nd zomer
nederlands dagblad vrijdag 24 juli 2015
boeken – consument – koken – kunst – cultuur – gezondheid – exposities – jeugd
De zomer van ds. Hans Ijsselsteijn
Het liefst héél ver weg ▶ pagina 3
Enge beesten ▶ pagina 5
Slippers zweten niet
Nu al een bestseller
▶ pagina 4
▶ pagina 13
2
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
cultuur
agendatips 29 juli Ter ere van zijn 125e sterfdag wordt woensdag op het Museumplein in Amsterdam een zelfportret van Vincent van Gogh onthuld in de vorm van een dahliatableau. De corsogemeenschap van Zundert – waar Van Gogh is geboren – bouwt dinsdag met vijftigduizend dahlia’s het zelfportret na. Het is tot en met donderdag te zien.
31 juli Vandaag wordt in het koetshuis van Museum Van Loon in Amsterdam de tentoonstelling ‘Made in de Kerkstraat’ geopend. Een van de blikvangers is een raceauto, de Gatso ‘Kwik’ Ford Mercury, die door een bedrijf aan de Kerkstraat is gebouwd, de straat waaraan het koetshuis staat.
Molensteenkraag Roel Sikkema beeld Jan van Breda ‘Ik wil mensen voor mijn camera, geen stoelen en lampen’, zei fotograaf Jan van Breda toen hij afscheid nam als ‘huisfotograaf’ van ontwerper Marcel Wanders. In zijn vrije tijd maakte hij de serie ‘Moved’, over de laatste bewoners van het verzorgingshuis Amstelhof, waar nu Hermitage Amsterdam is gevestigd. Van Breda is zelfstandig fotograaf en bouwde een grote naam op met zijn portretten. Ook maakte hij covers voor een aantal boeken en cd’s, waaronder het boek van Arie Boomsma en Stephan Sanders over mannen en hun lichaam. Een selectie van het werk van Van Breda – met onder meer deze ‘David met molensteenkraag’ – is tot en met 13 september te zien in Museum Jan van der Togt in Amstelveen. ■
soundtrack van de zomer
Maurice Hoogendoorn
In de zomer is het leven licht. De geur van zonnebrand, een trillende horizon en altijd op zoek naar je slippers. Daar hoort muziek bij. Daarom: liedjes die de zomer nóg beter maken. Vandaag: Waka Waka van Shakira.
Het is tijd om te schitteren gangbaar voor dit soort WK-liedjes. Sport moet verbroederen.
Waarom dit liedje? You’re a good soldier choosing your battles. Pick yourself up and dust yourself off. Get back in the saddle. You’re on the front line, everyone’s watching. You know it’s serious, we’re getting closer. This isn’t over. The pressure’s on, you feel it, but you got it all. Believe it. When you fall get up, oh oh. If you fall get up, eh eh. Tsamina mina zangalewa ‘Cause this is Africa. Tsamina mina, eh eh. Waka waka, eh eh. Tsamina mina zangalewa. This time for Africa. Listen to your God this is our motto, your time to shine don’t wait in line. Y vamos por todo. People are raising their expectations. Go on and feed them, this is your moment. No hesitation. Today’s your day, I feel it. You paved the way. Believe it.
Eens in de vier jaar vindt het WK Voetbal in de zomer plaats. Aan dat evenement is ook altijd een liedje verbonden. Voor het WK van 2010 in Zuid-Afrika was dat Waka Waka. En zolang het goed gaat met Nederland, is het WK en alles er omheen natuurlijk heel leuk. Dit vrolijke, swingende nummer ook. Helaas ging het aan het eind van de finale mis voor Oranje, maar tot die anti-climax waren het toch een paar leuke weken. Mede dankzij dit liedje.
Is het een beetje christelijk? Legermetaforen zijn in de christelijke liedcultuur populair. Wat dat betreft is dit nummer van Shakira met z’n soldatensymboliek een soort seculiere versie in het genre ‘Voorwaarts, christenstrijders’. Shakira is verder niet vies van zinnetjes als ‘Geloof het!’ en ‘Luister naar je God’, maar het zou te veel inlegkunde vereisen om hier vrome bedoelingen achter te zoeken; Shakira roept vooral op om in jezelf te geloven.
Wat voor liedje is het? De frêle Colombiaanse zangeres Shakira (1.57 meter) houdt ervan in haar nummers verschillende stijlen te mixen; dit liedje is er een uitstekende illustratie van. Waka Waka is een bonte bewerking van het origineel Zangaléwa, een lied uit 1986 van de Golden Sounds uit Kameroen. Shakira maakte het nummer samen met de Zuid-Afrikaanse groep Freshlyground en het resultaat is een opgewekt allegaartje van Afrikaanse en Colombiaanse ritmes en klanken en een op Caribische dans geïnspireerde beat. Zo’n nummer waarvan je de helft van de tijd niet doorhebt wat je zingt, maar dat doet er eigenlijk ook niet toe. Het swingt tenminste.
Waar moet je luisteren? In de kantine van de voetbalclub.
Wat drinken we erbij? Dat hangt er vanaf. Als er nog gevoetbald moet worden: sportdrank. Als u reeds gestreden hebt en er sprake is van de derde helft mag een koud biertje ook best.
Nog een weetje? liedje: Waka Waka (This time for Africa) album: Listen Up! The Official 2010 FIFA World Cup Album jaar: 2010
Waar gaat het over? Shakira moedigt aan om te knokken en vol te houden, in het leven maar vermoedelijk bedoelt ze ook op het voetbalveld, zoals een soldaat op het slagveld. ‘When you fall get up, oh oh, if you fall get up, eh eh’, klinkt uit de mond van Shakira een stuk leuker dan de kreten uit de mond van Emile ‘Tsjakkaaaa’ Ratelband. Her en der zijn ook niet-Engelse zinnen ingevoegd. Het schijnt in deze gevallen ook om aanmoedigende leuzen te gaan. Zo betekent ‘Waka waka’ in het Swahili ‘schijn!’ of ‘schitter!’, een leus die later ook in het Engels terugkeert. Ten slotte probeert het lied een gevoel van eenheid tussen alle wereldburgers op te roepen –
Je zou het misschien niet verwachten, maar paus Johannes Paulus II (1920-2005) was een groot fan van Shakira. Hij had posters van haar op zijn slaapkamer, draaide haar muziek en danste in zijn fitte jaren soms zelfs mee, zo gaan de verhalen. Een ding staat vast: de paus en de zangeres hebben elkaar tenminste eenmaal ontmoet. In Rome, in 1998. De Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez (1927-2014) was ook een groot bewonderaar van zijn landgenote. ‘De muziek van Shakira heeft een sterk persoonlijke inslag, die niet lijkt op de muziek van iemand anders. Niemand kan zo zingen of dansen zoals zij dat kan, ongeacht leeftijd, met een zo onschuldig aandoende sensualiteit.’
Wauw! Nog meer? Na Shakira’s doorbraak in 2001 werden ineens opvallend meer meisjes in Nederland zo genoemd. 9 in 2001, 83 in 2002.
3
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer interview
Oud-psychiater en Gereformeerde Gemeenten-predikant Hans IJsselstein is een wereldburger. Hij ontspant langs de waterkant, maar echt opladen doet hij liefst ver weg. Niek Stam beeld Niek Stam
‘Heerlijk, de rimboe in met twee auto’s, tentjes achterop’ De zomer begint pas echt … ’… zodra de schoolvakanties beginnen. Dan wordt mijn werk als predikant ook meteen rustiger: mensen gaan op vakantie, bellen minder. Maar de rust komt pas echt als mijn vrouw en ik ook de verantwoordelijkheid niet meer hoeven voelen.’
Wat is uw vakantiebestemming deze keer? ’Indonesië, bij leven en welzijn. Eerst anderhalve week naar het eiland Sumba, waar ik een project bezoek met een Canadese vriend. Hij is landbouwkundige en we kennen elkaar nog uit de tijd dat ik als dokter in Nigeria werkte, voor de Zending Gereformeerde Gemeenten. Heel leuk om weer met hem bij te praten. Daarna volgen vier dagen in de hoofdstad Jakarta. Daar ga ik proberen een drukker te vinden voor een pas vertaald boekje van bisschop J.C. Ryle. Dat wil ik graag geven aan mijn oud-studenten op Papua, waar ik een paar jaar terug les gaf. Zij en de mededocenten kunnen het weer verder verspreiden. Papua’s zijn niet zulke lezers, maar het zou mooi zijn als het lukt met kleine, toegankelijke boekjes mensen te bereiken – met name de jongeren.’
Wat is de rol van het gezin in uw zomerinvulling? ’Mijn vrouw Annemieke gaat mee – zij geniet er bij voorbaat al van weer naar Indonesië te gaan – en ook onze oudste dochter. De rest van het gezin gaat zijn eigen weg: twee zoons gaan bijvoorbeeld samen naar Egypte om ergens in Caïro een maand Arabisch te leren. Ze zullen hun weg wel vinden. Het internationale is onze kinderen al met de paplepel ingegoten. De oudste drie waren destijds mee naar Nigeria, en zoiets laat je niet meer los. Ze hebben altijd veel gereisd – met m’n zoons heb ik een paar keer China bezocht, bijvoorbeeld. Ook hebben we een keer als gezin door Namibië getrokken. De rimboe in met twee auto’s en tentjes erop. Je moet jezelf – ook als gezin – blijven uitdagen. Oplossingen zoeken wanneer de auto vastloopt in de blubber, dat soort dingen. Avontuurlijkheid versterkt de onderlinge band, en je leert er enorm van.’
Welk type vakantieganger bent u: kampeertype of huisjestype, vliegvakantie of achtertuin? ’Vakantie is voor mij: ver weg, liefst naar het oosten of het zuiden. Een paar dagen in een luxe hotel is daarbij mooi, maar uiteindelijk geniet ik het meest van de vriendelijkheid en het contact met heel gewone mensen. Ik kan er echt van dromen om bij een klein huisje of hutje te zitten, pratend in het halfduister bij een vuurtje. Maar net zo goed heb ik zin om me in het overvolle en snikhete Jakarta tussen alle drukte door te manoeuvreren. Omringd door een zee van brommertjes en auto’s, wolken uitlaatgas en heel veel stemmen. En dat je op zondag in een kerk zit waar alles anders is, maar waar hetzelfde woord van God mag klinken.’
Op vakantie: afzondering of juist ontmoeting? ’Allebei toch wel: Afzondering van het gewone leven hier in Nederland. Even niet meer op z’n Nederlands als dominee worden aangekeken. Maar ver weg ben ik ook weer graag onder de mensen.’
Wat waren memorabele zomers in uw leven? ’Op Papua kregen we in de zomers onze vier kinderen en kleinzoon op bezoek en waren we even als gezin herenigd. Dat was echt zeldzaam mooi. Verder staat de zomer van 1983 bovenaan. Op 24 juni kreeg ik verkering met Annemieke, die nu al 29 jaar mijn vrouw is. Die memorabele zomer vieren we nog ieder jaar samen. Je merkt dan dat een goed huwelijk nooit saai wordt, maar steeds mooier. Op een lieve vrouw raak je ook nooit uitgekeken, daar ga je steeds meer van houden.’
de zomer van
Johannes IJsselstein ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶
predikant in de Gereformeerde Gemeenten 1965 – geboren in Apeldoorn 1984-1990 – studie geneeskunde 1986 – getrouwd met Annemieke Verveen 1992 – in Nigeria als tropenarts 1999 – wordt psychiater in Nederland 2006-2010 doet de theologische school van
heel basaals: jij alleen, stilletjes langs de kant. Het komt er alleen niet zo vaak van. Het meeste nog met m’n kleinzoon, maar na een uurtje heb ik er dan wel genoeg van, en hij trouwens ook. Nu ik er zo over nadenk: misschien is het wel een gebrek. Eigenlijk kan ik helemaal niet zo goed ‘vrij’ zijn. Zonder werk zou ik denk ik echt ziek worden. Als psychiater zou ik moeten weten dat dit niet altijd verstandig is.’
Omschrijf een gedenkwaardige zomerliefde. ’Daar kan ik kort over zijn: Mijn vrouw is een zomerliefde, en meest gedenkwaardig: ze is nooit uit mijn gedachten.’
Lukt het in de zomer om echt vrij te zijn? ’Soms doe ik wel een beetje ‘niets’, maar eerlijk gezegd heb ik daar niet zoveel geduld voor. Twee jaar geleden heb ik weer wat visspullen gekocht. Vissen heeft iets
Wat is voor u de essentie van de zomer? ’Zon en warmte. En: even snuiven aan een ander deel van de wereld.’
de Gereformeerde Gemeenten en een master theologie in Utrecht ▶ 2010-2012 – werkt in Papua en Indonesië voor theologisch onderwijs en doctoraat. ▶ 2013 – gemeentepredikant in Kampen ▶ Heeft twee dochters, twee zonen en een kleinkind.
