Hoe ziet het Nederlandse ecec-landschap eruit anno 2012?
Spreker
Josette Hoex
Datum
17 februari 2012
……..nogal vol, en soms een beetje glibberig!!
2
In 2005 werd kinderopvang 0 – 13 jaar • Een commerciële branche • Voor (kinderen van) werkende en studerende ouders • Met inkomensgerelateerde financiering • Met toezicht op basiskwaliteit & handhaven op te lage kwaliteit 3
Wet kinderopvang & kwaliteitseisen peuterspeelzalen (wkkp) • Aanbod van verantwoorde kinderopvang = goed en gezond voor de ontwikkeling van kinderen
4
Pedagogische kwaliteit in vier basisdoelen: • Bieden van emotionele veiligheid • Steun bieden bij ontwikkelen van persoonlijke competentie • Steun bieden bij ontwikkelen van sociale competentie • Overdragen van waarden en normen; socialisatie 5
Oftwel: de professional biedt kinderen een helpende hand bij het opgroeien!
Door: zelf laten ontdekken, juiste attributen aanreiken, bemoedigen en steunen, en soms een duwtje in de rug….. 6
Naast de kinderopvang zijn er andere ececvoorzieningen voor kinderen 0 – 6 jaar: • Peuterspeelzaal (2–4 jaar) Doel: andere kinderen ontmoeten; lerend spelen • VVE-locaties (2–4 jaar) Doel: gerichte stimulans om (taal)achterstand te voorkomen • Groep 1 en 2 Basisonderwijs (4-6 jaar) Doel: leerdoelgericht 7
Wat betekent dit voor de professional in ecec-voorzieningen? • Verschillende werkdoelen • Verschillende ministeries (VWS, SZW, OCW) • Verschillende inspectieregimes (GGD, Onderwijsinspectie)
• Verschillende kwaliteitseisen • Verschillende cao’s 8
Wie is die professional die zich in dit volle en soms glibberige landschap moet bewegen?
9
Wat is het opleidingsniveau van de ececprofessional? • Binnen kinderopvang en peuterspeelzaal vooral MBO geschoold (SPW3 of 4) • Binnen VVE-locaties: MBO met specifieke training op VVE-programma • Binnen basisonderwijs: HBO (pabo) Overal: véél (in kc relatief jonge) vrouwen 10
Wat is de algemene notie van beroepskennis van de ecec-professional ? • Weinig kennis van pedagogie en ontwikkelingspsychologie (= theoretische basis) • Weinig gericht op educatieve component van spel • Weinig benutten van kansen om passende steun en stimulans te bieden, in aansluiting op individuele ontwikkeling 11
Wat wordt gemist bij de ecec-professional? • Vakkennis over het organiseren en inrichten van een ‘ontwikkel-omgeving’ • Teamwork op de groep • Methodisch werken: observeren, plannen, organiseren, registreren, evalueren • Reflecteren op aanpak en eigen handelen • Complementair werken met andere ececaanbieders 12
Wat is nodig voor een goed ecec-aanbod? • Opwaardering van het beroep • Nadere specificatie van noodzakelijke kennis en kunde, vertaald naar curriculum voor opleiding + coaching on the job • Uitwerking van het begrip ‘passende ontwikkelingssteun’ • Afstemmen tussen opleiding en praktijk • Afstemmen tussen partners in de opvoedomgeving (contextgericht werken) • Vrouwelijke en mannelijke rolmodellen 13
Maar gelukkig hebben we al hard gewerkt aan een ‘pedagogisch-harde ondergrond’ om de boel in goede banen te leiden
14
Houvast voor de pedagogische kwaliteit van werken: • Vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang • Pedagogisch kader kindercentra 0-4/4-13 jaar/gastouderopvang (wat hebben kinderen nodig; wat willen wij hen bieden; hoe gaan wij hieraan werken?) • NCKO-proceskenmerken (uitvoering van de opvang) en -structuurkenmerken (organisatie van de opvang) 15
NCKO-proceskenmerken • Werken de beroepskrachten met de juiste professionele interactievaardigheden? • Leidt dit tot welbevinden en betrokkenheid bij kinderen? NCKO-structuurkenmerken (o.a.) • Wat is opleiding en gewenste competentie van de professional? • Welke steun krijgt de professional op de werkvloer mbt draagkracht/draaglast? 16
Discussie over gewenste kennisgebieden, scholingsvormen en organisatorische voorwaarden komt in middaggedeelte aan de orde. Tot slot de positieve focus op waar de ececprofessional in Nederland al erg goed in is:
17
• Bieden van emotionele steun of sensitieve responsiviteit!!
• … en best oké op: respect voor autonomie + structureren & grenzen stellen + praten & uitleggen • ......... maar nog niet al te best op ontwikkelingsstimulering + begeleiden van interacties tussen kinderen (bron: NCKO) 18
En dat ziet er in de praktijk zò uit:
19