Huisvesting arbeidsmigranten en woonurgente groepen Beleidsnotitie
Wonen Limburg Maart 2012
1.
Aanleiding
1.1.
Waarom speciale aandacht voor arbeidsmigranten?
De ontwikkelingen rond het thema arbeidsmigranten volgen zich de afgelopen tijd in snel tempo op. Daar waar de aanwezigheid van arbeidsmigranten tot voor enkele jaren geleden een redelijk sluimerend en weinig zichtbaar bestaan leidde en daarmee niet herkend dan wel erkend werd, is het vraagstuk rondom arbeidsmigranten nu in een stroomversnelling geraakt. Regelmatig is deze doelgroep negatief in het nieuws en in de nieuwsfeiten komt ook meer dan gemiddeld het onderwerp slechte huisvesting aan de orde. Desondanks is inmiddels ook duidelijk dat de groep arbeidsmigranten een belangrijke rol speelt in het huidige economische verkeer. Voor de toekomst zal deze rol naar verwachting alleen maar verder groeien willen we ons huidige welvaartsniveau op peil kunnen houden. De volgende 3 reden zijn de meest belangrijke om de arbeidsmigranten als doelgroep extra aandacht te geven de komende jaren: Economisch belang Het compenseren van het tekort aan personeel in het lagere segment in bijvoorbeeld de agrarische sector, de logistiek, de vleesindustrie etc. wordt meer en meer noodzaak. Het aantal vacatures in Limburg zal rond 2014 rond de 14.000 zijn en het aanbod van personeel 12.000. We kunnen het dus niet meer aan met onze eigen populatie werknemers (beroepsbevolking). Het opleidingsniveau van de huidige arbeidsmigranten uit de MOE-landen is daarbij overigens redelijk hoog: 55% heeft een high-school en 20% is HBO of academisch opgeleid. Huisvesting Naast het economisch belang van de arbeidsmigranten willen wij de uitbuiting in de huisvesting van hen tegen gaan. De arbeidsmigranten betalen nu rond de € 400 per maand (incl. bijkomende kosten) en dit is dan vaak alleen maar voor een slaapplaats. Wonen Limburg wil vooral deze uitbuiting aanpakken door de samenwerking te zoeken met diverse partijen zodat de arbeidsmigrant gebruik kan maken van kwalitatief goede huisvesting die voldoet aan de normen. Demografische ontwikkelingen Misschien van de 3 de minst belangrijke maar wel toch één om rekening mee te houden en dus hier te noemen is de demografische krimp in onze Provincie. Door deze doelgroep aan ons te binden kan er deels een positieve invloed uitgeoefend worden op deze demografische ontwikkelingen (waaronder krimp en vergrijzing). Ook worden er relatief gezien meer gezinnen vastgehouden door deze doelgroep toe te laten op de geregistreerde woningmarkt. 1.2
Historie tot nu toe
Start Speerpunt Het thema arbeidsmigranten is sinds 1 april 2009 speerpunt binnen Wonen Limburg. Naar aanleiding van een evaluatie in augustus 2010 is besloten om het speerpunt gedeeltelijk uit te breiden met woonurgente groepen. Afgelopen anderhalf jaar zijn op verschillende terreinen al de nodige resultaten geboekt. Uiteraard vormt de huisvestingscomponent voor Wonen Limburg daarbij een belangrijke invalshoek. Echter, voordat je op dat gebied concreet aan de slag kunt was het noodzakelijk om het thema arbeidsmigranten bij alle belanghebbende partijen ‘op de agenda te krijgen’. Daartoe zijn reeds resultaten geboekt op het gebied van acceptatie en integratie, onderzoek, expertmeetings en communicatie.
1
Het is van belang dat alle betrokken partijen zich bewust zijn van datgene wat rondom het thema arbeidsmigranten speelt. In dat kader zijn diverse bijeenkomsten en workshops georganiseerd. Onder andere met Eerste en Tweede Kamerleden, Provincie, gemeenteraadsleden, onderzoekers, belangenorganisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties, etc. Daarnaast heeft Wonen Limburg een eigen onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven met het onderwerp “Een kansrijke woningmarkt in Limburg voor/door Poolse arbeidsmigranten?”. Mede naar aanleiding daarvan wordt Wonen Limburg regelmatig gevraagd om mee te werken aan onderzoeken en/of expertmeetings. Bijvoorbeeld het geven van presentaties aan of discussies met hogescholen, universiteiten, ministeries, werkgevers- en werknemersorganisaties. En dientengevolge worden wij in de rol van kennismakelaar regelmatig gevraagd om interviews te houden, zowel landelijk, provinciaal als regionaal. Dit gebeurt via de radio, tv, kranten en tijdschriften. Als het gaat om huisvestingsoplossingen voor arbeidsmigranten zijn er de afgelopen twee jaar inmiddels ruim honderd woningen verhuurd (direct aan bewoners en indirect via werkgevers). Ook heeft Wonen Limburg inmiddels een aantal woningen aan deze doelgroep verkocht. Ook in het bieden van oplossingen is daarmee een eerste start gemaakt. Geconcludeerd kan worden dat op het gebied van kennisontwikkeling en het daarmee maatschappelijk agenderen van het vraagstuk Wonen Limburg een waardevolle bijdrage heeft gespeeld (en blijft spelen). Nu breekt echter een volgende fase aan waarin we op basis van het inmiddels verworven draagvlak voor dit vraagstuk bij o.a. lokale overheden ook voor onszelf het verder realiseren en uitbouwen van huisvestingsoplossingen op gaan pakken. Deze beleidsnotitie gaat verder in op het beleidsmatig kader voor deze aanpak rond het thema huisvesting van arbeidsmigranten. De in deze notitie gehanteerde bronnen zijn onder andere afkomstig van: Risbo onderzoek (onderdeel van de Erasmus Universiteit), in opdracht van het Ministerie van WWI, oktober 2009; de Woonvisie Provincie Limburg; Etil Progneff 2011 (zie bijlage A voor een overzicht van demografische informatie); bevolkingsprognose 2010-2040; onderzoek Wonen Limburg, in samenwerking met de TUe, oktober 2010.
