VLD/2010/40150
Meerjarenbegroting 2011 – 2014
Embargo tot donderdag 16 december 2010, 13.00 uur
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders Van burgemeester en wethouders op 14 december 2010
1
2
Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief Ontwerpbesluit
Programmaplan A. 1.
Bestuur van de stad Bestuur, Dienstverlening en Participatie
B. 2. 3. 4.
Beheer van de stad Veiligheid en Handhaving Groen en Milieu Verkeer en Mobiliteit
C. 5. 6. 7.
Ontwikkeling van de stad. Wonen Economie en Haven Jeugd en Onderwijs
D. 8. 9. 10. 11.
Mensen en voorzieningen Welzijn en Zorg Werk en Inkomen Kunst en Cultuur Sport en recreatie
Algemene dekkingsmiddelen
Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Lokale Heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud Kapitaalgoederen Treasury Bedrijfsvoering Verbonden Partijen Grondbeleid
Financieel Deel 1. 2. 3.
Overzicht van Baten en Lasten Meerjarenoverzicht Reserves en Voorzieningen Berekening EMU-saldo
3
4
R.nr. 76.1 Vlaardingen, 14 december 2010
Aan de gemeenteraad, Onlangs stelde uw raad de meerjarenbegroting 2011-2014 vast. Nu, terwijl het jaar 2011 nog moet beginnen, legt ons college een nieuwe, geheel herziene meerjarenbegroting aan u voor. De afgelopen maanden hebben we een verdere bestuurlijke invulling gegeven aan het coalitieakkoord ‘Keuzes voor de Toekomst’. Deze nader uitgewerkte beleidsvisie is neergelegd in het Strategisch Collegeplan 2010 – 2014. Het Strategisch Collegeplan is voor ons college het kader voor het te voeren beleid in deze periode en schept duidelijkheid voor de burgers, uw raad en de gemeentelijke organisatie. Het Strategisch Collegeplan (SCP) wordt u tegelijkertijd met de begroting ter kennisname toegezonden. Bij de vaststelling van de “beleidsarme” meerjarenbegroting 2011-2014 heeft uw raad ermee ingestemd dat ons college nog in 2010 een structureel sluitende begroting aan uw raad zou aanbieden. Die toezegging is ingevuld: de begroting dien wij nu aanbieden is in alle jaren sluitend. Daartoe hebben wij op termijn voor een bedrag van circa € 17 mln. aan “netto” ombuigingen ingevuld. Tegelijkertijd blijven wij investeren in de stad, met name via het Actieplan Wonen, wordt het budget voor bijzondere bijstand gehandhaafd op het niveau van 2009 en pakken wij knelpunten aan ten aanzien van achterstallig onderhoud aan gebouwen. Ook is er inmiddels overeenstemming bereikt over de invoering van de 36-urige werkweek. De effecten van deze maatregel zijn verwerkt in deze begroting. De gemeentelijke woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing) worden op de nullijn gehouden. Organisatie Wij hechten aan een integer, transparant en controleerbaar bestuur en een organisatie die flexibel, effectief en efficiënt opereert. Dat mag men verwachten van het openbaar bestuur dat werkt met gemeenschapsgeld. Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat die middelen doelmatig worden besteed en dat de wensen en behoeften die in de samenleving leven van invloed zijn op het handelen van de lokale overheid. De betrokkenheid van burgers en andere betrokkenen is van groot belang. De organisatiestructuur wordt aangepast met het doel de controlfunctie verder te versterken. We stellen in de periode 2011 -2014 extra middelen beschikbaar voor verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Uitgangspunt is dat in 2015 men voor nagenoeg alle overheidsvragen, producten en diensten bij de gemeente terecht moet kunnen. Burgers worden gestimuleerd om de gemeente digitaal te benaderen. Schaalvergroting en concentratie is hiervan een logisch uitvloeisel, zowel binnen de gemeente als in samenwerking met onze buurgemeenten (gemeenschappelijke dienstencentra). De gemeentelijke formatie zal, mede als gevolg van de verlenging van de werkweek, in de komende vier jaar met circa 20% dalen. Deze formatiereductie werkt door in alle programma’s. Om dit waar te kunnen maken, is een optimale huisvesting voor onze medewerkers van vitaal belang. De selectieve vacaturestop wordt gehandhaafd. Uitgangspunt is dat geen gedwongen ontslagen als gevolg van dit proces plaatsvinden. Dit vergt flexibiliteit het zittende personeel en de bereidheid van medewerkers om een andere functie te gaan vervullen. Daar waar in de toekomst bij vacatures geen goede match kan ontstaan tussen het natuurlijk verloop en de reductie van toegestane formatieplaatsen zullen incidenteel middelen moeten worden ingezet vanuit het vermogen en/of in overleg moeten worden overgegaan tot afvloeiingen. Sturing zal de komende jaren plaatsvinden op het functioneren en ontwikkelen van het personeel en het reduceren van de formatie. Bij dit laatste wordt als kengetal een formatie van 6 á 7 fte per 1.000 inwoners genomen. Op basis van het huidige inwonertal komt dat neer op circa 450 fte. Wij verwachten dat dit via natuurlijk verloop en vrijwillige uitdiensttreding in 2018 te kunnen realiseren. In 2014 zal de formatie uit circa 570 fte bestaan. De inhuur van externen wordt beperkt. Uitbesteding van werk c.q. taken wordt geprefereerd ten opzichte van inhuur van externen.
5
Met de gemeenten Schiedam en Maassluis worden verkennende gesprekken gevoerd om te komen tot een verdergaande mate van samenwerking. Dit moet op zo kort mogelijke termijn leiden tot het gemeenschappelijk en gecentraliseerd uitvoeren van taken. In eerste instantie wordt gewerkt aan een samenwerking op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Inmiddels hebben de gemeenten Vlaardingen, Maassluis en Schiedam hierover een intentie-overeenkomst getekend. Andere opties zijn taken op het gebied van advies (bijvoorbeeld op juridisch terrein), ondersteuning (bijvoorbeeld ICT) en uitvoering (bijvoorbeeld inning belastingen). Algemene financiële situatie Na de verkiezingen van begin 2010 is ons college aan de slag gegaan onder een economisch zeer ongunstig gesternte. Het Rijk heeft grootschalige ombuigingen aangekondigd. Tegelijkertijd doen (kwetsbare) groepen in toenemende mate een beroep op de gemeente en hebben wij als gemeentebestuur de nodige ambities. Kortom: ingrijpende en principiële keuzes waren en zijn onontkoombaar. In het coalitieakkoord is mede om die reden een takendiscussie aangekondigd. Overigens wordt een en ander nauwlettend gevolgd door de provincie in haar rol van toezichthouder. Overleg hierover is inmiddels gestart. Duidelijk is, dat wij in 2011 tot het vaststellen van de herziene begroting te maken zullen hebben met preventief toezicht. De auditcommissie is hierover inmiddels geïnformeerd. Bij het bepalen van het pakket aan maatregelen, zoals dat in deze herziene begroting is opgenomen, werden wij geconfronteerd met een verdere verslechtering van de financiële vooruitzichten. Bij de Voorjaarsnota 2010 gingen wij nog uit van een noodzakelijke ombuiging op termijn van circa € 12 mln per jaar. Die taakstelling is opgelopen tot circa € 17 mln., met name vanwege ontwikkelingen ten aanzien van de bijstandsverlening. Het nu voorliggende pakket aan bezuinigingen levert bij uitvoering voldoende op om het begrotingstekort op te lossen. Er is echter niet veel marge. Dat betekent dat er maar in beperkte mate ruimte is voor het maken van keuzes (c.q. het laten vallen van voorstellen). Dat zal vaak vergezeld moeten gaan van alternatieve voorstellen. Op 6 december 2010 ontvingen wij de decembercirculaire 2010 van het Rijk. De geraamde financiële effecten van deze circulaire zijn verwerkt in deze begroting. In de septembercirculaire over het gemeentefonds had het ministerie op termijn gerekend met een bezuiniging op het gemeentefonds van € 1,3 mld. De bezuiniging van het kabinet Rutte is volgens de decembercirculaire uitgekomen op bijna € 1,8 mld. Een verslechtering met een half miljard. Toch is het totaalbeeld in de decembercirculaire op termijn gunstiger dan bij de septembercirculaire werd geschetst. Met ingang van het jaar 2012 wordt de systematiek “trap op-trap af” weer hersteld met betrekking tot het gemeentefonds (gemeentefonds volgt omvang rijksuitgaven). Het effect hiervan is positief doordat een aantal rijksuitgaven de komende jaren stijgt (bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid). De doorrekening levert pas vanaf 2014 een stijging van de inkomsten uit het gemeentefonds op, maar in 2012 en 2013 daalt de uitkering nog. De inkomsten voor het jaar 2011 wijken nauwelijks af van het begrote saldo. Bij de positieve bijstelling van het meerjarenperspectief kunnen de volgende kanttekeningen geplaatst worden: a. (rijks)besparingen door verlagingen van specifieke uitkeringen leiden volgens de minister niet tot een lastenstijging voor de gemeente c.q. inwoners maar dit zal moeten blijken b. De personele effecten van verdergaande decentralisatie van taken (bijvoorbeeld jeugdzorg en een deel van de AWBZ) wordt niet gecompenseerd en is dus pm in het meerjarenperspectief. De verwachting is dat de decentralisaties niet budgettair neutraal voor gemeenten zullen plaatsvinden; c. Loon- en prijsontwikkelingen worden verder niet gecompenseerd.
6
Het voorgaande geeft het volgende beeld op: Jaar
2011
Stand gemeentefonds Septembercirculaire (in miljoenen euro’s) 16.728,3
Stand gemeentefonds decembercirculaire (in miljoenen euro’s) 16.718,3
2012
16.404,2
2013 2014
Mutatie macro in Miljoenen euro’s
Bij
10
16.274,2
Af
130
16.447,3
16.367,3
Af
80
16.379,2
16.651,2
Bij
272
Effect Vlaardingen (geschat) * 1.000
Bij € 50.000 Minus € 650.000 Minus € 400.000 Bij € 1.360.000
Wij hebben bij onze keuzes de niet wettelijke en/of beïnvloedbare gemeentelijke activiteiten en taken langs de volgende meetlat gelegd: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. XIII. XIV. XV. XVI. XVII. XVIII. XIX. XX.
Vergelijkbaarheid met andere gemeenten (benchmark); Geen algemene lastenverzwaring; Tariefverhoging alleen indien er sprake is van een duidelijke specifieke dienst; Heffingen (hoogstens) kostendekkend; Reductie ambtelijk apparaat; Versobering extra uitgaven huisvesting; Profijtbeginsel (is bijdrage gemeente in verhouding tot eigen bijdrage gebruikers?); Duidelijke taak- en belangenafbakening gemeente en maatschappelijke partners; Optimalisatie/gebruik maken van marktwerking; Als een derde partij taken al uitvoert (c.q. deze zou moeten uitvoeren) ligt er geen taak voor de gemeente; Als een derde taken beter of goedkoper kan uitvoeren, dan taken niet als gemeente uitvoeren; Het bereik van een activiteit (aantal gebruikers evt. in specifieke doelgroep) afgezet tegen de bijdrage van de gemeente; Eigen verantwoordelijkheid burger voor zijn/haar eigen bestaan; Gemeente is vangnet, geen verzorger van ‘wieg tot graf” Inkomen via werk dient te prevaleren boven afhankelijkheid van de gemeente; Minder beleidsvorming, meer uitvoering; Geen gesloten “eigen” financiële circuits; Beleidsafwegingen vinden integraal plaats, niet per vakgebied; Voorzieningen zoveel mogelijk centraliseren op één goed geoutilleerde locatie; Projectsubsidies in plaats van vaste subsidies.
Bij noodzakelijke nadere prioriteitstelling hebben wij de nadruk gelegd op: - schoon, heel en veilig; - de uitvoering van het Actieplan Wonen; - een rechtvaardig en billijk armoedebeleid.
7
Taakstelling De financiële taakstelling voor de takendiscussie bedraagt in 2014 circa € 17 mln. In onderstaande een korte samenvatting van de opbouw van de saldi, opgebouwd vanuit de begroting 2010 via de Voorjaarsnota 2010 naar de beleidsarme meerjarenbegroting 2011 die u inmiddels hebt vastgesteld. (- = nadeel) Jaarschijf Exploitatie
Saldi begroting 2010 Mutaties voorjaarsnota 2010 exploitatie: Elcerlyc WWB/ werkdeel Buitenzwemvoorziening Lichtblauwe brigade College van B&W Bijdragen gemeenschappelijke regelingen Kwaliteit dienstverlening Gemeentefonds Kabels- en buizenrecht Exploitatie nieuwbouw Westnieuwland Rentedekking Spaarsaldo/actieplan wonen Vervallen dekking bestemmingsreserves Saldi conform Voorjaarsnota 2010 Aanvullingen/actualistie mutaties Voorjaarsnota 2010: Kwaliteit dienstverlening Kabels- en buizenrecht Rentedekking Aangepaste effecten posten uit Voorjaarsnota 2010 Effecten junicirculaire: Uitkering uit het gemeentefonds Verlaging budget WMO Doorvertaling naar budget WMO Overige taakmutaties Doorvertaling naar budgetten Saldi inclusief Juni-circulaire
2011
2012
2013
2014
2.009
1.352
-198
-198
-150 -2.000 300 -250 -150 1.000 PM -4.000 -1.000
-150 -2.000 300 -250 -150 1.000
-1.000
-150 -2.000 300 -250 -150 1.000 PM -2.000 -1.000
-500 -3.200 -600
-500 -2.000 -600
-500 -2.000 -600
-6.500 -1.000 -300 -500 -2.000 -600
-4.391
-5.998
-9.548
-12.348
-229 1.000 500
-233 1.000 500
-231 1.000 500
-218 1.000 500
-3.120
-4.731
-8.279
-11.066
-911 -1103 1103 156 -156
-1103 1103 145 -145
-1103 1103 95 -95
-1103 1103 95 -95
-4.031
-4.731
-8.279
-11.066
-2.000 300 -250 -150 1.000 PM
Effecten actualisatie begroting 2011-2014 (beleidsarme begroting), inclusief septembercirculaire Kosten leerlingenvervoer 150 150 150 Uitvoering maatschappelijke opvang -1.050 -1.050 -1.050 Ontwikkeling aantal bijstandscliënten -3.000 -3.600 -3.600 Rijksuitkering Inkomensdeel WWB -2.750 -2.750 -2.750 WWB/Werkdeel 1.000 2.000 Diverse incidentele posten 1.200 Uitkering uit het gemeentefonds 250 Verhoging budget WMO 430 430 430 Doorvertaling naar budget WMO -430 -430 -430 Afsluiten grondexploitatie Holy Noord 4.100 Actieplan Wonen ten laste van algemene.reserve 3.200 -367 52 Overige mutaties/stelpost ombuigingen 1.931
Saldi beleidsarme begroting
150 -1.050 -3.600 -2.750 2.000
430 -430
-380
0 -11.348 -13.477 -16.696
8
In bovenstaande cijfers waren geen bedragen opgenomen voor de uitvoering van de WMO. Het Tympaan Instituut heeft in april 2009 op verzoek van ROGplus een prognose opgesteld ten aanzien van de cliëntontwikkeling voor individuele Wmo-voorzieningen op basis van het huidige beleid. In dit rapport wordt een stijging van het aantal cliënten met minimaal 8% voorspeld in deze collegeperiode. Daar tegenover staat, dat de beschikbare financiële middelen afnemen. Het rijk heeft in de junicirculaire 2010 aangegeven, dat het beschikbare budget voor de uitvoering van de Wmo vanaf 2011 met € 200 miljoen naar beneden wordt bijgesteld, omdat zij ervan uitgaat dat de kosten voor de gemeenten zullen kunnen dalen. De insteek van het rijk is tegenovergesteld aan de ontwikkelingen in de (Vlaardingse) praktijk. Dat leidt tot een substantiële ombuigingsopgave, indien wij de uitgaven binnen het niveau van de rijksmiddelen wil houden. De uitgaven van ROGplus hebben voor het grootste deel (90%) betrekking op de verstrekkingen (huishoudelijke hulp, rolstoelen, scootermobielen, regiotaxi en dergelijke). Deze verstrekkingen zijn gebaseerd op de Verordening maatschappelijke ondersteuning en het bijbehorende financieel besluit en verstrekkingenboek die door de drie gemeenten (raden en/of colleges) zijn vastgesteld. De WMO-voorzieningen worden beperkt om deze weer binnen de beschikbare (rijks)middelen te laten passen. Dit vormt dus geen onderdeel van de algemene ombuigingstaakstelling. In 2011 worden de voorstellen hiertoe uitgewerkt, zodat deze ingaande 2012 van kracht kunnen worden. De reserve WMO wordt hierbij gebruikt om te zorgen voor een zo zorgvuldig mogelijke overgangsregeling. In de ombuigingstaakstelling is ook nog geen rekening gehouden met mogelijke rijksbezuinigingen op specifieke doeluitkeringen, zoals de sociale werkvoorziening en de re-integratie van werkzoekenden. Ook is er nog geen rekening gehouden met mogelijke tekorten binnen (toekomstige) gemeentelijke grondexploitaties. Op de grondexploitaties wordt nader ingegaan in de paragraaf Grondbeleid.
9
Overzicht ombuigingen Onderstaand een themagewijze samenvatting van de ombuigingen waartoe wij besloten teneinde te komen tot een sluitende meerjarenbegroting.
Organisatie/middelen Jaarschijf Exploitatie
2011
2012
2013
2014
113
723
1.166
1.536
2. Voorzieningen personeel
40
290
290
290
3. Versobering huisvesting
0
0
0
300
35
80
80
80
1. Versobering middelenfuncties
4. Griffie Toelichting:
Ad 1) Versobering (dienstverlening) middelenafdelingen Er vinden enige taakgerichte versoberingen plaats die zich met name vertalen in een verdere formatiereductie vanaf 2012 bij de afdelingen Beheer en informatie, Bestuurszaken, Concernondersteuning en Financiën. De totale ombuiging op termijn bedraagt circa € 1,5 mln. per jaar. Tot en met 2013 worden extra middelen uitgetrokken voor een projectmanager Kwaliteit Dienstverlening (€ 0,07 mln.), teneinde te garanderen dat de invulling van de aangepaste huisvesting ook op deze maner wordt geoptimaliseerd Ad 2) Voorzieningen personeel Het opleidingsbudget wordt beperkt (€ 250.000) en ingaande 2011 worden de kerstpakketten afgeschaft. Ad 3) Versobering huisvesting Er wordt een bedrag van € 0,3 mln. omgebogen vanwege de mogelijke aanpassingen in de huisvesting van de organisatie. Een kleinere organisatie betekent tenslotte een kleiner (en mogelijk soberder) gebouw. De grootste financiële effecten zullen daarbij zichtbaar worden vanaf 2015. In de voorgaande jaren (tot en met 2014)moet vooral rekening gehouden worden met tijdelijke huisvestingskosten en deze zijn in beperkte mate beïnvloedbaar. Overigens blijft hiermee extra budgettaire ruimte beschikbaar voor aanpassingen in de gemeentelijke huisvesting (€ 1,2 mln. vanaf 2013). Ad 4) Griffie De formatie van de griffie en het budget van de rekenkamercommissie wordt beperkt.
Informatie/communicatie Jaarschijf Exploitatie 5. Informatie/communicatie 6. Promotie/marketing
2011
2012
2013
2014
54
104
104
104
200
305
305
305
Ad 5) Informatie/communicatie De stadspeiling wordt geïntegreerd in het Lemon-onderzoek en het burgerjaarverslag wordt opgenomen in de reguliere gemeentelijke publicaties in Groot Vlaardingen. Ad 6) Promotie en marketing De vaste budgetten voor stadspromotie en citymarketing worden aanzienlijk verminderd
10
(€ 0,3 mln.). Voor promotie en bijdrage aan de VVV blijft circa € 0,4 mln. beschikbaar. Voor citymarketing worden extra middelen uitgetrokken in het kader van de maatschappelijke investeringen Actieplan Wonen.
Kostendekkend werken Jaarschijf Exploitatie 7. Geo-informatie/bouwleges
2011
2012
2013
2014
50
440
440
440
De sectie Geo-informatie levert basisinformatie voor een aantal interne en externe gebruikers. Deze kosten zullen stringenter toegerekend worden. De kostendekkendheid van de bouwleges bedraagt nog steeds niet meer dan 70 à 80%. Ingaande 2012 gaan wij uit van een volledige kostendekkendheid. Extra opbrengst € 0,25 mln.
Vastgoed Jaarschijf Exploitatie 8. Vastgoedbezit 9. Aanpak achterstallig onderhoud
2011
2012
2013
2014
0
100
300
300
0
-500
-1.000
-500
Ad 8) Vastgoedbezit De gemeente Vlaardingen bezit circa 200 vastgoedobjecten. In veel gevallen is de reden voor de eigendomssituatie duidelijk (onder meer dienstgebouwen, strategisch bezit), in veel gevallen ook niet. We zijn als eigenaar van vele panden echter wel gehouden het onderhoud op peil te houden en worden geconfronteerd met een toenemende opgave (ook vanwege verscherpte regelgeving) en toenemende onderhoudsachterstanden. Wij zullen de lijn voortzetten van verkoop van vastgoedbezit en/of het verzelfstandigen van het beheer (in eerste instantie sportaccommodaties). Per situatie zullen de financiële implicaties bekeken worden. Veel gemeentelijk bezit is om niet of voor een zeer beperkte vergoeding in gebruik bij derden. Er wordt geïnventariseerd in hoeveel situaties dat aan de orde is. Er wordt met de gebruikers dan een huurovereenkomst afgesloten waarin een “normale” vergoeding door ons wordt bedongen. Vaak zal dat door ons moeten worden weggesubsidieerd. De netto opbrengst is naar verwachting derhalve beperkt. Echter, de feitelijke subsidiestromen worden daarmee veel meer transparant. Ad 9) Aanpak achterstallig onderhoud Er bestaat al enige tijd een fors financieel probleem ten aanzien van achterstallig onderhoud vastgoed. Ons college acht het onverstandig als wij daar op dit moment niets mee zouden doen. Geld uitgeven aan onderhoud en instandhouding is wellicht niet een populaire keuze, maar als eigenaar hebben wij bepaalde verplichtingen. De totale “achterstandslijst” omvatte voor meer dan € 18 mln. aan uitgaven. De lijst is kritisch getoetst. Op basis daarvan stellen wij voor om de komende vier jaar voor € 4,5 mln. aan inloop achterstallig onderhoud te ramen. Waar dat niet absoluut noodzakelijk is, maken we nu geen middelen vrij. Redenen daarvoor kunnen gelegen zijn in het mogelijk afstoten, het buiten gebruik stellen of slopen van panden. Het bedrag van € 4,5 mln. wordt gedekt door een onttrekking aan de Algemene Reserve van € 2,5 mln. in 2011 en het opnemen van extra bedragen in de reguliere exploitatie vanaf 2012 (respectievelijk € 0,5 mln., € 1 mln., € 0,5 mln.). Achterstallig onderhoud kan ook bij andersoortige kapitaalgoederen worden geconstateerd. Jaarlijks zullen wij bij de Voorjaarsnota bezien of een aanpassing van de bedragen voor achterstallig onderhoud in brede zin noodzakelijk is.
11
Veiligheid en handhaving Jaarschijf Exploitatie 10. Veiligheid/APV
2011
2012
2013
2014
53
136
136
136
Uitvoering APV/hennep/schadeverhaal Met de vaststelling van de APV 2009 is een start gemaakt met deregulering. Ook is de digitalisering en automatisering verbeterd. Op de Website zijn sinds kort de vergunningen te downloaden en is de informatie geoptimaliseerd. In de procesbeschrijvingen is hier rekening meegehouden. Door verschuiving van werkzaamheden kunnen de taken bestuurlijke aanpak hennep/schadeverhaal worden uitgevoerd door minder hoog ingeschaalde medewerkers. Totale besparing € 70.000. Gemeenschappelijke regeling Halt De taken en medewerkers Halt worden ondergebracht bij de Gemeenschappelijke Regeling Halt RR. Dit zal, naar verwachting, vanaf 1 juli 2011 gerealiseerd zijn. Jaarlijkse besparing vanaf dat moment € 66.000.
Gebiedsmanagement Jaarschijf Exploitatie
11. Gebiedsmanagement
2011
2012
2013
2014
45
105
105
105
Ten aanzien van de organisatie van het gebiedsmanagement vindt een efficiencyslag plaats.
Openbare ruimte Jaarschijf Exploitatie
12. Beheer openbare ruimte 13. Onderhoud/schoonhouden verhardingen 14. Onderhoud groen/natuur en milieu 15. Speelplaatsen 16. Onderhoud watergangen 17. Verkeersmaatregelen 18. Parkeren
2011
2012
2013
2014
0
150
150
150
295
395
758
1.021
0
740
741
742
0
100
100
100
0
75
75
75
0
300
1.600
1.600
0
0
200
200
Ad 12) Beheer openbare ruimte Openbare werken De Buitenlijn is het slachtoffer van zijn eigen succes en een grotere kostenpost geworden dan ingeschat. Nader onderzoek is nodig hoe kosten zijn terug te dringen (taakstelling € 0,05 mln.). Kerntaken worden mogelijk anders uitgevoerd, taken komen te vervallen en projecten worden niet of anders uitgevoerd. De afdeling OW zal met 1 sectiehoofd minder de werkzaamheden kunnen gaan uitvoeren. Ad 13) Onderhoud/schoonhouden verhardingen Uitvoering Wegenbeheerplan In het Beleids- en Beheerplan Wegen 2007 – 2011 staan de verschillende beheerniveaus voor wegen beschreven: verzorgd, basis en sober. Door de raad is gekozen voor het beheerniveau basis. Het
12
benodigde beheerbudget is jaarlijks € 5.538.129. Binnen het product wegen straten pleinen is voor ca € 3 mln. geraamd voor diensten aan derden en voor ca € 2,5 mln. aan rente en afschrijvingen. Het is mogelijk het onderhoudniveau te verlagen van ‘basis’ naar ‘sober’ (technisch acceptabele norm). Dit levert een jaarlijkse besparing op van € 195.000. De extra middelen om uitvoering te geven aan het fietspadenplan worden niet gecontinueerd. Dit wordt geïntegreerd in het wegenbeheer. Verlaging van kwaliteitsniveau straatreiniging van 7 naar 6 Straatreiniging is een wettelijke taak. Het verlagen van de onderhoudsfrequentie op wegen, straten en pleinen is wel mogelijk. Hierbij wordt tevens het veegwerk in winkelcentra en overige zwerfafvalgevoelige locaties verminderd. Besparing € 0,2 mln. Tot en met 2012 zijn er verplichtingen aangegaan (meerjaren onderhoudscontracten). Investeringsplan verhardingen Met het oog op het inlopen van achterstanden zijn er in de afgelopen jaren, naast de reguliere budgetten, extra investeringskredieten ter beschikking gesteld voor de aanpak van verhardingen. Wij zetten deze lijn voort tot en met 2011. Vanaf 2012 komen de extra kredieten te vervallen. Het gaat concreet om de volgende jaarlijkse extra kredieten: · Rehabilitatie elementverharding € 600.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 50.000) · Reconstructie verhardingen € 150.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 13.000). · Rehabilitatie asfaltverharding € 826.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 70.000). · Ophoging Holy Noord € 1.440.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 122.000). · Uitvoering plan Civiel Technische Kunstwerken € 33.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 8.000). · Vernieuwen beschoeiingen € 45.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 7.000). · Reconstructie groenvoorzieningen € 26.000 (jaarlijkse rente en afschrijving € 1.000). Ad 14) Onderhoud groen/natuur en milieu Onderhoud en inrichting openbaar groen Bij de vaststelling van het nieuwe beheer- en beleidsplan groen door de gemeenteraad zal het onderhoudsniveau worden bepaald. Afhankelijk van de keuze voor een versobering van het onderhoudsniveau is een bezuiniging haalbaar (in totaal € 0,59 mln. ingaande 2012, inclusief accentlocaties). Samenwerking in MSV-verband voor het groenonderhoud ligt niet voor de hand, omdat het huidige onderhoudsniveau en het gevoerde beleid (Schiedam heeft het beleid bij Irado neergelegd) te ver uit elkaar liggen. Het groenonderhoud zal nog verder op de markt gezet worden. Dat zal moeten leiden tot een efficiëntere uitvoering. Daarnaast zijn ook inhoudelijke keuzes noodzakelijk. Bijvoorbeeld het beperken van de diversiteit in groen, bijv. met het omvormen van relatief dure heesterbeplantingen naar een goedkopere beheergroep gras. Het bomenplan wordt versoberd. De openbare veiligheid mag uiteraard niet onder druk komen te staan. Natuur en Milieueducatie (NME) NME heeft in Vlaardingen een groot bereik onder scholen: 82% van alle kinderen komen meerdere keren met NME in aanraking door lessen, leskisten en de kindertuinen. In 2009 totaal 22.000 keer. Hier ligt echter naar onze mening een kerntaak voor de scholen, niet zozeer voor de gemeente. Voortzetting van NME is mogelijk als derden (met name scholen) de kosten voor minimaal de helft voor hun rekening nemen. Ad 15) Speelplaatsen Het versoberen van het onderhoud van speelplaatsen zal leiden tot een jaarlijkse besparing van ca € 0,1 mln. Het huidige onderhoudsniveau is vastgelegd in het speelruimteplan 2004-2010. In 2011 zal het gewijzigde speelruimteplan worden opgesteld. In dit beleidsplan zal het onderhoudsniveau door uw raad worden vastgesteld. Uitgangspunt is minder speelplaatsen, maar wel op de juiste plek en van een goede kwaliteit en veiligheid.
13
Ad 16) Onderhoud watergangen Het beheer en onderhoud van hoofdwatergangen ligt bij het Hoogheemraadschap Delfland. Dit onderhoudsniveau is niet beïnvloedbaar. Het beheer en onderhoud van de overige sloten en singels ligt bij de gemeente Vlaardingen. Het versoberen van het onderhoud van de waterlopen leidt tot een jaarlijkse besparing van ca € 0,075 mln. Ad 17) Verkeersmaatregelen Het budget voor verkeersmaatregelen wordt versoberd (besparing € 0,2 mln.). Dit betekent onder meer: · stoppen met verkeerseducatie in het basisonderwijs (taak scholen), · pilot gratis OV 65-jarigen en ouder niet voortzetten (momenteel dekking vanuit de reserves) · in 2012 geen vervolg geven aan de uitvoering van schoolzones (momenteel dekking vanuit de reserves) · wettelijke (kleine) functionele aanpassingen aan bijv. drempels, bebording worden niet direct gehonoreerd, maar worden pas later uitgevoerd, bijv. bij een integrale herinrichting. · het plaatsen van fietstrommels nabij woningen zonder stallingsmogelijkheden voor fietsen zal stoppen. Spoortunnel Marathonweg In de bestaande meerjarenbegroting zijn diverse budgetten opgenomen voor de realisatie van een ondertunneling van de kruising van het spoor bij de Marathonweg. Het gaat om een krediet van € 13 mln. (jaarlijkse last € 1,25 mln.) en een reserve van circa € 7,5 mln. Wij hebben besloten deze voorgenomen investering te versoberen. Er wordt een eenvoudigere variant (2x1 rijstrook i.p.v. 2x2 rijstroken) gerealiseerd. Als de ontwikkelingen in de Rivierzone daartoe aanleiding geven, kan het aantal rijstroken alsnog worden uitgebreid. De netto investering wordt beperkt tot € 13 mln. De beschikbare reserve van € 7,5 mln. zal worden ingezet ter dekking van de jaarlijkse kapitaal- en exploitatielasten. Op langere termijn zullen deze binnen de reguliere begroting moeten worden opgevangen. VerkeersRegelInstallaties (VRI): Het onderhoud van de VRI’s wordt per 2013 aanbesteed, waarbij wordt ingezet op samenwerking met Schiedam en Maassluis. Een aanbestedingsvoordeel van ca. € 0,05 mln. is mogelijk. Bij vervanging van een VRI wordt voortaan beoordeeld of een rotonde haalbaar is. Op termijn ontstaan er lagere onderhoudskosten en rente en afschrijvingen. Rotondes brengen hogere onderhoudskosten met zich mee vanwege extra m2 bestrating t.o.v. een kruising, maar deze zijn lager dan de besparing op de onderhoudskosten voor een VRI. Ad 18) Parkeren Verkoop parkeergarages De BV Parkeergarage (aandelen 95% gemeente, 5% Waterweg Wonen) exploiteert drie garages: Hoogstraat, Liesveld, Stadhuis/Centrum. Die exploitatie is verliesgevend (over 2009 circa € 0,5 mln.). In normale situaties zou dat leiden tot een faillissement. Dat wordt nu voorkomen, doordat de gemeente jaarlijks rentedragende leningen verstrekt aan de BV. De schuld van de BV aan de gemeente loopt hiermee steeds verder op (eind 2009 circa € 5 mln.). Het geven van saneringsbijdragen of renteloze leningen is geen optie in het licht van staatsteun. De vordering van de gemeente op de BV is in onze boeken al aangemerkt als “oninbaar”. De eerste stap, van zo'n tien jaar geleden, om in Vlaardingen een BV Parkeergarages op te richten, was ook gebaseerd op de overtuiging dat hier geen gemeentelijke kerntaak ligt. Het is een bedrijfsmatige activiteit, waar het bedrijfsleven uitstekend toe in staat is. Het is geen overheidstaak, omdat dan een ongewenste vermenging optreedt van rollen in het publieke domein (als maker van het parkeerbeleid) en in het private domein (als exploitant van garages). Ons college heeft in mei 2010 gekozen voor het op afstand zetten van de drie Vlaardingse parkeergarages met zo min mogelijk voorwaarden en risico. De garages zullen worden verkocht. Het zo min mogelijk stellen van voorwaarden leidt tot een optimale opbrengst. Gestreefd wordt naar het versterken van de gemeentelijke vermogenspositie door de verkoop.
14
Kostendekkend parkeerbeleid straatparkeren Wij kiezen voor de logische lijn van kostendekkende parkeertarieven op straat. De gemeente hoeft hier niet aan te verdienen. Een besparing van ca. € 0,2 mln. (huidige exploitatie tekort) op het product Parkeren zal leiden tot een tariefsverhoging van de verschillende ‘parkeerproducten’, zoals de bewoners- en bedrijfsvergunningen of tot een tariefsverhoging van het straatparkeren. Maar ook zal het leiden tot meer gebruik van de parkeergarages.
