UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
‘Het leven zoals het is’: Een kwalitatief onderzoek naar de kijkmotieven van docusoaps
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 24 124
Karolien Cloots
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting FILM- EN TELEVISIESTUDIES
PROMOTOR: PROF. DR. D. Biltereyst
COMMISSARIS: Fien Adriaens
COMMISSARIS: Elke Van Damme
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
Abstract
Het fenomeen reality-tv is vandaag niet meer weg te denken van het beeldscherm. Sinds de jaren negentig bestaat het programma-aanbod in Vlaanderen steeds meer uit formats die men met de term reality-tv kan aanduiden. Het betreft een programmaformule waarbij een grote aandacht uitgaat naar het dagelijkse leven van gewone burgers, dat vaak op een dramatische wijze gereconstrueerd wordt (Mast, 2003, p.4). Het begrip reality-tv is intussen uitgegroeid tot een hybride genre met verschillende subgenres, waarvan de docusoap er één is (Biltereyst et al., 2000, p.13). De focus van deze wetenschappelijke verhandeling ligt op de kijkmotieven voor docusoaps en in het bijzonder op de kijkmotieven van de veel bekeken reeksen van ‘Het leven zoals het is’. Aan de hand van een kwalitatief onderzoek hebben we getracht om een antwoord te bieden op de onderzoeksvraag waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Enerzijds hebben we via focusgroep interviews (N = 24) de kijkmotieven bij de kijkers zelf achterhaald. Anderzijds zijn we aan de hand van diepte-interviews (N = 3) met producers en redacteurs van ‘Het leven zoals het is’, te weten gekomen wat volgens hen de kijkmotieven zijn. Door de resultaten van deze twee methoden met elkaar te vergelijken zijn we tot de vaststelling gekomen dat mensen omwille van vier belangrijke kijkmotieven naar ‘Het leven zoals het is’ kijken: Het programma omvat namelijk een mix van ontspanning en informatie, zet aan tot voyeuristisch kijkgedrag en biedt mogelijkheden tot identificatie.
3
Dankwoord
Het schrijven van een masterproef is een werk van lange adem. Frustratie wanneer iets fout loopt, maar grote voldoening wanneer iets lukt. Gelukkig stond ik er nooit alleen voor. Met dit dankwoord wil ik dan ook een aantal mensen bedanken voor hun inzet en hun steun. Een woord van dank gaat als eerste uit naar mijn promotor, Prof. Dr. Biltereyst. Bedankt voor uw boeiende lessen en de deskundige begeleiding bij mijn masterproef. Ook Fien Adriaens, doctoraatstudente aan de vakgroep Communicatiewetenschappen, verdient een vermelding. Bedankt voor je sturende feedback en bemoedigende woorden. Verder bedankt aan Inne om de rol van co-moderator op zich te nemen. Jouw bijdrage was zeer waardevol. Ook bedankt aan alle respondenten voor jullie tijd, medewerking en interessante inzichten. Een zeer speciale dank gaat uit naar mijn mijn moeder, zus en Leo. Bedankt voor jullie luisterend oor en geduld doorheen de afgelopen vier jaren. Ook bedankt aan mijn vriendinnen omdat ze mijn thesisverhalen altijd met de glimlach aanhoorden. En Matthias, bedankt voor je steun en de heerlijke momenten van ontspanning. Nogmaals bedankt aan iedereen!
4
Inhoudstafel
ABSTRACT
3
DANKWOORD
4
INHOUDSTAFEL
5
INLEIDING
10
DEEL I: LITERATUURSTUDIE: THEORETISCH KADER
12
1.
REALITY-TV
12
1.1. Het ontstaan
12
1.1.1.
1.1.2.
1.1.3.
Economie, technologie en maatschappij als drijfveren
12
a)
12
Economische drijfveer
b) Technologische drijfveer
14
c)
15
Maatschappelijke drijfveer
Een postmodern televisielandschap waarin grenzen vervagen
15
a)
16
Grens privaat – publiek
b) Grens feit – fictie
17
Vier golven van reality-tv
17
1.2. Reality-tv gedefinieerd
18
1.2.1.
Reality-tv in enge zin
18
1.2.2.
Reality-tv in ruime zin
19
1.3. Het academisch debat: voorstanders, tegenstanders en een tussenpositie
21
1.3.1.
Voorstanders
21
1.3.2.
Tegenstanders
22
1.3.3.
Een tussenpositie
23
1.4. Het publiek debat: het succes van en de kritiek op reality-tv 1.4.1.
Het succes
24 24
5
1.4.2.
2.
3.
De kritiek
25
1.5. Samenvatting
26
DOCUSOAPS
27
2.1. Het ontstaan
27
2.2. ‘Docu’ en ‘soap’
28
2.3. Genres binnen de docusoap
30
2.3.1.
De klassieke docusoap
30
2.3.2.
De celebrity docusoap
30
2.3.3.
Gewone mensen in een ongewone omgeving
30
2.3.4.
Celebrities in een ongewone omgeving
31
2.4. Het publiek debat: het succes van en de kritiek op docusoaps
31
2.4.1.
Het succes
31
2.4.2.
De kritiek
32
2.5. Samenvatting
33
PUBLIEKSONDERZOEK
34
3.1. Paradigma’s binnen publieksonderzoek
34
3.1.1.
Effectenonderzoek
34
3.1.2.
‘Uses and gratifications’-benadering
35
3.1.3.
Cultural Studies
36
3.2. ‘Uses and gratifications’-benadering als basis voor verder onderzoek
36
3.2.1.
‘Uses and gratifications’-benadering verder toegelicht
37
3.2.2.
Kritiek
38
3.2.3.
Waarom kijken mensen naar televisie?
39
a)
39
Kijkmotieven voor mediagebruik
b) Kijkmotieven voor televisiegebruik 3.2.4.
40
‘Uses and gratifications’-benadering geconcretiseerd: een samenvattend 40 model 6
3.2.5.
Waarom kijken mensen naar reality-tv? ‘Uses and gratifications’-
42
benadering toegepast a)
3.2.6.
Ontspannend, maar toch leerrijk
42
b) Identificatie
43
c)
43
Sociale functie
d) Voyeurisme
44
Waarom kijken mensen naar docusoaps?
44
DEEL II: EMPIRISCH ONDERZOEK: METHODEN EN RESULTATEN
45
4.
METHODOLOGIE
45
4.1. Onderzoeksvraag
45
4.2. Onderzoeksmethode
46
4.2.1.
Focusgroep interviews
47
4.2.2.
Diepte-interviews
48
4.2.3.
Representativiteit
49
4.3. Onderzoeksobjecten
5.
49
4.3.1.
Focusgroep interviews
50
4.3.2.
Diepte-interviews
55
4.4. Onderzoeksinstrument
55
4.5. Onderzoeksanalyse
56
4.6. Samenvatting
56
RESULTATEN EN BEVINDINGEN
57
5.1. Resultaten en bevindingen focusgroep interviews
57
5.1.1.
Het kennen van docusoaps
57
5.1.2.
De kenmerken van docusoaps
59
a)
59
De gewone man in zijn alledaagse omgeving
b) ‘Docu’ of ‘soap’?
60
c)
61
Een waardig genre?
7
5.1.3.
Het kijken naar docusoaps en meer bepaald ‘Het leven zoals het is’
62
5.1.4.
De kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’
64
a)
64
Informatief
b) Ontspanning
65
c)
66
Voyeurisme?
d) Identificatie 5.2. Resultaten en bevindingen diepte-interviews
69
5.2.1.
De kenmerken van docusoaps
69
5.2.2.
De kijkmotieven voor docusoaps
71
a)
71
Informatie
b) Ontspanning
72
c)
72
Voyeurisme?
d) Identificatie
6.
67
73
5.3. Vergelijking focusgroep interviews en diepte-interviews
74
ALGEMEEN BESLUIT
76
BIBLIOGRAFIE
79
BIJLAGEN
86
8
Tabellen Tabel 4.1: Vraag 9: Top-5 favoriete tv-programma’s
55
Tabel 5.1: Top drie van meest vernoemde docusoaps
58
Grafieken Grafiek 4.1: Verdeling geslacht respondenten
51
Grafiek 4.2: Vraag 7: Aantal uren tv per dag
54
Grafiek 4.3: Vraag 8: Favoriete zenders
54
9
Inleiding
Reality-tv is niet meer weg te denken van het Vlaamse televisiescherm. Sinds de tweede helft van de jaren negentig bestaat het Vlaamse televisieaanbod steeds meer uit programma’s die men onder de noemer reality-tv kan plaatsen. Men denkt hierbij aan programma’s zoals ‘Temptation Island’, ‘De Pfaffs’ of ‘Expeditie Robinson’. Met reality-tv - een term overgekomen vanuit de Verenigde Staten bedoelt men een verzameling van uiteenlopende formaten die op een dramatische wijze de klemtoon leggen op de alledaagse gebeurtenissen van gewone mensen (Biltereyst et al., 2000, p.13). Intussen is reality-tv uitgegroeid tot een hybride genre met verschillende subgenres, waaronder de docusoap. Volgens Biltereyst en zijn collega’s (2000, p.70) is de docusoap een televisiereeks met de klemtoon op factuele informatie over het leven en de interpersoonlijke relaties binnen een instelling, op een bepaalde plaats of een andere maatschappelijke entiteit. In deze wetenschappelijke verhandeling willen we dieper ingaan op de kijkmotieven voor docusoaps. Waarom kijken mensen naar docusoaps? We zullen deze kijkmotieven trachten te achterhalen aan de hand van een kwalitatief onderzoek over de docusoap ‘Het leven zoals het is’. Wat zijn de motieven die mensen ertoe aanzetten om binnen het ruime televisieaanbod de voorkeur te geven aan ‘Het leven zoals het is’? Dit publieksonderzoek is echter niet mogelijk zonder te weten welke lading het begrip reality-tv - en meer bepaald docusoaps - dekt. Daarom bestaat het eerste luik van deze wetenschappelijke verhandeling uit een theoretisch kader waarbij we respectievelijk het genre reality-tv en het subgenre docusoap zullen bespreken. We zullen proberen om het ontstaan van deze nieuwe factuele televisieformaten te begrijpen in het licht van de economische, technologische en maatschappelijke context. Vervolgens gaan we dieper in op wat we onder de begrippen reality-tv en docusoap verstaan. Hoe kunnen we de begrippen definiëren? Hierbij zullen we opmerken dat de begrippen niet éénduidig te definiëren zijn. Tevens zullen we het academisch en publiek debat situeren. Wat zijn de argumenten van de voorstanders van reality-tv en docusoaps en waarom zijn de tegenstanders er zo tegen gekant? Ook de succesfactoren en de kritiek op reality-tv en docusoaps komen uitgebreid aan bod. Na een duidelijk beeld te hebben geschetst van het fenomeen reality-tv en de docusoap, kunnen we ons toespitsen op het publieksonderzoek. Hierbij zullen we enkele belangrijke paradigma’s binnen het publieksonderzoek toelichten. Bij het bespreken van deze verschillende publieksbenaderingen hebben we vastgesteld dat de ‘uses and gratifications’-benadering een goede uitvalsbasis biedt voor het onderzoek naar kijkmotieven. Deze benadering - die op zoek gaat naar de behoeftes van de
10
kijker – vormt de basis voor ons empirisch onderzoek. In het publieksonderzoek gaan we te werk in de vorm van een trechter: beginnen met iets algemeens en eindigen met iets concreets (Soudijn, 2005, p.44). Zodoende bespreken we eerst de kijkmotieven om naar televisie in het algemeen te kijken en spitsen we ons nadien toe op de vraag waarom mensen naar reality-tv kijken. Wanneer we ons hierbij wilden concentreren op het subgenre docusoap, stelden we echter vast dat over het publiek van docusoaps weinig wetenschappelijke literatuur voorhanden is. Dit is dan ook de reden waarom we - als vervolg op dit theoretisch kader - een onderzoek willen voeren naar de kijkmotieven voor docusoaps en meer bepaald ‘Het leven zoals het is’. Aan de hand van een kwalitatief onderzoek willen we een antwoord geven op de onderzoeksvraag waarom mensen naar docusoaps en meer bepaald ‘Het leven zoals het is’ kijken. Hierbij zullen we de resultaten die we via de literatuur verkregen hebben aan onze eigen resultaten en bevindingen toetsen. Zijn de kijkmotieven uit de ‘uses and gratifications’-benadering ook van toepassing op de docusoap? We zijn er ons van bewust dat de ‘uses and gratficications’-benadering voornamelijk voor kwantitatief onderzoek gebruikt wordt, maar via een aanvullend kwalitatief publieksonderzoek willen we diepgaandere inzichten verkrijgen in de kijkmotieven voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. In het eerste hoofdstuk van het tweede luik zullen we de methoden van ons onderzoek toelichten. We opteren voor kwalitatieve onderzoeksmethoden onder de vorm van focusgroep interviews en diepte-interviews. Langs de ene kant zullen we via focusgroep interviews op zoek gaan naar de kijkmotieven bij de kijkers zelf. Wat is voor hen de reden waarom ze naar ‘Het leven zoals het is’ kijken? Langs de andere kant willen we ook een beter beeld te krijgen over wat de makers van de programma’s willen bereiken. Via diepte-interviews met producenten en redacteurs willen we te weten komen welke kijkmotieven van ‘Het leven zoals het is’ zij vooropstellen. In het tweede deel van dit empirische luik zullen we de inzichten van het publiek enerzijds en productionele experts anderzijds aan elkaar trachten te linken. Op die manier willen we een zo volledig mogelijk beeld krijgen over de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’.
11
DEEL I: LITERATUURSTUDIE: THEORETISCH KADER In het eerste hoofdstuk van deze wetenschappelijke verhandeling zullen we eerst uitvoerig stilstaan bij het ontstaan van reality-tv. Wat waren de redenen voor de opkomst van deze nieuwe soort van televisie? Nadien zullen we trachten duidelijk te maken wat reality-tv precies betekent. Hoe kunnen we het definiëren? Ten slotte zullen we ook het grote debat rond reality-tv en de positieve en negatieve kritiek op het genre trachten weer te geven.
1. Reality -TV ‘During the past two decades, reality-based programming has come to play a major role in production decisions, promotion and even network strategy’ (Friedman, 2002, p.2). Dit citaat toont aan dat reality-tv een prominente plaats veroverd heeft binnen het televisielandschap. Sinds het begin van de jaren negentig heeft het Vlaamse televisielandschap een grondige transformatie ondergaan. Het Vlaamse beeldscherm onderging een explosie van factuele televisieformaten zoals docusoaps, survivalprogramma’s, human interestprogramma’s en real-life soaps (Biltereyst, 2004, p. 171, Dovey, 2000, p.11 en Mast, 2003, pp.3-4). Volgens Biltereyst (et al., 2000, p.70) is factuele televisie ‘een koepelbegrip om een soort programma’s aan te duiden die de klemtoon leggen op de werkelijkheid, gaande van documentaire, nieuws tot reality-tv.’ Binnen deze factuele televisie neemt reality-tv een centrale plaats in (Von Feilitzen, 2004, p.10).
1.1. Het ontstaan 1.1.1. Economie, technologie en maatschappij als drijfveren De opkomst van deze nieuwe soort televisie is een gevolg van verschillende factoren. Het ontstaan van reality-tv hangt samen met een transformatie van de economie, de technologie en de maatschappij. Deze sectoren hebben elk op hun beurt bijgedragen tot het ontstaan van reality-tv. a) Economische drijfveer Wanneer we het ontstaan van reality-tv willen bespreken, is het belangrijk om hierbij de context waarin de media functioneren, in acht te nemen. De meest besproken oorzaak voor het ontstaan van reality-tv, is er één van economische aard. De jaren tachtig staan in Amerika bekend voor de
12
deliberalisering van de markt (Biltereyst et al., 2000, p.18). Het was het beleid van toenmalig president Reagan dat tot de deregulering van de Amerikaanse televisiemarkt heeft geleid. Hierdoor werden de media in Amerika een zeer competitieve sector waarin concurrentie, exploitatie en commercialisering centraal stonden (Biltereyst, 2004, p.175). Het gevolg hiervan was dat nieuwe commerciële zenders wilden uitpakken met programma’s die zoveel mogelijk kijkers konden lokken. In deze hoog competitieve marktstructuur moesten de programmamakers het verschil kunnen maken met de sterke concurrentie. Ze deden dat door maatschappelijke thema’s en ethische kwesties zoals geweld, misdaad en seksualiteit te exploiteren (Biltereyst, 2004, p.175). Er was behoefte aan een sterke visualisering van de ruwe werkelijkheid (Hill, 2005, p.39 en Kilborn, Hibberd & Boyle, 2001, p.383). Willis (2000, p.101) stelt dat ‘popular docs, pop docs, doc soaps - whatever you like to call them – are largely a response to the enormous commercial and competitive pressure’. De Amerikaanse televisiesector van de jaren negentig kan met andere woorden beschouwd worden als dé bakermat bij uitstek voor het ontstaan van nieuwe programmaformules met een sterk factuele inslag (Biltereyst et al., 2000, p.18). In deze televisiesector - waarin de concurrentie zeer hoog ligt - was het belangrijk dat men telkens bleef op zoek gaan naar vernieuwing. Al gauw was voor veel producenten duidelijk dat reality-tv de ideale programmaformule biedt om in deze context te kunnen overleven. Ten eerste liggen de productiekosten van reality-programma’s ontzettend laag. Er hoeven immers geen scenario’s meer uitgewerkt te worden en er zijn geen acteurs meer nodig (Andrejevic, 2004, p.6 en Kilborn, 1994, p.426). Ten tweede vallen reality-programma’s bij een breed publiek in de smaak. Roscoe (2004, p.182) stelt dat reality-programma’s zowel voor kijkers, voor verschillende netwerken als voor adverteerders aantrekkelijk zijn. Dankzij deze voordelen beschouwden Amerikaanse producenten reality-tv als dé oplossing binnen de hoog competitieve Amerikaanse televisiesector. Ook de Europese televisiesector onderging een explosie van factuele televisie. Door het openbreken van de markt, speelden de publieke omroepen hun monopolie kwijt waardoor de idee van ‘public service broadcasting’ (PSB) ernstig werd aangetast (Biressi & Nunn, 2005, p.17). Het PSB-concept houdt in dat de publieke omroep programma’s aanbiedt die de burger informeren. De publieke omroep streeft geen winst na, maar wil via een educatieve-sociale-culturele logica zijn burgers ten dienste zijn (Biltereyst et al., 2000, p.20). Biltereyst en De Smaele (2000, p.3) omschrijven de opdracht van de openbare omroep als het triadium ‘to inform, to educate, to entertain’. Door de invoering van reality-tv werd deze PSB-gedachte doorbroken. Het ideaal van publieke dienstbaarheid moest plaatsmaken voor commercialisering en winstmaximalisatie. Het PSB-concept maakte plaats voor een televisiebeleid gericht op de consument (Kilborn, 2001, p.383). Ellis (1999, p.78) gaat
13
hiermee akkoord en stelt dat in de televisiesector een evolutie naar een ‘consumer society’ plaatsvindt. Toch liep het in Europa niet zo’n vaart als in de Verenigde Staten. Europese tegenstanders waren bezorgd over de mogelijke negatieve invloed van reality-tv. De geïmporteerde Amerikaanse programma’s zouden namelijk de PSB-gedachte kunnen aantasten (Kilborn, 1994, p.430). De educatieve, informerende taak van televisie zou vervallen in entertainment. Critici waren bang dat door de komst van reality-formaten, genres als de documentaire, die als doel hebben om burgers te informeren, onder druk zouden komen te staan (Kilborn, 1994, p.430). Ondanks deze tegenstand, is reality-tv in Europa toch succesvol geworden. De Amerikaanse programma’s hebben het Europese televisielandschap ongetwijfeld sterk beïnvloed. Maar volgens Biltereyst (et al., 2000, p.22) zijn enkele kanttekeningen hier toch op zijn plaats. Volgens hem is het Europese succes om verschillende redenen niet enkel toe te schrijven aan de massale import van Amerikaanse formats. Ten eerste doken in verscheidene Europese landen al eerder programmaformules op in de richting van reality-tv. Dat was vooral het geval in Frankrijk en Italië. Men gebruikte hiervoor het begrip ‘télé-réalité’ (Biltereyst et al., 2000, p.22 en Dauncey, 1996, p.83). Ten tweede hebben een aantal Europese landen ook zelf populaire formules gelanceerd, zoals het Nederlandse ‘Big Brother’ en het Vlaamse ‘De Mol’ (Biltereyst et al., 2000, p.22). Aangezien uit onderzoek gebleken is dat de kijkers een voorkeur hebben voor eigen, ‘home-made’ producties, worden deze in prime-time aan het publiek getoond (De Meyer, 2001, p.163). Deze voorkeur voor eigen producties uit zich tevens in het feit dat geïmporteerde Amerikaanse programma’s vaak aangepast worden aan de lokale, specifieke productie- en receptiecontext (Biltereyst et al., 2000, p.23). Op die manier maken de programmamakers de geïmporteerde programma’s ook toegankelijk voor een niet-Amerikaans publiek (Kilborn, 1994, p.429). Deze aanpassing aan de lokale productiestandaarden en gevoeligheden, heeft uiteraard ook te maken met de diversiteit binnen Europa. Europa kent verschillende talen en culturen, wat in Amerika minder het geval is (Bondebjerg, 2002, p.159).
b) Technologische drijfveer Zonder het belang van de Amerikaanse televisiemarkt als broeikas voor de ontwikkeling en verspreiding van reality-tv te minimaliseren, is het toch belangrijk om stil te staan bij nog een andere belangrijke factor, namelijk de technologische factor (Kilborn, 1994, p.427). De komst van reality-tv hangt samen met het ontstaan en het gebruik van een aantal nieuwe technologieën. Zo zijn er sinds de jaren negentig goedkope, lichte maar kwalitatieve camera’s beschikbaar. Op die manier ontstond 14
de mogelijkheid om fragmenten uit het dagelijkse leven van mensen te registreren (Biltereyst et al., 2000, p.18). De mogelijkheid van kwaliteitsvolle geluidsopnames, van videoapparatuur en van livestreaming - het live beschikbaar stellen van beeld en geluid - maakt het voor programmamakers steeds makkelijker om op een geloofwaardige manier de realiteit weer te geven (Biressi & Nunn, 2005, p.16). Ook gewone mensen zijn beginnen experimenteren met de camcorder. Op die manier is het concept ‘home made video’ ontstaan (Kilborn, 1994, p.427). Verder heeft ook de introductie van zeer kleine camera’s voor een verdere ontwikkeling van reality-tv gezorgd. Deze miniatuurcamera’s kunnen zonder het medeweten van een bepaald persoon ergens verstopt worden, waardoor de betrokkene niet weet dat er beelden worden vastgelegd (Kilborn, 1994, p.428). Deze technologische ontwikkeling zorgde voor talrijke ‘verborgen camera’-programma’s.
c) Maatschappelijke drijfveer Volgens Biltereyst en zijn collega’s (2000, pp.24-29) is de transformatie van het televisielandschap niet
enkel een gevolg van marktmechanismen zoals
deregulering, deliberalisering en
commercialisering. Naast de markt en de technologie, beschouwen zij ook de maatschappij als een belangrijke voedingsbodem voor het fenomeen reality-tv. Aangezien factuele formaten de nadruk leggen op maatschappelijke en ethische vraagstukken, menen ze dat maatschappelijke ontwikkelingen een broeikas vormen voor de ontwikkeling van factuele televisie. Ze stellen dat zowel persoonlijke issues, interpersoonlijke issues als maatschappelijk kwesties een drijfveer kunnen zijn voor factuele televisie. Biltereyst beschouwt reality-tv als een manifestatie van de persoonlijke stem. Nieuwe, factuele formaten leggen steeds meer de nadruk op persoonlijke gevoelens en subjectiviteit. Individuele ervaringen zoals angst of verdriet, treden alsmaar meer op de voorgrond. Televisiemakers hechten meer en meer belang aan de persoonlijke issues van gewone mensen. Maar televisie brengt ook thema’s als intimiteit en interpersoonlijke relaties naar voor. De burger heeft nood aan ‘warm interpersonal relationships’ en reality-programma’s als ‘Blind Date’ en ‘Big Brother’, die de nadruk leggen op de interpersoonlijke issues van mensen, proberen hier een antwoord op te vinden. Ten slotte exploiteert televisie ook actuele maatschappelijke thema’s zoals angst en wantrouwen (Biltereyst en al., 2000, pp.24-29).
1.1.2. Een postmodern televisielandschap waarin grenzen vervagen Verschillende auteurs stellen dat we bij het ontstaan van reality-tv rekening moeten houden met een ruimere transformatie van het televisielandschap. Onder meer Van Poecke (1994, p.18) en Van den 15
Bulck (2001, p.56) verklaren dat we ons momenteel in een postmodern televisielandschap bevinden. De traditionele public servicegedachte is typerend voor de moderniteit (Biltereyst et al., 2000, p.23). De publieke omroep had er een educatieve en informatieve functie. Bovendien bleven de private en de publieke sfeer strikt van mekaar gescheiden en ook de grenzen tussen de verschillende programmagenres onderling werden behouden. Moderne televisie was rationeel en vrij van commerciële invloeden. De huidige postmoderne televisie daarentegen wordt gekenmerkt door een vervaging van grenzen, zowel tussen het private en het publieke, als tussen feit en fictie. De vervaging van deze respectievelijke grenzen wordt hieronder kort toegelicht.
a) Grens privaat - publiek Biltereyst en zijn collega’s (2000, p.25) wijzen op de vervaging van de grenzen tussen de publieke¹ en de private² sfeer. Ook Bondebjerg (1996, p.37) merkt op dat het verschil tussen de publieke en de private sfeer nog nauwelijks waar te nemen is. Deze nieuwe verhouding tussen de private en de publieke sfeer vinden we in reality-tv duidelijk terug. Het gewone leven wordt meer en meer publiek. De nieuwe factuele formaten leggen de klemtoon op subjectieve handelingen en persoonlijke onthullingen. Individuele ervaringen van gewone mensen komen steeds meer op de voorgrond te staan (Biltereyst et al., 2000, p.25). Mensen geven steeds vaker hun intiemste gevoelens bloot voor televisie (Van Poecke, 1993, p.14). Ook Dovey (2000, p.21) stelt vast dat ‘the individual experience occupies the foreground and any ‘argument’ is often impossible to discern’. Door het optreden van gewone mensen als hoofdspelers op het beeldscherm, evolueert het private leven tot een essentiële component van de publieke sfeer. Hij merkt op dat, daar waar in documentaires vroeger individuele ervaringen enkel ter ondersteuning werden gebruikt, deze nu onmiskenbaar geworden zijn (Dovey, 2000, p.21). De nieuwe verhouding tussen de publieke en de private sfeer kunnen we in verband brengen met de ‘first person media’ van Dovey (2000, p.1). Dovey gebruikt deze term om te verwijzen naar een ruimere tendens waarbij mediaproducten - dus niet enkel reality-tv - de private sfeer steeds meer exploiteren. Dit soort media, zoals de pers, literatuur en factuele televisie, leggen de klemtoon op ‘subjective, autobiographical and confessional modes of expression’. ¹Publieke sfeer: dit concept refereert aan een arena of publiek debat in de moderne samenleving (Biltereyst et al., 2000, p. 72). ²Private sfeer: dit concept refereert veelal aan de intieme, huiselijke of persoonlijke sfeer, inclusief seksualiteit (Biltereyst et al., 2000, p. 72).
16
b) Grens feit - fictie Volgens vele auteurs wordt in reality-tv de grens tussen feit en fictie vaak overschreden (Biltereyst et al., 2000, p.71, Corner, 1999, p.173 en Leurdijk, 1999, p.30). De grens tussen non-fictieve genres zoals het nieuws en documentaires - en fictieve genres - zoals drama’s en soaps, komt steeds meer op de helling te staan (Biltereyst et al., 2000, p.54). Reality-tv geeft de werkelijkheid weer aan de hand van fictieve technieken. Men dramatiseert, commercialiseert, personaliseert en men maakt gebruik van de cliffhanger. Via de techniek van de cliffhanger kan men aan het einde van een aflevering het publiek in spanning houden over de afloop van een zekere verhaallijn. Op die manier lokt men kijkers voor de volgende aflevering. Door de grensvervagingen tussen fact en fiction en de publieke en private sfeer, duiken steeds meer menggenres op zoals infotainment, docusoaps en docudrama’s. Zeer uiteenlopende genres zoeken toenadering tot mekaar. Dit resulteert in de complexiteit van de hedendaagse televisie en een grotere bezetting van het middenveld (Biltereyst, Meers & Van Bauwel, 2000, p.79).
(Biltereyst et al., 2000, p.15)
1.1.3. Vier golven van reality-tv Hill (2005, p.24) verklaart ‘the rise of reality-tv’ aan de hand van vier golven. Volgens haar zorgden reality-programma’s rond politie- en hulpdiensten op het einde van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig voor een eerste golf van realiteitstelevisie. Deze nieuwe, hybride genres, die Hill bestempelt als ‘infotainment’ (2005, p.24), zijn vanuit de Verenigde Staten overgekomen naar Europa. Meerdere auteurs zijn het met Hill eens en bevestigen dat de Amerikaanse 17
televisieontwikkelingen aan de oorsprong liggen van de wereldwijde verspreiding van het begrip reality-tv (Biltereyst et al., 2000, p.18, Kilborn, 1994, p.426 en Mast, 2003, p.6). Hill (2005, p.24) beschouwt de opkomst van docusoaps - die ze omschrijft als ‘popular observational documentaries’ - en lifestyleprogramma’s als een tweede golf van reality-tv. Deze nieuwe factuele formaten zijn in het midden van de jaren negentig in Groot-Brittannië ontstaan en werden nadien ook in Europa succesvol. De derde golf van reality-tv hangt volgens Hill (2005, p.24) samen met het succes van sociale experimenten waarbij gewone mensen voor een bepaalde periode in een gecontroleerde omgeving worden geplaatst. Hill noemt deze experimenten ‘reality gameshows’. Ze zijn tijdens de jaren 2000 ontstaan in Noord-Europa en hebben zich nadien verspreid naar Groot-Brittannië en Amerika. De huidige golf van reality-tv is heterogeen. Hill (2005, p.24) verwoordt het als ‘the current wave of reality programming is a free-for-all’. Amerika vertoont voornamelijk reality-programma’s rond misdaad en relaties, in Groot-Brittannië en Australië zijn lifestyleprogramma’s heel populair en in Noord-Europa ontwikkelt men verschillende variaties op de reality gameshow (Hill, 2005, p.24).
1.2. Reality-tv gedefinieerd Wanneer we willen overgaan tot een definitie van reality-tv, valt het op dat er verschillende definities gangbaar zijn (Dovey, 2000, p.79 en Hill, 2005, p.55). Dit komt grotendeels door het feit dat een steeds groter aantal verschillende programma’s onder de noemer reality-tv wordt geplaatst (Holmes, 2004, p.2). Zodoende is het niet evident om het begrip éénduidig te beschrijven (Dauncey, 1996, p.95). Afhankelijk van hoe eng of hoe ruim het fenomeen reality-tv wordt geïnterpreteerd, zijn er verschillende definities te onderscheiden (Biltereyst et al., 2000, p.40).
1.2.1. Reality-tv in enge zin Auteurs die realiteitstelevisie eng interpreteren, beschouwen het fenomeen als een genre. Het waren de reality crime shows - de oorspronkelijke vorm van realiteitstelevisie - die aan de basis lagen van de ontwikkeling van het genre reality-tv (Biltereyst, 2004, p.175). Volgens Mast (2003, p.5) verwijst reality-tv naar een welbepaalde, beperkte groep van programma’s die op inhoudelijk en/of vormelijk vlak gemeenschappelijke kenmerken hebben.
18
Leurdijk (1999, p.35) ziet reality-tv als een genre ‘waarin sprake is van een mengeling van journalistieke en dramatische conventies en waarin onverwachte of dramatische gebeurtenissen uit het leven van gewone mensen of uit het werk van politieagenten, hulpdiensten, artsen, brandweer en andere publieke beroepen centraal staan’. Volgens Biltereyst (et al., 2000, p.13) stond reality-tv oorspronkelijk voor programma’s waarin de interventies van politie- of andere hulpdiensten werden getoond. Binnen deze enge interpretatie van reality-tv, hoort ook de definitie van Nichols thuis. Hij omschrijft reality-tv als ‘reality-tv includes all those shows that present dangerous events, unusual situations, or actual police cases, often re-enacting aspects of them and sometimes enlisting our assistance in apprehending criminals still at large (Nichols, 1994, p.45).’ Nichols ziet reality-tv als reality crime shows waarin gevaarlijke gebeurtenissen en ongewone situaties centraal staan.
1.2.2. Reality-tv in ruime zin De hierboven vermelde strikte afbakening van het genre, maakt het begrip uiteraard makkelijk hanteerbaar. Biltereyst (2004, p.176) maakt echter de bedenking dat de ruimere ontwikkelingen binnen de realiteitstelevisie hierdoor teveel naar de achtergrond verdwijnen. Hij stelt dat reality-tv niet meer enkel bestaat uit de oorspronkelijke, Amerikaanse reality crime shows, maar dat er ook andere formaten aan bod komen zoals docusoaps (‘Het leven zoals het is’), celebrity docusoaps (‘De Pfaffs’), real-life soaps (‘Big Brother’), survivalprogramma’s (‘Expeditie Robinson’) en human interestprogramma’s zoals ‘Man bijt hond’. In deze ruimere opvatting, beschouwt Biltereyst reality-tv als ‘televisieprogramma’s die een aanspraak maken op de 'realiteit' en waarin reële personen en gebeurtenissen centraal staan.’ (Biltereyst et al., 2000, p.41).
In deze ruime benadering van reality-tv, hoort tevens de definitie van Kilborn thuis. Kilborn (1994, p.423) meent dat reality-tv "will involve (a) the recording, 'on the wing', and frequently with the help of lightweight video equipment, of events in the lives of individuals or groups, (b) the attempt to simulate such real-life events through various forms of dramatized reconstruction and (c) the incorporation of this material, in suitably edited form, into an attractively packaged television programme which can be promoted on the strength of its 'reality' credentials". Deze ruime definitie van reality-tv legt drie fundamentele kenmerken van realiteitstelevisie bloot. Biltereyst en zijn collega’s hebben deze drie kenmerken uitvoerig besproken (2000, p.41):
19
(a) recording on the wing. Dit wil zeggen dat binnen elk reality-formaat de camera gebeurtenissen - real life events - uit het alledaagse leven van mensen op een authentieke wijze vastlegt. De term ‘fly on the wall’ is hier zeer belangrijk. De camera moet alles registeren en de kijkers mogen niet de indruk hebben dat de mensen zich anders gedragen omwille van de aanwezigheid van een camera.
(b) the attempt to simulate such real life events. Kilborn bedoelt hiermee dat realityprogramma’s het echte leven nabootsen, maar dat het op een dramatische wijze gereconstrueerd wordt zodat het een hoge spektakelwaarde krijgt. Dit onderdeel van Kilborn’s definitie legt een essentieel aspect van reality-tv bloot. Enerzijds legt reality-tv als non-fictie de nadruk op real life events, op de alledaagse realiteit. Maar anderzijds gebruiken programmamakers daarvoor fictieve technieken, zoals dramatisering, emotionalisering en personalisering. De hedendaagse televisiecultuur ondergaat met andere woorden een tendens waarbij steeds meer factuele programma’s opduiken, maar waarbij dit gepaard gaat met technieken uit fictietradities (Biltereyst et al., 2000, p.79).
(c) reality credentials, die een elementair kenmerk van reality-tv vormen. Realityprogramma’s bezitten een realiteitsclaim of een aanspraak op de realiteit. De programma’s hebben de ambitie om over een hoog realiteitsgehalte te beschikken en om als een venster op de wereld beschouwd te worden (Kilborn, 1994, p.422 en Meers & Van Bauwel, 2004, p.84).
Kilborn (1994, p.423) heeft het in zijn definitie ook over ‘packaging’. Hiermee bedoelt hij dat het opgenomen beeldmateriaal verwerkt wordt in een aantrekkelijke, populaire programmavorm. Programmamakers trachten hun programma’s aantrekkelijk te maken door veel aandacht te besteden aan het entertainmentgehalte ervan. Zo linkt men bijvoorbeeld een bekend televisiegezicht aan de presentatie van een programma. (Kilborn, 1994, p.423).
Wegener (1994, p.17 en pp.144-145), op haar beurt, stelde een definitie op waarbij ze vier essentiële kenmerken onderscheidt. Een eerste kenmerk is dat reële gebeurtenissen werkelijkheidstrouw worden samengesteld of door origineel filmmateriaal gedocumenteerd worden. Een tweede kenmerk is het tonen van extreem gewelddadige situaties. Maatschappelijk relevante thema’s worden volgens haar achterwege gelaten. Ten derde wordt het algemene geconcretiseerd, waardoor men zich kan identificeren met de personages. Personalisering is dus belangrijk. Ten slotte, als vierde
20
kenmerk, stelt ze dat één programma uit verschillende verhalen bestaat die niet meteen in verband staan met elkaar. Het is niet de bedoeling om personages en situaties uit te diepen.
De breedste interpretatie van reality-tv, vinden we terug bij Von Feilitzen (2004, p.27). Zij is ervan overtuigd dat reality-programma’s tegenwoordig enkel nog de realiteitsclaim als gemeenschappelijk kenmerk hebben. Zo stelt ze dat ‘the proliferation of reality-based programming in the year 2000 does not represent a fundamental shift in television programming, but the industry’s reliance on ‘reality’ as a promotional marketing tool is unprecedented. What separates the spate of contemporary reality-based television from its predecessors is not the form or content of these programs but the open en explicit sale of television programming as a representation of reality’.
Uit deze verschillende definities blijkt dat een algemene, éénduidige definitie van reality-tv niet voorhanden is. Reality-tv is dus een begrip dat veel gebruikt wordt, maar zonder dat er eensgezindheid bestaat over de definitie ervan.
1.3. Het academisch debat: voorstanders, tegenstanders en een tussenpositie De komst van de opgekomen factuele programma’s ging niet onopgemerkt voorbij. Al gauw ontstond een academisch debat waarin voor- en tegenstanders hun mening gaven over reality-tv (Meers & Van Bauwel, 2004, p.77).
1.3.1 Voorstanders Voorstanders van reality-tv sluiten zich aan bij het liberaal-pluralistisch perspectief. Het stelt dat de media een forum moeten bieden waarin allerlei maatschappelijke en ethische thema’s aan bod kunnen komen. In deze opvatting fungeren de media als waakhond van de democratie. Ze laten verschillende meningen horen, vanuit alle lagen van de bevolking, waardoor er een diversiteit aan visies bestaat (Biltereyst et al., 2000, p.30). In deze opvatting vormen de media een weerspiegeling van de verschillende krachten in de maatschappij en zijn ze bijgevolg representatief. Ze vormen een vierde macht, met een relatieve autonomie ten opzichte van de politiek-economische macht (Meers & Van Bauwel, 2004, p.81). De kijker wordt beschouwd als een actieve gebruiker en niet als een passieve consument (McQuail, 1994, p.65). Op deze manier plaatst het liberale paradigma de media binnen de bottom up-benadering. De kijker beschikt zelf over de mogelijkheid om betekenissen toe 21
te kennen aan wat hij te zien krijgt. De media leggen hem deze niet op (Meers & Van Bauwel, 2004, p.81). De liberale opvatting stelt dat reality-tv onderwerpen waarover vroeger een taboe heerste, bespreekbaar maakt. De makers van factuele programma’s zorgen er ook voor dat de inhoud toegankelijk en begrijpelijk is, zodat ze zich tot de hele bevolking kunnen richten. Ze willen op een interactieve manier ervoor zorgen dat het publiek zich betrokken voelt met de programma-inhoud. Op die manier zijn aanhangers overtuigd dat reality-tv bijdraagt tot democratisering (Holmes & Jermyn, 2004, p.8). Het liberaal denkkader beschouwt reality-tv als een ‘empowerment’ (Dovey, 2000, p.83). Deze stelling benadrukt de positieve eigenschappen van reality-tv (Biltereyst et al. 2000, p.30). Dovey (2000, p.86) stelt dat men reality-tv als een empowerment kan beschouwen omdat factuele programma’s de kijker meer inspraak bieden. In dit opzicht leidt reality-tv tot democratisering, aangezien het de ‘ordinary people’ centraal stelt en het de interactiviteit en de betrokkenheid van de kijker doet toenemen. Reality-tv wordt hier beschouwd als een interactieve en participatieve vorm van televisie. Dauncey (1996, pp.96-99) voegt hier aan toe dat realityprogramma’s op die manier ook een forum bieden voor minderheidsgroepen en dat ze alle ethische en maatschappelijke kwesties bespreekbaar maken.
1.3.2. Tegenstanders Hiertegenover staan de tegenstanders, die een kritisch-marxistisch standpunt innemen. Het is een alternatief, links paradigma dat stelt dat de media enkel de belangen van de dominante politiekeconomische klasse vertegenwoordigen (McQuail, 1994, p.65 en Nichols, 1994, p.60). Ze vormen een instrument van sociale en ideologische controle of zelfs van manipulatie. De media leggen het publiek bepaalde betekenissen op, die de kijker als een passieve consument weten te manipuleren. Zodoende plaatst deze kritische opvatting de media binnen de top down-benadering (Meers & Van Bauwel, 2004, p.79). De consument krijgt niet de mogelijkheid om zelf betekenissen toe te kennen. De media hebben een legitimerende functie. In plaats van de democratie te beschermen, zoals voorgesteld in het liberale denkkader, bevestigen ze de bestaande orde. De vrije toegang tot media en informatie zijn een illusie (McQuail, 2005, pp.65-66). De media zijn onderhevig aan de economische logica en functioneren volgens de eisen van de politiek-economische klasse (Nichols, 1994, p.56). Critici beschouwen reality-tv niet als een forum voor diversiteit, maar als een vorm van wegwerptelevisie die streeft naar winstmaximalisatie (Dauncey, 1996, p.97). Via technieken zoals subjectivering, dramatisering en emotionalisering, trachten de programmamakers zoveel mogelijk kijkers te lokken, wat op zijn beurt veel adverteerders aantrekt (Meers & Van Bauwel, 2004, p.80). Reality-tv exploiteert de private sfeer. Ze laten maatschappelijke kwesties aan bod komen, maar 22
door de nadruk op het persoonlijke te leggen, ontbreekt elke vorm van duiding en analyse. De subjectieve meningen worden namelijk nauwelijks ingekaderd (Glynn, 2000, p.8). Televisieomroepen hebben geen public service broadcastingfunctie (cf. infra) meer, maar bestaan nu uit gecommercialiseerde formats die zich richten op infotainment. Infotainment en tabloidisering dragen ertoe bij dat het publiek een steeds meer stereotiep en beperkt beeld krijgt van de grote maatschappelijke problemen (Meers & Van Bauwel, 2004, p.80). Dit denkkader beschouwt reality-tv als ‘trash-tv’ (Dovey, 2000, p.83). Dovey bedoelt hiermee dat reality-tv niets meer is dan de exploitatie van elementen uit de private levenssfeer. Er wordt een gepersonaliseerd, gedramatiseerd en gefragmenteerd beeld van maatschappelijke en ethische kwesties weergegeven, waarbij achtergrond en duiding achterwege blijven (Dovey, 2000, p.83). Reality-tv zou het resultaat zijn van toenemende commerciële druk op televisieproducenten en een goedkope oplossing binnen de stevige concurrentiestrijd. Glynn (2000, pp.7-8) ziet reality-tv als een fenomeen dat thuishoort binnen de tendens van tabloidisering. Hij stelt dat realiteitstelevisie een product is van exploitatie en commercialisering. Binnen deze positie van trash-tv, wordt reality-tv vaak gelinkt aan voyeurisme. Critici stellen dat reality-programma’s aanzetten tot voyeuristisch kijkgedrag bij het publiek. De kijkers vinden het leuk om binnen te treden in de persoonlijke levenssfeer van andere mensen. ‘They like to watch’ (Andrejevic, 2004, p.178). De reality-programma’s worden dan ook als goedkope en sensationele ‘wegwerptelevisie’ beschouwd (Hill, 2005, p.7). Bovendien kunnen we ons ook vragen stellen bij het ethische aspect van reality-tv. Het zijn het recht op privacy en het recht op de waardigheid van een persoon, die vaak tot gevoelige discussies leiden. Het recht op privacy betekent dat de intieme levenssfeer van een persoon beschermd is. Elementen zoals gezondheid, relaties en seksualiteit behoren tot deze intieme levenssfeer. De persoon zelf bepaalt waar voor hem de grens ligt. Reality-programma’s brengen echter private elementen in de publieke sfeer, waardoor het recht op privacy vaak onder druk komt te staan. Men moet dan trachten een evenwicht te vinden tussen het recht op privacy enerzijds en het recht op vrije meningsuiting van de media anderzijds (Mast, 2003, pp.9-10).
