16
100e jaargang 11 november 2010 nr. SPECIAL Opinies en achtergronden voor de financiële professional
Employee benefits: goede raad is duur Het duale doolhof van de WGA Stofkam door medisch acceptatietraject Pensioen: minder kiezen; meer begrijpen
Zorgcollectiviteit is
individuele keuze
#!###' "'*#($#!&!## -#!&##&%#$#"#&!# ('"&*&- &#'*')&'($('#&" )#%&( ##'##-( $ (& )#())+ ##'($('###)+ " #+!!(-!''% &# $)'!((&$%( "( #'(%#'$### $"#'*&- &##$*# #$*&'*&- &## $" &-#&&$#'#..##!&$# #'&*# #*##)*+++##"#! "#($% #$*"&'()+ ##' #++(")- &- &#',%&( #$"# $#)"# " #'&*#$%
H OO F DR ED ACTIO N EEL
Colofon Het Verzekeringsblad Opinies en achtergronden voor de financiële professional Hoofdredactie Michiel Huisman Redactie Alex Klein (adjunct-hoofdred.) Yvonne Neppelenbroek Medewerkers drs. Jasper van de Kerkhof en drs. Thomas Olivier (Conciso communicatie) Manon Vonk (VonkFactor 13) Secretariaat Elly Gravendeel T 0570 - 647730 E
[email protected] I www.VBnet.nl Postbus 23 7400 GA Deventer Uitgever Kluwer Nicole Gorseling E
[email protected] Marketing Joris Krabbenborg Abonnementen en verzending Kluwer Afd. Klantcontacten Postbus 878 7400 AW Deventer T 0570 - 673 555 E
[email protected] Abonnementsprijs 2010 € 125,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. Losse nummer € 8 excl. btw VB Specials: € 12,25 excl. btw Advertenties Kluwer Postbus 23 7400 GA Deventer Emilie Kars-van der Goes T 0570 - 648 912 E
[email protected] Media Order Service Toos Schurink T 0570 - 648685 E
[email protected] Sluitingsdatum: Maandag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend. Ontwerp Edenspiekermann, Amsterdam Vormgeving Colorscan bv, Voorhout Fotografie Wilco van Dijen, Ton van Til Druk Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 0165-7909 Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Employee benefits De hype in de negentiger jaren van de vorige eeuw rondom employee benefits is allang weer voorbij. Gelukkig maar. Niemand zat te wachten op verzekeringsproducten met een mooie strik eromheen die opeens tot ‘alstublieft-uw-employee-benefitspakket’ werden opgewaardeerd. Ik herinner me uit een van mijn vorige functies dat ik daar hard aan meedeed. Samen met het hr-team van een grote uitzendorganisatie en productmanagers van mijn toenmalige werkgever, bedachten we alles waarmee je een werknemer maar aan je onderneming of organisatie kon binden. Dat ging van leaseauto’s naar spaar(loon)regelingen en van pensioen tot individuele aanvullingen en van allerlei vrijwillige hiaatverzekeringen (pensioengat, WAO-gat, Anw-hiaat, AOW-gat, etc.) tot diensten in natura en producten die niets met de arbeidsverhouding te maken hadden, maar via een collectief werkgeverscontract wel goedkoper werden aangeboden. Je kon het zo gek niet verzinnen of we verzonnen er een product voor. Teveel allemaal voor die arme werknemer. Veel employee benefitspakketten bleven een lege huls. Niet interessant. Noch voor de werkgever, noch voor de werknemer en zelfs niet voor de aanbieder. Bovendien: de gouden jaren negentig gingen voorbij. Die grote uitzendorganisatie kwam in loodzwaar weer terecht, evenals alle andere werkgevers die diensten in plaats van producten verkochten. Opeens bleek er aan employee benefits geen behoefte meer te bestaan en verzekeraars haalden hun eb-pakketten van de schappen en borgen ze op. En wie nu nog over employee benefits spreekt, wordt een beetje glazig aangekeken. Of toch niet? Wat is gebleven, is een overweldigende behoefte aan advies over ziekteverzuim, arbodiensten, re-integratie, pensioen(communicatie), wel of niet uit het publieke bestel van de WIA stappen, collectieve zorgverzekeringen, wachtlijstbemiddeling, zorginkoop. Waar werkgevers en werknemers behoefte aan hebben, is een eerlijke, duidelijke en ter zake kundige adviseur op deze terreinen. En de adviseurs die dat leveren, hoor ik niet over beloningstransparantie, over imagoproblemen of teruglopende klandizie. Die zijn druk met hun klanten en verdienen daar een goede boterham aan. Over die employee benefits gaat het in deze special van Het Verzekeringsblad. En de advisering daarover? Springlevend! Veel leesplezier. Michiel Huisman
[email protected] Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
3
8
Inhoud Hoofdredactioneel
3
Uitgelicht
7
t Waardeoverdracht geen issue meer t Vangnetregeling moeilijke risico’s langer open t Pensioenfonds of pensioenverzekeraar?
Zorg van de zaak
10
t Antwoord op stijgende schadelast verzuimverzekeraars? 10
Column
24
t WGA op de politieke agenda 38
De Boekenplank
35
t Broodje Beurs t The Handbook Of Employee Benefits t De ondernemer en het risico van arbeidsongeschiktheid
Toegelicht
38
t Het rendement van gezondheidsmanagement
Pensioen/eb
44
t Movir haalt stofkam door medisch acceptatietraject
Gadgets
46
t Herfstbestendige rokersparaplu t Haal het gras binnen t Volg de fietser in het donker 44
Generali VB Innovatieprijs 2010
49
Genomineerden Innovatieprijs t CMC Collectief: AOV op maat t Commandeur verzekeringen: Yachtinsurance t Multimediair: Compliance Pensioen Scan t Ontzorgloket Urk
49
Genomineerden Aanmoedigingsprijs t OAArnhem: GeldZakenGeregeld t Verzekeruzelf.nl: Ontwikkelzelflab.nl t Independer: Vergelijk kwaliteit hypotheekadvies t LEF
Kort
56
t CBS over de arbeidsmarkt t Menzis wil zorgpremie naar loon t Opmars flexibel collectief pensioen
56
20.
INTERVIEW
Zorgcollectiviteit moet twee keer verkocht worden
In deze tijd worden de contracten met betrekking tot de zorgcollectiviteiten opnieuw onder de loep genomen en starten de onderhandelingen over verlengen of overstappen naar een andere zorgverzekeraar. Wat komt er kijken bij deze onderhandelingen en wat is eigenlijk nog de zin van een collectiviteit als deze vervolgens toch niet volloopt? Is het misschien zelfs zo dat de zorgcollectiviteit zijn langste tijd gehad heeft? Erno Kleijnenberg, directievoorzitter van ONVZ, is stellig: “de zorgcollecti-
14.
viteiten gaan niet verdwijnen. Sterker nog, ze worden steeds belangrijker. Alleen kiest tegenwoordig het individu zijn eigen zorgverzekering.” Hij wordt daarin gesteund door Kees Boer, adviseur en directeur bij Lukassen & Boer. “De praktijk laat echter zien dat werknemers zelden deelnemen aan de werkgeverscollectiviteiten. Die zorgverzekering wil men toch liever privé regelen en sluiten.” Een gesprek met beide heren over de toekomst van het zorgcollectief.
DE REPORTAGE
Het duale doolhof van de WGA
36.
DE STELLINGNAME
Een verplichte werkscan werkt De Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen pleit voor een verplichte werkscan voor alle burgers. Het gaat daarbij om een check op arbeidsvitaliteit en gezondheid op individueel niveau. Zorgverzekeraars zouden zo’n werkscan financieel kunnen ondersteunen. Maar is dat wel een begaanbare weg? Monique Klompé, NVvA, denkt van wel. Marjol Nikkels, CS Opleidingen/Sensio Konsult, denkt van niet.
De regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten moet volledig worden geprivatiseerd. Gebeurt dat niet, dan loopt het huidige hybride stelsel de komende jaren vast, betogen verzekeraars. Maar volgens de vakbeweging heeft de private markt zich nog niet bewezen als alternatief. “Volledige privatisering van de WGA is op dit moment niet verantwoord.”
43.
PRODUCTEN
Rekenwerk in employee benefits
Dit keer eens geen aandacht voor het aanbod van verzekeraars en andere productleveranciers maar voor de effecten op de verschillende employee benefitsregelingen van wijzigingen in rekenrentes en premies voor waardeoverdrachten, de WGA en zorgverzekeringen.
27.
DE PIJNBANK
EB: Goede raad is duur Een goed product en dito advies in employee benefits worden op waarde geschat. Maar wat is eigenlijk ‘goed’? Een kleine, maar qua response relevante VB-enquête, geeft een handreiking voor de adviespraktijk. De conclusie: goede raad is duur, maar betaalt zich altijd terug...
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
5
De nieuwe generatie in woonlastenbescherming
DE HYPOTHEEK OPVANG POLIS Als financieel adviseur weet u als geen ander dat er de laatste jaren veel is veranderd op het gebied van woonlastenbescherming. Als marktleider nemen wij graag het voortouw als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Daarom introduceert Cardif de nieuwe Hypotheek Opvang Polis. De Hypotheek Opvang Polis stelt een heldere norm voor wat uw klant anno 2010 van zijn verzekering mag verwachten. Een betere dekking, langere uitkeringsduur en meer mogelijkheden zorgen ervoor dat u optimaal en op maat gesneden advies uit kunt brengen. Op de website www.hypotheekopvangpolis.nl vindt u alle details over ons nieuwste product. Met uw klantcode kunt u direct de software downloaden of u inschrijven voor een van onze online presentaties!
www.hypotheekopvangpolis.nl
U ITGELI CHT
Uitgelicht Pensioen/eb Waardeoverdracht geen issue meer Bedrijven krijgen te maken met een financiële tegenvaller als werknemers hun pensioen vanaf 1 januari 2011 meenemen naar een nieuwe baan. Op basis van de nieuwe rekenrente zal blijken dat de oude verzekeraar te weinig geld in kas heeft om het toegezegde pensioen te kunnen overdragen. Over 2010 worden overdrachtswaarden berekend met een rekenrente van 4,122%. DNB verlaagt vanaf 2011 de rekenrente naar 2,984%. Dit houdt feitelijk in dat er te weinig reserve is opgebouwd. De lage rentestand betekent dat de bijbetalingsverplichting bij inkomende waardeoverdracht daalt. De
huidige rentestand ligt immers dichtbij de rekenrente van 3% waarmee verzekeraars hun tarief bepalen. Het is zelfs goed mogelijk dat bij inkomende waardeoverdrachten de werkgever in 2011 geld retour ontvangt van zijn verzekeraar en dat hij bij uitgaande waardeoverdrachten nu moet bijbetalen. Een strop die kan oplopen tot tienduizenden euro’s per werknemer, stelt Paul van der Heide van het Nederlands Pensioenbureau in de Telegraaf.
Voorbeeld Van der Heide onderbouwt zijn verhaal met een rekensom: “Stel dat een werknemer € 10.000 per jaar aan pensioen
heeft opgebouwd en dit overdraagt bij een nieuwe baan. De verzekeraar van zijn oude werkgever heeft € 63.000 in kas. Maar dit is op basis van premies die passen bij een rendement van 4%. Met de nieuwe rente van 2,984% zou er al € 90.000 in kas moeten zitten. De oude werkgever moet het verschil, € 27.000, betalen.” Volgens Van der Heide zijn de meeste pensioenaanspraken bij verzekeraars opgebouwd met een rekenrente van 4%. Bij pensioenfondsen speelt het probleem niet. Zij nemen het verlies van een waardeoverdracht voor eigen rekening.
Zakelijk Verzekerd van uitlooprisico Sinds januari 2010 geldt het Van Leeuwen-convenant. Dit convenant heeft tot doel zo veel mogelijk belemmeringen weg te nemen in de toegang tot de arbeidgerelateerde verzekeringen. Het had nog een paar open eindjes die nader onderzocht moesten worden. Eén ervan is dat pensioenfondsen over het algemeen het inlooprisico verzekeren en pensioenverzekeraars juist het
uitlooprisico. Werknemers die overgaan van een regeling bij een pensioenfonds naar een verzekerde pensioenregeling kunnen zo buiten de boot vallen. Afgesproken is dat pensioenfondsen met betrekking tot het risico bij arbeidsongeschiktheid, het uitlooprisico gaan verzekeren. Bij uitloopdekking verliest de zieke of arbeidsongeschikte
werknemer bij verandering van dienstbetrekking geen rechten. De verplichte uitloopdekking voorkomt dat de werknemer ervan wordt weerhouden van baan te veranderen. De ‘oude’ pensioenuitvoerder zal de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid na de baanwisseling voortzetten tot het arbeidsongeschiktheidsniveau dat de deelnemer had op het moment dat hij uit de regeling van de vorige werkgever trad.
Zakelijk Vangnetregeling moeilijke risico’s langer open De bedenktijd voor het afsluiten van een vangnetverzekering voor arbeidsongeschiktheid is per 1 november met één jaar uitgebreid naar vijftien maanden. Zelfstandigen die recent hun bedrijf zijn gestart, krijgen van de verzekeraars nog tot 31 januari 2011 de tijd om alsnog gebruik te maken van de vangnetverzekering. De vangnetverzekering is bedoeld voor moeilijk verzekerbare risico’s van zelfstandigen die geweigerd worden door een verzekeraar vanwege hun gezondheid of alleen een verzekering kunnen afsluiten met uitsluitingen of hoge premies.
SER-oproep Vorige maand pleitte de Sociaal Economische Raad (SER) voor een verruiming van de aanmeldperiode van de vangnetverzekering van drie naar vijftien maanden, teneinde de toegankelijkheid van deze regeling te verbeteren. Het Verbond van Verzekeraars schaarde zich achter deze oproep van de SER en de meeste verzekeraars hebben hier inmiddels ook gehoor aan gegeven door de aanmeldingstermijn met een jaar te verlengen.
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
7
Pensioen/eb Pensioenfonds of pensioenverzekeraar? Veel bedrijven zouden er wat voor over hebben om van het ‘gedoe’ met hun pensioenfonds af te zijn. Het is een niets verhullende conclusie die wordt getrokken in het artikel ‘Exit pensioenfonds?’ in het opinieblad FORUM van VNO-NCW. Het artikel schetst de problematiek waarin de pensioenfondsen verzeild zijn geraakt. Goed gevulde portemonnee en toch hangt het risico van afstempelen, het verlagen van de pensioenuitkering, als een zwaard van Damocles boven hun hoofden. Waren het eerder de beurzen, nu is het de lage rekenrente die de fondsen parten speelt. Bij een stijging van deze rekenrente voldoen de meeste pensioenfondsen weer aan hun huidige én toekomstige financiële verplichtingen. De tekorten verdwijnen als sneeuw voor de zon en de bestuurders van ondernemings- of bedrijfstakpensioenen kunnen weer rustig slapen. Maar het is niet alleen de dekkingsgraad die de gemoederen bezighoudt.
Fonds als goede arbeidsvoorwaarde Er komt tegenwoordig veel meer kijken bij het aanhouden van een pensioenfonds, zo stelt VNO-NCW in het artikel. Het toezicht is strenger geworden, de administratie moet op orde zijn, deelnemers en gepensioneerden eisen meer tekst en uitleg. Een en ander brengt met zich mee dat het bestuur van een pensioenfonds professioneler moet. Je bent niet meer klaar met een paar uur per week. Werkgevers hebben dus steeds meer te stellen met hun pensioenfonds. Liquideren dus dat fonds. Aan de andere kant: een goede arbeidsvoorwaarde geef je niet zomaar op.
heeft een aantal keuzes: 1. het gaat samen met een ander ondernemingspensioenfonds; 2. het gaat op in een bedrijfstakpensioenfonds; 3. of het wordt omgezet in een pensioenregeling van een verzekeraar. VNO-NCW stelt in het artikel dat het aantal pensioenfondsen in de laatste tien jaar ongeveer is gehalveerd naar zo’n zevenhonderd. De verwachting is dat er uiteindelijk zo’n driehonderd fondsen over zullen blijven.
Alles over de schutting Wie overal vanaf wil zijn, kan het pensioenfonds overdoen aan een verzekeraar. Een stap die vooral in het middenen kleinbedrijf populair is. Overall bezien stappen bedrijven, ondanks het gemak dat dit soort pensioenregelingen hen biedt, niet massaal over. Volgens het artikel zijn de verzekerde regelingen in het algemeen soberder dan de regelingen van pensioenfondsen. Ook worden de (inflatie)risico’s meer bij de deelnemende werknemers gelegd. Hierbij past de kanttekening dat het uiteindelijk de werkgever is die de inhoud van de regeling bepaalt, en daarmee dus ook de mate van soberheid. VNO-NCW denkt ook dat werkgevers, ondanks de soms ingewikkelde problematiek, toch aan hun eigen fonds zijn gehecht. Want, zo stelt men, in betere
Keuzemogelijkheid Een ondernemingspensioenfonds dat twijfelt aan een bestendig toekomstperspectief
8
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
tijden hebben de bedrijven er goede sier mee kunnen maken bij de werving van nieuwe werknemers op de arbeidsmarkt. Wellicht kan dat straks weer.
Emoties overwinnen Overstappen naar een verzekerde regeling betekent de liquidatie van een pensioenfonds. Deze stap kan tot onrust leiden onder het personeel. Dit speelt bijvoorbeeld als de onderneming kiest voor een beschikbarepremieregeling. Voor de werkgever is dat een ideale optie, hij weet precies wat de pensioenregeling hem gaat kosten. De inleg ligt vast en de uiteindelijke uitkering hangt af van het rendement van de beleggingen. De werknemer wordt dus met het risico opgezadeld en staat dus niet te springen bij deze mededeling van zijn werkgever. Maar, zo luidt de slotconclusie, als het pensioenakkoord van begin juni wordt uitgewerkt en de sociale partners krijgen hun zin, dan zal het pensioenfonds op termijn ook niet aan enige versobering ontkomen. Is het dan nog steeds ‘ons’ fonds of kan het net zo goed een verzekerde regeling zijn? Als het gedoe eromheen niet minder wordt – of erger: toeneemt – is die keuze volgens de werkgeversorganisatie snel gemaakt.
7/: +2%$)%4
%%. 34%6)' &5.$!-%.4 3)-0%, 3.%, %. 3#(%20 )NTER"ANK BIEDT U EEN INTERESSANT PRODUCT HET 7/: KREDIET %EN MOOI ALTERNATIEF VOOR DE TWEEDE HYPOTHEEK 5 PROl TEERT VAN EEN LANGE DOOR LOPENDE PROVISIE %R WORDEN GEEN DOSSIERKOSTEN IN REKENING GEBRACHT EN U REGELT EEN 7/: KREDIET IN WEINIG TIJD (IERDOOR KUNT U UW KLANT SNEL VAN DIENST ZIJN MET EEN PRODUCT MET EEN LAGE RENTE :O WERKT U AAN EEN STEVIG FUNDAMENT VOOR UW ONDERNEMING EN EEN SOLIDE RELATIE MET UW KLANTEN -EER WETEN +IJK OP WWWINTERBANKNL
)NTER"ANK IS ONDERDEEL VAN #RÏDIT !GRICOLE 'ROEP
ZORG & I NK O M E N
Het gemiddelde verzuim in Nederland bedraagt ongeveer 4%. Niet schokkend hoog. Het premievolume van verzuimverzekeraars neemt af, maar de schadelast niet. Sterker nog, die neemt zelfs toe. “Het is zaak de regie op verzuim weer in handen te krijgen”, meent Jan van Leer, directeur Schade bij Generali. Hoe, is dan nog even de vraag. Marius Touwen, directeur van het Tinguely Netwerk denkt met zijn concept ‘Zorg van de Zaak’, het antwoord gevonden te hebben.