Begraafplaatsen Jaarschijf Exploitatie 19.Begraafplaatsen
2011
2012
2013
2014
0
150
150
150
Lijkbezorging is een wettelijke taak, maar het in eigen beheer hebben van een begraafplaats is geen wettelijke taak. Door de exploitatie van de begraafplaatsen volledig over doen naar een marktpartij wordt een jaarlijkse kostenbesparing van ca. € 0,15 mln. (huidige exploitatie tekort) gerealiseerd. Het opstellen van beleid inzake lijkbezorging blijft een gemeentelijke taak.
Ruimtelijke ordening/volkshuisvesting Jaarschijf Exploitatie 20. Ruimtelijke ordening/volkshuisvesting 21. Economisch beleid
2011
2012
2013
2014
175
2.240
2.310
2.310
75
215
215
215
Ad 20 Ruimtelijke ordening/volkshuisvesting Vaste reservering Actieplan Wonen laten vervallen In de Voorjaarsnota 2010 is voorlopig een extra inspanning opgenomen voor de financiering van de maatschappelijke investeringen in het kader van het actieplan. Het gaat om een bedrag van € 3,2 mln in 2011 en € 2 mln. per jaar vanaf 2012. De uitwerking en de resultaten van de takendiscussie leiden tot de conclusie, dat het niet mogelijk is om bedragen met een dergelijke omvang op voorhand te reserveren. De maatschappelijke investeringen Actieplan Wonen zullen worden gefinancierd via een bestemmingsreserve. Jaarlijks worden daarvoor middelen vrijgemaakt binnen het besteedbare deel van de Algemene Reserve. Daadwerkelijke besteding vindt plaats op basis van vastgestelde raadsbesluiten. Jaarlijks wordt via de reguliere documenten (met name Voorjaarsnota en jaarstukken) de noodzakelijke hoogte van de bestemmingsreserve geactualiseerd. Ruimtelijke ordening Vlaardingen werkt aan een inhaalslag actualisatie bestemmingsplannen vanwege de eis uit de Wet op de ruimtelijke ordening dat per 1 juli 2013 het gehele grondgebied van de gemeente bedekt dient te zijn met actuele (= < 10 jaar) bestemmingsplannen. Na deze datum is de druk van de ketel en kan – mits planmatig aangepakt – worden volstaan met minder medewerkers. Besparing op termijn circa € 0,13 mln. De wet WABO is per 1 oktober 2010 in werking getreden, waarmee in feite het implementatieproject ten einde is gelopen. De WABO taken worden ondergebracht in de staande organisatie, zodat de aparte functie van projectleider ingaande 2011 kan vervallen. Besparing € 60.000. Ad 21) Economisch beleid De komende jaren wordt prioriteit gegeven aan de uitvoering van kwaliteitsverbetering van de bedrijventerreinen Groot Vettenoord en Vergulde Hand boven de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. In overleg met de ondernemers worden vormen van parkmanagement ingevoerd. Inmiddels is gestart met de activiteiten rondom de herstructurering van bedrijventerrein Groot
15
Vettenoord en is een eerste subsidie (€ 1,3 mln.) door de provincie toegezegd. Wij achten het mogelijk te komen tot een versobering van de vaste omvang van deze taak (besparing € 0,215 mln.). Waar nodig zullen vanuit projectbudgetten gerichte aanvullende activiteiten plaatsvinden.
Milieu Jaarschijf Exploitatie
2011
2012
2013
2014
25
150
165
165
22. Milieu
Versoberen Milieu-/DCMR budget De DCMR voert de wettelijke milieutaken uit voor de gemeente Vlaardingen. Het gaat hierbij om de vergunningverlening en handhaving op grond van de Wet milieubeheer en de advisering bij ruimtelijke plannen. Op 26 juni 2010 heeft de gemeente ingestemd met de beleidsbegroting 2011 DCMR. In de beleidsbegroting gaat de DCMR uit van een bezuiniging. Wij zijn van mening dat de voorgenomen bezuiniging fors is maar dat deze bezuinigingen in de jaarlijkse werkplannen kunnen worden verwerkt zonder dat de wettelijke taken op een onaanvaardbaar niveau uitkomen. Voorgesteld wordt om de bezuinigingen te effectueren door te korten op de werkplanposten ‘preventieve controles’, ‘uitvoeren beheerstaken flexibel in te zetten’ en ‘advisering RO’ . De korting op de preventieve controles kan worden gerealiseerd door invoering van de nieuwe (meer informatiegestuurde en op naleefgedrag gebaseerde) naleefstrategie. Op de posten 'beheerstaken flexibel in te zetten’ en ‘advisering RO’ kan worden gekort omdat het afgelopen jaar is gebleken dat de realisatie hiervan achterblijft bij de begroting. Jaarlijkse (extra) besparing op termijn circa € 0,065 mln. Daarnaast wordt het resterende lokale niet wettelijke milieubeleid versoberd (besparing € 0,07 mln.), evenals het aparte budget in het kader van het klimaatbeleid (€ 0,03 mln.). Overheveling milieutaken naar de DCMR De DCMR voert die milieutaken uit die inrichtinggebonden zijn; vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en RO advisering. De gemeente voert de overige milieutaken uit. Taken die in het verlengde liggen van taken die nu al door de DCMR worden uitgevoerd voor andere participanten komen in aanmerking voor een overheveling. Het is niet wenselijk milieutaken naar de DCMR over te hevelen die verspreid binnen de gemeente uitgevoerd worden. De volgende milieutaken komen daarom in aanmerking voor overheveling naar de DCMR: · coördinatie grondstromen/meldingen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit · advisering over bodemverontreiniging · verstrekken van informatie over bodemverontreiniging · advisering over geluid (niet inrichtinggebonden) · advisering over externe veiligheid · inbreng van milieu in ruimtelijke plannen Overheveling van deze taken heeft geen financiële, maar wel formatieve consequenties (5 fte’s). Overheveling van de milieutaken vereist een reorganisatie met sociaal plan. Voordeel van de uitvoering van de milieutaken door de DCMR is dat de kwaliteit en integraliteit van de adviezen organisatorisch beter geborgd is.
Weekmarkt Jaarschijf Exploitatie 23. Beheer weekmarkt
2011
2012
2013
2014
0
30
30
30
De exploitatie van de markten volledig over doen naar een coöperatie leidt tot een jaarlijkse kostenbesparing van ca. € 0,03 mln. (dit is het negatieve saldo van de marktexploitatie).
16
De weekmarkten zorgen voor een belangrijke sociale binding in de stad, maar het beheren en exploiteren van de markten is geen wettelijke taak van de gemeente. Het oprichten van een coöperatie van marktkooplieden voor het beheer en de exploitatie van de markten is een mogelijkheid om deze taak meer op afstand te zetten. Het opstellen van beleid en verordeningen inzake markten blijft een gemeentelijke taak.
Welzijn en Onderwijs Jaarschijf Exploitatie
2011
2012
2013
2014
591
761
761
761
47
165
165
165
163
394
394
439
64
1050
1050
1050
205
558
558
558
0
220
220
220
30. Maatschappelijk werk/zorg
103
571
571
571
31. Verslaafdenzorg
100
100
100
100
24. Jeugd en gezin 25. Onderwijs 26. Gezondheidszorg 27. Maatschappelijke opvang 28. Wijken en buurten 29. Senioren
Ad 24) Jeugd en gezin Budgettair neutrale invoering Elektronisch kinddossier (EKD) Voor de invoering van het EKD is in het verleden geld gereserveerd. De taak kan gewoon, maar budgettair neutraal, worden uitgevoerd. Jaarlijkse besparing € 0,165 mln. Beter inzetten Brede Doeluitkering (BDU) Jeugd De gemeente ontvangt een BDU om een aantal taken op het terrein van preventief jeugdbeleid uit te voeren. Tot en met 2012 stijgt de BDU jaarlijks. Omdat het totale budget nog niet is ingezet en binnen bepaalde marges de gemeente het budget vrij kan besteden, bestaat de mogelijkheid om een deel van de BDU in te zetten c.q. andere budgetten op de begroting te ontlasten. Jaarlijkse besparing € 0,2 mln. Budget implementatie jeugdbeleid Dit budget is gecreëerd voor de uitvoering van de in 2002 vastgestelde nota jeugdbeleid. De jeugdagenda is inmiddels uitgevoerd, waardoor dit budget niet langer noodzakelijk is. Jaarlijkse besparing € 0,025 mln. Projecten Nieuwe initiatieven jeugd Voor dit budget was nog geen vaste invulling aangegeven. Door het laten vervallen van dit budget kunnen uitsluitend op basis van incidenteel vrij te maken middelen nieuwe initiatieven voor de jeugd worden gesubsidieerd. Jaarlijkse besparing € 0,031 mln. Stopzetten Vlaardingse Jeugdmonitor Vier jaar geleden is gestart met het opzetten van een Vlaardingse Jeugdmonitor. Dit jaar verscheen voor het eerste een vergelijkbare monitor vanuit de GGD. De overlap is zeer groot. Dit maakt voortzetting van onze “eigen” monitor overbodig. Jaarlijkse besparing € 0,05 mln. Ad 25) Onderwijs Kosten Schoolmaatschappelijk werk (SMW) ten laste brengen van de Brede Doeluitkering CJG Het SMW is een belangrijke taak in het kader van het preventief jeugdbeleid. Door de kosten van het SMW ten laste van de BDU CJG te brengen kan een bezuiniging op het budget worden gerealiseerd van € 0,11 mln.
17
Godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs Voor godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs is € 0,022 mln. opgenomen in de begroting. Tot 1 augustus 2009 subsidieerde de gemeente instellingen die godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs verzorgden op openbare basisscholen. Sinds 1 augustus 2009 worden de betreffende instellingen rechtstreeks vanuit het rijk gesubsidieerd. Daarmee is deze gemeentelijke taak komen te vervallen. In de begroting is deze post echter nog ten onrechte blijven staan. Gemeentelijke bijdrage onderwijsachterstandenbeleid Dit budget is beschikbaar gesteld (bovenop de gelden die van het Rijk worden ontvangen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid) voor de realisatie van het onderwijsachterstandenplan 2006-2010. Bij de vaststelling van het nieuwe GOA-plan zullen keuzes worden gemaakt die passen binnen het te ontvangen Rijksbudget. Budget Kansen voor Kinderen Via dit budget worden achterstandscholen extra ondersteund bij het aanbieden van naschoolse activiteiten. Middels de activiteiten kunnen achterstandsleerlingen in aanraking komen met sport en cultuur. Wij achten dit primair een taak van het onderwijsveld. Bovendien zijn de daadwerkelijke effecten wat ons betreft onvoldoende aangetoond. De gemeentelijke bijdrage wordt daarom ingaande 2012 geschrapt. Jaarlijkse besparing € 0,17 mln. Riagg cursussen jeugd op school Het financieren van de Riagg cursussen is geen gemeentelijke taak. De Riagg beschikt voor dergelijke taken ook over andere geldstromen. Jaarlijkse besparing € 0,047 mln. (eventuele voortzetting over te laten aan onderwijsveld). Stichting Aanzet De stichting Aanzet adviseert en begeleidt leerkrachten, pedagogisch medewerkers, directies, ouders en gemeenten op het gebied van opvoeding en educatie door middel van onder andere cursussen en trainingen. Door als gemeente minder producten af te nemen, wordt een jaarlijkse besparing van € 0,05 mln. bereikt. Stichting Zorg Voortgezet Onderwijs Evenals Schiedam en Maassluis zullen wij 10% korten op deze subsidie. Besparing € 0,021 mln. Ad 26) Gezondheidszorg Careyn Jeugdgezondheidzorg De jeugdgezondheidszorg houdt zich bezig met preventieve zorg aan kinderen van 0-19 jaar. De meeste artsen binnen de jeugdgezondheidszorg werken in thuiszorginstellingen of GGD'en. Bezuinigen op maatwerkproducten levert jaarlijks € 0,025 mln. op. Deel activiteiten GGD anders financieren Het betreft hier activiteiten die kunnen vervallen (omdat de effectiviteit niet is aangetoond of omdat er geen sprake is van een gemeentelijke kerntaak) of vanuit een ander budget gefinancierd kunnen worden. Jaarlijkse besparing € 0,209 mln. Herschikking post gezondheidszorg/ minder plustaken GGD Naast de basistaken neemt de gemeente een vaste hoeveelheid plustaken ten behoeve van de gezondheidszorg af. Het betreft hier niet-wettelijke taken. Mochten de beleidsdoelen passen binnen de gemeentelijke kerntaken, dan zal hiervoor via specifieke besluitvorming, waarbij de effectiviteit van maatregelen getoetst wordt, geld moeten worden vrijgemaakt. Besparing op termijn € 0,160 mln. Loket gezonde zorg Dit budget wordt gebruikt om de samenwerking tussen zorginstellingen in de wijk te stimuleren. Het betreft hier de voorloper van de wijkinformatiecentrum. Door het laten vervallen van dit budget en het budget voor de wijkinformatiecentra zal de samenwerking binnen de wijknetwerken vorm moeten worden gegeven. Jaarlijkse besparing € 0,045 mln.
18
Ad 27) Maatschappelijke opvang Vanaf 2011 zou er, bij gelijkblijvende activiteiten, een tekort ontstaan van circa € 1 mln. ten aanzien van maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Dat bedrag is meegenomen in de ombuigingstaakstelling. Het is ons inziens noodzakelijk om niet-wettelijke taken te laten vervallen en wettelijke taken te minimaliseren om de gemeentelijke bijdrage te beperken tot een aanvaardbaar niveau. In onderstaande worden de maatregelen beschreven. a) Reorganiseren Centraal Onthaal Met de partners in Centraal Onthaal is afgesproken dat kosten voor met name het opstellen van trajectplannen integraal onderdeel wordt van het productenaanbod en dus niet meer apart gefinancierd gaat worden. Jaarlijkse besparing € 0,06 mln. b) Terugbrengen capaciteit nachtopvang De capaciteit van de nachtopvang kan per medio 2011 worden teruggebracht van 30 naar 20 plaatsen, een niveau dat hoog genoeg is om te voldoen aan de huidige behoefte. Dit kan zonder veel problemen binnen de gekozen staffelopzet worden gerealiseerd. Jaarlijkse besparing € 0,128 mln. c) Sluiten dagopvang De Elementen Een groot deel van de potentiële cliënten van de dagopvang kan binnen andere bestaande voorzieningen in de regio terecht. Een aparte dagopvangvoorziening binnen De Elementen is daarom niet nodig. De beoogde sluiting vereist het bereiken van overeenstemming met StOED over het openbreken van de lopende contractafspraken op dit punt. Als dat vóór 2012 lukt, kan vanaf 2012 jaarlijks een bezuiniging van € 0,29 mln. worden bereikt. Daarbij is rekening gehouden met een structurele subsidie aan St. Pameijer als bijdrage in de exploitatie van het DAC. Op die manier wordt toch invulling gegeven aan de verplichting tot het bieden van een vorm van zinvolle dagbesteding aan dak- en thuislozen. Voor 2012 zijn nog aanvullende maatregelen noodzakelijk. Die worden in 2011 uitgewerkt. Ad 28) Wijken en buurten Budget BOS Het BOS-project is bedoeld ter stimulering van de leefbaarheid in wijken. Dit vindt plaats door het stimuleren van sportactiviteiten in de wijk. Deze activiteit dient integraal onderdeel uit te maken van de leefbaarheidplannen per wijk. Jaarlijkse besparing € 0,03 mln. Wijkinformatiecentra (WIC) Vanaf respectievelijk 2010 en 2012 is voor de realisatie van het WIC in Centrum en Holy een budget gereserveerd. Door in plaats van een WIC (à la Babberspolder) wijknetwerken op te zetten kunnen de kosten naar verwachting beperkt blijven. Ook het bestaande WIC in de Babberspolder verdwijnt. Jaarlijkse besparing in totaal € 0,35 mln. De subsidies voor wijkcentra en buurthuiswerk worden versoberd. Jaarlijkse besparing € 0,1 mln. Wel wordt in 2011 onderzocht in hoeverre wijkcentra in staat zijn meer eigen inkomsten op te brengen (geen onevenredige ombuigingen). Budget wonen, zorg en welzijn Dit budget is bestemd voor de ontwikkeling van het sociale aspect van de woonservicezones o.a. domotica en wijknetwerken. Door verlaging van dit budget worden deze activiteiten versoberd. Jaarlijkse besparing € 0,078 mln. Ad 29) Senioren Seniorenwelzijn Er wordt 10 % bezuinigd op de subsidie door minder openingsuren, minder activiteiten in de vier ontmoetingscentra of door te verwijzen naar andere uitvoerende organisaties. Alternatief is het sluiten van een ontmoetingscentrum. Jaarlijkse besparing € 0,1 mln.
19
Subsidie Sichting Seniorenwelzijn t.b.v. voorlichting De stichting wordt ingaande 2012 niet meer apart gesubsidieerd ten behoeve van voorlichting, aangezien hiervoor anno 2010 meer dan voldoende alternatieven voorhanden zijn, bijvoorbeeld digitale dienstverlening al dan niet door de gemeente. Jaarlijkse besparing € 0,08 mln. Ad 30) Maatschappelijk werk/zorg Maatschappelijk werker bij Pameijer OGGZ-cliënten kunnen ook bij de “gewone” maatschappelijk werker terecht. De praktijk wijst echter uit dat OGGZ-cliënten niet uit zichzelf hulp vragen. Om deze groep toch te blijven bereiken, zal een constructie moeten worden bedacht waarbij een “gewone” maatschappelijk werker een spreekuur op locatie houdt. Hiermee kan een besparing van € 0,062 mln. worden bereikt. Nazorg ex-gedetineerden Voor de nazorg van ex-gedetineerden is in de begroting een bedrag van € 0,1 mln. opgenomen. Gezien de huidige invulling volstaat een bedrag van € 0,075 mln. Riagg cursussen huiselijk geweld Het financieren van de Riagg cursussen is geen gemeentelijke taak. De Riagg beschikt voor dergelijke taken ook over andere geldstromen. Jaarlijkse besparing € 0,038 mln. Stichting Elckerlyc In totaal bezuinigen wij € 0,052 mln op de subsidie aan Elckerlyc, onder meer vanwege het laten vervallen van de compensatie voor de vervallen AWBZ financiering van psychosociale begeleiding. Het Bureau WelzijnsProjecten (HBW) De subsidie aan HBW wordt verlaagd met het oog op de aanpassing van kostprijzen en het afnemen van minder activiteiten ten aanzien opbouwwerk, leefbaarheid, sociaal cultureel werk en jongerenwerk. Jaarlijkse besparing € 0,25 mln. De subsidiëring aan HBW zal vanaf ingaande 2012 voor een deel plaatsvinden op projectmatige basis waarbij per geval gekeken zal worden naar de dekking, een en ander binnen doelstellingen van de Beleidsgestuurde Contractfinciering (BCF). Hiermee worden bewuster prioriteiten gesteld. Stichting Mantelzorg Er wordt 10% bezuinigd op deze subsidie. Dit kan worden opgevangen door laten vervallen activiteiten (verwendag) en samenwerking met een professionele grotere partner. Jaarlijkse besparing € 0,01 mln. Subsidie Frankenland Frankenland, gevestigd in Schiedam, ontvangt al enkele jaren een subsidie voor wachtlijstbegeleiding, hand- en spandiensten en informatieverstrekking ten behoeve van de eigen cliënten. De cliënten kunnen een beroep doen op andere voorzieningen; Andere zorginstellingen bekostigen dit zelf voor hun cliënten. Jaarlijkse besparing € 0,059 mln.
Ad 31) Verslaafdenzorg Bouman GGZ Vanwege het feit dat de tot 2009 vanuit de gemeente bekostigde begeleiding voor methadongebruikers sindsdien uit de Zorgverzekeringswet wordt betaald, is in 2009 afgesproken om, gefaseerd in 2 jaar tijd, € 0,2 mln. te bezuinigingen op de subsidie aan Bouman GGZ. Na de eerste bezuiniging in 2010 wordt vanaf 2011 nog € 0,1 mln. structureel bezuinigd ten opzichte van het budget 2010.
20
Integratie/inburgering Jaarschijf Exploitatie
2011
2012
2013
2014
32. Integratie/inburgering 0 330 330 330 Het budget voor stedenband en internationale solidariteit wordt geschrapt. Wij beperken ons hier tot de wettelijke taken en zien geen rol weggelegd voor de gemeente op het internationale politieke speelveld. Jaarlijkse besparing € 0,03 mln. Op het budget voor integratie wordt € 0,1 mln. bezuinigd. Begin 2011 komt een voorstel voor de aanpak van integratie. Inburgering Er wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte inburgeraars en vrijwillige inburgeraars. Het aanbieden van een inburgeringvoorziening aan een verplichte inburgeraar is een wettelijke taak. Het aanbieden van een inburgeringvoorziening aan een vrijwillige inburgeraar niet. De gemeente Vlaardingen had zichzelf de ambitieuze doelstelling gegeven om naast het aantal verplichte inburgeraars, dit zijn er 200 per jaar, 185 vrijwillige inburgeraars te bereiken. Dit wordt onder andere door actieve werving gedaan. Door niet langer actief te gaan werven onder vrijwillige inburgeraars wordt bespaard op formatieplaatsen. Vrijwillige inburgeraars die zich zelf melden blijven we een aanbod doen. Hiermee wordt de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar gestimuleerd. We gaan ervan uit dat ongeveer 50 vrijwillige inburgeraars zich zelf melden bij de gemeente voor een aanbod. Verwachte besparing circa € 0,2 mln.
Werk en bijstand Jaarschijf Exploitatie 33. Minimabeleid/bijzondere bijstand 34. Uitvoering WWB 35. Sociale werkvoorziening/TBV
2011
2012
2013
2014
-660
167
167
167
0
70
130
190
100
140
180
215
Ad 33) Minimabeleid/bijzondere bijstand Wij stellen voor geen ombuigingen toe te passen op de kosten van de bijzondere bijstand. Wel worden er ingaande 2012 maatregelen getroffen om de kosten terug te brengen op het begrote niveau (€ 0,8 mln). Netto ombuigingen zijn wat ons betreft in het kader van een billijk minimabeleid (een van de speerpunten) niet op zijn plaats. Kwijtscheldingsnorm gelijktrekken met bijstandsnorm Op het gebied van de vermogenstoets, krijgen de lokale overheden in 2011 de gelegenheid om bij de beoordeling van de kwijtscheldingsaanvraag uit te gaan van ten hoogste de (ruimere) vermogensnormen die gelden volgens de Wet werk en bijstand. Voor Vlaardingen betekent dit dat er meer kwijtscheldingen automatisch kunnen worden verleend door te koppelen met het bestand van Werk en bijstand. In aantallen zullen er dan tussen de 500 en 700 stuks minder handmatig behoeven te worden toegekend, hetgeen betekent dat er voor het verwerken van de kwijtscheldingsaanvragen geen inhuur meer hoeft plaats te vinden. Dit scheelt € 0,025 mln. Schuldhulpverlening/budgetbeheer Wij hebben in de afgelopen jaren sterk ingezet op het beleid van schuldhulpverlening en budgetbeheer. Met name op het gebied van budgetbeheer willen wij die activiteiten versoberen door de burger sterker verantwoordelijk te maken voor de eigen levensinvulling. Schuldsanering blijven wij zien als kerntaak (zeker waar de burger buiten zijn of haar schuld in deze situatie verzeild is geraakt). Het (soms levenslang) begeleiden van gezinnen en individuen doet geen recht aan hun eigen verantwoordelijkheid. Bovendien zijn er, ook door de gemeente gesubsidieerde, derde partijen tot wie men zich kan wenden. Besparing € 0,2 mln.
21
Ad 34) Uitvoering WWB Regionale samenwerking Sociale Zaken Wij onderzoeken de mogelijkheden om één regionale sociale dienst te realiseren voor de regio NWN. De burger kan dan op één plek terecht in de regio NWN voor een uitkering. Dat is mogelijk niet in Vlaardingen. Op dit moment is het Bedrijfsverzamelgebouw met het UWV Werkbedrijf en afdeling Werk en Inkomen van gemeente Schiedam in één gebouw in Schiedam gehuisvest. De organisatorische consequenties zijn groot, omdat alle drie de sociale diensten anders georganiseerd zijn, andere functies kennen en een eigen werkwijze hebben. In totaal zou ruim 250 fte samengevoegd worden in één regionale sociale dienst. Er wordt een onderzoek verricht naar de consequenties van een samenvoeging, waarin ook de financiële effecten worden meegenomen. De verwachting is dat met de samenvoeging in ieder geval een reductie op de staf kan worden gerealiseerd. Deze ramen wij op 3 fte (€ 0,18 mln). Op termijn moet ook ten aanzien van de uitvoerende functies een efficiencyslag gerealiseerd kunnen worden. Uitbesteding wet kinderopvang Op de uitvoering van de Wet Kinderopvang kan formatief worden bespaard door de werkzaamheden die voortkomen uit de wet bijna geheel uit te besteden aan een externe partij. De kosten voor het uitbesteden bedragen € 0,07 mln. terwijl de besparing 1,25 fte is (wat gelijk staat aan € 0,08 mln.).. Ad 35) Sociale werkvoorziening/TBV TBV is in het afgelopen jaar “intern verzelfstandigd”. Dat betekent, dat dit organisatieonderdeel zo bedrijfsmatig mogelijk geleid moet worden en verantwoordelijk wordt voor de eigen resultaten. In lijn met de bijzondere positie van TBV is afgesproken, dat dit onderdeel teruggaat naar budgettaire neutraliteit voor de gemeente (jaarlijkse besparing € 0,2 mln.). Het gaat ons inziens te ver om TBV op dit moment een winsttaakstelling mee te geven.
Cultuur en oudheid Jaarschijf Exploitatie 36. Archief/archeologie 37. Bibliotheek 38. Cultuur
2011
2012
2013
2014
0
170
170
170
110
225
240
255
30
680
806
806
Ad 36) Archeologie en archief De omvang van de sectie Archeologie zal worden beperkt. Bezuiniging € 0,07 mln. De bezuiniging op archeologisch ondersteunende medewerkers heeft geen maatschappelijke, politieke en organisatorische consequenties. Wel zal het ertoe leiden dat bepaalde taken niet meer worden verricht of zullen worden uitbesteed. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan het fotograferen van voorwerpen en het ordenen van documentatie. Dat zal dan ten laste moeten worden gebracht van beschikbare projectbudgetten. De archieffunctie wordt versoberd. Besparing op termijn circa € 0,1 mln. Ad 37) Bibliotheek Voor de bibliotheek stellen wij een totale korting van 10% (circa € 0,25 mln) voor. We gaan er daarbij vanuit, dat de bibliotheek in 2011 gecertificeerd wordt. De centrale vestiging van de bibliotheek zal in de toekomst niet meer op maandagavond, woensdagavond en de donderdagmiddag open zijn. De vermindering van het aantal openingsuren heeft geen negatieve gevolgen voor de landelijke certificering. De abonnementskosten worden over een periode van 4 jaar, jaarlijks met € 2,50 verhoogd, teneinde een meer kostendekkend tarief te bereiken.
22
Ad 38) Cultuur Subsidieplafonds culturele subsidies verlagen Door het verlagen van de subsidieplafonds van de hieronder genoemde waarderingssubsidies van € 30.000 naar € 20.000 wordt een totaalbedrag van € 0,03 mln. bespaard. Het betreft: - waarderingssubsidie literaire initiatieven - waarderingssubsidie huur stadsgehoorzaal - waarderingssubsidie culturele initiatieven De consequenties zijn beperkt omdat nog steeds subsidies kunnen worden verleend voor culturele activiteiten. Stadsgehoorzaal De stadsgehoorzaal zal een groter deel van zijn kosten moeten dekken uit eigen inkomsten. Wij zullen hiertoe meewerken aan eventueel noodzakelijke aanpassingen van de rechtsvorm. Jaarlijkse besparing op termijn € 0,2 mln. Stichting OpMaat De invoering van kostprijsberekening en een herverdeling van de bijdragen van bijdragen Schiedam, Vlaardingen en Maassluis leveren een besparing op de subsidie op van € 0,07 mln. Een verdere besparing van € 0,04 mln. moet ingaande 2013 worden gerealiseerd door een gezamenlijke backoffice van de culturele instellingen in Vlaardingen. Wellicht vorm te geven in een kunststichting. Vlaardings Museum De levensvatbaarheid van het museum in nieuwe opzet moet worden vastgesteld, uiteraard in een nauwe en constructieve samenwerking met het museumbestuur. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt ingaande 2012 de subsidie van het museum in nieuwe opzet vastgesteld. Die subsidie kent een plafond van € 0,4 mln. Tot dan gaan we uit van een ombuiging van € 0,35 mln. ingaande 2012. Wij gaan ervan uit in 2011 samen met het museumbestuur tot een gedeelde toekomstvisie te kunnen komen. Vrije Academie Een besparing van € 0,028 mln. moet ingaande 2013 worden gerealiseerd door een gezamenlijke backoffice van de culturele instellingen in Vlaardingen. Daarnaast dient de Vrije Academie een groter deel van de kosten te dekken uit eigen inkomsten (profijtbeginsel). Jaarlijkse besparing oplopend tot € 0,06 mln.
Sport Jaarschijf Exploitatie
39. Sport
2011
2012
2013
2014
60
359
359
359
Huldiging kampioenen Een grootse huldiging achten wij onder de huidige omstandigheden niet meer aan de orde. De huldiging blijft plaatsvinden, maar met een sober budget van € 5.000. Jaarlijkse besparing € 0,02 mln. Sportverenigingondersteuning Ingaande 2012 komt het budget voor sportondersteuning te vervallen, in lijn met de verzelfstandiging en de grotere eigen verantwoordelijkheid van dit beleidsterrein. Jaarlijkse besparing € 0,04 mln. Sportaccommodatie Holy Door verlaging van de exploitatiebijdrage wordt ingaande 2012 een besparing van € 0,025 mln. gerealiseerd. Tarieven Zwembad de Kulk Door Abonnementsprijzen en prijs losse kaarten verhogen tot regionaal niveau kan een ombuiging van € 0,07 mln. worden gerealiseerd.
23
Schoolzwemmen Algemene doelstelling voor het schoolzwemmen is onder meer het bereiken van zelfredzaamheid. Onder zelfredzaamheid verstaan we: inzicht en ervaring in de diverse aspecten van water; diepte, weerstand, temperatuur enz. Leerlingen moeten vertrouwd zijn met het water. Binnen deze beperktere doelstelling kan de duur van het door de gemeente gesubsidieerde schoolzwemmen worden beperkt. Besparing € 0,1 mln. Sportbeleid De beleidsmatige capaciteit voor het beleidsveld sport wordt verminderd, mede in het licht van de verzelfstandiging van het sportaccommodaties. Jaarlijkse besparing € 0,12 mln. Eigen bijdrage van 10% tbv combinatiefunctie Een combinatiefunctie is een functie waarbij een medewerker bijvoorbeeld naast activiteitenbegeleider op school ook werkzaam is als trainer op een sportvereniging. De begeleider alias trainer is hierbij in dienst van één organisatie en werkzaam voor twee werkvelden. Ingaande 2012 wordt een verhoging van de eigen bijdrage ingevoerd. De instellingen die een combinatiefunctie willen, zullen dat deel van de kosten zelf moeten opbrengen. Jaarlijkse besparing € 0,044 mln.
Inkomsten Jaarschijf Exploitatie
2011
2012
2013
2014
40. Erfpacht
250
500
500
500
41. Precario/belastingen
200
200
200
200
Ad 40) Erfpacht Onder meer in het kader van de nieuw op te stellen nota grondbeleid is gekeken naar de optimalisatie van de erfpachtinkomsten. Dat betreft onder meer zowel een minder ruimhartige berekening van de te betalen canon bij verkoop bloot eigendom als een correcte uitvoering van de bestaande regelgeving bij erfpachtomzettingen. Verwachte extra jaarlijkse opbrengst € 0,5 mln. Een en ander past ook in het beëindigen van versluierde subsidies. Ad 41) Precario/belastingen Subjectgegevens Belastingen via STEDIN Voor het gebruik van subjectgegevens betaalt Vlaardingen jaarlijks € 0,035 mln. aan Eneco. Inmiddels zijn afspraken gemaakt met Stedin, de netwerkbeheerder voor gas en electriciteit, die bereid is de gegevens jaarlijks gratis te verstrekken. Invoering toeristenbelasting De toeristenbelasting is een aantal jaren geleden in Vlaardingen afgeschaft, maar zal geherintroduceerd worden. Met de invoering is naar schatting een opbrengst van ca. € 0,15 mln. te realiseren. De toeristenbelasting wordt geheven van degenen die logies verschaffen, doch zij kunnen de belasting doorberekenen.
24
Geactualiseerd beeld herzien begroting 2011-2014 De exploitatiecijfers voor 2011 tot en met 2014 op basis van beschreven ombuigingen en de ontwikkelingen in het gemeentefonds tonen in alle jaren een plus. Aangepaste saldi meerjarenbegroting 2011-2014 op basis hiervan:
Jaar 2011 2012 2013 2014
Saldo begroting € 231.000 voordelig € 200.000 voordelig € 96.000 voordelig € 1.709.000 voordelig
Langs deze weg kunnen wij binnen de budgettaire kaders op een op een adequate manier invulling te geven aan de speerpunten van ons beleid, te weten: o
o o o o o o o
Het voeren van een takendiscussie en in samenhang daarmee de uitwerking van ombuigingsvoorstellen, het doorlichten van de organisatie en een andere manier waarop taken worden uitgevoerd. Dit leidt tot een platte en smalle organisatie De uitvoering van het Actieplan Wonen De kwaliteit van de dienstverlening Veiligheid De keuze voor werk, werkgelegenheid en ondernemen Duurzame ontwikkeling De woonlasten gaan naar eenzelfde niveau als in de regiogemeenten Bij de ombuigingen worden de zwakkeren zoveel mogelijk ontzien
Aldus vormt deze begroting de neerslag van het Strategisch Collegeplan 2010 – 2014, het Coalitieakkoord, de uitkomsten van de takendiscussie en de uitwerking van reeds vastgesteld beleid.
Hoogte risicobuffer binnen Algemene Reserve Op het moment houden wij een vaste risicobuffer binne de Algemene Reserve aan van € 35 mln. Gezien de beheersingsmaatregelen die wij hebben getroffen, acht het college het verantwoord deze vaste buffer ingaande 2011 vast te stellen op € 25,4 mln. De “vrijvallende” € 9,6 mln wordt als volgt verdeeld: - toevoeging van € 4 mln aan een voorziening “Implementatie ombuigingen” en - toevoeging van € 5,6 mln aan de algemene reserve besteedbaar (met name voor Actieplan Wonen).
