I N G E ZO N D E N P E T I T I E Raad van State Postbus 20019 2500 EA Den Haag T.a.v.: afdeling advisering Maarssen, 1 juni 2015 Stichting Fair Huur voor verhuurders. Zwanenkamp 350. 3607 SK Maarssen.
[email protected] www.fairhuurvoorverhuurders.nl Betreft: Petitie Dossier W04.15.0089 (Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015). Hoogedelgestrenge dames en heren, Thans is bij u het Besluit toegelaten inste/lingen volkshuisvesting 2015 (hierna: het Besluit) in behandeling. In verband met uw adv1sering hieromtrent treft u onderstaand onze petitie aan. Het Besluit vormt een belangrijk onderdeel van de Nederlandse implementatie van de Beschikking van de Europese Commissie van 15 december 20091 . De hoofdmoot van de implementatie wordt gevormd door de Herzieningswet. 2 Op het niveau van de Herzieningswet is de implementatie reeds gebrekkig op een groot aantal punten, waaronder een uitstel van meer dan zeven jaar, zonder oplossing voor de steun die is ontvangen sinds de Beschikking; het uitbreiden van de steun op velerlei gebied; het grotendeels ontbreken van een verplichting tot scheiding van de boekhouding conform de Transparantierichtlijn; het ontbreken van een verplichting tot restitutie van teveel ontvangen steun; en het voortzetten van kruissubsidiering op vele punten. De Staat der Nederlanden heeft- met het Besluit - een kans om de implementatie te verbeteren, onder meer door te voorzien in een correcte en adequate formule voor de berekening van overcompensatie van woningcorporaties. Zeals in de onderhavige petitie uiteengezet, wordt die kans met de huidige concepttekst van het Besluit niet benut. lntegendeel: met de thans voorziene formule is het, in de woorden van het CFV, "per definitie onmogelijk• om overcompensatie vast te stellen. In deze petitie worden de gebreken van de formule toegelicht, waaronder de volgende: (i) er wordt een vergelijking gemaakt met een verkeerde productmarkt; (ii) relevante kosten, opbrengsten en bronnen van steun worden genegeerd (waaronder vrijwillig opgegeven inkomsten); (iii) door een combinatie van artificiele begrenzingen en individuele uitzonderingen zal er in de praktijk nimmer overcompensatie worden vastgesteld . 1
Beschikking nr. C(2009)9963 final van 15 december 2009, zaken E212005 en N64212009, http:l/ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/197757/197757_1155868_173_2.pdf . 2 Wet houdende herziening van de regels over toegelaten instellingen en installing van een Financime Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvestingr. Staatsblad 145; Wet tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvestinif, Staatsblad 146. Pagina 1 van 5
1. Stichting Fair Huur voor verhuurders De Stichting Fair Huur voor verhuurders behartigt de belangen van een groep van thans 213 particuliere verhuurders, die door het Nedertandse overheidsbeleid in de woningmarkt, waaronder de strikte huur- en huisvestingswetgeving, ernstig worden gedupeerd. Voornoemde wetgeving leidt op grote schaal tot onvoldoende rendabele of zelfs verliesgevende exploitaties. Dit is echter in strijd met het eigendomsrecht uit artike~ 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, omdat het EHRM meermaals heeft uitgemaakt dat een huur(prijs)stelsel dat slechts een 'minimal profrt' mogelijk maakt de beoordelingsvrijheid van lidstaten te buiten gaat, en onrechtmatig is jegens eigenaren.3 Daarnaast ijvert Stichting Fair Huur voor eerlijke concurrentieverhoudingen. Woningcorporaties concurreren rechtstreeks met particuliere verhuurders. Seiden bieden dezelfde woondiensten aan; beiden zijn onderworpen aan strikte huur- en huisvestingswetgeving (en sinds 2013 een hoge verhuurderheffing), maar uitsluitend woningcorporaties ontvangen hiervoor staatssteun. Dit is zelfs het geval met de verhuurderheffing , die de netto kasstroom vermindert en aldus in aanmerking komt voor compensatie. Aldus is onmiskenbaar sprake van discriminatie. Stichting Fair Huur heeft bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK), het Ministerie van Economische Zaken, de Autoriteit Consument & Markt en de Commissie aangedrongen op correcte en volledige implementatie van de Beschikking. Zulks tevergeefs: met het aannemen van de Herzieningswet en de publicatie van het concept Besluit is duidelijk geworden dat definitief is besloten om