparingen die opgelegd werden na de begrotingscontrole. Op 28 februari 2014 richtte DGMR C & I een nota (tot op niveau korpscommandant) waarin tot in detail beschreven stond welke inspanningen het personeel moet leveren om aan de 77,5 miljoen euro besparingen te komen die ons door de regering werden opgelegd. Tijdens de informele vergadering met de CHOD op 18 juni 2014 werden een reeks bijkomende maatregelen voorgesteld, die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat we binnen het opgelegde budgettair kader blijven. Na het lezen van het luik Defensie in het regeerakkoord leek op het eerste zicht dat er rust en stabiliteit zou gegeven worden zoals gevraagd aan alle politieke partijen voorafgaand aan de verkiezingen. Maar begin oktober 2014 bij de voorstelling van de begroting 2015 – 2019 zagen we dat Defensie opnieuw moest inleveren en niet weinig.
werd voorgesteld: De visie en waarden van Defensie bepalen; Welke kerntaken en opdrachten kunnen daar uit afgeleid worden? Welke kerncapaciteiten hebben we nodig? Welk materieel, infrastructuur en personeel zijn noodzakelijk? Welk stabiel budget is er nodig om een lange termijn planning te kunnen opstellen? Verder werd medegedeeld dat er geen nieuwe initiatieven worden genomen in het kader van het statuut van het medisch technisch korps (MTK) wegens de budgettaire besparingen. In afwachting van het strategisch toekomstplan zal er bij de vrijwilligers enkel nog gerekruteerd worden in de functies die het hoogst noodzakelijk moeten ingevuld worden om de operationaliteit niet in gevaar te brengen! Wat de onderofficieren en officieren betreft zullen het aantal plaatsen eveneens gereduceerd worden en overweegt men zelfs om de wervingen voor de KSOO en KMS stil te leggen.
Vragen en antwoorden Tijdens deze informele vergadering werd bevestigd dat de inspanningen voor de komende jaren nog verscherpt moeten worden. Zo zullen de aanwervingen gereduceerd worden tot maximaal 1.360 per jaar; de investeringen in materiaal en infrastructuur worden bevroren en herleid naar “nul”, de activiteiten met 20% gereduceerd en het aantal trainingsdagen worden verminderd. Iedere militair zal dit dagelijks ondervinden. De Defensiestaf is in een stuurgroep het strategisch toekomstplan aan het uittekenen dat tegen Pasen zal worden gepresenteerd. Hierbij wenst de nieuwe MOD een maximale betrokkenheid van het personeel op de werkvloer. Hoe dit zal georganiseerd worden dient nog bekeken te worden. De volgende werkmethode
Traditiegetrouw werden er ook een aantal vragen door de vakbonden vooraf ingediend en beantwoord door de CHOD, DGHR, DGBF en ACOD WB.
Vraag: Welk gevolg werd er gegeven aan de vorige vraag i.v.m. het drug- en preventiebeleid binnen defensie? Hoe ver staan we in dit dossier?
Antwoord Er is wel degelijk een drugbeleid binnen Defensie dat bestaat uit een gedeelte wat bepaald wordt door DGHR als ook een preventief luik dat
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
9
door ACOS WB wordt ingevuld. Ook bestaat de cel Addict die briefings geeft in het kader van alcoholverslaving en drugs. Enkel dient deze aangepast te worden. Hiervoor werd een “Dossier Minister” opgesteld, dat zich momenteel nog steeds op het kabinet bevindt in afwachting van goedkeuring.
Vraag: Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot thuiswerk, satellietwerk en telewerk?
Antwoord Het burgerpersoneel Defensie vallen onder het KB van 22 november 2006 dat van toepassing is voor alle federale administratieve openbare diensten in het kader van telewerk. Voor de militairen werd een dossier MOD voorbereid, en is er momenteel geen wet- en/of regelgevend kader voorzien. Daar dit een budgettaire impact heeft dient hiervoor een advies van de Inspecteur van Finianciën (IF) gevraagd te worden. Een “Dossier Minister” is in voorbereiding.
onderzoeken voorzien?) Bemerking ACOD: Het project AMT werd door de vorige CHOD opgestart om tegen uiterlijk eind 2013 een oplossing te bieden in het kader van het wettelijk verplicht gezondheidstoezicht. Ondertussen zijn we begin 2015 en de situatie wordt als maar dramatischer, wat de overheid tijdens het HOC welzijn van 09 december 2014 ook toegeeft! ACOD heeft tot nu toe steeds een negatief advies gegeven in dit dossier daar defensie niet in staat is om aan zijn wettelijke verplichtingen te voldoen. Sommige vakorganisaties hebben steeds een positief advies gegeven, daar zij mogelijks een oplossing zagen door het statuut MTK in werking te laten treden. Zoals het er nu voor staat zal er in het kader van dit statuut geen initiatief genomen worden en zit men bovendien met de budgettaire beperkingen.