Zorg van de zaak: Antwoord op groei schadelast verzuimverzekeraars?
che hulp
elijk werk Maatschapp
Psychologis
10
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
Fysiotherapie
H
et idee achter Zorg van de Zaak is simpel. Als de werkgever zorgt voor zijn werknemers, zorgt de werknemer voor de zaak. “Het klinkt inderdaad simpel, maar het heeft wel een paar jaar geduurd voordat we het concept zover hadden dat het werkbaar was”, vertelt Touwen. “Ons uitgangspunt was duurzaamheid en wij wilden een visie waarin die duurzaamheid verpakt zit. Wij hebben het in de huidige tijd niet meer over zorgen voor elkaar, terwijl je bij bedrijven vaak ziet dat verjaardagen gewoon gevierd worden en dat er ook bij ziekte gebeld wordt met de vraag hoe het gaat of we sturen een fruitmand”, zegt Touwen. “Dus mensen zorgen nog wel degelijk voor elkaar. Maar hoe maak je dat nu effectief in verzuim, zodat er een gevoel van zorg bij de werknemer komt.”
Zorgconsulent Bij Zorg van de Zaak wordt de werknemer op dag twee van het verzuim gebeld. “In plaats van te vragen wanneer hij weer denkt terug te zijn op het werk, wordt alleen maar gevraagd: welke zorg kunnen wij u bieden”, legt Touwen uit. “Uit onderzoek blijkt dat de meeste interventies bij verzuim liggen op het vlak van de psycholoog, bedrijfsmaatschappelijk werk en fysiotherapie. Die drie zaken bieden wij dan ook aan. Tijdens het telefoongesprek moet duidelijk worden naar welke van deze drie disciplines de werknemer verwezen moet worden. Op korte termijn kan vervolgens gestart worden met een behandelplan. Een verwijzing is niet altijd nodig. Onze ervaring is dat, ook al vindt er geen verwijzing plaats, mensen het persoonlijke gesprek erg waarderen”, legt Touwen uit. Deze aanpak wordt op dit moment getest in een proef onder 3000 bedrijven met in totaal pakweg 20.000 werknemers. “De resultaten zijn spectaculair”, zegt Touwen. “Je mag er weliswaar (nog) geen harde conclusies aan verbinden, maar het verzuim nam met gemiddeld 10% tot 17% af. Ook is er al een heldere indicatie dat langdurig verzuim daalt”, aldus Touwen. Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat pas in 2012 echt is vast te stellen of Zorg van de Zaak daadwerkelijk het verzuim terugdringt. “Bedrijven die nu meedoen, betalen niet voor Zorg van de Zaak. Het zou kunnen zijn dat de antwoorden daardoor toch anders zijn dan als ze betalen voor de dienstverlening.”
Regie uit handen Jan van Leer vindt de eerste resultaten veelbelovend. “Toen ik in maart van dit jaar voor het eerst met Marius Touwen sprak, werd ik al gegrepen door het con-
cept. Het is in al zijn eenvoud zo logisch. Het lijkt er op dat dit voor alle partijen resultaat oplevert. De werknemer is sneller terug op de werkvloer en heeft daar een goed gevoel bij. De werkgever heeft weer een productieve werknemer en wij als verzekeraar hopen op een lagere schadelast”, zegt Van Leer. Van Leer is overigens van mening dat Generali de regie wat uit handen heeft gegeven. “We zijn begonnen met een beperkt aantal preferred suppliers, maar vanwege de verschillende belangen zijn daar geleidelijk aan ook allerlei andere arbodiensten bijgekomen. Ik ben van mening dat we nu toch meer zelf moeten sturen.”
‘Je mag er weliswaar (nog) geen harde conclusies aan verbinden, maar het verzuim nam zo’n 10% tot 17% af’ Zorg van de Zaak komt bovenop de bestaande vormen van verzuimdienstverlening, waardoor een soort drietraps raket ontstaat. “Bij het gebruik van Zorg van de Zaak speelt prijsdifferentiatie ook een rol. Als er aantoonbaar effect is op de schadelast heeft dat gevolgen voor de premie”, zegt Van Leer. Generali is net gestart met de uitrol van Zorg van de Zaak. “Wij krijgen nu de eerste bedrijven daarvoor binnen en ook verzoeken van het intermediair om verzuimportefeuilles over te zetten naar Zorg van de Zaak. Per 1 januari 2011 wordt dat geëffectueerd. We kunnen dus nog niets roepen over de effecten, maar de verwachtingen zijn hooggespannen.”
SAMENGEVAT t Gemiddelde verzuim in Nederland ligt tussen de 4% en 5% t Proef met Zorg van de Zaak onder 3000 bedrijven levert verzuimreductie op van 10% tot 17% t Stijgende schadelast verzuimverzekeraars bij afnemend premievolume t Verzuimverzekeraars hebben de regie uit handen gegeven t Als schadelast afneemt, is premie-verlaging mogelijk t Product niet alleen voor mkb, maar ook voor grote bedrijven met bijvoorbeeld 2000 werknemers t Zorg van de Zaak kan per 1 januari 2011 afgenomen worden t Generali is preferred supplier voor de verzuimverzekering t Zorg van de Zaak kost € 45 per medewerker per jaar; met aanvullende arbodienstverlening € 135 per medewerker per jaar
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
11
Geen rem Touwen richtte zich met Zorg van de Zaak in eerste instantie op bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. “De mkb-ondernemer heeft weinig tijd, wil het wel graag goed geregeld hebben voor zijn mensen. Nu blijkt echter dat veel meer bedrijven dit een goed concept vinden. Ook bedrijven met 2000 werknemers. Het lijkt erop dat we in de roos hebben geschoten met onze combinatie van zorg en arbodienstverlening.”
Kies ook voor meer onderscheid. $AT BEGINT MET EEN STAP IN ONZE RICHTING "EL VRIJBLIJVEND of mail naar:
[email protected]
[email protected] – www.ansvaridea.nl
s UITSTEKENDE BEREIKBAARHEID s PERSOONLIJK CONTACT OOK NIET STANDAARD ZAKEN ZIJN BIJ ONS BESPREEKBAAR s POLISSEN BINNEN UUR VERWERKT s E MAILS SNEL EN ADEQUAAT BEANTWOORD s DIGITALE OFFERTE AANVRAAG SERVICE s GOEDE EN UNIEKE DEKKINGEN EN EXCLUSIVITEIT
T 020 617 04 26 – F 020 617 00 76
Ansvaridea biedt verzekeringen met onderscheidend vermogen en werkt uitsluitend via intermediairs. Met succes, ons marktaandeel blijft groeien. Onlangs hebben ruim 100 intermediairs voor ons gekozen. Niet zomaar… we hebben veel te bieden:
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
Just do het nou maar
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
Hij realiseert zich echter ook dat er nog een lange weg te gaan is. “Zorg van de Zaak is duidelijk onderscheidend van de reguliere arbodienstverlening. Hierdoor voorkom je het ‘hakken in het zand effect’, waarbij de werknemer zich moet melden bij de bedrijfsarts. Dat voelt als controle en het is vaak te laat als er echt wat aan de hand is. Het is zaak de ‘oude’ arbodienstverlening in lijn te brengen met deze nieuwe visie. De rol van de bedrijfsarts is hierin belangrijk. Hij heeft de regie op het verzuimtraject, maar hij behandelt niet. Hij kan echter wel meer sturen en dus de zorg voor de werknemer meer voorop stellen.”
Bij de werknemer moet ook wel het besef komen, dat de baas deze zorg allemaal betaalt. “Dat is nog een lastig gegeven. Ik ben er nog niet uit hoe we dat goed kunnen brengen”, zegt Touwen. “Je moet inderdaad voorkomen dat je in een goed/ fout-discussie terecht komt”, meent Van Leer.
Tarieven Touwen lacht als gevraagd wordt naar de tarieven voor deze dienstverlening. “Het kost echt bijna niets. We vragen € 45 per medewerker per jaar, daar zitten de interventies van psycholoog, bedrijfsmaatschappelijk werker en fysiotherapie bij in. Maak je ook nog gebruik van de reguliere arbodienstverlening, dan wordt het bedrag € 135 per medewerker per jaar. De arbodienstverlening wordt dan verzorgd door Maetis/Ardyn, onderdeel van het Tinguely-netwerk.”
Stijgend verzuim Bij het Haagse incasso- gerechtsdeurwaarderskantoor Blume Stolker & Roel hebben ze inmiddels hun handtekening gezet onder de extra dienstverlening per 1 januari aanstaande. “Wij werden meteen enthousiast bij het lezen over de aanpak en zijn van mening dat de visie die ten grondslag ligt aan dit concept ook bij ons van toepassing is”, zegt Henny van der Veen, hoofd Human Resources van het bedrijf met 95 medewerkers. Hij vervolgt: “Ons verzuim is altijd vrij laag geweest, 2,86%. Maar in de loop van dit jaar is dat gestegen naar 3,8%. Dat is voor een groot deel verklaarbaar door operaties bij drie medewerkers tegelijk met langdurig herstel, maar wij constateren ook verzuim door klachten van psychische aard. Wij hopen dat we medewerkers met dit soort klachten door Zorg van de Zaak sneller kunnen helpen. Ook zijn wij van plan het concept preventief in te zetten. Ons streven is goed voor onze medewerkers te zorgen.”
Verwachting Touwen wil komend jaar meer dan 100.000 werknemers aansluiten op Zorg van de Zaak. “Dat is ons streven. Ik kan er nog geen definitieve uitspraken over doen omdat de besluiten over de arbodienstverlening vanaf 1 oktober weer op de agenda staan. Drie maanden om te besluiten over te stappen op Zorg van de Zaak is natuurlijk vrij kort. Maar het aantal aangesloten werknemers zou ook veel groter kunnen worden dan die 100.000. Daar schrik ik ‘s nachts nog weleens wakker van”, aldus de voorman van het Tinguely Netwerk. Door: Manon Vonk
12
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
DE R E P O RTA G E
De regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten moet volledig worden geprivatiseerd. Gebeurt dat niet, dan loopt het huidige hybride stelsel de komende jaren vast, betogen verzekeraars. Maar volgens de vakbeweging heeft de private markt zich nog niet bewezen als alternatief. “Volledige privatisering van de WGA is op dit moment niet verantwoord.”
Het duale
doolhof
van de WGA
P
ech. Een werknemer van een klein bouwbedrijf valt van een steiger en raakt gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Dat is afschuwelijk voor de bouwvakker, die zijn pensioen het liefst in gezonde toestand had willen halen. Maar ook de eigenaar van het bouwbedrijf zit op de blaren. De premie van zijn verzekering tegen gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (WGA) bij het UWV stijgt fors, terwijl overstappen naar een goedkopere
private verzekeraar niet mogelijk is. Hij zit vast. Het is de WGA-problematiek in een notendop. Harold Herbert, directeur van het Verbond van Verzekeraars, licht toe. “Het huidige systeem waarin publieke en private verzekeringen naast elkaar bestaan, brengt grote risico’s met zich mee voor kleine werkgevers. Wanneer een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt, is de overstap van het UWV naar een private ver-
VAN WAO NAAR WIA Eind 2005 werd de WAO vervangen door de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) om de kosten van arbeidsongeschiktheid terug te dringen. De WIA maakt onderscheid tussen gedeeltelijk arbeidsongeschikten (35-80%) en volledig duurzaam arbeidsongeschikten (80-100%). Werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, krijgen geen uitkering volgens de WIA. IVA Voor werknemers die volledig duurzaam arbeidsongeschikt zijn, is de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) in het leven geroepen, een onderdeel van de WIA. De uitvoering hiervan is in handen van het UWV. WGA Gedeeltelijk arbeidsongeschikten komen terecht in de WGA (Werkhervattingregeling Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten). Doel van de WGA is om gedeeltelijk arbeidsongeschikten en tijdelijk volledig arbeidsongeschikten zo snel mogelijk aan de slag te krijgen. Werkgevers kunnen zich bij het UWV verzekeren voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van hun werknemers of zelf het risico dragen gedurende de eerste tien jaar van de WGA-uitkering. Wanneer zij kiezen voor eigenrisicodragerschap kunnen zij zich privaat verzekeren.
14
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
zekeraar met een lagere premie onhaalbaar. De werkgever draait dan namelijk zelf op voor de WGA-uitkering.” De gevolgen laten zich raden. Grote bedrijven en kleine werkgevers zonder arbeidsongeschikten zeggen hun verzekering bij het UWV op om te profiteren van lagere premies bij private verzekeraars. Kleine bedrijven met arbeidsongeschikte werknemers zitten vast bij het UWV en worden geconfronteerd met steeds hogere premies. De laatste anderhalf jaar heeft ruim 5% van de werkgevers het UWV verlaten. Inmiddels is bijna 30% van de werkgevers privaat verzekerd. Het hybride stelsel is op termijn dan ook onhoudbaar, concludeert Herbert. “De UWVpremies zullen verder oplopen doordat de basis smaller wordt. De uitstroom van gezonde bedrijven kan daardoor in een stroomversnelling komen.” Volgens een onderzoek van adviesbureau Mercer kan het aantal gezonde bedrijven dat de publieke WGA verlaat, de komende jaren exponentieel toenemen. Als de uittocht doorzet, kan de UWV-premie voor kleine werkgevers de komende tien jaar verdubbelen.
Verschil in financiering Het stelsel dreigt vast te lopen doordat het publieke en het private deel anders zijn gefinancierd. De publieke uitvoering van de WGA werkt volgens het omslagstelsel: toekomstige uitkeringen worden betaald uit toekomstige premies. De premies komen voor rekening van het krimpende aantal bedrijven dat bij het UWV verzekerd is. Private verzekeraars werken verplicht volgens het kapitaaldekkingsstelsel, waarbij een deel van de betaalde premies wordt gereserveerd voor toekomstige uitkeringen.
Voorstanders zien privatisering als de manier om de instroom van gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de WGA te beperken. Volgens VNONCW prikkelt een privaat stelsel – waarbij werkgevers en verzekeraars verantwoordelijk zijn voor uitgevallen werknemers – alle partijen om meer te doen aan preventie en re-integratie dan
‘Het huidige systeem brengt grote risico’s met zich mee voor kleine werkgevers bij het UWV’
Prikkels De financiering van de WGA staat al sinds de invoering in 2005 ter discussie. Het kabinetBalkenende IV wilde de regeling volledig privatiseren, maar kwam daar nooit aan toe. Een van de redenen om te kiezen voor behoud van de status quo zijn de hoge kosten van volledige privatisering, door het Centraal Planbureau (CPB) geraamd op € 3,5 miljard. Maar langer wachten met de privatisering van de WGA drijft die kosten enkel verder op, menen verzekeraars.
een publiek stelsel. Daar komt bij dat privatisering zorgt voor een eenvoudiger WGA-stelsel. Veel werkgevers beschouwen het duale systeem als een doolhof. De werkgeversverantwoordelijkheid is bekend uit de Ziektewet. De wettelijke verplichting om het loon van zieke werknemers maximaal twee jaar door te betalen, prikkelt bedrijven om het verzuim terug te dringen. Kleine werkgevers Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
15
Wie gelooft nog in fraaie prognoses? Wij geven liever harde garanties.
7RHJHJHYHQ$OVKHWRPUHQGHPHQWJDDWLVQLHWGHIUDDLVWH
JDUDQGHHUW&RQVHUYDWUL[UHQGHPHQWRYHUKHWNDSLWDDOGDW
SURJQRVHGLHXRRLWKHHIWJHKRRUG0DDUKHWJDDWKLHUGDQRRN
YULMNRPWRSGHDIJHVSURNHQSHQVLRHQGDWXP9RRURQVLVGLWDO
RPHHQKDUGHJDUDQWLH8ZNODQWHQZLOOHQLPPHUVZHWHQZDW]LM
MDUHQYDQ]HOIVSUHNHQG:LOWXRRN]XONH]HNHUKHGHQ":HONRP
VWUDNVPLQLPDDOLQKDQGHQNULMJHQYRRUKXQSHQVLRHQ'DDURP
RIJDQDDUZZZFRQVHUYDWUL[QO
Een beetje conservatief is zo gek nog niet.
Samenvatting t De huidige hybride regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA) dreigt vast te lopen, voorspellen verzekeraars. t Kleine en middelgrote bedrijven met relatief veel arbeidsongeschikte werknemers die verzekerd zijn bij het UWV kunnen niet meer overstappen naar een private verzekeraar. t ‘Gezonde’ bedrijven verruilen de publieke verzekering voor een
goedkopere private verzekeraar. De ‘ongezonde’ kleine werkgevers zitten vast en betalen steeds hogere premies. t Werkgevers en verzekeraars pleiten voor privatisering van de WGA om te voorkomen dat het systeem vastloopt. Bovendien werkt een integrale aanpak volgens hen beter. t De vakbeweging is sceptisch. Het is niet zeker dat verzekeraars beter presteren en te veel nadruk op
hebben dat risico veelal afgedekt met een verzuimverzekering. Daardoor ontstaat ook een stimulans voor de verzekeraar om verzuim tot een minimum te beperken. Mede door dat systeem is het ziekteverzuim de afgelopen tien jaar flink gedaald. Door de privatisering van de Ziektewet is een hele nieuwe markt voor re-integratie en preventie ontstaan, vertelt Joep Rats, teammanager Arbeidsvoorwaarden bij VNO-NCW. Die markt kan zich verder ontwikkelen door de WGA te privatiseren. “Werkgevers willen de schade door verzuim en arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk beperken. Voor verzekeraars is er ook een financiële prikkel.” Bovendien worden ook gezonde bedrijven door het UWV geconfronteerd met forse premiestijgingen.
Integrale aanpak Verzekeraars hameren op de voordelen van een integrale aanpak. Een combinatie van preventie, begeleiding en re-integratie is niet alleen logisch, maar ook het meest efficiënt, menen zij. In een privaat stelsel zijn verzekeraars en werkgevers volgens de huidige regelingen twaalf jaar verantwoordelijk voor werknemers die uitvallen. Twee jaar op basis van de Ziektewet en tien jaar op basis van de WGA. Zij zullen zich tot het uiterste inspannen om mensen snel aan het werk te krijgen. Bij een integrale aanpak grijpen verzekeraars direct in bij ziekte, betoogt Adriaan Frijters, Directeur Zakelijk bij Nationale-Nederlanden en bestuurder bij het Verbond van Verzekeraars. Door de invoering van verplichte loondoorbetaling bij ziekte heeft Nationale-Nederlanden volgens hem al uitgebreide ervaring opgedaan met re-integratie van werknemers. “Hoe sneller de interventie, des te sneller en succesvoller de re-integratie. Een integrale aanpak begint op de eerste ziektedag.”
financiële prikkels in een privaat stelsel kan nadelig uitpakken voor het personeel. t Volledige privatisering moet geleidelijk gebeuren. Het UWV kan als onafhankelijke claimbeoordelaar voortbestaan, menen alle betrokken partijen. t Daarnaast moeten alle werkgevers de mogelijkheid krijgen een verzekering af te sluiten tegen een acceptabele premie.
Op dit moment is het re-integratietraject in tweeën gebroken, zegt Frijters. “Een integrale aanpak leidt tot duidelijkheid en een hogere arbeidsparticipatie.” Van de werkgevers is 70% nog steeds bij het UWV verzekerd. “De meeste werkgevers krijgen dus na de eerste twee private ziektejaren te maken met het UWV dat de re-integratie overneemt.” De werknemer weet in dat geval ook niet altijd waar hij aan het goede adres is: bij het UWV, de verzuimverzekeraar of de werkgever. Volledige privatisering biedt kansen voor verzekeraars. Sinds de invoering van het duale stelsel heeft ongeveer 30% van de werkgevers de overstap gemaakt naar een private verzekeraar. Door de privatisering van de uitkering voor de eerste twee ziektejaren is een heel nieuwe markt ontstaan voor verzuimverzekeringen. Volledige privatisering zou de verzekeraars in een klap een grote nieuwe markt bieden.