Ontwikkeling Algemene Reserve besteedbaar De Algemene Reserve Besteedbaar ontwikkelt zich op basis van de huidige inzichten en bovenstaande voorstellen naar verwachting als volgt: . Saldo na tweede begrotingswijzing 2010: € 5 mln. Toevoeging positief saldo tweede voortgangsrapportage 2010 € 2 mln. (toevoeging) Vrijval actieplan wonen (saldo 31-12-2009) € 0,6 mln. (toevoeging) Vrijval rotonde Beethovensingel en tijdelijke parkeermaatregelen € 1,8 mln. (toevoeging) (betreft middelen lokale aanpak recessie) Toevoeging vanuit risicobuffer voor actieplan wonen € 5,6 mln. (toevoeging) Saldo 1-1-2011
€ 15 mln.
25
Actieplan wonen 2011 Cameratoezicht Achterstallig onderhoud Vastgoed
€ 3,2 mln. (onttrekking) € 0,15 mln. (onttrekking) € 2,5 mln. (onttrekking)
Saldo 1-1-2012
€ 9,15 mln.
Actieplan wonen 2012
€2
Saldo 1-1-2013
€ 7,15 mln.
Actieplan wonen 2013
€2
Saldo 1-1-2014
€ 5,15 mln.
Actieplan wonen 2014
€2
Saldo 1-1-2015
€ 3,15 mln.
mln. (onttrekking)
mln. (onttrekking)
mln. (onttrekking)
In deze cijfers zijn nog niet verwerkt toevoegingen of onttrekkingen als gevolg van positieve of negatieve grondexploitaties of verkoop van deelnemingen (m.n. Irado, BV Parkeergarage). Inzake de grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid. Volgens de huidige inzichten zullen in 2011 extra voorzieningen voor de exploitaties VOP Oost en Schiereiland (KW Haven) moeten worden getroffen. Het gaat om een bedrag van circa € 1,6 mln. Deze mogelijke reserveringen zullen plaatsvinden bij de besluitvorming in de raad inzake de betreffende gebiedsontwikkelingen. Een aantal mogelijke positieve effecten is nog niet verwerkt, aangezien wij ons niet rijk willen rekenen. Via grondverkopen kan de vermogenspositie worden versterkt. In de paragraaf Grondbeleid is aangegeven, dat wij rekening houden met een opbrengst van minimaal € 4 mln ten aanzien van het gebied Holy Zuid West. Ook de positieve saldi van de meerjarenbegroting 2011-2014 (in totaal ruim € 2,2 mln) zijn nog niet verwerkt. Het gaat in beide gevallen echter om zeer onzekere factoren, waarmee prudent moet worden omgegaan. Voorstel: Wij stellen uw raad voor: 1. De herziene begroting 2011 vast te stellen conform het voorgelegde ontwerp; 2. kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2012-2014; Burgemeester en wethouders van Vlaardingen, De secretaris, De burgemeester,
ir. C. Kruyt
mr. T.P.J. Bruinsma
26
RAADSBESLUIT
Registr.nr.
: VLD/2010/40150
R.nr.
76.2
Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen
De gemeenteraad van Vlaardingen, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2010, R.nr. 76.1. ;
Besluit: 1.
De herziene begroting 2011 vast te stellen conform het voorgelegde ontwerp;
2.
kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2012-2014;
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 27 januari 2011 De griffier,
De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs
mr. T.P.J. Bruinsma
27
28
PROGRAMMADEEL
29
30
A. Bestuur van de stad 1. Bestuur, Dienstverlening en Participatie Vlaardingen is een prettige stad om te leven, wonen en werken waar mensen de ruimte krijgen zich te ontplooien. Vanuit die visie willen wij de stad besturen op hoofdlijnen, met een luisterend oor voor wat er onder de mensen leeft. Het is immers belangrijk de opvattingen van de Vlaardingers over het beleid te kennen. Burgers en ondernemers moeten meer zeggenschap hebben over hun omgeving en er moet ruimte zijn voor hun opvattingen en initiatieven. Een uitstekende (digitale) dienstverlening, zoveel mogelijk afgestemd op de vraag van de burgers, is het visitekaartje van de gemeente. Onze inzet is een ‘platte en smalle’ gemeentelijke organisatie, die flexibel is en efficiënt en effectief opereert. Met de buurgemeenten wordt nauw samengewerkt waar dat maar zinvol is. Hoofduitgangspunten zijn: o Besturen op hoofdlijnen o Als primaire focus: de lokale samenleving o Beperking tot kerntaken o Eigen verantwoordelijkheid en medezeggenschap voor burgers o Nauwe samenwerking met buurgemeenten o Goede kwaliteit van de (digitale) dienstverlening o Een transparante bestuursstijl met aandacht voor afhandelingstermijnen o Zo weinig mogelijk regelgeving en korte procedures o Sociale rechtvaardigheid en democratie o Bestrijding van discriminatie en racisme o Integriteit van bestuur en bestuurders o Een betrouwbare overheid o Beleid moet draagvlak hebben en de mening van burgers telt
Omgevingsfactoren Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben zich geconformeerd aan het programma Antwoord© en het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP). Nieuwe wetten dwingen ons de dienstverlening te verbeteren, zoals de Wabo (omgevingsvergunning), de Wet Dwangsom (vergoeding voor burger bij het overschrijden van wettelijke afhandelingstermijnen) en de Wet Gemeentelijke Basisregistraties (verplicht gebruik GBA als basisregistratie: éénmalige gegevensuitvraag en meervoudig gebruik). Uitgangspunt bij dit alles is dat in 2015 de burgers voor nagenoeg alle overheidsvragen, producten en diensten bij hun gemeente terecht moeten kunnen. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma: - gemeenten moeten zich beperken tot hun kerntaken - vermindering van het aantal bestuurders in de colleges van B&W - vermindering van het aantal volksvertegenwoordigers in gemeenteraden - krachtige, kleine dienstverlenende overheid met minder ambtenaren - door decentralisatie en taakverschuiving vermindering van het aantal ambtenaren bij alle bestuurslagen - ambtenarenrecht wordt gelijk getrokken met het arbeidsrecht in de marktsector - stringente arboregels m.b.t. thuiswerkplekken worden opgeheven - opschaling van het provinciaal bestuur in de randstad - gemeenteraden moeten de waterschapsbesturen kiezen - afschaffing van de WGR+ en deelgemeenten - taakdifferentiatie op gemeentelijk niveau wordt vaker mogelijk gemaakt
31
-
-
sanering van het aantal specifieke uitkeringen wordt voortgezet voor het gemeentefonds wordt, met inachtneming van reeds gemaakte afspraken, het uitgangspunt ‘trap op, trap af’ weer ingevoerd de overheid betaalt facturen binnen 30 dagen. Op termijnoverschrijding volgen in beginsel boetes Nederland gaat naar een paspoortgeldigheid van 10 jaar De regeldruk en interbestuurlijke lasten worden verminderd De administratieve lasten voor bedrijven moeten in 2012 t.o.v. 2010 met 10 % zijn afgenomen. het terugkeer- en uitzetbeleid wordt aangescherpt. Illegaal verblijf wordt strafbaar leges voor gezinsmigratie worden zoveel mogelijk kostendekkend gemaakt het beleid tegen schijnhuwelijken en huwelijksdwang wordt verscherpt en de handhaving geïntensiveerd polygame huwelijken worden niet erkend diverse nieuwe eisen aan gezinsmigratie IND en gemeenten gaan nauwer samenwerken bij intrekking van tijdelijke verblijfsvergunningen en het niet verlenen van permanente verblijfsvergunningen als blijkt dat de vergunninghouder niet of niet langer voldoet aan het inkomensvereiste het kabinet komt met voorstellen tot bundeling en vereenvoudiging van wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrechts en versobering en modernisering van de Awb.
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Een gezonde financiële positie 1.1.
Een structureel sluitende begroting met een risicobuffer van minimaal € 25 miljoen
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.1.6. 1.1.7.
Implementatie van de resultaten van de takendiscussie voor 2011 en voorbereiding daarvan voor de latere jaren Versterken van de financiële functie en het financiële instrumentarium. Bij iedere raadsvergadering het punt ‘begrotingswijzigingen’ agenderen. Actualisatie van de grondexploitaties. Saneren van het vastgoedbezit en inlopen van achterstallig onderhoud als dat onontkoombaar is Beëindiging van de deelneming in de BV parkeergarage en heroverweging van de deelneming Irado. Rijksbezuinigingen doorvertalen in de gemeentelijke begroting (in = uit) zoals bij de Wmo
Doelstelling 2: Een platte slanke organisatie die efficiënt en effectief opereert. 2.1.
Een substantiële formatiereductie, waarbij de uiteindelijke formatie in 2014 ongeveer 570 fte groot is. Een verdere formatiereductie wordt nagestreefd via de vorming van gemeenschappelijke dienstencentra.
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5.
Implementatie van het akkoord harmonisatie arbeidsvoorwaarden per 1-1-2011 (w.o. invoering van de 36-urige werkweek) Vacatures alleen intern openstellen Modernisering personeelsbeleid, o.m. gericht op vergroting van de mobiliteit Besluitvorming over huisvesting ambtelijke organisatie Westnieuwland, in combinatie met een sobere renovatie van het stadhuis aan de Markt. Overleg met buurgemeenten over Intensivering samenwerking met buurgemeenten bij de uitvoering van taken (gemeenschappelijke dienstencentra).
32
Doelstelling 3: Een burgergerichte en efficiënte dienstverlening 3.1. De tevredenheid van burgers, ondernemers en instellingen over onze dienstverlening is groter dan in 2010 Activiteiten: 3.1.1. 3.1.2.
3.1.3. 3.1.4. 3.1.5. 3.1.6. 3.1.7. 3.1.8
Kwaliteitshandvest vaststellen Start nieuwe afdeling Gemeentelijk ContactCentrum (GCC) en invoeren nieuwe werkwijze en samenwerking tussen afdelingen en GCC, o.a. gericht op verschuiven dienstverlening van back- naar frontoffice. Herontwerpen werkprocessen Sturen op kwaliteit en doorlooptijden door implementatie van daarvoor toegeruste systemen Stimuleren van het gebruik en verbeteren van de website en van het Digitale Loket Dienstverlening op afspraak bij baliebezoek verder stimuleren Uitvoering van benchmarks, peilingen en klanttevredenheidsonderzoeken om de ontwikkeling van de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen en bij te sturen. Flitsvergunning afstemmen op ontwikkeling WABO
Doelstelling 4: 4.1.
Actievere communicatie en participatie
- De betrokkenheid van bewoners bij de buurt is toegenomen - De leefbaarheidplatforms komen regelmatig bijeen
Activiteiten 4.1.1. 4.1.2. 4.1.3. 4.1.4. 4.1.5. 4.1.6. 4.1.7.
Actuele en relevante informatievoorziening via de gemeentelijke website en gedrukte media Betrekken van klankbordgroepen en leefbaarheidsplatforms bij ontwikkeling en beheer van de buurt Experimenten waarbij bewoners zeggenschap krijgen over de besteding van budgetten voor de woonomgeving. Het regelmatig peilen van de mening van burgers d.m.v. het internetpanel. Betrekken van burgers en organisaties bij de beleidsontwikkeling Dag van de burgerparticipatie en uitreiking participatieprijs Experimenten met e-participatie
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 18.852 8.870 -9.982 1.141 656 -10.467
2011
2012
2013
2014
24.077 9.008 -15.068 1.161 2.503 -13.726
21.924 8.955 -12.969 1.167 3 -14.132
22.550 9.058 -13.492 1.167 3 -14.655
21.805 8.968 -12.837 1.167 3 -14.000
33
De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
2.549
565
727
-400
2.500
500
1.000
500
343
205
-122
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek Inhaalslag onderhoud Vastgoed Onttrekking algemene reserve
-2.500
Invulling taakstelling bedrijfsvoering
1.931
Overige bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
726
Versoberen nieuwbouw Westnieuwland
-300
Afstoten onrendabele panden Stoppen versluierde subsidie verhuur gemeentelijke vastgoed
-200
-200
-100
-100
-100
Versoberen Communicatiemiddelen
-50
-50
-50
Stadspeiling integreren in Lemononderzoek
-18
-18
-18
-18
burgerjaarverslag
-37
-37
-37
-37
buitenlandbeleid laten vervallen
-34
-34
-34
-34
Subjectgegevens Belastingen via Stedin
-19
-19
-19
-19
-20
-20
-20
Versoberen budget Rekenkamerfunctie
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000)
01-01-2011 Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2011
Reserves Informatisering/kenniscentrum Onderhoud gebouwen
437 1.391
0 1.161
0 0
437 2.552
Voorzieningen Wachtgeldverplichting vm. Wethouders Pensioenverplichting B&W Frictiekosten takendiscussie 57-jarigen maatregelen
40 3.935 4.439 570
0 240 0 0
0 215 1.100 400
40 3.960 3.339 170
Reserve Informatisering/kenniscentrum Om de informatiehuishouding aan te passen aan de maatschappelijke en wettelijke eisen van deze tijd is in 2007 een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 1.050.000. Dit bedrag is bestemd voor het opbouwen van een kennisbestand, het ontwikkelen en bijhouden van een strategische kaart van Vlaardingen en het moderniseren en aanpassen van de informatievoorziening aan de wettelijke eisen. Reserve groot onderhoud gebouwen In de vergadering van 19 juni 2008 heeft de raad, conform ons voorstel, besloten tot bestemmen van een bedrag van € 2.740.000 voor groot onderhoud gebouwen (was voormalige onderhoudsvoorziening). Jaarlijks wordt het geraamde bedrag aan reserveringen voor groot onderhoud toegevoegd en daadwerkelijke uitgaven voor groot onderhoud onttrokken aan de reserve.
34
De extra inspanningen voor achterstallig onderhoud vastgoed in de periode 2011-2014 verlopen niet via deze reserve, maar worden apart gemonitord. De onttrekking aan deze reserve wordt vastgesteld op basis van een plan van aanpak voor 2011. Voorziening wachtgeldverplichting voormalige wethouders Betreft voorziening om te kunnen voldoen aan de wachtgeldverplichtingen van ex-wethouders. De voorziening wordt herrekend indien er in het aantal of de situatie van de ex-wethouders een mutatie optreedt. Voorziening pensioenverplichting voormalige wethouders Dit betreft een voorziening om te kunnen voldoen aan de toekomstige pensioenverplichtingen van (ex)-wethouders. De voorziening en de jaarlijkse storting daarin wordt periodiek op actuariële basis herrekend. Onttrekking aan de voorziening betreft de uitkeringen van pensioenen en eventuele overheveling van pensioenverplichtingen. Voorziening 57-jarigenregeling In 2005 is de voorziening “57-jarigenregeling” gevormd om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de voor 57-jarigen getroffen regeling. De verwachting is dat de voorziening nog 2 jaar benodigd is. Voorziening Graven in Vlaardingen In 2006 is het projectplan “Graven in Vlaardingen” opgemaakt. Van hieruit zal een groot aantal concrete producten voortkomen zoals publicaties (o.a. resultaten DNA-onderzoek) en tentoonstellingen. De kosten kunnen worden gefinancierd uit beschikbare middelen en subsidies. De uitbetaalde subsidies voor dit project zijn gestort in deze voorziening. Wanneer het project start zullen de kosten ten laste van deze voorziening worden gebracht. Voorziening Frictiekosten takendiscussie Om de frictiekosten voortvloeiende uit de takendiscussie op te kunnen vangen is een voorziening getroffen van € 4.000.000. Verder is de bestaande reserve mobiliteitsbureau aan deze voorziening toegevoegd. Investeringen Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
Afsch.
2010
2011
2012
86
2013
2014
termijn
Omschrijving Verbetering Kwaliteit Dienstverlening
4
158
163
65
0
Vervanging randapparatuur
4
216
216
216
216
Vervanging centrale apparatuur
4
234
234
234
234
608
613
514
450
Totaal
86
35
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
3.627
100
3.577
100
3.544
100
3.468
100
Staf Directie en Bestuur
433
0
367
0
309
0
295
0
Bestuursondersteuning
2.319
299
2.112
279
2.083
259
2.020
239
Dienstverlening burgerzaken
2.965
1.102
2.844
1.040
2.823
1.007
2.926
1.007
Publieksinformatie
1.470
63
1.477
63
1.519
63
1.497
63
Vastgoedbeheer
8.122
7.444
8.011
7.373
7.931
7.528
7.801
7.459
546
4
523
4
527
4
516
4
4.109
2.500
2.665
100
3.462
100
2.959
100
Bestuursorganen
Griffie Bedrijfsvoering Projectmatig werken Totaal
1.646
0
1.516
0
1.519
0
1.491
0
25.238
11.512
23.091
8.959
23.716
9.061
22.971
8.972
36
B. Beheer van de stad 2.Veiligheid en handhaving In de Vlaardingse buurten is het veilig en de burgers voelen er zich ook veilig. Het gaat om preventie en het creëren van een veilige omgeving, maar ook om handhaving van regels en voorschriften. Keuzes binnen het veiligheidsbeleid worden gebaseerd op veiligheidsanalyses en veiligheidsplannen die worden opgenomen in de gebiedsvisies. Aandachtspunten zijn: o Inzet van politie op grond van actuele wijkveiligheidsgegevens uit de leefbaarheidsprogramma’s o Inzet van de lichtblauwe brigade tijdens de avonduren en in het weekend o Cameratoezicht op hotspots zoals het uitgaanscentrum rond de Westhavenplaats o Inzet op preventie, repressief optreden bij overlast o Aanpak van jeugdoverlast o Bestrijding van veel voorkomende criminaliteit o Bestrijding van de georganiseerde criminaliteit o Bestrijding van drugsoverlast o Terugdringen en voorkomen van recidive bij huiselijk geweld o Terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers en ongevallen in het verkeer.
Omgevingsfactoren De laatste jaren zijn diverse taken van politie en justitie overgegaan naar de gemeenten. Bezuinigingen zullen leiden tot een vermindering met ongeveer 600 formatieplaatsen in het politiekorps Rotterdam-Rijnmond. De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wil, mede onder druk van bezuinigingen, brandweertaken anders organiseren en materieel en kazernes herschikken. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen op het gebied van veiligheid: - preventief fouilleren wordt in meer gevallen mogelijk gemaakt - er komt meer cameratoezicht - strafdienstplicht (bij recidive mogelijk aangevuld met nachtdetentie) voor risicojongeren die grensoverschrijdend gedrag vertonen - In de jaarplannen meer nadruk te liggen op de lokale knelpunten in buurten en wijken. - daders moeten in hun eigen omgeving worden aangepakt, waarbij veiligheidshuizen een belangrijke rol spelen. De veiligheidshuizen worden voortgezet en verder ontwikkeld - coffeeshops alleen toegankelijk voor meerderjarige inwoners van Nederland met een clubpas - minstens 350 meter afstand tussen scholen en coffeeshops; de minister ziet erop toe dat gemeenten het afstandscriterium en de overige relevante delen van het landelijk beleid in hun vergunningen handhaven - de bestuurlijke aanpak van vrouwenhandel wordt onder meer via de BIBOB geïntensiveerd - de burgemeester blijft verantwoordelijk voor de openbare orde, capaciteitsinzet voor lokale taken en het vergunningenbeleid - de functie van politietoezichthouder wordt ingevoerd; dit type agent heeft minder (gewelds)bevoegdheden - de operationele sterkte van de politie wordt uitgebreid met 3000 agenten - er komen 10 politieregio’s In onze regio is een Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) opgezet. Dit centrum ondersteunt de gemeenten bij de aanpak van onder meer mensenhandel, eerwraak gerelateerd en huiselijk geweld en hennepkwekerijen. De stadsregio streeft voor de hele regio naar een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers in 2010. Het gemeentelijk beleid is erop gericht vanuit Vlaardingen hier een bijdrage aan te leveren.
37
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Veiliger Vlaardingen 1.1
Uit de score van de regionale veiligheidsrapportage 2012 blijkt dat Vlaardingen veiliger is geworden
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.1.6. 1.1.7. 1.1.8. 1.1.9. 1.1.10. 1.1.11. 1.1.12. 1.1.13.
Deelname aan de regionale veiligheidsanalyse Opstellen beleidsplan veiligheid In leefbaarheidsplatforms veiligheidsparagrafen opnemen in leefbaarheidsplannen Verdere uitbouw buurtpreventie in de Vettenoordsepolder, Babberspolder en Holy-Zuid Realisatie cameratoezicht in het uitgaansgebied Centrum Zichtbare aanwezigheid van politie en lichtblauwe brigade, o.m. door uitbreiding van de lichtblauwe brigade met een ‘bike-team’ uitvoering door de lichtblauwe brigade van de bestuurlijke strafbeschikking Groepsaanpak ter bestrijding van jeugdoverlast Zichtbare integrale controle op indrink- en hangplekken Inzet SUS-teams tijdens evenementen en in de vrijdag- en zaterdagnachten Opzetten van een uitbreidingsplan voor het uitbreiden van het verhalen van kosten en schade op de daders en/of hun opvoeders. Actieve bestrijding hennepteelt door het oprollen van kwekerijen Waar nodig opleggen van een tijdelijk huisverbod
Doelstelling 2: een verkeersveilig Vlaardingen 2.1.
Het aantal verkeersgewonden dat in het ziekenhuis belandt stijgt niet in vergelijking met 2010
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3.
Verkeerseducatie voor jongeren en ouderen (zoals verkeerslessen op school, Broem voor 55plussers), te regelen via bestaande budgetten Opstellen verkeersveiligheidsplan Vlaardingen In 2011 wordt gestart met de voorbereidingen voor de reconstructie van de kruising DeltawegVan Beethovensingel
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 10.552 128 -10.424 0 0 -10.424
2011
2012
2013
2014
10.135 83 -10.052 0 0 -10.052
9.973 83 -9.889 0 0 -9.889
9.934 83 -9.851 0 0 -9.851
9.834 83 -9.751 0 0 -9.751
38
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
-355
-525
-564
-663
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
-310
-455
-479
-578
Extra verlaging bijdrage DCMR (milieutoezicht)
-25
-50
-65
-65
Uitvoering bestuurlijke aanpak hennep/schadeverhaal
-20
-20
-20
-20
(bedragen x € 1.000,-)
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Veiligheid en Handhaving
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000)
01-01-2011 Vermeerderingen
Reserves Veilige schoolzones Aanpak hennepkwekerijen
135 289
0 0
Verminderingen
31-12-2011
0 0
135 289
Voorzieningen Geen
Reserve Veilige schoolzones Om schoolgaande kinderen zo veilig mogelijk naar school te laten lopen en fietsen zullen gedurende een aantal jaren minimaal twee projecten per jaar worden uitgevoerd. In 2011 en 2012 zullen de laatste projecten worden gerealiseerd. Aanpak hennepkwekerijen In het kader van een bestuurlijke aanpak, gericht op het voorkomen van brandgevaarlijke situaties en het aanpakken van criminele organisaties, wordt een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd voor de ontmanteling van de hennepkwekerijen. De reserve wordt aangewend om indirecte kosten te dekken van het opruimen van hennepkwekerijen.
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000) Brandweer en rampenbestrijding Integraal veiligheidsbeleid Veiligheidsassistentie Handhaving Totaal
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
4.863
4
4.863
4
4.863
4
4.863
4
572
20
573
20
574
20
566
20
1.238
40
1.207
40
1.203
40
1.177
40
3.463
20
3.331
20
3.296
20
3.227
20
10.135
83
9.973
83
9.934
83
9.834
83
39
3. Groen en milieu In een tijd van klimaatverandering, stijgende temperaturen en schaarser wordende energiebronnen groeit het belang van maatregelen die gericht zijn op duurzaamheid. De gemeente neemt zelf duurzaamheidsmaatregelen en stimuleert anderen dat ook te doen. Duurzaamheid is uitgangspunt voor alle gemeentelijke beleidsterreinen. De Vlaardingse buurten zijn schoon en heel. Vlaardingen is in 2010, samen met drie andere gemeenten, uitgeroepen tot de ‘Groenste Stad van Europa’. Het groene karakter van de gemeente blijft behouden. Aandachtspunten hierbij zijn: o Reductie van de uitstoot van CO2 o Energiebesparing o Terugdringen van geluidhinder en verbetering van de luchtkwaliteit o Gescheiden afvalinzameling o Bodemsanering o Samenwerking met buurtbewoners o Versterking van de groene en recreatieve kwaliteit van het Midden-Delflandgebied en de Broekpolder.
Omgevingsfactoren Als bij ontwikkelingen in de stad natuurwaarden in het geding zijn is er de wettelijke verplichting onderzoek te doen naar de mogelijke invloed op flora en fauna. Het gemeentelijke milieubeleid wordt in sterke mate beïnvloed door andere overheden. Europese regels en eisen met betrekking tot luchtkwaliteit, water, geluid en CO2-reductie werken door naar de gemeente. De wetgeving rond bodemverontreiniging verandert. Gemeenten en provincies krijgen de verantwoordelijkheid voor de aanpak van de meest vervuilde locaties en de ruimtelijke ontwikkeling van de ondergrond. In stadsregionaal verband participeert Vlaardingen in de uitvoering van de Regionale klimaatagenda. In het regeerakkoord is het volgende voornemen opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma:
-
het kabinet komt met voorstellen de milieuregelgeving te vereenvoudigen en te moderniseren
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingen is een opvallend groene stad 1.1. De waardering van Vlaardingers voor het groene karakter van hun stad blijft onverminderd groot Activiteiten: 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Nieuwbouw-, renovatieplanningen en herinrichtingsplannen van een groenplan voorzien In de Broekpolder uitvoering geven aan het struinbos, het natuurkerngebied en het padenplan De renovatie van het Hof en Oranjepark en de verbetering van de groenstructuur van Park ’t Nieuwelant Vaststellen van het beheer- en beleidsplan Groen, met daarin opgenomen het uitvoeren van een Visual Tree Assesment (VTA controle) waarbij jaarlijks 1/3 van het bomenbestand wordt gecontroleerd
Doelstelling 2: Vlaardingse buurten zijn leefbaar 2.1. De waardering van de buurt, zoals blijkt uit de leefbaarheidsmonitor, neemt toe
40
Activiteiten: 2.1.1. Jaarlijkse leefbaarheidsprogramma’s opstellen en uitvoeren 2.1.2. Uitbreiding van het aantal ondergrondse afvalcontainers 2.1.3. Opstellen van zogeheten productbladen voor afvalverwijdering, waardoor concreter invulling gegeven kan worden aan de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst met Irado 2.1.4. Het beheer van de openbare ruimte wordt uitgevoerd op basis van bestuurlijk vastgestelde beheerplannen; diverse beheerplannen worden geactualiseerd. 2.1.5. Een aanbestedingsprocedure opstarten ten aanzien van het crematorium, al dan niet in combinatie met het in de markt zetten van de exploitatie van de begraafplaatsen.
Doelstelling 3: Vlaardingen is een milieuvriendelijke en duurzame stad 3.1. De CO2-uitstoot in Vlaardingen is in 2025 met 40% afgenomen t.o.v. 1990 neemt af 3.2. Het aantal mensen dat (ernstige) geluidhinder ondervindt en/of daardoor in hun slaap gestoord wordt neemt af 3.3. De toename van duurzame ontwikkelingen en initiatieven Activiteiten: 3.1.1.Toekomstige bouw- en renovatieprojecten zo duurzaam mogelijk uitvoeren en woningeigenaren stimuleren duurzaamheidsmaatregelen te treffen 3.1.2. gebiedsgericht milieubeleid, afhankelijk van de gebiedstypering 3.1.3. stimuleren en faciliteren van duurzame ontwikkeling initiatieven. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld. 3.1.4. Het opstellen van een duurzaamheidsvisie 3.1.5. deelname aan en uitvoering van het regionaal klimaatprogramma 3.1.6. maatregelen om het energieverbruik in gemeentelijke gebouwen terug te dringen
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 22.087 16.759 -5.328 552 294 -5.586
2011
2012
2013
2014
21.122 16.759 -4.363 694 0 -5.057
19.703 16.759 -2.944 1.157 0 -4.101
19.337 16.759 -2.578 1.463 0 -4.041
18.556 16.759 -1.797 1.463 0 -3.260
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
82
-883
-965
-1.117
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
82
-388
-431
-565
-600
-600
-600
-39
-57
-30
-30
(bedragen x € 1.000,-)
Openbaar groen Diverse kredieten Budget Klimaatverandering
-30
41
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Groen en Milieu
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Aanpak groen Broekpolder / ’t Hof / ’t Nieuwelant / Emaus Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Egalisatie riolering Onderhoud daktuin Voorzieningen Bomenfonds Erfpachtsgronden Babberspolder-Oost
01-01-2011 Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2011
3.887 2.777 -294 373
0 505 142 47
0 0 0 0
3.887 3.282 -152 420
10 737
0
2 0
8 737
Aanpak Groen Broekpolder/’t Hof/’t Nieuwelant/Emaus In de Broekpolder wordt geïnvesteerd om de groene en recreatieve waarde te versterken en dit voor Vlaardingen en omstreken belangrijke gebied voor volgende generaties veilig te stellen. Echter, het is de bedoeling om de hele stedelijke groenstructuur in ogenschouw te nemen. Ook de herstructurering van park ’t Nieuwelant, het Hof/Oranjepark en de begraafplaats Emaus (in relatie met de voorgenomen openstelling) dient in de komende periode gestalte te krijgen. Daarom is in totaal € 11 miljoen vrij gemaakt voor investeringen in de stedelijke groenstructuur. In februari 2007 heeft de raad besloten om een bedrag van € 1.070.000 aan te wenden ten behoeve van het sportpark ’t Nieuwelant. Als gevolg van vrijval en inmiddels gemaakte kosten staat de reserve thans op € 3,9 mln. Reserve afvalstoffenheffing/reinigingsrecht In de vergadering van 28 mei 2009 bij de vaststelling van de jaarstukken 2008 heeft de raad besloten een reserve in te stellen voor de afvalstoffenheffing. De voormalige voorziening is hiermee –vanwege verscherpte regelgeving- omgezet in een reserve. De reserve wordt de komende jaren ingezet voor de aanleg van ondergrondse containers. Hiervoor wordt een separaat kredietvoorstel voorgelegd. Reserve riolering Betreft egalisatiereserve. Het negatieve saldo wordt naar verwachting rond 2012 ingelopen. Daktuin De gemeente heeft voor de daktuin een onderhoudsreserve ter egalisatie van de lasten. Bomenfonds Het fonds is bedoeld om in de directe nabijheid herplant of kwaliteitsverbetering van houtopstand in het openbare gebied te realiseren. Het fonds wordt gevoed door compensatiestortingen van derden (als geen vervangende aanplant kan plaatsvinden). In het jaar wordt een onttrekking geraamd van € 2000. Voorziening Erfpachtgronden Babberspolder-Oost De herstructurering van de Babberspolder-Oost omvat percelen die de gemeente eeuwigdurend dan wel voor een bepaalde tijd in erfpacht heeft uitgegeven aan de woningbouwcorporatie Waterweg Wonen. In de toekomst zullen de betreffende percelen grond exclusief de openbare ruimte volledig in eigendom toekomen aan Waterweg Wonen waartoe in de realisatieovereenkomst een tijdsplanning is opgenomen gekoppeld aan de verschillende fasen van herontwikkeling. Bij een volledige eigendomsverkrijging door Waterweg Wonen zal aan gemeentezijde een volledige afwaardering moeten plaatsvinden van de voorraad erfpachtgronden voor een bedrag van € 0,74 mln.
42
Investeringen Programma Groen en Milieu Afsch.
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
2014 0
termijn
Reconstructie groenvoorzieningen
25
Ophoging Holy-Noord
25
Uitvoering nieuw Gem. Rioleringsplan (rendabel via tarieven)
10
Riolering ophogingsprogramma (rendabel via tarieven) Ophalen grafkelders Urnenmuur Emaus Elektrische auto (milieubeheer)
78
26
0
0
440
0
0
0
1.775
1.040
1.040
1.040
1.040
10
1.503
769
769
769
769
10
152
40
30
5
Totaal
152 30
3.438
2.285
1.809
1.961
1.809
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Openb groen en openluchtrecreatie
5.302
116
4.650
116
4.613
116
4.538
116
Afvalverwijdering en verwerking
8.702
9.918
8.664
9.918
8.662
9.918
8.654
9.918
Riolering en grondwatertaken
5.604
5.888
5.581
5.888
5.572
5.888
4.914
5.888
Milieubeheer
1.174
35
1.087
35
1.084
35
1.060
35
Lijkbezorging
1.035
802
879
802
869
802
853
802
21.816
16.759
20.860
16.759
20.800
16.759
20.019
16.759
Totaal
43
4.Verkeer en mobiliteit De Vlaardingse woonwijken en bedrijventerreinen zijn op dit moment goed bereikbaar voor alle verkeersdeelnemers. Bij de aanleg van nieuwe rijks- en provinciale wegen moet het groene MiddenDelflandgebied zoveel mogelijk ontzien worden. Doorgaand (auto)verkeer wordt uit de woonbuurten geweerd. De doorstroming is optimaal. Het gebuik van de fiets wordt gestimuleerd. Er is een doelmatig parkeerbeleid. Aandachtspunten hierbij zijn: o Beperking van de milieubelasting o Nieuwe oeververbinding via het Oranjetunnel- tracé; geen Blankenburgtunnel door MiddenDelfland o De verkeerscirculatie, gebaseerd op een systeem van doorgaande wegen, wijk- en buurtontsluitingswegen en woonstraten. o De ontsluiting van de bedrijventerreinen, m.n. de start van de reconstructie van de Marathonweg o Kostenreductie van het parkeerbeleid o Goede en veilige fietsverbindingen.
Omgevingsfactoren Op dit moment zijn twee tracés in beeld voor de aanleg van een nieuwe tunnel onder de Nieuwe Waterweg: de Oranjetunnel, ten westen van Maassluis, en de Blankenburgtunnel, die door het weidegebied tussen Vlaardingen en Maassluis zou moeten lopen. Bij dat laatste tracé komt Vlaardingen ingeklemd te liggen tussen rijkswegen en wordt aan het zuidelijk deel van het MiddenDelfland gebied onherstelbare schade toegebracht. Vlaardingen kiest voor de Oranjetunnel. De eventuele aanleg van de Blankenburgtunnel steunt het gemeentebestuur niet. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - Randstad Urgent (projecten m.b.t. bereikbaarheid, economie en leefomgeving) wordt voortgezet - het kabinet komt met voorstellen om de Crisis- en herstelwet permanent te maken
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingen is goed bereikbaar en goed ontsloten voor alle verkeer. Waarborgen van de doorstroming van het verkeer binnen Vlaardingen middels een samenhangend netwerk. 1.1 Het aantal Vlaardingers dat de bereikbaarheid van de stad voldoende acht neemt toe Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2.