de Beschikking voor een belangrijk deel niet te implementeren. Voornoemde ontwikkelingen hebben het bestuur van onze stichting aanleiding gegeven om op 28 mei 2015, middels onze advocaat Mr. M.O. Meulenbelt van het advocatenkantoor Sidley Austin LLP te Brussel, een staatssteunklacht in te dienen bij het Directoraat-Generaal Concurrentie van de Europese Commissie. Deze klacht betreft niet aileen de gebrekkige implementatie van de Beschikking, maar ook vele vormen van nieuwe steun, waaronder de liquiditeits- en saneringssteun voor activiteiten die niet aileen buiten elke DAEB vallen, maar zelfs "in strijd met de wet" zijn; en de invoering van een de facto bescherming tegen faillissement, ook voor ontoelaatbare activiteiten. De klacht vraagt ook aandacht voor het zeer langdurige markteffect van elke gesubsidieerde woning die ten onrechte wordt toegewezen aan, of bezet gehouden door huurders buiten de doelgroep (zogeheten scheefwoners wier aantal wordt geschat op ruim 600.000): de huurders blijven tot overtijden of vrijwillig verhuizen onttrokken aan de markt, en ook de woning zelf kan decennia lang onttrokken blijven aan de markt. Het marktaandeel van particuliere verhuurders van gereguleerde woningen is reeds gedaald van circa 60% in 1947 naar circa 10% tegenwoordig. Dit laatste restant mag niet verdwijnen. Het doel van de onderhavige petitie is om de gebreken in het concept Besluit, waaronder de overcompensatieformule, zoveel mogelijk te doen herstellen binnen het Nedertandse wetgevingsproces. Onze klacht zal overigens worden aangepast aan de eindversie van het Besluit.
2. Tekortkomingen in de formule voor overcompensatie. In punten 70 en 71 van de Beschikking wordt vastgesteld dat aile steun die woningcorporaties uit verschillende bronnen ontvangen , moet worden opgeteld om ervoor te zorgen dat overcompensatie niet voorkomt, en dat aile overtollige steun (•excess aid") wordt terugbetaald.
3
EHRM 15 september 2009, zaaknr. 47045 (Amato Gauci t. Malta), randnummer 62; EHRM 10 juli 2014, nr. 12027/10 (Statileo t. Kroatie), randnummer 142; EHRM 11 december 2014, nr. 3851/12 (Anthony Aquilina t. Malta), randnummer 63. Pagina 2 van 5
De in het Besluit opgenomen formule is weliswaar compte~. maar voldoet op geen enkel punt aan de Beschikking van de Commissie: I.
Vergelijking met de verkeerde productmarkt. De formule voorziet , in de kern, in een vergelijking tussen (a) het DAEB-rendement van een woningcorporatie (volgens het CFV, gemiddeld 3% in 2013, en volgens IPD 3,6%) en (b) het rendement van commerciEHe vastgoedbeleggers (volgens IPD gemiddeld 4,5% in 2013). Ter adstructie hiervan treft u bijgaand de twee voorgenoemde IPD-indices aan. Aldus is sprake van een rendementsvergelijking met de verkeerde productmarkt. De Nederlandse overheid dient het behaalde rendement van woningcorporaties uiteraard te vergelijken met hun directe concurrenten op de markt voor gereguleerde woningen, namelijk met de particuliere verhuurders van gereguleerde woningen. In plaats daarvan stelt de Nederlandse overheid voor om het rendement van woningcorporaties te vergelijken met het zogeheten IPD-rendement van commerciele beleggers. Echter, het IPD-rendement van commerciele beleggers ziet grotendeels op een geheel andere markt dan de relevante markt voor gereguleerde woningen, waarvan de Nederlandse Mededingingsautoriteit in een serie besluiten heeft vastgesteld dat deze een afzonderlijke •relevante markf vormt. 5 De (overwegend duurdere) woningen die in de betreffende IPD index zijn opgenomen, hebben een aanzienlijk hoger rendement dan gereguleerde woningen (IPD: 4,5% in 2013). Het netto rendement van eigenaren van gereguleerde woningen lag in 2013 echter niet boven de 1,0% 1,5%. Op 30 november 2012 heeft Vastgoed Belang, de branchevereniging van particuliere verhuurders, de Eerste Kamer gewezen op de zeer lage rendementen bij particuliere verhuurders en verzocht om de Verhuurderheffing niet aan te nemen. 6 Ook in een persbericht van Vastgoed Belang van 28 april 2015 wordt vermeld dat de netto rendementen circa 1,5% bedragen.7 Bovendien is er op grote schaal sprake van negatieve rendementen van particuliere exploitanten van gereguleerde woningen. Aileen al hierom is sprake van een onjuiste formule die nimmer tot overcompensatie kan leiden, zelfs als daar aile aanleiding toe is.
