Impuls brede scholen, sport en cultuur 2008 – 2012 Inhoudelijke verantwoording 2010 – 2012 projectgroep ‘Combifuncties Onderwijs’
Den Haag, januari 2013 Brede impuls combinatiefuncties
Inhoudelijke verantwoording 2010 – 2012 projectgroep ‘Combifuncties Onderwijs’
Ondersteuningstraject Combinatiefuncties Primair en Voortgezet onderwijs namens de onderwijsbesturenorganisaties. Samenstelling projectgroep Combifuncties Onderwijs: Violette van Empel (projectleider), VBS Mirte van Hartingsveldt (projectsecretaris), VBS Eelco Dam, AVS Ron Davids, VKO Edward Moolenburgh, VBS E-mail:
[email protected] Website: www.combifunctiesonderwijs.nl
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Achtergrond en ontwikkelingen Achtergrond Impuls brede scholen, sport en cultuur Invoering en stand van zaken Uitbreiding Impuls: Brede impuls combinatiefuncties Doelstelling en doelgroep Combifuncties Onderwijs 2010-2012 Werkwijze Combifuncties Onderwijs
Hoofdstuk 2: 2.1 2.2 2.3
Ondersteuningsactiviteiten Ondersteuningsactiviteiten 2010 Ondersteuningsactiviteiten 2011 Ondersteuningsactiviteiten 2012
4 4 4 5 5 5
7 7 8 10
Hoofdstuk 3: Personele inzet 3.1 Projectgroep 3.2 Activiteiten
12 12 12
Hoofdstuk 4: Ontwikkelingen en verdere toekomst 4.1 Sport en bewegen 4.2 Onderwijs 4.3 Cultuur
13 13 13 14
Hoofdstuk 5: Aanbevelingen en tips voor de toekomst
15
Bijlage I: overzicht flyers en publicaties Combifuncties Onderwijs
17
3
Hoofdstuk 1: Achtergrond en ontwikkelingen Na vijf jaar intensieve samenwerking met VNG, NOC*NSF, de Cultuurformatie en Combifuncties Onderwijs is het cultuur- en sportaanbod op en rond (brede) scholen aanzienlijk uitgebreid. Steeds meer combinatiefuncties/buurtsportcoaches zijn aan de slag gegaan. In deze verantwoording gaan we in op de projectactiviteiten vanuit Combifuncties Onderwijs in de periode 2010 tot en met 2012.
Als onderdeel van de ‘Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur’ zijn door het Rijk middelen beschikbaar gesteld voor een meerjarig ondersteuningstraject. De contouren van het ondersteuningstraject waren in deze overeenkomst als volgt benoemd: ‘waarbij in ieder geval kennisoverdracht en –uitwisseling wordt bevorderd en ondersteuning wordt geleverd afgestemd op de behoefte van gemeenten en andere partijen.’
1.1 Achtergrond Impuls brede scholen, sport en cultuur
De projectgroep Combifuncties Onderwijs richtte zich met haar ondersteuning van 2008 tot en met 2012 op ‘de behoefte van het primair en voortgezet onderwijs’. Het ondersteuningsaanbod vanuit de projectgroep was erop gericht om enerzijds de potentieel geïnteresseerde scholen in beeld te krijgen en anderzijds scholen en gemeenten te informeren, interesseren en te stimuleren gebruik te maken van de mogelijkheden die de Impuls biedt. Omdat in alle gevallen van de Impuls in de gemeenten, scholen worden betrokken op de thema’s sport en cultuur is nauwgezette en intensieve samenwerking met koppeling aan de landelijke ondersteuningsstructuur efficiënt en effectief. Met de specifieke ondersteuning vanuit de projectgroep Combifuncties Onderwijs wordt bedoeld, vraaggerichte ondersteuning voor het primair en voortgezet onderwijs; deze ondersteuning werd vanuit de algemene ondersteuning niet gegeven.
Op 10 december 2007 is de kaderstellende overeenkomst ‘Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur’ door de bewindslieden van OCW en VWS en de organisaties VNG, NOC*NSF, VBS (namens de gezamenlijke bestuurlijke onderwijsorganisaties) en de Cultuurformatie ondertekend. Hiermee heeft het Rijk samen met gemeenten en de onderwijs-, sport- en cultuursector een structurele Impuls willen geven aan de realisering van in totaal 2.250 fte1 combinatiefuncties onderwijs, sport en cultuur in 2012. De samenwerking tussen de sectoren onderwijs, sport en cultuur heeft hierbij tevens bij uitstek vorm en inhoud gekregen. De Impuls brede scholen, sport en cultuur (hierna: Impuls) had meerdere doelen: • de uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken; • de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; • het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; • het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.
1
Het oorspronkelijk aantal te realiseren fte bedroeg 2.500. Dit aantal is in november 2009 naar 2.250 fte bijgesteld, naar aanleiding van de ophoging van het normbedrag voor de aanstelling van een combinatiefunctionaris.
4
1.2 Invoering en stand van zaken Vanaf 2008 zijn gemeenten gestart om combinatiefunctionarissen op basis van de Impuls in te voeren. Oplopend in tranches is hiertoe een budget aan gemeenten toegekend om de combinatiefuncties te realiseren. In 2008 is de eerste tranche beschikbaar gekomen voor de G31-gemeenten. Na 2009 volgden nog drie tranches waarbij alle overige Nederlandse gemeenten aan de beurt zijn gekomen. Deelname aan de Impuls is vrijwillig en de rijksbijdrage is structureel. In het eerste jaar bedroeg de rijksfinanciering 100% en vanaf het tweede jaar draagt de rijksoverheid 40% bij. 60% moet vanuit de gemeenten (of middels cofinanciering door derde partijen) bijgedragen worden. Eind 2009 heeft een wijziging op de oorspronkelijke afspraken plaatsgevonden. Het normaantal fte voor 2012 is vanwege een verhoging van het normbedrag bijgesteld van 2.500 fte naar 2.250 fte. Deze ophoging van het normbedrag (naar 50.000 euro per fte) stelt gemeenten en sectoren in staat om kwalitatief goed personeel aan te stellen. Voor 1 oktober 2011 konden gemeenten aangeven of zij voor 60%, 80% of 100% van het voor de gemeente oorspronkelijk per 2012 geldende aantal formatieplaatsen wilden gaan. Dit heeft invloed gehad op het te realiseren aantal formatieplaatsen.