Na de zomer hoop ik … ’… weer gewoon verder te gaan met mijn werk, waar ik ieder dag van geniet. We ervaren hier in Kampen van zo veel mensen liefde en betrokkenheid. Daar dank ik God dagelijks voor. Dat genieten geldt ook het dagelijks bezig zijn met het Woord van God. Echt een voorrecht, zeker als je op wereldschaal kijkt: Veel ‘broeders predikanten’ moeten overdag hard werken voor de kost en doen hun studie en gemeentewerk in de avonduren. Dat besef van de wereldkerk draag ik eigenlijk altijd mee, ook in mijn preken en gebeden. Ik hoop dat mensen uit onze gemeente de wereld in trekken en zendingswerk gaan doen, of het nu dichtbij is of ver weg. Want dat is toch een teken van geestelijk leven: dat je het niet alleen onderling gezellig hebt, maar dat je de nood van de wereld als last op je hart draagt. Je leeft niet alleen voor jezelf.’ ■
4
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
consument
zomermode Jacqueline Imminkhuizen beeld Jacqueline Imminkhuizen
Slippers zweten niet zoals gympen Het kan warm worden deze zomer. Wollen truien en lange pantalons liggen veilig opgeborgen op zolder en in de kast hangen alleen wat luchtige zomeroutfits. Wat dragen we als de temperatuur gaat stijgen?
naam: Maaike Ruiter (14), scholier, gaat na de vakantie naar de derde klas draagt: Bloemetjesjurkje en beige sandalen
‘Ik draag graag romantische en fleurige kleding met bloemetjes, zoals dit jurkje. Deze heb ik van mijn zus geleend, ik leen wel vaker iets van haar. Maar stoere kleding vind ik ook leuk, zo heb ik bijvoorbeeld een houthakkersblouse. Meestal ga ik alleen winkelen. Ik bewaar het bonnetje dan goed zodat ik het eventueel nog kan terugbrengen. Ik krijg elke maand kleedgeld, dit vind ik wel fijn. Als ik iets leuks zie, kan ik het meteen kopen en hoef ik het niet eerst te vragen. H&M en The Sting zijn mijn favoriete winkels. Slippers of sandalen vind ik altijd handig om te dragen in de zomer. Ze staan overal leuk bij en zitten lekker luchtig. Ze zweten niet zo als gympen.’
naam: Alinda Hoeksema (32), leerkracht en pedagogisch medewerker draagt: Blauw shirt, grijze broek en blauw/bruine sandalen
naam: Coen Janse (13), scholier, gaat na de vakantie naar de tweede klas draagt: Wit-blauw shirt, korte blauwe broek en zwarte teenslippers
‘Deze sandalen heb ik gekocht in Zandvoort, toen ik daar een dagje was. Ik vind de kleur erg mooi en ze staan leuk bij het blauwe shirt. Ik heb een keer een kleurenanalyse gedaan en daaruit bleek dat felle kleuren en witzwart mij het beste staan. Bruin en grijs staan minder mooi bij mijn gezicht. Sinds ik dat weet, let ik daar wel op.
‘Ik houd ervan om stoere kleding te dragen met felle kleuren. Neon kleuren vind ik nu helemaal leuk, zoals de oranje tekst op mijn shirt. Mijn broeken zijn meestal ook gekleurd.
Met warm weer heb ik meestal sandalen of slippers aan, ik vind dat altijd lekker koel zitten. Eerder droeg ik er vaak jurkjes of rokjes bij, maar nu ook steeds vaker broeken. Shoppen doe ik meestal bij V&D, Shoeby of Miss Etam. Ik ga nooit urenlang winkelen, maar meestal eventjes uit mijn werk. Vlak bij de school waar ik werk zijn winkels; ik kom er dus vaak langs.’
Als het mooi weer is, heb ik vaak slippers aan. De teenslippers die ik nu aan heb zijn van G-Star en heb ik bij ons in de buurt op straat gevonden. Ik heb ze eerst weer teruggelegd, toen ik ze zag liggen, maar toen ze er na een paar dagen nog lagen, mocht ik ze houden van mijn ouders. Shoppen doe ik niet zo heel vaak. Als ik ga winkelen, ga ik meestal samen met mijn moeder. Winkels als WE, C&A en Shoeby vind ik het leukst.’
5
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer expositie
In Museum Volkenkunde is een tentoonstelling te zien over de symbolische, religieuze en rituele betekenis van dieren wereldwijd, geschikt voor oud én jong. Petra Noordhuis beeld museum volkenkunde
Dieren die mensen scheppen Het is donker en een beetje griezelig in de zalen van de tentoonstelling GRRR… MACHTIGE DIEREN WERELDWIJD (nadrukkelijk mét hoofdletters) in het Museum Volkenkunde in Leiden. Er klinkt gegrom en je loopt meteen na binnenkomst tegen een doodskist aan in de vorm van een zeearend. De kist is afkomstig uit Ghana. Grafkisten in de vorm van een dier zijn erg populair in dit Afrikaanse land. Vaak symboliseert de vorm een belangrijke eigenschap, kenmerk of wens van de overledene. Op de dag van de begrafenis wordt de kist in processie door het dorp gedragen. Het is een dankbetuiging en waardering voor wat de overledene bij leven heeft gedaan. In een gang van het museum klinkt een donderslag en zie je een bliksemflits, elke keer als je er doorheen loopt. Er zijn afbeeldingen te zien van het dwerghertje Kantjil waarover op Java verhalen worden verteld. Dit hertje is grote en machtige dieren te slim af, onder wie de tijger Macan. Je komt veel meer machtige dieren tegen: jakhalzen en kattenmummies uit de tijd van de farao’s, de vijfklauwige draak die alleen maar afgebeeld mocht worden op kleding van het Chinese hof, leeuwen, slangen, dondervogels, griffioenen.
wijze lessen
De tentoonstelling GRRR… MACHTIGE DIEREN WERELDWIJD komt voort uit een ‘unieke samenwerking’ met het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, vertelt Geke Vinke, campagnemanager van het Museum Volkenkunde. ‘Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is sinds begin mei dicht vanwege een renovatie en opent in december weer. We vonden het jammer als de collectie van het museum al die tijd nergens te zien zou zijn, daarom bedachten we een gezamenlijke tentoonstelling. We hebben erover nagedacht wat beide musea met elkaar gemeen hebben. We kwamen uit op ‘cultuur wereldwijd’ en ‘dieren’.’ De tentoonstelling vertelt hoe dieren mensen kunnen helpen tijdens hun leven, zegt Vinke. ‘Het gaat niet over het praktische nut van dieren, zoals een kip die eieren legt, maar over de religieuze, rituele en symbolische functie.’ Overal in de wereld worden aan dieren allerlei krachten toegedicht: ze beschermen, brengen geluk, geven status en leren ons wijze lessen. ‘In Nederlandse verhalen komen ook dieren voor, denk aan Reintje de Vos. Ze worden ook als statussymbool gebruikt, zo werden koningsmantels van dieren gemaakt.’ Maar over deze Nederlandse voorbeelden gaat de tentoonstelling niet, vertelt Vinke. ‘We zijn een volkenkundig museum en vertellen dus juist over de rest van de wereld.’ De voorwerpen komen behalve uit het Rijksmuseum van Oudheden ook uit het Tropenmuseum in Amsterdam en het Afrika Museum in Berg en Dal (bij Nijmegen). Met beide musea is Museum Volkenkunde sinds 1 april vorig jaar gefuseerd. ‘We kunnen sinds de fusie van de drie volkenkunde-musea uit een rijkere collectie putten’, vertelt Vinke. De tentoonstelling reist volgend jaar door naar het Afrika-museum.
scheppingsverhalen
Het gaat in de expositie veel over sterven en begraven. Er is ook een zaal ingericht over het begin van alle leven, over scheppingsverhalen. Dieren hebben in het christelijke scheppingsverhaal een ondergeschikte rol: het is God die ze schept en de mens die ze namen geeft en over hen heerst (hoewel de dieren ook iets op de mensen voor hebben: ze waren er eerder). Er bestaan echter ook andere scheppingsverhalen waarin mensen door dieren zijn geschapen, of eigenlijk: door goden in dierengedaante. In het scheppingsverhaal van de Ngaju Dayak die in Indonesië wonen, zijn de mensen gemaakt door de belangrijkste goden Mahatala en Jata die zich kunnen veranderen in de neushoornvogel en de waterslang.
De totempaal in de museumtuin, die speciaal voor Museum Volkenkunde is gemaakt door Kwakwaka’wakw-indianen uit Canada. Dit autochtone Noord-Amerikaanse volk maakt totempalen. Die worden voor huizen neergezet en ze worden geplaatst ter nagedachtenis aan overleden leiders. Totempalen zijn een soort familiewapen: er worden mythologische wezens op afgebeeld die in de familietraditie een belangrijke rol spelen.
Een jaguarmasker uit Mexico, waar de jaguar werd geassocieerd met macht. Mayakoningen droegen mantels van jaguar-huid en tronen werden ermee omspannen. Tijdens feestdagen wordt in Mexico nog altijd de ‘Danza de los Tlacoloderos’ opgevoerd, waarbij een man in jaguarpak over de akkers loopt. In pre-koloniale tijden moest de dans voorspoed in de landbouw en de jacht brengen.
Een houten beeld van Anoebis, een god in de Egyptische mythologie. Hij werd afgebeeld als een jakhals of als een mens met het hoofd van een jakhals. Anoebis was de wachter die de geheimen van de dood kende en het graf bewaakte.
Ganesha, de god met de olifantenkop, is de god die hindoes bij het begin van elke belangrijke onderneming aanroepen, bijvoorbeeld bij een examen. Zijn rijdier is een muis.
In andere culturen komen kinderen in aanraking met machtige en soms griezelige dieren via volksverhalen, begrafenissen die ze bijwonen en religieuze bijeenkomsten. Dat de tentoonstelling in Leiden geschikt is voor het hele gezin, is daarom wel logisch. De schoolkinderen die het museum bezoeken, lijken zich uitstekend te vermaken: ze lopen vrolijk rond en krijgen uitleg van hun ouders of grootouders.
stoepkrijt
Alle tentoonstellingen van het museum zijn voor kinderen vanaf ongeveer acht jaar – die zelf kunnen lezen – de moeite waard, zegt Geke Vinke. ‘Zeker in gezelschap van ouderen die een toelichting kunnen geven en ze op bijzondere dingen kunnen wijzen. Tegelijk is juist de wisselwerking zo bijzonder: de jongste bezoekers valt van alles op dat niet meteen door volwassenen wordt gezien.’ Er is een speurroute voor kinderen door
de vaste tentoonstelling en er is een speel- en doeruimte (De Wilde Bus) voor de allerkleinsten. Een animatie van een draak leidt de kinderen door de tentoonstelling over machtige dieren. De draak is in het begin wit en aan het eind bontgekleurd. Aan hem kun je zien dat je ‘wijzer en rijker wordt van verhalen’ . Er is een foto-studio waar kinderen selfies kunnen maken met machtige dieren. Ze kunnen computerspelletjes doen en beantwoorden via computers vragen over de tentoonstelling. Als ze alle vragen goed hebben, krijgen ze een kleurplaat van een ‘superdier’. Er is een atelier waar kinderen hun favoriete dierenverhaal uit de tentoonstelling kunnen tekenen of schrijven en in de museumtuin kunnen zij met stoepkrijt tekeningen maken van fabeldieren. Dat doen ze onder het toeziend oog van de dondervogel en de orka op de acht meter hoge totempaal in de tuin. Die is speciaal voor het museum gemaakt door indianen uit Canada. ■
expositie GRRR… MACHTIGE DIEREN WERELDWIJD Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, Leiden Tot en met 3 januari 2016 In juli en augustus is het museum zeven dagen per week open, dus ook op maandag. Op woensdag- en zaterdagmiddag worden er gratis rondleidingen verzorgd en dierenverhalen verteld.