1.3.3. Een tussenpositie Het liberale en kritische denkkader laten weinig ruimte voor nuance. Het liberaal paradigma schetst een progressief en idealistisch beeld van de media als publiek en democratisch forum voor het uitwisselen van opinies. Het kritisch paradigma is op zijn beurt deterministisch en heeft geen oog voor de mogelijkheden van factuele televisie (Biltereyst et al., 2000, p.31).
23
Bepaalde auteurs menen echter dat er een tussenpositie mogelijk is, die een meer genuanceerde blik werpt op de recent opgekomen factuele formaten. Ze nemen geen strikt liberale of strikt kritische positie in, maar proberen oog te hebben voor zowel de voor- als de nadelen van reality-tv (Meers & Van Bauwel, 2004, p.83). Featherstone (1995, p.75) stelt dat de nieuwe factuele formaten als een onderdeel van de ‘consumer culture’ kunnen worden beschouwd. Deze opvatting stelt dat we de transformatie van de televisiecultuur binnen de hedendaagse tendens naar commercialisering moeten plaatsen. Featherstone (1995, p.75) gebruikt de term ‘consumer culture’ om te verwijzen naar de commodificatie - het tot handelswaar maken - van cultuurgoederen. Cultuur, en in dit geval reality-tv, is steeds meer een economisch product geworden dat door de media ter consumptie wordt gesteld (Biltereyst et al., 2000, p.33). Toch vinden auteurs zoals Bondebjerg (1996, p.44) dat het ene het andere niet noodzakelijk uitsluit. Ook binnen de ‘consumer culture’, waar commercialisering centraal staat, kunnen media fungeren als een toegankelijk forum voor het uitwisselen van ideeën. Gecommodificeerde cultuurproducten kunnen wel degelijk een informatieve functie hebben. Featherstone (1995, p.76) zegt dat we de ‘consumer culture’ moeten linken aan het postmodernisme. Hij zegt dat postmoderne kenmerken zoals hyperrealiteit (cf. infra), simulatie en vervaging van grenzen typische elementen zijn van de ‘consumer culture’. Binnen deze tussenpositie wordt reality-tv als een ‘nightmare’ beschouwd. Deze stelling geeft reality-tv een plaats binnen de context van het postmodernisme. Hierbij kunnen we verwijzen naar Baudrillard, een postmoderne filosoof. Wanneer we reality-tv als een nightmare beschouwen, dan bedoelt Dovey hiermee dat televisie een eigen werkelijkheid creëert (Dovey, 2000, p.83). Reality-tv toont een imitatie van de werkelijkheid zonder origineel. Televisie is een simulacrum van de realiteit. Baudrillard gebruikt hiervoor de term hyperrealiteit. Aangezien reality-tv geen fictieve technieken zoals dramatisering schuwt, stellen vele auteurs zich de vraag of deze programma’s nog wel realistisch kunnen worden genoemd (Biltereyst et al., 2000, p.29).
1.4. Het publiek debat: het succes van en de kritiek op reality-tv 1.4.1. Het succes
‘As we embark upon a new century of broadcasting, it is clear that no genre, form of type of programming has been as actively marketed by producers, or more enthusiastically embraced by viewers, than reality-based tv.’ (Friedman, 2002, p. 6)
24
Het bovenstaande academisch debat over reality-tv biedt ons een veeleer theoretisch overzicht over de voor- en tegenstanders van het genre. Realiteitstelevisie heeft echter ook een publiek debat doen ontstaan (Biressi & Nunn, 2005, p.77). De explosie van factuele formaten zorgde bij het publiek en de pers zowel voor succes als voor controverse (Biltereyst, 2004, p.91). Bondebjerg (2002, p.186) beschrijft het publieke debat als volgt:
‘The serious morning newspapers and TV-stations took a purely moral decline position calling it trash TV while the rest of the press, especially the tabloids, greedily tried to capitalize on the hot information and fuel audience interest. The themes in the public debate in the serious press were generally very critical, although few papers went to the extreme of anticipating the decline of a whole culture.’
Voorstanders zien reality-tv als een middel om ideeën uit te wisselen over maatschappelijke vraagstukken die vroeger niet aan bod kwamen. Programmamakers zijn overtuigd dat ze via hun programma’s tegemoet komen aan de eisen van het publiek (Biltereyst, 2004, p.123). De kijker wil zijn persoonlijke problemen gereflecteerd zien op het beeldscherm. Op die manier wordt televisie kijken een ‘bonding experience’ (Dovey, 2000, p.99). Voorstanders zien reality-programma’s, zoals ‘Big Brother’, als interessante programma’s die het publiek zowel informeren als plezier bezorgen. Ze zien ze als ‘a school for life and human relations’. (Meers & Van Bauwel, 2004, pp.85-86).
1.4.2. De kritiek Tegenstanders zijn echter bezorgd over de vervaging van de grenzen tussen enerzijds feit en fictie en anderzijds de publieke en private sfeer (Meers & Van Bauwel, 2004, p.77). Reality-tv dramatiseert persoonlijke problemen en sociale kwesties en toont deze aan het publiek zonder rekening te houden met de context ervan. Infotainment en spektakel krijgen de voorkeur op informatie en duiding. Zodoende krijgt de kijker een erg gefragmenteerd en stereotiep beeld van de realiteit (Biltereyst, 2004, p.176). Critici zijn het eens dat reality-tv controversiële maatschappelijke kwesties exploiteert, om op die manier zoveel mogelijk kijkers te bereiken. De reality-formaten moeten aan bepaalde economische en technologische eisen voldoen om zo succesvol mogelijk te zijn (Biltereyst, 2004, p.92). Via sensationalisme, commercialisering, personalisering en voyeurisme probeert realitytv het publiek naar zich toe te trekken (Biltereyst, 2004, p.128). Door het gebruik van deze fictieve technieken, trekken critici de realiteitsclaim sterk in twijfel. Nichols (1994, p.59) vroeg zich af of reality-tv überhaupt realistischer is dan sommige vormen van fictie. Voorstanders beschouwen 25
reality-tv als een venster op de wereld, waardoor de kijker een directe band met de echte wereld krijgt (Biltereyst et al., 2000, p.42). Tegenstanders zijn het hier echter niet mee eens en stellen dat televisie de werkelijkheid ensceneert en manipuleert (Biltereyst, 2004, p.128).
Deze ruwe exploitatie van de private levenssfeer deed ethisch geladen debatten ontstaan (Biressi & Nunn, 2005, p.9). Reality-programma’s zoals ‘Big Brother’ zorgden hierdoor voor een zodanige angst en paniek bij het publiek, dat sommige auteurs spraken over een ‘moral panic’ (Biltereyst, 2004, p.91). Thompson (1998, p.141) beschrijft ‘moral panic’ als ‘how certain parts of the mass media have responded to the market pressures by competing with each other to present dramatic narratives and spectacles with a strong moral content’. Biltereyst en zijn collega’s (2000, p.71) beschrijven ‘moral panic’ als een spiraal van bezorgdheid over maatschappelijke of ethische kwesties zoals seksualiteit en geweld. Meijer en Reesink (2000, pp.108-108) definiëren ‘moral panic’ als golven van morele verontwaardiging die snel kunnen komen opzetten en groot kunnen worden, als men meent dat conventionele waarden op een flagrante manier worden aangetast. Biltereyst (2004, p.92) meent echter dat het idee van een ‘moral panic’, veroorzaakt door reality-tv, niet houdbaar is. Media zetten maar zelden aan tot ‘moral panic’. Volgens hem is het meer geschikt om te spreken over een ‘media panic’. Hiermee verwijst hij naar de eeuwenoude tendens waarbij de introductie van een nieuw massamedium of genre hevige publieke reacties en angst kan uitlokken (Biltereyst, 2004, p.118).
1.5. Samenvatting In dit eerste luik van deze paper hebben we getracht om het concept reality-tv in het algemeen te bespreken. We hebben een antwoord proberen te vinden op de vraag hoe reality-tv is ontstaan en hebben vastgesteld dat hiervoor economische, technologische en maatschappelijke drijfveren aan de basis lagen. Bovendien hebben we reality-tv proberen te plaatsen binnen de context van het veranderde televisielandschap waarbinnen een vervaging van grenzen plaatsvindt. Tevens zijn we op zoek gegaan naar hoe we reality-tv het best kunnen omschrijven en zijn we tot de vaststelling gekomen dat reality-tv allerminst een éénduidig begrip is en dat er zodoende meerdere definities mogelijk zijn. Ten slotte hebben we gemerkt dat er zowel voor wat het academisch, als voor wat het publiek debat betreft, veel argumenten te vinden zijn. We hebben dit hoofdstuk beëindigd met het bespreken van het succes van en de kritiek op het genre reality-tv. In het volgende luik zullen we ingaan op een meer specifieke vorm van reality-tv, namelijk de docusoap. 26
2. Docusoaps In het tweede hoofdstuk van dit werk zullen we een subgenre van reality-tv, namelijk de docusoap van dichterbij bekijken. Eerst zullen we het ontstaan ervan bespreken en nadien focussen we op de specifieke kenmerken van de format. Net zoals reality-tv, kent ook de docusoap voor- en tegenstanders. Het debat rond de docusoap zal in het laatste deel van dit hoofdstuk aan bod komen.
2.1. Het ontstaan Sinds de tweede helft van de jaren negentig heeft een nieuw subgenre, de docusoap, vanuit het Verenigd Koninkrijk West-Europa veroverd (Reesink, 2003, p.226). ‘Airport’ (BBC 1 in 1996) en ‘Driving School’ (BBC 1 in 1997) zijn één van de bekendste Britse docusoaps. In de jaren negentig, wanneer
de
televisiesector
een
uiterst
concurrentiële
sector
was
(cf.
infra),
waren
programmamakers genoodzaakt om sterke formats op de markt te brengen die zoveel mogelijk kijkers konden lokken (Kilborn, 2000, p.114 en Kilborn, 2003, p.95). De traditionele reportages en documentaires kwamen steeds minder op het scherm, omdat er niet voldoende geld beschikbaar was (Magits, 2001, p.38). Winston (1995, p.254) was van oordeel dat de klassieke documentaire nood had aan vernieuwing. Deze vernieuwing van het genre - in de vorm van een docusoap - zou volgens hem voor meer kijkers zorgen. We hebben reeds in het eerste deel van deze paper stilgestaan bij de ruimere tendens die de hedendaagse televisiecultuur doormaakt. Er is namelijk enerzijds de vervaging van de grens tussen feit en fictie en anderzijds die tussen de publieke en private sfeer (Biltereyst et al., 2004, p.79). Door deze grensvervagingen zijn hybride formats ontstaan, die zowel fictieve als non-fictieve elementen en zowel elementen uit de publieke als uit de private sfeer willen combineren. De docusoap is een voorbeeld van zo’n nieuwe hybride format (Coles, 2000, p.27). Vanaf 1996 kregen docusoaps een vaste plek plaats in het uitzendschema van de Britse zenders. Ze haalden regelmatig tot twaalf miljoen kijkers (Kilborn, 2001, p.383). Ook in het Vlaamse televisielandschap hebben docusoaps zoals ‘Het leven zoals het is’ hun positie weten te verwerven. Het productiehuis Kanakna maakte hiervan de eerste reeks. ‘Het leven zoals het is: Camping’ werd in 1998 op de toenmalige zender TV1 uitgezonden.
27
2.2. ‘Docu’ en ‘soap’ Zoals hierboven vermeld, is de docusoap een subgenre van reality-tv. Biressi & Nunn (2005, p.64) definiëren docusoaps als ‘multi-part series, each episode featuring strong recurrent ‘characters’ engaged in everyday activities, whose stories are interleaved in soap opera style’. Dovey (2000, p.38) beschouwt de docusoap als een soort documentaire waarin voornamelijk conversaties tussen alledaagse mensen worden getoond. Volgens Mikos (2004, pp.96-97) zijn er drie soorten docusoaps te onderscheiden. De eerste soort focust op een specifieke locatie zoals een ziekenhuis of een luchthaven. Het tweede type focust op een specifieke persoon of karakter zoals politiemannen of cheerleaders. De laatste soort docusoaps focust op specifieke thema’s zoals het krijgen van een baby of het bouwen van een huis. Kilborn (2000, p.112) beschouwt de docusoap als het resultaat van het samensmelten van twee genres, namelijk de klassieke documentaire en de traditionele soap. Cathode (1998, p.35) bevestigt dit door te stellen dat ‘documentary series combining the virtues of drama with the pseudo-realism of real-life, real-time observational film-making’. Ook Hill (2005, p.27) zegt dat docusoaps de fictieve technieken van de soap in het documentairegenre injecteren.
De klassieke, observationele documentaire heeft als doel om de kijker een representatief beeld van de werkelijkheid te verschaffen (Nichols, 1991, p.5). Volgens Hight & Roscoe (2001, p.6) wordt het documentairegenre gekenmerkt ‘by its claim that it can present the most accurate and truthful portrayal of the socio-historical world’. De documentaire wil een authentieke representatie van de wereld geven en verliest hierbij de context niet uit het oog (Biltereyst et al., 2000, p.43) . De soap daarentegen beoogt entertainment van de kijker (Reesink, 2003, p.185). Volgens O’Donnell (1999, pp.3-6) bestaat een soap uit meervoudige, gelijktijdige verhaallijnen, die zich in een min of meer statisch gedefinieerde omgeving afspelen, met hierbij aandacht voor interpersoonlijke relaties, dialoog en serialiteit.
Net als de documentaire, wil de docusoap aanspraak maken op de realiteit. De programmamakers trachten de werkelijkheid zo reëel mogelijk weer te geven. Het verschil met de documentaire is echter dat docusoaps geen rekening houden met de context. Achtergrond en kritische duiding verdwijnen volledig naar de achtergrond, waardoor het docusoaps aan ‘critical engagement’ ontbreekt (Kilborn, 2000, p.112). Uit de soap wordt de nadruk op subjectiviteit en interpersoonlijke relaties overgenomen. Docusoaps tonen deze interpersoonlijke relaties echter niet in een gereconstrueerde, kunstmatige omgeving, zoals dit bij soaps wel het geval is. Docusoaps laten aan de kijkers zien hoe het ‘ordinary folk’ zich binnen zijn natuurlijke omgeving gedraagt en met welke 28
alledaagse problemen zij te maken krijgen (Kilborn, 2000, p.112). Kilborn (2001, p.384) omschrijft de fictieve inslag van docusoaps als volgt: ‘Docusoaps are almost always character-centered and rely primarily for their appeal on the performance of individual characters with whom members of the audience are encouraged to identify, just as with characters in a fictional soap.’
De docusoap is een voorbeeld van registrerende reality-tv. We hebben in het eerste hoofdstuk van deze paper reeds gesproken over het concept ‘fly on the wall’. Dit betekent dat de camera in het alledaagse leven van de mensen treedt en toevallig registreert wat er gebeurt. De werkelijkheid wordt niet gereconstrueerd of gemanipuleerd, maar ze wordt in beeld gebracht zoals die zich in het heden voordoet voor de camera. Er is geen regie en er zijn geen interviews. De camera toont ‘a slice’ uit het alledaagse leven van gewone burgers. Critici maken hier echter de bedenking of mensen zich niet anders gedragen wanneer ze weten dat ze gefilmd worden (Biltereyst et al., 2000, pp.41-42).
Een docusoap wordt gewoonlijk in zeven of acht episodes op het beeldscherm getoond. De episodes bestaan uit meerdere verhaallijnen die ervoor zorgen dat de inhoud voldoende gevarieerd is. Ze maken het tevens mogelijk dat de kijker de indruk krijgt dat wat hij te zien krijgt, min of meer gelijktijdig verloopt, terwijl in werkelijkheid een verschil van dagen of weken tussen de verschillende verhaallijnen schuilt (Kilborn, 2000, p.112). Deze verwevenheid van verhaallijnen geven de docusoaps een fictieve inslag. Ook de cliffhanger (cf. infra) en de nadruk op emoties zijn fictieve kenmerken van de docusoap. Een, op het eerste zicht, meer factueel kenmerk van de docusoap, is de voice-over. Dit is de commentaar die men bij de beelden voorziet. Het documentairegenre maakt van een voice-over gebruik om de kijker te voorzien van informatie en context bij wat het te zien krijgt. De docusoap daarentegen gebruikt een voice-over veeleer als een middel om de kijker te waarschuwen dat men overgaat naar een andere locatie. De voice-over in een docusoap is vaak een vriendelijke, warme en soms zelfs suggestieve stem die de kijker meeneemt (Kilborn, 2000, pp.113-114). Het gebruik van een voice-over geeft de docusoap een documentaire blik, maar de fictieve functie ervan doet deze blik volledig te niet. Dit maakt duidelijk dat docusoaps eerder aanleunen bij ‘factual entertainment’, dan dat ze deel uitmaken van ‘serious documentary’ (Kilborn, 2000, p.114).
29
2.3. Genres binnen de docusoap
2.3.1. De klassieke docusoap De klassieke docusoap is gebaseerd op de eerste docusoaps op de Britse televisie, zoals ‘Airport’ of ‘Driving School’. In Vlaanderen kwam in 1998 de eerste docusoap, ‘Het leven zoals het is: Camping’ op de openbare omroep. Er zijn intussen verschillende variaties op ‘Het leven zoals het is’ verschenen, waaronder ‘Het leven zoals het is: Luchthaven’ of ‘Het leven zoals het is: Planckendael’. Ook de commerciële omroep in Vlaanderen deed mee aan de opmars van de docusoap. De klassieke docusoap gaat meestal over gewone mensen die gefilmd worden terwijl ze hun beroep - hun dagelijkse bezigheid - uitoefenen (bv. de luchthaven of een dokterspraktijk) (Dhoest, 2006, p.93). Het is dus de werkomgeving die voor de verhaallijnen en dramatiek zorgt. Gewone mensen worden in hun beroepsrol gevolgd (Dovey, 2000, p.138).
2.3.2. De celebrity docusoap Een nieuwe populaire trend binnen de docusoap is om niet langer gewone mensen te filmen, maar bekende personen. Sommige bekende mensen hebben sinds kort een eigen docusoap. Een eerste voorbeeld kwam er in 2002 met ‘The Osbournes’ op MTV (Andrejevic, 2004, p.10). Celebrity docusoaps zijn intussen ook op het Vlaamse televisiescherm te zien. De meest bekende is ‘De Pfaffs’ (VTM), over de familie van voormalig succeskeeper Jean-Marie Pfaff. Ook ‘De Planckaerts’ (VTM) en ‘Wellens en wee’ (VRT) zijn voorbeelden van celebrity docusoaps. In dit soort docusoaps worden bekende mensen binnen hun gewone, alledaagse omgeving getoond. Ze zijn populair omdat kijkers kunnen binnenkijken in het privéleven van een bekend persoon (De Meyer, 2006, p.227). Andrejevic (2004, p.10) maakt de bedenking dat vele sterren een docusoap over hun leven laten maken omdat het financieel voordelig is. Bovendien komen ze op die manier (terug) volledig in de aandacht te staan.
2.3.3. Gewone mensen in een ongewone omgeving Ook deze derde vorm van docusoaps breekt met de eerstgenoemde klassieke docusoap. In deze vorm worden gewone mensen gefilmd terwijl ze een speciale gebeurtenis meemaken. Bevallingen zijn de meest gekende voorbeelden van dit genre. Maar ook programma’s waarbij iemand plastische chirurgie ondergaat, horen hier thuis. Het is duidelijk dat bij dit soort docusoaps emoties centraal staan (De Meyer, 2006, p.230 en De Waele, 2007, p.35). 30
2.3.4. Celebrities in een ongewone omgeving Het bekendste voorbeeld hiervan is de docusoap ‘Allez Allez Zimbabwe’ (VTM). Ongewone mensen, zoals celebrities worden in een onbekende omgeving geplaatst. In ‘Allez Allez Zimbabwe’ moest exwielrenner Roger De Vlaeminck enkele Afrikaanse veldrijders naar de top coachen (De Meyer, 2006, p.230 en De Waele, 2007, p.36).
2.4. Het publiek debat: het succes van en de kritiek op docusoaps 2.4.1. Het succes Al gauw waren docusoaps in vele landen populair. Docusoaps bevatten alle elementen die broadcasters, en ook het publiek zo blijkt, als de essentiële kenmerken van ‘popular factual entertainment’ beschouwen (Kilborn, 2003, p.89). Volgens Biltereyst en zijn collega’s (2000, p.42) is het succes van docusoaps te wijten aan het hoge realiteitsgehalte ervan. Ze stellen dat programma’s succesvoller worden, naarmate ze realistischer zijn. Kilborn (2003, p.89) voegt hieraan toe dat de formats makkelijk toegankelijk zijn voor het publiek en de kijker ervan geniet om de ‘real life individuals’ in hun natuurlijke, alledaagse omgeving te zien. Hill (2005, p.39) bevestigt dit. Voor haar bestaat de grootste aantrekkingskracht van docusoaps uit het feit dat de kijkers de kans krijgen om gewone mensen in hun alledaagse omgeving te zien. ‘It’s about real people caught on camera’. Docusoaps focussen niet op welbepaalde gecontesteerde thema’s, maar brengen bepaalde personages en hun alledaagse ervaringen in beeld. Ze zijn dus niet ‘issue-centred’, maar ‘charactercentred’, wat volgens Kilborn (2003, p.102 en 2001, p.384) nog een essentieel kenmerk is voor het succes van docusoaps bij het publiek. Een andere sleutel tot succes, is de herkenbaarheid. Volgens Jones (2003, p.407) schuilt het succes van docusoaps in het feit dat ze de klemtoon leggen op ‘the ordinary’. Kijkers vinden het belangrijk dat ze zich kunnen identificeren met wat ze te zien krijgen. Voor de programmamakers zijn docusoaps dé manier om te overleven. Deze formats eisen namelijk geen hoge productiekosten en toch zijn ze enorm populair bij het publiek (Kilborn, 2000, p.111). In deze hoog competitieve en gedereguleerde televisiesector, zijn goedkope, kijkcijfergerichte programma’s zoals docusoaps van een onschatbare waarde (Coles, 2000, p.27) Broadcasters zijn ervan overtuigd dat docusoaps een hernieuwde interesse van factuele formaten hebben opgewekt en dat ze bovendien voor een herwaardering van het documentairegenre hebben gezorgd. Tevens wijzen programmamakers erop dat docusoaps niet enkel banale aspecten van het 31
alledaagse leven tonen, maar dat ze over het potentieel beschikken om ook ernstige onderwerpen aan bod te laten komen (Kilborn, 2000, pp.111-115).
2.4.2. De kritiek ‘In the hands of its most serious practitioners documentary aspires to tell us something about the human condition. The docusoap, by contrast, tells us something only about the condition of human beings who know they’re on television’. (Bruzzi, 2000, p.92)
Het duurde niet lang vooraleer de eerste afkeurende stemmen zich lieten horen (Kilborn, 2003, p.89). De fictieve inslag van de docusoap, heeft heel wat kritiek opgewekt. Critici menen dat docusoaps de public servicegedachte (cf. infra), die we wel terugvinden in de documentaire, aantasten. Docusoaps hebben geen educatieve en informatieve functie, maar beogen zuiver entertainment van het publiek (Biltereyst et al., 2000, p.44 en Kilborn, 2000, p.115). Er wordt van de kijker geen enkele inspanning verwacht. Ze hoeven gewoon te zitten en te kijken. Hun vrees voor het verloren gaan van de public service idea, blijkt uit het volgende citaat: ‘Docu-soaps are seen as a quick fix by commissioning editors and schedulers. They deliver large audiences at a fraction of the cost of quality drama. Everyone wants them. But there’s a danger that in the rush to deliver more and more, quality will slip and standards will not be maintained’ (Kilborn, 2003, p.90). Critici bestempelen docusoaps als ‘cheap and cheerful’. Ze vrezen dat ze op termijn zullen leiden tot de dood van het documentairegenre. De documentaire wil namelijk ernstige en uitdagende topics in beeld brengen, terwijl de docusoap veeleer ‘zachte’ en door het publiek verwachte situaties laat zien. Docusoaps zijn oppervlakkig en geven het publiek geen context mee bij wat het te zien krijgt. Daar waar de documentaire steeds tracht om met een kritische blik naar de getoonde beelden te kijken, ontbreekt het de docusoaps aan ‘critical engagement’ (Kilborn, 2000, pp.115-117). In plaats van duiding en achtergrondinformatie te bieden, willen docusoaps aan de kijker de mogelijkheid bieden om zich te identificeren met de verhaallijnen, de personages en de situaties (Biltereyst et al., 2000, p.44). Bovendien beweren critici dat docusoaps niet objectief zijn. Kilborn en zijn collega’s (2001, p.384) stellen dat bij sommige docusoaps de kritische afstand met de mensen of de organisaties - waaraan het traditionele documentairegenre veel belang hecht - volledig verdwenen is. Er zou sprake zijn van samenspanning en medeplichtigheid tussen de programmamakers en de hoofdfiguren. 32
Ten slotte wijst Kilborn (2000, pp.115-116) op het overaanbod van docusoaps. Aangezien docusoaps omwille van hun lage productiekosten de geschikte programmaformule bleek te zijn, hebben vele programmamakers zich op deze nieuwe format gestort. Hierdoor werd het voor producers moeilijk om origineel te blijven en kwamen veel kopieën op de markt.
2.5. Samenvatting In dit tweede hoofdstuk van deze paper hebben we het subgenre docusoaps in al haar facetten besproken. Nu we zowel het concept reality-tv, als het subgenre docusoap uitvoerig besproken hebben, kunnen we ons in het volgende hoofdstuk toeleggen op de kern van deze wetenschappelijke verhandeling: waarom kijken mensen naar reality-tv en meer bepaald docusoaps?
33
3. Publieksonderzoek In dit hoofdstuk zullen we inzoomen op het televisiepubliek. McQuail (1997, pp. 1-2) wijst erop dat ‘publiek’ een vluchtig en moeilijk te omschrijven concept is. Hoewel de betekenis ervan éénduidig lijkt, is het een dubbelzinnig begrip dat op verschillende manieren kan worden omschreven. Volgens McQuail (2010, p.398) is een publiek ‘both a product of social context (which leads to shared cultural interests, understandings and information needs) and a response to a particular pattern of media provision.’
De geschiedenis van het publieksonderzoek – waarbij men het verband tussen media en publiek nagaat - kent verschillende tradities. Heel wat auteurs hebben indelingen gemaakt van stromingen in het onderzoek naar mediapublieken. Zo bespreken Jensen & Rosengren (1990, pp. 207-238) vijf tradities binnen het publieksonderzoek. Zij maken een vergelijking tussen het effectonderzoek, de ‘uses and gratifications’-benadering, literatuurkritiek, culturele studies en receptieanalyse. Ook Biltereyst (1995, pp. 94-107) maakte een overzicht van de voornaamste paradigma’s. Nog een andere interessante bijdrage komt van Fatimah Awan (2008, pp. 2-24). In haar doctoraat geeft ze de evolutie van het publieksonderzoek zeer overzichtelijk weer. Aangezien het binnen de omvang van deze wetenschappelijke verhandeling niet mogelijk is om de geschiedenis van het publieksonderzoek exhaustief weer te geven, zullen we ons richten op een aantal belangrijke paradigma’s. Hierbij zullen we ons baseren op de driedeling van Schröder (2003, p.). Binnen het publieksonderzoek heeft zij aandacht voor het effectenonderzoek, de ‘uses and gratifications’-benadering en cultural studies.
3.1. Paradigma’s binnen publieksonderzoek 3.1.1. Effectenonderzoek De eerste benadering die we bespreken is het effectenonderzoek. Dit mediagecentreerd denkmodel is ontstaan vanuit een morele paniek voor nieuwe media, zoals film, radio en televisie (1900-1940). Voor en na de Tweede Wereldoorlog beschouwde men de massamedia als almachtig en het publiek als weerloos en passief. Men was bang dat bij de introductie van mogelijke propagandamedia, mediaboodschappen bepaalde personen (voornamelijk kinderen, vrouwen en ongeschoolden) negatief zouden beïnvloeden (Jensen & Rosengren, 1990, p.4). Dit paradigma ziet de media als ‘powerful media’. Het overbrengen van een mediaboodschap wordt beschouwd als een ‘stimulusresponse’-model waarbij het passieve publiek zich geen vragen stelt bij wat het te zien krijgt (Awan, 2008, p.30). Er is een directe relatie tussen inhoud en effect waarbij massamedia (stimuli) een direct 34
en sterk effect (response) op de kijkers hebben. Het communicatieproces is éénrichtingsverkeer tussen de zender en de ontvanger. Wilson (2009, p.18) ziet het effectenonderzoek als een ‘causeand-effect’-scenario. Hij zegt dat ‘the effects paradigm assumes media and their audiences are connected in a basis cause-and-effect scenario’. Effectenonderzoek is kwantitatief. Men onderzoekt de effecten van massamedia aan de hand van kwantitatieve methoden zoals gestructureerde surveys (Wilson, 2009, p.18).
3.1.2. ‘Uses and gratifications’-benadering Een meer ontvangersgecentreerd denkmodel, is de ‘uses and gratifications’-benadering. Deze theorie kwam voor het eerst op in de jaren veertig als tegenhanger van het traditionele effectenonderzoek die het publiek als een homogene, passieve massa beschouwde (McQuail, 2010, p.88). Anders dan bij het effectenonderzoek – dat veel macht van de media veronderstelt -, legt de ‘uses and gratifications’-benadering de macht bij het publiek. In plaats van naar de effecten van massamedia te zoeken vanuit het standpunt van de media zelf, bekeek men het communicatieproces vanuit het standpunt van de mediagebruiker (de Boer & Brennecke, 2003, p.79). Met de komst van televisie in de jaren vijftig en zestig, gingen onderzoekers zich concentreren op wat mensen doen met media (uses) om aan een aantal behoeften (gratifications) te voldoen (Chandler, 1994). De theorie plaatst de consument - en niet de media-inhoud - voorop (Minnebo, 1999, p.45). Ze gaat ervan uit dat mensen een verschillend mediagedrag vertonen omdat ze verschillende behoeften hebben (Chandler, 1994). Aldus komen mediaboodschappen tegemoet aan de behoeften van de ontvanger en zorgen ze tegelijk ook voor voldoening (Minnebo, 1999, p.45). Zodoende vond er een verschuiving plaats waarbij wetenschappers zich steeds meer gingen interesseren voor de positie van de mediagebruiker. Blumler, Gurevitch & Katz (1974, p.20) geven een duidelijke omschrijving van wat de ‘uses and gratifications’-benadering precies inhoudt. Volgens hen is de theorie ‘concerned with (1) the social and psychological origins of (2) needs, which generate (3) expectations of (4) the mass media or other sources, which lead to (5) differential patterns of media exposure (or engagement in other activities), resulting in (6) need gratifications and (7) other consequences, perhaps mostly unintended ones.’ Effectenonderzoek en de ‘uses and gratifications’-benadering zijn paradigma’s die onder de sociaalwetenschappelijke noemer vallen. Binnen die noemer maakt men gebruik van gestructureerde en gestandaardiseerde methodes zoals kwantitatieve surveys. In de volgende paragraaf bespreken we de cultural studies. Dit soort onderzoek hoort thuis onder de humanistische noemer, waarbij men veeleer via een kwalitatieve methode te werk gaat (Jensen & Rosengren, 1990, p. 215). 35
3.1.3. Cultural Studies Vanuit verschillende mediastudies kwam er kritiek op de éénzijdige, kwantitatieve benadering van televisiepubliek. De Britse Cultural Studies ontstonden rond 1980. Ze vormen een theoretisch kader voor een kwalitatief publieksonderzoek waarbij men aandacht heeft voor betekenis, context en machtsverhoudingen van mediagebruik. Cultural Studies zijn ontvangersgecentreerd. Ze bestuderen het publiek niets als een individu of als een massa, maar wel als verschillende groepen gepositioneerd binnen een bepaalde sociale context (Barker, 2008, p. 326). Een belangrijk model binnen de Cultural Studies is het ‘encoding/decoding model of communication’ (Hall, 1999, p. 507). Het model kan worden beschouwd als de definitieve doorbraak in onderzoek naar het actieve publiek. Hall wil weg van het traditionele ‘zender-boodschap-ontvanger’-model en maakt duidelijk dat communicatieprocessen niet lineair zijn. Stuart Hall plaatste de productie (encoding) en de receptie (decoding) van een televisieboodschap binnen een semiotisch kader (Seiter, 2004, p. 465). De televisieboodschap moet worden beschouwd als een complexe constructie van betekenissen. De term encodering duidt op de betekenistoekenning door de makers. Decodering verwijst naar de betekenisinterpretatie door de ontvangers. Voor Hall heeft een mediaboodschap niet één betekenis, maar is het een open tekst die op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Media mogen dan wel een zekere betekenis vooropstellen, het publiek zal vanuit een persoonlijke betekenisstructuur een betekenis toekennen (Seiter, 2004, p. 463). Hall wil weg van het traditionele ‘zender-boodschap-ontvanger’-model. Hij integreert het effectenonderzoek met de ‘uses and gratifications’-benadering. Enerzijds stelt hij dat de media niet onafhankelijk zijn, maar zich laten leiden door machtsorganisaties (effectenonderzoek-, maar anderzijds beschouwt hij het publiek als een actieve kijker en betekenisgever (‘uses and gratifications’-benadering).
3.2. ‘Uses and gratifications’-benadering als basis voor verder onderzoek In de vorige paragraaf gaven we reeds aan dat de ‘uses and gratifications’-benadering voornamelijk voor kwantitatief onderzoek wordt gebruikt. Toch heeft deze benadering ons zeer interessante resultaten opgeleverd in verband met de kijkmotieven voor televisie en reality-tv (cf. supra). Via een kwalitatief onderzoek willen we nagaan of deze kijkmotieven ook gelden voor docusoaps en of er eventueel nog andere dieperliggende kijkmotieven te achterhalen zijn. Zodoende kunnen we de kijkmotieven van ons eigen kwalitatief empirisch onderzoek beschouwen als een aanvulling of correctie op de kijkmotieven uit de ‘uses and gratifications’-theorie.
36
3.2.1. ‘Uses and gratifications’-benadering verder toegelicht De kernidee van de ‘uses and gratifications’-benadering is dat de kijker zelf selecteert wat hij wenst te zien. Het publiek is geen passieve, kritiekloze massa, maar een actief en doelgericht publiek. Men beschouwt de kijker als een ‘actieve participant’ die omwille van een bepaalde motivatie of behoefte naar televisie kijkt. Men verlaat in deze benadering de idee dat ‘that audiences are easily brainwashed’ (Watson, 1994, p.62). De consument kiest wat hij kiest (de Boer & Brennecke, 2003, p.81). Verder stelt men dat de ‘uses and gratifications’-benadering op vijf essentiële assumpties steunt (Blumler, Gurevitch & Katz, 1974, pp.21-22). De theorie stelt dat het publiek actief en doelgericht is (1), dat de mediakeuze van de gebruiker gelinkt is aan de voldoening (gratification) die men eruit wil halen (2), dat media strijden met andere media om de gebruikers tevreden te stellen (3), dat het publiek in staat is om aan zelfrapportering te doen (4) en dat ten slotte waarde-oordelen verbannen zouden moeten worden tijdens het uitvoeren van het onderzoek (5). Hierbij aansluitend stellen Palmgreen, Rosengren & Wenner (de Boer & Brennecke, 2003, p.83) negen uitgangspunten voorop die volgens hen kenmerkend zijn voor de ‘uses and gratifications’benadering. Net zoals bij de vijf assumpties van Blumler, Gurevitch & Katz (cf. infra), stellen Palmgreen, Rosengren & Wenner het actieve publiek als belangrijkste kenmerk voorop (1). De idee van de actieve ontvanger komt in de literatuur altijd op de eerste plaats. Volgens de Boer & Brennecke (2003, p.84) benadrukt dit dat het actieve publiek een onmiskenbaar kenmerk van de ‘uses and gratifications’-theorie is. Het illustreert het grote verschil tussen de traditionele, op effecten gerichte communicatietheorieën en de op motieven georiënteerde ‘uses and gratifications’beandering. Er is geen kritiekloze massa meer, maar er zijn individuen die actief op zoek gaan om hun behoeften te bevredigen. Verder wijzen Palmgreen en zijn collega’s ook op het feit dat binnen de ‘uses and gratifications’-theorie het mediagebruik van de ontvanger doelgericht is (2). De kijker wenst namelijk uit zijn mediakeuze voldoening te halen. Ten derde concurreren media met andere bronnen van behoeftebevrediging (3). Mensen kunnen hun behoeften ook op andere manieren dan via mediagebruik bevredigen. Mediagebruik is slechts één van de mogelijke manieren waarop men de behoeften kan bevredigen. Ten vierde veronderstellen Palmgreen en zijn collega’s een verband tussen behoeften van mensen en hun mediakeuze (4). Doordat het publiek zelf selecteert in zijn mediagebruik, is dit verband volgens hen onmiskenbaar. De mediakeuze van het publiek kan worden verklaard aan de hand van hun behoeften. Het publiek kiest uit het media-aanbod, afhankelijk van zijn behoeften. Een vijfde uitgangspunt is dat het mediagebruik een wijd spectrum aan behoeften kan bevredigen (5). Zodoende is het mogelijk dat een ontvanger aan een bepaalde mediaconsumptie 37
een gratificatie ontleent die niet overeenstemt met de behoeften die tot die bepaalde mediaconsumptie hebben geleid. Als zesde kenmerk wijzen ze erop dat men op basis van de mediainhoud geen nauwkeurige schatting van het behoeftenpatroon van mensen kan maken (6). De behoeften zijn niet altijd direct af te leiden uit de media-inhoud. Twee personen kunnen vanuit verschillende behoeften naar hetzelfde programma kijken. Aanhangers van de ‘uses and gratifications’-benadering stellen dus dat er geen direct verband bestaat tussen de media-inhoud en de invloed op de ontvangers. Het zevende uitgangspunt is dat men stelt dat mediakenmerken de mate waarin behoeften bevredigd kunnen worden, structureren (7). De media-inhoud bepaalt de beperkingen in de mogelijkheden tot behoeftebevrediging. Zo weet men dat een stripverhaal de behoefte aan politieke actualiteit niet kan vervullen. Het achtste kenmerk betreft de factoren die tot behoeftebevrediging kunnen leiden (8). Men meent dat er hiervoor drie mogelijke factoren zijn. Volgens hen kan behoefte voortvloeien uit de media-inhoud, uit de blootstelling aan de media als zodanig (onafhankelijk van de media-inhoud) en uit de situatie waarin de blootstelling plaatsvindt. Als laatste kenmerk, stellen Palmgreen en zijn collega’s dat aanhangers van de benadering geen waardeoordeel over de culturele betekenis van de massamedia geven (9). In tegenstelling tot andere traditionele mediatheorieën, gaat de ‘uses and gratifications’-benadering niet uit van de slechte invloed van de media.
3.2.2. Kritiek In de literatuur vinden we echter ook auteurs terug die de ‘uses and gratifications’-benadering vanuit een kritisch standpunt benaderen. Onder meer Chandler, Watson, Ruggiero en de Boer & Brennecke merken in de benadering een aantal zwakke punten op. Zo vinden Watson (1994, p.65) en Ruggiero (2000, p.12) dat de rol van de consument, als actieve participant, te idealistisch wordt voorgesteld. De ‘uses and gratifications’-theorie gaat ervan uit dat de kijker autonoom selecteert waar hij naar wil kijken in functie van zijn behoeftes. Volgens de auteurs is dit overdreven en worden mediaboodschappen wél vaak aan de kijker opgelegd. Tevens vinden ze dat de socio-culturele context in deze benadering volledig over het hoofd gezien wordt. Ze menen dat men hier te weinig aandacht schenkt aan de invloed van de sociale context en de specifieke cultuur. Bovendien vindt Chandler (1994) dat de ‘uses and gratifications’-benadering te doelmatig is. Men gaat voorbij aan het feit dat televisie kijken een gewoonte en een dagelijks ritueel van de mensen is. Volgens de Boer & Brennecke (2003, p.90) ontbreekt het de ‘uses and gratifications’-benadering aan een éénduidige, theoretisch gefundeerde indeling van de behoeften en voldoeningen. Er is terminologische
38
spraakverwarring doordat termen zoals behoeften, motieven, drives, functies en gratificaties door elkaar worden gebruikt. Ondanks deze kritieken, is de ‘uses and gratifications’-benadering nog steeds populair en waardevol. Verdedigers geven toe dat de benadering geen éénduidige theorie omvat, maar menen dat men op die manier veel verschillende richtingen uit kan gaan (de Boer & Brennecke, 2003, p.95). Binnen deze wetenschappelijke verhandeling biedt de ‘uses and gratifications’-theorie ons een goed uitgangspunt voor de onderzoeksvraag waarom mensen naar docusoaps kijken. Hieronder zullen we eerst onderzoeken waarom mensen naar televisie in het algemeen kijken, om dan nadien te focussen op de kijkmotieven van reality-tv en nog meer specifiek docusoaps.
3.2.3. Waarom kijken mensen naar televisie? a) Kijkmotieven voor mediagebruik McQuail (2010, p.424) heeft geprobeerd om eerst een antwoord te vinden op de vraag waarom een individu bepaalde media gebruikt. Hij heeft een indeling gemaakt van de volgens hem vier belangrijkste ‘media satisfactions’: 1. verstrooiing 2. persoonlijke relaties 3. persoonlijke identiteit 4. zoeken naar informatie
McQuail (2010, p.424) stelt dat media in de eerste plaats verstrooiing bieden (1). Media zijn volgens hem een manier ‘to escape from routine of problems’. Ze nemen de zorgen van de kijker weg. Vervolgens vervullen de media ook een sociale functie. Ze kunnen een virtueel gezelschap creëren waardoor men zich met anderen verbonden voelt (2). Verder kunnen media ook bijdragen tot het vormen van een persoonlijkheid. Mensen kunnen zichzelf spiegelen aan wat ze te zien krijgen (3). Ten slotte biedt ook het informatieve aspect van media een belangrijke bijdrage tot ‘media satisfaction’ (4).
39
b) Kijkmotieven voor televisiegebruik Binnen de ‘uses and gratifications’-benadering heeft men zich tevens kunnen richten op de motivaties om naar een bepaald medium, namelijk televisie te kijken. Waarom kijkt een individu naar televisie? McQuail (2010, p.425) stelt een typologie voor waarbij hij de motivaties in vier categorieën onderbrengt: 1. afleiding of ontspanning 2. het zoeken naar informatie 3. identiteitsconstructie 4. het bevorderen van sociale relaties
Deze typologie van McQuail toont aan dat mensen zich blijkbaar voornamelijk willen ontspannen (1) wanneer ze naar televisie kijken. Programmamakers zullen hier ongetwijfeld rekening mee houden in hun aanbod. Desalniettemin maakt deze onderverdeling duidelijk dat televisie meer is dan enkel entertainment. Zo mag men bijvoorbeeld niet voorbijgaan aan de nood aan informatie (2). Het zoeken naar informatie blijkt namelijk een belangrijke motivatie te zijn om televisie te kijken. Tevens kijken mensen televisie om hun persoonlijkheid (3) te vormen. Ten slotte heeft televisie volgens McQuail ook een sociale functie (4). Televisie kijken bevordert volgens hem de sociale relaties waardoor mensen zich makkelijker in een omgeving kunnen integreren.
