Leren geloven (deel I). Preek over HC zondag 8: de Heilige Drie-eenheid. De leer over de H. Drie-eenheid is een poging van de kerk om onder woorden te brengen wie God is. Wie is God? Veel mensen zullen zeggen: dat ligt er maar aan hoe je daar tegenaan kijkt. Wat voor bril je op hebt. En dat is natuurlijk ook zo. [dia 1] Misschien ken je het verhaal van de olifant, overgewaaid vanuit India. Het verhaal gaat over allemaal blinde mensen rond een olifant. Degene die het dichtst bij de slurf staat zal zeggen: wat ik voel is langwerpig, dik en rond. Die bij de tanden houdt het op hard en puntig, bij de buik groot en ruw, enzovoort. Het verhaal gaat over hoe mensen in verschillende religies God zien. De één zal zeggen: Hij is Allah, de ander spreekt over kosmische krachten. Weer een ander zegt: God is liefde. De moraal van het verhaal: iedereen heeft gelijk behalve diegenen die beweren de waarheid in pacht te hebben. Vooral christenen en moslims, maar ook de buitenstaander, die helemaal geen ervaring heeft met olifanten en nuchter vaststelt dat iedereen ongelijk móet hebben vanwege alle tegenstrijdige verklaringen (er bestaat helemaal geen olifant!) heeft ongelijk. Hoe zou je daarop kunnen reageren? Er klopt minstens één ding wel en één ding niet aan dit verhaal. Wat wel klopt is dat alle mensen blind zijn. Voor God. Niemand kan God zien. Wat niet klopt is dit: degene die zeker weet dat wat iedereen voelt, een olifant is, is hypocriet. Hij of zij is de enige die het totaalplaatje ziet en weet ‘hoe het zit’, namelijk dat alle religies op hetzelfde neer komen. Hij of zij redeneert vanuit een bepaalde vooronderstelling. Een vooroordeel: alle religies komen op hetzelfde neer [dia 2 – leeg scherm] Geloven is … Wie is God? het ligt er maar aan vanuit welke vooronderstelling je praat, redeneert en denkt. Dat is zo. Voor de één is dat: alle geloven komen op hetzelfde neer. Voor een christen is dat Gods Woord. Geloven, dat is: Gods belofte voor betrouwbaar houden (v/a 21 en 22).
We beginnen vanmiddag met een nieuw deel uit de (Heidelbergse) catechismus. Het gaat over de inhoud van ons geloof. We beginnen nu aan een gedeelte over de apostolische geloofsbelijdenis. Die geloofsbelijdenis, ook wel de twaalf artikelen genoemd, is al heel vroeg ontstaan. Het vroegste handschrift dat is gevonden met een tekst die erg op de huidige versie lijkt, stamt uit het jaar 170 na Christus. We gaan in de komende weken/maanden dus stap voor stap op zoek naar het antwoord op de vraag: ‘wat geloof ik nu eigenlijk?’ En dan begint de catechismus in v/a 24-25 met een samenvatting van een samenvatting (de twaalf artikelen) van het geloof: de belijdenis dat God drie-enig is. Maar eerst even één stap terug. Wat ís geloven en hoe doe je dat? Ik zal in de komende weken steeds gebruik maken (soms expliciet, soms meer impliciet) van het volgende schema [dia 3]:
VERSTAND
WIL HANDEN
ERVARING
Geloven doe je met je verstand: je moet weten wat je gelooft. Het geloof heeft een bepaalde inhoud. Het heeft ook alles te maken met je ervaring/je gevoel. Het doet wat met je. Hoe dat precies zit is denk ik nog het beste duidelijk te maken door de dimensie van het gevoel weg te denken: geloof kan nooit alleen verstandelijk zijn. Geloof dringt aan op toe-eigening.
