1
www.noblock.nl
"Het geheim van Dichteren" Inhoud : Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Dirk en Daan lusten wel een appeltje. De ontmoeting met Gait. Gait's verhaal. Bezoek aan het schuurtje Onweer..... Waar zijn we ? Vogelverschrikkers. Naar de stad. De droom van Daan. Netta de Heks. Netta's verhaal. Opnieuw naar de stad. De Kasteelheer. Het verhaal van Johan. In de kerker. Spoken in het kasteel. Johan en Netta. Op weg. De Magiër. De tijdreis. Weer terug.
2
"Het geheim van Dichteren" .
www.noblock.nl
door Tycho Schipper
Hoofdstuk 1. Dirk en Daan lusten wel een appeltje. Dirk en Daan fietsen samen door de straat. Het is warm en benauwd, ze zijn de enigen die de moed hebben zich tegen de hitte te verzetten. Midden in de zomervakantie en niets te doen. Alleen maar vervelen. Omdat Dirk en Daan pas verhuisd zijn kunnen ze dit jaar niet op vakantie. "Geen geld en geen tijd", had papa net nog gezegd toen ze vroegen waarom ze niet op vakantie gingen. Papa was een nieuw hek aan het maken in de tuin, hij had het er maar heel druk mee. Ze hebben wel allebei een nieuwe kamer, groter dan in hun oude huis. De kamer van Dirk is lichtgroen geschilderd, die van Daan lichtblauw. Alleen is het veel te heet om nu op je kamer te gaan zitten, al is het allemaal nog zo nieuw. Dirk en Daan zijn bijna als eersten in het nieuwe blok komen wonen, verder woont er nog niemand, behalve dan de buren, maar die hebben geen kinderen. Ze komen uit een grote drukke stad en nu wonen ze opeens in een rustige nieuwbouw wijk, dat is best een verschil. En dan is het ook nog zomervakantie, ze kennen niemand en de school begint pas over vier weken. Nee, het enige leuke is dat je hier overal rond kan fietsen, maar verder.... "Ik vind er hier niks aan", zegt Dirk. "Nee", zegt Daan, "ik ook niet". De twee jongens fietsen nog een stuk verder, langs de Bosweg. Aan de ene kant zie je allemaal nieuw gebouwde huizen en aan de andere kant liggen de weilanden waar overal gegraven wordt. Ook daar komen nieuwe huizen. "Gek hè", zegt Dirk, "je ziet hier van alles behalve bos, aan de Bosweg". "Zullen we eens kijken bij die oude boerderij ? Misschien staat er wel een appelboom in de tuin". Opgewekt omdat de verveling voor even is verdreven fietsen de jongens naar de oude boerderij. Eigenlijk zie je de boerderij helemaal niet, hij staat verstopt tussen de bomen en de struiken. Als je daar vlak langs loopt dan zie je pas dat er een boerderij staat. Dirk en Daan waren hier al een paar keer langs gefietst voordat ze zagen dat er een boerderij stond. Ze zetten hun fietsen tegen de heg. Allebei hebben ze een ATB, Dirk heeft een grote blauwe, met 15 versnellingen, Daan heeft een rode fiets, iets kleiner dan die van Dirk en met 10 versnellingen. "Er woont toch echt niemand meer hè ? " vraagt Dirk. "Welnee, je kan toch niet wonen in zo'n oud krot. Moet je kijken, het glas is zelfs al uit de ramen gegooid", wijst Daan.
3
www.noblock.nl
Ze wagen zich in de tuin nadat ze over het hek geklommen zijn en langs het huis zijn gelopen. In de tuin staan het gras en de distels tot hun middel. "Wat een zootje zeg" zucht Dirk, " zie jij een appelboom ?" Twee paar ogen speuren door de tuin maar ze zien geen appelboom. In het hoekje achterin de tuin staat wel een bramenstruik met grote rode bramen. "Dat is dus nog niet te eten", weet Daan. Ze pakken allebei een stok van de grond en slaan hiermee de distels plat terwijl ze de tuin intrekken in de richting van een schuurtje, helemaal achterin de tuin. Toch krassen de distels soms nog over hun blote benen. Bij het schuurtje aangekomen zien ze dat de deur niet op slot is. Dirk pakt de klink en doet de deur open. Met een zacht piepje gaat de deur open en kijken ze naar binnen. Een muffe lucht komt ze tegemoet. "Die deur is al heel lang niet meer open geweest zeg, wat een stank komt er uit dat schuurtje. Durf jij naar binnen ? " vraagt Dirk. "Best wel", zegt Daan". Even aan het donker wennen". Even later doet hij een stap vooruit, het schuurtje in. En nog een stap. Het is pikkedonker in het schuurtje en dan die lucht ! Het ruikt naar aarde en vocht. En het lijkt wel of hij iets hoort rommelen ! De rillingen lopen over z'n rug. "He joh, ik eh, ik zie niks, straks breek ik nog een been". En terwijl hij dit zegt loopt Daan snel weer naar buiten. "Het is wel een raar schuurtje, hè", zegt Dirk, "het lijkt van binnen veel groter dan van buiten. Moet je kijken hoe donker het binnen is. Volgende keer neem ik mijn zaklantaarn mee, dan kunnen we kijken wat er allemaal in staat". Het rommelt en puft in de verte, de jongens doen gauw de deur dicht en kijken naar de lucht. De wolken zijn snel donker geworden met gele donderkoppen en de wind laat de boomtoppen zacht heen en weer schudden " Volgens mij gaat het onweren. Laten we kijken of we in de boerderij kunnen schuilen", wijst Dirk. Ze lopen naar de boerderij. Het dak is groen van het mos en de houten balken die vroeger wit waren zijn nu grauw en verrot. De luiken zijn dicht, op een luik na wat een beetje piept in de wind. Aan de zijkant van het gebouw is een klein staldeurtje met een boerenklink. Dirk loopt naar de deur en pakt de klink. "Hij gaat open Daan". Met een enorme donderklap barst het onweer los, grote dikke druppels spatten op de grond. Snel springen Dirk en Daan naar binnen. In het dak van de stal zitten een paar gaten en boven in de stal zit een raam zonder luik. De stal is helemaal leeg, geen koeien, geen stro, helemaal niets. " Gelukkig is het hier niet zo eng als in het schuurtje" ,fluistert Daan. " Nee", zegt Dirk zacht, " hier kan je tenminste iets zien. En iets voelen, dat dak is hartstikke lek. Kom, we kijken of we in het woonhuis kunnen komen, misschien blijven we dan een beetje droog".
4
www.noblock.nl
Ze gaan door de staldeur en komen in een donkere gang. Aan het eind van de gang staat een deur open, uit de ruimte daarachter schijnt een flauw licht de gang in. Als ze door de deur gaan staan ze in de keuken. Nou ja, keuken, vroeger was hier de keuken. Je kan het granieten aanrecht nog zien, en een los staande grote zwarte kachel. Midden in de keuken staat een oude tafel met drie stoelen. In de gesloten luiken voor de ramen zitten zoveel gaten dat het best wel licht is in de keuken. Nog een donderklap. En nog een. De regen beukt op het oude huis. "Tik, tik tik". "Wat is dat !" schrikt Daan. "Tik, tik tikerdetik tik". "Joh, dat is gewoon de regen die in de schoorsteen valt", wijst Dirk, "kijk maar, daar druppelt de regen op de kachel". Ja hoor, druppel voor druppel valt het water op het zwarte deksel. De wind giert om het huis en de donder laat de mica ruitjes in de kachel trillen. " Gelukkig is het hier droog" zegt Dirk". Ja, als we buiten waren gebleven waren we kletsnat geworden", antwoordt Daan.
5
www.noblock.nl
Hoofdstuk 2. De ontmoeting met Gait. De twee jongens wachten in de schemerige keuken tot het onweer voorbij is. Ze zitten allebei op een stoel aan de krakkemikkige tafel. De donderslagen blijven maar komen en de regen gaat maar door. "Ben jij bang voor onweer ?" vraagt Daan. "Nee, helemaal niet, " zegt Dirk snel. "Ik ook niet hoor, maar ik wil best wel naar huis", zegt Daan. Ze wachten en ze luisteren naar de donder en de regen. Opeens heft Dirk zijn hoofd op. "Hoor jij dat ook ?" vraagt hij. "Wat moet ik horen, " zegt Daan. "Nou, ik weet niet, ik hoor iets geks. Gebonk of zo". Ze luisteren allebei ingespannen. " Ik hoor niks met al die regen ", zegt Daan, " je bent gewoon bang". Maar dan hoort Daan het ook. Klossende voetstappen in de gang. De twee kijken elkaar aan en springen van hun stoel, vliegensvlug kruipen ze achter de grote zwarte kachel. De voetstappen komen dichterbij en vallen dan stil. Dirk en Daan kijken elkaar bibberend aan. "HATSJIE !", klinkt het in de gang, " verdulleme, een mens zou toch nog ziek worren van da weer". Dan zwaait de deur open en stapt er een oude boer de keuken in. Hij loopt op versleten gele klompen en hij heeft een lichtgroene stoffen jas aan die over zijn bruine ribbroek valt. Zijn pet houdt hij in de hand. "Kiek noe toch eens. Ik bun niet allenig hier. Kom jelui, je hoef niet bang te zijn. Ik vreet ou niet op hoor". Een beetje bleek staan Dirk en Daan op. "Nou nou, bunt jelui zo geschrokken van mij ?" lacht de boer. "Het de regen jelui ook zo overvallen ? Ik bun toch allemachtig nat geworren van al die nattigheid. Kunt jelui niet meer proaten ? Ik ben Gait", zegt hij en hij steekt zijn hand uit naar Dirk. "Dag meneer", zegt Dirk, "ik heet Dirk". "En ik ben Daan", zegt Daan terwijl hij Gait een hand geeft. "Zeg maar Gait", zegt de boer en hij legt zijn pet op tafel. "Woont u hier ?" vraagt Dirk. "Nee, nee, ik zou hier voor geen goud willen wonen", antwoordt Gait, "ik woon een heel stuk wieter. Het is dat het onweer zo snel opkwam anders was ik hier niet geweest". "Waarom niet ?" vraagt Dirk nieuwsgierig. "Het is hier niet pluis", antwoordt Gait, "er gebeuren hier hele rare dingen. Vooral als het onweert. Maar ja, een oude man als ik moet niet zo nat worden in de regen. Da's niet goed voor mij. Dus dan kruip ik maar bij jelui in de keuken". "Wat is er dan niet pluis ?" wil Daan weten. "Nou, hier in 't huus is 't wel in orde, maar dat schuurtje, achterin de tuin, dat klopt niet. Ik kom liever niet meer in dit
6
www.noblock.nl
huus en al helemaal niet bij dat schuurtje". Gait schudt zijn hoofd. "Bedoelt u dat schuurtje wat zo stinkt ?" vraagt Dirk. Gait schrikt op. "Bunt jelui bij dat schuurtje geweest ?" vraagt hij boos. "Ja, ik zie het al aan jelui d'r gezicht. Dat schuurtje is niet pluis. Jelui moet daar niet meer komen of het loopt slecht met jelui af. Belooft jelui dat ?" Dirk en Daan knikken braaf van ja en de boze trek op Gait's gezicht verdwijnt weer. Het onweer klinkt nu wat verder weg maar de regen gaat maar door. Na een tijdje vraagt Gait, "wat had jelui te doen hier op de boerderij ?" "Nou", zegt Dirk, "we waren aan het rondfietsen en toen dachten we dat we misschien een appeltje konden plukken in de tuin. De boerderij staat toch leeg. Toen we in de tuin zochten naar een appelboom zagen we dat schuurtje. De deur was niet op slot en toen hebben we even naar binnen gekeken, maar je kan niks zien. Het is daar pikkedonker. En toen het ging regenen zijn we hier in de keuken gaan schuilen. En daarna kwam u binnen". "Zeg maar Gait, 'U' dat klinkt veel te mooi voor mij", zegt Gait. "Bunt jelui echt niet in dat schuurtje geweest ?" Dirk en Daan kijken elkaar even aan. "Nee, veel te donker", jokt Dirk. "Gelukkig", zegt Gait, "dat stelt mijn oude hart weer gerust". "Wat is er dan aan de hand met dat schuurtje ?" wil Dirk weten. "Daar wil ik helemaal niet over praten", zegt Gait, "dat schuurtje is niet pluis, je moet daar niet komen". "Ja, maar, Gait, waarom niet ?" vraagt Daan. "Niet pluis, wat is dat dan ? Nou wil ik weten wat er aan de hand is". "Ooh jongn's", zucht Gait, "kunn'n jullie een oude man niet op zijn woord geloven ?" "Jawel", zeggen Dirk en Daan tegelijk en ze kijken Gait vragend aan. Gait kijkt indringend terug. "Goed dan", zegt hij, "maar eerst moet'n jelui beloven dat je nooit, en dan bedoel ik ook echt nooit, nooit meer bij dat schuurtje gaat kijken". "Dat beloven we", zegt Dirk en Daan knikt instemmend. "Echt waar ?" vraagt Gait. "Echt waar", zeggen de twee broertjes. En terwijl het maar blijft regenen begint Gait zijn verhaal....
7
www.noblock.nl
Hoofdstuk 3. Gait's verhaal Heel lang geleden, toen ik ongeveer net zo oud was als jullie, toen heb ik voor het eerst gehoord van het schuurtje. Jelui moet weten, ik woon hier al mijn hele leven. En vroeger was het hier anders. Geen nieuwbouwwijk, geen auto's, geen autobaan vlakbij. En de stad, nou, dat was wel drie kwartier lopen, want een fiets had ik niet. Mijn vader was boer en als ik niet op de boerderij moest helpen dan ging ik naar school, ik moest dan een half uur lopen. Als ik naar school liep dan kwam ik langs deze boerderij. Hier woonde vroeger mijn beste vriend, Johan. Hij stond op de uitkijk en wachtte tot ik kwam, dan liepen we samen naar school. Op school zaten we naast elkaar en na school waren we bijna altijd samen. Nou, we hebben wat kattekwaad uitgehaald. Vuurtjes stoken, appeltjes pikken. En als ze ons te pakken kregen dan sloegen ze ons de billen blauw, zo ging dat vroeger. Zo lang als ik mij kan herinneren heb ik met Johan gespeeld. In de stal en in de tuin. En dat schuurtje stond er ook altijd al. Niks bijzonders zou je denken. Ik weet nog als de dag van gisteren dat Johan heel opgewonden op mij stond te wachten toen we naar school moesten. Hij was vuurrood en sprong steeds op en neer. " Gait, Gait", zei hij", ik heb toch zo iets raars gezien gisteravond". "Wat dan ?" vroeg ik, maar hij wilde er niets over zeggen. "Niet hier", zei hij, "laten we naar onze hut gaan". "Maar we moeten naar school, Johan", zei ik", we kunnen niet zomaar naar de hut gaan". "Ik moet het aan je vertellen", zei Johan", kom, het duurt niet lang". Dus ik liep met Johan mee naar onze hut. Jelui weet toch wel die grote eikenboom die midden tussen de nieuwe huizen staat, vlak bij het water ? Nou, vroeger was hier alleen maar weiland met af en toe een windsingel. En bij die grote eik, daar kwamen twee windsingels samen. In een hoek, onder de eik, daar hadden wij een geheime hut. Niemand wist ervan, alleen wij tweeën. Hijgend van het harde lopen kwamen wij bij de hut, Johan had vreselijke haast. Toen we uitgehijgd waren begon Johan te vertellen. Gisteravond kon hij niet slapen. Hij had eerst tot duizend geteld en toen was hij nog wakker. Uiteindelijk was hij maar uit het raam gaan kijken naar het bliksem van het onweer. En toen had hij het gezien.
8
www.noblock.nl
Helder licht. Licht in het schuurtje, midden in de nacht. "Hou een ander voor de gek", zei ik", dat was gewoon je vader". Maar nee, Johan wist zeker dat zijn vader al sliep, alle grote mensen sliepen al, hij had ze zelf naar bed horen gaan. Eerst moest ik lachen, maar Johan wist het heel zeker. Hij werd een beetje boos omdat ik hem niet geloofde. En als Johan boos werd dan ging hij stokjes snijden. Hij pakte zijn zakmes en een takje en ging driftig hout zitten snijden. Dat zakmes, moet jelui weten, dat had Johan gekregen voor zijn verjaardag. Een mes met een houten heft, en zijn vader had er een grote "J" in gesneden. Iedereen op school was jaloers op dat zakmes, en ik ook wel een beetje. Toen ik zag dat Johan het had. "Dat licht bleef wel het uit". s'Morgens vroeg was Johan niets bijzonders te zien. in het schuurtje, net als
echt meende vroeg ik wat hij toen gedaan een uur aan", zei Johan", en opeens was in de schuur gaan kijken maar er was De gewone spullen stonden net als anders anders .
"Zie je wel", zei ik, "als er niemand in het schuurtje was dan is er toch niks aan de hand". "Je weet toch dat mijn vader altijd alle deuren op slot doet", zei Johan, "en vanmorgen was het schuurtje op slot. Er kon geen mens in of uit. Hoe kan er dan licht branden ? " Ja, ik moest wel toegeven dat dat een beetje raar was. Ik dacht er nog even over na, maar ik kon niks verzinnen. "Kom op joh, " zei Johan, "we moeten rennen anders zijn we te laat op school". En dus renden we naar school. Als je te laat kwam kreeg je straf van de meester, twee tikken op je vingers voor iedere minuut die je te laat was. Die morgen kregen Johan en ik ieder 12 tikken op onze vingers. En we hadden nog zo hard gelopen ! Na een paar dagen was ik Johan's verhaal over het schuurtje alweer helemaal vergeten en Johan sprak er verder ook niet over. Toen ik een paar weken later weer aan kwam lopen om Johan op te halen stond hij weer te springen van opwinding. Ik dacht meteen weer aan het schuurtje. En ja hoor, die rare Johan was expres wakker gebleven om te kijken of er soms 's nachts iets met dat schuurtje gebeurde. Deze keer gingen we niet naar onze geheime hut, we wilden niet weer te laat komen. Johan vertelde zijn verhaal terwijl we naar school liepen, we keken goed om ons heen of niemand ons af kon luisteren. Nu had hij geluiden gehoord uit het schuurtje, een soort gerommel en het leek niet op het onweer van vannacht, zei hij. Toen hij dat hoorde was hij voor het raam gaan staan en hij wist zeker dat dat gerommel uit het schuurtje kwam. Dus was hij naar beneden gegaan om buiten te gaan kijken. Maar net toen hij de buitendeur wilde openmaken om naar buiten te gaan hoorde hij zijn vader lopen. Die moest 's nachts wel eens naar de WC.
9
www.noblock.nl
Johan had zich in de keuken verstopt, hier onder deze tafel, en zijn vader was zo langs hem heen naar de deel gelopen. Toen was Johan heel stilletjes weer in zijn bed gekropen. Als zijn vader hem toch gezien had midden in de nacht..... Het gerommel uit het schuurtje was na een tijdje weer opgehouden. Johan had vanmorgen in het schuurtje gekeken, maar er was weer niks te zien. "Wat een onweer vannacht, hè vrouw ?" had zijn vader gezegd toen ze ontbeten, " ik ben blij dat het hier niet zo hard is gaan regenen". Ook dit verhaal was ik na een tijdje weer vergeten, maar Johan ging steeds meer op dat schuurtje letten, vooral in de nacht. Hij kreeg ook steeds straf op school omdat hij soms in slaap viel tijdens de les of heel erg zat te gapen. Gelukkig begon eindelijk de zomervakantie, Johan en ik konden nu rustig bouwen aan de hut, of lekker door de buurt zwerven. Soms kon ik niet mee, als ik mijn vader moest helpen met karweitjes op de boerderij. Op en dag zaten Johan en ik in onze hut, Johan zat weer takjes te snijden met dat mooie zakmes. "Hoe heeft je vader die grote 'J' er toch in gemaakt ? " wilde ik weten. "Ik weet het niet", zei Johan, "ik denk met zijn eigen mes". Toen vertelde Johan dat hij die nacht in het schuurtje zou gaan kijken, hij moest weten wat er nou gebeurde in de nacht. " Je bent knettergek", zei ik, "laat dat schuurtje nou. Het geeft toch niets". Maar Johan keek mij aan en zei", en toch moet ik het weten". Ik heb de hele middag geprobeerd om Johan op andere gedachten te brengen maar hij bleef volhouden dat hij in dat schuurtje ging kijken. Uiteindelijk kregen we zelfs ruzie, ik noemde hem een stommerd en hij vond mij een schijterd. We gingen allebei boos naar huis. In de nacht ging het vreselijk onweren. Ik dacht nog bij mezelf, "mooi zo, dan blijft die stomme Johan tenminste binnen". Maar sinds die dag heb ik Johan nooit meer gezien. De volgende morgen, toen ik naar hem toe ging was hij er niet. "Weggelopen mevrouw", zei de veldwachter, "hij komt wel weer terug als hij honger krijgt". Na een paar dagen was Johan nog niet terug. De hele buurt heb ik afgezocht, en iedereen in de buurt hielp zoeken. Maar al dat zoeken hielp niets. Johan was van de aardbodem verdwenen. Na een week durfde ik pas in het schuurtje te kijken, ik weet zeker dat dat schuurtje er iets mee te maken heeft gehad. Ik weet het nog alsof het gisteren gebeurde. Ik deed de deur open en ik keek in een zwart gat, en het rommelde in de verte. Het stonk naar vochtige aarde. Dat schuurtje, waar normaal alleen maar
10
www.noblock.nl
wat harken en scheppen in stonden, alles was weg. Terwijl ik stond te kijken begon het te onweren. Ik heb de deur dicht gedaan en ben door de regen weggerend, naar de hut van Johan en van mij. Toen wist ik dat ik Johan nooit meer terug zou zien. Johan is nooit meer teruggekomen. Zijn ouders zijn op de boerderij blijven wonen tot het boeren te zwaar voor ze werd, sindsdien staat het leeg, niemand wil hier wonen. Ik ben hier ook nooit meer geweest, tot vandaag, tot dat onweer me hier liet schuilen. En dat is waarom ik zeg dat dat schuurtje niet pluis is, vooral niet als het onweert. Gait kijkt de twee broertjes aan, ze hebben ademloos naar zijn verhaal geluisterd. Ze hebben zelfs niet gemerkt dat de regen voorbij is, dat zelfs de zon weer schijnt. "Zo jelui", zegt Gait, "mot je kieken, de zonne is weer terug !" Ja, Dirk en Daan zien het ook, de zon schijnt weer. "Ik ga maar weer op huis aan", zegt Gait, "Ajuus, en denk er aan wat jelui beloofd hebt, nooit bij dat schuurtje komen !" "Dag Gait", zeggen Dirk en Daan. Ze lopen naar buiten, achter Gait aan. Als ze door de tuin naar hun fietsen lopen durven ze niet naar het schuurtje te kijken, zo spannend vonden ze Gait's verhaal. Snel fietsen ze naar hun huis. Als ze thuis komen staat papa alweer in de tuin te werken . "He", zegt hij, "waar komen jullie vandaan ? Zijn jullie niet vreselijk nat geworden van die bui ?" "Nee, hoor", antwoordt Dirk, "we konden schuilen bij een boerderij ". "Dat is aardig van die mensen", zegt papa en hij is met zijn aandacht alweer bij het maken van het nieuwe hek. Dirk en Daan laten papa maar werken en ze gaan naar boven. Mama is niet thuis, "Ik ben op gordijnenjacht met Oma", had ze vanmorgen gezegd. "Wat een spannend verhaal vertelde Gait hè", zegt Daan. "Ja, ik vond het allemaal wel spannend in dat huis. Ik zou best wel eens in dat schuurtje willen kijken", zegt Dirk. "Je weet wat we beloofd hebben !" zegt Daan boos. "Beloften mag je niet breken ". "Ja, maar Gait zei dat het alleen maar gevaarlijk is als het onweert, bij dat schuurtje", antwoordt Dirk, "we kunnen morgen of zo best gaan kijken, als het droog is. Dan breken we toch geen belofte ?" Eigenlijk is Daan ook best wel nieuwsgierig naar dat schuurtje, en nu ze veilig thuis zijn lijkt het verhaal van Gait een stuk minder eng. "Jongens, willen jullie wat drinken", roept mam van beneden.
