1 december 2014 - NR. 5
Hulp uitgeprocedeerde vluchtelingen onder druk Janneke Stegeman: ‘Geweldloosheid is geen dogma’ Israël kan niet vooruit zonder erkenning Nakba DECEMBER 2014 - nr. 5
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Vijanddenken: kunnen we zonder?
9 Column – Margrietha Reinders
Theo Brand eindredacteur
COLOFON Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang. ‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
‘Palestijnen die met stenen gooien of een bom plaatsen, beantwoorden in zekere zin aan het vijandbeeld dat heerst. Dat is veel minder gevaarlijk dan Palestijnen die zeggen: Ik ben niet jouw vijand.’ Dit zegt Janneke Stegeman in dit nummer van De Linker Wang. Ze maakt duidelijk dat conflicten vaak ‘complex en gelaagd’ zijn. De theologe werkt voor de organisatie Kerk en Vrede en zegt: ‘Het is eigenlijk vreemd dat als onze inzet vrede is, we vaak in de eerste plaats aan geweld denken.’ Stegemans woorden sluiten aan bij het essay van Wilhelm Lagrouw over vijanddenken. Mensen moeten leren om de ‘weg van de meeste weerstand’ te gaan, zo schrijft hij. Iemand die deze weg bewandelt is Debby Farber uit Israël. Samen met haar collega’s van beweging Zochrot wil zij de herinnering aan de Nakba (‘de ramp’) levend houden. Voor zover er tenminste een herinnering is, want de meeste Israëliërs hebben geen idee wat voor Palestijnse tragedie zich heeft afgespeeld bij het ontstaan van de staat Israël in 1948, zo vertelt ze. Juist om het conflict tussen Israël en de Palestijnen op te lossen, is aandacht voor de Nakba nodig. Wat kan Nederland hiervan leren? Een groot deel van de Nederlandse bevolking ervaart vluchtelingen en asielzoekers als vijandig en bedreigend. Maar voor welke rampen zijn zij op de vlucht en waarom zoeken zij hun heil in Europa? Het Wereldhuis in Amsterdam is één van de plekken waar uitgeprocedeerde vluchtelingen hulp krijgen. De vraag is of het werk van het Wereldhuis kan doorgaan. En dat terwijl de overheid een zorgplicht heeft, althans volgens een recente uitspraak van de Europese Commissie voor Sociale Rechten. De Nederlandse regering doet echter niks en wacht op een oordeel van de Europese Raad van Ministers. Zo zijn we via het thema vrede, bijna vanzelf beland bij het thema gerechtigheid. Daarover kan Gerard van der Zandt meepraten. Hij was dakloos en verslaafd en vanuit die ervaring maakt hij zich nu sterk voor concrete hulp aan daklozen en voor sociale gerechtigheid gericht op besluitvorming in de Haagse gemeenteraad. En dan is er uiteraard het thema duurzaamheid. De bevlo-
Redactie: Theo Brand (eindredactie), Jan Spijk (eindredactie), Anita Broekhuizen, Carin Hereijgers, Maxine Herinx, Nadine Huiskes, Bas Joosse, Albert Koot, Wilhelm Lagrouw, Yfke Nawijn, Cor Ofman, Bas Roufs, Iris Savelkouls en Ina Scholma-Huisman. Aan dit nummer werkten mee: Hans Feddema, Ruard Ganzevoort, Jan de Jong, Enis Odaci, Margrietha Reinders en Peter Siebe. Commentaartekening: Maarten Wolterink. Omslagfoto: Binto Hassan Ali arriveert samen met haar man en acht kinderen
DECEMBER 2014 2014--nr. NR.55
gen IJmert Muilwijk knokt ervoor als voorzitter van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE). Muilwijk is lid van de ChristenUnie, verreweg de groenste confessionele partij. Ja, bij welke politieke partijen zijn vrede, gerechtigheid en duurzaamheid eigenlijk in goede handen? Tijdens de presentatie van het boek ‘Van God los’ in Amsterdam – over de toekomst van de christelijke politiek – speelde die vraag nauwelijks een rol. Toch is juist dát de kwestie van onze nieuwe eeuw. Wat helpt en inspireert mensen en politieke bewegingen om samen te bouwen aan vrede, gerechtigheid, duurzaamheid en compassie?
Nieuwjaarsbijeenkomst 17 januari in Amersfoort
De nieuwjaarsbijeenkomst van de Linker Wang is op zaterdag 17 januari van 15.00 tot 18.00 uur in De Expeditie, Schimmelpenninckkade 30, vlakbij de Koppelpoort te Amersfoort. Dit is ongeveer 15 minuten lopen vanaf het treinstation. Illegaliteit – de aanwezigheid van vluchtelingen zonder verblijfspapieren in Nederland – staat als thema centraal. Aanleiding is de recente uitspraak van de Raad van Europa dat ook uitgeprocedeerde asielzoekers recht hebben op bed, bad en brood vanuit de overheid (zie ook het artikel op pagina 16). Sprekers worden bij het ter perse gaan van dit blad aangezocht. Vanaf ongeveer 16.30 uur is er een borrel. Voorzitter Ruard Ganzevoort brengt een toast uit op het nieuwe jaar. Onder het genot van een hapje en een drankje is er volop gelegenheid voor ontmoeting en gesprek.
‘Geweldloosheid geen dogma’
4
8 Hulp aan 14 vluchtelingen
Israël en de Nakba
10 Ambassadeur van de daklozen 12 Fotoverhaal: Barmhartigheid 16 Recht op bed, brood en bad 17 Andere wang – Ruard Ganzevoort 18 Interview IJmert Muilwijk 20 Toekomst ‘christelijke politiek’ 21 Column – Enis Odaci 22 Commentaar – Hans Feddema Overdenking
23 Onder Ogen/Agenda 24 De uitsmijter – Jan de Jong
onder druk
Abonnees van de Linker Wang en introducés zijn van harte welkom. Voor meer informatie: kijk op www.linkerwang.nl.
na twaalf dagen lopen in vluchtelingenkamp Dadaab, Kenia. Foto: Jo Harrison/ Oxfam International, Flickr.com Creative Commons. Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Prins Hendrikstraat 143, 2405 AJ Alphen aan den Rijn. E: administratie@ linkerwang.nl Jaarabonnement: €16 (5 nummers).
Betalingen en donaties: IBAN: NL60TRIO0390264393 t.n.v. De Linker Wang o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’. Stichting De Linker Wang: Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en Pieter van Abshoven (penningmeester), Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky, Bas Roufs en Petra Ybeles Smit. E:
[email protected] Website: www.linkerwang.nl. Twitter: @DeLinkerWang. DECEMBER 2014 - nr. 5
4
5
Janneke Stegeman van pacifistisch Kerk en Vrede:
‘Geweldloosheid is geen dogma’ Het lijkt in eerste instantie gedurfd van Janneke Stegeman van Kerk en Vrede: een proefschrift schrijven over een Bijbeltekst die zionisten gebruiken om hun kolonisatie van Palestina te rechtvaardigen. Als je je op dit strijdveld begeeft, dan is dat echter niet alleen gedurfd, maar zeker ook bewonderenswaardig.
bezetting had ze in een geloofscrisis gebracht en ze vroegen zich af: Hoe kunnen Israëlische joden zo gebruik maken van God? Het kan toch niet dat God partijdig is?’ Dat het onderzoek geladen zou zijn, had ze van tevoren wel verwacht. Naar
aanleiding van haar promotie begin dit jaar ontving de VU klachten van een klein groepje christenen uit de PKN. Met haar onderzoek wilde Stegeman echter geen uiting geven aan een politieke stellingname. Wel houdt het onderzoek verband met haar opvat-
ting dat men de Tenach (of welk ander heilig boek dan ook) niet als een geschiedenisboek kan gebruiken. Religie, aldus Stegeman, kan een gelovige verbinden met grond, maar kan niet de basis zijn om die grond te claimen.
Giftige cocktail Nadine Huiskes
Janneke Stegeman promoveerde begin dit jaar met haar onderzoek Decolonizing Jeremiah. Narratives, Power and Identity in Religious Tradition. Een conclusie van dit onderzoek is dat Jeremia 32 een gelaagde tekst is die gevormd is door conflict: in de tekst zie je sporen van ideologische strijd tussen verschillende groepen Judeeërs. Stegeman’s opvatting is dat je niet een stem uit de tekst kunt halen en verheffen tot de waarheid. Eerder is de tekst een uitnodiging om mee te doen aan het ‘Jeremiaanse debat’ over God, land en identiteit. Bepalend in haar keuze voor dit onderwerp was een reis naar Israël. ‘Ik sprak daar met verschillende groepen Joden en Palestijnen. Toen realiseerde ik me dat zij veel beter in staat zijn om te begrijpen wat er gaande is in het boek Jeremia dan bijvoorbeeld Nederlandse christenen. Zij begrijpen onmiddellijk waar het over gaat, namelijk over God, land en volk. Wij zijn daar helemaal niet mee bekend, dat is niet onze wereld. Maar voor hen is die vraag over identiteit veel relevanter.’
Leesgroepen De promovenda voegde daad bij het woord en organiseerde, als onderdeel van haar promotieonderzoek, leesgroepen met Palestijnse christenen en Israëlische joden. ‘De Palestijnse christenen werden echt kwaad op de tekst: ‘Het is alsof ik een Israëliër uit een nederzetting hoor praten’. En: ‘God is hier een soort handelaar in onroerend goed. Dat is niet de God waarin ik geloof.’ Die mensen waren enorm emotioneel bij de tekst betrokken. De Janneke Stegeman: ‘Voor mij is religie de hoop dat het anders kan’ DECEMBER 2014 - nr. 5
Dat gebeurt natuurlijk wel. De huidige conflicten in het Midden-Oosten zijn het gevolg van een giftige cocktail van machtsmisbruik – waaronder ook Westers (neo)koloniaal ingrijpen - schaarse middelen, tegenstrijdige belangen en religieuze, culturele en sociale verschillen. Religie is vaak het jasje waarin zo’n conflict om macht wordt vermomd en waarmee een strijd wordt gelegitimeerd. Religie is immers een heel krachtig middel om exclusieve identiteiten te vormen, en zo worden religieuze verschillen de olie in de motor van dit soort conflicten. Als religie zo’n belangrijke rol speelt in het conflict zelf, kan het dan ook een rol spelen in het oplossen van datzelfde conflict? ‘Theologen kunnen allereerst een rol spelen in het verhelderen van hoe conflict en religie op elkaar inwerken. Juist omdat religie zo’n krachtige component van identiteit is en direct effect heeft op hoe mensen zich gedragen, is het ook belangrijk te identificeren wat samenbindende krachten binnen religie zijn en proberen die te versterken. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er theologen zijn die snappen dat religie een soort janusgezicht heeft, dus dat het negatieve en positieve effecten kan hebben. Dat je beseft dat religieuze traditie niet onschuldig is.’ Maar wat heeft een theoloog die wil bijdragen aan conflictoplossing nu eigenlijk concreet voor mogelijkheden? Sowieso vraagt het ombuigen van de denkwijze van mensen om een lange adem. Militair ingrijpen lijkt dan makkelijker en op korte termijn succesvoller in het oplossen van conflicten. Janneke Stegeman werkt momenteel bij Kerk en Vrede, de oudste christelijk-pacifistische organisatie van Nederland. Pacifisme, of beter gezegd geweldloos verzet, is een ideaal dat wordt gekoesterd binnen Kerk en Vrede. Maar dat
betekent volgens Stegeman niet dat er niet over gediscussieerd mag worden. ‘Voor mij is geweldloosheid geen dogma. Het is meer dat ik er behoorlijk van overtuigd ben dat geweld nooit een echte oplossing is. Op wereldniveau is er nog nooit een situatie geweest waarin we alle andere dingen hebben gedaan: methodes van economische druk, alle diplomatieke middelen uit de kast, moeite en geld om vluchtelingen op te vangen en manieren om in een veel eerder stadium te voorkomen dat mensen radicaliseren. In plaats daarvan bekommert het Westen zich vooral om oliebelangen. Dus de vraag hoe kan je nú pacifistisch zijn, met zo’n gigantische erfenis van geweld, is een heel lastige. Maar ik geloof niet in geweld. Zelfs als er een situatie is zoals IS waarin je geweld inzet, dat gaat geen blijvende oplos-
moed hebben gevonden om vast te houden aan hoop.’