>> volkenkunde.nl
6
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
film De Israëlische film The Farewell Party vertelt lichtvoetig over ouderen en de vraag naar euthanasie. Het échte thema is verantwoordelijkheid en de waarde van ouder worden. Rinke van Hell beeld Cinéart
Lechaim, vier het leven! Na deze bitterzoete kruising tussen een dramafilm-met-boodschap en een zwarte komedie loop je óf met een grote glimlach de bioscoop uit óf het doet je weinig – afhankelijk van het gevoel voor humor van de kijker. In Israël werd The Farewell Party ontvangen als taboedoorbrekend pleidooi voor euthanasie, maar deze warme en humane film steekt juist een spade dieper zodat het nergens moralistisch wordt. Op de Nederlandse poster van The Farewell Party genieten een stel bejaarden in adamskostuum (keurig verborgen achter andere ledematen of een kuise waaier) midden in een tuinkas van een paar stevige whisky’s. Het beeld vat uitstekend de kern van de film samen en wie het ziet begrijpt meteen waarom de Hebreeuwse titel Mita Tova (‘De goede dood’) in het Engels is vertaald als The Farewell Party. Zoals veel films over het thema euthanasie gaat deze zwarte komedie namelijk veel meer over het vieren van het leven dan over het wensen van de dood.
als pubers
De inventieve Yehezkel woont samen met zijn vrouw Levana in een particulier bejaardenresort. Als hij door Yana, de vrouw van zijn beste vriend Max, gevraagd wordt om haar te helpen een waardig einde te maken aan Max’ leven, staat hij voor een moreel dilemma. Zeker wanneer andere bewoners doorkrijgen wat er aan de hand is en er meer verzoeken volgen. Samen met buurman Dr. Daniel – gepensioneerd dierenarts, dus hij mag voor de medicatie zorgen – bedenkt hij een inventieve machine waarbij de zieke zelf op een knop kan drukken en niemand direct verantwoordelijk is. De enige die roet in het eten kan gooien is Levana, die de gedachte aan euthanasie niet verdragen kan. In essentie gaat The Farewell Party over verantwoordelijkheid voor elkaar en de waarde van het leven als de fysieke of mentale gezondheid te wensen over laat, maar ook de waarde van senioren in het algemeen. De leiding van het resort behandelt de bewoners als onmondige kinderen die moeten worden beziggehouden met zwemles
en bingo-middagen. Yehezkel en zijn vrienden worden door niemand echt serieus genomen en gaan zich van de weeromstuit gedragen als overjarige pubers. Daarmee legt de film de vinger op een zere plek van de westerse maatschappij en wordt de film ook relevant voor Nederland, waar euthanasie al jaren legaal is. Zo veel films waarin senioren de hoofdrol spelen zijn er nu ook weer niet. Het sterkste punt van de film is het vermogen om de ernstige thema’s met zo veel humor neer te zetten dat er op een nieuwe manier over nagedacht kan worden. Regisseursduo Maymon en Granit gaf in interviews aan dat zij uit ervaring hebben gemerkt hoe ironie en zelfspot kunnen helpen om het lijden rondom leven en dood onder ogen te zien. De Joodse cultuur heeft deze vorm van humor tot kunst verheven en ook in The Farewell Party blijkt ze goed te werken. Daarbij valt de film af en toe wel in de valkuil van al te flauwe humor en lijkt het soms meer op een vet aangezette klucht dan een zwarte komedie. Subtiel is de
film toch al niet – behalve euthanasie en ouderkindrelaties worden ook nog even verborgen homoseksualiteit en alleenstaand ouderschap op de korrel genomen.
religieuze wortels
systeem in een seculiere maatschappij met sterk religieuze wortels, waarin humanistische waarden zoals integriteit van het lichaam en hedonisme centraal komen te staan. In zekere zin lijkt de film daarmee op zijn personages: lichtvoetig en ondeugend, maar zonder enige twijfel met een goed hart. ■
Voor sommige kijkers zal de humor misschien te ver gaan. In de openingsscène probeert Yehezkel een van de zieke dames in het complex gerust te stellen door met een stemvervormende machine op te bellen en zich voor te doen als God. ‘Zelda! Ik heb hier in de hemel momenteel nog geen plek over, dus Ik wil je vragen om het nog even vol te houden.’ Tot vermaak van zijn geschokte vrouw gaat hij vervolgens net te ver door Zelda de groeten te doen van haar man – waarop de buurvrouw verward opmerkt dat ze toch nooit getrouwd is. Dit soort grappen zijn niet spottend bedoeld, niet vanuit het personage en niet vanuit de makers. Het toont wel iets van een verschuivend waarden-
Drama ★★★★✩ The Farewell Party regie: Sharon Maymon, Tal Granit. Met: Ze’ev Revah, Levana Finkelshtein, Aliza Rozen. 95 minunten. Hebreeuws gesproken. In 22 bioscopen.
Beestenboot is een animatiefilm over de gekke dieren Dave en Finney en een ark – zonder Noach en zonder God. Rinke van Hell beeld Independent Films
De Ark van Noach zonder Noach Kent u die mop van de eenhoorns die de ark gemist hebben (‘Ehm, Noach, we dachten toch echt dat je zei dat de ark om 14.00 uur vertrok ...’), en die daarom uitstierven? Dat is het vertrekpunt van de animatiefilm Beestenboot (Engelse titel: Oops, Noah is gone...), niet te verwarren met die andere tekenfilm Beestenboot uit 2003. De film Beestenboot is geschikt voor kinderen vanaf een jaar of zes, en is een soort hedendaagse hervertelling van de ark van Noach – maar dan zonder Noach of God. Deze dieren moeten zichzelf maar redden. Wat overblijft is een kalm voortkabbelend verhaaltje over fantasiedieren die hun plek in het leven moeten vinden. De sympathieke Dave en zijn
Animatiefilm ★★★✩✩ Beestenboot regie: Toby Genkel en Sean McCormack. met de stemmen van: Sanne Vogel, Hans Kraay Jr., Bas Muijs. 87 minuten. Nederlands gesproken.
zoontje Finney (8) zijn Nestertjes. Het is een raar maar aandoenlijk ras, dat van de ene plek naar de andere verhuist omdat ze nergens kunnen aarden en
een stinkend blauw gas afscheiden als ze bang zijn. Op een dag horen ze dat er een zondvloed gaat komen en dat alle dieren worden uitgenodigd op een ark,
gemaakt door een aardige meneer, genaamd Noach. Bij het verzamelpunt aangekomen blijkt dat je alleen op de boot mag als een selectiecomité heeft
gecontroleerd of je op de passagierslijst staat. Uiteraard staan Dave en Finney er niet op, maar door zich via een list bij de veel gehaaidere Hazel en haar dochter Lea aan te sluiten komt alles toch nog goed. Maar dan missen Finney en Lea de boot ... Samen met andere achtergebleven dieren reizen ze de ark achterna. Voor kinderen tussen de zes en acht jaar (voor jongere kinderen is het verhaal wat spannend) is het een vermakelijk verhaaltje met een boodschap zoals het een kinderfilm betaamt: iedereen heeft in het leven een bestemming, die je wel nog even moet zien te vinden. Daarvoor heb je de mensen om je heen nodig – hoe raar en hoe onhandig ze in het begin ook lijken. ■
7
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer op pad
Dagje uit deze zomer? Dat hoeft niet altijd een aanslag te zijn op je portemonnee. Op zoek naar uitstapjes die niet meer kosten dan vijf euro entree per persoon. Petra Noordhuis beeld nd
Boemberdeboem op de trampoline Binnenspeeltuinen zijn in opkomst. Maar er kan niks op tegen de ouderwetse buitenspeeltuin, zeker bij goed weer. In speeltuin De Bucht in Bergeijk – die al bijna vijftig jaar bestaat – kun je spelen én spetteren in een openluchtbad voor maar € 1,50 per persoon (volwassenen betalen ook). Op een zonnige middag in mei bezoeken we De Bucht met onze kinderen Anna (2) en Manuel (1). De entree duurt wat langer dan gepland. Bij de ingang zitten drie bejaarde mannen aan een tafel met een geldkistje erop. Pinnen kan niet bij De Bucht. Na een kort ritje naar de pinautomaat in het centrum van Bergeijk, parkeren we opnieuw bij de speeltuin. Er zijn ruim twintig (gratis) parkeerplekken en als die bezet zijn, kun je parkeren in de woonwijk waarin de speeltuin ligt. We betalen zes echte euro’s en krijgen vier echte entreebewijzen: gele briefjes met een nummer erop. In het Eindhovens Dagblad lezen we eenmaal weer thuis hoe het kan dat de speeltuin zo goedkoop is: De Bucht wordt gerund door vijftig vrijwilligers. Het heuvelachtige terrein met gras, zand en bos is al een speeltuin op zich. Kinderen kunnen met de takken spelen, van de heuvels afrollen en zich achter de bomen verstoppen. Verspreid over het terrein liggen de goed onderhouden speeltoestellen, onder andere een kabelbaan, glijbanen, drie trampolines, een zandbak, een draaimolen, schommels en speelhuisjes. De twee openluchtzwembaden zijn vandaag gesloten. Het is er te koud voor. Maar je kunt je voorstellen dat het zomers geweldig moet zijn voor kinderen om er verkoeling in te zoeken. Er is een peuterbad met een klein glijbaantje en een iets dieper bad, met een wat grotere glijbaan. Als het mooi weer is, kunnen er wel vierhonderd bezoekers per dag komen. Vorig jaar kwamen er in totaal zevenduizend mensen.
Grenzen verleggen: toch van een hoge glijbaan af durven, nadat je het een ander meisje hebt zien doen.
Het heuvelachtige terrein met gras, zand en bos is al een speeltuin op zich. De speeltoestellen, waaronder deze draaimolen, zijn goed onderhouden.
kinderfeestje
We hebben de speeltuin vandaag het eerste half uur helemaal voor onszelf. Het voelt chic, maar we zijn toch blij als er een bende kinderen binnenkomt, die een kinderfeestje hebben. Dat brengt gezelligheid. Later komen er nog twee ‘loslopende’ jongetjes, waardoor het totaal aantal kinderen op zestien uitkomt. Anna springt voor het eerst op een trampoline. ‘Boemberdeboem’ roept ze uitgelaten onder het springen. Ze sluit vriendschap met de enige andere peuter in de speeltuin: het zusje van de jarige. Dit meisje krijgt Anna zover om van de glijbaan te glijden, wat ze eerst niet durfde. Manuel geniet van de schommels, verkent de speelhuisjes en de wigwam en probeert bij glijbanen omhoog te klimmen. De drie volwassenen die het kinderfeestje begeleiden, zitten op een terrasje waar je voor vriendelijke prijsjes fris, koffie, ijs en snoep kunt nuttigen. ‘Heerlijk’, zegt de moeder van de jarige. ‘Wij kunnen lekker zitten. Ze kunnen toch niet weg.’ De speeltuin is omheind.
De speeltuin leent zich uitstekend voor een kinderfeestje, vinden de begeleiders. ‘Wij kunnen lekker zitten. Ze kunnen toch niet weg.’
budget uitstapjes Speeltuin De Bucht
meer in de omgeving
▶ Buchtdwarsstraat 17D, Bergeijk speeltuindebucht.nl
▶ De kinderboerderij in Bergeijk ligt op twee minuten rijden (met de auto) vanaf de speeltuin en is gratis toegankelijk. kinderboerderijbergeijk.nl
snacks
Wij genieten ook. Het is lekker om buiten te zijn en om toe te kijken hoe de kinderen zich vermaken. Binnenspeeltuinen zijn in opkomst en ze zijn leuk. Op regenachtige dagen kunnen kinderen hier toch hun energie kwijt: ze kunnen er veilig en tegelijk avontuurlijk spelen. Maar het is er vaak muf: het ruikt er naar plastic en naar de snacks die er worden gefrituurd. In De Bucht ruik je de buitenlucht, voel je de zon op je gezicht en hoor je de vogels fluiten en de bomen ruisen. ■
▶ Open tot en met 27 september. Openingstijden: woensdag-, vrijdag-, zaterdag- en zondagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur. In de zomervakantie (zuid) is de speeltuin alle dagen open van 13.00 tot 17.00 uur.
Lelystad
Bunnik Waalwijk Bergeijk
▶ Toegangsprijs: € 1,50 per persoon.