a
II.
De fonnule negeert relevante kosten, opbrengsten en bronnen van staatssteun. Diverse relevante kosten worden in de formule genegeerd, onder meer omdat wordt gewerkt met een 'geschoond' netto kasstroomsaldo. Ook wordt in de formule gebruik gemaakt van een 'forfaitair' rentevoordeel ten opzichte van de markt van 0, 7% (overeenkomend met 0,3% netto). In de praktijk is het rentevoordeel van woningcorporaties echter veel hoger, namelijk ten minste 2,5%. De formula bevat geen
4
"2. De overcompensatie in enig boekjaar bedraagt de positieve uitkomst van de berekening overeenkomstig de formule: nks-daeb-gesch x {((nks-daeb-geschlmw-daeb-sector) + 0,003- m)/((nks-daeb-geschlmw-daeb-sector) + 0,003)} met dien verstande dat de overcompensatie niet hoger is dan de overeenkomstig het eerste lid berekende compensatie en niet hoger is dan nks-daeb, in welke formula voorstelt: - nks-daeb: het netto kasstroomsaldo uit exploitatie in de daeb-tak in het betrokken boekjaar, voor de afdracht van de verschuldigde vennootschapsbelasting, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969; - nks-daeb-gesch: nks-daeb geschoond voor rentelasten, rentebaten, schenkingen en baten en lasten uit deelnemingen, beleggingen en liquiditeiten; - mw-daeb-sector de totale waarde op 31 december van het betrokken boekjaar van de onroerende zaken in eigendom van de toegelaten installing, die verband houden met haar werkzaamheden die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang (... )". 5 NMA: Zaak 4062/De Woonplaats - Volion, punt 10; zaak 4173 I HHvl - SWS, punt 56; zaak 5688/VVoonmaatschappij Amsterdam, punt 11 ; zaak 5083/VVoonbron- Woondrecht, punt 9; en zaak 6031, De Nieuwe Unie, punt 10. 6 http:/twww.aedes.nllbinaries/downloadslregeerakkoordlvb-brief-verhuurderheffing-aan-vaste-commissie-bzk.pdf 7 https:/lwww.vastgoedbelang.nl/nieuwslbelastingdienst-worstelt-met-inning-verhuurderheffing/ Pagina 3 van 5
ruimte voor de grondsubsidies in de vorm van verlaagde erfpachtprijzen. De formule miskent voorts vele vormen van (bijkomende) steun. Zo ontvangen woningcorporaties steun vanuit het lnvesteringsbudget Stedelijke Vernieuwing en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Tevens is voor woningcorporaties sprake van legesvrijstellingen door gemeenten. Daarnaast worden woningcorporaties, onder andere in Amsterdam, gesubsidieerd met aanmerkelijk lagere splitsingskosten. De formule houdt ten onrechte geen rekening met het feit dat woningcorporaties op grote schaal vrijwillig inkomsten opgeven: (i) door structureel huren te berekenen die gemiddeld 30% lager liggen dan de maximumhuren c.q. de markthuren; (ii) door jaarlijks af te zien van wettelijk toegestane huurverhogingen; (iii) door bij wisseling van huurder af te zien van "liberalisering" van woningen en de daarmee te behalen inkomsten; en (iv) door koopwoningen ver beneden de marktprijs, in het bijzonder ook aan zittende huurders, te verkopen. Transparantie inzake deze aspecten ontbreekt vrijwel volledig, en het Besluit lost dat probleem niet op. Het aldus vrijwillig opgeven van inkomsten is in elk geval nimmer opgedragen a/s DAEB (in elk geval niet bij wet of administratieve maatregel)8 , en kan geen grond voor compensatie opleveren. Bovendien