U I T T R E K S E L UIT DE NOTULEN VAN DE G E M E E N T E R A A D VAN O V E R P E L T
II III II III III Hill IIII GR1301038
O P E N B A R E ZITTING VAN 31 JANUARI 2013
Aanwezig : Jaak Fransen, burgemeester-voorzitter; Dirk Vanseggelen, Patrick Van Baelen, Nele Gutschoven, Katrijn Conjaerts en Roel Verachtert, schepenen; Jef Van Bree, Linda Vissers, Stijn Peeters, Ronny Dreesen, Johan Van de Broek, Anita Horions, Ann Van Dorpe, Carine Van Gerven, Katrien Kenis, Corrie Gielen, Koen Hendriks, Marie-Anne Pinxten-Willemyns, Johan Kosten, Cindy Schildermans, Ilse Verhoeven, Valerie Plessers en Bart Schepens, raadsleden; Peter Spooren, gemeentesecretaris. Gemeentebelasting op de motoren - vaststelling voor het aanslagjaar 2013.
DE G E M E E N T E R A A D :
Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 14; Aantal neen-stemmen: 5, nl. van de raadsleden Jef Van Bree, Linda Vissers, Corrie Gielen, Ilse Verhoeven en Bart Schepens; Aantal onthoudingen: 4, nl. van de raadsleden Stijn Peeters, Ronny Dreesen, Marie-Anne Pinxten-Willemyns en Johan Kosten; BESLUIT:
Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2013, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting geheven van 16,50 euro per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren, ongeacht de krachtbron die deze motoren in beweging brengt. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen, voor motoren die door de belastingplichtige gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of een exploitatie-eenheid van de onderneming. De belasting is niet verschuldigd aan de gemeente waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren gebruikt in een exploitatie-eenheid in de mate waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar de exploitatie-eenheid gevestigd is. Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente. De door een tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen die er deel van uitmaken. Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk mede de nog in te vorderen belasting verschuldigd. Artikel 3.- Dient als exploitatie-eenheid beschouwd, iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. Artikel 4.- De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motoren, uitgedrukt in kW en geplaatst of gebruikt tijdens het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld.
GR1301038 (1/5)
Bij stopzetting van het bedrijf in de loop van het jaar wordt er een bijzondere bijkomende aanslag gevestigd, berekend op basis van de belastbare motoren geplaatst tijdens het jaar of jaargedeelte waarin de bedrijfsstopzetting plaats heeft. De belastingplichtigen die onder toepassing vallen van deze bepaling zijn verplicht na de stopzetting van het bedrijf hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen of dit te vermelden bij de eerstvolgende aangifte. Iedere buitengebruikstelling dient binnen de maand gemeld te worden aan het college van burgemeester en schepenen. De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen van motoren geeft recht op een belastingvermindering. Deze vermindering gaat in vanaf de maand, volgend op het bericht gezonden aan het college van burgemeester en schepenen betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen. Deze vermindering zal verrekend worden in de berekening van het volgende aanslagjaar. Artikel 5.- De grondslagen van de belasting zijn de volgende: a. Beschikt de onderneming slechts over één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de motorenkracht opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van de motor verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt. b. Beschikt de onderneming over verscheidene motoren, dan wordt de belastbare motorenkracht vastgesteld op grond van de som der krachten, vermenigvuldigd met een simultaancoëfficiënt die verandert volgens het aantal motoren. Deze coëfficiënt, gelijk aan de eenheid voor één motor wordt tot en met dertig motoren, met 1/100 van de eenheid, per bijkomende motor verminderd en blijft daarna vast en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer. Voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat, of in geval van stopzetting van het bedrijf op 1 januari van het jaar waarop de stopzetting plaats heeft, of voor een nieuwe onderneming met de datum van inwerkingstelling.
c.