11
www.noblock.nl
"Ja, graag" antwoorden Dirk en Daan in koor. Snel gaan ze naar beneden, ze hebben best wel dorst en bovendien, als Mama en Oma samen zijn gaan winkelen nemen ze vaak wat leuks mee uit de stad. Ook deze keer kon Oma zich niet beheersen. Glunderend pakken de twee jongens een pakje uit, er zit een CD ROM in met een prachtig adventure game. Volgens het boekje moet je door kastelen, kerkers en dan naar een ruimteschip...te veel om te beschrijven. Alleen zit de computer nog in een doos op zolder, dus nu kunnen ze er nog niet mee spelen, dat is wel jammer, maar Papa belooft de computer zo snel mogelijk aan te sluiten.
12
www.noblock.nl
Hoofdstuk 4. Bezoek aan het schuurtje De volgende morgen is het alweer mooi weer. Als Dirk en Daan ontbeten hebben lopen ze de tuin in. Papa is alweer bezig met het hek in de achtertuin, nu is hij de deur aan het maken. Overal ligt gereedschap in de tuin, hamer, zaag, schroevedraaiers. "Zeg pap", zegt Dirk", mogen we even bij de schuur ?" "Natuurlijk", antwoordt papa, "gaan jullie weer uit fietsen ?" De twee jongens knikken. Papa kijkt zijn twee zoons aan. "Zijn jullie al een beetje gewend aan het nieuwe huis ?" vraagt hij. "Ja hoor", zegt Dirk, " je kan hier best leuk rondfietsen, het is niet zo druk als in de stad". "Mooi zo", zegt papa; " zeg, zullen we vanmiddag iets leuks gaan doen, het is zulk lekker weer, laten we gaan zwemmen of zo". " Ja, leuk", roepen Dirk en Daan . "Goed, afgesproken", zegt papa", vanmiddag gaan we zwemmen". Dirk en Daan fietsen de straat op. "Waar gaan we heen ?" vraagt Daan. "Ik weet het niet, zullen we weer bij het winkelcentrum gaan kijken ?" stelt Dirk voor. En zo fietsen ze naar het winkelcentrum. Als ze er bijna zijn moeten ze het spoor oversteken, er komt natuurlijk net een trein aan. Nadat de trein is vertrokken van het stationnetje kunnen ze verder, naar het winkelcentrum. Het is nog vroeg, er zijn weinig mensen en het plein voor het winkelcentrum is bijna leeg. Twee kleuters spelen op de kleine glijbaan voor de supermarkt, ze kraaien van plezier. "Hier is ook niet veel te doen", zegt Dirk. "Nee. Ik wou dat het al middag was, dan gaan we tenminste zwemmen, "zegt Daan. Ze zetten hun fietsen neer en lopen de drogisterij in. Snoep en drop staan verleidelijk uitgestald, maar ze hebben allebei geen geld bij zich. Al snel staan ze weer buiten. "Ik hoop dat we nooit meer verhuizen", zegt Dirk, "wat een verveelzomer is dit zeg. " Samen fietsen ze weer in de richting van hun nieuwe huis. Ongemerkt fietsen ze na een tijdje weer op de Bosweg. "Kijk", zegt Dirk, "daar is de boerderij van gisteren. Zullen we even in de tuin kijken ? " Hij kijkt om zich heen. " Ik zie nergens onweer, we kunnen best even in het schuurtje kijken denk ik". "Maar je weet wat we aan Gait beloofd hebben", zegt Daan, zouden nooit meer bij het schuurtje kijken". Nu de zon schijnt is het helemaal niet meer griezelig bij boerderij, het schuurtje staat lekker in de zon, je hoort een vogeltje fluiten. Voorzichtig lopen de twee nieuwsgierige jongens weer door over het paadje wat ze gisteren gemaakt hadden.
" we de zelfs de tuin,
13
www.noblock.nl
Daar staan ze dan, voor het schuurtje. "Doe jij de deur open", vraagt Dirk. "Doe het zelf", zegt Daan. Nu ze zo voor de deur staan wordt het wel weer een beetje griezelig. Dirk pakt een stok en doet met gestrekte arm de deur open. De deur valt bijna vanzelf open. In de schuur is geen zwart gat, geen vieze lucht. Het is gewoon een oude schuur met hier en daar wat oude troep, een paar oude rieten manden, een verroeste hark en vlak om de hoek hangt een bos touw aan een spijker. "Zie je wel, niks aan de hand. We hebben het ons gewoon verbeeld. Die gekke Gait ook met zijn griezelverhalen". Dirk draait zich om, "kom we gaan de tuin eens verder verkennen, met die schuur is niets aan de hand". Met allebei een stok in hun hand tegen de distels en de brandnetels lopen ze de tuin door. Maar veel is er niet te zien, het onkruid prikt in hun benen. De tuin is zo verwilderd dat er geen doorkomen aan is. Al snel besluiten ze om maar eens in de boerderij te gaan kijken. Door de staldeur komen ze de stal weer in die nu helemaal niet eng meer is. Midden in de stal staat een houten ladder die naar de hooizolder leidt. Dirk zet zijn voet op de eerste sport en stapt naar boven. Met een droge tik breekt de sport en staat Dirk weer op de grond. "Nou, je hebt geluk dat je dat niet boven aan de ladder gebeurde", giechelt Daan, " dan had ik helemaal naar huis moeten fietsen met jou achterop". Ze lopen de gang van de boerderij in en ze zien de trap naar boven. "Die trap heb ik vorige keer helemaal niet gezien", zegt Daan. "Nee, maar we hadden ook zo'n haast om in de keuken te komen". Dirk stapt voorzichtig op de eerste tree. Hij duwt eens hard met zijn voet. Er gebeurt niks. "Kom", zegt hij ", die trap is sterk genoeg, we gaan eens boven kijken". Boven is een overloop, en alle deuren staan open. Ze lopen naar de verst gelegen kamer. Als ze door het raam naar buiten kijken zien ze het schuurtje in de tuin. "Zou dit de kamer van Johan geweest zijn ?", vraagt Daan zich af. "Vast wel", meent Dirk. "Kijk maar je kan het schuurtje hier prima zien". Hun stemmen klinken hol in de lege kamer, alles is leeg en heel stoffig. Nu ze op de plek zijn waar Johan geslapen heeft en naar het schuurtje keek wordt het verhaal van Gait weer een heel stuk enger. "Heb jij het koud ?" vraagt Dirk aan zijn broertje, "je hebt kippevel". "Nou, dan heb jij het ook koud, " antwoordt Daan, "je hebt zelf ook kippevel". "Ja, het is hier ook best wel koud", vindt Dirk", laten we maar eens naar huis gaan". Daan is het van harte met Dirk eens, ook hij
14
www.noblock.nl
durft niet toe te geven dat het hartstikke griezelig is in dat oude lege huis. Bijna hollend komen ze weer buiten. Met een vaartje fietsen ze naar huis. Als ze de tuin inkomen zitten pap en mam op het terras, aan de koffie. "Goh", fluistert Dirk ", heeft pap zomaar tijd om te zitten ? Moet hij niet aan het hek werken ?" Giechelend zetten ze hun fietsen in de schuur. "Willen jullie wat eten jongens ?" vraagt mam. "Mmmmm", roepen de jongens, "lekker" ! Al snel zitten ze met z'n allen op het terras te eten. Na het eten stelt pap voor om eens lekker te gaan zwemmen. Ze gaan met z'n allen op de fiets, want voor de auto is er haast geen parkeerplaats te vinden bij het water, dat hebben ze al gehoord van de buren. Ze krijgen allemaal een tas achterop met zwemspullen, Papa bindt de opblaasboot achterop zijn fiets en houdt de peddels in zijn hand. Het is maar een klein stukje fietsen van hun nieuwe huis naar het meertje. Als ze zijn aangekomen zetten ze hun fietsen neer bij de fietsenstalling en lopen ze bepakt en bezakt richting water. Het is er best druk, ze moeten een eind lopen om een plekje te vinden. "Daar is een plek", wijst Dirk, en rent er naar toe. Als Papa en Mama er eindelijk zijn liggen de jongens al in het water. Eerst pompt Papa de boot op. Als hij klaar is vaart hij over het water, Dirk en Daan mogen om de beurt mee. Dan heeft Papa geen zin meer en gaan Dirk en Daan samen varen. Je kan mooi van de rand van de boot afduiken. Als Dirk en Daan genoeg hebben van het zwemmen gaan ze graven in het zand. Ze maken een enorm zandkasteel, met torens en een binnenplaats.
15
www.noblock.nl
Hoofdstuk 5. Onweer..... De dagen na de zwempartij is het best wel slecht weer. Veel wolken en soms wat regen. Gelukkig zijn er al veel spullen uitgepakt. Papa heeft eindelijk de computer aangesloten en Dirk en Daan zijn twee dagen bezig met een nieuw computerspel dat ze gekregen hebben. De highscores vliegen over het scherm. Maar na een paar dagen schijnt de zon weer volop. Soms hebben pap en mam nog tijd om te gaan zwemmen. Op een dag gaan ze zelfs helemaal naar het strand ! Ze gaan 's morgens vroeg weg, met de auto. Ze staan wel een uur in de file maar eindelijk komen ze bij de zee. Ze blijven er de hele dag. Er is dan ook van alles te doen op het strand, je kan schelpen zoeken, zwemmen, zandkastelen bouwen, patat eten en cola drinken. Als ze s'avonds terug rijden vallen Dirk en Daan achterin de auto in slaap, zo moe zijn ze geworden van een dagje aan het strand. Dan besluit pap om de zolder op te ruimen. Pap en mam zitten de hele dag op zolder. Ze slepen alle dozen naar de ene kant en dan weer terug. Dirk en Daan snappen er niet zoveel van. Ze hangen een beetje voor de TV, maar het is veel te mooi weer. Dan hangen ze in de tuin, maar daar is geen schaduw want er groeien nog geen bomen en dus wordt het erg warm. Dirk stelt voor om weer eens bij de oude boerderij te gaan kijken en dan neemt hij een zaklantaarn mee, voor de donkere kamers van de boerderij. Ja, dat vindt Daan een goed idee. Tussen de bomen van de boerderij is het vast beter uit te houden dan in de kale tuin. "Wij gaan even over de Bosweg fietsen !!" roept Dirk naar zijn ouders op zolder. "Veel plezier en kom je op tijd thuis ? Au, m'n hoofd, die rotzolder ook", klinkt het terug tussen de dozen door. En daar fietsen Dirk en Daan, langs de grote eik in de nieuwbouwwijk van Dichteren. "Misschien liggen hier onder de grond nog wel houtsnippers die Johan met z'n mes sneed", wijst Dirk. Toch een raar idee, dat Gait en Johan hier vroeger gespeeld hebben. "Wat zou er met Johan gebeurd zijn, denk je ?" vraagt Daan. "Het kan toch niet dat iemand zomaar verdwijnt. Volgens mij moet Johan nog ergens rondlopen. Misschien is hij wel weggelopen en kreeg hij geen honger en is hij nooit meer naar huis gegaan". Dirk denkt dat Johan misschien wel ontvoerd is. Nou ja, het blijft een raar verhaal, die verdwijning van Johan. Even later staan ze weer voor de deur van het schuurtje. Een beetje voorzichtig doen ze hem open maar net als de vorige keer is het een heel gewoon schuurtje. Scheppen en harken aan de muur en een vloer van aangestampte aarde.
16
www.noblock.nl
Dirk kijkt nog eens goed naar binnen. Hij kan zich nog maar nauwelijks voorstellen dat ze hier zo bang voor geweest zijn. Dan valt zijn oog op de aarden vloer. " Misschien is Johan wel vermoord", zegt hij, "en is hij hier begraven". "Of misschien ligt er wel een schat begraven", fantaseert Daan verder. Ze kijken elkaar aan en krijgen allebei hetzelfde idee. Ze pakken allebei een schep en beginnen te graven in de aarden vloer. De vloer is hard, het kost de jongens veel moeite om een gat te graven. Maar na een tijdje wordt de aarde wat zachter en gaat het graven beter. De broertjes werken hard en ze zweten als otters. Ze hebben helemaal niet in de gaten dat de zon weer eens langzaam achter de wolken verdwijnt. Ze zien de donkere wolken van alweer een onweersbui niet hangen. Ze hebben alleen maar oog voor hun steeds dieper wordende kuil. "Het begint naar aarde te ruiken, vind je ook niet", vraagt Daan. "Ja, vind je het gek ?" schampert Dirk", wat zijn we hier aan het doen, met aarde aan het werk toch ? Of niet dan ?" Een beetje boos schept Daan verder. Opeens stoot zijn schep op iets hards. Gespannen kijken ze elkaar aan en gaan dan als gekken verder met graven. Zouden ze een schat vinden ? De aarde vliegt met grote brokken het schuurtje uit. Het lijkt wel alsof de aarde steeds zachter wordt. Ze zien nu duidelijk een stuk hout liggen. Een paar scheppen verder ziet Dirk het als eerste. "Dit is gewoon een stuk hout. Niks bijzonders". Teleurgesteld tillen Dirk en Daan de plank uit de aarde. Met een boog gooien ze de plank naar buiten. Met een donderende klap valt de plank op de grond. Dirk en Daan kijken elkaar verschrikt aan. Dan kijken ze naar buiten en zien ze de regen vallen. "Onweer !!" roept Dirk geschrokken. "We moeten hier weg ! Gauw! Naar buiten , snel !!" Schreeuwend probeert hij de kuil uit te klimmen, maar de aarde valt iedere keer weg onder zijn handen en voeten. "DIRK, ik zak weg !!" brult Daan angstig. Allebei ruiken ze nu de zware lucht, de lucht die naar aarde ruikt. Allebei horen ze het gerommel in de verte. Allebei zijn ze vreselijk bang geworden. "Wat moeten we doen ?" piept Daan angstig. Hij is zo bang voor het gerommel in de verte en die vieze zware lucht ook. Ze zitten gevangen in de kuil, die nu uit zichzelf steeds dieper wordt. Als ze proberen om eruit te klimmen dan wijkt de aarde onder hun handen en wordt de kuil alleen maar groter. Het gerommel wordt steeds harder. Opeens klinkt er van buiten een knetterende donderslag. De twee jongens huiveren van schrik en ze houden elkaar stevig vast.
17
www.noblock.nl
Een volgende donderslag verscheurt de lucht. Langzaam voelen ze dat de aarde oplost, langzaam beginnen ze te vallen, in een diep zwart gat. Ze vallen niet hard, dat is heel raar. Rustig vallen ze naar beneden, en al snel wordt het gerommel weer zachter. Dirk en Daan klemmen zich nog stevig aan elkaar vast. Opeens gaan ze langzamer vallen, nog langzamer en dan, boem. Met een plofje vallen ze op de grond. Het is pikkedonker, maar Dirk en Daan voelen dat ze ergens binnen zijn. "Waar zijn we nou Dirk ?" fluistert Daan. "Ik weet het niet", fluistert Dirk terug, "het lijkt wel of het opeens nacht is geworden. Wacht eens, ik had toch een zaklantaarn meegenomen om in de boerderij te kijken ?" Hij voelt in zijn zak. Gelukkig, de zaklantaarn zit er nog. Dirk knipt de lamp aan. De lamp verlicht het schuurtje, maar toch is het anders. Het ziet er allemaal veel ouder uit. Dirk doet de deur open en ze kijken de zwarte nacht in. Dirk schijnt naar buiten. In de straal zien Dirk en Daan een paar bomen staan. Dirk beweegt de straal heen en weer. Overal bomen... en wat rare balken van een afgebrand huis. "We zitten in een bos of zo", fluistert Daan. "Hoe kan dat nou ?" vraagt Dirk zich af. "Laten we hier maar blijven zitten", wijst Dirk", dan wachten we tot het weer licht wordt". Ze kruipen tegen elkaar met hun rug tegen de wand van het schuurtje en wachten. Wachten tot het weer licht wordt. Ze wachten en wachten, en voor ze het in de gaten hebben vallen ze allebei in slaap, in het schuurtje.
18
www.noblock.nl
Hoofdstuk 6. Waar zijn we ? Dirk wordt als eerste wakker. Slaperig doet hij zijn ogen open en is dan meteen klaarwakker. Hij kijkt nog eens om zich heen, hij ziet alleen maar het rare schuurtje. "Dirk ! Dirk ! wordt eens wakker ! " Hij schudt zijn broertje heen en weer. Daan is meteen wakker. "Dirk, waar zijn we nou ?" vraagt hij. "Dat weet ik ook niet, ik snap er helemaal niks van. Hoe kan je nu in een gat vallen en dan weer in het schuurtje terecht komen ? Ik weet het niet. " "Misschien zijn we wel betoverd", oppert Daan met een peinzende blik, " denk jij dat Johan hier ook naartoe is gevallen ? Zouden we hem nog tegenkomen ? Wonen hier wel mensen ?" Dirk weet ook geen antwoorden op al die vragen, hij staat maar eens op. "We moeten maar eens kijken waar we zijn", stelt hij voor. De omgeving lijkt ergens op, maar ze weten niet precies waar het ze aan doet denken. Er is het schuurtje waar ze uitkomen, een afgebrande boerderij met zwartgeblakerde balken en een hooischuur. Overal staat het gras tot hun middel en her en der staan bomen die al snel overgaan in een bos. Het is best een wild bos, zonder echte paden, alleen maar hele kleine paadjes die de dieren gebruiken. Ze kiezen het grootste pad en lopen het bos in. "Wat is het stil hier, hè", fluistert Dirk. Ja, je hoort alleen maar af en toe een vogeltje fluiten, verder niets, geen auto's, geen vliegtuigen, helemaal niets. Na een tijdje lopen zien ze de rand van het bos, je ziet de lucht tussen de bomen door. "Voorzichtig", fluistert Dirk. "Waarom dan, we zijn toch uit het bos ?" vraagt Daan. "Ik weet niet waarom, doe maar zachtjes en zorg dat niemand je ziet. Ik ga bij die rand kijken of ik wat kan zien". Dirk kruipt weg met zijn buik over de grond. Als Dirk bij de rand van het bos is aangekomen gaat hij voorzichtig rechtop zitten, vlak langs een boom. Hij tuurt over het veld. Ver weg kringelt wat rook de lucht in. Wat meer naar rechts staat een boerderij. En links loopt een zandpad. Dirk weet niet waarom maar toch ziet het er raar uit. Hij kijkt nog even en gaat dan terug om zijn broertje op te halen. "En ?" vraagt deze, "heb je wat gezien ?" "Ja, best wel. Een boerderij, ver weg en een zandweggetje. Maar er klopt iets niet. Ik weet niet wat". Dirk denkt nog eens na. Hij zag een zandweg, een boerderij... opeens weet hij het.
19
www.noblock.nl
"Er staat geen prikkeldraad om de weilanden, alleen maar houten hekken. Dat is toch vreemd ?" " Ja", zegt Daan, "ik zei het toch al, we zijn vast betoverd". "Hij kijkt Dirk een beetje bang aan. "Zeg, we gaan straks toch wel weer naar huis hè ?" "Als ik maar weet waar ik naartoe moet", zegt Dirk, "en nu weet ik het nog niet. Laten we de zandweg maar eens aflopen, dan zien we wel waar we uitkomen". En daar lopen ze dan, op een zandweg. Ze kijken goed om zich heen, ze zijn heel voorzichtig, je weet maar nooit. Het is nog heel vroeg in de morgen, de zon staat nog laag. "Wat een plassen op de weg zeg, het heeft hier vast geregend", merkt Daan op. Een stukje verder blijft Daan staan. "Ik hoor iets", zegt hij. "Het lijkt wel op een vliegtuig". Dirk luistert ook. "Ja, ik hoor ook iets, geen vliegtuig, wacht, het komt daar vandaan". En hij wijst naar achteren. Ze kijken eens goed naar achteren. "Ik zie wel iets". Dirk speurt de horizon af. "Snel", zegt hij tegen zijn broertje, "in de sloot !" "Ben je wel helemaal lekker ?" sputtert Daan tegen, "die sloot staat vol met water. Ik ga me daar een beetje nat maken. Ga een ander voor de gek houden". Dirk geeft Daan een flinke duw en springt achter Daan aan de sloot in. "IDIOOT, BEN JE .". "SST, hou je kop, gek ", sist Dirk. "Daar komen een paar ruiters aan. Straks zien ze ons nog ". "Nou en ?" vraagt Daan brutaal. Dirk houdt zijn vinger voor zijn lippen en wijst naar de groep ruiters. Nu ze dichterbij zijn gekomen kan je de ruiters duidelijk op de paarden zien zitten. Je kan ook zien dat ze geen gewone kleren aan hebben. Ze dragen metalen kleren, harnassen. Er komt zomaar een groep ridders voorbij gereden ! Dirk en Daan maken zich zo klein als ze maar kunnen en verstoppen zich in de sloot. Stampende paardenhoeven en kletterende harnassen trekken vlak langs ze heen. De kluiten aarde vliegen in het rond. Als er niets meer te horen is kruipen Dirk en Daan voorzichtig uit de sloot. "Wat was dat nou ?" vraagt Daan zich af, "gaan die mensen naar een toneelstukje toe of zo ?" "Ik weet het niet", antwoordt Dirk met net zulke druipende en stinkende kleren als zijn broer, " wat een stinksloot is dat zeg, bah ! Maar volgens mij is het maar goed dat ze ons niet gezien hebben". Daan is het, ondanks zijn natte plunje, helemaal met zijn broer eens. "We moeten eerst maar eens uitvinden wat hier aan de hand is". Nog voorzichtiger dan daarvoor lopen Dirk en Daan over de zandweg. Ze lopen tussen akkertjes en weilandjes en af en toe een groepje bomen.