▶ Bij slecht weer is speelboerderij De Hooiberg in Bladel een bezoekje waard. Binnen vind je glijbanen, een springkussen, ballenbakken en een knutselruimte. Er is ook een buitenspeeltuin. speelboerderij.nl
▶ Een andere speelboerderij is Doe-Boerderij De Steenuil in Oirschot. Buiten kun je op skelters en fietsjes rijden, in een enorme zandbak spelen en boerderijdieren knuffelen. Binnen zijn onder meer een klimrek en twee glijbanen. desteenuil.nl
8
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
muziek
cd-recensies Herman Veenhof, Johan Bakker, Roel Sikkema luister naar fragmenten van deze cd’s op nd.nl/muziek
pop ★★★★✩ Currency of Man Melody Gardot. Universal Music (de luxe versie, 15 songs)
Melody Gardot, begin dertig en van ver weg gekomen, heeft slechts vier platen gemaakt, maar is nu al een klasse apart. Een hokje past er dan moeilijk omheen. Haar zuivere, met tremolo gezegende stem dringt diep door in je hoofd, ook al zingt ze jazzy songs of trage ballades. Veel platen worden nu in de luxe versies uitgebracht, zodat je wat extra nummers hebt. In dit geval is de uitgebreide uitgave van de cd Currency of Man een must, alleen al vanwege het laatste, bijna acht minuten durende lied ‘Burying My Troubles’. Violen, serene blazers en een hoge, ijle gitaar maken het stuk tot een bijna klassieke, onvergetelijke ervaring. Haar nieuwe plaat lijkt qua aanpak wel op haar tweede album, het ook zo geslaagde My One And Only Thrill. De producer is weer Larry Klein, maar de teksten van Gardot zijn volwassen geworden; cynisch soms. ‘Preacher Man’ doet pijn, maar dat heb je met misbruikende pastores. (HV)
pop p ★★★✩✩ ★ TThe Magic Whip Blur. Warner Music B
Op de nieuwe plaat van de Britse popgroep Blur, de eerste sinds 2003, staan Chinese karakters en een ijsje, afgebeeld als contouren van een neonreliëf. De titel is de naam van een Chinees ijsje, The Magic Whip. Het album is fris, verrassend en net zo kwiek als hun debuut in 1991. Blur en Oasis waren toen de nieuwe loten aan de stam van de Britpop, maar de concurrentie is nu een beetje weg. Oasis geldt als ruig en het domein van ruziemakende broers, Blur is beschaafd en bestaat uit net jammende heren. Zanger Damon Albarn werkt weer samen met gitarist Graham Coxon, bassist Alex James en drummer Dave Rowntree zorgen voor interessante, maar niet altijd gemakkelijk aan te horen tegensturing. De opnamesessies waren in Hong Kong, met ijs na. De songs intrigeren, met titels als ‘Ghost Ship’ en ‘Pyongyang’, ‘Ice Cream Man’ en het lange ‘Thought I Was A Spaceman’. (HV)
jjazz ★★★★✩ ★ SSylva SSnarky Puppy & The Metropole Orchestra – Int. Jazz: Various
Snarky Puppy heeft in Nederland zo langzamerhand een cultstatus bereikt. De veelkoppige band uit Brooklyn brengt een aanstekelijke mix van soul, funk, hiphop en jazz op het podium. Hun samenwerkingsproject met het Metropole Orkest dwong hen de muziek deze keer eerder vast te leggen dan tijdens het moment van uitvoering. Bassist Michael League componeerde de zesdelige suite ‘Sylva’, waarbij hij zich liet inspireren door zes beroemde bossen. Het resultaat is filmmuziek zonder beelden, maar suggestief genoeg om op zichzelf te staan. Snarky Puppy klinkt serieuzer dan anders; er komen enkele ronduit klassieke gedeelten voorbij, maar de knipoog verdwijnt nooit volledig. Een gedragen pianosolo wordt meteen gevolgd door een weird klanktapijt uit een keyboard. Het Metropole Orkest, onder leiding van Jules Buckley, mag dan groot zijn, de leden ervan hebben hun speelse kant weten te behouden. De blazers en violen fungeren als de mooie omlijsting van een modern muzikaal schilderij. (JB)
licht klassiek ★★★✩✩ ★ Magnifique M A Arjan & Edith Post, trompet en André van Vliet, orgel vanuit Rhede. Excellent Recordings ER 116115 R
Producer Excellent Recordings maakt onder de titel ‘Cathedral Tour’ een serie cd’s van het trompetduo Arjan en Edith Post. Zoals de titel aangeeft, gebeurt dit in grote, galmende kerken. Na een eerste cd, met Marco van den Toom aan het Cavaillé-Coll-orgel van de kathedraal van Orléans, is nu de tweede verschenen. De Sankt-Gudula van het Duitse Rhede mag niet de status van kathedraal hebben, de kerk klinkt er niet minder ruim om en het grote orgel – uit 1998 – mag er ook wezen. Met zijn 52 registers zijn tal van mooie klankcombinaties mogelijk. Samen met organist André van Vliet hebben de trompettisten er een mooie plaat van gemaakt. Ze gebruikten smaakvolle arrangementen van veelal bekende werken. Het mooist klinken toch de werken die origineel voor trompetten zijn geschreven. Zoals de ‘Alla Marcia’, ‘Idyll’ en ‘Sortie’ van Bédard en de vier delen van het Concert in Bes voor twee trompetten (oorspronkelijk voor twee hoorns, afkomstig uit de Tafelmusik) van Telemann. (RS)
Een van de meest bizarre huwelijken aller tijden vond plaats op 22 juli 1515, vijfhonderd jaar geleden dus. Kinderen nog, gevangen in een spel om de macht. Rien van den Berg beeld nd en wikipedia
Bizar dubbel 22 juli 1515. In een bomvolle Stephansdom in Wenen zit zo’n beetje elke edelman in Europa die er een beetje toe doet. Ze zijn getuige van twee huwelijken tegelijk: de Wiener Doppelhochzeit. Het brein achter deze slimme huwelijken is opa Maximiliaan I van Oostenrijk, het hoofd van de Habsburgse dynastie. Hij had een latijns motto: Bella gerant alii, tu felix Austria nube. Oftewel: ‘Oorlogen kunnen anderen wel voeren; jij, gezegend Oostenrijk, trouwt.’ Wat de oorlogsgod Mars voor anderen voor elkaar moest boksen, dat zou de liefdesgodin Venus voor Oostenrijk bij elkaar spinnen. Zo gezegd zo gedaan. Maximiliaan had zijn kinderen al laten trouwen met twee Spaanse troonopvolgers (zoon Philips met Johanna van Castilië, dochter Margaretha met troonopvolger Juan), zodat er een machtig blok ontstond tegen aartsvijand Frankrijk. Maar aan Spanje had Maximiliaan niet genoeg. Nu had hij zijn oog laten vallen op Hongarije en Bohemen. Koning Vladislav II zat daar in de nesten en kon wel een sterke bondgenoot gebruiken. Nu had Vladislav twee kinderen (Anna en Lodewijk), en Maximiliaan twee kleinkinderen (Ferdinand en Maria). Ferdinands oudere broer Karel was trouwens ook nog een optie.
trouwen met opa
Na stevige politieke onderhandelingen (bekend geworden als de Wiener Fürstentag), werd de deal gesloten. Op 22 juli 1515 zou Lodewijk, net negen jaar oud, trouwen met Maria, die drie weken later tien zou worden. Anna zou de volgende dag haar twaalfde verjaardag vieren. Zij werd beloofd aan Ferdinand (12). Daar rees echter een probleempje: Ferdinand woonde op dat moment in Spanje, bij zijn andere opa, en die had heel andere belangen, en dus ook heel andere trouwplannen voor zijn kleinzoon.
Maximiliaan I van Oostenrijk met zijn gezin. Schilderij uit de zestiende eeuw.
Huwelijkspolitiek vergde een beetje geluk: het was ook erfenispolitiek. Het werd als volgt opgelost: Maximiliaan (56 jaar oud) besloot een voorschot op de afloop te nemen, en daarom zélf, symbolisch, namens zijn zoon met Anna te trouwen. Nou ja, ook weer niet helemaal symbolisch: Als Ferdinand niet binnen een jaar met Anna zou kunnen trouwen, zou opa Maximiliaan haar man worden. Natuurlijk moet je bij zo’n huwelijkspolitiek ook een beetje geluk hebben. En ook dat was er aan Maximiliaans zijde. Huwelijkspolitiek was ook erfenispolitiek. Als namelijk precies de goede mensen op het goede moment zouden sterven, zou hun erfenis toevallen aan precies de goede anderen. Om een ongelooflijk ingewikkeld verhaal kort te houden: het eind van het liedje was dat Karel, een zoon van Philips en Johanna van Castilië, de oudste broer van de Ferdinand van het dubbelhuwelijk, er met meer dan half Europa vandoor ging. Hij werd keizer Karel V, in wiens rijk dankzij de Spaanse veroveringen in de Nieuwe Wereld, de zon nooit onderging. Uniek was het Weense dubbelhuwelijk trouwens niet. Honderddertig jaar eerder vond in de Scheldestad Kamerijk ook een dubbelhuwelijk plaats. Hier bundelden in 1385 hertog Filips de Stoute (Bourgondië) en Albrecht van Beieren (graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland) kun krachten. Ze hadden toevallig allebei een dochter én een zoon over, dus dat was te regelen. Acht dagen feest voor twintigduizend (!) gasten, onder wie koning Karel VI van Frankrijk. Dat de kinderen van Philips
Het dubbelhuwelijk van 22 juli 1515. Foto van een negentiende-eeuws schilderij.
nog kinderen waren en die van Albrecht al volwassen, was een dynastiek detail. En dus trouwde Margaretha van tien met Willem (de latere Willem VI van Holland) van twintig. Jan, dertien, trouwde met Margaretha, tweeëntwintig. Dat Margaretha zo lang vrijgezel bleef, had een politieke reden. Haar vader had haar op vierjarige leeftijd al beloofd aan de zoon van de hertog van
9
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer achtergrond
huwelijk London 36
T JE
T JE
AM E R ST
ST RE
Berlin 36
AM
Warsaw 34 Kiev 33
Prague 34
Paris 39
Vienna 35
Madrid 39 Bern 33
Budapest 34 Bucharest 33 Sofia 33
Brussels 33
Lisbon 31
500km 300 miles
Rome 36
Athens 32
Het uitgestrekte rijk van Karel V (1500-1558) was vooral het gevolg van de gunstige huwelijken die zijn ouders en grootouders sloten.
machtsconcentratie: de titels van Karel V Het doel van de huwelijkspolitiek was het vergroten van de macht. Zo heette keizer Karel V met ál zijn titels:
‘Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van
Oostenrijk, maar politieke ontwikkelingen maakten het noodzakelijk het kind op een ander front in te schakelen. Uit het huwelijk van Margaretha en Willem kwam slechts één dochter voort, Jacoba van Beieren. Het huwelijk van Jan en Margaretha was vruchtbaarder: zes dochters en één zoon. Vader Jan zou de geschiedenis ingaan als Jan zonder Vrees, en zijn zoon als Philips de Goede. Die
laatste zou uiteindelijk, op opvallend vreedzame wijze, bijna heel Nederland in handen krijgen. Dankzij hem kregen de Nederlanden een centrale rechtspraak en een centraal bestuur, de StatenGeneraal, boven redelijk zelfstandige gewesten. Kortom, óók een dubbelhuwelijk met nogal impact. Maar vergeleken bij het Weense Dubbelhuwelijk was het slechts kinderspel.
De Nederlandse bestuursstructuur die het resultaat was van het eerste dubbelhuwelijk in 1385, werd verder uitgebouwd door degene die profiteerde van het tweede dubbelhuwelijk: Karel V, die in 1543 ook de laatste Nederlandse gewesten onder zich kreeg. En daarmee was het hoogtepunt van de dynastieke huwelijkspolitiek tegelijk het begin van het
de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.’
einde. Aan het hof van Karel V groeide een jonge edelman op, Willem van Nassau, prins van Oranje, die de zorgvuldig opgebouwde bestuursstructuur van de Nederlanden gebruikte om Karels zoon Philips II aan de kant te schuiven. De Nederlanden verenigden zich, tot verbijstering van alle Europese vorstenhuizen, tot een Republiek. ■
10
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
koken
smaak van Europa Annemarie Eversdijk beeld nd
Lecsó: je kunt het de hele dag door eten Niets is lekkerder dan een patatje mét. Maar nu we in de zomerperiode massaal over de grens op vakantie gaan: wat eten andere Europeanen eigenlijk graag? Vandaag: Hongaarse lecsó (paprikastoof).