Onverantwoord Maar werknemersorganisaties zijn sceptisch over privatisering. Vakcentrales FNV en CNV wijzen onder meer op een tussenevaluatie van de WGA die in 2009 is gedaan in opdracht van het
‘We moeten dit zeker niet per 2011 willen doorvoeren en zelfs 2012 is nog te vroeg’ toenmalige kabinet. Daaruit blijkt dat het UWV en private verzekeraars ongeveer dezelfde resultaten behalen bij de re-integratie. Het duale stelsel moet daarom voorlopig gehandhaafd worden, zegt FNV-bestuurder Leo Hartveld. “Volledige privatisering van de WGA is op dit moment niet verantwoord.” Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
17
Daarnaast laten werkgevers zich bij de keuze voor een verzekering primair leiden door de kosten, zegt Hartveld. “Terwijl het uitgangspunt zou moeten zijn: wat is het beste voor de snelle re-integratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers? De resultaten die private verzekeraars en het UWV behalen met preventie en re-integratie van werknemers spelen voor werkgevers helemaal geen rol. Het draait allemaal om welke verzekeraar het product biedt met de laagste premie.” Het doorvoeren van een privaat stelsel met meer financiële prikkels heeft nog een potentieel nadeel voor werknemers. De grote winst die verzekeraars kunnen halen, zit in de eerste twee
‘Het WGA-stelsel zal zichzelf opblazen en daarom is het beter tijdig in te grijpen’ ziektejaren. Helpen zij een werknemer weer aan het werk, dan hoeven zij geen WGA-uitkering te betalen. In de praktijk vallen de re-integratieinspanningen van werkgever en verzekeraar volgens de FNV na twee jaar dan ook vaak terug, omdat het dan goedkoper is eenvoudig de uitkering te betalen.
ding en re-integratie.” Juist in het laatste anderhalf jaar – die in de tussenevaluatie van de WGA niet zijn meegenomen – is volgens de consultant veel vooruitgang geboekt. De rol van het UWV is daarmee niet uitgespeeld, meent Van Pelt. Als onafhankelijke partij kan de uitvoeringsinstantie de claimbeoordeling doen. Van Pelt: “Maar zorg dan ook dat het goed gaat, want ook daar gaat op dit moment veel mis, vooral als het aankomt op de herbeoordeling.” Ook verzekeraars en werkgevers benadrukken dat het UWV als onafhankelijk partij moet blijven bestaan bij het invoeren van een volledig private WGA. De invoering van een privaat stelsel moet volgens Van Pelt wel geleidelijk gebeuren. Wordt de privatisering ineens doorgevoerd, dan zouden verzekeraars een kwart miljoen aanvragen te verwerken krijgen. Hij voorziet in dat geval chaotische taferelen zoals destijds bij de invoering van de ziekteverzuimverzekeringen. “We moeten dit zeker niet per 1 januari 2011 willen doorvoeren. Zelfs 2012 is nog te vroeg.” Joop Linthorst, bestuursvoorzitter van het UWV, waarschuwt ervoor het huidige stelsel te snel overhoop te gooien. “Wij zien de uitstroom van gezonde bedrijven niet en onze re-integratieprestaties zijn vergelijkbaar met die van de private verzekeraars.”
Hobbels De Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten heeft eveneens bedenkingen. De conclusies uit de tussenevaluatie zijn duidelijk, zegt secretaris Huub Wolfs. “De invoering van een hybride stelsel heeft niet geleid tot preventie of snellere re-integratie. Er is daarom geen enkele reden om de privatisering verder door te zetten. Wij vrezen dat verzekeraars te veel in hun eigen belang zullen handelen.”
Bewijzen Volgens Hendrik Jan van Pelt, directeur van adviesbureau ENgage zijn werknemers die na de eerste twee ziektejaren in de WGA belanden, in een privaat stelsel juist beter af. “Doordat verzekeraars ook na de eerste twee ziektejaren verantwoordelijk blijven en private verzekeraars een voorziening moeten treffen voor uitkeringen in de toekomst, blijft de prikkel om te re-integreren bestaan.” In het publieke bestel komt de re-integratie in ieder geval niet van de grond, stelt Van Pelt. Volgens hem heeft het UWV jarenlang de kans gehad zich te bewijzen, zonder succes. “We zien nu dat verzekeraars in korte tijd wel grote stappen zetten op het gebied van preventie, begelei18
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
Het voorkomen van een aanvragengolf is niet de enige hobbel die moet worden genomen. Kiest de politiek voor privatisering, dan moet de overheid de spelregels bepalen. Alle bedrijven – ook die met grote risico’s – moeten zich kunnen verzekeren tegen een acceptabele premie. Daarnaast moeten de uitkeringsrechten en het recht op re-integratie van werknemers gewaarborgd zijn. Het is allemaal op te lossen, stellen de verzekeraars. Moeilijk verzekerbare bedrijven kunnen bijvoorbeeld bij een aparte maatschappij worden ondergebracht, die door de bestaande verzekeraars wordt opgericht. Op die manier delen verzekeraars de risico’s die ze niet individueel kunnen dragen. Een direct vorderingsrecht voor werknemers zorgt ervoor dat zij gelijk bij de verzekeraar kunnen aankloppen voor een uitkering en re-integratie. Voor directeur Herbert (Verbond) is een ding zeker: gebeurt er niets, dan loopt de WGA vast. “Het stelsel zal zichzelf opblazen. Daarom is het beter tijdig in te grijpen. Werkgevers en werknemers zijn beter af in een privaat stelsel.” Door: Thomas Olivier en Jasper van der Kerkhof
>]iTeTa]XTdfSTWdXbbcXY[fTTab_XTVT[cSTbcTaZTVa^TXX]bRWPSTQTWP]ST[X]VT]Tg_TacXbTSXT fT\^\T]cTT[X]WTT[4da^_PS^^a\PZT]3T^_UaXbbX]VeXT[bP\T]\TcTT]Qd]ST[X]VeP]^]iT \TaZ]P\T]T][PQT[bc^cTT]^eTaiXRWcT[XYZVTWTT[eP]eXYUQdbX]Tbbd]Xcb3TZT]\TaZT]eP] ^]iTfTaZfXYiTbRWTa_cT]fTeTaSTaPP])STQTbcTePZ\T]bT]QTbcT]SXVTZ[P]caT[PcXTbbcTaZT SXT]bceTa[T]X]VbR^]RT_cT]T]TgRT[[T]cTdXce^TaX]V4]fTZ^iT]e^^aTT]X]cTa]PcX^]P[TÁ_Ph^UUÂ
4da^_TP]R[PX\Tg_Tacb 243Xbe^^aeTaiTZTaPPabT]TXVT]aXbXR^SaPVTabTT]c^^] PP]VTeT]ST4da^_TbTUd[[bTaeXRTSXT]bceTa[T]Ta^_WTcVTQXTS eP]bRWPST\P]PVT\T]cETaSTT[S^eTaSTeXYUQdbX]Tbbd]Xcb 2432[PX\bBTaeXRTb2431aP]SEPaXP2430dc^\^cXeT 243
2[PX\bBTaeXRTb 1aP]SEPaXP 0dc^\^cXeT
PUfXZZT[X]VeP]bRWPSTEP]PS\X]XbcaPcXTeTeTafTaZX]VeP] bRWPSTS^bbXTabc^ccPgPcXTeP]e^TacdXVT]EP]QTVT[TXSX]VeP] [TcbT[bRWPSTb[PRWc^UUTabc^cPUfXZZT[X]VeP]QaP]SX]RXST]cT] T]VTSTcPX[[TTaS^]STai^TZ]PPa^^aiPZT]eP]bRWPST 243WTTUceTbcXVX]VT]X]WTT[4da^_PWTcW^^USZP]c^^abcPPc X]2P_T[[TPP]ST]89bbT[ fffRTSTda^_TR^\
Waarom Waarom ? ‘een dijk van een zorg ‘een dijk van een zorgverzekeraar’ D Uitgeroepen tot beste zorgverzekeraar in 2008, 2009 én 2010 D Snelle uitbetaling van declaraties D Vrije keuze van zorgverlener D Provisie wordt in één keer uitgekeerd, dus geen extra administratie D Scherpe premie D Ruime keuze in aanvullende verzekeringen D Geen medische vragen bij aanmelding aties lle uitbetaling van declar
Sne
D Tandartsdekking al opgenomen in de goedkoopste aanvullende verzekering D Opzegservice huidige verzekering D 24 uur per dag uw administratie inzichtelijk op Mijn Stad Holland D Verzekerden kunnen kiezen voor een digitale poli
Daarom dus!
www.stadholland.nl
een dijk van een zorgverzekeraar
IN TE RVI E W
In deze periode worden de contracten met betrekking tot zorgcollectiviteiten opnieuw onder de loep genomen en starten de onderhandelingen over verlengen of overstappen naar een andere zorgverzekeraar. Wat komt er kijken bij deze onderhandelingen en wat is eigenlijk nog de zin van een collectiviteit als deze vervolgens toch niet volloopt? Is het misschien zelfs zo dat de zorgcollectiviteit zijn langste tijd gehad heeft?
‘Zorgcollectiviteit moet twee keer verkocht worden’ rno Kleijnenberg, directievoorzitter van ONVZ, is stellig: “Zorgcollectiviteiten gaan niet verdwijnen. Sterker nog, ze worden steeds belangrijker. Maar de zorgcollectiviteit zoals we die vroeger kenden, waarbij alle werknemers in één keer in de collectiviteit zaten, bestaat niet meer. Tegenwoordig kiest het individu zijn eigen zorgverzekering. Je moet je zorgverzekering nu ook twee keer verkopen: aan de werkgever en aan de werknemer. Dat is inderdaad een heel lastig punt.” ONVZ zet dan ook vol in op collectiviteiten. “Gezien de jaarlijkse stijging van het aantal collectief verzekerden is collectief de primaire lijn bij ONVZ.”
E
overtuigden de werkgevers dat ze vooral een werkgeversbijdrage moesten aanbieden om ervoor te zorgen dat de werknemers voor aanvullend pakket A, B of C zouden kiezen. En dan liefst pakket B, want dan zijn ze gewoon goed verzekerd. Daarbij hebben wij ook vol overtuiging gekozen voor ONVZ. Deze verzekeraar is voor het type bedrijven dat wij verzekeren gewoon een kwalitatief goede verzekeraar”, aldus directeur Kees Boer. “De praktijk laat echter zien dat werknemers zelden deelnemen aan de werkgeverscollectiviteiten. Die zorgverzekering wil men toch liever privé regelen en sluiten”, concludeert hij.
Toen in 2006 de nieuwe Zorgverzekeringswet in werking trad, speelde vooral de te bedingen korting van ongeveer 10% een doorslaggevende rol om in een collectiviteit te stappen. “Tegenwoordig moet je de voordelen voor de werkgever duidelijk maken in combinatie met zijn verzuimverzekering”, meent Kleijnenberg.
Kleijnenberg bestrijdt deze conclusie. “Ongeveer 62% is collectief verzekerd. Soms is het inderdaad moeilijk om een collectief vol te krijgen, maar over het algemeen lopen ze bij ons redelijk vol. Al duurt het soms wat langer”, aldus de ONVZ-voorman.
Domste jongetje Intermediair Lukassen & Boer heeft sinds 2006 vol ingezet op het sluiten van collectieve zorgverzekeringen bij vooral mkb-bedrijven. Wij 20
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
“Voor de korting hoef je niet meer in een collectiviteit te stappen”, meent Boer. “Je moet wel ongeveer het domste jongetje van de klas zijn, wil
Erno Kleijnenberg:
‘De zorgcollectiviteiten gaan niet verdwijnen. Sterker nog, ze worden steeds belangrijker’
je geen korting op je zorgverzekering krijgen. En ik moet zeggen, wij hebben nu drie jaar lang aan alle kanten gesleurd aan de collectiviteiten om ze aan de man te brengen bij de werknemers, maar het lukt gewoon niet. Geheel tegen onze gewoonte in en ook tegen het concept van gezondheidsmanagement in dat wij in de markt hebben gezet, bieden wij nu een groot Lukassen & Boer Collectief aan. Hier bieden wij de zorgpolissen aan van zes verzekeraars. Zit jouw verzekeraar erbij, dan klik je hem aan en krijg je ook je korting. Het druist tegen alles in, maar kennelijk is dit wat de werknemer wil.” Dat beeld dat werknemers niet in een collectief stappen, wordt bevestigd door Sabine de Kok, van adviesbureau Flexurance uit Zwijndrecht, klant van Lukassen & Boer. “Bij ons bedrijf werken vijftien mensen intern. Daarvan doet er één mee in de collectiviteit. Daarnaast zijn er circa
honderd mensen via Flexurance bij klanten op projecten werkzaam, daarvan maken er ongeveer vier gebruik van de collectiviteit.” Boer vult aan: “Dat strookt wel met het landelijke beeld, dat vier op de honderd wisselt van zorgverzekeraar.” Het is volgens De Kok ‘not done’ om de zorgcollectiviteit verplicht te stellen. “Veel van onze werknemers komen bij gemeenten vandaan. Als wij de zorgcollectiviteit verplicht stellen, dan lopen wij het risico dat de aanstaande werknemer nog even verder gaat kijken.” Ook Boer is van mening dat het niet kan. “Een zorgverzekering is in de beleving van mensen een privéaangelegenheid. Dat kan je dus niet verplicht stellen.”
Valkuilen Ervan uitgaande dat werkgevers er vooralsnog voor zullen kiezen om zorgcollectiviteiten aan te Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
21
Kees Boer:
‘Voor de korting hoef je niet meer in de collectiviteit te stappen’
bieden aan hun werknemers, is vervolgens de vraag wat dan de valkuilen kunnen zijn bij het sluiten van zo’n collectiviteit. Daar is Kleijnenberg duidelijk in. “De teleurstelling bij de verzekerde als blijkt dat hij zorg nodig heeft, die hij vervolgens niet krijgt. Of dat hij gestuurd wordt richting een zorgverlener die hij niet wil. Naar mijn mening wordt dat te weinig onderkend. Daar moet je als tussenpersoon ook heel attent op zijn”, meent Kleijnenberg. “Natuurlijk ligt daar ook een rol voor de zorgverzekeraar. Wij moeten het intermediair heel goed voorlichten. Zij moeten het vervolgens bij de klant overbrengen.” Kleijnenberg is verder van mening dat de premielijsten te veel aandacht krijgen. “Prijs is niet het belangrijkste om op te kiezen. Ik zie wel een kentering inmiddels, waarbij er nu meer gelet wordt op de inhoud. Veel vergoedingen verdwijnen uit het basispakket en komen wel of niet in de aanvullende pakketten terecht. Dat is ook 22
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
waar zorgverzekeraars zich kunnen onderscheiden”, meent de ONVZ-voorman. Kees Boer ziet als grootste valkuil dat zijn kantoor te veel doet voor te weinig geld. “We verdienen natuurlijk al jaren een goede boterham, maar met de huidige beloningsdiscussie kan ik het mij niet meer veroorloven om er net zo veel tijd in te steken als voorheen. Dat kan niet meer uit.”
Eisen aan zorgverzekering Volgens Boer worden er door werkgevers niet zo veel eisen gesteld aan een zorgverzekering. “Wat zij wel belangrijk vinden, is dat er geen gezeur ontstaat over declaraties. En als er wel problemen ontstaan, dat wij die dan oplossen voor ze. Daarnaast moeten wij altijd toegankelijk zijn voor de werknemers. Wij regelen alles, dat is onze toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde van de zorgverzekeraar zit hem vooral in de zaken eromheen. Zo heeft ONVZ bijvoorbeeld de
zorgconsulent. En het meedenken met het bedrijf ten aanzien van preventie, vitaliteit en verzuim. Wij hebben op ons kantoor ook de omslag gemaakt van verzuimmanagement naar gezondheidsmanagement. We steken nadrukkelijk in op het voorkomen van verzuim”, aldus Boer. Kleijnenberg ziet alleen bij hele grote aanbestedingscontracten dat er speciale eisen worden gesteld aan de zorgverzekeraars. “Dat zit hem dan ook nog vaak in de polisafhandeling, declaraties et cetera. Je kunt je in dat soort trajecten nauwelijks onderscheiden van de andere zorgverzekeraars”, aldus Kleijnenberg. “Wij accepteren in principe ook elke klant waar het intermediair mee aankomt. Wij maken geen onderscheid naar branches of sectoren. Iedereen is welkom bij ons.”
Termijnen De meeste contractverlengingen vinden jaarlijks plaats bij zorgverzekeringen. “Langer kan, maar dat geldt dan meestal voor de grotere contracten”, aldus Kleijnenberg. “Het wordt ook steeds lastiger om langjarige contracten te sluiten. Ook omdat de nieuwe regering jaarlijks de dekkingen wil gaan aanpassen. Er zal waarschijnlijk nog wel meer uit de basisverzekering verdwijnen, dat dan vervolgens in de aanvullende polissen terechtkomt”, zegt Kleijnenberg. “Voordat je de besprekingen over verlenging in kunt gaan, zul je eerst moeten weten hoe de dekking en premie er uit gaan zien. Dat is dus pas vanaf de derde dinsdag in september. Het initiatief voor het verlengen van bestaande contracten gaat van ons uit. Wij lopen alle contracten langs en geven het intermediair tips voor verlenging”, aldus Kleijnenberg, die er meteen aan toevoegt dat het allemaal niet heel spannend is. “Veel is standaard.” Kees Boer onderhandelt namens zijn klanten met de zorgverzekeraar. “Wij bespreken met de werkgever de wensen c.q. randvoorwaarden. Dat onderhandelen wij uit met de zorgverzekeraar
SAMENVATTING t Bij zorgcollectiviteiten gaat het voornamelijk om jaarcontracten t Bij ONVZ is tussen de 65% en 70% collectief verzekerd; landelijk ligt dat op 62% t Intermediairs en zorgverzekeraar onderhandelen contract uit, werkgever geeft randvoorwaarden mee aan intermediairs t Het wordt een uitdaging om zorgcollectiviteiten aan de man te brengen bij de werknemers t Zorgcollectiviteit moet twee keer verkocht worden: aan werkgever én aan werknemer t Valkuilen zijn dat de verzekerde niet de zorg krijgt die hij wil of dat hij ergens heen gestuurd wordt t Valkuil bij het intermediair is dat er te veel werk verricht moet worden voor te weinig geld gezien de huidige beloningsdiscussie t Werknemers kunnen vaak uit meerdere collectiviteiten kiezen
en wij verzorgen ten slotte zelf de presentatie van die onderhandelingen. Het zal mij niet gebeuren dat ik dat door de verzekeraar laat doen”, aldus Boer.