20
www.noblock.nl
Na een tijdje zien ze een kerktoren. "Daar gaan we kijken". Dirk wijst naar de kerktoren. "Kunnen we niet eerst eens wat eten ? Ik barst van de honger". Daan wijst op zijn maag. "Ja, ik lust ook wel wat", zegt Dirk. "Weet je wat, ik zie daar volgens mij een stelletje braamstruiken. Laten we daar even gaan kijken". Vier hongerige handen plukken de bramen van de struiken. Terwijl ze aan het plukken zijn lopen ze steeds verder het groepje bomen in, achter de bramen aan. Ze hebben echt trek, Nu hun magen gevuld worden merken ze pas hoeveel trek ze hebben. Ze plukken maar door, gelukkig staat het hele groepje bomen vol met braamstruiken. Opeens heft Dirk zijn hoofd op. Hij hoort wat. Hij kijkt tussen de bomen door en ziet een wagen rijden, een wagen met een os ervoor. Op de bok zit een man, met een zweep in zijn hand. Af en toe knalt de zweep op de rug van de os. De man heeft rare kleren aan, het lijken meer lappen die om zijn lijf geslagen zijn. Op zijn hoofd staat een vieze strooien hoed. "Zie je dat ?" fluistert Daan. "Wat ziet dat er gek uit". Als de wagen voorbij is kijken Dirk en Daan elkaar eens aan. "Hier klopt iets niet Daan", zegt Dirk. "Dit kan helemaal niet. Die man lijkt op een plaatje in mijn geschiedenisboek. Die man lijkt op vroeger". "Misschien zijn we in het land van Ooit", probeert Daan nog, maar Dirk gaat door. "En als die man op vroeger lijkt, en alles lijkt hier op vroeger, geen prikkeldraad, geen auto's, geen vliegtuigen. Wel een stelletje ridders en ossekarren. Wij zijn in vroeger beland !" "Daar snap ik niks van", moppert Daan, "waar zijn we dan ? " "We zijn in een andere tijd. Ik weet het zeker, " zegt Dirk. Hij denkt even na. "We moeten zorgen dat we niet opvallen. We moeten andere kleren hebben, anders zien ze meteen dat wij vreemd zijn. En dan moeten we weten in wat voor een tijd we zijn. En we moeten.". Hij stopt met praten als hij naar Daan kijkt. Die zit met een trillende onderlip voor zich uit te staren. "Hoe moet dat nou Dirk ? Hou komen we dan thuis ? Ik wil naar pap en mam toe ! Ik wil hier niet zijn ". Met betraande ogen kijkt hij Dirk aan. "Stil maar", troost Dirk, "rustig maar, ik weet zeker dat we weer thuis komen. " Terwijl hij dit zegt krijgt hij zelf ook tranen in zijn ogen.
21
www.noblock.nl
Hoofdstuk 7. Vogelverschrikkers Dirk en Daan blijven de rest van de dag verstopt tussen de bramenstruiken. Als de ossekar voorbij is gereden gebeurt er een hele tijd niets. Dan komt er weer wat aangelopen, een man en een vrouw met een handkar. Ook zij zien er armoedig en vies uit, maar ze praten vrolijk en schijnen het helemaal niet erg te vinden dat ze zo vies zijn. De vrouw loopt steeds op haar hoofd te krabben. "Dat mens heeft vast luizen, moet je kijken", wijst Dirk. Als de twee wandelaars dichterbij komen kunnen Dirk en Daan ze horen praten. Wat ze precies zeggen kunnen de broertjes niet zo goed horen, het lijkt wel op Duits, maar toch ook weer niet. Verder komt er niemand voorbij op de weg. Als het na een hele lange tijd begint te schemeren zegt Dirk, "kom, we gaan eens verder. " "Maar dat vind ik eng", protesteert Daan, "ik wil hier niet weg, ik wil verstopt blijven". "Je snapt toch wel dat we hier niet kunnen blijven Daan, we moeten kleren hebben van hier en eten en een plek om te slapen. Kom op !" En Dirk loopt naar de weg, Daan gaat achter hem aan. Ze hebben hun zakken vol gestopt met bramen, dan hebben ze nog wat te eten onderweg. Ze gaan in de richting van de kerktoren, misschien dat ze daar wat wijzer worden. Het wordt al snel donker, net als Dirk zijn zaklantaarn wil pakken zien ze dat de maan opkomt. Het is volle maan, er is zoveel licht dat ze best veel kunnen zien. Na een tijdje lopen maakt de weg een bocht. Daan ziet ze als eerste. Twee grote kerels !! Er staan twee grote mannen op de akker aan de kant van de weg !! Verstijft van angst blijven ze staan. Wat nu ?? Zijn het aardige mannen of zijn het boeven ? Dirk en Daan staan stokstijf stil. De mannen bewegen ook niet, ze staan daar maar en ze zeggen niets. "Ha..hallo ", probeert Dirk. Geen reactie. "Goedenavond", probeert Dirk nog een keer. Weer niets, ze zeggen niks terug ! Dirk en Daan kijken nog eens goed. Die mannen staan wel heel erg stil. Dan ziet Dirk het opeens. "Het zijn vogelverschrikkers Daan, het zijn helemaal geen mensen". Ze lopen de akker op om de vogelverschrikkers van dichtbij te bekijken. Ja, gewoon vogelverschrikkers, niets om bang voor te zijn. "Joh, we moeten toch kleren hebben Dirk, nou, hier zijn ze", zegt Daan zachtjes. De kleren ruiken helemaal niet zo fris maar Dirk en Daan trekken de oude vodden snel aan. Nu staan er geen vogelverschrikkers meer op het veld, alleen maar twee kale stokken.
22
www.noblock.nl
Met zijn handen graaft Dirk een grote kuil. "Wat ben je nou weer aan het doen ?" vraagt Daan. "We moeten onze kleren toch verstoppen sufferd. We moeten lijken op de mensen van hier", zegt Dirk al gravend. "Nou, dat is wel gelukt hoor", lacht Daan", wat zie jij er gek uit. En je stinkt ook net als een varken". Dirk is niet boos. " Mooi", zegt hij, "dan lijken en ruiken we net als de mensen hier". Ze verstoppen hun kleren in de kuil en doen het zand weer netjes er overheen. Er is niets van de kuil te zien. En verder gaan ze, de zandweg af. "Is het nog ver ?" gaapt Daan, " ik word een beetje moe van al dat gedoe hier". "Hoe moet ik dat nu weten ?" snauwt Dirk. "Ik ben hier toch ook nog nooit geweest !" Beledigd houdt Daan zijn mond. Als Dirk naar zijn gezicht kijkt ziet hij traantjes glinsteren in het maanlicht. "Niet huilen Daan", troost hij, "we gaan gewoon een plekje zoeken om te slapen. En als we iets gevonden hebben dan eten we lekker onze geplukte bramen op". Weer een stuk verder zien de jongens een oude schuur staan, midden in het veld. "Kom, we gaan daar eens kijken", fluistert Dirk. Ze lopen door de wei naar de schuur toe. Er zijn geen deuren, een kant is helemaal open. Er ligt wel een stapel hooi en verder is de schuur helemaal leeg. " Mooi zo, hier gaan we slapen". Met een plofje laat Dirk zich in het hooi vallen". "Eerst wat eten". Daan valt naast Dirk in het hooi. Ze peuzelen de bramen op. Dan gaan ze allebei liggen, in het hooi. Ze vallen als een blok in slaap.
23
www.noblock.nl
Hoofdstuk 8. Naar de stad. Langzaam wordt Daan wakker. Er prikt iets in zijn gezicht. Slaperig gaan zijn ogen open. "Wat gek", denkt Daan, "er ligt toch geen hooi in mijn bed". Dan weet hij het opeens weer, dat rare schuurtje in de tuin van de boerderij in Dichteren, en dat ze daar door de grond vielen en toen, ja, en toen ? Daan snapt nog steeds niet precies wat er gebeurd is, Dirk beweert dat ze "een reis door de tijd" hebben gemaakt. Daan hoopt nog steeds dat hij een hele enge droom heeft, of dat iemand ze vreselijk voor de gek houdt. Dirk opent zijn ogen en kijkt Daan eens aan. "Goeiemorgen Daan", gaapt hij. "Wat gaan we doen ?" vraagt Daan . "We gaan naar die kerktoren, daar is vast een stad, en dan zien we wel verder". Dirk staat op en loopt weer naar de zandweg. Daan gaat achter hem aan de wei door. "Heb jij ook zo'n honger ?" Daan stapt naast Dirk over de zandweg. Het is vandaag veel drukker op de weg, ze zijn al een paar keer mensen tegen gekomen. De mensen keken Dirk en Daan wel raar aan maar knikten vriendelijk met hun hoofd als Dirk en Daan "hoi" zeiden. "We kunnen in de stad vast wel aan eten komen". Dirk kijkt naar de kerktoren die al stukken dichterbij is gekomen. De zandweg komt uit op een andere weg, ook een zandweg maar wel breder. Hier is het een drukte van belang. Er lopen allerlei mensen, er rijden mensen op paarden en ossen. er zijn karren... Dirk en Daan kijken hun ogen uit, wat een drukte. "Gek hè, nergens auto's, alleen maar mensen". Dirk wijst naar een gebouw met twee torens. "Volgens mij moeten we daardoor de stad binnen". Als je goed kijkt dan zie je dat de twee torens elk aan een kant van de poort staan. De poort in de stadsmuur, want er loopt een muur om heel de stad. Dirk en Daan lopen tussen de mensen die de stad ingaan. Aan beide zijden van de poort staan soldaten. Zij houden de mensen scherp in de gaten. Af en toe kijken ze in de manden die mensen dragen, of neuzen ze in de ossekarren. De twee jongens vinden het allemaal best wel griezelig en ze lopen zo snel mogelijk door, hun hoofden naar beneden. " HEE ! GIJ, JONGELIEDEN !!" Iedereen schrikt van het gebrul van een soldaat. Er komt een grote vieze rode snor onder zijn ijzeren helm vandaan. Zijn vette buik past maar net in het strak gespannen maliënkolder. Dirk en Daan gaan sneller lopen, aan problemen hebben ze geen behoefte. Een grote leren handschoen grijpt Dirk bij zijn schouder. De andere handschoen heeft Daan al te pakken. "Zo, jongelieden, wat heeft u hier te zoeken ?" grijnst de soldaat vals.
24
www.noblock.nl
De schrik slaat de jongens om het hart, stond die soldaat net tegen hun te brullen ? Wat nu ? " Ik ben gewoon dat ik antwoorden krijg op mijne vragen !" De soldaat schudt de beide jongens heen en weer. "Waar komen jullie vandaan ? " Al schuddend probeert Dirk te antwoorden, dan houdt dat geschud misschien even op . "Wij ..komen ..uit ... Dichteren, heer soldaat". "O JA !" brult de soldaat, "van welke boerderij komen jullie ?" Snel probeert Dirk een antwoord te verzinnen, maar er schiet hem geen boerderijnaam te binnen. "Ge zijt gespuis ! Dieven en oplichters !" De soldaat heeft ze allebei in de kraag gepakt en schudt ze nu door de lucht. "Ge woont hier niet ! Ik heb u, jongelieden toch nog nooit gezien ?" Met grote passen loopt de soldaat, de jongens spartelen aan zijn handen. Als de soldaat vindt dat ze ver genoeg van de stad zijn gooit hij de broertjes met een boog op de grond. "Het is dat ik zo een goede bui heb. Eigenlijk behoren vreemde jongelieden in de kerker. Scheert u weg !! De jongens krabbelen op en rennen weg. De soldaat staat ze lachend na te kijken. Dan krijgt zijn gezicht een nare uitdrukking. Je ziet gewoon dat hij iets gemeens staat te bedenken om nog achter hen aan te roepen. "Pas op voor Netta de Heks !!" schreeuwt hij ze nog na. Dan draait hij zich om en loopt terug naar de poort, tevreden met zichzelf. Dirk en Daan rennen over de weg tot ze niet meer kunnen. Zo zijn ze geschrokken van de soldaat. Aan een kant van de weg is een bos, aan de andere kant zijn wat weilanden. Hijgend loopt Dirk een bospaadje in, Daan hijgt achter hem aan. Als ze de weg niet meer kunnen zien stopt Dirk met rennen, en gaat op een omgevallen boom zitten, Daan zit er hijgend naast. Na een tijdje zijn ze weer op adem, Dirk kijkt om zich heen in het bos. "Ik ben bang dat er vandaag weer bramen op het menu staan Daan", grinnikt hij, "moet je kijken wat een struiken ". Daan had ze nog niet gezien maar nu ziet hij ze ook. "Beter bramen dan niets", zegt hij en hij begint te plukken. Nadat hun buiken alweer vol met bramen zitten kijkt Daan nog eens goed om zich heen. "Waar zijn we nu weer Dirk ?" vraagt hij, " we hebben toch helemaal geen bos gezien toen we naar de stad toe liepen ?" "Nee", antwoord Dirk, "op de heenweg was er geen bos. Misschien heeft die soldaat ons een andere kant op gejaagd". "Eng was dat hè", zegt Daan", zo'n vieze vette vent. Mijn billen doen nog zeer van die bons op de grond", "Ja, en de stad komen we dus niet meer in. Zullen we kijken of we hier in het bos een hutje kunnen maken om te slapen ? Dan kunnen
25
www.noblock.nl
we eens verzinnen wat we moeten doen". Dirk loopt naar een kuil en begint daar met takken te slepen. Daan komt helpen en al snel zijn ze bezig dat het een lieve lust is. Eerst halen ze de kuil leeg. Dan gooien ze handenvol gras in de kuil, lekker zacht. Het laatste grote werk is om een dak te maken over de kuil heen, en dan ook nog zo dat je haast niet kan zien dat er een hut staat. Ze werken en werken. Ze krijgen er zelfs plezier in en vergeten helemaal wat er allemaal gebeurde de laatste paar dagen. "Ik heb dorst", kondigt Daan aan. "Ik wil drinken". Ja, Dirk heeft zelf ook dorst, het is best warm weer en dat al dat bouwen, ze zweten er van. "Ik zou wel in bad willen. Weet je wat ? We gaan water zoeken", zegt Dirk", onze hut ziet er prachtig uit. Niemand kan zien dat hier een hut staat". Daar zwerven de jongens door het bos, op zoek naar drinken. Het geluk is met ze, na een kwartiertje lopen komen ze een beekje tegen. Juichend springt Daan in het water, hij heeft het zo warm ! Dirk gaat al snel achter hem aan. Het is maar een klein stroompje, maar ze kunnen er net in zitten. "Hè, lekker. Al dat vieze stof op mijn gezicht is nu eindelijk weg". Dirk draait zich nog eens lekker om in het water. Na een tijdje poedelen kruipen ze de beek weer uit. Omdat ze met hun gebadder het water helemaal vies gemaakt hebben gaan ze een stukje stroomopwaarts. Daar maakt de beek een bocht en op die plek kunnen ze goed bij het water. Op hun knieën zitten de twee bij het water. Met hun handen scheppen ze het water uit de beek en drinken het op. Plots zit Dirk doodstil te luisteren. Daan heeft niets in de gaten en slurpt rustig verder van het water uit de beek. Dirk stoot zijn broertje aan. "Stil", fluistert hij", ik hoor wat " Nu zitten ze allebei ingespannen te luisteren. Ze horen niets bijzonders, alleen de vogeltjes. "Wat hoorde je dan ?" vraagt Daan na een tijdje. "Ik weet het niet precies. Ik hoorde een tak breken, zomaar. En ik heb al een tijdje het gevoel dat we bekeken worden. Ik voel me niet prettig in dit bos. Kom, we gaan naar de hut". Dirk staat op en loopt in de richting van hun zelfgemaakte slaapplaats.
26
www.noblock.nl
Hoofdstuk 9. De droom van Daan. Samen liggen ze in hun hut, Dirk en Daan. Er zitten best veel muggen in de hut, af en toe vangen ze er eentje. Nu het donker is geworden is het bos heel anders. Vanmiddag nog zag het er allemaal vriendelijk uit, maar nu.... De bomen staan dreigend om het hutje heen en al die geluiden ! Overal horen ze geritsel, gekraak. Het lijkt wel alsof het hele bos wakker is geworden. "Ik ben blij dat we in een hut slapen", fluistert Daan, "ik vind het maar een eng bos". Hij krijgt geen antwoord, Dirk is toch in slaap gevallen. Daan blijft maar stil liggen, vlakbij Dirk. Luisterend naar alle geluiden in het bos valt ook Daan langzaam in slaap. Opeens is het weer dag. Daan staat op en loopt naar de keuken. Hij opent de koelkast en pakt een pak melk. "Ha, lekker", denkt Daan. Hij loopt naar het aanrecht en pakt een beker. Hij schenkt de melk in en drinkt. Hij proeft niks. Als hij de beker weer neerzet en uit het keukenraam kijkt ziet hij alleen maar een donker bos. Er schijnt een flauw licht uit een gat in de lucht. "Ik ben aan het dromen, " denkt Daan, " dit kan toch niet". Hij kijkt nog eens goed naar het gat in de lucht. Er bengelt een touw uit het gat in de lucht. Heel zacht hoort Daan iemand roepen. Hij spitst zijn oren, maar hij hoort niet wat er geroepen wordt. Dan kijkt hij naar rechts en daar staat een grote man, een soldaat. Of nee, geen soldaat, de man ziet er heel belangrijk uit, hij heeft een glimmend harnas aan en kijkt een beetje verdrietig. Daan knippert met zijn ogen en ziet hij een hofnar staan. De hofnar ziet er wel vrolijk uit met kleurige kleren en een muts met belletjes maar hij kijkt heel gemeen uit zijn ogen. In zijn linkerhand heeft hij een dolk en met een snelle zwaai steekt de nar met de dolk naar de ridder . Met een schok wordt Daan wakker. Zijn hart klopt razendsnel. "Oef, wat een nare droom, " denkt hij. Nog trillend van de schrik ligt hij op het bed van gras, hij hoort de ademhaling van Dirk rustig doorgaan. Toch is Daan nog wel bang, hij is zo geschrokken van die rare droom. Hij opent zijn ogen en schreeuwt van schrik. "AAAAHHH, DIRK !!" Daan kijkt recht in het gezicht van een vreemde vrouw.... Ze schrikt van zijn kreet en verdwijnt onmiddellijk uit de ingang van de hut. Dirk schrikt wakker en mompelt, "wat is er nou, ga toch slapen". Maar Daan is nu zo bang, hij klemt zich trillend aan zijn broer vast.
27
www.noblock.nl
"Ik heb naar gedroomd en toen werd ik wakker en toen stond er iemand naar ons te kijken. Een heks ! En toen ging ze weg. Dirk help nou, ik ben zo bang". Dirk voelt zich ook niet zo op z'n gemak in het bos. Troostend klopt hij Daan op z'n rug. " Je hebt gedroomd Daan, er is niks aan de hand. Stil nou maar". "Ik heb dat laatste niet gedroomd ! Er was echt een heks. En nu gaat ze ons vast betoveren. " Behalve bang is Daan nu ook boos. Dirk pakt zijn zaklantaarn. " Kom maar mee naar buiten kijken, dan zal je zien dat er niemand is". "Ik ben daar een beetje gek. Ik wacht hier tot het licht wordt en dan ben ik weg uit dit toverbos. Heksen en toverkollen. Bah !" Terwijl Daan mopperend in de hut blijft liggen kruipt Dirk naar buiten. Hij voelt zich niet op zijn gemak. Hij blijft liggen in de ingang van de hut en luistert ingespannen. Niets te horen. Dirk pakt zijn zaklamp en doen hem aan. Hij strijkt met het licht langs de bomen en de struiken. Daar. Links, daar hoort hij gekraak. Hij richt de lamp op de plek waar het geluid vandaan kwam. In de straal ziet hij een vrouw. Ze staat gebogen tussen de struiken. Dirk schrikt en laat de lamp uit zijn handen vallen. De lamp schijnt nu naar de toppen van de bomen. Snel pakt Dirk de zaklamp weer op en schijnt op de plek waar de vrouw zich verstopte. De vrouw schreeuwt iets onduidelijks en rent met een noodgang de bossen in. Met gespannen spieren houdt Dirk de lamp op haar gericht, maar al snel is ze niet meer te zien. "Wat was dat nu weer ?" klinkt het angstig uit de hut. "Je had gelijk, er was wel iemand. Maar nu is ze weg, ze is doodsbang voor die zaklantaarn". Dirk kruipt weer de hut in en gaat naast Daan zitten. Van slapen komt niets meer, ze zijn toch wel flink geschrokken van het nachtelijk bezoek. "Zou die heks nog terugkomen ?" fluistert Daan vragend. "Nee, vast niet. Die is zich rotgeschrokken. Maar we moeten morgen maar een andere plek zoeken om te slapen, ze komt vast weer een keer terug". Langzaam wordt het lichter. Als de zon door de bomen schijnt en het donker weer voor een dag heeft verjaagd komen Dirk en Daan uit de hut. "Laten we eerst maar eens flink wat bramen eten", stelt Dirk voor", en dan drinken we zoveel als we kunnen uit die beek. Dan kunnen we vandaag een flink end lopen. Misschien vinden we wel een lekker bed om in te slapen". Daan knikt. " En fatsoenlijk eten. Als we weer thuis zijn eet ik nooit meer bramen". Ze plukken maar weer eens bramen en eten ze op. Al snel hebben ze genoeg.
28
www.noblock.nl
De twee zijn best zenuwachtig en ze willen het liefst zo snel mogelijk weg van de hut. Stel je voor dat de heks terugkomt ! Langs het zelfde pad als gisteren lopen ze naar het beekje. Veel dorst hebben ze niet, maar toch gaan ze beiden op hun knieën zitten om het water op te scheppen met hun handen. Dan horen ze gestamp op de grond. Beiden draaien ze zich om. Achter ze staat de heks van vannacht. Ze heeft een kommetje met een deksel in haar handen en stampt op de grond. Als de heks ziet dat de twee zich omdraaien tilt ze het dekseltje op. Direct komt er groene rook uit het kommetje. Met een ijselijke kreet blaast de heks de rook naar Dirk en Daan toe. Van schrik halen de broertjes diep adem en nog voor ze kunnen opstaan en weglopen heeft de groene rook ze bereikt. Met wegdraaiende ogen vallen Dirk en Daan in een diepe slaap. "Mooi zo", mompelt de heks. Ze doet het deksel weer op het kommetje en pakt een paar stukken touw. Snel en handig bindt ze de twee jongens vast. Dan loopt ze het bos in en komt even later terug met een ezel. Ze tilt Dirk en Daan op de rug van de ezel en verdwijnt, dieper het bos in.