Vanaf 2012 stelt het ministerie van VWS oplopend extra middelen beschikbaar voor 1100 buurtsportcoaches, waardoor er in 2013 in totaal 2900 fte combinatiefuncties kunnen worden gerealiseerd. In 2012 doen 373 gemeenten mee aan de Brede impuls combinatiefuncties en deze gemeenten realiseren 2362 fte’s2. Vanaf 1 januari 2013 hebben 378 gemeenten ingetekend voor 2.744 fte aan combinatiefuncties3. De verdeling van combinatiefuncties over de sectoren is als volgt (januari 2012)4: • sportsector 569,7 fte • primair onderwijs 475,4 fte • cultuursector 158,2 fte • voortgezet onderwijs 104,2 fte • overig (coördinator) 53,4 fte
1.3 Uitbreiding Impuls: Brede impuls combinatiefuncties Gezien de succesvolle inzet van combinatiefuncties op en rond de school, bij de sportverenigingen en in de cultuursector, heeft de minister van VWS in 2012 besloten meer combinatiefuncties te realiseren die met een verbrede inzet nog meer mensen kunnen laten sporten en bewegen in de buurt. Deze combinatiefuncties worden ‘buurtsportcoaches’ genoemd. Naast de bestaande doelen op het terrein van onderwijs, sport en cultuur, wordt ingezet op het beter verbinden van de sportsector met onder meer de volgende sectoren: zorg, welzijn, kinderopvang, jeugdzorg en bedrijfsleven. Door deze uitbreiding van de Impuls, kunnen eind 2013 in totaal 2.900 fte’s gerealiseerd worden (dit is inclusief de huidige combinatiefuncties). De afspraken hierover zijn vastgelegd in een addendum op de ‘Bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen, sport en cultuur’ dat op 13 februari 2012 is ondertekend door de minister van VWS, mede namens de minister van OCW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Beide impulsen worden gecombineerd en dragen sinds 2012 de naam ‘Brede impuls combinatiefuncties’. Het ministerie van VWS stelt aan gemeenten per 1 januari 2012 een structureel bedrag van 8 miljoen extra beschikbaar. Op 1 januari 2013 zal er nogmaals 11 miljoen extra structureel beschikbaar komen voor buurtsportcoaches. Deze medewerkers organiseren een sport- en beweegaanbod in de buurt, maken een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren zoals welzijn, 2
Junicirculaire gemeentefonds 2012.
3
Brief Ministerie VWS, inzet buurtsportcoaches januari 2013.
4
Monitor Impuls brede school, sport en cultuur over 2011, (BMC 2012). Totaal is wat lager omdat niet alle gemeenten een uitsplitsing naar sector kon maken.
5
gezondheidszorg, bedrijven, kinderopvang, jeugdzorg en onderwijs. Er is altijd sprake van een combinatie met sport en bewegen.
1.4 Doelstelling en doelgroep Combifuncties Onderwijs 2010-2012 De projectgroep Combifuncties Onderwijs richtte zich met haar ondersteuning van 2008 tot en met 2012 op ‘de behoefte van het primair en voortgezet onderwijs’. De doelstelling en doelgroep was als volgt verwoord in het projectplan Combifuncties Onderwijs 2010-2012: De doelstelling van het specifieke ondersteuningstraject van de projectgroep Combifuncties Onderwijs is ‘het creëren van draagvlak voor het werken met combinatiefuncties sport en cultuur in het primair en voortgezet onderwijs en de deelnemende scholen bij de invoering van de Impuls ondersteunen en inhoudelijk faciliteren.’ De doelgroep wordt gevormd door scholen in het primair en voortgezet onderwijs die: • nog niet deelnemen aan de Impuls. Het gaat hierbij om scholen die geïnformeerd, gestimuleerd en gemotiveerd moeten worden; • gaan deelnemen aan de Impuls en de uitwerking in overleg met gemeente en betrokken verenigingen moeten vormgeven; • al enige tijd aan de Impuls deelnemen. De projectgroep Combifuncties Onderwijs beschouwt de inzet van de combinatiefunctionaris sport en cultuur als een mogelijke stimulerende eerste aanzet tot de ontwikkeling van een brede school. Zodoende is de projectgroep van mening dat bij het aanbod van activiteiten door partijen van de Impuls geen onderscheid tussen brede scholen of (nog) niet-brede scholen gemaakt zou moeten worden.
1.5
Werkwijze Combifuncties Onderwijs
Met de DUO-beschikking d.d. 18 oktober 2010 is aan de projectgroep Combifuncties Onderwijs subsidie toegekend voor het verlenen van specifieke ondersteuning aan het primair en voortgezet onderwijs in het kader van de Impuls. Deze ondersteuning is van start gegaan in 2008 en was naar verwachting tot en met 2012 nodig. Bijgaande inhoudelijke verantwoording bevat de verantwoording over de projectperiode 2010-2012 van de projectactiviteiten Combifuncties Onderwijs. Jaarlijks is in deze periode de begroting en activiteitenplan voor het daarop volgende jaar ingediend bij het ministerie van OCW, met daarin inbegrepen een verslag van activiteiten over het voorliggende jaar.
• 6 juli 2010 projectplan en subsidieverzoek 20102012. Deze is op 18 oktober 2010 akkoord bevonden door het ministerie van OCW. • 31 januari 2011 projectplan en begroting 2011. Op 6 juli 2011 akkoord ontvangen van het ministerie van OCW. • 15 december 2011 begroting en activiteitenplan 2012. Op 28 februari 2012 akkoord ontvangen van het ministerie van OCW. In bijgaande verantwoording is gebruik gemaakt van de eerder ingediende inhoudelijke verantwoordingen. Aanvullend is de inhoudelijke verantwoording over 2012 opgenomen.
6
Hoofdstuk 2: Ondersteuningsactiviteiten De ervaringen met combinatiefuncties zijn positief en betrokkenen zijn enthousiast. Door de komst van combinatiefunctionarissen is er op scholen meer aanbod van sport en zijn er meer cultuuractiviteiten. De Impuls blijkt een succes en de uitvoering ervan heeft inmiddels al geleid tot ruim 1.800 fte aangestelde combinatiefunctionarissen (stand van zaken januari 2012). Dit aantal wordt de komende jaren uitgebreid tot 2.900 fte buurtsportcoaches/ combinatiefuncties. Onderstaand blikken we terug op de uitgevoerde activiteiten van de projectgroep Combifuncties Onderwijs.