1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.1.6. 1.1.7.
In samenwerking met Schiedam, Maassluis, Delft en (andere gemeenten in) de regio Haaglanden de aanleg van de Oranjetunnel als nieuwe westelijke oeververbinding bevorderen Evaluatie van het huidige parkeerbeleid met als specifieke aandachtspunten: - te hanteren parkeernormen - omvang van het gebied met vergunningparkeren - de kosten van parkeren voor bezoekers - het weren van bedrijfsauto’s uit woongebieden - de relatie tussen parkeren op straat en in garages - gratis parkeren in de eigen wijk Het afstoten van de gemeentelijke parkeergarages Aanleg of kwaliteitsverbetering van fietspaden Fietsen op de Hoogstraat, tussen sluis en Korte Hoogstraat, wordt toegestaan Uitwerking van een definitief ontwerp voor de Marathonweg op grond van de uitkomsten van de MER-studie Aanleg van rotondes; in 2011 wordt gestart met de voorbereidingen voor de reconstructie van de kruising Deltaweg-Van Beethovensingel.
44
1.1.8.
Vaststellen van het Vlaardings Verkeersveiligheidsbeleid als pijler van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015 1.1.9. Uitvoering verkeerscirculatieplan Groot Vettenoord 1.1.10. Aanbesteding ondertunneling Marathonweg Doelstelling 2: Beheer van de openbare ruimte(n) op basis van de systematiek van genormeerde beheerkosten en kwaliteitsniveaus en opgenomen in Vlaardingse beleid- en beheerplannen 2.1 Een openbare ruimte waarbij het onderhoudsniveau overeenkomt met vastgestelde duurzame kwaliteitsniveaus ‘sober tot basis’ Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4.
Jaarlijks monitoren en uitvoeren van periodieke schouwen. Beginnen met het opstellen van een (integrale) visie op de Openbare Ruimte. Actualiseren van beleids- en beheerplannen voor Civiel Technische Kunstwerken en voor Wegen. Opstellen van een beleidsplan voor Openbare Verlichting
Doelstelling 3: Bevorderen van de leefbaarheid in buurten en wijken 3.1. 80% van de vragen en klachten betreffende kleine reparaties in de openbare ruimte wordt binnen 4 werkdagen afgehandeld. Over de afhandeling van grotere reparaties wordt de vragensteller geïnformeerd. Activiteiten: 3.1.1 3.1.2
Optimalisatie van de werkprocessen van de Buitenlijn Uitvoeren van periodieke fysieke wijkschouwen in samenwerking met leefbaarheidsplatforms.
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 16.390 1.590 -14.800 0 435 -14.365
2011
2012
2013
2014
15.808 1.590 -14.218 0 194 -14.024
15.140 1.472 -13.669 0 0 -13.669
15.734 1.672 -14.063 0 1.250 -12.813
15.425 1.672 -13.753 0 1.250 -12.503
45
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
54
-647
-2.473
-2.730
349
-42
-84
-219
-195
-195
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.) wegenbeheer: niveau basis naar sober Versobering, fasering en financiering spoortunnel Diverse kredieten Kostendekkend straatparkeren
-195
-195
-1.250
-1.250
-234
-356
-200
-200
-100
-100
-100
-50
-50
-200
-250
-250
Versoberen waterlopen
-75
-75
-75
Versoberen budget verkeersmaatregelen
-35
-35
-35
Fietspadenplan/programma Verkeersregelinstallaties in overleg met MSV-gemeenten versobering budgetten straatreiniging
-100
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Verkeer en Mobiliteit
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Egalisatiereserve parkeren Tunnel Marathonweg/ Infrastructuur Sluisplein Kleine reconstructies wegen
01-01-2011 Vermeerderingen
34 7.468 492 116
0 0 0 0
Verminderingen
31-12-2011
34 0 0 160
0 7.468 492 -44
Voorzieningen Geen
Tariefsegalisatiereserve parkeren Een bedrag van € 34.362 wordt in 2011 onttrokken ten gunste van de exploitatie. De reserve is bedoeld om de tarieven te egaliseren. Reserve Marathonweg Ten behoeve van de ondertunneling van de spoorbaan van de Marathonweg is een bestemmingsreserve gevormd. Wij hebben besloten deze voorgenomen investering te versoberen. Er wordt een eenvoudiger variant (2x1 rijstrook i.p.v. 2x2 rijstroken) gerealiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met een mogelijke verdubbeling van het aantal rijstroken in de toekomst als de ontwikkelingen in de Rivierzone daartoe aanleiding geven. De netto investering wordt beperkt tot € 13 mln. De beschikbare reserve van € 7,5 mln zal worden ingezet ter dekking van de jaarlijkse kapitaalen exploitatielasten. Op langere termijn zullen deze binnen de reguliere begroting moeten worden opgevangen Reserve infrastructuur Sluisplein Ten behoeve van de infrastructuur Sluisplein is een bestemmingsreserve gevormd. In 2007 is het ontwerpen, construeren en besteksgereed maken van de aanpassing van Sluisplein en Deltaweg
46
aanbesteed. Er is gestart met de uitwerking van het reeds vastgestelde verkeerskundig ontwerp. De werkzaamheden zijn nagenoeg gereed. Reserve Kleine reconstructies wegen Om de kwaliteit van de infrastructuur een impuls te geven is in 2007 extra budget van € 880.000 beschikbaar gesteld, dat gefaseerd wordt besteed. Investeringen Programma Verkeer en mobiliteit Afsch.
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
2014
termijn
Rehabilitatie elementverharding
25
613
600
0
0
0
Reconstructie verhardingen
25
183
150
0
0
0
Herinrichting Markt
25
416
Ophoging Holy-Noord
25
2.259
1.000
0
0
0
Herinr./verpl. opslagplaatsen Broekpolder incl bijdr. grondexpl.
25
135
Rehabilitatie asfaltverharding
25
363
826
0
0
0
Reconstructie Westlandseweg
25
460
Tramplus / infrastructuur
40
383
Uitvoering plan Civiel Technische Kunstwerken
10
55
0
0
0
Brug Buizengat incl bijdrage grondexpl.
10
Spoortunnel Marathonweg
40
Aanschaf tractiemiddelen
186 13.000
5
268
134
134
134
134
Uitbreiding gebied betaald parkeren (rendabel via tarieven)
10
100
100
100
100
100
Parkeergarage Oostwijk (gesloten circuit)
40
2.500
Vernieuwen beschoeiingen
10
45
0
0
0
2.910
13.234
234
234
Totaal
7.866
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
12.225
368
11.866
208
12.504
1.458
12.222
1.458
Verkeersmaatregelen
1.798
0
1.618
0
1.584
0
1.583
0
Parkeren
1.211
1.239
1.158
1.205
1.153
1.405
1.137
1.405
573
177
498
59
494
59
483
59
15.808
1.784
15.140
1.472
15.734
2.922
15.425
2.922
Wegen, straten en pleinen 1)
Waterbeheer Totaal
1) Lasten vanaf 2013 inclusief ondertunneling spoorkruising Marathonweg (€ 1,25 mln)
47
48
C. Ontwikkeling van de stad 5. Wonen Vlaardingen moet een aantrekkelijke woonstad worden met een positief vestigings- en investeringsklimaat. Mensen moeten kunnen kiezen uit een gedifferentieerd en kwalitatief goed woningaanbod in de gewenste woonmilieus. Het is belangrijk dat Vlaardingen mogelijkheden biedt voor een wooncarrière in een goed woon- en leefklimaat. Met de uitvoering van het Actieplan Wonen worden aantrekkelijke woon- en leefgebieden gerealiseerd. Aandachtspunten hierbij zijn: o Uitwerking van het concept Vlaardingen Buitenstad o Gedifferentieerde en gevarieerde woonmilieus o Versterken sociale structuur o Differentiatie en (duurzame) kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad o De doorstroming op de woningmarkt o Het tempo van de herstructurering o Levensloopvriendelijke buurten en woningen o Actualisatie van bestemmingsplannen. o De samenwerking tussen gemeente, corporaties en bewoners o Regionale afstemming van de woningbouwproductie o Actualiseren woningbouwproductie aan de hand van de economische ontwikkeling.
Omgevingsfactoren Het bestemmingsplan wordt voor steeds meer doelen gebruikt, waardoor er ook steeds meer eisen aan worden gesteld. Gedacht kan worden aan flora/ faunawet, archeologie, monumenten, beeldbepalende panden, waterparagraaf, externe veiligheid, luchtkwaliteit en handhavingsbeleid. Met ingang van 1 oktober 2010 zijn de verschillende vergunningen (maar ook ontheffingen en andere toestemmingsvereisten) voor wonen, ruimte en milieu zoveel mogelijk samengevoegd tot één vergunning: de omgevingsvergunning. Deze kan bij één loket worden aangevraagd, er is maar één procedure met één besluit en één beroepsprocedure. Op 1 juli 2010 zijn verplichtingen voor de digitalisering van bestemmingsplannen in werking getreden. De wet kent een overgangsperiode tot 1 juli 2013, daarna is er een sanctie als in de gemeente nog gebieden zijn zonder actueel bestemmingsplan, de gemeente mag dan nl. geen leges meer heffen voor werkzaamheden die samenhangen met het bestemmingsplan voor dat gebied. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - meer ruimte voor meegroeiwoningen, mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen - de adviezen van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw worden uitgevoerd (betreft bouwen woningtoezicht) - meer ruimte voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap - aandacht voor krimpregio’s - toewijzing van sociale huurwoningen wordt stapsgewijs beperkt tot lagere inkomensgroepen - belemmerende regeling voor samenwerking tussen woningcorporaties, thuiszorg en andere maatschappelijke organisaties wordt weggenomen - de ‘Vogelaarheffing’ op corporaties wordt afgeschaft. - ISV en Besluit Locatiegebonden Subsidies wordt geheel afgeschaft - als te laat op een vergunningsaanvraag wordt beslist wordt de vergunning zoveel mogelijk automatisch verleend - het kabinet komt met voorstellen de ruimtelijke ordening meer over te laten aan provincies en gemeenten
49
-
het toezicht en de regie op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting gaat naar de provincies
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingers kunnen hun wooncarrière grotendeels in Vlaardingen doorlopen. 1.1.
Conform het Actieplan Wonen worden in 2011 210 nieuwe woningen opgeleverd
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5.
De uitvoering van het Actieplan Wonen, gebaseerd op gebiedsvisies en een stedelijk programma waarin de gewenste ontwikkeling van wijken/buurten is aangegeven. De bouw van een database zodat tijdig ingespeeld kan worden op de vraag uit de markt Opstellen en jaarlijks actualiseren van de meerjarige planning van de woningbouwproductie Uitvoering geven aan de prestatieafspraken en de deelovereenkomst doelgroepen daarin uitbreiden met bijzondere doelgroepen (o.a. MOE-landers en dak- en thuislozen). Vlaardingse belangen inbrengen bij de regionale verstedelijkingsafspraken en volkshuisvestingsrichtlijnen.
Doelstelling 2: Vlaardingen heeft een actueel ruimtelijkeordeningskader 2.1.
Vanaf 2013 zijn alle bestemmingsplannen in Vlaardingen jonger dan 10 jaar
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2.
Start van de opstelling/actualisatie van 8 bestemmingsplannen, afronding van 10 plannen Aanwijzen van beeldbepalende panden en opnemen in bestemmingsplannen
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 1.699 0 -1.699 0 1.302 -397
2011
2012
2013
2014
3.709 0 -3.709 0 3.302 -407
503 0 -503 0 102 -401
487 0 -487 0 102 -385
476 0 -476 0 102 -374
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
18
-1.989
-2.004
-2.015
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
18
(bedragen x € 1.000,-)
Reservering actieplan wonen via bestemmingsreserve
11
-4
-15
-2.000
-2.000
-2.000
50
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Wonen
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000)
01-01-2011 Vermeerderingen
Reserves Herinrichting en uitgifte groenstrook Het Scheur Actieplan wonen Ontwikkeling Schiereiland
260 0 5.300
0 3.200 0
Verminderingen
31-12-2011
0 3.200 0
260 0 5.300
Voorzieningen Geen
Reserve herinrichting en uitgifte groenstrook bedrijventerrein Het Scheur Uit het resultaat 2005 is € 320.000 beschikbaar gesteld voor de afgesloten grondexploitatie Het Scheur. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor nog uit te voeren werkzaamheden voor deze groenstrook. De uitgaven zullen ten laste van deze bestemmingsreserve verantwoord. Reserve Actieplan wonen Om een versnelling aan te brengen in de woningproductie met meer differentiatie en kwaliteit wordt in 2011 een bedrag van € 3.200.000 gereserveerd voor de uitvoerende werkzaamheden. Dit is uitgewerkt in het actieplan Wonen. Ontwikkeling schiereiland Ten behoeve van een grondverwerving in de Kw-haven, die naar verwachting voor 2014 zal plaatsvinden, is, op basis van afspraken uit 2008, een voorziening gevormd.
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000) Woningbouw en Volkshuisvesting Stadsvernieuwing Totaal
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
3.671
3.302
465
102
451
102
441
102
38
0
38
0
36
0
35
0
3.709
3.302
503
102
487
102
476
102
51
6. Economie en haven Het werk-, ondernemers en cultureel klimaat van Vlaardingen draagt bij aan de vitaliteit van de stad en de groei van de werkgelegenheid in Vlaardingen. Prioriteit heeft de vitalisering van de binnenstad. Om de werkgelegenheid op peil te houden gaat het om bestaande bedrijven in Vlaardingen te behouden en de vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken. Verbetering van bestaande bedrijfventerreinen heeft de voorkeur boven de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Aandachtspunten hierbij zijn: o Bestrijden van leegstand o Straatbeeld in de binnenstad o Kwaliteitsverbetering bestaande bedrijventerreinen o Invoering van parkmanagement op de bedrijventerreinen. o Behoud van bestaande en vestiging van nieuwe bedrijven en instellingen in Vlaardingen.
Omgevingsfactoren Door de recessie staat ook in Vlaardingen de werkgelegenheid onder druk. Helaas heeft de kredietcrisis ook tot gevolg dat bouwprojecten langzamer verlopen. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - Ondernemers zullen voor al hun overheidszaken terechtkunnen bij één loket, een ‘ondernemersplein’. - Het MKB verdient meer kansen bij aanbestedingen door de overheid. Cluster- en raamcontracten worden teruggedrongen; de omzeteis gaat omlaag. - 5% vermindering regeldruk per jaar - als te laat op een vergunningsaanvraag wordt beslist wordt de vergunning zoveel mogelijk automatisch verleend - de huidige situatie op het gebied van de koopzondagen blijft gehandhaafd
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Behouden en bevorderen van de werkgelegenheid in Vlaardingen 1.1.
Het aantal arbeidsplaatsen in Vlaardingen is in 2011 minimaal even groot als in 2010.
Activiteiten 1.1.1. Het opstellen van een Beleidsvisie Werken en Ondernemen met daarin een evaluatie van het startersbeleid 1.1.2. Verbetering van het profiel van de noordwesthoek van de stadsregio in samenwerking met de buurgemeenten 1.1.3. Verdere uitbouw van accountmanagement voor bedrijven 1.1.4. Start invoering verbetering bedrijventerrein Groot Vettenoord en opstellen plan van aanpak voor de Vergulde Hand 1.1.5. Uitgifte van alle kavels op het bedrijventerrein Koggehaven in deze collegeperiode 1.1.6. Uitvoering geven aan de kaderenovatie Koningin Wilhelminahaven NZ.
Doelstelling 2: Vitalisering Binnenstad 2.1.
De waardering voor het stadscentrum is in 2012 hoger dan 6,8.
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2.
Realiseren van het Uitvoeringsplan Binnenstad Versterking van de binnenstad door aandacht voor de historische kern, facilitering van horeca en leisure en verbetering van de beeldkwaliteit, in samenwerking met de Stichting Stadsherstel
52
2.1.3.
Onderzoek naar de kansen van de Vlaardingse winkelcentra, in relatie tot ontwikkelingen in Rotterdam en de regio. standpuntbepaling over de vestiging van grootwinkelbedrijven aan snelweglocaties 2.1.4. Mogelijkheden bezien om het aantal koopzondagen in Vlaardingen uit te breiden 2.1.5. Het Veerplein handhaven als locatie voor de weekmarkt, evaluatie eind 2011 2.1.6. Het privatiseren van de exploitatie van de weekmarkt (coöperatie)
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 21.891 19.180 -2.711 9 15 -2.705
2011
2012
2013
2014
22.883 25.447 2.564 9 0 2.555
22.445 21.563 -881 9 0 -891
22.569 21.568 -1.001 9 0 -1.010
22.434 21.534 -900 9 0 -909
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
-628
-1.262
-1.314
-1.394
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping, grondexploitaties e.d.)
-178
-317
-369
-449
Citymarketing
-200
-200
-200
-200
-65
-65
-65
(bedragen x € 1.000,-)
Versoberen promotie Verlagen Bijdrage aan VVV Optimaliseren erfpachtinkomsten
-250
Reductie budget economisch beleid
-40
-40
-40
-500
-500
-500
-140
-140
-140
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Economie en Haven
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000)
01-01-2011 Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2011
Reserves Revitalisering binnenstad Exploitatie Revolving fund Fonds aanpak recessie Rivierzone verwervingen Onderhoud havens
1.351 317 3.650 5.000 9
0 0 0 0 9
0 102 0 0 0
1.351 215 3.650 5.000 19
Voorzieningen Ontwikkeling schiereiland
5.300
0
0
5.300
53
Reserve Revitalisering binnenstad De reserve dient om te zorgen dat de binnenstad een aantrekkelijk verblijfsgebied wordt en blijft. Reserve exploitatie complexen (revolving fund) Jaarlijks wordt een bedrag van € 102.101 onttrokken ten gunste van de exploitatie ter afdekking van de rentetoerekening revolving fund die onderdeel vormt van de financiële vaste activa. Fonds aanpak recessie Dit fonds is bestemd voor extra stimuleringsmaatregelen om de lokale recessie aan te pakken. Deze middelen zijn nog bestemd voor particuliere woningverbetering, bemiddeling werkgelegenheid, aanleg rotonde Beethovensingel/Galgkade en revitalisering bedrijventerreinen. Vop-Oost Het betreft hier een reservering voor ontwikkelingen binnen de Vop-Oost. Reserve Onderhoud havens Jaarlijks wordt het begrote bedrag ad € 9.348 toegevoegd aan de reserve.
Investeringen Programma Economie en Haven Afsch.
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
2014
0
0
termijn
Vernieuwen kades KW-haven
40
Onderhoud loswallen KW-haven (rendabel via tarieven)
10
2.750 117 117
0
2.750
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Ruimtelijke ordening
1.146
0
1.128
0
1.087
0
1.057
0
Bouwgrondexploitatie
18.284
24.065
18.243
20.181
18.241
20.185
18.197
20.152
Havens
1.848
1.201
1.759
1.201
1.929
1.201
1.892
1.201
Handel
253
181
210
181
209
181
205
181
Economische ontwikkeling
876
0
733
0
731
0
711
0
Stadspromotie Totaal
486
0
381
0
381
0
381
0
22.893
25.447
22.454
21.563
22.578
21.568
22.443
21.534
54
7.Jeugd en Onderwijs Jongeren moeten de mogelijkheid hebben om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en daarvoor de ruimte krijgen. De gemeente heeft hierin een actieve faciliterende en ondersteunende rol. Aandachtspunten hierbij zijn: o De vrijheid - ook van jongeren- om gebruik te maken van de openbare ruimte en voorzieningen o Het voorkomen en bestrijden van bovenmatige overlast o Ondersteuning van ouders die dat nodig hebben o Zicht op en hulp voor jeugdigen en gezinnen met risico’s.
Omgevingsfactoren Het aandeel jongeren in de Vlaardingse bevolking neemt enigszins af. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - kinderen met een grote taalachterstand gaan met dwang en drang deelnemen aan vroeg- en voorschoolse educatie - er komen verplichte leerlingvolgsystemen met uniforme toetsen in het primair en voortgezet onderwijs - het aantal voortijdig schoolverlaters wordt door het programma ‘aanval op de uitval’, het programma dat schooluitval actief bestrijdt, teruggebracht - er komt een meldcode voor cultureel bepaald huiselijk geweld en kindermishandeling - de centra voor jeugd en gezin zullen bij de overheveling naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorg van de gemeenten
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Ruimte voor de jeugd 1.1
Het percentage inwoners dat zegt dat overlast van jongeren vaak voorkomt neemt af
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3.
In iedere wijk een geschikte buitenplek creëren waar jongeren kunnen samenkomen. Met jongeren en omwonenden worden afspraken gemaakt over de inrichting en gebruik Voorkomen en bestrijden van jeugdoverlast door groepsaanpak Handhaving van gemaakte afspraken; kosten en/of schade worden verhaald op de daders of hun ouders
Doelstelling 2: In Vlaardingen wordt goed onderwijs gegeven 2.1
Het aantal voortijdige schoolverlaters in Vlaardingen neemt af met 10%
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4.
Samen met het onderwijsveld beleid ouders stimuleren voor een school in de eigen wijk te kiezen Leerplichtambtenaren zo vroeg mogelijk in actie laten komen en scholen ondersteunen om systemen en meldingen te optimaliseren stimuleren dat de maatschappelijke functie van brede scholen wordt geoptimaliseerd en waar mogelijk wijkgericht ingevuld Opvoedingsondersteuning aanbieden
55
Doelstelling 3: Vlaardingen heeft een goed opvoed- en opgroeiklimaat 3.1 Het gebruik van opvoed- en opgroeiondersteuning wordt zo goed mogelijk afgestemd op de behoefte Activiteiten: 3.1.1. 3.1.2.
Aanbieding opvoedingsondersteuning, met speciale aandacht voor allochtone ouders Doorontwikkelen Centrum voor Jeugd en Gezin
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 15.925 3.522 -12.403 0 1.101 -11.302
2011
2012
2013
2014
14.609 4.129 -10.480 0 542 -9.938
14.033 4.136 -9.897 0 133 -9.764
13.942 4.138 -9.804 0 45 -9.759
13.789 4.140 -9.649 0 45 -9.604
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
-548
-981
-982
-1.020
90
53
52
14
Budgettair neutrale invoering Electronisch Kinddossier
-165
-165
-165
-165
Inzet brede doeluitkering jeugd
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
-200
-200
-200
-200
Stopzetten Vlaardingse jeugdmonitor
-50
-50
-50
-50
Kosten schoolmaatschappelijk werk
-110
-110
-110
-110
Stoppen godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs
-22
-22
-22
-22
gemeentelijke bijdrage Onderwijsachterstandenbeleid
-25
Kansen voor Kinderen Budget implementatie jeugdbeleid
-35
\budget nieuwe initiatieven jeugd
-31
-25
-25
-25
-170
-170
-170
-35
-35
-35
-31
-31
-31
-100
-100
-100
Stichting zorg Voortgezet Onderwijs,
-21
-21
-21
Minder activiteiten afnemen bij HBW
-55
-55
-55
Overige maatregelen
-50
-50
-50
Schoolzwemmen
56
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Jeugd en Onderwijs
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Pilot tieneropvang Onderwijshuisvesting Kapitaallasten Oosterstraat 56 Verzelfstandiging VOS Brede school Kindvolgsysteem
01-01-2011 Vermeerderingen
150 1.625 461 34 50 80
0 0 0 0 0 0
Verminderingen
31-12-2011
0 495 13 34 0 0
150 1.130 449 0 50 80
Voorzieningen Geen
Pilot tieneropvang Om 12 tot 14 jarigen gedurende 5 dagen per week naschoolse opvang te geven is een pilot tieneropvang gestart. Hiervoor is nog € 150.000 beschikbaar. Reserve onderwijshuisvesting De reserve onderwijshuisvesting is gevormd ter afdekking van de lasten die op grond van de verordening huisvesting onderwijs worden gemaakt. Reserve Kapitaallasten Voorzieningen centrum, Oosterstraat In de Oosterstraat is een gymzaal-plus gepland op de locatie van het van Doorenpand. De stichtingskosten kunnen gedekt worden uit enerzijds de normbijdrage van onderwijs voor een gymzaal en de te verwachten opbrengst voor parkeerplaatsen en anderzijds een bijdrage vanuit deze bestemmingsreserve. Reserve verzelfstandiging Vos De Vlaardingse Openbare Scholengemeenschap (Vos) is medio 2007 verzelfstandigd. Om het bestuur van de Vos in gelegenheid te stellen om een efficiënte organisatie op te bouwen (vooral op het gebied van bestuur en financiën) en een traject te laten starten naar bestuurlijke schaalvergroting is besloten gedurende 5 jaar een extra bijdrage te verlenen. Reserve Brede school Voor de brede schoolontwikkeling bij de Prins Willem Alexanderschool in het 1e jaar is € 50.000 gereserveerd. Reserve Kindvolgsysteem Voor het opzetten van een kindvolgsysteem is € 80.000 gereserveerd. Het doel, dat is vastgesteld in de kadernota peuterspeelzaalbeleid “De grote sprong”, is om een doelgroepbereik van 100% in de voorschoolse periode te realiseren. Hiermee wordt bereikt dat alle kinderen zonder achterstand aan de basisschool kunnen beginnen.
57
Investeringen Programma Jeugd en Onderwijs Afsch.
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
2014
termijn
Babberpolder-Oost
40
Voorbereidingskrediet vervangende nieuwbouw PWA 1)
40
3.941
Vervangende nieuwbouw De Schakel 1)
40
131
Totaal
13.854
0
4.072
0
0
13.854
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Primair onderwijs
15
0
15
0
15
0
14
0
Voortgezet onderwijs
46
34
45
0
45
0
45
0
270
0
270
0
270
0
270
0
Onderwijsactiviteiten
1.644
16
1.358
16
1.357
16
1.340
16
Onderwijsachterstandenbestrijding
2.985
2.438
2.912
2.438
2.912
2.438
2.910
2.438
Jeugd
1.582
1.542
1.512
1.542
1.511
1.542
1.501
1.542
Kinderopvang
1.229
54
1.224
60
1.223
63
1.219
65
Onderwijshuisvesting
6.838
588
6.696
212
6.608
124
6.489
124
14.609
4.671
14.033
4.268
13.942
4.183
13.789
4.185
Onderwijsaccomodaties
Totaal
58
D. Mensen en voorzieningen 8. Welzijn en zorg Vlaardingen heeft goede voorzieningen voor ontspanning, ontmoeting en ontplooiing. Mensen nemen er actief deel aan het maatschappelijk en economisch leven. De sociale verbanden in de stad zijn sterk. Ze zorgen er voor dat er veel vrijwilligers zijn en mensen die familie en vrienden bijstaan wanneer dat nodig is. Wij willen het welzijn van onze inwoners bevorderen door belemmeringen weg te nemen die mensen verhinderen aan de samenleving deel te nemen. Aandachtspunten hierbij zijn: o Zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers. o Maatschappelijke participatie o Sociale binding, sociale samenhang en leefbaarheid. o De positie van kwetsbare groepen en mensen in achterstandssituaties; bijzondere aandacht voor jeugd, ouderen en gehandicapten. o Respect voor de privacy. o Vrijwilligers en mantelzorgers. o De budgetten voor WMO en gezondheidsbeleid
Omgevingsfactoren De dubbele vergrijzing biedt zowel kansen als bedreigingen. Senioren blijven gemiddeld langer gezond en zijn kapitaalkrachtiger dan vroeger. Daardoor blijven zij langer maatschappelijk actief en dus ook beschikbaar voor betaald of vrijwilligerswerk. Maar een groeiende groep kwetsbare senioren zal ook een beroep doen op onze welzijns- en zorgvoorzieningen. Dat kost geld maar biedt ook werkgelegenheid. Naar verwachting wordt in 2011 wetgeving van kracht die veel maatschappelijke organisaties verplicht om een meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling te gaan hanteren. Wij spelen daar nu al op in bij het opstellen van de subsidiecontracten met de betrokken instellingen Als mensen zich met een vraag om ondersteuning tot de gemeente wenden zal, meer dan voorheen, eerst bezien worden in hoeverre zij een groter beroep kunnen doen op eigen mogelijkheden of op mensen in hun omgeving. Tegelijkertijd zullen gemeenten bij het scheppen van voorzieningen meer vraaggericht te werk moeten gaan om zo meer recht te doen aan de specifieke situatie van de burgers. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma Op het gebied van volksgezondheid - fusieverbod zorgaanbieder en zorgverzekeraar - alle taken op het gebied van jeugdzorg worden overgeheveld naar de gemeenten: jeugd-ggz (zowel AWBZ als Zvw), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en licht verstandelijk gehandicapte jeugd. Alle middelen (incl. Provinciaal geld) gaan naar de gemeenten, onder aftrek van een efficiencykorting van € 300 mln. Preventie en vrijwillige hulpverlening wordt in goede afstemming met gedwongen hulpverlening georganiseerd door (samenwerkende) gemeenten Op het gebied van ouderenzorg - het belang van buurtzorg wordt benadrukt - er komt een richtlijn en een meldpunt ouderenmishandeling - systeemkeuzes in de AWBZ: van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering, wettelijke verankering Persoonsgeboden Budgetten, scheiden van wonen en zorg, overhevelen functies dagbesteding en begeleiding naar de Wmo
59
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingers nemen zo lang, zo gezond en zo zelfstandig mogelijk deel aan de samenleving 1.1 Mensen zijn op de hoogte van gemeentelijke voorzieningen en initiatieven die ertoe bijdragen dat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen 1.2 Vermindering van het inwonersaandeel dat rookt, overmatig drinkt, last heeft van overgewicht of van psychische problemen Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.2.1. 1.2.2.
Realisatie van levensloopvriendelijke buurten, waarbij men zo lang mogelijk in de eigen woning / buurt kan blijven Ondersteuning van experimenten voor nieuwe woon- leef- en zorgconcepten Het creëren en beter toegankelijk maken van ontmoetingsplekken, zoals sportaccommodaties en brede scholen Het zo goed mogelijk waarborgen van de toegankelijkheid van gemeentelijke gebouwen Zoveel mogelijk handhaven van het uitvoeringsniveau van de WMO en het gezondheidsbeleid o.m. door efficiencyverbetering Voorlichtingsactiviteiten over de gevaren van overmatig gebruik van genotmiddelen, het nut van bewegen en gezonde voeding Bevorderen sport- en bewegingsactiviteiten ter bevordering van een gezonde leefstijl. Bij voorkeur via de reguliere organisaties.
Doelstelling 2: dak en thuislozen, mensen met meervoudige problematiek en slachtoffers/ daders van huiselijk geweld worden zoveel mogelijk adequaat geholpen 2.1 2.2 2.3
20 plaatsen nachtopvang en dagopvang voor 25 personen Mensen met meervoudige problematiek worden gesignaleerd en zo mogelijk toegeleid naar passende vormen van zorg en ondersteuning Minder gevallen van huiselijk geweld
Activiteiten 2.1.1.
2.2.1.
2.3.1 2.3.2
Hanteren methodiek Centraal Onthaal (beoordeling aanvragen voor langdurige opvang; positief beoordeelden in passend voorziening opvangen; opstellen en uitvoeren begeleidingstraject i.s.m. relevante partijen) Het bieden van diverse vormen van opvang zoals: a. kortdurende nachtopvang b. crisisopvang c. opvang vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld d. langdurige 24-uursopvang Via het Steunpunt Huiselijk Geweld hulp regelen bij gevallen van huiselijk geweld/ kindermishandeling Opleggen van huisverboden
60
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 25.423 1.237 -24.186 0 225 -23.961
2011
2012
2013
2014
24.829 1.248 -23.581 360 0 -23.941
21.334 1.252 -20.082 1.590 0 -21.672
21.264 1.255 -20.009 1.590 0 -21.599
21.198 1.259 -19.938 1.590 0 -21.528
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
-612
-3.015
-3.021
-3.114
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
-57
-144
-150
-198
Activiteiten GGD stoppen of anders financieren
-105
-209
-209
-209
Herschikking gezondheidszorg (plustaken)
-58
-115
-115
-160
Maatschappelijke opvang
-64
-1050
-1050
-1050
Maatschappelijk werker bij Pameijer
-62
-62
-62
Budget Loket gezonde zorg
-45
-45
-45
RIAGG cursussen huiselijk geweld Budget voor wijkinformatiecentra Budget wonen, zorg en welzijn verlagen
-38
-38
-38
-175
-350
-350
-350
-78
-78
-78
-78
-52
-52
-52
Stg Elcerlyc, Minder activiteiten afnemen bij HBW
-84
-84
-84
Leefbaarheid: vaste subsidie HBW
-100
-100
-100
Senioren welzijn, minder openingsuren/activiteiten
-100
-100
-100
Subsidie St. Seniorenwelzijn
-80
-80
-80
-100
-100
-100
Stg Mantelzorg
-10
-10
-10
Maatschappelijke Dienstverlening
-75
-75
-75
Bouman GGZ, methadonverstrekking
-100
Subsidies Wijkcentra/Buurthuiswerk
-100
-100
-100
Subsidie Frankenland
-59
-59
-59
Budget Integratie/internationale solidariteit
-95
-95
-95
-25
-25
-25
-44
-44
-44
Algemeen Ouderenbeleid Overige maatregelen
25
61
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Welzijn en Zorg
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Integratie WMO Mantelzorgondersteuning Gezondheidszorg
01-01-2011 Vermeerderingen
322 1.802 198 261
0 360 0 0
Verminderingen
31-12-2011
0 0 0 0
322 2.162 198 261
Voorzieningen Geen
Integratie De kadernota Integratiebeleid vormt de basis van een jaarlijks op te stellen uitvoeringsplan op het gebied van integratie. WMO Deze reserve is gevormd op basis van het batig resultaat op de activiteit WMO in de jaarstukken 2007 en 2008 en is bestemd voor toekomstige risico’s en investeringen/activiteiten. Mantelzorgondersteuning In de vergadering van 19 juni 2008 heeft uw raad, conform ons voorstel, besloten tot vorming van een reserve ad € 198.000. Het betreft hier een ultimo 2007 ontvangen bedrag via de algemene uitkering. Gezondheidszorg Het betreft hier het niet bestede deel van de WMO-subsidies. De reservering heeft in 2008 plaatsgevonden naar aanleiding van regionale afspraken.