Wat eten de Hongaren? Goulash, denken veel mensen direct. En dat klopt. De Hongaren hebben een nomadisch verleden en ze hebben dan ook heel wat gerechten op de kaart staan die vroeger op open vuur werden gemaakt. Goulash is daar een voorbeeld van, net als stoofvlees (pörkölt) en vissoep. De Hongaarse keuken is in de loop der eeuwen beïnvloed door allerlei bevolkingsgroepen. Uien en knoflook werden in de vijftiende eeuw geïntroduceerd door koning Matthias en zijn Napolitaanse vrouw, prinses Beatrijs. Later vestigden veel nieuwe bevolkingsgroepen zich in het land: Joden, Saksen, Armeniërs, Italianen en Serviërs. Deze volken namen ook hun eigen recepten mee. Tijdens het Ottomaanse rijk kwamen er invloeden uit de Turkse keuken het land in, zoals paprika, aubergine en gevulde kool. Een mooi en gezond Hongaars zomergerecht is ‘lecsó’. Deze paprikastoofpot is afkomstig uit de Balkan, maar behoort inmiddels echt tot de Hongaarse keuken. Sommige Hongaren eten het als ontbijt met brood. Anderen serveren het als bijgerecht; maar je kunt lecsó ook als hoofdgerecht eten, met aardappels of rijst. Wat je nodig hebt, zijn zoete, sappige tomaten, verse paprika’s en wat uien. Mocht je deze vegetarische schotel wat te flauw vinden, dan kan er aan het recept vlees of worst worden toegevoegd. Een worst die er goed bij zou passen, is chorizo. Er zijn veel lokale varianten van lecsó, dus variëren met ingrediënten is toegestaan.
ingrediënten voor 4 personen • • • • • • • • • • •
300 g witte rijst 2 uien 2 teentjes knoflook 2 groene paprikas 2 gele paprika’s 4 rijpe trostomaten olijfolie om in te bakken 2 el paprikapoeder 2 eieren 1 bosje bladpeterselie 200 ml crème fraîche
bereidingswijze rijst Kook de rijst gaar volgens de bereidingswijze op de verpakking. Hongaarse paprikastoof Pel en snipper de ui grof. Pel en snijd de knoflook grof. Halveer de paprika’s in de lengte, verwijder de zaadlijsten en snijd de paprika’s in stukjes. Snijd de tomaten in stukjes. Verhit een scheutje olie in een hapjespan en fruit de ui, knoflook en de paprikapoeder circa 2 minuten.
Voeg de paprika’s en de tomaten toe en bak circa 8 minuten. Breng op smaak met een beetje zout en versgemalen peper. Kluts de eieren in een kom. Roer de eieren erdoor en gaar de eieren onder constant roeren in circa 4 minuten. Snijd de peterselie fijn. Roer de peterselie erdoor. serveren Verdeel de rijst over borden. Verdeel de lecsó over de rijst en lepel de crème fraîche eroverheen.
▶▶ Dit recept komt van de website 24kitchen.nl. ▶▶ Volgende week: souflaki, souzouki en tzatziki. Reageren? Mail naar
[email protected]
11
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer
interview ‘Meester Mark’ wilde lesgeven, maar kwam er amper aan toe. Hij produceerde wél dikke dossiers. ‘De balans is zoek. Ik was meer ambtenaar dan leraar.’ Maurice Hoogendoorn beeld Roel van der Kraan
‘Niet kinderen, maar ouders zijn anders dan vroeger’ ‘Een klas van zeventien leerlingen lesgeven, hoe moeilijk kan dat nou zijn?, dacht ik. Ik had als journalist ministers aan de tand gevoeld!’ Het eerste jaar ging ‘Meester Mark’ nog goed af, voor groep 3a van de multiculturele Augustinusschool in hartje Rotterdam, onder begeleiding van een ervaren lerares. Het jaar erna moest hij het helemaal zelf doen, voor groep 7. En dat werd een faliekante mislukking. ‘Orde houden kon ik niet. Ze ruiken het als je niet zelfverzekerd bent.’ De jongen Amir moest hij geregeld met drie collega’s de gang op slepen, met stoel en al. Alle papieren rompslomp kreeg hij er nu ook ineens bij. ‘Om kwart over drie begón het werk pas. Dat had ik me – heel naïef – niet gerealiseerd.’ Nakijken, evalueren, analyseren, alles moest worden vastgelegd. Of een leerling nou zijn brood was vergeten, of een ander voor “stomme trut” had uitgescholden, altijd was de boodschap: “Schrijf ’t op, hè”.’ Om zes uur had Meester Mark nog geen les voorbereid ... Vier jaar geleden maakte Mark van der Werf de overstap van de journalistiek naar het onderwijs. Het begon leuk; grappige anekdotes tekende hij wekelijks op in een AD-column onder de titel Meester Mark. Maar het liep uit op een fiasco. Van der Werf schreef zijn ervaringen op in het boek Meester Mark draait door (2014). Tot zijn verrassing werd het een bestseller en kreeg hij reacties van heel veel docenten. Vooral met zijn opmerkingen over de hoge werkdruk en de bureaucratische rompslomp die ervoor zorgen dat het lesgeven zélf onder druk is komen te staan, raakte hij een snaar. Inmiddels is er een tweede boek: Meester Mark vraagt door.
Waarom besloot u nóg een boek over het onderwijs te schrijven? ‘Door al die reacties kreeg ik de indruk dat de helft van de leraren in Nederland op apegapen ligt. Dat is natuurlijk niet zo, maar het werd me wel duidelijk dat er een probleem is dat breder is dan mijn ervaringen. Daarom wilde ik leraren opzoeken die wél met plezier hun werk doen en er ook goed in zijn. Waar lopen zij tegenaan? En wat maakt dat zij er wél plezier in houden?’
Hoort die papieren rompslomp er niet gewoon bij? ‘Natuurlijk is het te makkelijk om te zeggen: schaf dat allemaal af. Het is heus goed om in kaart te brengen hoe kinderen het doen met rekenen of spelling. Maar er wordt nu wel erg veel vastgelegd. Ik moest allerlei tabellen invullen in een computerprogramma dat de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen bijhoudt. Kwam er uiteindelijk uit: zij is verlegen, of: hij is brutaal. Dat had ik de eerste dag al in de gaten. De balans is zoek. Informatie verzamelen is een middel, het doel is de leerling zo goed mogelijk helpen. Maar soms lijkt het doel wel een zo dik mogelijke map aan de inspectie te kunnen overhandigen.’
Mark van der Werf (39) ▶ Was politiek verslaggever voor het AD. ▶ Maakte in 2011 de stap naar het basisonderwijs. Dat bleek ‘een faliekante mislukking’. ▶ Over zijn ervaringen schreef hij de bestseller Meester Mark draait door (2014). Nu is er Meester Mark vraagt door.
U hebt naar aanleiding van uw eerste boek met Sander Dekker gesproken, de staatssecretaris van Onderwijs. Wat zei hij? ‘We hebben het niet over mijn probleem met orde houden gehad; dat leek me niet nuttig. Wel over de hoge werkdruk in de beleving van veel leraren, en wat er allemaal op hun bordje komt aan administratie. Hij zei: “Hou het kort, schrijf geen proefschriften.” Dat meende hij ook echt. Ik kan het daarmee alleen maar eens zijn, maar dit moet natuurlijk ook door zijn mensen, de inspecteurs, worden uitgedragen. Sommige inspecteurs kijken nauwelijks hoe het er in een klas aan toegaat en zitten vooral al die mappen door te vlooien. Maar hoe het met een kind gaat, kun je niet alleen in cijfers en verslagen vangen.’
Hebt u na twee boeken ook oplossingen gevonden? Hoe komen de leerling en de les weer centraal te staan? ‘Een deel begint bij de assertiviteit van scholen en docenten. Wees niet bang voor een inspectie en kom op voor jezelf. Ik sprak een jonge docent van 24 die de
onderwijs Meester Mark vraagt door. Over leven in het onderwijs Mark van der Werf. Uitgeverij Scriptum, Schiedam 2015. 189 blz. € 16,-
voorgeschreven lesmethode nogal saai vond. Hij stelde zijn directeur voor om het anders te doen. Dat mocht, en op die manier heeft hij er veel meer plezier in. Er is meer mogelijk dan docenten vaak denken. Ook wat salaris betreft. Iemand vertelde mij dat de directeur haar vroeg om een andere groep les te geven. Prima, zei zij, maar dan wil ik wel een treetje omhoog in mijn schaal. Daarmee ging hij direct akkoord. Wacht in elk geval niet totdat er iets verandert in Den
Haag. Verder kan ik er niet veel over zeggen; ik ben geen onderwijsdeskundige, maar een leraar die er nota bene na anderhalf jaar mee is gestopt. Mijn boeken hebben ervoor gezorgd dat er meer over problemen in het onderwijs wordt gepraat; nu zijn anderen aan zet.’
Vindt u het lage aantal mannelijke leerkrachten ook een probleem? Zijn er meer mannen nodig? ‘De ene juf is absoluut de andere niet; sommigen waren stoerder dan ik. Maar het is wel gezond om een mix te hebben. Het lijkt misschien ouderwets, maar er is echt een verschil tussen meesters en juffen. Mannen laten kinderen makkelijker stoeien, voetballen zelf mee, zijn iets minder voorzichtig. Dat kan ook wel eens een jaartje gezond zijn. Ze hebben meestal meer humor en relativeren iets makkelijker. Dat is in een team ook prettig, een man die tijdens een vergadering een keer het ijs kan breken met een schuine mop.’
En wat orde houden betreft: zijn leerlingen van nu brutaler dan vroeger of valt dat wel mee? ‘Misschien zijn ze iets mondiger, maar voor de meeste docenten is het probleem vooral hoe de ouders zijn veranderd. Juffen die al dertig jaar meegaan hebben dat zien gebeuren. Als je vroeger een kind strafwerk gaf, was de kans groot dat dit door de ouders thuis nog eens werd verdubbeld. Maar nu komen ze verhaal halen bij de docent. Hoe durf je mijn kind straf te geven? Ouders zijn meer van leraren gaan eisen, en tegelijk helpen ze zelf minder vaak mee bij schoolactiviteiten.’ ■
12
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
boeken Ooit waren ze enorm populair, en moest je ermee gezien worden. Nu, ruim zes jaar later, is de Blackberry-telefoon met het typische vaste toetsenbord nagenoeg verdwenen. Wat ging er mis? Sjoerd Mouissie beeld ap / Uwe Anspach
Waar zijn die telefoons met toetsenbord? Tien jaar geleden waren ze een openbaring – zeker vergeleken met de standaard Nokia-telefoons die de hele wereld toen gebruikte. Voor het eerst kon je onderweg niet alleen bellen en sms’sen, maar ook e-mailen en chatten. De Blackberry werd al snel een hit onder consumenten en bedrijven. Maar waar zijn die typische telefoons met hun vaste toetsenbord gebleven? In 2011 gebruikte nog 46 procent van alle bedrijven een Blackberry, blijkt uit gegevens van onderzoeksbureau Computer Profile. Inmiddels is dit nog slechts 12 procent. In het grondige boek Geen bereik beschrijven journalisten Jacquie McNish en Sean Silcoff ‘de buitengewone opkomst en de spectaculaire val’ van wat ooit een miljardenbedrijf was: Research in Motion (RIM), de maker van Blackberry.
baby-internet
Jarenlang was die telefoon ongekend populair. Een van zijn sterkste punten was de veiligheid. Alle communicatie werd versleuteld verstuurd via de computers van Blackberry. De telefoons afluisteren was dus nagenoeg onmogelijk. Dat blijkt wel uit de talloze wanhopige verzoeken die het bedrijf kreeg van regeringen en geheime diensten. President Obama mocht niet voor niets zijn Blackberry blijven gebruiken, terwijl
Blackberry, een paar jaar geleden nog dé smartphone die je moest hebben, verloor vanaf 2007 steeds meer terrein aan vooral Apple’s iphone. eerdere presidenten hun mobiele telefoons moesten inleveren bij de veiligheidsdiensten. Dit alles veranderde na een persconferentie in januari 2007. Apple-baas Steve Jobs presenteerde de telefoon die ‘het internet zou veranderen’: de iPhone, een telefoon met 22 keer de rekenkracht van een Blackberry. Jobs deed geen moeite zijn minachting voor die
telefoon te verbergen. ‘Dit is geen babyinternet!’, zei hij, terwijl de websites over het grote aanraakscherm van de iPhone vlogen. Hiermee doelde de Apple-chef op het ‘uitgeklede’ internet dat RIM samen met de telefoonbedrijven had ontwikkeld voor de Blackberry. Als iemand daarmee een internetpagina wilde bekijken, zette een computer van RIM die pagina om naar een
geloof
Bijbel
U gaf mij schouders om ze op te halen. Veertig zeer korte overpeinzingen over angst en God
Wees wijzer. Schriftstudies over Spreuken
eenvoudige tekst-versie. Op die manier kostte het surfen op internet weinig dataverkeer. De grote verrassing voor RIM was dat het consumenten niets kon schelen hoe veel data ze gebruikten. Vlak na de lancering van de iPhone raakten de netwerken – die tot dan beschermd werden door de zuinigheid van de Blackberry – overbelast door alle mensen die nieuwe leuke apps voor hun telefoon zochten. De Blackberry was een sensatie door de e-mail, schrijven de journalisten. ‘Maar nu bood de iPhone het hele internet.’ Na de iPhone was de nachtmerrie voor RIM niet voorbij. In 2010 streefden Steve Jobs en Apple hen weer voorbij, dit keer met de iPad. Dat apparaat werd snel ongekend populair. Binnen drie maanden was de helft van de honderd grootste bedrijven in de VS de iPad aan het testen, en weigerden veel testers het product terug te geven.