Mentale uitdaging In een wereld waarin geweld de norm lijkt te zijn, is geweldloos verzet inderdaad een onderneming die om een flink staaltje moed vraagt. Het is niet alleen een mentale uitdaging, maar – zoals we weten uit de geschiedenis – een onderneming die je met je vrijheid of zelfs met je leven kan bekopen. ‘Wat ik heb geleerd van zowel Israëliërs als Palestijnen die zich inzetten voor een rechtvaardige oplossing, is dat je een enorme drive nodig hebt om het vol te houden. Om als Palestijn niet haatdragend te worden. Je hebt een enorme innerlijke kracht nodig om niet naar wapens te grijpen. Religie is zeker niet de enige bron van moed, maar het is voor een hele hoop men-
Het vraagt een zekere ontmenselijking om geweld te gebruiken sing zijn. Dat gaat zorgen voor nieuw kwaad bloed.’ Waar komt jouw sterke geloof in geweldloos verzet vandaan? ‘Ik heb me nog nooit zo religieus gevoeld als in Palestina, waar ik aan den lijve ondervond hoe boosaardig de bezetting is. Ik zag wat geweld doet met mensen die in zo’n gemilitariseerde samenleving leven als in Israël. Waar ik ook heel erg van onder de indruk was is het Kairos-document, van Palestijnse christenen. Zij zeggen: ‘Hier is onrecht en als christenen moet je je verzetten tegen onrecht, maar wel uit liefde.’ Voor mij is dat religie: de hoop dat het anders kan. En altijd proberen te zien waar het al anders is. En dat dat andere echt zit in kwetsbaarheid, in liefde. In al die dingen die hopeloos idealistisch klinken, totdat je bij een ander ziet of bij jezelf ontdekt: op die manier is het leven het mooist. Er is een realiteit van inclusiviteit en liefde die mij zo dierbaar is, dat ik daarin geloof. Voor mij is religie een enorme inspiratiebron omdat ik er mensen in vind - of dat nu Allan Boesak of Jezus is - die in staat zijn om je op een andere manier te laten kijken. Die de
sen wel een hele belangrijke bron. Juist als je je geweldloos verzet, vinden de Israëliërs je het gevaarlijkst. Palestijnen die met stenen gooien of Palestijnen die een bom plaatsen beantwoorden in zekere zin aan het vijandsbeeld dat heerst. Dat is veel minder gevaarlijk dan Palestijnen die zeggen: Ik ben niet jouw vijand, ik doe er niet aan mee.’
Hoofden en harten Waarschijnlijk is de oplossing voor conflicten zoals in Israël-Palestina en Irak net zo complex en gelaagd als de oorzaak. Hoort geweld ook bij de oplossing? Het is eigenlijk vreemd dat als onze inzet vrede is, we vaak in de eerste plaats aan geweld denken. Maar daarmee is een conflict niet opgelost. Conflictoplossing, en uiteindelijk vrede, vindt vooral ook plaats in de hoofden en harten van mensen en vraagt om rechtvaardige verhoudingen. Het is op dit punt dat pacifistische organisaties om de hoek komen kijken, zodat mensen geïnspireerd kunnen raken en toekomstige escalaties voorkomen kunnen worden.
DECEMBER 2014 - nr. 5
6
7
Kies voor de weg van de meeste weerstand
Vijanddenken: kunnen we zonder? Vijanden. Als een persoon, organisatie of land bedreigd wordt, dan zijn ze er echt. Soms zitten vijanden vooral tussen onze oren. Sterker nog: we lijken niet zonder te kunnen. Illustratief is een opmerking van de Russische politiek adviseur Georgy Arbatov tegen de Amerikaanse ambassadeur aan het einde van de koude oorlog: ‘Wij gaan iets heel verschrikkelijks met u doen. Wij gaan u van uw vijand beroven.’ Wilhelm Lagrouw
Vijanddenken hoort bij de mens. Kennelijk hebben we een vijand nodig. We vormen ons een beeld van die vijand. Dat is geen objectief beeld maar een manier van kijken. Het helpt onze identiteit vorm te geven. Om te weten wie je wilt zijn, moet je wat afwijkt onderkennen, afwijzen en zo nodig
imiteren die ander in diens verlangen. Zo ziet filosoof en schrijver Nico Koning (auteur van het nieuwe boek ‘De kunst van het vreedzaam vechten’) het Westerse verlangen om Oekraïne bij te staan enkel gefundeerd in het verlangen van Rusland om invloed op Oekraïne te hebben. Bij vijanddenken imiteert de ene partij het verlangen van de ander, ook wel mimetisch verlangen genoemd (René Girard). Dit wordt, naast het verlangen naar erkenning, gezien als een belangrijke oorzaak van geweld.
Barbaarse daden Kenmerkend voor vijandenken is dat alles van een vijand als slecht wordt beschouwd. En als het ogenschijnlijk goed lijkt, worden onzuivere motieven verondersteld. Zo kwam er afgelopen zomer een Russisch humanitair kon-
Genuanceerde sprekers worden regelmatig door talkshows afgebeld bestrijden. Vooral wanneer het toch zijn invloed op ons dreigt te hebben. Zoals vroeger een stam indringers weerstond en zichzelf bevestigde, zo kan vijanddenken vandaag binnen een groep solidariteit versterken en wervingskracht hebben op nieuwe aanhangers.
Ontworstelen Als we ons een vijand denken, kan die er heel verschillend uit zien. Een sociaal-economische misstand, milieuverontreiniging, racisme, hongersnood in de derde wereld… ook dat kunnen vijanden zijn die het waard zijn om te bestrijden. In die zin kan vijanddenken zeker geen kwaad. Dat een vijand bestreden moet worden, toont direct al het belang van zo’n vijand aan. Wat we bestrijden is kennelijk heel belangrijk. Indien deze vijand geen waarde had, zou die ook niet bedreigend zijn. Als we iets of iemand als vijand denken, dan zijn we dus min of meer al in de greep daarvan. Ook al proberen we er ons juist aan te ontworstelen. Bij vijanddenken bestaat een groot verlangen naar datgene waar de tegenpartij ook naar verlangt. We DECEMBER 2014 - nr. 5
vooi naar de grens met Oekraïne. Al snel dachten velen dat in het konvooi een wapentransport was, maar wapens werden nooit aangetroffen. Of was het een provocatie? Wat de vijand ook doet, goed kan het nooit zijn. Oog voor het individu gaat ook verloren bij vijanddenken. Wie er ook tot de vijand behoort, per definitie is elke persoon slecht en komt in elk geval in een negatief daglicht te staan. Dit kenmerk van vijanddenken is zeker van toepassing op in Nederland wonende moslims. Enkel vanwege hun religie worden zij door sommigen vereenzelvigd met daden van terroristen die in naam van de Islam barbaarse daden verrichten. Ten slotte is er grote huiver om ook maar enige empathie te tonen voor de vijand of datgene of diegene die als vijand te boek staat. Iemand die dat wel doet, knaagt aan het vijandbeeld en zo aan de groepsidentiteit waar de vijand zo verdienstelijk aan meewerkt. Degene die in het publieke debat nu nog woorden als dialoog, respect, verdraagzaamheid durft te gebruiken, roept de hoon vrijwel direct over zich af.
Behalve zulke kenmerken van vijanddenken, is wellicht nog belangrijker hoe wij überhaupt tot deze gedachten komen. Natuurlijk spelen opvoeding, sociale klasse en onderwijs hierin een rol. Maar zeker ook de media. Aan berichtgeving gaan immers fundamentele keuzes vooraf. Of er überhaupt over een onderwerp wordt bericht, met wie, met welke woorden en met welke invalshoek. Een helder vijandbeeld prefereert heldere tegenstellingen tussen goed en fout. Sommige genuanceerde sprekers worden regelmatig door talkshows afgebeld… Een kritische reflectie op het functioneren van de media is nodig, al lijken media daar zelf weinig voor te voelen. Hoe vaak wordt de eigen berichtgeving onder de loep genomen en eventueel bekritiseerd? Zo zijn er in het conflict tussen Oekraïne en Rusland maar weinigen, die een iets minder anti-Rusland en antiPoetin geluid laten horen. De eerder genoemde Nico Koning pleit er echter bij dat conflict voor om oog te hebben voor de angsten van Poetin.
Minderheden De hang van Oekraïne naar het westen, ook de NAVO, tast bijvoorbeeld de bufferzone aan tussen het Westen en Rusland. Terwijl de NAVO toch echt een lidmaatschap van Oekraïne had uitgesloten. En op de Krim wilde 90 procent bij Rusland horen. Bovendien had dit conflict niet geheel onverwacht hoeven zijn. Een voorspellende blik had Edward Lucas, ex-bureauchef van The Economist in Moskou in 2008: ‘Rusland heeft zijn ogen op een paar buurlanden gericht, en Georgië is nog maar (..) het begin. Toen Georgië en Oekraïne niet werden toegelaten tot de NAVO, op de top van april van dit jaar, begreep Rusland dat het in Georgië zijn gang kon gaan. De volgende op de lijst zijn de Krim in Oekraïne en de Baltische staten. Rusland zal wel een aanleiding vinden in minderheden die moeten worden beschermd of iets dergelijks. Maar het gaat hoe dan ook gebeuren’ (De Groene Amsterdammer, 5 september 2008). Juist in een wereld waar de economi-
sche banden en ook contacten online steeds hechter worden, zou je verwachten dat vijanddenken afneemt. Bekend maakt minder onbemind. Immers, wanneer mensen meer en meer op elkaar zijn aangewezen, misschien wel tot elkaar veroordeeld, neemt de vertrouwdheid toe en zou begrip kunnen ontstaan.
‘Geen domme dingen’ Bovendien zijn de politieke verhoudingen op het wereldtoneel ingrijpend gewijzigd. De Sovjet-Unie bestaat al lang niet meer en kent weinig tot geen directe bondgenoten. Voormalige satellietstaten koesteren hun onafhankelijkheid. Europa is verdeelder dan ooit. Opkomende economieën als Brazilië, India, China lijken eerder uit op economisch gewin dan grote politieke invloed op het wereldtoneel. De VS zijn hun superioriteit als wereldleider kwijt. Vanuit een situatie met een lange periode van twee duidelijk rivaliserende partijen, ontstaat een wereldorde met meerdere machtscentra. Toch verdwijnt het vijanddenken met dit alles niet zo zeer, maar verandert het wel van karakter. Vijandbeelden worden meer vloeibaar. Immers, de vijand van vandaag kan de bondgenoot van morgen zijn. Typerend is dat president Obama zich niet direct in een conflict met Rusland
wilde laten slepen. Hij zei hierover: ‘We gaan geen domme dingen doen.’ Ook in het Midden Oosten kan hij niet verzanden in vijanddenken. Hij laveert tussen diverse botsende belangen aldaar (Iran, Saoedi-Arabië) en zijn eigen bevolking, op wie hij steeds minder kan rekenen. Ook premier Rutte hoedde zich zelfs na de vliegramp met de MH17 voor vijanddenken. Zo ook de onderzoekscommissie, al hadden diverse media liever een duidelijk antwoord op de schuldvraag gehad. Meest helder voorbeeld van hoe politici zich juist wel door vijanddenken laten leiden, lijkt me Wilders. Hij ziet in vrijwel alles en iedereen een vijand. Met zulk vijanddenken wordt een afstand gecreëerd en bewust in stand gehouden. Duidelijk, electoraal handig, maar niet één conflict zal er mee opgelost worden.
Nieuwe helden Om vijanddenken te doorbreken is precies het tegenovergestelde nodig van wat het zelf doet. Dus wèl inleven in de positie en geschiedenis van de ander en toekomstige ontwikkelingen, genuanceerde berichtgeving, zelf meedenken, vooroordelen onder kritiek stellen, jezelf kwetsbaar maken. Noem het de Linker Wang… Ook media kunnen op dit punt een
andere houding tonen, tegen de heer- Islamic Peace. sende stroom in. Niet om een vijand Foto: Trey Radcliff. te paaien, wel om te zoeken naar Bron: Flickr.com, nuance, achtergronden, verbanden en Creative Comontwikkelingen. mons. Verstandige politici leunen niet achterover, laat staan dat zij het vijanddenken koesteren. Ze moeten bereid zijn tot actieve inzet voor een continue dialoog, hoe gevoelig dat ook ligt. Het is tijd voor ‘helden van de terugtocht’, zoals de Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger ooit schreef: politici die niet meegaan in vijanddenken en verdere escalatie en op beslissende momenten een stap terug durven doen om zo verder te komen. Filosoof Koning denkt aan leiders als Rabin, Arafat, Sadat. Zij lieten het vijanddenken achter zich, maar moesten dit wel met hun leven bekopen. In een proces van globalisering is vijanddenken nog steeds aan de orde en de gevolgen zijn voor velen sneller dan ooit zichtbaar en voelbaar. Daarom roept het huidige wereldtoneel om nieuwe helden. Wereldleiders die zich niet langer laten beheersen door vijanddenken en die de weg van de meeste weerstand durven gaan. Dat is de enige weg die ons verder brengt.