2.
Probleemstelling
2.1
Nut en noodzaak van arbeidsmigranten
Nederland kent een lange traditie als het gaat om buitenlandse arbeidskrachten die tekorten opvangen op de arbeidsmarkt. De huidige lichting arbeidsmigranten werkt veelal in de agrarische sector, assemblage, bouw, logistiek, vleeswarenindustrie etc. Ze komen nu nog vooral uit Midden- en Oost-Europa (de zogenaamde MOE-landen). De verwachting is dat na 2015 ook migranten uit andere landen (en continenten) naar Nederland komen (bron: adviescommissie vreemdelingenzaken, mei 2009 en rapport “Bevolkingsprognose 2010-2060: veronderstellingen over immigratie, mei 2011”). Dat betekent dus een permanente toestroom aan (tijdelijke) arbeidsmigranten. Het imago van (tijdelijke) arbeidsmigranten is niet erg goed. En dat terwijl bijna iedereen er inmiddels van doordrongen is dat deze werknemers hard nodig zijn om de nu nog voornamelijk agrarische industrie draaiende te houden. In de toekomst zullen ook andere sectoren steeds meer behoefte hebben aan arbeidsmigranten. Mede veroorzaakt door de krimp en vergrijzing van de (beroeps)bevolking, maar ook door een afnemende belangstelling voor beroepen in de agrarische sector, de bouw en de 2
industrie. Daarnaast is de verwachting dat arbeidsmigranten vaker werkzaam zullen zijn in de serviceverlenende sectoren zoals zorg, horeca etc. Kortom: hun bijdrage aan onze economie is onmiskenbaar. 2.2.
Problematiek rondom huisvesting
Als het gaat om de woonbehoefte van arbeidsmigranten is er een verschil tussen degenen die hier tijdelijk komen om te werken en degenen die zich blijvend in Nederland willen vestigen. We onderscheiden hierbij de volgende typen arbeidsmigranten: De permanente blijvers (verblijf langer dan 5 jaar): deze groep wil een woning huren of kopen en wil zich alleen of met partner en/of gezin permanent vestigen. De permanent tijdelijken (verblijf tussen 6 maanden en 5 jaar): dit is de groep die besloten heeft om wat langer te blijven, maar vaak twijfelt over permanente vestiging Daarnaast is er nog de groep kortverblijvers (verblijf korter dan 6 maanden). Dit is de groep die met anderen een kamer willen delen en dit dan bij voorkeur zo goedkoop mogelijk willen doen. Daarbij is voor hen de kwaliteit van huisvesting niet zo belangrijk. De huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten is zowel politiek als maatschappelijk een steeds belangrijker thema geworden. Zij werken vaak via uitzendbureaus, die meestal zelf de tijdelijke huisvesting voor hun medewerkers organiseren. Het lukt hen helaas lang niet altijd om de huisvesting op een adequate, verantwoorde manier te regelen. Het aanbod van huisvestingsmogelijkheden is onvoldoende om de grote stroom arbeidsmigranten goed onder te brengen. De gevolgen laten zich raden: relatief veel arbeidsmigranten verkeren in slechte woonomstandigheden (vaak op campings of op het terrein van de agrariër); er is relatief vaak sprake van over-bewoning (té veel mensen voor de beschikbare ruimte); er is relatief vaak sprake van overlast (objectief, maar vooral subjectief). In bijlage B is achtergrondinformatie opgenomen over huisvesting en integratie van de doelgroep arbeidsmigranten. Ook de Tweede Kamer is naar aanleiding van het parlementair onderzoek van commissie Lura (waar ook Wonen Limburg bij betrokken is geweest) tot conclusies en aanbevelingen gekomen, onder andere op het gebied van huisvesting: het aantal malafide uitzendbureaus binnen nu en twee jaar tot nul reduceren; uiterlijk medio 2012 dient het kabinet met een huisvestingsbeleid te komen; onderbetaling door werkgevers en te veel betalen voor slechte huisvesting is onacceptabel; gemeenten en woningcorporaties hebben te lang als uitgangspunt genomen dat de verantwoordelijkheid voor huisvesting bij de werkgever ligt. Op de laatste twee punten heeft Wonen Limburg zelf (mede) invloed. Hieronder zal op de huisvesting van arbeidsmigranten verder ingegaan worden.
3
3.
Inhoud van het voorstel
3.1 Doelgroep van beleid Wonen Limburg richt zich beleidsmatig primair op degenen die langer dan een half jaar in ons werkgebied verblijven. Voor de kort verblijvers dienen zich in het land de eerste commerciële initiatieven voor logiesverstrekking / kamergewijze verhuur aan. Mochten in Limburg vergelijkbare initiatieven opgestart worden dan willen wij desgevraagd daarover meedenken, maar we zien daarin geen initiërende trekkersrol voor Wonen Limburg weggelegd. Daar waar mogelijk/gewenst zal de huisvesting voor arbeidsmigranten gecombineerd gaan worden met woonurgente groepen om de integratie en acceptatie te bevorderen. Denk hierbij aan: personen die om persoonlijke redenen, zoals een woningrenovatie tijdelijk huisvesting nodig hebben; personen die in een echtscheidingsprocedure zitten; personen die hun woning verkocht hebben en tijdelijk andere woonruimte nodig hebben totdat men een andere woning heeft gevonden; ex-studenten die na hun studie tijdelijke woonruimte zoeken, omdat men vaak niet meer thuis wil wonen. En daardoor de tijd krijgen om zich te oriënteren op de woningmarkt; zogenaamde ama’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers) met een status, die tijdelijk onderdak zoeken (de meeste gemeenten kunnen niet aan deze vraag voldoen); personen die door onverwachte omstandigheden tijdelijk geen dak boven hun hoofd hebben.
