ICT IN DE GEZONDHEIDSZORG HISTORIE, HEDEN en TOEKOMST
• Jan Andeweg • 33 jaar apotheker • Mede-eigenaar cluster Rosmalen: 4 apotheken + 1 servicepunt Groote Wielen • Voorzitter Concordant (coöperatieve apothekers vereniging ‘s-Hertogenbosch e.o.)
ADHERENTIE JBZ/BERNHOVEN
APOTHEEK • Rond 1980 start automatisering • Declaratie-afhandeling • Medicatie-bewaking (vòòr afleveren) • • • • •
Wetgeving! Voorraad-bewaking en bestel-systeem Schriftelijke informatie Ondersteuning assistentes Searches
• Raet, Euroned, Pharmapartners, Microbais
• Pharmacom (Pharmapartners/Total Specific Solutions) en Mira (Compu Group Medical)
HUISARTSEN • Rond 1990 start automatisering • Bedrijven met ervaring in apotheekautomatisering: Euroned/Mira, Pharmapartners/Medicom, Microbais/HetHis • Later ook praktijk automatisering specifiek gericht op de huisartspraktijk (Microhis [iSoft], Promedico)
CLUSTER <->STAND ALONE • Binnen het eHealth Information Concept van Pharmapartners werken zorgverleners samen in eHealth-samenwerkingsverbanden. Zij maken via een gezamenlijke eHealthServer (‘cloud’) gebruik van de informatiesystemen: • Medicom (huisartsengroepen) • Pharmacom (openbare apotheken)
BERICHTEN-UITWISSELING • EDIFACT is een internationale standaard voor elektronisch gegevensuitwisseling (Electronic Data Interchange (EDI). EDIFACT is opgezet door de Verenigde Naties en is een afkorting van (United Nations) Electronic Data Interchange For Administration, Commerce and Transport en werd het eerst gepubliceerd in maart 1987
• De standaard beschrijft de opmaak van het bericht dat gebruikt wordt voor de elektronische gegevensuitwisseling tussen ondernemingen. • De berichten zorgen ervoor dat verschillende computerprogramma's met hun eigen standaarden, toch met elkaar kunnen communiceren. Daarbij vindt wel een vertaling plaats bij zowel de zender als de ontvanger van het bericht.
RICHTLIJN MEDICATIEOVERDRACHT • Uit onderzoek blijkt dat in Nederland nog te vaak vermijdbare fouten worden gemaakt bij het voorschrijven en het gebruik van geneesmiddelen. Een belangrijk deel van deze fouten ontstaat door de overdracht van informatie over medicatie van de ene zorgverlener naar de andere, tussen instellingen of binnen afdelingen. Voor het verbeteren van de patiëntveiligheid is een zorgvuldige medicatieoverdracht belangrijk.
• Doel van de richtlijn is het voorkomen van fouten bij de overdracht van medicatiegegevens en het vergroten van de patiëntveiligheid doordat zorgprofessionals elkaar op tijd en goed informeren. • Basis van de richtlijn is dat er altijd een actueel medicatieoverzicht van de patiënt beschikbaar is en dat dit overzicht meeverhuist naar de volgende zorgverlener van deze patiënt.
ZORGPROGRAMMA HUISARTSPRAKTIJK/ZORGGROEP • In het zorgprogramma Diabetes werken de volgende zorgverleners samen: • Huisartsen: stellen de diagnose en schrijven zo nodig medicatie voor. • Praktijkondersteuners: uw centrale aanspreekpunt. Ze coördineren het zorgprogramma, dragen bij aan de diagnosestelling, geven voorlichting, voeren een programma uit om te stoppen met roken en zijn belast met controleafspraken. • Apotheek: levert en bewaakt de medicatie. • Diëtist: ondersteunt u bij een 'dieet op maat'. • Fysiotherapeuten: bieden een groepsgewijs of individueel bewegingsprogramma aan. • Podotherapeute: verleent zorg en controleert bij voetklachten.
KETEN INFORMATIE SYSTEEM • Zorggroep Chronos (in en om ‘sHertogenbosch) is gestart met de uitrol van het VitalHealth Keten Informatie Systeem. Deze uitrol start met de implementatie bij 22 huisartsen. Na deze eerste fase is er de intentie de verdere uitrol te doen bij circa 90 huisartsen. Samen hebben zij de zorg voor 210.000 patiënten verspreid over de regio Den Bosch.