DECEMBER 2014 - nr. 5
{INTerVIeW
8
{cOLumN
9
‘Je moet je eigen geschiedenis onder ogen komen’
Israël kan niet vooruit zonder erkenning Nakba
cHrISTeNGekkIeS margrietha reinders
Een joodse organisatie in Israël die zeer kritisch kijkt naar het ontstaan van de staat Israël in 1948, omdat dit gepaard ging met het verdrijven van ruim 700 duizend Palestijnen. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar Zochrot doet het. Palestijnen noemen de gebeurtenissen ‘Nakba’ (‘de ramp’). Zochrot wil de herinnering eraan levend houden. Ook pleit de organisatie voor de terugkeer van de Palestijnse bevolking naar hun dorpen. Een gesprek met Debby Farber van Zochrot. ‘Als je niet begrijpt dat de huidige situatie een direct gevolg is van de Nakba, kan er nooit een oplossing komen.’
maxine Herinx
Meermaals struikelt ze over haar woorden. Een volgepakt programma vol lezingen en workshops heeft zijn tol geëist, verontschuldigt Debby zich. Maar zodra we het over Zochrot hebben en over haar werk bij deze bijzondere organisatie, is ze scherp en is haar passie zichtbaar. ‘Toen ik 26 was, ontmoette ik voor het eerst een Palestijn. Dat zegt genoeg over hoe Israëliërs opgroeien, want ik ben daarin geen uitzondering. Gedurende mijn studententijd werd ik me langzaamaan bewust van de situatie van Palestijnen in Israël. Ik werd in diezelfde tijd actief bij diverse organisaties. Op mijn dertigste, tijdens mijn master, hoorde ik via een professor voor het eerst over de nakba en over Zochrot. De meeste organisaties doen alsof 1967, of de Zesdaagse Oorlog, het startpunt voor het conflict is. Zochrot is de enige organisatie in Israël die de link legt tussen de nakba van 1948 en de huidige situatie. Daarnaast werken ze ook samen met Palestijnse organisaties. Ik ben me er steeds meer in gaan verdiepen voor mijn studie. Ik werk nu drie jaar voor ze.’ Je hoorde voor het eerst over de Nakba toen je dertig was. Hoe bekend is deze gebeurtenis onder Israëliërs? ‘De meeste Israëliërs hebben geen idee wat voor Palestijnse tragedie zich af heeft gespeeld in 1948 bij het ontstaan van Israël. Dat is ook niet zo raar: de nakba wordt niet genoemd in schoolboeken, de media, de poliDECEMBER 2014 - nR. 5
tiek of de onderhandelingen tussen Israël en Palestina. Het is compleet uitgewist uit onze cultuur, een groot taboe. Gelukkig groeit de bekendheid, ironisch genoeg dankzij de Israëlische regering. In 2011 voerden zij een wet in waarbij het verboden is de nakba te herdenken op de Israëlische Onafhankelijkheidsdag – deze gebeurtenissen vallen op dezelfde datum. Juist door dat verbod weten meer mensen nu wat de nakba is.’
Waarom is erkenning en kennis van de Nakba zo belangrijk voor de huidige situatie? ‘De nakba was het vernietigen, uitsluiten, uitbuiten en vermoorden van Palestijnse inwoners. Het verdrijven van een volk om de Joodse staat te stichten. Maar het is niet geëindigd in 1948, het leeft voort in het voortdurende vernietigen van Palestijnse gebieden, het ontkennen van de rechten van vluchtelingen en het zwijgen
over en het verbod op het herdenken van de nakba. Zonder in te zien dat de nakba nog steeds voortduurt, lijken de eisen van Palestijnen voor Israëliërs waanzin. Ze begrijpen niet waarover Palestijnen willen onderhandelen. Palestijnen willen wel erkennen wat er in 1967 is gebeurd, maar Israël vergeet steeds dat er daarvoor al militaire aanwezigheid was in Gaza. Je moet eerst je eigen geschiedenis onder ogen komen, voordat je je heden kunt begrijpen of zelfs maar verder kunt kijken naar de toekomst.’ Hoe vraagt Zochrot om meer aandacht voor de Nakba? ‘Ons belangrijkste project is het organiseren van tours naar voormalige Palestijnse dorpen. We nodigen een Palestijnse vluchteling uit die de voornamelijk Israëlische deelnemers vertelt over zijn leven voor en na de
app ontwikkeld, die laat zien waar in Israël voormalig Palestijnse dorpen zich bevonden.’ Zochrot pleit ook voor de terugkeer van Palestijnen naar hun voormalige woongebieden. Hoe willen jullie dat realiseren? ‘Door niet te blijven hangen in juridische discussies over mogelijke terugkeer, maar door het heel zichtbaar en tastbaar te maken. We werken samen met architecten, experts en historici en werken aan een plan voor het dorp. Daarbij betrekken we Palestijnen, zodat niet alleen de Israëliërs bepalen hoe terugkeer eruit moet zien. Het is belangrijk om de geschiedenis van de plaats in acht te nemen, maar ook de huidige situatie: is er al een Israëlische nederzetting, is er plek om te bouwen? Vervolgens bouwen architecten een model, of maken we een
De Nakba is compleet uitgewist uit onze cultuur nakba. We plaatsen bordjes waarmee we de belangrijkste plaatsen van het voormalige dorp markeren: de moskee, de school, de begraafplaats. Zo wordt de geschiedenis zichtbaar en krijgt het verhaal een gezicht. Het is vaak de eerste ontmoeting van de Israëlische deelnemers met een Palestijn, tenminste op gelijke voet. Het is een bijzondere ervaring. Daarnaast maken we programma’s voor scholen over de nakba, organiseren we exposities en publiceren we boeken. Recent hebben we de inakba
Debby Farber was afgelopen september een aantal dagen in nederland op uitnodiging van stichting ‘Vrienden van Sabeel nederland’, een oecumenische stichting die zich inzet voor vrede en verzoening in Palestina en Israël. Ze deed mee aan een studiedag van Sabeel en ontmoette de achterban van Gate ’48, een platform voor Israëliërs in nederland die tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden zijn. Zie: http://vriendenvansabeelnederland.nl.
film waarin we een voorstelling van het dorp maken. We laten zien waar de school kan komen, de huizen, het winkelgebied. Het maakt de terugkeer geen abstract gegeven, maar laat zien dat het mogelijk is.’ Is er in die modellen ook ruimte voor een plek van samenkomst? ‘Ja, dat is een heel belangrijk onderdeel van terugkeer. Het belangrijkste is scholing. De meeste Israëliërs spreken geen Arabisch en de meeste Palestijnen geen Hebreeuws, dat zou een eerste stap naar meer begrip kunnen zijn. Ook stellen we centra voor in onze modellen waar mensen samen kunnen komen.’ Denk je dat je de terugkeer van Palestijnen nog mee zult maken? ‘Heel eerlijk? nee, ik denk niet dat het mogelijk is, zeker niet met de huidige Israëlische regering. Maar door erover te blijven praten en plannen te blijven maken, wordt het reëler. Ik zal het niet meer meemaken, maar mijn kinderen hopelijk wel.’
‘Wat mij betreft mogen alle religies worden afgeschaft. Beter nog: ze hadden niet eens uitgevonden mogen worden’. Deze gedecideerde mening komt uit de mond van Marianne Zwagerman, schrijfster, innovatiestrateeg en eerste vrouwelijke directeur van de Telegraaf Media Groep. Kortom: niet zomaar iemand, maar een leuke, welbespraakte publieke figuur met de nodige sociale capaciteiten. In mijn lijfblad Trouw mocht ze de Tien Geboden bespreken met Arjan Visser en deed dat door een paar harde standpunten te poneren. Ondanks mijn lange geschiedenis als inwoner van Amsterdam, de liberaalste stad ter wereld, deed haar vrijmoedige uitspraak mij toch weer zeer… Hoe kun je alle wereldreligies, en de eindeloze variaties aan godsdienst, geloof en spiritualiteit zo achteloos afschrijven? Haar visie ten aanzien van religie komt mij bekend voor. In mijn omgeving beschouwen veel mensen, hogeropgeleiden uit de jaren zestig en zeventig zoals ik zelf, het als een teken van verlichting en politieke correctheid om religie als indirecte oorzaak te zien van bijna alle mondiale kwaad. Veel nuancerend inzicht hebben zij daarbij niet nodig… Bovendien zijn zij vaak door de godsdienst van hun jeugd gekwetst geraakt. Recente ontwikkelingen in de wereldpolitiek maken het daarnaast heel makkelijk om religie te koppelen aan gruwelijke mensenrechten schendingen. Het christelijk geloof heeft hierbij geen streep je voor: integendeel. Spreken over Jezus levert de meest meewarige kritiek op… Lange tijd heb ik me daarom verlegen gevoeld met mijn christelijke wortels en liefde voor het geloof. Ik putte mij met een rood hoofd uit in verontschuldigingen als het over heikele zaken als ‘God’ ging. Dapper accepteerde ik de christelijke medeverantwoordelijkheid voor onderdrukking en kolonialisme, vrouwonvriendelijkheid en homohaat. Gelukkig: Intussen heeft het instituut kerk binnen dertig jaar bijna al haar macht en status verloren. God zij dank! Wij zijn een minderheidsgroep geworden. ‘Christengekkies’ noemde GEEnSTIJL ons onlangs bij een mediamoment. Bijna vertederd dreven zij de spot met de maffe onschuldige gelovige dwazen die wij zijn. Ik vond het een mooie geuzentitel en besloot tot mijn coming out als Jezus-volger. Samen met andere christengekkies over de hele wereld vier ik nu Advent. De ster van Bethlehem hangt voor mijn raam. We lezen uit de profeten over een wereld die vrede en recht ademt. Over een kind dat komt. Over herders die eraan geloven moeten. Over Liefde die het wint. Kan er uit nazareth iets goeds komen? In Jezusnaam: ja! Margrietha Reinders, predikant te Amsterdam.
DECEMBER 2014 - nR. 5
10
11
Gerard van der Zandt kijkt terug op een heftig leven
Ambassadeur van de daklozen Een dag na ons interview, werk ik het gesprek met Gerard van der Zandt uit in stadsbrasserie ‘De Ooievaer’ in de Haagse binnenstad. Het is al redelijk druk. Een vrouw en een man komen het café binnen en vragen met schorre stemmen om een whisky. Het is 09.15 uur in de ochtend. Eén slok en het glas is leeg. Precies de wereld die ex-dakloze en ex-verslaafde Gerard van der Zandt zo goed kent. Hij verzorgt nu fietstochten door Den Haag om mensen kennis te laten maken met de wereld van de daklozen. Jan Spijk
Gerard van der Zandt (1950, Den Bosch) vertelt in het Aandachtscentrum vlakbij de Grote Markt in Den Haag zijn levensverhaal. Als dakloze
rière in de weg. Hij komt dan ook in dienst van een Hollands-Afrikaanse handelsonderneming waar hij gevraagd wordt een bijkantoor in Parijs te gaan runnen. ‘Ik was heel handig in de goederentermijnmarkt in koffie en cacao voor West-Afrika. Het was ook een perfecte plek om te wonen’, zegt hij in een dierbare herinnering. Zijn vriendin wil echter na zes jaar terug naar Nederland om zich naar eigen zeggen ‘verder te ontplooien’. Gerard blijft met drie dochters achter in Frankrijk en woont op het Franse platteland. Later hoort hij dat zij verslaafd raakt aan de heroïne. ‘Ik gunde haar de persoonlijke ontwikkeling, maar niet haar verslaving. Ze heeft ons eigenlijk in de steek gelaten. Mijn kinderen noemden mij dan ook naïef. Ik ben mijn hele leven tot aan haar dood voor haar blijven zorgen.’
Onder de pier in Scheveningen kun je ’s nachts gerust -15 aan kwam hij vaak in het Aandachtscentrum om dagblad Trouw te lezen of gewoon voor een bak koffie en een praatje. Dakloze Leon klampt Gerard aan en vertelt het dramatische verhaal dat hij net uit het ziekenhuis is ontslagen na in de stad te zijn neergeslagen. Hij zit er in een overhemd met korte mouwen; zijn jas is gestolen en buiten wordt het steeds frisser. Gerard zegt kordaat: ‘Ik heb thuis nog een jas over. Blijf hier maar zitten, ik kom je zo een jas brengen.’ En ook die slaapplek voor de nacht wordt geregeld. Een blij gezicht en schouderklop is het gevolg.
Voorspoedig Afkomstig uit een rooms-katholiek middenstandsmilieu, gaat aanvankelijk alles voorspoedig voor Gerard van der Zandt. Hij krijgt een degelijke basis op het internaat bij de jezuïeten in Nijmegen (Canisiuscollege). Politiek kiest hij voor de PSP en weigert de militaire dienstplicht. Gerard studeert in Tilburg en Amsterdam en de vakken economie en rechten gaan hem gemakkelijk af. Hij geniet van de colleges en van het leven in de grote stad. Niets staat een glansrijke carDECEMBER 2014 - nr. 5
Zelf gebruikt Gerard dan ook al cocaïne. Terugblikkend zegt hij dat je met matig snuiven nog steeds goed kunt functioneren, maar je moet het niet gaan roken. ‘Dat deed ik dus wel. Ik kon er gemakkelijk aan komen, omdat ik toen voldoende geld had. Ik ben nooit een straatjunk geworden, maar raakte wel verslaafd aan de cocaïne.’ Uiteindelijk lukt het hem af te kicken. ‘Ik weet nog precies wanneer ik mijn laatste coke kocht: 12 januari 1991 in de Folkingestraat in Groningen.’ Sindsdien heeft Gerard niet meer gebruikt. Zijn leven komt volstrekt op zijn kop te staan als hij te horen krijgt dat zijn jongste dochter Fleur met een overdosis drugs is opgenomen in een ziekenhuis in Antwerpen. ‘Ik wist dat ze verslavingsproblemen had. Ze was opgenomen in Groningen om af te kicken, maar daar is ze weggelopen. Ik ben als een gek naar Antwerpen gereden. Toen ik in het ziekenhuis aankwam, heeft ze nog een uur geleefd. Ik kan er nu over praten, maar er zijn tijden geweest dat ik dat niet kon.’ Het leidt wel tot hernieuwd contact met zijn andere dochter in Spanje, maar het verdriet is niettemin immens. Drie
jaar later overlijdt zijn eerste grote liefde waarmee Gerard in Frankrijk had geleefd.