Vraag De SPS mutaties voorziet een rotatie van het personeel om de 3 à 5 jaar. Zal het professioneel wachtpersoneel ook roteren en muteren in deze voorgestelde cyclus?
Vraag Welke concrete maatregelen worden er genomen in het kader van de organisatie arbeidsgeneeskundige dienst in Defensie? Hoe zal Defensie voldoen aan de wettelijke verplichtingen? Wat is het standpunt van de CHOD?
Antwoord Antwoord Het dossier AMT 2013 wordt opgevolgd en besproken in het HOC welzijn. Om het arbeidsgeneeskundig toezicht te verzekeren zijn er 20 voltijdse arbeidsgeneesheren nodig. Vandaag is er een probleem om dit aantal in te vullen en zijn er maar een 10-tal halftijdse arbeidsgeneesheren ter beschikking. Op sommige plaatsen stelt er zich een probleem, daar er geen arbeidsgeneesheer beschikbaar is (bv. Leopoldsburg). We trachten alles te doen om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Niettegenstaande is er toch een markante verbetering in het aantal geneeskundige onderzoeken in het kader van het gezondheidstoezicht. Er moet misschien gekeken worden welke andere opties er zijn om deze tekorten te kunnen invullen (bv. andere periodes van
10
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
De SPS mutaties voorziet de mogelijkheid om voor sommige functies andere periodes dan de principiële rotatie van 3 à 5 jaar. De frequentie van rotatie wordt dan aangepast aan de functie en of het loopbaanpad en de behoefte van Defensie. Er kan door DGHR punctueel afgeweken worden van de bovenvermelde periodes indien er bijvoorbeeld voor een bepaalde functie veel kandidaten zijn, of omwille van het verzekeren van de continuïteit in een bepaalde functie of op basis van bijzondere omstandigheden gelinkt aan de betrokken militair. Voor de wakers-hondenmeester (WHM) worden langere periodes voorzien. Wat betreft de functie van waker voorziet DGHR een
maximum periode van 5 jaar wegens de aantrekkelijkheid van deze functie en om iedereen de kans te geven om eventueel in het professioneel wachtsysteem te stappen. Daar waar er een probleem is kan er afgeweken worden en een langere periode toegestaan worden
omwille van bv. geen kandidaten. Tot hier een kort overzicht van deze informele vergadering. Laat ons hopen dat we niet blijven stilstaan in een aantal dossiers en er uiterlijk tegen het volgend informeel contact met de CHOD (binnen 6 maand) iets in positieve zin is veranderd !
Samenwerking met de Marine in de strijd tegen de verontreiniging en toezicht op beschermde natuurgebieden op zee Op 23 december 2014 ondertekenden de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Ministerie van Landsverdediging een samenwerkingsprotocol rond milieuhandhaving en de strijd tegen verontreiniging op zee. Bedoeling is om vaker samen de zee op te gaan om olie- en chemische verontreiniging te voorkomen en aan te pakken, en beter toezicht op de milieubeschermingszones op zee uit te oefenen. Jaarlijks varen er ongeveer 150.000 schepen door onze Belgische zeegebieden, waarvan ongeveer 65% tankers, containerschepen en roll-on-roll-offschepen (met laadklep) die olie en andere schadelijke of (milieu)gevaarlijke stoffen vervoeren. Deze ladingen komen vaak terecht in het water naar aanleiding van aanvaringen tussen schepen; het is de oorzaak van meer dan de helft van de 35 scheepvaartincidenten met verontreiniging tussen 1987 en 2013. Daarnaast worden olie en chemische stoffen ook moedwillig in zee geloosd. De laatste jaren zijn de opgespoorde olieverontreinigingen echter gevoelig verminderd: van ongeveer 50 olielozingen per jaar in de jaren ’90 naar ongeveer 20 à 30 per jaar sinds 2000. Een strenger beleid en een doorgedreven toezicht spelen hierin een belangrijke rol. Wanneer het aantal waargenomen olielozingen significant gedaald is, kent het aantal chemische lozingen een toenemende trend in de loop van de jaren. Om het toezicht op verontreiniging nog verder te versterken wordt de samenwerking tussen de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de Marine van het Ministerie van Landsverdediging nog verder uitgebreid en verbeterd. Dit werd vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Concreet gaat het om het gezamenlijk gebruikmaken van de nieuwe patrouilleschepen van de Marine voor milieuhandhaving en toezicht op zee, met een streefcijfer van 50 patrouilledagen of inschepingen van milieubeambten per jaar. Daarnaast zal de informatieverzameling en uitwisseling verbeterd worden, zullen er gezamenlijke opleidingen worden georganiseerd en zal er een gezamenlijke strategie worden bepaald. Het protocol werd op 23 december 2014 ondertekend door de heer Roland Moreau, Directeur-generaal van het DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, en Admiraal Michel Hofman, Commandant van de Marinecomponent van het Ministerie van Landsverdediging, op de Marinebasis in Zeebrugge. De overeenkomst kadert in de samenwerking tussen de Kustwachtpartners; alle overheidsdiensten die bevoegdheden uitoefenen op de Belgische zeegebieden in de Noordzee.