3.2 Integrale en regionale aanpak met andere partijen Voor de regio Noord- en Midden-Limburg is, mede naar aanleiding van een door Wonen Limburg geïnitieerd en gefinancierd onderzoek, afgesproken het thema arbeidsmigranten regionaal op te pakken. Dit betekent dat maatschappelijke organisaties, werkgevers, belangenorganisaties, lokale overheden en inwoners de komende jaren gezamenlijk met de doelgroep arbeidsmigranten de volgende concrete activiteiten opzetten (in bijlage D is een overzicht opgenomen van externe organisaties):
begrijpelijke en toegankelijke informatieverstrekking aan arbeidsmigranten; bereiken van positieve beeldvorming over arbeidsmigranten en het voeren van de dialoog daarover; stimuleren Nederlandse taal en inburgering; onderwijs en vrije tijd, met name gericht op kinderen van arbeidsmigranten; bevorderen dat arbeidsmigranten, die hier langer verblijven, zich inschrijven in het GBA; bevorderen van goede werkomstandigheden en bestrijden van discriminatie; fatsoenlijke en betaalbare huisvesting (voor blijvers en voor tijdelijke opvang).
Deze activiteiten zijn gegroepeerd rondom negen modules. Deze worden aangestuurd door een stuurgroep, waarin ook Wonen Limburg zitting heeft. Wonen Limburg neemt zelf deel aan de modules ‘kennis en onderzoek’, ‘integratie en participatie’ en (uiteraard) ‘huisvesting’. Naast de doelgroep arbeidsmigranten zullen, daar waar mogelijk/gewenst, ook de woonurgente groepen (zie pagina 2) meegenomen worden.
4
Voor de regio Zuid-Limburg voert Wonen Limburg een verkennend onderzoek uit naar aard en omvang van het vraagstuk. Op basis van de eerste resultaten is het naar verwachting noodzakelijk en daarmee ook het doel om tot een vergelijkbare aanpak als in Noord- en Midden-Limburg te komen.
3.3
Randvoorwaarden met betrekking tot de huisvestingsopgave
De belangrijkste doelstelling van Wonen Limburg met betrekking tot vastgoed is uiteraard het zorgdragen voor goede en betaalbare huisvesting voor de twee genoemde groepen arbeidsmigranten: de permanente blijvers en de permanent tijdelijken. Permanente blijvers: De permanente blijver zal zich over het algemeen gewoon inschrijven als woningzoekende en er zal dan ook geen onderscheid worden gemaakt met andere woningzoekenden. Er zullen wel altijd omstandigheden kunnen zijn waarvoor extra aandacht nodig is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zwangerschap, dit wordt door werkgevers niet altijd geaccepteerd en men wordt gedwongen andere huisvesting te zoeken. En als een arbeidsmigrant een andere werkgever krijgt wordt hij vaak gedwongen andere huisvesting te zoeken. Gezien de onbekendheid met het instituut corporatie is het wel noodzakelijk om de doelgroep (onder meer middels Poolse spreekuren) te bereiken zodat onze reguliere huisvestingsmogelijkheden bij hen bekend worden. Permanente tijdelijken: Dit is vaak de groep twijfelaars; zij hebben nog geen besluit genomen om zich al of niet definitief in Nederland te vestigen. De huisvesting voor deze groep is goed te combineren met andere doelgroepen. Met de tijd veranderen de woonwensen van een gezamenlijke kamer, naar een kamer met meer voorzieningen tot uiteindelijk een studio of eigen woning. Voor de huisvesting van arbeidsmigranten gelden dezelfde eisen als voor Nederlandse burgers in gelijke omstandigheden. Dezelfde regelgeving is van toepassing waar het essentiële zaken betreft als brandveiligheid en hygiëne. Bouwtechnische eisen zijn voor Nederland uniform vastgelegd in het Bouwbesluit, het Gebruiksbesluit en dergelijke. En ook met betrekking tot het voorkómen van over bewoning en overlast gelden geen andere regels voor arbeidsmigranten. In aanvulling daarop heeft Wonen Limburg een convenant met het SKIA (Stichting Keurmerk Internationale arbeidsbemiddeling). Daarin conformeert Wonen Limburg zich minimaal aan de normen betreffende huisvesting zoals aantal wc’s/douches, brandveiligheid etc. Verder controleert de norm van SKIA (of gelijkwaardig Certified Home) op goed werkgeverschap. Tevens dienen de uitzendbureaus waar Wonen Limburg mee samenwerkt, aangesloten te zijn bij de landelijke uitzendorganisaties zoals VIA, ABU en NBBU. In de praktijk zien we dat de huisvestingsomstandigheden van arbeidsmigranten nogal verschillen van wat in Nederland gangbaar is. Niet alleen de huisvesting die hen wordt ‘opgedrongen’, maar ook de eisen die arbeidsmigranten zelf aan hun huisvesting stellen, zeker als het gaat om degenen die hier maar tijdelijk verblijven. Het is uiteindelijk aan de betreffende gemeente om te beoordelen of de huisvesting van arbeidsmigranten voldoet, zowel aan de eisen die wet- en regelgeving stelt, maar ook met het oog op het belang van de direct betrokkenen in de buurt.
