HULPAANBOD KAMERTRAININGSCENTRUM HAARLEM OCK HET SPALIER Informatie voor plaatsers
INHOUD: 1 : Inleiding
2
2 : Methodiek
3
3 : Route naar het KTC / Start plaatsing
9
4 : Teamsamenstelling / Mentorschappen
11
5 : Tot slot…
12
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 1/12
1: INLEIDING Met ingang van 1 november 2010 zijn we gestart met het nieuwe kamertrainingscentrum Haarlem. Dit is een samenvoeging van de 24-uurs KTC aan de Koninginneweg te Haarlem en het niet 24-uurs meiden KTC Duvo aan de Duvenvoordenstraat te Haarlem. Beide KTC’s bestonden al zeer geruime tijd (resp. 29 en 25 jaar) en hebben daarmee zeker hun noodzaak bewezen. Met deze samenvoeging hopen we in ieder geval op twee punten te verbeteren, namelijk het bieden van 24-uurs zorg voor zowel gemengde- als ook meidenplekken en intensieve begeleiding aan onze doelgroep. De intensievere begeleiding willen we nastreven door een andere tijdsindeling en aangescherpte methodiek welke wij u in dit stuk presenteren. Het nieuwe KAMERTRAININGSCENTRUM heet: KTC HAARLEM. De afgelopen jaren hebben we ervaren dat onze ‘KTC jongeren’ aan het veranderen zijn. De meest opvallende verandering betreft de jongeren die (letterlijk) vallen in het grijze gebied tussen Jeugdzorg en LVB (licht verstandelijk beperking) en de jongeren die tussen Jeugdzorg en Jeugdpsychiatrie vallen. Hierin laten jongeren steeds vaker (licht) psychiatrische problematiek zien met de daarbij horende gedragsproblemen en moeilijkheden . Anderen laten probleemgedrag zien als gevolg van het overvraagd worden binnen de reguliere Jeugdzorgbegeleiding waarin een groot appel gedaan wordt op zelfstandigheid, inzicht en vaardigheden, passend bij onze KTC methodiek. Jongeren met steeds zwaardere problematieken als forse gedragsproblemen en/of zeer problematische thuissituaties, jongeren met een lange voorgeschiedenis in diverse (gesloten) instellingen en jongeren die steeds minder gemotiveerd lijken voor begeleiding, worden steeds vaker aangemeld. Deze jongeren moeten een weg zien te vinden in onze samenleving waarin het hebben van onderdak, werk en voldoende inkomen van groot belang zijn. Juist voor deze doelgroep is het heel moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. Wij vragen onze ketenpartners zoals Bureau Jeugdzorg en andere plaatsers kritisch te blijven als het gaat om passende indicaties: Dat wil zeggen dat jongeren moeten beschikken over voldoende vaardigheden om te kunnen profiteren van het aanbod op het KTC. In het kort gezegd bedoelen we hiermee vaardigheden als het kunnen aanhouden van een dagbesteding, het hebben van voldoende inkomen en het kunnen omgaan met de vrijheden passend bij een KTC. Ons eigen aanmeldpunt (het GAP) van OCK het Spalier zorgt zoveel mogelijk voor realistische plaatsingen om te voorkomen dat het voor de jongeren uitdraait op een misplaatsing met als gevolg een (zoveelste) teleurstelling. Het vernieuwde Kamertrainingscentrum Haarlem zal het punt van de verzwaring van de doelgroep zelf tegemoet treden door de werkwijze bij te stellen en aan te passen. Op deze manier streven wij na onze doelgroep kwalitatief goede, intensieve en passende hulpverlening te blijven bieden.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 2/12
2: METHODIEK
Op ons kamertrainingscentrum bieden wij individuele, praktische begeleiding aan jongeren vanaf 16 jaar. Wij richten ons op dagbesteding, financiën, verzekeringen, hygiëne en gezondheid. Daarnaast bieden we sociaal-emotionele hulpverlening op gebied van gezin/familie, netwerk, relaties, seksualiteit en psychisch welzijn. Zo nodig verwijzen we door naar een Riagg of ander passende zorg. Al 25/29 jaar leveren onze KTC’s op al deze gebieden goede begeleiding. Dit zullen wij met enthousiasme en professionele inzet blijven doen. We werken met concrete trainingsonderdelen, levensgebieden en alle punten zoals in dit stuk verder beschreven. Wat we natuurlijk niet uit het oog mogen verliezen is dat we creatief blijven en ons aanbod goed