Neurologie •
het woord neurologie bestaat uit twee delen: – –
neuro (dat betekent zenuw) en logos (dat betekent leer, kennis)
•
neurologie is dus de leer van de zenuwen
•
een dokter in de neurologie noem je een neuroloog
Neurologie •
De neuroloog opereert niet maar denkt vooral na
•
De neurologie is een diagnostisch vak, de dokter probeert vast te stellen (een diagnose te stellen) wat er met de patiënt aan de hand kan zijn. Hiervoor gebruikt hij/zij: – –
–
Anamnese (de dokter vraagt aan de patiënt wat de klachten zijn) Lichamelijk onderzoek (de dokter laat de patiënt bewegen en kijkt wat er gebeurt of luistert naar bijv. hart en longen) Aanvullend onderzoek (zoals een MRI of CT scan)
Zenuwcentrum
De hersenen zijn de computer van je lichaam.
De hersenen
voelen
bewegen
nadenken zien
voorkant
achterkant
horen
kleine hersenen
Zenuwstelsel •
Het zenuwstelsel bestaat uit twee verschillende delen:
•
Het centrale zenuwstelsel (CZS) –
•
Dit zijn de grote en kleine hersenen en het ruggenmerg
Het perifere zenuwstelsel –
Dit zijn de zenuwen die van/naar hersenen en ruggenmerg door het hele lichaam lopen
grote hersenen
kleine hersenen ruggenmerg
De werking van de hersenen is erg complex! Kijk maar eens goed naar plaatjes op de volgende dia’s en bedenk wat je daar ziet.
Wat zie je op dit plaatje? Een kubus? Dat is wat bijna iedereen ziet. Maar toch staat er geen kubus, je hersenen vullen zelf de ontbrekende lijntjes, tussen de zwarte stippen, in.
Hier lijkt het alsof er allemaal kuiltjes en bolletjes op het plaatje zitten. Maar het is natuurlijk hartstikke plat. Je hersenen houden je hier weer voor de gek.
Op de volgende dia staat nog een plaatje. Kan jij zien of de schuine strepen allemaal even schuin staan?
Het lijkt alsof de schuine strepen niet allemaal even schuin staan (niet parallel lopen). Dat lijkt alleen maar zo want ze staan echt recht. Dit kan je heel mooi laten zien door op een stuk papier de schuine lijnen, parallel aan elkaar, te tekenen en op een stuk doorschijnend plastic de kleine horizontale en verticale lijnen te tekenen. Als je het plastic op het papier legt lijken de lijnen niet parallel te lopen, haal je het plastic er weer af kan iedereen zien dat ze toch echt wel netjes naast elkaar staan.
Op de volgende dia staat nog een plaatje waarbij je kunt zien hoe je hersenen je voor de gek kunnen houden. Wat zie je hier?
Begon het bij jou ook te draaien voor je ogen? Grappig hè? Want als je goed kijkt draait het helemaal niet. Het is gewoon een tekening. Je hersenen houden je weer voor de gek. Dit plaatje werkt niet bij mensen die kleurenblind zijn. Schrik dus niet als jij niks ziet draaien!
Nog één plaatje om te laten zien hoe complex je hersenen zijn. Welk vakje is lichter van kleur A of B? Of hebben ze dezelfde kleur? Kijk maar goed.
Of je het nu gelooft of niet…… A en B hebben dezelfde kleur! Door de schaduw zou je het witte schaakbordvakje donker moeten zien. Maar dat zou betekenen dat het geen schaakbord meer is. Dus je hersenen denken dat het vlak B anders van kleur moet zijn om de betekenis (het schaakbord) te blijven zien! Twijfel je nog? Kijk dan maar op de volgende dia waar we alleen de vakjes A en B laten zien, de andere vlakjes zijn afgedekt….
Zenuwen De zenuwen zijn de telefoondraden van het lichaam. Ze geven de signalen door van de hersenen naar je spieren zodat je kan bewegen. Ook geven ze de signalen van de huid, de ogen, de oren enzovoort naar de hersenen door zodat je kan voelen, zien en horen. Net zoals bij echte telefoonkabels gaat dat ook in de zenuwen met elektriciteit.