Uitdaging Volgens Kees Boer ligt er een mooie uitdaging voor verzekeraars en intermediairs ten aanzien van de zorgcollectiviteiten. “Hanteren we de huidige status quo waarbij werknemers nauwelijks kiezen voor de zorgcollectiviteit of gaan we als
‘De praktijk laat echter zien dat werknemers zelden deelnemen aan collectiviteiten, die werkgevers aanbieden’ intermediairs en zorgverzekeraars de uitdaging aan en laten we zien dat het loont om deel te nemen in een collectiviteit.” Door: Manon Vonk
ZAKELI J K
Het regeer- en gedoogakkoord van het kabinet-Rutte bevat geen specifieke plannen over de WGA. Dat wil niet zeggen dat dit dossier stil ligt. Integendeel. Zo heeft de Tweede Kamer eind september een hoorzitting gehouden over de wenselijkheid van een privaat uitgevoerde WGA. Vervolgens zal de Tweede Kamer in december de evaluatie van de WGA als onderdeel van de WIA bespreken. De WGA blijft dus op de politieke agenda staan. Voor de adviseur is het echter de vraag wat – gegeven deze politieke ontwikkelingen – het beste WGA-advies is. Ton Breitenfellner, beleidsadviseur Inkomensverzekeringen, Nationale-Nederlanden
WGA op de
politieke
agenda I
n 2002 en nog een keer in 2004 adviseerde de SER de toenmalige arbeidsongeschiktheidsregeling (WAO) te privatiseren. Werkgevers, werknemers en de zogeheten kroonleden waren unaniem van mening dat de inbreng van private verzekeraars re-integratie zou bevorderen. Dat was immers na de privatisering van de Ziektewet in 1996 duidelijk gebleken. Helaas koos het toenmalige kabinet niet voor privatisering van de WAO maar voor een nieuwe regeling: de WIA met als onderdeel daarvan de WGA. Wel legde het vorige kabinet-Balkenende in het regeerakkoord vast dat de WGA privaat zou worden uitgevoerd. Na de val van het kabinet-Balkenende sprak het CDA zich in haar verkiezingsprogramma wederom uit voor een privaat uitgevoerde WGA. Letterlijk stond in het CDA-programma: ‘In de Werkhervattingregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) kunnen werkgevers en verzekeraars een combinatie maken met de verzuimverzekering voor de eerste twee ziektejaren, waardoor de ketenaanpak sterker wordt. Hierdoor wordt de kans op herstel en
24
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
re-integratie zo vroeg mogelijk in het traject van ziekte of arbeidsongeschiktheid optimaal benut.’ Een analyse die precies het belang van private uitvoering weergeeft. Het meest recente politieke feit rondom de WGA is de rondetafelbijeenkomst die de Tweede Kamer op 29 september jl. heeft gehouden. Tijdens deze bijeenkomst hebben betrokken partijen, waaronder verzekeraars, maar ook werkgeversen werknemersvertegenwoordigers, externe deskundigen en het UWV, zich uitgesproken over de wenselijkheid van een privaat uitgevoerde WGA.
Wat is er eigenlijk mis met de WGA? De WGA is een zogeheten hybride regeling. Dat wil zeggen dat werkgevers publiek zijn verzekerd bij het UWV, tenzij gekozen wordt om het WGA-risico zelf te dragen en dit privaat te verzekeren. Het probleem is dat hybride uitvoering zorgt voor een breuk in het re-integratieproces. Voor de meeste werkgevers neemt het UWV immers na twee jaar de re-integratieverantwoordelijkheid over. Een breuk in een proces veroor-
zaakt altijd inefficiënties en zeker bij de WGA. Zonder breuk zou een integrale keten ontstaan met een gecombineerd financieel belang voor werkgevers en verzekeraars om uitval zoveel mogelijk te voorkomen dan wel de duur daarvan te beperken. Daarnaast kunnen re-integratietrajecten die aan het einde van de eerste twee jaar nog niet zijn voltooid in een integrale keten gewoon doorlopen naar de WGA-fase. Een integrale keten biedt niet alleen meer ruimte voor re-integratie, maar ook voor preventie. Een ander probleem is dat het UWV en private verzekeraars werken met fundamenteel verschillende financieringssystemen. Het UWV werkt met omslagfinanciering waarbij slechts de uitkeringslasten van het lopende jaar uit de premie gedekt zijn, terwijl verzekeraars werken met een systeem van rentedekking waarbij de ingetreden risico’s in het lopende jaar geheel afgefinancierd zijn. Groot verschil is dat wanneer een werkgever kiest voor een andere uitvoerder, hij bij het UWV alsnog een rekening krijgt voor alle bestaande en toekomstige WGA-uitkeringen voor maximaal tien jaar. Bij private financiering zijn alle lasten afgedekt, ofwel in technische omschrijving: verzekeraars dekken het uitlooprisico zoals dat ook vastgelegd is in het zogeheten Van Leeuwen Convenant. Het is duidelijk dat bedrijven met (ex)werknemers in de WGA of langdurig zieken als het ware opgesloten zitten in het publieke bestel. Ook als de WGApremie fors gaat stijgen, valt daaraan niet te ontkomen. Daar waar werkgevers wel keuzevrijheid hebben, kan de markt desondanks zijn werk niet doen omdat het niet gaat om de vraag welke uitvoerder het beste presteert, maar welk financieringssysteem gunstiger is. In concreto kiezen veel mkb-bedrijven voor de private markt omdat de minimumpremie bij het UWV relatief hoog is. De bij aanvang van de WGA beloofde vrije marktwerking waarbij het UWV en verzekeraars elkaar ‘scherp zouden houden’ blijkt dus illusoir
Wat is het beste advies aan de mkb-relatie? Het is voor de adviseur moeilijk om al deze ontwikkelingen te betrekken in het WGA-advies. Gezien alle onzekerheden kan eigenlijk alleen maar uitgegaan worden van de regeling zoals deze er nu is. Of eigenrisicodragerschap gunstig is, hangt voornamelijk af van de bedrijfsspecifieke omstandigheden. In zijn algemeenheid is het voor bedrijven met relatief veel (potentiële) WGA-uitkeringsverplichtingen niet gunstig om uit te treden, omdat de publieke WGA-premie gemaximeerd is. Maximering van de premie betekent dat de overige bedrijven zonder lasten hieraan meebetalen. Vandaar de relatief hoge minimumpremie. Voor bedrijven met geen of relatief weinig WGAuitkeringsverplichtingen gaat het niet om de vraag welke uitvoerder, maar welk financieringssysteem beter is. In de regel kiest men voor dat
laatste omdat het private financieringssysteem – zeker in vergelijking met premiedifferentiatie door het UWV – veel stabielere premies oplevert. Bovendien biedt private financiering in alle gevallen de vrijheid over te stappen naar een andere aanbieder. Belangrijk punt is dat verzekeraars een veel groter financieel belang hebben bij preventie en reintegratie. Om die reden heeft de private sector sinds de privatisering van de Ziektewet uitgebreide re-integratiedienstverlening ontwikkeld.
‘Tijdens het rondetafelgesprek is duidelijk geworden dat de uiterste houdbaarheidsdatum van de WGA in zicht komt’ Zo biedt Nationale-Nederlanden via het reintegratiebedrijf Keerpunt casemanagement en medefinanciering van re-integratietrajecten. Daar waar mogelijk wordt dit proces samen met partners uit de branche ingericht. Die gecombineerde brancheaanpak is succesvol gebleken en zal verder worden uitgebouwd.
Slot De WGA blijft actueel. Tijdens het rondetafelgesprek hebben partijen duidelijk gemaakt dat re-integratie uitgevoerd als een integrale keten werknemers de beste kansen biedt op werkhervatting. Daarbij is Nationale-Nederlanden voorstander van een direct vorderingsrecht van de werknemer op de verzekeraar. Dit als extra waarborg dat alle re-integratiekansen van de werknemer gedurende het gehele traject steeds optimaal benut worden. Voor werkgevers levert private uitvoering kostenvoordelen op. Verder is tijdens het rondetafelgesprek duidelijk geworden dat de uiterste houdbaarheidsdatum van de WGA in zicht begint te komen. Daarmee is niet alleen de noodzaak maar ook de urgentie van ingrijpen in de WGA gegeven.
Gestage groei Voor de adviseur maken deze (politieke) ontwikkelingen het WGA-advies complex. Door alle onzekerheden kan voor het WGA-advies eigenlijk alleen maar worden uitgegaan van de huidige regeling. Eigenrisicodragerschap biedt veel voordelen. Het blijft echter noodzakelijk om goed naar de bedrijfsspecifieke omstandigheden te kijken. Feit is dat inmiddels bijna 100.000, voornamelijk mkb-bedrijven, gekozen hebben voor de private markt. Het is de verwachting dat dit aantal gestaag blijft toenemen. Daaraan gekoppeld zal ook de publieke WGA-premie steeds hoger worden. Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
25
¿ [`\fekn`bb\ca\jXd\e >[j9ecfb[[jX_`;baWWhFWaa[jlWd 7lhe 7Y^c[W _i edbWd]i Zeeh Z[ 9edikc[dj[dXedZ l[haep[d jej X[ij[ fWaa[jl[hp[a[h_d] lWd D[Z[hbWdZ$ EdZ[h WdZ[h[ ef ]hedZ lWd ÓdWdY_[[b leehZ[[b[d][cWa$P_`dm[^Whjij_aa[jhejief$>[jcee_[_i0m[^[XX[d^[j iWc[dc[jedi_dj[hc[Z_W_hedjm_aa[bZ$PeZe[dm[ZWj^[jb_[\ij"Z[^WdZ[d _d[[dibWWd$EcX[j[h_dkmX[^e[\j[d[dZ_[lWdkmabWdj[dj[leehp_[d$ ?[Z[h[[dZ_[c[[^[[\j][^ebf[d"X[ZWdaj$;dj[][b_`a[hj_`Z][\[b_Y_j[[hZ$
D E PIJNBANK
Een goed product en dito advies in employee benefits worden op waarde geschat. Maar wat is eigenlijk ‘goed’? Een kleine, maar qua response relevante VB-enquête geeft een handreiking voor de adviespraktijk. De conclusie: goede raad is duur, maar betaalt zich altijd terug.
Employee benefits Goede raad is duur I
n deze speciale editie van ‘De Pijnbank’ zijn de rollen omgekeerd en krijgen de productmarketeers en productmanagers van diverse aanbieders de gelegenheid de specificaties van hun ideale employee benefitsproduct te benoemen. En hoewel hier geen sprake kan zijn van een relevante steekproef, zijn de uitkomsten van een kleine enquête die de redactie van Het Verzekeringsblad heeft uitgevoerd, belangrijk genoeg om weer te geven.
Opvallende trend bij pensioen is behalve de roep om transparantie en heldere communicatie vooral ook het inzicht dat te veel keuzes niet in het belang van de deelnemer zijn: “Dat leidt tot verkeerde keuzes of het niet maken van keuzes.” Dit betrekkelijk nieuwe inzicht is een opvallend contrast met het credo vanuit de negentiger jaren van de vorige eeuw toen zoveel mogelijk keuzevrijheid voor de werknemer juist positief werd gewaardeerd.
Voor vier specifieke productgroepen legde de VB-redactie verschillende vragen voor aan een aantal verzekeraars, een pensioenfonds en een adviesbureau om er achter te komen welke productinnovaties en productontwikkelingen wenselijk zijn c.q. de komende tijd te verwachten zijn. De weerslag hiervan treft u aan in De Pijnbank. Bij het lezen en interpreteren van wat hierna volgt, is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat per productgroep de vragen aan de medewerking verlenende productmarketeers en -managers, steeds dezelfde zijn geweest. Bij de beantwoording komen zo uiteenlopende invalshoeken en visies aan het licht maar ook opvallende trends en ontwikkelingen. Wat bijvoorbeeld opvalt, is dat de zorgverzekeraars die aan het woord komen, zich kunnen vinden in de handelwijze van CZ die onlangs met een ‘zwarte lijst’ naar buiten kwam. Het is dan weer wel zo dat ze het kennelijk best vonden dat CZ de kastanjes uit het vuur haalde, want van een publieke adhesiebetuiging richting CZ is het – voor zover wij konden nagaan – (nog?) niet gekomen. Als we het hebben over verzuim- en inkomensverzekeringen is de suggestie om tot één integraal product over te gaan die de loondoorbetaling in de eerste twaalf jaar verenigt, het overwegen waard. Niet het wetgevingsperspectief, maar de klant staat dan centraal. Het zou een mooie doorbraak zijn.
1+1=3
Gemakkelijk en eenvoudig toegang tot de beste schadeverzekeringen. U als intermediair kunt deze via ons extranet vergelijken, afsluiten en administreren.
Zo werkt Nedasco. www.nedasco.nl Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
27
Zorgverzekering Een zwarte lijst: zo gek nog niet De invoering van marktwerking draagt bij aan het betaalbaar houden van de zorg, vinden veruit de meeste verzekeraars. Het huidige systeem van gereguleerde marktwerking, dat is ingevoerd met de nieuwe Zorgverzekeringswet in 2006, geeft zorgverzekeraars, zorgverleners en patiënten de juiste prikkels waardoor de kosten van de zorg beperkt kunnen worden.
van zorg. “Mede hierdoor komt concurrentie tussen zorgaanbieders nog maar mondjesmaat op gang. Daar moet wat aan worden gedaan voordat we echt de vruchten plukken van marktwerking in de zorg.”
Zwarte lijst “Binnen het huidige stelsel zorgt de driehoek patiënt, zorgverzekeraar en zorgaanbieder met de overheid als marktregisseur ervoor dat alle partijen elkaar scherp houden, wat de kwaliteit en prijs van de zorg ten goede komt”, zegt Jeanette Horlings-Koetje, directeur Zorginkoop & Contractmanagement bij UVIT (Univé-VGZ-IZA-Trias). “Zorgverzekeraars eisen steeds meer de regierol op bij de zorginkoop”, stelt Sebastiaan Broeders, senior beleidsmedewerker Ziektekosten bij De Amersfoortse. Maar de markt werkt nog lang niet volmaakt, vindt hij. “Het is een begin. Maar verzekeraars moeten over meer zorgtrajecten (DBC’s) kunnen onderhandelen en fusies van verzekeraars mogen de concurrentie niet belemmeren.” Het stelsel moet doorontwikkeld worden, erkent Horlings-Koetje. Zorgaanbieders worden nog te weinig betaald naar hun prestaties en patiënten hebben nog altijd te weinig inzicht in de kwaliteit
EEN GOEDE ZORGVERZEKERING IN HET KORT t t t t
28
Nog meer marktwerking Waarborgen concurrentie tussen verzekeraars Transparantie over prestaties zorgaanbieders Uniforme en zorgvuldige beoordeling zorgaanbieders
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
CZ openbaarde onlangs een ‘zwarte lijst’ met ziekenhuizen waarvoor het geen borstkankeroperaties meer vergoedt. Het is volgens CZ de taak van zorgverzekeraars om kwalitatief goede zorg in te kopen. Andere verzekeraars zijn het eens met de handelwijze van CZ, maar waarschuwen: zorgvuldigheid is noodzakelijk bij het openbaar maken van slecht presterende medische instellingen. Wij nemen onze verantwoordelijkheid ook, stelt Olivier Gerrits, manager Medisch Specialistische Zorg van Zilveren Kruis Achmea. Maar, voegt hij daaraan toe, bij voorkeur in samenspraak met de beroepsgroep. “Met door de beroepsgroep ontwikkelde normen en door de Inspectie gedragen normen, kunnen we samen de kwaliteit van zorg verbeteren.” Het idee van een zwarte lijst is ondanks alle ophef niet helemaal nieuw. Horlings-Koetje laat weten dat UVIT de kwaliteit van zorgaanbieders publiceert op de website. Ook zij benadrukt het belang van zorgvuldigheid. Zo zijn er bijvoorbeeld nog geen uniforme criteria bij de beoordeling van de kwaliteit. “Inzicht in de kwaliteit van zorg is voor zorgverzekeraars en klanten nog een relatief onbekend terrein.” “Goede zorg beschikbaar maken voor onze klanten is onze primaire taak”, reageert Broeders van De Amersfoortse. “We willen het publiek zeker op de hoogte stellen wanneer een ziekenhuis slecht presteert. Maar de informatie over kwaliteit moet wel betrouwbaar en recent zijn. Eenmaal aangebrachte imagoschade is moeilijk te herstellen.”
Verzuimverzekering Voorkomen is beter
Begeleiding van zieke werknemers is een essentieel onderdeel van een goede verzuimverzekering. Daar zijn de ondervraagde verzekeraars het over eens. “Effectieve verzuimbegeleiding dient gekoppeld te worden aan een goede verzuimverzekering”, meent Kirsten Koster Productmanager Inkomen Aegon Nederland.
Met het oog op de vergrijzing is alle hulp op de arbeidsmarkt welkom. Geen wonder dat er veel aandacht is voor gezond doorwerken to het pensioen. Het doel van een verzuimverzekering is dan ook al lang niet meer enkel uit te keren op het moment dat een werknemer ziek wordt. Natuurlijk, dat financiële vangnet is belangrijk, maar de nadruk ligt steeds meer op preventie en re-integratie.
Verzuimscan Ook moeten verzekeraars een rol spelen bij het voorkomen van ziekte, voegt Laurens van den Bosch, marktmanager Sociale Zekerheid bij Avéro Achmea hieraan toe. Dat kan bijvoorbeeld met een verzuimscan. Door in de gaten te houden welke werknemers ziek zijn, hoe vaak ze ziek zijn en welke klachten ze hebben, kan tijdig worden ingegrepen en langdurige uitval worden vermeden. Bovendien moeten werkgevers verzuim eenvoudig kunnen melden en snel uitbetaald krijgen van hun verzekeraar. Vrijwel alle verzekeraars noemen gemak een belangrijk kenmerk van een goede verzuimverzekering.
sluiten, kan een brancheorganisatie bovendien korting bedingen.
Loondoorbetaling in verzekering In de toekomst zouden de regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA) en de verzuimverzekering verder moeten worden geïntegreerd. Arendse ziet het liefst dat de loondoorbetaling in de eerste twaalf jaar in de verzekering wordt verenigd. “Dit maakt het mogelijk vanuit klant/productperspectief te verkopen in plaats van uit het perspectief van de wetgeving.”
Rol brancheorganisaties Brancheorganisaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het vormgeven en afsluiten van verzuimverzekeringen. Zij hebben veel informatie over verzuim in hun branche. “Daarmee kunnen zij ervoor zorgen dat de dekking aansluit bij de behoefte van een specifieke doelgroep”, stelt Milko Arendse, marktmanager bij Delta Lloyd. “De specifieke kennis van brancheorganisaties is belangrijk bij het samenstellen van oplossingen op maat”, beaamt Susan Stam, product- en marktmanager van Generali. Een aanpak per branche kan verzuim voorkomen en verminderen. “Dit leidt tot lagere verzuimlasten en lagere premies.” Door de verzekering collectief af te
EEN GOEDE VERZUIMVERZEKERING IN HET KORT t t t t t
Effectieve verzuimbegeleiding Maatwerk per branche Duidelijkheid over de dekking Stabiele premies Gemak voor de werkgever
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
29
8cjX[m\ik\i\emf\ck XcjkXjk\e`e_\k[l`jk\i¿ ͙ĚĂŶĚŽĞƚƵĞƌŐŽĞĚĂĂŶĐŽŶƚĂĐƚŵĞƚŽŶƐŽƉƚĞŶĞŵĞŶ͘ tĂŶƚďŝũ<ůƵǁĞƌďĞŐƌŝũƉĞŶǁĞĚĂƚĞĞŶŚĞůĚĞƌďĞĞůĚǀĂŶ ũĞƉƵďůŝĞŬĞƐƐĞŶƟĞĞůŝƐǀŽŽƌĞĞŶƐƵĐĐĞƐǀŽůůĞŵĞĚŝĂŬĞƵnjĞ͘ tŝũǁĞƚĞŶĂůƐŐĞĞŶĂŶĚĞƌǁĂĂƌƵǁŝĞŬƵŶƚďĞƌĞŝŬĞŶ͘ EĞĞŵŶŽƵĚĞƌƵŝŵϯϬ͘ϬϬϬĮŶĂŶĐŝģůĞƉƌŽĨĞƐƐŝŽŶĂůƐ͕ ŝŶƚĞƌŵĞĚŝĂŝƌƐ͕ǀĞƌnjĞŬĞƌĂĂƌƐĞŶďĂŶŬĞŶĚŝĞƚǁĞĞŬĞĞƌ ƉĞƌŵĂĂŶĚŚĞƚƐƐƵƌĂŶƟĞDĂŐĂnjŝŶĞŽŶƚǀĂŶŐĞŶ͘ DĞůĚƵŽƉ<ůƵǁĞƌ͘ŶůͬĂĚǀĞƌƚĞƌĞŶĂĂŶǀŽŽƌĞĞŶ ǀĂŶĚĞĞͲŵĂŝůŶŝĞƵǁƐďƌŝĞǀĞŶǀŽŽƌĂĚǀĞƌƚĞĞƌĚĞƌƐ ĞŶŵĂĂŬŬĂŶƐŽƉĞĞŶĚŝŶĞƌŝŶŚĞƚĚŽŶŬĞƌ ǀŽŽƌϮƉĞƌƐŽŶĞŶďŝũƚĂƐƚĞŝŶŵƐƚĞƌĚĂŵ͘
Inkomensverzekering Betere aansluiting op arbo gewenst
Een succesvolle adviseur van inkomensverzekeringen kijkt niet alleen naar de prijs van verzekeringen. Hij richt zich ook, zelfs nadrukkelijk, op de kwaliteit, stelt Nicole Manders, senior product- en marketmanager bij Generali. Bovendien is een goede adviseur klantvriendelijk en in staat te achterhalen wat de klant precies wil. “Hij moet de vertaalslag kunnen maken.” Bovendien moeten adviseurs duidelijk zijn over hun dienstverlening en hun beloning, voegt Jeroen Berendse, productmarketeer van De Amersfoortse toe. Daarnaast geeft een goede adviseur een volledig bedrijfsadvies. “Veel meer facetten dan alleen verzekeringen hebben invloed op het inkomen van een ondernemer of werkgever.” De succesvolle adviseur praat niet in risico’s maar in oplossingen, vindt productmanager Richard Bijvoet van Nationale-Nederlanden. Ook hij benadrukt dat adviseurs oog moeten hebben voor de kwaliteit, zoals de dienstverlening bij verzuim of arbeidsongeschiktheid van een werknemer. “De financiële dekkingen van verzekeringen kennen weinig onderscheid. Focus op de ‘zachte’ voorwaarden van de verzekering.” Kennis is voor de geslaagde adviseur onontbeerlijk. Daar zijn verzekeraars het over eens. Een goede adviseur is in staat zijn toegevoegde waarde aan te tonen, meent Milko Arendse, marktmanager bij Delta Lloyd. “Hij moet niet alleen kennis hebben van verzekeringen, maar ook van re-integratietrajecten en andere aspecten van de dienstverlening.”
