Welkom Indien we als OCMW efficiënt en effectief willen inspelen op de voortdurende veranderingen en uitdagingen binnen de zorg- en dienstverleningssector moeten we onze blik resoluut op de toekomst richten. We moeten blijven investeren in de meest moderne methodes, materialen en technieken. Daarbij moet ons personeel alle kansen op groei en ontwikkeling krijgen. Het is dankzij hun kennis en enthousiasme dat het OCMW Gent bij alle Gentenaren een uitstekende reputatie geniet. Het jaaroverzicht 2008 accentueert aan de hand van interviews met personeelsleden en luchtige artikels de voortrekkersrol die het Gentse OCMW speelt bij de vernieuwing van hulp- en dienstverlening. Daarom ook de toepasselijke titel ‘Innovatie – in wat we doen en wie we zijn’. Citaten uit verschillende kranten beklemtonen het thema nog eens extra. Het voorbije jaar ging namelijk geen week voorbij of ons OCMW haalde de kranten met één van de vele innovatieve projecten, spetterende evenementen of originele acties. We zijn vooral trots op de extra inspanningen die worden geleverd om cliënten te activeren en op de vele initiatieven om de Gentse senioren een goede oude dag te verzekeren. Het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum begeleidde gemiddeld 1281 cliënten per maand, daarvan stroomden 284 cursisten door naar een job op de reguliere arbeidsmarkt. Wat betreft de hulpverlening voor senioren springen vooral de bouw van een nieuw dienstencentrum en de vele initiatieven op vlak van zelfredzaamheid in het oog. Tenslotte mogen ook de kinderen van onze vakantiewerking De Pagadder uitkijken naar een nieuw onderkomen. De werken voor een splinternieuw kindvriendelijk gebouw op het Henry Storyplein zijn al gestart. Maar in dit jaaroverzicht komt nog zoveel meer aan bod. Bij het lezen zal u levensgrote kippen, kookeilanden, digitale bruggen, bekroonde tuinierbakken, en zelfs de voetballers van KAA Gent op uw weg tegenkomen. Nieuwsgierig? Dit verraden we alvast: deze bonte verzameling getuigt meer nog dan al het andere van de enorme inzet en creativiteit die onze werknemers dagelijks aan de dag leggen. Het jaaroverzicht is opgedeeld in twee grote delen: ‘Wat het OCMW Gent doet’ en ‘Wie het OCMW Gent is’. In die volgorde, want wat we doen staat voorop en bepaalt in grote mate wie we zijn. Veel plezier op uw ontdekkingstocht,
Luc Kupers secretaris
Geert Versnick
voorzitter
3
Activering
Zorg voor senioren
p18
p7
1
Een menswaardig bestaan verzekeren
Kinderen, jongeren en studenten
Wonen p35
p15
p29
Juridische hulp p38 Energie en duurzaamheid p40
Cultuur, sport en vrije tijd
p48
Psychologische hulp p44
wat we doen
Aandacht voor andere culturen
p51
Hoe kunnen wij u helpen?
2
p55
Bestuur
p55
Onze mensen maken het verschil p60
Communicatie en kwaliteit
p66
Archief
p70
Het OCMW in euro’s
wie we zijn
p73
Aankoop en beheer van eigendommen
p79
1 wat we doen
Activering Activering is één van dé inhoudelijke speerpunten van de huidige bestuursperiode. Maar wat is ‘activeren’ eigenlijk? Het is een vlotte term waarmee bedoeld wordt dat mensen uit een sociaal isolement worden gehaald en worden aangemoedigd om ‘actief’ deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Het OCMW Gent onderscheidt drie niveaus van activering die nauw op elkaar aansluiten: persoonlijke ontwikkeling – sociale participatie – en professionele activering.
Activeringsbeleid uit de startblokken Het OCMW Gent stelt zich in deze beleidsperiode als doel vijftig procent meer leefloners te activeren. Maar activering loopt niet altijd van een leien dakje. Er zijn factoren die verhinderen dat een cliënt kan doorstromen naar de arbeidsmarkt of sociale activeringsprogramma’s. Om een beter inzicht te krijgen in de activeringsbelemmeringen en -graad van leefloners en levensminimumgerechtigden besliste het beleidsteam Algemeen Maatschappelijke Dienstverlening een onderzoek op te starten. Hoe hebben jullie het aangepakt om een zicht te krijgen op de hindernissen bij activering? Marc Daelman, diensthoofd maatschappelijk werk: Eerst en vooral situeerden we elk van onze cliënten op de activeringsladder. Die bestaat uit een aantal fases waarvan de hoofdlijnen zijn: persoonlijke ontwikkeling – maatschappelijke participatie – professionele activiteit. Een kwalitatieve benadering leek ons de meest aangewezen onderzoeksmethode om zicht te krijgen op de oorzaken waarom bepaalde groepen niet verder op de activeringsladder klimmen. We overliepen met zes maatschappelijk werkers veertig cliëntendossiers van leefloners en levensminimumgerechtigden. Dat gebeurde aan de hand van een gestructureerde vragenlijst met open vragen. We vroegen aan de maatschappelijk werker in welke fase op de active-
ringsladder de cliënt zich nu bevond en hoe het kwam dat de cliënt niet verder op deze ladder doorstroomde. We peilden ook naar de activeringsstappen die in het verleden waren gezet en naar de inschatting van de maatschappelijk werker over de hoogst mogelijk te behalen trap voor deze cliënt op de activeringsladder. Welke inzichten bracht het onderzoek jullie bij? Marc: Voor het onderzoek hadden we wel al een idee van wat de factoren zijn die activering in de weg staan, maar dat was nog nooit echt bevestigd. De resultaten lagen in de lijn van onze verwachtingen. De meest voorkomende belemmeringen voor activering zijn: onvoldoende kennis van het Nederlands, psychische problemen, tekort aan sociale vaardigheden, fysieke belemmeringen en middelengebruik. Naast deze persoonlijke belemmeringen kwamen ook structurele problemen naar boven, zoals dossieroverdracht, de nood aan een duidelijk taalbeleid en de nood aan een visie op activeren.
7
Wat hebben jullie verder met de resultaten gedaan? Marc: Van februari tot april 2008 toetste het dienshoofd Activering samen met de staf AMD de resultaten in alle welzijnsbureaus en themadiensten. Op basis van deze toetsing werkten we aan een verfijning van de visie op activering en een verder uitbouw van het activeringsaanbod binnen het OCMW. Een concreet voorbeeld is de verdere uitbouw van het taalbeleid Nederlands voor anderstaligen. Om een adequaat activeringsbeleid te voeren, was, naast een kwalitatieve benadering van de belemmeringen tot activering, ook cijfermateriaal onontbeerlijk. Op die manier konden we de evolutie van kengetallen met betrekking tot activering nauwgezet opvolgen. Tot voor kort hadden we echter alleen een zicht op de door-
stroomcijfers van OTC-cliënten. We wisten niet hoeveel cliënten, die het OTC niet begeleidde, doorstroomden naar reguliere arbeid, sociale tewerkstellingsprojecten of sociale activeringsprogramma’s. Om een antwoord te krijgen op deze vraag, hielden de stafmedewerkers van het departement Algemeen Maatschappelijke Dienstverlening eind mei 2008 een kwantitatief onderzoek in de welzijnsbureaus, de themadiensten en het OTC. De resultaten van dit onderzoek staan in de kantlijn vermeld bij ‘de activeringsgraad in cijfers’.
Activering naar werk – het Opleidingsen Tewerkstellingscentrum
Kwantitatief onderzoek: activeringsgraad in cijfers - 4.674 personen in Gent kregen op 31 december 2007 een leefloon of levensminimum; - 3.821 personen ontvingen een leefloon (81,8%) en 853 personen ontvingen een levensminimum (18,2%); - 121 cliënten stroomden in januari 2008 door naar reguliere tewerkstelling (104) of de werkloosheidsuitkering (17); - in januari 2008 waren er 3.831 ‘activeerbare’ leefloon- en levensminimumgerechtigden (zo’n 750 leefloners waren niet activeerbaar om verschillende redenen zoals ouderdom, detentie, ziekenhuisopname…); • 21,4% (808 cliënten) werd begeleid door het OTC; • 40,2% (1.539 cliënten) werd niet begeleid in het OTC, maar nam wel deel aan een activeringsproject zoals Nederlandse taallessen, beroepsopleiding, … In deze groep zaten 593 studenten voltijds dagonderwijs, 14 studenten tweedekansonderwijs en 14 studenten middenjury; • 38,4% (1.474 cliënten) werd niet begeleid in het OTC, én nam ook niet deel aan een activeringsproject.
Het team Assist screent cliënten onder andere op hun technische vaardigheden.
8
Het OCMW Gent wil mensen aan werk helpen. Een goede job biedt namelijk niet alleen financiële zekerheid. Het zorgt vooral ook voor een concrete en zinvolle invulling van de dag en genereert sociale contacten. Wie niets om handen heeft, voelt zich sneller nutteloos, heeft minder sociale contacten en valt vaker in een zwart gat. Voor die mensen dreigt een sociaal isolement. Het OCMW Gent ziet activering naar werk dan ook als dé manier om mensen aan financiële onafhankelijkheid en maatschappelijke contact te helpen. De belangrijkste actor bij de sociaal-professionele activering van werkzoekende OCMW-cliënten is het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC). Cliënten die zonder werk zitten, worden door de welzijnsbureaus naar het OTC doorverwezen.
Via screening naar werk Tijdens intake- en oriënteringsgesprekken maken medewerkers van het OTC een persoonsprofiel van de cliënt op en bepalen ze wat zijn vaardigheden zijn. Met deze diagnose kan de maatschappelijk werker, samen met de cliënt, gericht op zoek gaan naar een gepaste job op de arbeidsmarkt. In 2008 werden er 175 cliënten gescreend.
“We willen jaarlijks 450 mensen die een leefloon krijgen, leiden naar een job. Dat is 50 procent meer dan nu het geval is. Daarvoor zullen we een beroep doen op ons Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC), dat daarvoor een nieuwe huisvesting krijgt.” OCMW-voorzitter Geert Versnick in Het Nieuwsblad, 14/02/2008
Het OTC in cijfers - het OTC begeleidde gemiddeld 1281 cliënten per maand; - er kwamen 926 nieuwe steungerechtigden in begeleiding, tegenover 725 in 2007; - bij 887 cliënten werd het dossier afgesloten, bij 315 personen was dat omdat ze extern een job (284 cliënten) of een opleiding vonden (31 cliënten); - gemiddeld werkten er per maand 251 cliënten met een artikel 60-contract.
Deelnemers aan het werkervaringsproject ‘De Schuitschaaf’ maakten onder andere een echte woonwagen.
Maar in veel gevallen volstaat enkel een screening van de capaciteiten niet om cliënten op weg te helpen naar werk in het reguliere circuit. Daarom biedt het OTC ook opleidingen aan en laat ze cliënten werkervaring opdoen binnen het OCMW of bij andere instanties.
Via opleiding naar werk Er is een mismatch op de arbeidsmarkt tussen het aanbod van de profielen en de capaciteiten die werkgevers vragen. Daarnaast zijn er veel mensen die door omstandigheden niet aan de slag kunnen. Het OTC speelt op deze tegenstelling in en probeert door opleiding op maat cliënten naar de arbeidsmarkt te laten doorstromen. Technische vormingsmodules Het OTC organiseerde de voorbije jaren zelf technische vormingen in een aantal disciplines zoals schrijnwerk, elektriciteit en behangen en schilderen. Sinds 2008 wordt voor de laatste twee modules een beroep gedaan op CVO Leerdorp. De vormingen staan open voor OCMW-steungerechtigden en werklozen van andere organisaties.
9
De cursisten van het project JOB-INTRA krijgen ondersteuning van het team “Nederlands werkt”, dat zich specialiseert in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk.
“Eerst moeten cliënten een minimale kennis van het Nederlands verwerven, eventueel via een taalcursus bij het Huis van het Nederlands. Dan pas kunnen ze een traject bij ons volgen”, zegt coördinator Johan Maekelberg van OTC. In februari zijn 16 anderstaligen zo'n traject begonnen. Ze volgden taalcursussen en kregen technische vorming, zoals poetsen, keukenonderhoud, houtbewerking of schildertechnieken. Ze deden ook een stage van twee maanden en volgden een cursus maatschappelijke integratie voor anderstaligen. Het Nieuwsblad 12/06/2008
‘Nederlands werkt’
Opleiding in cijfers - 34 cliënten namen deel aan een technische vormingsmodule bij CVO Leerdorp; - het team ‘Nederlands werkt’ begeleidde 42 cliënten, waarvan er intussen 11 het traject met succes beëindigden; - 21 cliënten namen deel aan de 4e editie van Voorzet, iedereen stroomde door naar een interne of externe opleiding of job; - Voorzet 5 telt 22 deelnemers en loopt verder in 2009.
Wie weinig of geen Nederlands spreekt, ondervindt zeker een nadeel in de zoektocht naar werk. Anderstaligen die toch een job vinden, hebben het op de werkvloer evenmin makkelijk en krijgen meestal niet dezelfde doorgroeimoeilijkheden. Cliënten moeten over een basiskennis Nederlands beschikken voor de wijkwerker ze naar het OTC kan doorverwijzen. Sinds 2008 ligt deze basiskennis vast op het taalniveau Europese Richtgraad 1.1. Als de cliënt de richtgraad bereikt, kan hij terecht bij het team ‘Nederlands werkt’. Dit team specialiseert zich binnen het OTC in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk. Daarbij wordt via taalprojecten aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van Nederlandse taalkennis. Indien de cliënt taalniveau 1.2 bereikt, kan de wijkwerker hem onmiddellijk doorsturen naar de normale trajectbegeleider gekoppeld aan de wijk. Als blijkt dat de (mondelinge) kennis van het Nederlands toch nog onvoldoende is voor bijvoorbeeld een art. 60-tewerkstelling, biedt het team ‘Nederlands werkt’ ook hier een oplossing. Het team gaat dan met de cliënt na wat de kortste weg is naar een job, daarbij rekening houdend met het taalprobleem.
10
Voorzet OCMW Gent en KAA Gent organiseerden in 2008 samen voor de vierde en vijfde keer het voetbalproject ‘Voorzet’. Dit is een uniek project in Vlaanderen waarbij een eersteklasse voetbalclub samenwerkt met jongeren tussen 18 en 25 jaar om ze via voetbal aan te sporen naar werk. Het uitgangspunt van Voorzet is eenvoudig. De vaardigheden die van een jongere op de werkvloer gevraagd worden, zijn eigenlijk dezelfde als degene die nodig zijn op het voetbalveld. Daarom krijgen de deelnemers aan het project de kans om binnen KAA Gent een voetbalploeg te vormen. Door trainingen te volgen leren ze samenwerken, omgaan met kritiek en door te zetten.
Wat kost het? Het OCMW Gent kreeg ruim 8,8 miljoen aan subsidies van de Vlaamse en Federale Overheid en Europa voor de financiering van de tewerkstellingsprojecten. Deze subsidies maken het mogelijk om bestaande projecten verder uit te bouwen en nieuwe initiatieven op te starten.
Uniek in Vlaanderen: OCMW Gent werkt samen met een eersteklasse voetbalclub om jongeren aan een job te helpen.
Via werkervaring naar werk Sommige cliënten hebben nood aan een eerste werkervaring als voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen heeft het OCMW Gent een aanbod van een aantal werkprojecten. Er wordt altijd gezocht naar de job die het best bij de vaardigheden en interesses van de cliënt past. Aan de slag met artikel 60§7 Artikel 60§7 van de OCMW Wet geeft het OCMW de mogelijkheid werk aan te bieden aan personen zodat zij werkervaring opdoen of recht krijgen op een werkloosheidsuitkering. De cliënt krijgt dan een job binnen het OCMW Gent of bij één van de 272 werkervaringsplaatsen die plaatsen vrijhouden voor artikel 60-cliënten. De duur van een contract ligt tussen één en twee jaar. Voor, tijdens en na een artikel 60-tewerkstelling krijgen cliënten intensieve begeleiding. Dat is noodzakelijk voor een goed verloop van het werktraject en om doorstroming naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Deelname aan de verschillende infomomenten is voor iedereen verplicht. Iedereen die voor een art. 60-tewerkstelling in aanmerking komt, maar daar om bepaalde redenen nog niet klaar voor is, kan eerst een maand werkstage volgen. Zo kunnen de cursist en de werkplaats elkaar wat beter kennen. Als de juiste klik er niet is, kan probleemloos uitgekeken worden naar een meer geschikte werkplek.
Artikel 60 in cijfers - OCMW Gent stelt cliënten met een artikel 60-contract te werk op 272 werkervaringsplaatsen; - per maand deden er gemiddeld 251 cliënten ervaring op via een artikel 60-tewerkstelling; - er werden 224 nieuwe artikel 60-contracten ondertekend, 269 artikel 60-contracten liepen af; - er vonden 36 verschillende artikel 60infomomenten plaats waaraan in totaal 446 cursisten deelnamen; - 122 mensen volgden een werkstage als voorbereiding op een artikel 60-tewerkstelling; - 15 personen volgden een lessenreeks Nederlands op de Opleidingsvloer (NODO).
11
(Artikel 60) Werkervaringsprojecten in cijfers - de KarWIJdienst voerde 884 karweien uit bij particulieren en in woningen verbonden aan het OCMW; - de deelnemers van het project de Laadbrug voltooiden 469 verschillende taken zoals ontruimingen, leveringen van meubilair en opslag van goederen; - de Jobwerkbank ontving 132 werkzoekenden; - 51 cliënten voltooiden het jobwerkbanktraject, waarvan 45 personen naar een job of opleiding doorstroomden; - de bedrijfsconsulent nodigde 22 personen uit, waarvan er 10 een job vonden.
Cliënten met een artikel 60-contract, die al een basiskennis van het Nederlands bezitten, maar nog moeite hebben met vaktaal, krijgen een tiental extra lessen technisch Nederlands. ‘Nederlands op de Opleidingsvloer’ (NODO) besteedt ook aandacht aan de algemene omgangstaal op de werkvloer. Artikel 60§7-werkervaringsprojecten voor leefloners De KarWIJdienst is een werkervaringsproject van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum waar een veertigtal cursisten aan de slag zijn met een artikel 60-contract. De deelnemers verrichten kleine renovatiewerken zoals schilderen, behangen, vloeren, elektriciteitswerken en tuinonderhoud. Ze doen dit bij Gentenaars met een beperkt inkomen en in de woningen verbonden aan het OCMW. Cursisten van project de Schuitschaaf krijgen een technische vorming in houtbewerking, meubels maken en restauratietechnieken. De aangeleerde technieken worden meteen in de praktijk toegepast. In 2008 maakten de cursisten en het technisch personeel van de Schuitschaaf onder andere ijskarren, fotohouders, decors, kinderbedjes, carnavalswagens en een kookeiland. Daarnaast voerden ze meer dan 150 restauratiewerken uit. Nog een ander werkervaringsproject van het OTC is de Laadbrug. Deelnemers aan het project verzorgen de materiële dienstverlening, zoals de levering van meubilair, ontruimingen en verhuizingen, aan OCMWcliënten.
Voorzitter Geert Versnick en topchef Guy Van Cauteren aan de slag op het mobiele kookeiland.
De Schuitschaaf maakt eerste mobiele kookeiland Sinds eind 2008 kunnen bewoners van het woonzorgcentrum Het Heiveld zelf hun eigen potje koken. Dit hebben ze te danken aan de cursisten van het OTCwerkervaringsproject De Schuitschaaf, dat cliënten de kans geeft om diverse aspecten van houtbewerking aan te leren. De deelnemers bouwden een mobiel kookeiland dat gemaakt is om probleemloos alle kamers van het woonzorgcentrum binnen te rollen. Opzet van de ‘keuken-op-wieltjes’ is door middel van gezamenlijke kooksessies het thuisgevoel van de bewoners en de sociale contacten binnen het woonzorgcentrum aan te wakkeren
Feestelijke vuurdoop Op 9 december 2008 zakte televisiekok Guy Van Cauteren af naar woonzorgcentrum Het Heiveld om er het eerste mobiele kookeiland in te huldigen. Samen met OCMW-voorzitter Geert Versnick onderwierp hij de rolkeuken aan een vuurdoop door voor alle aanwezigen enkele hapjes te bereiden.
Guy Van Cauteren, televisiekok en chef van ‘t Laurierblad in Berlare, bereidde lekkers, van chocolademousse tot ‘Snobinettes Marie-José’. OCMW-voorzitter Geert Versnick bleek goed in roeren en proeven. Het Laatste Nieuws, 10/12/2008
12
Mensen met een laag inkomen kunnen voor verhuizingen een beroep doen op de Laadbrug.
De jobwerkbank richt zich tot steungerechtigden, mensen met een contract art. 60 en personen in nazorg. Het doel is die mensen te helpen bij hun zoektocht naar een vaste job. Dit gebeurt via allerlei concrete initiatieven zoals het schrijven van sollicitatiebrieven, telefoons naar werkgevers en begeleiding bij sollicitatiegesprekken. Wie dat nodig heeft, krijgt extra begeleiding van de bedrijfsconsulent. Sinds juni 2007 werkt er een trajectbegeleider van het OTC voltijds in de Lokale Werkwinkel. De bedoeling is om de samenwerking tussen het OCMW, de Gentse partners en de VDAB te optimaliseren. Op die manier kunnen ook cliënten die hun artikel 60-tewerkstelling hebben beëindigd, efficiënt begeleid worden zodat ze niet in de werkloosheid terechtkomen. In april 2008 werd de doelgroep verruimd naar mensen met een schorsing korter dan zes maanden door de RVA én naar mensen die een werkloosheidsvergoeding ontvingen, maar in begeleiding waren bij het OCMW.
Ervaringsbewijzen – al doende leert men! Veel mensen doen tijdens een job bepaalde nieuwe vaardigheden op. Andere mensen zijn tijdens hun vrije tijd actief met iets bezig waardoor ze nieuwe competenties verwerven. Als ze dan op zoek gaan naar een job waar ze deze nieuwe vaardigheden en competenties kunnen toepassen, hebben ze wel de nodige ervaring, maar niet de juiste diploma’s of attesten. De Vlaamse overheid geeft deze mensen de kans om hun vaardigheden voor bepaalde beroepen toch op papier te laten vastleggen. Als ze met succes een gesprek en een praktische proef doorstaan, krijgen ze een ervaringsbewijs, een officieel bewijs van bekwaamheid. Dat attest toont aan dat iemand goed is in wat hij doet, wat natuurlijk kan uitgespeeld worden op de arbeidsmarkt. Cliënten kunnen ook bij het OCMW Gent terecht voor het behalen van het ervaringsbewijs verhuizer drager-inpakker of het ervaringsbewijs monitor/begeleider in de beschutte en sociale werkplaatsen.
13
Quincy, Nadia, Damian, Vivien, Rosita, Herbert, Willy, Els, Ruth en Amma zijn de eerste tien werkzoekenden die via het IKOOK-project zijn afgestudeerd als hulpkok en zaalmedewerker. Een bonte groep van diverse afkomst, in leeftijd schommelend van 19 tot 61 jaar. Gazet van Antwerpen, 18/04/2008
Activering naar een sociaal leven – de Emancipatorische Projecten Niet iedereen kan geactiveerd worden via een job. Voor sommige mensen is tewerkstelling niet haalbaar, omdat ze door een kluwen van problemen niet kunnen voldoen aan de verwachtingen en eisen op de arbeidsmarkt. De Emancipatorische Projectwerking biedt projecten aan die maatschappelijk zinvol zijn en die de competenties van cliënten helpen ontplooien.
Basiswerking De Basiswerking is een wijkgerichte groepswerking. Cliënten uit dezelfde buurt komen op vaste tijdstippen samen om te praten, een maaltijd te bereiden of een uitstap te doen. Op die manier leren ze sociale vaardigheden aan en worden ze gesterkt in hun eigenwaarde. Er zijn basiswerkingen in Gentbrugge-Ledeberg, Bloemekenswijk, Gent Noord-Macharius en Gent Zuid. Eind 2008 werden de voorbereidingen gestart voor een basiswerking in Sint-Amandsberg-Muide.
Wegwijzerwerking De Wegwijzerwerking brengt mensen, die ervaring hebben met de hulpverlening van het OCMW, samen om na te denken hoe die hulpverlening nog beter kan. Enerzijds is er de Brochurewerking, die bestaande of nieuwe documenten, brieven, folders en brochures helpt begrijpbaar maken. Daarnaast is er de Dialooggroep, die werkt rond thema’s in de hulpverlening en meewerkt aan vormingen voor hulpverleners. In 2008 werkte de Dialooggroep rond twee hoofdthema’s, namelijk klantvriendelijk onthaal en sociale activering.