3.2.4. ‘Uses and gratifications’-benadering geconcretiseerd: een samenvattend model De ‘uses and gratifications’-theorie kon nog verder geconcretiseerd worden. McQuail (2010, pp.428429) heeft dit gedaan en is gaan onderzoeken welke determinanten een rol spelen in de keuze voor een bepaald televisieprogramma (‘media-choice’). McQuail noemt deze determinanten ‘audience side factors’. Voortbouwend op het werk van Webster & Wakshlag (1983), stelt McQuail acht ‘audience side factors’ voorop die de mediakeuze bepalen: 1. Persoonlijke kenmerken 2. Sociale achtergrond en milieu 3. Media-gerelateerde behoeftes 40
4. Persoonlijke smaak en voorkeuren 5. Vrijetijdsbesteding en mogelijkheid om tv te kijken 6. Bewust zijn van de keuzemogelijkheden 7. Context 8. Toeval Een eerste belangrijke factor bij de ‘media-choice’ zijn de persoonlijke kenmerken (1). Hierbij denken we in de eerste plaats aan de leeftijd en het geslacht van het individu. Ook de positie binnen de familie, de werk- of studiesituatie, het inkomen en de persoonlijke levensstijl zijn factoren waarmee rekeningen moet worden gehouden. Verder speelt ook de sociale klasse (2) waartoe iemand behoort een belangrijke rol. Elementen zoals opvoeding, religie, cultuur, politiek en familie zijn de variabelen die de sociale klasse van een individu bepalen. Maar niet enkel de persoonlijke en sociale kenmerken zijn bepalende factoren voor de mediakeuze van een individu. McQuail had in zijn ‘uses and gratifications’-benadering (cf. infra) al aangegeven dat mensen naar televisie kijken omdat ze aan bepaalde behoeftes willen voldoen. Ook in deze typologie van ‘audience side factors’, wijst McQuail op het belang van media-gerelateerde behoeftes (3). De kijkers willen uit het kijken naar televisie voldoening halen. Ze kunnen op zoek zijn naar ontspanning of informatie, maar het kan ook zijn dat iemand behoefte heeft aan sociaal contact. Een andere onmiskenbare factor is de persoonlijke smaak van de kijker (4). Behalve de persoonlijkheidskenmerken, de sociale achtergrond en de mediagerelateerde behoeftes, is het de persoonlijke smaak die zal bepalen of een individu voor een bepaald televisieprogramma zal kiezen. Maar het is vanzelfsprekend dat die persoonlijke smaak afhankelijk is van bovenstaande variabelen. Nog een andere - eerder praktische - factor is de mogelijkheid om naar een bepaald televisieprogramma te kijken (5). Het voorkeurprogramma moet uiteraard beschikbaar zijn. In vele gevallen weten de kijkers echter wel wanneer hun voorkeurprogramma op het beeldscherm te zien is en passen ze zich aan dat tijdstip aan. Zodoende ontwikkelen mensen kijkpatronen. Uiteraard kan men pas spreken over een werkelijke ‘mediachoice’ wanneer deze mediagebruiker kennis heeft van de andere mogelijkheden (6). McQuail maakt hierbij een onderscheid tussen actieve en passieve televisiekijkers. Hij stelt dat actieve kijkers meer moeite zullen doen om het programma-aanbod van de avond te bekijken en op die manier bewust een selectie te maken. Een passieve kijker daarentegen kijkt naar wat hij als het ware voorgeschoteld krijgt. Ook de specifieke context tijdens het mediagebruik is een belangrijke variabele (7). Kijkt men alleen of is men bij familie of vrienden? Kijkt men thuis of op een andere locatie? De antwoorden op deze vragen beïnvloeden de keuze van de kijker. Ten slotte mag men volgens McQuail niet 41
voorbijgaan aan de variabele toeval (8). Deze laatste factor kan het publieksonderzoek sterk bemoeilijken. Immers, wanneer toeval een rol speelt in het mediagebruik, kunnen bovenstaande zeven determinanten geen verklaring meer bieden voor de vraag waarom men naar televisie kijkt (McQuail, 2010, pp.428-429). Bovenstaand overzicht van McQuail - voortbouwend op de ‘uses and gratifications’-benadering biedt ons een samenvattend en tegelijk volledig model van de motieven van de televisiekijker. Nu we de kijkmotieven van televisie in het algemeen besproken hebben, zullen we in de volgende paragraaf de overstap maken naar waarom mensen dan specifiek naar reality-tv kijken.
3.2.5 Waarom kijken mensen naar reality-tv: ‘Uses and gratifications’-benadering toegepast In paragraaf 3.2.3. zijn we dankzij de typologie van McQuail tot de vaststelling gekomen dat mensen omwille van vier belangrijke motivaties naar televisie kijken. Entertainment, informatie, identiteitsvorming en het bevorderen van sociale relaties sporen mensen aan om hun televisie aan te zetten. Volgens Minnebo (1999, p.49) zijn deze kijkmotieven voor televisie in het algemeen eveneens toepasbaar voor het fenomeen reality-tv. Hij meent dat de vier vooropgestelde kijkmotieven van McQuail elk op hun beurt essentiële kenmerken zijn van reality-tv. Op die manier linkt Minnebo de kijkmotieven voor televisie in het algemeen aan de kijkmotieven voor reality-tv. a) Ontspannend, maar toch leerrijk Reality-tv is volgens Minnebo (1999, p.49) zowel ontspannend als inspannend (informatief). Bij het kijken naar reality-programma’s kunnen we de realiteit zowel ontvluchten als ontdekken. Hoewel ontspanning en inspanning elkaars opponenten zijn, zijn het twee essentiële kenmerken van realitytv (Hill, 2005, p.17). En net de aanwezigheid van deze twee tegengestelden in één programma, is volgens velen één van de belangrijkste redenen voor het succes van reality-tv. De programma’s zijn ontspannend, maar ze bieden de kijkers toch informatie aan. Ze zijn zowel realiteitsgeoriënteerd (informatief) als realiteitsontvluchtend (ontspannend). Minnebo (1999, p.49) verwoordt het als volgt: ‘Reality-tv is in de eerste plaats een realiteitsgeoriënteerd programmagenre, enerzijds omdat er wordt gewerkt met beelden en situaties die ‘echt’ zijn en anderzijds omwille van de doelstelling informatie te verstrekken. In reality-tv gebeurt dit verstrekken van informatie echter op een manier die kenmerkend is voor realiteitsontvluchtende inhouden. […] En het is net door deze complementariteit dat een reality-tv programma zowel informatief als vermakelijk kan zijn’.
42
b) Identificatie Volgens Altheide & Snow (1991, p.17) zijn reality-programma’s ontspannend omdat ze bij de kijker een hoge betrokkenheid teweegbrengen. Via fictieve methodes zoals stereotypering, personalisering (cf. grens private – publieke sfeer) en verteltechnieken tracht men ervoor te zorgen dat de kijker zich betrokken voelt bij wat hij te zien krijgt. Via dramatisering wil men bij de kijkers emoties opwekken. Minnebo (1999, p.54) legt hierbij de link met de ‘uses and gratifications’-benadering en stelt dat reality-tv via fictieve technieken tegemoet komt aan de behoefte van de kijker aan emoties. Verteltechnieken, stereotypering en personalisering zijn drie belangrijke kenmerken van dramatisering. Ze zorgen ervoor dat de kijker zich betrokken voelt met wat er gebeurt en ze zich zodoende gaan identificeren met een personage. Bekende fictieve verteltechnieken zijn de cliffhanger (cf. infra) of de situatie-conflict-uitkomsttechniek (Zillmann, 1980, p.133). Via deze technieken probeert men emoties zoals spanning op te wekken (Minnebo, 1999, p.52). Ook stereotypering – wat vaak in soaps gebruikt wordt – draagt bij tot dramatisering. Personages en situaties worden vereenvoudigd weergegeven. Realityprogramma’s geven aan hun kijkers weinig context en achtergrondinformatie mee bij wat ze te zien krijgen. Deze stereotypering zorgt ervoor dat kijkers ‘partij kiezen’ en heel bewust meeleven met een bepaald personage (Minnebo, 1999, p.53). Zowel gevoelens van medeleven als verontwaardiging typeren het reality-tv publiek. Personalisering is een doeltreffende manier om kijkers te lokken. Volgens Kilborn (1994, p.424) ligt het succes van reality-programma’s in het feit dat ze de beleving van alledaagse gebeurtenissen vooropstellen. Op die manier kunnen de kijkers zich gemakkelijk inleven in de situaties en zich identificeren met de personages. Ze willen het gevoel hebben dat een bepaalde situatie ook hen had kunnen voorvallen. Bovendien kunnen kijkers hun eigen waarden en normen toetsen aan die van de personages, wat leerrijk kan zijn bij het vormen van een eigen persoonlijkheid. c) Sociale functie We hebben al eerder besproken dat televisie sociale relaties kan bevorderen. Mensen die naar hetzelfde televisieprogramma kijken, zullen met anderen praten over wat ze hebben gezien. Realitytv doet mensen praten. Op die manier kunnen ze zich makkelijker in een omgeving integreren (McQuail, 2010, p.424). Behalve bovenstaande kijkmotieven - die we besproken hebben als toepassing op de typologie van McQuail – bespreken we nog een ander belangrijk kijkmotief voor reality-tv, namelijk voyeurisme.
43
d) Voyeurisme Voyeurisme wil zeggen dat men plezier beleeft aan het bespieden en begluren van intieme aspecten van andermans leven zonder dat die persoon dat weet (Hermes & Reesink, 2003, p.223). Reality-tv programma’s worden door sommige auteurs beschouwd als ‘sleutelgattelevisie’ (De Meyer, 2001, p.30). De programma’s geven aanleiding tot voyeuristisch kijkplezier bij het publiek (Hill, 2005, p.7). Voyeurisme als kijkmotief wijst duidelijk op een andere kijk op de relatie tussen de kijker en het reality-programma. Daar waar bepaalde kijkers zich betrokken voelen met de personages uit realityprogramma’s, zijn er ook kijkers die met een bepaalde afstand naar dit soort televisie kijken. Zodoende wordt gesteld dat voyeurisme aan de ene kant en betrokkenheid en identificatie aan de andere kant, tegengestelde kijkmotieven zijn. Mensen die kijken omwille van het voyeuristische aspect, vinden het leuk om ‘de andere’ te kunnen bekijken zonder dat deze er weet van heeft (Hermes & Reesink, 2003, pp.223-224).
3.2.6. Waarom kijken mensen naar docusoaps? We kunnen ons nu verder toespitsen op de vraag waarom mensen naar docusoaps kijken. Aangezien de docusoap een subgenre van reality-tv is, zou het voor de hand liggend zijn dat de kijkmotieven voor reality-tv en docusoap min of meer gelijk zijn. We zijn echter tot de vaststelling gekomen dat over de kijkmotieven voor docusoaps slechts weinig wetenschappelijke literatuur voorhanden is. Daarom willen we via een meer diepgaand kwalitatief onderzoek op zoek gaan naar de precieze kijkmotieven voor docusoaps, en meer specifiek voor ‘Het leven zoals het is’. Met dit kwalitatief onderzoek willen we nagaan of de kijkmotieven verworven via de ‘uses and gratifications’benadering, dezelfde zijn als voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Zodoende kunnen we via een diepgaand kwalitatief onderzoek de resultaten uit de ‘uses and gratifications’-benadering uitdiepen en vergelijken.
44
DEEL II: EMPIRISCH ONDERZOEK: METHODEN EN RESULTATEN In het theoretisch luik hebben we aan de hand van de ‘uses and gratifications’-benadering de kijkmotieven voor televisie - en meer bepaald realiteitstelevisie - blootgelegd. In het tweede deel van deze wetenschappelijke verhandeling zullen we de bevindingen uit het theoretisch kader vergelijken met een eigen empirisch onderzoek. Aangezien we tot de vaststelling gekomen zijn dat er voor de kijkmotieven van reality-tv in het algemeen meer literatuur voorhanden is dan voor docusoaps, wensen we een meer diepgravend onderzoek te doen. We willen achterhalen of de kijkmotieven voor reality-tv in het algemeen dezelfde zijn als voor docusoaps. Hierbij zullen we inzoomen op de VRT-docusoap ‘Het leven zoals het is’. In het eerste hoofdstuk zullen we de methodologie van het onderzoek toelichten, waarna we in het tweede hoofdstuk de resultaten zullen analyseren en bespreken.
4. Methodologie Het domein van de communicatiewetenschappen kent verschillende soorten onderzoek. In dit hoofdstuk zullen we uitleggen welke methode ons het meest relevant lijkt voor onze onderzoeksvraag en hoe we dat onderzoek concreet zullen aanpakken.
4.1. Onderzoeksvraag Alvorens over te gaan tot de methodologie van het onderzoek, is het belangrijk om het doel van het onderzoek duidelijk te stellen. Mensen kijken naar reality-tv en meer specifiek naar docusoaps. De variabele toeval buiten beschouwing gelaten, doen ze dat niet zomaar. Ze hebben een reden, een motivatie om naar docusoaps te kijken. In ons onderzoek willen wij op zoek gaan naar de kijkmotieven voor docusoaps, en meer in het bijzonder naar de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’. We kunnen de onderzoeksvraag dus als volgt omschrijven:
Waarom kijken mensen naar ‘Het leven zoals het is’?
45
4.2. Onderzoeksmethode Voor het onderzoek opteren we voor kwalitatieve onderzoeksmethoden onder de vorm van focusgroep interviews en diepte-interviews. Kwalitatief onderzoek is vaak exploratief van aard en gericht op theorievorming. De vraagstellingen van kwalitatief onderzoek hebben veelal te maken met situaties waarover nog weinig bekend is (Wester et al., 2006, p.511). De inzet is het ontwikkelen en verder uitwerken van theoretische inzichten. Kwalitatief onderzoek heeft een open en inductieve aanpak. Het vraagt vaak een langdurig en intensief contact met het onderzoeksveld, waardoor dit soort onderzoek bijna altijd kleinschalig is (Bouwman et al., 2005, p.146). Hoewel er verschillende soorten kwalitatief onderzoek bestaan, zijn er toch een aantal gemeenschappelijke kenmerken die voor elke vorm van kwalitatief onderzoek gelden. Als eerste kenmerk benadrukt Jensen (2002, p.236) het concept ‘meaning’. Kwalitatief onderzoek houdt zich volgens hem bezig met hoe de media betekenissen genereren. Ten tweede moet men ernaar streven om de onderzoeksobjecten in een zo natuurlijk mogelijke omgeving te kunnen bestuderen. Jensen (2002, p.236) spreekt in dit opzicht over een ‘naturalistic ambition’ van de onderzoeker. Als derde kenmerk beklemtoont hij ten slotte de subjectiviteit van de onderzoeker. Volgens Jensen onderscheidt kwalitatief onderzoek zich van kwantitatief onderzoek door één belangrijk kenmerk, namelijk interpretatie. Daar waar bij kwantitatief onderzoek de surveys via de computer exact en objectief worden geanalyseerd, is het bij kwalitatief onderzoek de onderzoeker die op een subjectieve manier de ‘meanings’ van de respondenten interpreteert (Jensen, 2002, p.236). Binnen deze wetenschappelijke verhandeling is het onderzoek tweeledig. Aan de hand van twee aanvullende kwalitatieve methodes, zullen we trachten een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Langs de ene kant zullen we via focusgroep interviews op zoek gaan naar de kijkmotieven bij de kijkers zelf. Wat is voor hen de reden waarom ze naar ‘Het leven zoals het is’ kijken? Langs de andere kant willen we ook een beter beeld te krijgen over wat de makers van de programma’s willen bereiken. Via diepte-interviews met producenten en redacteurs willen we te weten komen welke kijkmotieven van ‘Het leven zoals het is’ zij vooropstellen. Door deze combinatie van focusgroep interviews en diepte-interviews kunnen we receptie aan productie koppelen. Door deze inzichten van het publiek enerzijds en productionele experts anderzijds aan elkaar te linken, trachten we een zo volledig mogelijk beeld te krijgen over de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’. In de volgende paragraaf leggen we uit wat focusgroep interviews en diepte-interviews precies zijn.
46
4.2.1. Focusgroep interviews ‘As a form of qualitative research, focus groups are basically group interviews, although not in the sense of an alternation between the researcher’s questions and the research participants’ responses. Instead, the reliance is on interaction within the group, based on topics that are supplied by the researcher, who typically takes the role of moderator’ (Morgan, 1997, p.2).
Focusgroepen verwijzen naar een voor een onderzoek gecreëerde gesprekssituatie, waaraan meerdere personen deelnemen (Wester, 2006, p. 541). Ze vinden hun ontstaan in het domein van de marketing, maar tegenwoordig zijn ze ook in de sociale wetenschappen bruikbaar geworden. In de marketingsector kan men in groep opinies uitwisselen over nieuwe producten, in de sociale context kunnen ze gebruikt worden om een bepaald verschijnsel - zoals in ons geval ‘Het leven zoals het is’ te bestuderen (Morgan, 1997, p.4). Focusgroepen worden vaak gebruikt bij vraagstukken over hoe mediagebruikers verschillen in de betekenissen die zij toekennen aan media-inhoud. Doordat er binnen het communicatiewetenschappelijk onderzoek een steeds groeiende belangstelling is voor ontvangersactiviteiten en betekenisverleningsprocessen, worden focusgroep interviews sinds de laatste decennia als een volwaardige en op zichzelf staande onderzoeksmethode beschouwd (Wester, 2006, pp.543-546). Voor ons onderzoek lijken focusgroep interviews een juiste keuze. Participanten kunnen over een bepaald opgelegd thema discussiëren en de onderzoeker modereert het debat zodanig dat interactie gegarandeerd is. We kiezen bewust niet voor grootschalige kwantitatieve surveys. Bij het afnemen van enquêtes bestaat immers de kans dat er onderliggende motieven uit het oog verloren gaan of dat de respondent het beu is en niet meer nadenkt bij wat hij antwoordt (Lesthaeghe, 1993, p.68). Via gestandaardiseerde vragenlijsten kan men geen diepgaande vragen stellen. Er is geen plaats voor nuance. Deze nadelen kunnen we vermijden door gebruik te maken van het kwalitatieve focusgroep interview. Met behulp van allerlei interviewtechnieken kan men doorstoten tot de ‘diepere’ lagen van motivaties (Lesthaeghe, 1993, p.28). Het is een sociale methode waarbij de groepsdynamiek leidt tot een toename van de creativiteit (Greenbaum, 2000, p.12). Via focusgroep interviews kunnen we dieperliggende opinies te weten komen én kunnen we eveneens een groot aantal respondenten bereiken. Door de actieve discussie en interactie tussen de groepsleden, kunnen motivaties naar boven komen waarvan de onderzoeker nog geen weet had. Via focusgroep interviews kunnen we begrijpen waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken (Casey & Krueger, 2000, pp.4-5 en Lesthaeghe, 1993, p.31).
47
Zoals de naam het reeds aangeeft, vinden focusgroep interviews in groep plaats. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de groepsleden elkaar kennen. Focusgroepen bestaan gewoonlijk uit zes à acht deelnemers en een moderator en co-moderator. De moderator focust op een bepaalde topic of enkele subtopics waarover in kleine groepen moet worden gediscussieerd. Hij of zij zorgt ervoor dat het gesprek in de richting van de onderzoeksvragen geduwd wordt. Hij moet durven onderbreken wanneer men van het onderwerp afwijkt en op elk moment zijn neutraliteit en objectiviteit bewaren. De co-moderator let vooral op de non-verbale communicatie van de respondenten en zal de belangrijkste bevindingen noteren. Een nadeel is dat focusgroep interviews onnatuurlijk zijn. Participanten worden in een veeleer kunstmatige omgeving gedwongen om deel te nemen aan de discussie (Casey & Krueger, 2000, p.32). Het is belangrijk dat we met dit nadeel rekening houden en de interviews op een zo natuurlijk mogelijke manier laten plaatsvinden. We hebben de focusgroepen daarom in de huiskamer laten plaatsvinden. Door het huiselijke decor hebben we de stress bij de respondenten tot een minimum trachten te herleiden. Bovendien moeten we bij focusgroep interviews rekening houden met de sociale wenselijkheid bij het geven van antwoorden. Geïnterviewden zijn dikwijls geneigd om te antwoorden in functie van de maatschappelijke normen. Aangezien de docusoap een topic is waarover weinig taboe heerst, veronderstellen we dat het nadeel van sociale wenselijkheid echter beperkt zal blijven. Uiteraard is het essentieel dat de moderator de groepsdiscussie coördineert. Het is altijd mogelijk dat mensen eerder terughoudend zijn in het geven van een eigen mening of dat men de focus van het gesprek verliest. Hierbij is het de taak van de moderator om ervoor te zorgen dat de participatiegraad bij elke deelnemer ongeveer dezelfde is. Doordat focusgroep interviews in groep plaatsvinden is het moeilijk om op individueel niveau details te weten te komen. Mede daardoor hebben we ervoor gekozen om naast focusgroep interviews ook diepte-interviews uit te voeren.
4.2.2. Diepte-interviews Het afnemen van interviews is een veelgebruikte methode in kwalitatief onderzoek. Volgens Lesthaeghe (1993, p.28) is het diepte-interview een techniek voor exploratief onderzoek waarbij noch de formulering, noch de volgorde van de vragen vooraf is vastgelegd. Bij een diepte-interview laat men de respondent zoveel mogelijk uitspreken. Het voordeel van deze methode is de diepgang die erin kan gebracht worden. Vragen en antwoorden kunnen genuanceerd worden en de geïnterviewde kan zelf creatief zijn en zaken toevoegen. Het grote voordeel is de mogelijkheid om
48
door te vragen waardoor achterliggende opinies, betekenissen, bedoelingen en motivaties kunnen naar boven komen (Lesthaeghe, 1993, p.27). Een nadeel van diepte-interviews is echter dat de vraagsteller de geïnterviewde te veel gaat sturen in zijn of haar antwoorden. Lesthaeghe (1993, p.28) spreekt in dit geval over ‘leidende vraagstelling’. Het is belangrijk dat de vraagsteller zich kan verplaatsen in de wereld van de respondent. Hij moet zijn ‘eigen waarheid’ achter zich kunnen laten en de mening van de respondent respecteren (Wester, 2006, p.517). Samengevat lijken focusgroepen en diepte-interviews ons de geschikte methode om op zoek te gaan naar de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’. Ze bieden een adequate methode om te achterhalen waarom mensen iets doen. Ze laten ons toe om beslissingsprocessen, gedachten, redeneringen en motivaties van de anderen te achterhalen (Casey & Krueger, 2000, p.34).
4.2.3. Representativiteit Door de doelgerichte selectie van respondenten, kunnen we ons vragen stellen bij de representativiteit van de steekproef. Focusgroep interviews en diepte-interviews zijn niet representatief voor de hele populatie. Via interviews is het onmogelijk om statistisch representatieve uitspraken te doen. Aangezien we slechts een zeer beperkt aantal respondenten bevragen, kunnen we hun mening onmogelijk gelijkstellen aan die van de hele populatie. Men mag echter de kwaliteit van een bevragingsmethode niet enkel meten op basis van het criterium representativiteit. Binnen kwalitatief onderzoek is representativiteit immers minder van belang. Resultaten van interviews zijn meningen en motivaties die niet geldig zijn voor iedereen, maar waarvan het wel waardevol is om te weten dat ze er zijn. Men wil gevallen onderzoeken die representatief zijn voor een bepaald verschijnsel, en niet zozeer voor de hele populatie (Wester, 2006, p.512).
4.3. Onderzoeksobjecten Het afbakenen van de onderzoekspopulatie is afhankelijk van de onderzoeksmethode. Bij kwantitatief onderzoek maakt men gebruik van ‘random sampling’. Dit betekent dat de respondenten door toeval worden gekozen. Bij kwalitatief onderzoek is de selectie van respondenten doelgericht. Niet toeval, maar een bewuste keuze stuurt het selecteren van respondenten. De keuze van de doelgroep is gebonden aan inhoudelijke en praktische overwegingen. De onderzoeker gaat op
49
zoek naar specifieke kenmerken die in de literatuur belangrijk bleken te zijn. Men spreekt hier over ‘theoretical’ of ‘purposive sampling’ (Wester et al., 2006, p.510). Voor het onderzoek maken we gebruik van twee kwalitatieve methodes, die elk een eigen doelgroep eisen. Terwijl we door middel van focusgroep interviews de kijkmotieven bij de kijker zelf willen achterhalen, willen we via diepte-interviews te weten komen welke kijkmotieven de producers en redacteurs zélf vooropstellen.
4.3.1. Focusgroep interviews Voor de focusgroep interviews hebben we ervoor gekozen om ‘Het leven zoals het is’-kijkers tussen 20 en 30 jaar te bestuderen. VRT-studies naar publiekssamenstellingen hebben aangetoond dat de leeftijdscategorie 65+ het meest naar ‘Het leven zoals het is’ kijkt (zie bijlage 1). Voor het onderzoek hebben we er echter voor gekozen om respondenten tussen 20 en 30 jaar te selecteren. Het lijkt ons het meest haalbaar om respondenten te vinden uit dezelfde leeftijdscategorie als de onderzoeker. We veronderstellen dat zij snel te overtuigen zijn om deel te nemen aan een focusgroep interview. Bovendien komt de keuze voor deze doelgroep ook voort uit interesse voor het mediagebruik van leeftijdsgenoten. Naast het criterium leeftijd, hebben we respondenten tevens geselecteerd op basis van kijkgedrag. Personen die nog nooit naar ‘Het leven zoals het is’ hadden gekeken, kwamen niet in aanmerking. We hebben vier focusgroep interviews afgenomen waarop telkens zes respondenten aanwezig waren. In totaal hebben we dus 24 ‘Het leven zoals het is’-kijkers kunnen bereiken. We hebben hen gecontacteerd via de sneeuwbalmethode (‘snowball sampling’). Dit wil zeggen dat men via enkele sleutelpersonen een netwerk van potentiële respondenten opbouwt waaruit de onderzoeker kan selecteren (Jensen, 2002, p.239). We hebben eerst vrienden, familie en kennissen uit de juiste leeftijdscategorie gecontacteerd met de vraag of ze af en toe naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Vervolgens hebben we aan die persoon ook gevraagd of hij of zij leeftijdsgenoten kent die ook kijken. De respondenten werden per e-mail of via Facebook gecontacteerd. Bij de analyse van de focusgroep interviews zullen we rekening houden met de variabele gender. We zullen trachten te achterhalen of gender een rol speelt bij de kijkmotivatie voor ‘Het leven zoals het is’. We hebben ernaar gestreefd om bij de respondenten een min of meer gelijke verdeling van mannen en vrouwen te bekomen. Uiteindelijk hebben we tien mannelijke en veertien vrouwelijke respondenten gevonden, wat de verdeling op 40/60 brengt:
50
Aantal respondenten
16 14 12 10 8 6 4 2 0 Mannen
Vrouwen Geslacht
Grafiek 4.1: Verdeling geslacht respondenten Bij de start van elk focusgroep interview hebben we de respondenten een socio-demografische vragenlijst laten aanvullen (zie bijlage 4). Hieronder geven we een beschrijving van de respondenten weer. Vraag 2 t.e.m. 8 Focusgroep 1 X₁: man, 26 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, alleenstaand, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₂: man, 23 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₃: vrouw, 23 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₄: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₆: vrouw, 25 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén.
51
Focusgroep 2 X₁: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₂: vrouw, 21 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₃: vrouw, 21 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₄: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅: man, 21 jaar, middelbaar onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₆: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 4 uur of langer tv per dag, favoriete zenders zijn VTM en VT4.
Focusgroep 3 X₁: man, 28 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, alleenstaand, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₂: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₃: man, 21 jaar, hoger onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, 2BE en VT4. X₄: man, 21 jaar, universitair onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₅: vrouw, 22 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₆: vrouw, 23 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, 2BE en VIJFtv.
52
Focusgroep 4 X₁: man, 21 jaar, middelbaar onderwijs, zelfstandige/vrij beroep, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₂: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders is Eén. X₃: man, 26 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Canvas. X₄: vrouw, 21 jaar, hoger onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅: man, 24 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, Canvas en Acht. X₆: man, 27 jaar, universitair onderwijs, kaderlid, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. We hebben bovenstaande resultaten ook per focusgroep in tabellen verwerkt. Ze zijn terug te vinden in bijlage 5.
Vraag 7 t.e.m. 9 Bij vraag 7, 8 en 9 van de socio-demografische vragenlijst hebben we gepolst naar het televisiegebruik van de respondenten. We hebben de resultaten in onderstaande grafieken verwerkt.
53
Vraag 7 7 Aantal personen
6 5 4 3 man
2
vrouw
1 0 0 – 1 uur 1 – 2 uur 2 – 3 uur 3 – 4 uur
4 uur of langer
Aantal uren tv per dag
Grafiek 4.2: Vraag 7: Aantal uren tv per dag
Aantal personen
Vraag 8 14 12 10 8 6 4 2 0
man vrouw
Favoriete zenders
Grafiek 4.3: Vraag 8: Favoriete zenders
54
mannen
vrouwen
1
De Allerslimste Mens Ter Wereld
De Allerslimste Mens Ter Wereld
2
Van Vlees en Bloed
Thuis
3
Top Gear
Dubbelleven
4
De Pappenheimers
Friends
5
How I Met Your Mother
Temptation Island, Basta, De Ronde, De Mol
Tabel 4.1: Vraag 9: Top-5 favoriete tv-programma’s
4.3.2. Diepte-interviews Voor de diepte-interviews zijn we op zoek gegaan naar autoriteiten met jarenlange ervaring. We hebben contact opgenomen met zowel regisseurs, producers als reporters van de verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’. Uiteindelijk hebben we drie diepte-interviews afgenomen, waarbij de expert vertelt welke kijkmotieven bij het maken van het programma onontbeerlijk zijn. Een eerste interview vond plaats met Koen Berckmans. Hij is de pionier en producer van de talloze reeksen van ‘Het leven zoals het is’. Nu verzorgt hij de eindregie voor Eén. Het tweede interview was met Christophe Brackx. Hij werkt nu als creatief directeur voor Kanakna, maar heeft bij Sputnik ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’ geproducet. De laatste geïnterviewde was William Laenen. Hij was eindredacteur en reporter van ‘Het leven zoals het is: De Zoo, OCMW en De luchthaven’. Nu werkt hij als journalist op de nieuwsdienst van de VRT.
4.4. Onderzoeksinstrument Het onderzoeksinstrument bij diepte-interviews en focusgroep interviews is een topiclijst. We kunnen de topiclijst beschouwen als een soort interviewleidraad. Hij fungeert als leidraad en geheugensteun voor diegene die interviewt. De topiclijst krijgt pas in de loop van het onderzoek zijn definitieve vorm. Een topiclijst is nooit exhaustief. De formulering en de volgorde van de gesprekstopics kunnen voor elk interview variëren. In een kwalitatief onderzoek is het belangrijk dat de respondent zijn of haar opvattingen uitvoerig naar voren kan brengen. De interviews vinden plaats in de vorm van een open vraaggesprek. Hierdoor kan de onderzoeker nieuwe inzichten en 55
opvattingen te weten komen. (Wester et al., 2006, pp.510-514). Via een actieve discussie hopen we naast de vooropgelegde kijkmotieven, tevens inzicht te krijgen in andere motivaties die aanzetten tot kijken naar ‘Het leven zoals het is’. De topiclijsten voor de focusgroep interviews en de diepteinterviews bevinden zich in bijlage (zie bijlage 6 en 7). Naast de topiclijst, hebben we tijdens de focusgroep-interviews ook gebruik gemaakt van twee videofragmenten. Het eerste fragment komt uit de reeks ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’. De co-moderator toont het bij het begin van het gesprek. Het fragment duurt een tiental minuten. Op die manier willen we de respondenten meteen vertrouwd maken met het gespreksonderwerp. Het tweede fragment komt uit ‘Het leven zoals het is: De Zoo’. Het wordt ongeveer in het midden van het gesprek getoond en duurt twee minuten. We hebben bij elke focusgroep steeds dezelfde fragmenten getoond. Op die manier is er geen verwarring mogelijk en wordt de betrouwbaarheid van het onderzoek verhoogd.
4.5. Onderzoeksanalyse Zowel de diepte-interviews als de focusgroep interviews worden opgenomen met een dictafoon. Op die manier kunnen we het ruwe gespreksmateriaal letterlijk en integraal uittypen in een transcript. Dit betekent dat de interviews in spreektaal zijn uitgeschreven en niet in schrijftaal. Kwalitatieve analyse is een zeer complex proces. Bij het analyseren van het interviewmateriaal worden de tot transcripten bewerkte gesprekken (zie bijlage 8 en 9) gelezen en geïnterpreteerd. Het interviewmateriaal moet worden gelezen vanuit de onderzoeksvraag die we hebben gesteld. Per topic zullen we de belangrijkste bevindingen en tendenzen bespreken. Dit doen we door het gespreksmateriaal te categoriseren per besproken topic. Dit proces wordt ‘coderen’ genoemd (Jensen, 2002, p.246). Zodoende trachten we te achterhalen welk kijkmotieven het meest dominant zijn en kunnen we een allesomvattende conclusie formuleren (Wester, 2006, p.519).
4.6. Samenvatting In dit hoofdstuk hebben we de methodologie van ons onderzoek toegelicht. We zijn dieper ingegaan op de onderzoeksvraag, de onderzoeksmethode, de onderzoeksobjecten, de onderzoeksinstrumenten en ten slotte de onderzoeksanalyse. In het volgende hoofdstuk zullen we de resultaten uit het onderzoek bespreken en analyseren.
56
5. Resultaten en bevindingen Bij de analyse van het kwalitatief empirisch onderzoek zullen we de focusgroep interviews en de diepte-interviews aanvankelijk elk apart bespreken en analyseren. Hierdoor krijgen we een duidelijk beeld over welke kijkmotieven voor welke doelgroep de belangrijkste zijn. Bij de focusgroep interviews gaan we analyseren waarom de kijker naar ‘Het leven zoals het is’ kijkt en bij de diepteinterviews trachten we te achterhalen waarom producers en redacteurs denken dat het publiek kijkt. Nadien zullen we een vergelijking maken tussen de resultaten uit de focusgroep interviews en die uit de diepte-interviews. Bij de analyse zullen we steeds verwijzen naar het theoretisch kader (cf. infra) van dit werk. Via dit kwalitatief onderzoek willen we immers toetsen of de bevindingen uit de literatuurstudie van toepassing zijn op een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’.
5.1. Resultaten en bevindingen focusgroep interviews Bij de analyse van de focusgroep interviews zullen we te werk gaan per topic. Per topic zullen we de antwoorden doorheen de verschillende focusgroep interviews samen zetten. Door het voortdurend en herhaaldelijk lezen en interpreteren van de antwoorden, zullen we zo per topic de belangrijkste tendenzen kunnen destilleren. Hierbij zullen we ook rekening houden met de variabele gender en geregeld terugkoppelen naar het theoretisch kader van dit werk. Bij de analyse zullen we de bevindingen soms staven of eventueel in vraag stellen door (tegen)quotes van respondenten te implementeren. Om de quotes te situeren, plaatsen we er volgende bronvermelding bij: (FG₁, X₁, M, 25 jaar). Dat betekent dat desbetreffende quote tijdens de eerste focusgroep werd vermeld, door respondent X₁, een man van 25 jaar.
5.1.1. Het kennen van docusoaps Het eerste topic van de focusgroep interviews was een algemene, inleidende vraag waarbij we peilden naar de kennis over docusoaps onder onze respondenten. Hierbij vroegen we hen ook om voorbeelden van docusoaps te geven. Zodoende wilden we te weten komen of de docusoap een gekend genre was bij adolescenten tussen 20 en 30 jaar.
57
Algemene bevindingen Uit de vier focusgroep interviews is gebleken dat alle respondenten (24) het subgenre docusoap kennen. Elke respondent heeft ten minste één voorbeeld van een docusoap gegeven. Bij de mannelijke respondenten werd ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ (Eén) het meest vermeld. Bij de vrouwelijke respondenten kwam ‘Tienermoeders’ (VT4) het meest aan bod. Onderstaande tabel geeft de top drie van de meest vernoemde docusoaps weer op basis van de variabele gender. We merken op dat de mannelijke en vrouwelijke respondenten ongeveer dezelfde docusoaps kennen. ‘Tienermoeders’, ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ en ‘Dieren in nesten’ komen in de top drie van beiden voor. Enkel bij ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’ en ‘Het leven zoals het is: De Zoo’ is er een duidelijk verschil tussen man en vrouw. Daar waar vier vrouwelijke respondenten ‘Kinderziekenhuis’ en ‘De Zoo’ vermeldden, heeft geen enkele mannelijke respondent deze docusoaps als voorbeeld aangehaald. Voorbeelden van docusoaps die slechts door één of twee respondenten vermeld werden, zijn ‘De Hondenschool’ (Eén), ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’ (Eén), ‘Het leven zoals het is: De Marollen’ (Eén), ‘Patrouille’ (VT4) en ‘De bevalling’ (VT4).
1 2
3
mannelijke respondenten Het leven zoals het is: De Luchthaven (6)
vrouwelijke respondenten Tienermoeders (7) Het leven zoals het is: De Luchthaven , Het Tienermoeders (4) leven zoals het is: Kinderziekenhuis, Het leven zoals het is: De Zoo (4) Dieren in nesten, Man bijt hond, De Pfaffs De Pfaffs, Dieren in nesten, De School van (3)
Lukaku, Vinger aan de poot (3)
Tabel 5.1: Top drie van meest vernoemde docusoaps Uit de antwoorden op de vraag of men docusoaps kent, kunnen we bovendien afleiden dat sommige respondenten niet goed weten wat een docusoap precies is. We maken dit duidelijk aan de hand van een aantal quotes: ‘Maar ‘Man bijt hond’, hoort dat daar ook eigenlijk bij? Als dat zo over mensen gaat?’ (G₃, X₆, V, 23 jaar) ‘Wat is juist een docusoap? Is dat hetzelfde als reality-tv?’ (G₄, X₂, V, 22 jaar) ‘Is ‘De Pfaffs’ dan ook een docusoap?’ (G₃, X₄, M, 21 jaar)
58
Vorige quotes illustreren de onduidelijkheid die heerst bij de respondenten over het subgenre docusoap. In het volgende topic zullen we dieper ingaan op de kenmerken van de docusoap.
Conclusie Wat het eerste topic betreft kunnen we besluiten dat alle respondenten docusoaps kennen. De meest vermelde docusoaps zijn ‘Tienermoeders’ en ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’. We merken op dat die twee docusoaps zowel bij mannen als bij vrouwen het meest gekend zijn. Ook bij de andere genoemde docusoaps is het verschil tussen man en vrouw verwaarloosbaar. Enkel bij ‘Het leven zoals het is: De Zoo’ en ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’ is de verdeling tussen man en vrouw opvallend.
5.1.2. De kenmerken van docusoaps We hebben reeds aangehaald dat er bij de respondenten onduidelijkheid heerst over hoe ze een docusoap kunnen definiëren. Daarom leek het ons interessant en noodzakelijk om na te gaan wat volgens hen de kenmerken van een docusoap zijn.
Algemene bevindingen a) De gewone man in zijn alledaagse omgeving Als eerste kenmerk vinden de respondenten (24) dat docusoaps de gewone man in de straat in beeld trachten te brengen. Ze stellen dat docusoaps mensen in hun dagelijkse omgeving volgen. Ze zijn, als het ware, uit het leven gegrepen en spelen zich af in de natuurlijke biotoop van mensen. Hierbij aansluitend vinden de meeste respondenten dat een docusoap een bepaalde levensstijl wil tonen. Het valt hen op dat er vaak een bepaald beroep of een specifieke gemeenschap in beeld wordt gebracht, zoals ‘Kinderziekenhuis’ of ‘De Marollen’. Op die manier biedt een docusoap hen een blik achter de schermen. Het toont hoe het eraan toe gaat in een bepaalde job. Wanneer we de terugkoppeling maken met het theoretisch kader, merken we dat dit in overeenstemming is met de literatuur. Kilborn (2000, p. 112) stelt namelijk dat docusoaps tonen hoe ‘ordinary folk’ zich binnen zijn natuurlijke omgeving gedraagt. De respondenten sluiten zich ook aan bij de indeling van Mikos (2004, pp.96-97). Volgens deze auteur bestaan er drie soorten docusoaps. De eerste soort focust op
59
een specifieke locatie zoals een ziekenhuis of een luchthaven. Het tweede type focust op een specifieke persoon of karakter zoals politiemannen of cheerleaders. De laatste soort docusoaps focust op specifieke thema’s zoals het krijgen van een baby of het bouwen van een huis. b) ‘Docu’ of ‘soap’? Als tweede kenmerk beschouwen de respondenten docusoaps als een mix van twee genres, namelijk de documentaire en de soap. Toch is deze combinatie van ‘docu’ en ‘soap’ niet voor iedereen even evenwichtig. Daar waar sommige respondenten de klemtoon op het docu-gehalte van docusoaps leggen, vinden andere respondenten veeleer het soap-gehalte doorslaggevend. Uit de focusgroep interviews is gebleken dat de meeste respondenten het gebruik van soaptechnieken zeer kenmerkend vinden. Hoewel sommigen pretenderen dat docusoaps over een bepaalde informatieve waarde beschikken, beschouwen ze een docusoap toch eerder als een soap dan als een documentaire. De meeste respondenten zien de docusoap als een verhaal waarin personages die telkens terugkomen de hoofdrol spelen. Voor hen staan de personages centraal. Voor de respondenten omvat een docusoap bovendien niet één verhaal, maar meerdere verhaallijnen die elkaar afwisselen. Het gaat niet om één dezelfde persoon, maar verschillende personages wisselen elkaar af. Onderstaande quotes illustreren dit: Ja, ze volgen telkens dezelfde mensen. ’t Zijn dezelfde personages die altijd terugkomen. Je volgt het als een soap’ (G₁, X₂, M, 23 jaar). ‘Een documentaire waarin personen de hoofdrol spelen’ (G₄, X₃, M, 26 jaar). Toch verwijzen heel wat respondenten ook naar de realiteitsclaim van docusoaps. Het realiteitsgehalte van docusoaps bracht heel wat discussie op gang. Daar waar sommigen overtuigd zijn dat de beelden die ze te zien krijgen, echt zijn, stellen anderen de authenticiteit van docusoaps in vraag. Het valt ons op dat de mannelijke en vrouwelijke respondenten binnen deze discussie een ander standpunt innemen. Een aantal mannelijke respondenten betwijfelen de echtheid van docusoap. Volgens hen geven ze geen representatief beeld en manipuleren ze de werkelijkheid. Ze hebben een vermoeden dat bepaalde verhaallijnen - of althans fragmenten ervan – in scène zijn gezet. Alle vrouwelijke respondenten daarentegen zijn overtuigd dat docusoaps het échte leven in beeld brengen. Volgens hen wordt er niet gestuurd of gemanipuleerd. Onderstaand gesprek illustreert deze discussie. De respondenten debatteren over het al dan niet manipuleren in ‘Het leven zoals het is’: ‘En zo weinig mogelijk manipulatie door de redactie’ (G₃, X₂, V, 22 jaar).
60
‘Ja’ (G₃, X₆, V, 23 jaar). ‘Ja, dat laatste weet ik niet zo goed. Volgens mij gebeurt dat toch nog veel’ (G₃, X₁, M, 28 jaar). ‘Ja, dat gesprek met die leraar zal ook wel geforceerd zijn’ (cf. fragment) (G₃, X₄, M, 21 jaar). ‘Ja en dan bij dat normaler gezin. Die man zit daar duidelijk ‘tegen zijn goesting’ en dan die vrouw zo geforceerd vragen zitten te stellen. Dat was toch duidelijk gemanipuleerd hé’ (G₃, X₁, M, 28 jaar). Binnen de discussie of docusoaps al dan niet gemanipuleerd zijn, verwezen vele respondenten ook naar het genre reality-tv. Alle respondenten beschouwen de docusoap als een subgenre van het overkoepelende reality-tv. Toch vinden ze reality-tv meer gestuurd dan docusoaps. Reality-tv houdt volgens hen meestal een soort spelvorm of competitie in, waardoor het aan een scenario onderhevig is. Wanneer we terugkeren naar de literatuur, stellen we vast dat meerdere auteurs de docusoap als een samensmelting van twee genres beschouwen. Kilborn (2000, p. 112) en Cathode (1998, p. 35) stellen dat de docusoap een combinatie is van de klassieke, observationele documentaire en de traditionele soap. Ook Hill (2005, p. 27) stelt dat docusoaps de fictieve technieken van de soap in het documentairegenre injecteren. Het soapgehalte uit zich onder meer in het feit dat men de nadruk legt op personages, subjectiviteit en interpersoonlijke relaties (Kilborn, 2003, p. 102). Zoals de respondenten opmerken, zijn docusoaps ‘character-centred’. Wat het docu-gehalte van docusoaps betreft, treden - net zoals de respondenten - ook academici in discussie. Sommige auteurs beschouwen docusoaps als registrerende reality-tv waarbij de camera als een ‘fly on the wall’ het alledaagse leven van gewone mensen registreert. Tegenstanders beweren dan weer dat docusoaps niet objectief zijn en er sprake is van samenspanning tussen de programmamakers en de hoofdfiguren. Bovendien beweren ze dat mensen zich onvermijdelijk anders gedragen wanneer ze weten dat ze gefilmd worden (Biltereyst et al., 2000, pp. 41-42).
c) Een waardig genre? Enkele mannelijke respondenten staan heel negatief tegenover het genre docusoap. Zij beschouwen docusoaps als uitlachtelevisie. Ze zijn ervan overtuigd dat de programmakers er opvallende, kleurrijke en marginale figuren uitkiezen, opdat de kijkers er zouden mee lachen. De meerderheid van de respondenten is het hier echter niet mee eens en menen dat docusoaps de mensen in hun 61
waardigheid laten. Ze zijn ervan overtuigd dat wanneer de programmamakers marginale figuren tonen, ze dat enkel en alleen doen omdat het milieu waarin ze leven nu eenmaal marginaal is (cf. ‘Het leven zoals het is: De Marollen’). We hebben in deze paragraaf reeds meermaals verwezen naar het theoretisch kader van dit werk. Hierbij stellen we vast dat de uitspraken van de respondenten doorgaans in overeenstemming zijn met de literatuur. Toch zijn er een aantal kenmerken die nauwelijks of helemaal niet door de respondenten werden vermeld. Enkele respondenten stelden vast dat docusoaps ‘character-centred’ zijn, maar in de literatuur diept men dat kenmerk dieper uit. Academici zijn er namelijk van overtuigd dat door de nadruk op de personages te leggen, de herkenbaarheid van en de identificatie met de personages zeer typische kenmerken van de docusoap zijn.