leidt het vrijwillig afzien van inkomsten onvermijdelijk tot kosten of verliezen die een "gemiddelde" of "gemiddelde, goed beheerde onderneming" nimmer zou maken.9 Het (blijven) betalen van compensatie voor de hiermee gemoeide bedragen komt neer op operationele steun voor het geven van wat in feite commerciele kortingen zijn. Daar zijn de DAEB-regels niet voor bedoeld. De vrijwillig opgegeven inkomsten dienen derhalve niet als 'verliespost' te worden verborgen in de formule, zeals nu dreigt te gebeuren. De vrijwillig opgegeven inkomsten dienen niet voor compensatie in aanmerking te komen. Ill.
Fictieve rendementen. De formule heeft geen betrekking op het daadwerkelijke rendement van elke individuele woningcorporatie, nu er wordt gewerkt met fictieve rendementen en vermogens (artikel 56 concept-Besluit) . De waarde van het bezit wordt namelijk bepaald aan de hand van de gemiddelde waarde van aile DAEB-
Zie Rapport Parlementaire Enqu~te, Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33 606, nr. 4, o.a. biz. 14 en 73, waarin de "vrijblijvendheid" voor woningcorporaties wordt benadrukt. Woningcorporaties zijn niet verplicht om met gemeenten "prestatieafspraken" te maken over hetgeen zij moeten presteren, en dergelijke afspraken ontbreken in de meeste gevallen. In 2005 was het percentage afspraken bijvoorbeeld "17,9% ... van het totaal aan mogelijke prestatieovereenkomsten• (Kamerstukken II 33606 nr 5 biz. 95). De afspraken die er zijn, worden dikwijls niet nagekomen: "in 2013 wordt nag niet de helft van mogelijke prestatieafspraken gerealiseerd" (Kamerstukken 1133606 nr. 5 biz. 96). Gedurende meerdere jaren bestond er zelfs een "perverse prikkel om niet te investeren· (Kamerstukken II 33606 nr. 5 biz. 102). Theoretisch kan derhalve niet worden uitgesloten dat er prestatieafspraken zijn die bepalingen bevatten over specifieke aanvangshuumiveaus voor bijvoorbeeld nieuwe woningen. Vooralsnog is echter niet duidelijk (i) of dergelijke prestatieafspraken bestaan en afdwingbaar zijn en (ii) of deze prestatieovereenkomsten te kwalificeren zijn als "opdrachr van een DAEB in de zin van het EU-recht. Alsdan zal tevens bewezen dienen te worden dat een "opgelegd verschil" tussen de wettelijke maximumprijs en de in een concreet geval verplicht gestelde huurprijs niet gedekt kan worden door huursubsidie c.q. huurtoeslag. lmmers, voorzover steun beschikbaar is die de concurrentie niet vervalst- zoals huurtoeslag of huursubsidie - kan selectieve en concurrentievervalsende steun niet noodzakelijk of proportioneel zijn. 9 HJEU 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark, ECLI:EU:C:2003:415, r.o. 95; Almunia-besluit, considerans punt 4 en art. 5 lid 5 (Besluit 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2 VWEU op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen belang belaste ondememingen, Pb 2012 L7/3); EU-Mededeling punten 61 en 70 (Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie, Pb 2012 CS/4); EUkaderregeling punten 31 en 35 (EU-kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, Pb 2012 C 8/15). 8
Pagina 4 van 5
corporatiewoningen in Nederland. Ook maken niet-verhuurde woningen onderdeel uit van het vermogen, zodat het rendement kunstmatig wordt verlaagd. IV.