14
Kookprojecten De ‘Receptiewerking’ is een project waarbij cliënten de catering verzorgen voor OCMW-diensten, stads- en provinciediensten en sociale organisaties . Naast groepswerk voorziet het arbeidszorgproject in de individuele ondersteuning van de groepsleden en biedt ze vormingen aan. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden en interesses van de cliënt. In september 2008 werd de activiteit ‘technisch’ koken opgestart. Het project bevordert de inbreng en creativiteit van de groepsleden door ze bepaalde technieken aan te leren en zelf menu’s te laten samenstellen. Het project IKOOK is een opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker gericht op laaggeschoolde werkzoekenden. Het project werd in 2008 opgericht en is het resultaat van een samenwerking tussen Horeca Vlaanderen, Gent stad in werking, VDAB, OCMW Gent en het Centrum voor Volwassenenonderwijs van Stad Gent. Het initiatief speelt perfect in op een dubbele tegenstelling. Veel posities in de (Gentse) horeca raken niet ingevuld omdat het opleidingsniveau van de kandidaten te hoog is, aan de andere kant zijn er heel veel werkzoekenden die willen werken, maar gewoon de kans niet krijgen omdat ze het diploma of de vaardigheden missen. IKOOK komt aan die beide problemen tegemoet door laaggeschoolden 25 weken les en vier weken stage in een horecazaak te laten volgen. Geslaagde kandidaten krijgen nadien een getuigschrift van de VDAB en het certificaat van hulpkok van het CVO, het Centrum voor Volwassenenonderwijs. Op die manier kunnen ze doorstromen naar een baan of opleiding binnen de horeca.
Een menswaardig bestaan verzekeren Elke Gentenaar die hulp of advies wil of gewoon een vraag heeft naar de OCMW-dienstverlening kan terecht in het welzijnsbureau in de buurt. Het is het eerste aanspreekpunt. In totaal liggen er negen welzijnsbureaus verspreid in de verschillende Gentse wijken. Op die manier wil OCMW Gent een decentraal aanbod van hulp- en dienstverlening verzekeren waardoor iedere inwoner van Gent een menswaardig leven kan leiden. Kwetsbare groepen krijgen hierbij extra aandacht.
Een open deur dichtbij De welzijnsbureaus willen een open huis voor iedereen zijn, waar mensen terecht kunnen met vragen van sociale, administratieve, financiële, psychologische of juridische aard. Ze zijn dus zoveel meer dan enkel loketten waar de cliënten terecht kunnen voor de uitkering van het leefloon of levensminimum. Bovendien bieden sommige welzijnsbureaus ook toegang tot andere diensten zoals Kind en Gezin, de stedelijke Buurtwerking of het wijkrestaurant. Dat past binnen het streven van de stad Gent en het OCMW om een ‘sociaal huis’ op te richten. Dit houdt in dat de burger voor (informatie over) alle sociale dienstverlening op één en dezelfde plaats terecht kan. Het OCMW hield in 2008 verschillende overlegmomenten met de stedelijke Buurtwerking om het concept van de welzijnsbureaus verder aan te passen aan de actuele visie en noden van een sociaal huis.
‘Ook om de drempel te verlagen, richten we welzijnsbureaus in, waar verschillende diensten zijn ondergebracht. Zo heb je niet het stigma van – onder de ogen van iedereen – te moeten binnenwandelen bij het OCMW. We bouwen een nieuw welzijnsbureau uit in Ledeberg.’ Ondervoorzitter Guy Reynebeau in Het Nieuwsblad, 14/02/2008 Wat kost het? In totaal hebben 10.830 mensen één of andere vorm van materiële steun gekregen van het OCMW. Dat is 4,51 procent van de Gentse bevolking. Het totale bedrag aan materiële steun (leefloon, stookoliepremie, medische kosten…) bedroeg 47.192.592 euro. 12.094.391 euro was voor rekening van het OCMW, de overige kosten worden gerecupereerd via subsidies (30.323.882 euro) en cliënten (4.774.318 euro).
Welzijnsbureaus in cijfers - OCMW Gent heeft 9 welzijnsbureaus verspreid over het Gentse grondgebied; - eind 2008 werden er 7.148 actieve sociale dossiers geteld; tegenover 3.124 dossiers die passief gingen; - er waren 3.353 nieuwe aanvragen voor hulp- en dienstverlening van allerlei aard.
15
Het OCMW wil op een structurele manier alle mensen aan een menswaardig bestaan helpen.
In Gent zullen naar schatting zo'n 1.170 cliënten niet doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt of sociale economie. “We willen deze mensen niet afstoten. Omdat een job niet haalbaar is, moet je die mensen niet aan hun lot overlaten. Zij hebben recht op maatschappelijke integratie en op een menswaardig bestaan”. OCMW-voorzitter Geert Versnick in Het Nieuwsblad, 26/08/2008
Het leefloon en levensminimum in cijfers - in 2008 waren er in totaal 6.104 cliënten die recht hadden op een leefloon, 1.267 cliënten hadden recht op een levensminimum; - maandelijks hadden gemiddeld 3.994 cliënten (waarvan gemiddeld 481 studenten) recht op een leefloon en 786 cliënten recht op een levensminimum; - 57 procent van de leefloners en levensminimumgerechtigden waren Belg, 43 procent was niet-Belg; - 55 procent waren mannen, tegenover 45 procent vrouwen; - 41 procent was jonger dan 30 jaar; - er werden 1.997 geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie afgesloten, dat is bij 27 procent van de leefloners en levensminimumgerechtigden.
Leefloon en levensminimum Iedereen heeft recht op integratie en deelname aan het maatschappelijk leven. Een degelijk onderdak, basisgezondheidszorg en rechtshulp maken daar deel van uit. De beste manier om voor jezelf die basisrechten te garanderen, is een job. Maar dat is niet altijd mogelijk. Het OCMW heeft als opdracht ook voor die mensen die niet over voldoende middelen beschikken, een menswaardig leven te verzekeren. Hiervoor beschikt het OCMW over drie instrumenten die gecombineerd kunnen worden: een tewerkstelling, een leefloon of een geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie. Wie geen of een te laag inkomen heeft, kan een basisinkomen krijgen. Dat heet een leefloon. Maar deze financiële hulp staat niet alleen. Het OCMW begeleidt leefloners actief op vlak van opleiding en werk om de kansen op tewerkstelling te vergroten. Dat is de beste stap naar finan ciële onafhankelijkheid. Vreemdelingen die een asielaanvraag ingediend hebben of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, kunnen geen leefloon ontvangen maar wel een levensminimum. De bedragen van dat levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon.
Bedragen leefloon in euro (maandbasis) Wat kost het? Gent telt 16 leefloners per 1000 inwoners. Twaalf procent of 2 personen van die 16 leefloners zijn student. Het OCMW Gent betaalde 29.170.389 euro aan leefloon en levensminimum aan cliënten uit. Daarvan ging 2.335.267 euro naar leefloon voor studenten. Het totale bedrag dat in 2008 aan leefloon en levensminimum werd uitgekeerd is 2.299.862 euro meer dan in 2007. Deze stijging is vooral te verklaren door de stijging van het basisbedrag dat leefloners krijgen en door de drie indexstijgingen. Anderzijds is ook het aantal leefloners licht gestegen.
16
Samenwonenden
Alleenstaande
Persoon die samenwoont met een gezin ten laste
1 januari 2008
455,96
683,95
911,93
1 mei 2008
465,07
697,61
930,14
1 september 2008
474,37
711,56
948,74
Tabel: Indexeringen bedragen leefloon, volgens de gezinssituatie
Geïndividualiseerde projecten OCMW Gent biedt meer dan enkel steun in de vorm van een leefloon aan. Met leefloners jonger dan 25 jaar worden ook contracten ‘geïndividualiseerde projecten maatschappelijke integratie’ of ‘integratiecontracten’ afgesloten. De naam zegt het zelf, de bedoeling is de maatschappelijke integratie van cliënten te bevorderen. In het contract worden een aantal duidelijke afspraken gemaakt waaraan de verschillende partijen zich moeten houden. Steungerechtigden worden aangezet tot het volgen van een opleiding, het voltooien van studies en arbeidsbegeleiding…, het OCMW engageert zich tot begeleiding en financiële steun. Elk contract is een contract op maat, aangepast aan de individuele situatie van de cliënt, met als einddoel een aangepaste tewerkstelling.
Start project ‘Dataplanning’ Het OCMW wil over kwalitatief cijfermateriaal beschikken. Op basis van cijfers kunnen we zien of we goed bezig zijn, om eventueel de werking bij te sturen. Tellingen gebeuren soms nog handmatig. Zo werd er in juni 2008 een eerste grote manuele telling uitgevoerd naar het aantal leefloners en hun activeringsgraad (zie interview ‘Activeringsbeleid uit de startblokken’). Zicht op eigen werking De groeiende behoefte naar een efficiënte ontsluiting van cijfermateriaal gaf in 2008 aanzet tot het project ‘Dataplanning’. In een eerste fase werd het softwaresysteem BIO (= Beleidsinformatie OCMW) aangekocht. Vanuit dit instrument kan het OCMW opvragingen
doen uit het bestaande cliëntsysteem New Horizon, met als doel een beter inzicht te verkrijgen in het doelpubliek van het OCMW en op (de resultaten van) de eigen werking. In de toekomst zullen gegevens zoals het aantal leefloners dat uitstroomt naar de reguliere arbeidsmarkt en de activeringsfase van huidige cliënten opgenomen worden in het cliëntregistratiesysteem. Dat maakt manuele tellingen in de toekomst overbodig, wat alleen maar voordelen heeft op vlak van arbeidsintensiviteit en correctheid van de gegevens.
17
Zorg voor senioren Eén Gentenaar op vijf is ouder dan 65. En in 2010 zullen er in Gent meer senioren rondlopen dan jongeren onder de 25 jaar. De vergrijzing stelt niet alleen de economie voor uitdagingen, maar ook de zorgsector. Zestigplussers blijven steeds langer actief. Dat is een schitterende evolutie. Na het pensioen rest er nog een zee van tijd voor familie en vrienden, een hobby uit te oefenen en te reizen. Maar niet alle senioren hebben de tijd van hun leven. Vereenzaming, problemen met de gezondheid en geen aangepaste huisvesting zijn vaak voorkomende problemen die de levenskwaliteit voor een groot stuk in de weg kunnen staan. Het OCMW verleent hulp- en dienstverlening op maat om de Gentse senioren het leven te laten leiden dat ze verdienen.
8 lokale dienstencentra voor meer levenskwaliteit Senioren riskeren makkelijker dan andere bevolkingsgroepen in de kantlijn van de maatschappij te verzeilen. Het werk valt weg, sterfgevallen in naaste kring komen vaker voor en iets ondernemen wordt moeilijker. Het OCMW wil de Gentse senioren helpen sociale contacten te onderhouden en hun leven zinvol in te vullen. Een sleutelrol hierin is weggelegd voor de negen lokale dienstencentra, die verspreid liggen over heel Gent. Iedereen kan in het lokaal dienstencentrum terecht. Toch proberen de centra vooral die mensen aan te trekken die een duwtje kunnen gebruiken om op een kwaliteitsvolle manier zelfstandig door het leven te stappen, met als overgrote meerderheid de Gentse senioren. Want daar ligt de klemtoon. Het lokaal dienstencentrum creëert door middel van dienstverlening en activiteiten een sociaal netwerk voor al wie dreigt in een isolement te verzeilen. Op die manier krijgen senioren de kans om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te wonen.
Wat kost het? De opbrengsten van recreatieve, informatieve, vormende en hygiënische activiteiten in de lokale dienstencentra en woonzorgcentra bedroegen 1.487.232 euro. Dit laat de centra toe om deze activiteiten in belangrijke mate zelf te financieren en geeft hen de vrijheid om nieuwe initiatieven op te starten.
18
OCMW bouwt met nieuw lokaal dienstencentrum aan de toekomst Eind september startte OCMW Gent met de bouw van ‘De Waterspiegel’, een nieuw lokaal dienstencentrum aan de Meulesteedsesteenweg. Het centrum zal het bestaande dienstencentrum De Muide vervangen en werken voor de buurt Muide/Meulestede – Wondelgem – Kanaalzone. Het gebouw zal af zijn eind 2009. Van pedicure tot keramiek Er was dringend nood aan een nieuw en modern onderkomen voor senioren uit de buurt. De Muide heeft zo’n 1300 verschillende bezoekers, met een gemiddelde van ongeveer 120 per dag. Er worden 42 soorten activiteiten aangeboden van dansen en turnen tot keramiek en schaken. Daarnaast is er ook nog dienstverlening, zoals
Eenzaamheid Ongeveer twintig procent van de senioren kampt met ernstige eenzaamheidsgevoelens en veertig procent heeft het gevoel niet meer mee te tellen in de maatschappij. Gentse senioren uit hun sociale isolatie halen is één van de speerpunten van het OCMW-beleid. Project Eenzaamheid heeft als mikpunt om tegen 2013 ongeveer 5000 huisbezoeken af te leggen bij 80-plussers die nog niet actief zijn in een lokaal dienstencentrum. Opzet van de huisbezoeken is, naast een goed gesprek, senioren met risico op maatschappelijk isolement te helpen hun sociaal netwerk uit te breiden of te verstevigen.
pedicure, ergotherapie aan huis... Dienstencentrum De Muide is te klein geworden en is niet voldoende aangepast om de huidige behoeftes te vervullen. Wel oud, niet versleten Met de bouw van De Waterspiegel richt het OCMW zich vooral naar de toekomst. Met de vergrijzing in aantocht zal het aantal senioren alleen maar toenemen. Die zijn wel oud, maar zeker niet versleten. Ze zijn actief en willen hun leven zinvol invullen. De Waterspiegel is een antwoord van het OCMW op deze uitdagingen. Het nieuwe centrum voldoet aan alle eisen om de werking die al is uitgebouwd een toekomst met groeiperspectieven te bieden.
“Een nieuwbouw is tekenend voor ons ouderenbeleid”, zegt voorzitter Geert Versnick. “Een lokaal dienstencentrum moet de levenskwaliteit van de oudere buurtbewoners verbeteren.” Het Laatste Nieuws, 13/12/2008
Voor dit project werken medewerkers van de lokale dienstencentra samen met twee extra maatschappelijk werkers. Zij vullen aan en brengen vooral versterking in die regio’s waar minder seniorenverenigingen zijn en die moeilijker bereikbaar zijn voor de lokale dienstencentra. De regio Oostakker komt daarbij eerst aan bod, daarna volgen Drongen, Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem en de kanaaldorpen.
Voorzitter Geert Versnick wil de gedenksteen voor het nieuwe lokale dienstencentrum De Waterspiegel onthullen. Hij krijgt speciale hulp wanneer hij merkt dat hij voor een gesloten deur staat.
19
Ergotherapie aan huis Ouder worden gaat dikwijls gepaard met allerlei fysieke ongemakken die zelfstandig en kwaliteitsvol wonen vermoeilijken. Wat kleine aanpassingen kunnen het leven echter al heel wat makkelijker maken. Senioren kunnen in de lokale dienstencentra terecht voor praktische tips en advies zodat dagelijkse activiteiten op een veilige en eenvoudige manier kunnen worden uitgevoerd. Heel concreet houdt dit in dat de ergotherapeuten advies geven over wooninrichting en hulpmiddelen. Als aanvulling op de dienstverlening vanuit de lokale dienstencentra werd het project ‘ergotherapie aan huis’ opgericht. Doel is de Gentse 50-plussers door ergotherapeutisch advies aan huis zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis te laten wonen. Hiervoor werden drie extra ergotherapeuten aangeworven om het team van bestaande ergotherapeuten in de lokale dienstencentra te versterken en te coördineren. Ze richten zich in eerste instantie op de niet-bediende gebieden.
De lokale dienstencentra in cijfers - de centra kregen 9.423 bezoekers over de vloer; - 669 vrijwilligers hielpen een handje mee; - er werden 11.911 recreatieve en bewegingsactiviteiten georganiseerd waaraan 9.423 verschillende bezoekers deelnamen; - 5.731 bezoekers namen deel aan één of meerdere van de 5.269 vormingsactiviteiten; - 987 mensen maakten gebruik van de pedicuredienst in een lokaal dienstencentrum; - er werden 25.944 warme maaltijden geserveerd; - 210 mensen namen deel aan één van de thuiszittersactiviteiten; - 343 bezoekers maakten gebruik van de mogelijkheid om vervoer te krijgen vanuit het lokaal dienstencentrum.
20
Aandacht voor allochtone senioren In de jaren zestig ging de Belgische overheid op zoek naar gastarbeiders. Vooral Turken en later ook Marokkanen kwamen in België hun geluk beproeven. Maar toen bestond er nog niet zoiets als een onthaalbeleid met aandacht voor taalverwerving en maatschappelijke integratie. De allochtone generatie van toen is intussen oud geworden en krijgt te maken met dezelfde kwalen waar ook autochtone senioren last van hebben. Toch vinden allochtone senioren de weg naar de reguliere zorgsector veel moeilijker. Onvoldoende kennis van het Nederlands, taboes en een gebrek aan kennis over de bestaande dienstverlening zijn hier meestal de verklaring voor. De zorgsector is zich intussen bewust van deze problematiek en werkt aan laagdrempelige dienstverlening via extra aandacht voor multiculturaliteit en diversiteit.
Via de lokale dienstencentra probeert het OCMW Gent allochtone senioren op de hoogte te brengen van het aanbod aan zorgvormen. In samenwerking met de vier Turkse Dyanet-Moskeeën van Gent en de Turkse Unie werden er na een avonddienst op het einde van de ramadan thuiszorgfolders uitgedeeld. Lokaal dienstencentrum De Thuishaven organiseert maandelijks theenamiddagen voor Turkse buurtbewoners. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen de bezoekers praten over noden en behoeften zoals psychosomatische klachten, opvoedingsproblemen, ergotherapie, gezonde voeding… Lokale dienstencentra De Thuishaven, De Horizon en Ten Hove nemen bijkomende initiatieven zoals infomomenten om allochtone mantelzorgers te bereiken. Die zijn meestal een generatie jonger dan de personen waar zij zorg voor dragen en zijn meer vertrouwd met de taal en het zorgaanbod. Op die manier kunnen ze de link vormen tussen de allochtone senioren en de zorgsector.
Seniorenwoningen en -flats in cijfers - OCMW Gent biedt 120 woningen en flats voor senioren aan; - 133 senioren verbleven in één van de seniorenwoningen - de opbrengst van deze verhuringen bedroeg 739.260 euro; - de gemiddelde leeftijd van alle bewoners was 77 jaar; - de gemiddelde verblijfsduur in de woningen en flats bedraagt 7 jaar.
LDC de Horizon organiseerde ook twee voordrachten, met vertaling naar het Turks, rond ergotherapie.
Een kerstfeest in samenwerking met allochtone buurtbewoners – door aandacht te hebben voor interculturaliteit en diversiteit proberen de lokale dienstencentra toegankelijk te zijn voor alle bevolkingsgroepen.
21
Wat kost het? Het OCMW voorzag een financiële tussenkomst voor 716 senioren in eigen en privé tehuizen, voor een totaal bedrag van ongeveer 1,5 miljoen euro.
Het systeem werkt, zo bewijst Yvonne Luppens uit Gentbrugge. “Ik verloor mijn man in september 2007”, zegt ze. “Meer dan zes maanden ben ik niet meer buitengekomen. Via mijn huisarts kwam ik in contact met het lokaal dienstencentrum Speltinckx in Gentbrugge. Hier leerde ik een lotgenote kennen, die nu mijn beste vriendin is.” Het Laatste Nieuws, 3/01/2009
Wonen op maat van senioren Senioren worden het liefst oud in hun eigen huis. Het OCMW Gent doet er alles aan om hen daarin te ondersteunen. Maar soms volstaan hulp vanuit het lokaal dienstencentrum of hulp aan huis niet langer. Dan is de tijd rijp om op zoek te gaan naar een alternatief. OCMW Gent heeft verschillende woonvormen voor senioren op maat van ieders behoefte.
Uniek: psychologe(n) in de bres voor senioren Als eerste OCMW in Vlaanderen heeft Gent een psychologe in dienst genomen die senioren met psychische problemen zelf opzoekt. En dat zijn er steeds meer, om de eenvoudige reden dat senioren steeds langer leven. Daardoor worden ze vaker geconfronteerd met verlies: ze moeten afscheid nemen van hun job, hun partner en veel van hun lichamelijke mogelijkheden. Voor sommigen is dat teveel om te dragen.
Ook in de vier woonzorgcentra wordt speciale aandacht besteed aan eenzaamheid en depressie van senioren. Drie psychologen werden aangeworven om mee in te staan voor de psychologische ondersteuning van bewoners en familie. Daarnaast geven ze ook adviezen aan huisartsen en personeel. Celien Scheire is sinds 1 september 2008 psychologe in woonzorgcentrum Zonnebloem.
Psychologe Els Aerssens werkt bewust vanuit de twee lokale dienstencentra De Muide en De Boei.
Celien: Ik beschouw het als mijn kerntaak om mee bij te dragen tot een kwaliteitsvol leven voor alle bewoners. Via individuele gesprekken peil ik naar hun zorgen en problemen. Bijvoorbeeld als een bewoner een moeilijk verleden achter de rug heeft, help ik dit verleden te dragen en enigszins te verwerken. Een ander voorbeeld is iemand die een plotse fysieke handicap of lichamelijke achteruitgang niet kan verwerken. Ik help die bewoner dan de situatie te aanvaarden met als uiteindelijk doel de levenskwaliteit te verhogen.
Els: Zo zit ik tussen de mensen, want de deur van mijn bureau staat altijd open. Op die manier kom je zaken te weten: dat een mevrouw hier Engelse les volgde, maar sinds de dood van haar man niet meer is gekomen, bijvoorbeeld. Dat kan voor mij een aanleiding zijn om met haar af te spreken, maar misschien kan ik ook één van haar medecursisten helpen om zelf contact met haar op te nemen. Soms schrikken de senioren wel als ik aan hun deur sta. Ik stel hen dan gerust door te zeggen dat ik gewoon de luxe heb om eens naar hun verhaal te luisteren.
22
Verder werk ik ook ter ondersteuning van de zorgteams. Dit is echt nodig, omdat zij geconfronteerd worden met heel verschillende bewoners, die soms een zeer uiteenlopende aanpak vragen. Bovendien worden de woonzorgcentra tegenwoordig ook extra belast door een toenemend aantal bewoners met een psychiatrische voorgeschiedenis of met ernstige gedragsproblemen.
Aangepast zelfstandig wonen Trappen, drempels, losliggende tapijten en hoekige meubels. Voor senioren zijn dit obstakels die ze elke dag opnieuw moeten overwinnen. Ouderen zijn soms nog wel in staat zelfstandig te wonen, maar het huis is te groot geworden en is niet aangepast aan de lichamelijke behoeftes. OCMW Gent heeft een aantal specifieke woongelegenheden voor ouderen die nog voldoende zelfstandig zijn. In totaal zijn er 120 woongelegenheden in de vorm van serviceflats en aangepaste seniorenwoningen.
• Woningcomplex Wibier bestaat uit 20 woningen en richt zich speci-
fiek naar koppels waarvan één van de partners hulpbehoevend is. Seniorenflats Ter Pielvaecx voorziet 12 flats voor senioren die in grote mate nog zelfstandig zijn. Uniek is het solidariteitsprincipe. Bewoners moeten bereid zijn elkaar te helpen en te ondersteunen. Serviceflats Antoniushof heeft 48 flats voor alleenstaanden, 34 flats voor echtparen en zes flats voor mindervaliden.
• •
Begeleid wonen Senioren die wat extra hulp kunnen gebruiken, kunnen terecht in één van de vier OCMW-woonzorgcentra. Ze verschaffen een grote keuze aan hedendaagse woonvormen met de meest aangepaste zorg- en dienstverlening. Op die manier willen de woonzorgcentra een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef-, zorg- en zingevende omgeving zijn voor de ouder wordende inwoners van Gent.
Wat kost het?
De vier OCMW-woonzorgcentra verlenen niet alleen zorg aan senioren die langdurig zijn opgenomen. Samen beschikken ze ook 16 plaatsen voor kortverblijf. In de campus Het Heiveld is er daarnaast nog een dagverzorgingscentrum met plaats voor 15 mensen.
Dit toont aan dat het financieel beheer van de woonzorgcentra een evenwichtsoefening is tussen een betaalbare en laagdrempelige opvang enerzijds en een financieel gezond beheer.
