S chool Z onder R acisme ________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Hoe effectief reageren op racistische uitspraken? School Zonder Racisme reikt handvatten en tips voor in de klas en daarbuiten.
Algemene tips 1. Doorvragen en wees oprecht geïnteresseerd Met het doorvragen naar achtergronden, leg je het probleem bij degene die de opmerking maakt. Hij / zij moet uitleg geven. Bijvoorbeeld. Leerling: “Ik durf niet op straat te komen.” Leerkracht: “Heb je zelf iets meegemaakt waardoor je dit onveiligheidsgevoel hebt? Of is het eerder van horen zeggen?” “Wie van uit de klas is bijvoorbeeld al eens het slachtoffer geweest van diefstal door een migrant?”. Doorvragen maakt ook een goede indruk op eventuele omstanders. Je gaat immers serieus in op de opmerking, vraagt om uitleg en toont tegenstrijdigheden aan. Je ontneemt de ander de mogelijkheid om te zeggen 'dat toch niemand naar hem / haar luistert'. 2. Jij bent niet belangrijk als leerkracht Toegegeven, het is wat scherp geformuleerd maar in zekere zin menen we dit. Trek zelf als leerkrachten niet te snel conclusies in het debat. Laat de leerlingen vooral zelf vertellen. Probeer zo weinig mogelijk tussen te komen en fungeer in de eerste plaats als neutrale moderator (en niet als moraalridder). In de eerste plaats doet jouw mening er niet toe. Het gaat over de leerlingen. 3. Zoeken naar de verborgen boodschap / oorzaken Vaak komen racistische uitingen voort uit eigen problemen / frustraties. Eigen kwaadheid en machteloosheid worden dan afgereageerd op de 'meest voor de hand liggende' zondebok. Probeer er dan achter te komen waar het werkelijke probleem zit. Bevestig zijn / haar verontwaardiging, maar geef aan dat de oorzaak van de ellende niet bij de allochtonen ligt. Een verklaring is nog geen rechtvaardiging; een racistische opmerking blijft een racistische opmerking 4. Emotioneel reageren en ik-boodschappen Boos worden kan soms heel verhelderend werken. Beschuldigende felheid kan echter weer een averechts effect hebben. Beschuldigingen leiden vaak tot escalatie. Wanneer i.p.v. beschuldigingen eigen emoties naar voren worden gebracht (ik-boodschap), zal de ander geneigd zijn om te luisteren i.p.v. zich te verdedigen of verongelijkt terug te trekken.
1
Deze methode is effectief indien je een positieve relatie met de jongere hebt (anders kans op een averechts effect). Laat leerlingen dus vanuit zichzelf spreken. ‘Mijn mening is…’, ‘ik vind…’ i.p.v. veralgemeniseringen als ‘alle … zijn’. Stel veralgemenisering in vraag. Wie bedoel je? Zijn alle … zo? Wie is er niet zo? 5. Spiegel voorhouden In plaats van in te gaan op de uitspraak zelf, neem je een analoog voorbeeld – zo mogelijk uit je eigen leefwereld - waardoor de jongere gestimuleerd wordt in de huid te kruipen van iemand anders. Hierdoor kan hij misschien meer afstand nemen van zijn eigen standpunt en dit relativeren. 6. Argumenteren Dit is met argumenten ingaan op de opmerkingen. Bv. door bepaalde situaties uit te leggen, door onjuiste opmerkingen duidelijk te maken, drogredenen te doorprikken. Deze methode heeft echter haar beperkingen. Het gesprek wordt al snel een feitendiscussie en jongeren die mondeling niet al te vaardig zijn, zullen zich al snel ingepakt voelen door zo’n ‘intellectueel’. Bovendien staat niet iedereen er voor open: - Niet alleen feiten, ook emoties spelen een grote rol bij vooroordelen. - Het ene vooroordeel is nog niet weerlegd, of het andere ligt alweer op tafel. - Niet iedereen is ook voor dezelfde argumenten gevoelig. Dus belangrijk om je publiek te kennen. - Risico van een welles-nietes discussie De methode is bruikbaar als je in een vertrouwensrelatie staat tot de betreffende persoon en/of als aanvulling op andere methoden. 