Privatisering Elders in deze uitgave waarschuwt het Verbond van Verzekeraars dat de huidige regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten dreigt vast te lopen. Het hybride systeem van publieke en private verzekering moet worden vervangen door een volledig privaat stelsel. Het wekt geen verrassing dat de ondervraagde verzekeraars allen
Productmanagers werken hard aan het ontwerpen van goede verzekeringen, maar waar voldoet een goede adviseur eigenlijk aan, vroeg het Verzekeringsblad.
voorstander zijn van privatisering van de WGA. Het is duidelijk dat verzekeraars een commercieel belang hebben bij privatisering. Maar dat is volgens verzekeraars niet hun enige motivatie om voorstander te zijn. Door privatisering wordt de werkgever twaalf jaar verantwoordelijk (twee jaar ziekte en tien jaar WGA) voor langdurig uitgeschakelde werknemers. De verzekeraar zal daardoor belang hebben bij spoedige re-integratie.
Arbodiensten Een betere aansluiting op gerelateerde arbodiensten is een essentieel onderdeel van een goede WGA-dekking, zeggen de verzekeraars. Daardoor wordt het mogelijk snel met re-integratie te beginnen en dat vergroot de kans op een succesvolle terugkeer naar de werkvloer. De re-integratiekans neemt volgens onderzoek na de eerste twee ziektejaren jaar sterk af.
EEN GOEDE INKOMENSVERZEKERING (WGA) IN HET KORT t Volledig privaat stelsel t Betere aansluiting op arbodiensten voor snelle re-integratie t Succesvolle adviseur heeft kennis van producten en re-integratietrajecten t Focus op ‘zachte’ voorwaarden van verzuimverzekeringen
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
31
Pensioen Minder kiezen, meer begrijpen Pensioen moet begrijpelijk worden voor de werknemer. Het is wellicht een vrijwel onmogelijke taak, maar deskundigen uit de pensioenwereld zijn eensgezind: de consument die spaart voor zijn oude dag moet duidelijkheid krijgen over zijn pensioen. Duidelijkheid over de hoogte van de uitkering en duidelijkheid over het risico dat die uitkering lager uitvalt, tenzij er meer wordt ingelegd.
Expert klantmanager Peter van Eck bij PGGM vat het als volgt samen: de tijd waarin we allemaal dachten dat het wel goed zat met ons pensioen is definitief voorbij. De crisis heeft ons wakker geschud. “Op zich is dat natuurlijk niet fijn. Maar het is wel heel nuttig. Dit is de kans om samen met deelnemers te zoeken naar een nieuw pensioencontract.” Deelnemers moeten het nieuwe pensioencontract begrijpen, waarderen en als rechtvaardig beschouwen, stelt Van Eck. Weinig mensen beseffen volgens hem om hoeveel geld het eigenlijk gaat. In een nieuw contract moet duidelijk worden dat deelnemers een eigen verantwoordelijkheid hebben. “Zij moeten begrijpen hoeveel pensioen ze hebben, weten of het voldoende is en de risico’s kennen.”
EEN GOED PENSIOEN IN HET KORT t Transparant en dus begrijpelijk voor de consument t Balans tussen zekerheid en risico t Meer betrokkenheid door meer eigen verantwoordelijkheid t Spaarzaam met keuzevrijheid, anders wordt het te complex
32
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
Bewustwording over het pensioen is een absolute must, meent ook Rogier Kerkhof, directeur Pensioen en Actuariële Diensten van Hay Group. Daar is meer financiële educatie voor nodig, wellicht al vanaf de lagere school. Ook hij is voor meer duidelijkheid over het pensioen. Daarbij is te veel keuzevrijheid te complex. “Dat leidt tot verkeerde keuzes of het niet maken van keuzes.”
Begrip en inzicht De behoefte aan duidelijkheid en het wegnemen van onzekerheden bij klanten is de sleutel, betoogt Mart Vreven, managing consultant bij het Expertise Centrum Pensioenen van Aon. “Als werknemers hun pensioen beter begrijpen en meer inzicht hebben in de opbouw, kunnen zij zelfstandig een oordeel vormen over de kwaliteit en de mate van zekerheid van het pensioen.” Ook Saskia Bakels, teammanager Productontwikkeling en Beleid van ASR Pensioenen, meent dat het van groot belang is het inzicht te vergroten. Zij pleit voor een laagdrempelig en eenvoudig totaaloverzicht van het pensioen in de drie pijlers. Dat kan bijvoorbeeld op internet; werknemers kunnen dan 24 uur per dag zien hoe hun pensioen ervoor staat.
Zelf aan het stuur De werknemer moet zelf meer aan het stuur zitten, stelt Bakels. Rekenmodules op internet kunnen daarbij een hulpmiddel zijn. In elk geval moeten werknemers begrijpen: “Voor een goed pensioen moet je zelf ook wat doen.”
( advertorial )
TAF PERSONAL OVERLIJDENSRISICOVERZEKERING EEN OVERLIJDENSRISICOVERZEKERING ZOALS DE KLANT HET WIL Het jaar 2010 is voor TAF een jaar waarin productinnovatie en samenwerking met haar intermediairs centraal stond. Focus op deze thema’s wierp zijn vruchten af. Zo hebben er gedurende de eerste 6 maanden van 2010 ruim 10.000 mensen een TAF Personal Overlijdensrisicoverzekering afgesloten, 55% meer ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
TARIEFSVERLAGING Algemeen directeur David Jongeleen: “De eerste helft van 2010 werd krachtig ingezet en ook de maand juli liet een sterke groei zien ten opzichte van juli 2009. Om deze trend kracht bij te zetten, besloot TAF om met ingang van 1 augustus de tarieven voor haar Personal Overlijdensrisicoverzekering substantieel te verlagen.”
SUCCES VAN DE LAAGSTE PREMIE Sinds de introductie van de TAF Personal Overlijdensrisicoverzekering in 2007 heeft TAF met haar lage tarieven de Nederlandse overlijdensrisicomarkt opengebroken. De TAF Personal Overlijdensrisicoverzekering behoort tot de goedkoopste overlijdensrisicoverzekeringen voor niet-rokers in de markt. U vindt TAF daarom altijd in de top 3 van de scherpste aanbieders. Bij TAF is de klant verzekerd tegen de beste voorwaarden in combinatie met de laagst mogelijke premie in Nederland. Dit klinkt eenvoudig en dat is het ook!
DE KLANT IN CONTROLE Het woord ‘personal’ is terecht onderdeel van de productnaam, want als de klant dit wil, keert deze verzekering ook uit bij leven wanneer de klant gediagnosticeerd wordt met een terminale ziekte. Ook biedt TAF een verzekering waarbij de premie gedurende de hele looptijd gegarandeerd blijft. Een en-bloc clausule is niet opgenomen in de voorwaarden! De klant bepaalt dus. Eindelijk echt een overlijdensrisicoverzekering zoals de klant het wil.
Jan van Lieshoutstraat 23 5611 EE Eindhoven Telefoon 040-707 38 90
Fax 040-707 38 99
Postbus 4562 5601 EN Eindhoven
E-mail
[email protected]
Internet www.taf.nl
7&3;&,&3*/(4 #3"/$)&%"( +""3
JOUFSNFEJBJSF EJTUSJCVUJF
+' 4$)3* / 6/6*
1SPHSBNNB7FS[FLFSJOHTCSBODIFEBH OPWFNCFS%F%PFMFO3PUUFSEBN NJƉƉƉ oNJƉĶƉ VVS 0OUWBOHTU NJƉĶƉ oNJNJNJĜ VVS 1BSBMMFMTFTTJFT NJNJNJĜ oNJNJĶƉ VVS ;BBMXJTTFM NJNJĶƉ oNJȊNJĜ VVS 1BSBMMFMTFTTJFT
1SPGFTTPSES8JNEF3JEEFS FDPOPNFUSJTUFO GVUVSPMPPH IPPHMFSBBSBBOEF6OJWFSTJUFJUWBO 5XFOUF
TDIFUTUIFUBTTVSBOUJFLBOUPPSBOOP )JKTUFMUDPODSFUFCVTJOFTTFOWFSEJFONPEFMMFO BBOEFPSEF
NJȊNJĜ oNJĶĶƉ VVS -VODI NJĶĶƉ oNJĜƉƉ VVS 1MFOBJS NJĜƉƉ oNJĜĶƉ VVS 1BV[F NJĜĶƉ oNJƻƉƉ VVS 1MFOBJS NJƻƉƉ oNJŶƉƉ VVS /FUXFSLCPSSFM
%BHWPPS[JUUFS+PSU,FMEFSUSBQUBGNFUFFOJOUSP FOIPVEUVCJKEFMFTUJKEFOTFFOJOUFSBDUJFGEFCBU NFUEFGPDVTPQCVTJOFTTFOWFSEJFONPEFMMFO *OIFUQBOFMBBOHFWPFSEEPPS+PSU,FMEFS [JUUFO PB#PC7FMEIVJT WPPSNBOWBO"Em[
,BMP#BHJKO #SBOE/FX%BZ FO,MBBT,OPU EJSFDUFVS'JOBODJÑMF.BSLUFOFOQMBBUTWFSWBO HFOE5IFTBVSJFSHFOFSBBM %ST'SFEEF+POH POEFS[PFLTNBOBHFS"$*4 QSFTFOUFFSUEFSFTVMUBUFOWBOFFOXFUFOTDIBQQF MJKLFTUVEJFOBBSEFNBBUTDIBQQFMJKLFSFMFWBOUJFFO FDPOPNJTDIFXBBSEFWBOIFUJOUFSNFEJBJSEF BGHFMPQFOKBBS
8BULVOUVOPHNFFSWFSXBDIUFO &SXPSEFOQBSBMMFMTFTTJFTWFS[PSHEEPPSPB "TTVSBOUJF.BHB[JOFFO)FU7FS[FLFSJOHTCMBE6 LVOUFFOLFV[FNBLFOVJUEFBBOHFCPEFOQBSBMMFM TFTTJFTFO[PVXFJHFOQSPHSBNNBTBNFOTUFMMFO %BBSOBBTUXPSEU%F(FOFSBMJ7#*OOPWBUJFQSJKT WPPSEFWJKGEFNBBMVJUHFSFJLUBBOEFCFTUHFÕNQMF NFOUFFSEFJOOPWBUJF ,PSUPNFFOQSPHSBNNBWPMSFMFWBOUFWBLJOGPSNBUJF FONFUWPMEPFOEFSVJNUFPNUFOFUXFSLFO ,JKLPQXXXWFS[FLFSJOHTCSBODIFEBHOMWPPSIFU WPMMFEJHFQSPHSBNNBFOTDIJKGVJOWPPSIFUHSPPUTUF WBLFWFOFNFOUJOEFCSBODIF
4$)3*+'6/6*/01ǯ 8887&3;&,&3*/(4#3"/$)&%"(/-
D E B O EK ENPLANK
De Boekenplank Broodje Beurs
Gerrit de Jager
Wat een leuk idee. Fokke en Sukke, maar dan anders. Lekker scheuren en lachen om de beurs. Is het niet om het wereldje van de Amsterdamse Stock Exchange zelf dan wel als een boer die kiespijn heeft vanwege het dramatische koersverlies dat je moet
nemen. Want, zoals een oude beurswijsheid zegt: het kan twee kanten opgaan; omhoog of omlaag. Hoe dan ook, met deze scheurkalender wordt 2011 een humoristisch beursjaar. Uitgeverij Business Contact | ISBN 978 904 7029 335
The Handbook Of Employee Benefits
J.S. Rosenbloom
Een standaardwerk voor elke employee benefits professional. Weliswaar in het Engels en met een focus op de Anglo-Amerikaanse markt.
Gewoon een goed en gedegen standaard werk waarin arbeidsvoorwaarden in brede zin programmatisch en in hun onderlinge samenhang aan de orde komen.
Echter, de beschreven principes, producten en werkwijze zijn makkelijk toepasbaar voor de Nederlandse eb-markt.
Uitgeverij Rosenbloom | ISBN 978 007 1445 122 | 1300 pag.
De ondernemer en het risico van arbeidsongeschiktheid J.A. Wielink In dit memo komen de wet- en regelgeving rondom arbeidsongeschiktheid alsmede de productkenmerken van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen aan de orde. De schrijver, Janthony Wielink, is een erkende autoriteit op dit gebied en staat garant voor gedegen en vooral
ook praktijkgerelateerde informatie. Dit memo is ook als e-book beschikbaar. Geschikt voor: Sony PRS-600, BeBook Neo, BeBook, BeBook Mini, Cybook Gen 3, Cybook Opus, PC en Mac. Uitgeverij Kluwer | ISBN 978 901 3078 275 | 164 pag.
HET BOEK VAN Michiel Huisman, Het Verzekeringsblad De 7 eigenschappen van effectief leiderschap Klassieker dan klassiek is dit boek van Stephen Covey. Mijn exemplaar is gelezen en vele malen herlezen, beduimeld en voorzien van allerlei aantekeningen in de kantlijn, uitroeptekens en onderstrepingen. Een echt werkboek zogezegd. Bij aanvang leek het boek mij vooral een op slimme manier gebundelde serie open deuren, dooddoeners en andere algemeenheden op het gebied van (zelf)management. Maar lees en herlees en kom tot de ontdekking
Stephen Covey
dat dit boek ook van jou een betere adviseur, een betere manager en een betere leidinggevende kan maken. Maar kom vooral tot de ontdekking dat (zelf)management alles te maken heeft met jouw mensbeeld en visie op de samenleving. In een tijd waarin iedereen de mond vol heeft van een noodzakelijke cultuurverandering (in de financiële dienstverlening) tot aan minister De Jager toe, is dit boek verplichte kost voor wie daar serieus werk van wil maken. Om te beginnen bij jezelf.
Uitgeverij Business Contact | 334 pag. | ISBN 9789047054641
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
35
DE S TE LLI NG NA ME
Een verplichte werkscan werkt Monique Klompé NVvA
I
n de Beursbengel van juni 2010 is een interessante gedachte over een verplichte werkscan voor werknemers afgedrukt. In het betreffende artikel worden twee lijnen uitgezet op basis waarvan zo’n periodieke werkscan wenselijk en zelfs in de ogen van de auteur noodzakelijk is. De eerste lijn is die van de loopbaanontplooiing ten behoeve van de werknemer zelf. De andere lijn is het belang voor de werkgever bij de juiste
‘De werkscan zet aan tot nadenken over loopbaan, taken en arbeidsbelasting’ werknemer op de juiste plek ter vermindering c.q. het voorkomen van uitval omdat op zich goede werknemers niet (meer) op de juiste plek zitten.
Werkscan zet aan tot nadenken De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen, Monique Klompé, stelt dan ook: “De werkscan zet aan tot nadenken over (verandering in) loopbaan, taken, arbeidsbelasting en leefpatronen en wordt uitgevoerd door arbeidsdeskundigen. Zij kunnen preventief inschatten wanneer (groepen) werknemers en
36
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
werkzoekenden een loopbaanwissel moeten nemen dan wel waar kansen op geschikt werk liggen. De kosten van deze werkscan moeten aftrekbaar zijn via de individuele inkomstenbelasting.” “Zorgverzekeraars zouden deze individuele check vanuit welbegrepen eigenbelang ook financieel kunnen ondersteunen. Als langer doorwerken op termijn het doel is, moeten wij daar nu stappen in zetten. Focus op betere arbeidsparticipatie van de huidige 55-plussers, waarvan maar de helft in betaalde arbeid participeert, is dan een belangrijke eerste stap.”
Vitaal en gelukkig naar pensioen “Waar het om gaat is dat ieder werkend mens vitaal en gelukkig zijn pensioenleeftijd haalt. Daarvoor is een individuele aanpak nodig. Elke vijf jaar een werkscan voor iedereen die werkt of kan werken, kan daarbij helpen.”
De Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen pleit voor een verplichte werkscan voor alle burgers. Het gaat daarbij om een check op arbeidsvitaliteit en gezondheid op individueel niveau. Zorgverzekeraars zouden zo’n werkscan financieel kunnen ondersteunen. Maar is dat wel een begaanbare weg?
Marjol Nikkels
CS Opleidingen/Sensio Konsult
B
ij de discussie over de verhoging van de AOW-leeftijd is gekeken hoe zware beroepen ontzien kunnen worden. Omdat een zwaar beroep niet eenduidig te definiëren is, kwam de NVvA met het voorstel voor de verplichte individuele werkscan elke vijf jaar.
‘Een scan voor werknemers vanaf bijvoorbeeld 35 jaar is een prima instrument’ Een scan voor alle burgers vind ik ver gaan, maar voor alle werknemers vanaf bijvoorbeeld de 35-jarige leeftijd is dit een prima instrument. Ik zie echter niets in de financiering vanuit de basiszorgverzekering. Deze wordt er een kabinetsronde later dan toch weer uitgehaald. De zorgkosten gaan met de vergrijzing, de technologische ontwikkelingen en het feit dat we steeds ouder worden, nog minimaal verdubbelen.
Vanuit aanvullende pakketten kunnen integraal werkende zorg- en inkomensverzekeraars de werkscan wel opnemen. Ook een financiering vanuit de verplichte sectorpremies is een voor de hand liggende vorm. Met plezier je werk blijven doen en een loopbaanwissel met eventuele omscholing vermindert uiteindelijk ook de kosten van werkloosheid, verzuim- en arbeidsongeschiktheid.