Woonzorgcentra De Vijvers en Zonnebloem bieden sinds 2006 zelfs elk een woning voor nachtopvang aan. Nachtopvang is een vorm van mantelzorg. Partners of familieleden die overdag voor iemand zorgen, kunnen op die manier op beide oren slapen, omdat ze weten dat hun partner of familielid ’s nachts in goede handen is.
Ongeveer 95 euro van de 150 euro die een bewoner kost per ligdag, gaat naar personeelskosten. Voldoende en gevarieerd personeel is noodzakelijk voor een goede begeleiding van de bewoners.
Een bewoner in een woonzorgcentrum kost per dag ongeveer 150 euro. De bewoner zelf betaalt daarvan 42 euro, de ziekteverzekering 47 euro. Na verrekening van subsidies blijft van de 150 euro nog zo’n 30 euro over voor rekening van het OCMW.
23
De vier woonzorgcentra in cijfers: - de vier centra bieden 603 erkende plaatsen voor langdurig verblijf en 16 plaatsen voor kortverblijf; - er waren 949 aanvragen (504 goedkeuringen) voor langdurige opname en 620 aanvragen (140 goedkeuringen) voor kortverblijf; - het totaal aantal aanvragen steeg met 15 procent tegenover 2007 en met 35 procent tegenover 2006; - bewoners verblijven gemiddeld tussen 2,5 en 3,5 jaar in het woonzorgcentrum; - de gemiddelde leeftijd van de bewoners lag tussen 80 en 90 jaar; - 185 vrijwilligers ondersteunden mee de werking van de vier woonzorgcentra.
Het OCMW-woon- en zorgcentrum De Vijvers is twee keren in de prijzen gevallen in de I2Cwedstrijd. I2C staat voor Innovation to Care en wil vernieuwingen in de zorgsector stimuleren. Er waren 22 inzendingen. Gazet van Antwerpen, 15/10/2008
Het ‘creatieve kippenhok’ van woonzorgcentrum De Vijvers kaapte de ludieke prijs weg in de Innovation to Care-wedstrijd. Voorzitter Geert Versnick en Dirk Beyens, directeur van De Vijvers, droegen letterlijk en figuurlijk een steentje bij.
OCMW Gent woonzorg centrum De Vijvers grote winnaar bij innovatieprijs Woonzorgcentrum De Vijvers kaapte in 2008 twee van de vier prijzen weg in de ‘Innovation to Care’wedstrijd, de innovatieprijs voor de zorgsector. Deze wedstrijd heeft als opzet vernieuwing in de zorgsector te stimuleren. De Vijvers mocht uit de handen van minister Patricia Ceysens, Vlaams minister voor Innovatie, zowel de publieksprijs als de gekste prijs ontvangen.
woonzorgcentrum in de binnentuin kunnen tuinieren in tuinierbakken op schoothoogte. Het andere project van De Vijvers, ‘het creatieve kippenhok’, kaapte dan weer de prijs weg van het meest ludieke idee. De bewoners van het woonzorgcentrum kregen namelijk het gezelschap van vier kippen, die ze zelf kunnen verzorgen. Naast het nieuwe kippenhok verfraaien ook drie grote, kleurrijke kunstkippen de binnentuin.
De zorgsector staat steeds meer voor niet te onderschatten uitdagingen. Daarom hebben zorginstellingen meer dan ooit nood aan vernieuwende ideeën. De jaarlijkse ‘Innovation to Care’-wedstrijd bekroont de beste en meest originele ideeën die het comfort, de leefbaarheid of de duurzaamheid van een zorginstelling kunnen verbeteren.
Beide projecten passen binnen de visie van het rusthuis om zoveel mogelijk een thuisvervangende omgeving te zijn, met daarbij speciale aandacht voor de wat zwakkere bewoners. Zo zijn de tuinierbakken er wel voor iedereen, toch zijn ze dankzij hun aangepaste hoogte vooral interessant voor bewoners die niet meer zo goed te been zijn en rolstoelgebruikers. Op die manier kunnen ook zij hun favoriete hobby blijven uitoefenen. De geurige bloemen en planten samen met de kakelende kippen stimuleren dan weer extra de zintuigen van dementerende personen.
Een huiselijke omgeving Voor het project ‘de lochtink op uugte’ kreeg woonzorgcentrum De Vijvers de publieksprijs overhandigd. ‘De lochtink’ is een initiatief waarbij de bewoners van het
24
Ambitieuze bouwplannen voor betere zorg senioren Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) van de Vlaamse Overheid verleent financiële steun aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen die infrastructuurwerken willen uitvoeren. Het OCMW Gent past perfect binnen dit profiel en wil een beroep doen op dit fonds voor de bouw van nieuwe zorgvoorzieningen voor senioren. Op die manier kan het OCMW blijven inspelen op de steeds sneller wijzigende zorgvragen. Intussen diende het OCMW haar aanvraag, het zogenaamde ‘zorgstrategisch plan’, in bij de Vlaamse regering. Wat staat er allemaal in zo’n zorgstrategisch plan? Bart D’Hanis, stafmedewerker Ouderen- en Thuiszorgbeleid: Een zorgstrategisch plan is een verplicht document voor de Vlaamse Overheid, waarin we onze huidige werking én onze toekomstige werking voor de volgende tien jaar moeten toelichten. Zo’n plan is vooral belangrijk omdat we op basis daarvan al dan niet subsidies krijgen voor nieuwe bouwprojecten. Dit wel alleen op vlak van zorgvoorziening, plannen voor maatschappelijke dienstverlening komen niet in aanmerking. Wat zijn de hoofdlijnen in het zorgstrategische plan van het OCMW Gent? Bart: Drie nieuwe bouwprojecten vormen de basis. Het plan omvat eerst en vooral de bouw van een nieuw woonzorgcentrum in Mariakerke van 134 bedden en 10 bedden kortverblijf. Dit zal zich vooral richten op groe-
pen ouderen die moeilijk elders terecht kunnen, zoals ouderen met een psychiatrisch verleden of een mentale handicap. Daarnaast doen we nog een aanvraag voor vier nieuwe lokale dienstencentra verspreid over het Gentse grondgebied en een dagverzorgingscentrum in Ledeberg. Via de realisatie van deze projecten willen we de toegankelijk van het aanbod verhogen en het aanbod verruimen. Zo kunnen we nieuwe doelgroepen aanspreken waarvoor er nu onvoldoende opvangmogelijkheden bestaan. De aanvraag ligt bij de Vlaamse Overheid, wat gebeurt er nu? Bart: Als het plan ontvankelijk wordt verklaard, wordt het doorgestuurd naar experten. Die krijgen veertig dagen de tijd om een evaluatienota op te stellen met vragen, bedenkingen… Het OCMW Gent heeft dan zelf ook veertig dagen tijd om een reactienota te formuleren op deze evaluatie. Daarna wordt een commissie Zorg strategie in het leven geroepen die alle documenten bespreekt en een positief of negatief advies geeft aan de minister. Die beslist dan uiteindelijk of we de subsidies krijgen of niet. Als alles goed gaat, kunnen we dan beginnen bouwen ergens eind 2010.
25
Thuis in het rusthuis Bewoners in de woonzorgcentra hebben om verschillende redenen het eigen huis moeten verlaten. In het woonzorgcentrum krijgen ze de juiste zorg om het leven op een kwaliteitsvolle manier verder te zetten. De woonzorgcentra willen meer zijn dan een verzorgingstehuis. Senioren brengen er meestal de rest van hun leven door. Daarom doen de centra er alles aan om voor de senioren een vertrouwde omgeving te scheppen waar ze zich thuis voelen. Geen koude witte muren met een ziekenhuisinterieur, maar gezellig meubilair, sfeerrijke verlichting en kleuren die aanspreken. Bewoners kunnen de activiteiten die ze thuis zo graag deden gewoon voortzetten. Lezen, muziek beluisteren, knutselen en zelfs koken en tuinieren, voor alles is er plaats. Het beeld dat mensen hebben van een rusthuis klopt dus vaak niet met de werkelijkheid. Aan de hand van allerlei beeldvormingsprojecten laten de centra buurtbewoners, kinderen, jongeren, kunstenaars… op een aangename en
soms verrassende manier kennis maken en ervaring opdoen met het centrum en de bewoners. Zo kunnen ze zien hoe de vork werkelijk in de steel zit: geen ziekenhuis voor senioren, maar een gezellige plek met een vrolijke, hedendaagse en dynamische uitstraling waar bewoners hun eigen identiteit kunnen uitdrukken.
Jong en oud verenigd Verbindingen leggen tussen bewoners van woonzorgcentra en burgers van andere generaties zoals kinderen, baby’s, kleuters, adolescenten, maakt deel uit van positieve beeldvorming. Andere generaties brengen leven in het woonzorgcentrum en goed opgebouwde plezierige en zinvolle projecten zijn win-win-situaties voor beide generaties. In verschillende woonzorgcentra zijn ‘intergenerationele’ projecten ingebed in de reguliere animatiewerking. Daarnaast worden er specifieke projecten opgestart in samenwerking met scholen en artistieke organisaties.
In het kader van vijftig jaar Expo ’58 pakten de senioren van woonzorgcentrum De Liberteyt samen met de kinderen van de speelpleinwerking Dracuna 100 bomen in.
Jong en oud steken samen 100 bomen in een jasje De bomen in de Dries, een dreef in de buurt van woonzorgcentrum De Liberteyt in Wondelgem, wisten 22 augustus 2008 helemaal niet wat hen overkwam. Bewoners van De Liberteyt pakten samen met de kinderen van speelpleinwerking Dracuna de stam van zo’n 100 bomen in met katoenen stof. Dit deden ze naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van Expo ’58. De bewoners werkten een heel jaar rond dit thema. Zo organiseerden ze in 2008 een modeshow uit de jaren ’50, bezochten ze het vernieuwde Atomium en was er een oldtimer tentoonstelling op de parking van het woonzorgcentrum. Het idee voor het project ‘G’embaleerde buume’ om bomen in te pakken was afgekeken van de kunstenaar Christo die wereldberoemd is geworden met het inpakken van historische gebouwen en objecten.
26
Respect tussen generaties Met het initiatief stelde De Liberteyt haar deuren open voor bewoners en organisaties uit de hele buurt. De senioren van het woonzorgcentrum en de kinderen van Dracuna werkten nauw samen, wat hen de kans gaf elkaar wat beter te leren kennen. Op die manier bevorderde het project samenhang en respect tussen generaties. Dat het woonzorgcentrum geen oubollige instelling is waar er een soort ziekenhuissfeer hangt, zagen ook de mensen van de foto- en filmclubs van Wondelgem. Zij stonden met fototoestel en camera paraat om alles op de gevoelige plaat vast te leggen.
Ons Zorgnetwerk bekroonde Het Heiveld als de meest mantelzorgvriendelijke voorziening van Oost-Vlaanderen. Het woonzorgcentrum behaalde de eerste prijs met hun documentaire ‘Een nieuw hoofdstuk’, een aangrijpende documentaire over de problematiek van een opname in een rusthuis. Hij kwam tot stand met de bewoners, de mantelzorgers en het personeel. Ons Zorgnetwerk Krant, jg. 8 nr. 2 – 22/10/2008 Mantelzorg Veel senioren kunnen lange tijd thuis blijven wonen dankzij ondersteuning uit hun naaste omgeving. Toch is het goed mogelijk dat op een bepaald moment mantelzorg niet langer volstaat en dat met spijt in het hart moet worden uitgekeken naar andere mogelijkheden zoals serviceflats en woonzorgcentra. Mantelzorgers die jarenlang voor een bepaalde persoon hebben gezorgd willen vaak ook dan hun steentje blijven bijdragen. De OCMW-woonzorgcentra beseffen maar al te goed de meerwaarde van mantelzorg binnen de muren van het rusthuis. Bewoners blijven nauw in contact met hun naaste omgeving die op haar beurt zelf heel wat voldoening haalt uit het werk dat gedaan kan worden. Daarom leveren de centra heel wat inspanningen om mantelzorgers te begeleiden bij het vinden van een nieuwe zinvolle rol.
Voorzitter Geert Versnick en topchef Guy Van Cauteren aan de slag op het mobiele kookeiland.
Senioren supporteren voor KAA Gent en Club Brugge in Ottenstadion Op zondag 20 april 2008 vertrokken enkele bewoners en begeleiders van het woonzorgcentrum Zonnebloem in Zwijnaarde naar de voetbalmatch KAA Gent - Club Brugge in het Ottenstadion. De senioren, twee supporters van KAA Gent en één fan van Club Brugge, blijven ook in het woonzorgcentrum hun favoriete club op de voet volgen. Ze zijn het levende bewijs dat het leven niet stopt in het rusthuis. De rust- en verzorgingstehuizen van het OCMW willen een tweede thuis zijn voor bewoners en bezoekers. Dit betekent niet alleen een warm en huiselijk interieur creëren, maar er ook voor zorgen dat senioren hun maatschappelijk leven zo veel mogelijk verder kunnen zetten en kunnen deelnemen aan het sociaal gebeuren.
den opgenomen, gingen ze wekelijks voor hun favoriete ploeg supporteren. De topper tussen de twee clubs mochten ze niet missen. Drie begeleiders zorgden voor de nodige ondersteuning. De uitstap toont aan dat de betrokkenheid van de OCMW-medewerkers zich niet beperkt tot weekdagen. Senioren worden gestimuleerd hun hobby’s en activiteiten van vroeger in het woonzorgcentrum verder te zetten. Dit betekent dus dat ze ook nu nog een voetbalwedstrijd moeten kunnen bijwonen, ook al vindt die plaats in het weekend.
Welzijn de klok rond De drie senioren zijn al heel hun leven supporter van KAA Gent en Club Brugge. Voor ze in Zonnebloem wer-
27
Woonzorgcentrum De Vijvers vierde in 2008 haar tienjarig bestaan.
Werken naar woonzorgzones OCMW Gent wil tegen 2013 ongeveer 4.000 extra senioren ondersteunen bij het zelfstandig thuis wonen. Daarvoor is de organisatie voortdurend op zoek naar innovatieve ideeën die een aanvulling kunnen betekenen op de bestaande hulp- en dienstverlening. Zo wordt momenteel in Ledeberg gewerkt aan de uitbouw van een woonzorgzone, een concept uit Denemarken. Een woonzorgzone is een duidelijk afgebakend gebied met speciale woonvormen, waarbinnen een verhoogd niveau van diensten op maat van senioren aanwezig is. Dit kan gaan van een boodschappendienst, thuiszorg, maaltijden, vervoer, … tot poets- en strijkhulp. Andere voorwaarden om tot een woonzorgzone te komen zijn een veilige omgeving, een 24-uurs zorgcentrum in de buurt en een gezonde mix van inwoners. Ergotherapeuten spelen binnen de zone een belangrijke rol om aan de hand van advies bestaande woningen aan te passen volgens de behoeftes van senioren. De Gentse wijk Ledeberg bleek na onderzoek het best haalbaar om een pilootproject op te zetten. De bevolking in
28
Ledeberg bestaat voor 26 procent uit 55-plussers. Dit komt neer op ongeveer 2.000 inwoners. Om een gezonde bevolkingsmix aan te houden neemt de stad Gent al initiatieven om jonge gezinnen aan te trekken. Zo is er het stadsvernieuwingsproject ‘Ledeberg leeft’. Het beoogt de herinrichting van het openbaar domein: rustbanken, toegankelijkheid, ontmoetingsplaatsen, aanleg en toegankelijkheid van voetpaden, … Alles wat bijdraagt tot een veilige en aangename buurt.. Grootste uitdagingen voor de toekomst zijn de uitbreiding van de bestaande zorgverlening en de uitbouw van speciale woonvormen. Dit gaat van nieuwbouwprojecten tot sensibilisering in het kader van levenslang en aangepast wonen. Het OCMW startte daartoe al besprekingen met de stad Gent, de sociale huisvestingsmaatschappijen, privéontwikkelaars en eigenaar-bewoners. Met de verschillende thuiszorgdiensten wordt gekeken hoe kan worden samenwerkt om een 24-uurs zorgpermanentie te verzekeren.
Wonen Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Dit betekent dat iedereen moet kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving en tegen een betaalbare prijs. Zo staat het te lezen in de Vlaamse Wooncode. Dit grondwettelijke recht op degelijke huisvesting blijkt in de praktijk echter niet zo eenvoudig. De afgelopen jaren zijn de huurprijzen sterk gestegen. Een fatsoenlijke, maar betaalbare woning vinden in een toffe buurt wordt dan ook steeds moeilijker. Dat geldt voor iedereen, maar in het bijzonder rijzen er problemen bij huisvesting voor kansarmen en lage inkomensgroepen. Voor daklozen lijkt de situatie al helemaal uitzichtloos. De dienst Wonen probeert net die mensen met het laagste inkomen en de slechtste woonsituaties aan een behoorlijk onderdak te helpen. Een uiterst belangrijke taak, want wonen is niet zomaar een basisbehoefte. Het is ook een belangrijke voorwaarde om andere rechten te kunnen uitoefenen. Wie zich goed voelt thuis, is gemotiveerd om een actief leven te leiden, op het werk en in de maatschappij. Mensen met een woonprobleem dreigen in een vicieuze cirkel te verzeilen, ze raken sneller geïsoleerd waardoor een uitweg naar een betere situatie steeds moeilijker wordt. Het hebben van een degelijk onderdak is de eerste stap naar autonomie, eigen initiatief en sociale integratie.
Wonen voor kansarmen Het sociaal verhuurkantoor van het OCMW huurt 72 huizen op de private woningmarkt en verhuurt die tegen betaalbare prijzen aan cliënten die in aanmerking komen. Op 1 januari 2008 werd het nieuwe Kaderbesluit Sociale Huur (KBSH) van kracht. Dit wijzigde de inschrijvingsvoorwaarden en toewijsregels voor een sociale woning grondig. De dienst Wonen speelde in op deze veranderingen en stuurde haar werking bij. Kandidaat-huurders werden nog beter begeleid bij hun inschrijving in het sociaal verhuurkantoor.
Begeleiding en bemiddeling In 2008 startte de dienst Wonen met een vernieuwde aanpak voor woonbegeleiding. Nieuwe huurders en huurders van wie de huurovereenkomst werd verlengd, gingen een inspanningsverbintenis aan. Die bestond erin dat de huurder gedurende de volledige looptijd van de huurovereenkomst meewerkte aan de woonbegeleiding en indien nodig instapte in het project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen. Doel van de woonbegeleiding is de huurders voor te bereiden op de overstap van het sociaal verhuurkantoor naar een sociale woning bij een sociale huisvestingsmaatschappij.
Wonen in cijfers - 861 personen dienden zich aan bij de dienst Wonen; - 353 mensen schreven zich in bij het sociaal verhuurkantoor; - 72 sociale woningen werden via het sociaal verhuurkantoor aangeboden, tegenover 70 in 2007; - er verbleven 81 mensen in een sociale woning, waaronder 15 nieuwe huurders; - de opbrengst van deze verhuringen bedroeg 159.472 euro; - 53 personen vroegen een woning aan via de versnelde procedure voor daklozen; - 46 van hen kwamen terecht op een wachtlijst, 7 aanvragen waren niet ontvankelijk.
Woonbemiddeling en -begeleiding in cijfers - 671 personen meldden zich aan met een huurachterstand van 2 maanden; - 741 gerechtelijke procedures tot uitzetting werden opgestart in het arrondissement Gent; - 248 dossiers volgde het wijkwerk hiervan al op; - 84 personen volgden het project Intensieve Woonbegeleiding; - 51 van hen werd geëvalueerd; • in 40 dossiers waren er geen opmerkingen; • 5 cliënten hadden een kleine huurachterstand; • 2 personen met een grote achterstand weigerden mee te werken aan een oplossing; • in 4 gevallen was er sprake van wanbetaling of -gedrag; - 0 cliënten die deelnamen aan het project Intensieve Woonbegeleiding werden uit hun huis gezet.
29
“Het OCMW streeft ernaar om 50 procent meer woningen via het Sociaal Verhuurkantoor te verhuren”, zegt OCMW-raadslid Guy Reynebeau (SP.A). “Dat brengt het aantal op meer dan honderd. Zo kunnen we mensen die plots in een moeilijke situatie komen, snel aan een goedkope woning aanbieden.” De Standaard, 14/02/2008
In 2008 organiseerde de dienst Wonen voor cliënten in woonbegeleiding een boottocht op de Leie.
De dienst Wonen bleef ook in 2008 het centraal aanspreekpunt voor de opvolging van wanbetalingen bij de vijf Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen. Voor huurders die twee maanden huurachterstand hebben, gaat de dienst Wonen op zoek naar een oplossing. Indien de persoon die de huur niet meer kan betalen een actief dossier bij het OCMW heeft, wordt daarbij de wijkwerker ingeschakeld.
• 671 personen meldden zich in 2008 aan met een huurachterstand van twee maanden, tegenover 602 in 2007; Voor 208 meldingen betrof het personen met een actief dossier die gekend waren in het wijkwerk.
•
Als een huurprobleem toch dreigt te escaleren, en wanneer er een gerechtelijke procedure tot uitzetting wordt opgestart, bemiddelt de dienst Wonen tussen alle betrokkenen om een uithuiszetting te vermijden.
• 741 gerechtelijke procedures tot uitzetting werden in het arrondissement Gent in 2008 opgestart, tegenover 701 in 2007; 248 personen volgde het wijkwerk hiervan al op.
• 30
Nieuwe procedures voor aanvraag sociale woning Het afgelopen jaar zijn de inschrijvingsvoorwaarden en toewijsregels voor een sociale woning helemaal dooreen geschud. Een gevolg van het nieuwe Kaderbesluit Sociale Huur (KBSH) van 1 januari 2008. Dit had ook effect op de interne werking van de dienst Wonen. De aanpassingsfase is voorbij en intussen biedt de nieuwe werkwijze tal van voordelen. Het Kaderbesluit hervormde de regels voor inschrijving en toewijzing van sociale woningen. In hoeverre waren de cliënten op de hoogte van deze wijzigingen? Geraldine Serras, coördinator dienst Wonen: Kandidaathuurders waren in het begin onvoldoende vertrouwd met de nieuwe bijkomende verplichtingen verbonden aan het KBSH. Zo boden ze zich bij hun inschrijving aan zonder de noodzakelijke bewijsstukken met als gevolgd dat ze zich niet konden inschrijven als kandidaat-huurder voor een woning van het sociaal verhuurkantoor. Als we een nieuwe afspraak vastlegden, kwamen veel kandidaten niet meer opdagen. Ook bleek door de bijkomende administratieve verplichtingen een inschrijving dubbel zo veel tijd in beslag te nemen waardoor andere taken noodgedwongen op de achtergrond werden verwezen. Niet alleen de werking van onze dienst op het vlak van hulpverlening maar ook de efficiëntie van het team leed hier onder. Hoe hebben jullie dit probleem aangepakt? Geraldine: We stuurden onze werkwijze bij en splitsten de inschrijving voor het sociaal verhuurkantoor op in twee delen. Het onthaalteam verleent nu gerichte informatie aan de kandidaten en helpt hen om de nodige gegevens en documenten te verzamelen. Dit team regelt ook de afspraken voor de effectieve inschrijving. In een tweede fase bespreekt het woonteam na doorverwijzing van het onthaalteam, samen met de kandidaat de inschrijving- en toewijsprocedure. Na controle van alle noodzakelijke documenten krijgt de cliënt onmiddellijk bevestiging van zijn inschrijving.
Werpt deze nieuwe aanpak vruchten af? Of ondervinden jullie nog steeds moeilijkheden? Geraldine: De nieuwe werkwijze heeft intussen bewezen dat ze tal van voordelen biedt. Enerzijds behoudt het onthaalteam zoals vroeger het eerste contact van een bezoeker met onze dienst. Ze behandelen daarbij niet alleen de eerste stappen voor de inschrijving, ze peilen ook naar andere noden op het vlak van huisvesting of hulpverlening. Op die manier krijgen ze een goed zicht op de algemene problemen van bezoekers. Door het verschuiven van de effectieve inschrijving naar het woonteam werd ook opnieuw ruimte gecreëerd voor de uitvoering van de andere taken zoals bemiddeling bij huurachterstand, hulpverlening bij uithuiszetting… En wat is het voordeel voor de cliënt? Geraldine: Voor de kandidaat-huurders werd de periode tussen aanvraag en effectieve inschrijving aanzienlijk verkort. Dat komt een efficiënte hulpverlening uiteraard ten goede. De snelle behandeling laat ons toe als sociale verhuurder vlugger in te spelen op de noden van onze kandidaat-huurders. Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst? Geraldine: We vrezen dat het opnemen van de inschrijvingen door het woonteam een te grote werkbelasting voor dit team zal teweegbrengen. Daarom voeren we momenteel samen het Vlaams Overleg Bewonersbelangen (VOB) een onderzoek naar de bijkomende, voornamelijk administratieve, werklast die de voortdurende wijzigingen van de wetgeving veroorzaken. Het Kaderbesluit is namelijk intussen aan een derde wijziging toe. Vermoedelijk zal het VOB voorstellen om het aantal woonbegeleidingen per maatschappelijk werker te verminderen om zo een daadwerkelijke intensieve woonbegeleiding verder mogelijk te maken.
