RIS093224_23-01-2002
NIEUWJAARSTOESPRAAK BRANDWEER DEN HAAG / HULPVERLENINGSREGIO HAAGLANDEN 3 JANUARI 2002, EMBARGO TOT 14.00 UUR DOOR: ROB K. BRONS, COMMANDANT BRANDWEER DEN HAAG, DIRECTEUR HULPVERLENINGSREGIO HAAGLANDEN
23 januari 2002
2 Dames en Heren, Van harte welkom op de nieuwjaarsreceptie van de brandweer Den Haag, de Hulpverleningsregio Haaglanden en de personeelsvereniging Rode Haan. Allereerst een ieder een gezond en veilig nieuwjaar toegewenst. Een nieuwjaarstoespraak leent zich altijd voor een terugblik op het voorgaande jaar en het uitspreken van verwachtingen naar het komende jaar. Wat levert de terugblik op het vorige jaar op? Allereerst constateer ik een nog steeds toenemende aandacht voor het onderwerp brandweer en rampenbestrijding. Niet verwonderlijk, na het verschijnen van de rapporten Oosting en Alders. Beide rapporten leveren veel actiepunten op. Volgens Oosting is hiervoor een culturele revolutie nodig, volgens Alders moeten we gewoon uitvoeren wat al lang op de agenda staat. De actiepunten leggen een sterk accent op een terrein, waar een groot deel van de brandweerorganisatie in Nederland niet op is toegerust: pro-actie, preventie en preparatie. De effecten van deze rapporten zijn goed merkbaar. Er komt zowel lokaal als regionaal maar ook nationaal aanzienlijk meer geld beschikbaar om de brandweerzorg en rampenbestrijding op niveau te krijgen. Nationaal gezien is sprake van een verdubbeling van het budget over de afgelopen vier jaar voor de voorbereiding rampenbestrijding. Ondanks dit alles hebben nog weinig politieke partijen het onderwerp brandweerzorg en rampenbestrijding in hun concept partijprogramma’s voor dit verkiezingsjaar opgenomen. Lokaal hebben vele gemeenten budgetten beschikbaar gesteld voor de intensivering van de handhaving en het toezicht op het gebied van de brandpreventie. Gevolg hiervan is, dat de handel in brandpreventieve medewerkers in Nederland is losgebarsten. Vooral de grote korpsen zien veel personeel vertrekken naar andere gemeenten. Een voorbeeld uit Den Haag: Van de vier bouwplanbeoordelaars met meer dan twintig jaar Haagse brandweerervaring zijn in 2001 drie naar elders vertrokken. Deze gaten zijn niet zomaar door de arbeidsmarkt op te vullen. Een landelijk afgestemde opleiding voor brandveiligheidsadviseur ontbreekt, evenzo een indicatie op welk gemeentelijk schaalniveau deze activiteiten zich afspelen. Los hiervan is een actieve brandpreventie niet de panacee voor alle kwalen. Preventie is gebaseerd op tevoren beschreven en uitgewerkte scenario’s. Sommige scenario’s zijn echter niet te bedenken. Ik kom daar later nog op terug. Een zelfde beeld vertoont het verloop onder het brandweermanagement. De brandweer Den Haag heeft op een bestand van 14 officieren de laatste vier jaar 23 mutaties ondergaan. Het afgelopen jaar heb ik van 42 personeelsleden afscheid genomen. Jarenlang hebben met name kleinere gemeenten in Nederland gewerkt met commandanten, die deze rol als vrijwilliger invullen. Deze tijd lijkt langzamerhand voorbij. Dit jaar is de laatste vrijwillig commandant uit de regio Haaglanden vertrokken. Hij wordt door een beroepscommandant opgevolgd. Deze tendens is in heel Nederland waarneembaar. De onevenredige leeftijdsopbouw van het brandweerofficierenkorps maakt probleem op korte termijn nog groter. Een eenduidige werving, selectie en opleiding voor brandweerofficieren is inmiddels gerealiseerd, maar niet gerelateerd aan een formatie die regionaal of landelijk is afgestemd. Ik pleit derhalve dringend voor een landelijke formatie voor brandweerofficieren.