5
3.4
Prioritering in huisvestingsoplossingen
Wonen Limburg hanteert de volgende prioritering in huisvestingsoplossingen voor de doelgroep arbeidsmigranten en woonurgente groepen (zie ook bijlage C): A. Via reguliere woningvoorraad (bestaande voorraad Wonen Limburg en/of aankoop bezit) De arbeidsmigranten die hier langer dan 6 maanden verblijven (de permanente blijvers en de permanent tijdelijke) kunnen zich gewoon inschrijven bij Wonen Limburg voor een woning, eventueel via een van onze spreekuren. In aanvulling daarop stelt Wonen Limburg voor de permanente tijdelijke arbeidsmigranten waar mogelijk actief woningen uit de huidige voorraad beschikbaar, voor zover het woningen of appartementen betreft die moeilijk of in verband met toekomstige herstructurering maar tijdelijk verhuurd worden. In de regio’s Helden, Horst, Venray, Weert en Heerlen verhuurt Wonen Limburg al enkele woningen via uitzendbureaus, al dan niet gemeubileerd, gestoffeerd en met energievoorziening. In eerste instantie zoekt Wonen Limburg oplossingen in haar eigen woningvoorraad. Daarnaast kunnen ook woningen aangekocht worden van derde partijen, die vervolgens specifiek aan de doelgroep verhuurd worden. B. Via herbestemming/transformatie van vastgoed Als er onvoldoende mogelijkheden zijn om via de reguliere woningvoorraad (eigen bezit of bezit derden) in huisvestingsmogelijkheden voor de doelgroep te voorzien, kan de oplossing gezocht worden in herbestemming/transformatie. Dat houdt in dat bestaand vastgoed omgevormd wordt zodat het geschikt is voor bewoning. Wonen Limburg onderzoekt daartoe in samenwerking met o.a. gemeenten actief geschikte panden. C. Via woonunits/casco met flexibele inrichting Indien spoor A. en B. onvoldoende soelaas bieden kan huisvesting via zogenaamde woonunits een goed alternatief zijn bij de zoektocht naar aanvullende huisvestingsvormen. Het schaalniveau waarop dit gerealiseerd wordt dient aan te sluiten bij de maat van en het draagvlak binnen de lokale omgeving. Realisatie van deze units kan via tijdelijke woonunits dan wel via huisvesting binnen een casco gecombineerd met een flexibele inrichting. D. Via nieuwbouw in reguliere woningen Het specifiek realiseren van nieuwbouwwoningen is uiteraard een manier om in huisvesting te voorzien. Wonen Limburg zal, mede in het licht van de demografische ontwikkelingen, in principe géén reguliere nieuwbouwwoningen realiseren voor de doelgroep arbeidsmigranten. Bij de meer grootschalige huisvestingsoplossingen (bv woonunits) zal Wonen Limburg verder onderzoeken of dit mogelijk gecombineerd kan worden met het speerpunt Wonen – Leren – Werken. Het beheer zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden door werknemers van sociale werkplaatsen en/of personen vanuit een re-integratietraject. Hiermee wordt dan tevens extra werkgelegenheid gecreëerd voor de omgeving.
3.5
Monitoren van beleid
Om te kunnen beoordelen of vastgesteld beleid in de praktijk gerealiseerd wordt is het noodzakelijk om te monitoren. Vanaf januari 2012 zal bijgehouden worden hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk door Wonen Limburg gehuisvest worden, zowel via de reguliere woningvoorraad, maar ook via herbestemming/transformatie van vastgoed en/of huisvesting d.m.v. woonunits.
6
4.
Link met het Strategisch plan van Wonen Limburg
In het strategisch plan 2011-2012 van Wonen Limburg is een aantal thema’s benoemd: 1. Van buiten naar binnen 2. De samenleving beter 3. De klant tevreden 4. Vastgoed als middel 5. Zakelijk en professioneel Met het opstellen van dit arbeidsmigrantenbeleid hebben we deze thema’s uiteraard als kapstok gebruikt. Met betrekking tot de doelgroep arbeidsmigranten nemen we de externe omgeving als uitgangspunt (‘van buiten naar binnen’): huisvestingsproblematiek, demografie, wet- en regelgeving etc. Wonen Limburg wil de doelgroepen van beleid een kans bieden in de maatschappij, zodanig dat de positie van de arbeidsmigrant er zelf beter van wordt, maar ook dat dit in goede verstandhouding gebeurt met derden zoals gemeenten en buurtbewoners (‘de samenleving beter’ en ‘de klant tevreden’). Er wordt kritisch gekeken naar huisvestingsoplossingen (‘vastgoed als middel’), waarbij rekening wordt gehouden met de interne rendementseisen. Wonen Limburg formuleert daarbij eigen beleid en is niet (uitsluitend) een reactieve partij (‘zakelijk en professioneel’).
5.
Organisatie en implementatie
Met betrekking tot het speerpunt Arbeidsmigranten zal er binnen Wonen Limburg in projectverband gewerkt gaan worden. De kern van de projectorganisatie wordt daarbij gevormd door: - Coördinerend Manager Markt & Ontwikkeling Speerpuntadviseur Arbeidsmigranten - Senior projectontwikkelaar Aan dit kernteam wordt ondersteuning geleverd door een beleidsadviseur en de betreffende Managers Markt & Ontwikkeling (voor zover initiatieven in hun regio vallen).
6.