Bron: Presscenter.org — 23 december 2014
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
11
Parlementaire vragen en antwoorden Op 22 oktober stelde volksvertegenwoordiger Karolien Grosemans (N-VA) een aantal schriftelijke vragen aan de Minister van Defensie (MOD) Steven Vandeput. De MOD beantwoordde deze vragen via het ‘bulletin schriftelijke vragen en antwoorden’ van 01 en 08 december 2014.
Het verloop van de testfases van de Airbus A400M Vraag Defensie heeft geopteerd voor de Airbus A400M als opvolger van de C-130. Het eerste toestel voor ons land zou in 2019 worden geleverd. Ondertussen zijn we wel al betrokken bij de testen die met het toestel worden uitgevoerd.
Antwoord Vijf prototypes werden gebouwd om de testvluchten uit te voeren. Er werden reeds meer dan 6.800 vlieguren gepresteerd. In een eerste fase concentreerde de testplanning zich op het behalen van de EASA (European Aviation Safety Agency) burger certificatie (Type certificatie). Met de militaire certificatie en kwalificatie werd daarna de eerste standaard van het vliegtuig (IOC - Initial Operational Clearance) aanvaard door de deelnemende landen op 31 juli 2013. De huidige en toekomstige testen zijn voorzien om de opeenvolgende standaarden van het vliegtuig te behalen (SOC - Standard Operational Clearance 1, 1.5, 2, en zo verder tot SOC 3). Alle evoluties van de configuratie zijn gelinkt aan een verhoging van de operationele capaciteiten zoals Aerial Delivery, Defensive Aids, Air-to-Air Refueling, en zo meer. Ze moeten getest worden en aanvaard worden door de deelnemende landen.
Kunt u een stand van zaken geven over de testfases die al achter de rug zijn: Welk soort testen werden er al uitgevoerd? Wat was de uitkomst van deze testen? Zijn er bepaalde kinderziektes aan het licht gekomen en zo ja, welke? Welke kinderziektes werden nog niet verholpen?
Kunt u meer meedelen over de toekomstige testen: Welke testen zijn er nog gepland? Wanneer zullen ze zijn afgerond? Zullen de eventuele kinderziektes tegen die tijd zijn weggewerkt en dankzij welke aanpassingen of maatregelen?
Wat is de stand van zaken wat betreft het budget voor de A400M en de vertraging van de levering: Wat is de op dit moment door het contract vastgelegde leveringsdatum? Worden er verdere vertragingen verwacht? Wat bedraagt op dit moment het totale budget van Defensie voor dit toestel? Zal de herfinanciering uit 2010 volstaan om het programma verwezenlijkt te zien?
12
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
In afwachting van de volgende SOC-configuratie worden de komende vliegtuigen in tussenconfiguraties (batches) geleverd wat moet toelaten om een gedeelte van de nieuwe capaciteiten te gebruiken vooraleer de volledige SOC-certificatie en kwalificatie wordt afgerond. Dit gefaseerd proces moet zorgen dat alle "kinderziekten" (die normaal zijn bij de ontwikkeling van een nieuw complex toestel) opgelost zijn vooraleer een specifieke configuratie aanvaard wordt. De levering van de Belgische A400M vliegtuigen blijft gepland op de contractueel vastgelegde leveringsdata (tussen april 2019 en november 2020). Het totale investeringsbudget voor België voor dit programma bedraagt 1.189 miljoen euro en bleef onveranderd.
Diefstal van materieel Vraag Defensie wordt helaas af en toe geconfronteerd met een diefstal van haar materieel. De laatste cijfers hierover dateren van 2011.
Hoe vaak werd er in 2012 en 2013 aangifte gedaan van een diefstal (met of zonder braak) in militaire kwartieren? In hoeveel van deze gevallen is de betrokkenheid van een militair bewezen? Is het diefstal(preventie)beleid van Defensie sinds 2011 gewijzigd? Zo ja, op welke punten? Hoe evalueert u de samenwerking met de politiediensten en de gerechtelijke overheden?