7. Let op met cijfers Probeer de discussie niet teveel te rationaliseren. Leerlingen hebben doorgaans weinig boodschap aan een waaier van statistische gegevens omdat dit weinig aansluit op hun leefwereld. Soms is het ook moeilijk om je er iets bij voor te stellen. Wat is 1,2 miljard? Eigenlijk zeg je daar veel en niets mee. 8. Een shock geven Bij wijze van spreken een klap geven. Dit mag niet braafjes zijn. Het moet op een rustige, maar doorgedreven manier gebeuren. Let wel op waar en wanneer je deze techniek gebruikt. Het kan immers in slechte aarde vallen. Bijvoorbeeld. Leerling: “Van die vuile homo’s moet ik niets weten. Ze moesten dat verbieden”. Leerkracht: “Oh, dit raakt mij eigenlijk wel. Ik heb heel fijne vrienden die homo zijn en die niets verkeerd doen. Wat is er eigenlijk verkeerd met twee mensen die elkaar graag zien?” 9. Relax (en wacht soms af) Tracht als leerkracht niet zelf in emotie of in weerstand te schieten. Probeer in gedachten te houden dat we werken aan een effectieve reactie. Dat is bijna per definitie gelijk aan een reactie die geen rekening houdt met snelheid, onmiddellijk resultaat. In die zin moet de reactie ook niet ‘af’ zijn op het moment zelf. Wacht soms af. Ook bij escalatie of conflict, is het soms beter om het conflict zijn ruimte te geven en niet meteen tussen te komen. Soms moeten bepaalde gevoelens eerst geuit worden. We hebben vaak de neiging, gedreven door angst, om conflicten meteen de kop in te drukken maar dit kan averechts werken. Anderzijds blijft het steeds een inschatting. Evengoed moet je als leerkracht (morele) grenzen bewaken. 2
Indien jongeren over de schreef gaan, wijs hen dan ook op hun gedrag; op de grenzen die ze nu aan het overschrijden zijn. Toon nog steeds oprechte interesse en betrokkenheid maar wijs hen er op dat ze zich op een andere manier moeten uiten. Een jongere naar buiten begeleiden (door een andere leerling) kan eventueel een goed idee zijn zodat de jongere kan afkoelen. Maar probeer dit in overleg te doen met de jongere. Maak ook duidelijk dat de jongere nadien terug welkom is in de groep. 10. Durf twijfel zaaien Speel advocaat van de duivel en benoem dit ook letterlijk zo: “ik zal nu advocaat van de duivel spelen”. Op bepaalde momenten kan het zeker interessant om jongeren uit te dagen en hen een spiegel voor te houden maar doseer. Constant advocaat spelen kan vermoeiend zijn en demotiverend werken. Voel aan hoe ver je kunt gaan. 11. Probeer veralgemeningen tegen te gaan Nuanceer uitspraken van de leerlingen. “Zijn alle Turken werkelijk zo? Dus als je naar een discotheek gaat, zullen alle Turken meteen op je gezicht kloppen?” Ga hierbij na wie werkelijk iets naars heeft meegemaakt. Negeer zulke verhalen niet! Geef deze leerlingen ook een kans hun ervaringen te vertellen maar probeer ze wel te plaatsen in het juiste perspectief. 12. Humor Dit kan ontladend werken, maar je moet het wel in de vingers hebben natuurlijk. 13. Overtuigen Dit is een gevaarlijke maar als je hem subtiel toepast kan het zeker werken. Bijvoorbeeld. “Ok, er is een probleem met sommige migranten (je geeft de leerling erkenning) maar wellicht zijn er ook voordelen? Wat zijn de voordelen van migratie op economisch vlak etc.?” Je stuurt op deze manier het gesprek in een andere richting. 14. Leg verbanden Bijvoorbeeld. Leg het verband tussen de dure auto’s waar sommige vreemdelingen in rondrijden en de goedkope woningen waar ze met veel te veel mensen in wonen. Zet verschillende feiten tegenover elkaar. 15. Probeer de volledige klas te betrekken In plaats van zelf meteen te reageren op een racistische uitspraak, kan het interessant zijn om eerst na te gaan of er andere stemmen zijn in de groep. Probeer de discussie zoveel mogelijk te houden in de groep zelf. 16. Positief verhaal De multiculturele samenleving is een feit. Het kan hiervoor interessant zijn om de leerlingen laten kennis te maken met onze migratiestromen. De migranten zijn immers niet zomaar naar hier gekomen. Hiervoor waren politieke en sociaal-economische redenen. Indien de multiculturele samenleving toch een feit is en we dit niet kunnen veranderen, hoe gaan we er dan het best mee om? Wat zou kunnen helpen om elkaar beter te begrijpen? Wat kunnen wij doen? Is het niet een verantwoordelijkheid van ons allen?