Risico’s en maatschappelijk resultaat
A. Risico’s en vooronderstellingen Het bieden van huisvestingsoplossingen voor arbeidsmigranten heeft als voornaamste risico’s de tijdige beschikbaarheid van adequate woningen/locaties en de bereidheid van alle betrokkenen om samen te werken en concrete afspraken met elkaar te maken. Gezien aard en omvang van het vraagstuk kan Wonen Limburg dit nooit alleen maar is gezamenlijke inzet van veel partijen een randvoorwaarde. Toegespitst op de corporatiesector neemt Wonen Limburg een vooruitgeschoven positie in. Draagvlakverbreding naar collega-corporaties om in het oplossen van dit vraagstuk mee te gaan doen is dan ook een aanvullende inzet. B. Maatschappelijk resultaat De gewenste maatschappelijke effecten hebben betrekking op goede én betaalbare huisvesting voor de doelgroep, het bieden van een tegenwicht aan de gevolgen van het krimpscenario in Limburg (het behouden van huishoudens voor de omgeving) en het stimuleren van economische groei in bepaalde bedrijfstakken/regio’s in ons werkgebied waarin arbeidsmigranten werkzaam zijn.
7
7. Breed overleg Overleg m.b.t. dit speerpunt is en wordt zeer breed gevoerd, zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk met onder andere overheidsinstanties, onderzoekers, werkgevers- en werknemersorganisaties, uitzendbureaus, handhavers, welzijnorganisaties en belangenorganisaties. Wonen Limburg is verder betrokken bij diverse werkgroepen zoals “Wonen-urgent” van het SEV. Als het gaat om het thema arbeidsmigranten wordt Wonen Limburg als een kennisbaken en trendsetter gezien. Er verschijnen regelmatig uitnodigingen voor workshops en expertmeetings. Onze aanpak en ideeën vinden navolging en worden ook al ingezet door diverse partijen.
8
Bijlage A:
Demografische informatie en de gevolgen daarvan
Om inzicht te krijgen in het vraagstuk van de arbeidsmigranten zijn de volgende ontwikkelingen van belang: Afname (beroeps)bevolking Limburg Volgens de Etil-cijfers 2011 neemt de bevolking in Noord-Limburg in 2040 ten opzichte van 2011 af met 4.3%. In Midden-Limburg wordt een krimp voorzien van 8.6%. In ZuidLimburg is het krimpscenario in de meeste regio’s al in volle gang. Enkele voorbeelden per gemeente in Noord-Limburg: Peel en Maas -6.2%, Venray -2.9%, Venlo -5.6%. Enkele voorbeelden per gemeente in Midden-Limburg: Leudal -10%, Roerdalen -17%, Weert -8.1%. Het voorzieningenniveau in dorpen komt onder druk te staan. Leegstand van woningen (dus ook huurwoningen van Wonen Limburg) is een reële dreiging. Het effect op de leefbaarheid zal (of: kan) groot zijn. Het is te verwachten dat er in bepaalde sectoren een tekort aan arbeidskrachten ontstaat. Dit geldt bijvoorbeeld voor de zorg. De samenleving komt voor een keuzevraagstuk te staan: maken we gebruik van arbeidsmigranten om tekorten op te vangen, of accepteren we schaarste met alle gevolgen van dien. Er zijn al zorginstellingen die zich specifiek richten op de opleiding van Oost-Europese arbeidsmigranten. Vergrijzing en afname vrijwilligers Niet alleen de omvang van de bevolking verandert, maar ook de samenstelling. Het aantal ouderen neemt sterk toe. Dit leidt ertoe dat de Limburgse samenleving in de komende jaren uit relatief steeds meer ouderen bestaat. Het percentage 65-plussers neemt drastisch toe. Als wij langer door werken (67 jaar) zal ook het aanbod aan vrijwilligers flink teruglopen. Vrijwilligers nemen nu nog veel zorgtaken op zich, die straks minder opgepakt worden. Gevolgen voor de woningvoorraad De sterk veranderde samenstelling van de bevolking leidt ook tot een verandering in de aard van huishoudens. Door de bevolkingsdaling neemt in Limburg (gemiddeld) vanaf 2022 het aantal huishoudens af en daarmee ook de vraag naar woonruimte. De mogelijke gevolgen van de demografische ontwikkelingen zijn: het (financiële) risico op leegstand wordt groter. Woningprijzen stijgen nog slechts beperkt of dalen zelfs; als woningprijzen dalen, kunnen draagkrachtige huishoudens vertrekken uit de minder aantrekkelijke buurten. Hierdoor kan segregatie ontstaan wat vergaande consequenties heeft voor de leefbaarheid in bepaalde buurten. Oost-Groningen is hier een voorbeeld van; ook kan door dalende woningprijzen het effect ontstaan dat bewoners vast komen te zitten in hun (onverkoopbare) huis, wat kan leiden tot een afnemende mobiliteit op de arbeidsmarkt.
9
Enkele cijfers m.b.t. de regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Limburg: Noord-Limburg Tot 2030 toenemende behoefte van 8.338 wooneenheden. Deze behoefte neemt vanaf 2030 af tot 4.954 wooneenheden in 2040. Midden-Limburg Tot 2026 toenemende behoefte van 5.677 wooneenheden. Deze behoefte neemt vanaf 2026 af tot 213 wooneenheden in 2040. Zuid-Limburg Tot 2016 toenemende behoefte van 2.045 wooneenheden Deze behoefte neemt vanaf 2016 af tot -31.798 wooneenheden in 2040.
Arbeidsmigratie beïnvloedt demografie In een advies dat in juni 2010 naar de Tweede Kamer is verstuurd houdt men er rekening mee dat de groep MOE-landers voor maximaal 4.5% deel zal gaan uitmaken van de Nederlandse bevolking. Arbeidsmigranten spelen dus een belangrijke rol in de demografische ontwikkelingen van Nederland. In de Etil-cijfers van Limburg van 2011 is al gedeeltelijk rekening gehouden met arbeidsmigranten door een stijgende lijn van GBA inschrijvingen. Het effect is al duidelijk zichtbaar door een stijging van de bevolking in Limburg van 2.5% ten opzichte van de prognose 2010. Voor Limburg in het bijzonder geldt dat:
circa 50% van de arbeidsmigranten aangeeft permanent te willen blijven; 20% hier is met kinderen; op dit moment slechts 20% is ingeschreven in het GBA; met deze groep in de krimp- en vergrijzingcijfers van de provincie geen rekening is gehouden.