31
Wonen voor dak- en thuislozen Dak- en thuisloosheid zijn slechts zichtbare uitingen van een achterliggend kluwen van problemen, zoals een lage scholingsgraad, schulden, verslaving, een slechte gezondheid en psychische problemen. Deze problemen doen zich voor met het effect van een sneeuwbal met als gevolg dat de kansen om terug uit de neerwaartse spiraal te klimmen steeds kleiner worden. Dak- en thuislozenzorg moet verder gaan dan voor opvangplaatsen zorgen in de winter en water uitdelen tijdens de zomer.
De dienst Thuislozenzorg verleent hulpverlening op maat in samenwerking met alle welzijnsvoorzieningen op het terrein. Op die manier wordt naar een omvattende oplossing op alle gebieden gezocht. De maatschappelijk werker fungeert bij het overleg vaak als spilfiguur. In 2008 kreeg de dienst Thuislozenzorg 248 nieuwe aanvragen voor hulpverlening. Dat waren er 18 meer dan in 2007. Er werd vooral naar hulp gevraagd op vlak van financiële middelen en huisvesting. Het achterliggend probleem was echter vaak een combinatie van psychische/psychiatrische problemen en verslaving. Maatschappelijk werkers van de dienst Thuislozenzorg proberen daklozen naar het OCMW toe te leiden.
Uitbreiding nachtopvang daklozen De winter van 2008 was met een gemiddelde temperatuur van 2,2 °C de koudste in twaalf jaar. Af en toe daalde het kwik ’s nachts zelfs tot min 20 °C. Voor de eerste keer in lange tijd konden mensen weer schaatsen op vijvers, kanalen en rivieren. De extreme temperaturen betekenden echter niet voor iedereen een middagje winterpret. Voor daklozen werden extra inspanningen ondernomen om ze goed door de nacht te helpen. Hoeveel daklozen de stad Gent telt, staat niet vast. Wel is zeker dat het aantal stijgt en dat er steeds meer kinderen bij zitten. Structurele oplossingen De daklozen kunnen het hele jaar door terecht in de Gasmeterlaan 107. Daar organiseert het CAW Artevelde met tussenkomst van financiële middelen van het OCMW Gent en de stad Gent een nachtopvang met
32
twintig bedden voor volwassenen daklozen en vier voor hun kinderen. Naar aanleiding van de extreem strenge winter werd dit aanbod tot eind maart 2009 verhoogd met tien bedden. In maart 2008 werd het aantal bedden al opgetrokken van zestien naar twintig. Naast de opvang van het CAW Artevelde zijn er in Gent nog 259 slaapplaatsen voor daklozen verspreid over dertien locaties. En in geval van plaatsgebrek, kunnen ze nog altijd terecht in Kwartier Beervelde, een legerkazerne in Destelbergen. Nachtopvang is slechts een acute noodoplossing. Daarom werkt het OCMW Gent voortdurend aan structurele oplossingen voor het daklozenprobleem. Daklozen krijgen persoonlijke begeleiding op domeinen zoals het zoeken naar werk, opnieuw contacten leggen met familie of vrienden en het in orde brengen van administratie.
Bezoek aan ‘huis’ Soms vinden dak- en thuislozen gewild of ongewild de weg naar het OCMW niet. Daarom gaan maatschappelijk werkers van de dienst Thuislozenzorg zelf op zoek naar mensen die hulp kunnen gebruiken. Dit heet uitreikende hulpverlening. Sinds eind 2007 wordt er in de Gentse onthaaltehuizen maandelijks een zitdag georganiseerd. Een maatschappelijk werker spreekt de hulpbehoevenden aan en verleent informatie. Dit bevordert ook de samenwerking met het onthaaltehuis en creëert een nauwere vertrouwensband met de bezoekers. In april 2008 ging de dienst Thuislozenzorg ook van start met het project ‘Vindplaatsgerichte werking’. Twee maatschappelijk werkers gaan, in nauwe samenwerking met organisaties bij wie deze doelgroep gekend is, de straat op. Bedoeling is de groep van ‘zorgwekkende zorgvermijders’, de harde kern, te bereiken om ze naar de hulpverlening toe te leiden.
Wat de laatste jaren sterk opvalt, is dat de daklozen in Gent – waarvan overigens 90 procent autochtoon is – alsmaar jonger zijn: één op de drie is jonger dan 25. De Standaard, 29/12/2008 Op 15 december 2008 ondertekenden het OCMW Gent, Stad Gent en alle huisvestingsactoren met woningen in Gent een nieuw Samenwerkingsprotocol Daklozen.
Snelle huisvesting en woonbegeleiding voor daklozen Op 15 december 2008 ondertekenden het OCMW Gent, Stad Gent en alle huisvestingsactoren met woningen in Gent een nieuw Samenwerkingsprotocol Daklozen. Hiermee verbonden de tien ondertekenaars zich ertoe om in 2009 vijfenveertig huurcontracten via een versnelde procedure aan daklozen toe te kennen. Het OCMW geeft daarbij als garantie dat de nieuwe huurders intensieve woonbegeleiding krijgen. Het nieuwe Samenwerkingsprotocol komt niet uit de lucht gevallen. Het is een aanpassing van een bestaand protocol met enkele uitbreidingen. In hoofdzaak beregelt het Samenwerkingsprotocol de procedure voor de versnelde toewijzing van sociale woningen aan daklozen. Daarnaast somt het alle actoren op die zich tot het protocol engageren en beregelt het het aantal huurcontracten die voor daklozen zijn voorbehouden. Dat tweede gebeurt volgens een verdeelsleutel, op basis van het aantal verhuurde woningen van elke sociale huisvestingsmaatschappij. Voor 2009 betekent dit dat 45 daklozen via een versnelde procedure kans maken op een sociale woning. Intensieve woonbegeleiding De daklozen die een woning toegewezen krijgen, komen in een volledig nieuwe situatie terecht. Hen bij deze ingrijpende verandering begeleiden, is van groot belang om klachten over wangedrag of wanbetaling te vermijden. Daarom startte de dienst Thuislozenzorg in september 2007 het project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen op. Dit is een uniek project waarbij vijf OCMW-medewerkers daklozen minimum zes maanden lang intensief begeleiden na het sluiten van een
huurcontract. De woonbegeleiders hebben een allesomvattende taak die gaat van ondersteuning bij het inschrijven bij de sociale huisvestingsmaatschappij en begeleiding tijdens het bezichtigen van de woning tot het aanleren van huishoudelijke vaardigheden en aanmoediging tot deelname in de samenleving. In 2008 werd geen enkele bewoner uit het huis gezet wegens wangedrag of wanbetaling. Dit succes vertaalde zich in de ondertekening van het Samenwerkingsprotocol met een uitbreiding van het aantal huurcontracten van 30 naar 45. Ook werd de doelgroep van personen die in aanmerking komen voor woonbegeleiding geleidelijk aan uitgebreid. Oorspronkelijk was het project alleen bedoeld voor personen die vanaf 1 januari 2007 via een versnelde toewijsprocedure voor daklozen een sociale woning verkregen. Intussen staat de intensieve woonbegeleiding onder andere ook open voor huurders van een sociale woning via het OCMW sociaal verhuurkantoor. Het afgelopen jaar kregen 84 personen woonbegeleiding. Een thuis op alle vlakken Visie achter het Project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen is door middel van een proces van versterking op vlak van bewustzijn en participatie cliënten opnieuw greep laten krijgen op de eigen situatie en hun omgeving. De woonbegeleiding richt zich tot alle levensdomeinen met als hoofddoel een thuis te creëren voor de huurders – een ‘thuis’ in hun woning, in hun gebouw, in hun buurt en in hun leefomgeving.
33
Pensionwonen ‘De Baai’
Wonen bij nood
Alleenstaande volwassenen boven de 45 jaar, die het al lange tijd niet meer lukt om een vaste woonst te behouden, kunnen definitief terecht in ‘De Baai’. In 2008 woonden er 19 personen in het pension. De huuropbrengst bedroeg 51.825 euro.
In duidelijk afgelijnde noodsituaties zoals ontploffing of brand kunnen bewoners van Gent voor vier maanden terecht in een noodwoning van het OCMW. In die tijd gaat de dienst Wonen samen met de getroffenen op zoek naar een nieuwe woning
De toelatingsvoorwaarden en –procedures voor De Baai zijn streng. Een goede inschatting van de kandidaat-bewoner is erg belangrijk om de stabiliteit van de bewonersgroep te garanderen. Het gaat immers om een permanente woonvorm.
In 2008 steeg de bezettingsgraad van de noodwoningen geleidelijk. In het eerste kwartaal waren 14 van de 29 woningen bezet, in het vierde kwartaal waren er dat 20. In totaal namen in 2008 51 mensen hun intrek in een noodwoning. Een onbewoonbaarverklaring of een actie tegen huisjesmelkerij waren in 2008 de meest voorkomende redenen waarom mensen een beroep deden op een noodwoning. De opbrengst van de verhuringen bedroeg 58.221 euro.
De dienst Wonen ontving in 2008 elf doorverwijzingen uit de hulpverlening met het oog op een toelating tot ‘De Baai’, tegenover twintig doorverwijzingen in 2007. Geen enkele aanvraag werd in 2008 goedgekeurd. Wel zijn er nog vier aanvragen in behandeling. De hete patat De bewoners van De Baai moeten opnieuw greep krijgen op hun eigen situatie en omgeving. Daartoe krijgen ze individuele begeleiding en nemen ze deel aan vaste en losse activiteiten. Zo werd in 2008 de maandelijkse kookclub ‘De hete patat’ opgericht. Tijdens deze kooksessies leren de bewoners nog meer samenwerken. Ze moeten opnieuw zelf beslissingen nemen en enkele verantwoordelijkheden opnemen. Dit versterkt hun sociale vaardigheden en bevordert de integratie in hun directe omgeving. Op die manier wordt gewerkt naar het streefdoel: de integratie in de ruimere omgeving van het pension en op termijn de deelname van de bewoners aan het maatschappelijk leven.
Het Samenwerkingsprotocol dat gisteren werd ondertekend, kadert in het beleidsplan 2007-2012 van het OCMW Gent. Een van de pijlers daarvan is een verhoging van het aanbod aan kwalitatieve en betaalbare woningen voor kwetsbare groepen. Het Laatste Nieuws, 16/12/2008
In 2008 vierde De Baai haar tienjarig bestaan.
34
Kinderen, jongeren en studenten Het aantal jongeren dat het niet redt in de samenleving stijgt elk jaar. Ze vinden geen job of krijgen geen werkloosheidsuitkering omdat ze geen ervaring hebben of geen diploma op zak hebben. Evenmin kunnen ze rekenen op steun van vrienden en familie. Schaarste op de arbeidsmarkt gecombineerd met eventuele psychosociale en familiale problemen leiden ertoe dat het OCMW voor die jongeren het laatste vangnet in de samenleving betekent.
Jongeren en welzijn Dertig procent van alle leefloners is jonger dan 25 jaar. Het maandelijks gemiddelde aantal leefloonstudenten, 481 in totaal, is met liefst 73 procent gestegen ten opzichte van 2003. Jongeren kunnen voor alle soorten hulp net zoals iedereen in de verschillende welzijnsbureaus terecht. Maar het OCMW heeft ook nog een aparte dienst Jeugd, die zich richt tot welbepaalde jongeren. De dienst begeleidt minderjarigen en randgroepjongeren tot 25 jaar. Dit zijn jongeren die begeleid zelfstandig wonen in het kader van de bijzondere jeugdbijstand, jongeren met een recent plaatsingsverleden, randgroepjongeren die zelfstandig wonen en frequent verhuizen en minderjarigen die zelfstandig wonen.
Hulp aan studenten Studeren is de beste investering voor de toekomst. Wie een diploma op zak heeft, vindt makkelijker een goede job. En wie een goede job heeft, staat sterker in het leven. Maar deze investering kost geld. Eerst en vooral is er het inschrijvingsgeld dat moet worden betaald, zo om en beide 550 euro. Daarbij komt dan nog de prijs voor het studiemateriaal, dat aan de universiteit tussen 300 en 450 euro per academiejaar schommelt. Maar dat is nog niet alles. Kotstudenten betalen gemiddeld 240 euro per maand voor een kot, voor pendelstudenten worden bus- en treintickets alsmaar duurder. Studenten die zelf geen inkomen hebben en die niet door hun ouders financieel worden gesteund, kunnen bij het OCMW terecht voor een leefloon. Aan dat leefloon zijn welbepaalde voorwaarden verbonden, zoals het behalen van goede resultaten en verplichting tot één maand vakantiewerk. Op die manier krijgen ook die studenten kansen om hun talenten te ontwikkelen.
Kinderen, jongeren en studenten in cijfers - 30 procent van alle leefloners is jonger dan 25; - het OCMW keerde maandelijks gemiddeld aan 481 studenten een leefloon uit; - dat is 12 procent van het gemiddeld aantal leefloners per maand, dat 3.994 cliënten bedroeg; - gemiddeld kwamen er 60 kinderen per dag naar de vakantieopvang; - 42 kinderen van twaalf tot veertien jaar gingen in augustus mee op buitenlands kamp naar het Oostenrijkse Lechtal; - 99 kinderen van vijf tot en met elf jaar schreven zich in voor het zomerkamp in jeugdherberg De Fiertel te Ronse.
Maandelijks keerde het OCMW Gent gemiddeld 481 leeflonen uit aan studenten. Dat is een stijging van maar liefst 73 procent ten opzichte van 2003. In vergelijking met 2007 bleef de situatie eerder stabiel (+0,6 procent). In het schooljaar 2007-2008 telde Gent 46.000 studenten. Gemiddeld kreeg dus ongeveer één procent van hen een leefloon.
35
Op de laatste dag van de voetbalweek konden ouders en vrienden met eigen ogen zien hoe de Pagadders waren uitgegroeid tot volleerde topvoetballers.
Vakantiewerking De kinderen van ouders die een beroep doen op het OCMW vinden vaak de weg niet naar het bestaande jeugdwerk. Voor hen biedt de OCMW-vakantiewerking De Pagadder een alternatief. Tijdens de schoolvakanties organiseert de werking voor kinderen van drie tot vijftien jaar een vakantieopvang met allerlei spetterende activiteiten. En in de zomervakantie gaan de Pagadders naar jaarlijkse traditie op kamp. Ook kinderen van personeelsleden van OCMW Gent en AZ Jan Palfijn zijn op alle activiteiten welkom. In 2008 kwamen er gemiddeld 60 kinderen per dag naar de vakantieopvang. In afwachting van een nieuwbouw op het Henry Storyplein (zie hoofdstuk ‘Aankoop en beheer van eigendommen’) kreeg de Vakantiewerking een tijdelijk onderdak in scoutslokalen De Reiger in de Sneppebrugstraat 6, Gent.
Voetbalweek met KAA Gent De OCMW Gent Vakantiewerking en voetbalclub KAA Gent sloegen het voorbije jaar de handen in elkaar voor de organisatie van een uniek voetbalkamp. Het kamp richtte zich vooral naar die kinderen van de Vakantiewerking die gefascineerd zijn door voetbal, maar om één of andere reden niet bij een club zijn aangesloten. Veertig jongens en meisjes tussen tien en vijftien jaar beleefden de eerste week van augustus de tijd van hun leven. Niet alleen kregen de Pagadders de kans om in een gekregen professionele uitrusting op de grasmat van KAA Gent zelf een balletje te trappen, ze konden ook enkele van hun idolen in actie zien. Gunther Schepens verwelkomde hen op de eerste dag van het kamp, later woonden ze zelfs een training en wedstrijd van hun favoriete club bij. Hoogtepunt van het kamp was ongetwijfeld het bezoek aan het Koning Boudewijnstadion in Brussel. De voetbalweek was in de eerste plaats een onvergetelijke ervaring voor alle deelnemers. Toch was het alleen niet de bedoeling om zomaar een weekje voetbal te organiseren, maar een project met meerwaarde neer te zetten. Deze meerwaarde werd eerst en vooral gecreëerd door een professionele voetbalweek aan te bieden aan kinderen die normaal gezien de kans niet hebben om aan zoiets deel te nemen. Daarnaast werd het project ook als een mogelijkheid gezien om via de aantrekkingsfactor KAA Gent een beter contact met de ouders te verkrijgen.
36
Intergenerationele projecten Het OCMW wil mensen activeren in de samenleving, niet alleen op vlak van opleiding en werk, maar ook op sociaal vlak. Daarom bracht OCMW Gent het afgelopen jaar tijdens enkele projecten jongeren en senioren samen waarbij de twee generaties elkaars leefwereld wat beter leerden kennen. Deze zogeheten ‘intergenerationele’ projecten hebben als doel wederzijds respect en sociale samenhang tussen verschillende generaties te bevorderen.
“Sinds de start van het project heb ik hier een vriendin, Agneske. Ze is de oudste hier in Zonnebloem, ’t is zo’n lieve madam. Elke keer als ik naar hier kom, breng ik haar een bezoekje, soms komen er eens vrienden mee. Die mensen hier zijn allemaal zo lief. Later wil ik echt bejaardenverzorgster worden en wil ik mijn stage in Zonnebloem doen!” Stefanie, 14 jaar
Project ‘Tes maar voor te lachen’ – in Vlaanderen is het OCMW Gent een pionier op het vlak van intergenerationeel werken met als doel mensen te integreren in de maatschappij.
OCMW Gent stimuleert confrontaties tussen generaties Tijdens de zomer van 2008 startte de Vakantiewerking samen met sociaalartistiek platform Victoria Deluxe het intergenerationele project ‘Tes maar voor te lachen’ op in woonzorgcentrum Zonnebloem te Zwijnaarde. Een tiental jongeren van de Vakantiewerking en senioren van het woonzorgcentrum ontmoetten elkaar en deelden hun ervaringen over alle vormen van communicatie door de jaren heen, met als rode draad het thema ‘de lach’. Een verjaardagskaart via de computer sturen naar een vriend of een vlug sms’je naar je moeder, vroeger was het ondenkbaar. Communicatie is erg tijd- en plaatsgebonden. Werken rond dit thema gaf de kans een boeiende confrontatie en ontmoeting te creëren tussen de jongeren en senioren. Het werd een soort leefwereldonderzoek dat zich toespitste op hoe ‘gewone’ mensen doorheen de voorbije decennia anders zijn beginnen communiceren. Daarbij werd vooral aandacht besteed aan de rol van nieuwe communicatiemiddelen zoals radio, televisie, telefoon, gsm, webcam, mp3, internet… Op lachen staat geen leeftijd Tegenover de vluchtigheid van de huidige communicatiekanalen werd humor geplaatst, als een soort universeel communicatiemiddel tussen verschillende generaties. Op lachen staat namelijk geen ras, religie
of leeftijd. Toch kwam jong en oud ook tot de conclusie dat ze een ander gevoel voor humor hebben. Dat werd al snel duidelijk toen ze in groep allerlei komische fragmenten beluisterden en bekeken, zoals de burleske revues uit de jaren ’50 (bv. het volkstoneel van Romain Deconick), de cabaretiers uit de jaren ’70 (bv. Urbanus) en de hedendaagse pittige Britse humor (bv. Borat als fictieve Kazachse journalist). Hoogtepunt van het project was een tentoonstelling in WZC Zonnebloem op 24, 25 en 26 oktober 2008. De jongeren van de vakantiewerking loodsten talrijke bezoekers langsheen een bont parcours van audio- en videofragmenten, foto’s en toneelstukjes die het resultaat waren van de ontmoetingsmomenten. De avond werd afgesloten met een revue van foto’s, filmpjes, sketches en muziek. Door onze jongeren en senioren samen over communicatie te laten praten, met humor daarbij als een soort bindmiddel, leerden ze elkaars wereld een beetje beter kennen. De kinderen van de Vakantiewerking zochten graag de warmte en rust van onze senioren op. Ze kregen van hen de genegenheid die ze vaak missen omdat ze geen grootouders hebben of hen niet kennen. En de bewoners, die konden hun levenswijsheid doorgeven en vertelden maar al te graag over hun verleden om deze kinderen levenswijsheid bij te brengen.
37
Juridische hulp Het recht regelt de gehele maatschappij. De situaties waarbij juridische hulp zich opdringt, kunnen dan ook erg verscheiden en complex zijn. Een echtscheiding, een dagvaarding, een deurwaarder die je meubelen in beslag wil nemen, of een huurwoning waar het binnen regent. Om je rechten hier te laten gelden, moet je wel de regels kennen. Met juridisch advies sta je dan in ieder geval al een stuk verder. De Juridische Dienst van het OCMW verleent informatie en advies, bemiddelt en geeft begeleiding bij gerechtelijke procedures.
Informatie en advies Elke Gentenaar is bij het OCMW welkom voor juridisch advies en juridische bemiddeling tussen betrokken partijen. Wie rechtshulp wil, kan een bezoekje brengen aan de dienst zelf, of kan op de zitdag terecht in het welzijnsbureau in de buurt. In 2008 opende de Juridische Dienst 414 dossiers, tegenover 386 dossiers in 2007. Dit cijfer gaat enkel over rechtshulp die uitmondt in de aanleg van een dossier, omdat briefwisseling noodzakelijk was. Juridische bijstand in cijfers - er werden 414 dossiers voor rechtshulp aangemaakt; - de juristen schreven 6331 brieven naar cliënten; - de Juridische Diens volgde 143 gewone beroepszaken bij de Arbeidsrechtbank op; - 246 politieke vluchtelingendossiers hangende voor de Arbeidsrechtbank werden door de juristen opgevolgd; - de Juridische Dienst legde 7 klachten bij de Arbeidsauditeur neer; - 499 cliënten kregen een uitnodiging voor een hoorzitting.
Juridische ondersteuning Niet alleen cliënten doen een beroep op de Juridische Dienst. De juristen ondersteunen ook OCMW-medewerkers en staan hen bij waar mogelijk met hun kennis en expertise.
Lijnbewaking Alle sociale verslagen van maatschappelijk werkers en verslagen van de welzijnsbureaus worden door juristen nagelezen. Dat is vooral belangrijk in het kader van de ‘lijnbewaking’. Dit betekent dat elke aanvraag van een cliënt op dezelfde wijze wordt behandeld. Als een cliënt niet akkoord gaat met een beslissing van het OCMW kan de cliënt beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank. De Juridische Dienst volgt het dossier dan verder op. De maatschappelijk werker of het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst kunnen ook altijd een jurist contacteren als ze bij de behandeling van een dossier geconfronteerd worden met een juridisch probleem. Andere diensten zoals het Opleiding- en Tewerkstellingcentrum, de dienst Vreemdelingen en de dienst Ouderen- en Thuiszorg worden door een jurist ondersteund.
Activering Begin 2008 maakte de Juridische Dienst een jurist vrij om het proces van activering juridisch te begeleiden. Deze jurist is verbonden aan het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum en de cel Sociale Activering. Binnen het OTC nam de jurist deel aan het stafoverleg en gaf juridisch advies bij de opstart en uitwerking van projecten. Het OTC en de cel Sociale Activering onderhouden samenwerkingsverbanden met partners. De jurist ondersteunde de onderhandeling van deze samenwerking juridisch en werkte de samenwerkingsovereenkomst uit (bijvoorbeeld samenwerking OCMW Gent - vzw REGent).