“Het VitalHealth KIS lijkt hét instrument voor Chronos om te kunnen voldoen aan de eisen gesteld aan goede chronische zorg, welke in het onlangs verschenen rapport van de IGZ voor wat betreft Diabetes Mellitus nogal kritisch aan de kaak werd gesteld.” aldus Sylvester Jenniskens, Medisch Directeur en kaderhuisarts Diabetes. In deze eerste fase wordt gestart met zorgondersteuning voor Diabetes en COPD. Tegelijkertijd staan CVRM, Ouderenzorg en ondersteuning voor de POH-GGZ hoog op het verlanglijstje van Zorggroep Chronos.
Landelijk Schakel Punt • Het LSP zorgt voor snelle en betrouwbare elektronische uitwisseling van medische gegevens. Zorgverleners, zoals een huisarts of apotheek, kunnen hun computersysteem aansluiten op het beveiligde netwerk van het LSP. • Als u daarvoor toestemming heeft gegeven, dan geeft uw huisarts en/of apotheek door aan het LSP dat er gegevens over u beschikbaar zijn. Andere zorgverleners kunnen dan uw actuele medische gegevens opvragen. Dat mag alleen als het nodig is voor uw behandeling. Zo beschikken zorgverleners snel over de juiste informatie en kunnen ze u de juiste zorg geven. Ook ’s avonds en in het weekend.
• Uw huisarts en apotheek houden ieder een eigen dossier over u bij. Hierin staat informatie die belangrijk is voor uw behandeling. Uw huisarts legt vast wat uw klachten zijn en welke behandelingen u krijgt. Uw apotheker registreert welke medicijnen u krijgt en voor welke medicijnen u allergisch bent. • Maakt uw huisarts of apotheek gebruik van het LSP? Dan vraagt hij u toestemming om uw gegevens beschikbaar te stellen via dit netwerk. Na uw toestemming meldt uw zorgverlener uw gegevens aan bij het LSP door uw burgerservicenummer (BSN) door te geven. • Een andere zorgverlener kan dan uw gegevens opvragen als dat nodig is voor uw behandeling. Met uw BSN zoekt het LSP welke zorgverleners gegevens over u beschikbaar hebben. Als er gegevens beschikbaar zijn, kan de zorgverlener deze opvragen en inzien. • In het netwerk staat alleen uw BSN en welke huisarts en apotheek gegevens over u beschikbaar hebben. Uw medische gegevens worden dus niet opgeslagen in het LSP.
UZI - PAS • De UZI-pas bevat de elektronische identiteit van de pashouder en de relatie van de pashouder met de abonnee. Het is net als het reguliere paspoort een belangrijk, persoonsgebonden 'waardedocument'. De UZI-pas is qua uiterlijk vergelijkbaar met een bankpas.
• Als de UZI-pas niet fysiek aanwezig is in een kaartlezer, is het onmogelijk om transacties uit te voeren met een UZI-pas; • Het is onmogelijk om kopieën van de private sleutels te maken; • De private sleutels zijn 'draagbaar' en kunnen eenvoudig meegenomen worden, zonder dat er kopieën achterblijven in het werkgeheugen of op de harde schijf van de PC. Wanneer een pashouder de pas bij zich draagt is misbruik onmogelijk.
OZIS • De zorgverleners binnen een waarneemgroep zijn echter niet altijd allen geautomatiseerd met hetzelfde systeem. In dergelijke gevallen is het niet mogelijk tijdens de waarneming de medische patiëntgegevens te raadplegen. Om continuïteit te bieden en de kwaliteit van de gezondheidszorg te verhogen kan, juist in die gevallen, een (virtueel) elektronisch medisch dossier uitkomst bieden. Een ‘open’ communicatiestandaard is hiervoor een eerste vereiste. • Met de ‘Dienstwaarneming Apotheken’ (DWA) standaard stimuleert OZIS open communicatie in de gezondheidszorg. De kern van deze communicatie ligt in het tot stand brengen van een Elektronisch Farmaceutisch Dossier op de plaats waar de zorg verleend wordt, en op het tijdstip dat het nodig is (dus real-time).