afstemmen; zorg op maat, passend bij de jongere om wie het gaat. Gefaseerde hulpverlening: Op het vernieuwde kamertrainingscentrum Haarlem bieden wij individuele begeleiding door middel van gefaseerde hulpverlening, waarin de KTC jongeren een drietal fasen kunnen doorlopen. Hierin vindt een opbouw plaats van intensieve, zo nodig ‘hand-in-hand’ begeleiding, richting steeds meer zelfstandigheid en vaardigheden waarin de frequentie van begeleiding lager komt te liggen. Gedurende fase 1 en fase 2 wonen de jongeren op locatie Koninginneweg waar 24-uurs zorg geboden wordt. Op locatie Koninginneweg kunnen aan de linkerkant van het pand acht jongeren (gemengde plekken voor jongens en meisjes) wonen en aan de rechterkant van het pand vier meisjes wonen. Deze vier meidenplekken zijn niet vrij toegankelijk voor de andere acht jongeren. Zij zullen beschikken over een eigen voordeur. Zodra de jongeren, woonachtig op locatie Koninginneweg, voldoende groei hebben laten zien gedurende de eerste twee fasen voor wat betreft vaardigheden om zelfstandig te kunnen gaan wonen, kunnen zij doorstromen naar de volgende fase. Dit is fase 3 en dit betekent een verhuizing naar locatie Duvenvoordenstraat (verder locatie Duvo te noemen) waar geen 24-uurs zorg wordt geboden maar deeltijd zorg. Gedurende enkele uren per dag is er een mentor aanwezig op de locatie Duvo. Op locatie Duvo is plek voor vijf jongeren, jongens en meisjes. Meidenhulpverlening: Zoals hierboven uitgelegd zijn er vier plekken voor meisjes beschikbaar in het nieuwe kamertrainingscentrum Haarlem op locatie Koninginneweg waar 24-uurs zorg geboden wordt. Hier zal meidenhulpverlening worden geboden. Dit hulpaanbod lijkt voor een groot deel op de hulpverlening zoals die 25 jaar lang geboden is in het voormalige meiden KTC Duvo. Dit betekent dat er specifiek aandacht is voor de problemen die meisjes vaak tegenkomen vanuit hun socialisatie maar die vooral onder te brengen zijn in de begrippen: relationele afhankelijkheid, het richten van negatieve gevoelens op zichzelf en een lage zelfwaardering. Ook meisjes met internaliserende problematiek zijn hier op hun plek
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 3/12
doordat het KTC met maar vier plekken een kleinschalig geheel is. Ook deze meisjes kunnen in fase 3 doorstromen naar locatie Duvo.
Huur locatie Koninginneweg en Duvenvoordenstraat: Op locatie Koninginneweg en Duvenvoordenstraat is de huurprijs voor alle kamers € 182,(excl. € 10,- internet en incl. gas, water en licht) Wanneer jongeren gebruik willen maken van een internetverbinding op de kamer, betaalt hij/zij daar € 10,- per maand voor. Borg en sleutelgeld: Bij aanvang van plaatsing betaalt de jongere € 200,- borg. Dit bedrag is verhoogd (van € 182,naar € 200,-) ivm het nieuwe sleutelsysteem waarvan de sleutels € 55,- per stuk kosten. Wanneer er voor een jongere een nieuwe sleutel moet worden aangevraagd omdat hij of zij zijn/haar sleutel is kwijt geraakt, betaalt hij/zij daar € 55,- voor. Bij einde plaatsing krijgt de jongere zijn/haar borg terug op voorwaarde dat hij/zij de kamer schoon, netjes en heel achterlaat en de sleutel inlevert. Jongeren kunnen pas komen wonen wanneer zij in staat zijn aan deze financiële verplichtingen te voldoen. Onder andere is om deze reden de dagbesteding van 32 uur per week een voorwaarde waaraan voldaan moet worden voordat een jongeren geplaatst kan worden.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 4/12
De 3 fasen in vogelvlucht: De gefaseerde hulpverlening kenmerkt zich vooral door de focus te leggen op dagbesteding en financiën als voorwaarden voor plaatsing op het KTC. Acht levensgebieden worden actief gevolgd en waar nodig getraind. Deze levensgebieden zullen als rode draad door de gehele kamertraining lopen. De acht levensgebieden zijn: A: Financiën E: Persoonlijke zorg B: Werken/Dagbesteding F: Sociale contacten/Seksualiteit C: Leren/Opleiding G: Vrijetijdsbesteding D: Gezin van herkomst/Familie H: Toekomstige woonplek/vangnet