38
Bijstand bij schulden Je financiën op een gezonde manier beheren, is niet altijd makkelijk. Zeker niet in tijden van financiële crisis. Voor veel mensen is rondkomen met het budget dan ook een moeilijke evenwichtsoefening. Eens er toch schulden zijn, dreigt een spiraal naar beneden waar weer moeilijk uit te klimmen is. Het OCMW Gent biedt schuldhulpverlening op maat die erop gericht is zo snel mogelijk tussenbeide te komen. Een kleine schuldenput is veel sneller weer gedempt. Natuurlijk wordt er ook voor cliënten met grote schulden naar gepaste oplossingen gezocht. De Juridische Dienst is het aanspreekpunt binnen het OCMW voor alles wat met schuldhulpverlening te maken heeft. Voor een nog betere ondersteuning organiseren de juristen van de helpdesk schuldbemiddeling zitdagen in de verschillende welzijnsbureaus waar ze dan advies aan cliënten en/of maatschappelijk werkers leveren. Schuldbemiddeling Bij schuldproblemen onderzoekt de maatschappelijk werker in eerste instantie de financiële situatie van de cliënt. Daarna wordt samen een haalbaar afbetalingsplan opge-
steld. De maatschappelijk werker bemiddelt daarbij met de schuldeiser. Als erkende schuldbemiddelaar betaalt het OCMW wel nooit zelf schulden af en leent geen geld. Budgetbeheer en –begeleiding De hulp die het OCMW biedt, gaat van een éénmalige bemiddeling voor een schuld, tot een intensieve begeleiding naar een gezonde portefeuille. Daarbij heeft de cliënt de keuze tussen budgetbegeleiding en budgetbeheer. Bij begeleiding blijft de cliënt zelf alle betalingen uitvoeren, terwijl bij budgetbeheer de maatschappelijk werker hiertoe een volmacht krijgt. De persoon met een schuld heeft dan natuurlijk wel nog voldoende inspraak. Collectieve schuldenregeling Als de schulden zo hoog zijn opgelopen dat er geen haalbaar afbetalingsplan mogelijk is, stuurt de maatschappelijk werker aan op een collectieve schuldenregeling. Dat is een regeling voor de rechtbank waarbij de inkomsten van de cliënt volledig worden beheerd door een schuldbemiddelaar. De schuldenregeling heeft als voordeel dat het leefgeld van de cliënt wordt verzekerd en dat schuldeisers geen extra stappen meer kunnen ondernemen.
Schuldhulp in cijfers
Volgens de cijfers van de Nationale Bank behandelt het OCMW Gent als schuldbemiddelaar 5,35 procent van alle dossiers collectieve schuldenregeling in het gerechtelijk arrondissement Gent.
- de helpdesk Schuldbemiddeling ontving 356 cliënten die een procedure collectieve schuldenregeling wilden opstarten of die naar informatie vroegen over de procedure; - in 98 dossiers stelde de helpdesk een verzoekschrift voor een collectieve schuldenregeling op en legde dit neer bij de rechtbank of gaf dit mee aan de cliënt. - 20 keer stelde de Arbeidsrechtbank het OCMW aan als schuldbemiddelaar; - op 31 december 2008 waren er 146 dossiers actief waarin het OCMW schuldbemiddelaar was; - 38 dossiers collectieve schuldbemiddeling werden afgesloten.
Maatschappelijk werkers van de welzijnsbureaus kunnen cliënten met grote schulden naar de Juridische Dienst doorverwijzen voor een collectieve schuldenregeling.
39
Energie en duurzaamheid Alle OCMW’s in Vlaanderen hebben de opdracht om begeleiding te bieden aan mensen met energieschulden. Daarnaast moeten ze financiële steun verlenen aan personen die problemen hebben om hun energiefacturen van water, elektriciteit en aardgas te betalen. Voor het OCMW Gent neemt de Energiecel deze verantwoordelijkheden op zich.
Financiële steun
Wat kost het? De steun voor energiekosten in 2008 bedroeg 662.353 euro, tegenover 576.366 euro in 2007. De stijging van 15 procent is vooral te verklaren door de stijging van het aantal toegekende stookoliepremies en het nieuwe initiatief waarbij OCMW Gent ook tussenkomt in stookoliefacturen.
Energie in cijfers - het OCMW nam bij 146 cliënten de energieschulden financieel ten laste; - dit voor een totaal bedrag van 227.486 euro (in 2007 was het totale bedrag 127.827 euro); - 25 financiële tussenkomsten voor energiezuinige maatregelen werden goedgekeurd; - de LAC Eandis behandelde 3.031 dossiers; - 83 cliënten werden voor een zitting van de LAC TMVW uitgenodigd, 30 cliënten waren ook aanwezig; - er waren 12.929 opladingen voor de budgetmeter in één van de negen oplaadpunten; - de Energiecel ontving 784 aanvragen voor de stookoliepremie; - 21 mensen deden een aanvraag voor een tussenkomst in brandstofkosten; - vzw REGent voerde 790 energiescans uit bij cliënten.
40
De Energiecel stuurde begin 2008 haar werking bij op twee niveaus van de financiële hulpverlening. Een eerste wijziging lag bij het financieel ten laste nemen van energieschulden. De aanvrager moet voortaan een verbintenis ondertekenen waarin hij zich ertoe verbindt zijn toekomstige energiefacturen op tijd te betalen en een actieve (langdurige) begeleiding van de Energiecel te aanvaarden. Daarbij streeft de Energiecel naar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de dienst en de cliënt. Na één jaar evalueerde de Energiecel deze vernieuwde werkwijze positief. Een tweede verandering was dat het OCMW in de toekomst financieel bijspringt wanneer een cliënt een energiebesparende maatregel neemt, zoals de aankoop van van een nieuwe energiezuinige koelkast. De financiële tussenkomst bedraagt maximum 500 euro en wordt gehaald uit het eigen OCMW-budget en uit het sociaal fonds voor gas en elektriciteit.
Lokale Adviescommissie Iedereen heeft recht op een minimale levering van water, gas en elektriciteit voor huishoudelijk gebruik. Daartoe is in iedere Vlaamse gemeente een Lokale Adviescommissie opgericht waarin afgevaardigden van het OCMW en de verschillende energieleveranciers samen zetelen. De energieleverancier kan enkel overgaan tot afsluiting van de voorziening nadat de Lokale Adviescommissie dit heeft geadviseerd. Het OCMW verdedigt in de commissie de belangen van de cliënt. Wanneer de energieleverancier de minimale levering van energie wil stoppen, voert de Energiecel een onafhankelijk sociaal en financieel onderzoek uit en doet huisbezoeken om uit te maken of de abonnee niet wil of niet kan betalen en of er hulp kan en moet geboden worden. Wie wordt afgesloten van elektriciteit zit niet noodzakelijk zonder stroom. Via de budgetmeter kan voor een bepaald bedrag nieuwe stroom opgeladen worden. Voor gas en water bestonden in 2008 nog geen budgetmeters.
Tussenkomst bij stookolie- en brandstofkosten In september 2008 sprak de Minister van Maatschappelijke Integratie opnieuw de OCMW’ s aan voor de toekenning van de federale verwarmingstoelage. Voor het OCMW Gent nam de Energiecel deze opdracht op zich. Huishoudens met een verhoogd recht op de ziekteverzekering, huishoudens met een laag inkomen en personen met een formele schuldenlast komen voor de stookoliepremie in aanmerking. Cliënten konden sinds 2008 voor hun aanvraag terecht bij twee maatschappelijk werkers die vaste zitdagen hielden in de welzijnsbureaus, buurtcentra en dienstencentra in Gent en randgemeenten. Deze nieuwe werkwijze bevorderde een gelijke aanpak voor iedereen en stimuleerde een inspanning van de aanvragers zelf. Ook de aanvraagprocedure voor de tussenkomst bij brandstofkosten wijzigde in 2008. De nieuwe werkwijze hield in dat we de kosten van duizend liter brandstof enkel overnamen als de cliënt zich zelf tot een verbintenis engageerde. Daarin verklaarde de cliënt dat hij de voorafbetalingen voor een volgende levering maandelijks correct zou uitvoeren. Als deze afspraak niet werd nageleefd, moest het overgenomen bedrag terugbetaald worden aan de Energiecel.
Samenwerking met vzw REGent Eind 2007 richtten Stad Gent, OCMW Gent en enkele andere partners vzw REGent op. Vzw REGent staat voor Rationeel Energie- en watergebruik in Gent. Deze stedelijke vzw wil de Gentenaars aansporen om het te doen met minder energie en water. Vzw REGent voert onder andere energiescans uit in Gentse woningen. In samenwerking met het project ‘Energiesnoeiers’ van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum lieten ook 790 OCMW-cliënten een energiescan uitvoeren.
Een spaardouchekop zorgt voor minder waterverbruik omdat het water beter wordt verneveld.
Sinds 2008 houden maatschappelijk werkers zitdagen in de welzijnsbureaus om cliënten uitleg te geven over energiepremies.
41
OCMW Gent laat energiesnoeiers op de Gentenaar los De stad Gent stelde zich begin 2008 als doel in twee jaar tijd 2.235 Gentse huizen door te lichten op zuinig energiegebruik. Daartoe werd de vzw REGent opgericht, een team van mensen dat gratis energiescans in huizen uitvoert met als bedoeling het energie- en waterverbruik van de Gentenaars naar beneden te krijgen. De nadruk ligt daarbij op mensen die het minder breed hebben. OCMW Gent is actief betrokken bij het project. Hoe ziet de samenwerking tussen REGent en OCMW Gent er concreet uit? Rudi Popelier, hoofdmaatschappelijk werker OTC: We hebben binnen het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) een vijftal mensen opgeleid tot energiesnoeier. Een snoeier is iemand die samen op pad gaat met een scanner van REGent om woningen te controleren op energieverbruik. De scanner onderwerpt de woning aan een onderzoek, kijkt welke maatregelen de bewoner kan nemen om zuiniger te leven, zoals dubbele beglazing, isolatie… Tenslotte schrijft hij een rapport met aanbevelingen. De energiesnoeier gaat intussen aan de slag met een gratis pakket van Eandis. Hij plaatst spaarlampen, hangt radiatorfolie en installeert een spaardouchekop. Op die manier wordt de energie- en waterfactuur al gedrukt door een paar kleine handelingen. Wie kan een scan laten uitvoeren? Rudi: In principe kan iedereen een aanvraag doen bij REGent. Maar OCMW-cliënten en senioren krijgen toch voorrang. Zij wonen vaak in huizen die niet zijn aangepast om energie te besparen. Enkele praktische tips en wat kleine aanpassingen kunnen voor hen al een heel
42
verschil uitmaken. Ook andere Gentenaars kunnen een gratis energiescan aanvragen. Zij komen wel eerst terecht op een wachtlijst. Hoe bereiken jullie de specifieke doelgroep van cliënten en senioren? Rudi: De aanvragen komen van alle kanten. Soms is het de wijkwerker die REGent contacteert in naam van de cliënt. Ook cliënten zelf dienen aanvragen in. Er is heel wat mond-aan-mond reclame. En REGent verspreidt heel wat informatie via folders en brochures, organiseert infomomenten en is aanwezig op buurtfeesten. Een woning energievriendelijk maken is niet goedkoop. Kunnen cliënten die kosten wel maken? Rudi: Eerst en vooral, iedereen is vrij het advies van de energiescanner naast zich neer te leggen. Maar een paar kleine aanpassingen, die niet noodzakelijk duur hoeven te zijn, kunnen op termijn toch al veel besparen. Bovendien hebben OCMW-cliënten – naast Vlaamse en provinciale steunmaatregelen – ook mogelijks recht op twee vormen van lokale subsidiëring. Als de cliënt isolerende maatregelen neemt, dan komt REGent voor een maximum bedrag van 500 euro tussen. Of de cliënt kan nieuwe apparaten kopen, zoals een energievriendelijke diepvriezer of een nieuwe verwarmingsketel. In dat geval kan hij tot 500 euro terugkrijgen van het OCMW.
In Gent is er een grote nood aan energiebesparende ingrepen: 42 procent van de huizen heeft geen dakisolatie en 36 procent heeft geen dubbel glas. Het Nieuwsblad, 26/01/2008
Duurzaamheid binnen het OCMW Op een verantwoorde manier met energie omspringen is natuurlijk niet alleen zaak van de Gentenaar. Het OCMW verbindt zich ertoe zelf het goede voorbeeld te geven en te streven naar een duurzaam beleid. Daarom werd een werkgroep Duurzaamheid opgericht die vertegenwoordigers van alle diensten bevat. De cel Kwaliteit is coördinator. De OCMW-diensten kunnen zelf, in overleg met de werkgroep Duurzaamheid, acties rond duurzaamheid uitwerken. De dienst Aankoop en Logistiek voegt sinds 2008 in elk bestek een artikel toe waarin gevraagd wordt het verpakkingsafval te beperken wanneer producten worden verstuurd. Ook werd er een bestek voor de aankoop van fairtradeproducten opgesteld en toegewezen. Tenslotte koopt Aankoop en Logistiek in samenwerking met Stad Gent 100 procent groene energie aan voor de gebouwen waarin de diensten zijn gehuisvest.
Naast de coördinerende functie heeft de cel Kwaliteit ook de taak alle personeelsleden te sensibiliseren rond het thema duurzaamheid. Zo speelde Kwaliteit een voortrekkersrol bij de eerste deelname van het OCMW Gent aan de ‘Dikke Truiendag’, een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap rond klimaatsverandering. Het idee is dat iedereen door een aantal eenvoudige acties energie kan besparen. De cel Kwaliteit moedigde alle OCMW-diensten aan om naast de basisactie ‘1 graad minder’ zelf ook nog creatieve acties te bedenken. Met succes, want het personeel bedacht de meest uiteenlopende initiatieven: er werd kervelsoep uitgedeeld, lichten werden gedoofd, de medewerkers van Facility Management speelden het Grote Energiespel, en om het helemaal warm te krijgen werd zelfs een grote lachsessie georganiseerd.
Dikke Truiendag 2008 – “Hop die trap op!” Wie de trap nam in plaats van de lift kreeg daarvoor een lekkere beloning.
43
Psychologische hulp Financiële problemen kloppen vaak niet alleen aan de deur. Ze brengen meestal allerlei problemen van andere aard met zich mee, zoals verslaving, fysieke en psychische problemen. Een kluwen dus, dat maar moeilijk ontrafeld wordt. Mensen in armoede hebben vaak een gecompliceerd verhaal, waarbij armoede zowel oorzaak als gevolg is van psychische problemen. Beide werken op elkaar in en zorgen voor een negatieve spiraal, de afgrond in. Elke dag opnieuw de eindjes aan elkaar moeten knopen, is een zware opdracht. Dan kan het snel eens teveel worden. Bovendien heersen er in de maatschappij veel vooroordelen over armoede. Dat maakt de behoefte aan een luisterend oor dat niet veroordeelt extra groot. De psychologen van de Psychologische Dienst luisteren niet alleen. Ze werken ook nauw samen met de maatschappelijk werkers op zoek naar oplossingen voor al wie een psychologisch of opvoedkundig probleem heeft.
Psychologische hulp in cijfers - de psychologen begeleidden actief 581 cliënten, dat zijn er 116 meer dan in 2007; - 21 procent van hen had een depressieve stoornis, 10 procent had een gekend verslavingsprobleem; - de psychologen hielden 1456 gesprekken met cliënten van minstens één uur; - Integrale Gezinsbegeleiding verleende hulp aan 106 Gentse gezinnen, zes meer dan in 2007; - opvoedingsondersteuning was met 35 procent de meest voorkomende vraag; - bij het contact met cliënten ging 39 procent van de tijd naar bureelgesprekken, 35 procent werd besteed aan huisbezoeken; - project Perspectief volgde 90 (ex) druggebruikers actief op, waarvan meer dan de helft een job vond of in een traject naar werk terecht kwam.
Psychologen en maatschappelijk werkers zoeken samen naar oplossingen voor cliënten met psychologische problemen.
44
Samen naar een oplossing De OCMW-psychologen staan altijd in contact met andere diensten en ondersteunen waar mogelijk. Ze werken nauw samen met de maatschappelijk werkers uit de welzijnsbureaus of themadiensten, die de cliënten doorverwijzen. Vooral bij het activeren van cliënten spelen de psychologen een belangrijke rol. Ze kunnen een (onderliggende) problematiek in kaart brengen die het sociaal isolement van de cliënt verklaart. Daarna pakken ze de problemen aan en zoeken mee naar de best passende sociale of professionele activering. Psychologische problemen zijn vaak heel ingewikkeld. Bij één op drie van de cliënten werkt de Psychologische Dienst samen met externe diensten, zoals huisartsen, psychiaters en wijkgezondheidscentra. Op die manier wordt verzekerd dat de cliënt een aangepaste en omvattende hulpverlening krijgt.
Integrale Gezinsbegeleiding In sommige gezinnen met kinderen spelen meerdere problemen tegelijk. Deze problemen kunnen van financiële aard of opvoedkundige aard zijn of hebben te maken met huisvesting of gezondheid. Hierdoor is er geen rust of structuur binnen het gezin en krijgen gezinsleden het gevoel dat ze geen greep hebben op hun eigen leven.
Door middel van een intensieve en specifieke begeleiding helpt Integrale Gezinsbegeleiding de meest kwetsbare Gentse gezinnen met problemen op verschillende levensdomeinen. In totaal zijn er acht maatschappelijk werkers aan Integrale Gezinsbegeleiding verbonden. Ze worden aangestuurd en ondersteund door twee psychologen.
Sinds enkele jaren kent gezinsbegeleiding een gestage groei binnen de hulpverlening gericht op kinderen in noodsituaties. Deze hulpverlening benadrukt het belang om de mens, met in het bijzonder het kind, als een deel van het gezin te zien. Dat is ook de visie van Integrale Gezinsbegeleiding, een werking binnen de Psychologische Dienst.
45
Methodische cellen voor unieke, diepgaande dienstverlening Sinds 2008 zijn Integrale Gezinsbegeleiding, project Perspectief en de dienst Jeugd ondergebracht in drie Methodische cellen. De cellen bundelen gespecialiseerde hulpverlening voor multiprobleemgezinnen, (ex-)drugverslaafden en randgroepjongeren. Ze hebben als doel intensief met de cliënten samen te werken en problemen in de wortel aan te pakken. De maatschappelijk werkers binnen de cellen werken decentraal, dicht bij de cliënten, maar worden centraal aangestuurd en ondersteund. Sandra Verhauwert, psychologe, stuurt de Methodische cel Integrale Gezinsbegeleiding aan. Hoe zijn de Methodische cellen tot stand gekomen? Sandra: Het was een bewuste beslissing van het Bestuur om de hulpverlening rond randgroepjongeren, multiprobleemgezinnen en drugs binnen het OCMW dieper uit te werken. Zowel inhoudelijk als structureel krijgen de drie cellen op een gelijkaardige manier vorm, al behouden ze natuurlijk wel hun eigen nuances. Wat betreft de inhoud gaat het vooral om gespecialiseerde kennis en handelingskaders. De betrokken maatschappelijk werkers krijgen hiervoor inhoudelijke aansturing vanuit de cel en inhoudelijke ondersteuning van collega-specialisten. De structurele kant draait vooral om de organisatorische regels die zijn vastgelegd, zoals vaste overlegmomenten met collega’s, opname- en afsluitingscriteria… Wat is de invloed van dit alles op de interne werking? Sandra: Er is gekozen voor een decentrale werking met een centrale sturing. Concreet betekent dit dat de welzijnsbureaus een beroep kunnen doen op extra opgeleid personeel. Alles draait rond horizontale communicatie. De Methodische cellen zijn een niet-hiërarchisch gegeven binnen een hiërarchische OCMW-structuur.
46
De Methodische cellen bieden ook vooral een houvast. Omdat inhoudelijk en structureel veel zaken zijn vastgelegd, hebben medewerkers criteria waar ze kunnen op terugvallen. Ze zorgen voor een structuur voor alle medewerkers die een duidelijke en uniforme dienstverlening garandeert. Op welke manier hebben de cliënten baat bij deze nieuwe structuur? Sandra: Eerst en vooral krijgen de cliënten, die vanuit het wijkwerk worden doorverwezen, in de Methodische cellen te maken met hulpverleners die inhoudelijk gespecialiseerd zijn in een bepaalde problematiek. Een hulpverlener die kennis en ervaring uitstraalt, geeft cliënten vaak vlugger vertrouwen. Zo krijgen maatschappelijk werkers binnen Integrale Gezinsbegeleiding de kans een tweejarige opleiding gezinsbegeleiding te volgen, zodat ze methodisch sterker staan en inhoudelijke diepgang kunnen bieden. Ook voor Perspectief en de cel Randgroepjongeren zorgen we voor passende vormingen. Bovendien hebben de medewerkers van de Methodische cellen meer tijd en ruimte om met cliënten samen te werken. Een intensieve begeleiding komt de cliënten natuurlijk ten goede. Ook stimuleren de Methodische cellen kennis- en methodiekoverdracht. Niet alleen binnen de cel(len) zelf, maar ook over de cellen heen naar andere ploegen en diensten toe. Zo kunnen alle maatschappelijke werkers bijleren en hebben op termijn zelfs alle OCMW-cliënten baat bij de nieuwe werking.
Perspectief Druggebruikers worden meestal aangesproken op hun druggebruik. Alles staat in het teken van het drugprobleem. Eerst dat zien kwijt te geraken, daarna volgt de rest. Niet zo bij OCMW Gent. Project Perspectief integreert mensen met een (ex-)drugprobleem in de maatschappij via een traject naar werk. Het unieke project vertrekt dus niet vanuit het probleem van de cliënt, maar vanuit zijn mogelijkheden, om zo dat probleem aan te pakken. Perspectief is een samenwerking van het OCMW en De Sleutel, een organisatie gespecialiseerd in drughulpverlening.
In 2008 engageerden 14 maatschappelijk werkers zich halftijds voor Perspectief, tien wijkwerkers en vier trajectbegeleiders naar werk. Ze trachten via observatie een zo grondig mogelijk beeld van de cliënt te verkrijgen op alle levensdomeinen. Daarbij brengen ze de vaardigheden en interesses op vlak van werk zo goed mogelijk in kaart. Via individuele begeleiding wordt dan naar een passende job toe gewerkt.
47
Cultuur, sport en vrije tijd Het OCMW Gent heeft als taak het welzijn van alle Gentse burgers te verzekeren. Een gevarieerd aanbod aan cultuur en ontspanning kan daarbij niet ontbreken. Een beetje vrije tijd is namelijk iets waar iedereen recht op heeft, ongeacht afkomst of financiële situatie. Kansarmen hebben maar moeilijk toegang tot cultuur. Een avondje naar de film of zich inschrijven bij een voetbalclub kunnen een dure zaak zijn. Sommige cliënten hebben zelfs angst om aan sociale activiteit deel te nemen uit schaamte voor hun situatie. Nochtans zijn het die mensen die het meeste nood hebben aan een pauze om eens alle problemen even te vergeten. Vrije tijd in cijfers 1.136 gezinnen kregen een financiële tussenkomst om te kunnen deelnemen aan een socioculturele activiteit. In totaal maakte het OCMW Gent daarvoor 155.778 euro vrij.
Het OCMW Gent wil de drempel naar cultuur en vrije tijd verlagen voor gezinnen die het minder breed hebben. Dat werkt aan twee kanten. Cultuur verzet de zinnen, maar draagt ook bij tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie.
Financiële ondersteuning Lid zijn van een sportclub of een andere vereniging bevordert de ontwikkeling, vermijdt uitsluiting en stimuleert integratie. Dit geldt in het bijzonder voor kansarmen. Daarom kunnen cliënten en hun gezinsleden bij het OCMW Gent een financiële tussenkomst krijgen voor activiteiten die de socioculturele participatie versterken. Het OCMW betaalt 90 procent terug van het lidgeld van een culturele- of sportvereniging, het inschrijvingsgeld voor een jeugdbeweging, een kunstacademie, een pcof andere vrijetijdscursus, het toegangsgeld voor een toneelvoorstelling, een bioscoopuitstap…
48
Cultuur aan één euro
Netwerk Vrijetijdsparticipatie
Verschillende socioculturele organisaties bieden het OCMW Gent gratis tickets aan voor voorstellingen of evenementen. De cel Communicatie beheert dit aanbod en maakt het via folders, brochures of mailings bekend aan OCMW-cliënten, die zich inschreven in een zogenaamde ‘evenementendatabase’. Wie geïnteresseerd is, kan een ticketje kopen voor de symbolische prijs van één euro.
In 2008 startten de stad Gent, OCMW Gent en andere Gentse sociale organisaties het Netwerk Vrijetijdsparticipatie Gent op. Dit Netwerk Vrijetijdsparticipatie werd opgericht met als doel:
In totaal verspreidde de cel Communicatie 2.035 tickets aan één euro voor zestien uiteenlopende evenementen, zoals ‘Een avond met Wim Soutaer’, het Festival van Vlaanderen, de musical Annie en de Harlem Globetrotters.
• Lokale afstemming en samenwerking tussen alle betrokken partners. Inspraak, communicatie en bemiddeling op maat van mensen in armoede. Invoeren van een kortingsysteem in Gent om de vrijetijdsparticipatie te verhogen.
• •
49
Digitale Kloof Bepaalde bevolkingsgroepen zijn niet of minder vertrouwd met de nieuwe technologische informatie- en communicatiemiddelen. Vooral mensen met een laag inkomen, werklozen, senioren, mensen van allochtone afkomst en mensen met een handicap dreigen achterop te geraken. Daarom startten de stad Gent, het OCMW en hun ICT-partner het programma ‘Digitale Kloof’. Dit programma wil de digitale informatie- en communicatiemiddelen toegankelijker en bekender maken bij deze specifieke doelgroepen.