Het huisvesten van arbeidsmigranten (vooral in de kleine kernen) is dus een kans om de bevolkingsdaling af te remmen en nieuw draagvlak voor voorzieningen (winkels, scholen e.a.) te creëren. De leefbaarheid kan hiermee positief beïnvloed worden. Wonen Limburg wil hierin een belangrijke rol spelen, natuurlijk ook om leegstand van eigen woningbezit tegen te gaan. Bij elke aanpak is het uitermate belangrijk om gemeenten en bewoners bewust te maken van de economische noodzaak van de arbeidsmigratie en de bijdrage die deze groep aan onze samenleving levert. Onderzoek Zuid–Limburg Om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie van arbeidsmigranten in Zuid– Limburg zijn we een onderzoek gestart naar: aantal arbeidsmigranten (inschatting op de plekken) GBA inschrijving de plekken waar arbeidsmigranten zijn gehuisvest wie zijn de werkgevers Het streven is om eind januari 2012 een duidelijk beeld te hebben, zodat er een aanpak voor de regio kan komen voor het realiseren van huisvesting in de krimpgebieden.
10
Bijlage B:
Huisvesting en integratie
Veel arbeidsmigranten willen verhuizen Het percentage arbeidsmigranten dat aangeeft te willen verhuizen ligt rond de 90%. Een deel hiervan wil wel verhuizen maar heeft daar de mogelijkheden niet voor omdat de woonruimte deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst (48%), of omdat ze naar eigen zeggen te weinig verdienen (38%). Van alle arbeidsmigranten die aangeven te willen verhuizen wil 39% met de partner, 20% met partner en kinderen en 4% alleen met kinderen verhuizen. De overige arbeidsmigranten willen alleen (15%) of met anderen (22%) in de nieuwe woning gaan wonen. In dat laatste geval wil men in 93% van de gevallen met 3 of meer anderen in de nieuwe woning gaan samenwonen. Van de mensen die verhuisgeneigd zijn verkiest ruim twee-derde zelfstandige woonruimte boven gedeelde woonruimte. Huisvestingsbehoefte en maatwerkoplossingen Wonen Limburg wil structurele oplossingen voor huisvesting bieden. Zowel bij permanent als tijdelijk verblijf van arbeidsmigranten. We gaan in eerste instantie uit van de eigen verantwoordelijkheid van de direct betrokkenen: de arbeidsmigrant zelf, de werkgever en de gemeente. Het is bekend dat arbeidsmigranten naarmate ze langer in Nederland verblijven op zoek gaan naar betere vormen van huisvesting en dat ze ook bereid zijn daar meer voor te betalen. Ook worden in collectieve arbeidsovereenkomsten steeds vaker afspraken gemaakt over huisvestingseisen. Veel arbeidsmigranten willen zich graag permanent vestigen. Onderzoek door TUe en Wonen Limburg laat zien dat 51% in Limburg wil blijven. Dit betekent dat er voor Limburg ongeveer 2.390 woningen nodig zijn, waarvan 320 koopwoningen. Naast zelfstandige woonruimte blijkt er een behoefte aan zo’n 735 gedeelde woonruimten voor de groep permanente blijvers. Als men de voorkeur aangeeft van gedeelde huisvesting, dan is privacy een belangrijke eis. De voorkeur gaat dan ook uit naar een eigen kamer. Wonen Limburg kan ook woningen in herstructureringsgebieden tijdelijk aan arbeidsmigranten of werkgevers aanbieden, zodat deze woningen niet leeg staan. In dat geval is de huisvesting van arbeidsmigranten een oplossing voor de leefbaarheid en dus een reden temeer om flexibiliteit in huisvestingsmogelijkheden te behouden. Rekening houdend met de verschillen in arbeidsduur en woonwensen moeten we oplossingen vinden die recht doen aan de individuele omstandigheden van de arbeidsmigrant en aan de eisen die de woonomgeving stelt. Een algemene stelregel is dat huisvesting niet ten koste mag gaan van veiligheid en gezondheid en dat het geen overlast oplevert voor buren en omgeving. Maatwerk dus, waarbij de oplossing van geval tot geval zal verschillen. Zo is het logisch om arbeidsmigranten die lang in Nederland verblijven en hun gezin naar Nederland halen zelfstandige woonruimte te bieden. Zo ervaren ook schoolgaande kinderen voldoende veiligheid en rust. Aan de andere kant hoeft zelfstandige huisvesting geen norm te zijn voor kortdurend verblijf. Integratie nog onvoldoende effectief De integratieproblemen van MOE–landers zijn door de overheid in kaart gebracht. EUburgers hebben geen inburgeringplicht. Vrijwillige inburgering heeft tot nu toe onvoldoende effect gehad. Dit is geen onwil. Hoewel zo’ n 80% aangeeft de Nederlandse taal en cultuur te willen leren kennen is er vaak gewoon te weinig tijd. MOE-landers werken vaak meer dan 5 dagen in de week, ze maken overuren en werken in ploegendienst. Daarbij zijn cursussen meestal gekoppeld aan de werkgever, dus als er geen werk meer is of men wisselt van werkgever, dan stoppen de mogelijkheden van het volgen van cursussen. Het kabinet zal de komende tijd aandringen op een EU-brede studie over dit onderwerp. Er is op dit moment geen discussie over integratie van EU-burgers binnen Europa. Voor het draagvlak van het vrije verkeer is discussie over integratie en inburgering echter van groot belang. 11
Gezien de economische noodzaak zal een aanzienlijk deel van de arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa voor langere tijd in Nederland blijven. Daarom moeten we actief bijdragen aan inburgering. Onvoldoende taalbeheersing heeft negatieve consequenties voor onder meer de veiligheid op de werkvloer en het samenleven in de buurt. Enkele werkgeversorganisaties hebben zich al bereid verklaard een bijdrage te leveren aan taalcursussen. Totdat er integratiebeleid is vanuit onze regering geeft Wonen Limburg er zelf een voorlopige invulling aan bij de door ons gehuisveste arbeidsmigranten. Bijvoorbeeld door ondersteuning te geven aan de integratie, goede communicatie met burgers in wijken en dorpen en via brochures en informatiebijeenkomsten, etc.