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam met uitlopers. De korte uitlopers worden dendrieten genoemd. Zij vangen de signalen uit de omgeving op. Deze signalen worden via het cellichaam doorgegeven naar de lange uitloper, het axon. Aan het eind van het axon worden de signalen doorgegeven aan een andere zenuw of aan bijvoorbeeld een spier.
Gemyelineerd en ongemyelineerd Het axon van de zenuw kan, net als de telefoondraad, een isolatielaagje hebben. Hierdoor kunnen ze sneller een signaal doorgeven. Dit laagje heet myeline. Het wordt ook wel witte stof genoemd.
myeline
De zenuwcellen (of neuronen) en dendrieten worden grijze stof genoemd.
Witte en grijze stof
•
•
Met de grijze stof (“de grijze massa in je hoofd”) kan je dingen herkennen, nadenken, leren of je spieren opdracht geven om te bewegen De witte stof zijn de telefoonkabels die de signalen van je zintuigen (ogen, oren, neus, mond en huid) doorgeven aan de grijze stof en die de opdrachten van de grijze stof weer doorgeven aan bijvoorbeeld je spieren
Multiple Sclerose Na de uitleg over hoe het zenuwstelsel er uit ziet en hoe het werkt komen we nu bij het punt waarin we wat meer vertellen over MS.
Geschiedenis De eerste beschrijving van een patiënt met MS komt uit 1293. De naam MS bestond toen nog niet maar uit de beschrijving van de klachten van de viking Halla kan je opmaken dat hij MS gehad moet hebben. Later zijn meer verhalen opgeschreven van mensen die MS klachten hadden. Omdat de klachten (vaak) telkens komen en weer gaan dachten de mensen rond 1400 dat je wel heel bijzondere gaven moest hebben. Eén patiënte is daarom heilig verklaard (St. Lidwine van Schiedam). Vanaf 1800 hebben meerdere artsen de symptomen van MS beschreven, de naam Multiple Sclerose is in 1868 door de arts Charcot bedacht.
Wat is MS? Multiple Sclerose is een chronische ziekte van de witte stof van het centrale zenuwstelsel. De woorden Mulitple, Sclerose en chronisch zullen op de volgende dia’s worden uitgelegd.
Multiple •
Multiple betekent meerdere. In het geval van MS kan meerdere op twee manieren bekeken worden:
•
Op meerdere plaatsen De MS kan op meerdere plaatsen tegelijk of na elkaar in het lichaam optreden
De linker foto is een MRI Opname van het bovenste stuk van het ruggenmerg, een stukje hersenstam en de kleine hersenen (rechtsboven op de foto). Bij de pijl zie je een ontstekingshaard. De rechterfoto is een MRI foto van de kleine hersenen (van bovenaf gezien alsof de schedel is open gemaakt en de hersenen zijn doorgesneden). Ook hier zijn bij de pijlen ontstekingshaarden te zien
Multiple
•
Meerdere keren (in de tijd) De MS kan (gedeeltelijk) herstellen en dan later weer terugkomen. Het verandert dus in de tijd. Dit is een MRI foto van de grote hersenen. Je kijkt van bovenaf alsof de schedel van voor naar achter is doorgezaagd. De tweede foto is 9 maanden na de eerste gemaakt, je ziet een grote uitbreiding van de ontstekingen in de hersenen.
Sclerose •
•
Sclerose betekent verharding. In het geval van MS gaat om verhardingen in de witte stof: de isolatie van de zenuw. Deze verhardingen ontstaan als gevolg van een ontsteking van de witte stof. Je kunt dit vergelijken met het ontstaan van een litteken op een wondje op de huid. Door de verhardingen in de witte stof kunnen signalen verkeerd, minder snel of helemaal niet meer door de zenuwen heen lopen. Daardoor worden onder andere spieren niet meer of verkeerd aangestuurd.