Voordeel werkscan Groot voordeel van de werkscan is dat werknemers zich beter bewust worden hoe ze aantrekkelijk kunnen blijven op de arbeidsmarkt en hoe ze langer inzetbaar blijven. De afbouw van het sociale stelsel gaat door. Toekomstige sociale zekerheid bestaat uit het hebben van werk wanneer je nog werken kunt. Sociale overheidsregelingen blijven alleen over voor personen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Solidariteit brokkelt de komende jaren snel af. Werknemers dienen straks evenals de zzp’ers en dga’s zelf de eigen sociale zekerheid te waarborgen tot ze de pensioenleeftijd halen.
Ter overname: assurantieportefeuille in en rond Drenthe Doorlopende provisie ca. € 35.000,=; nieuw internet administratie systeem. Schrijf uw reactie naar: Kluwer, VB 1016, t.a.v. Media Order Backoffice, Postbus 23, 7400 GA Deventer
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
37
TOEGE LI C HT
De werknemer anno 2010 heeft een toenemende behoefte aan een betere balans tussen werk en privé. Werkgevers willen juist dat hun werknemers meer en betere prestaties leveren. Het antwoord op deze tegengestelde behoeftes is gezondheidsmanagement. Door: Ellen Lemmens-Bunnik, adviesbureau Inkomenverzekeringen, De Amersfoortse Verzekeringen
Het rendement van gezondheidsmanagement W
erkgevers die zich bemoeien met de gezondheid van hun werknemers waren lange tijd ‘not done’. Alleen als er sprake was van een verhoogd risico vanwege bepaalde werkomstandigheden, werd een (preventief) onderzoek gedaan. Tijden veranderen. De voordelen van gezondheidsmanagement zijn inmiddels zo duidelijk geworden dat de werkgever het zich eigenlijk niet meer kan permitteren om dit onderwerp te laten liggen. Hoe meer
‘De veranderende sociale zekerheid en terugtredende overheid is een reden om aandacht te schenken aan gezondheidsmanagement’ risicofactoren je positief beïnvloedt, hoe productiever het personeel. Voordelen dus voor zowel de werkgever als de werknemer. Maar hoe gaan verzekeraars om met gezondheidsmanagement? Alvorens deze vraag te beantwoorden wordt het onderwerp gezondheidsmanagement nader toegelicht.
Wat is gezondheidsmanagement? Bij gezondheidsmanagement gaat het om meer dan alleen arbeidsomstandigheden of verzuimbeleid. Gezondheidsmanagement kent vier aandachtsgebieden: 38
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
1. Verzuimcoördinatie 2. Re-integratie 3. Preventie 4. Vitaliteit Het betreft daarnaast ook cultuuraspecten zoals de motivatie en ambitie van de werkgever om te zorgen voor een gezonde organisatie. Gezondheidsmanagement moet stimuleren dat werknemers zowel thuis als op het werk een gezonde leefstijl hebben. Verder moet gezondheidsmanagement de werkgever en werknemer ertoe aanzetten gezond om te gaan met beperkingen en met ziek zijn. Dat wil zeggen: kijken wat nog wel mogelijk is in plaats van de werknemer direct buiten het arbeidsproces te plaatsen. Gezondheidsmanagement heeft ook betrekking op het alert reageren op de snel veranderende sociale zekerheid. De werkgever moet daarbij nieuwe keuzes maken met betrekking tot secundaire arbeidsvoorwaarden en de verzekeringen voor ziekte, arbeids(on)geschiktheid en zorg. Maar ook op andere gebieden, zoals het pensioenstelsel, de combinatie van arbeid en zorg en de inzetbaarheid van ouderen moet de werkgever eigen keuzes maken.
Gezond management De werkgever en het management binnen de organisatie zijn de spil van gezondheidsmanagement. Gezondheidsmanagement moet in dat verband ook gezien worden als gezond management. De werkgever moet de randvoorwaarden scheppen. Daarbij gaat het niet alleen om het beschikbaar stellen van tijd en geld, maar ook om het geven van het goede voorbeeld. Dit doet het management door veilig en gezond te werken en
aandacht te hebben voor de eigen inzetbaarheid en gezondheid. Het management draagt de gezonde leef- en werkstijl daarbij duidelijk uit naar de werknemers. De werkgever moet zorgen dat het management goed in staat is om gezondheidsaspecten van het werk en de risico’s in het (werk)gedrag te kunnen signaleren en deze te kunnen verbeteren. Het gaat dan om zaken als de gezondheidsrisico’s op de werkplek, de balans tussen belasting (ook op privégebied) en belastbaarheid, een gezonde leefstijl en een gezond werkgedrag. Ook kan de werkgever de werknemers op de voordelen van preventief gedrag wijzen en ze stimuleren zich voor te bereiden op en aan te passen aan (toekomstige) gewijzigde omstandigheden.
baarheid ontstaat als zowel de zieke, beperkte werknemer als de werkgever zich aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Vanwege de toenemende krapte op de arbeidsmarkt door de vergrijzing is dit belangrijk. Door die krappe arbeidsmarkt moet de werkgever ook zo aantrekkelijk mogelijk zijn voor potentiële werknemers en werknemers binden aan de organisatie. Gezondheidsmanagement levert hieraan een bijdrage doordat het de vitaliteit van de organisatie vergroot, wat weer leidt tot een betere werksfeer. Ook maakt gezondheidsmanagement het gemakkelijker voor werkgevers om mensen bij het arbeidsproces te betrekken die daar eerder vanwege gezondheidsklachten buiten bleven.
Sociale zekerheid Prioriteiten Gezondheidsmanagement heeft zelden topprioriteit binnen een organisatie. De topprioriteit in een organisatie ligt doorgaans bij het primaire proces, oftewel de productie, de dienstverlening en de continuïteit. Gezondheidsmanagement komt hierdoor vaak op de tweede plaats. Betrokken en gemotiveerde werknemers die goed in hun vel zitten, produceren meer en verlenen betere diensten. In de toenemende dienstverlenende economie maakt de inzet van werknemers het verschil of een onderneming slaagt of niet. Een ander positief effect van gezondheidsmanagement is dat de oudere werknemer daardoor langer kan doorwerken. Gezondheidsmanagement zien we ook terug in het re-integreren van zieke werknemers door hen passend werk aan te bieden. Gezonde inzet-
De veranderende sociale zekerheid met een terugtredende overheid is ook een belangrijke reden waarom werkgevers aandacht moeten schenken aan gezondheidsmanagement. Een voorbeeld hiervan is de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Wanneer een zieke werknemer de WIA instroomt, dan heeft dit ook premieconsequenties. Met name de gedifferentieerde premie wordt dan verhoogd. Dit vergroot het financiële en sociale belang van goed management voor werknemers en werkgevers.
Voordelen voor de onderneming Door te blijven investeren in de ontwikkeling en gezondheid van de werknemers en het voorkomen van uitval, blijft de werkgever aantrekkelijk op de arbeidsmarkt. Organisaties die dit doen, zijn ervan overtuigd dat mensen het kapitaal van de onderneming zijn.
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
39
Voordelen voor de werknemer t Een veilige en gezonde werkomgeving. t Een betere gezondheid. t Vergroting van het werkvermogen, ook op de langere termijn. t Werkplezier, motivatie en betrokkenheid. t Een goede werksfeer.
Voordelen voor de werkgever
Dé grootste intermediair glasverzekeraar van Nederland
t Minder verzuim en uitval, meer inzetbaarheid voor het werk. t Een verbeterde productie en dienstverlening. t Verbeterde concurrentiepositie in de markt. t Positiever en aantrekkelijker bedrijfsimago. t Profilering op de arbeidsmarkt als aantrekkelijke werkgever; met minder kosten voor werving en selectie.
Wat doen verzekeraars? Verzekeraars zetten momenteel vooral in op: t de vroegtijdige signalering van gezondheidsrisico’s bij werknemers, vooral wanneer die voortvloeien uit een ongezonde leefstijl; t en het faciliteren van de werkgevers van zorgdiensten waarmee de kans op verzuim vermindert en re-integratie van reeds zieke werknemers versnelt. Gezondheidsmanagement lijkt een goede aanvulling op de collectieve zorgverzekering of verzuimverzekering. Het signaleren, inventariseren en vooral reduceren van verzuim is hierbij het doel. Aanvullende dienstverlening naast de verzekering richt zich momenteel dus met name op de diensten waarbij de aandacht uitgaat naar preventie. Het voorkomen van (medische) kosten en de kosten die ontstaan bij arbeidsongeschiktheid. Diensten die als het ware in het verlengde liggen van het verzekeringsproduct. De markt biedt een enorm breed palet aan diensten.
Midglas NV Postbus 3232 - 4800 DE Breda Tel: 076-522 44 77 -
[email protected]
www.midglas.nl 40
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
Hoe geef je als verzekeraar nou verdere invulling aan gezondheidsmanagement? Gezondheidsmanagement is een breed begrip. Welke keuze maak je hierbij als verzekeraar? Wegen de kosten die gemoeid gaan met gezondheidsmanagement voor een verzekeraar op tegen de baten? Komt dit de uiteindelijke premiestelling ten goede? Een lage premiestelling is doorgaans doorslaggevend bij de afsluiting van een verzekering. Het is aan de verzekeraars om daar een goede oplossing voor te bieden en om gezondheidsmanagement op een goede manier voor het voetlicht te brengen. We zullen zien of de komende jaren de zorg- en inkomensverzekeraars de ‘verzekeraars van de gezondheid’ worden.
Wat u hierin ook ziet, wij bedenken er graag een passende financieringsoplossing voor.
Stel u loopt tegen een pand aan, waar u ongekende mogelijkheden in ziet. Dan is het wel zo prettig als u over de financiering kunt praten met een hypotheekverstrekker die er óók in gelooft. En die alle bouwstenen kan leveren voor een passende financieringsoplossing. Overigens hebben we bij de RNHB Hypotheekbank niet alleen oog voor ‘de stenen’, maar ook voor de ondernemer achter het object en zijn visie. Als specialist in de financiering van beleggingsvastgoed en bedrijfspanden in het middensegment, zijn we vaak nét wat inventiever. Dus als u geen kansen wilt missen, meer wilt weten over onze specifieke benadering van de vastgoedmiddenmarkt en of wij ook u een passende financieringsoplossing kunnen bieden, dan belt u 030 - 755 20 00 of kijkt u op www.rnhb.nl.
Financier van de vastgoedmiddenmarkt. Leidseveer 30 - Postbus 2244 - 3500 GE Utrecht Telefoon 030-755 2000 - Fax 030-755 2020 - www.rnhb.nl -
[email protected]
U heeft een softwarepakket dat elke morgen zonder morren opstart en de hele dag precies doet wat ú wilt... En als het dan tóch een keer mis gaat wordt u snel en afdoende geholpen door een vriendelijke meneer of mevrouw die precies weet waarover u praat. Als klap op de vuurpijl betaalt u voor al dat moois een redelijk maandbedrag en heeft u geen langlopend wurgcontract.
Als u zich in deze situatie herkent werkt u waarschijnlijk met Assistent. Zo niet... dan gaat dat misschien tijd worden. Want automatiseren moet wél leuk blijven.
www.assistent.nl
telefoon: 076 5493750
PR ODUCTEN
Producten Rekenwerk in employee benefits In deze editie van ‘Producten’ nu eens geen aandacht voor het aanbod van verzekeraars en andere productleveranciers maar voor de effecten op de verschillende employee benefitsregelingen van wijzigingen in rekenrentes en premies voor waardeoverdrachten, de WGA en zorgverzekeringen. WGA-premie Het UWV heeft de lastendekkende WGA-premie voor 2011 vastgesteld op 0,53%. Daarbovenop komt 0,09% die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vastgesteld (de zogenoemde rentehobbel). De gemiddelde WGA-premie komt daarmee voor 2011 dus uit op 0,62%. Voor de goede orde tekenen we daarbij nog aan dat de hoogte van de individuele WGA-premie uiteraard afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidsrisico van de verzekerde werkgevers.
Zorgpremie De basispremie voor de zorgverzekering gaat in 2011 omhoog naar € 1211 (was € 1107 in 2010). De precieze bedragen verschillen uiteraard per verzekeraar. Ook de inkomensafhankelijke premie stijgt: van 7,05 naar 7,75%. Het eigen risico voor de zorgverzekering (nu € 165) gaat in 2011 met € 5 omhoog, en in 2012 met nog eens € 40. Deze stijgingen komen bovenop de gebruikelijke jaarlijkse verhoging van het eigen risico met het inflatiepercentage.
Bijbetaling bij waardeoverdracht in 2011 geen issue Het standaardtarief voor waardeoverdrachten van pensioenen in 2011 is door DNB vastgesteld op 2,984%. Voor 2010 is dit nog 4,122%. Het forse verschil komt op conto van de lage rentestanden en is goed nieuws voor werkgevers bij inkomende waardeoverdrachten. De bijbetalingsverplichting voor deze waardeoverdrachten daalt door het geringe verschil tussen de vaste rekenrente van 3% en het standaardtarief
van 2,984% voor 2011 tot nagenoeg nihil. Zoals bekend komt het verschil in tarief tussen de vaste rekenrente van 3% en de marktrente van 4,122% (wordt dus 2,984%) voor rekening van de nieuwe werkgever. Bijstortingen tot wel 25% van de overdrachtswaarde waren daarmee vaker regel dan uitzondering.
Even wachten Het is zeker geen onverstandig advies om werkgevers erop te wijzen hun nieuwe werknemers het verzoek tot waardeoverdracht (pas) in 2011 te laten doen. Let dan wel op de termijn van maximaal zes maanden na indiensttreding waarbinnen het verzoek gedaan moet worden.
4% rekenrente Er zijn nog pensioenregelingen die op basis van een rekenrente van 4% zijn ondergebracht. In die gevallen is er vanzelfsprekend ook in 2011 nog een (fors) verschil tussen de daadwerkelijke waarde en de op 4% berekende overdrachtswaarde.
Dekkingsgraad Ten slotte en voor de goede orde: ook voor waardeoverdrachten die vanwege
onderdekking zijn opgeschort, kan de nieuwe rekenrente gaan gelden. De berekeningsdatum is dan de eerste dag volgend op de maand waarin de dekkingsgraad weer boven 100% uitkomt.
Langer leven nog niet geactualiseerd Het standaard rentetarief voor waardeoverdrachten mag dan inmiddels naar 2,984% in 2011 zijn geactualiseerd, niet geactualiseerd zijn de overlevingstafels voor de bepaling van overdrachtswaarden. Eerder dit jaar publiceerde het Actuarieel Genootschap al wel nieuwe overlevingstafels die uitwezen dat zowel mannen als vrouwen veel langer leven dan momenteel door pensioenverzekeraars en pensioenfondsen is ingecalculeerd. Pensioenfondsen moeten nu in hun eigen tarifering rekening gaan houden met de effecten van langer leven. Het effect zal zijn dat het verschil met de waardeoverdrachtstarieven vooralsnog toeneemt. Bij verzekeraars wordt dit effect van langer leven (pas) merkbaar bij contractsverlenging.
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
43
PENS I O E N/ E B
Movir haalt stofkam door medisch
acceptatietraject In maart van dit jaar startte Movir een onderzoek naar de ervaringen van verzekerden én adviseurs met het medische acceptatietraject bij de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar. De uitkomsten van dit onderzoek zijn verwerkt in het vernieuwde en meer klantgerichte medische acceptatieproces dat onlangs in gebruik werd genomen.
V
oor een arbeidsongeschiktheidsverzekering daadwerkelijk tot stand komt, wil de verzekeraar het risico dat hij binnenhaalt beoordelen. Dat gebeurt tijdens het acceptatieproces. Gedurende dit proces is er veelal sprake van een voorlopige dekking. De medische acceptatie van een arbeidsongeschiktheidsverzekering is volgens de verzekeraar het meest intensieve traject binnen het aanvraagproces. Dit proces bestaat onder andere uit het invullen van een gezondheidsverklaring, het eventueel opvragen van medische informatie door de verzekeraar, een eventuele medische keuring en uiteindelijk de uitslag van de acceptatie. “Het hele acceptatieproces en vooral de mogelijke medische keuring roepen drempels en onzekerheid op over mogelijke uitsluitingen of premietoeslagen. Het is
VERBETERPUNTEN MEDISCH ACCEPTATIEPROCES t t t t t t t
Versnellen afspraak medische keuring Waar mogelijk keuringsafspraken combineren Versnellen uitslag medische keuring Promoten van keuring thuis of in de avonduren Verkorte gezondheidsverklaring invoeren Verkorten opvraagtermijn medische informatie Klant meer informatie over het acceptatieproces verstrekken
44
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
zowel voor de kandidaat-verzekerde als voor de adviseur een ongewenste belasting”, aldus Frits Schmidt, teammanager Medisch Advies bij Movir. Mede om die reden is de maatschappij met de spreekwoordelijke stofkam door het medische acceptatieproces gegaan, om te onderzoeken of en zo ja waar er verbeteringen mogelijk zijn. Het betekende de aftrap van het project ‘De rode loper’.
Het onderzoek Movir is gespecialiseerd in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor (para)medici en zakelijke professionals (hbo+). Naast het verzekeringsproduct focust zij zich op gerichte preventie en re-integratie van arbeidsongeschiktheid. De maatschappij startte in maart met een online klantenonderzoek onder relaties die in de maanden ervoor een acceptatieproces hadden doorlopen. De respons bedroeg hier 32%. Ook werden intermediairs aangeschreven die de afgelopen twee jaar nieuwe relaties hadden aangedragen. Hier was de respons
24%. De beoordeling van het totaalproces (op een schaal van 1 op 10) is een 7,37 door verzekerden en een 7,21 door intermediairs. Op categorieniveau lagen de uitslagen tussen verzekerden en intermediairs dicht bij elkaar. Alleen bij het onderwerp ‘Communicatie over uitslag acceptatieprocedure’ was er een duidelijk verschil tussen verzekerden (7,22) en intermediairs (6,91). Schmidt: “Als er tijdens het acceptatieproces sprake was van restricties of aanvullende voorwaarden, dan hoorde de aspirant-verzekerde dat liever via zijn adviseur en niet direct vanuit Movir. Het intermediair echter geeft er de voorkeur aan dat deze informatie via de verzekeraar loopt.”
Ook is de maatschappij een pilot gestart waarin zij de medische informatie voortaan opvraagt via de huisarts in plaats van de behandelend arts.
Wat viel op?
Verkorte gezondheidsverklaring
Soms is het noodzakelijk om aanvullende medische informatie op te vragen bij een behandelend arts. Ondanks dat deze informatie voor de kandidaat-verzekerde en de verzekeringsmaatschappij erg belangrijk is, heeft het aanleveren hiervan bij de behandelend arts vaak niet de hoogste prioriteit. Gevolg is dat men soms lang moet wachten op de gevraagde informatie. Volgens Movir leert de ervaring dat wanneer de kandidaat-verzekerde dit verzoek indient, de reactiesnelheid vaak (flink) hoger is dan wanneer de verzekeringsmaatschappij dit zelf doet. Desgevraagd geeft maar liefst 66% van de aspirant-verzekerden aan bereid te zijn zelf eventueel beschikbare informatie op te sturen en 59% van de ondervraagden geeft aan geen bezwaar te hebben om deze informatie zelf op te vragen bij de medisch specialist.
Wanneer bestaande verzekerden hun polis willen verhogen, moeten zij voor dit nieuwe deel opnieuw een gezondheidsverklaring invullen. Bij deze verhogingsverklaringen stuurt Movir nu nog een substantieel aantal terug omdat zij onvolledig zijn ingevuld. Dit vertraagt het proces volgens de verzekeraar al snel met twee weken.
Het meest tijdrovende onderdeel van het proces is het opvragen van medische gegevens. Nu is dit onderdeel niet altijd noodzakelijk. Geven de antwoorden op de gezondheidsverklaring of een bepaald verzekerd bedrag hiertoe wel aanleiding, dan wil de kandidaat-verzekerde graag thuis (52%) en/of in de avonduren (32%) gekeurd worden.