12
Bijlage C:
Huisvestingsoplossingen
Wonen Limburg wil (nieuwe) huisvestingsoplossingen voor de doelgroep arbeidsmigranten ontwikkelen. Deze dienen te voldoen aan de minimaal gestelde huisvestingsnormen. Als norm hanteert Wonen Limburg de SKIA-norm of (als gemeentelijk beleid strikter is) het beleid van de gemeente. Op één punt wijkt Wonen Limburg duidelijk af en dit is het aantal m2 per persoon. Wonen Limburg gaat uit van 15m2 per persoon in plaats van de 10m2 à 12m2 die landelijke normen stellen. Huisvestingsvormen Uitgangspunt bij huisvesting van de doelgroepen is dat Wonen Limburg eerst onderzoekt of er mogelijkheden zijn binnen onze eigen woningvoorraad. Huisvestingsmogelijkheden die Wonen Limburg onderzoekt zijn: bestaande woningvoorraad al dan niet in bezit herbestemmen/transformeren van kantoorpanden, oude zorgcentra, scholen etc. woonunits nieuwbouw De keuze is afhankelijk van de huisvestingsvormen (zie hieronder), de regio, beschikbaarheid van bestaande panden en aanbod grondposities. Spelers zijn gemeenten, werkgevers, woningcorporaties, particuliere verhuurders, commerciële partijen, provincie, bewoners. In de tabel is in de laatste kolom de doelgroep ‘kort verblijvers’ weergegeven. Deze vormt voor Wonen Limburg echter géén doelgroep van beleid. Bron: Advies mindmap BZK
Type huisvesting
Permanente blijvers (> 5 jaar)
Permanent tijdelijken (6 maanden tot 5 jaar)
Kort verblijvers (2 tot 6 maanden)
Wooneenheid in gebouwencomplex (bij agrarisch bedrijf)
-
-
+
Wooneenheid in gebouwencomplex (logiesgebouw; short stay)
-
+/-
+
Hotel/pension
-
-
+
Huisvesting op recreatieterrein
-
-
+/-
+/-
+
+/-
-
+
+/-
+/-
+
-
+
-
-
Chalets/verplaatsbare woonunits Sloopwoningen Reguliere woningen/inwoning (kamerverhuur/logies) Zelfstandige woning
Legenda: + geschikte huisvesting; +/- geschiktheid per situatie beoordelen; - ongeschikte huisvesting
Huisvesting via de reguliere weg De arbeidsmigranten die hier langer dan 6 maanden verblijven (de permanente blijvers en de permanent tijdelijken) kunnen zich gewoon inschrijven bij Wonen Limburg voor een woning, eventueel via een van onze spreekuren. Voor de permanente tijdelijke arbeidsmigranten stelt Wonen Limburg woningen uit de huidige voorraad beschikbaar. Dit zijn meestal woningen of appartementen die moeilijk of maar tijdelijk verhuurd worden. In de regio’s Helden, Horst, Venray, Weert en Heerlen verhuurt Wonen Limburg al enkele woningen via uitzendbureaus, al dan niet gemeubileerd, gestoffeerd en met energievoorziening. 13
Mogelijkheden van grootschalige huisvesting? Grootschalig huisvesting kan op een aantal manieren: in de bestaande voorraad (transformatie), via nieuwbouw of via zogenaamde woonunits. Wonen Limburg onderzoekt daartoe actief geschikte panden en/of locaties/grondposities. Waarbij de samenwerking wordt gezocht met gemeenten. Wonen Limburg is reeds benaderd door Rijksbouwmeesters om samen met andere partijen in de regio een project voor huisvesting op te pakken. Wonen Limburg overlegt met gemeenten in de regio Noord-Limburg om voor een periode van maximaal tien jaar (wettelijk mogelijk) via woonunits of transformatie van bestaande gebouwen arbeidsmigranten te huisvesten. De schaalgrootte is hier uiteraard van belang: tussen de 25 en 35 units voor het huisvesten van 2 of 4 personen. Verschillende dorpsraden willen graag meewerken aan het realiseren van een dergelijke huisvestingsvormen. Want aangezien nieuwbouw in verband met toenemende krimp en vergrijzing vaak geen optie is, bieden ze kansen om de leefbaarheid in kleine dorpen te stimuleren. Wonen Limburg zal verder onderzoeken of de realisatie van woonunits mogelijk gecombineerd kan worden met het speerpunt Wonen – Leren – Werken. Het beheer zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden door werknemers van sociale werkplaatsen en/of personen vanuit een re-integratietraject. Hiermee wordt dan tevens extra werkgelegenheid gecreëerd voor de omgeving. Wet- en regelgeving Wonen Limburg onderzoekt de maximale gebruiksduur van deze vormen van huisvesting, welke afhankelijk is van de soort huisvesting. Nu is dit voor woonunits en transformatie van bv kantoorpanden maximaal tien jaar. Verder onderzoeken we nog de mogelijkheden om een woonunit te zien als roerend goed in plaats van onroerend goed in verband met mogelijke BTW-voordelen. Zo is bijvoorbeeld aangeboden dat als woonunits 15 jaar mee gaan de investering door de unitbouwer gedaan kan worden. Uitgangspunten woonunits De uitgangspunten voor woonunits zijn gebaseerd op studentenhuisvesting en wordt gebruikt door diverse woningcorporaties. Wonen Limburg gaat ervan uit dat wat voor studenten goed is ook goed is voor de genoemde doelgroepen. De huisvesting dient sober te zijn zodat men ook geprikkeld wordt moeite