Conclusie We kunnen besluiten dat de respondenten de docusoaps beschouwen als een genre waarbij men het alledaagse leven van de gewone man in beeld tracht te brengen. Volgens hen volgt de docusoap een bepaald persoon in zijn natuurlijke omgeving. De respondenten voegen hieraan toe dat ze de docusoap aanzien als een combinatie van ‘docu’ en ‘soap’. Hierbij vinden sommigen dat de docusoap naar het documentairegenre helt, terwijl anderen de docusoap veeleer als een fictief genre bekijken. Vooral de vraag of docusoaps al dan niet gemanipuleerd zijn, kent voor- en tegenstanders. We stellen vast dat voornamelijk mannelijke respondenten de authenticiteit en de waardigheid van docusoaps sterk in vraag stellen.
5.1.3. Het kijken naar docusoaps en meer bepaald ‘Het leven zoals het is’ Nadat we eerst gepeild hebben naar het kennen van docusoaps en het kunnen definiëren van het genre, willen we achterhalen of de docusoap een veel bekeken televisiegenre is. Aan de hand van dit derde topic trachten we een beeld te krijgen over het kijkgedrag van docusoaps. Hierbij vragen we ook specifiek naar het kijkgedrag van ‘Het leven zoals het is’.
Algemene bevindingen Uit de focusgroep interviews kunnen we vaststellen dat alle respondenten al meermaals naar docusoaps gekeken hebben. Aangezien het hedendaagse televisieaanbod grotendeels uit docusoaps 62
bestaat, vinden de respondenten het bijna onvermijdelijk om niet naar docusoaps te kijken. Daardoor menen ze vaak naar docusoaps te kijken, simpelweg omdat er ’s avonds zeer vaak docusoaps uitgezonden worden. Het is in het algemeen niet het soort televisie dat ze opnemen of waarvoor
ze
thuisblijven.
Sommige
respondenten
beschouwen
docusoaps
meer
als
achtergrondtelevisie tussen bepaalde programma’s door. Ze merken op dat docusoaps vaak tussen succesvolle programma’s zoals ‘Thuis’ en ‘De Slimste Mens Ter Wereld’ of ‘De Laatste Show’ geprogrammeerd worden. Bij veel gezinnen blijft de televisie dan op de achtergrond aanstaan terwijl ze intussen iets anders doen. Veel respondenten kijken ook naar docusoaps omdat een familielid of huisgenoot kijkt: ‘In ons gezin staat dat vaak op. Mijn broers keken vaak naar ‘Zware jongens’ en dan keek ik wel mee’ (G₂, X₁, V, 21 jaar). ‘Ja, als mijn vriend kijkt, kijk ik ook mee’ (G₂, X₃, V, 21 jaar). Ondanks het feit dat veel docusoaps vaak onbewust en veeleer toevallig bekeken worden, zijn er toch een aantal docusoaps waar de respondenten wél bewust naar kijken of gekeken hebben. ‘Vinger aan de poot’, ‘De School van Lukaku’, ‘Tienermoeders’ en de verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’ werden of worden door veel respondenten bewust bekeken. Het valt ons op dat bij zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ en ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’ de meest bekeken docusoaps zijn. Ze wilden deze programma’s echt volgen omdat ze wilden weten hoe het met bepaalde personages zou aflopen.
Conclusie Bij het peilen naar het kijkgedrag van docusoaps kunnen we besluiten dat docusoaps een veel bekeken televisiegenre is. Veel respondenten merken echter op dat ze vaak onwillekeurig naar docusoaps kijken omdat een familielid of huisgenoot ernaar kijkt. Sommigen beschouwen docusoaps als achtergrondtelevisie terwijl men iets anders doet. De respondenten ervaren een overaanbod in de programmatie van docusoaps waardoor men soms bijna verplicht wordt om te kijken. Binnen dat uitgebreid aanbod blijken er toch enkele docusoaps zeer succesvol te zijn. ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ en ‘Het leven zoals het is: De Zoo’ zijn docusoaps waarnaar zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten vaak gekeken hebben. Zodoende kunnen we vaststellen dat de respondenten in het algemeen veel naar docusoaps kijken, maar dat deze keuze niet altijd even doelbewust gemaakt wordt.
63
5.1.4. De kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ Met dit vierde topic komen we tot de essentie van dit wetenschappelijk werk. Uit de vorige paragraaf is gebleken dat de verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’ zeer succesvol zijn. Bij het peilen naar het kijkgedrag van docusoaps stelden we vast dat ‘Het leven zoals het is’ een veel bekeken docusoap is. Zodoende lijkt het ons interessant om te onderzoeken waarom de respondenten naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Wat zet hen aan om binnen het ruime televisieaanbod voor ‘Het leven zoals het is’ te kiezen?
Algemene bevindingen We hebben uit de focusgroep interviews vier kijkmotieven kunnen destilleren. We stellen vast dat informatie, ontspanning, identificatie en voyeurisme het meest aan bod kwamen. Hieronder lichten we deze kijkmotieven elk afzonderlijk toe.
a) Informatie Bij het vragen naar waarom de respondenten naar ‘Het leven zoals het is’ kijken, leggen de respondenten de nadruk op de informatieve waarde van een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten kijken graag naar ‘Het leven zoals het is’ omdat het hen een blik achter de schermen biedt. Het programma toont hen feiten en gebeurtenissen die ze normaal niet te zien krijgen. Die informatieve waarde is voor hen bepalend bij de programmakeuze. Hoewel zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten de informatieve waarde als een belangrijk kijkmotief beschouwen, merken we dat toch vooral de vrouwelijke respondenten aan dit laatste veel belang hechten. Zij leggen nog meer de nadruk op de informatieve waarde als kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’. Zij vinden het interessant om te zien hoe het er in een bepaald bedrijf of in een bepaalde gemeenschap aan toe gaat. Voor hen is ‘Het leven zoals het is’ een format waaruit je iets kan leren. Je leert geen technische vaardigheden, maar je krijgt wel een beter en genuanceerder beeld over een bepaalde levensstijl of beroep. Heel wat vrouwelijke respondenten verwijzen hierbij naar ‘Het leven zoals het is: ‘De Vissershaven’. Ze zijn ervan overtuigd dat deze reeks hen dingen heeft bijgebracht waarvan ze eerst niet op de hoogte waren. Ook ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ en ‘Het leven zoals het is: De Zoo’ tonen gebeurtenissen en situaties die men doorgaans niet te zien krijgt. De mannelijke respondenten erkennen die
64
informatieve waarde, maar voor hen is die minder van belang. Onderstaand gesprek illustreert de discussie tussen mannen en vrouwen omtrent de informatieve waarde van ‘Het leven zoals het is’: ‘Het is toch vooral om te ontspannen. Je kan evenveel informatie halen uit een gewone fictiereeks vind ik’ (G₂, X₅, M, 21 jaar). ‘Nee’ (G₂, X₄, V, 21 jaar). ‘Nee, dat vind ik niet. In een fictiereeks weet je nooit of dat het echt zo is of niet. En bij ‘Het leven zoals het is’ weet je dat het in ’t echt ook zo gebeurt. Ik kon me vroeger nooit inbeelden hoe gevaarlijk het was op een boot, maar sinds ‘De Vissershaven’ weet ik dat nu wel’ (G₂, X₁, V, 21 jaar). ‘Maar heb je daar echt iets uit geleerd?’ (G₂, X₅, M, 21 jaar). ‘Je leert wat zij allemaal moeten doen. Niet hoe ze het moeten doen, maar wat ze moeten doen? Of hoe is hun dag ingedeeld? Of hoe werkt die job? Of hoe werkt een luchthaven?’ (G₂, X₃, V, 21 jaar).
b) Ontspanning Zoals hierboven vermeld beschikken de reeksen van ‘Het leven zoals het is’ over een zekere informatieve waarde. Hoewel de vrouwelijke respondenten hier meer belang aan hechten dan de mannelijke, is het verkrijgen van informatie voor beide groepen toch een belangrijk kijkmotief. Desalniettemin wijzen de respondenten op de ontspanningswaarde van de format. ‘Het leven zoals het is’ geeft hen op een ontspannende manier informatie mee. Ze beschouwen ‘Het leven zoals het is’ als zeer toegankelijke televisie waarbij je niet hoeft na te denken. Onderstaande quotes illustreren dit: ‘Als je een hele dag naar school bent geweest en je zet zoiets op, dat is gewoon in de zetel zitten en kijken’ (G₃, X₃, M, 21 jaar). ‘Het is ontspannend. Je hoeft er niet bij na te denken’ (G₄, X₂, V, 22 jaar). ‘Ja, ’t is zeker ontspannend. En op een ontspannende manier krijg je informatie mee’ (G₂, X₃, V, 21 jaar). We hebben in paragraaf 7.1.2. reeds gesproken over de docusoap als uitlachtelevisie. We hebben toen vastgesteld dat enkele mannelijke respondenten heel negatief tegenover het genre docusoap 65
staan en het als uitlachtelevisie beschouwen. Bij het peilen naar de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ stellen we hetzelfde vast. Enkele mannelijke respondenten vinden ‘Het leven zoals het is’ ontspannend omdat ze met bepaalde personages en hun gebeurtenissen kunnen lachen. Sommige respondenten geven zelfs toe dat ze zich soms beter voelen door naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken, simpelweg omdat ze met anderen kunnen lachen. Enkele respondenten merken ten slotte op dat ze soms uit verveling kijken, wanneer er niets anders op televisie is of wanneer ze moeten wachten totdat er een goed programma volgt. Wanneer we de resultaten uit paragraaf a) en b) terugkoppelen aan de literatuur, merken we een aantal gelijkenissen op. Net zoals bij reality-tv, biedt een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’ een mix van ontspanning en informatie. Volgens Hill (2005, p. 17) zijn dat de twee essentiële kenmerken van reality-tv. De format geeft op een zeer toegankelijke manier informatie mee. De programma’s zijn zowel realiteitsgeoriënteerd (informatief) als realiteitsonvluchtend (ontspannend). Zodoende is reality-tv – en volgens dit onderzoek ook een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’ – voor de kijker ontspannend, maar toch leerrijk.
c) Voyeurisme? Ten derde stellen de respondenten dat ze nieuwsgierig zijn naar het alledaagse leven van de personages. Ze kijken naar ‘Het leven zoals het is’ omdat het een bepaalde levensstijl in beeld brengt en ze gaan op zoek naar de verhalen achter de personages. Wanneer we hier dieper op ingaan, merken we dat de mannelijke respondenten het begrip voyeurisme niet schuwen. Mannen vinden voyeurisme een bepalend kijkmotief in hun keuze voor ‘Het leven zoals het is’. Doordat men voortdurend bij iemand anders binnenkijkt, speelt voyeurisme voor hen zeker een rol. De vrouwelijke respondenten daarentegen vinden voyeurisme een stap te ver. Voor hen wordt het genre op die manier te negatief beoordeeld. Ze wijzen erop dat ‘Het leven zoals het is’ alle personages in hun waardigheid laat. Voyeurisme zou voor hen van toepassing kunnen zijn bij reality-programma’s zoals ‘Temptation Island’, maar niet voor ‘Het leven zoals het is’. Onderstaande quotes illustreren de discussie omtrent voyeurisme als kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’: ’Wat mij betreft is het grootste aandeel in de kijkmotieven voyeurisme. Zien wat dat die mensen doen, hun doen en laten en bij de mensen binnenkijken’ (G₄, X₃, M, 26 jaar). ‘Voyeurisme klinkt te negatief, dat is het voor mij zeker niet. Dat is eerder bij reality-tv, zoals ‘Temptation Island’ (G₃, X₆, V, 23 jaar).
66
‘Ja, voyeurisme is voor mij precies een stap te ver. We zien gewoon het dagelijks leven en geen duister kamertje ofzo’ (G₃, X₅, V, 22 jaar). ‘’t Is niet dat ze bij ‘Het leven zoals het is’ mensen op toilet gaan filmen hé. Dan zou het voyeurisme zijn. ’t Blijft waardig vind ik. Het is geen voyeurisme zolang je zelf kan bepalen wat er over jou wordt uitgezonden vind ik’ (G₃, X₂, V, 22 jaar). Voyeurisme werd ook door Hill (2005, p. 7) als een kijkmotief voor reality-tv beschouwd. Hij stelt dat reality-programma’s aanleiding geven tot voyeuristisch kijkplezier bij het publiek. Hermes & Reesink (2003, pp. 223-224) definiëren voyeurisme als het beleven van plezier aan het begluren van intieme aspecten van andermans leven zonder dat die persoon er weet van heeft. Binnen de focusgroepen leidde het begrip voyeurisme tot discussie tussen mannen en vrouwen. Daar waar mannen voyeurisme als een kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ erkennen, vinden vrouwen dit te negatief klinken. Ze zijn van oordeel dat de term voyeurisme niet van toepassing is zolang de personages zelf beslissen wat er over hen gefilmd wordt. De vrouwelijke respondenten zijn nieuwsgierig naar het leven van de gewone man, maar vinden dat dit niet als voyeurisme bestempeld kan worden.
d) Identificatie Ten slotte stellen we vast dat emoties een belangrijke rol spelen in de keuze voor ‘Het leven zoals het is’. Vooral de vrouwelijke respondenten ervaren het kijken naar ‘Het leven zoals het is’ als een emotionele beleving. Ze voelen zich betrokken bij hetgeen ze te zien krijgen. Ze leven mee met bepaalde personages. Volgens hen was deze betrokkenheid het hoogst bij ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’. De vrouwelijke respondenten geven aan dat deze reeks hen echt heeft aangegrepen. Ze leefden mee met de ouders en hun kinderen. Verder leggen zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten de nadruk op de hoge herkenbaarheid van de personages. Ze stellen vast dat ze tijdens het kijken zichzelf en hun levensstijl voortdurend met de personages vergelijken. Ze gaan op zoek naar gelijkenissen en stellen zich de vraag hoe zij de zaken zouden aanpakken. Wanneer ze bijvoorbeeld kijken naar ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’, vergelijken ze zich met de jonge vissers die zich nauwelijks inzetten voor school en bijgevolg hun diploma niet weten te behalen. De respondenten beseffen dan dat ze ervoor moeten werken indien ze iets willen verwezenlijken. Ook in de literatuur wijzen academici op het belang van identificatie bij realiteitstelevisie. Minnebo (1999, p. 54) stelt dat reality-tv via fictieve technieken tegemoet komt aan de behoefte van de kijker aan emoties. Respondenten wijzen op herkenbaarheid en betrokkenheid als redenen waarom ze 67
kijken. Deze kijkmotieven zijn ook van toepassing op reality-tv in het algemeen. Volgens Kilborn ligt het succes van reality-tv in het feit dat ze de beleving van alledaagse gebeurtenissen vooropstellen. Op die manier kunnen de kijkers zich gemakkelijk inleven in de situaties en zich identificeren met de personages. Bovendien kunnen kijkers hun eigen waarden en normen toetsen aan die van de personages, wat leerrijk kan zijn bij het vormen van een eigen persoonlijkheid. We stellen vast dat de identificatie zowel voor reality-tv als voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’ een belangrijk kijkmotief is. In de literatuur wijzen academici nog op een vijfde kijkmotief. Zij leggen de nadruk op de sociale functie van reality-tv. Mensen die naar hetzelfde reality-programma kijken zouden met andere mensen praten over wat ze hebben gezien. Uit ons onderzoek is echter gebleken dat de respondenten dit niet als een kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ ervaren. Zij hebben niet de indruk dat in hun omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat wordt. Voor sommige respondenten heeft dit te maken met het lage entertainmentgehalte van ‘Het leven zoals het is’. Ze merken op dat over programma’s zoals ‘De Slimste Mens ter Wereld’ of ‘De Pappenheimers’ wel gepraat wordt omdat ze meer spektakel brengen.
Conclusie Uit de focusgroep interviews is gebleken dat informatie, ontspanning, voyeurisme en identificatie de belangrijkste kijkmotieven zijn voor ‘Het leven zoals het is’. Hoewel mannen meer de nadruk leggen op het voyeuristische aspect en vrouwen de informatieve waarde en de hoge betrokkenheid belangrijker vinden, vormen de vier genoemde kijkmotieven voor alle respondenten (24) de voornaamste redenen waarom ze naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. We hebben in deze paragraaf reeds meermaals verwezen naar het theoretisch kader van dit werk. Het opzet van dit onderzoek is om de onderzoeksresultaten te toetsen aan de resultaten uit de literatuur. Aan de hand van de ‘uses and gratifications’-benadering hebben academici reeds onderzoek gedaan naar de kijkmotieven voor reality-tv in het algemeen. Via dit onderzoek willen we nagaan of deze ook van toepassing zijn op het subgenre docusoap. Wanneer we de vergelijking maken, merken we op dat dat de uitspraken van de respondenten doorgaans in overeenstemming zijn met de literatuur. De kijkmotieven voor reality-tv zijn grotendeels dezelfde als voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Informatie, ontspanning, voyeurisme en identificatie zijn ook voor ‘Het leven zoals het is’ de belangrijkste motivaties van het publiek.
68
5.2. Resultaten en bevindingen diepte-interviews Voor de analyse van de diepte-interviews gaan we op dezelfde manier te werk als bij de focusgroep interviews. Ook hier zullen we per topic de verschillende antwoorden samen zetten. Door het voortdurend en herhaaldelijk lezen en interpreteren van de antwoorden, zullen we zo per topic de belangrijkste bevindingen kunnen afleiden. We zullen hierbij opnieuw geregeld terugkoppelen naar het theoretisch kader van dit werk. Bij het implementeren van quotes zullen we volgende bronvermelding gebruiken: (producer, M, 56 jaar). Dit betekent dat desbetreffende quote door een mannelijke producer van 56 jaar vermeld werd.
5.2.1. De kenmerken van docusoaps We hebben reeds aangehaald dat er onder de respondenten uit de focusgroep interviews onduidelijkheid heerst over hoe ze een docusoap kunnen definiëren. Daarom lijkt het ons interessant om de mening van experts zoals producers en redacteurs hierover te raadplegen.
Algemene bevindingen Wanneer we bij de geïnterviewden peilen naar de kenmerken van docusoaps, valt het ons op dat ook zij het moeilijk vinden om het genre te definiëren. Desalniettemin beschouwen zij de docusoap als een combinatie van twee genres, namelijk de documentaire en de soap. Als kenmerken van de documentaire vermelden ze de ‘fly on the wall’-techniek. Hiermee bedoelen ze dat docusoaps de werkelijkheid willen tonen zoals ze zich voordoet. Men komt niet tussenbeide en er is geen vast scenario. De nadruk ligt op registreren, en niet op reconstrueren. Er is volgens de makers van ‘Het leven zoals het is’ geen sprake van manipulatie. Ze willen niet ingrijpen in het leven van anderen, ze willen enkel laten zien hoe zij leven. De reden waarom zij niet hoeven te manipuleren, is prospectie. Volgens de makers is een goed prospectieteam essentieel voor een kwaliteitsvolle docusoap. Zo’n team gaat binnen een ongekende arena – zoals de zoo of de luchthaven – op zoek naar uitzonderlijke en kleurrijke personages van wie men weet dat ze boeiende dingen (zullen) meemaken. Dit brengt ons bij het soapgehalte van docusoaps. Voor een succesvolle docusoap zijn personages zeer belangrijk. Men gaat op zoek naar de meest sprekende personages. Zij worden niet gekozen omdat ze hun job goed of slecht doen, maar omdat ze bijvoorbeeld een leuke vrouw of twee hyperactieve kinderen hebben. Bovendien moeten ze open en communicatief zijn en toelaten dat men over hun schouder meekijkt. Een geïnterviewde (eindredacteur, M, 52 jaar) beschouwt het maken van ‘Het 69
leven zoals het is’ als een ‘go for the characters and their stories’. Bij een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’ wil men verhalen opbouwen. Elke aflevering bevat twee of drie verhaallijnen die soms enkele afleveringen doorlopen. Via parallelmontage wil men een gelijktijdig verloop van de verhalen suggereren. De verhalen zijn logisch opgebouwd en worden net zoals bij een echte soap telkens beëindigd met een cliffhanger. Hierdoor zal de kijker blijven kijken omdat hij wil weten hoe het verder verloopt. De experts beschouwen de kleurrijke personages, de verschillende verhaallijnen, de parallelmontage en de cliffhangers als fictieve technieken die ervoor zorgen dat de docusoap deels een soap is. We kunnen besluiten dat de drie geïnterviewden de docusoap - en ‘Het leven zoals het is’ in het bijzonder - als een combinatie van documentaire en soap beschouwen. Toch zijn de makers het eens dat het documentairegehalte altijd de bovenhand moet krijgen. Voor hen is de docusoap inhoudelijk een documentaire, maar heeft het de vormelijke elementen van een soap. Onderstaande quotes illustreren dit: ‘Voor mij persoonlijk gaat het om docu, niet om soap. Ik vind ook dat inhoud altijd voorgaat op vorm. Je moet een verhaal hebben. Je kan heel mooie settings hebben en heel mooie beelden, maar daarmee kan je de kijker geen halfuur boeien. Met een verhaal wel. En als dat dan mooi in beeld gebracht is, dan is dat een extra’ (eindredacteur, M, 52 jaar). ‘Het zijn dus vooral de fictieve technieken zoals het opbouwen van verschillende verhaallijnen, de cliffhangers, de emoties enzovoort, die ervoor zorgen dat het een docusoap is (legt de klemtoon op ‘soap’). Maar inhoudelijk is het een documentaire. En het is die combinatie die de programmamakers moeten volhouden’ (producer, M, 56 jaar). We hebben in paragraaf 7.1.2. reeds vermeld dat men ook in de literatuur de docusoap als een samensmelting van twee genres beschouwt. Kilborn (2000, p. 112) en Cathode (1998, p. 35) stellen dat de docusoap een combinatie is van de klassieke, observationele documentaire en de traditionele soap. Uit de diepte-interviews stellen we vast dat de experts de voorstanders van docusoaps aanhangen. Ze spreken over de camera als een ‘fly on the wall’. Ook Biltereyst (et al., 2000, pp. 4142) benadrukt dat de werkelijkheid niet gereconstrueerd of gemanipuleerd wordt. Er is geen regie en er zijn geen interviews. De camera toont ‘a slice’ uit het alledaagse leven van gewone mensen. De redacteurs en producers leggen de nadruk op het belang van boeiende, kleurrijke personages. Hierbij kunnen we verwijzen naar Kilborn (2001, p. 384) die stelt dat docusoaps ‘character-centred’ zijn. Volgens hem uit het soapgehalte zich onder meer in het feit dat men de nadruk legt op personages, subjectiviteit en interpersoonlijke relaties (Kilborn, 2003, p. 102). De geïnterviewden vermelden bovendien parallelmontage als een veelgebruikte techniek in docusoaps. Ook Kilborn (2000, p. 112) 70
beschouwt deze montagetechniek als een essentieel kenmerk van docusoaps. Via parallelmontage heeft de kijker de indruk dat wat hij te zien krijgt gelijktijdig verloopt. Parallelmontage, de verwevenheid van verhaallijnen, de cliffhanger en de nadruk op emoties zijn voor hem de fictieve kenmerken van de docusoap.
Conclusie De geïnterviewden beschouwen de docusoap als een combinatie van twee genres, namelijk de documentaire en de soap. Langs de ene kant typeert het ‘fly on the wall’-cameragebruik het documentairegehalte van de docusoap. Langs de andere kant geven de fictieve technieken zoals parallelmontage, meerdere verhaallijnen, de cliffhanger en de nadruk op emoties de docusoap een fictieve inslag. Voor de geïnterviewden is het docu-gehalte echter doorslaggevend. Voor hen is de docusoap meer docu dan soap.
5.2.2. De kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ Het opzet van dit onderzoek is trachten te achterhalen waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Hierbij lijkt het ons echter interessant om naar de mening van experts zoals producers en redacteurs te vragen. Hoe verklaren zij het kijkgedrag voor ‘Het leven zoals het is’?
Algemene bevindingen We hebben uit de diepte-interviews een aantal kijkmotieven kunnen destilleren. De drie geïnterviewden veronderstellen dat voor de kijker informatie, ontspanning, identificatie en voyeurisme de vier belangrijkste kijkmotieven zijn. Hieronder lichten we deze kijkmotieven elk afzonderlijk toe.
a) Informatief De geïnterviewden denken dat mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken omdat ze er iets van kunnen opsteken. Het programma biedt hen een inkijk in een bepaalde arena, zonder dat men daarvoor naar ‘Terzake’ of ‘Panorama’ hoeft te kijken. Via ‘Het leven zoals het is’ leert de kijker hoe het er in een bepaalde omgeving achter de schermen aan toe gaat. Een geïnterviewde (producer, M, 71
56 jaar) verwijst hierbij naar ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’. Hij is ervan overtuigd dat niet veel kijkers op voorhand wisten wat er allemaal fout kan gaan bij het opstijgen of dalen van een vliegtuig. De geïnterviewden denken dat de kijker blijft kijken omdat hij wil weten hoe alles in elkaar zit. Een geïnterviewde (producer, M, 44 jaar) merkt echter wel op dat de informatieve waarde niet bij elke reeks van ‘Het leven zoals het is’ even groot is.
b) Ontspanning Een andere belangrijke factor van het succes van ‘Het leven zoals het is’, is ontspanning. De geïnterviewden vinden ‘Het leven zoals het is’ amusant. We hebben hierboven reeds vermeld dat deze docusoap informatie meegeeft zonder dat men daarvoor naar ‘Terzake’ of ‘Panorama’ hoeft te kijken. Ze verklaren dit door te stellen dat ‘Het leven zoals het is’ gemakkelijke televisie is. Het pakt de zaken concreter aan en het is vlotter en speelser in het overbrengen van informatie. De verhaallijnen zijn logisch en eenvoudig opgebouwd zodat de kijker gemakkelijk kan volgen: ‘De kijker moet niet nadenken. Er gebeuren geen verschillende dingen door mekaar, maar het zijn allemaal hapklare, begrijpbare brokken in een logische verhaalstructuur. En daardoor wordt het ontspannende televisie’ (eindredacteur, M, 52 jaar). Zoals we reeds in paragraaf 7.1.4. vermeld hebben, vinden we deze resultaten ook terug in de literatuur. Academici beschouwen reality-tv als een mix van ontspanning en informatie. Uit paragraaf a) en b) stellen we vast dat dit ook van toepassing is op een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’.
c) Voyeurisme Voyeurisme als kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ veroorzaakt verdeeldheid onder de geïnterviewden. Twee van drie geïnterviewden beschouwen voyeurisme als een belangrijk kijkmotief. Ze denken dat de Vlamingen het leuk vinden om eens te kunnen binnenkijken in het huis van een andere Vlaming. Ze merken echter ook op dat voyeurisme bij ‘Het leven zoals het is: OCMW’ een grotere rol speelt dan bij ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’. Voor de andere geïnterviewde is voyeurisme geen kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ omdat het niet extreem genoeg is. Hij denkt dat de VRT-kijker in het algemeen niet uit voyeurisme kijkt. Programma’s zoals ‘De Bevalling’ (VT4) worden volgens hem wel uit voyeurisme bekeken, omdat ze op sensatie gericht zijn.
72
In de literatuur zijn academici het erover eens dat voyeurisme als een kijkmotief voor reality-tv kan worden beschouwd. Auteurs stellen dat mensen het leuk vinden om ‘de andere’ te kunnen bekijken zonder dat deze er weet van heeft (Hermes & Reesink, 2003, pp. 223-224). Uit de drie diepteinterviews stellen we echter vast dat hierover verdeeldheid bestaat. Daar waar de ene voyeurisme als een onmiskenbaar kijkmotief ervaart, is het voor de andere niet van toepassing op een waardige docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’.
d) Identificatie De geïnterviewden hechten veel belang aan de emotionele beleving van ‘Het leven zoals het is’. De betrokkenheid met en de herkenbaarheid van de personages zijn volgens hen doorslaggevend. Via emoties zoals vreugde, verdriet of angst zorgt men ervoor dat de kijker meeleeft met wat het te zien krijgt. Een geïnterviewde merkt echter wel op die betrokkenheid soms té groot kan zijn. Hij verwijst hiervoor naar ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’. Sommige kijkers blijven kijken omdat ze willen weten hoe het met een bepaald personage afloopt, maar anderen haken af omdat ze zich té emotioneel betrokken voelen. Herkenbaarheid van de personages creëert men doordat de gewone mens centraal staat. Het zijn realistische situaties die ook de kijker zelf kan overkomen. Het zijn gebeurtenissen waarin ze zichzelf herkennen. Omdat het over gewone mensen in hun alledaagse omgeving gaat, kunnen de kijkers zich gemakkelijk identificeren. In het theoretisch kader wijst Minnebo (1999, p. 54) op het belang van emoties in realiteitstelevisie. Altheide & Snow (1991, p. 17) vermeldt in zijn werk de hoge betrokkenheid van reality-tv. Volgens Minnebo heeft dit te maken met de stereotypering van de personages. Hierbij worden personages en situaties vereenvoudigd weergegeven waardoor de kijker partij kiest en heel bewust meeleeft met een bepaald personage. Ook voor de geïnterviewden is die betrokkenheid heel belangrijk.
Conclusie Uit de diepte-interviews is gebleken dat volgens de makers van ‘Het leven zoals het is’ informatie, ontspanning, voyeurisme en identificatie de belangrijkste kijkmotieven zijn voor ‘Het leven zoals het is’. De geïnterviewden zijn het erover eens dat ‘Het leven zoals het is’ informatief en ontspannend is en een mogelijkheid tot identificatie biedt. Over het kijkmotief voyeurisme zijn de meningen verdeeld. Volgens één producer kan voyeurisme niet van toepassing zijn op een waardige docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. 73
Uit de bevraging van experten over de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ blijkt dat deze heel wat gelijkenissen vertonen met de resultaten uit de literatuur. De kijkmotieven voor reality-tv zijn grotendeels dezelfde als voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Informatie, ontspanning, voyeurisme en identificatie zijn ook voor ‘Het leven zoals het is’ de belangrijkste motivaties van het publiek. In de literatuur leggen academici ook de nadruk op de sociale functie van reality-tv. Mensen die naar hetzelfde reality-programma kijken zouden met andere mensen praten over wat ze hebben gezien. Uit ons onderzoek is echter gebleken dat de geïnterviewden dit niet als een doorslaggevend kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ beschouwen.
5.3. Vergelijking focusgroep interviews en diepte-interviews Om onze onderzoeksvraag zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden, lijkt het ons interessant om de conclusies uit de focusgroep interviews aan die van de diepte-interviews te koppelen. Door zowel de kijkers als experts aan het woord te laten, hebben we de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ vanuit twee invalshoeken kunnen bekijken. Wanneer we die met elkaar vergelijken, kunnen we besluiten dat zowel de kijker als de maker van het programma in het algemeen dezelfde kijkmotieven vooropstelt. Ten eerste zijn zowel de kijkers als de experts het erover eens dat ‘Het leven zoals het is’ over een informatieve waarde beschikt. Het programma biedt je een blik achter de schermen waardoor je er als kijker iets van kan opsteken. We merken echter wel dat de vrouwelijke kijkers hier meer belang aan hechten dan de mannelijke. Ten tweede vinden zowel de kijkers als de makers ‘Het leven zoals het is’ ontspannend. Het is zeer toegankelijke televisie waarbij informatie op een speelse manier overgebracht wordt. Sommige mannelijke kijkers vinden ‘Het leven zoals het is’ evenwel ontspannend omdat ze met anderen kunnen lachen. Zij beschouwen de format als uitlachtelevisie en voelen zich beter door ernaar te kijken. Enkele kijkers geven ook toe dat ze uit verveling kijken, wanneer er niets beter op televisie is. Zodoende stellen we vast dat zowel de kijker als de experts ‘Het leven zoals het is’ ontspannend vinden, maar dat sommige kijkers hier een andere reden voor geven. Een derde kijkmotief is voyeurisme. Dit kijkmotief werd zowel door kijkers als door experts vermeld. Toch heerst er binnen beide groepen verdeeldheid. Voor de mannelijke kijkers speelt voyeurisme ongetwijfeld een rol in de keuze voor ‘Het leven zoals het is’. Volgens hen houdt de Vlaming ervan om in het huis van een andere Vlaming binnen te kijken. De vrouwelijke kijkers zijn het daarmee eens, maar vinden voyeurisme hiervoor een ongepaste en te verregaande term omdat het programma de waardigheid van de personages te allen tijde voorop plaatst. Bij de experts waren de meningen hierover om dezelfde redenen verdeeld. Het laatste kijkmotief is identificatie. Zowel de kijkers als de makers zijn overtuigd dat het programma mogelijkheden tot identificatie biedt. Via 74
fictieve technieken zoals verwevenheid van verhaallijnen, stereotypering en cliffhangers raakt de kijker betrokken bij wat het te zien krijgt en gaat hij zich identificeren met de personages.
75
6. Algemeen besluit Het doel van deze wetenschappelijke verhandeling was om een antwoord te vinden op de vraag waarom mensen naar docusoaps en meer bepaald ‘Het leven zoals het is’ kijken. Het is echter vanzelfsprekend dat deze onderzoeksvraag niet te beantwoorden is zonder vooraf stil te staan bij wat het genre reality-tv en het subgenre docusoaps precies zijn. Het is dan ook noodzakelijk om in een theoretisch kader reality-tv en docusoap respectievelijk te bespreken. We kunnen concluderen dat de transformatie van de televisiesector naar een nieuw soort postmoderne televisie - waarin de grenzen tussen privé en publiek enerzijds en feit en fictie anderzijds vervagen - samenhangt met een transformatie van de economie, de technologie en de maatschappij (Van den Bulck, 2001, p.56). Deze nieuwe soort televisie, reality-tv, is niet éénduidig te definiëren. Steeds meer factuele programma’s vallen onder de noemer reality-tv, waardoor het moeilijk wordt om één allesomvattende definitie voorop te stellen. Ondanks de snelle succesvolle opmars van reality-tv, traden er echter ook kritische stemmen op de voorgrond. Tegenwoordig zijn de meningen over reality-tv duidelijk verdeeld. Daar waar sommigen reality-tv als een vorm van empowerment beschouwen, zien anderen het veeleer als trash-tv of wegwerptelevisie. De grensvervagingen die typerend zijn voor het postmoderne televisielandschap, hebben hybride formats doen ontstaan die zowel elementen uit de private en de publieke sfeer als elementen uit de fictie als de non-fictieve sfeer combineren. De docusoap is hier een voorbeeld van. Het is een samensmelting van de traditionele non-fictieve documentaire en de fictieve soap. Ook de docusoap bleef niet vrij van kritiek. Volgens aanhangers ligt het succes van docusoaps in de herkenbaarheid en het hoge realiteitsgehalte ervan, terwijl tegenstanders docusoaps veeleer als ‘cheap and cheerful’ bestempelen. Na het beantwoorden van de vraag wat reality-tv en docusoaps precies zijn, kunnen we ons verder toeleggen op de vraag waarom mensen ernaar kijken. Bij het bespreken van een aantal dominante paradigma’s binnen het publieksonderzoek, hebben we de ‘uses and gratifications’-benadering als basis voor verder onderzoek vooropgesteld. Volgens deze benadering kijken mensen naar reality-tv omdat het in de eerste plaats ontspannend en leerrijk is. Reality-tv biedt zowel entertainment als informatie en volgens Minnebo (1999, p.49) zijn dat twee belangrijke kijkmotieven voor reality-tv. Op die manier kunnen kijkers immers de realiteit zowel ontvluchten als ontdekken. Een ander kijkmotief is dat reality-tv bijdraagt tot de vorming van een persoonlijkheid. Reality-programma’s streven ernaar om de kijker betrokken te doen voelen met de getoonde situaties en personages. Door die hoge betrokkenheid kunnen ze zich identificeren met wat er gebeurt en hun eigen ervaringen
76
toetsen aan die van de personages. Vervolgens vormt ook het sociale aspect van reality-tv een belangrijk kijkmotief. Reality-tv doet mensen praten over wat ze hebben gezien, wat de sociale relaties ten goede komt. Een laatste belangrijk kijkmotief is voyeurisme. Mensen houden er namelijk van om binnen te treden in de intieme levenssfeer van anderen. Ze vinden het leuk om de andere te kunnen bespieden en begluren zonder dat deze er weet van heeft. Het bespreken van de kijkmotieven voor reality-tv heeft ons de vraag doen stellen wat dan de motieven zijn om naar docusoaps, en meer specifiek naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken. Hierbij hebben we echter vastgesteld dat over de kijkmotieven voor docusoaps nog maar weinig wetenschappelijke literatuur voorhanden is. Verder onderzoek is dan ook noodzakelijk om te kunnen achterhalen welke motieven mensen ertoe aanzetten om naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken. Aan de hand van een diepgaand kwalitatief onderzoek wilden we nagaan of de kijkmotieven uit de ‘uses and gratifications’-benadering ook toepasbaar zijn op een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Via focusgroep interviews hebben we aan de kijkers gevraagd waarom ze naar de docusoap kijken. We hebben echter ook de inzichten van de makers van de programma’s mee verwerkt. Aan hen hebben we via diepte-interviews gevraagd waarom zij denken dat mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Door de resultaten van de focusgroep interviews enerzijds en de diepte-interviews anderzijds aan mekaar te koppelen, kunnen we deze vergelijken met de resultaten uit het theoretisch kader. Uit ons onderzoek hebben we vastgesteld dat zowel de kijker als de maker van het programma dezelfde kijkmotieven vooropstelt. Het publiek kijkt omdat het programma een mix van informatie en ontspanning omvat, het aanzet tot voyeuristisch kijkgedrag en mogelijkheden tot identificatie biedt. Wanneer we deze kijkmotieven toetsen aan die uit de ‘uses and gratifications’-benadering stellen we vast dat die in grote lijnen dezelfde zijn. Zowel de ‘uses and gratifications’-benadering, als ons zelf verricht onderzoek beschouwt ontspanning, informatie, identificatie en voyeurisme als de vier voornaamste kijkmotieven. Zodoende stellen we vast dat de kijkmotieven voor reality-tv ook van toepassing zijn op een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Hierbij merken we toch één verschilpunt op. In de literatuur leggen academici ook de nadruk op de sociale functie van reality-tv. Mensen die naar hetzelfde reality-programma kijken zouden met andere mensen praten over wat ze hebben gezien. Uit ons onderzoek is echter gebleken dat de kijker dit niet als een doorslaggevend kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’ beschouwt. Het opzet van dit kwalitatief onderzoek was om – als aanvulling op de veeleer kwantitatieve ‘uses and gratifications’-benadering – op zoek te gaan naar dieperliggende kijkmotivaties. Uit de interviews is gebleken dat bij bepaalde kijkmotieven verdeeldheid heerst tussen man en vrouw. Hoewel zowel de mannelijke als de vrouwelijke respondenten het eens zijn met de informatieve waarde van ‘Het leven zoals het is’, merken we bijvoorbeeld op dat de vrouwelijke kijkers hier meer belang aan 77
hechten dan de mannelijke. Voor hen is het feit dat de docusoap een blik achter de schermen biedt, zeer doorslaggevend. Een tweede voorbeeld van het verschil tussen man en vrouw is dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke kijkers ‘Het leven zoals het is’ ontspannende televisie vinden, maar dat ze hier elk een andere invulling aan geven. Voor de vrouwelijke respondenten is het ontspannende televisie omdat de informatie op een speelse manier wordt overgebracht. Sommige mannelijke kijkers daarentegen vinden ‘Het leven zoals het is’ ontspannend omdat ze hierdoor met anderen kunnen lachen. Zij beschouwen de format als uitlachtelevisie en voelen zich beter door ernaar te kijken. Zodoende stellen we vast dat zowel de kijker ‘Het leven zoals het is’ ontspannend vindt, maar dat de mannelijke en vrouwelijke kijkers hier elk een andere reden voor geven. Ten slotte zorgt ook het kijkmotief voyeurime voor verdeeldheid tussen man en vrouw. Voor de mannelijke kijkers speelt voyeurisme ongetwijfeld een rol in de keuze voor ‘Het leven zoals het is’. Volgens hen houdt de Vlaming ervan om in het huis van een andere Vlaming binnen te kijken. De vrouwelijke kijkers zijn het daarmee eens, maar vinden voyeurisme hiervoor een ongepaste en te verregaande term omdat het programma de waardigheid van de personages te allen tijde voorop plaatst. We besluiten dat de kijkmotieven uit de ‘uses and gratifications’-benadering grotendeels van toepassing zijn op de docusoap ‘Het leven zoals het is’. Informatie, ontspanning, identificatie en voyeurisme blijken zowel voor reality-tv in het algemeen, als voor de docusoap de voornaamste kijkmotieven te zijn. Uit deze wetenschappelijke verhandeling is echter wel gebleken dat de mannelijke en vrouwelijke kijker aan een bepaald kijkmotief een andere invulling kunnen geven.
78
Bibliografie Boeken en (bijdragen uit) readers Altheide, D. & Snow, R.P. (1991). Media worlds in the postjournalism era. New York: Aldine De Gruyter. Andrejevic, M. (2004). Reality-tv: the work of being watched. Lanham (Md.): Rowman and Littlefield.
Barker, C. (2008). Cultural Studies: Theory and Practice. Londen: Sage.
Biltereyst, D. (2004). Televisiegenres, reality-tv en mediapaniek. Over reality-tv als genre, metagenre, tendens. In D. Biltereyst & P. Meers (Eds.), Film/TV/Genre (pp.171-194). Gent: Academia Press.
Biltereyst, D. & Meers, P. (Eds.) (2004). Film/TV/Genre. Gent: Academia Press.
Biltereyst, D. & De Smaele, H. (2000). Transformatie en continuïteit van de Europese televisie. Gent: Academia Press.
Biltereyst, D., Meers, P. & Van Bauwel, S. (2000). Realiteit en fictie: tweemaal hetzelfde? Brussel: Koning Boudewijnstichting.
Biressi, A. & Nunn, H. (2005). Reality TV: realism and revelation. London: Wallflower.
Blumler, J.G., Gurevitch, M. & Katz, E. (1974). Uses of Mass Communications by the Individual. In J.G. Blumler & E. Katz (Eds.), The Uses of Mass Communications: Current Perspectives on Gratifications Research (pp.19-32). Beverly Hills: Sage.
Bondebjerg, I. (2002). The Mediation of Everyday Life. Genre, Discourse, and Spectacle in Reality TV. In A. Jerslev (Ed.), Realism and ‘Reality’ in Film and Media (pp. 159-191). University of Copenhagen: Museum Tusculanum Press.
Bouwman, H., den Boer, D.J., Frissen, V. & Houben, M. (2005). Methodologie en statistiek voor communicatie-onderzoek. Amsterdam: Kluwer.
Bruzzi, S. (2000). New documentary: a critical introduction. Londen: Routledge. 79
Casey, M.A. & Krueger, R.A. (2000). Focus groups: A practical guide for applied research. California: Sage Publications, Inc. Coles, G. (2000). Docusoap: Actuality and the Serial Format. In B. Carson & L.J. Margaret (Eds.), Frames and fictions on television: the politics of identity within drama (pp.27-39). Wiltshire: Cromwell Press.
Corner, J. (1999). Documentary. The transformation of a social aesthetic. In J. Gripsrud (Ed.), Television and common knowledge (pp.173-184). London: Routledge.
De Boer, C. & Brennecke, S.I. (2003). Media en publiek. Theorieën over media-impact. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
De Meyer, G. (2001). Big Brother: een controversiële real live soap. Leuven: Apeldoorn.
De Meyer, G. (2006). De beste smaak is de slechtste smaak. Leuven: Acco.
Dhoest, A. (2006). Populaire televisie essays. Leuven: Acco.
Dovey, J. (2000). Freakshow: first person media and factual television. London: Pluto Press.
Ellis, J. (1999). Television as working-through. In J. Gripsrud (Ed.), Television and common knowledge (pp.55-79). London: Routledge.
Featherstone, M. (1995). Undoing Culture: Globalization, Postmoderism and Identity. Londen: SAGE Publications.
Friedman, J. (Ed.) (2002). Reality Squared: Televisual Discourse on the Real. New Jersey: Rutgers University Press.
Glynn, K. (2000). Tabloid Culture: Trash taste, popular power and the transformation of American Television. Durham and London: Duke University Press.