Antwoord In 2012 werden er 18 nieuwe dossiers aangelegd, waarvan er in 8 dossiers militairen betrokken waren.; in 2013 waren er dat 14 nieuwe waarvan er in 5 dossiers militairen betrokken waren. Het diefstalpreventiebeleid van Defensie is sinds 2011 ongewijzigd. Defensie hecht veel belang aan de beveiliging van haar middelen alsook aan de sensibilisering van haar personeel met betrekking tot het voorkomen van diefstal van militair materieel. De samenwerking tussen Defensie en de politie- en juridische diensten verloopt vlot en efficiënt. De contacten tussen deze verschillende diensten worden regelmatig onderhouden om de samenwerking te optimaliseren.
Hulp aan de Natie in 2013 Vraag Een van de onderdelen van het takenpakket van Defensie wordt omschreven als de "Hulp aan de Natie". Ik zou u graag naar cijfers van 2013 vragen in verband met de prestaties in het kader van deze Hulp aan de Natie.
Hoeveel bedroegen de variabele kosten voor de geleverde prestaties in 2013? Hoeveel bedroegen de gerecupereerde kosten voor de geleverde prestaties in 2013?
Antwoord Tweeëntwintig prestaties werden door Defensie in 2013 geleverd in het kader van Hulp aan de Natie. Types opdrachten: Logistieke, medische en veiligheidssteun in het kader van negen Europese toppen. Eén depannagesteun tijdens een betoging van Brusselse taxi's. Eén medische steun voor de slachtoffers van de schietpartij te Luik. Eén stockage van door Justitie in beslag genomen wapens. Eén interventie bij een explosie van wagons met chemische producten in Wetteren. Eén medische steun tijdens de 20 km van Brussel. Tweemaal steun duikers voor de controle van zeeschepen. Eén logistieke steun na een vliegtuigcrash in Gelbressée. Eén logistieke steun na de storm van de eeuw op 6 december 2013. Viermaal veiligheidssteun in het kader van een verhoging van het alarmstadium. Het totaal van de variabele kosten voor de prestaties geleverd in 2013 bedraagt 154.502,77 euro en het totaal van de gerecupereerde kosten voor die prestaties bedraagt 100.326,57 euro.
Personeelsleden - situatie per provincie Vraag Defensie is één van de grootste werkgevers in België. Zowel burgers als militairen werken voor deze overheidsdienst. Graag zou ik aan de hand van volgende vragen meer informatie krijgen over de situatie per provincie.
Hoeveel prestaties in het kader van de Hulp aan de Natie leverde Defensie in 2013? Kunt u een onderscheid maken naar type opdracht?
Kunt u per provincie een overzicht geven van het aantal personeelsleden (militairen en burgerpersoneel) dat Defensie er op dit ogenblik tewerkstelt? Hoeveel procent van het totaal aantal personeelsleden van Defensie werkt er in elke provincie.
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
13
Antwoord De gevraagde gegevens bevinden zich in de tabel hieronder.
Bron: Bulletin Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA 54-002 / 01-12-2014
Tabel — Tewerkstelling per provincie (situatie op 2 oktober 2014) Werkplek
Militairen
Burgers
Totaal
Percentage
Antwerpen
2405
86
2491
7,81 %
Limburg
4903
132
5035
15,78 %
Oost-Vlaanderen
267
11
278
0,87 %
Vlaams-Brabant
3886
111
3997
12,53 %
West-Vlaanderen
2928
120
3048
9,55 %
Henegouwen
474
12
486
1,52 %
Luik
2136
282
2418
7,58 %
Luxemburg
2929
28
2957
9,27 %
Namen
2466
57
2523
7,91 %
Waals-Brabant
1704
24
1728
5,41 %
Brussels-Hoofdstedelijk Gewest
5510
865
6375
19,97 %
In het buitenland
574
2
576
1,80 %
Btw op erelonen advocaten geannuleerd ? De wet van 30/07/2013 maakte met ingang van 01/01/2014 om budgettaire redenen een einde aan de btw-vrijstelling voor de erelonen van advocaten. Als reactie had het ABVV zich bij andere organisaties, zoals de Liga voor de Rechten van de Mens, aangesloten om een procedure tot nietigverklaring van die wet in te leiden wegens schending van het fundamentele recht op een eerlijk proces, schending van het ‘standstillprincipe’ voor zover het ging om een achteruitgang op het vlak van de toegang tot justitie, en tot slot wegens schending van het principe van de gelijke behandeling aangezien de niet btw-plichtige rechtzoekende zijn advocaatkosten met 21% ziet toenemen, terwijl de btw-plichtige rechtzoekende die btw in mindering kan brengen. Het Grondwettelijk Hof deed uitspraak op 13/11/2014. Voor een goed begrip van de inzet van deze zaak moet eraan herinnerd worden dat de Belgische regels i.v.m. de btw een omzetting zijn van Europese richtlijnen ter zake. In haar redenering merkt het Hof op dat de betwiste maatregel – een omzetting van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – een aantal grondrechten in het gedrang zou kunnen brengen. Bijgevolg richt het Hof een aantal prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie over de verenigbaarheid van richtlijn 2006/112/EG met het Handvest van de fundamentele rechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Het gaat om een tussentijds arrest. Er moet nu gewacht worden op de antwoorden van het Europees Hof om te weten wat er uiteindelijk met deze bepaling zal gebeuren. Positief punt is alvast dat het Hof gevoelig was voor de aangevoerde argumenten.
