Spreekpunten minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst t.g.v. Industriepoort, 8 februari 2005, Nieuwspoort, Den Haag ---------------------------------------------------------------------------------------------------ALLEEN GESPROKEN WOORD GELDT Intro
o Dank voor uitnodiging om spreker te zijn tijdens deze tweede bijeenkomst van Industriepoort. o Ik vind Industriepoort prima initiatief: industrie vertegenwoordigt groot maatschappelijk belang. o Zij biedt werk aan bijna miljoen NL'ers. En zorgt naar waarde gemeten voor > 70 procent van onze export o Rechtstreeks verband tussen vitaliteit NL'se industrie en ons groeivermogen. o Industrie verdient dan ook zeker een eigen platform als Industriepoort. o Lof voor de Tweede Kamerleden en brancheorganisaties die dit initiatief hebben genomen. o Ook EZ onderkent belang industrie, wil daar actief bij betrokken zijn. o Daarom heeft EZ in oktober Industriebrief uitgebracht. o Overmorgen ga ik met TK in debat over Industriebrief. o Centraal in Industriebrief staat herwaardering van industrie als generator economische groei. o Van groot belang is natuurlijk uitvoering acties uit Industriebrief en Groeibrief. o Dat is de manier om de generator uiteindelijk meer toeren te laten maken.
Vernieuwend vermogen o Ik wil vandaag met u hebben over het vernieuwend vermogen van onze industrie. Vernieuwend vermogen in belangrijke mate bepalend voor ons mondiale concurrentiepositie. o Wat is vernieuwend vermogen? Vernieuwend vermogen kan liggen in technologische innovaties, in nieuwe en slimme producten. o Maar dat hoeft niet. Vernieuwend vermogen kan ook liggen in het slimmer organiseren van het arbeidsproces. o Ik geef u een voorbeeld. Bierbrouwer Heineken heeft enige tijd geleden flexibele dienstroosters ingevoerd. Hierdoor kan het beter inspelen op de fluctuerende vraag en beschikbaarheid personeel. Heineken kan nu de bedrijfstijd 'opschakelen' zonder dat op voorhand sprake is van extra beloning voor overwerk. Ook 'afschakelen' - het terugbrengen van de bedrijfstijd - behoort tot de mogelijkheden. Duidelijk dat deze grote flexibiliteit de concurrentiepositie van Heineken verbetert. o Ander voorbeeld. Geneesmiddelenfabrikant Organon werkt sinds een paar jaar met zelfsturende teams op de afdelingen Materials Handling en Verpakking. Aanleiding was dat producten steeds sneller, flexibeler
o o o
o
o
en betrouwbaarder moesten worden geleverd. Bovendien zijn de medewerkers steeds hoger opgeleid en stellen ze meer eisen aan de kwaliteit van hun werk. Zelfsturende teams voorzien in beide aspecten. Het werk is interessanter geworden en de afdeling heeft zonder problemen een forse omzetgroei kunnen bijbenen. Ook bij hoge werkdruk zijn er zelden conflicten en kort ziekteverzuim scoort onder de 2 procent. Beide voorbeelden laten zien dat vernieuwend vermogen meer is dan technologie. Alle vernieuwingen die bijdragen aan betere bedrijfsprestaties, vallen eronder. Vandaag wil ik met u spreken over vernieuwend vermogen van NL'se industrie. Dat is redelijk op peil: NL'se industrie bestaat over het algemeen uit kennisintensieve bedrijven die zich richten op niches met hoge toegevoegde waarde. Vernieuwend vermogen bevindt zich bij deze ondernemingen in het hart van het bedrijfsproces. Niettemin zijn er ook problemen met het vernieuwend vermogen van de industrie. Zo investeren onze industrieën op internationale schaal relatief weinig in R&D. En het MKB en de kennisinstellingen weten elkaar maar mondjesmaat te vinden. Voor verdere verbetering van het vernieuwend vermogen zijn drie zaken cruciaal: sociale innovatie, de voorbeelden van Heineken en Organon vallen onder deze noemer; kenniscirculatie bedrijven-kennisinstellingen; creatieve industrie.