2.1
Ondersteuningsactiviteiten 2010
In 2010 zijn de derde tranche-gemeenten van start gegaan. De kleinere dorpskernen uit de derde (en vierde) tranche vormden een fijnmazig netwerk als het gaat om de invoering van de combinatiefuncties sport en cultuur. De aantallen fte moesten over verschillende gemeenten verdeeld worden. De gerichte voorlichting aan scholen en schoolbesturen uit de achterblijvende gemeenten en het fijnmaziger netwerk dat werd gevormd door gemeenten uit de derde en vierde tranche leidde tot een toename van de vraag naar gerichte lokale ondersteuning. Hiermee kwam er een belangrijke accentverschuiving ten opzichte van de ondersteuningsactiviteiten in 2008 en 2009: van het geven van algemene voorlichting en vraag gestuurde ondersteuning is de projectgroep zich pro-actief gaan richten op concrete ondersteuning bij de inzet van de combinatiefuncties sport en cultuur, afgestemd op de lokale situatie. De activiteiten vanuit de projectgroep Combifuncties Onderwijs uit 2010 samengevat: Ondersteuning en nazorg: • Via mailings en belrondes zijn scholen en schoolbesturen uit achterblijvende tweede tranchegemeenten en startende derde tranche-gemeenten benaderd om het ondersteuningsaanbod van de projectgroep onder de aandacht te brengen. • Via mail en/of telefoon zijn binnengekomen helpdeskvragen beantwoord. • Er is een start gemaakt met een overzicht van combinatiefunctionarissen en scholen uit deelnemende gemeenten. • Op verzoek van scholen en gemeenten is lokale ondersteuning geboden. Monitoring: • De projectgroep heeft een monitor laten uitvoeren om de resultaten van de inspanningen te meten. Deze monitor heeft drie keer plaatsgevonden: maart
7
2009, juni 2010 en april 2011. Uit de resultaten van de tweede monitoring (Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2010, projectgroep Combifuncties Onderwijs) blijkt dat de bekendheid met de Impuls licht is gestegen, zo ook de mate waarin de respondenten geïnformeerd zijn over de combinatiefuncties. Van de respondenten weet 83% wat de Impuls inhoudt, dat is een stijging van meer dan een kwart. De inspanning die is verricht om de bekendheid van de Impuls te vergroten heeft vooral haar vruchten afgeworpen op inhoudelijk terrein. Kennisdeling: • Via de website www.combifunctiesonderwijs.nl zijn scholen op de hoogte gehouden van actualiteiten over de Impuls. • De projectgroep heeft twee periodieke informatieve flyers uitgebracht. • De publicatie ‘Resultaten Monitor Combifuncties 2010’ is verschenen. • Er is een thematische publicatie ‘Aan het werk in een combinatiefunctie: combinatiefuncties conform cao’s en voorbeelden uit de praktijk’ verschenen. • In onderwijsvakbladen zijn over de Impuls negen artikelen verschenen. • In de maanden april en mei zijn drie regiobijeenkomsten georganiseerd. Deze werden door de ongeveer 120 deelnemers over het algemeen als nuttig en informatief beoordeeld. • Op verzoek van de VSG ondersteunde de projectgroep hun regiobijeenkomsten over alle provincies. • Tijdens diverse bijeenkomsten zijn presentaties verzorgd. • In juni vond de startbijeenkomst voor de derde tranche gemeenten plaats in Den Bosch. Vanuit de projectgroep is een presentatie verzorgd. • In oktober is tijdens het zevende brede school congres een presentatie verzorgd. • Op de Nationale Kennisdag in Amsterdam heeft de projectgroep drie workshops verzorgd. • De projectgroep heeft contact gezocht met de Stichting Vlaamse Schoolsport en naar aanleiding van deze ontmoeting is een informatief artikel geschreven over onderwijs en sportstimulering in België (in relatie tot de Impuls). Op uitnodiging van de projectgroep heeft de Stichting Vlaamse Schoolsport tijdens de Nationale Kennisdag een drukbezochte workshop verzorgd. • De projectgroep is in 2010 benaderd door het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Met het SBO is vervolgens (over de periode 20102011) een actieve samenwerking ontstaan rond combinatiefuncties in het VO (gesubsidieerd door de sectortafel VO).
Projectmanagement: • In 2010 heeft overleg met het projectteam, de partners (onder meer tijdens het Breed Overleg) en het ministerie van OCW plaatsgevonden.
2.2
Ondersteuningsactiviteiten 2011
In 2011 zijn de vierde tranche gemeenten van start gegaan. Om de implementatie te stroomlijnen is in 2011 het ‘alles of niet principe’ losgelaten. Voor sommige gemeenten bleek dit principe soms een obstakel. Om deze reden is de mogelijkheid geboden aan gemeenten om in te kunnen tekenen op 60-80-100% van het oorspronkelijke aantal fte combinatiefunctionarissen. In 2011 heeft de projectgroep Combifuncties Onderwijs de nadruk gelegd op vier categorieën activiteiten: ondersteuning en nazorg, monitoring, kennisdeling en projectmanagement. In deze categorieën heeft de projectgroep de volgende activiteiten verricht: Ondersteuning en nazorg: • Via mail en/of telefoon zijn binnengekomen helpdeskvragen beantwoord. Via mail zijn minstens 76 vragen ontvangen en beantwoord. Het aantal vragen per telefoon is niet geregistreerd. • De projectgroep ondersteunde lokale partners bij het tot stand brengen of in stand houden van combinatiefunctionarissen. • Er zijn in mei en juni zes regiobijeenkomsten voor combinatiefuncties in het onderwijs georganiseerd, in samenwerking met de lerende netwerken van de VSG. • In september en oktober hebben regiobijeenkomsten en lerende netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden gericht op ondersteuning ten behoeve van kleinere gemeenten. • Naar aanleiding van de uitgevoerde monitor (Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011) heeft de projectgroep 58 scholen gericht benaderd over vragen of opmerkingen naar aanleiding van de monitor. • Naar aanleiding van overzichten van de VSG voor wat betreft de deelname van gemeenten aan de Impuls zijn gerichte belrondes uitgevoerd. Monitoring: • Er is een start gemaakt met het in kaart brengen van de combinatiefunctionarissen in Nederland. Hiertoe is een lijst opgesteld van combinatiefunctionarissen in Nederland. • De projectgroep heeft een monitor laten uitvoeren om de resultaten van de inspanningen te meten. Deze monitor heeft drie keer plaatsgevonden: maart
8
2009, juni 2010 en april 2011. In 2011 lag de nadruk op de behoefte die scholen zouden kunnen hebben aan nazorg. Uit de Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 kwam naar voren dat de bekendheid met de Impuls 91% is, waarvan 87% daadwerkelijk weet wat de Impuls inhoudt. Kennisdeling: • Via de website www.combifunctiesonderwijs.nl zijn scholen op de hoogte gehouden van actualiteiten over de Impuls. • De projectgroep heeft drie periodieke informatieve flyers uitgebracht en vier thematische flyers: - Effecten van de inzet van combinatiefuncties in het onderwijs (december 2011). - Combinatiefuncties in het voortgezet onderwijs: bundeling middelen en functieprofielen (2011). - Aan het werk met combinatiefuncties in het vo (maart 2011). - Ondersteuning bij lokale evaluatie (2011/2012). • De publicatie ‘Resultaten Monitor Combifuncties 2011’ is verschenen. • Een thematische publicatie ‘Aan het werk in een combinatiefunctie: werkgeverschap en personeelsbeleid’ is in maart 2011 uitgebracht. • In de onderwijsvakbladen zijn er artikelen over de Impuls verschenen. • Op de Nationale Kennisdag in Amsterdam heeft de projectgroep vier workshops verzorgd. • Tijdens diverse bijeenkomsten (bovengenoemde regiobijeenkomsten en lerende netwerken en de NOT in januari 2011) zijn presentaties verzorgd. • De projectgroep is in 2010 benaderd door het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) voor een projectactiviteit speciaal gericht op het VO, en gefinancierd door het SBO. In 2011 is deze activiteit afgerond. Onder meer is een speciale flyer voor het VO uitgegeven. In bijgaand kader zijn resultaten en conclusies kort weergegeven. • In 2011 is een onderzoek gestart naar de effecten van combinatiefuncties in het onderwijs. Het onderzoek is uitgevoerd door Oberon en Stichting Onderwijs Vraagt Kennis. De eerste resultaten zijn gepresenteerd tijdens de vierde Nationale Kennisdag op 8 december 2011, waar eveneens een website is gelanceerd met de resultaten van het Onderzoek en een flyer met de resultaten. Projectmanagement: • In 2011 heeft overleg met het projectteam, de partners (onder meer tijdens het Breed Overleg) en het ministerie van OCW plaatsgevonden.