De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belastingplichtige en het College van Burgemeester en Schepenen. Bij onenigheid staat het de belastingplichtige vrij een tegenonderzoek uit te lokken. De bepalingen van dit artikel zijn toepasselijk door de gemeente naar rata van het aantal door haar belaste motoren. De tractoren, terreinvoertuigen (zoals autobussen, auto's en dergelijke die enkel voor intern gebruik op het terrein benut worden), trekkers, nijverheidsvoertuigen (zoals asfaltmachines, rupskranen, pletwalsen, bulldozers, graafmachines, laadschoppen en zonder dat deze opsomming limitatief is) locomotieven, nijverheidsmachines (zoals mobiele compressoren, trilplaten, ladderliften en zonder dat deze opsomming limitatief is) worden in uitzondering van artikel 4 belast volgens volgende tabel: Cilinderinhoud van de motoren op diesel/benzine/gas Van 0 cm tot 2499 cm = 7 kW Van 2500 cm tot 4999 cm = 15 kW Van 5000 cm tot 7499 cm = 22 kW Van 7500 cm tot 9999 cm = 29 kW Van 10000 cm tot onbeperkt = 37 kW De hefvoertuigen worden in uitzondering van artikel 4 belast volgens hun maximum hefvermogen zoals vermeld in volgende tabel: Maximaal hefvermogen: 3
3
3
3
3
3
3
3
3
Van 0 kg tot 999 kg = 5 kW Van 1000 kg tot 1999 kg = 8 kW Van 2000 kg tot 3999 kg = 15 kW Van 4000 kg tot 5999 kg = 20 kW Van 6000 kg tot 19999kg = 25 kW Van 20000 kg tot 29999 kg = 30 kW Van 30000 kg tot 44999 kg = 35 kW Van 45000 kg tot onbeperkt = 40 kW Artikel 6.- Is van de belasting vrijgesteld: a. Er wordt een vrijstelling verleend voor de eerste 5 kW. b. De motor die heel het jaar stilligt. Het tijdelijk stilleggen voor een ononderbroken periode gelijk aan of langer dan één maand, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motor heeft stilgelegen. De verplichte vakantieperiode wordt niet in aanmerking genomen voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering.
GR1301038 (2/5)
In geval van vermindering wegens tijdelijk stilliggen, blijft voor deze motor de simultaancoëfficiënt gelden die op de onderneming van toepassing is. Om op de belastingvermindering aanspraak te kunnen maken moet de belastingplichtige het gemeentebestuur in kennis stellen van: - de datum waarop de motor werd stilgelegd; - de datum waarop hij weer in werking wordt gesteld. De kennisgevingen dienen schriftelijk te gebeuren. Het gemeentebestuur moet de datum van de melding ontegensprekelijk kunnen vaststellen. De belastingvermindering gaat slechts in vanaf de datum van ontvangst van de eerste kennisgeving. De aannemingsbedrijven die een regelmatige boekhouding bijhouden, kunnen na een uitdrukkelijk verzoek, gemachtigd worden het stilliggen van de motoren te rechtvaardigen door het bijhouden van een inschrijvingsboekje waarin de begin- en einddatum van het stilliggen van elke motor en de werf waar hij normaal gebruikt wordt, zijn opgenomen.
c.
d. e. f. g. h. i.
j. k. I. m.
Op het einde van het jaar vult de aannemer zijn verklaring in op basis van de aanduidingen in dit inschrijvingsboekje. De nauwkeurigheid van deze inschrijvingen kan op elk ogenblik nagegaan worden. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld en voor zo ver deze motor uitsluitend zijn kracht gebruikt voor het vervoer van goederen of personen op de openbare weg. De motor van een draagbaar toestel dat maximaal 25 kg weegt en dat door één persoon bediend en gedragen wordt. De motor die een generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met wat nodig is voor het drijven van de generator. De door perslucht aangedreven motoren. De motor die uitsluitend gebruikt wordt voor het leegpompen van werkplaatsen, en de motor die gebruikt wordt om reden van hygiënische ventilatie. De hulpmotor, d.w.z. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, wanneer zijn werking niet voor gevolg heeft de productie te verhogen. De wisselmotor, d.w.z. die welke uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere die hij tijdelijk moet vervangen. De hulp- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om gelijktijdig met de normaal gebruikte motoren te werken en dit gedurende de tijd nodig om de voortzetting van de productie te verzekeren, De motoren die gebruikt worden voor de centrale verwarming, De motoren van een airco installatie. De motoren van een sprinklerinstallatie, De motoren van rolpoorten.
n.
