Interviewserie: ‘Hoe gaat het met…?’
Foto: Ivo Delahaye
Hub Kallen weer even terug bij ‘zijn’ Fortuna Oud-manager van Fortuna ‘54 en secretaris van FSC Hub Kallen was eerder dit jaar tijdens de derby tegen VVV-Venlo te gast in het stadion. Hij kreeg een rondleiding en genoot van de moderne faciliteiten. Vol trots vertelde hij over de geschiedenis van de club en ‘zijn’ Fortuna ’54. Fortuna’54 zag 1954 in Geleen het levenslicht en ontpopte zich al snel tot een absolute topclub. Spelers als Frans de Munck, Cor van de Hart, Jan Notermans en Faas Wilkes droegen de groen-witte tenues. Heel Limburg was te vinden in het Burgemeester Damenpark en later in het Mauritsstadion in Geleen. Fortuna wist helaas nooit kampioen te worden, maar behaalde wel twee bekertitels in 1957 en 1964. Ook speelde men Europese wedstrijden tegen onder andere Torino. Hub Kallen De laatste bestuurder die over de mooie momenten, maar vooral ook de mindere tijd van Fortuna’54 kan vertellen is de nu 83-jarige Hub Kallen uit Geleen. Voor veel Fortuna-fans wellicht een onbekende naam. Hub was van 1966 tot en met december 1967 verbonden als manager
aan de club. Hij heeft van dichtbij meegemaakt hoe het bolwerk Fortuna ’54 richting een fusie ging met Sittardia. De vader van Hub was samen met Gied Joosten bij de watersnoodwedstrijd tussen Frankrijk en het Nederlands amateurteam. Nederland won die wedstrijd en Joosten was meteen enthousiast over betaald voetbal. Het was in de woonkamer van de familie Kallen dat besloten werd om betaald voetbal in Geleen te gaan spelen. Met deze stap was meteen ook de NBVB geboren, ook wel ‘wilde bond’ genoemd. Fortuna’54 vormde samen met negen andere clubs zo de eerste betaalde competitie. Doordat vele besluiten werden genomen in huize Kallen werd Hub al snel besmet met het Fortuna-virus.
Interviewserie: ‘Hoe gaat het met…?’ Van topclub naar zorgenkindje Fortuna’54 stond in de beginjaren bekend als dé club van Nederland. Ajax, PSV en Feyenoord keken op tegen het beleid en de spelers die in Geleen speelden. Hub Kallen glundert: ‘’Er stonden in 1955/1956 vijf spelers in het Nederlands elftal. Dit waren Frans de Munck, Bram appel, Cor van de Hart, Bart Carlier en Jan Notermans. Frans de Munck ‘De Zwarte Panter’ stond bekend om zijn grandioze
‘’Gied, dat kun je niet maken om Fortuna uit Geleen te trekken’’ reddingen, maar was ook een ijdeltuit. Hij hield namelijk bijna nooit een strafschop tegen, omdat hij bang was om in de foute hoek te duiken. Zo wachtte hij altijd af naar welke hoek de speler de bal schoot en maakte dan pas de duik.’’ Dat je niet van het voetbal alleen kon leven bewees Jan Notermans. ‘’Hij was naast voetballer, kapper van beroep. Hij moest op wedstrijddagen vaak werken en kon zo soms alleen de laatste paar minuten van de warming up doen.’’
Kallen ervoor dat het betaald voetbal op korte termijn voor Geleen behouden bleef, maar wat voor de lange termijn? Fortuna had immers grote namen als Cor van der Hart, Carlier, Koopal, Brüll en Quadackers moeten laten gaan en de club kreeg veel negativiteit over zich heen. De Fortunezen werden immers steeds geassocieerd met Vascomij. Seizoen 1966-1967 Hub Kallen maakte een van de moeilijkste seizoenen mee van de toen nog jonge club en speelde wederom een belangrijke rol in het voortbestaan: ‘’Voor Fortuna’54 werd het seizoen 1966-1967 een heel lastig seizoen. De club dreigde te verdwijnen en het eredivisieschap zou verkassen naar Brunssum. Ik wilde de club maar al te graag helpen en ging met de gemeente in gesprek. De gemeente Geleen kreeg immers elk jaar vermakelijkheidsbelasting en ik vond dat de club daar ook iets voor terug moest krijgen. Ik wilde zo’n één miljoen gulden krijgen, maar daar waren een aantal voorwaarden aan verbonden.