Dakloos Gerard die altijd een groot netwerk had waarop hij kon terugvallen, raakt die kwijt. Zijn leven krijgt een dramatische wending. Op zijn 50e wordt ook nog eens prostaatkanker geconstateerd. Deze strijd overwint hij voorlopig, maar hij komt na een huurachterstand wel op straat te staan. Hij is dakloos en vertrekt naar Den Haag. ‘Het enige wat ik meenam waren al mijn foto’s.’ Hij slaapt buiten en is overdag in de Koninklijke Bibliotheek te vinden waar hij geestelijk voer heeft en zijn dagboeken op een usb-stick plaatst. En hij weet de soepbus bij het Centraal Station te vinden. Gerard ontdekt dat je onder de pier in Scheveningen ‘s nachts geen last hebt van de wind. ‘Dan kun je gerust -15 aan. Ik zal buiten slapen niet romantiseren, maar ik heb ook mooie dingen meegemaakt. Dat noem ik de rijkdom op straat. Neem iemand als Theo, altijd dronken, maar hij bekommerde zich wel om mij. Als dakloze word je genegeerd door de samenleving. Je moet bijvoorbeeld weten waar je je kunt douchen. Ik heb veel profijt van iemand als Theo gehad.’
aan de Kloosterkerk dat daar ook de twijfel doorklinkt in de diensten. Tot een ruil tussen Margreet en Klaas is het overigens om praktische en pastorale redenen nog niet gekomen.’ Gerard leidt regelmatig geïnteresseerden, politici, beleidsmakers en studenten van de Haagse Hogeschool op de fiets rond in de stad. Op plekken die niet in de toeristische VVV-gidsen staan als de Kesslerstichting, Woodstock, het Aandachtscentrum, Leger des Heils, op vrijdag de wekelijkse viering van het straatpastoraat en op de plekken waar hij zelf ‘s nachts heeft geslapen. ‘Als ik mijn verhaal vertel, word het wel even stil. Ze vinden het heftig. Het is een apart stukje Den Haag dat ze niet kennen.’
Prostaatkanker Hij is een van oprichters van het Armoedeplatform ‘Delen achter de Duinen’ waarmee armoede ook in de Haagse gemeenteraad op de agenda
staat. Gerard zet zich als vrijwilliger verder in voor het Wereldhuis (informatiecentrum ongedocumenteerden) en de Soepbus van de Kesslerstichting. In maart van dit jaar krijgt Gerard een keiharde boodschap. De zogenaamde PSA-waarden in zijn lichaam waren opnieuw te hoog, na zes chemo’s blijkt de prostaatkanker uitgezaaid naar de botten. Het enige wat artsen nu nog kunnen doen is pijnbestrijding. Uiteraard is dat een enorme schok. Het lukt hem met zenmeditatie de pijn te bestrijden. ‘Eerst geloofde ik het zelf ook niet, maar het werkt echt. Ik wilde op een avond gaan mediteren, maar ik werd gebeld om mee te helpen bij de soepbus. Ik was zo dom om hiermee in te stemmen. Toen ik weer thuis was, kreeg ik enorme pijn omdat ik niet had gemediteerd en zat ik kort aan de morfine. Ik heb een nieuwe euthanasieverklaring opgesteld en afspraken
gemaakt met mijn huisarts als ik vind dat de kwaliteit van mijn leven in het geding is.’ De uitvaartdienst is in de Lukaskerk – de enige protestantse kerk in de multi-culturele Schildersbuurt - waar ds. Margreet Klokke van de Kloosterkerk zal voorgaan. Hij wil worden begraven bij zijn jongste dochter Fleur in Berchem bij Antwerpen.
Heel blij Hij probeert het leven zo lang mogelijk draaglijk te houden en is ook op Facebook volop bezig om als ambassadeur van de daklozen hun leven en positie onder de aandacht te brengen. Zo liet hij onlangs trots op Facebook weten: ‘Drukke avond bij de soepbus Kesslerstichting. Eén man aan soepbus-bed kunnen helpen, hij was heel blij. Hij had drie weken geen bed gezien.’
Gerard van der Zandt: ´De samenleving negeert daklozen´ foto: Jan Spijk
Twijfel Ook wordt hij een trouw bezoeker van de maandelijkse Bach-cantatediensten in de Kloosterkerk aan het chique Lange Voorhout. Toen hij later in een pension in Scheveningen weer een dak boven zijn hoofd heeft, stuurt hij een interview met zichzelf in het blad Houvast naar ds. Margreet Klokke van de Kloosterkerk. Daaruit ontstaat een heel warm contact. ‘Ik heb haar en andere mensen van de Kloosterkerk op de fiets door de stad geleid en de plekken laten zien waar daklozen komen, ook hier in het Aandachtscentrum. Margreet heeft ds. Klaas Koffeman ontmoet, iemand die bewust heeft gekozen voor het straatpastoraat. Zij heeft aan Klaas voorgesteld om drie maanden van plek te ruilen. Wat ik mooi vind DECEMBER 2014 - nr. 5
12 Zeven Werken van Barmhartigheid Iris Savelkouls
voegd. Doden begraven was in de Middeleeuwen niet altijd zo eenvoudig, aangezien veel mensen aan besmettelijke ziektes stierven. De Zeven Werken lijken misschien een wat beperkte indeling, maar het is duidelijk dat je de termen ruim moet nemen. In de tentoonstelling blijkt al dat niet alleen vreemdelingen onderdak nodig hadden maar ook weeskinderen en andere thuislozen. Ook moesten zieken niet enkel bezocht en getroost worden, maar zeker ook opgevangen en verzorgd. De Zeven Werken van Barmhartigheid zijn nog steeds een actuele omschrijving van de taken die bij naastenliefde horen. Eten, drinken, kleren, onderdak, troost en gezelschap zijn nog altijd belangrijke behoeften van de mens. Dat illustreren ook de foto’s op deze pagina’s. Het Catharijne Convent heeft daarom voor de tentoonstelling, naast schilderijen en voorwerpen, ook ‘levende objecten’ uitgenodigd. Mensen die zelf gever of ontvanger zijn van hulp in deze tijd en de bezoekers over hun ervaringen vertellen, zoals daklozen, zieken, vluchtelingen, vrijwilligers en geestelijken.Hun verhalen zijn ook te lezen op: www.catharijneverhalen.nl
Het Museum Catharijne Convent in Utrecht organiseert tot 1 maart 2015 de tentoonstelling ‘Ik geef om jou’, over de geschiedenis van de naastenliefde in de Nederlanden vanaf de Middeleeuwen. De naastenliefde die aanzette tot de zorg voor armen, zieken, thuislozen en overledenen. Het begin van de tentoonstelling gaat in op de Bijbelse inspiratiebronnen voor barmhartigheid, zoals het verhaal van de rijke man en arme Lazarus, de barmhartige Samaritaan en deze uitspraak van Jezus: Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen. (Matteus 25, 35-36). Op deze tekst is de leerstelling van de Zeven Werken van Barmhartigheid gebaseerd, althans de eerste zes ervan: de hongerigen spijzen, de dorsti- 1) Werken van Barmhartigheid: op dit schilderij zijn de Zeven Wergen laven, de naakten kleden, de vreemdelingen ken van Barmhartigheid naast elkaar uitgebeeld als concrete herbergen, de zieken bezoeken en de gevangenen daden. Haarlem, 1580, Museum Boijmans Van Beuningen, bezoeken. Het zevende werk, de doden begraven, Rotterdam. werd in 1207 door Paus Innocentius III toege2) D e Levensboom: De afgelopen zomer werd op initiatief van
straatpastor Bart van Empel een herdenkingsboom in de kloostertuin van het Catharijne Convent onthuld met daarin bordjes met de namen van Utrechtse daklozen die zijn overleden en vaak een eenzame begrafenis hebben gekregen. 3) Inzamelingsactie in een supermarkt voor de voedselbank. (Foto: Thi-Thanh-Tâm Nguyen, Flickr Creative Commons) 4) U itdeling van brood aan de armen in de Buurkerk te Utrecht, Jozef Hoevenaar, ca. 1880, Het Utrechts Archief, Utrecht. 5) V luchtkerk in Bos en Lommer, Amsterdam. Bovenaan op de foto is het stadswapen van Amsterdam geplaatst, waarin het woord ‘Barmhartig’ te lezen is. (Foto: Tjebbe van Tijen, Flickr Creative Commons) 6) G lasraam met liefdadigheid van de H. Elisabeth van Hongarije in een middeleeuwse ziekenzaal, Jan de Caumont, ca. 1625, M - Museum Leuven. 7) A agje en Riet: vrijwilligster Aagje helpt Riet met haar administratie en zorgt voor gezelschap. © Oranje Fonds/Dave Fransen. 8) H et begraven van de pestslachtoffers in de Sint-Jacobsparochie in Leuven, 1578, M-Museum Leuven, Leuven. 9) S tichting U Centraal zendt vrijwilligers uit naar zieken, gehandicapten en bejaarden om klusjes voor hen te doen en om hen gezelschap te houden. 10)Textielcontainer in Utrecht. De kleding die in dit soort bakken wordt ingezameld gaat naar verschillende instanties. (Foto: Iris Savelkouls) 11)Poppen in kleding van wezen uit het Evert Zoudenbalch Huis, Stichting Het Evert Zoudenbalch Huis, Utrecht.
5
8
13
9
6
Met dank aan Museum Catharijne Convent en U Centraal voor de medewerking
3
1
10
2
4
DECEMBER 2014 - nr. 5
7
11
DECEMBER 2014 - nr. 5
14
15
Het Wereldhuis Amsterdam helpt - maar hoe lang nog en voor wie?
Hulp aan uitgeproduceerde vluchtelingen staat onder druk Een hoekpand achter de Hermitage in Amsterdam. Van buiten verraadt niets dat hier wekelijks tientallen nationaliteiten rondlopen. Binnen wordt het wel vrij snel duidelijk, in de gezamenlijke ruimte van het Wereldhuis klinkt een mix van Engels, soms Swahili en heel soms Nederlands. Rond één uur komt een grote pan pasta op tafel; wie een bord wil mag zonder enig probleem aanschuiven. Maar de positie van het Wereldhuis staat onder druk. Bas Joosse
Pastor Cor Ofman houdt de bewuste dinsdagmiddag spreekuur voor uitgeprocedeerde illegalen, mensen die eigenlijk terug moeten naar hun land van herkomst, maar dit vaak niet kunnen. Een spreekuur als consulent
zo’n vijftien tot twintig mensen. ‘Een maatschappelijk werker spreekt er vijf op een dag. In die zin ben ik heel onprofessioneel bezig’, zegt hij met een lach. ‘Maar het is een roeping.’ Plannen heeft Ofman te over, veel van zijn ideeën brengt hij al jaren ter tafel bij gesprekken. ‘Ik wil een nachtkerk en een radiostation.’ De PKN in Amsterdam moet bezuinigen, er liggen voorstellen om in het centrum van de stad een aantal kerken af te stoten. De ruimte die dan vrij komt, wil Ofman gebruiken voor een nachtkerk: Amsterdam profileert zich immers als een wereldstad. ‘Waarom zou je dan niet 24/7 een kerk open kunnen hebben?’ Het zijn ideeën die Ofman vooral heel vaak herhaalt. ‘Dan zeggen mensen dat ik dat idee al uitgelegd heb. Dat is ook zo, maar het is nog niet gerealiseerd.’
Illegale vreemdelingen met HIV moeten toch het land uit houdt Ofman al jaren, eerst deed hij dat onder meer in het Kerkhuis in de Amsterdamse Bijlmer. In 2008 werd de stekker daaruit getrokken, nu is het Wereldhuis de plaats van handeling. Volgens vrijwilligster Stella is het niet heel druk dinsdag, in en rond de zaal lopen ongeveer tien mensen rond. ‘Het weer zit tegen’, zegt ze, terwijl ze de afspraken naloopt die in de agenda staan. Ze komt uit Italië en is nu een maandje actief als vrijwilliger in het Wereldhuis. ‘Ik werkte eerst als vrijwilliger in een asielzoekerscentrum in Italië,’ legt ze uit, ‘Daar beviel de aanpak me niet, dus toen ben ik verder gaan kijken. Op internet zag dit er heel goed uit.’ Even later zit ze druk te bellen om een advocaat te regelen die op woensdag spreekuur kan houden in het huis.
Roeping Ofman heeft het relatief rustig: in de korte periode die hij heeft, ongeveer acht uur op een dag, ziet hij vandaag dertien mensen. ‘Die staan op het schema althans. Er komt vandaag of morgen nog een vrouw langs. Wie ze is weet ik niet, maar ze komt’, zegt hij. Vaak spreekt Ofman per dag DECEMBER 2014 - nr. 5
Naast bezuinigen wil de diaconie van de PKN een andere koers gaan varen, één die meer gericht is op empowerment. Nu ligt de focus van het Wereldhuis vooral op hulp bieden. Ofman maakt zich wel zorgen over de plannen, hoewel er nog weinig concreets over te zeggen valt. ‘We helpen nu mensen met hiv, voor hen is straks geen plek meer’, geeft hij aan.