80
Greenbaum, T. (2000). Moderating Focus Groups. A practical Guide for Group Facilitation. US A: Sage Publications. Hall, S. (1999). Encoding, Decoding. In S. During (Ed.), The Cultural Studies Reader (pp.507-517). London: Routledge.
Hight, C. & Roscoe, J. (2001). Faking it: Mock-documentary and the Subversion of factuality. Manchester: Manchester University Press.
Hermes, J. & Reesink, M. (2003). Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Boom.
Hill, A. (2005a). Reality-tv. Audiences and popular factual television. London: Routledge.
Hill, A. (2005b). Audiences and Factual and Reality Television in Sweden. Jönköping, Zweden: ARK Tryckaren AB.
Holmes, S. & Jermyn, D. (Eds.). (2004). Understanding reality television. London: Routledge.
Jensen, K.B. (Ed.). (2002). A Handbook of Media en Communication Research: Qualitative and Quantitative Methodologies. London: Routledge.
Kilborn, R. (2000). The docu-soap: A critical assessment. In M. Hibberd, J. Izod & R. Kilborn (Eds.), From Gierson to the docu-soap. Breaking the boundaries (pp.111-119). Luton: University of Luton press.
Kilborn, R. (2003). Staging the real: factual TV programming in the age of Big Brother. Manchester: Manchester University Press.
Lesthaeghe, R. (1993). Onderzoeksmethoden in mens- en maatschappijwetenschappen. Gent: Universiteit Gent.
Leurdijk, A. (1999). Televisiejournalistiek: over de multiculturele samenleving. Amsterdam: Het Spinhuis.
81
Meers, P. & Van Bauwel, S. (2004). Debating Big Brother Belgium: Framing Popular Media Culture. In J. Jones & E. Mathijs (Eds.), Big Brother International: formats, critics & publics (pp.77-92). London: Wallflower Press.
McQuail, D. (1994). Mass communications theory: an introduction. London: Sage.
McQuail, D. (1997). Audience Analysis. Thousand Oaks, CA: Sage Publications Inc.
McQuail, D. (2010). Mass communications theory: an introduction. London: Sage.
Mikos, L. (2004). Big Brother as television text. Frames of Interpretation and Reception in Germany. In J. Jones & E. Mathijs (Eds.), Big Brother International: formats, critics & publics (pp.93-104). London: Wallflower Press.
Morgan, D.L. (1997). Focus groups as qualitative research: Qualitative Research Methods (16). Newbury Park: Sage.
Nichols, B. (1991). Representing reality: issues and concepts in documentary. Bloomington: Indiana University Press.
Nichols, B. (1994). Blurred boundaries. Questions and meaning in contemporary culture. Bloomington: Indiana University Press. O’Donnell, H. (1999). Good Times, Bad Times: soap operas and society in Western Europe. Londen/New York: Leicester University Press.
Reesink, M. (2003). Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
Roscoe, J. (2004). Watching Big Brother at Work. A Production Study of Big Brother Australia. In E. Mathijs & J. Jones (Eds.), Big Brother International. formats, critics & publics (pp.181-193). London: Wallflower Press.
Seiter, E. (2004). Television and New Media Audiences. New York: Oxford University Press.
Soudijn, K. (2005). Onderzoeksverslagen schrijven. Antwerpen: Standaard Uitgeverij.
82
Van Poecke, L. (1994). Mediacultuur en identiteitsconstructie in het licht van de postmoderne zwakke classificatie en framing. Deel I: van moderniteit naar postmoderniteit. Communicatie, 23(3): 1-27.
Von Feilitzen, C. (Ed.) (2004). Young people, soap operas and reality tv. Göteborg: Nordicom Göteborg University. Waege, H. (2006). Het onderzoeksplan. In J. Billiet & H. Waege (Eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek (pp. 65 – 85). Antwerpen: Uitgeverij De Boeck.
Watson, J. (2003). Media communication, an introduction to theory and process. New York: Palgrave Macmillan.
Wester, F. (2006). Onderzoekstypen in de communicatiewetenschap. Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Willis, J. (2000). Breaking the boundaries. In M. Hibberd, J. Izod & R. Kilborn (Eds.), From Grierson to the docu-soap. Breaking the boundaries (pp.97-102). Luton: University of Luton press.
Wilson, T. (2009). Understanding Media Users: From Theory to Practice. London: Wiley-Blackwell.
Winston, B. (1995). Claiming the real. The Griersonian documentary and its legitimations. London: British Film Institute.
Zillman, D. (1980). Anatomy of suspense. In P, Tannenbaum (Ed.), The entertainment functions of television. Hillsdale, Lawrence Erlbaum Associates.
Wetenschappelijke artikels Bondebjerg, I. (1996). ‘Public discourse/Private fascination: hybridisation in true-life-story genres’. Media, Culture &Society, 18, 27-45. Cathode, R. (1998). Voyeurs from hell (docu-soap such as ‘Hotel’ expose personalities rather than the institutions they work for). Sight and Sound, 8(2), 35.
Clancey, M. (1994). The television audience examined. Journal of Advertising Research, 34(4), 76-86.
83
Dauncey, H. (1996). ‘French reality television’. European Journal of Communication, 11(1), 83-106.
De
Pelsmacker,
P. & Geuens,
M. (1998). Televisiekijkgedrag,
programmavoorkeur en
persoonlijkheidskenmerken: de rol van de affectintensiteit en neiging tot nadenken. Communicatie 1, 2-19. Jensen, K. B. & Rosengren, K. E. (1990). Five Traditions in Search of the Audience. European Journal of Communication, 5(2), 207-238.
Jones, J. M. (2003). Show your real face: a fan study of the UK Big Brother transmissions (2000, 2001, 2002). Investigating the boundaries between notions of consumers and producers of factual television. New media & society, 5(3), 400-421.
Kilborn, R. (1994). ‘How real can you get’: recent developments in ‘reality’ television. European Journal of Communication, 9(4), 421-439.
Kilborn, R., Hibberd, M. & Boyle, R. (2001). The rise of the docusoap: the case of ‘Vets in practice’. Screen, 42(4), 382-395.
Magits, V. (2001). Media en de burger: een bijzondere verhouding. UVV-info, 18(1), 38-39.
Minnebo, J. (1999). Ontspannende ontspanning: kijkmotieven en de rol van emoties in reality-tv. Communicatie 2, 45-48.
Ruggiero, T.E. (2000). Uses and Gratifications Theory in the 21st Century. Mass Communication & Society, 3(1), 3-37.
Van den Bulck, H. (2001). Public service television and national identity as a project of modernity: the example of Flemish television. Media Culture Society, 23(1), 53-69.
Eindverhandelingen Awan, F. (2008). Young People, Identity and the Media. Westminster: University of Westminster. De Waele, W. (2007). Typologie en evolutie van reality-tv in Vlaanderen. Leuven: K.U. Leuven: Faculteit Sociale Wetenschappen. 84
Mast, J. (2003). Reality-tv in Vlaanderen: een controversieel fenomeen. Antwerpen: Dept. Communicatiewetenschappen.
Audiovisuele bronnen Berckmans, L. (producer). (2005). Het leven zoals het is: De Zoo. Brussel: VRT. Brackx, C. (producer). (2010). Het leven zoals het is: De Vissershaven. Brussel: VRT.
85
Bijlagen BIJLAGE 1: Publiekssamenstelling ‘Het leven zoals het is’
87
BIJLAGE 2: Correspondentie focusgroep interviews
88
BIJLAGE 3: Correspondentie diepte-interviews
90
BIJLAGE 4: Socio-demografische vragenlijst
91
BIJLAGE 5: Verwerking socio-demografische vragenlijst
94
BIJLAGE 6: Topiclijst focusgroep-interviews
96
BIJLAGE 7: Topiclijst diepte-interviews
97
BIJLAGE 8: Transcripties focusgroep interviews
98
BIJLAGE 9: Transcripties diepte-interviews
159
86
BIJLAGE 1: Publiekssamenstelling ‘Het leven zoals het is’
Universe
4-14
15-24j
25-34j.
35-44j.
45-54j.
55-64j.
65+
HET LEVEN ZOALS HET IS - DE KUST
517074
19767
23135
60167
78905
72656
95317
167126
HET LEVEN ZOALS HET IS - DE MAROLLEN
762726
14974
29445
53205
77559
106474
162599
318470
HET LEVEN ZOALS HET IS - DE ZOO
730252
66491
27047
65932
92019
122028
126047
230689
HET LEVEN ZOALS HET IS - HUIS TE KOOP
645454
23014
28014
65727
95496
88758
130542
213904
HET LEVEN ZOALS HET IS - LUCHTHAVEN
556230
31145
22708
51958
80751
69887
101912
197868
HET LEVEN ZOALS HET IS - OCMW
655105
19866
27732
63181
102906
81608
136123
223688
HET LEVEN ZOALS HET IS - POLITIE
344916
9081
6284
57465
64292
49190
65617
92986
87
BIJLAGE 2: Correspondentie focusgroep interviews Oproep : Dag iedereen, In het kader van mijn thesis werk ik aan een kwalitatief onderzoek rond docusoaps, met als casestudy 'Het leven zoals het is'. Hiervoor zal ik werken met focusgroep interviews, waarbij het de bedoeling is dat we telkens met een zestal personen rond de tafel samen over een aantal topics discussiëren. Dus, heb je in het verleden al eens naar 'Het leven zoals het is' gekeken (de marollen, de zoo, de luchthaven, de vissershaven,...) en ben je tussen de 20 en 30 jaar jong? Dan zou ik het geweldig vinden indien je je op één van de onderstaande data zou kunnen vrijmaken om aan een focusgroep interview deel te nemen. Het vraagt slechts twee uurtjes van je tijd en je zou me er een heel eind mee verder helpen! De interviews vinden plaats bij mij thuis, telkens op een zaterdag van 14h tot 16h (het einduur is een beetje afhankelijk van hoe vlot de gesprekken verlopen). Voor elke focusgroep heb ik zes personen nodig. Je kan kiezen uit de volgende data: -
26/02 05/03 12/03 19/03
Ben je dus bereid om op één van de voorgestelde data aan een focusgroep deel te nemen, stuur me dan een mailtje met de gewenste datum. Ik stuur je dan nog een bevestigingsmail met alle praktische informatie. Alvast heel erg bedankt en hopelijk tot binnenkort! Groetjes, Karolien PS. Ken je nog personen tussen de 20 en 30 jaar die ooit al eens naar 'Het leven zoals het is' gekeken hebben? Aarzel dan zeker niet om deze mail ook naar hen door te sturen!
Antwoord: Karo, Ik wil helpen. Laat maar weten in welke groep ik kom te zitten. grtn,
thomas
88
Bevestigingsmail focusgroep interviews: Hallo iedereen! Via deze mail wil ik jullie er even aan herinneren dat jullie zich ingeschreven hebben om nu zaterdag (05/03) deel te nemen aan een focusgroep voor mijn thesis. We beginnen eraan om 14h en het einde is voorzien tegen 15h30. Gelieve een kwartiertje op voorhand aanwezig te zijn, zodat we er om 14h stipt aan kunnen beginnen. Jullie hoeven niets mee te brengen. Adres: Breendonkstraat 86, 1840 Londerzeel. Laat je me weten of je nog steeds aanwezig zal zijn? Groetjes, Karo x
89
BIJLAGE 3: Correspondentie diepte-interviews Oproep: Beste Wiliam, Ik ben een laatstejaarsstudente communicatiewetenschappen. Voor mijn thesis onderzoek ik de kijkmotieven voor docusoaps, met als casestudy 'Het leven zoals het is'. Ik wil graag te weten komen waarom mensen naar 'Het leven zoals het is' kijken. Hiervoor werk ik met focusgroepen, waarbij mensen tussen de 20 en de 30 jaar met mekaar discussiëren. Het zou echter zeer interessant zijn om de perceptie aan de productie te kunnen koppelen door bij redacteurs/reporters te vragen wat volgens hén de kijkmotivaties van hun publiek zijn. Zou u soms bereid zijn om hierover met mij een gesprek te hebben? Met vriendelijke groeten, Karolien Cloots -----------------------------Antwoord: Beste Karolien, Ik wil je uitleggen wat ik daarover weet. Ik heb jarenlang HLZHI gemaakt, maar werk nu op de nieuwsdienst. Je kan me best bereiken op mijn gsm of via mail. Met vriendelijke groeten,
William Laenen Journalist VRT Nieuwsdienst Kamer 4R Info - 1043 Brussel +32 2 741 54 92 – +32 475 75 38 89
[email protected]
90
BIJLAGE 4: Socio-demografische vragenlijst
1. Wat is uw naam? _________________
2. Wat is uw geslacht? □ man □ vrouw
3. Wat is uw geboortejaar? ________________
4. Wat is uw hoogstbehaalde diploma? □ universitair onderwijs □ hoger onderwijs □ middelbaar onderwijs □ lager onderwijs □ geen
5. Wat is uw beroep? □ arbeider □ bediende/ambtenaar □ kaderlid □ zelfstandige/vrij beroep □ student □ werkzoekende □ huisvrouw/-man
91
□ ander, gelieve te specificeren: __________________
6. Wat is uw burgerlijke stand? □ alleenstaand □ alleenstaand met kinderen □ samenwonend zonder kinderen □ gehuwd zonder kinderen □ samenwonend met kinderen □ gehuwd met kinderen □ inwonend bij ouders/familie □ weduwe/weduwnaar
7. Hoeveel uren per dag kijkt u naar televisie? □ 0 – 1 uur □ 1 – 2 uur □ 2 – 3 uur □ 3 – 4 uur □ 4 uur of langer
8. Wat zijn jouw favoriete zenders? □ Eén □ Canvas □ VTM □ VT4 □ 2BE □ VIJFtv □ Andere, gelieve te specificeren: ___________________ 92
9. Wat is jouw top 5 van TV-programma’s? 1. _______________________ 2. _______________________ 3. _______________________ 4. _______________________ 5. _______________________
93
BIJLAGE 5: Verwerking socio-demografische vragenlijst
Vraag 1 t.e.m. 6
FG₁ X₁
M
1985
Hoogstbehaalde Beroep diploma hoger onderwijs bediende/ambtenaar
FG₁ X₂
M
1987
hoger onderwijs bediende/ambtenaar
FG X Geslacht Geboortejaar
FG₁ X₃
V
1987
FG₁ X₄
V
1989
FG₁ X₅
V
1988
FG₁ X₆
V
1986
FG₂ X₁
V
1989
FG₂ X₂
V
1989
FG₂ X₃
V
1989
FG₂ X₄
V
1989
FG₂ X₅
M
1989
FG₂ X₆
V
1990
universitair onderwijs universitair onderwijs universitair onderwijs universitair onderwijs
middelbaar onderwijs universitair onderwijs universitair onderwijs middelbaar onderwijs middelbaar onderwijs middelbaar onderwijs
bediende/ambtenaar studente bediende/ambtenaar bediende/ambtenaar
studente studente studente studente student studente
Burgerlijke stand alleenstaand inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie
inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie
94
FG₃ X₁
M
1982
FG₃ X₂
V
1989
FG₃ X₃
M
1989
FG₃ X₄
M
1989
FG₃ X₅
V
1989
FG₃ X₆
V
1988
FG₄ X₁
M
1989
FG₄ X₂
V
1988
FG₄ X₃
M
1984
FG₄ X₄
V
FG₄ X₅ FG₄ X₆
hoger onderwijs bediende/ambtenaar universitair studente onderwijs hoger onderwijs universitair onderwijs middelbaar onderwijs universitair onderwijs
student student studente studente
middelbaar onderwijs universitair onderwijs universitair onderwijs
zelfstandige/vrij beroep bediende/ambtenaar
1989
hoger onderwijs
studente
M
1986
hoger onderwijs bediende/ambtenaar
M
1984
universitair onderwijs
bediende/ambtenaar
kaderlid
alleenstaand inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie
inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie inwonend bij ouders/familie
95
BIJLAGE 6: Topiclijst focusgroep-interviews
1. Invullen van de socio-demografische vragenlijst 2. Verkennende ronde: elke deelnemer stelt zich kort voor (naam, studies, hobby’s…) 3. Topiclijst interview focusgroep: Gesprek beginnen met FRAGMENT uit ‘HLZHI: De Vissershaven’ 1. Kennen jullie docusoaps? Indien ja, dewelke? 2. Wat zijn volgens jullie de kenmerken van docusoaps? 3. Kijken jullie naar docusoaps? Indien ja, dewelke? FRAGMENT uit ‘HLZHI: De Zoo’ 4. Weten jullie uit welke docusoap vorig fragment komt? 5. Kijken jullie naar ‘Het leven zoals het is’? 6. Indien ja, waarom kijken jullie?
Eerst de antwoorden vanuit de respondenten zelf laten komen, nadien kunnen we (indien nodig) vragen stellen zoals: - Vinden jullie ‘Het leven zoals het is’ ontspannend? - Vinden jullie dat je uit ‘Het leven zoals het is’ iets kan leren? - Herkennen jullie jezelf in de personages uit ‘Het leven zoals het is’? - Wordt er in jullie omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat? - Vind je het leuk om naar anderen te kunnen kijken?
96
BIJLAGE 7: Topiclijst diepte-interviews
1. Wat zijn docusoaps? - kenmerken? - verschil met reality-tv? - manipulatie? 2. Wat zijn volgens jou de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’?
97
BIJLAGE 8: Transcripties focusgroep interviews
Focusgroep 1 Datum: 26/02/2010 Tijdstip: 14u – 15u30 Locatie: Breendonkstraat 86, 1840 Londerzeel Moderator: Karolien Cloots Co-moderator: Inne Van Herbruggen 6 deelnemers
X₁ : man, 26 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, alleenstaand, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₂ : man, 23 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₃ : vrouw, 23 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bijouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₄ : vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 12 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅ : vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₆ : vrouw, 25 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén.
Het interview (start 14h07 – einde 15h12)
Moderator: Goeiemiddag iedereen. Eerst en vooral heel erg bedankt dat jullie willen meewerken aan mijn masterproef. We zitten hier vandaag samen om aan de hand van een focusgroep interview te praten over docusoaps, het onderwerp van mijn masterproef. Bij zo’n focusgroep interview is het de 98
bedoeling dat jullie het meeste van de tijd aan het woord zijn. Ik zal af en toe tussen komen door een opmerking te geven of een vraag te stellen, maar het is belangrijk dat de antwoorden volledig uit jullie zelf komen en dat jullie met mekaar in discussie treden. We gaan het gesprek starten met een fragment. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’, alflevering 1, 00:02:03 tot 00:12:14. Moderator: We hebben nu een fragment gezien en mijn eerste vraag voor jullie is of jullie docusoaps kennen? En zo ja, dewelke? X₁: Ja, allé ik toch. X₃: Ja. X₄: Ja. X₅: Ja. X₂: Kennen wel ja, de luchthaven. X₅: en X₄: Ja, Heathrow! X₂: Ja, inderdaad. X₁: De bevalling. (algemeen gelach) X₅: Tienermoeders. X₄: De zoo. X₆: 16+. X₂: Oooeeh, ne kenner. X₅: Ja, is dat ook een docusoap? X₄: Was dat reality-tv? X₃: Nee, dat is niet zoals ‘Het leven zoals het is’. X₁: De School van Lukaku. X₃ en X₂ en X₅: Aaaaaaaaaaah ja! 99
X₅: Hoe maar, 16+ was toch geacteerd? X₄: Ja, dat was toch met acteurs, 16+? X₆: Ahja, dat is dus niet zoals ‘Het leven zoals het is’ X₅: Ja, dat was geacteerd. X₄: Ja. X₁: Maar er zijn verschillen. Soms is het gemengd, met een deel acteurs en een deel niet. Zoals bij De Ronde daar is dat ook zo. X₆: Ahja. X₅: De Ronde is fictie hé X₁: Ja, maar … X₃: Ja, maar ‘Het leven zoals het is’ is ook fictie hé. X₂: ‘Kinderziekenhuis’. X₂: En dieren… X₅: ‘Vinger Aan De Poot’ ofzo? X₂: Ja, dat was het! (X₂ en X₅ lachen) X₆: Ja, dat! X₃: Is dat ook docusoap? X₁: Daar heb ik nog nooit van gehoord. X₄: ‘Dieren in nesten’. X₃: Ja! X₅: Ja, ‘dieren in nesten’ X₁: Ahja, daar heb ik w!el al van gehoord.
100
Moderator: Jullie hebben nu enkele docusoaps opgenoemd, maar soms was er wat discussie over wat nu wel en wat nu geen docusoap is. Wat zijn volgens jullie de kenmerken van een docusoap? X₄: Geen acteurs. X₅: Dat het echt is. X₄: Niet in scène gezet? X₅: Ja. X₂: Bwa, daarjuist, die vrouw die haar man ging missen, dat was toch ook een schoon stukje acteerwerk hé. (X₃, X₄, X₅ en X₆ lachen) X₂: Ja maar ja, ‘Ik ga u missen schatje’, haha. (X₅ lacht) X₅: Ja normaal gezien niet geacteerd. X₂: Ze volgen mensen uit het alledaagse leven, denk ik toch? (twijfelt een beetje) X₅: Ja, gegrepen uit het leven. X₂: Meestal kiezen ze er ook wel choquerende … X₅: Ja, dingen die je wilt zien X₂: Voilà X₆: Ja X₃: Ah, en ‘de Marollen’, was dat ook geen docusoap? X₄, X₅ en X₆: Ja! X₁: En Man Bijt Hond? X₂: Is dat ook een docu? X₆: Stukken toch. X₁: Stukken ervan toch. 101
X₃: Dan volgen ze ook zo mensen in hun dorpen. X₄ en X₅: Ja. (X₂ lacht) X₄: Ja, van de ene mens naar de andere zo. X₅: Zijn er nog kenmerken? X₆: Docusoaps zijn echt een verhaal. X₅: Ja, ’t is soap hé, je volgt een verhaal. X₂: Ja, ze volgen telkens dezelfde mensen. ’t Zijn dezelfde personages die altijd terugkomen. X₄: Ja. X₂: Bij reality-tv zoals ‘Idool’ of ‘Supernanny’ is het altijd iemand anders. ’t Is altijd ‘ne andere kleine’ met wie ze problemen hebben. (iedereen lacht) X₆: In een soap zoals bij ‘Dubbelleven’ bouwen ze de spanning meer op. Ze maken de kijker nieuwsgierig. Dat is bij een docusoap minder vind ik. X₅: Ja, docusoap is documentaire en soap hé. Documentaire is dat je de mensen bezig ziet en soap is dat er een zeker soapgehalte is, drama.
Moderator: En kijken jullie zelf naar docusoaps? (Iedereen denkt diep na) X₄: Nee. X₆: Niet vaak. X₅: Ja, ik heb dat wel al gezien, ja, allé, als dat opstaat. X₄: Ik ga er niet voor thuisblijven. X₅: Nee en ik ga het ook niet oppakken ofzo.
102
X₄: Ik kijk misschien als er niets anders op tv is. X₃: Als dat opstaat, durf ik wel al eens voort te kijken. X₅: Ja, dan wel denk ik. X₃: Zoals ‘Heathrow’, daar heb ik wel alle afleveringen van gezien. (lacht) (X₄ en X₅ lachen) X₃: Dat is niet iets dat ge volgt of niet volgt. Soms staat dat op en dan kijkt ge daar eens een halfuur naar. X₅: Of als dat op een uur is dat tv sowieso opstaat, zoals op een zondagavond. Op zondagavond is het toch dat van de zoo, nee? Na ‘de Pappenheimers’? Dan kijk ik daar wel naar.
Moderator: Bedoel je ‘Colchester Zoo’? X₅: Ja, voilà. X₂: Ja. X₃: Ja, dat is ook zo met ‘Manchester Kinderziekenhuis’. X₅: Ahja, dat is op maandag.
Moderator: Dus jullie kiezen er niet bewust voor om naar docusoaps te kijken? Jullie kijken enkel wanneer het toevallig opstaat? X₂: Naar ‘De School van Lukaku’ heb ik wel gekeken uit nieuwsgierigheid. X₆: Ja! X₃: Ja, daar heb ik ook naar gekeken. X₆: Ja, ook omdat iedereen daar zo over bezig was. X₂: Ik heb het niet volledig gezien, maar toch een aantal keren. X₃: Dat heb ik wel bewust opgezet.
103
X₂: Wat is ‘Basta’ eigenlijk? Is dat ook een docusoap? X₅: Wat is dat eigenlijk? X₂: Ja, hoe noem je dat? Dat is een onderzoek … Want ja, ze volgen toch ook de mensen. X₅: Ja, dat is onderzoeksjournalistiek. X₃: Vroeger, heel vroeger, dan was er ‘Kinderziekenhuis’. En daar hebben wij wel écht naar gekeken. X₄ en X₆: Ja! X₅: Ja, daar keek ik ook naar! X₃: Daar bleven wij echt voor thuis om daar naar te kunnen kijken. (lacht) X₅: Ja, maar dat is echt zo. Daar keek ik echt naar uit, ik ook! X₂: Naar de kinderen hun miserie kijken. (lacht) X₃: Ja, omdat ge dan meezit in die verhalen en dat waren 5 of 6 kinderen die ze volgden. X₅: Ja, dat is al lang geleden hé. Dat is al zeker 10 jaar geleden. X₃: Ja. X₂: Echt? Is dat al zolang geleden? X₆: Ja, dat was met die Cloë. X₃: Ja, die Cloë die dan gestorven was, oh! X₄: Ja, aan kanker. X₃: Maar ik was toen wel jonger. X₅: Ja, toen keken we ook meer naar tv. Als je op kot zit gaat dat al niet hé. X₃: Voilà. Nu hebben we minder tijd om naar tv te kijken. X₅: Nu heb ik wel terug meer tijd om naar tv te kijken omdat ik nu niet meer op kot zit.
Moderator: Oké, ik heb nog een fragmentje voor jullie.
104
X₄: Ik hoop van Lukaku, want ik heb daar nog nooit iets van gezien X₂: Dat is goed ze X₃: Ja, ik vond dat ook wel goed, maar dat was altijd zo over een thema en dat was weinig Lukaka zelf. Ik had eigenlijk die zijn leven wel eens willen volgen, maar hem alleen dan. Dat ging eigenlijk over de Brusselse jeugd in het algemeen en dat vond ik wat jammer. Ik had verwacht dat meer over Lukaku zou gaan. X₄: Ah, ’t ging echt over meerdere mensen dan? X₃: Ja en elke aflevering ging over een thema, bv. vrije tijd of verliefd zijn
Moderator: Hier is het fragment. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Zoo’, alflevering 4, 00:00:38 tot 00:02:20. X₄: Oh, de zoo! (algemeen gelach)
Moderator: Uit jullie reacties op het fragment kan ik afleiden dat jullie weten uit welke reeks dat dit fragment kwam. Met dit fragment komen we eigenlijk tot de essentie van ons gesprek. Ik zou namelijk graag van jullie te weten komen of jullie naar ‘Het leven zoals het is’ kijken en indien ja, waarom jullie kijken? Wat zet jullie aan om naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken? X₄: Nieuwsgierigheid. X₅: Ja, omdat je wil weten hoe het daar is. Zoals bij de zoo of in de Marollen of bij die vissers. X₂: Ja en een beetje voyeurisme zeker? X₅: Ja. X₁: Misschien een beetje uit verveling als er niets anders op is? (X₅ lacht) X₂: Ja, maar ja, dat kan ook hé.
105
X₅: Ja, dat is waar. Ik denk eigenlijk vooral uit voyeurisme. X₂: Ja, dat is grappig om zo iemand te kunnen volgen. En zeker als er zo van ‘die kastarts’ tussen zitten zoals de Kenny. (cf. eerste fragment) (algemeen gelach) X₄: Ja, dat is een beetje entertainment hé. Je kan ermee lachen. X₂: Ja, uiteindelijk lachen we soms echt wel met die mensen hé. X₅: Ja. X₁: Ja, of bij ‘Man Bijt Hond’. Dat is echt bedoeld om met mensen te lachen. Maar je hebt dan ook die schrijnende programma’s zoals ‘Kinderziekenhuis’, dat is meer uit medeleven. X₅: Ja. X₂: Dat snap ik niet waarom iemand daar naar kijkt. X₆: Ja, dat is om medelijden te wekken hé. X₂: Ja maar komaan, daar kun je toch niet graag naar zien. X₄: Jawel, want je voelt daar zo mee mee. X₅: Ja, je voelt daar mee mee. X₄: Ja, je wil weten hoe dat eindigt. X₂: Ik voel me toch liever blij hoor.
Moderator: Als je zoals bij ‘Kinderziekenhuis’ meeleeft met die slachtoffers, wil dat dan zeggen dat je je met hen betrokken voelt? X₅: Ja inderdaad. X₃, X₄ en X₆: Ja. X₃: Ik denk dat je anders naar ‘de Marollen’ dan naar ‘Kinderziekenhuis’ kijkt. X₄: Ja, tuurlijk.
106
X₅: Ja, of naar ‘de Zoo’ ook hé. X₆: Ja, dat heeft zijn reden hé. X₁: Ah natuurlijk, dat is daarvoor gemaakt. X₄: Voor mij zijn ‘de Marollen’ eerder entertainment, maar bij ‘Kinderziekenhuis’ wil ik echt weten hoe dat eindigt, omdat ik daar zo mee meeleef. X₅: Ja, en zoals bij ‘Kinderziekenhuis’ is het leuk om te zien hoe het er op zo’n dienst aan toe gaat. X₃: Ja en zoals bij – hoe heette dat ook weer – Dokter van morgen ofzo? – dat vond ik echt interessant om naar te kijken. Dat is niet om mee te lachen. X₅: Ja. X₄: Ja, daar leer je van bij. Voor dat programma wist je niet hoe het er bij die mensen aan toe gaat en nu wel. Je krijgt er een bepaald beeld over. X₅: Ja, zoals bij ‘de Zoo’, zie je hoe de dingen zich achter de schermen afspelen. En bij die geneeskundestudenten is het leuk om te zien hoe zij hun studies aanpakken. X₃: Ja. X₄: Ja, en bij die vissers ook hé. Wij hebben er totaal geen idee van hoe het er in die hun wereldje aan toe gaat hé. X₃: Ja, maar bij die vissers interesseert mij dat niet zo. Het interesseert mij niet echt om te weten hoe een visser leeft. X₁: Maar wel hoe kinderen sterven en zo is er voor iedereen iets hé. X₃: Ja voilà, dat is waar. X₂, X₃, X₄, X₅ en X₆: Ja . (iedereen knikt bevestigend) X₄: Er zijn genoeg varianten daarvoor hé.
Moderator: En herkennen jullie jezelf in de personages uit ‘Het leven zoals het is’?
107
X₅: Ja, met die studenten uit ‘Dokters van morgen’. Hun situatie is vergelijkbaar met die van ons. Ik was toen ook student. Maar met die vissers uit ‘De Vissershaven’ dan weer totaal niet X₁: Pas op, met die kerel uit ‘De Vissershaven’ die niet naar school wil gaan. Dan maak ik toch ook de link en denk ik dat ik beter ook wat koppig was geweest. (iedereen lacht) X₅: Ja, dan herken je je daar in. X₁: Ja en ’t is dan een soort legitimatie voor je eigen gedrag. X₃: Ja en als je naar die ‘Dokters van morgen’ kijkt, dan besef je wel dat je aan je toekomst moet werken en je moet inzetten voor school om iets te bereiken. X₅: Ja, als die dan eens gebuisd zijn, dan kun je dat met je eigen situatie vergelijken, want je bent ook al eens gebuisd geweest. X₆: Ik denk ook dat je beroep een rol speelt. Ik werk als kiné en dan let ik ook vooral op hoe zijn op medisch gebied handelen. X₄: Ja. X₅: Ja, als je nu dierenarts bent of je werkt in de zoo, dan ga je volgens mij sowieso kijken. (iedereen reageert bevestigend) X₃: Ja en als student kies je dan voor ‘Dokters van morgen’ X₄: Ja, je zoekt naar gelijkenissen. X₃: Ja. X₆: Ja, inderdaad. X₂ : Ja, voor mij is dat dan ‘De School van Lukaku’. X₅: En misschien dat de vissers dan meer naar ‘De Vissershaven’ kijken. X₂: Ja, je kijkt naar datgene wat het dichtst bij uw interesses aanleunt hé. Ik denk dat dat logisch is.
108
Moderator: En hebben jullie de indruk dat er in jullie omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat wordt? X₄: Ja, over die school van Lukaku toch. X₅: Of als er een memorabele aflevering is, dan wordt daar ook wel over gepraat. X₁: En dat is nu niet over ‘Het leven zoals het is’, maar die mens met zijn autootje uit Liedekerke uit ‘Man Bijt Hond’. Daar is toen veel over gepraat geweest. (iedereen weet duidelijk waarover X₁ het heeft) X₃: De meeste mensen hebben dat toen niet echt gezien, maar zijn dat dan achteraf gaan opzoeken op YouTube ofzo. X₁: Ja, daar was toen echt een hype rond. Dat is zelfs op het nieuws geweest. X₂: Dat was toch ook echt opdat mensen er zouden mee lachen. X₅: Ja, als er echt iets spectaculairs in gebeurt, dan wordt daar wel over gepraat. Zoals nu bij ‘de Kenny’ (cf. eerste fragment). (iedereen lacht) X₅: Ik denk dat er ook veel afhangt van wat de makers zelfs in gedacht hebben? Willen ze dat we ermee lachen? Of willen ze dat we met de personages meeleven? X₃: Dat weet ik niet. Ik denk ook dat er mensen zijn die kijken omdat ze er echt in geïnteresseerd zijn en die niet begrijpen dat het vaak echt om met iemand te lachen is. X₁: Ja, zeker. X₄: Ja, bij oude mensen zeker. X₃: Ja, ons oma die kijkt naar ‘Het leven zoals het is’ en die vindt dat plezant om naar andere mensen te kunnen kijken, zonder te weten dat het vaak humoristisch bedoeld is X₅: Bij ‘Het leven zoals het is’ gaan ze er ook wel altijd de strafste verhalen uit halen. Ze gaan zoeken naar ‘ne Kenny’ die niet naar school gaat. (cf. eerste fragment) X₃: En niet iedereen – zoals bv. mijn oma – is zich daarvan bewust. X₅: Ja. 109
X₁: Je vergeet dat ook voor een stuk hé. Dat is zoals je naar een advertentie kijkt. Bijna iedereen weet dat dat gephotoshopt is, maar je denkt er niet altijd aan.
Moderator: En ervaren jullie docusoaps dan als iets dat echt gebeurd is of eerder als een soap? X₃, X₄, X₅ en X₆: Nee, als echt gebeurd. X₂: Langs de andere kant, je volgt het wel zoals een echte soap hé. X₅: Ja, maar dat is ook doordat ze er van die marginale gevallen uithalen. (iedereen lacht) X₃: Ja en ‘Kinderziekenhuis’ is dan wel niet marginaal, maar ze gaan niet de dagelijkse behandelingen tonen denk ik en dat is dan ook waarom ik er naar kijk. X₂: Ik kijk echt alleen naar docusoaps omdat het om te lachen is en ik denk dat dat ook voor vele mensen de belangrijkste reden is. X₄: Ja en omdat het ontspannend is. X₂: Ja en omdat het lachen is met andere mensen, een beetje leedvermaak eigenlijk. X₄: Ja, en uzelf daar dan ook een beetje beter door voelen. X₅: Ja, ’t is ontspannend en je moet er niet bij nadenken. X₃: Ja, en uit nieuwsgierigheid. X₅: Ja, ’t is niet zozeer dat ik daar iets uit wil leren. Ik wil niet weten hoe een visser vist, maar ben wel benieuwd naar hoe zulke mensen leven. X₃: Ja, naar hun werk- en leefomgeving. X₅: Ja, en bij elke variant van ‘Het leven zoals het is’ gaan ze dan op zoek naar opmerkelijke figuren waardoor het ook grappig wordt. X₁: Ja, de grijze muis interesseert niemand hé.
110
Moderator: Jullie hebben aan het begin van ons gesprek een socio-demografische vragenlijst ingevuld waarbij jullie een top-5 van jullie favoriete tv-programma’s hebben gegeven. Zijn de kijkmotieven voor die programma’s dezelfde als voor ‘Het leven zoals het is’ of verschillen die? X₁: Ik kijk eigenlijk nooit naar tv en zeker niet naar reality zoals ‘Het leven zoals het is’. Als ik mij verveel en dat is het enige dat erop is, zal ik kijken, maar anders niet. X₅: Maar bv. ‘De Slimste Mens’ dat volg ik echt, dat zou ik zelfs oppakken. X₁: Nee, dat zou ik ook niet oppakken. X₄: Ah, ik wel. X₃: Dat is misschien ook omdat dat met bekende mensen is. X₅: Maar eigenlijk kijken we naar ‘De Slimste Mens’ ook omdat het entertainment is hé. X₃: Ja, maar niet omdat we nieuwsgierig zijn. X₅: En niet om met andere mensen te lachen in de zin van oei, wat voor domme dingen gaat hij nu weer zeggen. X₂: Bij ‘Het leven zoals het is’ moet je niet echt nadenken, bij ‘De Slimste Mens’ wel. X₃: ‘Het leven zoals het is’ heeft niet een verhaal. Dat is bv. bij ‘Dubbelleven’ wel het geval. Je volgt daar echt een verhaal zoals bij een boek. X₅: Ja, bij ‘Het leven zoals het is’ is het niet erg om eens een aflevering te missen. X₄: Ja. X₁: Bwa, dat weet ik niet. Want als je bv. naar ‘Kinderziekenhuis’ kijkt en die mensen sterven echt, dan heeft dat toch diepere gevolgen voor u, dan dat er iemand in een soap sterft. Je maakt dan echt de link dat het een echte mens is die je gevold hebt. X₆: Ja, je voelt je daar toch wel bij betrokken. X₅: Ja, als je het volgt. X₃: Ja, dat klopt. Toen Cloë stierf in ‘Kinderziekenhuis’, dat heeft mij toen echt geraakt. X₆: Ja.
111
X₃: Maar daarom moet je ook echt mee zijn met het verhaal en ‘Het leven zoals het is’ nodigt niet altijd uit om het verhaal te blijven volgen. X₄: Ja.
Moderator: Goed, ik denk dat we ongeveer klaar zijn. Voor mij is alles duidelijk. Hebben jullie nog vragen? Allemaal heel erg bedankt om zo goed mee te werken!
112
Focusgroep 2 Datum: 03/03/2010 Tijdstip: 20u – 21u30 Locatie: Sint-Amandstraat 3, 9000 Gent Moderator: Karolien Cloots Co-moderator: Inne Van Herbruggen 6 deelnemers
X₁: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₂: vrouw, 21 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₃: vrouw, 21 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₄: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅: man, 21 jaar, middelbaar onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₆: vrouw, 21 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 4 uur of langer tv per dag, favoriete zenders zijn VTM en VT4.
Het interview (start 20h11 – einde 21h24)
Moderator: Goeiemiddag iedereen. Eerst en vooral heel erg bedankt dat jullie willen meewerken aan mijn masterproef. We zitten hier vandaag samen om aan de hand van een focusgroep interview te praten over docusoaps, het onderwerp van mijn masterproef. Bij zo’n focusgroep interview is het de bedoeling dat jullie het meeste van de tijd aan het woord zijn. Ik zal af en toe tussen komen door een 113
opmerking te geven of een vraag te stellen, maar het is belangrijk dat de antwoorden volledig uit jullie zelf komen en dat jullie met mekaar in discussie treden. We gaan het gesprek starten met een fragment. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’, alflevering 1, 00:02:03 tot 00:12:14. Moderator: We hebben nu een fragment gezien en mijn eerste vraag voor jullie is of jullie docusoaps kennen? En zo ja, dewelke? (iedereen denkt even na) X₅: ‘Jersey Shore’. X₂: Is dat een docusoap? X₅: Ahja toch! Dat is toch niet in scène gezet? X₁: Dat is wel in scène gezet volgens mij. X₂: Is ‘Temptation Island’ dan ook een docusoap? X₆ en X₄: Nee! X₂: Dat is reality. X₃: Is ‘de Pfaffs’ dan een docusoap? X₂: Ja, dat denk ik wel. X₃: Is er ook geen docusoap geweest over de Gentse politie? X₂ en X₄: Ja, juist! X₂: En ‘Zware voet’? X₁ en X₃: Ja! Moderator: Er is blijkbaar wat twijfel over wat precies een docusoap is. Wat zijn volgens jullie de kenmerken van een docusoap? X₁: Volgens mij is dat iets dat zogezegd op het echte leven is gebaseerd, maar toch wel ergens – zonder dat de mensen het door hebben – een beetje in een script gestoken is. X₅: ‘Jersey Shore’!
114
(algemeen gelach) X₃: Als je zegt ‘docu’, dan denk ik aan documentaire en ‘soap’, ja soap, maar voor mij is bv. ‘de Pfaffs’ geen documentaire. X₆: Nee zeker niet. X₄: Ik denk dat docusoap iets is waaruit je kunt leren. Zoals bij die vissers, dat is iets wat je niet gewoon bent. Maar ‘de Pfaffs’ is absoluut niet documentairegericht. Bij ‘Het leven zoals het is’ zijn het situaties die echt voorkomen. Maar een hoop mensen in een huis steken vind ik geen docusoap. X₁: Er zijn verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’ hé. En dat is niet alleen om te leren, maar ik denk dat dat de natuurlijke curiositeit van de mensen een beetje aanwakkert, van ‘hoe gaat dat er daar aan toe, in zo’n bepaalde job?’ En dat is een keer iets anders. X₅: Maar ’t is volgens mij wel allemaal in scène gezet. X₁: Denk je nu echt dat ze tegen die 16-jarige gaan zeggen van ‘jij moet nu op je zestiende verjaardag de boot op?’ Maar goed, als ik moet zeggen welke docusoaps ik nog ken, ‘Het leven zoals het is: Kinderziekenhuis’, ja, ‘De Vissershaven’ en wat heb je nog? X₄: En Wendy Bosmans die zo kinderen opvoedt? Is dat dan een docusoap? X₁, X₂ en X₃: Nee! X₄: ‘Vinger aan de poot?’ X₆: Ja, dat denk ik ook. X₄: Ja, dat is een dierenarts meevolgen en zien hoe dat die werkt. Of is dat reality? X₃: Nee, dat is zeker een docusoap. X₁: Ik denk dat reality eerder is, zoals verliefd worden enzo, en dat men bij docusoaps iemand volgt, maar niet te intiem. X₃: Misschien moeten we gewoon kijken naar wat de tv-makers hun doel is. Bij docusoap willen ze informeren en bij reality willen ze gewoon ontspannen. X₅: Maar, pff, informeren… X₃: Ja, toch wel hé… Bij ‘De Vissershaven’ leren we hoe het leven van een visser eruit ziet.
115
X₁: Ja voilà. X₂: Bij reality zitten er vaak ook spelvorm in. X₁: Bij reality gaan ze de zaken manipuleren, gaan ze er bewust voor zorgen dat er iets spectaculairs gebeurd. Terwijl bij ‘De Vissershaven’ kunnen ze niet op voorhand weten of er iets speciaals of ongewoons zal gebeuren. Ze kunnen moeilijk zeggen, ‘Allé niet te best vangen, zodat we straks kunnen klagen over de visvangst’. X₄: Ja, bij docusoaps kunnen ze niet zo goed manipuleren als bij docusoaps. X₃: En inderdaad, vanaf dat er spelvorm in zit, is het geen docusoap meer. X₄: Ja, dan heeft het geen documentaire-waarde meer. X₂: Bij docusoap wordt er niet zo in scène gezet. Je ziet ze aan de ontbijttafel, in de slaapkamer, zoals het zich in het echte leven kan afspelen hé. X₃: Ja, docusoaps spelen zich af in mensen hun natuurlijke biotoop.
Moderator: En kijken jullie zelf naar docusoaps? X₅: ‘Jersey Shore’ . (iedereen lacht) X₄: Ja, naar ‘Dierin in nesten’ bijvoorbeeld. X₁: ‘Vinger aan de poot’. X₃: In het middelbaar keek ik vaak naar docusoaps, maar nu kijk ik minder docusoaps omdat ik gewoon veel minder televisie kijk. X₂: Ja. X₄: Ja, nu heb je daar minder tijd voor. X₁: In ons gezin staat dat vaak op. Mijn broers keken vaak naar ‘Zware jongens’ en dan keek ik wel mee. X₃: Ja, als Bart kijkt, kijk ik ook mee.