Het vaststellen van overcompensatie wordt onmogelijk gemaakt. In het Besluit wordt overcompensatie vooraf gemaximeerd, doordat wordt bepaald dat overcompensatie niet hoger kan zijn dan het netto kasstroom saldo en niet hoger kan zijn dan de (onjuist berekende) staatssteun die de woningcorporatie heeft ontvangen (art. 56 lid 2 concept Besluit). lndien particuliere verhuurders verlies maken, dan worden woningcorporaties daardoor extra beschermd. Ook kunnen woningcorporaties om een gunstigere formule vragen, om aldus de compensatie zo laag mogelijk te doen Iaten lijken (zie Toelichting bij het concept Besluit, biz. 92). lmmers, om een individuele aanpassing kan worden verzocht zowel wanneer ude waarde van het DAEB bezit van de toegelaten installing substantieel hoger is dan het gemiddelde", als bij een "relatief negatieve ontwikkeling van de marktwaarde van het DAEB-bezit". Het is dus niet voor niets dat het CFV vaststelde dat het in de praktijk onmogelijk zou zijn om ooit overcompensatie vast te stellen:
"De insteek van de AMvB lijkt te zijn om een en ander zodanig te formu/eren dat het per definitie onmogelijk is dat in de praktijk sprake zou kunnen zijn van overcompensatie. "10
Een overkoepelend probleem is dat de formule - hoe gebrekkig ook- aileen wordt toegepast vanaf de datum dat de splitsing uiteindelijk zal worden doorgevoerd (d.w.z. niet v66r 2017). Dit betekent dat noch op projectniveau, noch op het niveau van woningcorporaties, een beoordeling zal plaatsvinden van de projecten die bestonden op 1 januari 2010, en aile projecten die worden ge"initieerd tussen 1 januari 2010 en de datum van eerste toepassing van de formule. Aileen al het voorbeeld van de niet bijgehouden steun in de vorm van goedkope grond geeft aan hoeveel nietgoedgekeurde steun wordt verleend (geschat op 300 a 400 miljoen per jaar aan niet bijgehouden 11 grondsubsidies). Voor de goede orde zij opgemerkt dat deze petitie slechts een selectie bevat van de bij Stichting Fair Huur thans bestaande bezwaren. Onder voorbehoud van al haar rechten doet Stichting Fair Huur U deze petitie toekomen, teneinde U, en via U eventueel ook anderen die bij het wetgevende proces betrokken zijn, (voorafgaand) te informeren omtrent belangrijke bezwaarpunten en U te verzoeken daar in uw advies aan de regering (kenbaar) rekening mee te houden. Vertrouwend erop u hiermee voldoende te hebben ge·informeerd. Hoogachtend, Namens het bestuur,
~ 10
Brief van het CFV d.d. 28 januari 2015, Aanvulling op de voorlopige uitvoeringstoets van CFV op het werkconcept van AMvB Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting van 20 januari jl., p. 1. 11 Kamerstukken I, 33 819, nr. B, p. 10. Pagina 5 van 5
IPD Netherlands Annual Social Housing Index Results for the year to 31 December 2013
IPD Netherlands Annual Social Housing Index measures ungeared total returns to directly held standing property investments from one open market valuation to the next, and for 2013 returned 0.9%
IPD Netherlands Annual Social Housing Index Total return index Dec 2012
Total return index Dec 2013
Total return %
Income return %
Capital growth %
Annualised total return %
Dec 2004 = 100
Dec 2004 = 100
1 yr
1 yr
1 yr
3 yr
5 yr
10 yr
All property
125.3
126.5
0.9
3.9
-2.8
0.8
1.0
-
Multi storey
123.8
124.8
0.9
3.6
-2.7
0.6
0.7
-
Houses
124.8
127.0
1.7
3.7
-1.9
1.0
1.2
-
Commercial property/ Social property
141.1
138.3
-2.0
7.2
-8.7
1.0
1.8
-
All residential
124.2
125.7
1.2
3.6
-2.4
0.8
0.9
-
350.7
442.2
26.1
-
-
11.2
15.8
7.5
-
-
2.7
-
-
-5.6
7.0
5.7
Bonds
387.5
370.4
-4.4
-
-
6.1
6.0
6.0
Inflation
145.2
147.7
1.7
-
-
2.3
2.0
1.8
Comparative data Equities Property Equities
Data sources: MSCI, JP Morgan 7-10 year, Reuters
IPD Netherlands Annual Social Housing database profile Capital value (€m)
Capital value (%)
Number of properties
Number of funds
All property
46,764.0
100.0
8,926
33
Multi storey
23,848.3
51.0
3,796
33
Houses
19,066.7
40.8
3,053
33
2,717.1
5.8
1,549
33
43,785.4
93.6
7,244
33
Commercial property/ Social property All residential
The figures above represent the full coverage of the 'IPD Netherlands Annual Social Housing database as at December 2013. The 'IPD Netherlands Annual Social Housing Index employs only fully appraised assets from that database.