HELP-card Juist voor die doelgroep zou er hulp moeten zijn, omdat ze heel wat te verwerken krijgen. ‘Eerst is er de schok dat ze hiv hebben, dan de schok dat ze er hier niet per definitie dood aan gaan en vervolgens is de vraag: waar moet ik dan heen?’, legt Ofman uit. Om die laatste vraag deels te beantwoorden wil hij een HELP-card in het leven roepen: Health (gezondheid), Education (onderwijs), Legal (recht) en Police. Op die kaart staan de belangrijkste adressen zodat mensen die nieuw in Amsterdam komen en zich niet kunnen redden, in ieder geval ergens heen kunnen. HELP is in alle eenvoud ook meteen een mooie samenvatting van wat er in het Wereldhuis gedaan wordt: er wordt gezondheidshulp geboden,
in de zin dat dokters van de wereld er bemiddelen tussen de aanvrager en de gezondheidszorg in Amsterdam, er zijn taalcursussen en er houdt regelmatig een advocaat spreekuur. Alleen de politie is er, om begrijpelijke redenen, geen graag geziene gast. Het Wereldhuis draait grotendeels op vrijwilligers. Er zijn er ongeveer zeventig vrijwilligers actief schat coördinator Martin. De student duurzaamheid is zelf vrijwilliger, maar coördineert nu tijdelijk de activiteiten omdat de vaste coördinator met zwangerschapsverlof is. Hij kwam bij het Wereldhuis nadat er in De Volkskrant een artikel over stond. ‘Dat sprak me aan. Het werk geeft veel voldoening’, zegt hij. Hij legt uit dat de mensen die het Wereldhuis trekt overal vandaan komen, behalve uit de Europese Unie. ‘Tot en met Bulgarije hebben de mensen een verblijfsvergunning en dus ook rechten. Dat is niet de groep waar wij ons op richten, zij kunnen ergens anders wel terecht.’ De mensen die nergens terecht kunnen komen vooral uit Afrika en ZuidAmerika. Een enkeling komt uit Azië. De functie van het Wereldhuis is duidelijk sociaal: bijna iedereen die binnenkomt wordt enthousiast begroet door de aanwezigen, ze kennen elkaar duidelijk. Wekelijks zijn er activiteiten, bijvoorbeeld filmavonden, karatelessen of bandoptredens. Naast het advies wat er te krijgen is van de consulenten en maatschappelijk werkers, is ook iets basaals als kleding voorhanden. ‘De kleding komt van kerken en andere organisaties. Het is veel, maar er is ook veel vraag naar’, stelt Martin. Ook speelgoed en boeken liggen in de kledingkasten.
Vluchtgevangenis Amsterdam kwam vorig jaar negatief in het nieuws door de Vluchtgevangenis, Vluchtkerk en Vluchtgarage: uitgeprocedeerde asielzoekers werden tijdelijk in een gevangenis ondergebracht, daarna trokken ze noodgedwongen naar een kerk en een garage. Nog steeds zwerft een groep op deze manier door de stad. Het principe van bed, brood, bad, zaken waar iedereen, uitgeprocedeerd of niet, recht op heeft, wordt er niet mee nageleefd. De PKN
diende bij de European Commitee of Social Rights (Europees Comité voor Sociale Rechten) een klacht in tegen het handelen van de Nederlandse Staat, onder andere gebaseerd op ervaringen uit het Wereldhuis. ‘We weten inmiddels dat de uitspraak in die zaak positief voor ons is’, zegt Martin. Hoewel de uitspraak positief is (lees ook het verhaal op de volgende pagina hierover), is een oplossing nog niet in zicht: staatssecretaris Fred Teeven wacht nog op een oordeel van de Raad van Ministers. Tot dat oordeel er is, lijkt hij niet van zins om ook maar een milimeter op te schuiven richting de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Eerder verbood hij dit gemeenten, maar veel doen het toch. Het Wereldhuis vecht tegen nog meer
onrecht. De diagnose hiv is voor illegale vreemdelingen niet voldoende om te mogen blijven. De Raad van State heeft, in lijn met de Immigratie -en Naturalisatiedienst en staatssecretaris Teeven besloten dat die mensen gewoon terug moeten. Het argument daarbij is dat er medicijnen verkrijgbaar zijn in Afrika. Strikt genomen klopt dat ook, zegt Ofman. ‘Maar de mensen worden niet geaccepteerd in het land van herkomst.’ Er is één apotheek in het Verenigd Koninkrijk die medicijnen tegen aids levert. ‘Die levert weer aan één specifieke apotheek in Accra, maar daar kunnen ze niet garanderen dat de medicijnen ook daadwerkelijk geleverd worden’, legt Ofman uit. Als ze geleverd worden, is de vraag ook nog of de medicijnen
werken. Dat weten de artsen daar ook niet. De eerste vraag is of de medicijnen überhaupt besteld kunnen worden: per maand zijn de kosten zo’n duizend euro. Ter vergelijking: een maandsalaris bedraagt honderd euro. De positie van het Wereldhuis staat onder druk, omdat de diaconie wil veranderen en omdat nog niet duidelijk is of er subsidie komt voor de komende drie jaar. ‘We geven van tevoren op wat we willen gaan doen in die drie jaar, dan wordt gekeken of daar subsidie voor beschikbaar is’, legt Martin uit. Het Wereldhuis bestaat nu zes jaar, er zijn twee periodes van drie jaar succesvol geweest. Voor de komende drie jaar ligt er wel een aanvraag, maar het is nog afwachten of die goedgekeurd wordt.
Pastor Cor Ofman probeert in het Wereldhuis in Amsterdam uitgeprocedeerde asielzoekers te helpen (foto Bas Joosse)
DECEMBER 2014 - nr. 5
{eeN ANdere WANG
16
17
Wat doet Teeven met uitspraak ecSr?
#Onderwijs2032
Recht op bed, brood en bad De Nederlandse Staat moet uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale vreemdelingen adequaat onderdak bieden. Dat is de essentie van een uitspraak van de ‘European Committee of Social Rights (ECSR)’, het Europese rechtsorgaan voor sociale rechten. Of er snel iets verandert is echter de vraag.
ruard Ganzevoort Staatssecretaris Dekker heeft een campagne gestart waarbij hij iedereen uitnodigt mee te denken over de toekomst van het onderwijs. Onder de noemer #Onderwijs32 worden ideeën verzameld rond de vraag wat een kind dat nu aan het onderwijs begint aan het eind van de onderwijsloopbaan zou moeten hebben geleerd. Men is het er op zich namelijk vrij breed over eens dat de kwaliteit van ons onderwijs in het algemeen op orde is. Veel minder duidelijk is wat we nu precies van dat onderwijs verwachten.
bas Joosse De zaak tegen de staat werd aangespannen door de Conference of European Churches (CEC), op verzoek van de Protestantse Kerk in nederland (PKn). De ECSR concludeert dat de staat fundamentele rechten van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale vreemdelingen schendt. De groep mensen om wie het gaat, kwam vorig jaar in het nieuws toen ze onder meer in Den Haag een tentenkamp opzetten en in Amsterdam in een oude gevangenis werden ondergebracht. Van die locaties moesten ze
dat er heel snel concrete maatregelen komen. Enkele gemeentes (waaronder Den Haag) hebben duidelijk gemaakt de uitspraak van ECSR op te volgen. Bij de ECSR zijn sinds de oprichting 112 klachten geregistreerd. ‘Dat aantal neemt toe’, zegt Henrik Kristensen,
Hulp aan migranten moet onvoorwaardelijk zijn weer weg: met name in Amsterdam begon een periode van zwerven. Van de gevangenis, bekend als de ‘vluchthaven’ naar een ‘vluchtkerk’. In kleine groepjes zwerven mensen nog steeds door de stad. Advocaat Pim Fischer, die de CEC vertegenwoordigde in deze zaak, is helder in zijn uitleg. ‘Mensen in nood moet je helpen. Dat is heel eenvoudig en ook wel een nederlandse rechtsregel.’ Maar hoe eenvoudig en logisch ook, die regel wordt dus wel geschonden. Wie hulp wil, moet eerst beloven om mee te werken aan een terugkeer. Pas dan is er hulp. Fischer stelt dat deze praktijk, ‘je krijgt hulp, maar onder voorwaarden’, raakt aan artikel 3 van de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens; het verbod op martelen.
concrete maatregelen Gemeenten, die uiteindelijk de opvang moeten faciliteren, kijken nu vooral naar wat staatssecretaris Fred Teeven doet; volgens Fischer is die reactie, hoewel begrijpelijk, niet terecht. ‘Ze moeten zelf ook hulp bieden op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning’, zegt hij. Hij hoopt DECEMBER 2014 - nR. 5
plaatsvervangend voorzitter van de ECSR. Drie klachten werden ingediend tegen de nederlandse Staat. In alle drie die gevallen ging het om sociale kwesties. En in alle drie de zaken viel de Staat iets te verwijten. De ECSR doet een uitspraak, die vooral dient als een bindend advies aan de Raad van Ministers. Deze raad, die gevormd wordt door - in dit specifieke geval - de ministers die over asielzaken gaan, moet het advies omzetten in wetten. Teeven liet op de ochtend van de uitspraak al in dagblad Trouw weten voorlopig niets te gaan doen; hij wacht eerst de Raad van Ministers af. Vanuit de zaal komt de vraag wat de ECSR eventueel kan doen. Het antwoord van Kristensen is even simpel als teleurstellend: niets. De ECSR is een rechtsorgaan maar heeft verder geen sanctiemogelijkheden. Waar Teeven weigert, wil coalitiepartner PvdA de migranten wél helpen. PvdA-Kamerlid Marit Maij zei vooruitlopend op de definitieve uitspraak al dat die moet worden opgevolgd. Haar opvolgster op de portefeuille asiel, Attje Kuiken, wil de uitspraken van Maij op de bijeenkomst niet onderschrijven. ‘Ik vind het ook vervelend dat er nog
Illegale vreemdelingen zoeken steun bij organisaties als het Wereldhuis in Amsterdam (foto Bas Joosse) geen besluit is, ik had verwacht dat er al wel een besluit zou zijn. We wachten nu af, tot dat besluit er is. Maar de uitspraak is helder’, houdt ze zich politiek correct op de vlakte. Uit de zaal komt een storm van kritiek, ook achteraf is er nog onbegrip over haar standpunt. ‘U moet politieke moed tonen, zoals Wouter Bos dat deed bij het generaal pardon’, roept iemand. Bij het generaal pardon in 2007 zorgde Bos ervoor dat er niemand uitgezet werd tot er duidelijke regels waren. Kuiken lijkt gevangen te zitten tussen de uitspraken van Maij en Teeven die lijnrecht tegenover elkaar staan.
Ongeloofwaardiger ‘Elke dag dat je wacht maak je jezelf als mensenrechtenland ongeloofwaardiger’, stelde Linda Voortman namens GroenLinks, tot hoorbare tevredenheid van de zaal. Ze vindt het heel belangrijk dat de hulp aan de migranten onvoorwaardelijk moet zijn. Zowel Joël Voordewind van de Christenunie als Voortman willen liever vandaag dan morgen politieke actie. ‘Hopelijk kunnen we de PvdA houden aan de uitspraak van Marit Maij dat het kabinet gehouden wordt aan de uitvoering van de definitieve uitspraak’, zei Voordewind. De vraag is of dat voor de winter lukt; Kristensen denkt dat het advies weleens pas in februari 2015 kan worden aangenomen. Tot die tijd zal Teeven waarschijnlijk geen milimeter toegeven.
Goede vragen dus. Je zou in zo’n campagne - modern opgezet met de nadruk op sociale media - ook een teken kunnen zien dat de staatssecretaris zelf weinig inhoudelijke ideeën heeft. Voor zover zijn ideeën over het voetlicht komen, lijken ze vrij technocratisch. Dat is riskant omdat daarmee pedagogische idealen en levensbeschouwelijke verschillen ondergesneeuwd kunnen raken onder een gestandaardiseerde mal waar al het onderwijs doorheen zou moeten. Laten we daarom eigenlijk maar blij zijn dat Dekker ideeën uit de samenleving wil horen en hopen dat hij dat ook echt serieus neemt. Wat zou er dan op die onderwijsagenda gezet moeten worden? Het meest fundamenteel lijkt mij de vraag naar de verhouding tussen de harde meetbare opbrengsten van het onderwijs aan de ene kant en de ‘zachtere’ kant van alles wat het onderwijs zo waardevol maakt maar wat niet gemeten kan worden. Uiteindelijk gaat het bij onderwijs om leven in de samenleving. En dus is goed onderwijs gericht op een goed leven in een goede samenleving. Daarvoor is meer nodig dan taal en rekenen. Om goed te kunnen leven in een goede samenleving zijn drie zaken nodig: vaardigheden, vorming en de vrijheid om talenten te ontwikkelen. Bij vaardigheden gaat het om de mogelijkheid om jezelf in de wereld staande te houden. Dan gaat het inderdaad om taal en rekenen, maar ook bijvoorbeeld om beroepsvaardigheden zoals die in het beroepsonderwijs worden aangeleerd. De grote waarde van al die vaardigheden is dat mensen zelfstandig hun plaats in de samenleving kunnen innemen. Wie beseft hoe ingewikkeld het leven is zonder grip op cijfers en letters, zonder diploma’s en skills, die beseft hoe belangrijk die vaardigheden in het onderwijs zijn. Maar dat is niet genoeg voor het goede leven in een goede samenleving. En dus is het niet genoeg voor het onderwijs. Voor die goede samenleving is ook vorming nodig. Dat wil zeggen dat kinderen, leerlingen worden voorbereid om verantwoordelijkheid te nemen voor die samenleving. Soms noemen we dat burgerschap, maar het gaat om meer: onze relatie met de natuur, onze betrokkenheid op de mensheid als geheel, ons vermogen om te gaan met conflicten, ons ethisch besef. Zeg maar: gerechtigheid,
vrede en heelheid van de schepping. Die oude termen van het ‘conciliair proces’ van de Wereldraad van Kerken in de jaren tachtig zijn onverminderd actueel. En er ligt een belangrijke taak bij het onderwijs om mensen voor te bereiden op deze vorming tot verantwoordelijkheid. En ook dat is niet genoeg. Het gaat in het onderwijs ook om de vrijheid om talenten te ontwikkelen. Want zowel de vaardigheden die je nodig hebt als de vorming tot verantwoordelijkheid zijn eisen die de samenleving aan ons stelt. Daarnaast gaat het in het onderwijs om het aanwakkeren van de eigenheid van dit kind, deze leerlinge, deze student. Een goede docent ziet het talent en de dromen van leerlingen. Leerlingen verdienen het te worden aangemoedigd in hun talent, aangespoord om hun dromen te laten ontwaken, uitgedaagd om hun verlangen te volgen. En om vervolgens zo begeleid te worden dat ze ontdekken waar hun grenzen en hun mogelijkheden liggen.