Resultaten en conclusies VO Het doel was om combinatiefuncties onder de aandacht te brengen van de VO-scholen en lokale processen, voor zover die al op gang waren gekomen of om welke redenen dan ook stokten, verder te helpen. Het denkproces binnen scholen vergt tijd evenals het proces om uiteindelijk tot aanstelling van een combinatiefunctionaris te komen. Door de inspanningen van de samenwerking met het SBO zijn meer VO-scholen geïnteresseerd geraakt. Dit kwam ook door het delen van succesverhalen van andere scholen. Door een flexibele aanpak en maatwerk vanuit het project, zoals de productie en verspreiding van de brochure en de flyer, de bijeenkomsten en de schoolbezoeken was het daadwerkelijk een extra impuls. Het einde van het project met het SBO betekende dat de follow-up ten aanzien van de scholen waarmee binnen het project contact is gelegd en onderhouden, weer een plek heeft gekregen in de reguliere projectactiviteiten van project Combifuncties Onderwijs. Enkele gegeven korte conclusies op basis van de praktijkervaring die van belang waren en zijn voor de toekomst: • Binnen het VO wordt de combinatiefunctionaris in een strategisch kader bezien. Het is niet zomaar een regeling, maar het maakt onderdeel uit van een bredere visie. Zaken als eigen bijdrage en rechtspositie die in het PO vaak een grote rol spelen, spelen minder in het VO. Als men de toegevoegde waarde ziet voor de eigen school en de positionering van de school zal men er sneller voor gaan. • Meer en meer zien we dat er op lokaal niveau, maar ook op schoolniveau wordt gekeken naar bundeling van middelen. Op deze trend en behoefte in een tijd van bezuinigingen hebben we ingespeeld door middel van extra uitgebrachte flyer vanuit de projectgroep Combifuncties Onderwijs. • Veel VO scholen pleiten voor sterkere betrokkenheid van het lokale welzijns- en jongerenwerk bij de combinatiefunctionarissen. • Wanneer scholen (zowel VO en PO) met elkaar lokaal om de tafel zitten ontstaan vaak de beste initiatieven. Dan gaat het echt over ‘onze leerlingen’ die ook van PO naar VO gaan. • Juist omdat het VO minder problemen heeft met het aanstellen van personeel en co-financiering kan zij lokaal als trekker fungeren van de combinatiefuncties. • Gemeenten die geen VO school of VO locatie hebben ontvangen wel middelen ten behoeve van de VO leerlingen in hun gemeente. Gemeenten zouden er meer op gewezen moeten worden dat zij ook voor het VO een verantwoordelijkheid hebben. Meer intergemeentelijke samenwerking kan daarbij een optie zijn.
9
2.3
Ondersteuningsactiviteiten 2012
2012 was het laatste jaar waarin werkzaamheden voor Combifuncties Onderwijs, op basis van de subsidie vanuit het ministerie van OCW over 2010-2012, zijn uitgevoerd. Na 2012 stopt deze subsidie die was verstrekt voor de ondersteuning van het onderwijsveld bij het implementeren van combinatiefuncties. In 2012 is het project een andere fase in gegaan. Dat gold niet alleen voor de projectgroep Combifuncties Onderwijs, maar ook voor de deeltrajecten van de partners. Tot en met 2011 waren de activiteiten nog sterk gericht op voorlichting en communicatie. Eind 2011 stelde de projectgroep Combifuncties Onderwijs vast dat de doelen op dat terrein waren behaald. Dit bleek uit de hoge scores uit de uitgevoerde monitor. In het jaar 2012 stonden de ondersteuningsactiviteiten meer in het teken van evalueren en consolideren. De activiteiten waren gericht op het consolideren van het behaalde succes en het creëren van de voorwaarden, zodat het succes verder kan worden gedragen na 2012. In de loop van 2012 is er een aantal activiteiten bijgekomen en veranderd. Zo was op het moment dat het activiteitenplan voor 2012 opgesteld werd, nog niet duidelijk of de extra activiteiten vanuit het ministerie van VWS zouden leiden tot additionele of verlengde inzet van één of meerdere van de partners. Begin 2012 kwam daar duidelijkheid over. De partners VSG en NOC*NSF waren vanaf 2012 als partner verder betrokken bij de uitbreiding van de Impuls met de buurtsportcoach. Hierin staat sport en bewegen centraal. Voor de Cultuurformatie en de projectgroep Combifuncties Onderwijs gold deze betrokkenheid op basis van een bestuursakkoord niet. Onderwijs en cultuur vormen wel één van de vele sectoren waarop de buurtsportcoach kan worden ingezet. De projectgroep Combifuncties Onderwijs is in 2012 daarom wel betrokken geweest bij activiteiten gericht op de buurtsportcoach. Dit betekende dat in de loop van 2012 er een aantal activiteiten is bijgekomen en veranderd. Dit is in de tussenrapportage activiteiten Combifuncties Onderwijs en focus tweede helft 2012 beschreven en besproken met het ministerie van OCW. In 2012 voerde de projectgroep Combifuncties Onderwijs ondersteuningsactiviteiten uit op vier categorieën: evaluatie en borging, ondersteuning en nazorg, kennisdeling en projectmanagement. In deze categorieën heeft de projectgroep de volgende activiteiten verricht: Evaluatie en borging: • De projectgroep leverde het gehele jaar specifieke dienstverlening gericht op evaluatie en verbetering van de gegroeide praktijk. Deze dienstverlening was erop gericht om samen met de lokale partners
10
te evalueren en de samenwerking te borgen. Om het dienstverleningsaanbod van Combifuncties Onderwijs onder de aandacht te brengen is de flyer ‘ondersteuning bij lokale evaluatie’ uitgebracht. • De projectgroep heeft in de eerste helft van 2012 inhoudelijke input geleverd aan de werkgroep flankerend beleid buurtsportcoaches. De projectleider heeft zitting genomen in de werkgroep. Deze activiteit betrof een uitbreiding t.o.v. het overeengekomen activiteitenplan voor 2012. • De projectgroep heeft inhoudelijke input geleverd aan de taskforce Belemmeringen Sport en Bewegen in de Buurt. De bestuurder had zitting in deze taskforce. Deze activiteit betrof een uitbreiding t.o.v. het overeengekomen activiteitenplan voor 2012. • De projectgroep heeft in juni op elf lerende netwerkbijeenkomsten de workshop met het thema ‘leren van de ervaringen met combinatiefuncties’ verzorgd. • In het najaar heeft de projectgroep op zeven lerende netwerkbijeenkomsten een workshop verzorgd met het thema ‘naar nieuwe verbindingen: kansen voor combinatiefuncties en buurtsportcoach’. Dit betrof een uitbreiding ten opzichte van het activiteitenplan 2012. • In