* Kenmerkend voor fase 1: Deze fase duurt 3 maanden, daarna vindt de planbespreking plaats waarin de persoonlijke doelen uit het eerste hulpverleningsplan worden gescoord en besproken. De doelen worden zoveel mogelijk samen met de jongeren en zijn/haar systeem en andere aanwezigen geformuleerd. Doelen en aandachtspunten zoals die door de plaatser vooraf zijn gesteld, worden hier gecheckt en indien passend, meegenomen. In de planbespreking wordt besloten of de jongere naar fase 2 kan. In deze eerste drie maanden wordt concreet getraind op financiën/budgetteren, hygiëne/huishouden, koken en dagbesteding (school en/of werk) en omgaan met de vrijheden die het leven op een KTC met zich meebrengt. Jongeren komen vaak uit een meer gestructureerde en beschermde setting dan wel uit een gezinssituatie en ze moeten de eerste tijd vaak wennen aan omgaan met de vrijheden en uitdagingen en verleidingen vanuit de omgeving. In deze eerste fase wordt de jongere intensief begeleid door de mentoren van het KTC en zo nodig zal men met de jongeren meelopen naar bijv. instanties en zal men zo nodig helpen om een sollicitatie op poten te zetten. In fase 1 komt in ieder geval het volgende aan de orde: • Wekelijkse kamercontrole en mentorgesprek. • Afspraken tussen mentor en jongere voor het doen van boodschappen, samen koken en eten in de keuken of op de kamer van de jongere (minimaal driemaal in fase 1) Na afstemming kan er ook samen gegeten worden aan de eettafel van de mentoren. • Bij start van de plaatsing levert de jongere zijn/haar pinpas in. Deze wordt door de mentoren bewaard in de kluis. Alleen samen met de mentor regelt de jongere zijn/haar financiën, zo krijgt de mentor zicht op en inzage in de financiën van de jongere en kan de jongeren de handelingen eigen maken en leren omgaan met geld. • De mentor heeft contact met derden (ouders, opleiding, werk, hulpverleners, etc.) • Samen bespreken van de voortgang mbt de persoonlijke doelen uit het hulpverleningsplan. • Ouders/verzorgers/betrokkenen uit netwerk worden uitgenodigd op kantoor en zal er zo mogelijk een huisbezoek door de mentor worden afgelegd.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 5/12
Certificaten: Jongeren kunnen een certificaat halen zodra zij ‘geslaagd’ zijn voor de verschillende trainingsonderdelen zoals koken, budgetteren, hygiëne, etc. Voor het behalen van het certificaat kunnen jongeren een kleine beloning ontvangen.
* Kenmerkend voor fase 2: Jongeren gaan naar fase 2 als zij hebben laten zien zich aan afspraken te kunnen houden en als er drie van de vijf certificaten zijn gehaald. De behaalde certificaten (levensgebieden) worden door de mentoren bijgehouden in een kaartsysteem waar tevens de persoonlijke gegevens van de jongeren op worden bijgehouden. In deze fase is het vooral aan de jongere om te laten zien in hoeverre hij/zij zelf in staat is de volgende onderdelen steeds zelfstandiger te onderhouden en uit te voeren: • Financiën / Budgetteren / Betalen van de huur. Pinpas is in eigen beheer. • Dagbesteding (min. 32 uur per week net als in fase 1) • Hygiëne / Huishouden / Koken. • Persoonlijke doelen uit het hulpverleningsplan. • Omgang met instanties/opleiding/werkgever. De mentoren nemen meer een begeleidende rol dan een sturende rol op zich. De jongere is in staat zijn/haar vragen en behoefte aan begeleiding vaker op te sparen tot het mentorgesprek. Inzage in financiën en dagbesteding blijft. Fase 2 duurt ongeveer zes maanden. Opnieuw vindt er een planbespreking plaats waarin de persoonlijke doelen uit het hulpverleningsplan worden gescoord en besproken. In deze planbespreking wordt besproken of: • De jongere doorstroomt naar fase 3, op locatie Duvenvoordenstraat (dag-KTC) • De jongere doorstroomt naar Begeleid Wonen van OCK het Spalier. • Er een einddatum kan worden gesteld omdat de jongere toe is aan zelfstandigheid en/of hij/zij niet langer begeleiding vanuit het KTC nodig heeft. • Er wordt toegewerkt naar een zelfstandige woonplek met einddatum voor het KTC.