Bron: ECHO ABVV — december 2014
14
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
Groeten of niet ? In heel wat gemeenten zijn sinds de laatste verkiezingen de samenstelling van hun gemeentebestuur drastisch gewijzigd. Heel wat militairen worden hierdoor geconfronteerd met vragen die in het verleden minder aan bod kwamen. Op 11 november vinden er traditioneel in talloze Vlaamse steden en gemeenten de herdenkingen plaats van het einde van Wereldoorlog I, en hier en daar met meer aandacht vanwege de vieringen rond 100 jaar WO I. Deze jaarlijkse plechtigheid wordt in de meeste gevallen georganiseerd door het lokale gemeentebestuur. Behalve de lokale autoriteiten (het college van burgemeester en schepenen vergezeld door de leden van de gemeenteraad), nemen veelal ook plaatselijke leden van Defensie deel aan deze plechtigheden rond Wapenstilstand. Op deze gelegenheid wordt de "Brabançonne" en de "De Vlaamse Leeuw" gespeeld. Ook bij sommige begrafenisplechtigheden worden op vraag van de familie of overledene de nationale hymne en/of de hymne van de cultuurgemeenschap gespeeld.
De vraag rijst dan ook: “Mogen we voor beide hymnes groeten of... mogen we enkel groeten tijdens het spelen van de "Brabançonne" en openlijk geen groet brengen tijdens het spelen van "De Vlaamse Leeuw" ondanks onze eigen voorkeur of vraag van de lokale overheid?” In het reglement IF 140, "onderrichtingen aangaande plechtigheden", vinden we volgende richtlijnen die van toepassing zijn voor de militairen:
Bij het spelen van de nationale hymne tijdens een plechtigheid, neemt de afzonderlijke militair in uniform de houding aan en groet.
De hymne van een cultuurgemeenschap wordt niet gelijkgesteld met de nationale hymne. Als de hymne van een cultuurgemeenschap wordt gespeeld, neemt een afzonderlijke militair in uniform de houding aan, maar groet niet. Voilà... hopelijk is dit voor iedereen uitgeklaard die met deze vraag worstelde. Je mag ervan overtuigd zijn dat je niemand voor de borst stoot, of dat je onrespectvol bent, bij het niet uitbrengen van de groet tijdens het spelen van "De Vlaamse Leeuw".
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
15
Persberichten Ministerraad Deelname van Defensie aan Baltic Air Policing 2015 De ministerraad ging akkoord met het voorstel van minister van Defensie Steven Vandeput om een detachement militairen en F-16's in te zetten in het kader van de operatie Enhanced Air Policing Mission in de Baltische staten. Defensie zet een ondersteuningsdetachement van ongeveer 55 militairen en vier Belgische F-16's gedurende twee maal vier maanden in (van januari tot augustus 2015). Twee personen uit het detachement worden ingezet in het Control and Reporting Center in Litouwen voor de opleiding en coaching van de Litouwse luchtmacht. Een verbindingsofficier neemt deel aan het Air Operations Center in Warschau. De operatie Enhanced Air Policing Mission kadert in het Readiness Action Plan binnen de Baltic Air Policing-operatie van de NAVO, die als doel heeft het Baltische luchtruim te verdedigen. De piloten en het personeel in het Control en Reporting Centre in Litouwen hebben als statuut militaire bijstand - KB03-coëfficiënt 2. Het detachement in Malbork en de verbindingsofficier in Warschau hebben als statuut militaire bijstand inzet buiten de inzetzone (KB03-coëfficiënt 2).