Chronisch •
Chronisch betekent langdurig of aanhoudend. De ziekte gaat niet meer over. Bij MS hoeft dat niet te betekenen dat je er altijd last van hebt. Sommige mensen met MS kunnen tussen 2 schubs in helemaal nergens last van hebben maar de ziekte bestaat dan nog wel.
Wat gebeurt er bij MS? •
• •
•
Als in een lichaam ziekteverwekkers, zoals virussen en bacteriën, binnendringen gaat de afweer van het lichaam antistoffen aanmaken die de binnendringers gaan vernietigen. Bij iemand met Multiple Sclerose valt de eigen afweer de witte stof aan. Waarom dit gebeurt is niet bekend. De afweer zorgt voor een ontsteking van de witte stof, hierdoor verergeren de klachten van de patiënt. Dit wordt een schub genoemd. Met een moeilijk woord wordt deze verergering van de klachten ook een excacerbatie (opvlamming, opleving) genoemd. Als de ontsteking weer voorbij is (vaak na behandeling met medicijnen) zullen de klachten weer minder worden. Op de plaats van de ontsteking zal een verharding (litteken) ontstaan waardoor de zenuwbaan minder goed kan werken.
Wat gebeurt er bij MS? (vervolg) • De werking van de zenuwen kan ook geleidelijk achteruitgaan zonder dat er sprake is van een excacerbatie (schub). Dit komt dan doordat de axonen (de uitlopers van de zenuwen) langzaam afsterven (of kapot gaan). Het is onduidelijk waardoor dit gebeurt. Men vermoedt dat dit optreedt als gevolg van veel ontstekingen maar het is niet zeker dat dat zo is.
Klachten • De klachten van MS patiënten zijn heel verschillend: – – – – – – –
Oogafwijkingen Problemen met bewegen Gevoelsstoornissen Duizeligheid, aangezichtspijn Problemen met geheugen en/of stemming Plasproblemen Vermoeidheid
Verloop van MS •
Het verloop van MS is per patiënt verschillend. Grofweg zijn er vier verschillende vormen:
•
Primair progressief De werking van de zenuwen gaat langzaam achteruit zonder dat er sprake is van schubs
•
Relapsing – remitting (secundair progressief) De ziekte begint met schubs, gevolgd door volledig herstel. Later gaat de werking van de zenuwen achteruit zoals bij de primair progressieve vorm
•
Agressieve vorm Als bij de relapsing – remitting vorm alleen treedt veel sneller (grote) achteruitgang op
•
Benigne vorm De ziekte begint met een schub gevolgd door volledig herstel, tussen de schubs zit een lange periode waarin geen klachten optreden
Relapsing – remitting (secundair progressief)
Agressieve vorm
schubs
Benigne vorm
Primair progressief
Hoe ontstaat MS? •
• •
Men gaat er van uit dat MS een auto immuunziekte is. Dat betekent dat het lichaam antistoffen maakt tegen eigen cellen (in dit geval de witte stof). Normaal maakt een lichaam alleen antistoffen tegen ziekteverwekkers zoals virussen. Dit ziet men ook gebeuren bij onderzoek met proefdieren. Waarom dit bij de ene persoon wel gebeurt en bij anderen niet is niet bekend.
Verspreiding van MS • •
• •
MS komt meer voor naarmate je verder van de evenaar geboren en opgegroeid bent Uit studies onder mensen die zijn verhuisd is gebleken dat het risico om MS te krijgen niet meer verandert als je na je pubertijd gaat verhuizen naar een gebied dichterbij of verder van de evenaar, blijkbaar gebeurt er dus al iets in die eerste jaren van je leven waardoor bepaald wordt of je later MS krijgt of niet Op sommige plaatsen zijn epidemieën van MS gezien Mogelijk dat een bepaalde infectieziekte een rol speelt bij het krijgen van MS op latere leeftijd
Genen Ééneiige tweeling Broer of zus en beide ouders Broer of zus en één ouder Tweeeiige tweeling Broer of zus Ouder
Kind Stiefbroer of -zus Oom of tante Neef of nicht Neef of nicht (kind van oom/tante) Geadopteerde Algemeen (geen verwantschap)
MS is niet erfelijk. Wel komt MS in sommige families bij meerdere mensen voor: “je moet er aanleg voor hebben”. De grafiek geeft aan hoeveel kans je hebt om ook MS te krijgen als een familielid MS heeft.