september heeft de projectgroep op de Kennisdag Combinatiefunctionaris van de Hogeschool van Amsterdam een workshop verzorgd met het thema ‘naar nieuwe verbindingen’. • De bestaande netwerken voor combinatiefunctionarissen zijn geïnventariseerd en de behoeften van de combinatiefunctionarissen op dit gebied zijn nader verkend. De netwerkactiviteiten vanuit de projectgroep hebben in het teken gestaan van verbinden en borgen. Bestaande netwerken zijn onder de aandacht gebracht via de website www. combifunctiesonderwijs.nl en de digitale nieuwsbrief. Met deze digitale nieuwsbrief is de projectgroep in 2012 gestart, als vervolg op de eerder periodiek uitgebrachte flyers. • In 2012 is een onderzoek uitgevoerd naar het HRM beleid in relatie tot de combinatiefunctionaris. De onderzoeksresultaten zijn in juni 2012 gepubliceerd in een flyer ‘de combinatiefunctionaris als werknemer’. Het onderzoek is onder de aandacht gebracht via de website, de digitale nieuwsbrief van de projectgroep en verschillende bijeenkomsten (zoals expertmeeting juni, lerende netwerken en Nationale Kennisdag). • Op 6 juni 2012 heeft de projectgroep in samenwerking met de VSG de expertmeeting Combinatiefuncties ‘leren van onderzoek en praktijk’ georganiseerd. Met een select gezelschap, bestaande uit onderzoekers, combinatiefunctionarissen, gemeenten, werkgevers, samenwerkingspartners, zelfstandig adviseurs en experts vanuit de verschillende sectoren (onderwijs, sport en cultuur) zijn opgedane ervaringen met de combinatiefuncties in de onderwijs- en sport- of cultuursector uitgewisseld. Het was een inspirerend programma waarbij in vogelvlucht een aantal onderzoeken is
belicht en besproken. In rondetafelgesprekken zijn de opbrengsten van de onderzoeken gekoppeld aan de ervaringen van de aanwezige experts. De resultaten zijn gepubliceerd in een flyer ‘Combinatiefuncties ‘leren van onderzoek en praktijk’ waar staan we nu en tips voor de toekomst’ met in vogelvlucht de huidige situatie en tips voor de toekomst met oog op de combinatiefunctie/ buurtsportcoach. De flyer (juli 2012) is verspreid via de lerende netwerken en via de digitale nieuwsbrief van de projectgroep Combifuncties Onderwijs. • Het onderzoekrapport naar de effecten van Combinatiefuncties in het Onderwijs dat in 2011 is gestart, is in maart 2012 verschenen. Het onderzoeksrapport is (in digitale vorm) via de nieuwsbrief Combifuncties Onderwijs en website www.combifunctiesonderwijs.nl verspreid. De resultaten zijn gepresenteerd tijdens de expertmeeting op 6 juni 2012. Tevens is de hardcopy van het onderzoeksrapport op deze expertmeeting uitgebracht en (via de VSG) verspreid op de lerende netwerken. • De projectgroep heeft meegewerkt aan de Nationale Kennisdag in Den Haag: Samen Lokaal Vitaal op 13 december 2012 in samenwerking met partners. Tijdens de Nationale Kennisdag heeft de projectgroep drie workshops verzorgd: - Samen verantwoordelijk voor passend onderwijs. - Leren van ervaringen met combinatiefuncties: tips voor de toekomst! - Naar nieuwe verbindingen met onderwijs en sport Daarnaast heeft een lid van de projectgroep Onderwijs deelgenomen aan de werkgroep stimuleringsprijs. Deze activiteit betrof een uitbreiding t.o.v. het overeengekomen activiteitenplan voor 2012. • Eind 2012 is deze verantwoordingsrapportage (‘testament en inhoudelijke projectverantwoording’) opgesteld. In de flyer ‘Leren van onderzoek en praktijk’ zijn aanbevelingen en tips voor de toekomst gegeven. De borging van de combinatiefunctionaris/ buurtsportcoach wordt de komende jaren (2013-2016) voortgezet als onderdeel van de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en een Gezonde Leefstijl (SBGL). In hoofdstuk 4 wordt daar nader op in gegaan. • In 2012 hebben diverse gesprekken plaatsgevonden met oog op de ‘mogelijkheden na 2012’ en borging van de kennis, expertise en ervaring die is opgedaan in de achterliggende projectperiode van de projectgroep Combifuncties Onderwijs. Deze activiteiten zijn succesvol geweest. De kennis, expertise en ervaring van de afgelopen jaren met oog op de combinatiefuncties worden doorgezet in de ‘expertrol’ buurtsportcoach binnen de Onderwijsagenda SBGL in en rondom de school (2012 – 2016). Zoals eerder aangegeven gaat hoofdstuk 4 hier nader op in.
11
Ondersteuning en nazorg: • Op verzoek en naar aanleiding van bijeenkomsten (sportbonden, scholen, gemeenten, Vlaanderen) heeft de projectgroep algemene ondersteuning geleverd aan scholen en gemeenten die aan de slag zijn of willen met combinatiefuncties. • Via mail en/of telefoon zijn binnengekomen helpdeskvragen beantwoord. • De projectgroep ondersteunde lokale partners bij het tot stand brengen of in stand houden van combinatiefunctionarissen. Kennisdeling: • De website www.combifunctiesonderwijs.nl is geactualiseerd. • Doorlopend zijn in 2012 nieuwsberichten op de website geplaatst om partijen op de hoogte te houden van ontwikkelingen in de Impuls. • Netwerkactiviteiten zijn verder onder de aandacht gebracht via de website. • In 2012 is de projectgroep gaan werken met een digitale nieuwsbrief in plaats van de hardcopy periodieke flyers. De digitale nieuwsbrief is in 2012 vier keer verschenen (april, juni, september, december). Eind 2012 heeft de nieuwsbrief circa 600 abonnees. Het mailbestand is gebruikt om actuele ontwikkelingen extra onder de aandacht te brengen (o.a. extra mailing stimuleringsprijs). • Publicaties en flyers zijn uitgebracht, met als nadruk evaluatie van de activiteiten van de afgelopen jaren, en de leerervaringen daaruit. O.a.: - Flyer ondersteuning bij lokale evaluatie is uitgebracht (begin 2012). - Flyer ‘de Combinatiefunctionaris als werknemer’ naar aanleiding van het HRM onderzoek is uitgebracht (juni 2012). - De flyer ‘Combinatiefuncties ‘Leren van onderzoek en praktijk’, waar staan we nu en tips voor de toekomst’ is uitgebracht (juli 2012). - Het onderzoeksrapport ‘Effecten van de inzet van combinatiefuncties in het onderwijs’ is gepubliceerd (maart 2012). • In de onderwijsvakbladen zijn er artikelen over de Impuls verschenen. Projectmanagement: • In 2012 heeft overleg met het projectteam, de partners (onder meer tijdens het Breed Overleg) en het ministerie van OCW plaatsgevonden. • De financiële verantwoording inclusief accountantscontrole van de projectperiode 20102012 is voorbereid.