Sociale innovatie • Voor vernieuwingsvermogen is meer nodig dan alleen investeren in technologie. • Al in Innovatiebrief heb ik aangeven dat wanneer we vernieuwingsvermogen van Nederlandse economie echt willen versterken, alleen investeren in technologie onvoldoende is. Er is een cultuuromslag nodig. • We moeten toe naar een klimaat waarin vernieuwing en excellentie worden gestimuleerd. Waarin niet alleen de bestaande wegen worden bewandeld, maar juist actief gezocht wordt naar andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van de kennis en ervaring van werknemers bij de bedrijfsvoering. • Ik sta hierin niet alleen. Iemand als Wijffels (Innovatieplatform) heeft vergelijkbare visie. • Binnen bedrijven kan dit een andere organisatie van het arbeidsproces betekenen die betere bedrijfsresultaten oplevert door de potentie van werknemers beter te benutten. Dit is voor mij de kern van sociale innovatie; meer halen uit mensen.
• • • •
•
•
•
Ik ben me ervan bewust dat een cultuuromslag niet met mooie woorden wordt bereikt. Het gaat om het daadwerkelijk veranderen van gedrag. Wat dat betreft hebben we volgens mij al de eerste stappen gezet. De AWVN en de vakbonden hebben bijvoorbeeld het thema ‘slimmer werken’ op de agenda van het CAO-overleg gezet. Concreet proberen ze bijvoorbeeld afspraken te maken over scholing van werknemers en slimmere werkroosters die beter aansluiten bij de behoeften van het bedrijf en de wensen van de werknemers. Ik wil kijken hoe we deze ingezette verandering kunnen versterken en of de overheid daarbij een rol kan spelen. Daartoe heb ik vlak voor deze bijeenkomst een klankbordgroep sociale innovatie ingesteld, met Stas EZ, OCW en SZW, mensen uit het bedrijfsleven en organisatiedeskundigen. Voor de zomer willen we met een aantal concrete initiatieven komen. Het is zeker niet mijn bedoeling om het bedrijfsleven voor te gaan schrijven wat het moet doen. Wel wil ik kijken of we bijvoorbeeld belemmeringen in regelgeving weg kunnen nemen. En of we zowel werkgevers, werknemers, hun vertegenwoordigers en onszelf (als overheid) kunnen stimuleren om buiten de bestaande kaders te denken en ook andere dan de geijkte mogelijkheden te overwegen. Het is ook niet mijn bedoeling om alles vanuit de ivoren toren van de overheid te verzinnen. Naast de klankbordgroep organiseer ik daarom 14 april een congres over sociale innovatie, waarin ik mensen uit de praktijk zoals u aan het woord wil laten over de kansen en knelpunten die zij tegenkomen. Voor een deel zullen werkgevers en werknemers ook zelf met de oplossing moeten komen. Mogelijke acties kunnen liggen op het terrein van: • Arbeidstijdenmanagement: afspraken tussen werkgevers en werknemers over flexibele roosters, bestaande regelingen voor werktijden en arbeidsduur tegen het licht houden met bijvoorbeeld oog op mogelijke belemmeringen rond seizoensarbeid/piekbelasting. • Leeftijdsbewust personeelbeleid: meer gebruik van om/bijscholing en demotie door werkgevers en werknemers, bezien of wet gelijke behandeling belemmering opwerpt door onduidelijkheid over ruimte voor (positief)discrimineren van ouderen (meer vrije dagen/scholing). • Praktijkkennis VMBO: verbeteren van kansen op de arbeidsmarkt van leerlingen door uitbreiding van het aantal stageplaatsen.