Het project ‘De Digitale Brug’ leert senioren met nieuwe communicatiemiddelen omgaan.
Leo Demuynck (92) zette zijn eerste stapjes op internet en kreeg daarbij hulp van onder meer Dana, haar zus Rani en enkele opvoedsters. “Het is de eerste keer dat ik op een computer werk. Ik wil vooral mails leren sturen, want mijn zoon woont in Spanje en zo kan ik gemakkelijker contact houden.” Getuigenis over de Digitale Brug in Het Nieuwsblad, 21/03/2008
Senioren en jongeren internetten samen in de Digitale Brug In 2008 kregen woonzorgcentra Het Heiveld en De Vijvers elk een eigen cyberruimte met computers. Het initiatief kreeg de naam ‘de Digitale Brug’, verwijzend naar de digitale kloof die de senioren moeten overbruggen. Intussen kent de digitale wereld geen geheimen meer voor de senioren, die niet meer van de computer weg te slaan zijn. Brug tussen generaties Met het project wordt echter niet alleen de digitale kloof overbrugd. Naast de bewoners, hun familie en bezoekers, krijgen namelijk ook de kinderen van de Vakantiewerking toegang tot de computers. Zij mogen naar hartenlust chatten of e-mails versturen, in ruil helpen ze de senioren een handje die nog niet zo vlot met de pc’s overweg kunnen. Twee vliegen in één klap dus: senioren hebben soms wel het geld voor maar niet de kennis van computers, en jongeren hebben soms wel de kennis maar niet het geld. Op deze manier slaat het project ook figuurlijk een brug tussen generaties.
50
De vakantiewerking van het OCMW – De Pagadder organiseert intussen volop activiteiten in beide woonzorgcentra om jonge kinderen met de computer te leren werken. De kinderen en jongeren mogen er hun huiswerk komen maken of leren er werken met de computer. Digitale week Het project De Digitale Brug kaderde binnen de Digitale Week. Het OCMW Gent en de Stad Gent binden tijdens deze week de strijd aan tegen de digitale kloof. In 2008 werden er in heel Gent 23 activiteiten aangeboden waarin iedereen zijn gading kon vinden. Zo werden er bijvoorbeeld oefensessies georganiseerd in de surfhoeken die geïnstalleerd werden in de lokale dienstencentra van OCMW Gent.
Aandacht voor andere culturen De grootstad Gent is met meer dan 239.000 inwoners een smeltkroes van culturen. Het is dan ook geen wonder dat medewerkers van het OCMW Gent dagelijks de hele wereld over de vloer krijgen. Werken voor cliënten uit andere culturen vraagt echter een andere eigen aanpak. Medewerkers moeten zich bewust worden van de eigen culturele bril en leren omgaan met andere normen en waarden. Bovendien vinden cliënten uit andere culturen, onder andere door cultuurverschillen, de weg naar het OCMW moeilijker. OCMW Gent neemt initiatieven die het inzicht in en respect voor andere culturele achtergronden en omstandigheden stimuleren. Op die manier kunnen mensen van allerlei verschillende afkomst genieten van een aangepaste en laagdrempelige hulp- en dienstverlening.
Interculturalisering OCMW-medewerkers en cliënten moeten nauw samenwerken. Deze samenwerking dreigt echter in het water te vallen als er tussen hen een cultuurkloof én een taalbarrière ligt. Een goede dialoog is noodzakelijk voor efficiënte dienstverlening. Alle maatschappelijk werkers kunnen altijd een beroep doen op acht intercultureel medewerkers van de dienst Interculturalisering. Zij vervullen een brugfunctie in de hulpverlening aan cliënten van Turkse afkomst (5 medewerkers) en Maghrebijnse, Slavische en Slovaakse & Tsjechische afkomst (telkens 1 medewerker). In eerste instantie bestaat hun opdracht uit tolken en culturele duiding geven. De interculturele medewerker voelt in de interactie met de allochtone cliënt vlugger 'de niet uitgesproken zijde' van een verhaal aan en plaatst bepaalde misverstanden beter in hun context.
51
Culturele diversiteit in de kijker op antidiscriminatiedag Op 21 maart 2008 nam heel het OCMW voor de tweede keer deel aan de anti-discriminatiedag. Het personeel zette allerlei acties op touw om alle Gentenaren aan te tonen dat het OCMW er voor iedereen is en aandacht heeft voor de culturele diversiteit tussen mensen. Tolerantie en verscheidenheid is het voedsel OCMW Gent heeft cliënten van allerlei verschillende afkomst. Maar ook binnen de organisatie is diversiteit geen loos woord. In het OCMW werken mensen van 41 verschillende nationaliteiten uit 59 verschillende landen. Tal van projecten en werkingen werden opgestart om personeelsleden met culturele verschillen te leren omgaan, op de werkvloer en tijdens de dienstverlening.
Nieuwe aanpak voor activering van EU-burgers Op 1 januari 2007 traden Bulgarije en Roemenië toe tot de Europese Unie. Drie jaar daarvoor had de EU al haar grenzen geopend voor tien nieuwe lidstaten. Dat stelde het OCMW Gent voor nieuwe uitdagingen. Veel nieuwe EU-burgers emigreerden naar ons land in de hoop hier werk te vinden. Intenties vertalen zich echter niet altijd in resultaten. Niet voldoende kennis van de Nederlandse taal, een laag opleidingsniveau en een tekort aan werkervaring belemmeren de toegang van deze nieuwe groep mensen tot de arbeidsmarkt. Hun positie in de samenleving is te zwak om op eigen kracht loontrekkend of zelfstandig te werken.
52
De anti-discriminatiedag was de ideale gelegenheid om al deze initiatieven extra in de kijker te stellen. Wachtruimtes van de verschillende welzijnsbureaus werden opgefleurd met wereldmuziek, affiches en etnisch snoepgoed zoals pindanoten, Turks fruit en zonnebloempitten. Bij dit snoepgoed zat ook een tekstje met een doordenkertje. Werknemers kregen de kans om zelf een originele slagzin te bedenken die de idee van de anti-discriminatiedag het best weergaf. Als winnende slogan kwam uit de bus ‘Tolerantie en verscheidenheid is het voedsel... Onze maatschappij is in hongersnood’, gevolgd door 'Anders? – aardig, gelijkwaardig!'
In juli 2008 startte de themawerking Vreemdelingen een nieuwe werking voor nieuwe EU-burgers die beschikken over een permanent verblijfsrecht in ons land en in Gent wonen. Het recht op steun wordt gekoppeld aan de voorwaarde om in een activeringstraject te stappen. Dit traject omvat onder andere het bijwonen van groepsbijeenkomsten, het volgen van Nederlandse taallessen, lessen maatschappelijke oriëntatie en beroepsopleidingen. Primair doel van dit initiatief is het bevorderen persoonlijke integratie en activering, met uiteindelijk inschakeling in de arbeidsmarkt.
De medewerkers van de themawerking Vreemdelingen staan niet alleen. Ze krijgen ondersteuning van de acht intercultureel medewerkers bij het tolken en het organiseren van de groepsbijeenkomsten. Het Opleidingen Tewerkstellingscentrum (OTC) wordt betrokken bij het opzetten van het activeringstraject.
• In de periode 1 juli 2008 – 31 december 2008 tekenden 206 personen in
op het activeringstraject. De grootste groep waren Slovaken, gevolgd door Bulgaren en een klein aantal Tsjechen.
Dringende medische hulp aan illegalen Het recht op gezondheidszorg is een basisrecht voor iedereen. Het is de opdracht van alle OCMW’s om dringende medische hulp te verzekeren voor mensen zonder wettig verblijf. Elke aanvraag voor dringende medische hulp wordt opgevolgd door een sociaal-financieel onderzoek. Maatschappelijk werkers van de themawerking Gezondheidszorg nemen deze taak op zich. Mensen zonder wettelijk verblijf die voldoen aan de voorwaarden krijgen een medische kaart waarmee zij voor medische zorgen terecht kunnen bij de Gentse zorgverstrekkers. Het OCMW neemt de kosten op zich.
Wat kost het? In 2008 waren er ongeveer 2000 aanvragen voor een medische kaart. Iets meer dan de helft van het aantal aanvragen (51 procent) werd goedgekeurd. OCMW Gent nam de kosten op zich voor dringende medische hulp aan illegalen voor een totaalbedrag van 1.819.451 euro.
53
2 wie we zijn
Hoe kunnen wij u helpen? In elke stad of gemeente vind je een OCMW, of voluit een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Wat de taak van het OCMW Gent is, verraadt de naam zelf: het welzijn van alle Gentenaren verzekeren. Iedereen ongeacht huidskleur, religie of stand, heeft namelijk recht op een goede huisvesting, gezondheidszorg of voldoende financiële middelen, kortom een menswaardig bestaan. Het OCMW Gent heeft een heel ruime waaier van specifieke dienstverlening die op locaties verspreid over het gehele Gentse grondgebied wordt aangeboden. Doel is zo dicht mogelijk bij de Gentenaar te staan. Alle OCMW-medewerkers spelen daarbij een sleutelrol. Zij zijn het die zich steeds opnieuw inzetten voor advies en hulpverlening op vlak van wonen, opleiding, werk, administratie, opvoeding en ouder worden. Een langdurig werkloze die via het OCMW een job vindt, een dakloze die een sociale woning krijgt toegewezen of een senior die dankzij ergotherapeutisch advies langer zelfstandig thuis kan wonen. Alle drie zijn ze door een OCMW-medewerker op weg geholpen. En alles begon met één vraag, die centraal staat in de dienstverlening, ‘Hoe kunnen wij u helpen?’.
Informatie in cijfers: - het centraal onthaal hielp 2.613 personen verder op weg; - het onthaal beantwoordde 2 467 telefoontjes, e-mails en brieven; - het OCMW ontving 98.540 brieven; - 39.096 brieven werden in naam van het OCMW verstuurd, waarvan 22.719 aangetekend.
55
De vergaderingen van de raad zijn openbaar. Dit betekent dat iedereen altijd welkom is om eens een kijkje te komen nemen. Enkel persoonsgebonden dossiers worden, omwille van privacyredenen, achter gesloten deuren besproken.
Bestuur Het OCMW van Gent wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn die bestaat uit 15 raadsleden. Ze zijn verkozen door de gemeenteraad en vertegenwoordigen een politieke fractie. De Raad stippelt het beleid uit dat het OCMW in de volgende jaren zal volgen en neemt alle grote beslissingen in verband met de werking. Aan het hoofd staat de voorzitter die de maandelijkse OCMW-Raad leidt en de raadsleden bijeen kan roepen wanneer hij dat nodig vindt. In 2008 kwam de Raad veertien keer samen.
Geert VERSNICK
Open VLD
Voorzitter
Guy REYNEBEAU
SP.A
Lid Ondervoorzitter Vast Bureau
Paul PATAER
Groen!
Lid
Chantal SYSMANS
CD&V
Lid
Anna INGHELRAM
Vlaams Belang
Lid
Erwin LAMPAERT
SP.A
Lid
Anne BOTTEQUIN
Open VLD
Lid
Dirk HOLEMANS
Groen!
Lid
Ingrid VANDAELE
SP.A
Lid
Christian BAUWENS
Vlaams Belang
Lid
N-VA
Lid
in december vervangen door
Open VLD
Lid
Jurgen BOCKSTAELE
SP.A
Lid
Cedric VERSCHOOTEN
Spirit
Lid
Aline MAES
SP.A
Lid
Elke SLEURS
in november vervangen door
Jeroen LEMAITRE Carl DE DECKER
Kaan OSMANAGAOGLU
56
Om de dagelijkse werking van het OCMW te bevorderen, heeft de Raad voor Maatschappelijk Welzijn uit haar midden het Vast Bureau opgericht, dat wekelijks samen komt. Naast de bevoegdheid om te beslissen over zaken van dagelijks bestuur heeft het Vast Bureau vooral ook een adviesfunctie naar de OCMW-Raad toe. Daarnaast richtte de Raad van het OCMW ook enkele Bijzondere Comités op waaraan ze duidelijke bevoegdheden toekent:
• Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst • Bijzonder Comité voor Campus Het Heiveld • Bijzonder Comité voor Campus De Vijvers • Bijzonder Comité voor Campus Zonnebloem • Bijzonder Comité voor Campus De Liberteyt • Bijzonder Comité Lokale Dienstencentra en Serviceflats • Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten • Bijzonder Comité Woonbeleid • Budgetcommissie
Automatisering van de besluitvorming In 2008 werd van start gegaan met het project E-Besluitvorming. Opzet van het project is tot een gebruiksvriendelijke toepassing te komen die ervoor zorgt dat de verschillende stappen in het besluitvormingsproces automatisch worden uitgevoerd, en niet langer manueel. Wanneer de Raad of het Vast Bureau van het OCMW een besluit goedkeuren, is daar al een lange procedure aan vooraf gegaan. Nota’s moeten worden aangemaakt en nagezien, agenda’s moeten worden samengesteld. Na de zittingen moeten de besluiten worden gepubliceerd en opgevolgd. Dit proces gebeurt momenteel nog voor een groot deel handmatig. De nota’s en agenda’s voor het Vast Bureau en de Raad worden bijvoorbeeld nog manueel opgemaakt door middel van ‘knippen en plakken’. Zo werken is arbeidsintensief en kan bovendien leiden tot fouten. Met het project E-Besluitvorming zal het volledige besluitvormingsproces geïnformatiseerd worden. Wanneer bijvoorbeeld iemand in het systeem een nota opmaakt, wordt die automatisch op de agenda geplaatst. Nota’s zullen ook via een vast sjabloon moeten worden aangemaakt, wat de uniformiteit en de leesbaarheid bevordert. Tenslotte heeft werken vanuit digitale documenten het voordeel dat deze documenten in de verschillende fases van het proces niet langer moeten worden uitgeprint. Dat heeft natuurlijk een grote invloed op het papierverbruik.
Wat kost het? De Stad Gent draagt 41.369.957 euro bij tot de kosten van het OCMW. De Stad Gent telt 239.905 inwoners. Dat betekent dat het stadsbestuur per Gentenaar jaarlijks 172 euro bijdraagt tot de werking van het OCMW.
57
OCMW Gent ziet secretaris op pensioen vertrekken Eric Wauters, secretaris van OCMW Gent, ging op 1 september 2008 op pensioen. Hij was ruim 35 jaar OCMW-secretaris. Zijn loopbaan begon in de periode dat de OCMW’s nog COO’s waren, Commissies van Openbare Onderstand. We blikken terug op wat deze secretaris verwezenlijkt heeft in Gent en tot ver daarbuiten. Is de taak van een secretaris in een groot OCMW te vergelijken met wat een secretaris in een OCMW in een kleinere gemeente moet doen? Eric Wauters: Ik ben mijn loopbaan begonnen als toenmalig COO-secretaris van Wondelgem op 1 mei 1973. Ik was toen 24 jaar, pas getrouwd en woonde in Wondelgem (10.000 inwoners). Gedurende vier jaar heb ik daar veel geleerd op operationeel vlak. Ik werd er ondergedompeld in alle denkbare COO-materies: van bestaansminimumwet, naar het beheer van een rustoord tot de planning van een nieuwe rusthuisvleugel. Ik heb dan ook veel respect voor de collega’s van zogenaamd ‘kleinere’ OCMW’s. Zij moeten op het vlak van OCMWbeheer zo ongeveer alles kennen en kunnen. De rol van een secretaris is mijns inziens in elk OCMW intrinsiek dezelfde, met dit verschil dat in een klein OCMW de secretaris meer de handen vol heeft met operationele taken. In een groter OCMW moet men meer beleidsmatig en beleidsvoorbereidend functioneren. U bleef niet enkel actief op het Gentse terrein, u speelde bijvoorbeeld ook een prominente rol in de Verenging van Vlaamse OCMW-secretarissen. U hebt ook daar een steen verlegd op aarde. Eric: Ik was al vrij snel in mijn loopbaan actief in de sector. Al voor de fusies van de gemeenten in 1977 was ik lid van de provinciale federatie van COO-secretarissen van Oost-Vlaanderen. Het was de tijd van het Nationaal Verbond. Onder impuls van een aantal van mijn collega’s uit die tijd streefden we naar de regionalisering van het Nationaal Verbond. Dit resulteerde in 1985 in de oprichting van de Vlaamse Gewestelijke Sectie. Het eerste Vlaamse congres ging door in Gent in 1986. Kort nadien werd het vaktijdschrift OCMW-Visies boven de doopvont gehouden. Van 1985 tot 1988 was ik er ondervoorzitter. Eind 1988 nam ik de fakkel over van de toenmalige voorzitter en op het Vlaams Congres van 1994 in Hasselt werd de VVOS – de Vereniging van Vlaamse OCMW-secretarissen – als een volwaardige vereniging opgericht. Ik bleef tot september 2004 voorzitter van de VVOS en werd opgevolgd door Luc Kupers, toenmalig secretaris van OCMW Hasselt en vandaag mijn opvolger als secretaris in OCMW Gent.
Eric Wauters was ruim 35 jaar lang OCMW-secretaris.
58
Wat bestempelt u zelf als de belangrijkste verwezenlijking tijdens uw loopbaan bij OCMW Gent? Eric: Ik kan mijn loopbaan in een aantal periodes indelen. In het begin van de jaren ’70, toen ik nog secretaris van COO Wondelgem was, zal ik nooit vergeten dat de 25 personeelsleden die er toen werkten al vijf jaar geen correcte wedde hadden ontvangen. Mijn eerste opdracht was dan ook alle achterstallige lonen te berekenen en dit terwijl ik nog nooit een weddenbriefje van dichtbij had gezien. In de jaren ’80 waren het dan vooral de jaren waarin de sociale dienst volwaardig werd uitgebouwd. De jaren nadien hebben we geïnvesteerd in de volledige vernieuwing van de rusthuisinfrastructuur. We hebben vier hypermoderne woonzorgcampussen en 88 serviceflats gebouwd. Dit zijn verwezenlijkingen waar ik erg trots op ben. Belangrijk daarvoor was ook de optie die we in 1989 namen om jaarlijks gemiddeld 125 miljoen oude Belgische franken aan onroerende goederen te verkopen. Op die manier hebben we een serieuze spaarpot kunnen aanleggen waarmee meerdere sociale projecten konden gefinancierd worden. Tenslotte was het van meet af aan ook mijn wens om een degelijk OCMW-Archief tot stand te brengen. Mijn interesse voor geschiedenis droeg daar ongetwijfeld toe bij. Tot mijn grote persoonlijke voldoening is dat OCMWArchief – een knappe nieuwbouw aan de Neermeerskaai – een realiteit geworden. Wat wenst u uw opvolger toe? Eric: Ik wens mijn opvolger een aantal onmisbare capaciteiten toe. Ik hoop dat hij een goede manager zal zijn, maar vooral ook oog zal blijven hebben voor de medewerkers door wiens inzet het OCMW uiteindelijk is wat het is. Flexibiliteit, diplomatie en charisma zijn eveneens mooi meegenomen in deze job. Ik hoop dat hij op het einde van zijn loopbaan zich net zo dankbaar voelt als ik om te hebben kunnen samenwerken met veel mensen binnen en buiten het OCMW. Ik denk regelmatig terug aan de wijze woorden van mijn ‘meester’ in het zesde studiejaar. ‘Wie doet wat hij kan, is een eerlijk man’. Daaromtrent kan ik alleen zeggen dat ik het geprobeerd heb.
OCMW Gent neemt afscheid van Rita Uyttendaele (5 september 1944 – 25 oktober 2008) Het voorbije jaar namen we droevig afscheid van onze voormalige OCMW-voorzitter Rita Uyttendaele. Op zaterdagavond 25 oktober 2008 overleed ze op 64-jarige leeftijd thuis in het bijzijn van haar familie en naaste vrienden. Na een dapper gevecht van meer dan twee jaar verloor ze uiteindelijk de ongelijke strijd tegen kanker. Rita Uyttendaele was van 2000 tot 2006 voorzitter van het OCMW Gent en legde de basis voor de open en moderne organisatie die het OCMW vandaag is. Sinds 2007 was ze ook Schepen van Bevolking en Burgerlijke Stand voor de stad Gent. Ex-voorzitter van OCMW Gent Rita Uyttendaele stierf in 2008 op 64-jarige leeftijd. Ze legde mee de basis voor de open en moderne organisatie die het OCMW vandaag is.
Rita drukte als OCMW-voorzitter haar stempel vooral op het Gentse ouderen- en thuiszorgbeleid. Zo bouwde ze de rusthuizen om tot vier moderne woonzorgcentra waarbij ze vooral streefde naar een huiselijke omgeving voor de bewoners. Met haar grote enthousiasme en felle gedrevenheid gaf ze ook gestalte aan de uitbouw van de welzijnsbureaus. Haar grote sterkte was de samenwerking tussen het OCMW en de Stad Gent te verbeteren en compromissen te vinden zodat beide besturen op een professioneler niveau gingen samenwerken. Het bestuur, de directies en de medewerkers van het OCMW herinneren Rita Uyttendaele herinneren als een warme en gemoedelijke vrouw die dicht bij haar medewerkers stond. We zijn haar dankbaar voor alles wat ze voor onze organisatie betekende.
59
Onze mensen maken het verschil De reputatie van een organisatie staat of valt met de inzet van haar medewerkers. De goede naam die het OCMW bij de Gentenaren geniet, is dan ook vooral te danken aan alle OCMW-personeelsleden die dagelijks in contact komen met cliënten. Door elke dag opnieuw het beste van zichzelf te geven en mensen op een kwaliteitsvolle manier met raad en daad bij te staan, vormen zij het fundament van onze organisatie. Wat kost het? De personeelskosten bedroegen vorig jaar 70.420.094 euro. Dat is zo’n 50 procent van de totaalkosten. Ter vergelijking, 34 procent ging naar steun. Dit past binnen de visie van het OCMW om cliënten vooral op een structurele manier te helpen. Financiële steun is een tijdelijke oplossing, een tussenstap naar zelfredzaamheid. Om de vele cliënten begeleiding op maat te kunnen aanbieden, is dan ook bekwaam personeel nodig.
Ontevreden personeel kan geen tevreden cliënten maken. De professionele houding en gedrevenheid van onze medewerkers bewijzen dus niet alleen dat ze goed zijn in wat ze doen, maar ook dat ze hun job met plezier uitvoeren. Het geheim? Een goed uitgebalanceerd personeelsbeleid dat een optimale werksfeer creëert en ruimte laat voor opleiding en ambitie. Zo trekken we zowel nieuw talent aan als zorgen we ervoor dat medewerkers gemotiveerd blijven en voor het OCMW blijven kiezen.
De juiste persoon op de juiste plaats Een grote organisatie als het OCMW Gent heeft medewerkers met allerlei vaardigheden nodig, zoals maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, verzorgenden, ergotherapeuten, kinesisten, animatoren, technici, stafmedewerkers, administratief en technisch personeel. De dienst Selectie en Examens streeft er elke keer opnieuw naar de juiste persoon voor de job te vinden. Selectie en Examens voerde het voorbije jaar 915 selectiegesprekken en nam bij 490 sollicitanten psychotechnische testen af. Sollicitanten voor verzorgende en verpleegkundige functies en personen die de testen minder dan drie jaar geleden al aflegden, moesten enkel een selectiegesprek voeren.
• 915 kandidaten werden uitgenodigd voor een selectiegesprek; • 432 sollicitanten werden geschikt bevonden; • 82 onder hen waren mannen (19 procent), 350 waren vrouwen (81 procent) 61 procent van de geschikten was jonger dan 35 jaar;
•
Selectie en Examens schreef in 2008 ook 49 interne vacatures uit. 30 vacatures konden effectief intern worden ingevuld, voor 19 jobs moest op zoek gegaan worden naar een externe sollicitant.
60
“Met competentiemanagement willen we de juiste competenties verwerven, creëren, ontwikkelen, nuttig gebruiken en efficiënt inzetten teneinde met de beschikbare menselijke middelen een kwaliteitsvolle dienstverlening te bieden” Uit de doelstelling van het competentiehandboek.
Competenties aantrekken en ontwikkelen Selecteren Bij het selecteren en uiteindelijke rekruteren van een kandidaat is het uitermate belangrijk om vooraf de jobinhoud goed vast te leggen. Op basis daarvan kan dan bepaald worden wat de meest relevante criteria zijn waaraan een kandidaat moet voldoen. In 2008 werd de aanzet gegeven voor het nieuwe competentiehandboek. Samen met een panel van personeelsleden stelde de dienst Selectie en Examens nieuwe functiebeschrijvingen op.
Functioneren en evalueren Eens werknemers in dienst zijn, verdienen ze een juiste evaluatie met waardevolle feedback. Ook hier fungeert het competentiehandboek als dé toetssteen.