29
www.noblock.nl
Hoofdstuk 10. Netta de Heks. Dirk ontwaakt uit een diepe slaap. Hij heeft barstende hoofdpijn. Voorzichtig probeert hij zijn ogen te openen, maar daarvoor heeft hij teveel hoofdpijn. Zijn armen en benen zijn stijf vastgebonden en z'n hele lijf doet zeer. Dan voelt hij hoe iemand met een stok in zijn broekzak prikt. "Wat krijgen we nou ?" denkt hij. Met een ruk voelt hij hoe zijn zaklantaarn uit z'n zak verdwijnt. Dirk wil protesteren maar zijn hoofd bonkt zo hard, hij kan alleen maar kreunen. Stil blijft Dirk liggen, als hij maar niet beweegt doet zijn hoofd het minste pijn. Langzaam zakt de hoofdpijn weg en na een poosje kan Dirk zijn ogen openen. Hij ziet dat Daan vlakbij hem ligt, op de grond. Ze liggen in een stal, het ruikt er naar dieren. Daan opent voorzichtig zijn ogen. "Heb jij ook zo'n hoofdpijn ? " vraagt hij. "Nee, niet meer. Het is weggetrokken. Weet jij waar we zijn ?" "Geen idee", zegt Daan. "Iemand heeft mijn zaklantaarn gepikt", zegt Dirk. Dan gaat de deur open en het licht van buiten stroomt de stal binnen. Verblind doen ze hun ogen dicht. "Gij slaapt niet. Ik heb stemmen gehoord. " Nijdig loopt de heks door de stal. Dirk en Daan kijken haar voorzichtig aan. "Kleine tovenaars met macht over het donker, waarom verbreekt gij uw touwen niet ? Is het omdat ik uw toverstaf heb afgenomen dat gij nu schier machteloos zijt ? Waarom antwoordt gij niet ?" "Waar heeft dat mens het over ?" denkt Dirk bij zichzelf en hij kijkt de heks eens aan. Zijn hart klopt in zijn keel als hij de heks zenuwachtig heen en weer ziet lopen door de stal. "Wat gaat er met ons gebeuren ? Wat gaat ze doen ? " Dirk volgt de heks, die geen moment stil staat, met zijn ogen. Dat krijgt hij een idee. "Wij zijn vreselijk bang voor die heks", denkt hij", maar misschien is die heks wel net zo bang voor ons. Tenslotte rende ze weg voor die zaklantaarn. Wacht eens, die zaklantaarn. Zij denkt natuurlijk dat het een toverstaf is. Misschien kan ik haar voor de gek houden". Dirk herinnert zich de laatste zin die de poortwachter hun na riep. "Pas op voor Netta de Heks". Dirk waagt een gokje. Hij probeert heel dapper te klinken terwijl hij vraagt : " ben jij Netta de Heks ?" De Heks blijft stokstijf staan. " Hoe weet gij dat ?"
30
www.noblock.nl
Dan denkt de Heks even na en zegt ", Iedereen weet dat ik ergens in dit bos leef. Op dien wijze weet gij mijn naam". "Barst !" denkt Dirk, "ze is slimmer dan ze eruit ziet". Dan begint Daan te praten. " Wij zijn helemaal geen tovenaars, wij zijn gewone jongens en we willen naar huis. Wij zijn hier zomaar terecht gekomen door dat stomme gat en we hebben hier niets te zoeken. Iedereen doet maar naar tegen ons en.". De Heks maakt een gebaar dat hij stil moet zijn. "Ik kan u verstaan, maar uw spraak is niet van deze streek. Of niet van deze tijd ?" Vragend kijkt ze de vastgebonden jongens aan. "Dat mens is echt een Heks", denkt Dirk", ze weet precies wat er met ons aan de hand is. Heeft zij ons hier naar toe getoverd ?" De Heks lijkt nu diep in gedachten verzonken. Opeens zegt ze "Vertelt u mij wat u hier brengt".
:
Dirk en Daan beginnen te vertellen. Het hele verhaal. Over hun huis, en over de boerderij met het enge schuurtje. Over Gait en zijn vriend Johan. Over het onweer en dat rare gat waardoor ze hier terecht kwamen. Al die mensen hier die zich anders kleden en anders praten. Dan zeggen ze dat ze alleen maar terug naar huis willen. Netta de Heks luistert zonder een vraag te stellen. Soms kijkt ze verbaasd en af en toe knikt ze instemmend. Als Dirk en Daan klaar zijn met hun verhaal staat ze zonder iets te zeggen op en loopt weg, de stal uit. "Nou", zegt Daan. "Dat is mooi. Die laat ons hier gewoon liggen. Straks haalt ze de politie. Als we voor die tijd niet doodgaan van de honger". "Niet zo zeuren", antwoordt Dirk. "Ze komt vast wel terug. Ze is veel te nieuwsgierig naar mijn zaklantaarn". Na een tijdje komt Netta de Heks terug. Ze heeft twee grote dampende koppen soep in haar handen. Als ze in de stal staat zet ze de koppen op de grond. Ze pakt een stevige stok in haar ene hand en ze begint met haar andere hand de touwen van de handen van Dirk en Daan los te maken. Terwijl ze de knopen losmaakt zegt ze", Hier, eet de soep. En gedenk dat ik hard kan slaan met de stok, dus blijft gij rustig zitten". Als hun handen vrij zijn vallen de jongens als wolven aan op de soep. Netta pakt uit haar schort een groot stuk brood en verdeelt het onder de twee schrokkende jongens. In een oogwenk is al het eten verdwenen. "Dank je wel Netta", zegt Daan dankbaar, " ik heb nog nooit zo lekker gegeten". " We eten al
31
www.noblock.nl
bijna drie dagen alleen maar bramen, het was heerlijk", sluit Dirk zich bij zijn broer aan. Netta glimlacht. Ze ziet er lang zo eng niet meer uit. " Waarom ben je zo aardig voor ons ?" vraagt Daan. "Ik heb met u te doen", antwoordt ze. Ze staat op en maakt de touwen los die om de voeten van de jongens zitten. "Waarom maak je ons nu los ?" vraagt Daan. Netta geeft geen antwoord. Ze loopt de stal uit, Dirk en Daan gaan achter haar aan. Ze zitten midden in het bos, overal bomen. De stal staat op een kleine open plek, naast een huisje. Nou ja, huisje, het is meer een hutje. Uit de schoorsteen kringelt wat rook. Naast het hutje is een kruidentuintje en daarmee is de open plek in het bos vol. Netta gaat het hutje in en wenkt naar de jongens. " Ik ben toch wel een beetje bang", fluistert Daan zachtjes. Dirk geeft Daan een duwtje in z'n rug. " Niet zeuren joh, die Netta doet helemaal niks", fluistert hij terug. Als ze binnen komen zien ze een bedstee in de hoek, in de andere hoek een open haard en een tafel met twee ruw houten banken. " Neemt plaats, " wenkt Netta. Nadat ze, dicht naast elkaar, zijn gaan zitten schept Netta alweer twee koppen soep op. " Dat lust gij vast nog wel, na al die bramen". Dirk en Daan voelen hun magen direct alweer knorren en ze lepelen de soep snel op. Netta gaat tegenover ze zitten en kijkt met plezier naar de etende jongens. "Nou zeg, wat kan jij lekkere soep maken", zucht Daan als zijn kom leeg is. Netta kijkt de broertjes aan en vraagt", voordat gij in dat gat terecht kwam, welk jaar leefde gij toen ? " " In 1998, in Dichteren, " antwoordt Dirk. "En die Johan, waarvan gij verhaalde, heeft gij die ook gezien ?" " Nee, we hebben met Gait gesproken, Johan was zijn vriend, " zegt Daan "Is Gait van uwe leeftijd ? " vraagt Netta. "Nee, die is veel ouder, hij is vast wel opa of zo". Dirk kijkt naar Netta's gezicht. Ze kijkt heel gespannen, ze heeft denkrimpels op haar voorhoofd en ze knikt af en toe. Dan staat ze op en loopt naar de bedstee. Ze pakt de zaklantaarn en geeft hem aan Dirk. " Deze behoort u toe". "Wil je weten hoe het werkt ? " vraagt Dirk en hij knipt het licht aan en uit. Netta kijkt een beetje angstig naar de lamp. "Het is echt niet eng hoor", lacht Daan, "het gaat gewoon met batterijen en een lampje". Dirk doet de lamp maar in zijn zak als hij ziet hoe onrustig Netta er van wordt.
32
www.noblock.nl
Dan vraagt hij, " Netta, in welk jaar leven we nu eigenlijk ?" " In het jaar des heeren 1328", antwoordt ze. " Echt waar, 1328 ? Maar hoe kan dat dan ? " vraagt Dirk. " Omdat gij in dat gat verzeild kwam, " zegt Netta. Het is even stil in Netta's huisje. Het vuur knispert zacht. " Kan jij ons uitleggen hoe wij hier zijn gekomen ?" vraagt Daan. Netta pakt drie kommen en schenkt een soort thee in. Dan gaat ze weer zitten, ze zet de kommen thee op tafel "Luistert", zegt ze, "ik zal u mijn verhaal vertellen".
Hoofdstuk 11. Netta's verhaal Toen ik nog jong was, misschien iets ouder dan u tweeën , woonde ik niet hier. Nee, toen woonde ik bij mijn ouders op een boerderij, hier niet ver vandaan. De boerderij lag afgelegen en ik was het enige kind van mijn ouders. Vriendinnen had ik niet, maar omdat ik niet beter wist vond ik het ook niet erg. Het was een kleine boerderij met een paar koeien en geiten. Verder een paar akkers en een moestuin. Achterin de moestuin achter het huis had mijn vader een schuur gebouwd om zijn spade en harken in op te slaan, naast de hooischuur. Wij woonden in Dichteren en een paar maal per jaar mocht ik met mijn ouders naar de stad, naar de markt. Dan was het voor mij feest, de markt. Allemaal dingen op kramen. Allemaal geuren die we thuis niet kenden, ik genoot volop. Vanaf dat ik mij kan herinneren heb ik de planten en de dieren op een bepaalde manier kunnen verstaan, maar als ik dat aan mijn moeder vertelde dan trok ze een lelijk gezicht en zei dat ik niet moest liegen. Soms kon ik dingen voelen, de mensen uit de streek kwamen mij soms vragen of de oogst goed zou gaan. Als ik voelde dat het goed was dan zei ik dat; en als ik nare dingen voelde dan deed ik schertsend alsof ik het niet wist. Zolang alles goed ging vond een ieder mij aardig. Verder speelde ik rondom de boerderij of in het bos van Dichteren. Op een dag liep ik in het bos en zag ik een prachtige eikenboom. Zijn takken reikten tot aan de hemel en de zon wierp een groen licht door zijn bladeren. Zo mooi, ik werd er helemaal stil van. Toen viel er een eiken noot voor mijn voeten, zomaar uit de boom.
33
www.noblock.nl
Ik wist toen dat ik die eikel moest gaan planten, het was alsof de boom tegen mij zei", plant deze vrucht op een plaats waar een ieder de nieuwe boom goed zal kunnen zien". Ik heb de eikel geplant op een plek waar twee windsingels samen komen, dan stond het kleine boompje goed beschut. Ik heb het water gebracht en mest. Het boompje groeide goed, de laatste keer dat ik er ben geweest was het al een hele grote boom geworden. Dirk en Daan luisteren ademloos naar Netta. " Dat is die grote eik geworden, bij ons in de wijk. Is die al zo oud ?" "Sst". Dirk fronst naar Daan. Hij is meteen weer stil. Netta gaat verder. Geleidelijk merkte ik iets raars aan het schuurtje, achter, bij de moestuin. Ik voelde dat het daar niet klopte. Nieuwsgierig als ik was ging ik kijken, ik had mijn mantel aan want er dreigde een onweer. Toen ik de deur opende kwam mij een aarden lucht tegemoet en de angst sloeg om mijn hart. Ik ben snel weer naar binnen gegaan, vanuit de kamer van onze boerderij kon ik het schuurtje zien. Het was al laat en bijna donker en toen zag ik lichtflitsen in de schuur, net als die van uw, hoe heet het ook al weer; o, ja, zaklantaarn. Ik was zo bang voor die plek, het liefst was ik zo snel mogelijk met mijn ouders naar elders vertrokken. Maar dat kon natuurlijk niet. Op een avond dreigde er een vreselijk onweer. Het was warm en benauwd. De lucht was aan de ene kant pikzwart en aan de andere kant diepgeel, de wind woei de witte wolkjes die voor de zwarte en gele lucht hingen heen en weer. Niet alleen het onweer dreigde, ik voelde dat er iets ging gebeuren. Maar toen barste het onweer los. Het was een vreselijk onweer. De regen sloeg de gewassen plat en drie boerderijen werden getroffen door het onweer en branden af. Tijdens dat onweer kwam Johan. Ik keek door het raam naar de regen, mijn ouders waren in de stal bezig om de dieren rustig te houden. Met verbazing zag ik hoe er opeens iemand de schuur uitkwam. Hij zag er raar uit, met vreemde kleren en hij keek angstig om zich heen. Ik pakte mijn mantel en ik ging naar buiten, bang was ik niet. De jongen wilde wegrennen toen hij mij ontwaarde maar wist niet waarheen te gaan. "Wees niet bang", riep ik en ik wenkte hem om met me mee te gaan naar de hooiberg, daar was het droog. "Hoe is uw naam ?" vroeg ik. "Johan", zeide hij en toen, " waar ben ik ? Wie ben jij ? Wat is er gebeurd ? "
34
www.noblock.nl
Ik had geen antwoord op zijn vragen. Hij was mij meteen zeer dierbaar. Omdat zijn kleding doorweekt was gaf ik hem wat werkkleding van mijn vader. Snel trok hij dat aan, hij had het koud. "Hoe heet jij ? " vroeg Johan. "Ik ben Netta, ik woon hier", zei ik. Toen vertelde hij mij het verhaal, hoe hij in het gat was gevallen door de aarde heen en dat zijn vriend Gait hem tegen wilde houden omdat hij zo nieuwsgierig was en dat de wereld er hier zo raar uitzag. Ik luisterde en keek naar hem. Ik vond hem direct heel lief ! Bij het einde van zijn relaas keken wij elkander lang aan. Met een flits voltrok zich de ramp. Terwijl wij in de hooischuur zaten sloeg de bliksem in de stal van de boerderij. Drie keer achter elkaar. Het vuur laaide meteen hoog op maar ik hoorde geen dieren of mensen schreeuwen. Later zeiden de mensen dat de bliksem allen direct had gedood. Van schrik klemden Johan en ik ons stevig aan elkaar vast. Zo zaten we te wachten tot het licht werd. Toen kwamen de mensen uit de buurt kijken naar de afgebrande boerderij. Vol verbazing keken ze naar de verbrande resten en toen naar ons. We waren tegen elkander in slaap gevallen. Johan en ik werden ruw gewekt door een schreeuwende menigte. Tegen Johan riepen ze ": Vreemdeling ! Brenger van rampspoed ! " en ik werd uitgemaakt voor duivelin en heks. Iemand riep ": op de brandstapel met ze ! Ze hebben zelf ook het vuur uit de hemel laten neerdalen !" Johan en ik keken elkaar verschrikt aan. We zijn allebei een kant op gerend. Ik rende voor mijn leven, door de bossen en de velden. Al spoedig werd ik niet meer gevolgd en toen ben ik hier in het bos een schuilplaats gaan maken. Jaren en jaren heb ik me verstopt in het bos, ondertussen bouwde ik aan dit huisje. Na een lange tijd durfde ik voorzichtig uit het bos te komen, niemand weet nog waar ik precies woon. En omdat de mensen bang zijn voor dingen of mensen die ze niet begrijpen noemen ze me : Netta de Heks. Soms ruil ik wat kruiden voor andere dingen, gelukkig weinig nodig. Ik heb Johan sinds die keer nooit meer gezien. Ik heb altijd open gehouden maar ik heb nooit gehoord of hij brandstapel terecht is gekomen. Ik hoopte maar altijd dat hij weer in zijn eigen tijd maar door jullie verhaal weet ik dat dat niet zo is. Misschien is hij nog ergens hier op deze aarde.
heb ik mijn oor wel op de is gekomen,
35
www.noblock.nl
Met een zucht besluit Netta haar verhaal. Dirk en Daan zijn er stil van, ze weten niet zo goed wat ze moeten zeggen. "Arme Netta", zegt Daan zacht. Netta staat op en zegt", gij moet hier natuurlijk slapen. Ik zal een bed voor u maken". En ze gaat aan de slag. Dirk en Daan mogen in de stal slapen, het huisje is te klein. Netta en de jongens slepen met stro en wat dekens en al snel is het bed gereed. "Het is niet veel, maar beter heb ik niet", zegt Netta. "Nou, dit is het beste bed wat we sinds lange tijd gehad hebben". Dirk gaat er eens lekker voor liggen. Daan kruipt naast hem en al snel vallen de twee in een diepe slaap.
36
www.noblock.nl
Hoofdstuk 12. Opnieuw naar de stad. De volgende morgen worden Dirk en Daan rustig wakker. Voor het eerst sinds ze door het gat waren gevallen hebben ze het klokje rond geslapen. Netta is al wakker en loopt alweer van alles te doen in en buiten haar huisje. "Goedemorgen, blieft u een ontbijt ? " lacht ze als ze de twee ziet staan. Netta is heel vrolijk en gezellig. Tijdens het eten zingt ze liedjes en maakt grapjes. "Hoe kom jij zo vrolijk ?" wil Daan weten. "Dat zal ik u zeggen. Voor het eerst sinds ik Johan zag ben ik met mensen die niet bang voor me zijn. En dat ben ik niet gewoon". "Nou, " zegt Dirk, "eerst waren we best wel bang voor je hoor. Maar nu niet meer. Je bent net zo gewoon als iedereen". "Zeg Netta, " vraagt Daan, "kunnen we iets voor je doen ?" Netta denkt even na. "Nou, ik denk het wel". De volgende dagen zijn de jongens druk bezig met onkruid wieden, bomen omhakken en hout zagen, het dak van de schuur maken, van alles wat. Het huisje in het bos krijgt zo een heel ander aanzien, opgeruimd en netjes. Netta is helemaal blij met alle hulp en het gezelschap. 's Avonds na het werken eten ze samen en vertelt Netta verhalen. "Zeg Dirk, " vraagt Daan, " wanneer gaan we naar huis ? Het is hier wel leuk maar ik mis pap en mam. Ik wil naar huis". Ja, Dirk heeft er ook al aan gedacht. Maar om zomaar weg te gaan van het hutje in het bos, dat is ook wel moeilijk. " Ik zal wel eens aan Netta vragen of ze weet hoe we terug moeten, " zegt Dirk. Daar komt Netta aan. " Kunt gij een boodschap doen in de stad ?" vraagt ze. " Ik kan zelf niet naar de stad, de wachters laten mij vast niet toe. Maar gij kan u vrij bewegen. " In haar hand heeft ze twee stukken ijzer die samen een schep vormen. " Gij moet naar de smid. Hij kan dit weer aaneen smeden". Daan trekt een bedenkelijk gezicht. " En dan weer door die wachter op mijn kont gesmeten worden zeker. Soms doen mijn billen nog pijn". Netta lacht. "Gij moet niet de westpoort nemen. Neemt gij de zuidpoort dan komt gij makkelijk de stad binnen. De westpoort is berucht om zijn wachters". En zo gaan Dirk en Daan de volgende dag met de gebroken schep op pad. Netta brengt ze naar de rand van het bos en legt ze daar uit hoe ze moeten lopen. Ze drukt Dirk een zakje met wat zilveren munten in zijn hand.
37
www.noblock.nl
" Deze munten moeten genoeg zijn voor het smeden. Ik ben u zeer dankbaar voor deze dienst. Ik zal hier op u wachten". En Dirk en Daan vertrekken. " Jij hebt nog niks gevraagd aan Netta, hè ?" Daan kijkt Dirk aan. " Nee, nog niet, maar vanavond als we terug zijn dan zal ik het doen. Netta is zo aardig voor ons, ze zal het jammer vinden dat we weg gaan". Al snel doemen de spitsen van de stadspoort op in de verte, met daarachter de torens van het kasteel. Op de zandweg lopen Dirk en Daan tussen de mensen in de richting van de stad. Er lopen aardig wat mensen, Dirk en Daan vallen helemaal niet op. Zelfs als ze onder de poort doorlopen gaat alles goed, de wachters schenken geen aandacht aan twee jongens met een kapotte schep. Dirk en Daan kijken hun ogen uit. Wat is er veel te zien ! De torens van een kasteel, de mensen met hun aparte kleren. De handwerkslieden die op straat werken, hier zit een klompenmaker, daar een schoenmaker. Al snel lopen ze over de markt. Daar is het dringen geblazen. De mensen staan tussen en voor de kraampjes met allerlei spullen. Achter de markt moet de smederij zijn, had Netta gezegd. Het einde van de markt komt al in zicht. Opeens begint een dikke man vlak naast Dirk en Daan te schreeuwen. " Stop !! Houd de dief !! Mijn beurs !! Gestolen !!" En terwijl hij staat te brullen pakt hij de broertjes stevig vast. " Dieven ! Boeven ! " Dirk en Daan verstijven van schrik. Wat gebeurt er nu weer ? " Waar is de Schout ! Hulp, zij beroven een eerlijk handwerks man!" De kerel kijkt ze vals lachend aan en gaat door met misbaar maken. Al snel komt er een man door de verzamelde menigte gedrongen, met achter zich aan twee geharnaste wachters. Tot hun schrik herkennen Dirk en Daan een van de soldaten, de dikke wachter met de rode snor die hen zo hardhandig op hun achterwerk had laten landen. "Heer Schout, ik ben beroofd van mijn beurs door deze dieven. Ik heb ze op heterdaad betrapt". "Wat heeft u te zeggen op woorden van deze heer ?" De schout kijkt de jongens onderzoekend aan. Dirk en Daan kunnen geen woord uitbrengen van schrik. Met grote ogen kijken ze om zich heen. Dan stapt de soldaat met de rode snor naar voren. "Heer Schout, dit zijn dieven en bedelaars. Ik heb ze zelf al eens de stad uitgegooid". Dirk en Daan worden door sterke handen vastgegrepen. Snel onderzoekt de Schout hun zakken en houdt al spoedig Netta's geldzakje triomfantelijk in de hoogte. De zaklamp ziet hij gelukkig over het hoofd. "Mijne beurs !" De dikke man kwijlt van opwinding. "Ziedaar mijne beurs. Dank u heer Schout. U zijt alle lof", slijmt hij.