Deelname van Defensie aan de operatie Resolute Support in Afghanistan De ministerraad ging akkoord met het voorstel van minister van Defensie Steven Vandeput om vanaf 1 januari 2015 gedurende één jaar militairen in te zetten bij de operatie Resolute Support (RS) van de NAVO in Afghanistan. 57 militairen worden ingezet in Mazar-ESharif in het Train, Advise, Assist Command – North, waarvan Duitsland de framework nation is. Een detachement van 16 militairen zal in Kabul bij het hoofdkwartier van de RSM (Resolute Support Mission) werken of taken van nationale beveiliging of inlichtingen uitvoeren. Het veiligheidsdetachement voor de Belgische ambassadeur blijft voorzien tot de sluiting van de ambassade (gepland begin februari 2015). Als ondersteuning van de operatie wordt einsatzführungskommando in Potsdam, Duitsland.
er
een
verbindingsofficier
ingezet
bij
het
De militairen in Afghanistan hebben als statuut operationele inzet - passief gewapend verzet (KB03-coëfficiënt 4).
Bron: Presscenter.org — ministerraad van 09 januari 2015
16
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
Transgender binnen Defensie In de Info Defensie van vorige maand kondigden we, in het artikel ‘diversiteitsbeleid binnen Defensie’, reeds aan dieper in te zullen gaan op het thema ‘transgender’. Respect voor zijn burger en militair personeel is één van de belangrijkste waarden die Defensie hoog in zijn vaandel draagt. Het vormt de basis voor vertrouwen en wederzijds begrip. Iedereen met respect behandelen is een noodzaak voor de goede werking van ons departement. Daarom veroordeelt Defensie elke transfobe handeling, houding en/of uitspraak. Alle personeelsleden hebben recht op dezelfde kansen en dezelfde aanmoediging om zich ten volle te kunnen ontplooien en een loopbaan uit te bouwen met maximale beroepsvoldoening. Sekse is bepaald door de natuur; gender door de cultuur. Je wordt als mens geboren met een biologisch bepaalde sekse en een samenleving voegt daar gender aan toe: gender bestaat uit een hele laag ideeën en verwachtingen over hoe vrouwen en mannen verschillen van elkaar en hoe ze zich wel en niet horen te gedragen. Deze ideeën en verwachtingen over vrouwen en mannen gaan we als kind gebruiken als bouwstenen van onze identiteit en zo worden we bovenop onze fysieke sekse, ook op het sociale vlak tot man en vrouw gemaakt. De ene samenleving denkt daar anders over dan de andere. Onze grootouders hadden andere ideeën dan wij over wat gepast was voor mannen en vrouwen. Genderverschillen liggen dus niet vast.
Enkele begrippen Genderdiversiteit Hoewel de genderdiversiteit op zich oneindig is, maken vele mensen gemakshalve toch een indeling in enkele groepen die een aantal kenmerken delen, en zich daarmee onderscheiden van anderen. We zetten ze voor u op een rijtje : Transseksualiteit Wanneer de genderidentiteit volkomen haaks staat op het geslacht kan het zijn dat de persoon het niet langer aankan te leven in een lichaam dat niet overeenstemt met zijn genderidentiteit, dan spreken we over transseksualiteit.
volgens de gebruikelijke normen. Transgenderisme Slaat op personen die zowel mannelijke als vrouwelijke identiteitskenmerken combineren. Opmerking: hoewel transgenderisme principieel niet is verboden bij Defensie, kan de geschiktheid van een militair transgender personeelslid door de Militaire Commissie voor Geschiktheid en Reform (MCGR) onderzocht/herzien worden, bijvoorbeeld omdat het personeelslid in zijn positionering als transgender niet meer kan voldoen aan bepaalde medische of functionele geschiktheidsvoorwaarden. Travestie Via kledij, gedrag, houding en taalgebruik geven die mensen uitdrukking aan een vrouwelijke/ mannelijke subidentiteit.
Genderidentiteit Dit is de manier waarop een persoon kijkt naar zijn gender, als mannelijk, vrouwelijk, beide of geen van beide. Dit kan al dan niet overeenkomen met het lichaam. Genderidentiteit wordt mee gekleurd door de tijd en de cultuur.
Transitieproces Beschrijft het ogenblik waarin de transpersoon zich volledig zal uiten volgens zijn nieuwe genderidentiteit en dus de transitie maakt van man naar vrouw of van vrouw naar man.