Maar de competenties worden niet enkel gebruikt tijdens functionerings- en evaluatiegesprekken. Ze dienen als rode draad doorheen het personeelsbeleid. Een OCMW-medewerker krijgt doorheen de verschillende fases van zijn loopbaan steeds over de competenties horen. Hij wordt erop aangesproken en aangestuurd en krijgt de kans om zich verder te ontwikkelen. Dit heet competentiemanagement.
Exitgesprekken Als een personeelslid ontslag geeft, kan er een exitgesprek georganiseerd worden. Aan de hand van een aantal vragen wordt dan de reden van vertrek nagegaan. Dit is een belangrijke vorm van zelfevaluatie voor het OCMW. Uit het vertrek van personeelsleden kunnen we leren zodat we verbeterpunten kunnen vaststellen.
Tijdens een functioneringsgesprek kiest de medewerker in overleg met de leidinggevende tussen acht en twaalf competenties. Ze baseren zich hierbij op de functiebeschrijving en het competentiehandboek. De gekozen competenties worden er tijdens het evaluatiegesprek bijgehaald om de prestaties te beoordelen.
61
Diversiteit op alle niveaus
Diversiteit in cijfers - 13 procent van de OCMW-werknemers is van allochtone afkomst; - 16 procent van alle sollicitanten waren personen van allochtone afkomst;
Op goed werk staat geen leeftijd. Goed werk heeft geen kleur en kent geen beperkingen. De maatschappij wordt steeds diverser, een evolutie die zich ook doorzet naar de arbeidsmarkt. Het is belangrijk om deze maatschappelijke evolutie op een proactieve manier aan te pakken via een modern HR-beleid dat oog heeft voor diversiteit en gelijke kansen. Dit betekent dat het personeel, van hoog tot laag, zich bewust wordt van deze situatie en leert omgaan met diversiteit. Op die manier kunnen werknemers hun vaardigheden beter ontplooien met het oog op een effectieve dienstverlening. In deze context werd begin 2007 binnen de HR-afdeling van het OCMW Gent een projectgroep Diversiteit opgericht. De projectgroep heeft als doelstelling binnen het OCMW een draagvlak voor diversiteit te creëren en via een aantal initiatieven verscheidenheid op de werkvloer te bevorderen en te versterken. Daarnaast staat Diversiteit verschillende diensten met raad en daad bij wanneer die zelf acties uitwerken.
Diversiteitsplan 2008-2013 In 2008 werkte Diversiteit een omvattend diversiteitsplan uit, waarin vijf doelgroepen worden geïdentificeerd: 1. Personen van allochtone afkomst; 2. Ervaren werknemers of sollicitanten; 3. Kortgeschoolden; 4. Man/vrouw; 5. Personen met een handicap. Het diversiteitsplan formuleert een aantal strategische en operationele doelstellingen en geeft acties en maatregelen om de instroom van personen uit deze vijf kansengroepen te bevorderen. Daarnaast zijn er ook een aantal acties uitgestippeld om de diversiteit binnen het OCMW zelf te bevorderen.
Diversiteit bij selectie Sollicitanten worden aan de hand van selectiegesprekken geschikt of ongeschikt bevonden. De criteria die worden gebruikt voor deze beoordeling komen echter voort uit onze eigen cultuur. Zo wordt mondigheid tijdens het selectiegesprek als een positieve eigenschap beschouwd, terwijl in andere culturen mondigheid een teken is van disrespect. Als een kandidaat uit een andere cultuur zich tijdens het gesprek terughoudend opstelt, betekent dit helemaal niet dat hij of zij een minder goede werknemer zou zijn.
62
In 2008 ontwikkelden de arbeidspsychologen van Selectie en Diversiteit een piloot opleidingsconcept voor de juryleden bij selectiegesprekken. De opleiding behandelt de technieken van het houden van selectiegesprekken en geeft daarbij praktische tips voor het selecteren van multicultureel personeel. Een ander probleem bij het aantrekken van multiculturele werknemers is dat die soms moeilijker worden bereikt. Daarom paste de dienst Selectie en Examens in 2008 de personeelsadvertenties aan zodat ze aantrekkelijker zouden zijn voor personen uit de doelgroepen. Er werden foto’s gebruikt van eigen werknemers met daarbij aandacht voor de diversiteit binnen het OCMW zelf. Ook werden alle externe vacatures naar allochtone koepelorganisaties gestuurd. Zo wil het OCMW meer sollicitanten uit die specifieke doelgroep aantrekken.
Kansen tot zelfontplooiing – vorming en loopbaanbegeleiding Het OCMW Gent besteedt grote aandacht aan de groei en ontwikkeling van haar personeel. Dit werkt twee kanten op. Enerzijds blijven medewerkers gemotiveerd omdat ze de kansen krijgen die ze verdienen. Anderzijds kan het OCMW vertrouwen op goed opgeleide en gemotiveerde personeelsleden. Dit is noodzakelijk, want onze medewerkers zijn het gezicht van onze organisatie.
Diversiteit op de werkvloer Naast acties of activiteiten om het aantal sollicitaties van personen uit de kansengroepen te verhogen, zijn er ook een aantal acties uitgestippeld om de diversiteit binnen het OCMW zelf te bevorderen. Er werd onderzoek gedaan naar vragenlijsten die diversiteit meten in de organisatie. De uitgekozen lijsten zullen dienen voor een diversiteitmeting in OCMW Gent. Daarbij werd er prospectie gedaan naar didactisch materiaal rond diversiteit om te gebruiken in opleidingen en acties, bijvoorbeeld in sensibiliserende diversiteitspelen. Zo organiseerde de dienst Vorming en Loopbaanbegeleiding een interne training ‘Samen sterk op het werk’ in samenwerking met Leerpunt Gent. Deze training had als doel een betere samenwerking en beter begrip te bewerkstellingen binnen de onderhoudsteams in woonzorgcentrum Het Heiveld en woonzorgcentrum De Vijvers.
Het OCMW-personeel in cijfers - 1.763 personeelsleden werkten eind 2008 volof deeltijds voor het OCMW; - 1.129 medewerkers werkten met een contract, 634 personeelsleden hebben een statuut; - 470 mannen (27 procent) tegenover 1.293 vrouwen (73 procent); - 35 procent van de werknemers jonger dan 35 jaar; - 428 nieuwe contracten ondertekend, waarvan 224 artikel 60-contracten; - 2 vaste benoemingen; - 12 statutaire personeelsleden en 382 medewerkers met een contract verlieten de organisatie (artikel 60-contracten inbegrepen).
63
De dienst Vorming en Loopbaanbegeleiding ondersteunt via de coördinatie van vorming, training en opleiding de functiegerichte ontwikkeling en verdieping van kennis en kunde bij het OCMW-personeel. Daarnaast stimuleert Vorming en Loopbaanbegeleiding ook het delen en verspreiden van kennis over de diensten heen. Hoe groot de eigen organisatie ook is, het OCMW heeft niet alle deskundigheid in huis. Externe vormingen kunnen dan ook een grote meerwaarde betekenen met het oog op het binnenhalen van nieuwe ideeën en methodieken. Toch lag ook in 2008 de klemtoon van het vormingsbeleid vooral op het (helpen) organiseren van interne vormingen op maat.
Voor de organisatie van interne vormingen werd niet enkel gewerkt met externe docenten, maar ook met lesgevers uit de eigen organisatie. Er is namelijk heel wat vormingstalent in het OCMW voor handen. Vorming en training door eigen personeelsleden sluit vaak veel gerichter aan bij de eigenheid en noden van de plaatselijke werking en bij de opleidingsbehoeften die in de groep leven. Met een bijeenkomst voor interne lesgevers gaf Vorming en Loopbaanbegeleiding het startschot om interne lesgevers zo veel mogelijk te ondersteunen bij deze taak.
OCMW Gent – een vat vol kansen Deel uitmaken van een grote organisatie als het OCMW Gent geeft werknemers natuurlijk veel kansen en mogelijkheden om de eigen ambities waar te maken. Doorgroeien in je job, het eens op een andere dienst proberen of het zelfs over een volledig andere boeg gooien, het kan allemaal. Wie bij het OCMW Gent begint te werken, slaat een weg in, maar kan nog vele kanten uit. Kim Vanden Noortgate, ergotherapeute: Wie ervoor kiest om te werken als ergotherapeut bij OCMW Gent, kiest voor een job met veel mogelijkheden. Dat heb ik zelf kunnen ervaren. Ik begon te werken in woonzorgcentrum De Vijvers, waar ik deel uitmaakte van het animatie-reactivatieteam. Het was mijn taak om de senioren een zinvolle dagbesteding te garanderen en hun zelfredzaamheid op een maximaal niveau te brengen. De job interesseerde me vooral omdat ik steeds op zoek kon gaan naar nieuwe invalshoeken. Uitvissen wat de mensen bezig houdt, luisteren naar hun behoeftes en hun levensverhaal, om vervolgens daarop in te spelen en activiteiten te organiseren, dat is voor mij precies de uitdaging als ergotherapeut. Daarna ging ik aan de slag in lokaal dienstencentrum De Muide. De doelgroep was dezelfde, namelijk senioren, maar het werk toch wat verschillend. Eerst en vooral krijg je in een dienstencentrum te maken met senioren die thuis wonen en dus nog wat actiever zijn. En ik werkte er niet alleen samen met teamgenoten uit verschillende disciplines, maar ook met vrijwilligers die het centrum draaiende houden.
Een dienstencentrum heeft als doel de buurtbewoners, en dan vooral senioren, zo lang mogelijk zelfstandig en kwaliteitsvol thuis te laten wonen. Kim: Vanuit die doelstelling heb je als ergotherapeut een gevarieerd takenpakket: plannen, organiseren en coördineren van activiteiten, begeleiden en ondersteunen van vrijwilligers en werken aan de zelfredzaamheid van bezoekers, vrijwilligers en buurtbewoners. Dit laatste gebeurt zowel in het centrum zelf als bij de buurtbewoners aan huis. Door het geven van enkele kleine praktische tips konden we de leefsituatie van mensen al heel wat aangenamer maken. De veelzijdigheid van de functie maakte wel dat flexibiliteit en stressbestendigheid geen overbodige vaardigheden waren, maar het maakte mijn werk ook net zeer boeiend. Intussen ben ik aan mijn derde uitdaging bij het OCMW toe, namelijk ergotherapie aan huis. In mijn vorige job in het lokaal dienstencentrum kreeg ik de kans om al eens van dit soort werk te proeven en het beviel me enorm. Ik ben dan ook heel blij dat het OCMW me de kans gaf om er mijn volledige dagtaak van te maken.
OCMW Gent hecht groot belang aan veiligheid op het werk voor alle werknemers
Veiligheid in cijfers - 92 arbeidsongevallen, waarvan 54 op het werk en 38 op de weg van en naar het werk; - 1971 dagen arbeidsverlet als gevolg van een arbeidsongeval, tegenover 2.011 dagen in 2007; - 50 aangiftes van agressie ten opzichte van het personeel, waarvan in 15 gevallen een tussenkomst van de politie nodig was.
Welzijn en veiligheid op het werk Werknemers brengen dagelijks een groot deel van de tijd op het werk door. Het OCMW Gent hecht dan ook veel belang aan een personeelsbeleid dat de veiligheid en het welzijn van alle werknemers hoog in het vaandel draagt.
Veiligheid
Sodico in cijfers - Sodico had 2.817 leden waarvan 2.648 betalende en 176 niet- betalende leden - 386 kinderen van personeel kwamen naar het Sinterklaasfeest; - Sodico verkocht ongeveer 700 kaarten aan een kortingsprijs voor Belgische pretparken; - 275 volwassenen en kinderen trokken met 5 bussen naar de Winterefteling.
De dienst Veiligheid is de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPB) en heeft als doel het welzijn van de personeelsleden op het werk te optimaliseren en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum te beperken.
Sodico – de sociale dienst voor het personeel Elk personeelslid kan een beroep doen op de materiële en psychosociale hulpverlening van Sodico bij financiële, persoonlijke of familiale moeilijkheden. Alle sodicoleden kunnen ook genieten van tal van premies en financiële tussenkomst in farmaceutische kosten. Daarnaast biedt de sociale dienst voor het personeel ook een ruim assortiment aan ontspanningsmogelijkheden aan voor zowel personeelsleden als mensen met pensioen.
65
Communicatie en kwaliteit Communicatie Iedere organisatie die een modern beleid wil voeren, heeft nood aan goede interne en externe communicatie. Het OCMW Gent vormt hier geen uitzondering op. Interne communicatie heeft als doel alle werknemers van het OCMW tijdig op de hoogte te brengen van alle informatie die noodzakelijk is om goed binnen de organisatie te functioneren. Goede interne communicatie werkt dus als olie tussen raderen en versoepelt de samenwerking binnen het OCMW: het houdt medewerkers betrokken, draagt bij tot de aanvaarding van beslissingen, schept helderheid en creëert door dit alles een positieve sfeer op de werkvloer. Externe communicatie moet er dan weer voor zorgen dat de burger de dienst- en hulpverlening kent, wat de drempel verlaagt om naar het OCMW toe te stappen.
Communicatie in cijfers - 37 persberichten verspreid; - 19 persconferenties georganiseerd; - 9 artikels over het OCMW verschenen in het Stadsmagazine Gent; - 3 reportages over het OCMW gemaakt door Stadstelevisie; - 11 algemene interne nieuwsbrieven onder alle medewerkers verspreid; - 26 AMD-nieuwsbrieven verzonden naar alle AMD-medewerkers.
66
Communicatie en informatie gedecentraliseerd In februari 2008 keurde het Bestuur een strategisch beleidsplan rond communicatie goed. Daarin werd het idee uitgewerkt om de interne communicatie verder te decentraliseren en alle communicatie klantvriendelijker te maken. Dit leidde tot de aanwerving van een taalambtenaar, een bijkomende stafmedewerker communicatie en een informatieambtenaar voor de twee grote departementen Algemeen Maatschappelijke Dienstverlening (AMD) en Ouderen- en Thuiszorgbeleid (OTB). De cel Communicatie telt nu vijf medewerkers en stuurt centraal alle interne en externe communicatie aan. Decentraal werken er in het departement Algemeen Maatschappelijke Dienstverlening twee informatieambtenaren, in Ouderen- en Thuiszorgbeleid werkt er één. De informatieambtenaren vallen onder rechtstreekse leiding van het departementshoofd van de betrokken dienst, maar worden methodisch aangestuurd door de cel Communicatie. Ze zijn eerst en vooral het aanspreekpunt voor hun departement wat betreft vragen over communicatie en informatie. Ze vervullen zelfstandig enkele communicatieve en informatieve taken, zoals het opmaken van een interne nieuwsbrief AMD, nakijken van folders en brochures, opstellen van teksten voor intranet… Op die manier zorgen ze ervoor dat medewerkers van de twee departementen relevante en specifieke informatie op maat krijgen. Daarnaast werken ze vooral op vlak van externe communicatie ook nauw samen met de cel Communicatie. Om het communicatiebeleid binnen het OCMW te stroomlijnen, komen alle communicatie- en informatieambtenaren tweewekelijks samen.
Interne communicatie
Communicatie op maat van de burger
Om alle medewerkers op de hoogte te houden van het reilen en zeilen binnen het OCMW wendt de cel Communicatie verschillende kanalen aan. Na elke raadszitting wordt een nieuwsbrief ‘Gebriefd’ verstuurd, zowel elektronisch als op papier, met thema’s uit de Raad, nieuwe projecten en andere OCMW Gent gerelateerde thema’s. De doelstelling van de nieuwsbrief is medewerkers meer betrokken te maken bij de beleidsbeslissingen en ook de kennis van elkaars werking en diensten te vergroten.
OCMW Gent is er voor alle Gentenaren: kinderen, senioren, vreemdelingen, werklozen, mensen met psychologische problemen… Deze diverse doelgroep zo efficiënt mogelijk informeren over de hulp- en dienstverlening die het OCMW aanbiedt, vraagt dan ook een ruime variatie aan communicatiekanalen.
In december 2008 werd een nieuw intern kanaal via mail opgestart: de Nieuwsflits. Via deze Nieuwsflits worden wekelijks op vrijdag interne mededelingen aan alle personeelsleden verstuurd. De bedoeling is het mailverkeer te reduceren en te vermijden dat medewerkers op onregelmatige tijdstippen met alle soorten informatie vanuit de verschillende diensten worden overstelpt.
Folders, affiches, brochures en infoboekjes zijn er om de burger op de hoogte te brengen van de dagelijkse werking van het OCMW en om projecten in de kijker te zetten. Voor officiële openingen, eerste steenleggingen, vieringen of projecten die extra onder de aandacht moeten worden gebracht, verstuurt Communicatie persberichten en organiseert persconferenties. De OCMW-website wordt aangewend om naast algemene informatie ook specifieke evenementen op korte tijd naar de Gentenaar te communiceren.
OCMW-voorzitter Geert Versnick (tweede van links) en de ondervoorzitter van OCMW Gent Guy Reynebeau (tweede van rechts) ontvangen in aanwezigheid van de pers 500 gratis kaarten voor de kermis op de Korenmarkt en 380 vrijkaarten voor de schaatspiste op het Emile Braunplein. De kaarten waren bestemd voor de kinderen van ouders die moeten rondkomen met een leefloon.
67
Kwaliteit Kwaliteit bevindt zich binnen het OCMW Gent op twee niveaus. Enerzijds zorgen de 1700 medewerkers dagelijks zelf voor de kwaliteit op de werkvloer. Anderzijds moet de organisatie een overkoepelend kwaliteitsbeleid uitstippelen dat kwaliteitsvol handelen evident maakt voor elke medewerker. Om de interne werking en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren staan drie medewerkers van de cel Kwaliteit paraat. In 2008 stelden ze aan alle diensten het nieuwe kwaliteitsbeleid voor en lanceerden een aantal nieuwe lokale en dienstoverschrijdende verbeterprojecten en –processen.
In 2008 werkte de werkgroep Klachtenbeheer een eigen nieuwe klachtenprocedure uit voor het OCMW Gent. De werkgroep ging daarvoor uit van de bestaande klachtensoftware van OCMW Antwerpen die werd aangepast aan de eigen noden en uitdagingen binnen OCMW Gent.
Van klachten kunnen we leren
De procedure staat intussen op punt en zal worden toegepast na de zomer van 2009.
Een goede klachtenprocedure is niet alleen belangrijk voor cliënten die een oplossing willen voor een geuite klacht. Het helpt onze organisatie ook om inzicht te krijgen in mogelijke problemen en gebreken in de dienstverlening. Uit klachten kunnen we leren en maatregelen nemen om de werkwijze te verbeteren.
68
Duurzaamheid De cel Kwaliteit is coördinator van de werkgroep Duurzaamheid. Meer informatie over de activiteiten en initiatieven die in het kader van duurzaamheid worden georganiseerd, staat onder het hoofdstuk ‘Energie en Duurzaamheid’.
Samen werken aan kwaliteit Bedrijven en organisaties doen de laatste jaren grote inspanningen op het vlak van kwaliteitszorg. Het OCMW Gent volgt deze trend, want het afgelopen jaar werd de cel Kwaliteit met een extra medewerker versterkt. Investeren in kwaliteit loont: een degelijk kwaliteitsbeleid zorgt voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. Het is de taak van de drie OCMW-kwaliteitsmedewerkers om zich op de werkvloer te begeven, pijnpunten vast te stellen en aan te geven wat beter kan. Is dat soms geen ondankbare functie? Didier Keppens, kwaliteitscoördinator: Dat valt enorm goed mee. Wij zijn geen inspecteurs of pottenkijkers die overal de fouten gaan aanwijzen. We waken er heel sterk over dat we neutraal zijn. Wij zijn er vooral om te ondersteunen en goede voorbeelden aan te reiken. Hoe breng je kwaliteit over naar de werkvloer en zorg je ervoor dat medewerkers kwaliteitszorg als een meerwaarde gaan zien? Didier: Als je je op de werkvloer begeeft, zie je wat de mensen dagelijks verbeteren. Dat geeft je de gelegenheid eens een schouderklopje uit te delen of mensen hun initiatief te laten toelichten op de jaarlijkse Kwaliteitsdag.
Het thema kwaliteit is momenteel erg populair. Aan de lopende band verschijnen nieuwe theorieën en modellen. Hoe houden jullie je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen? Didier: OCMW Gent maakt deel uit van het Regionaal Ondersteuningspunt van de Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG). We komen elk kwartaal met een dertigtal kwaliteitscoördinatoren samen en wisselen ideeën uit. Vaak gaan organisaties door dezelfde stadia en is het interessant te zien hoe zij de dingen aanpakken. Ook regelmatig vakliteratuur bijhouden of naar congressen en seminaries gaan, draagt daartoe bij. Zo weet je dat je met de juiste topics bezig bent. Daarna moet je natuurlijk wel in staat zijn om alle ideeën aan de eigen organisatieomvang en –structuur aan te passen. Maar het blijft natuurlijk een groot voordeel dat je niet iedere keer zelf van nul moet beginnen.
Ik zie ook dat de meeste openbare besturen vanuit modellen werken, en dat is ook nodig. Maar hoe langer ik met dit vak bezig ben, hoe meer ik begin in te zien dat je de helft van je tijd tussen de mensen zelf moet doorbrengen. De mensen leveren dagelijks kwaliteit op de werkvloer. Het is onze taak om daar zinvolle maar ook zichtbare bijdrages bovenop te doen. Soms zijn dat kleine projecten. Maar door onze helikopterpositie kunnen we er ook voor zorgen dat initiatieven overkoepelend worden uitgedragen, zoals bijvoorbeeld deelname van alle diensten aan de Dikke-Truiendag en de voorstelling van de film van Al Gore.
69
Archief Wie een archief nog steeds associeert met kilo’s vergeten documenten weggemoffeld in een stoffige kelder, is duidelijk nog niet langs geweest bij het Archief van OCMW Gent. Voortdurend wordt er gezocht naar nieuwe technieken om de schat aan informatie die het archief en de bibliotheek herbergen zo efficiënt mogelijk te ontsluiten. Zowel personeelsleden als externe nieuwsgierigen kunnen op die manier meegenieten van de vele rijke collecties.
Digitale toekomst
Het Archief in cijfers - Op 31 december 2008 bedroeg de omvang van het Archief 18.931 dozen, samen goed voor een afstand van 2.409 kilometer; - De bibliotheek werd verruimd met 237 nieuwe aanwinsten; - 115.427 euro was het totale budget voor de aankoop van documentatie voor alle diensten binnen het OCMW; - In 2008 beschreef en ontsloot het Archief 515 voorwerpen in het kader van het MovE-project. Dit project heeft als doel tot een elektronische catalogus van het museumbezit in OostVlaanderen te komen. Neem een kijkje op www.museuminzicht.be .
Tot de dagelijkse taken van het Archief behoort het stroomlijnen en ondersteunen van het archief- en bibliotheekbeheer binnen het OCMW. Elektronische ontsluiting speelt hierbij een steeds belangrijkere rol. Zo knoopte het Archief het voorbije jaar intensieve gesprekken aan met het Stadsarchief Gent om ideeën uit te wisselen rond een digitaal archief. Ten opzichte van een traditioneel archief heeft het scannen en digitaal bewaren van documenten veel voordelen. Natuurlijk is er eerst en vooral de grote plaatswinst, want een éénmalige scanning vermijdt jarenlange fysieke opslag. Daarnaast zijn documenten ook veel sneller terug te vinden door te zoeken op bijvoorbeeld titel, datum of nummer. In 2008 is het Archief ook definitief gestart met de invoer van de bibliotheekcollectie in de Vubiscatalogus. De catalogus is opgedeeld in een vakbibliotheek en een interne bibliotheek. De eerste is toegankelijk voor externen, de tweede is enkel zichtbaar is voor medewerkers van het OCMW Gent. De catalogus kan geraadpleegd worden onder de link http://webbib.gent.be/webopac/vubis.csp?Profile=OCMW .
Dankzij de inspanningen van het Archief weten we hoe jaarverslagen er 80 jaar geleden uitzagen.
70
Cultuur voor iedereen Het Archief OCMW Gent wil het erfgoed niet enkel en alleen op een zo efficiënt mogelijke manier bewaren. Ze wil de OCMW-collecties ook bij een zo breed mogelijk publiek bekend maken, zowel intern als extern. In dit kader diende het Archief een aanvraag in om het OCMW-vondelingenarchief te laten opnemen in een lijst van zeldzame en onmisbare voorwerpen die bijzondere bescherming genieten van de Vlaamse Gemeenschap. ‘Het archief betreffende de vondelingen’ werd in november 2008 voorlopig al opgenomen op de proeflijst. De definitieve beslissing ligt bij de Minister van Cultuur die uiteindelijk zal beslissen of het vondelingenarchief al dan niet tot de topstukkenlijst wordt toegelaten.