116
X₂: Vroeger heb ik naar ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ gekeken. X₁, X₃ en X₄: Ahja, ik ook!! X₆: Ja, juist! X₂: Dat vond ik echt nog interessant. Die ziekenhuizen iets minder. X₄: Ja maar, dat is omdat je niet tegen bloed kan. X₁: Vroeger keek ik veel naar die ziekenhuisreeksen van ‘Het leven zoals het is’, maar nu kan ik daar niet meer zo goed tegen. (iedereen reageert verbaasd) X₅: Waarom niet? X₁: Ja gewoon, vroeger vond ik dat allemaal niet zo erg, maar nu wel. X₆: En ‘Tienermoeders’, is dat dan ook een docusoap? X₁: Oh! X₂: Ja! X₄: Ja, dat is sowieso docusoap. X₃: Ja, als ik eraan denk dat dat op televise is, dan wil ik daar graag naar kijken. Maar ik moet eraan denken. X₁: Ja natuurlijk, ik ga ook mijn wekker niet zetten om te televisie te kijken. Maar als het opstaat of ik denk eraan, dan kijk ik wel vaak. X₃: Ja, maar voor ‘Witse’ zou ik wel mijn alarm zetten. Voor docusoaps minder. Maar als het opstaat, dan blijf ik wel vaak kijken. (lacht) X₄: Ik kijk wel echt naar ‘Tienermoeders’. X₁: Ja, ik ook. Maar ik ga er inderdaad wel mijn slaap niet voor laten. Of andere dingen. X₂: Maar was er nu niet nog iets? X₁: Maar zo van die dingen zoals over Tanja Dexters en Ann Van Elsen die een baby krijgen, dat interesseert me wel totaal niet hoor. En dat vind ik ook geen docu. 117
X₄: Nee, dat is reality. X₆: Dat is geen docusoap nee. X₂: Maar er was ook zo’n VT4-programma… X₁: Aaaahja! X₆: Ja, dat ze zo iedereen volgden? X₁: Over Pieter Loridon en zijn zoontje dat volgestopt werd met snoep. X₅: En was er ook zo niets op Eén? Van ouders met hun kinderen? X₄: Ahja, ‘Ergens Onderweg’ was dat. X₆: Ja, of ‘Samen Onderweg’ ofzo. X₁: Dat was toch echt in scène gezet, dat was geen docusoap hé. X₆: Maar dan vinden jullie ‘Tienermoeders’ wel een docu? X₂: Jaja, ‘Tienermoeders’ is wel een docu. X₅: ‘Patrouille’? Dat ze zo ‘flikken’ volgden? X₂ en X₆: Ja. X₁: Dat vond ik saai. X₅: En soms keek ik wel naar ‘De Zoo’. X₃: Ja, en ook naar ‘Planckendael’! X₃: ‘De Olmense Zoo’ is het ook nog geweest! X₄: Wat? X₃: ‘De Olmense Zoo’! Ken je dat niet? X₄: Ligt dat in België? X₃: Ja, in Olmen! (iedereen lacht)
118
X₃: Dat is nog veel op tv geweest. X₂: Daar heb ik nooit naar gekeken. X₅: ‘Dokters van morgen’. X₂: Is dat met die studenten uit Leuven? Dat heb ik wel gezien. X₅: Ja. X₁: Ja, ik ook. X₃: ‘De School van Lukaku’! X₂: Is dat ook docu? Ahja, dat heb ik ook gezien. X₄: Dat heb ik niet gezien. X₂: Maar de ‘Dokters van morgen’ was leuk omdat dat met studenten was. Je kan je daaraan spiegelen. Zoals mijn zus, die studeert geneeskunde, die keek daar ook naar.
Moderator: Oké, jullie hebben nu toch al een heel aantal docusoaps opgenoemd. Ik heb nog een fragment voor jullie. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Zoo’, alflevering 4, 00:00:38 tot 00:02:20. X₄: Is dat ‘De Olmense Zoo’? X₅: Nee, dit is in de Antwerpse zoo. X₃: ‘De Olmense Zoo’ kwam misschien voor in ‘Dieren in nesten’. Ik weet het niet meer juist.
Moderator: Uit jullie reacties op het fragment kan ik afleiden dat jullie weten uit welke reeks dat dit fragment kwam. Met dit fragment komen we eigenlijk tot de essentie van ons gesprek. Ik heb al van enkelen gehoord dat ze naar verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’ kijken. Maar graag zou ik van jullie te weten komen waarom jullie kijken? Wat zet jullie aan om naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken? X₂: En specifiek over ‘de zoo’? Of in ’t algemeen?
119
Moderator: Over ‘Het leven zoals het is’ in het algemeen. X₅: Nieuwsgierigheid, denk ik. (iedereen geeft X₅ meteen gelijk) X₂: Ja, nieuwsgierigheid. X₃, X₄ en X₆: Ja. X₁: Ja, ik denk dat ook. X₅: Voyeurisme. X₂: Ja, dat zeker en vast ook. X₁: Voyeurisme is wel een groot woord hé. Dat is meer voor soaps waarin er smerige dingen gebeuren. X₅: Wel ja, docuSOAP (legt de klemtoon op ‘soap’). X₁: Ik denk echt vooral nieuwsgierigheid. X₃: Ja, nieuwsgierigheid en interesse. X₄: Ja, als je nu echt dierenarts wil worden, dan denk ik wel dat het interessant is om bv. bij ‘De Zoo’ te zien hoe het daar allemaal aan toe gaat. Of als je graag dieren ziet, of als je graag naar De Zoo gaat. Of als je dokter wil worden, ga je misschien meer naar ‘Kinderziekenhuis’ kijken. Of als je stewardess wil worden… X₂: Ja, dat is echt persoonlijk hé. X₄: Ja, welke variant je bekijkt, is afhankelijk van wat je interessant vindt. X₁: Maar ik denk dat de meerderheid die naar ‘Het leven zoals het is: De Luchthaven’ niet kijkt omdat ze piloot willen worden, maar gewoon omdat je daar zo ziet hoe het daar is. X₂: Ik kijk alleen maar om de problemen te zien. X₄: Ja, dat ook. X₁: Ja, maar daarom wil je er toch nog niet werken? X₂: Nee, ik vind dat gewoon spannend. 120
X₁: ’t Gaat vaak ook over speciale plaatsen. Er zijn veel mensen die niemand kennen die in de zoo werkt of in een ziekenhuis. En voor hen is dat dan iets speciaals. X₅: Voor mij is dat gewoon ontspannend. X₃: Ja, ’t is zeker ontspannend. En op een ontspannende manier krijg je informatie mee. X₅: Bwa, ’t is toch vooral om te ontspannen. Je kan evenveel informatie halen uit een gewone fictiereeks vind ik. X₄: Nee. X₁: Nee, dat vind ik niet. In een fictiereeks weet je nooit of dat het echt zo is of niet. En bij docusoaps weet je dat het in ’t echt ook zo gebeurt. Ik kon me vroeger nooit inbeelden hoe gevaarlijk het was op een boot, maar sinds ‘De Vissershaven’ weet ik dat nu wel. Ik heb iemand over boord zien vallen hé. X₂: Maar heb je daar iets uit geleerd? X₁: Nee, ik leer geen skills, maar ik leer wel hoe die mensen hun leven eruit ziet en dat die hun werk echt gek is. X₃: Of je leert wat zij allemaal moeten doen. Niet hoe ze het moeten doen, maar wat ze moeten doen? Of hoe is hun dag ingedeeld? Of hoe werkt die job? Of hoe werkt een luchthaven? X₅: Ja oké, een vissert vist. (algemeen gelach) X₁: Maar nee! X₃: Je hebt kustvissers, je hebt vissers die voor weken weg zijn. Wist jij dan op voorhand dat ze twee uur moeten slapen en dan weer twee uur moeten werken? Wist jij dat? X₅: Ja, dat wist ik. X₁: Wij zijn ook nog nooit opgepakt geweest op een luchthaven. Maar wij mogen dan met de camera meevolgen hoe dat allemaal in zijn werk gaat en hoe dat zo’n ondervraging gebeurt. In ‘Flikken’ is dat allemaal fictief. X₂: Oké, maar er gaat toch niemand naar een arrestatie op de luchthaven kijken om eruit te leren? Dat is toch pure sensatie? 121
X₁: Jaja, dat is zeker pure ontspanning, dat ontken ik niet. Je leert ook geen dingen die je gaat kunnen. Ik ga niet plots iemand kunnen ondervragen omdat ik het gezien heb, maar je weet dan wel hoe zo’n kamertje eruit ziet. Je hebt het een keer gezien. X₅: Maar je let toch gewoon op wat er gebeurt met die mensen, toch niet op hoe dat kamertje eruit ziet. Je gaat toch niet naar het behangpapier kijken! (algemeen gelach) X₁: Vroeger wilden alle kleine kindjes in de zoo gaan werken, maar nu misschien niet meer omdat ze zien dat ze daar ook echt wel hard moeten werken. Dan leer je daar toch iets uit! (verdedigt zich fel) Je krijgt meer kennis over dat beroep, maar daarom kan je het zelf nog niet hé. Maar je leert wel wat die mensen de hele dag moeten doen. X₂: Ja, dat is misschien wel waar. Je leert over hun leven, maar je leert niets bij. X₃: Ja. X₁: ‘Het leven zoals het is’ blijft ontspannend, maar het heeft zeker een informatieve waarde. X₂ en X₃: Ja. X₄: Ja nieuwsgierigheid hé. Waarom ben je nieuwsgierig? Omdat je iets ziet wat je niet wist. Moest je zelf in de zoo werken, zou je er wellicht niet altijd naar kijken. X₁: Ja, ’t zijn dan vooral de andere mensen die denken van ‘ahja, die zien ook wel af op hun werk’ of dat ze zien dat het toch niet allemaal rozengeur en maneschijn is. X₅: Ja, maar ze gaan dat toch ook een beetje in scène zetten. X₁: Ja, natuurlijk. Ze gaan op de luchthaven niet tonen wat er allemaal goed gaat.
Moderator: Jullie hebben nu al gepraat over het feit dat je bij ‘Het leven zoals het is’ andere mensen bezig ziet in hun job. Heb je dan het gevoel dat je je zelf kan herkennen in de personages? X₂: Ik denk mijn zus bijvoorbeeld wel bij de ‘Dokters van morgen’, omdat zij geneeskunde studeert. Maar dat is nu niet van ‘Het leven zoals het is’.
122
X₃: Ja, ik denk dat als je die job doet of iets gelijkaardigs, dat je dan wel gaat vergelijken. En eigenlijk ook als je kapster bent, kan je jezelf vergelijken met iemand die in de zoo werkt. Je kan denken ‘ik moet meer werken’ of ‘ik moet minder werken’. X₅: Ga je niet gewoon meer op karaktertrekken letten? En je daar dan mee vergelijken? X₁: Ja, en ik denk dat je toch ook wel een zekere geruststelling voelt als je ziet dat die mensen ook hard moeten werken. Of ook, dat iemand die in een fabriek werkt en naar ‘De Zoo’ kijkt, denkt van ‘amai, die mannen zijn evenveel betaald, maar hebben wel een leukere job’. X₃: Moest er nu een docusoap zijn ‘Het leven zoals het is: Studenten in Gent’, dan zouden we ons uiteraard wel met die personages kunnen identificeren. X₄: Ja, daar zouden denk ik ook echt veel studenten naar kijken.
Moderator: En hebben jullie de indruk dat er in jullie omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat wordt? X₆: Nee, ik niet. X₃: Nee, maar moest er nu inderdaad ‘Het leven zoals het is: Studenten in Gent’ bestaan, dan zou daar zeker over gepraat worden. X₂: Over ‘De School van Lukaku’ is ook veel gepraat, maar dat is niet van ‘Het leven zoals het is’. X₄: Over ‘Het leven zoals het is’ wordt in mijn omgeving niet gepraat. X₅: Nee, bij mij ook niet. Ik ken toch n iemand die al een keer een anekdote verteld heeft ofzo. X₁: Over ‘Tienermoeders’ heb ik ook al gepraat, maar niet over ‘Het leven zoals het is’. X₂: Ja, ik ook. Omdat dat zo’n marginale gevallen zijn. X₂: Ik denk dat je er echt wat binding mee moet hebben, opdat je erover zou praten. X₄: Ja, met ‘De Zoo’ hebben wij totaal geen binding hé. X₂: ‘Het leven zoals het is: De Scouts’! Daar zou nogal over gebabbeld worden! X₁: Ja! X₄: Haha, ja! 123
X₁: Dan zouden we echt vergelijken hoe wij het doen. X₅: Ja, ’t heeft te maken met je eigen leefwereld.
Moderator: Als we even zouden samenvatten, wat zou er dan voor jullie op de eerste plaats komen als kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’? X₅: Nieuwsgierigheid. X₄: Ja. X₅: En ontspanning. X₃: Als ik kijk is het eerder uit nieuwsgierigheid en interesse, en niet zozeer uit ontspanning. X₅: Jawel hé. X₄: Ja, jawel. ’t Is nog altijd tv hé. X₂: Ik denk beide, maar ontspanning toch op nummer 1. X₅: Ik zeg nieuwsgierigheid en ontspanning. X₁: En interesse! X₄: Maar eigenlijk kijk ik gewoon als er niets anders op is en ik niets anders te doen heb. X₁: Maar dan heeft X₃ toch een punt dat als je dan toch kijk, het uit interesse is? X₄: Ja, misschien wel ja. X₃: Ik kijk omdat ik wil weten hoe het eraan toegaat en niet omdat ik een keer wil ontspannen voor televisie. X₂: Ja, ’t hangt ervan af wat voor een kijker dat je bent hé. X₄: Ja, als je vijf uur per dag televisie kijkt, maakt het op de duur niet meer uit wat je ziet. Maar als dat je enige programma is, wel vind ik. X₁: Uit alles is nieuwsgierigheid toch wel de belangrijkste reden denk ik. X₅: Ja.
124
X₂: De eerste keer dat je kijkt, is het nieuwsgierigheid. Maar vanaf dat je weet waarover het gaat en hoe het in mekaar zit, is het volgens mij ontspanning. Je gaat niet nog een keer kijken omdat je nog steeds nieuwsgierig bent. X₃ en X₅: Jawel! (luid) X₃: Je wil toch weten waarover de volgende aflevering zal gaan! X₅: Ja, als er nu twee jongens ruzie hebben. Dan ga je de volgende aflevering ook kijken omdat je nieuwsgierig bent naar hoe die ruzie gaat evolueren. X₂: Ja, dat is sensatie hé. X₅: Ja, nieuwsgierig naar sensatie. En zeker omdat het echt is, wil je het zien. X₃: Maar als je het einde van een aflevering ‘Thuis’ ziet, dat is pure sensatie en dat is fictie. Maar als je het einde van een aflevering van bv. ‘De Vissershaven’ ziet, dan wil je volgende keer toch ook kijken uit interesse? Je wil toch gewoon weten hoe het met die mensen gaat? X₅: Ja, omdat het echt is. X₄: Sommige mensen kijken uit interesse en sommige mensen kijken omdat het ontspannend is. X₅: En ook voyeurisme hé. Daarjuist bij Kenny (cf. fragment), hebben we daar toch ook allemaal mee zitten lachen. X₁: Ja, maar dan hangt het af van welke docusoap het is hé. Bij ‘Kinderziekenhuis’ ga je toch niet uit voyeurisme kijken. Dat is veel ernstiger hé. X₂: Ja, maar er zullen wel altijd personages bij zitten waarnaar je uit voyeurisme kijkt. Bijvoorbeeld bij een ‘seutige’ verpleegster. X₄: Ja. X₃: Maar bijvoorbeeld bij die Gregory (cf. fragment) worden jullie dan ook niet boos? Tegen die moeder, omdat ze zo weinig doet? Omdat ze zo laks is? X₂: Ja X₁: Ja, je denkt meteen ‘Moest het mijn kind zijn, ’t zou anders zijn!’.
125
Moderator: Dus dan ben je je op dat moment aan het identificeren met de personages? X₁, X₃: Ja. X₂: Ja, eigenlijk wel hé. X₃: Ja, ik heb onmiddellijk gedacht, ‘wat zou ik doen moest het mijn zoon zijn?’. X₂: Maar ik blijf erbij dat ik uit sensatie kijk. X₆: Ja, moest het echt puur de werking van de luchthaven zijn, zonder al die speciale gevallen, dan is er echt niets aan.
Moderator: Goed, ik denk dat dat voldoende was. Voor mij is alles duidelijk. Hebben jullie nog vragen? Allemaal heel erg bedankt om zo goed mee te werken!
126
Focusgroep 3 Datum: 05/03/2010 Tijdstip: 14u – 15u30 Locatie: Breendonkstraat 86, 1840 Londerzeel Moderator: Karolien Cloots Co-moderator: Inne Van Herbruggen 6 deelnemers
X₁: man, 28 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, alleenstaand, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₂: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₃: man, 21 jaar, hoger onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 3-4 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, 2BE en VT4. X₄: man, 21 jaar, universitair onderwijs, student, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₅: vrouw, 22 jaar, middelbaar onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas. X₆: vrouw, 23 jaar, universitair onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, 2BE en VIJFtv.
Het interview (start 14h03– einde 15h26)
Moderator: Goeiemiddag iedereen. Eerst en vooral heel erg bedankt dat jullie willen meewerken aan mijn masterproef. We zitten hier vandaag samen om aan de hand van een focusgroep interview te praten over docusoaps, het onderwerp van mijn masterproef. Bij zo’n focusgroep interview is het de bedoeling dat jullie het meeste van de tijd aan het woord zijn. Ik zal af en toe tussen komen door een 127
opmerking te geven of een vraag te stellen, maar het is belangrijk dat de antwoorden volledig uit jullie zelf komen en dat jullie met mekaar in discussie treden. We gaan het gesprek starten met een fragment. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’, alflevering 1, 00:02:03 tot 00:12:14. Moderator: We hebben nu een fragment gezien en mijn eerste vraag voor jullie is of jullie docusoaps kennen? En zo ja, dewelke? X₅: Ik ken dat, maar ik heb bv. ‘De Vissershaven’ nog nooit gezien. Enkel ‘De Zoo’ en ‘Kinderziekenhuis’, dat heb ik wel gezien. X₃: Gaat het enkel over Eén of ook over andere zenders? Moderator: Ik heb het over docusoaps in ’t algemeen. X₃: Ah, want je hebt nu in Amerika ook zo’n dingen, die reeksen van ‘Deadliest Catch’. Dat is eigenlijk ‘Het leven zoals het is’, maar dan in ’t Engels en veel extremer. X₄: Ja. X₅: ‘Zware Jongens’. X₃: Ja, ‘Zware Jongens’, ja. X₁: Ik vind het alleen maar leuk als het die van België zijn. Zoals hierjuist met die West-Vlamingen, ik vind dat geweldig. (lacht) X₂: Ja, zo wat ‘plat’ hé. X₁: Ja, dan voel je je tenminste een beetje verbonden met die mensen. (X₂ lacht) X₁: En vooral dan marginalen. X₅: Ja. X₆: Maar ‘Man bijt hond’, hoort dat daar ook eigenlijk bij? Als dat zo over mensen gaat? X₅: Ja, ‘Ons dorp’. Dat zijn dan ook weer de marginalen die ze eruit pikken hé, uit dat dorp. X₆: Dat kan je wel zeggen ja. (lacht)
128
X₃: Ja, dat is grappig. X₅: Of mensen met de meest rare obsessies. X₁: Ja, anders is het niet interessant hé. X₂: Ik vind dat wel leuk om te zien waar mensen zich eigenlijk mee bezighouden. Wat die belangrijk vinden of wat dat die doen. Ik vind dat wel grappig. X₁: Daarvoor kijk je toch naar ‘Man bijt hond’, om met de mensen te kunnen lachen. X₃: Ja. X₂: Ja. (lacht) X₂: Soms kijken wij ook naar ‘Vinger aan de poot’. Dat vind ik ook wel leuk. Dat is ook wel triestig met die beestjes. X₃: En de zoo van Engeland. X₆: En je hebt toch ook iets van luchthavens, in Engeland en Australië. X₄: Heathrow. X₅: Ja, dat zijn ook meer internationale luchthavens hé. Niet in Zaventem. X₃: Ja en veel extremer dan in België. In Brussel gebeurt niets. X₁: Ja, in Australië ofzo is het veel strenger hé. Daar mag je bijna met niets door de douane. X₃: En valt ‘Oh Oh Cherso’ ook onder docu? (algemeen gelach) X₆: Nee, want dan zou ‘Temptation Island’ dat ook zijn. X₅: Nee, dat is reality-tv. X₅: Maar wat is eigenlijk het verschil tussen reality-tv en docusoaps? Bij reality-tv houden de acteurs toch ook niet vast aan een script? X₆: In zekere mate toch wel hé. X₁: Ja, dat is gestuurd allemaal hé.
129
X₄: Ja die opdrachten uit ‘Temptation Island’, dat is toch sowieso een scenario dat vooraf geschreven is. En bij docusoaps is het echt hun echt leven. X₁: Bij reality-tv wil men discussies uitlokken, bij docusoaps niet. X₂: Ja, bij reality-tv gaan ze echt voor conflicten, bij docusoaps niet. X₁: Maar bij docusoaps staat wellicht ook een regisseur bij die vragen stelt. X₂: Ja. Of als ze iets gemist hebben dat ze wilden filmen, dan filmen ze dat bij hé.
Moderator: Jullie hebben al enkele kenmerken laten vallen, maar zouden jullie nog preciezer kunnen omschrijven wat een docusoap precies is? En wat is dan volgens jullie het verschil met reality-tv? X₄: Is ‘De Pfaffs’ dan ook een docusoap? X₆: Dat is meer reality toch. X₄: En ‘Regi’s world’? X₂: Een docusoap dat is eigenlijk mensen volgen in hun leven. In hun dagelijkse leven. X₅: Ik denk dat de regisseur op voorhand zegt van nu gaan we hem volgen of nu gaan we haar volgen, maar dat hij tijdens het filmen niet ingrijpt. En dat hij dan geen script volgt. En die acteur – allé, dat is eigenlijk geen acteur – die doet wat dat hij anders doet. X₁: Ja, een beeld schetsen van iets hé. Van een beroep, van mensen… X₅: Ja. X₂: En bij reality-tv willen ze meer echt reacties uitlokken, denk ik. Echt conflicten maken. X₆: Ja, en ook meer een spelvorm toch. X₂: Over hoe bepaalde mensen reageren op bepaalde situaties die in het gewone dagelijkse leven niet voorkomen. X₅: In reality-tv hangt er ook altijd een soort van competitie aan verbonden. Zoals ‘Big Brother’, ‘Tempation Island’… Of ‘Komen Eten’, dat is ook reality. X₂: Ja, sowieso, uit uzelf ga je niet bij vreemde mensen gaan eten. (lacht)
130
X₃: Bij ‘Oh Oh Cherso’ heb je geen competitie hé. X₂: Nee maarja, ze zetten die allemaal gewoon op een eiland met … (lacht) X₄: Met wat? X₂: Met andere mensen. (lacht) X₃: En met veel drank. (iedereen lacht) X₆: Het onderscheid is toch niet altijd even duidelijk. X₄: Nee en ze beginnen dat ook meer te doen zoals bij ‘Man bijt hond’. Dat was vroeger gewoon informatief en nu is dat ook om uit te lachen hé. X₂: Ja, nu is het echt een beetje uitlachtelevisie hé. X₁: Ja, want vroeger dacht ik nog dat het om reclame ging voor een beroep ofzo, zoals een dierenarts of een verzorger in een zoo, maar eigenlijk als je dit dan ziet (cf. fragment), dat is niet echt meer reclame voor dat beroep hé, dat is gewoon uitlachtv. Daar is het inderdaad wel naar gegroeid, maar ik vind dat wel tof. (lacht) (X₃ en X₄ lachen) X₆: Ja dat is voor de kijkcijfers hé. Als het zuiver informatief is dan haakt iedereen af hé. X₅: Ik vind ‘Man bijt hond’ toch nog altijd een categorie apart. ‘Man bijt hond’ is nog altijd actualiteit hé. Wel anders bekeken, maar toch. X₃: En ‘De Zoo’ is nu niet echt uitlachtv hé. X₂: Nee inderdaad. Maar bij ‘De Vissershaven’ leek het echt alsof ze de marginalen eruit wilden halen. X₃: Nee, ik denk dat dat milieu gewoon marginaal is. X₆: Trouwens dat laatste gezin, met die zoon die erbij kwam, die vond ik toch niet zo marginaal (cf. fragment). X₅: Ja, die Bryan. Ja, die was er zich van bewust dat vissen echt een zware stiel is en dat hij niet wil gepusht worden om dat ook te doen. Moderator: Jullie spraken over uitlachtv. Wat bedoel je daar dan precies mee? 131
X₃: Ja, dat is misschien toch iets te grof. Ik vond het gewoon leuk om naar die mensen hun leven te kijken. Reality-tv is meer uitlachtv. X₂: Ja, uitlachtv is het niet echt. Maar toch heb ik vaak als ik ernaar kijk, dat ik denk van ‘ja, je zoekt het gewoon zelf’. Ze weten op voorhand dat ze gaan gefilmd worden en als ze zich dan eens belachelijk maken, ja dan lachen wij daarmee hé. X₁: Ja, inderdaad. Ze weten bij die situaties op voorhand dat ze gaan gefilmd worden hé. Het is geen voyeurisme ofzo hé. Ze kiezen daar zelf voor hé. Dus voor een stuk kiezen ze er ook voor om soms eens uitgelachen te worden. (lacht) X₆: Maar naar ‘De Pfaffs’ kijken mensen toch wel uit voyeurisme. Ookal weten zij daar ook dat ze gefilmd worden. X₂: Ja, van hen wil je echt weten wat die doen. Maar als ik gewoon iemand tegenkom op straat, wil ik daarvan niet weten hoe die zijn huis eruitziet. Maar bij bekende mensen is dat anders. X₃: Ik begrijp niet hoe mensen dat seizoenen lang kunnen volhouden. Het zou mij nog interesseren om een week het leven van een Bekende Vlaming te volgen, maar toch geen tien jaar! X₆: Ja, dat begint toch enorm te vervelen dan. Dat is altijd hetzelfde. X₁: Ja, zo’n bekende mensen interesseren mij echt niet. Ik kijk liever naar dingen zoals ‘De Luchthaven’ en ‘OCMW Brugge’. Dat vind ik echt heel tof, gewoon om te zien hoe dat het in mekaar zit. X₂: Ja, ik ook. Eerder dat dan bijvoorbeeld ‘Regi’s world’ ofzo. X₃: Bwaja, dat kan ook wel nog eens interessant zijn. Maar ook niet om weer oneindig veel seizoenen naar te kijken. X₄: Ja.
Moderator: En hoe zouden jullie een docusoap dan definiëren? X₃: Het laten zien van een bepaalde levensstijl. Een levensstijl proberen in beeld te brengen eigenlijk. X₂: Ja, hoe iemand zijn leven gestructureerd wordt door wat hij doet. Dat is echt iemand volgen tijdens een dag hé.
132
X₁: Ja, en niet alleen de goeie kanten hé, maar ook de slechte. X₆: En is dat ook niet meestal zo met beroepen? ‘Kinderziekenhuis’ enz? X₁: Ja, dat is waar. X₃: Ahja juist, ‘Kinderziekenhuis’! X₅: ’t Is iets dat dicht bij de mensen staat hé. X₂: En men wil precies ook meer begrip voor dat beroep creëren. Omdat dat meestal ook de dingen zijn waarvan je niet zo heel veel weet. X₆: Ja, laten zien hoe het er achter de schermen aan toe gaat. X₁: Ja. X₂: Omdat mensen daar misschien teveel in stereotiepen over denken. X₆: Ja. X₅: Ja. X₂: En doordat ze tonen hoe zo’n dag eruitziet, kan je daar dan misschien meer begrip voor opbrengen. X₆: Ja, een beetje meer uitdiepen. X₄: En zo weinig mogelijk manipulatie door de redactie. X₂: Ja. X₃: Ja. X₁: Ja, dat laatste weet ik niet zo goed. Volgens mij gebeurt dat toch nog veel. X₂: Ja, dat gesprek met die leraar zal ook wel geforceerd zijn (cf. fragment). X₆: Ja. X₁: Ja en dan bij dat normaler gezin. Die man zit daar duidelijk ‘tegen zijn goesting’ en dan die vrouw zo geforceerd vragen zitten te stellen. Dat was toch duidelijk gemanipuleerd hé. X₆: Ja, dat was precies allemaal ingefluisterd.
133
X₂: Maar ik denk dat ze vaak gewoon op voorhand gesprekken voeren over hoe het er soms aan toe gaat. X₆: Ja en dat ze bespreken wat ze allemaal willen laten zien. X₂: Ja. X₆: Je gaat natuurlijk sowieso wel anders doen als er plots een camera bij staat hé. X₂: Ja.
Moderator: En kijken jullie ook zelf naar docusoaps? X₃: Ja. X₁: Ik ben een trouwe kijker. (lacht) (iedereen lacht) X₁: Ik lach graag mensen uit. Moderator: En naar dewelke dan? X₁: Allemaal eigenlijk! Behalve ‘Het leven zoals het is: De Zoo’. Dierentuinen interesseren mij echt niks. X₆: Geen dieren voor jou. (lacht) Jij lacht liever met de mensen. X₂: Ik kijk eigenlijk enkel naar docusoaps over dieren. X₁: Vooral ‘Man bijt hond’ eigenlijk. Je voelt ze daar een stuk beter door als je daar naar kijkt. (lacht) (iedereen lacht) X₄: Ja, dat is goed voor uw zelfbeeld. X₂: Ik kijk niet veel tv. Maar bij ons staat af en toe ‘Vinger aan de poot’ op en dan kijk ik wel mee. Vroeger keek ik meer docusoaps. X₄: Ik kijk vaak gewoon omdat ik blijf hangen. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom ze er zoveel sensatie instoppen, omdat je zou blijven hangen. X₂: Ja, dan denk je ‘wat zijn ze nu weer allemaal aan het doen?’ 134
X₁: Ja, ’t is nu ook niet dat ik ervoor ga thuis blijven. Maar als ik thuis ben, kijk ik wel. X₆: Maar je gaat het niet opnemen. X₁: Neenee, dat niet. X₅: Bij ons is dat eigenlijk achtergrondtelevisie. Na ‘Thuis’ – ja, wij kijken naar ‘Thuis’ (lacht) -en tussen ‘De Laatste Show’ of ‘De Slimste Mens’ is er meestal wel een docusoap ofzo, en dan blijft de tv wel aanstaan. Hetzelfde met ‘Man bijt hond’, dat staat op voor ‘Thuis’ begint. X₂: Alles in teken van ‘Thuis’. (lacht) X₆: Nu dat ik op kot zit, kijk ik niet meer zoveel tv, maar vroeger keek ik wel veel naar docusoaps. Zoals ‘Kinderziekenhuis’, dat hebben wij met heel het gezin gevolgd. X₅: Maar zo ‘Kaat & Co’ en ‘16+’ enz, hoort dat daar ook bij? X₆: Nee, dat is echt met acteurs, dat is fictie. Dat was met ‘diene Anthony Arandia’. X₅: Ahja, oké. Ja, dat is waar, vanaf het echt met acteurs is, is het geen docu meer. X₁: Ja, dat was iets raars. Dat waren acteurs, maar die kregen enkel een soort van leidraad. Die moesten vooral improviseren. X₆: Ja, dat was iets gek. X₃: Ik kijk eigenlijk vooral naar Engelstalige docusoaps, zoals ‘Deadliest Catch’ enz. Dat is tv waarbij je niet hoeft na te denken. Als je een hele dag naar school bent geweest en je zet zoiets op, dat is gewoon in de zetel zitten en kijken. X₁: Of staren. (lacht) X₃: Die buitenlandse reeksen zijn ook net iets extremer. Zoals hier bij dat vissen (cf. fragment), daar gebeurt echt niets in hé. Ik vind de buitenlandse interessanter dan de Vlaamse.
Moderator: Oké, ik heb nog een fragment voor jullie. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Zoo’, alflevering 4, 00:00:38 tot 00:02:20. X₂: Oh, de zoo van Antwerpen!
135
Moderator: Ik heb al de vraag gesteld of jullie naar docusoaps in ’t algemeen kijken, maar wie kijkt er ook specifiek naar ‘Het leven zoals het is’? X₆: Ik vroeger, voor ik op kot zat. X₅: Dat is nu ook niet meer hé, of wel? X₃: Jawel, ‘De Hondenschool’. X₁: Ik kijk enkel bij dingen die mij interessen, zoals ‘De Luchthaven’ bijvoorbeeld. X₂: Ik als het over dieren gaat. X₅: Ik heb vroeger naar ‘Kinderziekenhuis’ gekeken. X₄: Maar ‘Kinderziekenhuis’ is nu toch ook niet het soort televisie dat je opzet om vrolijk van te worden. X₃: Nee, dat is super triestig. Er stierven er super veel. X₆: Niet allemaal hé. X₃: Ik vond dat toch niet leuk. Dat waren allemaal kankerpatientjes. X₅: Ik denk ook wel dat ik ooit naar ‘Spoed’ ofzo heb gekeken. X₁: Jajaja, dat heb ik ook gezien. X₃: En over het OCMW? X₄: Ja, was dat dat ze zo huisvestingen gingen zoeken enz? X₃: Ja! X₅: Dat ging dan wel vooral over de marginalen hé. X₄: Ja, dat heb ik wel een paar keer gezien. X₅: Ik vind die Lieven Van Gils wel heel goed als … Hoe heet dat? (iedereen zwijgt) Moderator: Bedoel je als voice-over? X₅: Ja, voice-over, ja. Want voor de rest, die anderen vond ik niet zo goed. 136
Moderator: Goed. Dan komen we aan bij de essentie van dit gesprek. Ik zou graag van jullie te weten komen waarom jullie kijken? Wat zet jullie aan om naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken? X₃: Dat is gewoon leuk om naar iemand anders zijn leven te zien. X₄: Ja interesse. Als het iets is dat je interesseert, dan ga je het niet afzetten hé. X₁: Ja, en ’t gaat meestal ook over beroepen die we totaal niet kennen hé. Zoals ‘De Vissershaven’ bijvoorbeeld, je weet op voorhand totaal niet wat die mannen doen hé, allé buiten op zee gaan dan. Dat is wel plezant vind ik. Op die luchthaven is dat ook zo, dat zijn dingen die je nooit ziet want je mag daar zelfs niet komen. En dat vind ik wel tof. Plus dat het voor mij ook gewoon uitlachen is hé. (X₄ lacht) X₁: Voor mij is het tweedelig. Omdat het interessant is en om mensen uit te lachen. X₂: Ja, het zijn dingen waar je slechts sporadisch mee in contact komt, en via ‘Het leven zoals het is’ kan je dan plots zien wat er achter de schermen allemaal gebeurt. Ik denk dat hetgene is wat de mensen interesseert. X₅: Ja, ik denk dat dat ook gewoon een beetje nieuwsgierigheid is. Je weet dat er in de luchthaven zulke dingen gebeuren, maar je ziet die nooit gebeuren. X₄: Ja. X₃: Ja, dat kost ook gewoon geen moeite om ernaar te kijken hé. Tegenover een film of een serie, daar moet je bij nadenken. Op ’t einde is er een clue, dus je moet dat begin volgen. (zucht een beetje) (X₁ lacht) X₃: Nee, maar dat is toch zo. Je moet dat gewoon opzetten, kijken en zitten. X₆: En ’t is ook niet dat je elke aflevering moet zien. X₃: Nee voilà. X₆: Je kan perfect eens afhaken en dan terug beginnen kijken. X₅: Ja, uiteindelijk gaat het nooit om één verhaal hé. ’t Zijn altijd verschillende verhaallijnen die aan bod komen. X₂: Ja, en verschillende mensen.
137
X₅: Ja. X₂: En niet één persoon dat je zo constant moet volgen. X₆: Ja, als ze echt een beeld willen schetsen dan moet dat ook hé. Dat kan niet aan de hand van één persoon of één verhaal. X₂: Ja. X₅: Ik vind dat dat er net voor zorgt dat je niet gaat wegzappen. Zoals bij ‘Kinderziekenhuis’, daar volgen ze drie of vier kinderen en eigenlijk moet je blijven kijken totdat je weet van gaan ze dood of gaan ze niet dood. Of hebben ze een gebroken been of niet. Allé, toch als je het echt wil weten. X₂: Ja. X₃: Was er recent ook niet ‘Het leven zoals het is: Spoed aan zee’? X₆: Ja, in Blankenberge. X₃: Ja, in Blankenberge, ja juist! X₁: Dat zal pas marginaal geweest zijn! (lacht) X₃: Ja, dat gingen dan over ‘zatte’ strandtoeristen die in een schelp getrapt waren. (X₄ lacht) X₂: En was er ook geen jongen dat zo superhard verbrand was? X₃: Ja, en er was ook iemand overreden met een go-car! (X₄ lacht) X₆: Ja, maar toch ook uit interesse. ik denk dat bijvoorbeeld ons mama niet kijkt om mensen uit te lachen. Die zal dat gewoon leuk vinden. X₅: Ja, en ook dat we beseffen van ‘dat kan ook met mij gebeuren’. X₆: Uitlachen is volgens mij niet het hoofdmotief. (zwijgt even) En ook, uit ‘De Zoo’ bijvoorbeeld, ik hoor daar vaak dieren waar ik nog nooit van heb gehoord. Dat is wel interessant vind ik. X₄: Ja, dat één ding dat zich opblies, daar had ik ook nog nooit van gehoord. (cf. fragment) X₃: Ja, dat is niet echt kennis die je gaat gebruiken, maar ’t is gewoon leuk om te weten. 138
X₁: Ja, maar ik vind dat er in zo’n programma’s heel veel informatie zit, maar dat je dat gewoon vergeet. Je onthoudt vooral dat ‘diene Gregory’ grappig is en dat het cliché nog eens bevestigd wordt. Maar wat voor soorten vissen dat waren, dat weet ik al niet meer hoor. X₄: Ja, je onthoudt vooral de grappige dingen. X₂: Ja, ik denk wel dat het een informatieve waarde heeft omdat je leert hoe die mensen leven enz, maar dat het vooral ontspannend is.
Moderator: En hebben jullie de indruk dat er in jullie omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat wordt? X₂: Ik soms, maar enkel als ik weet dat die persoon daar ook naar gekeken heeft. Tenzij dat het echt super spectaculair was, dan zou ik dat tegen iedereen zeggen. Maar bijvoorbeeld over ‘diene Gregory’ zou ik enkel praten tegen mensen van wie ik weet dat zij er ook sowieso naar gekeken hebben. X₅: Ja, maar dat heeft echt geen entertainment-waarde. Want ik weet op ’t werk bij ons mama of op school bij ons wordt er vaak gevraagd van wie ligt eruit bij ‘De Slimste Mens’ of wie heeft gewonnen bij ‘De Pappenheimers’. Of wat is er gebeurd in ‘De Ronde’? Over ‘Het leven zoals het is’ valt gewoon minder te zeggen. X₂: Dat is ook omdat die minder als persoon in dat programma staan denk ik. Dat wordt meer veralgemeend. Tegenover bij die programma’s, dat zijn vaak Bekende Vlamingen hé. Daar wordt makkelijker over gepraat. X₆: Ja, en niet over gewone mensen. X₂: Wat wel gebeurt, is dat als er iets grappigs gebeurd is, dat dat dan achteraf op Facebook gezet wordt. En dan beginnen mensen wel te reageren. Dan wel. X₁: Ja. X₂: Dus minder face-to-face, maar meer via Internet.
Moderator: Ik heb hier al een aantal keer horen vallen dat jullie je beter voelen door naar bepaalde afleveringen van ‘Het leven zoals het is’ te kijken. Kan je dat eens uitleggen? 139
X₃: Ja, je voelt je gewoon beter. Je weet dan waarvoor je naar school gaat. Dat is dan niet slecht bedoeld naar die mensen, maar ik krijg wel dat gevoel. Dan weet ik zeker dat ik zo’n soort werk nooit ga doen. X₆: Ja, maar dat is enkel bij dat vind ik. X₄: Ja, bij ‘Kinderziekenhuis’ ga je eerder meeleven hé. X₃ en X₁: Ja. X₃: Ja, dat is een heel andere emotie. X₂: Ja, ik denk dat je dan wel denkt van ‘gelukkig heb ik dat niet voor’. X₄: Ja. X₃: Ja, bij ‘Kinderziekenhuis’ ga je je meer inleven. Maar met die vissers leef je niet mee. Dat is gewoon grappig. X₂: Ja en daar neem je meer afstand van, van zulke mensen. Bij ‘Kinderziekenhuis’ niet. Dat grijpt de mensen echt aan.
Moderator: Oké, laat ons dan even alles samenvatten, wat zou er dan voor jullie op de eerste plaats komen als kijkmotief voor ‘Het leven zoals het is’? X₅: Voor mij nieuwsgierigheid. X₆: Bij mij ook. Als ik me echt wil ontspannen, dan kijk ik liever naar series of films. X₁: Bij mij staat uitlachen op nummer één. Omdat ik weet dat dat gaat gebeuren. Ze halen er sowieso de grappigste dingen uit. X₂: Bij mij is het eerder als ik niets anders te doen heb. Dan blijf ik wel kijken. En ik blijf dan kijken uit nieuwsgierigheid. X₄: En in zekere zin is het ook informatief hé. X₂: Ja, in zekere zin wel ja. X₃: Ik kijk niet uit verveling, ik vind het gewoon leuke televisie. Dat verveelt me niet. X₅: Ik denk dat je nieuwsgierigheid en voyeurisme niet over dezelfde kam kunt scheren. 140
X₆: Voyeurisme klinkt te negatief, dat is het voor mij zeker niet. Dat is eerder bij reality-tv, zoals ‘Temptation Island’. X₁: Ja, voyeurisme is voor mij precies een stap te ver. We zien gewoon het dagelijks leven en geen duister kamertje ofzo. X₂: Ja. X₁: ’t Is niet dat ze bij ‘Het leven zoals het is’ mensen op toilet gaan filmen hé. Dan zou het voyeurisme zijn. ’t Blijft waardig vind ik. Het is geen voyeurisme zolang je zelf kan bepalen wat er over jou wordt uitgezonden vind ik.
Moderator: Ja, ’t is wel belangrijk om goed te weten wat jullie precies onder nieuwsgierigheid verstaan. Zijn jullie nieuwsgierig naar de feiten? Of zijn jullie nieuwsgierig naar het gedrag en de gevoelens van de mensen? X₅: Ja, ik ben nieuwsgierig naar de feiten. Van wat gebeurt er als er iemand illegaal wordt opgepakt op de luchthaven. Niet naar het leven van die persoon. Niet naar wat die allemaal doet of wat die ooit al heeft gedaan. X₆: Ah, ik wel. X₅: Nee, ik niet. Ik wil gewoon weten hoe een officier een illegaal op de luchthaven oppakt en wat hij ermee doet. X₆: Voor mij ook, maar daarnaast vind ik het ook interessant wat voor een leven die mensen hebben. Ik wil de verhalen erachter ook wel weten. X₂: Bij mij gaat het eerder over feiten. Ik wil informatie. X₆: Ah nee, bij mij niet. Bij mij eerder de mensen erachter. X₁: ’t Is raar. Ik ben eigenlijk alleen maar geïnteresseerd in de situaties, in hoe het eraan toe gaat, maar die afleveringen zijn zodanig gemixt vind ik. Ze proberen 50/50 te doen hé tussen de situatie en de mensen hun leven. Op die manier is het dus zowel informatief, als eerder ontspannend. Maar je kan het zeker geen zuiver informatief programma noemen vind ik. Daarvoor kijk je beter naar andere programma’s op Canvas. X₂: Ja. 141
X₄: Een mix tussen amusement en informatie dus. X₁: Ja, en dan amusement in de zin van uitlachen en entertainment. X₂: Ja. X₁: En door die mix willen ze zoveel mogelijk kijkers lokken. Want op die manier krijgt iedereen toch te zien wat hij wil zien. X₆: Ja, en vroeger vond ik dat het objectieve de bovenhand kreeg, maar nu is er steeds meer aandacht voor de menselijke situatie en de gezinssituatie vind ik. X₁: Ja, dat is zeker waar. X₆: Waarschijnlijk omdat de mensen meer sensatie willen. X₁: Ja, en ’t zijn die mensen die dan blijven hangen hé. Meer dan één of andere boot op zee. X₂: Ja, maar zelfs bij ‘Kinderziekenhuis’, ookal is dat hard, toch ben ik ook daar meer geïnteresseerd in hoe de dokters en verplegers met bepaalde situaties omgaan, dan hoe dat de familie dat doet. Die familie die dan zit te wenen, dat moet ik echt niet zien. X₃: Ik vond het toen vooral interessant om te zien hoe die kinderen zelf reageerden. Om te zien hoe een 10-jarig kind omgaat met het feit dat hij binnen vijf maanden zal sterven. En dat was soms ook echt wel pakkend. X₂: Ja, maar je gaat je dan ook daarmee vergelijken denk ik. En kijken hoe dat je zelf met zo’n situaties zou omgaan. X₁: Ja. X₆: Voilà, dan kijk je niet puur uit informatie hé. X₅: Ja, dat staat ook veel dichter bij ons hé. Dat kan met iedereen gebeuren.
