Het gesproken woord geldt
Toespraak van de Eerste minister van België Yves Leterme ACHTSTE TOP VAN STAATSHOOFDEN EN REGERINGSLEIDERS ASIA-EUROPE MEETING 4 oktober 2010, Brussel
Excellenties, waarde Collega’s,
In naam van mijn regering en mijn land heet ik u van harte welkom in onze hoofdstad, Brussel. Ook wil ik graag onze erkentelijkheid uiten aan Koning Albert die ons ontvangt in dit Koninklijk Paleis, een prestigieuze en uitgelezen ontmoetingsplaats voor deze bijeenkomst van zo talrijke leiders.
Excellenties, waarde Collega’s,
Bij wijze van inleiding zou ik graag een oud Aziatisch gezegde aanhalen: “Plan je voor een jaar, kweek rijst. Plan je voor twintig jaar, kweek bomen. Plan je voor eeuwen, kweek mensen.”
1/9 4/10//2010
Ik weet dat we hier niet samen zijn om voor eeuwen ver plannen te maken. Maar we kunnen ons de luxe veroorloven om vooruit te blikken. Deze Topbijeenkomst wordt niet geconfronteerd met een dringende of dramatische noodtoestand, en is niet in haast bijeengeroepen om een dringend probleem te bespreken. Dit is een ontmoeting die zorgvuldig voorbereid is met u allen.
Als prioritaire thema’s vermeldt onze agenda wereldwijd economisch bestuur en duurzame ontwikkeling. Beide thema’s stellen de ontwikkeling van de mens centraal, met andere woorden, het telen van mensen en niet alleen van rijst of bomen.
Economisch bestuur betekent een economie die ten dienste staat van de mensen, niet van hebzucht. Duurzame ontwikkeling vereist in de eerste plaats investeren in onze kostbaarste grondstof, onze mannen en vrouwen en, heel in het bijzonder, onze kinderen.
Dit zijn uitdagingen op de langere termijn en ik denk dat ze aangewezen zijn voor deze topbijeenkomst.
2/9 4/10//2010
We komen uit een periode van economische en financiële ontreddering. Nu we het ergste van de crisis doorstaan hebben, is dit een goed moment om te kijken waar we staan en onze toekomst te plannen. Dit is ook een goede gelegenheid. De leiders die hier bijeen zijn vertegenwoordigen meer dan de helft van de bevolking en de rijkdom van deze wereld en zestig procent van de internationale handel. Ze vertegenwoordigen vier van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, en de meeste leden van de G8 en de G20. Dit legt ons verantwoordelijkheid op en biedt tegelijk mogelijkheden.
We hebben de eerste stappen gezet naar een wereldwijde structurele hervorming, ook van de internationale financiële instellingen, om te voorkomen dat een nieuwe financiële crisis weer onze economieën zou ontwrichten.
Maar we weten allen dat we de lat van onze ambities hoger en verder moeten leggen. De grondstoffen van onze planeet zijn eindig en er dreigt een klimaatsverandering. Dat noopt ons tot een herbekijken van onze manier van produceren en consumeren. Ook moeten we de ongelijke verdeling van onze rijkdommen aanpakken. In New York, afgelopen maand, hebben we vastgesteld dat er vooruitgang is geboekt om de Millennium Development Goals te halen,
3/9 4/10//2010
maar dat we nog steeds ver staan van de doelstellingen die we onszelf hebben opgelegd. We hebben nog een lange weg te gaan om te komen tot “meer welzijn en meer waardigheid voor al onze burgers”, kortom tot “levenskwaliteit”, het thema voor deze bijeenkomst dat ik op onze vorige ontmoeting in Beijing voorstelde.
Ik zie drie terreinen waarop we een verschil kunnen maken, en ik hoop dat we daar de komende dagen mee beginnen.
Ten eerste moeten we een meer duurzame vorm van economische ontwikkeling aanwakkeren. Dit doel vereist, zoals we weten, een veel bredere beschikbaarheid van technologieën en producten die milieuvriendelijk en grondstof besparend zijn.
Wij stellen dan ook voor om een ruime dialoog op te starten om zeer specifiek na te gaan welke hinderpalen dit streefdoel in de weg staan. Of, om het in positievere zin te formuleren, welke incentives we kunnen creëren om deze producten en technologieën op een veel grotere schaal toegankelijk te maken.
4/9 4/10//2010
We kunnen en moeten een breed gamma van beleidsopties overwegen: regulering met betrekking tot handel en investeringen, normenvastlegging, vergunningen, overheidsinvesteringen, onderzoek en ontwikkeling, financiering. We moeten werken aan een bundeling van onze kennis en ervaring, we moeten de breedst mogelijke spreiding stimuleren van technologieën en praktijken die werktuigen zijn voor duurzame ontwikkeling. We moeten aantonen dat handel en investeringen, dat heel onze economische activiteit voor duurzame ontwikkeling werkt en niet ertegen.