Hoofdstuk 3: Personele inzet 3.1 Projectgroep De projectgroep Combifuncties Onderwijs: • heeft de ondersteuningsactiviteiten uitgevoerd op basis van het door de opdrachtgever geaccordeerde projectplan; • was verantwoordelijk voor de realisatie van de activiteiten uit het projectplan. De projectgroep bestond uit vijf personen, afkomstig uit verschillende besturenorganisaties en de AVS. In haar laatste samenstelling (vanaf 1 januari 2012) bestond de projectgroep uit de volgende personen: • projectleider (Violette van Empel, senior adviseur VBS); • projectsecretaris (Mirte van Hartingsveldt, senior adviseur VBS); • drie adviseurs (Eelco Dam, senior adviseur AVS / Ron Davids, senior adviseur VKO / Edward Moolenburgh, senior adviseur VBS). Voorts waren, op basis van specialistische kennis en vaardigheden, adviseurs van de besturenorganisaties en de AVS nauw bij de uitvoering van projectactiviteiten betrokken. Op deze wijze kon het projectteam expertise benutten, zoals op het gebied van HRM of monitoring. De bestuurder (Simon Steen, algemeen directeur VBS) trad op als bestuurlijk overlegpartner van het Rijk.
3.2 Activiteiten Onderstaand zijn de activiteiten van de projectleden weergegeven. De projectmedewerkers legden verantwoording af aan de projectleider. Functieomschrijving projectleider • aansturen van het projectteam; • voeren van regulier afstemmingsoverleg met het ministerie van OCW; • tactische en operationele afstemming met de landelijke projectleider (VSG); • operationele afstemming met overige stakeholders en projecten gerelateerd aan de invoering van de Impuls; • verzorgen van presentaties en leiden van workshops; • budgetverantwoordelijke; • bewaken van de voortgang van opdrachten die aan externen worden verstrekt. Functieomschrijving projectsecretaris • schrijven van projectdocumenten; • inhoudelijk voorbereiden en notuleren van overleggen; • leveren van inhoudelijke input ten aanzien van publicaties; • schrijven van flyers, artikelen en good practices;
12
• logistieke organisatie rondom publicaties; • verzorgen van presentaties en leiden van workshops; • bieden van ondersteuning aan scholen, schoolbesturen en hun gemeenten; • continu actualiseren van de website; • beantwoorden van helpdeskvragen; • inhoudelijke en logistieke organisatie van bijeenkomsten; • inrichten van informatiestands bij onderwijscongressen; • het monitoren van de activiteiten in relatie tot de jaarplanning in het projectplan; • budgetbeheerder. Functieomschrijving adviseurs • leveren van inhoudelijke input ten aanzien van publicaties, website; • schrijven van flyers, artikelen en good practices; • beantwoorden van helpdeskvragen; • verzorgen van presentaties en leiden van workshops; • bijdragen aan de inhoudelijke voorbereiding van bijeenkomsten; • bieden van (lokale) ondersteuning aan scholen, schoolbesturen en hun gemeenten; • projectbijeenkomsten/afstemming.
Hoofdstuk 4: Ontwikkelingen per sector 4.1
Sport en bewegen
Om gemeenten te ondersteunen in het creëren van voldoende sport- en beweegaanbod voor alle inwoners van jong tot oud, investeerde het ministerie van VWS vanaf 2012 in de uitbreiding en een bredere inzet van combinatiefuncties met extra buurtsportcoaches. De nieuwe bestuurlijke afspraken zijn een aanvulling op de bestaande Impuls. Vanaf 2012 is de Impuls (Impuls brede scholen, sport en cultuur) verder gegaan onder de naam Brede impuls combinatiefuncties. Deze richt zich op de realisatie van combinatiefuncties, inclusief buurtsportcoaches. De buurtsportcoaches zijn combinatiefuncties. Ze zijn werkzaam in de sportsector in combinatie met tenminste één andere sector. Dit kan, zoals bij de huidige combinatiefuncties, de onderwijs en/of cultuursector zijn, maar is ook mogelijk in combinatie met andere sectoren zoals welzijn, bedrijfsleven, gezondheidszorg en buitenschoolse opvang/kinderopvang. In 2013 kunnen in totaal 2.900 fte combinatiefuncties/buurtsportcoaches worden gerealiseerd. Doordat zij zowel werkzaam zijn bij een sport- of beweegaanbieder als in tenminste één andere sector, dragen zij eraan bij dat meer mensen in hun eigen nabije omgeving kunnen sporten en bewegen. Het landelijk projectbureau Sport en Bewegen in de Buurt (waar de invoering van de buurtsportcoach een onderdeel van uit maakt) is bij de VSG gepositioneerd. Betrokken bestuurlijke partners zijn het ministerie van VWS, NOC*NSF, VNG, VNO-NCW, MKB Nederland, NISB en VSG. Informatie wordt verspreid via www.sportindebuurt.nl.
4.2 Onderwijs Vanaf januari 2013 worden (deel)activiteiten van de projectgroep Combifuncties Onderwijs (kennis, ervaring en expertise vanuit de projectgroep) verder voortgezet in de rol van ‘landelijke expert’ buurtsportcoach, als onderdeel van de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en een Gezonde Leefstijl in en rondom de school5 (hierna te noemen Onderwijsagenda SBGL).
5
De Onderwijsagenda SBGL is opgesteld door de PO-Raad, VO-Raad en MBO raad in opdracht van de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap &Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Onderwijsagenda is bedoeld voor het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en beslaat de periode 2012-2016.