medische wereld
Er was echter niet genoeg tijd om het hele systeem om te bouwen. Daarom bedachten de technici een list. Om toch met de Playbook te kunnen e-mailen, moesten gebruikers hem met een speciaal programma koppelen met een Blackberry-telefoon. Daarna werd de e-mail naar de tablet overgezet, wat vaak een tijdje duurde. ‘Hiermee loste men het probleem van RIM op, en niet dat van de gebruiker.’ De Playbook werd een accessoire van de telefoon en niet, zoals de iPad, een zelfstandig product. RIM is nu in handen van ‘bedrijvendokter’ John Chen. Hij probeert de Blackberry weer bruikbaar te maken, vooral voor in de medische wereld en de automatisering. Of dat lukt, is niet te voorspellen, aldus de journalisten. ‘Als de opkomst en ondergang van RIM en Blackberry ons iets leert, is dat dat de innovatierace geen finishlijn heeft en dat winnaars en verliezers zomaar van plaats kunnen wisselen.’ ■
RIM wilde snel met een antwoord komen, in de vorm van een eigen tablet: de Playbook. De systemen van Blackberry waren echter zo gemaakt dat een gebruiker zijn e-mail maar met één apparaat – zijn telefoon – kon binnenhalen. Een tweede apparaat, de tablet, kon er op dat moment niet bij.
technologie
filosofie
geloof
Bijbel
Filosofie van de eenvoud. Vereenvoudiging en matiging als verrijking van het bestaan
Onze toekomst is nu al begonnen
Israëls gouden eeuw. De regeringsperiode van koning Salomo
Geen bereik. Over de buitengewone opkomst en spectaculaire val van BlackBerry Jacquie McNish en Sean Silcoff. Uitg. Unieboek Het Spectrum, Houten 2015. 368 blz. € 24,99
Koen Gerling
Boekenkort
Stephan de Jong. Uitg. Meinema, Zoetermeer 2015. 104 blz. € 12,50
Angst voor lijden, mensen, het leven en de toekomst. De bespiegelingen van Stephan de Jong lezen als afzonderlijke gebeden. De boektitel verwijst naar een dichtregel van Adriaan Roland Holst. De Jong, predikant in Bussum, schrijft over de Puttense razzia van 1 oktober 1944. Temidden van alle angst zongen de uit dit Veluwse dorp opgepakte mannen Psalm 84. Hoewel De Jong weet waarin zijn eigen geloof verschilt van het hunne, heeft hij het houvast aan God met hen gemeen. In een andere meditatie geeft de auteur aan soms kruisjes te slaan. Daarmee uit hij zijn pessimisme én optimisme. Voor hem drukt dit gebruik de aardse tragiek uit, maar is het ook een teken van de hoop ‘dat alle tegenstellingen, alle licht en donker, ooit ergens zullen samenkomen. Ergens buiten mijn bereik en buiten mijn begrip. Ergens bij U’.
Hans de Wolf. Uitg. Woord en Wereld, Haarlemmermeer 2015. 132 blz. € 11,-
Het oude Bijbelse geschrift Spreuken behoedt voor dwaasheid. Hedendaagse christenen krijgen er een ‘hulpmiddel in het praktische leven’ mee in handen. De vrijgemaakt-gereformeerde emerituspredikant Hans de Wolf werkt twintig korte passages uit. Inclusief concrete toepassingen voor nu en enkele gespreksvragen. Met Spreuken 5:18-19 in het achterhoofd concludeert hij dat gezonde erotiek de huwelijksband kan laten groeien. ‘Want als seks routine wordt, is er de verleiding om buitenshuis variatie of avontuur te zoeken.’ Daarnaast roept deze wijsheidsliteratuur op tot eerlijkheid (28:23). De Wolf geeft het volgende voorbeeld. Stel dat een gemeentelid nauwelijks meer in de zondagse dienst verschijnt. De man is tamelijk vermogend: je wilt hem te vriend houden en zegt daarom niets van zijn matige kerkgang. Niemand is echter gebaat bij ‘een fluwelen tong’ en hielenlikkerij.
Marius de Geus. Uitg. Jan van Arkel, Utrecht 2015. 384 blz. € 19,95
Op een ‘extreem energiezuinige’ Apple Mini heeft Marius de Geus zijn bundel geschreven. Zeer bewust houdt deze politiek filosoof (Universiteit Leiden) rekening met de huidige klimaatproblematiek. Hij heeft interesse voor het natuurschoon van verre landen, en blijkt een vervuilende vliegreis voor hem niet per se nodig. Liever zoekt de wijsgeer zijn toevlucht thuis bij BBC-documentaires van David Attenborough, een ‘arm chair adventure’. De Geus staat bekend als criticus van het economisch liberalisme en heeft als zodanig destijds gediscussieerd met Margreet de Boer, de ‘paarse’ milieuminister. Filosofie van de eenvoud zoekt naar een balans tussen basisbehoeften en ongebreideld materialisme, maar pleit als het gaat om consumptiegedrag, niet voor ‘soberheid’. Dat begrip doet – ten onrechte – te veel denken aan het calvinisme, en een calvinist is De Geus niet.
Frans Bakker. Uitg. Kok, Utrecht 2015. 191 blz. € 16,99
Van schepping naar herschepping (2009) was zijn eerste boek en met het recent verschenen Onze toekomst is nu al begonnen geeft hij hier vervolg aan. Frans Bakker is emeritus-predikant (PKN). Volgens hem heeft klimaatverandering, tegenwoordig een zeer prominent probleem, alles te maken met ‘de weeën van Jezus’. Nog nooit waren zo veel tekenen van de ‘voltooiing der tijd’ achter elkaar te zien als in 2010. De televisiezender National Geographic Channel sprak over ‘The Year of the Storms’. Ook stelt Bakker dat heel wat mensen in onze tijd geen doel (waarheen, waartoe, waarom?) meer zien in hun bestaan. Een groot deel is verslaafd aan alcohol en kalmeringstabletten. Maar: ‘Zuiverheid walgt van de dansen om een gouden kalf. God is de Heer van het leven, Satan de heer van de dood.’ Christus, als ‘Eerstgeborene der schepping’, opent voor gelovigen het hemelse Koninkrijk. Een nieuwe wereld wacht.
Paul den Butter. Uitg. Den Hertog, Houten 2015. 281 blz. € 24,90
Hoewel 2 Samuël, 1 Koningen, 1 en 2 Kronieken zeer uitvoerig stilstaan bij de persoon van Salomo, moet Jezus het absolute concentratiepunt blijven. ‘Die Naam is immers werkelijk de enige, waardoor we zalig kunnen en moeten worden.’ Zo wil Paul den Butter, christelijk-gereformeerd predikant in ruste, onderstrepen met zijn Bijbelstudie. De Schrift is niet een biografisch verzamelwerk, maar allereerst heilsopenbaring. ‘Waar is hier de Heere Jezus?’ Deze vraag ligt ten grondslag aan alle verhalen over de beroemde koning, tempelbouwer en wijsheidsleraar van Israël. Prediker en Hooglied zijn, stelt Den Butter, van Salomo afkomstig. Ook al neigen veel (eigentijdse) exegeten ernaar dit auteurschap met rationaliserende argumenten te ontkennen. Beide geschriften geven een goed beeld van wat er plaatsvindt in ‘de verborgen omgang’ tussen God en zijn kind.
13
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer boeken
Ineens bleek Harper Lee méér geschreven te hebben dan alleen haar wereldberoemde To Kill a Mockingbird. Van Go Set a Watchman werden al direct een miljoen exemplaren verkocht. Is het net zo geweldig? Maurice Hoogendoorn beeld ap / Andrea Mabry en Rob Carr
Na 55 jaar een nieuwe Harper Lee vreemde vondst
Het dorpje Monroeville, Alabama, omarmde direct massaal het nieuwe boek van Harper Lee. De hoogbejaarde auteur werd in 1926 geboren in Monroeville.
Hoeveel jongeren in de Verenigde Staten zouden met een rechtenstudie zijn begonnen vanwege Atticus Finch? Meer dan een handjevol waarschijnlijk, want de roman To Kill a Mockingbird – waarin Finch een belangrijk personage is – is verplichte kost op Amerikaanse scholen. Atticus Finch is het symbool van rechtschapenheid. Een eerlijke, blanke advocaat die een onschuldige zwarte man verdedigt. Een moreel kompas, baken in de strijd tegen rassendiscriminatie. To Kill a Mockingbird (1960) was 55 jaar lang de enige roman van de Amerikaanse schrijfster Harper Lee. Dat ene boek leverde haar wel veel roem op; ze won er onder meer de Pulitzerprijs mee in 1961. In de loop der jaren zijn wereldwijd miljoenen exemplaren van het boek verkocht. Ook de verfilming in 1962, met Gregory Peck als Atticus Finch, is uitgegroeid tot een veelgeprezen klassieker. Vorig jaar herfst bleek plots dat Harper Lee tóch meer had geschreven dan alleen To Kill a Mockingbird (zie kader). Een advocate en vriendin van de inmiddels 89-jarige schrijfster vond in een doos bij Lee thuis een manuscript met daarop de titel Go Set a Watchman (Ga heen, zet een wachter). Het verhaal werd een tijdlang aangezien voor een eerste versie van Mockingbird, maar bleek bij nader inzien een volwaardige roman te zijn.
Nelle Harper Lee in 2007. De schrijfster verschijnt al jaren niet meer in het openbaar.
Go Set a Watchman speelt zich af in de jaren vijftig, twintig jaar na Mockingbird. In hetzelfde (fictieve) stadje Maycomb, Alabama, en met veelal dezelfde personages. Het boek ligt nu een week in de boekhandels en er zijn al meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Het geeft aan hoeveel zeggingskracht To Kill a Mockingbird nog heeft: iedereen wil weten hoe het verdergaat met Atticus Finch, zijn dochter Jean Louise (‘Scout’) en zijn zoon Jeremy (‘Jem’).
neonreclames
In To Kill a Mockingbird wordt het verhaal verteld door de negenjarige Scout, een stoer meisje dat veel op straat speelt met haar broer Jem en hun vriend Dill. Vanuit kinderogen, die nog lang niet alles begrijpen, krijgen we te zien hoe haar vader een straatarme zwarte man verdedigt die wordt beschuldigd van verkrachting, en hoe Atticus daarmee de woede van Maycomb over zich heen krijgt. In Go Set a Watchman is Scout opnieuw de verteller – alleen wordt ze nu bij haar echte naam genoemd, Jean Louise, en is ze 26 jaar. We schrijven de jaren vijftig. Jean Louise is verhuisd naar New York en komt een paar weken terug naar Maycomb om haar vader, Atticus, en haar vriend Henry Clinton op te zoeken. Haar broer Jem is overleden, wordt in twee regels meegedeeld. Haar geboortestadje is veranderd. De straten zijn geplaveid en hebben namen gekregen. ‘De Tweede Wereldoorlog liet Maycomb niet onberoerd: de jongens die terugkeerden brachten bizarre ideeën mee over geld verdienen en het inhalen van verloren tijd. Ze schilderden de huizen van hun ouders in afschuwelijke kleuren, ze kalkten de winkels van Maycomb wit en brachten er neonreclames op aan, ze bouwden hun eigen roodbakstenen huizen op de plaats van voormalige maïsveldjes en naaldbosjes.’ Maar de grootste verandering waarmee Jean Louise wordt geconfronteerd, betreft haar vader. Als ze stiekem een vergadering van de burgerraad van Maycomb bijwoont, hoort ze een racist spreken over hoe de zwarte bevolking in toom moet worden gehouden. Haar vader zit naast hem en doet niets! Erger, Atticus is van mening dat negers ‘achterlijk’ zijn en maar beter niet in het stadsbe-
stuur kunnen komen. Ze moeten rustig door blanken worden begeleid naar een zelfstandig leven.
godenbeelden
De titel van de roman komt uit Jesaja 21 vers 6. De profeet heeft van God een boodschap gekregen voor de inwoners van Babel: ‘Zet een bewaker (‘wachter’ in de Statenvertaling) op de stadsmuur. Laat hem vertellen wat hij ziet.’ De bewaker ziet dat Babel wordt aangevallen en dat hun godenbeelden zijn vernield. Iets soortgelijks overkomt Jean Louise; ook haar godenbeelden worden vernietigd. ‘Ze had er nooit aan getwijfeld, er nooit over nagedacht, zich zelfs nooit gerealiseerd dat vóór elke belangrijke beslissing die ze nam de reflex “Wat zou Atticus doen?” door haar onderbewuste ging; ze wist niet dat ze hem aanbad.’ Het voelt alsof Harper Lee na 55 jaar een grap uithaalt met haar lezers. We zijn erin getrapt. We wilden zo graag geloven dat er een zo rechtschapen mens kon zijn als Atticus! En nu wijst Lee ons terecht, door hem van zijn goddelijke aura te ontdoen. Ook Atticus heeft gebreken.