• De OZIS-standaarden Dienstwaarneming Apotheken en Dienstwaarneming Huisartsen worden gemigreerd naar de Aorta (=LSP) standaarden Medicatiegegevens en Huisartswaarneemgegevens. De OZISstandaarden Dienstwaarneming Apotheken en Dienstwaarneming Huisartsen worden per ? van de markt gehaald
ZORGDOMEIN.NL • ZorgDomein heeft als missie de (patiënten)zorg te verbeteren door zorgverleners onderling, op een slimme manier, met elkaar te verbinden. ZorgDomein biedt onder andere oplossingen voor het digitaal verwijzen van patiënten, voor het aanvragen van diagnostiek en voor teleconsultatie. ZorgDomein draagt daarmee bij aan een kwalitatief betere en efficiëntere patiëntenzorg in Nederland. De doelen van ZorgDomein • de zorgverlener en de patiënt beter informeren • de zorgverlener en de patiënt keuze geven in het zorgaanbod • de patiënt sneller en gerichter op het juiste spreekuur laten komen • onnodige bezoeken en consulten voorkomen • onnodige telefoontjes, papierwerk en handelingen voorkomen
• De huisarts krijgt met ZorgDomein op een eenvoudige manier de informatie over o.a. het zorgaanbod, verwijsindicatie, toegangtijden en voorbereiding op zijn scherm. Koppelingen met Huisarts Informatie Systemen (Hissen) zorgen ervoor dat de huisarts geen gegevens dubbel hoeft in te voeren. En de huisarts kan eenvoudig relevante stukken uit zijn EPD aan de verwijzing toevoegen. (!EDIFACT) • Retour-informatie?
Communicatie extern, ZorgDomein Huisarts
Patiënt informatie - Naw, bsn
Zorg Domein
Order (HL7 V 2.4 ORM message)
Afspraakbericht (vooraankondiging) (RTF message)
(ASP)
(single sign on)
(RTF message)
order verwijs
(adjustable)
Linkbox
Diagnostiek
Verwijsbrief (evt. combi)
Dataset HIS
Patiënt informatie (order en verwijs)
verwijs POCT POCT
formulieren blijft
Laboratorium
Prikpost
MOLIS (Klinische chemie, medische microbiologie)
printout
Lab, beeld, functie, endo gebruik voorgedrukte
HIS
Ziekenhuis
Lichaamsmateriaal
PALGA (Pathologie)
Monsters
(bloed) (weefsel, vocht, urine, feces, uitstrijkje en ander lichaamsmateriaal)
RADOS (Radiologie)
Functieafdeling, beeldonderzoek Uitslag edfiact message (medlab, medrad, medspe)
E.Novation (ZorgMail)
Patiënt
Huisartsen Portaal Patiënten inzage
Patiënten Portaal afspraak
inzage
Specialistische zorg
Extended enterprise
ZIS/EPD (Klinisch/ poliklinisch)
ICT-PLATFORM NOORD-BRABANT NOORDOOST • Huisartsen (LHV en zorggroepen Chronos, Beroemd, Beter in Bommelerwaard, Synchroon) • Apothekers (Concordant, Brabant Farma, ZANOB) • Ziekenhuizen (JBZ en Bernhoven) • Laboratoria (JBZ en D4U) • GGZ-instellingen (Reinier van Arkel, Oost-Brabant) • Huisartsenpost HOV • Thuiszorg / Verzorgingstehuizen/Verpleeghuizen
• Om invulling te geven aan de richtlijn rondom medicatieoverdracht bestaat in de regio de behoefte om medicatiegegevens elektronisch uit te wisselen. Op 11 april jongstleden heeft het ICT-platform NBNO hierin een koers voor de regio uitgezet door gezamenlijk de problematiek en de oplossingsrichtingen te bespreken. Uit deze sessie blijkt dat het regionaal aansluiten bij het LSP op het meeste draagvlak kan rekenen. Parallel daaraan bestaat de behoefte om gegevens die (nog) niet via het LSP uitwisselbaar zijn (bijvoorbeeld labuitslagen) met een generieke viewer te ontsluiten.
• De patiënt dient een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) op te halen bij de apotheek. Dit gebeurt lang niet in alle gevallen, met als gevolg dat medicatiebeeld ontbreekt. • De zorgverleners kunnen het AMO van een patiënt niet zelf ter plaatsen opvragen. Hierdoor heeft de voorschrijver niet de beschikking over het actuele medicatiebeeld op het moment van voorschrijven. • De huidige papieren versie van het AMO maakt het lastig en tijdsintensief om de gegevens in de eigen systemen te verwerken en terug te koppelen.