Dat Fortuna’54 nooit kampioen werd kwam volgens Hub Kallen door de vele wedstrijden die men speelde: ‘’Zo heeft men seizoenen gehad met 70 officiële wedstrijden. We reisden met auto’s af naar Madrid om het op te nemen tegen Real of naar België om het nationale team daar te trakteren op een 1-3 nederlaag. Buitenlandse tripjes waren voor zakenman Joosten soms belangrijker dan de eigen competitie.’’ Toen het bedrijf Vascomij van Joosten in 1966 failliet ging, dreigde het betaalde voetbal voor eens en altijd te verdwijnen uit Geleen. ‘’Joosten wilde voor 300.000 gulden het eredivisieschap van Fortuna verkopen aan het twee divisies lager spelende Limburgia uit Brunssum.’’ Hub Kallen stak hier hoogstpersoonlijk een stokje voor en reageerde met de woorden: ‘’Gied, dat kun je niet maken om Fortuna uit Geleen te trekken.’’ Zo zorgde Hub
Foto: Ivo Delahaye
De grootste voorwaarde was het blijven spelen van eredivisievoetbal in Geleen. Dit zou een heel lastig karwei gaan worden. Het stadion was immers sterk verouderd en moest gerenoveerd worden, er moest een nieuwe trainer aangesteld worden, net
Interviewserie: ‘Hoe gaat het met…?’ als nieuwe spelers en dat alles met een heel smalle organisatie. Fortuna maakte bovendien een zeer lastig seizoen door. De club die tien jaar eerder nog een topclub was, werd ineens een zorgenkindje. De organisatie was te veel afhankelijk geweest van Vascomij. Ondanks deze omstandigheden werd er toch gevoetbald. De Duitser Heinz Marotzke werd de nieuwe coach en ook vele nieuwe spelers kwamen naar Geleen. Zo kwam Heinz ‘’Uwe’’ Fischer van Gelsenkirchen en international Jef Vliers van Standard Luik. Deze spelers tekenden hun contracten veelal bij mij thuis. Het seizoen verliep zo als gezegd zeer slecht en bleef spannend tot de laatste wedstrijd. Wij moesten uit tegen GVAV (voorloper van FC Groningen) en werden geteisterd door vele blessures. Het eerste team bestond nog maar uit veertien fitte spelers, bijgestaan door mijzelf, trainer en fysiotherapeut.’’ De Geleense heerschappij was volledig uit elkaar gevallen. De ploeg vertrok per trein vanuit Sittard naar Groningen en kreeg tegen subtopper GVAV geen makkelijke tegenstander voorgeschoteld. Hub Kallen herinnerd het zich nog goed: “De spelers gaven alles wat ze in zich hadden en wisten de wedstrijd in een 1-2 winst af te
sluiten. De winst kwam ondanks onze goede inzet, hoogstwaarschijnlijk tot stand door het medelijden van GVAV.’’ Door de winst was de Eredivisie voor Geleen veiliggesteld. Bij thuiskomst was er veel volk op de been op station Sittard. ‘’Wij werden met muziek opgewacht en ook oude bestuursleden stonden met grote auto’s voor ons klaar. Ik voelde eigenlijk geen euforie, maar een grote schaamte. De club die altijd top is geweest, was nu blij met handhaving”, aldus de voormalig bestuurder. De teleurstelling De club moest aan het einde van dat seizoen veel kwaliteit inleveren, Vascomij ging failliet en het Mauritsstadion werd opgeknapt, zodat het weer de uitstraling Van een topclub kreeg. Seizoen 1967-1968 moest de ommekeer brengen. Gied Joosten en Huub Adriaans (ging naar Sittardia) droegen de leiding van Fortuna ’54 definitief over aan voorzitter Koos van Riet en manager Hub Kallen. Ondanks dat het financieel niet goed ging werden door Hub wel nog een aantal goede spelers aangetrokken. Arno Ernst en ex-internationals Bert Theunissen en Piet Giesen kwamen naar Geleen. Zou het dan toch gaan gebeuren dat de club de weg naar boven weer ging vinden? Er waren immers al geluiden dat de club uit Geleen samen zou gaan met Sittardia. Dit ging echter niet door waardoor de club ‘gewoon’ aan de competitie begon. Hub Kallen: ’’Het was niet alleen de financiële injectie van de nieuwe grote sponsors die Fortuna in rustiger vaarwater bracht, ook een wedstrijd tegen Bayern München leverde veel geld op. De grote sterren van de Duitse grootmacht landden op vliegveld Beek en kwamen spelen in een uitverkocht Mauritsstadion in Geleen. De hele omgeving had weken lang naar