De vondst van Go Set a Watchman, door een vriendin (en de advocate) van Harper Lee, heeft nogal wat losgemaakt. Hoe kan het dat dit boek na zo veel jaren ‘ineens’ is gevonden? En heeft de schrijfster zelf niet altijd gezegd dat er nooit meer een roman van haar zou verschijnen? Lee, die een teruggetrokken leven leidt, kreeg in 2007 een hartaanval en is sindsdien niet gezond meer. Haar zus Alice zei in 2011: ‘Arme Nelle Harper ziet niets en hoort niets en zal alles ondertekenen wat haar wordt voorgelegd door iemand die ze vertrouwt’. Alice overleed in 2014, en kort daarna werd Go Set a Watchman gevonden. Volgens velen is dat geen toeval. Het ging zelfs zo ver dat de staat Alabama onderzoek liet doen naar de toerekeningsvatbaarheid van Harper Lee, om te controleren of ze zich wel goed bewust was wat er om haar heen allemaal gebeurde. Stond ze écht achter de uitgave van dit manuscript? Ja, volgens de mensen die haar onderzochten. Ze zou ‘happy as hell’ zijn.
Toen Harper Lee Go Set a Watchman inleverde bij een uitgeverij eind jaren vijftig, werd de roman niet uitgegeven. Lee werd aangemoedigd meer werk te maken van de passages over Scouts jeugd, en daaruit kwam later To Kill a Mockingbird voort. Begrijpelijk. De jeugdherinneringen in Go Set a Watchman – kerkje spelen, Scout die vreest dat ze zwanger is nadat een jongen haar heeft gezoend – behoren tot de sterkste gedeelten van het boek. Het was een briljante zet om de toenemende spanning tussen zwarten en blanken vanuit het perspectief van een kind te bezien – zoals Lee in To Kill a Mockingbird doet. In Go Set a Watchman probeert een volwassen Scout het racisme en de discriminatie in haar geboortestad te begrijpen, met droge discussies tot gevolg. Maar honderd pagina’s verder ben je dan nog weinig opgeschoten. Want hoe valt de systematische ontkenning van een ras, van een mens, te begrijpen? Nee, dan maakt de verbijstering van een kind dat (gelukkig) nog niet alles begrijpt meer indruk. ■
Voor elke belangrijke beslissing dacht ze: Wat zou Atticus doen? De Atticus Finch in Go Set a Watchman is gecompliceerder dan in To Kill a Mockingbird. Dat had de roman ten goede kunnen komen. Maar eigenlijk leren we Atticus amper beter kennen. Zijn discussie over de rassenpolitiek met Jean Louise wordt uiteindelijk afgedaan als ‘daddy issues’. Scout móést een keer botsen met haar vader om volwassen te kunnen worden. Zodra ze dat begrijpt – na een ingewikkeld verhaal van haar oom – vergeeft ze haar vader en daarmee is de kous af. Alsof het object van hun meningsverschil niet groter is dan een ruzietje tussen een vader en een opgroeiende dochter.
literatuur Ga heen, zet een wachter Harper Lee (vert. Ko Kooman). Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2015. 272 blz. € 19,90
14
nd zomer
vrijdag 24 juli 2015
boeken Zelfontplooiing is het dominante verhaal waarin mensen vandaag leven. Hoe ziet dat verhaal eruit? En wat zou een christelijk alternatief kunnen zijn? Wim de Bruin
Dwingende zelfontplooiing Het tv-programma Masterchef: een jonge vrouw staat met een mooi opgemaakt gerecht voor de strenge jury. De jury vraagt haar nog één keer te vertellen waarom ze er staat. ‘Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik echt voor mezelf kies en mijn hart volg’, verklaart ze met tranen in haar ogen. Een jurylid is zichtbaar aangedaan: ‘Als jij met deze inzet en passie doorgaat, ga je heel ver komen’. Thuis op de bank zien de kijkers goedkeurend en misschien wat afgunstig toe: ‘Prachtig, zoals die vrouw eindelijk haar dromen durft te verwezenlijken.’ Zomaar een uit de vele dagelijkse voorbeelden van het allesdoordringende en overal aanwezige verhaal van zelfontplooiing in het licht waarvan de huidige mens zijn leven duidt en vormgeeft. Daarom is het goed dat dit verhaal, dat al in 1991 door de Britse socioloog Anthony Giddens onder woorden is gebracht, theologisch wordt geduid. Want ook onder kerkmensen en in kerkdiensten speelt het een grote rol, zo blijkt uit de bundel Zelfontplooiing. Een theologische peiling. Herman Paul opent met een onderzoek naar vrouwenbladen, waaronder het christelijke blad Eva. Dit inleidende hoofdstuk in de bundel is een uitgewerkte versie van een eerder artikel in het Nederlands Dagblad, waaruit blijkt dat ook in Eva de zelfontplooiingsidee een grote rol speelt. Vermengd met christelijke noties, maar duidelijk aanwezig. Nu ligt er het risico dat theologen daar in ronkende bewoordingen negatief op reageren. Maar dat doet deze bundel niet, en dat is te waarderen. Henk van de Belt duidt het begrip vanuit de schepping en herschepping in Christus. Hij komt
kiezen. Alles wat een mens is, is hij omdat hij daar zelf voor gekozen heeft. De opdracht van vrouwenbladen, om heel bewust je eigen doel te bepalen en dat te volgen, komt hier vandaan. Waar dit letterlijk nagevolgd wordt, zijn de gevolgen echter extreem. De keuzemogelijkheden zijn eindeloos, de vrijheid is grenzeloos en het resultaat is onverzadigbaarheid. Alle auteurs van de bundel wijzen deze vorm van zelfontplooiing af. Op de vraag hoe het dan wel moet, worden verschillende antwoorden gegeven. Riemer Roukema laat op een prachtige verhalende manier aan de hand van de levens van Paulus en Petrus zien dat het in het Nieuwe Testament eerder gaat om afstand doen van de eigen positie dan om zelfontplooiing. Dat mensen juist op die manier goed tot hun recht komen. Atheïst Ger Groot heeft een minimalere oplossing: gewoon leven, met af en toe een ‘glimp van geluk’. Niet elke bijdrage is even sterk. Zoals theoloog Rick Benjamins zelfaanvaarding met de rechtvaardigingsleer verbindt, dreigt de christelijke verzoening tot verzoening met jezelf te versmallen. De economische bijdrage van Adriaan Soetevent is wat vlak en in het geheel van het boek misplaatst.
geloof Zelfontplooiing. Een theologische peiling. Herman Paul en Wouter Slob (Red.). Uitg. Boekencentrum Zoetermeer, 2015. 176 blz. € 15,90
zo tot een positieve waardering van zelfontplooiing als ontvouwing van de mogelijkheden die de Schepper in de mens gelegd heeft. De vergelijking met een knop die zich ontplooit tot een bloem dringt zich op. Filosoof Ger Groot laat echter zien dat het huidige zelfontplooiingsideaal vooral geworteld is in de filosofie van Sartre. Sartre kent niet zoiets als een helder omschreven ‘zelf’ dat zich kan ‘ontplooien’. De mens is ‘wezen-loos’ en wordt radicaal bepaald door het vermogen om te
Het zelfontplooiingsideaal verschijnt in de vorm van talloze verhalen. Paul noemt het ‘een narratief sjabloon’. Mensen die dit verhaal volgen leven in een script. De boeiende vraag is hoe de verhouding is tussen het leven in dit script en het leven in een volgen-van-Christus-script. Voor wie zich daarin wil verdiepen is dit een waardevol boek. Uiteindelijk bestaat het christelijke antwoord op het zelfontplooiingsideaal niet uit een boek, maar uit een manier van leven. ■
Herman Veenhof
De worm wint het in Rusland Het zijn drie boeken in één, zegt de auteur. Een over de Russische weg naar de Eerste Wereldoorlog, een over Rusland in die oorlog zelf en een over Rusland in de tijd van en na de Revolutie. Oorlog & revolutie is gebaseerd op archieven van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken.
Geschiedenis Die waren in de Sovjet-Unie op slot, vanaf 1990 onder Jeltsin open en gingen onder Putin weer dicht. De directe aanleiding voor de sluiting onder Putin was niet politiek, maar meer aards; het gebouw zakte weg in de metrolijn die eronder liep. Misschien gaat het archief
Oorlog & revolutie. De ondergang van tsaristisch Rusland Dominic Lieven. Uitg. Unieboek / Het Spectrum, Houten 2015. 510 blz. € 39,99
EN
ND LEES LUISTER boeken top10
nd.nl | leesenluister.nl
jeugd
non-fictie
1 (-) Tienerbijbel
1 (-) Elke dag Vaderdag
-RHO&5RVHQEHUJʬ0R]D±HN
2 (-) Laatste dans; Toegift
.DUHQ.LQJVEXU\ʬ9RRUKRHYH
3 (-) De ontsnapping -RHO&5RVHQEHUJʬ0R]D±HN
(OL]DEHWK0XVVHUʬ9RRUKRHYH
5 (-) Zwijgen is goud
'HHDQQH*LVWʬ9RRUKRHYH
6 (-) Donkerland
'HRQ2SSHUPDQʬ0R]D±HN
7 (4) Ik zal verborgen zijn
(OLQH5RVHQKDUWʬ9RRUKRHYH
8 (-) Complot in Congo
-HDQHWWH:LQGOHʬ9RRUKRHYH
9 (3) Liefde op recept
.DUHQ:LWHPH\HUʬ*UDFH3XEOLVKLQJ+RXVH
10 (2) Amelie, het meisje dat er niet mocht zijn
nederlandsdagblad
De tsaar en Lenin kwamen overeen in hun beperktheid én hun almacht. De combinatie van die eigenschappen was funest voor Rusland. Hoe gek het ook klinkt, tactisch deed Stalin het vrij goed. Hij sloot de revolutie op in eigen land. Met de rug naar Europa keerde de beer in zichzelf. De keerzijde van Stalins isolatie was dat de achterdocht tussen Oost en West in beton werd gegoten en
dat Rusland pas laat actief werd tegen Hitler. Lieven bekijkt Rusland vanuit tweeërlei optiek: die van God en die van de worm. De eerste invalshoek gaat over globalisering en geopolitiek, machtsevenwicht en ideologie; de tweede over wat de beslissers van dag tot dag deden en het immense lijden van de gewone man, op het land, in de fabriek en aan het front. De optiek van de worm wint het in Lievens analytische ogen van die van God. Vandaar misschien de sombere toon en het tragische verhaal in dit boek, schrijft de auteur zelf. ■
fictie
De boekentoptien wordt samengesteld op basis van de verkoopgegevens van ca. 80 christelijke boekhandels, zoals die door GfK worden verzameld.
Lieven studeerde geschiedenis in Cambridge en Harvard. Hij is hoogleraar aan de London School of Economics. Hij verandert de geschiedschrijving niet totaal, maar brengt wel nieuwe accenten. Zo zag Rusland er onder graaf Witte en premier Stolypin, die in 1911 vermoord werd, een stuk beter uit dan altijd werd gedacht. De Eerste Wereldoorlog gebeurde in het oosten, stelt Lieven. Als het westelijk front onbeslist was doorgemodderd,
maar Rusland had doorgezet in plaats van in 1917 vrede te sluiten met Oostenrijk en Duitsland, was het communisme misschien nooit aan de macht gekomen.
1 (-) Het derde doelwit
4 (1) Aan de andere kant van de bergen
juli 2015
nooit meer open. In de tussentijd kon Dominic Lieven heel wat kopiëren en verwerken.
&*RKONHʬ'HQ+HUWRJ
:LOOHP9LQNʬ%HQMDPLQ
2 (-) Topgeheim
&RULHQ2UDQMHʬ%HQMDPLQ
3 (-) Jij bent de mooiste!
&RULHQ2UDQMHʬ%HQMDPLQ
4 (1) Prentenbijbel
'LYHUVHDXWHXUVʬ1%*
5 (-) Dagboek voor... 10erjongens
:%)UHHPDQʬ,%%
6 (-) Jij bent Gods oogappel
-RKDQHQ+HOHQD6PLWKʬ-HV
7 (4) Het verhaal van een schaap
6X%R[ʬ$UN0HGLD
8 (7) Niemand is zoals jij
0D[/XFDGRʬ$UN0HGLD
9 (-) Dagboek voor jonge 10ermeiden
,%%
10 (-) Kijk en luister
/DXUD=ZRIHULQNʬ'HQ+HUWRJ
$&8LWVODJʬ'HQ+HUWRJ
2 (-) Ontmoetingen met Jezus
7LP.HOOHUʬ9DQ:LMQHQ
3 (1) Dicht bij Jezus
6DUDK
4 (3) Wake up!