* Kenmerkend voor fase 3: Na ongeveer driekwart jaar kan een jongere vanuit de 24-uurs setting van de locatie aan de Koninginneweg doorstromen naar de locatie Duvo waar de mentoren nog slechts enkele uren per dag aanwezig zijn. Dit betekent het volgende: • De jongere wordt op afstand begeleid met weinig contactmomenten • De jongere volgt de huisregels zoals die gelden op deze locatie (hij/zij kan zichzelf begrenzen) • Financiën wordt zelfstandig beheerd • De mentor plant met regelmaat een mentorgesprek om samen met de jongere de levensgebieden te bespreken.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 6/12
* Belangrijk voor alle fasen: Persoonlijke doelen en acht levensgebieden: Gedurende alle fasen zullen de gestelde doelen van de jongeren uit het hulpverleningsplan als rode draad lopen door mentorgesprekken en in het contact met de jongeren. Daarbij biedt het boek: “Hoe(zo) Volwassen?” van Geralien Holsbrink-Engels, bruikbare handvatten voor de mentoren om samen met de jongeren acht levensgebieden te belichten en waar nodig te trainen. Als middel kunnen de scoringslijsten zoals die in het boek staan beschreven vanaf p. 63, worden gebruikt. Kamercontrole: Afhankelijk van de fase waar de jongere zich in bevindt, vindt er kamercontrole plaats zodat de mentoren kunnen zien hoe het met de jongere gaat en of het voldoende lukt voor zichzelf te zorgen en de hygiëne te waarborgen. Echter mag een mentor ten aller tijde de kamer van een jongere controleren vanuit hygiëneen veiligheidsoogpunt zoals brandveiligheid, drugs- en alcoholgebruik, wapenbezit en/of vanuit zorg voor de jongere. Mentorgesprekken: Gedurende de gehele plaatsing heeft de jongere mentorgesprekken met zijn/haar vaste mentor en schaduwmentor maar zo nodig ook met de andere mentoren uit het team. In fase 1 ligt de frequentie van de mentorgesprekken in ieder geval op eenmaal per week. Zo mogelijk kan de frequentie in fase 2 en 3 naar eenmaal in de twee weken. Echter zal de frequentie van gesprekken altijd afgestemd worden op de noodzaak, behoefte en de mate van zorg met betrekking tot de jongere. Einde plaatsing: Wanneer een jongere niet in staat is een geschikte dagbesteding van minimaal 32 uur per week te behouden (hetzij combinatie –vrijwilligers-werk, school en/of therapie) volgt er een einddatum en kan de jongeren niet langer op het KTC blijven. De mentoren zullen zoveel als mogelijk de jongere ondersteunen hun dagbesteding in orde te houden/krijgen. Ook wanneer een jongere de huur en/of borg niet tijdig en/of volgens afspraak betaalt, volgt er een einddatum. Uiteraard krijgen jongeren een einddatum wanneer zij zich niet houden aan de regels in huis met betrekking tot veiligheid en omgang met huisgenoten en mentoren. Ook wanneer jongeren zich niet houden aan de contracten die zij voorafgaand aan de plaatsing dienen te tekenen, eindigt de plaatsing. Dit zijn contracten met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik, computer- en internetgebruik en huisregels zoals onder andere de corveetaken van de gezamenlijke ruimten en het deelnemen aan de huisvergadering met medebewoners en mentoren. Uiteraard kan er ook een einddatum worden gegeven wanneer het aanbod van het KTC niet langer past bij de behoefte van de jongere. Bovenstaande geldt gedurende de gehele plaatsing, dus binnen alle fasen. De mentoren proberen met een professionele en betrokken houding de jongeren te stimuleren de plaatsing op het KTC zo succesvol mogelijk te maken. Bij herhaalde overtredingen, zullen Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 7/12