38
www.noblock.nl
"Smerige leugenaar. Goorlap, kan je wel. " Daan staat te stomen van woede. Dit is niet eerlijk ! "Zwijgt !" brult de schout en slaat Daan in zijn gezicht. "Een eerlijk handwerksman beroven en ook nog lasteren. In de kerker werp ik u !" Na een hoofdknik van de Schout worden Dirk en Daan meegesleept door de straten, in de richting van het kasteel. Een menigte volgt ze, tuk op een verzetje. De soldaten nemen de broertjes mee, onder de poort van het kasteel door, over de binnenplaats en dan door een klein deurtje. Hardhandig worden ze de trap af geduwd, de kelder in en dan smijten de soldaten de twee jongens in een donkere kerker. Met een bons gaat de deur dicht. Een heel klein raampje met tralies er voor laat een schemerig licht door. Op de grond ligt een hoop smerig stro. Verder is de kerker leeg. Het stinkt er vreselijk en er loopt een rat weg, hij kruipt door een gat in de muur. "Wat een stank hier". Dirk schopt boos tegen de deur. " Wat een schoft, zomaar Netta's geld stelen. Als ik hem nog eens te pakken krijg dan schop ik hem helemaal verrot. " Er gebeurt helemaal niks, ze wachten en wachten. Als ze moe worden van het staan gaan ze met een vies gezicht op het stro zitten. " Waar moet je hier plassen ? " vraagt Daan benauwd. " Gewoon in dat hoekje, denk ik. Ruik je het niet ? " Dirk wijst met z'n hoofd naar de hoek waar de rat in verdween. "Getsie, wat een vieze boel hier". Maar Daan moet wel nodig, dus doet hij maar wat Dirk voorstelde en hij plast in het hoekje. Dan horen ze gerammel van sleutels en de celdeur zwaait open. Er stapt een soldaat naar binnen met een kan water in zijn hand. De kan zet hij op de grond en hij gooit een stuk brood de cel in als hij weer naar buiten gaat. "Meneer Soldaat ? " vraagt Dirk. "Meneer Soldaat, wat gaat er met ons gebeuren ?" De soldaat wil doorlopen maar als hij de vier vragende ogen aankijkt blijft hij staan. " Morgen is de Kasteelheer weer terug", zegt hij. " Gij zult voor hem verschijnen en u moeten verantwoorden voor uw daad". De boosheid komt weer in Dirk op terwijl hij zegt", maar we hebben niets gedaan !" "Daarover oordeelt de Kasteelheer", antwoordt de soldaat en loopt door. " Wat voor een straf krijgt een dief ?!" roept Dirk hem nog snel na. "Soms een geseling, soms de schandpaal, soms de galg ". Onverschillig sluit de soldaat de deur af. Bedrukt zitten de broertjes in de cel. De rat is weer tevoorschijn gekomen en vreet van het op de grond liggende brood. " Moet je nou kijken", Daan wijst op de rat. Hij ruikt aan de waterkan. "Jekkie, dat water stinkt. Ik wacht wel tot morgen".
39
www.noblock.nl
Het wordt donker en ze zitten dicht tegen elkaar aan in het vochtige hol te wachten op het daglicht. Af en toe knikkebollen ze een beetje, maar slapen lukt niet, daarvoor vinden ze het veel te vies. Als het weer licht wordt gebeurt er ook niet veel. Eigenlijk gebeurt er niets. Af en toe lopen ze een rondje door het stinkende stro. Ze praten niet veel met elkaar, ze zijn allebei bang. Bang voor de Kasteelheer.
40
www.noblock.nl
Hoofdstuk 13. De Kasteelheer. Lang nadat het weer licht is geworden gaat de deur eindelijk open. Dirk en Daan staan met kloppend hart te wachten op wat er komen gaat. Moeten ze nu bij de Kasteelheer komen ? Maar nee, er wordt alleen maar weer water en brood gebracht door een soldaat. De soldaat geeft geen antwoord als Dirk vraagt of de Kasteelheer al weer terug is, hij gaat gewoon weer weg. Er zit niets anders op dan maar te wachten . Opeens zwaait de deur open en de schout komt binnen. Bedrukt staan Dirk en Daan op. "Awel, " zegt de schout, " de Kasteelheer wenst u nu te spreken . De stonde is niet gebruikelijk maar het woord van de heer is wet". Daan kijkt naar zijn broer. "Waar heeft die man het over ?" fluistert hij. Dirk haalt zijn schouders op. "Geen idee". Ze moeten hun handen uitsteken. Met een stuk touw binden de soldaten hun handen vast. Dan worden ze meegenomen uit de kelder. Als ze buiten over de binnenplaats lopen halen de jongens diep adem. Eindelijk frisse lucht ! Door een grote deur gaan ze het hoofdgebouw binnen en via een enorme hal komen ze in de grote zaal van het kasteel. Aan de muren van de zaal hangen wandkleden met tekeningen, er hangen schilden en in ijzeren standaards die aan de muur hangen zitten grote fakkels die hun bewegende licht door de zaal zenden. Midden in de zaal staat een grote tafel met veel lege stoelen, aan het hoofd van de tafel staat een grote, ook lege, stoel. Tegenover de deur, aan de andere kant van de zaal staat een enorme schouw, er brandt een groot vuur. Een stukje van het vuur af staat een grote stoel, het lijkt wel een troon. In die troon zit een ridder. Hij praat met een aantal mensen die op krukjes rondom het vuur zitten. Naast de troon liggen twee honden op de grond. Door de zaal heen loopt een klein mannetje. Hij jongleert met een paar balletjes en slaakt soms wat rare kreten. Af en toe kijken de mensen bij het vuur even naar zijn kunsten maar echt leuk vinden ze het allemaal niet. Als ze bijna bij de ridder zijn staat er een man op van zijn krukje. Hij haalt diep adem en roept luid ": Buigt u neder voor heer Johan van Kruisberg, Kasteelheer van Deutekom ! " Dirk en Daan worden meteen door de soldaten op hun knieën gedrukt, met hun neus op de grond. De kasteelheer wenkt met een verveeld gebaar naar een ander lid uit zijn gezelschap en die staat ook meteen op. Hij vraagt", Heer Schout, wat brengt u hier ?
41
www.noblock.nl
Is het de diefstal van de beurs van een eerlijk handwerksman op de markt, zo ik heb vernomen ? " De soldaten trekken de jongens weer op hun benen. "Hoe weet die vent dat nou ?" denkt Dirk. Hij kijkt naar Daan, maar die staat een beetje voor zich uit te staren, het lijkt wel alsof hij slaapt met open ogen. De schout begint te vertellen hoe hij de twee dieven heeft ingerekend op de markt. Toen Daan de zaal inkwam leek het net alsof hij hier al eerder geweest was. De ridder met het glimmende harnas, dat rare jonglerende ventje. Daan denkt diep na waarom het hem zo bekend voorkomt. Het ligt als het ware op het puntje van zijn tong, maar hij kan er maar niet opkomen. Dan schiet het hem te binnen. De droom in het bos ! Hij probeert zich zijn droom te herinneren. Er was een gat in de lucht waar een touw uit bengelde. Er was iemand iets aan het roepen. Er was ook een droevige ridder en een vrolijke hofnar die gemeen lachte, en toen met een mes naar hem uithaalde. Daan zijn hersenen draaien op volle toeren. Die droom betekent iets, maar wat ? De schout is klaar met zijn verhaal en doet tevreden een stapje terug. De Kasteelheer kijkt vragend naar Dirk. Die heeft ongeduldig het verhaal van de schout aangehoord. Maar ja, wat moet hij tegen de Kasteelheer zeggen. Dat ze in de verkeerde tijd zijn terecht gekomen en hier helemaal niet horen ? Dat het geld van Netta is ? Als hij dat laatste zegt gaan ze Netta natuurlijk opzoeken en het eerste geloven ze helemaal niet. Stotterend begint hij te praten. "Me..meneer Ka..ka..kasteelheer, w..wij hebben he.helemaal niks ge. ge stolen. Het w..w.was ons g..geld en..". Al luisterend begint de Kasteelheer met zijn maaltijd. Hij strekt zijn arm uit naar een schaal met eten en pakt er een stuk vlees af. Als Daan ziet dat de Kasteelheer wil gaan eten komt hij bij zijn positieven. Zonder dat hij weet waarom roept hij ": STOP. NIET ETEN !!" Even is het doodstil in de grote zaal. Dan begint iedereen door elkaar te praten. Boos loopt de schout op Daan af met opgeheven hand. " STILTE !" Iedereen staat stil, zelfs de schout, die zijn hand maar laat zakken. De Kasteelheer staat op van zijn stoel. Hij loopt naar Daan toe. " Waarom mag ik dit niet eten ? " vraagt hij.
42
www.noblock.nl
Daan weet niet waarom, maar het antwoord komt als vanzelf. " Het vlees is niet goed meneer Kasteelheer. Probeert u maar of de honden het lusten". De Kasteelheer werpt het stuk vlees naar de honden. Die springen direct op het stuk vlees af, blijven staan, snuffelen onderzoekend aan het vlees en blijven dan, zachtjes jankend, staan kijken naar hun baas. "Eet maar op", zegt de Kasteelheer, maar de honden eten het vlees niet. De Kasteelheer kijkt Daan en Dirk onderzoekend aan. "Hoe weet jij dit ? " vraagt hij aan Daan. Het blijft even stil. " Ik heb een droom gehad, meneer Kasteelheer. En toen droomde ik dat het vlees vergiftigd was". " Waarom heb je me niet vooraf gewaarschuwd ?" wil de Kasteelheer weten. " Ik herinnerde me de droom pas weer helemaal toen ik zei dat u niet moest eten". Daan's stem wordt steeds zachter, verlegen kijkt hij naar de grond. "En heb je ook gedroomd wie me wilde vergiftigen ?" "Ja", Daan draait zich om en wijst naar de hofnar. "In mijn droom was hij het, die het deed". Boos komt de hofnar op Daan aanstormen, de Kasteelheer wenkt naar zijn soldaten en de nar wordt van de vloer getild. " Breng hem naar de kerker. We zullen hem morgen eens aan de tand voelen. De Kasteelheer wendt zich tot zijn bedienden. " Doe deze mensen in bad en geef ze schone kleding. Daarna brengt u ze hier". Dirk en Daan worden naar een kamer gebracht. In die kamer staan wel vier grote houten bakken. De bedienden van de Kasteelheer lopen ijverig heen en weer met emmertjes en zo worden twee van die houten bakken gevuld met warm water. Dan strooit een bediende iets in het water waardoor het heel lekker gaat ruiken. Als de jongens ieder in een kuip water liggen worden ze allebei schoongeschrobt. Na een tijdje wordt het water koud, ze drogen zich af en trekken de kleren aan die de bedienden hebben achtergelaten. "Zo, heer Dirk, wat kan ik voor u betekenen ? " grapt Daan als ze de kleding aanhebben. Ze zien er wel heel netjes uit nu ze geen vogelverschrikker kleren meer aan hebben. Op de gang zit een bediende te wachten, hij springt op als Dirk en Daan de deur uit komen en leidt ze weer naar de grote zaal. Daar zit de Kasteelheer op ze te wachten, aan een gedekte tafel vol met eten. " Komt en eet. Ik heb alles opnieuw laten maken en nu willen de honden het wel graag eten". Een beetje verlegen gaan de broertjes zitten. " Tast toe, er is genoeg". Dan beginnen ze en er is opeens geen houden meer aan. Met stijgende verwondering kijkt de Kasteelheer naar de bergen eten de ze verorberen.
43
www.noblock.nl
Als ze uiteindelijk klaar zijn en achteroverleunen met een tevreden gezicht klapt de Kasteelheer in zijn handen en stuurt iedereen weg, dan begint de Kasteelheer te praten. " Vertel eens, waar komen jullie vandaan ? " "Uit Dichteren, meneer Kasteelheer, " zegt Dirk. "Van welke boerderij ? " Dirk denkt snel na. Daar heb je het weer, 'welke boerderij'. Hij wacht te lang met zijn antwoord, de kasteel heer vraagt", weet je niet waar je vandaan komt ? " Dirk wordt rood tot achter zijn oren. " Nou, nee, niet precies". Dan vraagt de Kasteelheer langs zijn neus weg ", hebben jullie thuis ook elektrisch licht ? " "Natuurlijk", zegt Daan, "dat heeft toch iedereen ?" "Nou, " antwoordt de Kasteelheer, " volgens mij moet dat nog uitgevonden worden...".
Hij kijkt Dirk en Daan onderzoekend aan en zegt rustig ": Ik raad jullie aan om mij te vertellen wat jullie hier komen doen. En vertel mij de waarheid, als ik merk dat jullie liegen mogen jullie de rest van je leven in de kerker slijten". Dirk kijkt de Kasteelheer aan en slaat dan zijn ogen neer onder de strenge blik van de ridder. Hij begint met vertellen. "Daan en ik komen uit 1998, we waren net verhuisd naar Dichteren en toen zagen we die boerderij met dat schuurtje ...". Dirk vertelt het hele verhaal. Af en toe stelt de Kasteelheer een vraag, vooral over Gait en later ook over Netta. De jongens geven eerlijk antwoord, de Kasteelheer wordt steeds vriendelijker. Als ze klaar zijn met hun verhaal vraagt de Kasteelheer, "weten jullie wie ik ben ? " Ze schudden met hun hoofd. "Ik ben Johan, " zegt de Kasteelheer en hij opent zijn hand. Daarin ligt een zakmes met een houten heft. In het houten heft is een grote 'J' gekerfd. Stomverbaasd zijn ze, de broertjes.
44
www.noblock.nl
Hoofdstuk 14. Het verhaal van Johan. Lachend kijkt heer Johan hen aan. "Dat hadden jullie niet verwacht hè ? " vraagt hij. Dirk en Daan kunnen nog steeds geen woord uitbrengen van verbazing. " Jullie weten al best veel van mij, " zegt heer Johan, " ik zal jullie vertellen hoe het mij verging nadat ik per ongeluk uit mijn eigen tijd stapte. Ik was vreselijk nieuwsgierig naar dat schuurtje en op de nacht dat ik verdween ben ik het schuurtje ingestapt terwijl het onweerde. Ik viel meteen naar beneden en kwam toen tot stilstand in deze tijd. Daar ontmoette ik Netta, zoals jullie weten. Toen de woedende meute kwam om ons op de brandstapel te zetten renden wij weg voor ons leven, ieder een kant op. Ik heb altijd gedacht dat ze Netta wel te pakken kregen want al snel liepen ze niet meer achter me aan. Toen dacht ik nog, "ze zijn vast de andere kant op gelopen, achter Netta aan". Toch heb ik de hele dag gelopen. 's Nachts sliep ik onder de struiken en overdag probeerde ik uit te vinden waar ik was en wat er nu was gebeurd. Omdat ik met niemand durfde te praten schoot dat niet echt op. Al snel, op de tweede dag, kwam ik "de mens" tegen. Het was nog vroeg in de ochtend, ik lag te slapen onder een struik. Toen ik wakker werd merkte ik dat er iemand naar me zat te kijken. Het was een man en hij zat rustig te kijken. Ik schrok en ik wilde meteen wegrennen. Maar de man hield me tegen, hij pakte me vast bij m'n arm. Ik was te bang om te schreeuwen. Ik lag maar te wachten op wat er ging gebeuren. De man rommelde tussen zijn kleren en trok een tas te voorschijn. Hij maakte de tas open en gaf mij een stuk brood en wat slokken zure wijn. Hij lachte vriendelijk maar hij zei niets. Nadat ik het brood had opgegeten wenkte hij naar me toen hij wegliep. Ik wist niet goed wat ik moest doen, ik ben maar met hem meegelopen. Ik kwam er al snel achter dat hij niet kon praten. Hij had een soort blokfluit en daarop floot hij allerlei liedjes op markten, feesten en kermissen. Voor hij ging spelen riep ik met luide stem het optreden van de mens om en als hij klaar was met spelen mocht ik met de pet rond. Soms verdienden we veel geld, soms weinig. Iedereen noemde hem 'de mens'. De mens en ik hebben jaren rondgetrokken, samen zijn we op elk feest of jaarmarkt geweest. We sliepen in de zomer gewoon buiten
45
www.noblock.nl
en in de winter wist de mens altijd wel een plek te vinden, iedereen vond hem aardig. Ik leerde al snel hoe ik hem kon begrijpen als hij met zijn handen sprak. Zo hadden we hele lange gesprekken, hij bewegend met zijn handen en ik sprekend. Ik heb veel geleerd van de mens. Overal waar ik kwam vroeg ik voorzichtig of iemand Netta kende, maar nooit wist iemand me iets te vertellen. Op een avond heb ik de mens verteld waar ik vandaan kwam, hij was de enige aan wie ik het durfde te vertellen. Hij geloofde me ook, de mens was een wijs man. Toen ik alles verteld had begon hij heel druk te gebaren met zijn handen. Hij was heel opgewonden. Normaal kon ik zijn gebarentaal goed volgen maar nu kon ik er geen touw aan vast knopen. Het enige wat ik begreep was dat hij iemand kende die op een berg woonde die er wat over kon vertellen. Hij zag dat ik er niet veel van begreep en gebaarde ": ik zal het morgen laten zien". De volgende morgen gingen we op weg. En toen kwamen er vier struikrovers op ons pad. Ze eisten het geld. De mens was niet van plan om dat te doen. Koppig keek hij ze aan. Het kwam tot een vreselijk gevecht. De rovers pakten het geld af en lieten de mens achter. Hij leefde niet meer. Naar mij keken ze niet om. Ze hadden hun geld immers. Ze lieten me achter, midden op de weg. Ik bleef als verdoofd zitten bij de mens. De hele dag. En zo werd ik gevonden door Heer Karel van Kruisberg. Heer Karel van Kruisberg was op zoek naar een nieuwe schildknaap en hij nam me mee naar dit kasteel. Ik leerde paardrijden, boogschieten, en het belangrijkste; op mijn heer passen. Ik moest van alles voor hem doen, van schoenen poetsen tot zijn eten maken. Ik had nu wel een slaapplaats en eten, maar ik kon nooit meer alleen buiten het kasteel komen. Langzaam gaf ik de hoop op om de plek van het schuurtje te vinden. En Netta probeerde ik ook tevergeefs te vergeten. Op het kasteel woonde ook een schrijver. Hij was de enige die kon lezen en schrijven, hij was heel belangrijk voor het kasteel. Soms, als heer Karel een brief kreeg van de Graaf, moest de schrijver het voorlezen. Heer Karel vertelde de schrijver dan wat hij terug moest schrijven. Een aantal jaren later was ik in de torenkamer van de schrijver, zoals een schildknaap betaamt moest ik ook de vloeren vegen. Ik zag een boek open liggen, het heette "Kroniek van Deutekom" en het ging over het kasteel.
46
www.noblock.nl
Al snel was ik aan het lezen in plaats van de vloer aan het vegen, het was ook zo'n mooi verhaal. Het ging over de geschiedenis van het kasteel, ik raakte er helemaal in verdiept. " Mooi hè". Ik schrok op. De schrijver stond naar me te kijken. "Ik, eh, kijk alleen maar eventjes", zei ik, want ik had al lang geleden begrepen dat ik me het beste zo dom mogelijk voor kon doen. Als de mensen iets niet begrijpen verklaren ze je meteen tot heks. En hoe kan een schildknaap als ik nu opeens lezen ? " Dat is vast tovenarij", ik hoorde het al zeggen. Maar de schrijver wist wel beter. "Gij kijkt niet, gij leest. Ik sla u reeds lange gade, gij leest". Verlegen keek ik naar de grond. Wat moest ik hierop zeggen ? Gelukkig voor mij kwam de schrijver zelf met het antwoord. " Het was mij onbekend dat 'de mens' de kunst van het lezen verstond". "Ja", loog ik snel", hij heeft het mij geleerd, lezen en schrijven. Hij kon niet spreken met zijn mond maar wel op papier". Heer Karel was heel ingenomen met een lezende schildknaap. Eigenlijk werd ik te groot om schildknaap te blijven. En als een schildknaap te oud werd moest hij gaan werken in de keuken, of in de stallen. Maar ik mocht het hulpje van de schrijver worden. Eerst moest ik leren schrijven met een ganzenveer en mooie letters maken. Toen moest ik hele boeken overschrijven om te oefenen. De schrijver was heel streng, alles moest goed, fouten waren verboden. Er ging weinig fout, ik deed goed mijn best. In de loop der jaren werd ook de schrijver ouder en op een dag mocht ik naar heer Karel om een brief voor te lezen. Ik schreef ook het antwoord van heer Karel op de brief op. Toen ik weer in de torenkamer kwam las de schrijver mijn brief wel vier keer door. Hij kon geen fouten vinden. Zo werd ik de nieuwe schrijver van het kasteel. Doordat ik de brieven van heer Karel moest lezen en schrijven werd ik al snel een vertrouweling van hem. Soms, als hij over dingen nadacht vroeg hij om mijn mening. Heer Karel was nooit getrouwd en had ook geen kinderen. Hij zei wel eens, " ik ben de laatste heer van Deutekom", en dan lachte hij een beetje triest. Toen ik zo'n twee jaar schrijver was werd heer Karel ernstig ziek. De chirurgijn stond machteloos tegen de hoge koorts. Dagen en nachten verpleegde ik heer Karel en gelukkig werd hij weer beter. Toen hij weer helemaal opgeknapt was moest ik bij hem komen. Hij bedankte me eerst voor al mijn verplegen en zei toen dat ik me als zijn zoon kon beschouwen, ik werd min of meer geadopteerd !
47
www.noblock.nl
Een Kasteelheer-in-opleiding heeft het best druk. Ik moest van alles doen, van belasting innen tot de boerderijen van de pachters bezoeken. En zo'n vijf jaar geleden is heer Karel heengegaan en ben ik de nieuwe kasteelheer geworden. Nu kom ik dan wel buiten het kasteel, maar nooit alleen, van mijn zoektocht naar Netta is nooit meer iets terecht gekomen. Heer Johan stopt met vertellen en kijkt Dirk en Daan aan. "Jullie weten waar Netta woont. Kunnen jullie naar haar toe gaan en vragen of ze op het kasteel wil komen ? " Dirk kijkt bedenkelijk. "Ik weet niet of dat zo slim is. Als iemand haar herkent als 'Netta de Heks' dan zijn de poppen aan het dansen. Johan knikt. " Je hebt gelijk. Weet je wat, we gaan slapen en morgen verzinnen we wat we gaan doen". Hij klingelt met een belletje en er komt een bediende binnen. "Deze heren zijn mijn gasten. Wijs ze het gastenverblijf". Dirk en Daan lopen achter de man aan door het kasteel naar een grote slaapkamer. Al snel liggen ze in bed en vallen in slaap Wat denk je, in een dag vanuit de gevangenis tot in het gastenverblijf, daar word je best moe van.