Leerlingen verdienen het te worden aangemoedigd in hun talent, aangespoord om hun dromen te laten ontwaken Vaardigheden, vorming tot verantwoordelijkheid, en vrijheid om talent te ontwikkelen. Uiteindelijk gaat het daarmee in het onderwijs om roeping. nog zo’n klassieke term die opnieuw actueel kan worden. Want roeping gaat over de vraag wat de plaats is die je in de samenleving zou moeten innemen. Dat kun je in oude woorden omschrijven als de vraag wat God van je verwacht. Je kunt het ook seculier omschrijven als het ontdekken van wat ‘jouw ding’ is. De mooiste omschrijving vind ik nog altijd de volgende: je roeping is daar waar jouw passie en capaciteiten samenvallen met de nood van de wereld om je heen. Je kunt heel veel passies hebben waarvoor je geen capaciteiten hebt of andersom. Het is al bijzonder als je passies en je capaciteiten samenvallen. Maar als dat ook nog samenvalt met de nood van de wereld, dan heb je je roeping gevonden. Misschien is dat wel wat Dekker in zijn #onderwijs2032 centraal zou moeten stellen: leerlingen en studenten helpen om hun roeping in het leven te vinden. Dat wil zeggen dat ze hun vaardigheden ontwikkelen, hun passies ontdekken en hun verantwoordelijkheid voor de wereld daarmee gestalte geven.
Prof. Dr. Ruard Ganzevoort is voorzitter van De Linker Wang.
DECEMBER 2014 - nR. 5
{INTerVIeW
18
19
IJmert muilwijk praat niet meer over duurzaamheid, hij werkt eraan
‘Niemand overziet volle omvang ecologische crisis’ Hij is nog maar dertig jaar en heeft al een hele loopbaan achter zich. Afkomstig uit een hervormde boerenfamilie en van plan ‘iets met landbouw of energie’ te doen, belandde IJmert Muilwijk zeven jaar geleden tot zijn verrassing in de politiek. Hij werd voorzitter van de ChristenUnie-jongeren en leidde vervolgens de CNV-jongeren. Daarna werd het stil. Als voorzitter van ODE, de Organisatie voor Duurzame Energie haal je niet vaak de media. Intussen begon hij zijn droom te verwezenlijken: als ondernemer de wereld verduurzamen. Wat drijft hem, wat vindt hij van GroenLinks en van het milieubesef onder christenen? Peter Siebe
IJmert Muilwijk werd in 1984 geboren in Giessenburg, een dorpje in de Alblasserwaard. Hij studeerde aan de Hogere Agrarische School in Dronten en dacht erover boer te worden. Dat bleek ingewikkeld. Via-via kwam IJmert terecht bij ChristenUnie-jongerenorganisatie Perspectief, leidde in no time een commissie, en vond dat zo leuk dat hij snel voorzitter werd. In zijn kantoor aan de Musketierlaan in Utrecht is nu zijn tweeledige bedrijf Made@ Home en GroenPand gevestigd. Was je al jong met het milieu bezig? ‘Milieu was de rode draad in mijn discussies met vrienden. Ik was zeer radicaal. Ik besefte dat we een gigantisch probleem hebben, nu we in recordtempo onze fossiele brandstoffen erdoor jagen. Ik vond dat je vliegen moest verbieden. Twee auto’s per gezin? Forget it. Ik weet nog dat ik een tv-documentaire zag over het smelten van de ijskap van Groenland, die me woedend maakte. Dat mochten we niet laten gebeuren. Waarom deden we daar zo weinig aan?’ Waarom ging je in 2012 weg bij het CNV? ‘Mijn termijn liep af en ik wilde terug naar het milieuvraagstuk.
Dat is dé uitdaging van de 21e eeuw. Ik besloot om in duurzame energie te stappen en met mijn bedrijf huishoudens en bedrijven te vergroenen in drie stappen. Ten eerste energie besparen. Ten tweede zelf energie opwekken - samen met energie besparen kan dat al tot 100 procent reductie van het stroom- of gasverbruik leiden. Ten derde de toch nog benodigde energie uit duurzame bronnen betrekken als zon en wind.’ Waarom koos je niet voor een politieke carrière? ‘niet uit afkeer van de politiek. Maar in een politieke carrière kun je in één klap omhoog of omlaag vallen, vooral omdat anderen besluiten over jouw lot. Bij ondernemen ligt succes of falen voornamelijk bij jezelf. Daarnaast wil ik graag concreet resultaten zien. Mijn publieke ervaring met het overtuigen van mensen komt mij daarbij goed van pas…’ Irriteerde jou iets aan de vakbondswereld, waardoor je eruit stapte? ‘De vakbeweging heeft ongekend veel rechten voor werknemers geregeld. Maar wie zich daaraan vastklampt, belemmert de vooruitgang. Als we het pensioen voor de huidige generatie ouderen willen behouden, hebben de jongeren straks een probleem. Binnen de vakbondswereld leidt dat tot veel onderlinge strijd, waar ik zelf midden in stond. Terwijl de vakbeweging de strijd naar buiten moet voeren. Met die interne gevechten was ik wel klaar. Ik houd meer van veroveren dan van behouden.’ Zie jij als CU-man raakvlakken met GroenLinks? ‘De ChristenUnie is nog steeds mijn partij, al ben ik geen actief lid meer. Het activistische spreekt me erg aan. Dat heeft GroenLinks ook, maar daar mis ik de gemeenschappelijke grond in het ‘waarom’. Die gemeenschappelijke ‘aarding’ is volgens mij juist belangrijk. GroenLinks mag wat mij betreft radicaler zijn in z’n milieustandpunten. Ook moet de partij uitkijken dat ze teveel beroepspolitici krijgt die afhankelijk worden van
DECEMBER 2014 - nR. 5
de partij. Het risico is dat deze politici een ongezonde kijk op de wereld krijgen en kwetsbaar worden.’ Voelen de ‘christelijke’ partijen CDA, CU en SGP de urgentie van duurzame ontwikkeling voldoende? ‘nee. Ik denk dat vrijwel niemand de volle omvang van de ecologische crisis overziet. Daarvoor verandert het milieu te langzaam. Een politieke termijn van vier jaar verhoudt zich lastig tot ecologische cycli van honderden of zelf duizenden jaren. Ik wil niet cynisch zijn, maar alleen een grove fysieke uiting van klimaatverandering zal het politiek mogelijk maken om echt fundamentele wijzingen doorvoeren. Zelfs het gegeven dat 2014 mogelijk het warmste jaar ooit wordt, is vermoedelijk niet genoeg.’ Wat verandert er bij christenen als zij zich richten op duurzaamheid? ‘Het besef dat we niet te veel moeten hechten aan materiële zaken. Maar, hoewel we als christenen in de Bijbel lezen dat we een soort vreemdelingen op aarde zijn, zijn we net zo goed als andere burgers erg gehecht aan onze materiële welvaart. Die spanning zie ik bij veel bewust levende christenen.’ Waar zet jij je voor in als voorzitter van ODE? ‘Organisatie Duurzame Energie is met 14 duizend leden sinds 1979 de belangenbehartiger van burgers voor duurzame energie. We starten energiecoöperaties, bouwen windmolens en lobbyen in Den Haag voor betere wetgeving. We zijn een soort vakbond, maar dan voor duurzameenergie-enthousiastelingen. Het mooie is dat we sinds enkele weken een goed uitgeruste helpdesk hebben om onze leden concrete adviezen te geven. Als netwerk staan we klaar om goede initiatieven verder te brengen, bijvoorbeeld het nul-opde-meter project in de provincie Utrecht. Honderden woningen krijgen daar in tien dagen een complete metamorfose om ze energieneutraal te maken.’ Volgens het Energie-akkoord moet Nederland in 2020 zijn energie voor 14 procent uit duurzame bronnen betrekken. Dat doel lijkt onhaalbaar. Klimaatsceptici zeg-
gen dat het meevalt met de problemen... Jij jaagt een utopie na. ‘In het geheel niet. Ik geef de klimaatsceptici toe dat we niet weten welke gevolgen de opwarming van de aarde precies zal hebben. Maar we kunnen de kaart van deze wereld maar een keer spelen! Bij de vakbond heb ik geleerd hoe sterk gevestigde belangen zijn, en dat gevestigde machten legitieme kritiek inbrengen. De noodzakelijke overgang naar een duurzame, niet-fossiele energievoorziening zal vermoedelijk wel een eeuw in beslag nemen. Maar dat weerhoudt mij niet om nu al de eerste, tweede en derde stap te zetten.’ Waar haal je dat tomeloze optimisme vandaan? ‘Uit de resultaten die er al zijn. Er staan nu zoveel zonnepanelen in ons
Daar ga ik een rol in spelen. Intussen leerde ik via die contacten een garagehouder op dat eiland kennen, die aan stroom en stookkosten zo’n twintig tot dertig duizend euro per jaar kwijt is. Daar gaan wij energiezuinige lampen en zonnepanelen leveren. Bovendien zijn we momenteel aan het uittesten of dat bedrijf te verwarmen is met infraroodpanelen. Die geven heel gericht warmte, wat enorm scheelt in de kosten. Ze worden al toegepast in ziekenhuizen, maar nog niet in bedrijven. Dat willen wij gaan doen. En met een recreatiepark op Terschelling praat ik over zonneboilers voor douchende vakantiegangers, een zonnepark en verwarming met warmtepompen. Kortom, er gebeurt van alles.’
‘Zelfs als 2014 het warmste jaar ooit wordt, leidt dat waarschijnlijk niet tot een omslag’ land, dat we afgelopen september een mijlpaal zijn gepasseerd: er werd 1 Gigawatt zonnestroom opgewekt. Dat staat gelijk aan de productie van een kolencentrale. Maar ik geef toe: ik ben ook wel eens cynisch. Dan denk ik: wat stelt 1 Gigawatt nou voor… het is minder dan 1 procent van het totale stroomverbruik in nederland.’ En dan? ‘Dan ga ik weer aan het werk.’ Je drukt het weg. ‘Ja, precies. En dat is ook het beste, denk ik. Als ik aan het eind van een jaar terugkijk op hoeveel zonnepanelen ik geleverd en hoeveel panden ik vergroend heb, is er toch wel veel gebeurd. Zo werkt het bij mij: get over it en pak aan. Dat is weer dat simplisme van me. Stap voor stap bouw ik eraan. En het werkt: de markt groeit! Bovendien ben ik bezig met iets totaal nieuws op Terschelling: verwarming door infraroodpanelen in plaats van een gasgestookte centrale verwarming. Momenteel lopen er een elektriciteitskabel en een gaspijpleiding naar dat eiland. De gemeente Terschelling wil die leidingen op termijn doorzagen.
Wat doet made@Home? 68 procent van de huiseigenaren zegt zonnepanelen te willen, maar slechts 1,5 procent maakt er werk van, omdat ze de energetische, technische en financiële aspecten niet overzien. Op dat vlak levert IJmert met zijn advies- en installatiebedrijf Made@Home maatwerk. Vrijwel altijd blijkt deze investering te lonen. Zie: www.madeathome.nl. DECEMBER 2014 - nR. 5
{COLUMN
20
21
Presentatie essaybundel ‘Van God los’
Stervende ‘christelijke politiek’ is antwoord op on behagen
MAG IK OOK WAT VINDEN? Enis Odaci
De enige toekomst voor de ‘christelijke politiek’ ligt in de strijd om het behoud van immateriële waarden. Oud-D66parlementariër Boris van der Ham en de conservatieve Bart Jan Spruyt vinden elkaar in hun reacties op de essaybundel van de jonge historici Ewout Klei en Remco van Mulligen, ‘Van God los. Het einde van de christelijke politiek?’ Matthias Kaljouw
De presentatie van het boek moest een debat zijn, maar Van der Ham is genoodzaakt eerder te vertrekken; anders zou de avond in de volgestouwde boekhandel in Amsterdam nog wel eens langer kunnen duren. De vraag is immers niet de minste: is er nog een toekomst voor ‘christelijke politiek’?
zo somber gestemd. Nota bene het CDA toont aan hoe christelijke partijen kunnen overleven, juist door het conservatisme waarmee de partij zich nu profileert, aldus Van der Ham. ‘Het CDA kan zelfs de komende verkiezingen winnen, door een unique selling point.’. Voorbij iedere discussie wat een christelijke politiek is, meent Van der Ham dat christelijke partijen zich niet langer moeten richten op de belangen van hun achterban, maar laten zien waar ze in bredere zin goed in zijn: het debat over moraliteit, normen en waarden. Door zich op te werpen als beschermer van waarden, zoals de partij nu doet, kan het CDA zich verzetten tegen de heersende morele onverschilligheid in de Nederlandse politiek, ‘het grootste kwaad van deze tijd.’ Dat dit, ondanks het wantrouwen van seculiere
Christelijke politiek beperkt zich niet tot confessionele partijen Het plaatje is bekend en wordt ook goed beschreven in Van God los. Kerkelijk Nederland kwijnt langzaam weg wat betreft invloed en aantal; de christenen die er nog zijn, stemmen niet vanzelfsprekend op confessionele partijen. De auteurs beschrijven aan de hand van sterke anekdotes hoe CDA, CU en SGP in deze onzekere tijd hun plaats trachten te vinden of te handhaven, maar het lijkt een gevecht tegen de bierkaai. De crisis van het CDA gaf aanleiding tot de bundeling van hun essays. Leek de partij onder Balkenende een baken van hoop voor de christelijke politiek in een seculiere tijd, dan werd deze hoop genadeloos in de grond geboord bij de verkiezingsuitslagen van 2010. Terwijl de partij als enige haar exclusieve christelijke identiteit een beetje heeft losgelaten, rijst juist in deze tijd de vraag hoe het CDA zich onderscheidt van de andere middenpartijen, wanneer de ‘C’ niet langer identiteitsbepalend is.