Wanneer begint MS? •
•
MS kan beginnen op elke leeftijd, het begint meestal tussen de 20 en 40 jaar (in de grafiek zie je onderaan de leeftijd van de patiënt bij de eerste ziekteverschijnselen en links het aantal patiënten in die leeftijdgroep) MS komt 2 x vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
De diagnose •
Om vast te stellen of iemand MS heeft wordt gebruik gemaakt van – –
–
Anamnese (de arts vraagt naar de klachten van de patiënt) Lichamelijk onderzoek (verschillende testjes o.a. naar de reflexen en het gevoel van de patiënt) Aanvullend onderzoek zoals: - MRI opnames - Evoked Potentials (EP’s) - Een ruggenprik met aansluitend laboratoriumonderzoek
MRI opnames
Dit zijn drie plaatjes van dezelfde patiënt op verschillende tijdstippen. Je kijkt van onderaf in de hersenen van de patiënt. Op het middelste plaatje zie je een paar ontstekingshaarden zitten. Op de volgende dia zie je nog een paar MRI opnames
MRI opnames (vervolg)
Evoked Potentials (EP’s) •
Bij dit onderzoek wordt bekeken hoe snel de zenuwen prikkels door kunnen geven. Hiervoor moet de patiënt naar een beeldscherm met verspringende blokjes kijken, met elektrodes op het hoofd wordt vervolgens gekeken hoe lang het duurt voordat er activiteit in de hersenen optreedt.
Ruggenprik •
•
Bij een ruggenprik wordt onderin de rug met een naald wat hersenvocht (liquor) afgetapt (hersenvocht zit rondom het hele centrale zenuwstelsel dus ook het ruggenmerg). Het hersenvocht wordt in het laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde eiwitten die voorkomen bij MSpatiënten
De behandeling •
•
MS is niet te genezen, je wordt niet meer beter, wel kan met medicijnen het herstel tijdens een schub bevorderd worden en het ontstaan van nieuwe schubs uitgesteld worden. Patiënten reageren verschillend op de medicatie, er moet dus per patiënt bekeken worden wat het beste werkt. Tijdens schubs wordt de patiënt vaak behandeld met corticosteroïden, deze helpen het lichaam van de ontsteking te herstellen. Bekende middelen zijn prednisolon en dexamethason.
De behandeling (vervolg) •
Om schubs/verslechtering te voorkomen kan gekozen worden voor een immunomodulerende behandeling, hierbij wordt het immuunsysteem van de patiënt onderdrukt waardoor het geen antistoffen gaat aanmaken tegen de eigen witte stof. Hiervoor worden gebruikt: – – –
Beta-interferon (rebif, avonex of betaferon) Glatirameer-acetaat (copaxone) Natalizumab (tysabri)
De toekomst • • •
Er wordt hard gewerkt om er achter te komen wat de oorzaak van MS is Als dat bekend is kan er ook gezocht worden naar een betere behandeling Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar nieuwe medicijnen
Met dank aan: Jeroen de Vries (arts-assistent in opleiding tot neuroloog, UMCG)
Jop Mostert (arts-assistent in opleiding tot neuroloog, UMCG) Mei 2008
Dit is een bewerking van een presentatie die door Jeroen en Jop is gehouden voor de deelnemers van 11 t/m 14 jaar van het MS-kinderkamp in mei 2008. De informatie is algemeen van aard. Stichting MS Anders en MSkinderkampen aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid, uit welke hoofde dan ook, voor het gebruik en de toepassing van de in deze uitgave vermelde gegevens, middelen en methoden. Raadpleeg in alle gevallen uw arts.
Overschiestraat 59a 1062 XD Amsterdam
T: 020 6116666 F: 020 6117695 E:
[email protected] W: www.ms-anders.nl www.ms-kids.nl
MS kinderkampen
E:
[email protected] W: www.ms-kinderkampen.nl