48
www.noblock.nl
Hoofdstuk 15. In de kerker. Het is in het holst van de nacht. Dirk en Daan zijn diep in slaap. De maan staat te schijnen aan de hemel, een uil zweeft voorbij. Alles is in diepe rust. Of niet ? Door de gangen van het kasteel sluipt een man en achter hem nog een. De twee sluipen naar de keuken en daar zijn nog acht andere mannen. Een paar van die mannen zaten gisteravond bij het vuur in de grote zaal. Zacht fluisterend praten ze met elkaar. Dan gaat de keukendeur open. Er komt een dikke kerel binnen. Het is de vetzak die Dirk en Daan op de markt beschuldigde van diefstal. Achter hem aan komt de schout. Iedereen wordt stil. De schout kijkt om zich heen of iedereen aanwezig is. Dan begint hij zacht te praten. " Eerst moeten we onze leider bevrijden". Hij wenkt naar een soldaat in de hoek van de keuken. " Gij gaat naar de kelder en haalt onze leider uit de kerker. Dan brengt gij hem hier naar toe". De soldaat verdwijnt en het groepje mannen wacht. Even later komt de soldaat terug, achter hem aan loopt de nar. Hij is boos, dat kan je aan hem zien. " Moest ik zo lang in de drek verkeren ? Dat is geen plaats voor mij! " De nar kijkt om zich heen en ziet het groepje mannen. " Is dat al wat u kon verzamelen ? " vraagt hij aan de schout. " Het is niet eenvoudig heer, er zijn maar weinig mensen die.". " Zwijgt !" sist de nar, " het zij zo. Ik zal u vertellen wat ons te doen staat". Hij wacht even, rekt zich eens uit en begint. " Zoals u allen weet is Heer Johan een heer van niets. Sinds zijn aantreden gaat het niet goed met het kasteel. Al vijf jaar hebben we geen oorlog meer gehad, hoe kan een man zijn moed bewijzen als hij in vrede leeft ? En de boeren en horigen, zij verstaan slechts de taal van de zweep. Heer Johan heeft het gebruik der zweep verboden, nog even en de boeren menen dat zij gelijke rechten hebben aan ons, mensen uit de stad. En daarom, voor het voortbestaan van kasteel Deutekom, moet heer Johan verdwijnen. Wij werpen hem in de kerker, nadat onze poging om heer Johan te vergiftigen mislukte door de komst van die vreemdelingen. Terwijl ik zo jammerlijk in de krochten van het kasteel moest verblijven heb ik het volgende bedacht : Wij werpen aanstonds heer Johan en de twee vreemdelingen in de kerker. Bij het krieken van de dag verkondigen wij de verdwijning van onze heer en geven de vreemdelingen hiervan de schuld ! Heer Johan laten we wegrotten in de kerker en het volk zal eisen dat de vreemdelingen moeten boeten voor hun toverkunsten !
49
www.noblock.nl
Zo komen de vreemdelingen op de brandstapel. En ik zal de nieuwe heer van Deutekom zijn". Tevreden over zichzelf kijkt de nar het groepje aan. " U weet wat u te doen staat, " zegt hij.
Het groepje mannen sluipt door de gangen van het kasteel. Na een tijdje splitsen ze zich, de ene helft gaat naar het verblijf van heer Johan, de andere helft gaat naar het gastenverblijf. Dirk en Daan schrikken wakker als hun kamer opeens vol met duister kijkende mannen staat. Ze hebben fakkels in hun hand. De schout zegt dat ze snel hun kleren aan moeten doen. De jongens doen wat ze verteld wordt, als Dirk vlug zijn broek aantrekt voelt hij zijn zaklantaarn tegen zijn been slaan. Dan worden de broertjes meegenomen, de gangen van het kasteel in. "Waar gaan we heen, heer Schout ?" vraagt Dirk beleefd, maar de schout geeft geen antwoord. " Waar is heer Johan ? " Daan probeert om los te komen uit de greep van de soldaten die de schout begeleiden. Tot hun schrik worden Dirk en Daan naar de kelders geleid. Even later klapt de deur achter ze dicht, ze zitten weer in de kerker. Het is pikkedonker en het stinkt er net zo erg als de vorige keer. "En we hebben die Johan nog wel de waarheid vertelt en dan gooit hij ons toch in de nor. Wat een klere-ridder, ik zal eens wat jeukpoeder in zijn harnas gooien, dan kunnen wij ook eens lachen". "Ssst. Ik hoor wat, " fluistert Dirk. Daan houdt zijn mond. Allebei staan ze met hun oor tegen de deur te luisteren. Ze horen voetstappen in de gang, en gelach. Dan horen ze de stem van Johan. "Gij hebt het recht niet. Duivelsgebroed ! Hiervoor zult gij u zich moeten verantwoorden !" Johan klinkt heel boos. Dan valt er een deur dicht en gaan de voetstappen weer weg. Vanachter de deur horen ze Johan te keer gaan. Ze leren een heleboel scheldwoorden die ze nog niet kenden. Na een tijdje stopt de stroom scheldwoorden en wordt het stil. Dirk en Daan luisteren maar horen niets. Dirk haalt diep adem en schreeuwt ": Heer Johan ! Wij zitten hier ook ! " Meteen wordt er op de deur gebonsd. " STIL !" " Er staat een wachter op de gang. We moeten heel zacht doen, " fluistert Daan. Dirk knikt en bedenkt zich dat Daan dat niet kan zien in het donker. "Wat is er nu weer aan de hand ? Waarom zitten we weer in de nor ? " " Ik weet het niet, " fluistert Dirk. Als het licht wordt klinken er weer voetstappen. De deur gaat open en ze moeten meekomen.
50
www.noblock.nl
Ze worden meegenomen naar de grote zaal van het kasteel. In de grote stoel bij het vuur zit nu een klein ventje. Naast hem zitten een paar mensen, de schout, de vent van de markt en nog een paar. Het is eigenlijk geen gezicht, dat kereltje in die grote stoel. Daan moet er een beetje om lachen. " Het lachen zal u vergaan !" Daan kijkt op en herkent de nar. De nar als kasteelheer ? " Wee u, tovenaars !" begint de nar. " Wee u, gij hebt heer Johan, onze geliefde heer doen verdwijnen. Gij hebt tot morgen respijt om heer Johan te doen terugkeren. Indien onze geliefde heer dan niet terug is zullen wij u terechtstellen op de brandstapel !!" Dirk en Daan beginnen allebei te schreeuwen van verontwaardiging, maar voor ze iets kunnen zeggen worden hun monden dichtgehouden door soldatenhanden. De nar kijkt ze grijnzend aan, " gij weet wat u te doen staat. Heer Johan terug toveren of....de brandstapel". Hij wenkt, en de soldaten brengen de twee worstelende jongens terug naar de kerker. De deur gaat weer dicht. Het is een tijdje stil in de cel. "Wat doen we nu Dirk ? " vraagt Daan opeens. "Ontsnappen is een beetje moeilijk denk ik". Dirk is stil, hij denkt na. Hij staat met zijn handen in z'n zakken en speelt met de zaklantaarn. Hij denkt aan de reactie van Netta, toen ze plotseling in het licht stond, midden in het donker. Dan zegt hij", dat rare mannetje wilde toch dat we heer Johan terug toveren ? We zullen hem eens wat laten zien, dat kleine opscheppertje. We zullen eens wat toveren, straks pist hij in zijn broek van angst. " Daan snapt er niks van, is zijn broer een beetje gek geworden ? Maar Dirk kijkt rond in de smerige gevangenis. " Wat ligt er allemaal op de grond, behalve smerig stro ? " Ze zoeken de grond af, even later ligt er een hoopje troep op de grond. Twee aardenwerken borden, een paar hele vieze lappen, een paar stokken en een paar stukjes touw. " Mooi, " zegt Dirk, " dat is genoeg om mee te toveren. We wachten tot het nacht wordt en dan..". Zacht fluistert hij zijn plan in Daan's oor, de wachter op de gang mag het niet horen. Terwijl hij fluistert worden Daan's ogen groter en groter, uiteindelijk moet hij zijn best doen om niet hardop te lachen.
51
www.noblock.nl
Hoofdstuk 16. Spoken in het kasteel. De wachter komt wat water en brood brengen. Als Dirk en Daan de deur horen gaan ze snel op de grond zitten, met gekruisde benen en ze doen alsof ze diep aan het nadenken zijn. Zacht mompelen ze zogenaamde toverspreuken en ze bewegen regelmatig met hun hoofd heen en weer. Uit zijn ooghoeken ziet Dirk de wachter verbaasd kijken, hij zet schuchter het brood en de kan water neer en verdwijnt snel. Dirk en Daan doen net alsof ze de wachter helemaal niet gezien hebben. Nadat de bewaker weg is moeten ze hun best doen om niet in lachen uit te barsten. Maar dat mag niet, dat hoort bij het plan ! Een tijdje later horen ze weer voetstappen in de gang en zacht opgewonden gepraat. Snel beginnen ze weer met hun voorstelling. De deur gaat een stukje open, de schout steekt z'n hoofd naar binnen en ziet daar de broertjes mompelen en bewegen. Schielijk verdwijnt hij weer. " Morgen gaan ze op de brandstapel, die tovenaars ! " horen Dirk en Daan hem tegen de wachter zeggen. Bij Daan ontsnapt er een zacht lachje. Dirk knijpt in Daan's arm. "Niet lachen ! " mompelt hij. Het wordt weer donker. " Zo ", zegt Dirk ", en dan nu deel twee van het plan". Hij pakt twee vieze lappen en maakt ze goed vies met de troep van de vloer.. Dan doen ze allebei hun kleren uit, ze pakken allebei hun kleren en maken die helemaal vies met de drek uit de cel. De zwarte, stinkende kleren doen ze weer aan. Hun handen maken ze ook zwart. Dan gooien ze allebei een zwartgemaakte lap over hun haren zodat je alleen nog maar een gezicht ziet. "Wat stinkt dat !" kreunt Daan. Met het stuk touw bindt Dirk de lappen om hun hoofden. De zaklantaarn bindt hij vast op zijn borst, de lichtstraal beschijnt zijn gezicht vanonderen. En omdat zijn kleren nu vies en zwart zijn lijkt het net alsof er een alleen maar een gezicht door de kamer zweeft, zonder lichaam. " De voorstelling kan beginnen, " bromt Dirk. Allebei zetten ze een vreselijke keel op, ze gillen dat het een lieve lust is. Plots houden ze op. De wachter bonst op de deur. " Wat is hier loos ? " vraagt hij. Dirk en Daan houden zich muisstil. " Antwoordt ! " moppert de wachter, maar hij hoort niks. De wachter denkt aan de schout, en aan de straf die hij zal krijgen als er iets met de broertjes aan de hand is. Hij twijfelt nog even en staat dan zuchtend op, pakt de sleutel en haalt de deur van het slot.
52
www.noblock.nl
Op het moment dat de wachter binnenstapt knipt Dirk zijn zaklamp aan en beginnen ze allebei met de stokken op de aardewerken borden te slaan. Ze kreunen alsof ze vreselijke pijnen hebben. De wachter denkt echt dat hij spoken ziet. Hij valt bibberend op de grond van angst. " Wee, wee", bromt Dirk met een lage stem", wee,wee, wenst u te blijven leven ? " De arme wachter knikt huilend. " Kruip in de hoek van de kerker", bromt Dirk. De wachter kruipt gehoorzaam de hoek in. Hij is zo bang dat hij de sleutel in de deur laat zitten. Langzaam schuifelen Dirk en Daan naar de deur, Dirk zorgt er voor dat de lichtstraal steeds op zijn gezicht schijnt. Met een paar snelle stappen zijn ze buiten en draaien snel de deur op slot. " En nu Johan bevrijden". Daan staat al bij de andere celdeur en klopt op de deur. " Johan, heer Johan". "Daan ??" klinkt het verbaasd aan de andere kant. "Wij zijn ontsnapt. Dirk maakt nu de deur open. Je moet niet van ons schrikken hoor !" zegt Daan. Als de deur open gaat komt Johan verbaasd naar buiten. "Wat is hier aan de hand ?" vraagt hij. " Wij zijn spoken geworden", grapt Daan, " we zullen de boel hier eens flink bang maken, vooral dat onderkruipsel van een nar !" Als ze zien dat Johan alleen maar verbaasder gaat kijken leggen ze het hele plan uit. Na de uitleg grijnst Johan van oor tot oor, hij gaat snel de cel in en maakt zich ook helemaal zwart met drek uit de cel. Dan gaan ze op weg naar boven, Johan neemt het zwaard van de wachter mee en ook de tinnen waterkan uit zijn cel. Zacht sluipen ze naar boven, naar de voorraadkamer, daar pakken ze een rol touw. " Het eerst pakken we de nar, " fluistert Johan. " Hij is de aanstichter van dit gedoe. Ik denk dat ik wel weet waar hij slaapt. In mijn bed !" De trap kraakt als ze naar de kamer lopen waar de nar ligt te snurken. Voor de deur zit een wachter, hij is in slaap gevallen. Zijn helm heeft hij afgezet. Met de waterkan geeft Johan de wachter een mep op zijn hoofd. Hij zakt in elkaar op de grond. Het spoken drietal loopt zacht de kamer in. De nar is in diepe rust. Ze gaan rond het bed staan, Dirk doet de lamp aan en alledrie kreunen ze alsof ze echte spoken zijn. De nar slaapt rustig door. Johan schopt eens flink tegen het bed, de nar begint onrustig te worden. Nog een schop. Voorzichtig gaan zijn ogen open. Op zijn gezicht verschijnt een verbaasde uitdrukking als hij het gezicht van Dirk ziet zweven, bijna meteen verschijnt de angst.
53
www.noblock.nl
Johan houdt de waterkan voor zijn mond. Zijn stem klinkt angstaanjagend als hij weeklagend kreunt", Wee, wee, wij zijn de boodschappers van de hel. Wee, wee, gij gaat met ons naar het onderaardse, gij zult eeuwig branden, wee,wee". De nar springt op uit het bed, Dirk en Daan gillen het allebei uit van de schrik. Van die twee kreten schrikt de nar nog veel meer, hij valt flauw. Snel bindt Johan hem van top tot teen vast. Giechelend van de zenuwen helpen de broertjes met het vastmaken. "En waar gaan we nu naar toe ? " vraagt Dirk. "Naar de volgende kamer, zegt Johan", ik denk dat daar de schout ligt te pitten". Ja hoor, in de volgende kamer ligt de schout. Ook hier geeft het drietal een mooie voorstelling, de schout hikt en hoest van angst als hij wakker wordt gemaakt. Maar hij valt niet flauw. Als Dirk een vreselijke spookgil slaakt kijkt de schout in de richting van de gil. Johan haalt uit met de waterkan en 'boem' de schout ligt op de grond. "Die zal wel hoofdpijn hebben als hij bijkomt", grijnst Johan terwijl hij ook de schout aan handen en voeten vastbindt. Ze sluipen verder door het kasteel. Op deze verdieping vinden ze niemand meer, dus gaan ze maar een verdieping hoger. Het gesnurk davert door de gang als ze boven komen. Zacht doen ze de deur open van waar het gezaag vandaan komt en daar zien ze de man van de markt, de 'eerlijk handwerksman' die Netta's geld pikte, op bed liggen. " Laat ons maar even", fluistert Dirk ; Daan en hij gaan ieder aan een kant van het bed staan. Dirk schijnt met de lamp van onder af naar zijn gezicht en tegelijk beginnen ze vreselijk te schreeuwen. De dikkerd springt bijna tegen het plafond van schrik en rent direct onverwacht snel naar de openstaande deur. Wat een tegenslag ! Dat hadden ze niet verwacht. Johan staat vlakbij de deur en gooit hem bliksemsnel dicht. Met een dreun knalt de vent tegen de eikehouten deur en zakt op de grond in elkaar. " Weer een met hoofdpijn". Johan pakt het bos touw maar weer en begint te binden. Verder slaapt er niemand in dit gedeelte van het kasteel. " Nu moeten we de soldaten nog te pakken nemen, " zegt Daan strijdlustig. "Daar moet ik nog even over nadenken, " meent Johan, " als die soldaten niet in de spooktruc trappen zoals onze vette vriend dan zijn de poppen aan het dansen. Als die soldaten beginnen met vechten..". Peinzend staat het drietal op de gang. "Laten we eerst maar eens in de soldatenruimte gaan kijken", stelt Johan voor, " dan komen we vast wel op een goed idee". Ze dalen de wenteltrap af en dan gaan ze naar de soldatenverblijven.
54
www.noblock.nl
Het stinkt er behoorlijk. " Hier mag wel eens een raampje open", fluistert Daan. Er staat een hele rij bedden waar soldaten op slapen, sommigen slapen op de grond. Het gesnurk is niet van de lucht. Er brandt een kaars, verder is het best donker. Dirk kijkt naar de rol touw die Johan bij zich heeft. Hij wenkt de twee anderen om mee te gaan naar de gang. Zacht fluistert hij " laten we wat touw over de vloer spannen en tussen de bedden door. Daarna maken we ze wakker en laten ze flink schrikken". "Ik ben er niet zo voor", zegt Johan zacht", dit zijn een stelletje vechtjassen die echt niet bang zijn voor een paar zogenaamde spoken". Daan kijkt naar Johan. " Als jij je nu wast en schone kleren aantrekt dan gaan Dirk en ik de boel op stelten zetten in het donker, en dan opeens kom jij te voorschijn. Dan zeg jij dat de nar weer in de kerker zit en dan is alles weer goed". Johan is niet overtuigd. " Ik weet het niet.". zucht hij peinzend. Maar veel tijd om na te denken krijgen ze niet. Opeen gaat de deur open en sloft er een soldaat de gang in, op weg naar de WC. Voordat de drie iets kunnen doen roept de soldaat " INDRINGERS, GEBOEFTE !!" en schiet weer terug naar de slaapzaal. Ze horen hoe de soldaten wakker worden, het gebrul en het kletteren van de wapens is niet van de lucht. Nog een paar secondes en dan staat de gang vol soldaten. Wat moeten ze doen ? Zenuwachtig doet Dirk zijn zaklamp aan en schijnt door de gang. Johan krijgt een idee. " Doe uit die lamp ! " sist hij. "Je moet hem pas aan doen als ik het zeg. Begrepen ?" Hij wacht niet op het antwoord. De deur van de slaapzaal vliegt open en de soldaten komen de gang in met veel lawaai. "Nu", zegt Johan en de lamp verlicht de gang. De soldaten blijven staan en kijken stomverbaasd naar de lichtvlek, dat hebben ze nog nooit gezien ! Met zijn handen maakt Johan een schaduw in de lichtstraal, het lijkt nu net alsof er een hele grote wolf in de gang staat Johan's stem dondert door de gang : " Hier spreekt uw heer, Johan van Kruisberg !! Treedt terug in uw nachtverblijf !! Laat enkel de Hoofdman hier blijven !" Diep onder de indruk schuifelen de soldaten achteruit, ze fluisteren zacht. " Tovenarij, een hellehond !" Bedremmeld blijft de hoofdman staan met een fakkel in zijn hand. Dirk doet de zaklamp uit, de gang is nu alleen maar verlicht door de fakkel. Nu de hoofdman niet meer tegen het licht in kijkt ziet hij heer Johan en de twee vreemdelingen. "Heer Johan", zegt de hoofdman zacht", bent u teruggetoverd ? " "Ik was enkel door de nar en zijn bende in de kerker geworpen, " antwoordt Johan, " en het moest lijken dat mijn vrienden hier dat gedaan hadden zodat zij terechtgesteld konden worden. Door een
55
www.noblock.nl
list zijn wij ontsnapt en hebben we de nar en zijn trawanten overmeesterd. Zij liggen nog in hun slaapverblijven. " De hoofdman kijkt een beetje in de war. "Hoofdman", zegt Johan, " spreek uw manschappen toe, vertel hen dat heer Johan niet weg is, en gooi daarna het trawantschap van de nar in de kerker". " Ja, tot uw orders heer ", stamelt de hoofdman en hij schuifelt naar de slaapruimte. "Zo, en nu eens lekker wassen en schone kleren aan", zegt Johan, "kom maar mee, dan zullen we wat bedienden wakker maken". Dirk en Daan lopen achter Johan aan naar boven.
56
www.noblock.nl
Hoofdstuk 17. Johan en Netta De morgen breekt aan. De zon schijnt over het kasteel, de bakstenen muren warmen zich in het ochtendlicht. In de grote zaal van het kasteel zitten de broertjes met Johan aan het ontbijt. En wat voor een ontbijt ! Brood, worst, eieren, melk, er is van alles. Ze zijn gezellig aan het praten. "Wat een smoel trok die nar toen hij ons zag hè ? Zou die vetzak nog hoofdpijn hebben van die knal tegen de deur ? En de schout, die heeft vast een dikke bult op die varkenskop !" Johan kijkt met een glimlach naar de broertjes. Ze eten en praten maar door. Als ze niet meer lusten wenkt Johan en de tafel wordt afgeruimd door een paar bedienden. " Zo, " zegt Johan", we zullen dat stelletje oproerkraaiers eens hier laten komen. Dan kunnen we horen wat ze te vertellen hebben". Even later komen de nar, de schout en zijn dikke vriend de grote zaal binnen. Hun handen zijn vastgebonden, en tussen hun benen is ook een touw geknoopt zodat ze met kleine stappen moeten lopen. Het stelletje ziet er wel een beetje zielig uit vindt Daan, maar als hij denkt aan hoe hij met Dirk in cachot gegooid werd wordt hij meteen weer boos er werpt een kwade blik naar de nar. Die kijkt kwaad terug, Daan griezelt er van. "Wat was uw oogmerk van uw handelen ?" vraagt Johan. Geen antwoord. "Muiterij, oproer, gij verdient gegeseld te worden !" zegt Johan bars. Dirk en Daan zijn wel onder de indruk van Johan. Wat is hij boos ! En straks worden de drie schurken met de zweep bewerkt en dan ? Ze gruwelen bij de gedachte. De schout wil wat zeggen maar een blik van de nar doet hem zwijgen. " Gij wenst niet te spreken ? Dat gaat gij naar de kerker tot uw tongen losser zijn !" Johan knikt naar de hoofdman en de soldaten brengen het stel weer naar de kerker. Dirk en Daan staan er een beetje bedrukt bij. "Ga je dat echt doen, dat geselen ? " vraagt Dirk zacht. Johan zucht en zegt", als het moet.. maar ik zal ze eerst eens een tijdje op alleen water in de kerker laten zitten, dan gaan ze vast wel praten". De broertjes huiveren, ze verlangen opeens vreselijk naar hun eigen huis, in hun eigen tijd. Johan ziet Dirk en Daan huiveren. " Kom, ik wil ze alleen maar bang maken, zodat ze me vertellen waarom ze me kwijt willen. En soms moet je dan een beetje dreigen". Maar voor Dirk en Daan is de lol eraf. "Ik wil naar huis !" zegt Daan. " En ik ook ! " valt Dirk hem bij.