The IPD Netherlands Annual Social Housing Index is based on asset level data collected from 33 social housing organisations with a total value of Euro 46.8 billion as at December 2013. This represents a decrease of 19.1% on the previous year and is partially attributed to non-participation of 4 social housing organizations with a total capital value of Euro 8.8billion as at December 2012. The decrease is also explained by the exclusion of some assets that did not meet our data quality standards. We continue to engage with our data providers to improve the quality of data submitted for index inclusion, and these assets will be added back into the index when their data meets the full IPD standard.
Contributors Acantus, Veendam - AlleeWonen, Breda - De Sleutels, Leiden - De Woningstichting, Wageningen - De Woonplaats, Enschede - Domijn, Enschede Dudok Wonen, Hilversum - Elan Wonen, Haarlem - Habion, Houten - Havensteder, Rotterdam - HW Wonen, Oud-Beijerland - Lefier, Hoogezand - Mitros, Utrecht - Omnia Wonen, Harderwijk - Patrimonium Barendrecht, Barendrecht - Portaal, Baarn - Pré Wonen, Haarlem - Rhenense Woningstichting - RWS, Goes - Salland Wonen, Raalte - Sité Woondiensten, Doetinchem - Staedion, Den Haag - Talis, Nijmegen - Vidomes, Zoetermeer - Vivare, Arnhem Wassenaarsche Bouwstichting, Wassenaar - Wonen Limburg, Roermond - Stadlander, Bergen op Zoom - WonenBreburg, Tilburg - Woonbron, Rotterdam - Woongoed Middelburg, Middelburg - Wooninvesteringsfonds, Zeist - Woonpartners Midden-Holland, Waddinxveen
Disclaimer © IPD (Investment Property Databank Ltd.) 2014 All rights conferred by law of copyright, by virtue of international copyright conventions and all other intellectual property laws are reserved by IPD. No part of the 'IPD Netherlands Annual Social Housing Index may be reproduced or transmitted, in any form or by any means, without the prior written consent of IPD. This index is neither appropriate nor authorised by IPD for use as a benchmark for portfolio or manager performance, or as the basis for any business decision. IPD gives no warranty or representation that the use of this information will achieve any particular result for you. IPD has no liability for any losses, damages, costs or expenses suffered by any person as a result of any reliance on this information.