Interseksualiteit Beschrijft dan weer de toestand van personen van wie de genitaliën moeilijk of onmogelijk te identificeren zijn als zijnde mannelijk of vrouwelijk
In de eerste plaats (diagnostische fase) houdt dit in dat men zijn naaste omgeving gaat inlichten over het omschakelingsproces. In een tweede stap (real-life experience) gaat men op sociaal,
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
17
gezins- en professioneel vlak ook de gewenste geslachtsrol aannemen. Afhankelijk van wat de reacties van de omgeving op deze rolomschakeling zijn, kan men zelf uittesten of men zich beter voelt in zijn nieuwe geslachtsrol en of men zal kunnen omgaan met tegenkantingen of onbegrip die kunnen volgen op deze geslachtsrolomschakeling.
gesteld. Dit zou bijvoorbeeld een stuk van de kleedkamer kunnen zijn, afgesloten door een deur of een gordijn, ofwel het omkleden op een ander tijdstip, ofwel in een andere ruimte. Er wordt, in de mate van het mogelijke, toegang verleend tot een afgescheiden douche. Tijdens het transitieproces tot aan de wettelijke geslachtswijziging kan het militair transpersoneelslid op zijn aanvraag worden vrijgesteld van zijn fysieke testen. De vraag tot vrijstelling geldt niet voor een militair transpersoneelslid dat zich nog in zijn kandidatuur bevindt. Indien betrokkene niet wordt vrijgesteld zijn de testen van zijn huidig geslacht van toepassing.
Vanaf de diagnostische fase tot de wettelijke geslachtswijziging wordt het personeelslid in transitie als “transpersoneelslid” beschouwd. Na de wettelijke geslachtswijziging is het personeelslid een man of vrouw, op basis van het geslacht dat op de nieuwe identiteitskaart staat.
Maatregelen van toepassing bij aanvang van het transitieproces tot de geslachtwijziging Het transpersoneelslid kan in de diagnostische fase al besluiten de autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant in te lichten over zijn nieuwe geslachtskeuze en voornaam. Het burger- of militair transpersoneelslid biedt zich in ieder geval aan, voor een spontane consultatie, bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer (PA-AG), met een verzoek om gezondheidstoezicht. Uit het onderhoud met de PA-AG moet blijken of het betrokken transpersoneelslid zijn functie tijdens het transitieproces al dan niet verder kan uitoefenen en of er aanpassingen of beperkingen aan de werkplek noodzakelijk zijn.
Einde van het transitieproces en de medische aspecten voor Defensie Als het transitieproces voltrokken is en het burger of militair transpersoneelslid de wettelijke geslachtswijziging heeft aangevraagd, is dit het geschikte ogenblik voor de autoriteit met de bevoegdheid van korpscommandant om het betrokken transpersoneelslid opnieuw met een verzoek om gezondheidstoezicht bij de PA-AG te sturen. Uit dat onderhoud moet blijken of het betrokken transpersoneelslid, na de transitie, geschikt is om zijn functie verder uit te oefenen. Vanaf de wettelijke geslachtswijziging zal een militair transpersoneelslid zich op de werkplek kleden in het uniform volgens het nieuw geslacht. Zij zullen tevens mogen gebruik maken van sanitaire faciliteiten van het nieuw geslacht. Bij de fysieke testen zal rekening worden gehouden met de geslachtswijziging.
Maatregelen van toepassing tijdens alle fases van het transitieproces
Het militair transpersoneelslid wordt vrijgesteld van het dragen van het militair tenue.
Onder bepaalde voorwaarden betaalt Defensie de onkosten terug van de zorgen die in de medische burgersector worden verstrekt. DGHR-SPS-SOCSZM001 beschrijft de nadere regels van toegang tot de geneeskundige verzorging en de terugbetaling van deze onkosten door Defensie.
Aan de korpscommandanten of andere dienstverantwoordelijken wordt aangeraden om, in de mate van het mogelijke, in een alternatieve accommodatie te voorzien, indien de vraag wordt
De geslachtsaanpassende ingrepen zijn, weliswaar onder voorwaarden, wettelijk erkend door de ziekteverzekering (bijvoorbeeld dat de opvolging gebeurt door een erkend centrum).
Na advies van de PA-AG tot de wettelijke geslachtswijziging zijn volgende specifieke maatregelen van toepassing :
18
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
Een financiële tussenkomst van de hospitalisatieverzekering van Defensie kan voor sommige fases van het transitieproces. Dit wordt bepaald aan de hand van het medische dossier van de persoon in kwestie.
daarvoor worden gecontacteerd.