57
www.noblock.nl
Het is stil in de grote zaal. Johan peinst en zegt dan", ja jongens, dat snap ik, maar ik weet ook niet hoe dat moet. Maar ik beloof jullie dat als ik iets weet we het zullen proberen". Weer is het een tijd stil, totdat Johan vraagt", willen jullie me naar de plek brengen waar Netta woont ? " Netta ! Ze waren haar helemaal vergeten met al de avonturen in het kasteel. "Ze zou op ons wachten aan de rand van het bos", zegt Dirk", ik weet niet of ze er nog staat. We moeten maar gaan kijken denk ik". Al snel vertrekken Dirk, Daan en Johan vanuit het kasteel naar het bos. Johan wilde al op zijn paard springen maar toen Daan het paard zag staan waar hij op moest klimmen besloot hij te gaan lopen. " Dat kan niet, naast een kasteelheer lopen, " zei Johan. Maar Daan vertikte het om op een paard te klimmen. Daarom rijden ze nu met een wagen het kasteel uit, Johan heeft zich vermomd als koopman en zit op de bok. Dirk en Daan zijn verkleed als zijn hulpjes en ze zitten op de kar. Ze hebben nieuwe kleren voor Netta bij zich, hele mooie, dan lijkt ze niet meer op Netta de Heks, maar wordt ze 'vrouwe Netta'. Johan leidt het paard het kasteel uit, door de straatjes van de stad naar de poort. Dirk en Daan zitten rustig op de kar en kijken naar de mensen en de huizen. Ze gaan door de poort en dan de zandweg op naar het bos waar Netta woont. Het paard trekt de kar zonder moeite door het zand. Aan de ene kant van de weg is weiland en aan de andere kant begint het bos. Dirk en Daan letten goed op. " Hier moet je stoppen", zegt Dirk en zonder antwoord af te wachten springt hij van de wagen af en loopt het bos in. Daan gaat snel achter hem aan. " Hee, wacht even, " roept Johan, maar de twee horen hem niet, ze rennen het bos in naar de plek waar Netta zou wachten. Even later komt Johan aanrennen naar de plek waar Dirk en Daan staan te wachten. " Ze is er niet", zegt Daan teleurgesteld. " Nee, dat dacht ik wel". Johan kijkt om zich heen. "laten we haar maar gaan zoeken. Waar moeten we naar toe om bij haar huisje te komen ? " "Dat weten we niet", zegt Dirk schuchter, we zijn er maar een keer geweest en toen sliepen we, door die groene rook". Ze besluiten om het pad maar af te lopen om te kijken of ze het huisje kunnen vinden, maar na twee uur lopen door het bos hebben ze Netta nog steeds niet gevonden en staan ze weer op de plek waar ze begonnen. "Dit schiet niet op". Johan Er schiet Dirk een gedachte zich omdat jij er bij bent, met een vreemde koopman, ik vinden".
staat stil en kijkt om zich heen. binnen. " Misschien verstopt Netta Johan. Als ze ons opeens ziet lopen denk dat we haar daarom niet kunnen
58
www.noblock.nl
"Ze weet natuurlijk niet wie ik ben, " zegt Johan, "weet je wat, ik ga terug naar de kar en dan proberen jullie Netta te vinden". En zo gaan Dirk en Daan samen het bos weer in. Even later zien ze hun zelfgebouwde hut, en nog iets later de beek, waar Netta met de groene rook blies. "Zouden we haar wel vinden ?" vraagt Daan, "volgens mij heeft ze haar huisje zo goed verstopt, dat vinden we nooit. Ze roepen maar eens een paar keer " Netta ! Netta !!" en luisteren of ze iets horen. "Niks", zucht Dirk, "laten we hier even gaan zitten, ik word moe van dat gezoek". Ze gaan lekker zitten in het gras en luisteren naar de vogeltjes. Het is lekker warm weer, ze hebben best wel dorst van al het lopen. Ze zijn allebei een beetje loom, veel geslapen hebben ze niet vannacht, met al dat spookje spelen. Het duurt niet lang of ze vallen in slaap. Dirk droomt dat hij weer thuis is, hij speelt een computerspelletje. Mama is aan het schoonmaken en ze wil de computer nu eens afstoffen. Maar Dirk zit met z'n neus op het scherm, dus haalt mama de stofdoek over z'n gezicht. Dat kriebelt ! Proestend wordt Dirk wakker van de kriebel en hij kijkt recht in Netta's gezicht. Zij heeft de grasspriet, waar ze Dirk mee kietelde, nog in haar hand. Dirk springt op. " Netta !!" juicht hij springt in haar armen. Daan wordt ook wakker en omhelst Netta meteen. "Jongens, jongens, waar zijt gij gebleven ? Ik heb zo lange gewacht en gij kwam maar niet terug. Ik had vele zorgen". "Ze hebben je geld gestolen Netta en toen kwamen we in de kerker en toen moesten we naar de kasteelheer en toen.". Dirk en Daan praten door elkaar heen, Netta hoort het met verbazing aan. Ze steekt haar hand op en de jongens stoppen met praten. "Gij hebt de kasteelheer gesproken ?" vraagt ze verbaasd. "Ja", zeggen Dirk en Daan samen met een grote lach op hun gezichten. Netta snapt er niets meer van. " Weet je hoe de kasteelheer heet Netta ? " vraagt Dirk. "Zeker, heer Johan van Kruisberg, maar ik begrijp niet hoe.". Dirk valt haar plechtig in de rede. "Netta, heer Johan van Kruisberg heeft een vriend, die ook onze vriend is. En die vriend heet : 'Gait !" Netta kijkt ongelovig en gaat beduusd zitten in het gras. Ze zegt niets. " Netta, de kasteelheer en de Johan die vroeger bij jou uit het schuurtje kwam zijn dezelfde !" Daan straalt als hij het zegt. Netta slaat haar handen tegen haar gezicht. "Nee, 't is niet waar", zucht ze. Daan huppelt opgewonden in het rond. "Het is wel waar en wij weten waar hij nu is. Kom maar met ons mee".
59
www.noblock.nl
Netta volgt zonder tegenspreken. Snel lopen ze naar de rand van het bos waar ze Johan achterlieten. Johan staat ongeduldig op de uitkijk en rent ze tegemoet als hij ze uit het bos ziet komen. Dan staan Johan en Netta even tegenover elkaar en kijken elkaar aan. Met een snik vallen ze in elkaars armen en.. " Kom", zegt Dirk tegen zijn broertje terwijl hij hem meetrekt, "laat ze maar even alleen, dat mag wel na al die jaren. Zullen we bij de wagen gaan kijken ?" Als Dirk en Daan heel erg lang gewacht hebben bij de wagen komen Johan en Netta het bos uitlopen, ze zien er stralend uit, allebei. "We gaan naar het kasteel", kondigt Johan aan en ze klimmen allemaal op de kar. Netta trekt haar mooie kleren aan en ja hoor, ze lijkt meteen 'vrouwe Netta' in plaats van Netta de heks. Het paard brengt ze veilig terug binnen de muren van het kasteel. En 's avonds is het feest. Een heel groot feest, met eten en muziek en een meneer die een verhaal verteldt en kunstenaars, goochelaars en nog veel meer. Johan en Netta zitten de hele avond hand in hand, en Dirk en Daan gaan pas naar bed als het weer licht wordt.
60
www.noblock.nl
Hoofdstuk 18. Op weg Zo gaan een paar dagen voorbij. Dirk en Daan verkennen het hele kasteel van boven tot onder, ze komen overal. Op de torens, op de zolder, in de wapenkamer bewonderen ze de zwaarden, lanzen en schilden, in de ridderkamer vergapen ze zich aan de harnassen, ze spelen verstoppertje in de voorraadkelder. Johan en Netta zijn steeds aan het 'praten' zegt Johan. Ze hebben even geen tijd voor de broertjes. Maar na een tijdje hebben Dirk en Daan het wel gezien op het kasteel. Ze zijn boven in de toren geklommen en genieten van het uitzicht. " Ik wou dat Johan en Netta eens ophielden met dat kusjes geven, zucht Daan, " ik wil naar huis". " Ja, ik wil ook naar huis. Ik zal straks eens aan Johan vragen hoe we naar huis kunnen". Dirk kijkt in de verte. Hij ziet weilanden en bossen en een paar heuvels in het landschap. "Die Johan", peinst Dirk, " die had ook veel meegemaakt. Nu eindelijk Netta gevonden, schildknaap geweest, en daarvoor met 'de mens' door het land getrokken. 'de mens', die vermoord werd door rovers voor hij Johan over de berg kon vertellen die hem terug kon brengen". "De Berg ?" Daan schrikt op uit zijn gedachten. Hij kijkt nu toch naar de heuvels, of, als je het anders wil zeggen, bergen ! Hij krijgt een idee. "Ik ga Johan vragen of hij nog weet hoe dat verhaal ging van 'de mens' en wat die vertelde over een berg". Daan kijkt verbaasd op, met een vragende uitdrukking op zijn gezicht. "Je weet wel, dat verhaal van Johan", zegt Dirk ongeduldig en hij loopt de wenteltrap af, op zoek naar Johan. Daan gaat maar snel mee, in je eentje boven staan is ook niet leuk. Na even zoeken vinden ze Johan en Netta in de kruidentuin van het kasteel. Ze lopen gearmd te wandelen en kijken alleen maar naar elkaar. "Wat een klef gedoe". Daan trekt een vies gezicht. "Hallo", zegt Johan als Dirk en Daan vlakbij komen, "wij waren even aan het wandelen". "Ja, dat zie ik". Dirk's gezicht staat niet vrolijk. "Wat is er aan de hand ? " wil Johan weten. "Nou, ik, ik bedoel wij, willen naar huis. Het kasteel is wel mooi en zo, maar we missen papa en mama en ons huis". Dirk staart naar de grond. Johan is even stil. Dan zegt hij", Ja jongens, ik weet dat jullie naar huis willen, maar ik weet ook niet goed hoe ik jullie moet helpen. Als ik iets wist dan zou ik het zeggen, maar..". "Je hebt ons toch verteld van 'de mens' en dat hij iemand wist op een berg of zo". Daan kijkt Johan hoopvol aan. "Ja, dat is waar", zegt Johan, " ik was het helemaal vergeten. Ik zal er eens over nadenken, dat beloof ik".
61
www.noblock.nl
Er zit niets anders op dan wachten tot Johan klaar is met nadenken. Dus gaan ze maar varen in de slotgracht, ze hebben laatst een bootje zien liggen, achter bij de stal. Als ze het bootje in het water gesleept hebben varen ze de hele middag door de gracht, ze spelen zeerovertje. De volgende morgen komt Johan naar ze toe. " Ik heb wat bedacht. We gaan ons verkleden als zigeuners, we nemen Netta's ezel mee voor onze spullen. En dan gaan we naar de heuvel van de heren van Berg en we zoeken net zo lang tot we weten hoe jullie naar huis kunnen". "Hoi, hoi, we gaan naar huis !" Daan springt in het rond. "Hè, joh, gek, we zijn nog lang niet thuis". Dirk is verdrietig, maar hij weet niet waarvan. De rest van de dag zijn ze druk bezig om de spullen te verzamelen die ze meenemen, dekens om te slapen, schone kleren, kookpotten, en alles moet op de ezel. En dan de kleren die ze aan moeten, ze krijgen allebei een broek met franjes, een soort vest en een hoed met een grote rand. Johan heeft onder zijn vest een maliënkolder aan, en Netta hangt vol met ringen, om haar hals, om haar vingers. Ze oefent de hele dag in het handlezen, want dat kunnen zigeuners. Ze leest vooral Johan's hand. De volgende ochtend gaan ze op pad, heel vroeg. Ze hebben besloten dat ze eerst bij Netta's oude huis gaan kijken, naar de plek van het schuurtje. Het is niet echt ver van het kasteel, na een uurtje lopen zijn ze er al. De balken van het verbrande huis staan er nog, tussen de struiken en het onkruid, er is nooit meer iemand gaan wonen. Netta kijkt wel droevig als ze voor haar oude huis staat en Johan ook. Het is voor hun beiden een plaats met veel herinneringen. Dirk en Daan zijn doorgelopen naar het schuurtje. Voorzichtig naderen ze het gebouwtje en kijken naar binnen. Niks te zien, een gewoon heel oud schuurtje. "Hier zijn we uitgekomen hè Dirk ? " vraagt Daan. "Ja, dat klopt, " zegt Dirk. De jongens hangen wat rond tot Netta en Johan er aan komen. Zwijgend en diep in gedachten loopt het gezelschap verder in de richting van de heuvel die je zo goed kan zien vanaf de toren van het kasteel. Na een poosje begint Netta een liedje te zingen, Dirk en Daan zingen al snel mee en uiteindelijk doet Johan ook mee. Zo worden ze weer wat vrolijker. Dan staan ze na twee uurtjes lopen aan de rand van het grote donkere bos. "Het is wel donker hè ? " zegt Daan zacht. "Kom, daar gaan we", zegt Johan en hij stapt het pad op, het bos in.
62
www.noblock.nl
Al snel zijn ze omgeven door het groen. De boomtoppen raken elkaar en laten het licht van de zon groen-gefilterd naar beneden schijnen. Ze lopen heuvel op, heuvel af. Het is een heel groot bos. En zo raken ze steeds dieper in het bos verzeild. "Weet je nog waar we zijn ? " vraagt Dirk aan Johan. "Nou, nee, niet precies, " zegt Johan. " We moeten maar gewoon rechtdoor lopen, dan komen we vast wel aan de andere kant van het bos uit". En verder gaat het. Het bos wordt steeds donkerder en ook een beetje griezelig. Daan kijkt eens achterom en huivert, hij ziet takken bewegen en hoort gekraak. " Bah", denkt hij", spoken en heksen, ik vind het hier helemaal niet leuk". Een tijdje later staan ze op een kruising. Johan kijkt om zich heen. "Ben je de weg kwijt ?" vraagt Netta. "Ik geloof het wel. Het heeft geen zin om door het bos te lopen als je de weg niet weet, en al helemaal niet als je niet weet waar je naar zoekt". Johan zucht. " Het wordt al donker zie ik, laten we proberen om het bos uit te komen, dan kijken we waar we de nacht kunnen doorbrengen". Maar dat lukt niet meer, voordat ze een pad uit het bos kunnen vinden is het aardedonker, ze zijn helemaal verdwaald. Alleen nog met Dirk's zaklantaarn is nog iets te zien, niet eens veel want de batterijen raken een beetje leeg. En zo besluiten ze dan maar in het bos te gaan slapen. Ze pakken de dekens van de ezel af en kruipen met z'n vieren op een klein stukje gras. Het bos ruist en kraakt, het is vol geluiden. Uilen roepen, struiken ritselen, het is helemaal niet stil. "Ik zal de wacht houden", zegt Johan. "Dan moet je me wel wakker maken als je slaap krijgt, dan neem ik de tweede wacht". Netta gaat liggen. Dirk en Daan gaan ook maar liggen. Na een tijdje vallen ze toch in slaap. Johan houdt de wacht, hij luistert of hij niet iets vreemds hoort. Soms hoort hij takken breken, één keer meent hij zelfs een stem te horen. Hij luistert extra scherp. Nee, niets, het is vast verbeelding... Halverwege de nacht begint Johan te gapen en opeens schrikt hij wakker. Toch in slaap gevallen ! Voorzichtig maakt hij Netta wakker. Ze gaat rechtop zitten en wrijft haar ogen uit. "Ga jij maar slapen, ik pas wel op", zegt ze. Johan gaat liggen en valt als een blok in slaap. Nu luistert Netta naar de geluiden in het bos. Ook zij hoort het kraken van takken, het geroep van de uil. Ze hoort geen stemmen, maar ze voelt dat er iets niet klopt. Ze weet niet wat, maar er is iets aan de hand.
63
www.noblock.nl
Netta is gespitst op elk geluidje. Opeens schrikt ze van een hoop gekraak ! Dan ziet ze in het vage ochtendlicht een groepje reeën voorbij lopen. " Oef", denkt ze", dat was schrikken.". Nu wordt ze toch echt onrustig van binnen. Het gevoel dat er iets niet klopt wordt snel sterker naarmate het lichter wordt. Ze houdt haar hand voor Johan's mond en maakt hem zachtjes wakker. Heel zacht fluistert ze", blijf liggen en doe alsof je slaapt. Ik heb een slecht voorgevoel". Johan knikt en doet alsof hij slaapt. Af en toe snurkt hij een beetje. Netta zit met haar rug tegen een boom, haar ogen gesloten. Het lijkt net alsof zij ook slaapt. Het wordt langzaam licht. Het bos ontwaakt, de vogeltjes fluiten om het hardst, allerlei dieren beginnen de dag. Netta's voorgevoel wordt steeds sterker, ze wordt er zelf bijna bang van. Opeens springen met gekraak van brekende takken twee kerels uit de struiken. Ze zien er haveloos uit, een grote en een kleine met allebei vieze kleren en ze stinken ook nog. Beiden houden ze een zwaard in hun hand. Aan hun riem hebben ze alle twee nog een zwaard hangen en messen. De grote rover heeft zelfs een bijl bij zich. "ROVERS", gilt Netta. Bij het eerste gekraak springt Johan al overeind, met zijn zwaard in zijn handen. De struikrovers zijn zichtbaar verrast maar komen met gebrul op Johan af. Netta spring naar Dirk en Johan toe en trekt ze met een enorme ruk van het grasveld af de struiken in. De broertjes schrikken wakker. "Pas op, struikrovers", wijst Netta. Ondertussen zijn de twee rovers en Johan in een zwaardgevecht geraakt. De vonken vliegen van het ijzer. De grote rover staat tegenover Johan, de kleine half naast hem. Met een zwaai prikt deze zijn zwaard in Johan's zij. Maar het zwaard ketst af op het maliënkolder. Verbaasd kijkt de rover naar zijn zwaard en hakt dan weer op Johan in. Johan is een goed zwaardvechter, maar dit gaat niet goed, de rovers zijn twee tegen één. Dirk kijkt om zich heen en ziet een stevig stuk hout liggen. Hij gaat achter een boom staan. "Pas op !" zegt Netta. Dirk knikt. Hij houdt het stuk hout hoog boven zijn hoofd en wacht... Dan komt zijn kans ! De kleine rover staat met zijn rug naar Dirk en wil Johan weer in zijn zij steken. Dirk doet zijn ogen dicht en slaat zo hard hij kan op het roverhoofd. De tak breekt in tweeën en de kleine rover zakt met een kreet in elkaar. De grote rover kijkt verbaasd naar zijn vriend en let even niet op.
64
www.noblock.nl
Dat is genoeg voor Johan. Met een harde klap van het gevest van zijn zwaard slaat hij de verbaasde rover ook tegen de grond. "Dat was spannend", zegt Daan. "Nou, wat een gevecht", zegt Netta. Johan ontwapent de rovers. Al snel ligt er een bergje met messen en zwaarden op een hoop. Dan bindt Johan de rovers ieder aan een dikke boom. Niet lang daarna opent de kleine rover zijn ogen, knippert even met zijn ogen en kijkt angstig om zich heen als hij merkt dat hij vastgebonden is. De grote rover komt ook bij. Johan kijkt ze boos aan. " Wil ik u laten leven dan wil ik antwoord !" zegt hij bars. "Laat ons sterven !" zegt de kleine rover stoer. "Zo u wil", zegt Johan en hij begint de spullen op de ezel te laden. Als alles op de ezel zit loopt Johan weg, met Netta, Dirk en Daan achter zich aan. De broertjes vinden dit wel zielig voor de rovers. Daan wil omkijken terwijl ze weglopen. "Niet doen, voor je kijken", sist Johan zacht. Een paar stappen verder horen ze de rovers schreeuwen. " Meelij, genade, laat ons niet achter !" De vier blijven staan. De rovers brullen verder". Red ons, we zullen praten !!" "Mooi zo, daar wachtte ik op", zegt Johan en ze keren terug naar de vastgebonden rovers. Die kijken sneu voor zich uit, vastgebonden aan de boom. "Kent gij het bos goed ?" vraagt Johan. De rovers knikken. " Wil ik u uw vrijheid schenken dan moet gij mij antwoorden, " zegt Johan. "Hier in het bos woont een wijs man, op een berg. Waar kunnen wij hem vinden ? " "Gij bedoelt de Magiër. Hij leeft in zijn fort, niet ver van de Galgenberg. Zijn fort is twee uur lopen in oostelijke richting. Maar de Magiër is niet bekend om zijn gastvrijheid. Geen ziel heeft ooit zijn fort betreden, behalve zijn horigen laat hij niemand toe". De kleine rover haalt diep adem en slikt. "Schenkt gij ons nu onze vrijheid ? " Johan denkt na. " Indien ik u van uw touw ontdoe kan ik mij opnieuw teweer stellen tegen uw zwaarden. Ik laat u vast zitten". De rovers protesteren heftig. Ze willen los ! Johan kijkt in het rond en loopt naar een grote steen. Hij pakt de steen en zet deze vlak bij de rovers. "Hiermee kunt gij uw touwen doorschuren. De tijd die u daarvoor gebruikt benutten wij om naar elders te gaan". Dat hadden de rovers niet gedacht. Onder een regen van scheldwoorden en verwensingen van het kwade tweetal verdwijnt het kwartet het bos in. Na een tijdje is het boze geroep van de rovers niet meer te horen.