Het geloof van de kerk, van alle christenen vóór, naast en na jou vraagt erom om ook jouw geloof te worden. En geloven doe je met je handen (en je mond, enz.): het vraagt inzet, activiteit. Geloven vraagt concrete uitwerking. Het is denk ik logisch dat ik deze leerdiensten de nadruk ligt op het bovenste (verstand), maar zeker niet uitsluitend. Geloven heeft vooral te maken met dat middelste: de wil. Zeg maar: je hart of je ziel. Geloof vraagt een keus, hartelijke instemming. Dat begint van binnen. Geloven is vertrouwen. [dia 4] Ik heb in de aanloop naar deze dienst jullie geprobeerd een beetje te triggeren met de volgende stelling: ‘over de Drie-eenheid moet je niet teveel praten, dat moet je gewoon geloven.’ Hier zie je de uitslag. Nu heb ik jullie een beetje beetgenomen door de tegenstelling heel zwart-wit neer te zetten. De ‘catch’ in deze stelling zit ‘m in dat ‘gewoon geloven’. Juist bij die belijdenis over de Drie-eenheid van God hoor je dat nogal eens, dat mensen zeggen: mij te ingewikkeld, ik geloof het maar gewoon. Dat wringt, want over dit gedeelte van de belijdenis wordt je van alle kanten aangevallen door mensen die precies hetzelfde zeggen, maar die de keuze precies andersom maken: dat slaat nergens op, dus daarom geloof maar niet. De voorbeelden liggen voor het oprapen: moslims, jehova’s getuigen. Maar ook ‘gewone’ ongelovigen. Hoezo Drie-eenheid? Gewoon geloven zonder te weten wát je gelooft gaat op den duur wringen. Snel naar de belijdenis dus. [dia 5] De kern van de apostolische geloofsbelijdenis bestond waarschijnlijk uit de nog oudere doopformule die teruggaat op de opdracht van Jezus zelf: ‘doop hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.’ (Mat. 28:19) De belijdenis dat God Drie-enig is gaat eigenlijk over de vraag waar ik zonet mee begon: wie is God? Hij is Drie-één. [dia 6] Drie-eenheid is geen eigenschap van God. Dan ga je meteen de mist in. Zo van: God is eeuwig, onzienlijk, oneindig, wijs (art. 1 NGB) en, o ja, Drie-enig.
Drie-enig is een poging van de kerk (het woord zelf komt in de Bijbel niet voor en er is sindsdien geen beter woord voor gevonden of het moest ‘drievuldig’ zijn) om aan te geven wie God ís. Wat de kern van zijn wezen is. En, nogmaals, dat geloven we dus niet omdat het logisch is, maar omdat ‘God zichzelf zo in zijn Woord geopenbaard heeft.’ (v/a 25). God is één. Dat betekent: er is één God. Daarin horen we de belijdenis van Israël tot op de dag van vandaag [dia 7]: ‘Hoor Israël, de HEER, uw God, is één (of enig).’ Er is maar één God. En God is, een beetje oneerbied gezegd, enig in zijn soort, in zijn God-zijn. Er zijn niet meer goden. Wel meer krachten, maar niet meer goden. Er is één God, Hij heeft geen concurrenten. De eenheid van God betekent concreet dat je niet bang hoeft te zijn voor concurrerende goddelijke krachten in het leven in het groot en in jouw leven in het klein. God heeft alles in de hand, op zijn manier. God heeft ook jouw leven in zijn hand. Op zijn manier. Gods enigheid, zijn eenheid vraagt toewijding. [dia 8] Dat volgt meteen op die belijdenis van Israël: ‘Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten’ – je merkt, geloven in wie God is begint hier niet eens met verstand/begrijpen maar heeft hier in de eerste plaats te maken met je wil, dan ook je handen, je ervaring. Trouwens niet alleen die van jou maar van heel Israël. God is één. Als je Hem helemaal liefhebt en kent én doet wat Hij wil dan ben je volkomen veilig. [dia 9 – leeg scherm] God is ook drie. Dat komt volgens de Bijbel niet in mindering op zijn eenvoud. Dat is het rare. We zien God in drie personen in de Bijbel optreden. Niet, dat de belijdenis over de Drie-eenheid bedoelt te zeggen dat God drie rollen speelt. Hij is tegelijk echt drie en echt één. Net (en dat is eigenlijk een nóg oudere belijdenis) zoals Jezus echt God en echt mens was en is. Niet 50% God en 50% mens, niet soms God en soms mens. Maar echt, helemaal en de hele tijd God én mens. Lees thuis hierover de wat minder bekende geloofsbelijdenis van Athanasius samen eens door. Die Drie-heid is niet iets dat pas later, in het Nieuwe Testament duidelijk wordt. De Geest van God zweefde over de wateren, nam bezit van de profeten. De God van de schepping is dezelfde als de God van de bevrijding.