62
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Integratie
500
0
504
0
503
0
501
0
Allochtonen
442
0
339
0
289
0
285
0
Maatschappelijke opvang en verslavingszorg
4.332
205
3.360
205
3.357
205
3.347
205
Maatschappelijke begeleiding en advies
1.021
0
878
0
878
0
875
0
Vrouwenopvang
1.054
813
1.087
813
1.087
813
1.084
813
Ouderen
1.183
0
971
0
971
0
968
0
Samenlevingsopbouw
1.518
173
1.040
177
1.040
180
1.032
184
455
0
438
0
438
0
430
0
Voorzieningen gehandicapten
4.807
57
4.803
57
4.803
57
4.801
57
Gezondheidszorg
8.186
0
7.838
0
7.824
0
7.800
0
Jeugdgezondheidszorg
1.692
0
1.665
0
1.665
0
1.664
0
25.189
1.248
22.924
1.252
22.854
1.255
22.788
1.259
Vrijwilligers
Totaal
63
9. Werk en inkomen Burgers dragen eerst en vooral zelf verantwoordelijkheid voor hun inkomen en voor deelname aan het maatschappelijk leven. Voor mensen die daar (tijdelijk) niet in slagen biedt de overheid een vangnet. Het uiteindelijke doel blijft echter altijd om mensen zo snel mogelijk weer hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen, bij voorkeur door ze te laten doorstromen naar regulier werk. Aandachtspunten zijn: o De ontwikkeling van het aantal bijstandscliënten o De aangekondigde Rijkskortingen in relatie tot de ambities m.b.t. armoedebeleid o De optimale benutting van geldende regelingen en het tegengaan van misbruik o Werk prevaleert boven een uitkering o De participatie van mensen met een beperking die zijn aangewezen op aangepaste arbeid via de wsw
Omgevingsfactoren Meer en meer worden de effecten van de economische crisis merkbaar, bijvoorbeeld door een toename van het aantal WWB-cliënten. Ten gevolge hiervan neemt ook de schuldenproblematiek toe. De samenwerking tussen de afdeling SZW en TBV, het sociale werkvoorzieningsbedrijf voor de gemeente Vlaardingen, wordt geïntensiveerd. Op 1 mei 2011 stopt de rijksfinanciering van het actieplan jeugdwerkloosheid. De mogelijkheden tot samenwerken met de buurgemeenten Schiedam en Maassluis op het gebied van werk en inkomen worden onderzocht. Verwacht wordt dat in 2011 de “Wet gemeentelijke schuldhulpverlening” in werking treedt. Het kabinet stelt met deze nieuwe wet een kader voor schuldhulpverlening, die nu in kwaliteit en effectiviteit nog sterk van gemeente tot gemeente verschilt. Aan de orde zijn onder meer de eis tot integrale schuldhulpverlening, de wachtlijstproblematiek en de regiefunctie van de gemeente. Gemeenten worden verplicht een verordening op te stellen voor het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van schoolgaande kinderen, zoals voor computers, vervoer, sport en cultuur. Het kabinet Rutte heeft een korting aangekondigd van € 3,5 miljoen op sociale werkvoorziening. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - beperken vrijstelling van sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar. De uitzonderingsgrond in de WWB voor alleenstaande ouders wordt hersteld en de vrijlating voor het werken in deeltijd voor deze ouders wordt verruimd naar € 120 - in de bijstand zal een wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen komen - één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt die de WWB, Wajong en WSW hervormt, om gemeenten meer mensen te laten participeren, budgetten beter in te zetten en kosten te besparen - WSW-indicatie blijft. Huidige WSW-ers worden niet herkeurd en kunnen gewoon op hun WSWwerkplaats blijven werken - Bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft; de toets op het partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen - beroep op studiefinanciering gaat boven bijstand - de inkomensgrens voor gemeentelijk minimabeleid wordt genormeerd om te voorkomen dat mensen die vanuit een uitkering gaan werken allerlei gemeentelijke toeslagen en voordeeltjes mislopen - bij investeren en aanbestedingen moet het Rijk, net als veel gemeenten, aandacht besteden aan stage- en leerwerkplekken voor kwetsbare groepen - fraude met bijstand wordt bestraft met het inhouden van de uitkering gedurende drie maanden - als gedrag of kleding van iemand zijn kansen op beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperkt kan zijn WWB-uitkering worden geweigerd of gekort
64
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingers zonder baan vinden zo snel mogelijk weer werk 1.1.
Een toenemend aantal bijstandscliënten stroomt door naar werk
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2.
Nieuwe cliënten zoveel mogelijk direct bemiddelen naar werk i.p.v. een uitkering Jongeren tot 27 jaar die geen werk of onvoldoende inkomen hebben krijgen een passend werkleeraanbod 1.1.3. Onderzoek naar de mogelijkheid om de activerende werking van het armoedebeleid te vergroten 1.1.4. Deelname aan volwasseneneducatie stimuleren 1.1.5. Aangepaste arbeid aanbieden in het bedrijf TBV, gericht op de brede doelgroep in het kader van één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt. 1.1.6. Uitbouw van TBV tussen nu en 2012 uit tot het re-integratiebedrijf van Vlaardingen dat bijstandsgerechtigden en andere doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt een passend re-integratietraject aanbiedt.
Doelstelling 2: Mensen met een niet-Nederlandse achtergrond spreken goed Nederlands en kennen de Vlaardingse samenleving. 2.1.
Het aantal personen dat succesvol inburgert neemt toe
Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2.
180 inburgeraars starten met een inburgeringstraject Toezien op tijdige nakoming van de aan de inburgering verbonden verplichtingen
Doelstelling 3: De effecten van armoede in Vlaardingen worden bestreden 3.1.
De minimaregelingen komen terecht bij de mensen die er recht op hebben.
Activiteiten: 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3.
Personen met een inkomen onder de armoedegrens worden actief benaderd Niet zelfredzame personen met problematische schulden komen in aanmerking voor schuldhulpverlening Implementatie van een nieuwe organisatie en werkwijze schuldhulpverlening.
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 62.395 52.287 -10.108 0 310 -9.798
2011
2012
2013
2014
68.517 50.559 -17.958 0 310 -17.648
66.697 50.599 -16.098 0 310 -15.788
64.615 50.639 -13.975 0 310 -13.665
64.308 50.674 -13.633 0 310 -13.323
65
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek
699
-400
-523
-865
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
114
(bedragen x € 1.000,-)
31
-52
-359
-199
-199
-199
685
58
58
58
-100
-140
-180
-215
-150
-150
-150
Versoberen schuldhulpverlening./budgetbeheer Kosten bijzondere bijstand TBV: geen nadelig saldo meer Versoberen budget inburgering
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Werk en Inkomen
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Exploitatiereserve TBV Inburgering
01-01-2011 Vermeerderingen
611 514
0 0
Verminderingen
31-12-2011
310 0
301 514
Voorzieningen Geen
Exploitatiereserve TBV De reserve TBV moet worden besteed in het kader van de werkgelegenheid. De reserve is opgebouwd uit rijksmiddelen (subsidie WSW). TBV heeft deze middelen geoormerkt voor investeringen in duurzame productiemiddelen. Inburgering In 2010 zijn de reserves Oudkomers en Nieuwkomers samengevoegd tot een nieuwe reserve Inburgering
Investeringen Programma Werk en Inkomen
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000) TBV; diverse investeringen (rendabel)
Afsch.
2010
2011
2012
2013
2014
410
410
410
410
410
termijn div.
66
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
818
0
611
0
605
0
586
0
Inkomensdeel
37.752
26.298
37.192
26.298
37.143
26.298
36.952
26.298
Aangepaste arbeid
13.614
13.575
13.734
13.615
13.734
13.655
13.734
13.690
Participatie
16.333
10.996
15.160
10.996
13.133
10.996
13.035
10.996
Totaal
68.517
50.869
66.697
50.909
64.615
50.949
64.308
50.984
Financiele dienstverlening
67
10. Kunst en cultuur Kunst en cultuur zijn van belang voor de aantrekkelijkheid van de stad voor bewoners en bedrijven. De gemeente bevordert dat door een culturele infrastructuur in stand te houden. Een goed cultureel klimaat bevordert de leefbaarheid van de stad en versterkt haar concurrentiepositie. Aandachtspunten hierbij zijn: o participatie en emancipatie van burgers; o versterking van de lokale identiteit; o versterking van de aantrekkelijkheid voor huidige en toekomstige bewoners en bedrijven; o behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden; o de breedte en toegankelijkheid van het aanbod.
Omgevingsfactoren Zeer waarschijnlijk wordt het centrum van de stad, Oostwijk en K.W.-haven daarbij inbegrepen, in 2011 door de minister tot beschermd stadsgezicht verklaard. De economische crisis heeft tot nu toe geen gevolgen voor de publieke belangstelling voor de culturele instellingen en evenementen in onze stad. Alleen bij de Stadsgehoorzaal is het aantal zakelijke verhuringen verminderd. De uitleencijfers van de bibliotheek vertonen een licht stijgende lijn. Wij werken samen met andere gemeenten: o vanuit de Stadsgehoorzaal in het samenwerkingsverband van Rijnmond Theaters o vanuit het Stadsarchief dat ook voor Maassluis werkt o de muziekschool die behalve in Vlaardingen regionaal ook in Maassluis en Schiedam actief is o vanuit de Stadsbibliotheek die contacten in de regio onderhoudt in verband met de bibliotheekvernieuwing.
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingen heeft een aantrekkelijk cultureel klimaat 1.1
Aantal bezoekers aan door de gemeente gesubsidieerde culturele instellingen blijft tenminste gelijk; stijging wordt nagestreefd.
Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.1.6. 1.1.7.
Opstellen van een nieuwe cultuurnota Waarborgen dat de functies van muziekschool OpMaat als opleidingsinstituut en als sociaalcultureel instituut gehandhaafd blijven Specifieke aandacht schenken aan educatie in het kunst- en cultuurbeleid Certificering van de Stadsbibliotheek in 2011 Het zoveel mogelijk mogelijk te maken dat amateur-gezelschappen optredens verzorgen in de Stadsgehoorzaal Bevorderen, dat de zaal “Valkenhof” vervangen wordt Opening van het Jongeren CultuurCentrum ‘De Kroepoekfabriek’
Doelstelling 2: Vlaardingen heeft respect voor haar historie 2.1 Aantal bezoekers aan het Stadsarchief blijft tenminste gelijk Activiteiten: 2.1.1. 2.1.2.
Onderzoek naar de levensvatbaarheid van het Vlaardings museum Versterking van de lokale identiteit door uitingen en projecten van de beeldende kunst Als onderdeel van de uitvoering van de beleidsnota archeologie 2009-2013 ontwikkelen van een archeologische verwachtings- en waardekaart die toont waar archeologische vondsten bekend zijn of verwacht worden.
68
Financiën Raming programma: Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 10.108 667 -9.441 0 70 -9.371
2011
2012
2013
2014
9.674 515 -9.159 0 50 -9.109
8.685 523 -8.161 0 0 -8.161
8.518 531 -7.986 0 0 -7.986
8.386 539 -7.847 0 0 -7.847
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
-80
-1.059
-1.215
-1.330
35
-154
-169
-269
-50
-50
-50
-85
-175
-190
-205
Stadsgehoorzaal Jongerencultuurcentrum in kunststichting
-200
-200 -28
-200 -28
Vlaardings Museum
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.) Stadsarchief Bibliotheek
-350
-350
-350
Muziekcentrum Opmaat
-70
-110
-110
Vrije academie
-30
-88
-88
-30
-30
-30
Plafond culturele subsidies verlagen
-30
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang:
Programma Kunst en Cultuur
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Urban House Sanering semi-statische archieven Huisvesting Vlaardings museum Beeldende kunst Archeologie Touwbaan Voorzieningen Graven in Vlaardingen
01-01-2011 Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2011
40 108 1.500 66 122 88
0 0 0 0 0 0
0 50 0 0 0 0
40 58 1.500 66 122 88
106
0
0
106
69
Reserve Urban house Om voor de jeugd het project Urban House nog enkele jaren te kunnen ondersteunen is € 60.000 beschikbaar gesteld. Het project wordt samen met de gemeente Schiedam georganiseerd en werd tot nu toe gedekt uit de gelden van X-change. Verwacht wordt dat het project in 2012 eindigt. Reserve Sanering semi-statisch archief De grote achterstand in het schonen, ordenen en beschrijven van de archiefbescheiden is niet met de bestaande bezetting voor de wettelijke termijn van 2012 in te lopen. Het is daarom noodzakelijk de sanering van dit archiefblok uit te besteden om aan de wettelijke verplichting tot geschoonde en geordende overbrenging per 2012 te voldoen. De inhaalslag staat gepland in 4 jaar. Reserve huisvesting Vlaardings museum Om aan de Westhavenkade het Vlaardings museum in hernieuwde vorm te realiseren is een eenmalig maximumbedrag van € 1,5 mln. beschikbaar gesteld voor de aanpak van de huisvestingsproblemen. Een en ander onder voorbehoud van de resultaten van het onderzoek naar de levensvatbaarheid. Reserve beeldende kunst Vanaf 2005 is een bedrag van € 90.000 beschikbaar gesteld voor kunst in de openbare ruimte. Voor de besteding van dit bedrag is een meerjarig plan van aanpak gemaakt. Het betreft in de regel projecten met een doorlooptijd van enkele jaren en daarmee een onregelmatig uitgavenpatroon. Indien de uitgaven achterblijven bij de raming wordt het resterende budget toegevoegd aan de reserve. Anderzijds vindt een onttrekking plaats indien de uitgaven het jaarbudget overschrijden. Reserve archeologie De kosten van archeologieprojecten overschrijden het kalenderjaar. De reserve is getroffen ten behoeve van specifieke uitgaven die niet in het jaarlijkse budget zijn voorzien. Reserve Touwbaan In de vergadering van 28 mei 2009 heeft de raad besloten om een bedrag te reserveren voor werkzaamheden aan de overkapping van de touwbaan aan de Baanstraat (rijksmonument). Concrete planvorming volgt in 2011. Voorziening Graven in Vlaardingen In 2006 is het projectplan “Graven in Vlaardingen” opgemaakt. Van hieruit zal een groot aantal concrete producten voortkomen zoals publicaties (o.a. resultaten DNA-onderzoek) en tentoonstellingen. De kosten kunnen worden gefinancierd uit beschikbare middelen en subsidies. De uitbetaalde subsidies voor dit project zijn gestort in deze voorziening. Wanneer het project start zullen de kosten ten laste van deze voorziening worden gebracht.
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Openbaar bibliotheekwerk
2.537
256
2.417
271
2.410
286
2.361
301
Podiumkunsten
2.854
61
2.635
54
2.589
46
2.570
39
Erfgoed
2.249
176
1.714
126
1.710
126
1.669
126
203
0
201
0
201
0
199
0
51
0
51
0
51
0
51
0
1.096
73
993
73
893
74
891
74
352
0
347
0
346
0
341
0
Beeldende kunsten Media Cultuureducatie Cultuuractiviteiten Monumentenzorg Totaal
331
0
325
0
318
0
305
0
9.674
565
8.685
523
8.518
531
8.386
539
70
11. Sport en recreatie Wij willen bevorderen dat Vlaardingers voldoende bewegen en deelnemen aan sport- en speltactiviteiten. De gemeente voert daartoe een voorwaardenscheppend beleid. Aandachtspunten hierbij zijn: o o o o o o
De toegankelijkheid en het gebruik van sportaccommodaties buiten de verenigingsuren Efficiënt beheer van sportaccommodaties Verbetering van de zwem- en recreatiefunctie van de Krabbeplas De aanwezigheid van laagdrempelige sport- en recreatieactiviteiten. Verenigingsondersteuning Verbetering van de samenhang tussen onderwijs, sport en cultuur
Omgevingsfactoren Het belang van sport en beweging wordt door steeds meer mensen ingezien. Dit blijkt vooral door toename van de individuele sportbeoefening en van recreatieve bewegingsactiviteiten (zoals wandelen, joggen en fietsen). Er zijn echter groepen die daarin, algemeen gesteld, minder actief zijn, zoals allochtonen (vooral meisjes/vrouwen), mensen met een beperking en ouderen. De Hof van Delflandraad is ingesteld om de bestuurlijke versnippering in de recreatiegebieden in en rond onze gemeente terug te dringen. Het landschapsontwikkelingsplan brengt de huidige kwaliteiten, maar ook de gewenste en mogelijke ontwikkelingen van het landschap van Midden-Delfland in kaart. Het Nationaal Instituut Sport en Bewegen (NISB) heeft een Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) opgesteld, dat gemeenten stimuleert tot extra inspanningen om burgers aan te moedigen tot meer bewegen, sporten en gezonder eten. In het regeerakkoord zijn de volgende voornemens opgenomen voor de beleidsvelden binnen dit programma - meer sportlesuren in onderwijs - bij wijkplannen vormen sport en sportvoorzieningen een integraal onderdeel ten behoeve van verbetering van de leefbaarheid
Doelstellingen en activiteiten Doelstelling 1: Vlaardingers sporten en bewegen veel 1.1. Aandeel inwoners dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen stijgt met 10% Activiteiten: 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5.
Uitvoering van het lokale ‘actieplan Sport en Bewegen’ “Vlaardingen Actief en Gezond” Afspraken maken met de woningcorporaties en de sportverenigingen over het verbreden van de functie van sportparken Onderzoeken of het overdragen van het beheer van de sportaccommodaties leidt tot kostenreductie Reductie van het aantal voetballocaties Het opstellen en uitvoeren van een schoolsportprogramma voor basisscholen
Doelstelling 2: Steeds meer mensen recreëren in Vlaardingen 2.1. Aantal recreanten in de Vlaardingse recreatiegebieden blijft minimaal gelijk Activiteiten: 2.1.1.
Verbetering van de waterkwaliteit van en de voorzieningen en het toezicht rond de Krabbeplas. Bestrijding van blauwalg heeft daarbij prioriteit
71
Financiën Raming programma Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2010 5.398 191 -5.207 0 6 -5.201
2011
2012
2013
2014
5.798 143 -5.654 0 0 -5.654
5.813 144 -5.670 0 0 -5.670
5.771 144 -5.626 0 0 -5.626
5.553 145 -5.409 0 0 -5.409
Beleidswijzigingen De takendiscussie heeft geleid tot de volgende wijzigingen in dit programma: Voorstellen tot beleidswijziging c.q. ombuigingen
2011
2012
2013
2014
-68
-427
-430
-458
(bedragen x € 1.000,-) Totaal ombuigingen / 36-urige werkweek Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping e.d.)
22
Onderhoud speelplaatsen
-87
-90
-118
-100
-100
-100
Huldiging sportkampioenen
-20
-20
-20
-20
Budget sportvereniging ondersteuning
-40
-40
-40
-40
Sportaccommodatie Holy, verlagen exploitatiebijdrage
-25
-25
-25
Subsidie zwembad De Kulk
-70
-70
-70
Verhoging eigen bijdrage t.b.v. combinatiefunctie
-44
-44
-44
-11
-11
-11
-30
-30
-30
Minder activiteiten afnemen bij HBW Budget BOS
-30
Reserves en voorzieningen Binnen dit programma zijn de volgende reserves en voorzieningen van belang: Programma Sport en Recreatie
Naam reserve/voorziening (bedragen x € 1.000) Reserves Combinatiefuncties Exploitatie fluisterboot
01-01-2011 Vermeerderingen
120 15
0 0
Verminderingen
31-12-2011
0 0
120 15
Voorzieningen Geen
Reserve combinatiefuncties In 2009 is een reserve combinatiefuncties ingesteld. Voor een periode van 4 jaar wordt van het rijk geld ontvangen t.b.v. combinatiefuncties onderwijs, sport en cultuur. Er is sprake van co-financiering gemeente en rijk. De in 2009 niet bestede middelen zijn gereserveerd voor komende jaren.
72
Aanpak sportaccommodaties Voor investeringen in kunstgrasvelden in de komende jaren en ook om onderhoud aan te pakken is een bedrag gereserveerd. Besteding vindt plaats op basis van nadere voorstellen. Reserve Exploitatie fluisterboot De gemeente stelt zich vanwege de promotionele waarde voor de stad voor de periode 2007/2010 garant voor de exploitatie van de fluisterboot met een maximum van € 15.000 per jaar. De bijdrage voor 2010 is nog niet uitbetaald.
Investeringen Programma Sport en Recreatie Afsch.
Investeringsprogramma (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
2014
1.800
0
0
0
termijn
Accommodatie VFC
40
Project Centrum/VOP; Bouw sporthal
40
Totaal
3.100 1.800 3.100
Specificatie begroting Burgerproduct (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
109
0
108
0
108
0
107
0
Sportaccommodaties
2.785
0
2.977
0
2.956
0
2.912
0
Breedtesport
1.206
97
1.225
97
1.238
97
1.077
97
Openbaar groen en openluchtrecreatie
931
33
865
33
863
33
857
33
Recreatievoorzieningen
102
13
101
14
101
14
101
15
Sportsubsidies
Speelplaatsen Totaal
665
0
537
0
504
0
500
0
5.798
143
5.813
144
5.771
144
5.553
145
73
74
Algemene Dekkingsmiddelen Inleiding De onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt door het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met name om de onroerende zaak belastingen. De opbrengsten van belastingen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de treasury functie.
Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000) Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 Lokale heffingen (niet-gebonden besteding) O.Z.B. Hondenbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting
11.694 229 668
11.744 229 717 150
11.744 229 717 150
11.744 229 717 150
11.744 229 717 150
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
86.281
84.655
82.902
82.017
81.561
Dividenden (deelnemingen)
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Renteresultaat (treasury)
7.500
7.700
7.200
6.900
6.700
107.372
106.195
103.942
102.757
102.101
Totaal
De financiële verhouding met het Rijk De algemene uitkering uit het gemeentefonds is een belangrijke inkomstenbron voor gemeenten. De gemeente Vlaardingen ontvangt naar verwachting in 2011 € 84,6 mln. aan inkomsten via de algemene uitkering. De raming voor de jaren 2011 tot en met 2014 is berekend op basis van de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) d.d. 6 december 2010 (decembercirculaire). De decembercirculaire 2010 is recent gepubliceerd. In deze circulaire zijn de gevolgen van het beleid van het kabinet Rutte-Verhagen, inclusief de bezuinigingen verwerkt. De gevolgen van deze circulaire zijn vertaald naar de gemeente Vlaardingen en laten op termijn een gunstiger beeld zien dan eerder geschetst. In absolute zin dalen de inkomsten nog wel in 2014 maar minder dan waarmee in eerdere prognoses rekening werd gehouden. Raming uitkeringsfactoren In de septembercirculaire is een overzicht gegeven van de uitkeringsfactoren over de periode 2011 tot met 2014 in lopende prijzen en in constante prijzen. Aangezien in de meerjarenbegroting geen rekening is gehouden met inflatie, is voor de berekening van de uitkering uit het gemeentefonds gerekend met de uitkeringsfactoren in constante prijzen. Uitkering uit het gemeentefonds De uitkering uit het gemeentefonds voor Vlaardingen is in 2011 € 84,655 mln. Dit is € 0,95 mln. lager dan de raming die in de meerjarenbegroting 2010 – 2013, bij jaarschijf 2011, genoemd is.
75
De daling ten opzichte van de jaarschijf 2011 van de meerjarenraming 2010-2013 wordt veroorzaakt door: 1. Taakmutaties € -0,2 mln. 2. Accres € 0,44 mln. 3. Ontwikkelingen uitkeringsbasis €-1,19 mln. Totaal €-0,95 mln. Taakmutaties In de juni- en septembercirculaire is een aantal taakmutaties verwerkt die ook gevolgen hebben voor de gemeentelijke uitgaven (het principe IN = UIT). De taakmutaties (groter dan € 50.000) betreffen: WMO minus € 673.000 (structureel) De WMO budgetten dalen vanaf 2011 ten gevolge van een nieuw “verfijnd” verdeelmodel. De gemeente Vlaardingen is een nadeel gemeente ten gevolge van de herverdeling. Voor komende jaren wordt naast de structurele doorwerking van de lagere inflatie rekening gehouden met lagere kosten van het persoonsgebonden budget. Daarnaast wordt efficiencywinst ingeboekt doordat gemeenten meer voorzieningen algemeen en collectief kunnen aanbieden in de plaats van individueel. De korting werkt volgens de begrotingssystematiek en het coalitieakkoord door in de jaarlijks beschikbare budgetten. Vadercentra € 50.000 (twee jaar) Ten behoeve van de bevordering van de emancipatie en integratie van allochtone mannen zijn middelen vrij gemaakt en ontvangen de 56 gemeenten met het grootste aantal minderheden en de gemeenten die deelnemen aan de aanpak Marokkaanse probleemjongeren voor de periode 20102012 een bijdrage. Peuterspeelzaalwerk € 106.000 (structureel) De bijdrage voor 2010 is nu vanaf 2011 structureel toegevoegd aan de algemene uitkering. Over 2010 was deze bijdrage al geraamd. De extra middelen worden voorshands ondergebracht in een stelpost.
40+ wijken € 300.000 (tijdelijk) Voor het jaar 2011 krijgt de gemeente Vlaardingen € 100.000 om wijkinitiatieven financieel te ondersteunen. Daarnaast heeft de gemeente voor de aanpak van de wijk Babberspolder-Oost in totaal € 1 miljoen gekregen die uitbetaald wordt in vijf tranches van € 200.000. Deze laatste subsidie mag worden besteed via vier concrete projecten; deels inzetten op individuele problemen via een achter de voordeuraanpak en deels op het uitlokken van ontmoeting. De extra middelen worden voorshands ondergebracht in een stelpost. Accres De groei van het gemeentefonds (=het accres) is gekoppeld aan de rijksuitgaven. Een accres bestaat uit een nominaal deel en een reëel deel. Het nominale deel van het accres is bedoeld voor de stijging van lonen en prijzen. Het resterende deel van het accres wordt het reële accres genoemd (dit is dus de echte vrije ruimte). In het bestuurlijk overleg tussen VNG en het rijk is afgesproken, dat als gevolg van de economische crisis in de komende jaren er in de jaren 2009 2011geen sprake zal zijn van een reële stijging van het gemeentefonds. De normeringsystematiek wordt in die jaren losgelaten, zodat er ook achteraf geen verrekeningen meer worden gedaan. Het positieve accres in 2011 heeft met name betrekking op een beperkte doorwerking van de inflatoire ontwikkelingen in 2010. In 2012 wordt de koppeling tussen rijksuitgaven en het gemeentefonds hersteld. Dividendinkomsten en renteresultaat De gemeente Vlaardingen neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal privaatrechtelijke organisaties die het publieke belang ondersteunen. De deelnemingen in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Waterbedrijf Evides genereren een jaarlijks, winstafhankelijk dividend. Beide deelnemingen zijn opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen.
76
De aandelen BNG zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor 50% in handen van gemeenten. De Gemeente Vlaardingen heeft 0,356% van de aandelen in bezit. De winstcijfers van de bank staan door de uitkering van een deel van de reserves (aan de aandeelhouders) en door de kredietcrisis onder druk. De hoogte van de dividenduitkering is voor de komende jaren begroot op € 250.000 per jaar. Het Waterbedrijf Evides is ontstaan uit de fusie van Waterbedrijf Europoort, waar de Gemeente Vlaardingen in deelnam, en Delta Waterbedrijf. De fusiepartners hebben ieder 50% van de nieuwe aandelen in handen. Het Vlaardings belang bedraagt op dit moment 1,80% van het nominale aandelenkapitaal. Het waterbedrijf verwacht als gevolg van lagere tarieven minder positieve resultaten. De verwachte dividenduitkering is structureel begroot op € 750.000 per jaar. Naast de dividendinkomsten uit deelnemingen maakt ook het renteresultaat deel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Voor 2011 wordt een positief resultaat voorzien van € 7,7 miljoen. Een toelichting op dit resultaat wordt gegeven in de paragraaf Treasury. Stelposten Ten behoeve van posten waarmee nog niet op productniveau rekening gehouden is, zijn concernbrede stelposten opgenomen. Er zijn jaarlijks terugkerende (structurele) stelposten en in een specifiek begrotingsjaar (incidentele) opgenomen stelposten. De jaarlijks terugkerende stelposten zijn: Bedrag voor onvoorziene uitgaven Het is in de praktijk gangbaar dat als onderdeel van de weerstandscapaciteit c.q. in relatie tot het weerstandsvermogen door gemeenten een bedrag voor onvoorziene uitgaven wordt geraamd. De hoogte van deze post is niet voorgeschreven, maar binnen het provinciaal toezicht wordt een minimum gesteld van € 3,18 per inwoner. Deze norm wordt ook in onze begroting gehanteerd. De hoogte van de post voor onvoorziene uitgaven is in basis overigens niet van dien aard (in 2011 € 235.000) dat omvangrijke afwijkingen op de begroting kunnen worden opgevangen. Stelpost kapitaallasten investeringsprogramma In het investeringsprogramma zijn de voorgenomen investeringen opgenomen met de daarbij behorende kapitaallasten (rente en afschrijving). Deze kapitaallasten worden als stelpost opgenomen. In de Vlaardingse systematiek worden de kapitaallasten begroot volgend op het jaar van investeren.
77
78
PARAGRAFEN
79
80
1. Lokale heffingen Inleiding Bij lokale heffingen gaat het om inkomsten die verkregen worden op grond van publiekrechtelijke regels, voornamelijk belastingen, heffingen en retributies, die de overheid heft op grond van wettelijke bepalingen. Bij de lokale lasten wordt een onderscheid gemaakt tussen zuivere belastingen, heffingen en retributies. · De zuivere belastingen behoren tot de algemene dekkingsmiddelen en dienen ter uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening, maar ook individuele vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie tussen dienstverlening en belasting. In Vlaardingen onderscheiden we OZB en hondenbelasting. · De heffingen dienen ter dekking van de kosten ten behoeve van de uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. Dat houdt in dat de burger ook moet betalen als hij de dienst niet wenst. Voorbeelden van heffingen zijn afvalstoffenheffing en rioolrecht. · De retributies zijn vergoedingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Hiervan zijn de voorbeelden leges voor paspoort en rijbewijs. Uitgangspunten van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de belastingen en heffingen zijn: 1. Streven is dat de woonlasten in deze periode op eenzelfde niveau komen te liggen als in de regiogemeenten 2. De tarieven voor dienstverlening zijn kostendekkend; 3. Voor de minst draagkrachtigen is er een adequaat kwijtscheldingsbeleid. Woonlasten (lokale lastendruk) Onder de woonlasten wordt verstaan het gemiddelde bedrag dat een huishouden in Vlaardingen betaalt aan OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing. Voor 2011 hanteren wij in tegenstelling tot veel andere gemeenten een nul-lijn. De gemiddelde lokale woonlasten stijgen niet. De ontwikkeling van de woonlasten van de afgelopen jaren en een raming voor het komende jaar ziet er als volgt uit: Tabel: woonlasten (x € 1) 2007
2008
2009
2010
2011
OZB-eigenaar OZB-gebruiker Rioolrecht Afvalstoffenheffing
179,75 nvt 143,00 304,80
184,24 nvt 153,00 312,40
190,04 nvt 157,80 322,20
190,04 nvt 157,80 312,00
190,04 nvt 157,80 312,00
Totaal
627,55
649,64
670,04
659,84
659,84
Bij de berekening van de totale woonlasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: · er wordt uitgegaan van een eigen woning die wordt bewoond door een gezin. · de OZB-tarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in Vlaardingen. Totale heffingsinkomsten De begrote inkomsten van de bovengenoemde gemeentelijke heffingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolrecht) in 2011 bedragen € 27,44 mln. Dit is circa 12% van de totale begrote inkomsten van de gemeente Vlaardingen in 2011.
81
Woonlasten (vergelijking met andere gemeenten en landelijk gemiddelde) Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) geeft sinds 1997 met de “Atlas van de lokale lasten” inzicht in de woonlasten per gemeente en de posities die de gemeenten ten opzichte van elkaar innemen in Nederland. Hierbij geldt dat nummer 1 de goedkoopste e meente is en nummer 457 de duurste. In de atlas 2010 neemt Vlaardingen de 216 plaats in op basis van de woonlasten zoals die in de tabel hierboven zijn berekend. In 2009 nam Vlaardingen nog een e 275 plaats in. In 2010 zat Vlaardingen € 9 hoger dan de landelijk gemiddelde woonlasten, welke € 659 bedragen. In 2009 was dat nog € 21,00. Wat betreft de OZB en het rioolrecht loopt Vlaardingen in de pas met het landelijk gemiddelde. De hoogte van de afvalstoffenheffing ligt boven het landelijk gemiddelde. Overigens liggen de woonlasten van 80% van alle gemeenten heel dicht bij elkaar en rond het landelijk gemiddelde. Wat betreft omringende gemeenten bedragen de woonlasten van omliggende gemeenten: Gemeente Schiedam Rotterdam Maassluis Spijkenisse Vlaardingen Delft Capelle a/d IJssel Westland
Gemiddelde woonlasten € 580 € 620 € 667 € 662 € 668 € 710 € 703 € 696
Rangnr. Coelo 39 99 214 200 216 306 290 273
Dit zijn gegevens gebaseerd op het peiljaar 2010. Bij de formele vaststelling van de verordening betreffende de leges en tarieven voor 2011 zijn de meest recente gegevens (zijnde de tariefvoorstellen van de gemeenten voor 2011) gebruikt als toetsing. Wij streven ernaar, dat de woonlasten in deze periode op eenzelfde niveau komen te liggen als in de regiogemeenten. Onroerende zaakbelastingen De hoogte van de onroerende-zaakbelastingen is een combinatie van de waarde in het economische verkeer van een pand en het vastgestelde tarief. De waarde van alle onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De onroerende zaakbelastingen bestaan uit een “eigenarenbelasting” voor woningen en een “eigenarenbelasting” en “gebruikersbelasting” voor niet–woningen. De grondslag van de OZB voor het jaar 2011 is de waarde van onroerende zaken op 1 januari van het peiljaar 2010
Ozb gebruik niet-woningen: 0,1807% Ozb eigendom woningen: 0,1128% Ozb eigendom niet-woningen: 0,2211% De ontwikkeling van de OZB-tarieven over de afgelopen jaren is als volgt: Ontwikkeling tarieven onroerende zaakbelastingen (x € 1)
tarieven per
2007
2008
2009
2010
2011
€ 2.500
€ 2.500
%
%
%
OZB (eigendom) niet-woningen 6,86 5,69 0,2262 0,2191 0,2211* OZB (gebruik) niet-woningen 5,49 4,56 0,1812 0,1791 0,1807* OZB (eigendom) woningen 3,14 2,94 0,1145 0,1106 0,1128* * De tarieven zijn zodanig worden vastgesteld dat in combinatie met de gemiddeld gedaalde WOZwaarden een gelijkblijvende opbrengst resulteert. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat de prijzen van woningen gemiddeld zijn gedaald. Om dan een gelijkblijvende opbrengst te genereren zullen de tarieven moeten stijgen. Voor de hoogte van de onroerende-zaakbelasting maakt dit echter niets uit.