Moderator: Goed, ik denk dat dat voldoende was. Voor mij is alles duidelijk. Hebben jullie nog vragen? Allemaal heel erg bedankt om zo goed mee te werken!
142
Focusgroep 4 Datum: 12/03/2010 Tijdstip: 14u – 15u30 Locatie: Breendonkstraat 86, 1840 Londerzeel Moderator: Karolien Cloots Co-moderator: Inne Van Herbruggen 6 deelnemers
X₁: man, 21 jaar, middelbaar onderwijs, zelfstandige/vrij beroep, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en VT4. X₂: vrouw, 22 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders is Eén. X₃: man, 26 jaar, universitair onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 0-1 uur tv per dag, favoriete zender is Canvas. X₄: vrouw, 21 jaar, hoger onderwijs, studente, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 2-3 uur tv per dag, favoriete zender is Eén. X₅: man, 24 jaar, hoger onderwijs, bediende/ambtenaar, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén, Canvas en Acht. X₆: man, 27 jaar, universitair onderwijs, kaderlid, inwonend bij ouders/familie, kijkt gemiddeld 1-2 uur tv per dag, favoriete zenders zijn Eén en Canvas.
Het interview (start 14h13– einde 15h46)
Moderator: Goeiemiddag iedereen. Eerst en vooral heel erg bedankt dat jullie willen meewerken aan mijn masterproef. We zitten hier vandaag samen om aan de hand van een focusgroep interview te praten over docusoaps, het onderwerp van mijn masterproef. Bij zo’n focusgroep interview is het de bedoeling dat jullie het meeste van de tijd aan het woord zijn. Ik zal af en toe tussen komen door een 143
opmerking te geven of een vraag te stellen, maar het is belangrijk dat de antwoorden volledig uit jullie zelf komen en dat jullie met mekaar in discussie treden. We gaan het gesprek starten met een fragment. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Vissershaven’, alflevering 1, 00:02:03 tot 00:12:14. Moderator: We hebben nu een fragment gezien en mijn eerste vraag voor jullie is of jullie docusoaps kennen? En zo ja, dewelke? X₂: Wat is juist een docusoap? Is dat hetzelfde als reality-tv? X₄: Niet helemaal hé. X₁: Alles van ‘Het leven zoals het is’ is een docusoap. X₃: Een documentaire waarin personen de hoofdrol spelen zeker. In dat fragment was dat goed duidelijk. X₆: Kan je ‘Man bijt hond’ dan ook als een docusoap zien? X₄: Ja. X₃: Dat denk ik wel, ja. X₅: ‘De Pfaffs’. X₃: Ja. X₁: En ‘Wie kiest Pieter?’. Dat is geen docusoap zeker?
Moderator: We zullen misschien eerst even stilstaan bij wat een docusoap volgens jullie precies is. Wat zijn de kenmerken? X₁: Bij een docusoap volgen ze mensen in hun gewone doen. Bij reality-tv is het altijd iets speciaals denk ik. Een man die een vrouw zoekt, een boer die een vrouw zoekt… X₆: Ja, bij reality-tv zetten ze een scène op denk ik. X₅: Ja, reality-tv is meer gestuurd. X₃: Ja, en een docusoap gaat over een situatie die je volgt, een bepaalde omgeving. Reality-tv is een breder begrip dan een docusoap denk ik. 144
X₄: Heeft een docusoap ook niet meer informatieve waarde dan reality-tv? Het is geen uitlachtelevisie zoals ‘Big Brother’. X₃: Ja. Hoewel informatieve waarde nogal relatief is. X₄: Ik vind docusoaps waardiger dan reality-tv. X₂: Ja. X₃: Maar hetgeen centraal staat, zijn toch de personages hé. Dat fragment heeft nu 10 minuten geduurd, maar 6 minuten ervan ging over die man dat zijn cornflakes aan het eten was.(lacht) X₄: Ja, maar het onderwerp is toch waardiger. X₁: Je leert die mensen hun leven kennen. X₆: Ja, dat informatief karakter is wel doorslaggevend denk ik. X₄: En het gaat altijd over een ander onderwerp: Spoed, de vissershaven… X₃: Ja, het gaat over een bepaald onderwerp en die context van dat onderwerp worden dan de levens van een aantal mensen gevolgd. In principe is elk tv-programma informatief, het geeft altijd wel een zekere vorm van informatie hé. X₅: Docusoaps zijn tegelijk nuttig en nutteloos. (even stilte) X₂: En wat met ‘Idool’? X₅: Dat is een wedstrijd, dat is reality-tv. X₃: Ja dat is een wedstrijd. ‘Big Brother’ ook. X₆: Ja, ‘Big Brother’ is reality-tv ja. X₁: Een docusoap is in het dagelijkse leven en reality-tv is in scène gezet. X₄: Ja, reality-tv is opgezet spel. X₁: ‘Boer zoekt vrouw’ bijvoorbeeld, dat is duidelijk in scène gezet. X₆: Ja, daar forceren ze het gedrag van mensen. Bij een docusoap niet.
145
X₂: Ik ken veel docusoaps. Ik ken alle reeksen van ‘Het leven zoals het is’ denk ik. Ik ken ‘De Zoo’, ‘Kinderziekenhuis’… X₅: En ‘Tienermoeders’? Wat is dat dan? Is dat een docusoap? X₄: Dat is reality-tv. Dat is uitlachtv. X₂: Ja. (lacht) X₃: Dat is ook een docusoap hé. X₆ en X₁: Ja. X₂: En dat van op de luchthaven, in Zaventem, dat ken ik ook. X₃, X₆ en X₁: Ja. X₅: Je hebt daar verschillende dingen van hé. Je hebt ook Airport Australië denk ik. En nog veel meer. X₂: Ja, er zijn er veel. X₄: En ‘Grenscontrole’? X₂ ‘So You Think You Can Dance’? Dat is reality zeker. (iedereen knikt ja) X₃: Ja, dat is ook weer een wedstrijd hé. X₅: En wat is dan ‘Tournee Générale’? X₁: Docusoap. X₆: Nee dat is geen soap hé. X₁: Ah nee, juist. X₅: Nee, dat is geen soap. X₂: Nee. X₅: Een documentaire gewoon. X₆: Ja, een documentaire. X₃: Het is geen documentaire, maar het neigt er wel naar. 146
X₅: Maar ik vind het misschien te ‘easy going’ om een documentaire te zijn. X₁: Infotainment. Informatie geven over bieren. X₄: Wow, jij hebt je goed voorbereid. (iedereen lacht) X₁: Ja, ik heb vanmorgen nog een beetje gestudeerd. (lacht) X₅: En ‘Spoed’? X₃: Dat is gewoon een soap hé. X₂: Ja, maar dat was ook een reeks van ‘Het leven zoals het is’. X₄: Ja. X₃: Ah ja. Ja, alle reeksen van ‘Het leven zoals het is’ zijn docusoaps hé. X₂: Ja, er zijn er veel hé. X₅: ‘Dieren in nesten’? X₆: Ja. X₂: Ja, dat is een leuke! Lang leve Chris Dusauchoit. Diene heeft een aangename stem om naar te luisteren. X₆: En iets met veeartsen? X₂: En ‘Manchester Zoo’, ‘De Planckaerts’… X₁: En van alles heb je dan ook nog eens de Engelse versie hé. X₅: Ja, meestal komen ze uit Engeland hé. X₄: Hmm, zijn er nog? X₃: Ik ken er niet meteen meer dan dat ik al gezegd heb denk ik. X₄: ‘India voor beginners’ en ‘China voor beginners’? Is dat een docusoap? X₆: Nee, dat is een documentaire. X₃: Ja, dat is een documentaire. 147
X₅: En Sien en Maria! Die 2 ‘kuismadammen’! X₄: Ahja, ‘De grote schoonmaak’! Of hoe heette dat? X₃: Dat is meer reality-tv hé. X₄: Ja. X₆: Ja, dat is geen docusoap. Dat is ook nogal uitlachtv vind ik. X₃: En dat van die supernanny, dat is ook geen docusoap. Dat is weer reality-tv. X₂: En ‘Oh Oh Tirol’? X₄: Dat is uitlachtv. X₅: Ja, dat is superhard uitlachtv. (lacht) X₂: Ja. X₃: Dat zijn zeker geen docusoaps. Ik denk dat het verschil nu wel duidelijk is. X₅: Ja, dat is reality-tv, zoals ‘Temptation Island’. X₃: Ja, mensen worden in een kunstmatige setting geplaatst. X₆: Ja. X₄: Ja, en het zijn bijna altijd wedstrijden. X₃: Ik denk dat hetgeen X₁ zei, wel waar is. dat docusoaps eigenlijk gaan over het leven zelf en de mensen die je daarin volgt. En reality-tv heeft een kunstmatige setting, zoals ‘Big Brother’ en varianten. X₄: En allerlei soorten wedstrijden. ‘Expeditie Robinson’, ‘Temptation Island’… X₂: Ja. X₁: Maar niet altijd een wedstrijd hé. ‘De Pfaffs’ zijn geen wedstrijd hé. X₃: Maar ‘De Pfaffs’ is een docusoap hé. (iedereen geeft X₃ gelijk) X₆: Ja, maar dan over bekende mensen. 148
X₄: Ja. X₅: En in hoeverre is het in scène gezet? X₃: Het is zeker in scène gezet. Mensen worden bij mekaar gebracht voor een bepaald doel hé. X₅: Maar ‘De Pfaffs’, dat zijn bijna acteurs hé. Ze zeggen daartegen wat ze moeten doen. X₆: Ja, ik weet dat niet altijd.
Moderator: Wat denkt de rest hierover? Zijn docusoaps volgens jullie gescript? X₂: Voor een deel wel denk ik. X₃: Dat weet ik niet. Dat is wat wij niet zien hé. X₂: Ik heb eens een opname van ‘De Pfaffs’ gezien. Kelly ging de Free Record Shop binnen in Antwerpen. En die is 3 keer na mekaar moeten binnengaan eer dat het goed was. (X₆ lacht) X₃: Mij verwondert dat eigenlijk. Misschien is dat gewoon om een goed beeld te hebben hé. X₅: Ik denk niet dat ze hun tekst krijgen, maar ik denk wel dat ze een beetje sturen om het programma aantrekkelijk te maken. X₃: Ik denk ook niet dat die een script hebben, maar dat ze soms wel tot bepaalde situaties willen komen. X₄: Maar zoals bij ‘De Pfaffs’, dat is reclame hé. Ik denk dat zij er vaak ook wel de situaties uitkiezen om zo goed mogelijk bij de mensen over te komen. X₆: Ja, ’t is altijd een montage hé. X₃: Ja, ze kunnen moeilijk 24/24 uitzenden hé. X₄: Ja, maar ze zullen dat toch heel bewust uitkiezen denk ik. X₁: Maar dat vraag ik me af. Bij docusoaps, filmen ze dan de hele tijd door of filmen ze bijvoorbeeld maar 1 dag per week? X₂: Nee, dat is de hele tijd denk ik. X₄: Misschien enkel als er iets interessants gaat gebeuren. 149
X₃: Dat weet ik niet. Ik kan me voorstellen dat die mensen ook graag eens zonder camera’s willen zijn. X₂: Ik denk dat die heel de tijd aanwezig zijn.
Moderator: En kijken jullie zelf naar docusoaps? X₁: Ja. X₅: Ja, ik denk dat iedereen daar wel eens naar kijkt. X₄: Ja. X₃: Ja. X₁: Ik denk dat veel mensen zeggen van niet, maar uiteindelijk toch wel kijken. Als ze nadenken over wat een docusoap precies is. X₂: Er is op televisie ook bijna niets anders meer. X₄: Ja. X₂: Er zijn echt superveel docusoaps. X₃: Er wordt over ’t algemeen wel veel naar gekeken denk ik. In het lijstje van de top-10 van programma’s zullen altijd wel docusoaps bijzitten. X₆: Ja, het is het type televisie dat je tegenwoordig altijd ziet hé. X₃: Ja, zoals bij ‘De Vissershaven’, het zijn bijna allemaal marginale typetjes die erin voorkomen. X₄: Maar dat is toch geen uitlachtv? X₃: Ik vind dat wel uitlachtv. Jij noemt dat geen uitlachtv omdat ze niet in iets kunstmatigs worden geplaatst. X₄: Ja. Dat is toch niet met opzet gedaan. X₃: Maar het zijn toch wel allemaal heel rare mannen hé. X₂: Ja, ze kiezen die met opzet hé. X₃: Ja, ze kiezen die daarvoor hé. 150
X₄: Maar vissers zijn nu eenmaal marginaal. Die zijn gewoon zo. Dat is niet expres gedaan hé.
Moderator: Oké. Maar laat ons even terugkomen op de vraag of jullie kijken. Velen onder jullie zeiden dat ze regelmatig kijken. Naar dewelke dan? X₄: ‘De Zoo’. En de vorige ook, ‘Kinderziekenhuis’ bijvoorbeeld. Dat heb ik echt gevolgd. X₆: En naar ‘De Vissershaven’ heb ik ook af en toe gekeken. X₄: Nee, dat heb ik niet gezien. X₂: Ik ook naar ‘De Zoo’. Daar heb ik elke aflevering van gezien. En naar ‘Kinderziekenhuis’ heb ik ook altijd gekeken denk ik. X₁: ‘Luchthaven’.Eigenlijk heb ik van alles een beetje gezien, maar niets volledig. X₅: Ik heb ook naar ‘De Marollen’ gekeken. Dat vond ik echt goed. X₆: Ahja, dat heb ik ook gezien. X₂: Ahja, ik ook. X₃: Ik heb vroeger wel eens naar ‘Camping’ gekeken. Dat was ook wel marginaliteit troef. X₄: Ja, dat is ook gewoon het typische karakter van een camping hé. Zoals bij die vissers. Dat is gewoon zo.
Moderator: Ik heb nog een fragmentje voor jullie. FRAGMENT uit ‘Het leven zoals het is: De Zoo’, alflevering 4, 00:00:38 tot 00:02:20. X₂: Oh joepie, ‘De Zoo’. X₄: Oh ja, dat zie ik graag. X₂: En ’t vreemde is dat ik helemaal niet zo’n dierenliefhebber ben. X₄: Ik ook niet, maar op tv zie ik dat graag.
151
Moderator: Met dit fragment komen we eigenlijk tot de essentie van ons gesprek. Ik heb al van enkelen gehoord dat ze naar verschillende varianten van ‘Het leven zoals het is’ kijken. Maar graag zou ik van jullie te weten komen waarom jullie kijken? Wat zet jullie aan om naar ‘Het leven zoals het is’ te kijken? X₄: Ik denk omdat bijvoorbeeld ‘De Zoo’ of ‘Kinderziekenhuis’ de kans geeft om achter de schermen te kijken. Dan zien we echt wat die verzorgers doen. Als wij in de zoo lopen, dan zien we die verzorgers passeren, maar je weet eigenlijk niet precies wat die doen. In de huidige serie van ‘De Zoo’ kan je bijvoorbeeld zien hoe die verzorgers die beesten trainen met van die Pavlov-technieken. Er zit veel meer achter dan wat wij zien. En bij ‘Kinderziekenhuis’ is dat ook zo. Zo zien we hoe die artsen werken en met elkaar overleggen. Dus misschien kijken we uit nieuwsgierigheid, omdat we willen weten hoe het in mekaar zit. X₅: Ja, zoals bij die vissers, je kent dat niet hé. Dus je gaat kijken omdat je wil zien hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Het trekt je aan omdat je wil weten hoe het juist in mekaar zit. X₄: Ja, en dat is de enige manier om het te weten te komen hé. Meestal krijg je zelf de kans niet om daar achter de schermen te kijken. X₆: Ja, doorgaans kom je daar niet mee in aanraking. Allé, zelden toch. X₂: En ook omdat het ontspannend is denk ik. Je hoeft er niet bij na te denken. X₄: Ja dat is waar. X₆: Ja, het is gemakkelijke tv. X₅: Je moet gewoon kijken. (legt de nadruk op ‘kijken’) X₂: Ik word daar rustig van. (X₄ lacht) X₁: Ik vind het vooral leuk om te weten hoe het er in sommige bedrijven of organisaties aan toe gaat. X₂: Ja inderdaad, dat ook. Wat X₄ hierjuist zei is zeker waar. X₁: Via die programma’s weet je wat die eigenlijk allemaal doen. Ze nemen altijd wel dingen die je kent, maar je weet nooit wat ze precies doen. X₃: Ik ben het er ten dele mee eens. Maar ik denk dat het toch ook om een soort van voyeurisme gaat. Mensen kijken gewoon graag bij iemand anders binnen. Het zijn ook altijd van die kleurrijke 152
figuren. Zoals bij ‘De Vissershaven’ zien we van die jonge kerels die niets van hun leven maken, van die West-Vlamingen die ze moeten ondertitelen… Er worden altijd van die opvallende types naar voren geschoven. Het is duidelijk de bedoeling van de makers om … X₅: Anders wordt er ook niet naar gekeken hé. X₃: Ja en ’t is juist dat wat een docusoap onderscheidt van een documentaire. Een documentaire is puur informatief. X₆: Ze willen er duidelijk wat entertainment insteken ja. X₃: Voilà. X₄ haalt nu het aspect aan van ‘docu’, maar er is toch ook duidelijk een zeker soapgehalte aanwezig, waardoor de mensen kijken. X₄: Maar gaan ze altijd selecteren op basis van wat de mensen leuk vinden? En op basis van waarmee ze zullen lachen? X₂: Ik denk dat wel. X₃: Ik denk dat ook. Kijkcijfers zijn echt wel hun belangrijkste streefdoel. Zeker voor VTM, maar ik denk ook voor de VRT. Ze gaan die programma’s echt kneden naar de smaak van de mensen. En op een bepaalde manier kom je misschien wel een aantal dingen te weten, maar uiteindelijk, die verzorgers die geven die dieren eten, die vangen die dieren en die doen misschien af en toe van die Pavlov-technieken, maar hoeveel minuten in die programma’s gaan daarover? X₄: Steeds meer vind ik. X₃: Dat komt erin voor. Zoals in ‘De Vissershaven’, oké die vangen die vissen, maar ze leggen toch niet uit hoe zo’n schip werkt. Dus zo informatief vind ik het toch niet. (legt de klemtoon op ‘zo’) Het informatieve gehalte is aan de lage kant. Ook bij ‘De Marollen’ bijvoorbeeld is de informatie waarde toch ook klein. Dat zijn gewoon mensen die over hun levens praten en hun eigen marginale levens tonen. X₅: Ja, ze tonen gewoon het leven zoals het is hé. Want zo is het leven daar hé. X₃: Ja, maar daar valt het aspect van dat mensen naar ‘De Zoo’ kijken om iets bij te leren, totaal weg. X₆: Ja, dat is totaal iets anders hé. Bij ‘De Zoo’ of ‘Kinderziekenhuis’ kom je in aanraking met beroepen, bij ‘De Marollen’ met een samenleving op zich. Het geeft enerzijds een inkijk in beroepen en anderzijds in een samenleving.
153
X₃: Ja. En dat is wel een groot verschil. Dat is wel goed gezegd. X₄: Je kiest als kijker de meest interessante onderwerpen eruit en het ene is al meer informatief dan het andere. Veel dierenliefhebbers kijken naar ‘De Zoo’, … X₆: Ja. X₃: En Marollenliefhebbers kijken naar ‘De Marollen’? (algemeen gelach) X₆: Nee, maar ze heeft wel gelijk. Welke variant je kijkt, heeft te maken met wat je zelf het interessantst vindt. X₃: Wat mij betreft is het grootste aandeel in de kijkmotieven voyeurisme. Zien wat dat die mensen doen, hun doen en laten en bij de mensen binnenkijken. Ik wijk nu een beetje af van het format docusoap, maar bij ‘Man bijt hond’ is er toch ook altijd zo’n fragment, ‘Ons Dorp’, eigenlijk is dat ook een soort docusoap. Ik kijk daar ook gewoon graag naar omdat ik graag bij mensen binnen kijk. Die mensen doen meestal gekke dingen, dat is gewoon super grappig. En ik denk dat het grootste succes van ‘Het leven zoals het is’ om dezelfde reden is. Je hebt bepaalde speciale types mensen die gewoon leuk zijn om naar te kijken. Dat is bij andere programma’s ook vaak de reden tot succes hé. Kijk naar ‘Het Eiland’, dat is zo goed omdat die personages zo sterk uitgewerkt zijn. X₂: Ja. X₃: En inderdaad, in sommige van die formats leer je dan soms ook nog iets bij. X₄: Ja, anders zou het ook geen docusoap zijn hé. X₅: De kijkmotieven – of alleszins toch het aandeel ervan – zijn per variant verschillend denk ik. X₃: Ja. X₂: Ja, dat denk ik ook. X₄: Ja. X₅: Het onderwerp op zich is heel belangrijk. Is het interessant of niet? X₆: En belangrijk is ook dat het ontspannende tv is. X₃: Ja, het is verstand op 0. En in die zin is ontspanning ook wel een goeie reden denk ik. Je hoeft er geen moeite voor te doen. 154
X₂: Ja, daarom vind ik dat zo leuk op zondagavond om naar ‘De Zoo’ te kijken. X₆: Gewoon kijken en opnemen. X₂: En als je eens een aflevering mist, kan dat ook geen kwaad. X₁: Dat is hun sterkte vind ik. Als ze het te serieus zouden aanpakken, zouden er geen kijkers zijn. X₄: En ik denk ook dat veel mensen uit nieuwsgierigheid kijken. Ik alleszins wel. X₂: Ja, ik ook.
Moderator: Nieuwsgierig in de zin van – nieuwsgierig om in het leven van anderen binnen te kijken dus voyeuristisch? Of nieuwsgierig in de zin van – ik wil iets bijleren over hoe het er daar aan toegaat? X₄: Nieuwsgierig om achter de schermen te kunnen kijken. X₂: Ja. Bij ‘De Marollen’ is het eerder om te zien hoe die leven, bij ‘De Zoo’ is om te zien hoe die werken. X₃: Ja. Bij ‘De Zoo’ is het nieuwsgierigheid, bij ‘De Marollen’ zou ik het eerder voyeurisme noemen. X₆: Ja, inderdaad. X₂: Nieuwsgierigheid is vooral een kijkmotief voor de reeksen die over een bepaald beroep of bepaalde sector gaan. Bijvoorbeeld ‘Kinderziekenhuis’ vond ik leuk om naar die operaties te kunnen kijken. Ik kijk niet zozeer voor die angst van die ouders – hoewel dat wel heel erg is – maar ik wil eerder zien hoe die dokters met verschillende situaties omgaan. En ik kijk ook wel om te zien of ze nadien genezen.
Moderator: En voel je je dan betrokken met de personages? Bijvoorbeeld uit ‘Kinderziekenhuis’? (iedereen zegt meteen ‘ja’) X₃: De meeste kijkers sowieso wel. X₁: Ja en er zijn wel altijd ergens bepaalde verhaallijnen die je aangrijpen en waarmee je je betrokken voelt. 155
X₅: Dat is natuurlijk ook afhankelijk van persoon hé. De ene is al emotioneler dan de andere. X₂: Ja. Zeker als er iets ergs is gebeurd of als het met kinderen te maken heeft. En met die ouders leef je natuurlijk ook mee. X₃: Ja, dat wekt medelijden op hé. Emotie is denk ik een belangrijk aspect van die docusoaps. X₂: Ja. X₄: Ja, dat is dan het soapgehalte. Zeker als een personage bijvoorbeeld slecht nieuws krijgt. En ook bij dat fragment uit ‘De Vissershaven’, op bepaalde momenten voelde ik echt plaatsvervangende schaamte. X₁: Ja, zeker bij die man dat zovaak op zee moet. Dan vraag ik me af of ik dat zelf wel zou willen, zo vaak van huis zijn. X₂: Ja, je vergelijkt die hun manier van leven met jouw eigen leven. X₄: Ja, bij dat fragment waarbij die jongen 100 euro krijgt, waarvan hij 35 euro terug moet geven aan zijn moeder én hij moet er boodschappen mee doen. Dan denk je toch van ‘dju, dat is toch erg, ik heb het zo slecht nog niet’. X₆: Ja, ik had toch ook wel wat medelijden met die jongen. X₂: Ja. En van die jongen die zijn leven zo verknoeit en niet naar school wil gaan, daar word ik echt kwaad van. Daar geraak ik geïrriteerd van. X₄: Ja. X₃: Bij mij is dat totaal niet zo. Ik voel absoluut geen emotionele betrokkenheid. X₄: Nee? X₂: Ah, ik wel. X₄: Allé, je denkt dan toch van ‘komaan, doe iets met je leven’? X₃: Er zijn nu eenmaal zulke mensen. Ik moet de wereld niet verbeteren. X₄: Maar nee, ik ook niet. Maar dat is gewoon een logische gedachte. X₂: Ja. X₆: Ja, vanuit je eigen standpunt denk je dat je de zaken anders zou aanpakken. 156
Moderator: En over programma’s zoals ‘Basta’ of ‘De Ronde’ wordt heel veel gepraat. Hebben jullie de indruk dat er in jullie omgeving over ‘Het leven zoals het is’ gepraat wordt? X₅: Het is vooral de pers die daar zoveel over praat. X₃: Ja voilà. X₅: Over ‘Het leven zoals het is’ wordt misschien af en toe gepraat op café. Maar alvorens dat ‘De Ronde’ begon, hadden de kranten daar al superveel over geschreven. X₆: Ja. X₃: Ja, het was nog niet begonnen of iedereen moest het al goed vinden. X₂: Ja, dat is waar. Ik heb zelf nog niet echt over ‘Het leven zoals het is’ gepraat denk ik. Misschien wel al eens over ‘De Pfaffs’. X₅: Ja, alleen als er misschien echt iets heel grappigs is gebeurd. X₆: Over ‘Man bijt hond’ praat ik wel soms. Maar niet over ‘Het leven zoals het is’. X₃: Ja, de dingen die in ‘Het leven zoals het is’ gebeuren, zijn gewoon veel minder ludiek dan bij ‘Man bijt hond’. Die zijn niet de moeite om te vertellen. X₆: Ja.
Moderator: Oké. Als we nu even alles op een rijtje zetten, wat zijn dan volgens jullie de belangrijkste kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’? X₁: Ontspanning, voor een groot stuk. Om uw zinnen te verzetten. X₅: Nieuwsgierigheid. X₁: Ook ja. X₂: Soms wel, maar soms ook omdat er gewoon niets anders op tv is. En omdat je moet wachten totdat er een goei programma volgt. X₆: En soms ook sensatie, zoals bij die reeks over de politie. X₂: Ja.
157
X₃: Ik denk dat de mensen voornamelijk kijken omdat het zodanig gemakkelijke televisie is. Om het even welk onderwerp, het blijft makkelijke tv.’t Is altijd voorgekauwd, je moet er echt geen moeite voor te doen. Dat beantwoordt echt aan de vraag van wat de mensen willen. X₆: En er komen herkenbare dingen in voor, het is het dagelijkse leven van gewone mensen. X₃: Ja, het is heel herkenbaar. Moderator: Goed, ik denk dat dat voldoende was. Voor mij is alles duidelijk. Hebben jullie nog vragen? Allemaal heel erg bedankt om zo goed mee te werken!
158
BIJLAGE 9: Transcripties diepte-interviews Diepte-interview 1 Datum: 07/03/2010 Tijdstip: 10u – 11u30 Locatie: VRT, Auguste Reyerslaan 52, 1043 Brussel – Lokaal 6L52 Vraagsteller (V): Karolien Cloots Geïnterviewde (G): Koen Berckmans
Het interview (start 10h02 – einde 11h24) (G): Goeiemorgen, Karolien. (V): Goeiemorgen, Koen. (we geven mekaar een hand) (G): Heb je het gemakkelijk gevonden? Was je al eerder eens op de VRT geweest? (V): Ja, ik heb stage gelopen bij Woestijnvis en ben hier dus enkele keren tapes moeten komen ophalen. (G): Ahja in ons archief. En bij welk programma was je stage dan? (V): Bij ‘De Laatste Show’. (G): Leuk? (V): Ja, het was zeer tof. Een heel leuk team om mee samen te werken. Het was bij momenten heel hectisch, maar ’t gaf ook veel voldoening. (G): Ja, dat is elke avond een deadline halen hé. (V): Ja, inderdaad. (G): Goed, met wat kan ik je helpen? Kan ik je trouwens iets aanbieden? Ik heb wel enkel koffie. (V): Koffie is prima. (Koen gaat een thermos koffie en twee kopjes halen) 159
(G): Ik vind enkel poedermelk, is dat oké? (V): Ja, geen probleem. (Koen schenkt twee kopjes koffie uit) (G): Oké, waarover gaat je thesis precies? Je studeert aan de VUB zeker hé? (V): Nee, aan de Ugent. (G): Ah oké. Ja goed, vertel maar. (V): Ja, ik onderzoek de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’. Ik ga op zoek naar waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Vanuit mijn literatuurstudie heb ik reeds enkele inzichten gekregen in waarom mensen naar televisie in het algemeen en meer specifiek naar reality-tv kijken, en ik wil die resultaten graag vergelijken met de kijkmotieven voor een docusoap zoals ‘Het leven zoals het is’. Om die kijkmotieven te weten te komen, heb ik reeds focusgroep interviews afgenomen met kijkers van ‘Het leven zoals het is’. Via een open gesprek en discussie vertellen ze dan waarom ze naar ‘Het leven zoals het is’ kijken. Ik heb er nu al drie afgenomen en er zijn telkens een zestal personen aanwezig. Maar het zou voor mijn onderzoek ongetwijfeld een meerwaarde zijn indien vakexperten zoals jij hier ook hun mening en inzichten over geven. Als producent veronderstel ik dat jij en je team intensief bezig zijn met de kijkmotieven van jullie publiek. (G): Ja, dat is zeker zo. (V): En op die manier kan ik dan de mening van experten met die van de kijker zelf vergelijken. (G): Ja, oké. (denkt na) (V): Uit de focusgroep interviews die ik al gehad heb, kan ik ook afleiden dat niet iedereen precies weet wat een docusoap precies is. Hoe je dat genre – of zeg ik beter subgenre – het best omschrijf en wat precies het verschil is met reality-tv. (G): Ja, ik ben vooral betrokken geweest bij de ontstaansjaren en de eerste reeksen van ‘Het leven zoals het is’. De allereerste reeks die ik gemaakt heb was ‘Camping’. Ik geloof dat dat in 1998 was. En eigenlijk was dat iets redelijk revolutionair en vernieuwend. Het is de technologie die het genre van de docusoap heeft mogelijk gemaakt. Met een grote cameraploeg wilden we alles filmen, maar tegelijk onzichtbaar blijven. Dat was zeker niet evident. Je moet over veel cameramannen beschikken, maar ook de camera’s moesten bijvoorbeeld in het donker kwaliteitsvolle beelden kunnen leveren. Ook qua bekabeling was dat niet te onderschatten. Dat brengt met zich mee dat 160
‘Het leven zoals het is’ ook zeer arbeidsintensief is omdat het ontzettend veel beeldmateriaal vraagt. Je moet dagen en dagen filmen en wachten totdat er een interessant conflict optreedt. (V): Hoe bedoel je, een conflict? (G): Wel ja, moesten we bijvoorbeeld bij ‘Het leven zoals het is: De luchthaven’ enkel laten zien hoe mensen inchecken en naar hun gate stappen, dat boeit niemand hé. Het is de bedoeling dat we dingen kunnen laten zien waar de mensen mee kunnen meeleven. Ik bedoel met een conflict niet meteen een echtelijke ruzie. Bij ‘Het leven zoals het is: OCMW Brugge’ kan dat bijvoorbeeld gaan over iemand die een sociale woning zoekt. We hebben die conflicten nodig om het voor de kijker boeiend te houden. (V): Ja. (G): ‘Het leven zoals het: Camping’ was een groot succes en ook ‘De Luchthaven’ – waar we toen heel toevallig het faillissement van Sabena hebben kunnen filmen - en ‘Kinderziekhuis’ haalden veel kijkcijfers. Na die succesreeksen ging het goed met de VRT. Ze hadden geld en ze wilden nog meer van die docusoaps. Op een bepaald ogenblik wilden ze dagelijks een docusoaps kunnen uitzenden. Dat heeft met zich meegebracht dat er dus een wildgroei aan producties werd opgestart. Eigenlijk kan ‘Het leven zoals het is: OCMW Brugge’ hierbij als keerpunt worden beschouwd. Dat was een heel succesvolle reeks, die het taboe dat over OCMW’s heerst, wou doorbreken. We hebben daar toen in Brugge met het hele productie- en redactieteam gedurende een half jaar een huis gehuurd. Dat huis stond eigenlijk te koop, maar we hebben die eigenaars kunnen overtuigen om hun huis een half jaar te verhuren. Op die manier konden we dus voortdurend betrokken zijn met wat zich in het OCMW afspeelde. Het was één van de leukste ervaringen uit mijn carrière. En door het succes van die reeks wou men hier op de VRT dus dagelijks een docusoap uitzenden. Er zijn toen verschillende producties opgestart, waaronder een reeks over ‘De Muide’ in Gent. Ken je die buurt? Je bent toch van Gent hé? (V): Ik studeer er. Ik ben afkomstig uit Vlaams-Brabant. Maar ik heb wel al van ‘De Muide’ gehoord ja. (G): Ja, dat is dus een arbeiderswijk en we wilden dat in beeld brengen. Uiteindelijk hebben we die productie moeten stopzetten. We hadden weken gefilmd, maar zonder echt boeiende verhalen te kunnen registeren. Ook ‘De Brandweer’, ‘De Zoo’ en ‘De Rijschool’ en ‘De Vissershaven’ werden toen allemaal gerealiseerd. Maar dan op een bepaald moment moest de VRT besparen en hebben ze beslist om toch niet dagelijks een docusoap uit te zenden. Dat had dan tot gevolg dat dus een heleboel opgenomen reeksen jarenlang in de kast zijn blijven liggen. ‘De Vissershaven’ bijvoorbeeld is pas vorig jaar uitgezonden, maar was eigenlijk al in 2007 klaar. Ik denk dat het een geluk is dat men
161
die dagelijkse programmatie van docusoaps niet heeft doorgevoerd, want het zou anders een overkill zijn geweest. (V): En zijn er dan reeksen nog steeds niet uitgezonden? (G): Nu is één van de laatste docusoaps op antenne, ‘Het leven zoals het is: De Hondenschool’. Ik denk dat dat voorlopig de laatste zal zijn. Al kan ik dat niet met 100% zekerheid zeggen, omdat ik sinds ‘OCMW Brugge’ geen docusoaps meer gedraaid heb. Van ‘De Hondenschool’ ben ik wel geen grote fan. Ik had het liever in een fictiereeks verwerkt gezien. Ik denk dat men ook gewoon eens zal moeten gaan beseffen dat men niet eeuwig uit datzelfde vaatje kan blijven tappen. (zwijgt even) (G): Ik ken trouwens nog een anekdote van een reeks die uiteindelijk ook niet is uitgezonden. Men was op zoek naar een middelgrote stad, waarin me dus het alledaagse leven van de inwoners wou schetsen, met daarbij dan ook aandacht voor het leven van allochtonen enz. We zijn dan op Mechelen uitgekomen, ook omdat één van onze cameramannen Marrokaans is en we dachten op die manier de allochtone gemeenschap beter te kunnen benaderen. Uiteindelijk was dat veel moeilijker dan verwacht en wilden de mannen niet dat hun vrouw en privéleven op televisie kwam. We hebben die reeks dus moeten stopzetten. Je ziet dat het dus niet mogelijk is om elke leefomgeving in beeld te brengen. (denkt even na) (G): Zeg ik eigenlijk wat je wil horen? Of wijk ik teveel af? Er is over ‘Het leven zoals het is’ zoveel te vertellen, we hadden eigenlijk een hele dag kunnen incalculeren. En ahja, ik denk eigenlijk dat ik van die reeks in Mechelen nog beeldmateriaal heb liggen. Ik zal eens kijken of ik het vind. (zet zich recht en begint te zoeken in zijn kast) (G): Je moet niet letten op de rommel die hier allemaal ligt, maar hier op de VRT doen we de laatste tijd niets anders dan verhuizen, vandaar. Voilà, hier is het fragment dat ik bedoelde, neem het maar eens mee naar huis om te bekijken. (V): Dat is heel vriendelijk, bedankt. Ik zou graag nog even stilstaan bij hoe we een docusoap het best kunnen definiëren. Wat zijn volgens jou de kenmerken van een docusoap? (G): Goh, dat is moeilijk (lacht). Ik vind het moeilijk om daar echt een definitie op te plakken, snap je. Ten eerste onderscheiden docusoaps zich van reality-tv doordat men bij docusoaps niet tussenbeide komt. Er is geen vast scenario en dat heb je bij reality-tv heel vaak wel. Bij reality-tv hangt het programma vaak vast aan één of andere spelvorm en is het de bedoeling om conflicten uit te lokken. Daar doen we bij docusoaps – en ik denk gewoon algemeen bij de VRT – niet aan mee. Met ‘Het
162
leven zoals het is’ willen wij registeren, en niet reconstrueren. Wij willen als een ‘fly on the wall’ de dingen waarnemen. Weet je wat ik daarmee bedoel, met fly on the wall? (V): Ja, dat je de werkelijkheid willen tonen zoals ze zich werkelijk voordoet. (G): Voilà, inderdaad. Een collega van mij, Ludo Penninckx – die zou je eigenlijk ook eens kunnen interviewen hierover – is hier altijd heel hard mee bezig geweest. Hij wil een weergave van het leven zoals het is, pur sang. Hij was eindredacteur voor ‘Camping’ en OCMW Brugge’, maar zit nu bij ‘Panorama’. Hij wou niet weten van manipulatie. En dat is denk ik voor het hele team van ‘Het leven zoals het is’ het geval. Men wil niet ingrijpen in het leven van anderen, men wil gewoon laten zien hoe zij leven. (V): En hoe slagen jullie er dan in om telkens de meest boeiende, spectaculaire personages en verhalen eruit te pikken? (G): Dat is een kwestie van prospectie. En dat is een ontzettend belangrijk voor een kwaliteitsvolle docusoap die aanslaat bij de kijkers. Men moet binnen een bepaalde arena – zoals bijvoorbeeld in ‘De Zoo’ of bij ‘OCMW Gent’ – op zoek gaan naar de geschikte personages. Mensen die dag in dag uit hetzelfde doen boeien de kijker niet. Men moet mensen vinden die iets boeiends te vertellen hebben en die er op één of andere manier bovenuit steken. Het is ook ideaal is als je weet dat er in de nabije toekomst binnen die bepaalde arena iets gaat gebeuren. Als er bijvoorbeeld in de zoo een dier naar Planckendael moet verhuizen, dan moet je daar als programmamaker van op de hoogte zijn. Of bij ‘Camping’ hebben we ook research gedaan naar welke daar toen de probleemgezinnen waren. Zoals ik daarstraks al zei, je moet conflicten kunnen tonen. En dat bereiken we via prospectie. We manipuleren quasi niets, maar we gaan vooraf wel op zoek naar interessante mensen met interessante verhalen. Dat is ook wat ‘Man bijt hond’ zo succesvol maakt hé. Wanneer er ’s middags een bepaald item in ‘Het Journaal’ zit, zit dat vaak tegen ’s avonds in hun programma. Zij beschikken over een ontzettend uitgebreid archief van mensen (gesticuleert) met een bepaalde hobby of obsessie. En zo hebben zij zelfs namen van mensen die laat ons zeggen elke dag ‘patatten’ eten. Research is dus hét codewoord voor een docusoap. Ik zal straks eens kijken of ik van één van de reeksen nog een research rapport heb liggen en ik zal je dat dan doormailen. (V): Ahja, dat is heel handig, dank u. (G): Dus, wat hebben we al. Een goed researchteam is onmiskenbaar wil een docusoap slagen. Ik heb ook al gewezen op het feit dat een docusoap registreert. Men gaat op zoek naar een bepaalde arena en men registreert hoe bepaalde mensen zich in die bepaalde arena gedragen. Hierbij is het belangrijk dat men verhalen opbouwt. Zo’n twee à drie per aflevering en soms kunnen die zelfs een 163
aantal (vier à vijf) afleveringen doorlopen. Via parallelmontage lijkt het dan alsof die verschillende verhalen zich tegelijkertijd afspelen. Op die manier kan men bij de kijker een zekere vorm van betrokkenheid creëren, waardoor hij – althans in het beste geval – zal blijven kijken. En het is dan de taak van de eindredacteur om net zoals bij een echte soap de beste cliffhangers te zoeken, waardoor men de volgende aflevering ook zal kijken. Het zijn dus vooral de fictieve technieken zoals het opbouwen van verschillende verhaallijnen, de cliffhangers, de emoties enz die ervoor zorgen dat het een docusoap is. (legt bij het uitspreken de klemtoon op ‘soap’) (V): Maar inhoudelijk is het een documentaire. (G): Voilà, exact. En het is die mix – van docu en soap - die de programmamakers moeten volhouden. Via het aan mekaar breien van verschillende verhalen, creëert men de combinatie van drama en humor. En die combinatie wérkt. Men heeft drama nodig om betrokkenheid bij de kijker te creëren, maar men heeft ook humor nodig om die emoties te kunnen verwerken. En men gaat uiteraard de spannendste en interessantste verhalen eruit pikken, maar dat is gewoon televisie. En montage hé. Het belangrijkste is dat je weet dat men bij het maken van ‘Het leven zoals het is’ eerlijk is. Men toont de werkelijkheid zoals ze zich voordoet. Men wil de mensen in hun waardigheid laten. En dat is denk ik het grote verschil met reality-tv. Denk maar aan het recente incident met die man uit ‘Mijn restaurant’. Hoe heette die ook alweer? (V): Ja, zijn vrouw heette Wendy, maar zijn naam ben ik ook even kwijt. (G): Wel ja, zoiets zet toch wel aan tot nadenken vind ik. Bij ‘Het leven zoals het is’ willen wij de waardigheid bij de personages ten aller tijde bewaren. En soms doen wij dan zelfs het omgekeerde. Sommige mensen zouden echt alles willen doen om op televisie te komen. Wij willen hen dan behoeden, want in de meeste van de gevallen hebben ze er geen flauw idee van wat de impact kan zijn van met je gezicht op televisie te komen, al is het maar heel even. Wij willen niet dat mensen zich belachelijk maken. We willen geen uitlachtelevisie brengen. Binnen de VRT hebben we vroeger een aantal gesprekken gehad om docusoaps onder de noemer ‘Reality +’ of ‘Factuality’ te plaatsen. Op die manier wil men het genre opwaarderen. Maar tot nu toe is dat er nog steeds niet doorgekomen. (V): Je hebt al gesproken over het creëeren van betrokkenheid bij het publiek. Wat zijn volgens jou nog andere redenen waarom mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken? (G): Ja, wat die betrokkenheid betreft, moeten we soms toch ook opletten. Het is inderdaad de bedoeling dat mensen meeleven met wat ze te zien krijgen, maar we moeten oppassen dat die betrokkenheid niet té groot wordt. Bij ‘Kinderziekenhuis’ was er dat meisje dat na een lange lijdensweg gestorven was. 164
(V): Ja, Chloë. (G): Sommige mensen gaan blijven kijken omdat ze willen weten hoe het met Chloë zal aflopen, maar andere mensen haken af omdat ze té emotioneel betrokken raken. Maar dat is nu wel een extreem geval. En andere redenen … (denkt even na. Ik denk dat mensen kijken omdat ‘Het leven zoals het is’ langs de ene kant amuserend is, maar dat ze er langs de andere kant toch ook iets van opsteken. Het biedt een inkijk in een bepaalde arena, zonder dat men daarvoor naar ‘Terzake’ of ‘Panorama’ hoeft te kijken. Het pakt de zaken concreter aan, het is vlugger in informatie, het is vlotter, speelser… Men leert ook echt dingen bij denk ik. Men leert hoe het er in een bepaalde arena achter de schermen aan toe gaat. Omdat het over gewone mensen gaat, kunnen de kijkers zich gemakkelijk met de personages identificeren. Men krijgt respect en zelfs bewondering voor het OCMW, voor dierenverzorgers, voor verplegers… In een bepaalde aflevering van ‘De Luchthaven’ waren er bij het opstijgen van een vliegtuig eens dakpannen van een huis gevlogen. Ik denk niet dat mensen erbij stilstaan dat zoiets kan gebeuren. We hebben voor een bepaalde aflevering ook eens op de materniteit van een ziekenhuis gefilmd. Daar zie je dan hoe vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen te kampen hebben. Zo’n afleveringen leren de kijkers iets bij over het menselijk lichaam. En zenders zoals VT4 gaan daar dan nog veel verder in met ‘De Bevalling’. Naar zulke programma’s kijken de mensen eerder uit voyeurisme, en niet om iets bij te leren. Ik denk niet dat men naar ‘Het leven zoals het is’ kijkt uit voyeurisme, daarom is het denk ik niet extreem genoeg. (V): Over programma’s zoals ‘De Slimste Mens’ of ‘De Ronde’ wordt in de media en door mensen onder mekaar veel gepraat. Merk je dat over ‘Het leven zoals het is’ ook gepraat wordt? (G): Ja, over ‘OCMW Brugge’ is veel gepraat geweest, ja. Dit kwam door een geschil waarbij gesuggereerd werd dat iemand met politieke connecties iemand – ten nadele van anderen – een sociale woning zou hebben toegekend. Deze zogezegde voorkeursbehandeling - die er volgens ons geen was - is zelfs in ‘De Zevende Dag’ ter sprake gekomen. Dat voorval bewijst dat kijkers zeer aandachtig kijken. Na die uitzending van ‘De Zevende Dag’ hebben de kijkcijfers trouwens ook een enorme boost gekregen. (V): Oké, dankjewel. Ik denk dat dit wel voldoende is. (G): Ik zal deze namiddag nog eens in mijn archieven duiken om te zien of ik nog documenten heb die voor jou nuttig kunnen zijn. Ik zal je dan doormailen en als ik ze niet digitaal heb, vraag ik nog wel eens naar je postadres. (V): Heel goed, danku!