Later, in het Nieuwe Testament leren we dezelfde God nóg beter kennen. Dat is de grote lijn door de Bijbel heen. [dia 10] Het is wel zo dat de persoon van Jezus Christus op een bepaalde manier het verschil maakt. Maar toch, vanuit het Nieuwe Testament teruglezend in de Schriften hebben gelovigen gezien dat Hij er ook toen al was. In de regelmatige verschijning van de Engel des Heren, bijvoorbeeld. En Johannes schrijft over ‘het Woord, dat vanaf het begin bij God was en God was.’ (Johannes 1). Je zou het zo kunnen zeggen: hoe meer je vertrouwd bent met de Bijbel, hoe minder het een verassing is dat God op het laatst gekomen is in het vlees, in Jezus Christus. Maar ook andersom. Hoe minder je met de Bijbel vertrouwd bent of raakt, hoe losser jouw geloof komt te staan van de concrete geschiedenis, de openbaring van God ín de Bijbel, hoe onbegrijpelijker het wordt. Filioque Eén ding nog over de uitleg van de leer van de Drie-eenheid. De belijdenis van Nicea1 zegt: [dia 11]: ‘[wij geloven] in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat […]’ Die woorden ‘en de Zoon’ (in het latijn twee woorden aan elkaar: filioque) zijn in de 11e eeuw aan de belijdenis toegevoegd. Wat was er namelijk gebeurd? In de oosterse kerk was men meer en meer onderscheid gaan maken tussen de persoon van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader, dat was de echte God, die werkt door de Geest. Jezus werd hoe langer hoe meer een soort tussenpersoon. Je had eigenlijk twee wegen ‘omhoog’: rechtstreeks via de Geest. En via Jezus. Maar eigenlijk is die tweede weg een mindere weg omdat je het dan niet zelf doet. De eerste weg is ‘spiritueler’ / vromer (Allah). Het is goed om het belang van deze opvatting vandaag in te zien. Er is – terecht – wel eens gezegd dat het afwijzen van de Drie-eenheid mensen altijd zet op de weg van de zelfverlossing. Bijv. door Jehova’s. Als God niet tegelijk jouw Schepper, Verlosser én Heiligmaker is, moet je (minstens) één van die dingen zelf doen.
1
De tekst is vastgesteld op het Concilie van Constantinopel in 381. Door het Concilie van Chalcedon in 451 heeft deze belijdenis algemene erkenning gevonden.
Met het filioque heeft de kerk tot uitdrukking gebracht dat niemand bij God komt buiten Jezus om. De Geest van God is de Geest van Christus. Niemand komt tot de Vader dan door Mij, zegt Jezus (Johannes 14:6). En: ‘niemand zegt ‘Jezus is Heer’ dan door de Heilige Geest’ (1 Korintiërs 12:3). Icoon [dia 12] Dit is het meest bekende icoon dat de Heilige Drie-eenheid afbeeldt [korte uitleg: wat zie je?]. Het hoort bij de geschiedenis die we hebben gelezen over Abraham. Het is een geschiedenis waarin de kerk altijd een beeld heeft gezien van de H. Drie-eenheid. Het mooie daarvan is dat meteen duidelijk wordt dat Drie-eenheid geen abstract leerstuk is, maar een poging om het wezen van God te omschrijven. God is altijd God-in-actie. God is nooit zomaar God, de onbewogen beweger, Allah. Maar altijd de God van … hier, en Abraham. De God van het verbond, van de relatie. De leer over de Drie-eenheid is één grote uitnodiging om zelf binnen te komen in die relatie. In de gastvrijheid die er is tussen Vader, Zoon en Geest. Heel bijzonder. God wordt vaak beschreven met woorden die beginnen met ‘al’: almachtig, alwetend, alomtegenwoordig. Maar als we Bijbellezen ontmoet je God-in-actie. En dan blijkt dat zijn al-heid niet ten koste gaat van zijn dichtbijheid. Ik bedoel dit: God komt bij Abraham komt om hem te vertellen wat Hij van plan is (vers …). God weet dingen (Sara lacht) maar vraagt ernaar omdat hij van ons wil horen hoe de vlag erbij hangt. God laat met zichzelf onderhandelen. Voor ons geloof betekent dit bijvoorbeeld dat God alwetend is maar niet zo, dat ik Hem niks meer hoef te vragen. Zo van: Hij weet alles toch al. God speelt geen spelletjes met ons. Hij wil een relatie. Misschien is het meer zoals met zijn almacht: God kán alles maar daarom doet Hij nog niet alles. Hier ook: Hij weet alles, maar Hij kiest ervoor om erachter te komen door te vragen. Hij vraagt naar water leeft in je hart.
Laat dat dus maar dichtbij komen. Nu, vanmiddag. God beweegt naar jou toe. We bevinden ons hier, in de ruimte van de gemeenschap met God. De ontmoeting nu, vanmiddag begon ermee en besluit ermee: genade en vrede van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Laat de belijdenis van de H. Drie-eenheid geen studeerkamerstuk worden waar je vooral over nadenkt of dat aan anderen overlaat. Maak het heel persoonlijk. Want dat wil God. Hij wil jouw God worden. Vader, Zoon en Geest is een Naam die je jezelf mag toe-eigenen. Hij is Schepper en wil … jouw Schepper zijn, Hij is verlosser en wil … jouw Verlosser zijn, Hij is Heiligmaker en wil … jouw Heiligmaker zijn. [amen]