Al de belastingplichtigen waarvoor, op basis van de ingediende aangiften, het belastingbedrag minder dan 25 euro bedraagt. Deze maatregel steunt op het principe dat de kostprijs om deze bedragen te innen uitstijgt boven de opbrengst. Artikel 7.- De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilleggen gedurende het ganse jaar, evenals degene die bij de toepassing van de leden b. tot m. van artikel 6 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt van de installatie van de belastingplichtige. Artikel 8.- Aan nieuw opgerichte nijverheidsbedrijven of fabrieken wordt gedurende maximum 5 opeenvolgende jaren, teruggave of vrijstelling van de belasting verleend. Dit laatste is enkel het geval als de volgende voorwaarden vervuld worden: a. In de loop van het belastingjaar een bezoldigingsbedrag aan in België gedomicilieerde werknemers vereffend hebben, overeenstemmende met ten minste 2.500 werkdagen of hiermee gelijkgestelde dagen. b. Vrijgesteld zijn van de onroerende voorheffing op de onroerende goederen, in het kader van de expansiewetgeving, opgericht op het grondgebied van de gemeente en die werkelijk het voorwerp uitgemaakt hebben van de investeringen, zowel voor de gebouwen als voor de materieel en de outillage, onroerend van nature of door bestemming, ingeschreven in de kadastrale documenten. c. Binnen twee maanden na het verstrijken van het belastingjaar een verzoek om ontheffing doen bij het College van Burgemeester en Schepenen en dit verzoek kunnen staven met bewijsstukken. Kunnen niet genieten van deze vrijstelling: - bedrijven die zich binnen het grondgebied van de gemeente verplaatsen; - bedrijven gesticht door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of hoe dan ook, van bestaande bedrijven, op het grondgebied van de gemeente.
GR1301038 (3/5)
Artikel 9.- Wanneer de installaties wegens een ongeval niet in staat zijn om meer dan 80% van de door een belastbare motor geleverde kracht te gebruiken, zal de belastingplichtige slechts belast worden op de verbruikte kracht van de motor uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit ten minste drie maanden geduurd heeft en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend werd. Om aanspraak te kunnen maken op vermindering moet de belastingplichtige telkens binnen de acht dagen het gemeentebestuur kennis geven van: - de datum waarop het defect is ontstaan; - de datum waarop de kracht opnieuw benuttigd wordt. De belastingvermindering gaat slechts in vanaf de datum van ontvangst van de eerste kennisgeving. Op verzoek van het gemeentebestuur is de belastingplichtige gehouden alle stukken voor te leggen waardoor de juistheid van zijn verklaringen kan nagegaan worden. Artikel 10.- De exploitant dient de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren, die zich in de loop van het jaar voorgedaan hebben, binnen de maand aan het gemeentebestuur bekend te maken. Artikel 11.- De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier gekregen heeft, moet er zelf een vragen. De administratie kan aan de belastingplichtige een voorstel van aangifte bezorgen. Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte. Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 30 juni terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde voorstel van aangifte. Artikel 12.- Bij gebrek aan de gewijzigde aangifte op 30 juni van het aanslagjaar, bij laattijdige aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangesteld personeelslid, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 13.- Door het gemeentebestuur worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingregleiment. De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door deze beëdigde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 14.- De ambtshalve aanslag voor dit aanslagjaar wordt verhoogd met 10%, met een maximum van 2.500 euro indien geen ambtshalve aanslag werd gevestigd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 20%, met een maximum van 3.500 euro indien een ambtshalve aanslag gevestigd werd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 30%, met een maximum van 5.000 euro indien ambtshalve aanslagen gevestigd werden voor de twee voorafgaande aanslagjaren. De ambtshalve aanslag wordt ingekohierd. Artikel 15.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
GR 1301038 (4/5)
Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van dit reglement. Artikel 16.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website , na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 17.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
Namens de gemeenteraad De voorzitter, get. Jaak Fransen
De secretaris, get. Peter Spooren V LU ui
De secretaris
GR 1301038 (5/5)