$/DPP (9DQEHFNHYRRUWʬ+HW=RHNOLFKW
5 (2) Refomeisje
$QQHPDULH+HLMQLQJHQʬ%RHNHQFHQWUXP
6 (-) Papa voor altijd
0D[/XFDGRʬ.RN
7 (-) Oog in oog met Jezus
6DPDD+DELE %RGLH7KRHQHʬ3ODWHDX
8 (6) The Message of Hope in het Nederlands
(XJHQH3HWHUVRQʬ$UN
9 (4) Oefenen in verlangen
(OV-YDQ'LMNʬ'H%DQLHU
10 (-) Woorden van wijsheid voor vaders
$6FKRWʬ'H%DQLHU
15
vrijdag 24 juli 2015
nd zomer serie
knap lelijk Willem Bouwman beeld wikicommons en nd
Haring, zalm en palingen gedrenkt in wijn ‘Knap lelijk’ is een serie over lichamelijke eigenaardigheden van machtige mensen. En de gevolgen daarvan. Vandaag: vraatzucht en zwaarlijvigheid.
Na hun dood worden pausen, koningen en presidenten algauw vergeten en zijn ze alleen nog een naam in de lange rij van de pausen, koningen en presidenten die voor en die na hen kwamen. Een enkeling kent nog hun daden en hun levensjaren. Wat helpt tegen de vergetelheid, is een uitzonderlijke levensstijl of een bijzonder lichaam. Vraatzucht en corpulentie hebben machthebbers onvergetelijk gemaakt, ook al stelden ze verder weinig voor. Zo zijn er inmiddels meer dan 260 pausen geweest, te veel om te onthouden. Maar de naam van paus Martinus IV wordt nog wel genoemd, al regeerde hij slechts vier jaar, van 1281 tot 1285. De manier waarop hij aan zijn einde kwam,
die verhulden dat het vlees al lang niet vers meer was. Op vers fruit werd destijds neergezien. Wie het at, zou er diarree en koorts van krijgen. Pastinaak, rapen en wortels werden niet graag voorgezet, omdat de gasten er somber en winderig van zouden worden. Dat Hendrik op den duur aan vele kwalen leed, waaronder verstopping van de ingewanden, wordt wel toegeschreven aan zijn eenzijdige en overdadige maaltijden. Zijn lichaam werd waarschijnlijk ook geruïneerd door de gevolgen van syfilis. Hendrik was zich ervan bewust dat zijn
Gregorius beschouwde een tussendoortje al als zonde.
Paus Martinus IV
bleef indruk maken. Martinus IV overleed aan verstopping van zijn ingewanden, nadat hij gewoontegetrouw te veel gegeten had. Zijn lekkerste maal bestond uit palingen uit het Lago di Bolsena, een kratermeer in Midden-Italië. Hij liet de palingen drenken in wijn van Vernaccia, een witte-druivensoort, waarna ze geroosterd werden opgediend. Na zo’n maaltijd zouden de ingewanden van de paus bezweken zijn. Hij is de gulzigste paus aller tijden genoemd.
gezag en zijn imago leden onder zijn kwalen en overgewicht. Hij had er veel voor over om die te verhullen. Hij onderzocht de helende kracht van planten en kruiden en bereidde meer dan honderd plantaardige zalfjes om zijn ongemak te verlichten. Het kon niet voorkomen dat hij na een lang en moeizaam ziekbed overleed. Volgens zijn biograaf Robert Hutchinson stierf Hendrik aan het syndroom van Cushing, een hormoonkwaal, die hem nog dikker maakte dan hij al was.
geen tijd voor honger
Zijn lichaam maakte Hendrik tot een opvallende verschijning in de portrettengalerij van Engelse koningen. In de portrettengalerij van Amerikaanse presidenten doet William Howart Taft
haring en zalm
Macht en vraatzucht vormen een gangbaar span. Niet altijd gaat vraatzucht samen met overgewicht, maar bij de Engelse koning Hendrik VIII was dat wel het geval. Hij regeerde van 1509 tot 1547 en is vooral bekend om zijn vele vrouwen, van wie hij er twee onthoofden liet. Portretten van Hendrik blijven de kijker bij door zijn enorme lichaam, het gevolg van overmatig eten. Hij was een liefhebber van haggis, een Schots gerecht waarbij de ingewanden van een schaap werden gekookt in de maag van het dier. Als nagerecht at Hendrik gerookte kabeljauw, haring, zalm en paling, rijkelijk voorzien van kruiden,
President William Howard Taft
Koning Hendrik VIII van Engeland
(1909-1913) hetzelfde. Vriend, vijand en Taft zelf waren het erover eens dat hij niet tot de beste presidenten van de Verenigde Staten behoorde. Taft stond in de schaduw van zijn voorganger, Theodore Roosevelt, die na zijn aftreden nog altijd in of nabij het Witte Huis te vinden was. ‘Als ik iemand Mr. President hoor zeggen, kijk ik om me heen waar Roosevelt is’, placht Taft te zeggen. Na zijn aftreden maakte hij furore als president van het Hooggerechtshof. ‘Ik kan me niet eens meer herinneren dat ik ooit president was’, zei Taft toen. Toch heeft zijn enorme postuur, het gevolg van grote eetlust, hem onvergetelijk gemaakt. Hij zei dat hij geen tijd had om hongerig te zijn, bij elke maaltijd at hij minstens twee soorten vlees, en tussendoor at hij graag taart. Aan het eind van zijn eerste jaar in het Witte Huis woog hij 175 kilo. Daarmee stond de president zichzelf in de weg. Zijn overgewicht werd een bron van spot en hoon. In de vele karikaturen die van hem getekend werden, lijkt hij niets anders te doen dan eten. Hij kreeg last van oprispingen en winderigheid. Tijdens het slapen stokte vaak zijn adem. Taft regeerde slechts één termijn. Nadat hij in 1913 de verkiezingen verloor, besloot hij gezonder te gaan leven. Hij
ging op dieet en nam meer beweging, waardoor hij veertig kilo afviel. Honderd jaar later is hij het grote voorbeeld in de strijd tegen overgewicht in Amerika, waar twee op de drie inwoners te zwaar zijn.
geen tussendoortjes
Met paus Martinus, koning Hendrik en president Taft zou het anders zijn afgelopen als ze hadden geluisterd naar een van de grootste pausen ooit, Gregorius I (590-604). Hij noemde vraatzucht een zonde en illustreerde dat met talrijke voorbeelden uit de Bijbel. Volgens Gregorius was er al sprake van vraatzucht als iemand meer at dan nodig was of als het voedsel gretig naar binnen werd gewerkt. Ook het eten van voedsel buiten de vaste maaltijden vond Gregorius een vorm van vraatzucht. Een tussendoortje zou hij hebben afgewezen, grazen in de keukenkast zou hem een gruwel zijn geweest. Overigens hoeven uitbundige eetdrang en overgewicht geen belemmering te zijn voor een fraaie politieke carrière en een lang leven. Winston Churchill at graag en veel en woog naar schatting 125 kilo. Toen hij in 1965 op negentigjarige leeftijd overleed, werd hij als een groot staatsman herdacht.
Paus Gregorius de Grote op een schilderij uit 1614.
16
nd jong
vrijdag 24 juli 2015
wat zei je?
beeld ap
lach van de dag
Zie je dat lege tekstwolkje in de foto hiernaast? Jij mag zelf een tekst verzinnen. Zo krijgt de foto jouw eigen verhaal. Heb je een leuke tekst bedacht? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] en zet in het onderwerp ‘wat zei je?’. Wie weet, komt jouw inzending volgende week op deze pagina. De inzending hieronder komt van Roelof-Jan de Vries.
Twee vliegen zitten op een koeienvlaai. Zegt de ene vlieg tegen de andere: ‘Ik weet een leuke mop.’ Zegt de andere: ‘Vertel hem maar, maar alleen als het geen vieze is, want ik ben net aan het eten.’
Willen uw kinderen ook een tasje?
Ken jij ook een goede mop? E-mail ‘m naar
[email protected] en zet in het onderwerp ‘mop’.
Johan van den beeld wikipedia
Anna-Laura beeld Huis van Belle
Vervelend, die puistjes meer weten
Een bord voor je to do-lijstjes
Echt leuk is het niet: puistjes op je gezicht. Maar veel jongeren zien ze ineens verschijnen. Waar komen die puistjes vandaan?
Ik ben gek op het maken van lijstjes. En om het allemaal netjes overzichtelijk te maken besloot ik een soort bord te maken met knijpertjes, zodat ik alles netjes op kon hangen. Ik laat je graag zien hoe ik het gemaakt heb.
Wanneer je op een willekeurige middelbare school rondloopt, hebben de meeste jongeren een rood gezicht. Niet omdat het warm is of omdat ze net hebben gesport, maar vanwege acne. Tientallen kleine – of grote – jeugdpuistjes pronken op hun gezichten. Maar waarom verschijnen deze rode bulten eigenlijk, en hoe kom je er vanaf?
talg
huis van belle
Een jeugdpuistje ontstaat wanneer een onderdeel van je huid ontstoken raakt: de talgklier. Normaal zorgt dit olieachtige goedje ervoor dat je huid niet uitdroogt, maar bij een puistje gaat het mis. Wanneer zo’n klier te veel talg aanmaakt, kan deze verstoppen. Ook bacteriën zitten in talg verstopt. Wanneer de klier door de verstopping scheurt en het goedje je huid aanraakt, raakt deze ontstoken met een puist als gevolg. Veel tieners hebben last van
acne omdat in die periode de talgklieren beginnen te groeien, waardoor te veel van het olieachtige spul wordt geproduceerd. Maar dat betekent niet dat alleen jongeren puistjes hebben; ook volwassenen hebben hier soms last van. Bij hen komt dit echter vaak door stress of als bijwerking van medicijnen. Ongeveer 85 procent van alle mensen krijgt acne in hun leven, maar van die groep vindt 100 procent het heel vervelend! Veel mensen proberen de bultjes uit te knijpen, maar dit kun je beter niet doen. Dit kan de ontsteking namelijk nog erger maken.
zonlicht
Wil je écht van de bultjes af, dan kun het best naar de dermatoloog (huiddokter) of speciale medicijnen gebruiken. Ook zonlicht schijnt bij sommige mensen te helpen tegen puistjes. Kun je op het strand mooi je acne laten behandelen!
Wat je nodig hebt: ▶Karton van een doos ▶Mooi papier ▶Mod podge (echte, of de namaak van de Action) ▶Kwast ▶Knijpertjes ▶Touw Aan de slag! Stap 1: Leg je papier op het karton en trek lijnen met een potlood. Snijd/knip langs de lijnen. Knippen gaat wat lastig met een schaar, maar je kunt wel je schaar als een mesje gebruiken. Gaat heel makkelijk en gaat sneller dan uitknippen. Stap 2: Breng een laagje mod podge op het karton aan en strijk dit uit met een kwast. Ik gebruikte een spons kwast. Dit gaat net wat sneller dan met een gewone kwast en deze kwast maak je makkelijker schoon. Plak nu het papier op het karton vast.
Stap 3: Breng een laagje mod pogde aan op het papier en strijk dit weer uit met je kwast. Laat dit goed drogen. Als de laag helemaal droog is breng je weer een nieuwe laag aan. Op deze manier krijgt je bord een mooie glans en wordt het papier mooi beschermd. Laat het weer helemaal drogen. Dit duurde zo’n 1,5 uur. Stap 4: Plak nu je knijpertjes op je bord. Gebruik ook hier voor weer de mod podge. Ik had 6 knijpertjes op mijn bord. Op deze manier was het mooi verspreid. Ik had ze onder elkaar geplakt maar leef je uit. Er zijn zoveel verschillende manieren om ze op te plakken. Stap 5: Ik schreef met mooie letters ‘to do’ op een stukje wit karton en plakte dit met mod pogde op het bord. Breng ook hier nog een beetje mod podge overheen aan. Dan is alles weer een mooi geheel. Stap 6: Maak twee gaatjes aan de bovenkant van het bord en haal er een stukje touw doorheen. Je kunt je bord nu ophangen op een plek waar je veel komt. Je bent nu klaar!
▶▶ Dit artikel komt van het meidenblog huisvanbelle.nl. Hier vind je iedere week een heleboel nieuwe blogs over verschillende onderwerpen, net als in hun magazine Belle. Dit artikel is geschreven door blogger Anna-Laura. Zij schrijft regelmatig over ‘Do It Yourself’-onderwerpen.