Kenniscirculatie o Bedrijven en kennisinstellingen hebben te lang in gescheiden werelden geleefd. o Waardoor kwalitatief hoogwaardige kennis van universiteiten en hogescholen op de plank ligt te verstoffen. Omgekeerd zijn er bedrijven die veel tijd investeren in het opnieuw uitvinden van het wiel. o Belangrijkste uitdaging voor het IP is om de kloof tussen bedrijven en kennisinstellingen te overbruggen o Na 1 jaar IP al aantal concrete resultaten Innovatievouchers (waardebon van max.7500 euro waarmee MKB ondernemers naar eigen inzicht innovatie ondersteunend onderzoek kunnen inkopen bij publieke kennisinstellingen). Vorig jaar met 100 vouchers gestart. Vanwege groot succes van het proefproject stel ik dit voorjaar 400 vouchers extra beschikbaar, met als noviteit: vouchers nu ook bij grote R&Dbedrijven inwisselbaar. Casimir-pilot vorige maand van start. Maakt het mogelijk voor researchers van bedrijven om tijdelijk bij kennisinstelling te werken en omgekeerd. o Daarnaast heeft IP aantal voor industrie belangrijke adviezen uitgebracht Dynamisering beroepsonderwijs (Leijnse). Voorstellen om te komen tot aantrekkelijker beroepsonderwijs en betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Denk aan o.a. versterken netwerken bedrijven en onderwijs, breder toepassen praktijkleren, gastdocenten uit bedrijfsleven en een vernieuwingsfonds. Vitalisering van de Kenniseconomie (Wijffels). Voorstellen voor noodzakelijke hervormingen in het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem. Richt zich onder andere op sterkere verbindingen tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen (TTI's). Sleutelgebieden (Sistermans): IP heeft vier sleutelgebieden vastgesteld, namelijk agrofood, water, hightechsystemen en materialen, creatieve industrie. Creatieve industrie o Brengt mij op laatste onderwerp. o Vernieuwend vermogen en creativiteit hebben natuurlijk alles met elkaar te maken o Belang van creativiteit als productiefactor steeds meer onderkend o Creativiteit zorgt voor slimme producten en die zorgen voor onderscheidend vermogen NL'se industrie o Aanzienlijk aantal bedrijven dankt concurrentiekracht aan creativiteit, zoals Philips, Daf, Rituals (home & body cosmetics), G-Star (jeans). o Niet alleen voor bedrijven, ook voor samenleving als geheel loont het om aan creatief klimaat te werken
o Amerikaanse hoogleraar Richard Florida schrijft in 'The Rise of the Creative Class’ dat creatieve mensen worden aangetrokken door een tolerant, onconventioneel klimaat waarin ideeën tot bloei kunnen komen. Nederland doet het in dat opzicht niet slecht. In Florida’s ranglijstje van creatieve omgeving staan we op de vierde plaats. o Creatieve mensen kom je in allerlei bedrijfstakken tegen. o Maar creatieve industrie neemt daarbij bijzondere plaats in. o Met creatieve industrie doel ik op vormgevers, uitgeverij, media, mode, design, reclame, game-industrie. Belang creatieve industrie gaat echter verder dan eigen sector. Ligt ook in rol van aanjager voor andere economische sectoren o IP heeft creatieve industrie daarom aangewezen als sleutelgebied. Ook voor EZ is creatieve industrie sinds Industriebrief aandachtsgebied o Al de nodige EZ-initiatieven, zoals: • Handelsmissies, gericht op de creatieve sector. Voorbeelden: afgelopen oktober voor vormgevers naar Nordrhein-Westfalen, er komen er nog voor de modebranche naar VK en Polen. • Verder heeft EZ een speciaal aanspreekpunt geformeerd voor de creatieve industrie. • En met de staatssecretaris van EZ en onze collega Van der Laan (OCW) werk ik aan brief ‘Cultuur en economie’. Daarin maatregelen om de economische potentie van de creatieve sector beter te benutten. Najaar 2005 naar TK. Ter voorbereiding op nota doet EZ onderzoek naar de directe en indirecte economische betekenis van de creatieve industrie. Mei 2005 resultaten onderzoek. Slot
o Tot zover mijn visie op vernieuwend vermogen van NL'se industrie. o Als wij dat verder willen opvoeren, moeten wij meer werk maken van sociale innovatie, kenniscirculatie en creativiteit. o Bedrijven, brancheorganisaties en overheid moeten daarbij vanuit de eigen verantwoordelijkheid gezamenlijk optrekken. o Ik hoop en verwacht dat Industriepoort aan die gezamenlijkheid zal bijdragen.