Buma ‘for president’ Terwijl de auteurs veelvoudig de dood van de christelijke partijen verkondigen, is Van der Ham helemaal niet DECEMBER 2014 - nr. 5
media en partijen, succesvol kan zijn, bewijst het CDA vindt Van der Ham. Als voorbeeld geeft hij het wetsvoorstel om het oproepen tot geweld te verbieden. ‘Juridisch gedoemd te mislukken, was het voorstel toch een steen in de vijver en opende een principieel debat over de vrijheid van meningsuiting.’ Door voorstellen als het verbod op geweldsapologetiek, weet het CDA het gevoel van ‘de behoudende tijdsgeest’ te vangen en ‘ruimte voor conservatisme te creëren.’ Hier zijn de confessionele partijen goed in, en dit, stelt Van der Ham, ‘zal zich terugbetalen in de komende verkiezingen. Want liberale partijen blijken tot nog toe niet in staat om de immateriële agenda op te pakken.’
Schaamlap Deze gelijkschakeling van christelijke politiek met een soort conservatisme raakt aan de bijdrage van Bart Jan Spruyt, hoewel zijn betoog principiëler is. De oprichter van de conservatieve Edmund Burke Stichting verzet zich in zijn reactie op Van God los tegen de heersende opvatting, ook onder christenen, dat de marginalisering van de
christelijke traditie eerder zegen is dan vloek. Wat ervoor in de plaats komt, is volgens Spruyt namelijk veel erger. ‘Onze tijd is de tijd ‘van de laatste mens’, zoals opgetekend door Nietzsche en De Tocqueville: de verwende mens die leeft omwille van gemak en genot, zonder zich te bezinnen op wat het samenleven in de huidige welvaart mogelijk maakt. De actuele politieke programma’s en projecten van de liberale en socialistische partijen zijn om de burger op te voeden tot deze ‘laatste mens’ en scheppen die staat die deze mens dient. Een soort heilsstaat van D66. Ook (religieuze) minderheden worden gedwongen om naar de wijze van de meerderheid te leven.’ Slechts het christelijk-sociale denken kent volgens Spruyt de juiste waarden voor het samenleven in een democratie: de overtuiging dat mensen omzien naar elkaar, en dat de overheid pas een laatste redmiddel is. Het gemis van deze waarden, in een tijd van liberalisme en secularisme, wordt aangetoond door de term participatiemaatschappij, ‘een soort schaamlap om het verlies
van het morele kapitaal te maskeren. Juist in een tijd waarin de christelijke politiek is verdwenen, wordt zichtbaar dat de christelijke traditie een morele en culturele voorwaarde is voor het functioneren van de democratie. Het is een traditie die het geloof in God en de eerbied voor het voorgeslacht in ere houdt.’
Fundamentele vraag Volgens Van der Ham kan christelijke politiek dus een breder publiek aanspreken door het morele onbehagen dat leeft. Spruyt betoogt dat het verlies van een christelijk-sociaal denken funest zal zijn voor de democratische maatschappij. Beiden tekenen echter de invloed van de confessionele politiek groter af dan de auteurs in Van God los. Klei stelt dat de ‘dood’ van de christelijke partijen onvermijdelijk is, hoewel Van Mulligen de kleine hoop koestert dat er plaats zal blijven voor christelijke partijen, al zal deze onverbiddelijk in de marge zijn. Een ander verschil is dat Van der Ham en Spruyt zich beperken tot enkel de confessi-
onele partijen; op die manier trekken zij de grens tussen christelijke en seculiere politiek scherper dan Klei en Van Mulligen doen. Beide auteurs noemen, in hun boek en in hun reacties bij de presentatie, ook de ontwikkeling dat steeds meer christenen betrokken zijn bij ‘seculiere’ partijen als D66, SP, PvdA of GroenLinks. In dit verband wordt ook De Linker Wang genoemd. Het naderende einde van de confessionele partijen betekent dus niet het einde van de christelijke politiek, stellen de auteurs, omdat christelijke politiek zich niet beperkt tot deze partijen. Maar daarmee trappen zij de deur in voor de meest fundamentele vraag, die nauwelijks is gesteld bij de presentatie en ook weinig is uitgewerkt in het boek: wat is nu eigenlijk christelijke politiek?
December is een mooie maand om terug te blikken. We zullen weer overspoeld worden door allerlei jaaroverzichten. Als we onszelf elf maanden lang zouden afsluiten van het nieuws, missen we weliswaar de actualiteit, maar in december krijgen we alle gebeurtenissen in de wereld keurig verpakt in handige overzichten en schema’s toch wel. Bijkomend voordeel is dat in de laatste week van december de jaaroverzichten ontdaan zijn van alle hype. Dus op 1 januari gaat de televisie op zwart, de krant in de open haard, de radio op ruis, en op de smartphone verwijderen we Facebook en Twitter. Totdat het weer december is.
Remco van Mulligen: ‘De plek van christelijke partijen is onverbiddelijk in de marge’ (foto Matthias Kaljouw).
Waar is het individu gebleven? Kunnen we alleen nog maar denken in gemeenschappen? Kunnen we de ander alleen nog maar benaderen met de intentie om te weten of hij of zij een van ons is? We worden namelijk voortdurend gedwongen om te kiezen, meer dan ooit. Of beter gezegd: nu is het zichtbaarder dan ooit. We moeten kiezen voor Nederland of Marokko. Voor democratie of theocratie. Voor Israël of Palestina. Voor christendom of islam. Voor Zwarte Piet of Witte Piet. Voor Obama of Poetin. Als we ons niet uitspreken voor de een of ander, vindt de vragensteller ons verdacht. Als we ons niet uitspreken zijn we ook niet interessant voor de media, want dan zijn we te genuanceerd. Heb nog maar eens een eigen mening, ook al ben je lid van een politieke partij, een kerk, een vereniging of een moskee. Geen keuze is ook een keuze!
Dat gaan we natuurlijk niet doen. We leven in een nieuwsmaatschappij, een 24-uurs economie, een tijd van informeren en bereikbaar zijn. Als we zelf niets doen aan actieve nieuwsgaring, zullen onze collega’s, buren en vrienden ons wel vertellen wat er loos is in de wereld. De diverse knooppunten tussen mensen zijn exponentieel toegenomen. We zijn onderdeel van een gemeenschap, of we er bewust van zijn of niet. Iedereen weet van elkaar, iedereen vindt elkaar, iedereen kijkt naar elkaar. De wereld is een dorp, het nieuws elders consumeren we even snel als het nieuws nabij.
Laten we de proef op de som nemen. Als individu ga ik een mening geven, kijken of u dat kunt waarderen. Ik vind GroenLinks een onzichtbare partij. Ik vind dat de kerk niet begrijpt dat Jezus wel twee keer na zou denken voordat Hij/hij zich zou aansluiten bij een plaatselijke geloofsgemeenschap. Ik vind dat moslims in Nederland vooral aan zichzelf te wijten hebben dat ze in de boksring staan. Ik vind Wilders een typische Nederlander. Ik vind dat we nog lang niet de kern van vrijheid van meningsuiting hebben geraakt. Ik wens u maar snel fijne feestdagen!
Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam
DECEMBER 2014 - nr. NR. 5
{OVERDENKING
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
9 december De Koran, het eerste Arabische boek? Koran studiedag van het Leids Universitair Centrum voor de studie van Islam en Samenleving (LUCIS). Tijd: 10.00-18.00 uur. Locatie: Bibliotheek Leiden Universiteit, Vossius conferentiezaal, Witte Singel 27. Met onder andere Nicolai Sinai (University of Oxford). Opgave:
[email protected].
DE LESSEN VAN DE PUNT
Hans Feddema Premier Den Uyl wilde de treinkaping bij De Punt in 1977 ‘per se langs vreedzame weg beëindigen’. Dit werd onlangs onthuld door de Volkskrant die de hand legde op oude ministerraadverslagen. De Molukse kapers lieten de gegijzelde schoolkinderen in Smilde vrij, maar stelden hoge eisen. Minister Van Agt koos voor een ‘uitputtingsstrategie’ die niet werkte omdat de kapers jong en krachtig bleken. De vredesbeweging wees de gijzeling af maar wilde ook dialoog. Vijftig mensen boden zich aan om de plaats van de (toevallig) gegijzelden in te nemen. Zo zou de dialoog ruimte krijgen zonder dat het welzijn van de treinreizigers een argument tot snel militair ingrijpen werd. Ik leidde mede deze groep. De Punt bood ons een school van waaruit we opereerden, de media te woord stonden en voorstellen deden om aan Molukse grieven tegemoet te komen. Er waren pogingen tot bemiddeling, onder meer van psychiater Dick Mulder die vrije aftocht beloofde. Eerder had de RMS bij de VN aandacht gevraagd voor de Molukse zaak. Benin erkende de Molukse staat RMS, die in dat land een eigen ambassade kreeg. Tijdens de kaping kregen Molukse leiders aldaar de toezegging dat de kapers welkom waren in Benin. RMS-president Tamaela stelde de Nederlandse regering op de hoogte en kwam naar Nederland om de kaping tot een geweldloos einde te helpen brengen en ‘de jongens’ mee te nemen naar Benin. In een gesprek dat ik onlangs had met oud-minister Van Agt ontkende deze de Benin-uitweg. Een ‘vrije aftocht’ was hoe dan ook onbespreekbaar. Geen gezichtsverlies leiden bleek belangrijker dan mensenlevens sparen. Strak juridisch denken gaf de doorslag: de kapers mochten hun straf niet ontlopen. Het besluit tot militair ingrijpen waarbij twee treinreizigers en zes kapers met kogels werden doorzeefd, viel in het team van vijf ministers, waarbij Van Agt, Van der Stoel en De Gaay Fortman sr. voor stemden. Van Doorn en Den Uyl stemden tegen. Den Uyl noemde het ‘een nederlaag’ en later zelfs ‘een executie’, Ja, alles wijst op dat laatste. Molukse nabestaanden waren boos, ook omdat de aanval op de trein werd ingezet vlak voor de aankomst van Molukse leiders die zo geen kans kregen te bemiddelen. Wie politiek geweld wil bestrijden zonder (massief) tegengeweld, moet elke kans aangrijpen. Dat lijkt een moeilijke les voor Nederland. Het zou Dries van Agt sieren als hij kritischer durft terug te blikken. Leren we van de geschiedenis? Ook in deze tijd van ‘jihadisme’ zijn methoden als preventie, indamming en bemiddeling te verkiezen boven de ‘sla er op’ houding, als dialoog even niet vlot of ver weg lijkt. Dr. Hans Feddema is antropoloog en publicist OKTOBER 2013 DECEMBER 2014- -NR. NR.5 5
23
Kerst, levensgeluk en onze innerlijke reis
De Amsterdamse jongerenimam Yassin Elforkani wordt bedreigd door extremistische geloofsgenoten. De politie adviseerde hem tijdelijk minder actief te zijn. De bedreigingen begonnen een jaar geleden. Zijn bedreigers zien hem als afvallige, omdat hij jongeren oproept niet naar Syrië en Irak af te reizen voor de strijd daar. Als woordvoerder van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en talkshowgast is hij de bekendste Nederlandse islamitische jihadcriticus. “Ik word bedreigd, maar krijg ook heel veel steun”, liet hij aan Trouw weten. “Dat bemoedigt me enorm.”