3 De brandweer wordt vaak in een adem genoemd met de politie. Nog onlangs hebben alle politieen brandweermensen in Nederland het Nationale Kerstgeschenk mogen ontvangen als waardering voor het werk dat personeelsleden in deze sector ten behoeve van de samenleving verrichten. Voor de buitenwereld is het ook haast niet uit te leggen, dat de brandweer, net als de politie, weliswaar regionaal wordt aangestuurd, werkt volgens operationele grenzen maar niettemin primair een gemeentelijke organisatie is. Met name op het gebied van personeelsbeleid werkt het gegeven dat de gemeentelijke rechtspositie van toepassing is op de brandweer nadelig uit. Deze rechtspositie is geënt op de kantoorfunctie, die de meeste gemeente ambtenaren vervullen. Op de brandweer is een arsenaal aan emolumenten van toepassing. Door het ontbreken van een landelijke standaard op dit gebied, laat staan een landelijke CAO, wordt de concurrentie op de arbeidsmarkt voor brandweerpersoneel fors in de hand gewerkt. Het zou goed zijn te komen tot een CAO voor brandweerpersoneel, misschien zelfs op termijn wel een CAO voor de ’blauwe zwaailichtenbranche’(ik hoor dezelfde geluiden ook uit de ambulancewereld), teneinde emolumenten die op deze branche van toepassing zijn te harmoniseren. Bij het terugblikken op het afgelopen jaar ontkom ik niet aan het melden van een traumatische gebeurtenis, die de wereld op zijn grondvesten heeft laten trillen. Ademloos zijn de beelden uit New York en Washington gevolgd. Groots is het medeleven vanuit alle delen van de brandweerwereld met al diegenen die tot op de dag van vandaag een bijdrage aan de bereddering leveren. De aanslagen in de Verenigde Staten zetten tot denken aan. Nimmer zullen alle vormen van preventie toereikend zijn om dergelijke aanslagen te voorkomen. Toch leggen de aanslagen pijnlijk bloot waar de Achilleshiel van onze industriële en technologische samenleving zich bevindt. Discussies over het evenwicht tussen leefbaarheid en veiligheid laaien op. Het in kaart brengen van risicovolle objecten en activiteiten krijgt een nieuwe impuls. De emancipatie van de brandweer op dit terrein is in volle gang. De roep om nog meer veiligheid echoot in iedere volksvertegenwoordiging. De brandweer voelt de druk toenemen. Bestuurlijke vragen stapelen zich op. Beleidsmatige antwoorden laten op zich wachten. Met veel energie wordt gewerkt aan de beleidsmatige beantwoording van al die vragen. Uitgangspunt is evenwel om niet steeds nieuwe dingen te ontwikkelen, maar juist allereerst de dingen te doen die nodig zijn. Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Gedogen is uit, handhaven is in. De brandweer is van nature een alerte en daarbij relativerende organisatie, die bij voorkeur antwoorden op veiligheidsvraagstukken verankert. Vandaar dat instrumenten als referentiekaders, leidraden voor maatramp scenario’s, operationele prestaties en effectief oefenen worden gebruikt om de grootst mogelijke zorgvuldigheid te betrachten en het veiligheidsgevoel niet verder negatief te beïnvloeden. Met name de leidraad maatramp, een uniek instrument om de ambtelijke en bestuurlijke discussie over wat aan multidisciplinaire dekking en slagkracht noodzakelijk is heeft het afgelopen jaar veel aandacht gevraagd in Haaglanden. Lastig is wel, dat deze instrumenten op landelijk niveau vanuit een soort slowmotion worden ontwikkeld en eerder een reactief dan een pro-actief karakter dragen. Het resultaat van deze discussies zal in Nederland uiteindelijk wel een afgewogen oordeel opleveren over de schaal en de maat van de hulpverlening in Nederland. Congruente regio’s, gecolokeerde meldkamers en een nieuw communicatie systeem voor de hulpdiensten in Nederland: het is er en het komt er en wat mij betreft blijft Haaglanden een voorbeeldfunctie vervullen.