82
De OZB wordt sinds 1 januari 2009 berekend als een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Dit volgt uit de wijziging van artikel 220f van de Gemeentewet. De nieuwe berekeningswijze moet duidelijk maken dat de OZB slechts over een klein percentage van de waarde wordt geheven. De tarieven 2011 zijn gebaseerd op de tarieven 2010 waarop de nullijn is toegepast. Limitering OZB-tarieven De limitering van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) is per 1 januari 2008 vervallen. Om te voorkomen dat de tarieven onevenredig stijgen, heeft het Rijk een macronorm ingesteld. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot overschrijding van die norm leidt, kan het Rijk ingrijpen. Voor 2011 bedraagt de macronorm 3,5%. Vlaardingen zit daar met een stijging van 0% ruimschoots onder. Rioolrechten Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging van het rioolrecht is dus afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Voor het beheer en onderhoud op de lange termijn is een gemeentelijk rioleringsplan opgesteld waarin o.a. de kosten zijn opgenomen die door middel van het rioolrecht moeten worden gedekt. Ontwikkeling tarieven Rioolrechten (x € 1)
2007
2008
2009
2010
2011
143
153
157,80
157,80
157,80
Tarief
Afvalstoffenheffing Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging van de afvalstoffenheffing is dus afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Bij deze heffing wordt een tariefdifferentiatie toegepast ten behoeve van één- en meerpersoonshuishoudens. De stijging van het kostendekkende tarief in 2011 ten opzichte van 2010 bedraagt 0%. Ontwikkeling tarieven Afvalstoffenheffing (X € 1)
2007
2008
2009
2010
2011
Afvalstoffenheffing éénpersoonshuishouden
239,40
245,40
253,20
243,00
243,00
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden
304,80
312,40
322,20
312,00
312,00
Overige lokale heffingen De lokale heffingen worden verdeeld over zuivere belastingen, heffingen en retributies. De OZB als zuivere belasting en de afvalstoffenheffing en het rioolrecht als heffing zijn reeds aan de orde geweest. Bij de volgende tarieven is er sprake van een specifieke dienst die op verzoek door de gemeente wordt geleverd. Deze specifieke dienstverlening verloopt in principe kostendekkend. Op basis van de cijfers van het Centraal Planbureau over 2011 wordt een algemene prijsstijging voor de overheid verwacht van 1,5%. Deze is in de tarieven vertaald. Burgerzakenleges Bij leges betreft het vaak rechten op grond van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het betreft dan bijvoorbeeld het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een paspoort of rijbewijs. Bij vergunningverlening wordt overigens meestal niet de afgifte van de vergunning als belastbaar feit aangemerkt, maar het in behandeling nemen van de aanvraag. De belastingplicht ontstaat dan op het moment dat de gemeente begint met de nodige werkzaamheden, zodat ook leges kunnen worden berekend als de vergunning wordt geweigerd. De gemeente heeft immers al een inspanning geleverd. Soms wordt bij weigering van de vergunning een deel van de betaalde leges terugbetaald, maar gemeenten zijn er vrij in hoe ze dat regelen.
83
Onder dienstverlening van burgerzaken waarvoor ook leges worden ontvangen worden de volgende diensten verstaan: · Het voeren van de gemeentelijke administratie voor wat betreft: verhuizingen, vestigingen, afgifte van diverse documenten, actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens. · Het verzorgen van de burgerlijke stand met betrekking tot geboorte-aangiften, aangiften overlijden, huwelijken en geregistreerd partnerschap en het opstellen van latere vermeldingen n.a.v. rechterlijke uitspraken. · Het verstrekken van reisdocumenten, te weten paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten. · Het verstrekken van rijbewijzen · Administreren van naturalisatieverzoeken en het verwerken van Koninklijke Besluiten Hieronder volgende de aantallen documenten / diensten met de bijbehorende totale opbrengsten. Burgerzakenleges Omschrijving (in aantallen tenzij anders vermeld)
Begr. 2010
Begr. 2011
Reisdocumenten Rijbewijzen Huwelijken Naturalisaties Uitreksels burgerlijke stand Uitreksels gba
15.000 6.900 375 150 3.500 7.000
15.000 6.900 375 150 3.500 7.000
Totale heffingen (x € 1.000)
€ 1.084
€ 1.100 (o.b.v. 1,5% index)
Bouwleges Voor het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk of standplaats is een bouwvergunning benodigd. Het doel van de bouwleges is het controleren op de naleving van (landelijke) normen en standaarden volgens het Bouwbesluit, de bouwverordening en de Woningwet, alsmede de verlening, controle en handhaving van vergunningen op het gebied van bouwen, wonen en ruimtelijke ordening. In 2008 is reeds gekeken naar de kostendekkendheid van de tarieven en is gebleken dat slechts 47% van de kosten door de leges worden afgedekt. Dit heeft voor 2009 geleid tot een extra stijging van de bouwleges waardoor de kostendekkendheid gestegen is naar 71%. In de belastingvoorstellen (en deze herziene begroting 2011) die in de decemberraad ter vaststelling zijn aangeboden, zijn de tarieven van de bouwleges nader uitgewerkt. Daarbij wordt uitgegaan van het stapsgewijs toegroeien naar een zo groot mogelijke kostendekkendheid.
84
De totale opbrengsten uit belastingen, heffingen en retributies zien er als volgt uit: Opbrengsten belastingen, heffingen en retributies Belasting/heffing (x € 1.000)
Begr. 2010
Begr. 2011
1.084 1.194 1.068 181 9.808 5.888 802 17 35 1.377
1.100 1.212 1.068* 184 9.808 5.888 814 17 35 1.427
Belastingen: precariobelasting hondenbelasting onroerende zaakbelastingen toeristenbelasting
668 229 11.694 0
728 229 11.744 150
TOTAAL
34.045
34.404
Heffingen en retributies: burgerzakenleges parkeerbelasting zeehaven- en binnenhavengelden marktgelden afvalstoffenheffing rioolrechten begraafrechten leges bijzondere wetten milieuleges leges bouwvergunningen
* Zeehavengelden en binnenhavengelden zijn afhankelijk van gemeenschappelijke afspraken tussen waterbeheerders in het Waterweggebied
Kwijtschelding Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale lasten. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid, neergelegd in de Invorderingswet. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken dat een lager inkomen wordt gehanteerd. De gemeente Vlaardingen hanteert de zogenaamde 100%-norm, hetgeen betekent dat inwoners van Vlaardingen met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In de gemeente Vlaardingen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor: o afvalstoffenheffing o hondenbelasting (voor zover het de eerste hond in een huishouden betreft) Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen dient men een schriftelijk verzoek te doen en de nodige bewijsstukken te overleggen. Inwoners die langer dan 3 jaar achtereen een bijstandsuitkering ontvangen krijgen automatisch kwijtschelding verleend (meerjarige kwijtschelding). Deze automatische kwijtschelding geldt ook voor personen die ouder zijn dan 65 jaar en die voor kwijtschelding in aanmerking komen. Bij wijziging van hun financiële situatie dient men dat uiteraard te melden, zodat een nieuwe beoordeling kan plaatsvinden. Naar verwachting zullen, rekening houdend met de ervaringen in voorgaande jaren, zo’n 3.200 huishoudens voor (gedeeltelijke) kwijtschelding in aanmerking komen. Daarbij bestaat er wellicht een negatieve invloed vanwege de recessie. Mogelijk zal het aantal aanvragen voor 2011 daardoor stijgen. Wij begroten in 2011 een bedrag van circa € 600.000 te besteden aan kwijtscheldingen.
85
86
2. Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin gemeente in staat is om onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; en b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Gemeentelijk beleid Beleid met betrekking tot het weerstandsvermogen dient enerzijds inzicht te verschaffen in de omvang en opbouw van de gemeentelijke weerstandscapaciteit, anderzijds aan te geven wat de relevante risico’s en de mogelijke financiële gevolgen van deze risico’s zijn. Vervolgens zal op basis van deze kennis een antwoord gegeven moeten worden op de vraag of het aanwezige weerstandsvermogen voldoende is en zo niet, welke maatregelen er genomen moeten worden. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit van de gemeente bestaat uit incidentele en structurele mogelijkheden die aangewend kunnen worden om niet begrote kosten te dekken. Incidenteel De incidentele weerstandscapaciteit: vermogen om calamiteit en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het bestaande niveau. Onder de incidentele weerstandscapaciteit verstaan we: · Stille reserves: Stille reserves zijn reserves die ontstaan door de verkoop van activa tegen een marktprijs die hoger is dan de boekwaarde. Het gaat in deze om activa die op korte termijn verhandelbaar moeten zijn en zodoende een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van een ontstaan financieel probleem. Aangezien de verhandelbaarheid van de meeste gemeentelijke eigendommen beperkt en de marktwaarde hierdoor niet bekend is maken in Vlaardingen de stille reserves geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. De raad zal separaat een overzicht toegezonden krijgen van de gemeentelijke bezittingen die kunnen worden aangemerkt als “stille reserve”. · Algemene reserve: De Algemene Reserve bestaat uit dat deel van de reserves waaraan door de gemeenteraad (nog) geen bestemming is gegeven. Dit maakt deze reserve bij uitstek geschikt om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. · Bestemmingsreserves: Bestemmingsreserves betreffen geoormerkte middelen. Dat laat onverlet, dat het optreden van risico’s kan leiden tot heroverweging van prioriteiten. Bestemmingsreserves worden dus zeker niet “buiten de haken” geplaatst. · Post onvoorzien: De post ‘onvoorzien’ wordt in de begroting opgenomen om die uitgaven te dekken die op het moment van het opstellen van de begroting niet konden worden voorzien. Het bedrag dat hiermee is gemoeid is in Vlaardingen gerelateerd aan het inwonersaantal van de gemeente en is verwerkt onder de Algemene Dekkingsmiddelen. Structureel De structurele weerstandscapaciteit: middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Onder de structurele weerstandscapaciteit verstaan we: · Onbenutte belastingcapaciteit : Hieronder wordt verstaand de onroerende zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Er is sprake van onbenutte belastingcapaciteit wanneer het gemeentelijk OZB-tarief lager is dan het normtarief voor art.12-gemeenten en/of wanneer de gemeentelijke heffingen niet kostendekkend zijn. In Vlaardingen ligt het OZB-tarief boven de art. 12 norm en zijn de afvalstoffenheffing en het rioolrecht 100% dekkend.
87
Risico’s Wij onderkennen het belang van risicomanagement en wij achten het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat toekomstige investeringen (en de daarmee gemoeide risico’s) op lange termijn in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Met name strategische verwervingen, grondexploitaties, de uitvoering van het Actieplan Wonen en grote infrastructurele investeringen worden daarbij gewogen. Beheersingsmaatregelen betreffen onder meer het jaarlijks actualiseren en/of herzien van de grondexploitaties, het jaarlijks toetsen van de waarde van de bezittingen, Structurele risico’s betreffen vooral de gevolgen van de bezuinigingen door het Rijk en het beroep op gemeentelijke voorzieningen, met name de bijstandsverlening. Belangrijkste risico’s 1. Boekwaarde van niet in exploitatie genomen bezittingen is niet conform marktwaarde (te hoge waardering) 2. Actualisatie grondexploitaties leidt tot noodzakelijke verliesnemingen. 3. Gemeentefonds komt onder druk te staan door noodzakelijke ombuigingen van het rijk 4. Het Rijk kort op specifieke uikeringen aan de gemeente in het kader van bezuinigingen (met name WWB en inburgering) 5. De (regionale) arbeidsmarkt leidt tot een toename van het beroep op de bijstand 6. Het niet of niet tijdig realiseren van gemeentelijke ombuigingen (besparingsverliezen) 7. Schadeclaims van de gemeente (bijvoorbeeld ten aanzien van de Stadsgehoorzaal) worden niet of niet geheel gerealiseerd. Relatie tussen benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit De minimaal wenselijke risicobuffer c.q. incidentele weerstandscapaciteit is eerder vastgesteld op € 35 mln. Conform de jaarstukken 2009 bedroeg de algemene reserve aan het begin van 2010 circa € 26 mln. In de Voorjaarsnota 2010 is een aantal maatregelen verwerkt waarmee het weerstandsvermogen weer op € 35 mln is gebracht. Tevens heeft er een splitsing van de Algemene Reserve plaatsgevonden in een besteedbaar deel en de vaste risicobuffer van € 35 mln. Ter voorbereiding op de begroting 2011 en de takendiscussie (en de implementatie daarvan) hebben wij ons georiënteerd op de vraag of deze vaste risicobuffer toereikend is (of wellicht verlaagd kan of verhoogd moet worden). Risicomanagement en de bepaling van de meest optimale risicobuffer kan op verschillende manieren worden benaderd, bijvoorbeeld op een modelmatige, kwantitatieve manier. Dat is een goede methode als er sprake is van een omgeving die stabiel is met slechts een paar variabelen. De ervaringen die wij in de afgelopen jaren hebben opgedaan met het risicomanagement systeem zijn niet zodanig, dat wij op deze weg voort willen gaan. De opgave van de gemeente omvat een zeer breed scala aan maatschappelijke doelen en gedefinieerde producten en activiteiten om deze doelen te realiseren. Het omgevingsveld van de gemeente is zeer dynamisch; dit leidt tot een dermate ingewikkeld en theoretisch model, dat het doel voorbijgeschoten wordt. De resultaten die het systeem genereert, zijn onvoldoende aansprekend en herkenbaar en leiden onvoldoende tot het daadwerkelijk signaleren en beheersen van risico’s. Bij risicomanagement is naast de harde kant (kwantificeringen) juist ook de “zachte” kant van belang. Medewerkers en bestuurders dienen gevoel te hebben voor ontwikkelingen die (al dan niet financiële) risico’s kunnen opleveren voor de organisatie. Het vroegtijdig binnen de organisatie aankaarten van risico’s is essentieel voor de beheersing. Die beheersing kan bestaan uit het veranderen van de aanpak, maar bijvoorbeeld ook uit het treffen van een voorziening (bijvoorbeeld bij negatieve grondexploitaties of oninbare vorderingen) of het aanpassen van de begroting. Aan de voorkant van projecten en/of nieuw beleid moeten risico’s in kaart worden gebracht, zodat deze bewust worden betrokken in de afwegingen. Dit laat onverlet dat een zekere kwantificering onontkoombaar is, namelijk voor de niet te kwantificeren risico’s die geheel of gedeeltelijk beheerst moeten worden via het weerstandsvermogen.
88
De paragraaf Weerstandsvermogen in de programmabegroting en de jaarstukken is primair op dit soort risico’s gericht. Uitgangspunten risicobuffer Voor de kwantificering van de risicobuffer voor de niet te kwantificeren risico’s gaan wij uit bewust uit van een transparante en eenvoudig te berekenen methodiek. Wij gaan ingaande 2011 uit van een percentage van de jaarlijkse omzet en de totale balans in de laatst vastgestelde jaarstukken.
Omvang balans per 31 december 2009 (blz. 126 jaarstukken 2009) Totaal lasten in boekjaar 2009, exclusief toevoegingen aan reserves (blz. 128 jaarstukken 2009) Totaal
a. Gegevens jaarstukken 2009 € 364.246.000
b. Percentage risicobuffer 4%
c. Risicobuffer per onderdeel (a. x b.) € 14.570.000
€ 269.832.000
4%
€ 10.793.000
€ 634.078.000
€ 25.363.000
We gaan uit van een vaste risicobuffer van 4% van deze bedragen. In totaliteit leidt dat tot een vaste risicobuffer voor 2011 van € 25,4 mln. Mocht er in 2011 een beroep moeten worden gedaan op deze risicobuffer dan wordt dat vooraf ter goedkeuring aan de raad voorgelegd via een begrotingswijziging. Die begrotingswijziging zal dan vergezeld gaan van een voorstel om het saldo van de risicobuffer weer aan te vullen tot het afgesproken niveau. Op deze manier wordt gegarandeerd, dat er altijd sprake is van voldoende weerstandsvermogen. Het percentage van 4% is gebaseerd op een “hoog” risicoprofiel, hetgeen onder de huidige omstandigheden (recessie, rijkskortingen) naar onze mening voor de hand ligt. Jaarlijks zal dit percentage via de Voorjaarsnota worden geëvalueerd, mede op basis van (recente) ervaringscijfers en de verwachte ontwikkeling van de economie en de rijksbegroting. Hiermee wordt het risicomanagement een levend, hanteerbaar en inzichtelijk instrument, dat wij in overleg met de accountant verder zullen uitwerken.
89
90
3. Onderhoud Kapitaalgoederen Inleiding De gemeente Vlaardingen heeft ruim 7 km² openbare ruimte in beheer. In die openbare ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor al die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen. Al deze kapitaalgoederen dienen onderhouden te worden. Gezien de duurzaamheid van de kapitaalgoederen is dat een taak die continue budgettaire middelen vergt. Deze paragraaf, in combinatie met de onderliggende beleids- en beheerplannen, geeft inzicht in de stand van het onderhoud van wegen, riolering, schoolgebouwen enz. Vanuit de beheersplannen vindt een vertaling van de onderhoudskosten naar de (meer) jarenbegroting plaats binnen de diverse programma’s. Vanaf 2011 zetten wij in op het wegwerken van achterstanden bij het onderhoud van ons vastgoedbezit. Achterstallig onderhoud kan ook bij andersoortige kapitaalgoederen worden geconstateerd. Jaarlijks zullen wij bij de Voorjaarsnota bezien of een aanpassing van de bedragen voor achterstallig onderhoud in brede zin noodzakelijk is. Wegen Beleidskaders Tot de beleidskaders behoren het Beleids- en beheerplan wegen 2007-2011 alsmede het beleids- en beheerplan civieltechnische kunstwerken 2002-2011. De wettelijke kaders uit de wegenwet, het nieuw Burgerlijk Wetboek en tevens de ambities (schoon, heel, veilig en toegankelijk) zoals geformuleerd in de stadsvisie Vlaardingen 2020 zijn bepalend voor de wijze en het niveau waarop het wegenbeheer en het beheer civieltechnische kunstwerken worden uitgevoerd. Het onderhouds-(lees kwaliteitsniveau) niveau is bij de samenstelling van de beleidsplannen voor de wegen “sober” conform de budgettaire kaders in deze begroting en voor de civieltechnische kunstwerken “redelijk”. Financiële consequenties De financiële consequenties van de keuzes in het kader van de takendiscussie met de daarbij behorende kwaliteitskeuze zijn vertaald in deze begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit. Jaarlijks zal door middel van een evaluatierapportage worden aangegeven welke (financiële) consequenties optreden door afwijkingen in de uitvoering van het gevoerde beleid. Riolering Beleidskader Als beleidskader voor het rioolbeheer geldt het op grond van de Wet milieubeheer verplichte Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Waterplan, deel 1a). In dit plan worden maatregelen voorgesteld om aan de gemeentelijke zorgplicht ten aanzien van de inzameling en transport van afvalwater, inzameling en verwerking van regenwater en het voorkomen van grondwateroverlast te kunnen voldoen. Financiële consequenties De exploitatiekosten van het rioolstelsel worden gedekt uit de opbrengst rioolheffing en enkele andere vergoedingen, welke verantwoord staan in het programma Verkeer en Mobiliteit. Alle aan het rioolstelsel en grondwaterzorgplicht gerelateerde kosten mogen via de rioolheffing worden doorberekend. Dientengevolge is de exploitatie van het rioolstelsel binnen de begroting van de gemeente budgettair neutraal. Eventuele saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de egalisatiereserve riolering geleid. Waterbodems Beleidskader De beleidskaders staan opgenomen in het Waterplan. De kaderstelling is geënt op uit diverse wetten voortvloeiende verplichtingen voor de waterbeheerder.
91
Financiële consequentie De hoofdwatergangen zijn m.i.v. 2007 overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Delfland. Voor het uitvoeren van dagelijks- en groot onderhoud aan watergangen die bij de gemeente in beheer blijven, zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen voorzien (circa € 0,5 mln). Groenvoorzieningen Beleidskader De beleidskaders voor het openbaar groen zijn, los van de wettelijke kaders, vastgelegd in het Groenbeleidsplan 1998 – 2008. Het Groenbeleidsplan en het vastgestelde beheerbeleid (Groenbeheerplan 2004 – 2010) kent een aantal kernelementen die uiteindelijk bepalend zijn voor de beheersmatige kant van de groenvoorzieningen. In 2010 is gestart met het nieuwe beleids- en beheerplan groen. De bomenverordening is aangepast. Naast de benodigde aanpassingen als gevolg van de invoering van de omgevingsvergunning, is een aantal inhoudelijke aanpassingen gedaan. Duurzaamheid in beheer is een belangrijk aspect dat is ingebracht in het beleid. Er zijn relaties met andere plannen onder andere het Beleid- en beheerplan wegen 2007 – 2011, het Waterplan alsmede met specifieke aanvullingen op het groenbeleidsplan zoals de notitie ecologisch beheer. Afstemming tussen de diverse plannen is van belang om te komen tot een éénduidige wijze van kaderstelling en beheer. Financiële consequenties De ramingen die op basis van het huidige beheer- en beleidsplan tot stand komen variëren per jaar niet tot weinig. Om kapitaalvernietiging te voorkomen, is het belangrijk het technisch beheerniveau op peil te houden. Daarvoor zijn binnen deze begroting voldoende middelen opgenomen. Er is in het kader van de takendiscussie wel sprake van een versobering ten aanzien van het verhogen van de kwaliteit van het groen, alsmede het inbrengen van meer fleur en kleur in de stad. Daarvoor zal meer een beroep moeten worden gedaan op incidenteel vrij te maken middelen.In de beheerkosten moet rekening gehouden worden met de wettelijk verplichte boomcontrole voor boombeheerders (VTA). Kades en glooiingen Beleidskaders De veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen zijn van groot belang voor de continuïteit van de havenactiviteiten. In 2001 is het beheerplan kades en glooiingen vastgesteld. Dit plan diende als beleidsstuk voor het beheer van de gemeentelijke kades en glooiingen. Op basis van de opgenomen uitgangspunten dienen veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen tot 2010 te worden gewaarborgd. De nadruk van het plan ligt met name bij de technische kwaliteit en minder de belevingswaarde. In het Beheerplan wordt geadviseerd om voorafgaand aan het uitvoeringsjaar een kwaliteitsonderzoek te laten uitvoeren om zodanig de definitieve maatregelen op jaarbasis goed in beeld te krijgen. In 2004 heeft een globale inspectie uitgevoerd om de staat van het te beheren areaal te bepalen. In 2010 is een globale visuele inspectie uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan is op een aantal locaties die als onvoldoende veilig zijn aangeduid nader onderzoek verricht. Uit de gedetailleerde inspectie en de plaatselijke kennis over de onderhoudstoestand is in 2010 een nieuw Beheerplan Kades en Glooiingen 2011-2015 opgesteld. Uit de gedetailleerde inspectie is gebleken dat op korte termijn renovaties moeten worden uitgevoerd op locaties aan de KW-haven NZ en KW-haven ZZ. Financiële consequenties In het meerjarig investeringsprogramma zijn de locaties opgenomen worden,waarbij de kapitaallasten verantwoord worden in het programma Economie en Haven. De uitgaven voor kleinschalig en dagelijks onderhoud zijn conform het beheerplan opgenomen in de (meerjaren) begroting bij zeehavens alsmede binnenhavens binnen het programma Wonen, Economie en Havens.
92
Havens Beleidskaders In 2010 is gestart met de actualisatie van het Havenplan. Op grond hiervan zal het beheer en onderhoud van de havens op goed niveau blijven. Financiële consequenties beleidsdoel De kosten van beheer en onderhoud voortvloeiende uit het Havenplan komen ten laste van het product “Zeehavens”. Beide producten vallen onder het programma Economie en Haven. Oppervlaktewater en grondwater Beleidskaders Als basis geldt een tweetal beleidsstukken, t.w. het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waarin het regeringsbeleid met betrekking tot de bestrijding van wateroverlast is vastgelegd, en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) die zich richt op het verbeteren van de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Met de komst van de Waterwet (dec. 2009) heeft de gemeente de zorgplicht gekregen voor het stedelijke freatische grondwater. Financiële consequenties De financiële consequenties van het gemeentelijke waterbeleid zijn in het Uitvoeringsprogramma (Waterplan, deel 7) nader vastgelegd. Vanwege het samenwerkingsverband met het Hoogheemraadschap van Delfland is hierbij voor een aantal onderdelen sprake van gedeelde financiering. Op de lange termijn streeft Vlaardingen naar de ontvlechting van afvalwatersysteem (riolering) en watersysteem (oppervlaktewater) en het vinden van meer ruimte voor waterberging, samen met de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers. Voor de korte termijn liggen de maatregelen vooral in de rioleringssfeer. De investeringen, die deels samenhangen met het realiseren van de basisinspanning, komen dan ten laste van de rioolheffing. Gebouwen Beleidskaders In de eerste helft van 2008 is het beheerplan gemeentelijk vastgoed vastgesteld op basis waarvan beheer- en onderhoudstaken zullen worden vervuld. Dit beheerplan stelt kaders voor het vastgoed- en huurprijsbeleid, risicomanagement en uitvoering van de genoemde onderhoudvoorziening. In 2010 is een nieuwe geactualiseerde nota vastgoed opgesteld. In deze nota zijn een aantal gewijzigde beleidspunten opgenomen. Het kader van het planmatige onderhoud is hierin gewijzigd. Deze nota zal in samenhang met de nota Grondbeleid worden vastgesteld begin 2011. De vastgoedportefeuille is ingericht op basis van de volgende categorieën: • Dienstgebouwen; • Maatschappelijk vastgoed waaronder onderwijsgebouwen en (veld)sportaccommodaties; • Overig bezit; • Strategisch bezit. De huidige gemeentelijke vastgoedportefeuille bevat 198 objecten en heeft een totale omvang van ruim 215.000 m2. De portefeuille heeft een totale verzekerde waarde van ruim € 335 mln. In 2010 is een benchmark gemeentelijk vastgoed uitgevoerd. De belangrijkste conclusies hiervan zijn dat de gemeente relatief veel vastgoed bezit en dat de energielabels van de panden slecht zijn. Daarnaast zijn de onderhoud en beheerkosten hoog. Dit wordt veroorzaakt door een al jaren oplopende post achterstallig onderhoud. Daarnaast zijn de totale kosten op dit moment hoger dan de inkomsten, zodat de exploitatie van het gemeentelijke vastgoed met een negatief eindresultaat wordt geconfronteerd. Er zal de komende jaren worden ingezet om een trendbreuk in deze lijn aan te brengen. Hiervoor is een aanzienlijke investering in achterstallig onderhoud noodzakelijk, waarbij ook energiebesparende maatregelen worden getroffen. Net zoals bij de woningbouw geldt dat het meeste
93
gemeentelijke vastgoed uit de jaren 1950-1980 stamt en nu dus in een periode van grootschalig onderhoud en/of vervanging is beland. Financiële consequenties In veel gevallen is de reden voor de eigendomssituatie van panden duidelijk (onder meer dienstgebouwen, strategisch bezit), in veel gevallen ook niet. We zijn als eigenaar van vele panden echter wel gehouden het onderhoud op peil te houden en worden geconfronteerd met een toenemende opgave (ook vanwege verscherpte regelgeving) en toenemende onderhoudsachterstanden. Wij zullen de lijn voortzetten van verkoop van vastgoedbezit en/of het verzelfstandigen van het beheer (in eerste instantie sportaccommodaties) Per situatie zullen de financiële implicaties bekeken worden. Veel gemeentelijk bezit is om niet of voor een zeer beperkte vergoeding in gebruik bij derden. Er wordt geïnventariseerd in hoeveel situaties dat aan de orde is. Er wordt met de gebruikers dan een huurovereenkomst afgesloten waarin een “normale” vergoeding door ons wordt bedongen. Vaak zal dat door ons moeten worden weggesubsidieerd. De netto opbrengst is naar verwachting derhalve beperkt. Echter, de feitelijke subsidiestromen worden daarmee veel meer transparant. Er bestaat al enige tijd een fors financieel probleem ten aanzien van achterstallig onderhoud vastgoed. Het college acht het onverstandig, dat wij daar op dit moment niets mee zouden doen. Temeer daar dat kan leiden tot verkeerde prioriteitsafwegingen binnen de raad. Geld uitgeven aan onderhoud en instandhouding is wellicht niet een populaire keuze, maar als eigenaar hebben wij bepaalde verplichtingen. De totale “achterstandslijst” omvatte voor meer dan € 18 mln. aan uitgaven. De lijst is kritisch getoetst. Op basis daarvan stelt het college voor om de komende vier jaar voor € 4,5 mln. aan inloop achterstallig onderhoud te ramen. Waar dat niet absoluut noodzakelijk is, maken we nu geen middelen vrij. Redenen daarvoor kunnen gelegen zijn in het mogelijk afstoten, het buiten gebruik stellen of slopen van panden. Het bedrag van € 4,5 mln. wordt gedekt door een onttrekking aan de Algemene Reserve van € 2,5 mln. in 2011 en het opnemen van extra bedragen in de reguliere exploitatie vanaf 2012 (respectievelijk € 0,5 mln., € 1 mln., € 0,5 mln.). Jaarlijks kunnen we bij de Voorjaarsnota bezien of een aanpassing van de bedragen noodzakelijk is.
94
4. Treasury Inleiding Op 1 januari 2009 is de gewijzigde Wet Financiering decentrale overheden (Fido) in werking getreden. De wetswijziging is het resultaat van een evaluatie van de oorspronkelijke Wet Fido. Deze laatste wet verplichtte decentrale overheden tot het opstellen van een treasurystatuut. Het treasurystatuut geeft de door de gemeenteraad vastgestelde kaders aan waarbinnen het college het treasurybeleid dient uit te voeren. Het eerste Vlaardingse statuut, vastgesteld in september 2001, is nog steeds van kracht. In de loop van 2009 is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden aangepast na aanleiding van de Icesave-affaire. De nieuwe regelgeving houdt een aanscherping in van de wijze waarop decentrale overheden met liquiditeitsoverschotten dienen om te gaan. Aangezien het treasurybeleid in Vlaardingen al jarenlang gericht is op het voorkomen van overschotten is de relevantie van deze wijziging voor onze gemeente vooralsnog minder groot te noemen. Hoewel de omgeving waarin het treasurybeleid uitgevoerd moet worden de afgelopen jaren sterk is gewijzigd, blijven de doelstellingen onverminderd van kracht, namelijk: · · ·
het garanderen van een continue beschikbaarheid van financieringsmiddelen, het beschermen van de gemeentelijke reservepositie, en het optimaliseren van het renteresultaat.
De kredietcrisis heeft de financieringsbronnen van de gemeente en daarmee de mogelijkheden voor het college om de programmabegroting uit te voeren allerminst doen opdrogen. Veel geldgevers zien gemeenten als een veilige haven voor hun overtollige middelen. Ook in de sfeer van de rentekosten heeft de gemeente geen nadeel ondervonden van de crisis. Aan het einde van deze paragraaf, wanneer het renteresultaat aan de orde komt, wordt hier kort op teruggekomen. Daaraan voorafgaand wordt stil gestaan bij de renterisico’s verbonden aan gemeentefinanciering en het kredietrisico dat samenhangt met het meerjarig uitlenen van gelden aan derden.
Renterisico Renterisico kan omschreven worden als het risico dat de rentekosten in de toekomst in te hoog tempo zullen toenemen. Dit risico wordt veroorzaakt door het feit dat de rente op de geld- en kapitaalmarkt te allen tijde in beweging is en daardoor vooral op langere termijn onmogelijk te voorspellen is. Om te kunnen inschatten wat het budgettair effect van een mogelijke rentestijging is, moet eerst duidelijk zijn op welk momenten en in welke mate de gemeente aan renterisico is bloot gesteld. In termen van de Wet Fido speelt renterisico op twee tijdstippen een rol: op het moment dat een geldlening moet worden afgelost en herfinanciering noodzakelijk is, en op het moment dat een geldlening voor renteherziening in aanmerking komt. In beide gevallen worden bekende rentepercentages immers vervangen door toekomstige, onbekende percentages en bestaat er dus het gevaar van hogere rentekosten. De mate van blootstelling aan renterisico is afhankelijk van de omvang van de af te lossen bedragen en/of van de grootte van de hoofdsom waarop de renteherziening betrekking heeft. Zolang de eigendommen van de Gemeente Vlaardingen de reserves en voorzieningen blijven overtreffen, zal het noodzakelijk zijn geldleningen af te sluiten en is renterisico onontkoombaar. Hoewel renterisico niet is uit te sluiten kan de omvang ervan per begrotingsjaar wel beïnvloed worden. De wetgever heeft daarom voor zowel langlopende financiering (vaste schuld) als kortlopende financiering (vlottende schuld) een maximaal risicobedrag per jaar vastgesteld.
Renterisico Vaste Schuld De renterisiconorm is een wettelijke norm die betrekking heeft op de vaste schuld van de gemeente. Vaste schuld ontstaat wanneer leningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De norm geeft het bedrag aan waarover de gemeente zich per begrotingsjaar maximaal
95
mag bloot stellen aan renterisico (het zgn. risk-exposure). Zoals hiervoor al werd aangegeven speelt renterisico een rol zodra er sprake is van toekomstige aflossingen en/of renteherzieningen. Berekening Renterisiconorm: · · ·
Begrotingstotaal Percentage (gemeenten) Renterisiconorm
: € : : €
235 miljoen 20% 47 miljoen
(A) (B) (A x B)
Aangezien binnen de gemeentelijke leningenportefeuille renteherzieningen nauwelijks aan de orde zijn, kan gesteld worden dat Vlaardingen per begrotingsjaar maximaal voor € 47 miljoen mag aflossen op haar vaste schuld. Gegeven het feit dat de omvang van de vaste schuld per 1 januari 2011 minimaal € 190 miljoen zal bedragen, biedt de risiconorm de gemeente de ruimte om jaarlijks ca. 25% van de lopende geldleningen af te lossen. Een dergelijk hoog percentage zorgt echter voor een te grote rentegevoeligheid van de begroting. Teneinde het renterisico te beperken wordt voor onze gemeente een percentage van ca. 10 tot 15% als meer verantwoord geacht (zie onderstaand overzicht). Meerjarig risk-exposure: (bedragen x € 1 miljoen) · · ·
Aflossingen Renteherzieningen Totaal
2011
2012
2013
2014
14,5 0,0 14,5
15,0 0,0 15,0
14,5 0,0 14,5
15,0 0,0 15,0
Een vergelijking van de jaartotalen met het wettelijk toegestaan jaarmaximum van € 47 miljoen leidt tot de conclusie dat het tot nu toe gevoerde treasurybeleid voor voldoende spreiding van het renterisico (vaste schuld) zorgt. Wat betekent een en ander nu feitelijk voor de gemeentelijke exploitatie? Zoals uit het overzicht is af te lezen, wordt er de komende 4 jaar voor minimaal € 59 miljoen afgelost op langlopende geldleningen. De gemiddelde rentevoet van deze leningen bedraagt 3,62%. Dit betekent dat de gemeente risico loopt zodra de rente op de kapitaalmarkt de komende jaren boven dit gemiddelde uitstijgt. Uiteraard moet er dan wel een noodzaak tot herfinancieren bestaan. Volgens de bestaande investeringsplannen wordt er komende 4 jaar nog ruim € 50 miljoen euro geïnvesteerd, exclusief de plannen voor de huisvesting van de ambtelijke organisatie. Er is dus sprake van een renterisico. Over de richting waarin de marktrente zich zal bewegen bestaat echter geen enkele zekerheid. Mocht over 4 jaar blijken dat de rente waartegen herfinancieringsmiddelen zijn aangetrokken gemiddeld bijvoorbeeld 1,00% hoger is (dus: 4,62%), dan heeft dit tot gevolg dat de rentelasten structureel met € 0,59 miljoen zullen toenemen. Zou de gemeente zich maximaal aan renterisico willen bloot stellen (voor het jaarlijks bedrag van de renterisiconorm), dan zou de toename € 0,47 miljoen per jaar ofwel € 1,88 miljoen structureel bedragen. Dit voorbeeld van een denkbaar scenario maakt duidelijk waarom het college voor een grotere mate van risicospreiding kiest.