Wat is er aangepast? Movir geeft voortaan in de correspondentie aan bij welke instanties een keuring bij de aspirant-verzekerde thuis of in de avonduren mogelijk is. Ook wordt duidelijker verwezen naar de mogelijkheid om online (en dus sneller) een afspraak in te plannen en wordt de kandidaat-verzekerde ook sneller herinnerd aan het maken van de keuringsafspraak (was na dertig dagen, is nu na veertien dagen). Met de keuringsinstanties zijn afspraken gemaakt over snellere doorlooptijden. De uitslag wordt voortaan binnen vijf werkdagen na de keuring naar de verzekeraar gestuurd. Ook wordt de afspraak voor de keuring (indien van toepassing) voortaan direct gecombineerd met de afspraak voor de röntgenfoto. De kandidaatverzekerde krijgt bij de verzekeraar de keuze om zelf de medische informatie op te vragen.
Tot slot ontvangt de aspirant-verzekerde in het vervolg standaard een kopie van het keuringsrapport en wordt hij gedurende het medische acceptatieproces vaker geïnformeerd over de voortgang. Movir onderzoekt nog de mogelijkheid om in plaats van uitsluiting van een risico via een premietoeslag toch een dekking te verlenen. Ook dit kwam als wens naar voren uit het onderzoek onder verzekerden.
‘Duidelijk behoefte aan meer informatie over het acceptatieproces’ De maatschappij heeft daarom als pilot een aangepaste verkorte gezondheidsverklaring ontwikkeld, waarin alleen wordt gevraagd naar wijzigingen ten opzichte van de laatst ingevulde gezondheidsverklaring. Na de pilot wordt deze verkorte verklaring mogelijk definitief ingevoerd.
Inzicht in het acceptatieproces In het onderzoek blijkt zowel onder de verzekerden als de adviseurs behoefte te zijn aan meer informatie over het acceptatieproces. In een nieuwe brochure voor aspirant-verzekerden licht Movir nu stap voor stap toe wat er tijdens het acceptatieproces gebeurt. Hierin staat ook wat de aspirant-verzekerde van de maatschappij mag verwachten en wat de maatschappij van de aspirant-verzekerde verwacht. In de brochure wordt onder meer de mededelingsplicht, voorlopige dekking, beoordeling niet-medische aspecten en de gezondheidsverklaring toegelicht. Tot slot komt ook de procedure aan de orde die geldt wanneer de gegevens op de gezondheidsverklaring aanleiding geven tot het inwinnen van aanvullende informatie of een medische keuring. De adviseur kan de brochure tijdens het aanvragen van de verzekering aan zijn klant overhandigen of hem het digitale exemplaar toesturen. Door: Alex Klein Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
45
GADG E TS
Gadgets Haal het gras binnen Creëer met gras een multifunctionele kantoortuin op je bureau. De bloempot met stug kunstgras is geschikt voor allerlei alledaagse zaken zoals pennen, potloden, briefopener en een schaar. De Grass Charging Valet biedt plaats aan al uw elektronische gadgets. Dit oplaadstation verbergt de draden onder het gras. Alleen de oplaadplug steekt u door de grasmat heen. Uw gadgets liggen vrij in het gras, genietend van het sfeervolle tl-licht.
Herfstbestendige rokersparaplu Het is weer herfst. En daar sta je dan als roker buiten in wind en regen je sigaretje te roken. Dit beeld is verleden tijd met de Smoker’s Umbrella. De rokersparaplu, inclusief aanklikbare asbak, maakt het buiten roken bij elk weertype comfortabel. De paraplu is verpakt in een opvallend blik, gemaakt in de vorm en de kleuren van een sigaret. Op de zwartkleurige paraplu staan teksten uit liedjes die met roken te maken hebben. Denk aan ‘Smoke on the Water’ van Deep Purple of ‘Cigarettes in Alcohol’ van Oasis. O.a. verkrijgbaar bij megagadgets.nl
Ik zie, ik zie, wat jij ook ziet De digitale fotolijst SPF-105V van Samsung biedt gebruikers de mogelijkheid hun foto’s op Hyves, Facebook en Flickr via een ingebouwde draadloze Wi-Fi-aansluiting direct in de fotolijst op te slaan. Waar ter wereld de fotolijst ook staat. Op de website watjijookziet.nl meldt de eigenaar van de fotolijst zich aan voor de widget ‘Ik zie, ik zie, wat jij ook ziet’. Vervolgens nodigt hij zijn vrienden via Hyves of Facebook uit om hun foto’s op het digitale fotolijstje te plaatsen. De fotolijst beschikt naast een draadloze Wi-Fi-aansluiting ook over een USB-ingang. Het heeft ingebouwde speakers, een beeldresolutie van 1024 x 600 pixels en een 10 inch-display. Zodra de lijst wordt aangeraakt, lichten de touch-buttons op. Meer informatie: watjijookziet.nl
Volg de fietser in het donker Fietsers zijn overdag al moeilijk te zien, laat staan na het invallen van de duisternis. Daarom heeft designer Lee Myung Su een rugzak met interactieve led-verlichting uitgevonden. De SEIL (Safe Enjoy Interact Light) wordt aangestuurd door een draadloze afstandsbediening. Met een druk op de knop kan de fietser aangeven of hij naar links of rechts wil afslaan. Op de achterkant van de rugzak verschijnt dan een verlichte pijl die de richting aangeeft. Ook het woord ‘stop’ kan op de rugzak weergeven worden. De aanwijzing van de fietser is dus alleen zichtbaar voor het achteropkomende verkeer. De SEIL is nog niet in productie genomen.
46
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
Wie kiest er volgens u voor ONVZ?
Dat zijn mensen die graag iets te kiezen hebben. Die onafhankelijk in het leven staan. Hun eigen beslissingen nemen. Zowel bij de keuze van het pakket, als bij de keuze van zorg wanneer die nodig is. Die onafhankelijke mensen voelen zich meteen thuis bij een zorgverzekeraar die optimale keuzevrijheid biedt: ONVZ. Wilt u meer weten? Kom naar onvz.nl of maak meteen een afspraak met ons op 030-63 96 410.
Koester je kostbaarste bezit. ONVZ Zorgverzekeraar
Wij nemen u de zorgen van uw BackOffice uit handen. Wij garanderen u een kostenverlaging en u kunt weer tijd besteden aan uw klanten. Maak snel een vrijblijvende afspraak over de mogelijkheden.
Oranjestraat 30 3274 AK Heinenoord
Tel: (0186) 60 72 66 Fax: (0186) 60 39 19
www.heinenoord.nl
[email protected]
IN N O VAT I EPRI JS
Vanwege de maatschappelijke en politieke impact en de forse media-aandacht die het provisievraagstuk krijgt, zijn we wellicht geneigd om te denken dat de doorbraak inzake de beloning voor de advisering in financiële diensten die recentelijk plaatsvond, als de belangrijkste innovatie in 2010 te beschouwen.
Generali VB Innovatieprijs: € 10.000 en eeuwige roem V
oor een deel mag dat zo zijn, maar op de keper beschouwd zijn innovaties die vanuit de onderneming en de ondernemer zelf komen per definitie waardevoller. Vandaar dat de initiatiefnemers en organisatie van de Generali VB Innovatieprijs zich ook dit jaar weer met grote interesse en hooggespannen verwachtingen over de voorgestelde innovaties hebben gebogen. De jury heeft inmiddels zijn werk gedaan en de winnaars van de Innovatieprijs en de Aanmoedigingsprijs 2010 zijn vastgesteld. De bekendmaking vindt op 24 november plaats tijdens de Verzekeringsbranchedag in De Doelen te Rotterdam, en reken maar dat dat voor alle genomineerden een spannend moment zal zijn. Omdat inmiddels de nominaties voor de prijzen zijn vastgesteld, valt er al wel iets te zeggen over de kwaliteit en de reikwijdte van de inzendingen van de genomineerden. Dat doen we dan ook op de volgende pagina’s. Een korte beschrijving per genomineerde en een geheel persoonlijke impressie van de redactie van Het Verzekeringsblad die – laat dat duidelijk zijn – als mediapartner van de Generali VB Innovatieprijs niets met de uiteindelijke juryuitslag te maken heeft, simpelweg omdat de redactie niet in de jury zit en dus ook de uitslag niet kent. Nog even voor de goede orde. Ook dit jaar twee prijzen. De Innovatieprijs wordt uitgereikt aan
de best geïmplementeerde innovatie. En voor innovaties die toen nog in ontwikkeling waren, wordt de Aanmoedigingsprijs uitgereikt. Het prijzengeld is € 7500 voor de Innovatieprijs en € 2500 voor de Aanmoedigingsprijs. De werkelijke beloning is natuurlijk de aandacht, stimulans en input die deze prijs geeft aan de eigen onderneming van de meest innovatieve intermediairs.
Generali VB
GENOMINEERDEN 2010 Genomineerd voor de Innovatieprijs: t CMC Collectief met ‘AOV op maat’ t Commandeur verzekeringen met ‘Yachtinsurance’ t Multimediair met ‘Compliance Pensioen Scan’ t VABU MKB met ‘Ontzorgloket’ Genomineerd voor de Aanmoedigingsprijs: t OAArnhem met ‘GeldZakenGeregeld’ t Verzekeruzelf.nl met ‘Ontwikkelzelflab.nl’ t Independer met ‘Vergelijk kwaliteit hypotheekadvies’ t LEF
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
49
Waar hoopte de jury dit jaar op? Dr. Hermen van der Lugt (juryvoorzitter): “Inzendingen die een tegengestelde beweging oproepen. Die tegen de kritiek op de sector ingaan, positieve sentimenten oproepen en de sector zelf inspireren en de trots van een economisch belangrijke sector helpen zichzelf terug te vinden.” En waarom? “De samenleving zit te springen om innovaties die de branche op een goede manier met de klant verbinden”, aldus Freek Wansink, jurylid en algemeen directeur van Generali.
Genomineerden Innovatieprijs CMC Collectief
Freek Wansink: ‘De samenleving zit te springen om innovaties die de branche op een goede manier met de klant verbinden’ Korte historie In 2006 organiseerde het Telematica Instituut, namens het ISI-project, in samenwerking met Het Verzekeringsblad, de ISI-Innovatieprijs voor de intermediaire branche. Het ISI-project is in 2006 afgerond en hiermee dreigde de Innovatieprijs een eenmalig karakter te krijgen. Generali heeft het initiatief genomen om de jaarlijkse uitreiking van deze onafhankelijke Innovatieprijs voort te zetten in samenwerking met Het Verzekeringsblad. 50
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
“In juni 2010 hebben de maatschapsleden van CROP registeraccountants & belastingadviseurs gekozen voor de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering van CMC; de CMC AOV Op Maat. Het collectieve contract biedt de leden de financiële voordelen van een collectieve regeling, met ruimte voor individuele keuzemogelijkheden.” Zo lezen we op de website van CMC Collectief die duidelijk in zijn nopjes is met de nominatie voor de Generali VB Innovatieprijs. Verder lezen we over dit genomineerde product op de website die zich richt tot potentiële klanten: “Wij gaan uit van de daadwerkelijke werkzaamheden die u verricht. Maatwerk dus; op basis daarvan keren wij uit. Vanzelfsprekend? Helaas niet: de sociale verzekeringen en de meeste polissen gaan uit van wat u nog wél kunt: passende of zelfs gangbare arbeid…” En verder: “De premie stijgt niet met de toenemende leeftijd, maar is een vaste premie per verzekerde. Dus geen onplezierige jaarlijkse verhogingen! Jongeren betalen technisch gezien tijdelijk iets meer dan strikt noodzakelijk (solidariteit), maar over de gehele looptijd bezien zijn ook zij veel voordeliger uit. Door de verzekeringstechnische en administratieve voordelen van onze AOV Op Maat kan de premie zelfs tientallen procenten lager dan die van een individuele verzekering zijn. CMC brengt de AOV Op Maat onder bij geselecteerde, solide en gerenommeerde Nederlandse verzekeraars die dekking verlenen volgens onze criteria. Úw criteria en uw zekerheid dus!” Maar welke dan? Om het broodnodige vertrouwen te wekken toch een kleine omissie, dunkt ons. Des te opvallender omdat de overige informatie uitblinkt op relevantie en helderheid.
RELAXTRA BIEDT OOK DIT ZIEKTEKOSTENSEIZOEN WEER VOLOP KANSEN
"%!")" #" "%!"% % % & % "%! % "% ! % %#! xtra'% " ! !# "#"! % $ xtra " !# ! Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
Commandeur verzekeringen Efficiency en gemak. Daar zijn jachteigenaren volgens Commandeur verzekeringen op uit. Nononsense, maar klare taal. Zeemanstaal in plaats van visserslatijn. Daarom ontwikkelde deze intermediair een specifieke jachtverzekering voor een speciale groep (zee)zeilers en andere jachtbezitters. “Wilt u nu direct een premie-indicatie voor de Commandeur Compleetpolis? Vul dan onderstaande vragen in en ontvang binnen tien minuten een vrijblijvende offerte per mail”, aldus de website, waarmee direct duidelijk wordt dat de offerteberekening niet door de bezoeker van de website zelf gegenereerd kan worden.
‘De werkelijke beloning is natuurlijk de aandacht, stimulans en input die deze prijs geeft aan de eigen onderneming’ Niettemin claimt deze genomineerde een grote mate van gemak, helderheid en snelheid, maar vooral specifieke deskundigheid voorhanden te hebben die tot nu toe voor deze doelgroep niet voorhanden was. En zoals dat in de internationale wereld van de jachtbezitters moet: de informatie is in het Nederlands, Duits, Engels en Frans beschikbaar. Jolien Lakerveld, beleidsadviseur, marketingen communicatie van Commandeur: “Het belangrijkste aspect van de ingezonden nominatie is dat het met een beperkt ICT-budget is gelukt om bestaande online mogelijkheden in een nieuw jasje te steken die aansluiten bij de specifieke klantbeleving van de doelgroep, waardoor de kosten met meer dan 50% zijn gereduceerd tegenover een flinke omzetvergroting.” De website is behoorlijk compleet, vinden wij, maar grotendeels in het Engels (dat geldt ook in die gevallen waarin op het daartoe bestemde tabblad een andere voorkeurstaal is aangegeven). Voor de doelgroep moet dat geen probleem zijn. Ook in deze FAQ-lijst valt op dat Commandeur erin is geslaagd om zich te beperken tot uitslui-
Generali VB
52
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
tend die vragen en antwoorden die er voor de ervaren jachtbezitter toe doen. Geen overbodige ballast. Het zou best wel eens kunnen dat het juryrapport juist vanwege dat soort belangrijke details met positieve bewoordingen zal spreken over de zorgvuldigheid waarmee en de doordachte wijze waarop het concept van Commandeur is uitgewerkt en wordt aangeboden. Jolien Lakerveld over de nominatie: “Persoonlijk hecht ik belang aan de nominatie, omdat het een bevestiging is dat de combinatie van mijn visie op de verzekeringsmarkt, het ‘out-of-the-box’denken bij het vermarkten van verzekeringsproducten, kennis van nieuwe media en mijn interesse in het verbeteren van inefficiënte bedrijfsprocessen, door een onafhankelijke jury is erkend. Het geeft mij een ‘boost’ om mijn ideeën voor alternatieve beloningsmodellen verder te ontwikkelen. Daarnaast ben ik erg trots dat ik als jonge vrouw in deze ‘middelbare-grijze-pakken-branche’ een plekje heb weten te veroveren.
Multimediair Multimediair is een landelijk opererend adviesbureau dat naar eigen zeggen “alle facetten van de financiële dienstverlening en employee benefits beheerst”. Voor werkgevers wil Multimediair de partner zijn als het gaat om het afdekken van bedrijfsrisico’s, het beheren van pensioenregelingen en het invullen van het employee benefitsbeleid. En voor ondernemers en dga’s beschikt Multimediair over specialistische kennis om de pensioenvoorziening te regelen in zowel de opbouw- als uitkeringsfase. En hoe noodzakelijk ook dat laatste is, maken de drie VB-artikelen over de uitkeringsfase van pensioen, waarvan het laatste artikel in Het VB nr. 17 verschijnt, duidelijk. Volgens directeur Erik de Haan is de Compliance Pensioen Scan, waarvoor Multimediair is genomineerd, een instrument om een pensioenregeling te beoordelen, met name de juistheid van de juridische stukken, en vormt daarmee tevens een belangrijk hulpmiddel in de overgang van provisie naar feebeloning. Multimediair heeft ook specialisme in huis voor het afdekken van arbeidsongeschiktheidsrisico’s voor de dga en de IB-ondernemer. Bij een dergelijk adviespakket past zeker de zekerheid van de Compliance Pensioen Scan. Het gaat om een in essentie even eenvoudig als belangrijk en vertrouwenwekkend stuk dienstverlening. De alom gevreesde en relevante vraag: voldoe ik aan mijn zorgplicht als werkgever of als ondernemer? Via een complete scan kan het antwoord op die vraag eenduidig gegeven worden en komen eventueel te nemen maatregelen snel aan het licht.
Erik de Haan over de nominatie: “Het is voor mij en mijn collega’s die mee hebben ontwikkeld een ‘beloning’ voor een idee dat haar uitwerking heeft gevonden in een programma waar vele uren in zijn gaan zitten. Een belangrijke blijk van waardering.”
weg naar goede arbeidsomstandigheden. Door de arbeidsrisico’s te inventariseren, krijgt de werkgever snel inzicht in de situatie en kan hij zien waar verbeteringen nodig zijn. Het uitvoeren van een RI&E is één van de verplichte onderdelen in de Arbowet.
Deze nominatie toont aan dat er geen complexe ICT noodzakelijk is om innoverend en up-to-date voor je klanten te zijn. Geheid dat klanten hiervoor gevoelig zijn. Een mooie innovatie dus in al zijn eenvoud.
Bij het Ontzorgloket Urk zijn ze terecht tot het inzicht gekomen dat het de werknemer zelf is die het best de risico’s die hij loopt, kan onderkennen. Op basis van die gedachte en de uitwerking daarvan in een nieuwe checklist is deze innovatieve RI&E genomineerd. En volgens Bert Brouwer, algemeen directeur VABU MKB, ook “door het combineren van dienstverlening met (innovatieve) verzekeringsoplossingen.”
Ontzorgloket Urk RI&E wordt gebruikt als start van het adviesgesprek. Medewerkers kunnen zelf inventariseren welke risico’s er zijn in hun functie, wat hun betrokkenheid bij preventie verhoogt. Het Ontzorgloket Urk heeft een adviesmodel op feebasis ontwikkeld waarbij de insteek voor de verplichte checklist voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) de werknemers zelf zijn. Een RI&E is een (digitale) checklist die werkgevers inzicht verschaft in de risico’s in hun bedrijf. Inzicht in de risico’s is een eerste stap op
In optima forma een initiatief waarin de klant – letterlijk – centraal staat en serieus wordt genomen. Zo geen doorbraak, dan toch zeker wel een nominatie waard, vinden wij. Voor Bert Brouwer is “het een beloning/aanmoediging voor het durven denken op strategisch niveau over de toekomst van ons vak als intermediair. Zonder meteen alle antwoorden te weten, is het onvermijdelijk dat de branche aan de vooravond van grote veranderingen staat.”