(schriftelijke dan wel mondelinge) waarschuwingen worden gegeven. Dit om zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen aan de jongeren. De mentoren en zo nodig de IBC-er en/of TC-er zullen altijd in overleg met plaatser en familie streven/zoeken/verwijzen naar een andere, beter passende plek en nieuw onderkomen. De waarschuwingen worden door de mentoren in ‘de Boom’ geregistreerd. Contextueel werken: OCK het Spalier kenmerkt zich door het gezinsgericht werken en een visie vanuit het contextueel werken. Ook vanuit het KTC aanbod wordt deze visie nagestreefd en ingezet. Familie en netwerk is belangrijk in de hulpverlening aan een jongere. Het KTC is een tijdelijke fase. Wanneer de hulpverlening stopt is het van belang dat een jongere een netwerk heeft waar hij/zij op terug kan vallen wanneer dat nodig is.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 8/12
3: ROUTE NAAR HET KTC / START PLAATSING Tot hun 18de verjaardag kunnen jongeren in aanmerking komen voor een indicatie van Bureau Jeugdzorg, deze indicatie is nodig bij plaatsing op het KTC. Dit betekent dat de jongere een plaatser heeft, hetzij vanuit de vrijwillige hulpverlening van Bureau Jeugdzorg (administratief casemanagement), hetzij vanuit een gezinsvoogdijinstelling waarbij er sprake is van een kinderbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling of voogdijmaatregel) In het laatste geval is de plaatser/casemanager een gezinsvoogd of voogd. Wanneer de jongere voor zijn/haar 18de jaar bij Bureau Jeugdzorg bekend is en een geldige indicatie heeft, kan hij/zij ook na de 18de verjaardag op het KTC (blijven) wonen. Jongeren kunnen pas komen wonen wanneer zij in staat zijn aan de financiële verplichtingen van het KTC (huur en borg) te voldoen. Minderjarige jongeren ontvangen vanuit OCK het Spalier leefgeld waarvan zij kunnen rondkomen. Zodra jongeren 18 jaar zijn, moeten zij zelf voor inkomen zorgen. Onder andere is om deze reden de dagbesteding van 32 uur per week (voor zowel minderjarige als ook meerderjarige jongeren) een voorwaarde waaraan voldaan moet worden voordat een jongeren geplaatst kan worden. Oriëntatie: Voordat een jongere naar het KTC komt, gaat hij/zij op het KTC oriënteren. Dit houdt in een bezichtiging en een kort informatief gesprek met een mentor. In het kort worden de regels, contracten en protocollen toegelicht. Tevens wordt uitgelegd dat jongeren een plaatser en indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg / gezinsvoogdijinstelling nodig hebben. Ook dient de jongere een leerbrief van te voren in te leveren. Het Gemeenschappelijk Aanmeld Punt (het GAP) van OCK het Spalier zelf bekijkt of het dossier en de benodigde papieren compleet is en of het aanbod van het KTC voldoende bij de jongere past. Wanneer dat het geval is, komt de jongere op de wachtlijst. Leerbrief: Van te voren wordt van de jongere gevraagd een leerbrief te schrijven waarin zij hun motivatie voor plaatsing op het KTC toelichten en waarin zij aangeven wat zij zouden willen leren op het KTC. Startgesprek: Wanneer het startgesprek plaatsvindt, betekent dit dat de jongere kan komen wonen mits er nieuwe informatie op tafel komt wat een belemmering oplevert. Bij dit gesprek is vanuit het KTC de inhoudelijk behandelcoördinator (IBC) en de mentor aanwezig. In ieder geval is de jongere zelf aanwezig, zo mogelijk ook ouders/familie/netwerk en de plaatser. In dit gesprek worden de doelen uit het indicatierapport besproken. De jongere en andere aanwezigen kiezen doelen die voor de start relevant zijn. De doelen worden verwerkt in het eerste hulpverleningsplan. Tevens worden belangrijke zaken en afspraken met betrekking tot de jongere nagelopen zoals vaste bezoeken aan anderen, omgangsafspraken, werken/of schoolafspraken, eventueel medicijngebruik en overige bijzonderheden. Ook zal de methodiek (de trainingsonderdelen en levensgebieden) kort worden uitgelegd.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 9/12
De leerbrief van de jongere wordt besproken en er is gelegenheid tot het stellen van vragen. Als het kan, wordt een eerste mentorgesprek gepland tussen de jongere en de mentor en zal er een afspraak met de ouders worden gemaakt.