Om mensen op een directe manier met de collecties te laten kennis maken, verzorgde het Archief rondleidingen en organiseerde verschillende tentoonstellingen. Op Erfgoeddag, 13 april 2008, stond het thema ‘Wordt verwacht’ centraal in de kijker. Het Archief maakte hiervoor een tentoonstelling over de drie grote historisch momenten in de geschiedenis van de laatste 200 jaar rond openbare zorg. Wie dat wou kon ook zijn/haar toekomstideeën over zorgverlening in de toekomstgalerij uithangen en zo deelnemen aan een wedstrijd. In april 2008 nam het Archief een fotograaf in dienst, wat de mogelijk biedt om de zichtbaarheid en bekendheid van de collecties nog te verbeteren in de toekomst.
“Het cachot werd afgeschaft in 1921, maar we werden subtieler gestraft. Tien zondagen niet naar de familie bijvoorbeeld en voor ons jongens was het gebrek aan voedzaam eten een ramp. Toen ik naar het leger trok als knaap van 19 jaar, woog ik 50 kilogram. Na één jaar legerdienst woog ik 70 kilogram!” (getuigenis van Marcel De Bleecker, ex-kulder, in Het Nieuwsblad, 14/11/2008)
Het Archief van het OCMW Gent organiseerde een fototentoonstelling naar aanleiding van 115 jaar Gentse oud-wezen.
71
De kulderfanfare was een begrip in Gent.
Kleurig gekleed in rood en blauw Archief OCMW Gent viert 115 jaar oud-wezen De Koninklijke Vereniging van Gentse Oud-Wezen vierde in 2008 haar 115-jarig bestaan. Daarom organiseerde de vereniging in samenwerking met het Archief van het OCMW Gent een fototentoonstelling ‘Kleurig gekleed in rood en blauw’, naar de historische uniformen van de Gentse weeskinderen. Talrijke bezoekers brachten tussen 8 en 12 november een gratis bezoekje en maakten aan de hand van unieke foto’s van toen kennis met het dagelijkse leven in het weeshuis in de voorbije eeuwen. De expositie ging door in het OCMW-gebouw Campus Prins Filip, dat van 1962 tot 1984 zelf nog onderdak bood aan zo’n 200 weeskinderen. De geschiedenis van de Gentse weeskinderen, de jongens werden in de volksmond ‘kulders’ genoemd, is al bijna net zo rijk als de geschiedenis van de stad Gent zelf. Uit de geschiedenisboeken weten we dat in 1217 al een weeshuis bestond op de hoek van de Ramen en de Burgstraat. In de eeuwen die daarop volgden werden de Gentse weesjongens en –meisjes opgevangen in tehuizen verspreid over het Gentse grondgebied. Rode lijvekens Het laatste Gentse weeshuis werd in 1984 opgedoekt, de gedachte aan de kulders is echter nog lang niet vervlogen. Zo herinneren veel mensen zich nog de kulderfanfare, die voor allerlei gelegenheden door de Gentse straten trok. Van 1869 tot 1963 sloot ze traditiegetrouw de Gentse Feesten af. En de Rodelijvekensstraat verwijst
72
nog steeds naar de uniformen van de Gentse weesmeisjes van een tehuis dat in de zeventiende eeuw gevestigd was in de straat. De geschiedenis van de Gentse wezen is uitermate interessant, maar vooral ook hard. Veelal was de enige wet in het weeshuis die van de sterkste. En de sterkste dat was de opvoeder die er niet verlegen om zat een straf meer of minder uit te delen. Wie het weeshuis op een normale manier kon verlaten, kon van geluk spreken, al moest het echte leven dan nog beginnen. Fototentoonstelling Al in 1893 besloten enkele oud-kulders een Bond voor Gentse Oud-Weesjongens op te richten om ‘de eendracht onder de oud-kwekelingen te behouden en te versterken’ nadat ze het weeshuis hadden verlaten. De bond bestaat nog steeds, maar dan onder de naam Koninklijke Vereniging van Gentse Oud-Wezen. Het doel is niet langer elkaar te ondersteunen, maar de herinnering aan de rijke geschiedenis van de Gentse wezen levende te houden. De fototentoonstelling in samenwerking met het Archief bleek in dit kader een schot in de roos.
Het OCMW in euro’s OCMW Gent is geen privé bedrijf, waar succes wordt afgemeten in termen van winst en opbrengst. Als overheidsorganisatie staat in de eerste plaats een laagdrempelige en efficiënte dienstverlening voor de burger helemaal voorop. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het OCMW haar centen niet goed moet spenderen. Integendeel zelfs. Aangezien de inkomsten voor een heel groot deel uit belastingen gehaald worden, moet het OCMW meer nog dan private bedrijven haar geld op een weldoordachte manier besteden. Belastinggeld goed besteden is een plicht, en zelfs een ethische norm. Alle Gentenaren hebben er recht op dat het OCMW een zuinig, transparant en gezond financieel beleid ontwikkelt.
Een inkijk op de inkomsten OCMW Gent heeft net als iedere organisatie geld nodig om goed te kunnen functioneren. In 2008 bedroegen de inkomsten 95 651 073 euro. Het grootste deel daarvan, ongeveer 65 miljoen euro, haalt het OCMW uit ‘andere opbrengsten’. Dit omvat vooral subsidies van de federale, Vlaamse en gemeentelijke overheden: OCMW-aandeel in Gemeentefonds:
19,6 miljoen euro
Toelagen federale overheid (leefloon en ‘wet 65’)
30,3 miljoen euro
Toelagen voor tewerkstellingsprojecten
8,8 miljoen euro
De federale overheid betaalt het OCMW dus een aanzienlijk deel terug van de financiële steun die uitgekeerd wordt aan cliënten. Daarnaast kan het OCMW ongeveer een kwart van de inkomsten, zo’n 24 miljoen euro, uit de eigen werking recupereren. Dat geld komt onder andere van de verhuur van OCMW-woningen, opbrengsten van activiteiten en aangerekende medische kosten…
Opbrengsten per soort
Werkingsopbrengsten
25,95%
Uitzonderlijke opbrengsten
0,64%
Recuperatie steun
4,97%
Financiële opbrengsten
0,87%
Andere opbrengsten
67,57%
73
Een overzicht van de kosten De kosten van het OCMW bedroegen in 2008 ruim 140 miljoen euro. De personeelsuitgaven zijn veruit de belangrijkste uitgavenpost voor het OCMW. Deze kosten namen toe, met bijna 6 procent toe ten opzichte van vorig jaar en bedroegen in 2008 70 miljoen euro. Deze stijging is vooral het gevolg van personeelsuitbreiding en loonindexatie.
De opbrengsten hielden in 2008 geen gelijke tred met deze gestegen kosten voor externe dienstverlening. De gefactureerde dienstverlening steeg met ruim 8 procent ten opzichte van 2007, maar de subsidieopbrengsten bleven gelijk. Deze subsidies blijven toch met voorsprong de belangrijkste financieringsbron, het OCMW heeft namelijk geen rechtstreekse fiscale inkomsten.
Het OCMW betaalde zo’n 47 miljoen aan financiële steun in 2008. Dit bevat ondermeer de uitgekeerde leeflonen en andere steunverlening zoals tussenkomst bij energie- en medische kosten. In vergelijking met vorig jaar is de financiële steun met ruim twee procent gestegen, voornamelijk als gevolg van barema- en indexaanpassingen. Het leefloon steeg zelfs met 15 procent ten opzichte van 2007. Het leven wordt steeds duurder. Dat geldt ook voor het OCMW als organisatie. Dit uit zich vooral binnen de uitgaven voor externe dienstverlening. Daarbij zijn informaticakosten (bijna 1,8 miljoen, via Digipolis), levering van maaltijden (1,5 miljoen, voornamelijk in de woonzorgcentra), en energiekosten (1,2 miljoen) de belangrijke uitgavenposten.
Kosten per soort
Diensten
8,72%
Financiële kosten
1,07%
Goederen
1,70%
Personeel
50,16%
Steun
33,61%
Uitzonderlijke kosten
0,01%
Afschrijvingen
4,13%
Andere kosten
0,59%
74
“Personeel en financiële steun zijn grootste uitgavenpost”
Inkomsten en kosten tegenover elkaar De kosten van het OCMW zijn groter dan de opbrengsten. Er is dus een tekort. Dit tekort van het werkingsbudget wordt opgevuld door de gemeentelijke bijdrage. Anders gezegd, de stad Gent zorgt ervoor dat op het einde van het jaar de kas van het OCMW in evenwicht raakt. In 2008 kwam de stad Gent tussen voor een bedrag van 41.369.380 euro.
De totale middelen – wie betaalt wat? De opbrengsten van het OCMW bestaan vooral uit subsidies en bijdrages die de begunstigden betalen voor de OCMW-dienstverlening. Deze opbrengsten (96 miljoen euro) maken samen met de gemeentelijke bijdrage (41 miljoen euro) het leeuwendeel uit van de totale middelen waar het OCMW over beschikt. Een uitsplitsing van de middelen geeft dus een mooi overzicht van wie allemaal bijdraagt tot de werking van het OCMW. In procenten uitgedrukt heeft het OCMW zijn middelen als volgt gefinancierd: Subsidies overheden
45,77 procent
Gemeentelijke bijdrage
29,47 procent
Cliënten
14,03 procent
Ziekteverzekering
7,61 procent
OCMW eigen middelen
3,10 procent
Andere
0,03 procent
“Kosten nemen toe in 2008, opbrengsten blijven gelijk”
Vrijwilligers dragen kostenloos een heel belangrijke steen bij tot de werking van het OCMW.
75
Het resultaat door de jaren heen In 2008 is er een sterke stijging merkbaar van zowat alle kosten. De opbrengsten vallen wat terug, vooral door het uitzonderlijk resultaat. Deze stijging kan afgeleid worden uit de evolutie van de resultatenrekening, die een overzicht geeft van de kosten en opbrengsten 2005-2008.
Evolutie van de resultatenrekening (uitgedrukt in d 1000) 2005
2006
2007
2008
Resultaat
-34.114
-33.324
-36.173
-44.082
Opbrengsten
83.582
92.474
101.563
96.309
Werkingsopbrengsten
26.362
23.036
22.866
24.940
Prestaties
8.353
8.959
9.302
9.627
Riziv (WZC)
7.438
9.664
9.158
10.675
Diverse opbrengsten
1.072
1.210
1.283
1.487
Aangerekende medische kosten
570
594
633
640
Andere aangerekende kosten
452
471
489
358
Verhuring
1.969
2.102
1.998
2.153
Andere OCMW
82
36
1
0
Recuperatie bijstand
6.426
6.268
4.482
4.774
361
258
162
197
19.830
20.488
21.180
22.724
7.161
7.711
11.853
10.833
25.385
30.587
30.582
30.324
751
809
836
1.066
Geproduceerde Vaste Activa Werkingssubsidies Tewerkstellingssubsidies Subsidies steun Andere Financiële opbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten Kosten Aankopen goederen Voorraadwijzigingen Sociale dienstverlening
1.333
1.614
1.798
833
1.409
1.703
7.804
617
117.696
125.798
137.736
140.392
1.745
1.915
2.140
2.375
2
-14
40
14
40.111
42.313
46.097
47.193
Leefloon
22.567
23.834
26.871
29.170
Speciën
4.929
5.092
5.610
4.815
In natura en wet 65
11.563
12.034
11.865
11.578
Aan derden
1.053
1.353
1.752
1.629
9.998
10.498
11.949
12.240
Huur
1.124
838
957
1.060
Externe diensten
4.781
5.626
6.614
6.543
Diensten & diverse leveringen
Algemene kosten
237
200
253
258
Onderhoud & herstellingen
704
890
957
985
Verzekeringen
297
324
369
394
Diverse administratieve lever.
124
137
148
134
Vergoedingen & rechten
1.368
1.074
1.128
1.359
Externe verzorging
490
513
597
598
Andere
873
896
925
908
56.668
61.917
66.518
70.420
Afschrijvingen & waardeverminderingen
4.874
6.232
5.779
5.799
Andere
2.656
1.410
630
834
Financiële kosten
737
901
1.129
1.499
Uitzonderlijke kosten
903
626
3.454
19
Lonen en sociale lasten
76
Het resultaat per activiteitencentrum Een activiteitencentrum is een entiteit binnen het OCMW, die een geheel van gelijkaardige activiteiten uitvoert. Het gaat vooral om diensten, lokale dienstencentra, woonzorgcentra, welzijnsbureaus… Elk activiteitencentrum heeft één of meer budgethouders, die elk een eigen (deel)budget beheren. In 2008 wogen zowel de algemene maatschappelijke dienstverlening als de woonzorgcentra opnieuw sterker door op het resultaat. Ze hadden een ‘exploitatietekort’ van respectievelijk 34,9 en 8,7 miljoen euro.
Evolutie van het resultaat per activiteitencentrum (uitgedrukt in € 1.000):
2004
2005
2006
2007
2008
Alg. bestuur
-6.734
-5.274
-3.497
-5.207
-5.646
Gemeentefonds
16.815
16.815
17.432
18.853
19.561
Patrimonium
1.161
909
1.462
6.323
497
FM Aankoop & logistiek
-540
-591
-899
-854
-866
Informatica
-476
-295
0
0
0
FM Exploitatie
-2.249
-2.197
-2.338
-1.724
-1.801
Administratieve centra
-2.156
-2.237
-51
-32
-13
-470
253
535
-3.161
-3.460
-3.807
Financiën1 HRM1
-141
-136
-110
Alg. maatschapp. Dienstverl. (som)
-28.749
-31.872
-31.822
-36.185
-41.424
Welzijnsbureaus
-5.060
-8.269
-9.738
-10.366
-10.770
Sociale dienstverlening
-11.520
-9.168
-5.892
-9.732
-12.508
Thema-/Projectwerking
-8.924
-10.949
-10.695
-10.122
-11.502
AMD administratie
-3.245
-3.486
-4.397
-4.735
-5.150
-1.100
-1.231
-1.495
Zorg Strat. Cel
1
Woning beleid2 Lokale Dienstencentra
-2.706
-2.951
-3.429
-3.656
-3.883
-720
-834
-1.343
-1.574
-1.919
-1.481
-4.555
-4.966
-8.772
-2.671
WZC Het Heiveld
-554
-1.496
-1.919
-2.558
-1.486
WZC De Liberteyt
-231
-595
-805
-4.038
-1.491
WZC Zonnebloem
-471
-2.022
-1.467
-897
0
WZC Vijvers
-225
-442
-776
-1.279
305
128
-285
-101
-3
-1.177
Administratie OTB Intramuraal (som WZC)
Bejaardenwoningen
(1) Nieuw sinds 2006, hoorde tot 2005 onder algemeen bestuur. (2) Nieuw sinds 2006, hoorde tot 2005 onder themawerking of transmuraal
77
Grafische voorstelling van het resultaat 2008 van de belangrijkste activiteitencentra:
2008
Algemene diensten
Patrimonium
Ondersteunende diensten
Gemeentefonds
AMD werking
AMD Soc. dienst verlening
-5.646
497
-6.063
19.561
-28.916
-12.508
OTB Lok. OTB OTB WoondienstenBejaarden& zorgcentra centra woningen
-3.883
-2.671
-1.177
OTB Admini– stratie
-1.919
Een financieel gezonde organisatie Het is van belang dat het OCMW op lange termijn een financieel stabiele organisatie is, die de nodige slagkracht kan opbrengen. Een belangrijke indicator daarbij is de solvabiliteit. Deze drukt uit in hoeverre het OCMW afhankelijk is van vreemd vermogen (geleend geld) om zijn werking te financieren. Door minder te lenen en dus te besparen op intrestlasten beschikt het OCMW over meer ademruimte. Voor het OCMW is de verhouding vreemd vermogen tegenover totaal vermogen 24 procent. Dit is ruim onder het Vlaams gemiddelde van 39 procent en het gemiddelde van de grootsteden, dat zelfs op 50 procent ligt. Anders uitgedrukt, per inwoner bedraagt de schuld van het OCMW Gent 225 euro, tegenover een Vlaams gemiddelde van 286 euro en 653 euro bij de grootsteden.
“Nieuwe fundamenten voor de boekhouding” Samen met Digipolis, het OCMW Antwerpen en de steden Antwerpen en Gent, startte het OCMW Gent de voorbereiding voor een toekomstig gemeenschappelijk boekhoudsysteem. Het is de bedoeling dat we op deze manier synergieën tussen de verschillende besturen realiseren, de kwaliteit van controle en rapportering verbeteren en tegelijk de vernieuwingen van het OCMW-decreet en de uitvoeringsbesluiten kunnen implementeren. Geert Vergaerde, adviseur Financiën
78
Aankoop en beheer van eigendommen Het OCMW Gent bezit kantoren, huizen, ontmoetingsruimtes, hoeves, landbouwgronden, bossen en zelfs jachtterreinen, zowel in België als in Nederland. Alle eigendommen en hun infrastructuur goed onderhouden en beheren is een omvangrijke opdracht. Verschillende diensten spelen hierbij een ondersteunende rol.
Beheer van het patrimonium OCMW Gent verpacht 476 eigendommen in België en 46 in Nederland. Daarnaast zijn er nog 78 erfpachters. Dat houdt in dat het OCMW de grond bezit, maar dat de woning op die grond van iemand anders is. We verhuren gebouwen, maar huren er zelf ook. Natuurlijke brengt dat een grote dossierlast met zich mee. Maar dat is nog niet alles. Bomen op OCMW-gronden moeten gekapt of gesnoeid worden, de hoeves vragen onderhouds- en herstellingswerken en schade aan OCMW-gebouwen moet administratief opgevolgd worden. Dit is een greep uit het takenpakket van de dienst Patrimonium, die instaat voor het volledige beheer van het privaat patrimonium in België en in Nederland. OCMW Gent bezat op 31 december 2008 in Oost- en West-Vlaanderen 2762ha 90a 88ca aan gronden: landbouwgronden:
2591ha 11a 53ca
(gekende) bouwgronden:
69ha 51a 99ca (waarvan 30ha 72a 92ca bebouwd)
bosgronden:
02ha 27a 36ca
Bouwen en verbouwen OCMW Gent wil blijven inspelen op actuele maatschappelijke noden en trends die de veranderende samenleving met zich meebrengt. Eén van de uitdagingen waar de organisatie voor staat, is onder andere het tekort aan aangepaste woningen voor cliënten en senioren. De wachtlijsten voor een plaatsje in een woonzorgcentrum of een sociale woning worden steeds langer. Het OCMW Gent heeft zich in het Beleidsplan 2007-20012 als doel gesteld aan die mensen meer woonmogelijkheden aan te bieden. Uitbreiding is daarom noodzakelijk. In 2008 waren er bouwprojecten aan de gang voor nieuwe seniorenwoningen en lokale dienstencentra. Dat vergt heel wat coördinatie tussen alle organisaties die deze projecten uitvoeren. De Zorgstrategische Cel neemt de coördinatietaak van alle bouwprojecten op zich, samen met de opvolging van de technische exploitatie contracten.
Het OCMW-patrimonium in cijfers - eind 2008 had het OCMW Gent 2762ha 90a 88ca aan eigendommen in België, dat is de oppervlakte van ongeveer 4 145 voetbalvelden; - de oppervlakte van de (landbouw)gronden in Nederland bedroeg 510ha 54a 28ca; - de opbrengst van de verkoop van eigendommen bedroeg 898.949 euro; - er werd voor 426.500 euro aan eigendommen aangekocht; - 905.860 euro bedroeg de opbrengst van verpachtingen en verhuringen.
79
De nieuwbouw voor de Vakantiewerking zal in 2010 af zijn.
Een optimale werkomgeving OCMW Gent hecht er groot belang aan dat alle personeelsleden in de beste omstandigheden hun job kunnen uitoefenen. Met mensen en voor mensen werken is een mooie, maar soms uitdagende opdracht die heel wat inzet vraagt. Een optimale werkomgeving voor alle medewerkers is dan ook geen overbodige luxe. De dienst Facility Management zorgt ervoor dat ruimtes zo efficiënt mogelijk worden ingevuld. Daarnaast staat Facility Management ook in voor verbouwingen, technische installaties, wegen- en groeninfrastructuur en vervoerslogistiek. Hiermee draagt de dienst bij tot een optimale bedrijfscontinuïteit.
80
Naast een mooie ruimte hebben personeelsleden natuurlijk ook basisbenodigdheden zoals een bureau, een stoel en kantoormateriaal nodig. De dienst Aankoop en Logistiek doet alle aankopen en bestellingen en regelt de aanbestedingen, offerteaanvragen en onderhandelingsprocedures. De dienst staat ook in voor de bevoorrading vanuit het centraal magazijn en de schoonmaak van de OCMWgebouwen.
• In 2008 kocht de dienst Aankoop en Logistiek ongeveer 30.000 verschillende producten aan, voor een totaal budget van 3.524.911 euro.
Nieuwbouw voor de Jongerenwerking De Vakantiewerking ‘Pagadder’ van het OCMW Gent heeft al jaren behoefte aan een eigen uitvalsbasis. De dienst organiseert een speelpleinwerking tijdens de schoolvakanties en een kamp in de zomervakantie. Voor de activiteiten moest steeds worden uitgeweken naar verschillende locaties. Maar nu is een definitieve oplossing op komst… In 2008 werden de plannen voltooid om de Jongerenwerking een eigen, vaste en gloednieuwe stek te geven. Architect Manuel Snauwaert van de dienst Facility Management tekende de nieuwbouw die in april 2010 moet af zijn. Het nieuwe gebouw komt op het Gentse Henry Storyplein. Waarom werd voor die locatie gekozen? Manuel Snauwaert, architect: Dat is zeker geen toeval. Het OCMW Gent huurde er vroeger ook al lokalen voor de Vakantiewerking. Maar in die verouderde gebouwen kon de veiligheid van de kinderen niet langer gegarandeerd worden. Daarom zocht de werking ergens anders een tijdelijk onderkomen. Met de nieuwbouw kunnen ze opnieuw op hun vertrouwde plek terecht. Het Henry Storyplein is trouwens dé plaats in Gent waar veel kinderen al jaren samenkomen om te spelen en te leren. Zowel de Stad Gent als het OCMW Gent organiseren er speelpleinwerking en er zijn een medisch pedagogisch instituut (MPI) en een stedelijk internaat.
dat er voldoende sanitair en een EHBO-hulppost aanwezig zijn. De keukenruimte zal kindvriendelijk worden ingericht en er zijn drie aparte speelruimtes. De volledige nieuwbouw zal in totaal een oppervlakte hebben van 511m2 en zal plaats bieden voor een 100-tal kinderen en 25 monitoren. Voldoende ruimte dus om te spelen en te ravotten. De indeling is duidelijk kindvriendelijk. Zijn er ook aan de buitenkant speciale kenmerken aan het gebouw? Manuel: Het gebouw zal energiezuinig en milieuvriendelijk zijn. Ondanks het feit dat er geen strenge eisen zijn naar isolatie, is er toch geopteerd om het gebouw zeer goed te isoleren, superisolerend glas te plaatsen en wordt er verwarmd met een condenserende ketel. Ook zal er regenwater gebruikt worden om de toiletten te spoelen. Tenslotte, wat is het prijskaartje voor het project? Manuel: De kosten voor de nieuwbouw worden in totaal op 770 000 euro geraamd. Het OCMW Gent betaalt zelf 595 000 euro. Het restbedrag van 175 000 euro komt uit middelen van het Grootstedenfonds van de federale overheid.
De nieuwbouw dient om er kinderen in onder te brengen. In hoeverre heb je daar rekening mee gehouden bij het tekenen van de plannen? Manuel: Het gebouw zal aan alle richtlijnen van Kind & Gezin voldoen. Dat wil onder andere zeggen dat er per kind een binnenspeelruimte is voorzien van 4m2 en
81
Indien u onze diensten wil contacteren: OCMW Gent Onderbergen 86 9000 Gent Algemeen nummer: 09 266 99 11 Website: www.ocmwgent.be
Colofon Eindredactie:
Klaas Maes
Redactie:
Bert Vandepoele
Sylvie Van De Putte
Marieke Debels
Veerle De Clercq
Geert Vergaerde Veerle De bruyn
Fotografie:
Werner Van den Oudenhoven
Lay-out:
www.magelaan.be
Drukwerk:
Drukkerij Newgoff,
9030 Mariakerke(Gent).
Kaleweg 5
Verantwoordelijke uitgever:
Luc Kupers
Onderbergen 86
82
Patricia De Vrieze
Secretaris OCMW Gent
9000 Gent