4 Nog dichter bij huis heeft het afgelopen jaar de audit van de brandweerzorg en rampenbestrijding in Haaglanden veel informatie opgeleverd. Voor mij in de eerste plaats een bevestiging van wat de meeste insiders al weten. Wat voor mij ook duidelijk is geworden dat de publicatie van dergelijke zelf geïnitieerde onderzoeken goed moeten worden begeleid in de interne en externe communicatie. Laten wij vooral niet vergeten, waar de audit voor is bedoeld: een veiliger regio Haaglanden met voor iedere inwoner van Haaglanden het recht op een gelijkwaardig niveau van veiligheid. Het bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden heeft op basis van de audits beslissingen genomen die rechtstreeks leiden tot een nog intensiever samenwerking tussen brandweerkorpsen en overige hulpdiensten in de regio.
Meest boeiend vind ik altijd de reacties van buitenstaanders op het moment dat zij zich in de brandweer verdiepen. Telkens weer staan mensen versteld van de grote betrokkenheid van de medewerkers en de direct leidinggevenden bij de brandweer. Goed onderhouden materiaal, adequaat geoefend personeel, heldere procedures, maar ook daadkracht, samenwerking, teamgeest, gevoel voor technische vernieuwing wordt door onderzoekers bij de brandweer geroemd. Natuurlijk valt het nodige te verbeteren op beleidsmatig gebied en op afstemming met de overige disciplines. Daarvoor is wel een sfeer nodig, die gericht is op samenwerking. Ik prijs mij gelukkig te mogen werken in een organisatie waar deze sfeer aanwezig is, de motivatie om het werk goed te doen bijna grenzenloos is en de verknochtheid met het vak door iedere buitenstaander wordt herkend. Als ik het over samenwerken heb, ontkom ik niet aan het melden van de samenwerking met de geneeskundige hulpverlening. Komend jaar zal de ambulancevoorziening in Haaglanden daadwerkelijk een regionale zijn. De RAV is dan een feit, dankzij goed overleg met zorgverzekeraars. Ik verwacht dat de HRH de opdracht zal krijgen om zorg te dragen voor de verdere ontwikkeling van de centrale meldkamer Haaglanden en dat deze ontwikkeling in combinatie met de RAV Haaglanden zodanig zal zijn, dat beide ontwikkelingen in elkaar overvloeien en niet haaks op elkaar komen te staan. Ik doel dan met name op de positie van de CPA. Los van deze ontwikkelingen zie ik met veel vertrouwen het resultaat van het project inhuizing ambulancedienst GGD Den Haag bij de brandweer Den Haag tegemoet. De grootste uitdaging voor het komend jaar zal zijn het goede te borgen en te behouden en niet ten koste te laten gaan van ambities, die worden opgelegd zonder op voorhand de consequenties te overzien. Alle zeilen moeten nu al worden bijgezet om het personeelsverloop op te vangen, adequaat te kunnen opleiden en oefenen en de burger nog steeds binnen de normtijd te kunnen bereiken.
5 Dames en heren, ik kom tot een afronding. Er is het afgelopen jaar veel gebeurd op het gebied van de brandweerzorg en rampenbestrijding. Op basis daarvan is de doorontwikkeling van de hulpverlening in de hoogste versnelling terechtgekomen. Dat betekent veel nieuw extra werk, een soort van vlucht vooruit. Aan de andere kant loopt de organisatie tegen een aantal veelal basale beperkingen aan. De vraag die zich bijna dagelijks voordoet is of met name de brandweer in volle omvang mee moet in die vlucht vooruit dan wel dat wij nu eerst een duidelijke pas op de plaats maken, het veld overzien om dan vervolgens op basis van een goed georganiseerde planmatige aanpak aan de slag te gaan. In zowel Den Haag als in Haaglanden wordt alle energie gestoken in het helder formuleren van die keuze en de daarop te baseren aanpak. Laten wij niet vergeten dat brandweerwerk hoe dan ook mensenwerk blijft en veiligheid een gevoel. Laten wij met elkaar blijven streven naar het goede veiligheidsgevoel. Ik wens ik U en de Uwen nogmaals een gezond en veilig nieuwjaar toe. Rob Brons