Renterisico Vlottende Schuld Renterisico beperkt zich niet tot de vaste schuld van de gemeente. Ook over de volle omvang van de vlottende schuld wordt risico gelopen. Vlottende schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd die korter is dan 1 jaar. In de Vlaardingse praktijk gaat het daarbij veelal om leningen met een looptijd van 1 dag tot 1 week. Rekening-courantkrediet (“rood staan”) maakt ook deel uit van deze schuldvorm. Het financieren van activa door middel van kortlopende geldleningen kent twee voordelen: 1. er kan snel worden ingespeeld op schommelingen in de financieringsbehoefte, en 2. het is bij de huidige, normale rentestructuur een zeer goedkope financieringsvorm.
96
Het gemeentelijk treasurybeleid is erop gericht om zoveel mogelijk van deze voordelen te profiteren. Tegenover deze voordelen staat echter het nadeel van een korte rentevastheid (risico). Dit zorgt ervoor dat de begroting gevoelig wordt voor schommelingen in de rentestand. Om te voorkomen dat decentrale overheden zich teveel laten leiden door de voordelen van kortlopende financiering is door de wetgever de kasgeldlimiet ingesteld. Deze limiet stelt een maximum aan de omvang van de netto vlottende schuld (een gemiddelde per kwartaal). Berekening Kasgeldlimiet: · · ·
Begrotingstotaal Percentage (gemeenten) Kasgeldlimiet
: € : : €
235 miljoen 8,50% 20,0 miljoen
(A) (B) (A x B)
Debiteurenrisico Uitstaande Gelden Aan het voor langere tijd verstrekken van gelden aan derden kleeft het gevaar dat deze derden op een veelal onvoorzien moment niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat enerzijds een openstaande vordering als oninbaar moet worden afgeboekt (ten laste van de reserves), anderzijds een deel van de rente-inkomsten wegvalt. In principe wordt door de gemeente om twee redenen geld aan derden uitgeleend. Ten eerste wanneer dit in functie van de publieke taak gebeurt, ten tweede wanneer er sprake is van een overschot aan liquide middelen. De afgelopen jaren is het niet meer voor gekomen dat er om die laatste reden nog gelden zijn uitgezet. Het treasurybeleid is er op gericht om de geldstromen van de gemeente zo te sturen dat liquiditeitsoverschotten worden voorkomen. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het beperken van het debiteurenrisico. In onderstaand overzicht is aangegeven bij welke partijen er begin 2011 nog gelden uitstaan: Debiteur
per 01.01.2011
Ontstaansgrond
· · · · · · · · ·
Stichting Waterweg Wonen Gem.ambtenaren/hypotheken Energiebedrijf Eneco Parkeergarage Vlaardingen Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Stadsgehoorzaal Vlaardingen Waterbedrijf Evides Dierentehuis NWN Overige
privatisering arbeidsvoorwaarde privatisering overdracht activa volkshuisvesting verzelfstandiging privatisering nieuwbouw sport/recreatie
·
TOTAAL
€ 8,4 miljoen € 6,6 miljoen € 2,0 miljoen € 4,9 miljoen € 2,3 miljoen € 1,3 miljoen € 0,3 miljoen € 0,3 miljoen € 0,3 miljoen -------------------€ 26,4 miljoen
Zoals eerder aangegeven vermeldt dit overzicht uitsluitend leningen die verstrekt zijn in het kader van de publieke taak. Bij deze categorie van leningen speelt het debiteurenrisico een betrekkelijk ondergeschikte rol. Aan het maatschappelijk belang dat verbonden is aan het verstrekken van dit soort leningen is tijdens de besluitvorming immers een hogere prioriteit toegekend dan aan het bijbehorende financiële risico. De verwachting is nog steeds dat het aan de BV Parkeergarage Vlaardingen verstrekte bedrag niet zal worden terugontvangen. In verband hiermee is er een risicovoorziening gevormd die qua omvang gelijk is aan het uitstaande bedrag. Er is op dit moment (september 2011), ondanks het slechte economische klimaat, geen informatie voorhanden op basis waarvan geconcludeerd kan worden dat de kredietwaardigheid van één van de andere debiteuren in gevaar is. Het ziet er overigens naar uit dat het debiteurensaldo en dus het daarmee samenhangende risico de komende jaren verder zal afnemen (tot ca. € 18 miljoen, ultimo 2014).
97
Renteresultaat 2011 Aan het afsluiten van geldleningsovereenkomsten zijn uiteraard renteverrekeningen verbonden. Naast renteverrekeningen met derden vinden ook interne verrekeningen c.q. doorbelastingen van rentebedragen plaats (o.a. naar de diverse begrotingsprogramma’s). De Gemeente Vlaardingen kent op concernniveau een rentebudget, ook wel kostenplaats rente genoemd, waarop alle externe en interne renteverrekeningen worden verantwoord. Voor het jaar 2011 ziet dit budget (incl. gemiddelde rentevoet per leningsoort) er als volgt uit:
RENTEBATEN: · · ·
interne doorbelasting naar div. programma’s langlopende geldleningen aan derden verstrekte hypothecaire geldleningen
·
totaal rentebaten
: € 13,9 miljoen (4,50%) : € 0,8 miljoen (5,00%) : € 0,3 miljoen (4,10%) -------------------- + : € 15,0 miljoen
RENTELASTEN: · ·
langlopende geldleningen van derden kortlopende geldleningen van derden
·
totaal rentelasten
: € 6,6 miljoen (4,35%) : € 0,7 miljoen (1,00%) -------------------- + : € 7,3 miljoen
RENTERESULTAAT 2011
: € 7,7 miljoen (positief)
Het renteresultaat maakt deel uit van de Algemene Dekkingsmiddelen. In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een geleidelijke afname van het positieve resultaat.
98
5. Bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling is een permanent proces. De bedrijfsvoering beperkt zich niet slechts tot de ambtelijke organisatie maar strekt zich ook uit tot de bestuurlijke organisatie. Wat dat laatste betreft gaat het met name om de aansturing van de ambtelijke organisatie door en vanuit het college van B&W. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van programma’s en is in die mate bepalend voor de realisatie van die programma’s. De aandacht is voornamelijk gericht op het verbeteren en actueel houden van het plannings- en beheersinstrumentarium. Zoals reeds eerder aangegeven in de beleidsarme meerjarenbegroting 2011-2014 van november jongstleden, wordt de middelen- en controlfunctie in 2011 op directieniveau verder versterkt. Aandacht daarbij wordt besteed aan de structuur van de organisatie. Bezien wordt in hoeverre er op dit punt aanpassing nodig is. Uitgangspunt voor het handelen van de organisatie behoort de management- en organisatiefilosofie te zijn van zelfbeheer en contractmanagement. Onder gelijktijdige handhaving van de besturingsfilosofie van sturen op hoofdlijnen, gebiedsgericht werken, sturen op beïnvloedbare zaken en tussentijdse rapportages in het kader van planning en control. De organisatie (inclusief het college van B&W) moet een organisatie zijn die zich bezighoudt met de uitvoering van kerntaken en sterk georiënteerd is op de (omringende) samenleving. Bijzonder van belang is de informatieverstrekking aan de raad. Doelstelling is de kaderstellende en controlerende rol van de raad zo goed mogelijk te faciliteren en als college van B&W en raad zo goed mogelijk samen te werken met behoud van ieders eigen functie en verantwoordelijkheden. Verordenings 213 a eruit Artikel 213a Gemeentewet verplicht het college van B&W tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur uit te voeren op basis van een door het college opgesteld jaarplan. In de evaluatie financiële functies gemeenten en provincies door BZK op 12 juli 2010 wordt opnieuw voorgesteld art. 213a te laten vervallen. Die lijn zullen wij ingaande 2011 dan ook volgen. Personeelsbeleid Sturing zal de komende jaren plaatsvinden op het functioneren en ontwikkelen van personeel en het reduceren van de formatie. Bij dit laatste wordt als kengetal een formatie van 6-7 fte per 1000 inwoners genomen. Dit is ook van belang voor het vaststellen van de noodzakelijke omvang van de huisvesting. Onderzoek hiernaar loopt en zal van invloed zijn op de besluitvorming over de nieuwbouw Westnieuwland. Opleidingsbudget Op het opleidingsbudget wordt de komende jaren bezuinigd. Vanaf 2012 wordt het budget met € 250.000,- gekort. Middels een effectief bestedingsplan zal deze korting worden verwerkt. Formatieontwikkeling De in het schema aangegeven formatiereductie zal vooral worden bereikt door pensionering van medewerkers en natuurlijk verloop. Ook het aangaan van regionale samenwerking ( de zgn shared services) zal leiden tot een reductie van de formatie. Een intentieverklaring op dit terrein tussen de sociale diensten van de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen is inmiddels gesloten. Uitgangspunt bij de formatiereductie is dat er in principe geen gedwongen ontslagen zullen vallen.
99
Om te werken aan de genoemde organisatieontwikkeling wordt o.a. een frictiekostenpost van € 4,439 mln. gereserveerd. Deze kostenpost is opgenomen binnen het programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie. Het inhuurbeleid zal zich de komende jaren tot een minimum beperken en is in de begroting op een budget van € 254.000,- vastgesteld. Dit bedrag is verdeeld over de programma’s Bestuur, Dienstverlening en Participatie en Werk en Inkomen. Ziekteverzuim Uitgangspunt van het ziekteverzuimbeleid is: ‘ziekte overkomt je, verzuim is een keuze’. In dat kader wordt de doelstelling om een ziekteverzuimpercentage te behalen van 4,7 %, dit is 0,9 % onder het landelijke gemiddelde. Informatie- en automatisering Er wordt tweejaarlijks een informatie- en communicatienota opgesteld. Hierin zal aparte aandacht worden gegeven aan de ICT- opzet, structuur en procesbeschrijving. In de Meerjarenbegroting zullen de investeringen op het gebied van hard- en software zichtbaar worden gemaakt. Tevens wordt de opzet van het applicatiebeheer nader bekeken. Het streven is deze nota halverwege 2011 gereed te hebben, zodat de gevolgen meegenomen kunnen worden in de Voorjaarsnota van 2011. Voorlichting/communicatie In de gemeente Vlaardingen brengen we de communicatie in het hart van het beleid, plan of project en voeren we een actief persbeleid conform de richtlijnen uit de notitie ‘Visie op nieuws’. Ook maken we gebruik van sociale media. De website en de gemeentepagina (in het hart van Groot Vlaardingen) fungeren als de strategische communicatiemiddelen van de gemeente Vlaardingen. De website wordt nog verder doorontwikkeld om te voldoen aan de landelijke webrichtlijnen. De website is daarnaast een belangrijk onderdeel van het nieuwe Gemeentelijk Contact Centrum.
100
6. Verbonden partijen Inleiding Zowel in de begroting als in de jaarstukken geven wij via deze paragraaf aandacht aan de verbonden partijen. De gemeente Vlaardingen is volgens de huidige wet- en regelgeving (BBV) verplicht inzicht te geven in privaatrechterlijke en publiekrechterlijke organisaties waarmee de gemeente Vlaardingen zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake als er namens de gemeente Vlaardingen iemand een zetel in het bestuur bekleedt en/of het hebben van stemrecht namens onze gemeente. Van financieel belang is sprake als er door de gemeente financiële middelen beschikbaar zijn gesteld die we kwijt zijn in het geval van faillissement van de verbonden partij en/of financiële problemen van de Verbonden partij die verhaald kunnen worden op de gemeente. Het inzicht in deze verbonden partijen is nodig uit hoofde van bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s. Budgetkorting Ingaande 2011 hebben de meeste (intergemeentelijke) verbonden partijen van de regiogemeenten de opdracht gekregen minimaal 5% te bezuinigen op hun kosten. Dat is in de begroting verwerkt. Voor zover, betrokken partijen dat nog niet ingevuld hebben, verwachten van hen dat dat voor 2011 alsnog gebeurt. Verbonden partijen De gemeente Vlaardingen is verbonden met een aantal gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en andere vormen van samenwerkingsverbanden. Onderstaand wordt, gerangschikt naar programma, een toelichting gegeven op de relevante ontwikkelingen.
Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie Verbonden partij: Stadsregio Rotterdam Doel: De stadsregio Rotterdam heeft tot taak de bevordering van een evenwichtige ontwikkeling in het gebied en houdt zich bezig met:
Betrokkenen
Bestuurlijk belang:
a. het voorbereiden en ontwikkelen van een gezamenlijk regionaal beleid op de volgende beleidsterreinen: · ruimtelijke ordening en grondbeleid; · wonen en stedelijke vernieuwing; · verkeer en vervoer; · economische ontwikkeling; · milieu; · groen en water; · jeugdzorg. b. het uitvoeren van de taken die krachtens wetgeving of krachtens de gemeenschappelijke regeling aan de stadsregio opgedragen taken en bevoegdheden. c. het organiseren van overleg en het uitbrengen van advies over intergemeentelijke aangelegenheden, ook wanneer deze geen betrekking hebben op de belangen genoemd onder a. De volgende gemeenten maken deel uit van de stadsregio Rotterdam: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad en/of het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen
101
bestuur van de stadsregio: Lid T.P.J. Bruinsma J. Versluijs
Plaatsvervangend lid J.L. Robberegt C.T. Oosterom
Financieel belang:
De algemene bijdrage van de gemeenten aan de stadsregio is voor 2011 vastgesteld op € 4,78 per inwoner. Voor Vlaardingen komt dat neer op € 0,337 mln.
Ontwikkelingen:
In het voorjaar van 2010 is de Gemeenschappelijke Regeling Stadregio Rotterdam gewijzigd. De wijziging heeft ertoe geleid dat het Algemeen Bestuur is verkleind tot twee leden per gemeente en ook het aantal leden van het DB is verminderd. Deze wijziging leidt ertoe dat het Algemeen Bestuur nadrukkelijker dan voorheen verantwoording aflegt bij de raden van de deelnemende gemeenten. Iedere bestuursperiode stelt de stadsregio een strategisch werkplan op en jaarlijks een werkplan. Deze plannen worden voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Verbonden partij: Waterbedrijf Evides Doel:
Betrokkenen
Bestuurlijk belang: Financieel belang: Ontwikkelingen:
De Gemeente Vlaardingen heeft na de verzelfstandiging van het gemeentelijk nutsbedrijf (in 1992) besloten om deel te nemen in de N.V. Waterbedrijf Europoort. Deze vennootschap is op 1 juli 2004 gefuseerd met Delta Waterbedrijf B.V. De nieuwe vennootschap heeft de naam Waterbedrijf Evides aangenomen. De gemeentelijke deelneming had aanvankelijk ten doel enige controle te behouden over de watervoorziening en de tariefstelling. Door de zojuist geschetste concentratietendens in de watersector is het belang en daarmee de invloed van de gemeente de afgelopen jaren sterk beperkt. De gemeente heeft nog slechts 1,80% van het totale aandelenpakket in bezit. De aandelen van Waterbedrijf Evides zijn voor 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Delta Waterbedrijf en voor de andere 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Waterbedrijf Europoort. De laatste groep bestaat uit 24 gemeenten uit deze regio, waaronder de Gemeente Vlaardingen. De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen. De deelneming staat voor € 245.041 op de balans van de Gemeente Vlaardingen. Voor 2011 is een winstafhankelijke dividenduitkering geraamd van € 750.000. Op 7 juli 2009 is de nieuwe Drinkwaterwet door de Eerste Kamer aangenomen. De wet beoogt een continue levering van kwalitatief goed drinkwater tegen een redelijke prijs. Wat met name dit laatste aspect voor gevolgen heeft voor de winstcijfers van waterbedrijven is op dit moment nog niet aan te geven.
102
Verbonden partij: Bank Nederlandse Gemeenten Doel:
Betrokkenen
Bestuurlijk belang: Financieel belang: Ontwikkelingen:
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) stelt zich ten doel gemeenten en andere decentrale overheden te ondersteunen bij hun maatschappelijke activiteiten middels het aanbieden van tal van bancaire diensten. De Gemeente Vlaardingen levert door haar deelneming een bijdrage hieraan. De aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor de resterende 50% in handen van gemeenten. Onze gemeente heeft een belang van 0,36% in de bank. De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen. De deelneming staat voor € 33.807 op de balans van de Gemeente Vlaardingen. Voor 2011 is een winstafhankelijke dividenduitkering geraamd van € 250.000. De strategie van de BNG is erop gericht om mee te groeien met de uiteenlopende ontwikkelingen bij haar klanten. Zodoende tracht zij haar marktpositie te behouden en zo mogelijk te versterken. Het oprichten van diverse dochtermaatschappijen op het gebied van vermogensbeheer, grond- en vastgoedontwikkeling en financiële advisering zijn ieder voor zich uitingsvormen van de gemaakte strategische keuze.
Programma Werk en Inkomen Verbonden partij: Werkbedrijf Vlaardingen B.V. Doel: Het in opdracht van de gemeente Vlaardingen uitoefenen van (delen) van de Wet Sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand. Het uitoefenen van het formeel werkgeverschap voortvloeiende uit het voorgaande. Betrokkenen Gemeente Vlaardingen Bestuurlijk De burgemeester, wethouders Sociale zaken en wethouder Financiën belang: vertegenwoordigen de gemeente als aandeelhouders. Financieel Door het formeel werkgeverschap van door de afdeling Sociale zaken belang: gedetacheerde personen wordt het risico voor de gemeente beperkt. Ontwikkelingen: In overleg met sociale zaken wordt een nadere uitwerking/ invulling gegeven van de statutaire doelen voor meer doelgroepen.
Programma Sport en Recreatie Verbonden partij: Recreatieschap Midden – Delfland Doel:
Betrokkenen
Bestuurlijk belang: Financieel belang: Ontwikkelingen:
Het recreatieschap beheert de reeds ingerichte recreatiegebieden in het Midden Delfland. Enkele gebieden liggen op het grondgebied van de gemeente Vlaardingen (Oeverbos; Lickebaert/ Volksbos; Krabbeplas; Broekpolder (gedeeltelijk) en de Holiërhoekse Polder. In het recreatieschap Midden-Delfland werken samen het Rijk, de Provincie ZuidHolland en de gemeenten Delft, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Maassluis, Midden-Delfland en Westland. Het recreatieschap is in 1983 opgericht. Wethouder J.L. Robberegt is lid van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur. Wethouder L. ten Have is lid van het Algemeen Bestuur De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het recreatieschap is ca. € 0,35 mln conform de begroting 2010. Ten opzichte van 2010 is er een bezuiniging doorgevoerd zodat de lasten niet zijn gestegen maar gelijk blijven. De reconstructie van het gebied Midden-Delfland is hoegenaamd afgerond .De
103
Reconstructiewet Midden-Delfland zal gaan vervallen. Onze gemeente heeft geparticipeerd in de opstelling van het Landschapontwikkelingsperspectief Midden-Delfland 2025 en is deelnemer in de Hof van Delfland. Doel is het MDgebied open en groen te houden.
Verbonden partij: Koepelschap Buitenstedelijk Groen Doel: Het doel van de gemeenschappelijk regeling Koepelschap Buitenstedelijk Groen is in onderlinge samenhang tussen rijk, provincie en regionaal beleid een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel in het gebied en in verhouding tot zijn omgeving te bevorderen. Betrokkenen Provinciale staten van Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d Ijssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d Ijssel, Maassluis, Nederlek, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht Bestuurlijk Wethouder L. ten Have is lid van het Algemeen Bestuur. belang: Financieel De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het Koepelschap is ca. € 0,20 mln. belang: conform de begroting 2011. Ten opzichte van 2010 is er een bezuiniging doorgevoerd van ca. 7%. Ontwikkelingen: De deelnemers in het KBG zijn gemeenten uit het voormalige Openbaar Lichaam Rijnmond. Het streven is om gemeenten uit omliggende regio’s (Drechtsteden; Haaglanden) lid te maken van het KBG. Burgers uit deze steden recreëren vaak regionaal. Het is billijk als alle gemeenten dan bijdragen in de kosten van buitenstedelijke recreatie.
Programma Verkeer en mobiliteit Verbonden partij: BV Parkeergarage Vlaardingen Doel: Het bieden van een veilige parkeergelegenheid tegen een marktconform tarief. Beoogt wordt hiermee een evenwichtige verdeling tussen vraag en aanbod in parkeerplaatsen te realiseren zodat iedereen in Vlaardingen op redelijke afstand van de bestemming kan parkeren. Betrokkenen Het eigendom en de exploitatie van de drie Vlaardingse parkeergarages (Hoogstraat, Liesveld en Stadhuis) zijn ondergebracht in een BV die valt onder de Wet vennootschapsbelasting. De gemeente Vlaardingen is 95% aandeelhouder; 5% van de aandelen is in handen van Waterweg Wonen. Bestuurlijk De gemeentesecretaris, in de persoon van dhr. C. Kruyt, is statutair directeur van belang: de BV Parkeergarage Vlaardingen. Financieel De gemeente staat garant voor circa € 3,1 mln. aan geldleningen die door derden belang: verstrekt zijn aan de BV ter financiering van de garages. Daarnaast verstrekt de gemeente leningbedragen ter financiering van de geaccumuleerde verliezen. De hoogte van de geldlening bedroeg eind 2009 € 4,7 mln. Het betreft een zgn. achtergestelde lening, waarvoor vanwege de vermoedelijke oninbaarheid een voorziening is gevormd van gelijke grootte. Ontwikkelingen: In 2011 zal de BV Parkeergarage worden opgeheven (en het bezit/economisch gebruik van de garages overgedragen aan een derde) of zullen de aandelen worden verkocht aan een derde.
104
Programma Groen en Milieu Verbonden partij: NV Intergemeentelijke Reiniging-, Afvalinzameling-en Dienstverlening Organisatie (IRADO) Doel: In opdracht van gemeente Vlaardingen adviseren over en uitvoeren van het beleid inzake het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk- en bedrijfsafval. Betrokkenen Gemeente Vlaardingen en Schiedam zijn ieder voor 50% aandeelhouder. Bestuurlijk Vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering: portefeuillehouder belang: Financiën. Raad van Commissarissen: C. Bot en S. van de Marel. De Portefeuillehouder Wijkbeheer bekleedt de rol van opdrachtgeverrol namens de gemeente Vlaardingen. Financieel De begrote bijdrage voor 2011 van de gemeente Vlaardingen aan Irado voor het belang: inzamelen en afvoeren van huishoudelijk- en bedrijfsafval is ca. € 7,6 mln. Ontwikkelingen: In 2011 zal een voorstel gedaan worden om de aandelen in de NV Irado af te stoten.
Programma Kunst en Cultuur Verbonden partij: B.V. Stadsgehoorzaal Doel:
Betrokkenen Bestuurlijk belang: Financieel belang: Ontwikkelingen:
De vennootschap heeft tot doel het exploiteren van de Stadsgehoorzaal Vlaardingen, zodanig dat een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de stedelijke samenleving doordat de vertoning en de beoefening van de podiumkunsten mogelijkheden biedt tot ontspanning en ontplooiing, zowel receptief als actief, voor een breed publiek. Het college van B&W van de gemeente Vlaardingen is enig aandeelhouder. Het college van B&W treedt op als aandeelhouder van de Stadsgehoorzaal. De deelneming staat voor € 18.000 op de balans van de gemeente Vlaardingen. De gemeente heeft via een subsidieregeling afspraken gemaakt over de uitvoering van het beleid. In 2011 wordt gekeken naar de optimale juridische rechtsvorm van de Stadsgehoorzaal.
Programma Veiligheid en Handhaving Verbonden partij: DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR ) Doel: Het bevorderen van een duurzame ontwikkeling van de stad. Via de vergunningverlening, de afhandeling van meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit, het uitvoeren van toezicht en handhaving en de advisering aan gemeenten, draagt de DCMR er mede zorg voor dat de beleidsdoelen op het gebied van milieu en externe veiligheid in de gemeente Vlaardingen behaald worden. Betrokkenen De provincie Zuid Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den Ijssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Bestuurlijk Wethouder J.L. Robberegt heeft zitting in het Algemeen Bestuur van de DCMR. belang: Financieel Voor de uitvoering van de werkzaamheden die de DCMR voor Vlaardingen belang: uitvoert wordt jaarlijks een werkplan gemaakt. De begrote kosten voor het jaar 2011 zijn ca. € 0,8 mln. conform de begroting 2011. Ontwikkelingen: In 2009 heeft de DCMR de nodige veranderingen in haar (financiële) bedrijfsvoering doorgevoerd, zodat de bedrijfsvoering in 2010 weer ‘in control’ is. Er heeft binnen de DCMR een reorganisatie plaatsgevonden met als doel een
105
betere bedrijfsvoering en de krimpende vergunningtaak, door het van kracht worden van het Activiteitenbesluit te ondervangen. Per 1 januari 2011 treedt de tweede tranche van het Activiteitenbesluit in werking. Als gevolg van deze tweede tranche zal een groot aantal reststoffenbedrijven geen vergunning meer nodig hebben, zij zullen komen te vallen onder algemene regels. De derde tranche voorziet in algemene regels voor beton mortelcentrales en scheepswerven. Deze ontwikkelingen leiden tot nieuwe inpassingsvraagstukken. Daarnaast creëren zowel de tweede als de derde tranche meer standaard werk en minder maatwerk. In het verlengde daarvan worden de mogelijkheden op kostprijs reductie onderzocht. De WABO zal 1 oktober 2010 in werking treden. Met de DCMR zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd.
Verbonden partij: HALT Rotterdam Rijnmond Doel: Het bijdragen aan een veilige en leefbare samenleving door a) het verzorgen van de HALT-afdoening voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar die een een HALT-waardig delict hebben gepleegd; b) het verzorgen van preventieve activiteiten en voorlichting ter voorkoming van overlastgevend of crimineel gedrag van jongeren. Betrokkenen De gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Lansingerland, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne maken deel uit van de gemeenschappelijke regeling. Bestuurlijk DB + AB lid: T.P.J. Bruinsma belang: Financieel De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt voor 2011 maximaal belang: € 37.000,-. Dit betreft een bijdrage voor de financiering van de repressie-en preventieactiviteiten. Daarnaast is in dit bedrag opgenomen een eenmalige storting van € 5.700,- ten behoeve van de egalisatiereserve. Ontwikkelingen: 1. In 2009 is een traject gestart om de zeven afzonderlijke HALT-organisaties per 1 januari 2011 te integreren in één geïntegreerde HALT-organisatie. Concreet betekent dat ook de Vlaardingse HALT-medewerkers met ingang van dit jaar in dienst treden van HALT-Rotterdam Rijnmond én uit dienst van gemeente Vlaardingen. 2. HALT is op zoek naar centrale huisvesting, die aansluit op de nieuwe organisatievorm. Gemeente Vlaardingen ondersteunt actief de vestiging binnen onze gemeentegrenzen.
106
Verbonden partij: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (incl. Regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond en Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) Doel: Op grond van de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen heeft de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio RotterdamRijnmond” de volgende taken: . a. het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; b. het doelmatig organiseren en coördineren van vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor intramurale zorg; c. het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen. Betrokkenen De volgende gemeenten maken deel uit van de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne Bestuurlijk De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad belang: en/of het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur: DB + AB lid: T.P.J. Bruinsma, Plaatsvervangend lid: H. Versluijs De burgemeester is daarnaast portefeuillehouder GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) en portefeuillehouder Ambulancezorg. Financieel De algemene bijdrage aan de Veiligheidsregio bedraagt voor Vlaardingen ca. € belang: 0,5 mln in 2011. De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan Regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond is conform het dienstverleningscontract en bedraagt voor 2011 ca. € 4,3 mln. Ontwikkelingen: Sinds 1 januari 2008 is de Brandweer NWN als bestuurscommissie toegevoegd aan deze verbonden partij.
107
Programma Welzijn en Zorg Verbonden partij: GGD Rotterdam-Rijnmond Doel: Het op een proactieve wijze beschermen, bewaken en bevorderen van de gezondheid van burgers in de regio Nieuwe Waterweg Noord. Gezondheid wordt gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en is niet alleen van toepassing op de afwezigheid van ziekte of een handicap. Betrokkenen De GGD Rotterdam Rijnmond werkt samen met een groot aantal (maatschappelijke) organisaties, die zich eveneens bezig houden met het fysieke, mentale en sociale welbevinden van burgers. Bestuurlijk Wethouder C. Oosterom is lid van het Algemeen Bestuur. belang: Plaatsvervangend lid: T.P.J. Bruinsma Financieel De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt voor 2011 € 1,1 mln. belang: Ontwikkelingen: Met ingang van 2011 wordt de Jeugd Gezondheidszorg van 4-19 jaar (JGZ) uitgeplaatst en ondergebracht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Verbonden partij: ROG plus NWN Doel: Het bevorderen van de maatschappelijke participatie en de zelfredzaamheid van gehandicapten door het wegnemen c.q. verminderen van beperkingen die gehandicapten ondervinden bij deelname aan het maatschappelijke verkeer en hun dagelijkse leven in en om hun woning. Het verstrekken van hulp bij het huishouden voor mensen die (tijdelijk) niet meer alles zelf kunnen. Betrokkenen Gemeente Vlaardingen, Schiedam en Maassluis Bestuurlijk Wethouder C. Oosterom is lid van het Algemeen Bestuur. belang: Plaatsvervangend lid: T.P.J. Bruinsma Financieel De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt voor 2011 € 12,5 belang: mln. Dit betreft het verstrekken van individuele voorzieningen op gebied van vervoer, rollen, wonen en Hulp bij het Huishouden. Ontwikkelingen: Geen bijzonderheden
Programma Jeugd en Onderwijs Verbonden partij: OLIVER (Openbaar Lichaam VolwassenenEducatie Rijnmond) Doel: Het OLIVER is een gemeentelijk samenwerkingsverband met als voornaamste taak de gezamenlijke inkoop van Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) bij de Regionale Opleidings Centra ROC Zadkine en het Albeda College. Betrokkenen Alle gemeenten binnen de regio Rijnmond en de vier gemeenten van GoereeOverflakkee (in totaal 20 gemeenten) Bestuurlijk Het algemeen bestuur van het OLIVER bestaat uit de portefeuillehouders belang: Volwasseneneducatie van de deelnemende gemeenten. In die hoedanigheid is wethouder C. Oosterom lid van het algemeen bestuur Financieel Door de gezamenlijke inkoop van VAVO kan een kostenbesparing worden belang: bereikt. Het secretariaat wordt geleverd door de gemeente Rotterdam. Hiervoor betalen de andere deelnemende gemeenten een bijdrage van € 0,01 per inwoner. Ontwikkelingen: In het OLIVER worden ook afspraken gemaakt over registratie en terugdringen van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) en het aanpakken van laaggeletterdheid.
108
7. Grondbeleid Inleiding In het eerste kwartaal van 2011 zal de aangepaste nota grondbeleid worden behandeld in de gemeenteraad. De Nota Grondbeleid geeft de kaders aan waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie het grondbeleid kunnen uitvoeren. De voor het grondbeleid belangrijkste wet- en regelgeving is vastgelegd in een drietal nationale wetten: de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) met de eraan gekoppelde Grondexploitatiewet, de Wet Voorkeursrecht Gemeente (Wvg) en de Onteigeningswet. Algemene Europese afspraken over het handelen van overheden (zoals transparant, voor ieder gelijk, zonder bevoordeling en in concurrentie) hebben onder meer consequenties voor het sluiten van overeenkomsten, voor de keuze voor een contractpartij en voor de overeen te komen (financiële) vergoeding. Sinds 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening van kracht ter vervanging van de sinds 1965 functionerende Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Wro kent een afdeling Grondexploitatie. Vanuit de Wro volgt de verplichting dat in de toelichting op het bestemmingsplan inzicht wordt verschaft over de uitvoerbaarheid van het plan. Zelfs als voor de gemeente zelf geen kosten zijn verbonden aan het bestemmingsplan, ontslaat dat haar niet van de verplichting om zelf een onderzoek in te stellen naar de uitvoerbaarheid van het plan. Wet voorkeursrecht gemeenten De Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) is bedoeld om overheden een betere uitgangspositie te verschaffen op de grondmarkt. Hierdoor wordt de regierol van gemeenten, provincies of het rijk bij de uitvoering van ruimtelijk beleid versterkt, de inzichtelijkheid van de grondmarkt vergroot en kan prijsopdrijving door speculatie worden voorkomen. Een voorkeursrecht is een beleidinstrument voor de verwerving van gronden en opstallen door de overheid. Door het vestigen van een voorkeursrecht wordt de gemeente, de provincie of het rijk in staat gesteld bij voorrang de eigendom te verkrijgen van gronden en opstallen in een gebied waar nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gepland worden. Staatssteun De gemeente moet marktconform handelen. Van ongeoorloofde staatssteun is sprake indien door de overheid steun wordt verleend aan een onderneming, waardoor voor die onderneming een economisch voordeel ontstaat dat niet langs normale commerciële weg zou zijn verkregen. Daarbij gelden de criteria dat het voordeel slechts ten goede komt aan bepaalde ondernemingen (selectief) en dat het voorstel leidt tot (dreigende) vervalsing van de mededinging en mogelijk invloed op de handel tussen de lidstaten heeft. Staatssteun is van invloed op beleid waar het gaat om verwerving van gronden, opdrachtverlening voor bouw- en woonrijp maken en de verkoop van bouwrijpe grond. Dit betekent dat telkens een waardering en/of taxatie nodig is ter onderbouwing van het marktconform handelen.