13
De ambitie zoals geformuleerd in de Onderwijsagenda SBGL luidt: Het stimuleren van scholen om te komen tot schoolbeleid voor sport, bewegen en een gezonde leefstijl, leidend tot kwantitatieve en kwalitatieve toename van sport, bewegen en gezond leefstijlaanbod in en rondom de school. Het streven is erop gericht dat er in 2016 sprake is van een samenhangend landelijk beleid en samenhangende aanpak voor scholen op het gebied van een gezonde leefstijl. Koppeling van de Onderwijsagenda SBGL aan o.a. de buurtsportcoaches (combinatiefuncties) vergroot naar verwachting de impact van de Onderwijsagenda SBGL. Hierbij wordt vanuit de Onderwijsagenda SBGL een verbinding gezocht naar het Programma Sport en Bewegen in de Buurt en meer specifiek naar de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. Om uitvoering te geven aan de activiteiten uit de Onderwijsagenda SBGL wordt er een Servicepunt ingericht, waarin de drie sectorraden in samenwerking met de landelijke experts en (aangewezen) actoren gezamenlijk communiceren naar en met de scholen en ondersteunen bij het verstrekken van de elementen van een Gezonde School. Om voort te bouwen op bestaande kennis, ervaring en expertise ten aanzien van de combinatiefuncties in het onderwijs worden leden van de huidige projectgroep Combifuncties Onderwijs vanaf 2013 ingezet als landelijke expert buurtsportcoach. De ‘expert’ draagt zorg voor het volgen, sturen en communiceren van alle landelijke ontwikkelingen met oog op de buurtsportcoaches/combinatiefuncties in het PO, VO en MBO. Waarbij een sterkere verbinding wordt gelegd naar andere thematieken zoals Gezonde school en doorlopende leerlijnen. De inzet ‘expert’ buurtsportcoach is als volgt verwoord in de Onderwijsagenda: • Helpen van scholen om het werken met combinatiefuncties sport en cultuur en buurtsportcoach in het onderwijs te stimuleren. • Op de hoogte houden van scholen van actuele ontwikkelingen en helpen bij de uitvoering. • Beschikbaar stellen van achtergrondinformatie, stappenplannen, onderzoeken, praktijkvoorbeelden en antwoorden op veel gestelde vragen om de sector verder wegwijs te maken in de wereld van de combinatiefunctie/buurtsportcoach. Voor wat betreft de kennisdeling betekent het dat de website www.combifunctiesonderwijs.nl in de lucht blijft, de digitale nieuwsbrief ook in 2013 wordt verspreid en de helpdesk (telefonisch en mail) bereikbaar blijft. Verder betekent het een verbreding naar de MBO sector en gerichte ondersteuning met oog op deskundigheidsbevordering en voorlichting. In samenwerking met de betrokken partijen zal vanaf
2013 ook meer verbinding gezocht worden naar alle ontwikkelingen met sport en bewegen en gezonde leefstijl. De komende jaren zal Combifuncties Onderwijs zich verder inzetten om onderwijs (PO, VO en MBO) te stimuleren gebruik te (blijven) maken van combinatiefuncties/buurtsportcoaches opdat scholen meer aandacht besteden aan sport, bewegen en gezonde leefstijl in en rond de school.
4.3 Cultuur Combinatiefunctionarissen onderwijs en cultuur worden vaak cultuurcoaches genoemd. Cultuurcoaches worden gezien als de koplopers op de brug tussen de school en het culturele veld. Veranderingen die gaan plaatsvinden in het brede veld van de cultuureducatie kunnen de functie cultuurcoach versterken. Daarover is in oktober 2012 een brief gestuurd aan de gemeentebesturen met een actuele functiebeschrijving. Deze kan gebruikt worden om in overleg met scholen en culturele instellingen de functie toe te snijden naar de lokale situatie. De actuele functiebeschrijving is tot stand gekomen met hulp van de Cultuurcoach Ambassade, een platform van cultuurcoaches en deskundigen. Veel gemeenten hebben ingetekend op het programma cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs. De bijbehorende matchingregeling van het Fonds Cultuureducatie zal een nieuwe impuls geven aan de samenwerking tussen kunstenaars, culturele organisaties en scholen. De Cultuurformatie (bestuurlijke partner Impuls) heeft op woensdag 14 november 2012 haar ondersteunende taken overgedragen aan het nieuw landelijke Kennisinstituut cultuureducatie en amateurkunst. Het landelijk kennisinstituut start per 1 januari 2013. Informatie wordt verspreid via www.lkca.nl.
14
Hoofdstuk 5: Aanbevelingen en tips voor de toekomst De middelen vanuit het Rijk voor combinatiefuncties (en ook buurtsportcoaches) zijn structureel. Het is aan de gemeenten en betrokken partijen om op lokaal niveau de combinatiefunctie op langere termijn succesvol te laten zijn. De aanbevelingen en tips zijn in de toekomst ook bruikbaar voor de invoering van de buurtsportcoach met een bredere doelgroep. Vanuit de projectgroep Combifuncties Onderwijs geven we de volgende tips en aanbevelingen. Deze zijn tot stand gekomen in discussie met diverse betrokken partijen en uit workshops over de invoering van combinatiefuncties. We verdelen de tips in twee categorieën: • structuur & proces; • combinatiefunctionaris & inhoud. Structuur en proces 1. Breng lokale en regionale samenwerking tot stand en veranker deze in een duidelijke organisatie/infrastructuur. Maak gebruik van de ruimte die er is, wees creatief en toon ondernemerschap en ga op zoek naar lokale en regionale samenwerking. Vervolgens is het zaak de verbindingen, samenwerkingsafspraken en infrastructuur te verankeren die op lokaal en/of regionaal niveau tussen de betrokken partners tot stand is komen. Lokale en/of regionale samenwerking tussen gemeente(n), onderwijs en andere partners komt het best tot stand door: • een gezamenlijk (deel)belang (de leerling); • inventarisatie van de behoefte; • overstijgend denken; • dezelfde/gedeelde visie en doelstellingen; • samen op te trekken in het formuleren van beleid en in het uitvoeren daarvan (waarbij de wederzijdse afhankelijkheid duidelijk tot uiting komt); • gezamenlijke financiering; • een duidelijke trekker en aanspreekpunt per school (partner); • structureel en regelmatig contact en afstemming; • partners laten meewerken aan de programmering. 2. Stem wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden af en stel een integraal plan in breed perspectief op. Stem de wederzijdse verwachtingen tussen de betrokken partners goed af. Voorkom onduidelijkheden en leg afspraken vast. Van belang is dat eindverantwoordelijkheid en regie op één plaats liggen. Dat zorgt voor duidelijkheid en structuur.
15
Zorg voor een integrale benadering vanuit de betrokken sectoren. Formuleer een gezamenlijke visie en doelen op de langere termijn in een breed perspectief en leg dit vast in een plan. Denk hierbij aan wat je wilt bereiken met de combinatiefunctie en wat de opbrengst voor de leerlingen moet zijn. Maak keuzes en wees zo concreet mogelijk. Zonder beleid gaat de combinatiefunctionaris zwemmen. Geef daarom richting, maar ga ook aan de slag en timmer niet te veel dicht. Niet alles is vooraf bekend. Een gezamenlijke visie in breed perspectief (vanuit verschillende beleidsterreinen) vraagt om: • bereidheid om organisatie-overstijgend te denken en te werken (vanuit de leerling); • gebruik te maken van professionaliteit vanuit verschillende beleidsterreinen; • zichtbaarheid over wat mogelijk is, wat kan en wat mag; • op het juiste (hoge) niveau binnenkomen bij een organisatie; • goede informatie te verspreiden; • openheid en interesse in elkaar; • geldstromen die niet alleen maar vanuit een bepaald beleidsterrein komen; • gezamenlijk overleg met afstemming. 3. Maak gebruik van ervaringen. Maak gebruik van de ervaringen uit de verschillende sectoren. Deze kunnen vaak zo vertaald worden naar een andere sector. Maak ook gebruik van wat er al bestaat aan goed draaiende organisatieen samenwerkingsvormen. Benut bestaande succesverhalen en deel ervaringen en kennis met elkaar (o.a. via netwerken/netwerkbijeenkomsten). 4. Houd commitment en enthousiasme van betrokkenen vast. Zorg voor blijvend commitment van alle partners. Dit kan bijvoorbeeld via een eigen bijdrage. Zorg ervoor dat de ‘energie’ en het enthousiasme van de combinatiefunctionarissen en betrokkenen wordt vastgehouden. Bied daarbij ook juiste randvoorwaarden ten aanzien van goede rechtspositie, opleiding en arbeidsmarktperspectief voor de combinatiefunctionaris. 5. Evalueer en stel bij. Zorg dat er periodieke terugkoppeling plaatsvindt ten aanzien van het behalen van de doelstellingen en evalueer ook met elkaar op gezette tijden. Zorg ook dat de monitoring en evaluatie van de activiteiten in samenhang en met elkaar gebeurt.