Hans Feddema Van Augustinus is de uitspraak: ‘Ga niet naar buiten, keer tot uzelf in, de waarheid verblijft in de innerlijke mens’. En de grote ziener Jezus, van wie we binnenkort de geboorte herdenken, leerde ons, dat niet alleen hij een ‘Kerstster’ is maar wij allen Licht zijn. Anders gezegd, dat we een God-vonk in ons hebben en zo van binnenuit in verbondenheid met onze Bron (God) net als hij, zowel (zelf)liefde, compassie en blijheid kunnen uitstralen, als zielskracht hebben en zo ‘wonderen’ kunnen verrichten. Evenals Socrates riep Jezus daarom op tot het ontdekken van het Zelf, getuige zijn uitspraak: ‘Als wij het universum kennen, doch ons (goddelijke) zelf niet, dan is ons weten waardeloos’. De mens, anders gezegd zijn individuele ziel, maakt steeds na de incarnatie een leerof groeiproces door. Jezus noemde dat tegen Nicodemus ‘hergeboorte’. Dit mede, omdat dat innerlijke groeiproces bij religie als geloofsinstituut en als geloofsleer, ook bij het ontstaan van het christendom, al gauw stiefkind werd. Behalve dat we ons moesten richten op het instituut als ‘middelaar’, kreeg de ‘uiterlijke reis’ meer aandacht dan onze ‘innerlijke reis’. En dat terwijl voorafgaande aan de grote religies er juist sprake was van veel (psychologisch) inwijdingsritueel voor het individu, ja zelfs inwijdingsscholen. Behalve door de geringe focus op onze innerlijke reis is het vooral door de sterke gerichtheid op het hiernamaals en dus nauwelijks op de ‘kracht van het nu’ (Eckhart Tolle) dat ook het thema geluk tot ver na de middeleeuwen geen begrip was in Europa. Sinds Spinoza en Montaigne het thema weer terug brachten, zijn we gaan inzien, dat dit een gemis was, samenhangend met ook de (te) geringe focus van de kerk op onze innerlijke reis.
Geluk als innerlijke wijsheid We zien nu in dat innerlijk evenwichtig leven wezenlijk is en dat niets op de wereld mensen zo met elkaar verbindt als het zoeken naar geluk. Geluk is
Imam Yassin Elforkani bedreigd
Aziatische spiritualiteit als boeddhisme beïnvloedt het westerse denken over het ‘innerlijk evenwichtig leven’ (foto Jan Spijk) dan ook helemaal terug. Dit mede door de opkomst van de psychologie, het recente bewustzijn bevorderende proces van individualisering en de herontdekking van de gnostiek van de eerste christenen. Verder door de opkomst van de nieuwe spiritualiteit, zij het vooral nog buiten de kerk. Een spiritualiteit die de kern van ons bestaan raakt, namelijk de verhouding tot het Absolute (God) en tot slot de invloed van de Aziatische spiritualiteit in het westen, vooral van het boeddhisme. Dit tevens in het persoonlijk beleven of ervaren er van. Trouwens ook de christelijke gnosis riep daartoe op, namelijk het religieuze niet te beredeneren maar het te voelen en zo ‘mensen van licht’ te worden en dat uit te stralen. Volgens de Franse filosoof Frederic Lenoir gaven de klassieke Grieken het zoeken ‘naar een goed en gelukkig leven’ behalve in filosofie ook vorm in spirituele oefeningen. De moderne mens heeft nu minder met ‘verstandelijk geloven’ maar meer met innerlijk helen en ‘ervaren’. Een kerst tevens dan als innerlijke reis?
Pelgrimage van gerechtigheid en vrede De Wereldraad van Kerken roept christenen, godzoekers en andere mensen van goede wil op om zich te verbinden aan de ‘Pelgrimage van gerechtigheid en vrede’. In elke concrete plaatselijke situatie geven mensen daar zelf invulling aan. Het beeld van de pelgrimage - het onderweg zijn - verbindt niet alleen mensen, maar biedt ook kansen om elkaar onderweg te ontmoeten. Tijdens een bijeenkomst in Emmen zei ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, over de pelgrimage: ‘Het gaat om een levenshouding, waarbij je je openstelt voor anderen. Het gaat om de vraag in hoeverre je jezelf kwetsbaar kunt maken en uit je comfortzone durft komen’.
11 december Democratische vernieuwing (v/m) Eeltje Kool vertelt over democratische vernieuwing via burgerbesluitvorming en het belang daarvan voor vrouwen en andere achtergestelde groepen. Locatie: Partijbureau GroenLinks, Oudegracht 312 Utrecht. Tijd: 19.30 uur tot 21.00 uur. Aanmelden:
[email protected].
‘Ja, wij zijn een toevluchtsoord’ Een vergadering van samenwerkende diaconale organisaties in de Duitse deelstaat Beieren nam half oktober stelling met het manifest Ja, wij zijn een toevluchtsoord (‘Ja, wir sind ein Zufluchtsland’). Het manifest is een pleidooi vanuit de kerken voor een maatschappelijke heroriëntatie wat betreft vluchtelingen. “Als diaconie pleiten we ervoor dat alle burgers en beleidsmakers van Beieren zich eensgezind gaan opstellen en volmondig erkennen dat ons land een toevluchtsoord is.”
De Linker Wang virtueel Niet alleen met dit tijdschrift presenteert De Linker Wang zich aan het publiek. Ook virtueel manifesteert De Linker Wang zich. Website www.linkerwang.nl biedt actuele informatie. Hier kunnen mensen zich onder meer abonneren op een digitale nieuwsbrief, een contactformulier invullen of eerder verschenen nummers van het tijdschrift openen en (terug)lezen. Van het nieuwste nummer zijn op de website enkele hoogtepunten te lezen. Wat betreft de sociale media is De Linker Wang actief op Twitter met nu 825 volgers; de Facebookpagina heeft ruim driehonderd ‘likers’. Ook op LinkedIn is De Linker Wang te vinden.
17 december Handvest voor Compassie Landelijke werkconferentie van stichting Handvest voor Compassie Nederland. Het internationale Charter for Compassion is inspiratiebron en leidraad. Aanwezig zijn ook mensen van de internationale organisatie. Zij vertellen over wereldwijde activiteiten. Locatie: Seats2Meet, Moreelsepark 65 te Utrecht. Aanvang 13.00 uur. 29 december t/m 2 januari Taizé in Praag Europese ontmoeting in Praag door de gemeenschap van Taizé met tienduizenden jonge deelnemers uit alle werelddelen. Jongeren tot 30 jaar richten zich op gebed, ontmoeting en solidariteit. De 2600 jongeren uit Oekraïne, ruim duizend uit Wit-Rusland en honderden uit Rusland geven - vanwege de actualiteit - de bijeenkomst een bijzonder karakter. 9 januari Het licht van de morgen Studiemiddag rond enkele liederen van Huub Oosterhuis die door de Nederlandse bisschoppen van de lijst bruikbare liederen voor de liturgie zijn gehaald. Vier deskundigen geven mini-colleges over een zelf gekozen lied waarna het gezongen wordt. Aanvang 14.00 uur, De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102, Amsterdam. Toegang: 7,50 euro (CJP en studenten 5 euro). 16 januari Karen Armstrong Karen Armstrong is van 15 tot en met 19 januari in Nederland en Vlaanderen. Zij houdt op vrijdagavond 16 januari de openingsspeech van het Writers Unlimited Winternachten Festival in Den Haag. Die dag verschijnt ook haar nieuwe boek In naam van God. Religie en geweld. 17 januari Nieuwjaarsbijeenkomst Linker Wang Inhoudelijk thema en borrel. Aanvang: 15.00 uur, De Expeditie te Amersfoort. Zie pagina 2. t/m 18 januari Rome, Mekka en Jeruzalem ‘Heilige Plaatsen, Heilige Boeken’ brengt Rome, Mekka en Jeruzalem naar Antwerpen. Verschillen en gelijkenissen tussen jodendom, christendom en islam aan de hand van tweehonderd kunsthistorische en religieuze topstukken. In Museum aan de Stroom (MAS), Hanzestedenplaats 1 te Antwerpen.Info: www. heiligeplaatsenheiligeboeken.be. 2 februari Altruïsme, de kracht van compassie Matthieu Ricard (1946) wordt geïnterviewd door Roman Krznaric. In zijn boek Altruïsme verbindt Ricard inzichten uit de psychologie, filosofie, ecologie en neurowetenschappen. Hij laat zien hoe we met altruïsme de wereld kunnen veranderen. Ricard is boeddhistisch monnik. Locatie: De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102 Amsterdam. Tijd: 20.00 uur. Toegang: 15 euro (CJP en studenten 10 euro). DECEMBER 2014 - NR. 5
{DE UITSMIJTER
24
Urgente nood vraagt actie Jan de Jong
Het is nu zo’n drie jaar geleden dat ik in mijn werk in aanraking kwam met Andries de Jong en Annemieke Sprenger uit Amsterdam. We kwamen in gesprek over de Amsterdamse Stichting Urgente Noden, een instelling die al bijna honderd jaar bestaat. Zij stimuleerden mij om in Groningen ook zo iets van de grond te tillen en boden hun hulp aan. Ze hadden al op meer plaatsen geholpen om tot oprichting van zo’n stichting te komen.
bij mensen in nood. De kosten van het SUN-bureau worden betaald door de gemeenten die mee doen. Naast de stad Groningen zijn dat er inmiddels tien in de regio. Van de Provincie hebben we een startsubsidie gekregen. Inmiddels zijn we twee jaar werkzaam en het gaat goed. Dienst- en hulpverleners dienen aanvragen in bij SUN. Het zijn situaties waarbij er naar het oordeel van de professional direct financiële hulp nodig is en er geen ‘voorliggende voorziening’ mogelijk is. Onze medewerker toetst de aanvragen en na een tweede fiattering door één van de bestuursleden wordt tot betaling overgegaan. SUN probeert altijd om binnen één werkweek aanvragen af te handelen, bij hoge urgentie zelfs binnen een dag. We hebben een betaalde medewerker die veel kennis van zaken heeft, voor
‘Ik ben bang dat er flink meer urgente noodsituaties ontstaan’ In mijn werk als Hoofd van de Groningse Kredietbank voor de Gemeente Groningen kwam ik vaak situaties tegen van mensen in financiële nood, voor wie geen enkele wettelijke of gemeentelijke regeling mogelijk was. Als hulpverlener wring je je in alle bochten en ben je begaan met die persoon, maar de praktijk leert helaas dat er altijd mensen tussen wal en schip raken.
Wasmachine
Jan de Jong (64) heeft 41 jaar gewerkt bij de gemeente Groningen onder meer als wijkteamchef bij de Sociale Dienst en twintig jaar als Hoofd van de Groningse Kredietbank. Hij is actief voor onder meer SUN Groningen en de GKv Hoogkerk.
In Groningen ben ik er mee aan de slag gegaan. Na overleg met de directie van de Dienst SOZAWE en met allerlei maatschappelijke instellingen bleek dat er genoeg draagvlak voor was. Met een voorlopig bestuur zijn we voortvarend verder gegaan. De wethouder van Sociale Zalen, Elly Pastoor, was enthousiast en op 7 juni 2012 vond in het stadhuis de officiële aftrap plaats van Stichting Urgente Noden Groningen. In Nederland zijn veel fondsen met als doel mensen in financiële nood te helpen. Dat zijn landelijke of regionale fondsen, bekend en onbekend. SUN Groningen probeert gelden te vergaren van die fondsen. We garanderen hen dat alles wat zij doneren terecht komt
DECEMBER 2014 - NR. nr. 5
het overige is het vrijwilligerswerk. Voor 2014 verwacht ik dat we ongeveer driehonderd aanvragen behandelen en circa tachtigduizend euro uitkeren. Dat is weer meer dan we in 2013 hebben gedaan. De aanvragen zijn heel divers, bijvoorbeeld de kosten van een ID-kaart om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsanering, een tijdelijke overbrugging bij geldnood, een wasmachine voor een gezin met veel problemen, maar met een inkomen net boven de bijstandsnorm. Het gaat soms om zeer bijzondere situaties zoals een vrouw die uit de prostitutie is gestapt. Ze ontving daarna een bijstandsuitkering voor een alleenstaande. Maar de werkelijkheid was dat ze twee kinderen heeft die nooit waren aangegeven bij de burgerlijke stand, dus die kinderen bestonden officieel niet. Geen kinderbijslag, geen vaccinatie, geen zorgverzekering en geen schoolplicht.
Signalen Om de kinderen alsnog in te schrijven moest een DNA-test aantonen dat ze de moeder was. Via de hulpverlening kwam bij SUN de aanvraag binnen voor de kosten daarvan, duizend
euro per kind. Toen bewezen was dat het echt haar kinderen waren kon de bal verder rollen en maakte moeder aanspraak op een hogere bijstandsuitkering en kinderbijslag. Mooi dat SUN haar kon helpen. In de gemeenten waar SUN actief is, sluiten we overeenkomsten met een breed scala aan maatschappelijke organisaties, welzijnsinstellingen, (thuis)zorginstellingen, kredietbanken en voedselbanken. In het verlengde van de noodhulpverstrekking geven we ook voorlichting en kunnen we bemiddelen als er een beroep moet worden gedaan op een voorliggende voorziening en benutten we onze ervaringen om signalen af te geven. Zoals het signaal dat de bijzondere bijstand door betreffende gemeente wel heel sober werd uitgevoerd. Ik vrees dat we de gevolgen van de komende decentralisaties ook zullen merken, denk aan de stapeling van eigen bijdragen en zaken die niet meer mogelijk zijn via WMO of AWBZ. Ik ben bang dat er flink meer urgente noodsituaties ontstaan.
Diaken Toen we met de oprichting van SUN Groningen bezig waren vertelde ik de wethouder dat ik twintig jaar diaken ben geweest in de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt). Dat ik op die manier ook weet wat er aan de hand kan zijn en dat ik het erg mooi vind om dit werk van SUN te doen voor de brede gemeenschap. Omzien naar je naaste en concreet iets voor hem of haar betekenen. In mei van dit jaar ben ik met pensioen gegaan. Ik vind het fijn om nu als vrijwilliger door te gaan als bestuurslid van SUN Groningen.