Foto: Ivo Delahaye
‘’Spelers tekenden hun contracten meestal bij mij thuis’’
Interviewserie: ‘Hoe gaat het met…?’ deze dag uitgekeken. Bayern München, met spelers als Sepp Mayer, Franz Beckenbauer en Ger Müller, zou wel even over Fortuna heen walsen, maar dat was toch helemaal anders dan iedereen dacht. De Geleense club speelde zeer goed en verloor maar nipt. Einduitslag in een zeer vermakelijke wedstrijd werd 4-5, door onder andere drie doelpunten van Fisher. Niets leek ons in de weg te staan voor een goed seizoen. Fortuna kreeg weer steun van de supporters en de club leefde weer. Gesprekken gingen niet meer over Vascomij en zo begonnen wij de competitie met frisse moed, totdat er weer geruchten in de rondte gingen over een eventuele fusie met Sittardia. Oudbestuurder Huub Adriaans, die net vertrokken was naar Sittardia, leek het vuurtje aan te wakkeren. Niemand steunde het plan en dat had ook zijn invloed op de resultaten. Fortuna speelde nog slechter dan het seizoen 1966-1967 en dat terwijl nu het degradatiespook echt om de hoek kwam kijken. Trainer Latten kon het niet meer aanzien en oud-speler Bram Appel moest het niveau gaan opkrikken, maar ook hij faalde. Ik kon het allemaal niet meer aan en nam in december 1967 ontslag. Ik heb alles voor de club gedaan en altijd vrijwillig voor de club klaargestaan. Als ik al het geld dat ik er in gestoken heb moest terugkrijgen, dan kon ik een paar geldtransportwagens laten komen. Ik was zeer teleurgesteld over de inzet van de spelers en wilde me weer volledig gaan focussen op mijn bedrijf. De klanten praatten immers ook over de slechte gang van zaken bij Fortuna en dat deed me geen goed’’. Bergafwaarts met Fortuna Na het vertrek van Kallen ging het verder bergafwaarts met de club. Fortuna verloor met grote cijfers van Twente, PSV en Xerxes. De club stevende regelrecht af op een degradatie. Fortuna speelde zijn laatste wedstrijd in de eredivisie tegen DOS. De wedstrijd ging met 4-3 verloren en de tientallen bussen vol met Fortuna fans ging met een sip gezicht terug naar Geleen. Het was de laatste competitiewedstrijd die Fortuna’54 zou
spelen. De fusiegesprekken tussen Sittardia en Fortuna werden steeds intensiever met een fusie als gevolg. Op 11 juni 1968 fuseerden de beide clubs tot FSC. Hub Kallen heeft zich altijd met hart en ziel voor de club ingezet en dat geheel vrijwillig. Zijn Fortuna was definitief geschiedenis. Het Mauritsstadion kwam steeds meer in verval en in 1970 kwam men tot het besluit om de modernere Baandert in Sittard te kiezen als thuisbasis. In de tijd van FSC keerde Hub nog even terug als secretaris-manager. Hij zetelde in het dagelijks bestuur met voorzitter Hans van Liemt. Voor FSC waren de beginjaren zeer matig. De
‘’Ik was zeer teleurgesteld over de inzet van de spelers en wilde me weer volledig gaan focussen op mijn bedrijf’’ gewenste resultaten bleven uit en het zou tot 1982 duren voordat de club weer eredivisie ging spelen. Hub Kallen: ‘’Voor mij zijn de herinneringen aan Fortuna ’54 blijvend. De mooie tijden die ik gesteund door mijn vader in de beginjaren bij mij thuis meemaakte en later als manager zijn goud waard. Fortuna ’54 zit voor altijd in mijn hart.’’ Waar in 1971 de hoofdtribune afbrandde en later het stadion werd afgebroken staat sinds 1999 een monument ter nagedachtenis aan Fortuna’54. Op 22 juni 2014 kwamen de mensen met een Fortuna ’54 verleden nog eens bij elkaar voor de herdenking van zestig jaar betaald voetbal. Hub Kallen was er ook bij en zag zo na lange tijd weer oude foto’s terug van zijn vader en zijn eigen zittingstijd.
Interviewserie: ‘Hoe gaat het met…?’
Door: Jasper Beerten & Roy Munnecom
Copyright ©2015 Fortuna Sittard Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, kopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Fortuna Sittard, www.fortunasittard.nl.
Foto: Ivo Delahaye