Eerste mentorgesprek: Dit gesprek is een eerste mentorgesprek tussen de jongere en zijn/haar mentor waarin in ieder geval de volgende zaken worden besproken en gedaan: • De mentor legt de huisregels en contracten duidelijk uit aan de jongere; • De jongere leest en ondertekent de contracten en formulieren uit het startpakket en ook de contracten en protocollen van het KTC. De jongere committeert zich door het ondertekenen aan de afspraken, regels en werkwijze van het KTC; • Het maken van een werkplan op basis van de afgesproken doelen in het startgesprek (voor het hulpverleningsplan) In dit werkplan worden (ook) acht levensgebieden en de daarbij horende scoringslijsten uit het boek “Hoe(zo) Volwassen?” van Geralien Holsbrink-Engels, gebruikt; • Het maken van vervolgafspraken voor mentorgesprekken maar ook voor kook- en eetafspraken, het werken aan financiën en het leren budgetteren. • De mentorgesprekken gaan over de doelen uit het hulpverleningsplan en het werkplan.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 10/12
4: TEAMSAMENSTELLING / MENTORSCHAPPEN Na de samenvoeging van KTC Koninginneweg en KTC Duvo, is besloten om KTC Haarlem uit één team te laten bestaan. Beide teams zijn dus samengevoegd. Ook de capaciteit aan bedden is samengevoegd en dus qua aantal hetzelfde gebleven. KTC Haarlem heeft een capaciteit van 17 jongeren. Deze jongeren worden willekeurig (onder andere afhankelijk van de ruimte bij pedagogisch medewerkers en/of specialisme en ervaring) verdeeld onder de pedagogisch medewerkers van het team KTC Haarlem. Er wordt wekelijks vergaderd met het team pegagogisch medewerkers, de inhoudelijk behandelcoördinator en de teamcoördinator. Jongeren worden in de vergadering besproken en ook teamzaken staan op de vergaderagenda. Tevens is er ruimte voor deskundigheidsbevordering en intervisie. Het team KTC Haarlem bestaat uit 7 pedagogisch medewerkers. Het team wordt direct aangestuurd door een teamcoördinator en inhoudelijk behandelcoördinator. Schaduwmentorschap: Voor elke jongere wordt een schaduwmentor aangewezen. De jongeren weten goed wie hun vaste mentor is en wie hun schaduwmentor is. Met beide mentoren heeft de jongere afspraken. Deze twee personen kunnen elkaar als mentor effectief en tactisch inzetten voor wat betreft het begeleidingstraject van de jongere. Dit betekent dat de mentoren van elkaar goed dienen te weten waar de krachten en specialismen liggen, zodat de jongere optimaal begeleid kan worden. Uiteraard is een goede afstemming belangrijk. De vaste mentor houdt de helikopterview.
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 11/12
5: TOT SLOT
Met ingang van de nieuwe roosterperiode op 1 november 2010, is het nieuwe rooster ingegaan en zijn we officieel gestart met Kamertrainingscentrum Haarlem. Uiteraard waren we al geruime tijd daarvoor bezig met alle voorbereidingen. Met betrekking tot deze voorbereidingen bedanken wij alle pedagogisch medewerkers uit de huidige teams van de oude stijl KTC Duvo en KTC Koninginneweg die in de vorm van werkgroepen en individuele betrokkenheid hun bijdrage hebben geleverd. Ook de IBC-er van voormalig KTC Duvo (Elisabeth Langeler) heeft hier en daar haar deskundige blik geworpen en bruikbare reacties gegeven. Samen met onze sectormanager, Rob Stevens zijn we tot dit resultaat gekomen. Middels deze verandering verwachten we ons doel te kunnen bereiken, namelijk het leveren van goede kwaliteit en passende, op de jongere afgestemde hulpverlening gericht op kamertraining waarmee de vaardigheden van de jongere, worden vergroot. Tevens hopen wij onze ketenpartners via dit stuk voldoende te hebben geïnformeerd over ons vernieuwd KTC aanbod in Haarlem.
Jolanda Oudshoorn, Teamcoördinator OCK het Spalier
Els Rozema, Inhoudelijk behandelcoördinator OCK het Spalier
Methodiek KTC Haarlem/november 2010/E. Rozema en J. Oudshoorn
Pagina 12/12