• De apotheek genereert het AMO op basis van de informatie uit het eigen systeem (plus eventuele OZIS ringen). Medicatiegegevens uit andere zorginstellingen zijn op dat moment niet toegankelijk (bijvoorbeeld vanuit ziekenhuizen of de GGZ). • Ziekenhuizen (of andere voorschrijvende grote instellingen) versturen de (ontslag) recepten op dit moment nog niet digitaal naar de apothekers. Hierdoor kost het meer inspanning om de recepten te verwerken.
• Zorgverleners koppelen mutaties in de medicatie van patiënten niet altijd terug naar collega’s of de apotheek. • Laboratoriumuitslagen van patiënten zijn niet toegankelijk voor medicatiebewaking.
• Als regio willen we vaart gaan maken met het regionaal aansluiten op het LSP. Deze aanpak kan rekenen op het meeste draagvlak onder de deelnemers. Dit betekent dat contacten worden gelegd met de vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (opdrachtgever LSP), dat voor sommige partijen de systemen gereed moeten worden gemaakt (aansluiting LSP) en dat de zorgverleners de toestemming van de patiënt (opt in) moeten regelen.
• Nog niet alle zorginstellingen/informatiesystemen kunnen op dit moment al aansluiten op het LSP. Daarnaast kan de huidige versie van het LSP nog niet alle benodigde informatie te ontsluiten. Bijvoorbeeld recente labuitslagen, medicatiegegevens uit ziekenhuizen en mogelijk ontsluiting van de OZIS ringen. Om deze informatie in de regio op korte termijn toegankelijk te maken is er besloten om een generieke viewer te selecteren en implementeren, onder voorbehoud van een positieve balans tussen kosten en opbrengsten.
• M&I/Partners werkt de oplossingsrichtingen uit tot een plan van aanpak voor de regio.
TOEKOMST • carecompanion.org is een nieuw online zorgbegeleidingsprogramma gebouwd voor mensen met kanker, hun zorgverleners en zorginstellingen • mijnzorgportaal.nl doel van dit portaal is het zelfmanagement van mensen met diabetes en andere chronische aandoeningen als hart- en vaatziekten te vergroten en zo de kwaliteit van leven van chronisch zieken en zelfregie te stimuleren.
• patiëntenportaal via huisartsen-KIS? • Google/Microsoft? • Dankzij HealthVault van Microsoft kunt u de gezondheidsgegevens van uzelf en uw familie verzamelen, opslaan, gebruiken en delen en houdt u de volledige controle over uw gezondheidsgegevens.
• In the coming months, we’re going to retire two products that didn’t catch on the way we would have hoped, but did serve as influential models: Google Health (retiring January 1, 2012; data available for download through January 1, 2013) and Google PowerMeter (retiring September 16, 2011). Both were based on the idea that with more and better information, people can make smarter choices, whether in regard to managing personal health and wellness, or saving money and conserving energy at home. While they didn't scale as we had hoped, we believe they did highlight the importance of access to information in areas where it’s traditionally been difficult.
ADVIES e-HEALTH NZa • De belangrijkste knelpunten die partijen ervaren in de bekostiging van e-health zijn gericht op de tele-diagnostiek en tele-consultatie. Beide vormen van e-health kunnen onnodig doorverwijzen van patiënten van eerste naar tweedelijn voorkomen en daarmee substitutie stimuleren. Voor tele-diagnostiek bestaat op dit moment alleen een overig zorgproduct voor teledermatologie, terwijl tele-diagnostiek breder ingezet kan worden. Ook voor tele-consultatie ontbreekt een declaratiemogelijkheid.
• Patiënten en dokters blijken nog nauwelijks gebruik te maken van eHealth-toepassingen. Ook zijn zorggebruikers slecht op de hoogte van de mogelijkheden die zorgverleners bieden voor online communicatie. Wat betreft elektronische dossiervoering lopen de huisartsen voor op de medisch specialisten. Een verbetering van de elektronische communicatie tussen zorgverleners ‘is nog mogelijk’. Dit blijkt uit de eHealth-monitor die is opgesteld door Nictiz en het NIVEL in opdracht van VWS. Artsenfederatie KNMG, patiëntenfederatie NPCF en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) herkennen deze uitkomsten. Zij werken in de gezamenlijke Nationale Implementatieagenda eHealth (NIA) aan het realiseren van randvoorwaarden om deze belemmeringen weg te nemen.
http://www.youtube.com/watch?v=hzOyFEmC mQI&feature=player_embedded