3
Probeer dus op zoek te gaan oplossingen. Probeer een constructief verhaal te brengen (zonder hierbij de problemen onder de mat te schuiven – een multiculturele samenleving is beslist een uitdaging voor ons allen). 17. Distantiëren en grenzen stellen Je bent niet altijd in staat om te reageren, maar wil wel laten weten dat je het niet eens bent met de opmerking. Neem dan openlijk afstand van het gezegde en geef aan de discussie daarover op dat moment niet te willen aangaan. Wijs hem / haar ook op de gedragscode / schoolreglement / PIKALafspraken. Daarin staat vaak dat er geen plaats is voor racisme of discriminatie. Hanteer deze methode bijvoorbeeld bij grote groepen / klassen. Zo mogelijk neem je later contact op met de betrokken persoon om in te gaan op zijn standpunt. 18. Personaliseer Probeer te vermijden – in situaties dat racistische uitspraken gedaan worden in groepsverband – jouw reactie ook alleen in groepsverband te geven. Aangezien we racistische uitspraken mogelijks koppelen aan een psychologisch onderliggend motief, moeten we ons gesprek, onze reactie, onze strategie ook personaliseren. 19. Positieve contacten stimuleren en verkennen wat onbekend is Gezien vooroordelen ook een affectieve component bevatten, zijn positieve ervaringen zeer belangrijk. Want nieuwe informatie geven is noodzakelijk, maar onvoldoende. Het wegnemen van antipathie of angst is evenzeer nodig. Bij het organiseren van contacten is het belangrijk voordelige invalshoeken te zoeken en in te spelen op de interesses van de jongeren. Bv. - gesprekken met allochtone sportmensen, muzikanten, acteurs, hoogopgeleiden, … - voorlezen aan huis voor kinderen met een andere moedertaal 20. Doe beroep op een externe Voor gevoelige thema’s bespreekbaar te maken, kan beroep doen op een externe (organisatie) een meerwaarde zijn omdat deze persoon nog vrij neutraal en niet vooringenomen is. Sommige jongeren zullen zich veiliger voelen bij iemand extern. Bovendien kan de externe persoon ook meer incasseren. Hij heeft minder te verliezen omdat hij nadien niet meer de jongeren aan de slag moet. Een goede afstemming tussen de leerkracht en de externe is hierbij wel een essentiële voorwaarde. 21. Werk trajectmatig rond intercultureel leren Trajectmatig werken loont omdat je gevoelige thema’s meteen kunt kaderen in een bredere context van vooroordelen, de invloed van de media, een les die ze al gezien hebben over de vrijheid van meningsuiting. Met andere woorden: de jongeren hebben veel meer kapstokken waar ze zich kunnen aan vasthouden. Als leerkracht heb je dus ook meer houvast en kun teruggrijpen naar die kapstokken. Hiervoor kan eventueel beroep gedaan worden op BeverZaken. BeverZaken is een project van School Zonder Racisme dat leerkrachten en leerlingen wil motiveren om trajectmatig te werken rond wereldburgerschap. We merken, doorgaans, veel enthousiasme en engagement bij leerkrachten maar diverse obstakels en verschillende vormen van weerstand fnuiken te vaak de opstart of het goede verloop van een project. Het zoeken naar draagkracht, inhoudelijke en methodische ondersteuning, een kritisch én constructief klankbord, logistieke en administratieve ondersteuning – denk aan het schrijven van subsidiedossiers, enz.: je weet wellicht als geen ander wat we hiermee bedoelen. Vandaar: BeverZaken. 4
Ons doel? Kwaliteitsvolle, procesmatige projecten stevig verankeren in de volledige school. Verder sterk inzetten op leerlingenparticipatie, visibiliteit en disseminatie, en op het creëren van een duurzaam draagvlak voor toekomstige projecten. Zodat we er samen nog lang kunnen van genieten. Download snel onze gloednieuwe handleiding en ga meteen aan de slag! Onze medewerkers staan klaar om samen uw project te realiseren. Klik hier om de handleiding te downloaden
22. Het educatief aanbod van School Zonder Racisme omtrent intercultureel leren en islam. Ontdek hier het aanbod.
5