Actief of faciliterend grondbeleid Hoewel Vlaardingen ambitieus is, betekent het niet dat zij “alles” ambieert. De financiële en organisatorische reikwijdte is uiteraard beperkt, zodat de gemeente keuzes moet maken waar zij actief en ondernemend optreedt bij de ontwikkeling van gronden en waar zij slechts de initiatieven van marktpartijen faciliteert. Een belangrijk instrument is goed ruimtelijk beleid. Goed ruimtelijk beleid biedt op publiekrechtelijk niveau het kader om gewenste bestemmingen, en daarbij ontwikkelingen, mogelijk te maken. Bij faciliterend grondbeleid geeft het kader bij voorbaat al richting en ruimte aan marktpartijen. Wanneer de gemeente zelf als (mede)initiator optreedt bij ruimtelijke ontwikkelingen is sprake van actief grondbeleid. De gemeente heeft daarbij een onvergelijkbare positie binnen de vastgoedmarkt. Transparantie en het nastreven van (vastgoed)doelen die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van werken, wonen en leven in Vlaardingen verschillen wezenlijk van de doelstellingen van de overige actoren op de vastgoedmarkt.
109
Actief grondbeleid Bij actief grondbeleid heeft de gemeente op enig moment gedurende een project zelf de grond in eigendom. De gemeente handelt als privaatrechtelijke partij (en houdt uiteraard haar publiekrechtelijke rol). De gemeente kan zelf de grondexploitatie voeren en zo het gewenste ruimtegebruik realiseren. Daartoe laat de gemeente werkzaamheden uitvoeren, zoals bouw- en woonrijp maken, om de grond vervolgens uit te geven. Bij verkoop van gronden maakt de gemeente onder meer afspraken over het te realiseren programma, de kwaliteit en het tempo van uitvoering. Enerzijds kan actief grondbeleid een (maximaal) sturingsinstrument zijn ten behoeve van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Anderzijds blijken de aankopen van een gemeente juist daar plaats te vinden waar de markt het uit commerciële overwegingen laat afweten en komt het in de praktijk vaak voor dat (voortijdige) aankopen leiden tot grondposities die of slechts beperkt bijdragen aan het gewenste ruimtelijke doel of jarenlang drukken op de gemeentelijke begroting. Dit omdat ontwikkelingen om welk reden ook, langer op zich laten wachten of door voortschrijdend inzicht gewijzigd zijn. Bij actief grondbeleid geeft goed ruimtelijk beleid, met name het bestemmingsplan, een titel waarop noodzakelijke verwervingen, bedrijfsbeëindigingen en verplaatsingen zowel minnelijk als formeel in goede banen geleid kunnen worden. Het geeft duidelijkheid aan de partij die ongevraagd geconfronteerd wordt met de gemeente als onderhandelingspartner. Een eigenaar is niet verplicht om de grond aan de gemeente te verkopen of een samenwerking aan te gaan; wanneer een eigenaar betoogt dat hij ook zelf ‘in staat en bereid’ is om het door de gemeente gewenste grondgebruik te realiseren, dan kan de gemeente deze eigenaar niet onteigenen. Deze clausule in de onteigeningswet staat bekend als het ‘zelfrealisatiebeginsel’. Actief grondbeleid is dus niet in alle gevallen te ontplooien. Faciliterend grondbeleid Bij faciliterend grondbeleid verkrijgt de gemeente de grond niet zelf in eigendom. De gemeente handelt slechts vanuit haar bevoegdheden in haar publieke rol. Hoewel de gemeente bij faciliterend grondbeleid nooit eigenaar wordt van de grond, kan de gemeente toch een belangrijke invloed uitoefenen op de ruimtelijke ontwikkeling binnen haar grondgebied. De gemeente beïnvloedt het handelen van een particuliere grondeigenaar, onder meer door het vastleggen van de ruimtelijke ordening in bestemmingsplannen en door het afsluiten van een anterieure overeenkomst met een particuliere exploitant. In een overeenkomst worden afspraken gemaakt over financiële bijdragen aan de kosten die de gemeente maakt. Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid tot het stellen van kwaliteitseisen zoals het aantal sociale woningen of het aantal vrije kavels voor particulier opdrachtgeverschap. Een voorwaarde voor het sluiten van een overeenkomst is wel dat de andere partij daar ook toe bereid is. Het instrument is gebaseerd op vrijwilligheid. Wanneer het niet mogelijk is een voor de gemeente bevredigende overeenkomst te sluiten, kan ook gekozen worden voor het vaststellen van een (dwingend) exploitatieplan.
De grondexploitatie Met de ontwikkeling en uitvoering van elk ruimtelijk plan zijn kosten en opbrengsten gemoeid. Kenmerkend voor deze kosten en opbrengsten is dat dit over een meerjarige periode speelt. Daarom moet rekening gehouden worden met de tijdswaarde van geld. Geld in kas brengt rente op en geleend geld kost rente. De begroting van het te ontwikkelen ruimtelijke plan, waarin de kosten en opbrengsten bij elkaar worden gebracht en in de tijd vergelijkbaar worden gemaakt, wordt de grondexploitatie genoemd. Voor elk plan hanteert de gemeente in beginsel het uitgangspunt dat het zichzelf moet kunnen financieren. Dit betekent dat de grondopbrengsten plus eventuele subsidies minimaal gelijk moeten zijn aan alle gemeentelijke kosten die met de ontwikkeling en de realisatie samenhangen. De in een grondexploitatie opgenomen kosten bestaan in hoofdzaak uit: Verwervingskosten: Bouwrijp maken:
Inbreng van in bezit zijnde grond, nog te verwerven grond en bijbehorende opstallen; Slopen, saneren, archeologie, kappen bomen, obstakelvrij maken en bouwwegen;
110
Woonrijp maken: Plankosten: Beheerkosten: Afdrachten: Onvoorzien: Rente, Opbrengstenen Kostenwijzigingen:
Wegen en paden, parkeerplaatsen, groen en water, riolering, kabels en leidingen, openbare verlichting, bruggen en aanhelen omliggend gebied; Voorbereidings-, Uitvoerings- en Toezichtskosten (VUT); Kosten voor het in stand houden van ingebrachte grond en opstallen; Contractuele verplichtingen en regioafdrachten; Kosten die tijdens de uitvoering blijken en niet voorzien zijn (10%); In begroting opgenomen rekenrente en parameters voor geprognosticeerde wijzigingen in opbrengsten en kosten;
De in een grondexploitatie opgenomen opbrengsten bestaan in hoofdzaak uit grondverkopen en subsidies.: Al deze kosten en opbrengsten moeten meegenomen worden in de grondexploitatie om een realistisch beeld te krijgen. Hiernaast dienen nog de risico’s in beeld te worden gebracht. Erfpacht Indien een ontwikkeling op erfpachtgrond plaats vindt, zal de grond worden omgezet van erfpacht naar eigendom. Bij deze omzetting is sprake van twee componenten. De afkoop van de erfpachtcanon en de verkoop van het bloot eigendom. Met de afkoopsom van de erfpachtcanon wordt in feite de verstrekte “hypotheek” afgelost, deze gelden komen niet ter beschikking van de grondexploitatie. De verkoop van het bloot eigendom komt wel ten goede aan de grondexploitatie. Maatschappelijke voorzieningen Maatschappelijke voorzieningen betreffen onder andere scholen, multifunctionele centra en sporthallen waarbij de gemeente de investeerder is. De bekostiging van deze voorzieningen vindt plaats vanuit de geëigende begrotingsposten. Inbrengen van een (deels) ongedekte maatschappelijke voorziening in een grondexploitatie kan alleen na besluitvorming hierover door de raad.
Grondtransacties en grondprijsbeleid Levering van gronden vindt door de gemeente Vlaardingen vrijwel altijd plaats op basis van verkoop in eigendom. Vanuit een historische situatie is echter tot 1997 als regel grond (met als uitzondering het centrum en Vlaardingen-Ambacht) in erfpacht uitgegeven. Met het College dat in 1994 aantrad is het beleid met betrekking tot de uitgifte van gronden gewijzigd, wat in 1996 heeft geleid tot beleid met betrekking tot het omzetten van erfpacht in eigendom en in 1997 tot het vaststellen tot de “Algemene Verkoopvoorwaarden Vlaardingen 1997”. Grond wordt ook nu nog incidenteel aangeboden met een keuzemogelijkheid tussen erfpacht of eigendom, met als doel om de realisatie van bepaalde nieuwbouwprojecten haalbaar te maken. Voor het aanbieden van gronden met keuzemogelijkheid is vooraf bestuurlijke instemming van het college noodzakelijk. Erfpacht Gronduitgifte in erfpacht betekent dat de gemeente op korte termijn minder inkomsten ontvangt omdat de grond niet verkocht wordt. Het voordeel is echter, naast een constante bron van jaarlijkse inkomsten door middel van de erfpachtcanon, het privaatrechtelijke sturingsinstrument. Uitgifte in erfpacht geschiedt altijd met een bepaalde privaatrechtelijke bestemming, bijvoorbeeld de bestemming woningbouw. Wijzigen van een erfpachtbestemming en/of bepalingen uit een erfpachtcontract kunnen uitsluitend na toestemming door de gemeente. Een wijziging in de erfpachtbestemming impliceert over het algemeen altijd een verhoging van de jaarlijkse canon voor de erfpachter, maar daarnaast kan de gemeente andere/nieuwe voorwaarden opleggen aan de erfpachter want er is namelijk sprake van een te wijzigen c.q. nieuwe overeenkomst. Vanuit het financiële perspectief is de omzetting van erfpacht naar eigendom onder de huidige voorwaarden ongunstig voor de gemeente. Inmiddels hebben alle particulieren de kans gekregen om erfpacht om te zetten in eigendom en vernieuwt de gemeente dit beleid. Het beleid ten aanzien van de omzetting van erfpacht naar eigendom van de gemeente wordt aangepast middels een actualisatie van de voorwaarden.
111
Grondprijsmethodiek Bij grondtransacties is het voor alle betrokken partijen van groot belang dat de grondwaarde op een juiste manier wordt gewaardeerd. Voor de verkopende partij is de grondwaarde van belang omdat het de maximaal haalbare grondprijs vertegenwoordigt waartegen de partij het verkoopt. De koper zal de grondwaarde moeten berekenen omdat hiermee duidelijk wordt of zijn exploitatie haalbaar is. Het huidige economische klimaat heeft de mogelijkheden om projecten te realiseren veranderd. De complexe financiering van projecten en de noodzaak klantgerichter voor de eindgebruikers te ontwikkelen, maakt dat de gemeente oog moet hebben voor de gehele keten van waardecreatie. Om optimaal hierin op te kunnen treden kiest de gemeente als uitgangspunt in haar grondprijsbeleid voor residueel rekenen. De gemeente kent relatief weinig mogelijkheden om projecten te realiseren, de grond is schaars. Dat betekent dat de gemeente in alle gevallen zal beoordelen of een grondtransactie verantwoord is, vanuit het perspectief dat een schaars goed kostbaar is. Residueel rekenen Grond als één van de productiefactoren voor het realiseren van vastgoed ontleent zijn waarde aan de waarde van het vastgoed net zoals landbouwgrond zijn waarde ontleent aan het gebruik als weide- of landbouwgrond. De methode om op deze manier de grondwaarde te bepalen heet de residuele methode, de resulterende grondwaarde noemen we de residuele grondwaarde. Een residuele berekening van de grondwaarde gaat uit van een berekening waarbij alle verwachte kosten om te komen tot realisatie van een object op bouwrijpe grond worden afgetrokken van de prognose van alle opbrengsten bij verkoop en exploitatie van dit object na realisatie. Aan de andere kant ambieert de gemeente geen gedetailleerde discussies over elementen van kostenraming en opbrengstenprognose. De residuele grondprijsberekening baseert zij daarom op een aantal uniforme uitgangspunten: ze hanteert een normatief residuele grondwaarde. Dat betekent dat de gemeente zich uitspreekt over de op eenheden gebaseerde grondwaarde per vastgoedfunctie. Bijzonder aandachtpunt is de berekening van de waarde van sociale woningen in het economisch verkeer. Gebruik van de residuele grondwaarde vraagt een duidelijk afgebakend begrippen-, methodiek en gegevenskader. Het veronderstelt dat marktinformatie beschikbaar is. Met name in de markt van bedrijfsmatig vastgoed is de ervaring dat de waarde van een perceel grond in hoge mate wordt bepaald door de mogelijkheden die het voor de bedrijfsvoering biedt. De waarde is daarmee zeer sterk verweven met de bedrijfsvoering. In de bepaling van de grondwaarde bij bedrijfsmatig vastgoed zal de gemeente daarom specifieke elementen als ontsluiting, voorzieningen, kadefaciliteiten, zichtlocaties en dergelijke meewegen. In deze markt worden de prijzen veelal vastgesteld op basis van maatwerk of de comparatieve methode. Dit laatste komt neer op een analyse van grondprijzen bij vergelijkbare ontwikkelingen in de regio. Grond is een schaars goed in Vlaardingen en er moet altijd een bodemwaarde aan toegekend worden. Die wordt jaarlijks vastgesteld. De voorkeursmethode van berekening van grondprijzen is derhalve de normatieve residuele, met als uitzondering bedrijfsmatig vastgoed. Die wordt desgewenst gecheckt door vergelijkingen met vergelijkbare projecten in de regio (comparatieve methode). Tenslotte dient de overeen te komen prijs te voldoen aan de voor dat jaar vastgestelde bodemprijs.
112
In onderstaand schema wordt een en ander samengevat.
Toelichting Kapstok grondwaardebepaling: - Stap 1, bepaal de residuele grondwaarde per functie aan de hand van de voorkeursmethode; - Stap 2, check de residuele grondwaarde per functie aan de hand van de comparatieve methode; - Stap 3, check of de grondwaarde per m² kavelgrootte boven de vaste grondwaarde ligt
Grondexploitaties als onderdeel van de gemeentelijke planning & control cyclus Veel financiële regels voor de gemeente zijn vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In deze paragraaf worden de specifieke aandachtpunten voor het grondbeleid beschreven. Verantwoording Gronden bestemd voor woningbouw of de ontwikkeling van bedrijventerreinen worden op de gemeentelijke balans verantwoord onder materiële activa, onderdeel “voorraden”. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: - in exploitatie genomen gronden (onderdeel lopende grondexploitaties) en - niet in exploitatie genomen gronden (bijvoorbeeld strategisch bezit). Bij nog niet in exploitatie genomen gronden is de daadwerkelijke realisatie nog niet formeel gestart. Er kunnen echter wel voorbereidende werkzaamheden worden gedaan zoals onderzoeken, het opstellen van een stedenbouwkundig ontwerp en een bijbehorende grondexploitatie. Die kosten dienen ten laste te komen van een specifiek daartoe te benoemen budget. Alle gronden worden geactiveerd tegen (historische) verkrijgingprijs en eventueel bijkomende kosten. Jaarlijks wordt bij de opstelling van de jaarrekening getoetst of de boekwaarde van het bezit nog in evenwicht is met de feitelijke
113
(markt)waarde. Zo niet, dan zullen afwaarderingen worden doorgevoerd. Deze komen ten laste van de Algemene Reserve. Wanneer de gemeenteraad de grondexploitatie heeft vastgesteld, is er sprake van in exploitatie genomen gronden. De gemeenteraad stelt daarmee ook de kredieten ten behoeve van de uitvoering van het plan voor het lopende en de volgende begrotingsjaar/begrotingsjaren beschikbaar. Die kosten kunnen dan ten laste worden gebracht van de grondexploitatie. De grondexploitaties van de in exploitatie genomen gronden worden regelmatig geactualiseerd en/of herzien. Dit is noodzakelijk omdat grondexploitaties regelmatig gekenmerkt worden door veranderende omstandigheden, wettelijke voorschriften en voortschrijdende planinzichten tijdens de relatief lange looptijden. De financiële consequenties van de aanpassingen moeten inzichtelijk worden gemaakt. Bij een materieel ingrijpende planaanpassing wordt een geheel herziene exploitatieopzet voorgelegd aan de gemeenteraad. Het college voldoet hiermee aan de actieve en passieve informatieplicht en respecteert tevens het budgetrecht van de raad. De vertrouwelijkheid van de onderliggende informatie waarborgt de onderhandelingspositie van de gemeente. Winstneming Winstneming kan pas aan de orde komen als er daadwerkelijk een positief eindresultaat is gerealiseerd en de grondexploitatie is afgesloten. Er is in principe geen sprake van tussentijdse winstneming bij afronding van onderdelen van grondexploitaties. In het geval van tussentijdse winstneming dient de betreffende exploitatie te worden “gesplitst”. De winstneming komt ten gunste van de algemene reserve. Verliezen Het resultaat van een grondexploitatie kan een geprognosticeerd verlies zijn. Wanneer dit aan de orde is, dan moet de gemeente een voorziening vormen. De voorziening zal jaarlijks herzien worden op basis van de geactualiseerde grondexploitatie. De grootte van de voorziening is gelijk aan het te verwachten negatieve resultaat van de grondexploitatie op eindwaarde. Het treffen van de voorziening komt ten laste van de algemene reserve. Weerstandsvermogen/risico’s De jaarlijkse herzieningen van de grondexploitaties en het beslag op het weerstandsvermogen zullen worden gepresenteerd bij de programmabegroting en de jaarrekening. Voor de informatievoorziening en verantwoording gelden de volgende uitgangspunten: - de informatievoorziening en verantwoording vindt juist, volledig en tijdig plaats - herzieningen van grondexploitaties ten gevolge van een gewijzigde planuitvoering of planopzet moeten een helder inzicht geven in de (financiële) consequenties - iedere vorm van informatievoorziening geeft een duidelijk inzicht van de ontwikkelingen ten opzichte van de voorgaande rapportage - de rapportage gaat in op de aspecten geld, planning, resultaat en risico’s waarbij kwantificering van de risico’s bijzondere aandacht krijgt
114
Stand van zaken grondexploitaties Grondexploitatie
Verwacht Reeds Nog te plansaldo getroffen dekken voorzieningen
Jaar Opmerking afsluiting
1. Buizengat Oost
€ 3,4 mln positief
Nvt
Nvt
2016
Voor deze exploitatie is in 2010 een grondexploitatie vastgesteld
2. Koggehaven
€ 3,6 mln
€ 3,6 mln
Nvt
2012
Voor deze exploitatie is in 2010 een grondexploitatie vastgesteld
negatief 3. Holy Noord
€ 4,1 mln positief
nvt
nvt
2011
De exploitatie Holy-Noord bevindt zich in een afrondend stadium. Als laatste zal de uitgifte van vrije kavels ter hand worden genomen. In 2011 wordt exploitatie afgesloten (verwacht positief resultaat € 4,1 mln). De grondexploitaie is in 2010 herzien.
4. Westwijk
€0
nvt
nvt
2016
In januari 2011 wordt een herziene exploitatie aan de raad voorgelegd. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan het centrumgebed.
5. Holy Zuid West
€ 4 mln
nvt
nvt
2012
In januari 2011 wordt een herziene exploitatie aan de raad voorgelegd
positief (minimaal) 6. Stationsgebied Centrum
€ 2,2 mln positief
nvt
nvt
2017
In januari 2011 wordt een herziene exploitatie aan de raad voorgelegd
7. Babberspolder Oost
€ 4,1 mln
€ 4,1 mln
nvt
2016
Voorziening bestemd voor vrijmaken wiggen
8. Schiereiland (KW Haven)
€ 6 mln
€ 5 mln
€ 1 mln
2018
In januari 2011 wordt een herziene exploitatie aan de raad voorgelegd
negatief negatief
115
Grondexploitatie
Verwacht Reeds Nog te plansaldo getroffen dekken voorzieningen
Jaar Opmerking afsluiting
9. VOP Oost
€ 5,6, mln negatief
€ 5 mln
€ 0,6 mln
2016
Op basis van uitsluitend verwerving bedrijf
10. Holy Zuid oost
€0
nvt
nvt
2020
In januari 2011 wordt een herziene exploitatie aan de raad voorgelegd
Totalen
€ 5,6 mln negatief
€ 17,7 mln
€ 1,6 mln
Voor de overige deelgebieden in de Rivierzone worden door de Raad grondexploitaties vastgesteld op het moment dat een deelgebied in de realisatiefase komt. Voor de deelgebieden VOP Oost en Vijfsluizen, Vergulde Hand West, de Huishoudschoollocatie, Maaswijk en Marathonwegzone zal zodra relevant een (grond)exploitatie worden opgesteld. Oftewel aansluitend aan het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst (faciliterend grondbeleid) of zodra een deelgebied in de realisatiefase komt (actief grondbeleid).
116
Zowel positieve als plansaldi worden via het resultaat verrekend met de Algemene Reserve (negatieve plansaldi vooraf, positieve plansaldi na afronding). Dat leidt tot de volgende vermogensmutatie in de jaren: Grondexploitatie
2011
2012
1. Buizengat Oost
2013
2014
2015
2016
2017
2018
plus € 3,4 mln
2. Koggehaven
€0
3. Holy Noord
plus € 4,1 mln
4. Westwijk
€0
5. Holy Zuid West
plus € 4 mln
6. Stationsgebied Centrum
plus € 2,2 mln
7. Babberspolder Oost
€0
8. Schiereiland (KW Haven)
min
9. VOP Oost
min
€ 1 mln
€ 0,6, mln 10. Holy Zuid oost
€0
Totalen
plus
plus
plus
plus
€ 2,5 mln
€4 mln
€ 3,4 mln
€ 2,2 mln
Deze exploitaties leveren derhalve naar verwachting een positieve bijdrage aan de gemeentelijke vermogenspositie. Het bedrag van € 4,1 mln vanuit de grondexploitatie Holy Noord is reeds verwerkt in deze herziene begroting 2011, op basis van de vastgestelde herziening. De extra voorzieningen voor de exploitaties VOP Oost en Schiereiland (KW Haven) in 2011 zijn nog niet getroffen. Dat gebeurt bij de concrete besluitvorming inzake deze gebiedsontwikkelingen.
117
118
FINANCIEEL DEEL
119
120
1. Overzicht van baten en lasten
121
122
(bedragen x € 1.000) Programma Lasten (A) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit · Wonen · Economie en Haven · Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur · Sport en Recreatie · Financiën · · · ·
Lokale belastingen Financiering Onvoorzien Overig
Subtotaal Lasten (A) Baten (B) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
18.852 10.552 22.087 16.390 1.699 21.891 15.925 25.423 62.395 10.108 5.398
24.077 10.135 21.122 15.808 3.709 22.883 14.609 24.829 68.517 9.674 5.798
21.924 9.973 19.703 15.140 503 22.445 14.033 21.334 66.697 8.685 5.813
22.550 9.934 19.337 15.734 487 22.569 13.942 21.264 64.615 8.518 5.771
21.805 9.834 18.556 15.425 476 22.434 13.789 21.198 64.308 8.386 5.553
2.043 773 235 4.054 223.941
1.936 773 235 -293 223.812
1.917 567 235 459 209.426
1.909 360 235 2.131 209.356
1.864 353 235 2.971 207.005
· Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu
8.870 128
9.008 83
8.955 83
9.058 83
8.968 83
16.759
16.759
16.759
16.759
16.759
· · · · · · · ·
Verkeer en Mobiliteit Wonen Economie en Haven Jeugd en Onderwijs Welzijn en Zorg Werk en Inkomen Kunst en Cultuur Sport en Recreatie
1.590 0 19.180 3.522 1.237 52.287 667 191
1.590 0 25.447 4.129 1.248 50.559 515 143
1.472 0 21.563 4.136 1.252 50.599 523 144
1.672 0 21.568 4.138 1.255 50.639 531 144
1.672 0 21.534 4.140 1.259 50.674 539 145
· Financiën · Lokale belastingen
12.591
12.841
12.841
12.841
12.841
86.281 1.000 8.273 2.535 221.228
84.655 1.000 8.473 2.795 219.247
82.902 1.010 7.767 2.995 213.001
82.017 1.010 7.260 2.995 211.970
81.561 1.010 7.053 2.995 211.233
-2.713
-4.565
3.575
2.614
4.228
· · · ·
Algemene uitkering Dividend Financiering Overig
Subtotaal Baten (B) Resultaat voor bestemming (B-A=C)
123
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
1.141 0 552
1.161 0 694
1.167 0 1.157
1.167 0 1.463
1.167 0 1.463
0
0
0
0
0
0 9 0 0 0 0 0 0 1.702
0 9 0 360 0 0 0 0 2.225
0 9 0 1.590 0 0 0 0 3.923
0 9 0 1.590 0 0 0 0 4.229
0 9 0 1.590 0 0 0 0 4.229
· Financiën
656 0 294 435 1.302 15 1.101 225 310 70 6 0
2.503 0 0 194 3.302 0 542 0 310 50 0 118
3 0 0 0 102 0 133 0 310 0 0 0
3 0 0 1.250 102 0 45 0 310 0 0 0
3 0 0 1.250 102 0 45 0 310 0 0 0
Subtotaal onttrekkingen (E)
4.414
7.020
548
1.710
1.710
0
231
200
96
1.709
(bedragen x € 1.000) Reserves Toevoegingen (D) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit · · · · · · · ·
Wonen Economie en Haven Jeugd en Onderwijs Welzijn en Zorg Werk en Inkomen Kunst en Cultuur Sport en Recreatie Financiën
Subtotaal toevoegingen (D) Onttrekkingen (E) · · · · · · · · · · ·
Bestuur, Dienstverlening en Participatie Veiligheid en handhaving Groen en Milieu Verkeer en Mobiliteit Wonen Economie en Haven Jeugd en Onderwijs Welzijn en Zorg Werk en Inkomen Kunst en Cultuur Sport en Recreatie
Resultaat na bestemming (C-D+E)
124
2. Reserves en voorzieningen
125
Reserves (x € 1.000)
Stand Toevoe01.01.2011 ging
Onttrekking
Stand Toevoe31.12.2011 ging
Onttrekking
Algemene reserve concern
40.504
0
5.700
34.804
0
2000
Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie Programma Financiën Programma Veiligheid en handhaving Programma Groen en Milieu Programma Verkeer en Mobiliteit Programma Wonen Programma Economie en Haven Programma Jeugd en Onderwijs Programma Welzijn en Zorg Programma Werk en Inkomen Programma Kunst en Cultuur Programma Sport en Recreatie
1.829 118 424 6.370 8.109 260 10.327 2.400 3.316 611 1.924 598
1.161 0 0 647 0 3.200 9 0 360 0 0 47
0 118 0 0 194 3.200 102 542 0 310 50 3
2.990 0 424 7.017 7.915 260 10.234 1.858 3.676 301 1.874 641
0 0 0 1.110 0 2.000 9 0 1.590 0 0 47
851
TOTAAL
76.791
5.425
10.220
71.996
4.756
Voorzieningen (x € 1.000)
Bomenfonds Erfpachtsgronden Babberspolder-Oost Pensioenverplichting B&W Wachtgeldverplichting vm. Wethouders Ontwikkeling schiereiland 57-jarigen maatregelen Graven in Vlaardingen Frictiekosten takendiscussie TOTAAL
Stand Toevoe01.01.2011 ging
10 737 3.935 40 5.300 570 106 4.439 15.136
0 0 240 0 0 0 0 0 240
Onttrekking
2 0 215 0 0 400 0 1.100 1.717
Stand Toevoe31.12.2011 ging
8 737 3.960 40 5.300 170 106 3.339 13.659
0 0 240 0 0 0 0 0 240
126
105
2.000 102 133 301 70 33 5.595
Onttrekking
215
170 1.10 1.487
Stand Toevoe31.12.2012 ging
Onttrekking
Stand Toevoe31.12.2013 ging
Onttrekking
Stand 31.12.2014
32.804
0
2000
30.804
0
2000
28804,03
2.139 0 319 8.127 7.915 260 10.142 1.725 5.266 0 1.804 655
0 0 0 1.416 0 2.000 9 0 1.590 0 0 47
851 0 50 0 1.250 2.000 102 45 0 310 28 33
1.288 0 269 9.543 6.665 260 10.049 1.681 6.856 -310 1.776 668
0 0 0 1.416 0 2.000 9 0 1.590 0 0 47
851 0 0 0 1.250 2.000 102 45 0 310 0 34
437 0 269 10.959 5.415 260 9.956 1.636 8.446 -620 1.776 682
71.157
5.062
6.669
69.550
5.062
6.591
68.021
Stand Toevoe31.12.2012 ging
6 737 3.985 40 5.300 0 106 2.239 12.412
0 0 240 0 0 0 0 0 240
Onttrekking
2 0 215 0 0 0 0 1100 1.317
Stand Toevoe31.12.2013 ging
4 737 4.010 40 5.300 0 106 1.139 11.335
0 0 240 0 0 0 0 0 240
Onttrekking
2 0 215 0 0 0 0 1100 1.317
Stand 31.12.2014
2 737 4.035 40 5.300 0 106 39 10.258
127
Gedetailleerd meerjarenoverzicht reserves Reserves
Stand 01.01.2011
Toevoeging
Onttrekking
Stand 31.12.2011
Toevoeging
437 1.391
0 1.161
0 0
437 2.552
0 0
Programma Financiën (excl. Algemene reserve) Egalisatie BTW compensatiefonds
118
0
118
0
0
Programma Veiligheid en Handhaving Veilige schoolzones Aanpak hennepkwekerijen
135 289
0 0
0 0
135 289
0 0
Programma Groen en Milieu Aanpak groen Broekpolder/'t Hof/'t nieuwelant/Emaus Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Egalisatie riolering
3.887 2.777 -294
0 505 142
0 0 0
3.887 3.282 -152
0 506 604
Programma Verkeer en Mobiliteit Egalisatiereserve parkeren Tunnel Marathonweg Infrastructuur Sluisplein Kleine reconstructies wegen
34 7.468 492 116
0 0 0 0
34 0 0 160
0 7.468 492 -44
0 0 0 0
260 0
0 3.200
0 3.200
260 0
0 2.000
Programma Economie en Haven Revitalisering binnenstad Exploitatie Revolving fund Fonds aanpak recessie Rivierzone verwervingen Onderhoud havens
1.351 317 3.650 5.000 9
0 0 0 0 9
0 102 0 0 0
1.351 215 3.650 5.000 19
0 0 0 0 9
Programma Jeugd en Onderwijs Pilot tieneropvang Onderwijshuisvesting Kapitaallasten Oosterstraat 56 Verzelfstandiging VOS Brede school Kindvolgsysteem
150 1.625 461 34 50 80
0 0 0 0 0 0
0 495 13 34 0 0
150 1.130 449 0 50 80
0 0 0 0 0 0
(x € 1.000)
Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie Informatisering/kenniscentrum Onderhoud gebouwen
Programma Wonen Herinrichting en uitgifte groenstrook Het Scheur Actieplan wonen
128
Onttrekking
Stand 31.12.2012
Toevoeging
OnttrekStand king 31.12.2013
Toevoeging
OnttrekStand king 31.12.2014
0 851
437 1.701
0 0
0 851
437 851
0 0
0 851
437 0
0
0
0
0
0
0
0
0
55 50
80 239
0 0
0 50
80 189
0 0
0 0
80 189
0 0 0
3.887 3.788 452
0 518 898
0 0 0
3.887 4.306 1.350
0 518 898
0 0 0
3.887 4.824 2.248
0 0 0 0
0 7.468 492 -44
0 0 0 0
0 1.250 0 0
0 6.218 492 -44
0 0 0 0
0 1.250 0 0
0 4.968 492 -44
0 2.000
260 0
0 2.000
0 2.000
260 0
0 2.000
0 2.000
260 0
0 102 0 0 0
1.351 112 3.650 5.000 28
0 0 0 0 9
0 102 0 0 0
1.351 10 3.650 5.000 37
0 0 0 0 9
0 102 0 0 0
1.351 -92 3.650 5.000 47
0 0 120 13 0 0
0 150 1.010 436 50 80
0 0 0 0 0 0
0 0 32 13 0 0
0 150 978 423 50 80
0 0 0 0 0 0
0 0 32 13 0 0
0 150 946 410 50 80
129
Reserves (x € 1.000) Programma Welzijn en Zorg Integratie WMO Mantelzorgondersteuning Gezondheidszorg Programma Werk en Inkomen Exploitatiereserve TBV Inburgering Programma Kunst en Cultuur Urban House Sanering semi-statische archieven Huisvesting Vlaardings museum Beeldende kunst Archeologie Touwbaan Programma Sport en Recreatie Combinatiefuncties Exploitatie fluisterboot Onderhoud daktuin
Stand 01.01.2011
Toevoeging
Onttrekking
Stand 31.12.2011
Toevoeging
322 1.802 198 261
0 360 0 0
0 0 0 0
322 2.162 198 261
0 1.590 0 0
611 514
0 0
310 0
301 514
0 0
40 108 1.500 66 122 88
0 0 0 0 0 0
0 50 0 0 0 0
40 58 1.500 66 122 88
0 0 0 0 0 0
120 15 373
0 0 47
0 0 0
120 15 420
0 0 47
130
Onttrekking
Stand 31.12.2012
Toevoeging
OnttrekStand king 31.12.2013
Toevoeging
OnttrekStand king 31.12.2014
0 0 0 0
322 3.752 198 261
0 1.590 0 0
0 0 0 0
322 5.342 198 261
0 1.590 0 0
0 0 0 0
322 6.932 198 261
301 0
0 514
0 0
310 0
-310 514
0 0
310 0
-620 514
0 50 0 0 0 20
40 8 1.500 66 122 68
0 0 0 0 0 0
0 8 0 0 0 20
40 0 1.500 66 122 48
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
40 0 1.500 66 122 48
30 0 0
90 15 467
0 0 47
30 0 0
60 15 514
0 0 47
30 0 0
30 15 561
131
132
3. EMU-Saldo
133
134
Berekening EMU-saldo (Bedragen x € 1.000) 1.
Saldo resultaatbepaling
-4.565
2.
Afschrijvingen
11.287
3.
Dotaties aan voorzieningen
4.
Investeringen in (im)materiële vaste activa
5.
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
6.
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
0
7.
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8.
Baten bouwgrondexploitatie
9.
Aanwendingen van voorzieningen
10.
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
Berekend EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10)
240 15.205
10.000
2.000 617 0
-16.860
Het emu-saldo is een verplichte bijlage. De begrotingssaldi van gemeenten tellen mee voor de berekening van het nationale begrotingstekort. Jaarlijks totaliseert het CBS de emu saldi van alle overheidsinstanties. Uiteindelijk mag het tekort van alle overheden 3% van het BBP bedragen.
135