te doen om huisvesting te vinden in de reguliere bouw. Als uitgangspunt voor de berekeningen hanteert Wonen Limburg het volgende: Afmeting units 30m2 en 60m2 Grondkosten neutraal (eigen grondposities of bv aangeboden door gemeenten, incl. bouwvergunning). Duur 10 jaar (ingaande als laatste unit is verhuurd) Geen groot onderhoud in berekening Geen OZB in berekening Geen rioolbelasting in berekening Gedeeld belang met gemeente Er wordt uitgegaan van een gedeeld belang wat inhoudt dat ook de betrokken gemeente bijdraagt in de financiering van investeringen voor de doelgroep. Dit is op de volgende punten: OZB rioolbelasting kosten tbv aanleg infrastructuur geen legeskosten > grondkosten neutraal Een voordeel van woonunits is dat ze flexibel zijn in de tijd, en dus tussentijds aan te passen naar grotere of kleinere units. Of bijvoorbeeld voor ander gebruik zoals 14
bedrijfsruimte, denk hierbij aan ZZP’ers. Daarbij komt dat ze sneller te realiseren zijn omdat regelgeving en bouwtijd sneller zijn dan reguliere bouw. De levensduur van deze woonunits is minimaal 20 jaar. Er zijn al units voor huisvesting van studenten voor de periode van 50 jaar geplaatst. Verhuur De verhuur (al dan niet gemeubileerd) is op te splitsen in: directe verhuur aan de doelgroep door Wonen Limburg, via de regio’s indirecte verhuur door Wonen Limburg via werkgevers / uitzendbureaus Reden voor deze splitsing is dat verhuur via werkgevers en uitzendbureaus een andere benadering vereist. Eén en dezelfde belanghebbende zou niet met verschillende regio’s verschillende afspraken en convenanten moeten hebben. Dit komt niet zakelijk over, het werkt niet efficiënt/effectief en is niet kostenbewust.
15
Bijlage D:
Samenwerking met externe organisaties
Het huisvestingsvraagstuk van arbeidsmigranten kan Wonen Limburg niet alleen oplossen. Sterker nog, zonder samenwerking met partners zal de bijdrage slechts marginaal zijn en zal Wonen Limburg niet in staat zijn haar doelen te realiseren. Er ligt voor Wonen Limburg een opdracht om samenwerking te zoeken met externe organisaties. Door samen te werken of via verbindingen te creëren en door informatieverstrekking. Deze partijen zijn: Onderzoekers Denk hierbij aan Risbo (onderdeel Erasmus universiteit), Movisie, Nicis, SEO (onderdeel universiteit van Amsterdam) etc. Het is van belang met hen mee te werken aan onderzoeken en zodra de resultaten hiervan bekend zijn deze te analyseren en de informatie aan belanghebbenden te verspreiden. Belangenorganisaties Denk hierbij aan Aedes, SEV, VNG, woningcorporaties, Werkgeversorganisaties als VIA, SKIA ABU, NBBU, LTO etc. Werknemersorganisaties zoals FNV, CNV. Belangenorganisaties van de doelgroep zoals st Arka, Migrada etc. Welzijnsorganisaties Omdat we steeds meer te maken krijgen met sociaal maatschappelijke problemen waarbij arbeidsmigranten zijn betrokken is het van belang hierover op de hoogte te blijven en de samenwerking op te zoeken. Werkgevers en uitzendbureaus Het is van belang om op de hoogte te blijven van ervaringen en aanpak van werkgevers en uitzendbureaus ten aanzien van de huisvesting en integratie. Wonen Limburg kan hiervan leren maar tevens met hen meedenken en hen adviseren. Handhavers Ook overleg en samenwerking met handhavers als, SNCU, RCF, CIOD, belastingdienst etc. is van belang. Dit onder andere om op de hoogte te blijven van trends, acties die er plaatsvinden en het samen optrekken tegen misstanden. Maar ook de goede voorbeelden eruit halen en belichten. Beleidmakers Het is voor ons van groot belang in contact te blijven met gemeenten, provincie, ministerie van BZK ten aanzien van hun beleid en wet- en regelgeving. Wonen Limburg dient met hen mee te denken, zoals Wonen Limburg ook doet bij BZK. Denk hierbij aan de ‘Handreiking huisvesting MOE-landers’ die vernieuwd is en in dec-2010 opnieuw is uitgebracht. Wonen Limburg kan een rol spelen door haar visie aan te bieden aan colleges van B&W of raadscommissies etc. en presentaties te geven over het huisvesten van arbeidsmigranten en woonurgente groepen en het belang hiervan. Verder gaat Wonen Limburg bijeenkomsten organiseren met de gemeenten in ons werkgebied en provincie om hen te bewegen hun beleid meer op elkaar af te stemmen. Ondertussen kan wel worden gesteld dat Wonen Limburg een kennisbaken is voor anderen en men hiervan ook veelvuldig gebruikmaakt. We worden regelmatig in het land gevraagd onze kennis te delen en om advies gevraagd. Dit zullen we ook de komende tijd blijven doen. Ook door mee te werken aan onderzoeken, deze te volgen of zelf uit te voeren blijft Wonen Limburg op de hoogte van de ontwikkelingen.
16
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Fons Merken, Speerpuntadviseur Arbeidsmigranten 088- 385 01 09
[email protected]
17