Contacts General enquiries:
[email protected] +31.88.328.2200 IPD Head Office
IPD BeNeLux
Ninth Floor Ten Bishops Square London E1 6EG United Kingdom +44.20.7336.9200
Busplein 30
www.ipd.com @IPDnews
[email protected]
www.ipd.com/benelux @IPDBeNeLux
1315 KV Almere Nederland +31.88.328.2200
IPD Nederlandse Jaar Vastgoedindex Resultaten voor het jaar tot en met 31 december 2013
De IPD Nederlandse jaar Vastgoedindex meet de rendementen op directe vastgoedbeleggingen, gebaseerd op netto open marktwaarden en zonder rekening te houden met financiering. Het totaal rendement op Standing Investments in 2013 bedroeg 0,5%
IPD Nederlandse Jaar Vastgoedindex Totaal rendement Totaal rendement Totaal rendement Direct rendement geïndexeerd geïndexeerd % % dec 2012 dec 2013 dec 1994 = 100
dec 1994 = 100
Indirect rendement %
Totaal rendement jaarbasis %
1 jaar
1 jaar
1 jaar
3 jaar
5 jaar
10 jaar
0,5
5,6
-4,9
1,8
2,0
5,4
Alle Objecten
466,9
469,2
Winkels
527,6
533,5
1,1
6,1
-4,7
4,3
4,6
8,0
Kantoren
372,7
363,6
-2,4
7,0
-8,9
-1,0
0,0
3,5
Bedrijfsruimten
452,3
475,6
5,2
7,6
-2,3
3,3
2,5
6,0
Woningen
458,9
461,5
0,6
4,5
-3,8
1,0
0,7
4,4
Overig
601,3
624,6
3,9
6,5
-2,4
4,8
5,3
8,1
350,7
442,2
26,1
-
-
11,2
15,8
7,5
-
-
2,7
-
-
-5,6
7,0
5,7
Obligaties
387,5
370,4
-4,4
-
-
6,1
6,0
6,0
Inflatie
145,2
147,7
1,7
-
-
2,3
2,0
1,8
Vergelijkbare data Aandelen Vastgoedaandelen
Bronvermelding: MSCI, JP Morgan 7-10 jaar, CPI
IPD Nederlandse Jaar Vastgoedindex database Kapitaalswaarde (€m)
Kapitaalswaarde (%)
Aantal objecten
Aantal fondsen
Alle Objecten
35.710,9
100,0
4.421
59
Winkels
11.482,1
32,2
1.349
39
Kantoren
5.466,5
15,3
454
39
Bedrijfsruimten
1.372,2
3,8
141
23
16.433,7
46,0
2.347
39
956,5
2,7
130
32
Woningen Overig
De hierboven gepresenteerde cijfers representeren de volledige databank van de IPD Nederlandse jaar Vastgoedindex per december 2013 overeenkomstig de standaard methodiek van IPD. De IPD Nederlandse jaar Vastgoedindex bevat enkel volledig getaxeerde objecten uit deze databank.
Deelnemers Allianz, Altera Vastgoed NV, Amvest BV, ASR Vastgoed Vermogensbeheer BV, Anthos Asset Management BV, Bouwinvest BV, CBRE Global Investors, Corio Nederland BV, Dela Vastgoed BV, Delta Lloyd NV, Eurindustrial NV, Generali Verzekeringsgroep NV, Mn Services NV, NS Poort Vastgoedvermogensbeheer, Prologis, Redevco Nederland BV, Schiphol Real Estate BV, Segro, SPF Beheer BV, Syntrus Achmea Real Estate & Finance, Triodos Vastgoed NV, Vesteda Groep BV
Disclaimer © IPD (Investment Property Databank Ltd.) 2014 Alle rechten verleend door de wet op het auteursrecht, op grond van international verdragen of andere intellectuele eigendomsrechten zijn voorbehouden aan IPD. Geen enkel deel van de IPD Nederlandse jaar Vastgoedindex mag worden gereproduceerd of overgedragen in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van IPD. De index is niet geschikt, noch geautoriseerd door IPD voor gebruik als benchmark voor portefeuille- of managerprestaties of als basis voor enige beleidskeuze. IPD geeft geen garantie voor het bereiken van enig resultaat op basis van deze informatie. IPD is niet aansprakelijk voor enige vorm van schade, gemaakte kosten en/of verlies geleden door enig persoon, ontstaan door het gebruik van deze informatie.
Contactgegevens Algemeen:
[email protected] +31.88.328.2200 IPD Head Office Ninth Floor Ten Bishops Square London E1 6EG United Kingdom +44.20.7336.9200
IPD BeNeLux Busplein 30
www.ipd.com
www.ipd.com/benelux
@IPDnews
[email protected]
@IPDBeNeLux
1315 KV Almere Nederland +31.88.328.2200