MARKTBEWERKING
* &")"& "#"$#)%%'"# '" "#"$#'$# ""%$#$%##)$&")% ) $&"#"$ $" "&")"% $&"$")&'%#$$)'$ $ $"($""+ John Aaldering "$%"")"& Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
Genomineerden Aanmoedigingsprijs OAArnhem GeldZakenGeregeld is een initiatief van John van Huit en Bert Pijpers, intermediairs te Arnhem. In het nieuwe concept dat zij op de markt brengen, gaat het erom dat verschillende dienstverleners die bij de aanschaf en verkoop van een huis een rol spelen, bij elkaar gebracht worden. “Makelaars, notarissen, verzekeringsmaatschappijen, hypotheekverstrekkers en andere dienstverleners bundelen hun krachten en kunnen hierdoor aanzienlijke besparingen voor de klant realiseren”, aldus Pijpers en Van Huit. Niet alleen de geldzaken zijn op deze manier goed geregeld, want met een even goed gevoel voor publiciteit hebben de initiatiefnemers een persbericht doen uitgaan naar aanleiding van de eerste klant binnen dit concept. Pijpers en Van Huit laten daarbij de klant aan het woord: “Het concept sprak ons aan, omdat het ons veel regelwerk uit handen neemt, zoals de onderhandelingen over de aankoop van het huis, het verkrijgen van een passende hypotheek en adequate verzekeringen enzovoort. En door de expertise die GZG inbrengt, worden onze lasten aanzienlijk lager dan wanneer wij het allemaal zelf hadden moeten uitzoeken en regelen.” Bert Pijpers: “Ik hecht waarde aan deze nominatie, omdat het bij de dienstverlener en consumenten het vertrouwen geeft om met ons concept in zee te gaan. Mede ook omdat een team van onafhankelijke deskundigen, de jury, hiermee ook bevestigen dat door mijn idee, dit concept, de financiële markt anders ingericht kan worden zonder dat dit ten koste gaat van de consument en de samenwerkende dienstverleners en zelfs een financieel gewin oplevert voor beide partijen.” Hij vervolgt: “Het belangrijkste aspect voor mij is wel dat door hele simpele veranderingen de financiële markt voor de consument veel helderer kan worden en ik denk dat daardoor het vertrouwen in de financiële markt richting de consument kan worden hersteld. Ik nodig dan ook iedereen uit om met ons contact op te nemen over dit concept.”
Verzekeruzelf.nl Een eigen ontwikkellaboratorium voor financiële producten van, voor en door de consument. Dat is de kern van een tamelijk ingewikkeld systeem
Generali VB
54
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
van user generated informatie waarmee volgens de wetmatigheid dat het collectief van gebruikers het beste weet hoe een product in elkaar zou moeten zitten en welke kenmerken het moet hebben, financiële producten vorm kunnen krijgen. Ontwikkelzelf.lab is een digitaal platform voor consumenten om ideeën en creativiteit te delen. Daarmee is dit initiatief een moderne manier om een database/community op te bouwen. Via ‘Challenges’ wordt een beroep gedaan op de creativiteit van de consument. Elke Challenge bevat een uitdaging. Ontwikkelzelf.lab biedt bezoekers de mogelijkheid hierop te reageren door een commentaar te schrijven of een creatief idee te uploaden. Een idee mag ook visueel uitgewerkt zijn, bijvoorbeeld met een tekening of met foto’s. Alle ideeën zijn openbaar toegankelijk en kunnen door anderen beoordeeld worden. Met goede ideeën verdienen deelnemers ‘Vuzzies’, waarmee ze artikelen in de VUZ-shop kunnen kopen. Verzekeruzelf.nl laat de deelnemers weten wat het met een bepaald idee heeft gedaan. Directeur Frank Cooler: “Het is altijd stimulerend als vakgenoten waardering tonen voor jouw initiatief. Het belangrijkste aspect van onze innovatie is dat het Ontwikkelzelf.lab het eerste platform in de verzekeringsbranche is waar de consument niet alleen centraal staat, maar ook inspraak heeft en verbeteringen en oplossingen voor betere producten en een klantvriendelijker dienstverlening mee kan helpen ontwikkelen.”
Independer De nominatie voor de Aanmoedigingsprijs krijgt Independer voor zijn digitale platform waarop consumenten o.a. middels reviews de kwaliteit van de hypotheekadviseur kunnen beoordelen en het eigen advies kunnen laten checken op volledigheid. Christian Bouter, Business Unit Manager Bancair van Independer, over het platform: “Het is een hypotheekplatform voor en door consumenten, waarmee de advieskwaliteit op een hoger niveau komt te liggen en het vertrouwen in de hypotheekbranche teruggewonnen wordt.” De Kwaliteitscheck Hypotheekadviseur is een online vragenlijst voor consumenten, die zich in een afrondende fase bevinden voor het afsluiten van een hypotheek. Na het invullen van de vragenlijst, ontvangt de invuller een adviesrapport inclusief een rapportcijfer. Aan de hand daarvan kan worden gecheckt of de hypotheekadviseur tijdens het adviesproces alle onderdelen duidelijk heeft besproken. Behalve wat de tool wel doet, is Independer ook duidelijk over wat de tool niet checkt. “Deze tool geeft geen oordeel over de inhoud van het hypotheekadvies dat de klant heeft ontvangen van de
adviseur. Wel is het zo dat de kans op een juist advies voor de best passende hypotheek toeneemt naarmate het adviesproces beter is verlopen. Het rapportcijfer voor het adviesproces geeft dus slechts een indicatie voor de kwaliteit van het hypotheekadvies.” Het doorlopen van de check duurt circa vijftien minuten. Bij de tool ‘Zoek hypotheekadviseur’ maakt Independer handig gebruik van wat binnen social media al lange tijd centraal staat. Het zijn de gebruikers die zorgen voor de inhoud van een website: user generated content. Een techniek die bijvoorbeeld door horecawebsites al veelvuldig wordt toegepast om het ‘beste restaurant’ te vinden, en nu dus ook de ‘beste hypotheekadviseur’. Christian Bouter over de nominatie: “Wij vinden het een erg leuke prijs en weer een mooie erkenning voor de juiste koers, die we samen met de branche zijn ingegaan door ons nieuwe hypotheekmodel.”
LEF Een bijzondere vermelding in het kader van de Aanmoedigingsprijs verdient het initiatief www. jijenlef.nl. Op vrijwillige basis geven financieel adviseurs ROC-leerlingen in de leeftijd van 16
tot 18 jaar les in ‘financiën’. Het mes snijdt aan twee kanten: jongeren leren meer over budgetteren en geld, financieel adviseurs leren hun jongere doelgroep beter kennen. Voorzitter Mark Boskamp van de Stichting LEF: “Zelfs de nominatie is al een enorme beloning en erkenning voor de fantastische groep vrijwiliggers met wie ik keihard heb gewerkt om de afgelopen twee jaar het LEF-programma te ontwikkelen en succesvol te introduceren bij ROC’s. Deze nominatie onderstreept de ambitie van LEF om op alle mbo’s en hbo’s het lesprogramma uit te rollen.” Hij vervolgt: “En wat is er mooier dan met een grote groep financiële adviseurs uit de praktijk nu al te werken aan de financiële geletterdheid van onze toekomstige consument? Dat is in mijn ogen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de financiele branche!” Hoewel het initiatief niet luid genoeg geprezen kan worden, voldoet dit project strict genomen niet aan de eisen die gesteld worden om in aanmerking te komen voor de Aanmoedigingsprijs. Het zal ons dan ook niet verbazen als de jury met een apart oordeel over dit lofwaardige initiatief komt. LEES MEER OP VBNET.NL/INNOVATIEPRIJS
MARKTBEWERKING
* ")')&")% #)$#$&")" "#"$# "$"$'"&"$"$ "$ "#"$# %##" "#"$#'"""$""$ "$)#$ $&"$#$) $ "$"$
"$$$%#
+ Rob van Horssen &"## Adviseren wordt een stuk relaxter met De Amersfoortse
Kort Zakelijk CBS over de arbeidsmarkt In september 2010 waren er volgens de cijfers van het CBS 396.000 werkelozen. Na correctie van de cijfers voor seizoensarbeid kwam het aantal werklozen uit op 412.000, dat zijn er 2000 minder dan in augustus. De werkloosheid daalt nu ruim een half jaar, gemiddeld met 6000 personen per maand. De voor seizoensinvloeden gecorrigeerde werkzame beroepsbevolking kwam in september 2010 uit op 7,4 miljoen personen. Het aantal openstaande vacatures is in het tweede kwartaal van 2010 stabiel gebleven.
Stabiele loonstijging In het derde kwartaal van 2010 waren de cao-lonen (per uur inclusief bijzondere beloningen) 1,3% hoger dan een jaar eerder. Dit is vrijwel dezelfde stijging als in het tweede kwartaal, maar fors lager dan over het hele jaar 2009. De inflatie kwam in het derde kwartaal uit op 1,6%. Daarmee is voor het eerst sinds 2005 de cao-loonstijging lager dan de inflatie.
Minder werkloze mannen Van de 396.000 personen die in september 2010 werkloos waren, viel het aantal werkloze vrouwen 18.000 duizend hoger uit en het aantal mannen 11.000 lager uit dan in het jaar ervoor. Het aantal werkloze 15- tot 24-jarigen is in een jaar tijd met 13.000 afgenomen. Onder 25- tot 44-jarigen was de werkloosheid in september ongeveer even hoog als een jaar eerder. Onder 45-plussers was het aantal werklozen nog wel substantieel hoger dan een jaar geleden. De toename in deze leeftijdsgroep bedroeg 19.000 personen.
cao-lonen. Het voorlopige cijfer over het derde kwartaal van 2010 is gebaseerd op 79% van de cao’s waaruit de CBS-statistiek is opgebouwd. Ongeveer acht van de tien werknemers vallen onder een cao.
Arbeidsongeschiktheid Eind april 2010 ontvingen 828.000 mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, WAO, Wajong en WAZ). Daarmee is de dalende trend weer opgepakt. In het laatste kwartaal van 2009 nam het aantal uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid, voor het eerst in bijna zeven jaar, iets toe. Het aantal uitkeringen voor de afzonderlijke arbeidsongeschiktsregelingen bedroeg eind april: 508.000 WAO-, 92.000 WIA-, 33.000 WAZ- en 195.000 Wajong-uitkeringen.
Ziekteverzuim In de gesubsidieerde sector stegen de lonen met 2,1% in het derde kwartaal nog het hardst. Bij de particuliere bedrijven namen de lonen met 1% toe. De contractuele loonkosten namen in het derde kwartaal van 2010 toe met 1,5%. De ontwikkeling van de loonkosten loopt gelijk op met die van de
In het eerste kwartaal van 2010 bedroeg het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers 4,6%. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009 is dit een daling van 0,1%. In de afgelopen zes jaar, van 2004 tot en met 2009, bedroeg het percentage in het eerste kwartaal gemiddeld 4,8.
Zakelijk Fors meer werkzoekenden aan het werk Het UWV heeft in de eerste acht maanden van dit jaar 212.400 werkzoekenden en 5700 arbeidsongeschikten naar een baan begeleid, ruim 35% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. In diezelfde periode gingen ook 1800 Wajong’ers aan het werk, waarvan 1000 met een dienstverband van twaalf maanden of meer.
jongeren werk, waarvan 35.500 met een WW-uitkering. Via de mobiliteitscentra konden dit jaar tot nu toe 7700 mensen van werk naar werk worden begeleid, zonder dat zij een beroep hoefden te doen op een uitkering. Dit staat in het Achtmaandenverslag dat het UWV aan minister Kamp van SZW heeft gestuurd.
Mede door extra inspanningen van het UWV en gemeenten om de jeugdwerkloosheid te bestrijden, vonden 49.000
Wajong’ers
56
Op 1 januari 2010 werd de nieuwe Wet Wajong van kracht. Uitgangspunt
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
van de regeling zijn de participatiemogelijkheden van jonggehandicapten. In de eerste acht maanden van dit jaar gaf UWV 8200 beschikkingen af voor de nieuwe Wajong. Bij 60% werd de aanvraag toegekend. Het UWV heeft dit jaar dertig regionale werkgeversservicepunten Wajong ingericht waar werkgevers terecht kunnen met vragen over de Wajong. Vanuit de servicepunten worden ook afspraken gemaakt met grote werkgevers over het aan het werk helpen van jonggehandicapten.
K ORT
Zakelijk Vergrijzing onder vakbondsleden In 2010 telden de vakverenigingen 1,87 miljoen leden. Dat waren er 17.000 minder dan een jaar eerder. De laatste vijftien jaar is het aantal vakbondsleden vrijwel stabiel. Omdat de werkzame beroepsbevolking in die periode sterk is toegenomen, daalt echter de organisatiegraad. Het aantal vakbondsleden dat jonger is dan 25 jaar, is dit jaar gedaald naar bijna 4%. In 1973 telden de bonden 282.000 jonge leden met een aandeel van 17%. In 2010 is dit gedaald naar 71.000 jongeren. De afname onder jongeren komt volgens het CBS voor een belangrijk deel doordat deze bevolkingsgroep nu kleiner is en later de arbeidsmarkt betreedt. Het aantal AOW-gerechtigde vakbondsleden stijgt echter. Steeds meer 65-plussers blijven na hun werkzame leven lid van een vakbond. In 1973 was hun aandeel 8%, in 2010 is dit toegenomen tot 13,5%.
Opmars vrouwelijke leden In de periode 1973-2010 is het aantal vakbondsleden met ruim 200.000 gestegen. Het aantal mannelijke leden nam af van 1,5 naar 1,24 miljoen. Daar staat tegenover dat steeds meer vrouwen zich hebben aangemeld. In 2010 is een op de drie leden vrouw, in 1973 was dit slechts een op de elf. Deze toename hangt volgens het CBS samen met de toegenomen arbeidsdeelname van vrouwen. Hun arbeidsdeelname liep op van 34% in 1973 naar bijna 60% in 2010.
Samen werkt het beter! De 7 redenen om met ons samen te werken:
Een digitaal toegankelijke portefeuille!
1. Glasverzekering op maat 2. Specifieke expertise voor particulieren, bedrijfspanden en collectiviteiten 3. Glasschade wordt na één telefoontje hersteld 4. Landelijk netwerk van professionele schadeherstelbedrijven 5. Advies op basis van risicoanalyse 6. Online managementinformatie 7. Samenwerking met het professionele intermediair Meer weten? Bel (0575) 51 54 42 of ga naar www.samenwerkthetbeter.nl
Wie kan mij dat bieden? Monuta heeft een extranet, MonutaNet, waarin u snel en 24 uur per dag uw aanvragen kan indienen en uw portefeuille kan inzien.
samen werkt het beter
meer weten? Bel ons Service Center Zakelijke Markt voor een afspraak, 055 - 539 11 30 of mail naar
[email protected]
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
57
Pensioen/eb Opmars flexibel collectief pensioen Vier op de tien werknemers in loondienst willen het collectieve pensioen flexibiliseren en meer naar eigen inzicht inrichten. Van degenen met die wens is de helft bereid om meer premie te betalen om eerder te kunnen stoppen met werken. Opvallend is dat vrouwen het minder erg vinden dan mannen om een lagere inleg te betalen en daardoor pas later met pensioen kunnen.
(62%) en de dertiende maand (47%). Desgevraagd zegt ruim acht op de tien werknemers een functie met een goede pensioenregeling boven een functie met een mooie leaseauto te verkiezen. Dit zijn enkele conclusies uit een onderzoek van Nationale-Nederlanden naar het collectieve pensioen, uitgevoerd door TNS-Nipo onder 1301 werknemers.
Zekerheid is belangrijk Voor 65% van de werknemers in loondienst is de pensioenregeling de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde, gevolgd door vakantiedagen
Jongeren in de leeftijd van 21 tot 34 jaar zouden verhoudingsgewijs vaker voor het betalen van minder premie kiezen en dus voor een lagere pen-
sioenuitkering of later stoppen met werken. Van deze respondenten geeft 35% aan nog niet toe te zijn aan een flexibeler collectief pensioen. Als belangrijkste redenen daarvoor noemen de meeste mensen tevredenheid met hun huidige pensioenvoorziening en te grote onzekerheid. Zij willen risico’s liever uitsluiten. De overige 26% van de werknemers twijfelt nog of heeft geen mening over een flexibeler collectief pensioen. Circa 30% van de respondenten is bereidt een extra storting te doen om tot een hoger pensioen te komen.
Particulier Menzis wil zorgpremie naar loon Nu wordt het inkomensafhankelijke deel van de zorgpremie alleen over de eerste twee belastingschijven geheven. Menzis wil dat in de toekomst ook het inkomen in de derde schijf meegenomen wordt. Hiervoor moet dan wel het belastingregime worden aangepast. Zorgverzekeraar Menzis laat in De Telegraaf weten grote voordelen te zien in het koppelen van de zorgpremie aan het inkomen. Volgens topman Rogier van Boxtel moeten huishoudens met een bovenmodaal inkomen meer zorgpremie gaan betalen om de alsmaar stijgende zorgkosten betaalbaar te
houden. “De lagere inkomens worden nu onevenredig hard getroffen door de stijgende zorgkosten. Wie per maand € 10.000 bruto verdient, betaalt slechts € 70 meer voor zijn zorgverzekering dan iemand die moet rondkomen van € 2300.” Overigens hebben mensen met een jaarsalaris van max. € 33.743 (alleenstaand) of € 50.000 (samenwonend) recht op zorgtoeslag. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt berekend over het inkomen tot een inkomensgrens van € 33.189 voor 2010. Deze bijdrage wordt voor ondernemers verhoogd naar 5,65% (was
4,95%) in 2011. Voor werknemers gaat de inkomensafhankelijke bijdrage omhoog van 7,05% naar 7,75%. Voor ondernemingen vervalt de verplichte inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in 2011. Daarvoor in de plaats komt een Zvw-werkgeversheffing die geen eigen premiegrens meer kent maar meeloopt met de premiegrens voor de werknemersverzekeringen. Doordat de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt vervangen door een Zvw-werkgeversheffing verdwijnt ook de ingewikkelde teruggave van te veel betaalde Zvw-premie bij verschillende dienstbetrekkingen.
Particulier Goudenhanddrukpolis bij echtscheiding Op 18 oktober heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan wanneer een goudenhanddrukpolis bij echtscheiding verknocht is aan de voormalige werknemer. Wanneer er sprake is van verknochtheid, valt de waarde van de polis niet in de gemeenschap van goederen. Bij echtscheiding blijft deze dan ook buiten de boedelverdeling. In lijn met een eerdere uitspraak van de Hoge Raad acht de rechtbank een goudenhanddrukpolis verknocht voor zover het een vergoeding betreft voor te derven (pre)pensioenuitkeringen. In deze casus bleek daarmee bijna de volledige polis buiten de verdeling te blijven. Het ging hier om een
58
Het Verzekeringsblad nummer 16 - 11 november 2010
vergoeding ter hoogte van het pensioen dat de man zou hebben genoten indien het dienstverband zou hebben voortgeduurd.
Alle WIAverzekeringen lijken op elkaar. Het verschil zit in de service. AEGON introduceert: de WIA-regisseur. WIA-verzekeringen verschillen nauwelijks nog
tijdig actie richting arbodienst, mediator en
van elkaar. Dus waarop baseren uw klanten
andere partijen. Stuurt bij waar relevant.
hun keuze? Het verschil zit in de service. Waar
En gaat door tot iedereen tevreden is. Met de
de meeste verzekeringen pas in actie komen
WIA-regisseur van AEGON biedt u uw klanten
als een werknemer in de WIA belandt, begint
een vernieuwende service, waarmee u als
de service bij AEGON al ruim voor die tijd. Want
adviseur bovendien voorop loopt in uw branche.
met het AEGON Gezond Werkplan kunnen uw
Interessant? Vraag ernaar bij uw
klanten vertrouwen op de WIA-regisseur. Die
accountmanager of ga naar
gaat met frisse blik aan de slag. Onderneemt
www.aegon.nl/gezondwerkplan
www.aegon.nl /gezondwerkplan
2 + + + + ) +3 -
. . .
$ !"#$%#&'(# )*+ * ,+ ++ ) - . /*+ 0+ 1
!"## $ %& $ # '
(!) *!+",)