Klachtenprocedure
De psychologische en psychiatrische begeleiding van transpersonen is vrij specifiek en binnen het Centrum voor Geestelijke Gezondheid (CGG) in Defensie bestaat er geen expertise met betrekking tot deze thematiek. Transpersonen die effectief een geslachtswijziging overwegen, dienen te worden georiënteerd naar centra die zich gespecialiseerd hebben in de transgender-thematiek. Wanneer een transpersoon zijn transseksualiteit bekend maakt op de werkplek, kan dit tot verschillende reacties leiden. Soms raken hierdoor werkrelaties verstoord en ontstaan er conflicten. De Sectie Bemiddeling van de Dienst Klachtenmanagement van Defensie (DKM Def) kan
De hiërarchische lijn is verantwoordelijk voor het welzijn van het personeel. Indien een personeelslid op de werkplek feiten vaststelt die wijzen op/of wie van mening is onderworpen te zijn aan een transfobe handeling, houding en/of uitspraak kan in eerste instantie beroep doen op zijn hiërarchische lijn. Indien het personeelslid zich onvoldoende geholpen voelt door de hiërarchische lijn kan hij beroep doen op verschillende procedures (via ACOD, vertrouwenspersoon, sociale dienst). Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) is bevoegd om klachten van discriminatie op basis van geslacht, met inbegrip van de geslachtsverandering, de genderidentiteit en genderexpressie, te behandelen.
Bron: DGHR-GID-GENDER-001 van 13 Nov 14
Doorgeven adreswijziging Nog steeds krijgen we op ons secretariaat tientallen Info’s Defensie terug. De reden blijft onveranderd dat het lid in kwestie niet meer op het door ons gekend adres woont. Het is telkens opnieuw een opzoekwerk om dit nieuw adres te vinden. Sommige leden hebben het leger verlaten en bij Defensie werd geen gekend adres achtergelaten, wat het voor ons nog moeilijker maakt. HIERBIJ VRAGEN WIJ ONZE LEDEN NOGMAALS ONS ADRESWIJZIGING ZO SNEL MOGELIJK DOOR TE WILLEN GEVEN.
℡
02/508 58 62
HUN
ACOD Defensie - Fontainasplein 9/11 - 1000 Brussel
02/508 59 34
[email protected]
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
19
Brand Vuur, brand en explosie veroorzaken schade aan de mens, uitrusting, omgeving, product en omgeving. Brandwonden veroorzaken lichamelijk en geestelijk leed, zijn moeilijk of niet te 'genezen' en herstel duurt lang. Reden genoeg om aan brandpreventie te doen. Brandgevaar is een realiteit in elke eenheid. De wetgever heeft nogal wat wetten geformuleerd waaraan moet worden voldaan, in hoofdzaak om zoveel mogelijk brand te voorkomen. Het is daarom belangrijk om alle factoren en hun effecten ervan op het risico tot het ontstaan van een brand te identificeren en te evalueren. ACOS WB heeft op 14 januari 2015 ons een "risicoanalyse tool" voorgesteld om dit zo goed mogelijk uit te voeren. Het opmaken van een brandrisicoanalyse is een wettelijke eis en zal uiteindelijk bijdragen tot de verbetering van het welzijn van ons allemaal en tot het realiseren van veiligere werkplaatsen. Tevens zal deze tool ons sensibiliseren om bewust om te gaan met de maatregelen die de brandrisico's doen verkleinen en een mogelijke evacuatie verbeteren. Opsporen van de juiste oorzaken van een brand is moeilijk en dikwijls onmogelijk. Toch blijkt uit jarenlang onderzoek dat onvoorspelbare en onafwendbare branden praktisch niet voorkomen. Het is daarom belangrijk dat gedragsbeïnvloedende (mensgericht) maatregelen worden genomen, en dat deze een steeds belangrijkere plaats innemen in het kader van de brandpreventie. Daarom zal al het Defensie personeel kennis moeten hebben van de voornaamste brandrisico's, de waarschuwing- en alarmprocedures, de bestaande brandbestrijdingsmiddelen en de evacuatieprocedures op zijn plaats van tewerkstelling. Tevens zal hij op de hoogte moeten zijn van de mogelijke en toegelaten onmiddellijke reacties om het begin van een brand in de kiem te smoren ZONDER gevaar voor de eigen veiligheid. Ondanks alle preventie maatregelen om een brand te voorkomen, kunnen we alsnog worden geconfronteerd met een brand. Op zo'n moment zijn
20
ACOD — INFO DEFENSIE JANUARI 2015
de automatismen die het personeel heeft aangeleerd van cruciaal belang om op de beste en veiligste manier te reageren. Hiervoor zal elke eenheid minstens één keer per jaar een evacuatieoefening organiseren, een minstens eenmaal per jaar lessen organiseren over brandpreventie, evacuatie, signalisatie en hoe je gepast reageert bij een incident. De doelstelling van een les rond evacueren is om het Defensie personeel voor te bereiden op een evacuatieoefening zodat ze het belang van deze oefening inzien (= bewustmaking) en de techniek (= evacuatie) onder de knie krijgen. Weet dat heel binnenkort alle noodnummers binnen de eenheden dezelfde zullen zijn, namelijk:
*333 *312 RP *301