Combinatiefunctionaris en inhoud 6. Bepaal de behoefte en zorg voor goed werkgeverschap. Bepaal waar behoefte aan is: starter versus senior, coördinator versus uitvoerder. Stel vervolgens de juiste combinatiefunctionaris aan met de juiste competenties. Draag daarbij zorg voor goed werkgeverschap, met aandacht voor rechtspositie, opleiding en ontwikkeling. 7. Communiceer en zorg voor inbedding, continuïteit en borging. Informeer alle betrokkenen over de werkzaamheden van de combinatiefunctionaris. Goede communicatie is een belangrijke succesfactor voor het uiteindelijke resultaat. Zorg voor inbedding en zichtbaarheid van de combinatiefunctionaris binnen het team op de school en de betrokken sectoren. Dit kan bijvoorbeeld door vermelding in de schoolgids, het zorgen voor een inlog op het intranet van de school, het op de hoogte houden van gebeurtenissen en het uitnodigen voor informele activiteiten vanuit de betrokken sectoren. Zorg daarnaast voor de continuïteit en borging van de activiteiten en de kwaliteit daarvan bij de betrokken partners op de langere termijn. Heb hierbij oog voor de kwetsbaarheid van de effecten van de inzet van de combinatiefuncties. Deze zijn vaak erg persoonsgebonden. Zorg dat de kennis die bij de combinatiefunctionaris zit geborgd wordt. Inbedding van het werk van de combinatiefunctionaris/buurtsportcoach (op school) slaagt door: • een enthousiaste en zichtbare uitvoerder; • kennis over wat de combinatiefunctionaris/ buurtsportcoach kan doen; • keuzes maken; • de combinatiefunctionaris leerkracht onder de leerkrachten te laten zijn; • goed plan en afspraken over de inzet van uren; • delen van succesverhalen; • verzorgen van een maandelijkse nieuwsbrief; • een door de school zelf ontwikkelde visie op sport en bewegen; • goed luisteren naar de behoeften; • handreikingen bieden waarmee een school aan de slag kan. 8. Verbind binnen- en buitenschools aanbod. Leg een verbinding tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten met aandacht voor de kwaliteit van het aanbod. Zorg dat de werkzaamheden en activiteiten van de combinatiefunctionaris onderdeel vormen van het leerplan en doorlopende lijn van binnen- en buitenschoolse activiteiten.
16
9. Kwaliteit boven kwantiteit. Laat kwaliteit boven kwantiteit gaan. Laat de combinatiefunctionaris niet op te veel scholen/ instanties werken. Wees bewust van het spanningsveld tussen een groter bereik met minder resultaten en een kleiner bereik met meer resultaten. Een versnipperde aanstelling komt niet ten goede aan de kwaliteit. Heb tot slot ook aandacht voor de opleiding en ontwikkeling van de combinatiefunctionaris.
Bijlage I: overzicht flyers en publicaties Combifuncties Onderwijs Flyers: • Aan het werk met combinatiefuncties 1 (2008) • Combinatiefuncties in het onderwijs 2 (november 2008) • Aan het werk met combinatiefuncties 3 (februari 2009) • Aan het werk met combinatiefuncties 4 (juni 2009) • Aan het werk met combinatiefuncties 5 (november 2009) • Aan het werk met combinatiefuncties 6 (maart 2010) • Aan het werk met combinatiefuncties 7 (oktober 2010) • Aan het werk met combinatiefuncties 8 (april 2011) • Aan het werk met combinatiefuncties 9 (november 2011) • Aan het werk met combinatiefuncties 10 (december 2011) • Effecten van de inzet van combinatiefuncties in het onderwijs (december 2011) • Combinatiefuncties in het voortgezet onderwijs: bundeling middelen en functieprofielen (2011) • Aan het werk met combinatiefuncties in het vo (maart 2011) • Ondersteuning bij lokale evaluatie (2011/2012)
Publicaties/onderzoeken: • Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2010 • Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 • Aan het werk in een combinatiefunctie – combinatiefuncties conform cao’s en voorbeelden uit de praktijk (2010) • Aan het werk in een combinatiefunctie – werkgeverschap en personeelsbeleid (2011) • Effecten van de inzet van combinatiefuncties in het onderwijs (maart 2012) • De combinatiefunctionaris als werknemer (juni 2012) • Combinatiefuncties – ‘Leren van onderzoek en praktijk’ (juli 2012)
Artikelen, o.a.: • Inspirerende ervaringen met combinatiefunctie school en sport (november 2008) • Invoering combifuncties is lokaal maatwerk (januari 2009) • Externe samenwerking en horizontale verantwoording (2009) • Amersfoort: zet snel goed activiteiten neer (juni 2009) • Groningen start met combinatiefuncties via proefprojecten (2009) • Combifuncties Groningen (oktober 2009) • Maak van ieder kind een Kunstbeoefenaar (oktober 2009) • Schiedam, werkgeverschap bij schoolbesturen (2009) • Combinatiefuncties in het VO. Meer doen voor leerling en wijk staat centraal bij Kandinsky College (2009) • Jenapleinschool Zwolle start met combinatiefuncties Zorg dat je erbij bent! (2009) • Invoering combinatiefuncties loopt achter op schema (2010) • Impuls brede scholen houdt vrijetijdsvoorzieningen in stand (2010) • Invoering combinatiefuncties vraagt om lokaal maatwerk (2010) • Combinatiefuncties in Vlaanderen: brede school met sportaanbod (2010) • Eén jaar combinatiefunctionaris op Kandinsky College: van karate tot E-sports (2010) • Vitaliteit van jeugdvoorzieningen in plattelandsgemeenten (2010) • Almere kiest voor marktwerking bij invoering combinatiefuncties (2010) • Tilburg: met motorunits op de brede school! (2010) • Nijmegen: enthousiasme en vertrouwen leidt tot resultaat (2010) • Vlaamse combinatiefuncties doen het goed (2011) • Tilburgse aanpak combinatiefuncties in het VO (2011) • Combinatiefunctie als oplossing voor bedreigingen! (2011) • Samenwerking met commerciële sportaanbieders in Vlaanderen (2012) • Persoonlijk contact als sleutel tot succes (2012)
17
18
Brede impuls combinatiefuncties