Ten tweede, en dit hangt nauw samen met het eerste punt, moeten we ons concentreren op de uitroeiing van de armoede. Economische groei is noodzakelijk, maar volstaat niet. We moeten de vruchten van drie groei billijker spreiden, tussen landen en ook binnen in landen. Er blijven haarden van extreme armoede bestaan, soms vlak naast opzichtige rijkdom. Dit soort ongelijkheid is onaanvaardbaar. Ze reduceren en elimineren is niet alleen een morele verplichting, maar ook een kwestie van verlicht eigenbelang, want extreme ongelijkheid draagt de zaden in zich van zware onstabiliteit en wanorde, zowel op nationaal als op internationaal niveau.
5/9 4/10//2010
De uitroeiing van armoede, de reductie van ongelijkheden is eerst en vooral een kwestie van ontwikkeling van mensen, van investeren in mensen, in de breedste zin van het woord. We hoeven maar rond ons te kijken om het bewijs daarvan te zien. Sommige landen die gul bedeeld zijn met natuurlijke rijkdommen blijven arm; landen met schaarse natuurlijke middelen wisten sterke economieën en een hoge levensstandaard voor hun bevolking uit te bouwen– omdat ze investeren in hun mensen.
Onderwijs is nog steeds het belangrijkste middel om ongelijkheid weg te werken. Overheidsfondsen zouden moeten aangewend om goedkope toegang tot kwaliteitsonderwijs te verzekeren, voor meisjes zowel als voor jongens.
Onderwijs reikt mensen niet alleen de kennis en vaardigheden aan die nodig zijn voor ontwikkeling in de wereld van vandaag. Onderwijs helpt ook een stem geven aan de mensen die er geen hebben, het ontvoogt mensen, maakt ze bewust van hun kunnen, geeft ze rechtmatige betrachtingen voor een beter leven, doet ze vragen stellen aan hun regeringen, is een element van en een voorwaarde voor goed bestuur.
6/9 4/10//2010
In dit verband zou ik ook uw aandacht willen vestigen op een nieuw concept, de “Global Social Protection Floor”, dat wordt ontwikkeld door de UN Chief Executives Board for Coordination, geleid door de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit concept wil verzekeren dat ook de armste en kwetsbaarste bevolkingen toegang krijgen tot essentiële diensten als voeding, basisonderwijs en gezondheid.
Ten derde, en ook dit punt houdt nauw verband met de twee eerste punten, moeten we ernstig innovatieve bronnen van ontwikkelingsfinanciering gaan overwegen. De noden waarvoor we staan zijn immers duizelingwekkend. Denken we alleen maar aan de omvang van investeringen die nodig is om het hoofd te bieden aan de klimaatwijziging. De regeringsbegrotingen die al kreunen onder de gevolgen van de crisis kunnen die investeringen niet opbrengen.
Een recent expertenrapport, besteld door de Leading Group on Innovative Financing for Development, waarvan België een actief lid is, stelt een heffing op internationale geldtransacties voor die jaarlijks gemakkelijk 20 tot 35 miljard US dollar zou opbrengen. Die zou de reële economie niet hinderen, maar, integendeel, helpen om de volatiliteit van de financiële markten tegen te gaan. 7/9 4/10//2010
De technische details zijn uitgewerkt. We kunnen stellen dat die taks haalbaar is. Een dergelijke alternatieve financiering opstarten is nu een kwestie van politieke wil. Deze Top lijkt mij de aangewezen plaats te zijn om dit te bespreken en om een signaal uit te sturen naar de rest van de wereld. Als Azië en Europa deze idee gezamenlijk zouden steunen, zou ze goed op weg zijn naar wereldwijde aanvaarding.
Excellenties,
Een spreekwoord in het Sanskriet, een van de oudste culturen van onze wereld, zegt : “Gisteren is een droom, morgen is slechts een beeld. Maar elk wel beleefd ‘vandaag’ maakt elk gisteren tot een droom van geluk en elk ‘morgen’ tot een beeld van hoop. Benut dan ook wel deze dag.”
Om eerlijk te zijn, zelfs tijdens de best bestede dagen kijk ik terug op de gisterens toen we tegen de financiële tsunami worstelden als even zovele nachtmerries, en
8/9 4/10//2010
niet als mooie dromen. Maar ik ben het er volkomen mee eens dat het ons werk van vandaag is dat onze ‘morgen’ met hoop zal vullen.
In deze geest wens ik de hier verenigde leiders uiterst vruchtbare besprekingen toe, om van de dag van morgen een visioen van hoop te maken voor diegenen over wie deze top gaat: de burgers die wij vertegenwoordigen en aan wie wij rekenschap verschuldigd zijn.
Ik dank u voor uw aandacht.
9/9 4/10//2010