165
(G): Van waar kom je juist? (V): Ik ben van Londerzeel. (G): Ahja, dat is niet zover rijden hé dan, naar de VRT. (V): Nee, een klein halfuurtje, als het verkeer wat meezit. (G): En om naar Woestijnvis te rijden viel dat dan ook goed mee. (V): Ja, dat was ideaal. En op de uren waarop ik begon en naar huis ging had ik geen last van file. (G): Zou je dat later willen doen, voor televisie werken? (V): Ik weet het nog niet goed. Mijn stage bij Woestijnvis was heel leuk, maar ’t is zo’n instabiele sector. In de media werk vinden lijkt me echt niet evident en bovendien werken ze bijna allemaal met tijdelijke contracten. ’t Is ook een heel stresserend vak hé, voortdurend tegen de deadline werken. Ik denk dat dat toch ergens een roeping moet zijn. Maar je weet nooit… (G): Ik raad het je alleszins niet aan. Het lijkt allemaal mooi en wauw, maar het is het niet. Het lijkt geweldig om met een bekend gezicht te mogen werken, maar uiteindelijk is het allemaal ontzettend vluchtig. Maar goed, denk er nog rustig eens over na. (lacht) (V): (lacht) Dat zal ik doen! Heel erg bedankt voor het gesprek! Ik vond het heel interessant. (G): Dat is graag gedaan. Als ik nog nuttige zaken vind, laat ik het je zeker weten. En nog veel succes ermee! (V): Dankjewel, daag!
166
Diepte-interview 2 Datum: 11/03/2010 Tijdstip: 13u30 – 14u30 Locatie: Kanakna Productions NV, Stationsstraat 26, 1702 Groot-Bijgaarden Vraagsteller (V): Karolien Cloots Geïnterviewde (G): Christophe Brackx
Het interview (start 13h32 – einde 14h24) (G): Goeiemiddag, Karolien. (V): Goeiemiddag, Koen. (we geven mekaar een hand) (G): Heb je het gemakkelijk gevonden? (V): Ja, geen enkel probleem. ’t Is niet ver vanuit Londerzeel. (G): Hoe ga je het liefst te werk? Dat ik je vertel wat ik weet over ‘Het leven zoals het is’? Of dat jij me vragen stelt? (V): Wel, ik heb een aantal topics die zeker zouden moeten aan bod komen. Maar ga gerust je gang en dan stel ik nadien – indien nodig – nog vragen bij. (G): Oké, prima. (kijkt op zijn papier en denkt even na) (G): Ik denk dat je drie fases moet onderscheiden in het ontstaan van reality-tv. En docusoap is hierin een soort van tussenstap geweest. Het is een totaal andere vorm. Ik denk dat je eerst moet beginnen bij het verhaal ‘Jambers’. Daar heb ik destijds ook lang aan meegewerkt. Dat waren zeer bijzondere figuren, bijzondere Vlamingen die bezocht werden door een reporter. Dan heb je in een tweede fase docusoap gekregen. En het grote onderscheid tussen docusoap en reality – misschien toch best even duiden - is dat wij in reality kandidaten brengen – dus geen gewone mens, dat is al duidelijk een nuance – die iets kunnen winnen. En we brengen ze onder in een leefwereld die hen niet vreemd is – koks brengen wij onder in ‘Mijn restaurant’ – maar die een zekere aspirationaliteit – met een duur woord – inhoudt. Dus, ze kunnen iets winnen, ze kunnen iets verwezenlijken. 167
(V): Ja. (G): Je hebt verschillende vormen van reality-tv, maar meestal is reality-tv ‘life changing’. Dat is de beste reality. Dat betekent dat mensen na hun deelname een nieuw leven tegemoet kunnen gaan. Een droom van iedereen een beetje. Nu, wat het grote wezenlijke onderscheid met een docusoap is, is dat bij reality, de leefwereld waarbinnen de kandidaten zich begeven is eigenlijk een cocon die door ons gecreëerd is. Wij benoemen dat ook zo, dat is letterlijk een cocon. Ze stappen in die cocon – zoals ‘Mijn restaurant’ of ‘De jeugd van tegenwoordig’. Bij dat laatste verblijven die kinderen drie weken in een cocon waardoor zij de ilussie wekken dat ze in de jaren ’40 of ’50 leven. Als je ze iedere dag naar huis zou sturen, dan gaan ze nooit dat interioriseren. Door ze in die cocon te plaatsen en ze gedurende drie à vier weken in die omgeving te laten leven, interioriseren ze dat wel. En zo gaan ze zich gedragen alsof ze in de jaren ’50 op kostschool zaten. Of gaan ze restaurantje beginnen spelen. Het grote verschil met een docusoap is dat een docusoap gewoon puur de verhalen volgt. Als wij een docusoap maken, dan doen wij ook een heel andere research naar onze karakters en arena’s dan bij reality-tv. Wanneer wij een docusoap maken, dan gaan we op zoek naar een nieuwe, ongekende arena. Maar ik ga daar later op terugkomen in waarom ik denkt dat mensen ernaar kijken. Dus, een nieuwe, ongekende arena. Bijvoorbeeld in mijn geval was dat de visserij, de vissershaven. Eum, en binnen die arena ga je dan op zoek naar de meest sprekende personages. ’t Zou een foute keuze zijn om die keuze helemaal te laten afhangen van of te selecteren op basis van louter professionele eigenschappen. Dus die mensen worden niet gecast op basis van of ze een goeie of slechte visser zijn. Die mensen worden gewoon gecast omdat ze een kleurrijk figuur zijn. Omdat ze een leuke vrouw hebben of een moeilijke relatie, of omwille van twee hyperactieve kinderen of omdat ze de oudste nog levende visser zijn, enzovoort. (V): Ja. (G): Dus binnen die arena ga je op zoek naar uitzonderlijke figuren. En voor we een docusoap beginnen te draaien, weten wij al van sommige figuren waar ze naartoe gaan binnen het verhaal. Dat betekent helemaal niet dat we dat scripten, dat betekent wel dat wij heel lang met die mensen praten, en dat wij weten wat hun verzuchtingen zijn en wat hun ambities zijn binnen de periode waarin we de docusoap opnemen. (zwijgt even) Uiteraard als je hebt over een docusoap zoals bijvoorbeeld ‘De ring’, dan weet je dat die gaan trouwen. Dat is het finale punt, je weet dat ze daar naartoe gaan. Dus in die zin, is dat niet gescript. Docusoap is nooit gescript. Wat je wel doet – ik ga daar heel eerlijk in zijn – vroeger toen er onbeperkte tijd en onbeperkte middelen waren… Als ik teveel afwijk moet je het zeggen hé, hou me dan maar tegen. (V): Nee, ga gerust verder! 168
(G): Wat we vroeger deden, omdat we onbeperkte middelen en tijd hadden, was interessante figuren gaan volgen. Dag in, dag uit. En heel vaak – nu spreek ik echt over twintig jaar geleden – heel vaak resulteerde dat in het feit dat je op 1 draaidag vaak 2 of situaties had die leuk waren, die echt waren, die beklijvend waren. Nu, met het herschikken van de budgetten, het alsmaar kleiner worden van de budgetten, ga je ernaar streven om als je 6 of 7 scènes draait per dag, om 6 of 7 goeie scènes te draaien per dag. (benadrukt ‘goeie’) Dus bijvoorbeeld, als je in ‘Het leven zoals het is’ met een trouwer zit, dan vragen wij natuurlijk aan die trouwer van oké, kunnen wij die dag eerst samen de muziek gaan kiezen, en kunnen we dan naar de zaal gaan kijken, kunnen we dan je trouwkleed kiezen. Dat zijn dingen die je in het normale leven niet allemaal op 1 dag doet, die doe je misschien op 3 of 4 dagen, maar het zijn dingen die je wel allemaal doet. Dus het gaat nooit om dingen die de mensen niet zouden doen. Wij beslissen gewoon wanneer ze die doen. (benadrukt ‘wanneer’) Ik zeg niet wanneer de dingen gebeuren – dat is nog iets anders – maar wanneer ze die doen. Dat heeft met praktische planningen te maken hé. (V): Ja. Dus afgezien van het feit dat jullie de dingen wel plannen, grijpen jullie inhoudelijk nooit in? (G): Nee, het is enkel praktisch. Of stel je nu voor, een visser gaat op zee en we weten dat hij een gevaarlijk manoeuvre moet uitvoeren. Hij moet bijvoorbeeld een net omhoog houden en dat kan in se gevaarlijk zijn. Dan filmen we dat op het moment dat hij dat doet. Maar stel nu dat we camerapech hebben of een gigantische vloedgolf overspoelt onze cameraman en we hebben niets, dan kunnen we wel eens vragen van ‘kan je dat nog eens opnieuw doen?’. Maar dat is in principe tegen de regels van de docusoap. Dat doe je in principe niet. Dus waarom grijpen we soms in? Voor grote acties die je moeilijk in één keer kan filmen. Waarvoor grijpen we nooit in? Voor quotes of voor emoties. Dat is tegen de regels van elke docusoap in. Je kan emoties inplannen, maar je kan ze niet laten nadoen. Als een jonge visser voor de eerste keer op zee gaat, dan weet je dat hij angstig zal zijn of dat hij gaat huilen en zijn moeder zal missen. Wellicht niet, want hij zal stoer willen zijn. Maar misschien dat hij op het einde van de dag toch wel zal huilen. En dat moment moet je hebben, maar kan je niet laten opnieuw doen. Wat je wel kan doen, is aan de kapitein zeggen dat hij even streng mag zijn als anders en dat hij niet minder streng moet zijn omdat wij er als cameraploeg bij zijn.
(V): Ja, oké. (G): Daarom zijn docusoaps ook zo arbeidsintensief hé. Je volgt die mensen gewoon de hele dag en overal. We gaan ze niet op hun toilet volgen en douche doen we meestal ook niet, tenzij het
169
inhoudelijk relevant is. Maar voor de rest zijn we er voortdurend bij. De reis van Kenny naar Engeland (cf. ‘De Vissershaven’) daar hebben wij 8 à 10 dagen gedraaid voor 25 scènes. (V): Ja, oké. (G): Oké, we waren bezig over de kenmerken van een docusoap. Dus het wezenlijke en duidelijke onderscheid is volgens mij dat een docusoap de verhalen van echte mensen volgt. En dat bij reality-tv echte mensen binnen een cocon – een voor hen onbekende maar tegelijk bekende leefwereld – worden ondergebracht. Het zijn koks, maar ze gaan nu voor ’t eerst in een echt restaurant moeten koken. Het zijn zangers, maar ze gaan nu echt voor een platencontract zingen. En daar komen onze verhaallijnen uit voort. (V): Oké. Heel goed dat je het verschil tussen reality en docusoaps hebt toegelicht, uit de focusgroep interviews heb ik gemerkt dat dat verschil bij de kijker niet altijd duidelijk is. En waarom denk je dat mensen naar ‘Het leven zoals het is’ kijken? Wat zijn volgens jou hun kijkmotieven? (G): Ja, waarom denk ik dat ‘Het leven zoals het is’ zo’n succes heeft gehad. Kanakna heeft denk ik de eerste gemaakt, ‘Camping’. Dat was lang voordat ik bij Kanakna zat. Ik denk dat je het succes – en dus ook de kijkmotieven - moet kaderen in het fenomeen ‘soap’, sowieso. Ik heb ooit een fantastische anekdote gehoord trouwens, over waarom dat dat nu weer soap heet. Je moet het eens opzoeken. Ik zal zelf ook eens kijken of ik het nog ergens kan terugvinden. ’t Heeft iets met zeep te maken, maar ik weet het niet meer juist. Maar bon, soap, dat gaat over verhaallijnen die zich verderzetten. En begin en midden jaren tachtig had je een aantal televisieseries en sommigen daarvan lopen nu nog altijd – ik denk bijvoorbeeld aan ‘The bold and the beautiful’, ik vind dat een draak van een ding (lacht) – maar dat zoog en zuigt nog steeds elke dag 100 000 kijkers naar dat scherm. En waarom? Omdat die benieuwd zijn naar wat er zich de dag erna gaat afspelen. Dus in die zin is de docusoap geënt op het succes van fictieseries. (V): Ja. (G): Je ziet dat ook in de vormgeving, heel duidelijk. We filmen op een reportage-achtige manier, maar om de kijker zin te doen krijgen om naar de volgende aflevering te kijken, besluiten we elke aflevering met een cliffhanger. Hetzelfde als in ‘The bold and the beautiful’. Dat is heel belangrijk. Dat is zelfs zo belangrijk geworden dat doorheen de ontstaansgeschiedenis van verschillende docusoaps, dat daar waar in het begin enkel het einde van de aflevering een duidelijke cliffhanger moest hebben, docusoaps nu aan het einde van elke sequentie een cliffhanger hebben. Dat is heel belangrijk. Aan het einde van elke sequentie een cliffhanger. Natuurlijk, het kijkgedrag is veranderd. We beschikken nu over 150 netten, toen ik jong was in de jaren ’70 spraken we over 2 of 3 zenders. Je kan nu meer 170
wegzappen, dus je moet je publiek proberen te houden door die cliffhangers te gebruiken aan het einde van elk fragment, elk segment eigenlijk. Nu, dat is één ding, soap. Fictie, cliffhangers, emoties… Tweede fenomeen is dat dit niet langer over het fictieve leven, maar over het echte leven gaat. Dat is voor mensen blijkbaar onweerstaanbaar. Het echte leven, het echte boeiende leven. Ik denk dat ik nu iets over arena’s moet vertellen. Zeg als ik te snel ga, of als ik dingen zeg die je niet wil horen hé. (V): Het is heel goed, doe gerust verder. (G): In het begin waren de arena’s die gekozen werden, dat konden zo uit ‘Jambers’ weggelopen arena’s zijn. Bij wijze van spreken, op het einde van ‘Jambers’ moesten wij gaan zoeken naar lesbische nonnen met één been. (lacht) Bij wijze van spreken hé. Je gaat altijd maar verder en verder om arena’s te vinden. Dat is ook wat er gebeurd is met docusoaps. Uiteindelijk werd het steeds moeilijker en moeilijker om leuke arena’s te vinden. ‘De Vissershaven’ was nog een leuke. Maar ze wilden ooit eens een docusoap maken over een bedrijf dat carnavalkledij verhuurt, maar dat is dan niet echt meer maatschappelijk relevant. Dat was gewoon op zoek gaan naar iets kleurrijks. Die arena’s – leuke, onbekende arena’s – uit het echte leven, die de gewone kijker nog niet meegemaakt had, zijn zeker een belangrijk deel van de aantrekkingskracht. Nu natuurlijk, ik heb het al gezegd, binnen die arena’s moet je ook op zoek gaan naar uitzonderlijke personages. En wat is dan het verschil met een documentaire of een reportage? Het verschil is natuurlijk dat die personages verhaallijnen hebben die over de hele reeks heen lopen en die steeds terugkeren. Die verhaallijnen kan je perfect vergelijken met de verhaallijnen binnen een fictieserie. Er werd niet gescript, er werd niet geschreven, maar het gaat wel altijd over liefde, humor of spanning. ‘Zal hij of zij erin slagen om zijn diploma te behalen?’, ‘zal de politie de dief kunnen betrappen?’, ‘zal het trouwkleed op tijd bij de bruid geraken?’, ‘zal de vissersboot terugkeren zonder ongelukken?’… Dat zijn dezelfde soort vragen en verhaallijnen als bij een fictieserie. (V): Ja. (G): Een derde element dat het succes van die docusoaps mee bepaald heeft, is dat – los van dat het fictie is en los van dat het over het echte leven van gewone, maar wel bijzondere mensen gaat – is dat vanaf halfweg de jaren ’80 en begin jaren ’90 het scherm niet langer voorbehouden was voor sterren denk ik. Ik gaf vroeger les aan het RITS en ik gebruikte daar een cartoon van Kamagurka waarop stond geschreven ‘Allé Kenny, jij bent de enige jongen van de hele straat die nog niet op tv is geweest’. Om maar te zeggen, televisie was van iedereen. Je moest niets meer kunnen om op tv te komen. Daarvoor waren het de sterren die op tv kwamen, nu de gewone man. Dus iedereen kon op tv komen en die iedereen – dat zijn de personages uit docusoaps natuurlijk. En dat heeft ervoor gezorgd dat er bij de mensen een soort van voyeuristische inkijk is ontstaan. Waarom kijken zoveel 171
mensen zo graag naar ‘Komen eten’? Om rare figuren te zien? Ja, maar ook om eens te kunnen binnenkijken in het huis van een andere Vlaming. Een Vlaming die het daarom niet beter heeft. Ik denk dat dat voyeurisme een heel groot element is. En wellicht zal de gemiddelde kijker die je ondervraagt voor je thesis dit waarschijnlijk niet antwoorden, denk ik. (V): Ja, voor velen was voyeurisme een stap te ver. (G): Die vonden dat een stap te ver. Het is natuurlijk moeilijk om van jezelf toe te geven dat je voyeuristisch bent hé. Maar ik denk dat dat voyeurisme zeker meespeelt. Iedereen kan op tv komen en je kan binnenkijken in het huis, in het leven van je buur eigenlijk. Eum … (denkt even na). Dat zijn voor mij de 3 grote pijlers waarom mensen naar docusoaps kijken, in een notendop uiteraard. Dat zijn volgens mij de redenen waarom ze zo succesvol zijn geworden. En ik wil graag nog even vooruitlopen. Ik denk dat er nu nog iets nieuws aankomt. En er zijn al vormen van. En dat zou de cirkel helemaal rond maken eigenlijk. We zijn begonnen met fictie – de eerste televisieprogramma’s waren meestal fictie – dan hebben we docusoap gekregen – waarbij echt mensen hun verhalen op een niet-fictieve manier verteld worden – en ik denk dat we nu met ‘The Hills’ aan het einde van heel die beweging gekomen zijn. ‘The Hills’, je kent dat wel hé. (V): Ja. (G): Dat zijn gewone mensen wiens gewone verhalen – net als bij een docusoap verfilmd worden – maar op een fictieve manier verfilmd. Er wordt gedaan alsof het een fictieverhaal is. Dat is mooi uitgelegd, men werkt met cliffhangers en er zitten goeie ‘muziekskes’ op de juiste plek, enzovoort. Allemaal elementen die niet bij een docusoap horen. Belichting, muziek,… Ik herinner me nog een rel bij de VRT, in 1998 of 99, waarin de eerste docusoap werd aangeboden met muziek onder. Dat mocht niet, dat was ‘not done’. Dat moest er afgehaald worden, want muziek is een fictief element. Dat mag je niet in een documentaire over het leven van gewone mensen gebruiken. (V): Ja. En Kaat&Co en 16+, was dat dan ook iets gelijkaardigs? (G): Ja, dat is een gelijkaardig mechanisme, maar dan net omgekeerd. Kaat&Co was acteurs die het echte leven nadeden, maar waarvan de kijker dacht dat het om het echte leven ging, dat het geen fictie was. Dat was het omgekeerde principe. Nathalie Meskens speelde Kaat en iedereen dacht Kaat niet Nathalie was, maar dat dat Kaat was. Dat was zeer bewust amateuristisch gefilmd en gaf de indruk dat je naar het echte leven aan het kijken was, terwijl het fictie was. Het werd documentaireachtig gefilmd. (V): Ja. En heb je zelf gemerkt dat er inhoudelijk evoluties geweest zijn? 172
(G): Ja, zoals ik eerder al aangaf, zaten wij op een bepaald moment echt te brainstormen over een nieuwe arena. Wat gaan we voorstellen? En je ziet ook dat bepaalde arena’s die we toen voorstelden niet spraakmakend of sensationeel genoeg waren voor de programmadirecteurs van de netten en dat diezelfde arena’s en voorstellen nu opnieuw opduiken. Men is bijvoorbeeld nu bezig over een docusoap over de kokschool ‘Ter Duinen’, in Koksijde. En dat heb ik tien jaar geleden al voorgesteld omdat ik dat een fantastische arena vond, maar daar werd toen niet naar geluisterd. Maar na het succes van die restaurantprogramma’s – ‘Mijn Restaurant’, ‘De Beste Hobbykok’ - vindt men dat nu natuurlijk een geschikte arena voor een docusoap. (V): Ja. (G): Ik denk ook wel dat er een soort revival is, dat merk ik op alle televisiebeurzen waar ik naartoe ga. Er is een revival van spelletjes en shows. Docusoaps komen ook terug met klassiekers zoals verpleegster, diertjes… Op VRT loopt nu ‘De Hondenschool’ bijvoorbeeld. Dat komt dus allemaal terug. Maar jouw eigenlijke vraag was, de vernieuwing? (V): Ja. (G): We zijn dus gaan nadenken over nieuwe arena’s, maar ook naar nieuwe personages. Maar naar mijn gevoel is die vijver quasi leeggevist. Binnen ‘De Vissershaven’ bestaan er geen 200 leuke personages, je hebt slechts 15 of 20 leuke personages en die zitten bijna allemaal in de docusoap. Dus dat wordt moeilijk om zulke dingen nog te herhalen. (V): Ja. (G): Ik moet nu plots aan een vierde belangrijke pijler denken die ik daarnet niet genoemd heb, emotie. Docusoaps draaien op emoties. In docusoaps zitten heel veel menselijke emoties, zoals huilen, verdriet, angst... (V): Ja. Oké, wanneer je het in enkele woorden zou samenvatten, waarom kijken mensen volgens jou naar ‘Het leven zoals het is’? (G): Ja, volgens mij zijn dat dus de verhaallijnen van de soap, het fictiegegeven. Het feit dat ze een voor hen onbekende arena met uitzonderlijke mensen zien, ten derde een soort van voyeurisme en ten vierde – wat ik dan de valkuilen van de fictie noem -, namelijk cliffhangers en verhaallijnen die doorgetrokken worden, de dingen die de mensen doen kijken. En ten vijfde, het feit dat dat om het dagelijkse leven van gewone mensen gaat, met hun eigen, dagelijkse emoties. Dat zijn de vijf belangrijkste kijkmotieven die ik zou kunnen verzinnen.
173
(V): Ja. (G): Ik vind dat iets heel moeilijk. Want als je je afvraagt waarom Eén op zondagavond nog steeds zo schitterend scoort, dan is dat misschien gewoon omdat de mensen nog steeds de neiging hebben om op zondagavond hun tv op Eén te laten staan, gewoon omwille van wat daar in het verleden zat. (V): Ja. (G): En wat waren jouw bevindingen? (V): Uit de literatuur heb ik 4 belangrijke kijkmotieven kunnen achterhalen, maar dat was meer voor reality-tv in het algemeen. En die waren dat reality-tv ontspannend, maar ook leerrijk is, dat erover gepraat wordt, dat mensen zich betrokken voelen met de personages en ten slotte voyeurisme. (G): Ja, dat informatieve… ‘Camping’, ‘Politie’… Ik vind daar niet veel informatief aan. ‘De Vissershaven’ dat zou ik me nog kunnen inbeelden dat dat informatief is, want dat is een wereld dat je niet kent. Of misschien omdat je je afvraagt van ‘hoe ziet een tapir eruit?’ In die zin zijn ze wel informatief. Met het informatieve aspect van docusoap ben ik het dus maar deels eens. Er zijn een aantal docusoaps die informatief zijn en een aantal die dat niet zijn. Maar dat is mijn persoonlijke mening hé. Ontspanning, uiteraard. Dat zijn wat ik de verborgen valkuilen noem. De kijker wordt meegesleurd in een verhaal door de verhaallijnen en de cliffhangers enzovoort. Dat gaat lekker vooruit. De ‘talk value’, dat klopt zeker, maar is niet elke veelbekeken televisieserie onderhevig aan ‘talk value’? Er zitten een aantal docusoaps die heel wat ‘talk value’ genereerden. Bijvoorbeeld het feit dat jij je Gregory uit ‘De Vissershaven’ herinnert omdat hij zo grof was tegen zijn moeder, dat is inderdaad ‘talk value’, maar dat geldt denk ik evenzeer voor andere televisieprogramma’s denk ik. Dat is zeker geen reden alleen, maar wel een reden. Voyeurisme, daar hebben we het al over gehad. Ik denk dat dat een zeer groot deel van de verklaring voor het succes van docusoaps is. Voyeurisme is denk ik ook een sterk element naar het buitengewone toe. Ik herinner me nog bij ‘De Ring’ dat een homokoppel ging trouwen en de kijker lag daar blijkbaar echt wakker van en wou weten hoe die gingen trouwen, in welke kleren enzovoort. ‘Hoe trouwen ze in de homowereld?’ Dus in die zin hoe flamboyanter, hoe leuker. Maar dat is uiteraard mijn persoonlijke opinie hé, als televisiemaker. (V): Ja natuurlijk, geen probleem! Ik denk dat we ongeveer rond zijn. Heel erg bedankt om hiervoor kostbare tijd vrij te maken! (G): Dat is heel graag gedaan. Geen enkel probleem. Dan wens ik je nog heel veel succes met je thesis. En moest je nog vragen hebben, mag je altijd mailen hé. (V): Dat is heel vriendelijk, dankjewel! Daag! 174
Diepte-interview 3 Datum: 22/03/2010 Tijdstip: 14u00 – 15u45 Locatie: VRT, Auguste Reyerslaan 52, 1043 Brussel – Nieuwsredactie Vraagsteller (V): Karolien Cloots Geïnterviewde (G): William Laenen
Het interview (start 14h17 – einde 15h19) (G): Goeiemiddag, Karolien. Ik ben William. (V): Goeiemiddag! (G): Ben je al eens eerder op de VRT geweest? (V): Ja, ik heb stage gelopen bij Woestijnvis en ben hier dus enkele keren spullen moeten komen ophalen. Ik ken hier dus al een beetje mijn weg, maar op de nieuwsredactie was ik wel nog nooit geweest. (G): Ik zal je anders kort even een rondleiding geven. (V): Oh, dat is vriendelijk. (William laat me de hele nieuwsredactie zien en toont me waar de nieuws- en duidingsprogramma’s worden opgenomen) (G): Goed, waarover gaat je thesis precies? (V): Wel, in mijn thesis wil ik de kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ onderzoeken. Mijn thesis bestaat in feite uit twee grote luiken, een theoretisch kader enerzijds en een empirisch onderzoek anderzijds. In het theoretisch luik ben ik een aantal bevindingen i.v.m. kijkmotieven te weten gekomen en via interviews wil ik deze kunnen toetsen en vergelijken. Ik heb zowel bij kijkers als bij producten/reporters/regisseurs interviews afgenomen, zodat ik de perceptie aan de productie kan koppelen. (G): Ja. (V): Omdat ik veronderstel dat televisiemakers daar toch in grote mate mee bezig zijn.
175
(G): Ja, zeker en vast. Goed, ik zal je vertellen wat ik weet. En als er dan zaken zijn die je nog wil weten, vraag je het maar hé. (V): Oké, heel goed. (G): 2 reeksen zijn heel illustratief voor wat we gedaan hebben. Dat is de reeks op de luchthaven en de reeks over het OCMW in Brugge. En daar zit meteen het verschil met productiehuizen die maar wat draaien en daar dan iets van maken. Terwijl wij eigenlijk een veel strakker plan hadden. Om je een voorbeeld te geven, op de luchthaven hebben we eerst 2 à 3 maanden gefilmd om te zien wat er gebeurde en wie wat deed. En dan kwamen we erachter dat het het efficiëntst was om te draaien bij mensen in controlerende functies, zoals grenscontrole en douane. Als je daar een dag gaat draaien, heb je gegarandeerd een verhaal. Daar gebeurt alle dagen iets. Televisiemaken is ook een beetje budgetbeheersing. Dus dat betekent dat het belangrijk is dat je vooraf weet wat er gebeurt en wie wat doet. En dan zoek je de personages die je kan volgen. En dat zijn mensen die voldoen aan een aantal criteria. Dat betekent dat die hun job heel goed moeten kennen, dat die open moeten zijn, communicatief, die moeten toelaten dat je over hun schouder meekijkt en dat ze in een probleemoplossende functie zitten. Het is belangrijk voor de kijker dat je in één zin kunt zeggen waarover het gaat. Bijvoorbeeld het vliegtuig zit vol, er zijn nog 10 mensen die ook een ticket hebben, maar ze kunnen niet op het vliegtuig en supervisor Anja moet dat oplossen. Dat zijn de mensen die we zoeken. Van de 20 000 mensen die op de luchthaven werkten, hebben we er 20 gebruikt. 20 die het beste passen in ons kraam. Dus, ‘Het leven zoals het is’, ja, maar een selectie en een zoeken. Het is een ‘go for the characters and their stories’. Dat was het motief van de oorspronkelijke makers van de BBC. Bovendien is het ook de bedoeling dat de verschillende aspecten van de luchthaven in beeld kwamen. En in ons hoofd waren dat 4 sectoren; de passagiersverhalen, de controleverhalen – dat waren de efficiëntste -, tarmacverhalen en het vierde was wat wij noemden het ‘comic relief’. Dat ging over een politieagent die het verkeer regelt voor de luchthaven of een dokter die wordt opgeroepen omdat er iemand flauwgevallen is… In elke aflevering probeerden we van elke sector minstens één reportage te steken. En die monteren we dan parallel. En dan kan je beginnen te draaien. En dat is echt ‘Het leven zoals het is’. Soms heb je op 2 dagen niks en soms heb je op een halve dag 2 verhalen. (V): Ja. (G): En voor de kijker is het de bedoeling dat de verhalen logisch zijn opgebouwd. Het moet heel gemakkelijk en logisch van stap tot stap zijn. De rechtlijnige verhalen worden dan opgekapt in stukken en je probeert altijd te kappen na een cliffhanger, waarbij je op het einde denkt ‘doet ie het
176
of doet ie het niet?’. Je blijft dan geïnteresseerd kijken omdat je wil weten hoe het verder verloopt. Maar die bewerking komt pas in eindredactie, daar ben je tijdens het draaien zelf niet mee bezig. (V): Ja. (G): En dan, via eindredactie, zijn er volgens mij drie manieren om de kijker te binden aan het scherm. Dat is spanning, ‘doet ie het of doet ie het niet?’. Dat is informatie, de kijk achter de schermen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat in zo’n vliegtuig 12 ton brandstof zat, 12 000 kg. Ik kan me voorstellen dat een kijker daarom blijft kijken. Die wil wel weten hoe alles in mekaar zit. Dus spanning, informatie en emo. Emo in al zijn vormen hé. Lachen, kwaad worden, verdrietig zijn, noem maar op. Alle emo werkt. En het is de truc om die dingen te combineren in 1 aflevering. Om iets grappigs met iets triests bij mekaar te zetten. Als je veel van dezelfde dingen parallel steekt, dan gaat je aflevering niet vooruit. Dan is dat saai, dan blijft dat hangen. Een verhaal dat niet vooruit geraakt steek je parallel met iets waar veel beweging inzit. Je probeert ook emoties en spanning door mekaar te steken. (V): Ja. (G): En voor de kijker is ook de herkenbaarheid belangrijk. Het feit dat het om gewone mensen gaat. Het feit dat het realistische situaties zijn. Dat het situaties zijn waarin zij zichzelf herkennen. En dat is bijvoorbeeld het verschil met andere reality zoals bv. ‘De Pfaffs’. Hoeveel naturel zit daar nog in? Als je alles op zijn beloop laat, doen ‘De Pfaffs’ dan nog altijd wat ze nu doen voor de camera? Maar hoe groot is de kans dat supervisor Anja in het echt doen wat ze doen als de camera draait? Dat is 100%. Dus de herkenbaarheid. Vandaar ook de keuze van de locaties. Ik denk dat Politie, De Luchthaven en De Zoo, dat zijn de reeksen geweest met de hoogste kijkcijfers. Dat was de kijk achter de schermen. Hoe werkt dat op de luchthaven? Hoe werkt dat bij de politie? En het OCMW, dat is eerder binnengluren bij andere mensen. (V): Voyeurisme dan? (G): Jaja, dat telt zeker mee. Dat is misschien nog een leuke anekdote waar je iets mee bent. We hadden een proefaflevering gemaakt voor het OCMW en we gingen daarmee naar Censydiam. En Censydiam is een soort van testpanel. We toonden die aflevering aan 8 mannen en 8 vrouwen apart en zij bespreken dan achteraf wat ze gezien hebben. En die aflevering werd gewoon afgekraakt. En achteraf is via een analyse gebleken waarom. Die mensen zijn het soms niet eens met wat ze te zien krijgen en met wat het OCMW doet. Iemand die herhaaldelijk niet wil werken, gaat steun krijgen en zegt dat zijn geld op is en krijgt geld. De mensen zijn het daar dikwijls niet mee eens. En in die aflevering hebben we dat getoond. Het testpanel was het er niet mee eens en ze maken geen 177
onderscheid tussen wat ze te zien krijgen en is dat goeie televisie of niet. De kijker maakt dat onderscheid niet. Dat staat hen niet aan dus ze vinden dat slecht. Wat hebben we daaruit geleerd? Elke eerste reportage in een aflevering moet altijd iets zijn waarmee de kijker het eens is. Bijvoorbeeld een sukkelaar of een kind helpen. Iets waarbij de kijker ook op dezelfde manier zou helpen. En die andere reportages steek je er dan daarna ook in – want het is niet de bedoeling om een vertekend beeld te geven – maar zeker niet in het begin. (V): Uit dat testpanel is dan gebleken dat de kijker erg meeleeft met wat hij te zien krijgt? (G): Ja, enorm. Heel erg, ja. Dat is denk ik ook de reden waarom ‘De Zoo’ zo’n succes is. Omdat dat met dieren is. (V): Je sprak al over ’t feit dat ‘Het leven zoals het is’ informatie meegeeft. Maar is het volgens jou ook ontspannende televisie? (G): Ja, de ontspanning zit hem in het feit dat het heel gemakkelijke verhaallijnen zijn. Het moet echt wel vereenvoudigd worden. Een verhaal dat verschillende kanten uitgaat, je moet dat allemaal afknippen. Je moet het echt wel eenvoudig houden. Bijvoorbeeld in de reeks van het OCMW, was er een man die zichzelf de nieuwe Bob Dylan noemde. Een straatmuzikant en hij woonde in een huurhuis, maar hij kon de rekening van zijn verwarming niet betalen. Hij bleef maar leefloon vragen, hij kreeg dat dus niet. Maar er waren verschillende dingen en problemen door mekaar. Wat hebben we daarmee gedaan? Al die verhalen uit mekaar gehaald en hem elke keer een ander verhaaltje laten meemaken. En daardoor wordt het ontspannende televisie. De kijker moet niet nadenken. Er gebeuren geen verschillende dingen door mekaar, maar het zijn allemaal hapklare, begrijpbare brokken in een logische verhaalstructuur. (V): Oké. En streven jullie dan een mix van informatie en ontspanning? (G): In de seriesamenstelling wordt daar wel rekening mee gehouden ja. En wat dat informatieve betreft, willen we vooral variatie brengen. Niet elke keer identiek hetzelfde tonen, bijvoorbeeld een Pool met een vals paspoort. Dat maken ze daar elke dag mee. Het moest wel informatief zijn, maar niet altijd hetzelfde brengen. We gingen op zoek naar extra dingen en op die manier wilden we informatief zijn. Over ’t algemeen zijn we gewoon bezig met zo goed mogelijke televisie maken, en bij ‘Het leven zoals het is’ uitte zich dat in informatieve en ontspannende televisie. (V): En je sprak al over cliffhangers. Zijn er nog andere fictieve technieken die bij de docusoap gebruikt worden?
178
(G): Ja, de parallelmontage is typisch hé. daarmee suggereer je een gelijktijdig verloop. Als iets vandaag en iets anders volgende week gedraaid is, dan suggereer je dat dat op hetzelfde moment gebeurt, op een andere plek. Bij soap heb je ook de echtheid en de verpersoonlijking. Hoewel dat bij sommige soaps erover is en niet meer realistisch is. (zwijgt even) Eigenlijk, de essentie is dat ‘Het leven zoals het is’ niet het leven zoals het is is. Ik bedoel daarmee, als je ’s morgens je camera opzet en ’s avonds je camera afzet, dan heb je het leven zoals het is gefilmd, maar dat is saai. Dat is geen goeie televisie. Je moet echt op zoek naar de juiste locaties en de juiste personages. Dus ‘Het leven zoals het is’ is eigenlijk een selectie en daarvan nog een condensatie. Om je een idee te geven, op de luchthaven hadden we om en bij de 400 uur gefilmd materiaal. Daar zijn 20 afleveringen van een halfuur uitgekomen. Dat is 10 uur televisie. Dat is dus condensatie. En de mensen die je volgt, dat is een selectie. En hoe beter dat je je selectie en condensatie maakt, hoe straffere televisie je hebt. (V): Dus de research en de montage is dus heel belangrijk. (G): Ja. (V): En tijdens het draaien zelf, zeggen jullie dan tegen de personages soms wat ze moeten doen? (G): Zo weinig mogelijk. We kozen ons personage en dat personage kreeg een micro en een zender. Je kan je personage vragen om die deur nog eens binnen te komen of om iets nog eens opnieuw te doen. Met je personage kan je je dat permitteren. Maar met die kerel die ze ondervragen kun je dat niet. Dat is hebben of niet. Als die kwaad wordt, je kan niet vragen om nog eens kwaad te worden. Dat is puur registeren. Je hebt het of je hebt het niet. Met je personage kan je je dat wel permitteren. Maar er is nooit iets opgezet. Er is nooit gevraagd van ‘probeer dat zo of zo te doen’. Dat hebben we nooit bewust gedaan. Dat gaat vaak om praktische of filmtechnische zaken. Bij ‘De Marollen’ – maar dat heeft de VRT niet zelf gemaakt – heb ik ooit wel eens getwijfeld. Daar dacht ik van ‘dit lijkt me in scène gezet’. Maar ik was er niet bij. Ik vond dat ook storend dat daar mensen in een kamer binnenkomen en dat die filmploeg al in die kamer binnenstond. Dat kan eigenlijk niet hé. Je moet die mensen langs achter volgen en met hen meelopen. Dat vond ik dikwijls storend. Dat is niet logisch. Wij deden dat zeker niet. (V): Ja. Als we dan nog even terugkomen op de format zelf. Hoe zou jij een docusoap omschrijven? (G): Oei. Dat vind ik moeilijk. Ik vind dat hetgeen wat wij deden, ‘Het leven zoals het is’ uniek in zijn genre. Reality-tv is een verzamelnaam voor vanalles en nog wat. Ik vind ‘Het leven zoals het is’ reality-tv in zijn puurste vorm. ‘Big Brother’ is reality, maar dan zie je dat als je mensen bijeen zet in een huis en die een hele dag volgt, dat dat saai is. dus dan zijn ze die mensen beginnen opdrachten te geven en die mensen te ‘ambeteren’. Maar dat is allemaal kunstmatig. Dat is reality, maar gestuurde 179
reality. Als je ‘De Pfaffs’ of ‘De Planckaerts’ ziet, het eerste jaar zat daar nog een behoorlijk realitygehalte in. Maar nu is dat allemaal opgezet. De naturel is volledig weg. En daar zit het grootste verschil met ‘Het leven zoals het is’. als je alles op zijn beloop laat, dan is dat pure reality. In de zoo, op de luchthaven, in het kinderziekenhuis… Als je de camera’s zou wegnemen, krijg je nog altijd hetzelfde te zien. Het is niet gemakkelijk om een goede docusoap te maken. Het is de moeilijkste manier van televisiemaken. Je hebt daar veel vakkennis voor nodig. Bij ‘Thuis’ kan je alles voorbereiden. Dat is geschreven, je kan de camerastandpunten voorbereiden… Bij reality kan dat niet. Dat is oefenen, dat is televisiemaken voor gevorderden. En ook wat de verhaalstructuren betreft. Elk verhaal moet een begin en een evolutie hebben. Het is het verhaal van Roodkapje. Heb je nog een goed verhaal als je geen boze wolf hebt? Nee. Dat is saai. In elk verhaal moet een boze wolf zitten. En die boze wolf is dan een vliegtuig dat niet op tijd klaar geraakt of iets wat misloopt. En waarbij het personage het probeert op te lossen. Als alles van een leien dakje loopt, heb je geen spanning. Het personage moet moeite doen om het opgelost te krijgen. Hoe meer iemand probeert om een oplossing te vinden, hoe makkelijker het is om er goeie televisie van te maken. ‘Kinderziekenhuis’ was een typevoorbeeld van probleemoplossende televisie. Je zet de camera aan de ingang van het ziekenhuis en de problemen komen vanzelf. Je moet enkel vragen of je hen mag volgen. Je hebt genoeg problemen die binnenkomen. Bij het OCMW net hetzelfde. De problemen komen gewoon binnen en je volgt mee. En dan moet er een oplossing gezocht worden. (V): En ligt voor jou persoonlijk bij docusoap de klemtoon op docu of op soap? (G): Docu. Heel zeker. Maar dat is misschien ook omdat ik al heel mijn leven reportages maakt. Ik heb nooit voor fictie gewerkt. Ik werk nu op de nieuwsredactie. Voor mij persoonlijk gaat het om docu, niet om soap. Ik vind ook dat inhoud altijd voorgaat op vorm. Je moet een verhaal hebben. Je kan heel mooie settings hebben en heel mooie beelden, maar daarmee kan je de kijker geen halfuur boeien. Met een verhaal wel. En als dat dan mooi in beeld gebracht is, dan is dat een extra. In het begin werkten we 80 of 90% met een grote camera die heel kwaliteitsvolle beelden leverde. En we hadden een klein cameraatje om snel iets te filmen als de grote camera er niet was, zodat we het begin niet moesten missen. Zoveel afleveringen en zoveel projecten later was dat eigenlijk net omgekeerd. De laatste reeks van ‘De Luchthaven’ hebben we alles met een kleine camera gefilmd. We hebben 2 of 3 dagen met een grote camera gefilmd om met een telelens de opstijgende en dalende vliegtuigen te filmen om zo de kwaliteit op te trekken, maar niet om de verhalen beter te maken. (V): Oké. En hierjuist heb je eventjes het motief voyeurisme aangehaald. Is dat een belangrijk motief voor jou? 180
(G): Ja, zeker en vast. Ik denk dat wel. Zoals bij ‘het OCMW’ dacht ik soms, ‘zelfs als je problemen hebt, die heeft het nog altijd erger’. Ik denk ook dat het afhankelijk is van reeks tot reeks. Bij ‘OCMW’ speelt voyeurisme een grotere rol dan bij ‘De Luchthaven’ denk ik. Maar dat zal bij al de kijkmotieven zo zijn vermoed ik. (V): Als we dat even op een rijtje zetten. De kijkmotieven voor ‘Het leven zoals het is’ zijn voor jou spanning, emoties, herkenbaarheid, voyeurisme en informatie. (G): Ja, voilà. En ik heb daar zelf nooit echt een analyse over gemaakt. Dat zijn dingen die je leert uit de praktijk van het televisiemaken. Eender welke televisie je maakt, is dat nu een docusoap of een stuk voor het journaal, het komt er altijd op neer om zo goed mogelijke televisie te maken. En je hebt redelijk snel door of dat iets lukt of niet. Of dat iets goed is of niet. (V): Oké, dankjewel. Ik denk dat ik hiermee voldoende weet. Alleszins heel erg bedankt om tijd te maken. (G): Dat is heel graag gedaan. Als je later nog met vragen zit, mag je me gerust altijd mailen of bellen. (V): Dankjewel, dat is heel vriendelijk. (G): Nog heel veel succes ermee Karolien en geniet nog van de zon vandaag. (V): Voor jou ’t zelfde! Daag!
181
182