65
www.noblock.nl
Ze lopen naar het oosten over een klein slingerend pad wat na een poos uitkomt op een iets groter pad. Mensen komen ze niet tegen, het is stil in het bos. Het bos wordt dichter en nog donkerder, de bomen lijken hier wel tot de hemel te groeien. Het wordt ook stiller, het lijkt net of er geen vogels meer zijn. Dirk rilt als hij om zich heen kijkt, het is maar een eng bos, vindt hij. Opeens rijst er een heuvel op uit het bos. Boven op de heuvel staat een klein kasteeltje, zonder toren, het is eigenlijk meer een groot huis, gebouwd van zwarte stenen. Om de heuvel is een gracht gegraven maar er staat geen water in. Maar de heuvel loopt aan alle kanten zo recht omhoog, je kan er niet eens tegenop klimmen. Het lijkt alsof het zwarte fort geen toegang heeft. Het is er maar griezelig en stil. Dirk onderdrukt nog een keer een rilling als hij met de anderen om de heuvel heen loopt op zoek naar de ingang. Ze vinden niets, de stilte wordt alleen maar zwaarder. Als ze weer op de zelfde plek zijn aangekomen staan ze stil. "Waar is de deur ? " verbreekt Daan de stilte. Voordat Johan kan antwoorden klinkt het ": Indringers, scheert u weg ! Dit gebied is verboden !" Verbaasd kijken ze elkaar aan. " Horen jullie dat ook ?" vraagt Johan. Iedereen knikt. "Het lijkt alsof het in mijn hoofd klinkt,: zegt Daan", ik hoorde het niet met mijn oren maar in mijn hoofd". En weer galmt het door hun hoofden ": Indringers, verdwijn !!" " Dit is magie", zegt Johan, " volgens mij spreekt hier de Magiër". "Scheert u weg, de Magiër wenst u niet te spreken", horen ze alle vier in hun hoofd. "Maar wij wensen de Magiër wèl te spreken !" zegt Johan trots. Een angstaanjagende kreet galmt in hun hoofden, Dirk en Daan duiken in elkaar van de schrik. Nu is Johan boos. " Hiervoor wijk ik niet ! Ik ben hier uit naam van 'de mens', mijn eerste leermeester. Hij verwees me naar de Magiër op de berg. Ik eis dat u naar mij luistert !" Het is een tijd heel stil. Dan wijken plotseling de rotsen van de heuvel geluidloos uit elkaar en er komt langzaam een brug naar beneden, over de droge gracht. Als de brug de grond heeft bereikt zien ze aan de andere kant iemand staan. Het is een oude man, met een lange baard. Hij draagt een wijd gewaad, grijs van kleur. Zijn handen heeft hij voor zijn borst gevouwen en hij kijkt het viertal recht aan. Als hij ziet dat ze naar hem kijken zegt hij : " vrienden van 'de mens' zijn hier altijd welkom. Volg mij".
66
www.noblock.nl
Hij draait zich om en loopt het pad op, naar het zwarte fort. Johan haalt zijn schouders op en loopt achter hem aan, Netta en de broertjes volgen hem.
67
Hoofdstuk 19.
www.noblock.nl
De Magiër
"Treed binnen". De Magiër is voor hen uit gelopen naar een grote zaal zonder ramen. Toch is er licht, maar je kan niet zien waar het vandaan komt. De vloer is van steen en de muren zijn bekleed met wandtapijten met vreemde ronde vormen. Eén muur bestaat uit boeken, er staat een enorme boekenkast. In de hoek bij de boekenkast staat een lessenaar met een opengeslagen boek erop, achter de lessenaar staat een kruk. De Magiër loopt verder, door een deur naar een tweede ruimte, het lijkt wel op een keuken. Hier staan een lange tafel met een aantal stoelen. De Magiër gaat zitten en nodigt het viertal met een gebaar uit om ook te gaan zitten. Onder de indruk gaan ze zitten. De Magiër kijkt ze allemaal stuk voor stuk indringend aan. Tegen Netta zegt hij", U heeft het derde oog". "Waar heeft die man het over ? " denkt Dirk bij zichzelf. De Magiër kijkt Dirk direct aan. "Ik bedoel dat de vrouwe in de toekomst kan kijken". "Verrek, die man kan gedachten lezen !" denkt Dirk. "Ja, dat kan ik, gedachten lezen", zegt de Magiër, "maar enkel indien je je er niet tegen verzet". "Kunt u ook in mijn gedachten spreken ? " vraagt Daan. De Magiër knikt. "Gaaf zeg", fluistert Daan zacht. De Magiër klapt in zijn handen en er verschijnt een man gekleed in net zo'n grijs gewaad als de Magiër zelf. De man draagt een dienblad met koppen warme melk en stukken brood belegt met kaas. Iedereen krijgt een kop melk en een homp brood met kaas. Als ze aan het eten zijn vraagt de Magiër ", wat brengt jullie hier, en wat kan ik voor jullie doen ? " Johan begint maar te vertellen, over het schuurtje, over 'de mens' en over Dirk en Daan die weer naar huis willen. De Magiër luistert aandachtig, zonder vragen te stellen. Als Johan klaar is met zijn verhaal loopt de Magiër naar de andere ruimte, met de boekenkast en pakt na enige tijd een boek. Hij legt het op de lessenaar en begint in het boek te bladeren. Hij heeft een diepe frons op zijn gezicht. Na een tijdje legt hij het boek weg en pakt een ander boek waar hij ook doorheen bladert. Het viertal wacht en wacht. Het duurt wel lang. "Kunnen we misschien helpen ? " vraagt Johan beleefd, maar de Magiër schijnt niets te horen. Hij leest en bladert maar door. Even later komt de man die de melk en het brood bracht binnen. Hij wenkt en gaat naar de keuken. Als ze allevier in de keuken zijn zegt de man", Als mijn heer, de Magiër aan het werk is kan niemand hem storen. Ik zal u voorgaan naar het gastenverblijf. Daar kunt u wachten tot mijn heer klaar is met zijn taak".
68
www.noblock.nl
Hij loopt weg en ze gaan maar achter de man aan. Hij leidt ze naar een gang met twee kamers allebei voorzien van twee bedden. "Ik verzoek u om hier te wachten tot mijn heer de Magiër klaar is". De man loopt weg en sluit de deur van het gangetje. Die valt achter hem in het slot. Johan probeert of de deur open gaat maar nee, geen beweging in te krijgen. "Het lijkt wel alsof we gevangen zitten", zegt Johan", we kunnen geen kant op". Met z'n allen onderzoeken ze de twee kamers. Er is niet veel te zien, er staan alleen twee bedden in iedere kamer. Er zijn geen ramen, geen kasten en ergens komt licht vandaan maar niemand begrijpt hoe dat zit. "Ik ben bang", begint Daan te snotteren", we zitten hier vast en die vent laat ons gewoon zitten, straks eet hij ons nog op !" Netta komt naar hem toe en troost hem. "Welnee, de Magiër zal jullie helpen, wees maar niet bang, ik weet zeker dat alles goed komt". "Denk je ?" Daan kijkt haar aan. "Netta, ik wil naar huis toe". "Ik voel dat jullie ooit weer thuis zullen komen, echt waar", zegt Netta. "Denk je dat echt ?" vraagt Daan. Netta knikt. "Echt. Sinds we hier op het slot van de Magiër zijn voel ik dat jullie weer thuis komen". "Weet je ook wanneer ? " vraagt Dirk. "Nee", zegt Netta", dat weet ik niet". Zo wachten ze op wat er gaat gebeuren. Maar de tijd verstrijkt, en er gebeurt niets. "Ik krijg honger". Dirk wrijft over zijn buik. Eindelijk gaat de deur weer open, de zelfde man brengt ze weer naar de keuken met de lange tafel. Als ze zitten komt de Magiër binnen, hij draagt een groot, in leer gebonden boek. De Magiër gaat ook zitten en kijkt hen allen aan. Dan zegt hij", na lang zoeken heb ik het juiste boek gevonden. Het is geschreven in het Latijn en het beschrijft 'Het Geheim Van Dichteren.' Ik zal het voorlezen". Iedereen houdt zijn adem in, het is doodstil. De Magiër begint ": Lang geleden, niemand weet hoe lang geleden, is er tijdens een onweer een bolbliksem ingeslagen in Dichteren. Hier staat de beschrijving van een boer die het heeft zien gebeuren. 'Ik schuilde voor het onweer onder een paar bomen. Opeens klonk er een groot lawaai, het kwam uit de lucht. Toen ik naar boven keek zag ik een grote witte vuurbol neerdalen op de aarde. Tot mijn verbazing ging de bol de grond in. De bol maakte een gat in de grond, net zoals er ook een gat in de lucht was waar de bol vandaan kwam. Ik geloofde mijn eigen ogen niet toen ik het gat in de lucht inkeek, in de tunnel naar boven zag ik dezelfde plek als waar ik stond. Alleen waren er overal huizen, gebouwd van
69
www.noblock.nl
lichte steen. En wagens zonder paarden. Voordat ik meer kon zien verdween het gat, het onweer ging voorbij en alles werd weer gewoon.'" De Magiër bladert in het boek. "En hier staat nog zo'n verhaal, van iemand die tijdens een onweer een gat in de grond heeft gezien, alleen zonder zo'n bolbliksem". En hier staat een verhaal van een geleerde monnik, die het geheim van Dichteren veel bestudeerd heeft. De monnik denkt dat er een tunnel bestaat, in Dichteren, die alleen opengaat gedurende een onweer. Dan kan je de tunnel in, maar je weet niet waar je uitkomt. De monnik denkt dat je daar uitkomt waar het dan ook op hetzelfde ogenblik onweert. Je weet dus niet waar je naar toe gaat. Verder schrijft hij dat de tunnel in de loop der tijd vol is geraakt met aarde, die echter verdwijnt als het onweert". De Magiër stopt met praten en kijkt het kleine gezelschap aan. Ze hangen als het ware aan zijn lippen. "Ik vrees dat ik jullie niet echt kan helpen", zegt de Magiër, "er is dus wel iets aan de hand in Dichteren, dat weet ik, maar hoe jullie weer terug kunnen komen in jullie eigen tijd, dat weet ik niet, daar heb ik geen invloed op". Het is een tijd stil, niemand zegt iets. "Gedurende komende nacht zijn jullie natuurlijk mijn gasten", zegt de Magiër na een tijd. Johan kijkt het gezelschap aan. De gezichten van Dirk en Daan staan niet vrolijk en Netta schudt zacht haar hoofd heen en weer. "Onze dank voor uw aanbod", zegt Johan, " maar ik vrees dat wij het afslaan. In dien wij nu naar het kasteel terug lopen zijn wij voor donker weer terug". "Zo jullie wensen", antwoordt de Magiër. "Ik wens jullie veel voorspoed in de queeste". Dirk zit al een tijdje heen en weer te schuiven op zijn stoel. Dan vraagt hij", meneer de Magiër, waarom heeft u ons geholpen ? De mensen zeggen dat er niemand in uw slot mag komen". De Magiër kijkt Dirk een beetje droevig aan. " Ik help jullie vanwege 'de mens'. Ooit was hij mijn broer". Dirk wil nog meer vragen, maar de Magiër kijkt zo droevig, hij durft niets meer te vragen Dan staat de bediende opeens weer in de kamer, hij wenkt en hij gaat ze voor naar de poort van het slot. Daar staat de ezel van Netta te wachten, die nemen ze mee naar buiten. Eenmaal buiten gekomen legt de bediende uit hoe ze het snelst weer terug kunnen gaan, het blijkt dat ze op de heenweg toch wel een heel stuk hebben omgelopen met al dat verdwalen in het bos. Zo lopen ze tussen de bomen door, met z'n allen. "Wat is een queeste ? " vraagt Daan. "Dat is een zoektocht", antwoordt Johan. Het is weer stil, ze lopen elk met een bedrukt gezicht. Dan vraagt Daan", wat moeten we nu doen ? " Niemand geeft antwoord, want niemand weet het.
70
www.noblock.nl
Ze komen uit het bos en lopen een tijd lang over een zandpad tussen de weilanden door. Het pad slingert tussen groepjes bomen in de richting van de stad, na een uur lopen kunnen ze de torens van het kasteel al weer zien. Verder gaat het, tot aan de rand van de stad, onder de poort door, door de straatjes en dan naar het kasteel. Het wordt al donker als ze het kasteel binnenkomen, Johan laat nog snel wat eten maken, dan kunnen ze nog wat eten in de grote zaal van het kasteel. Als ze met z'n vieren aan het eten zijn zegt Johan", jongens, ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen. Ik denk dat jullie nooit meer terug kunnen naar je eigen tijd. Jullie kunnen hier natuurlijk blijven wonen, dat spreekt vanzelf". Hij stopt met praten als hij Dirk en Daan aankijkt, de ogen van de jongens staan vol tranen. "Luister, ik ben toch ook goed terecht gekomen, ik zou zelf niet meer terug willen, ik hoor nu hier". En hij kijkt Netta aan. "Maar ik wil toch terug !" Daan kijkt droevig en boos. "Ik zou je zo graag helpen Daan, en jou ook Dirk, maar je weet wat de Magiër heeft gezegd, als de tijdtunnel opengaat dan weet je niet waar je uitkomt. En dat kan ook heel erg gevaarlijk zijn". Daan staat op en rent weg, naar de slaapkamer. Dirk gaat zonder iets te zeggen achter hem aan. Johan en Netta blijven zitten, ze kunnen nu ook niets doen.
71
www.noblock.nl
Hoofdstuk 20. De tijdreis Daan ligt snikkend op zijn bed, Dirk probeert hem te troosten maar dat lukt niet zo goed. "Ik wil zo graag naar Pap en Mam, " snikt Daan aan één stuk door. Van al die tranen moet Dirk ook huilen, zo zitten ze samen te snikken. Het is nu donker geworden, verdrietig vallen de broertjes in slaap. Ze worden wakker van het gekraai van de haan. Het wordt vast een mooie dag, de zon is al op en er is geen wolkje te zien. Dirk en Daan lopen naar de grote zaal van het kasteel om te kijken of er iets te eten is, ze hebben alweer honger. Er is nog bijna niemand op, het is heel stil in het kasteel. In de keuken vinden ze wat brood. Na dit kale ontbijt kijken ze elkaar eens aan. "Wat zullen we doen ? " vraagt Daan. "Ik weet het niet, " zegt Dirk, " zullen we nog eens op de toren kijken, het is best een mooi uitzicht". Zo gezegd, zo gedaan, ze klimmen de toren op. Boven kijken ze uit op de daken van de stad en de straatjes, de muur om de stad heen en de weilanden. "Wat is dat daar ?" vraagt Daan. Dirk kijkt in de verte. Een donkere streep aan de horizon. Dirk kijkt nog eens goed. "Het lijkt wel een zandstorm, maar dat kan natuurlijk niet. Wacht eens, het zijn wolken. Onweerswolken". Ze kijken elkaar aan. "We gaan naar Dichteren", zegt Dirk". We gaan kijken wat er gebeurt". "Maar Johan zei dat het heel gevaarlijk is, straks gebeurt er iets ergs", zegt Daan. " We hoeven toch niet ìn dat gat te stappen, we gaan gewoon kijken". Dirk holt de trap af, Daan achter hem aan. Het kasteel uit, de straatjes door, de stadspoort door. Daan heeft moeite om Dirk bij te houden. "Gelukkig weten we nu wel de weg", hijgt Daan. "Ja, gelukkig wel. Kijk, de wolken worden steeds dikker, we krijgen vast onweer". Dirk stapt stevig door. De lucht betrekt snel, donkere wolken trekken langs de hemel. Sommigen zijn bijna zwart, andere zien er geel uit. Dirk en Daan zijn al bijna bij de plek van het schuurtje als de eerste druppels vallen. "Ik vind het wel eng hoor. We moeten wel goed oppassen dat er niks ergs gebeurt. Straks vallen we weer in dat gat". Daan is zenuwachtig, hij kwettert aan één stuk door. "Stil nou". Dirk zwaait met z'n hand. Hij is ook zenuwachtig. Ze kunnen het schuurtje al zien. Zacht dondert het in de verte, het begint ook te waaien.
72
www.noblock.nl
Dan doet Dirk de deur van het schuurtje open. Ze ruiken allebei de lucht van de aarde, en horen in het schuurtje ook het rommelen, net zoals toen ze in het gat vielen. Alleen is het nu niet zo heel erg eng, het is meer gewoon eng. Ze kunnen nog geen gat zien, de grond is nog gewoon van aarde. "Je kan toch ook naar boven kijken", zegt Daan. Ja, dat had de Magiër gezegd. Gek eigenlijk dat ze dat nog nooit gedaan hadden, naar boven kijken in het schuurtje. Ze kijken samen naar boven, naar het dak van het schuurtje. Het lijkt net alsof het dak binnen veel hoger is dan buiten, je kan binnen het dak niet meer aanraken. Dirk stoot Daan aan. "Joh, moet je kijken, het dak gaat vliegen". Maar nee, het dak laat niet los, het wordt binnen steeds hoger. En de vloer wordt steeds dieper. "Het begint. Er is nu hier onweer en ergens anders in de tijd ook", zegt Dirk zacht. Het is ook wel heel erg indrukwekkend. Het onweer wordt steeds harder, de donder rolt over de velden. Een roffelende donder komt snel dichterbij. Dirk en Daan halen hun hoofd uit het schuurtje om eens te zien wat dat nu weer is. "Het lijkt wel alsof je een mitrailleur hoort". Ze luisteren. "Ik hoor geroep, ik hoor 'Dirk' en 'Daan'. " "Ik ook". Daan kijkt een beetje angstig. Plots denderen er twee paarden in volle galop de hoek om. "Dat was het geroffel", flitst er door Dirk's hoofd. Op de paarden zitten Johan en Netta. "Zijn jullie helemaal gek geworden ! " schreeuwt Johan boos, " er had wel ik weet niet wat kunnen gebeuren. Kom snel bij die duivelse plek vandaan". Dirk en Daan zijn zo geschrokken van Johan boze stem, ze springen weg van het schuurtje. Johan springt van zijn paard en rent de jongens tegemoet. Hij pakt ze ieder bij een arm en schudt ze heen en weer. "Er had van alles kunnen gebeuren, stelletje sufferds". Dirk en Daan krijgen de kans niet eens om te zeggen dat ze alleen maar gingen kijken, dat ze niet van plan waren om echt het schuurtje in te gaan. "Johan, Johan, niet zo boos wezen". Zacht roept Netta Johan tot de orde. Hij kalmeert gelukkig vrij snel. "Sorry jongens, ik ben zo geschrokken. Opeens waren jullie weg. We hebben overal gezocht en toen hoorden we de donder. Toen wisten we waar we moesten zoeken en zijn we snel hier naartoe gereden. Ik ben zo blij dat we op tijd waren. Ik had er niet aan moeten denken dat..". "Ja maar Johan, " onderbreekt Dirk hem", we gingen alleen maar kijken, niet het schuurtje ìn, alleen maar kijken". "O, nou, dat wist ik niet, ik dacht dat we jullie kwijt waren", zegt Johan. "Nee hoor, we zijn echt wel voorzichtig". Dirk lacht schuchter.
73
www.noblock.nl
"Nou, hebben jullie genoeg gezien dan ?" vraagt Johan, "of willen jullie nog even kijken ?" Dirk en Daan knikken en lopen weer naar het schuurtje. Dirk doet de deur open. Samen kijken ze naar binnen. De grond is nu helemaal weg en veranderd in een zwart gat. Dirk kijkt Daan aan. "Hoor jij ook wat ?" vraagt hij. Daan luistert. "Nee, ik hoor niets. Wacht, ja toch wel, heel zacht. Het lijkt wel alsof het van boven komt". Vier ogen kijken naar boven, het donkere gat in. Ingespannen luisteren en turen ze. Dirk pakt zijn zaklamp en richt de straal naar boven. Verbaasd zien ze ook nog iets anders, het lijkt wel een touw. Het bungelt van boven, een touw uit het niets. Daan moet denken aan de hut die ze bouwden in het bos, toen ze Netta voor het eerst zagen, Toen had hij ook nog gedroomd over een touw uit een gat, en geroep uit de verte. Hij luistert extra goed. En dan hoort hij het duidelijker maar heel zacht. "derkdoanheurtoumi". Dirk stoot Daan aan. "Hoor je dat ook ? Wat is dat ?" Dit is wel griezelig en snel trekken ze hun hoofd uit de deuropening. Johan en Netta staan nog te wachten. "Er staat iemand te roepen daar binnen". Daan huivert. "Best wel eng". "Wat, geroep ?" Johan kijkt verbaasd. "Daar moet ik meer van weten". Snel loopt hij naar het schuurtje doet de deur open en kijkt naar binnen. Het begint nu nog veel harder te regenen, de donder knalt er flink op los. Johan, Dirk en Daan kunnen niet horen wat Johan zegt, ze horen wel dat hij met iemand praat, of liever met iemand schreeuwt. Ze zien hoe hij zich met één hand aan de deurpost vastklemt en half naar binnen gaat hangen. Gespannen kijken ze toe. Johan draait zich even later om en wenkt ze. Met z'n drieën gaan ze naar Johan toe. Johan heeft tranen in zijn ogen. In z'n hand heeft hij een touw. Het touw wat van boven komt. Johan slikt. "Ik heb Gait gesproken.". "Wat ?!" vragen Dirk en Daan tegelijk. "Luister goed", zegt Johan", er is niet veel tijd meer, het onweert hier nu nog, en ook bij Gait. Hoe is het mogelijk hè ? Maar bij Gait wordt het al minder, dus jullie moeten snel door de tunnel. Gait zegt dat hij het touw vast heeft aan de andere kant. Als jullie het touw pakken dan trekt hij jullie omhoog. Maar ga nu snel, we weten niet hoe lang de tunnel open blijft". Dirk en Daan staan beduusd te kijken en verroeren geen vin.
74
www.noblock.nl
"Kom jongens, dit is uwe kans". Netta pakt ze allebei stevig beet en knuffelt ze flink. "Ga nu snel, dit komt nooit meer terug". Ook Johan pakt de jongens stevig vast. "Ga snel naar je ouders. Het ga jullie goed". "Ga je niet mee ?" vraagt Daan met een trillend stemmetje. "Nee, Daan", zegt Johan, " ik hoor nu hier, bij Netta en het kasteel". Johan voelt in zijn zak en pakt zijn zakmes. "Hier", zegt hij terwijl hij het mes aan Daan geeft", geef dit maar aan Gait, dan weet hij dat hij niet gedroomd heeft". Johan drukt het touw in de handen van Dirk en Daan. "Goed vasthouden hè, " zegt hij nog. Dan schreeuwt hij naar boven. "Gait, daar komen ze !" en met een zwaai zwieren Dirk en Daan het schuurtje in. Ze hangen boven het gat en boven ze is ook niets. Ze klemmen zich vast aan het touw. Met kleine rukjes gaat het omhoog. Al snel zien ze Johan en Netta niet meer en hangen ze in het niets. Helemaal zwart om hen heen.
75
www.noblock.nl
Hoofdstuk 21. Weer terug Het is helemaal stil om hen heen. Geen donder, helemaal niets. En aardedonker. Dirk en Daan durven niet te praten tegen elkaar. Doodstil klemmen ze zich aan het touw vast wat hen nog steeds in rukjes naar boven trekt. Dan stopt het bewegen ! Ze verstijven nog meer. Wat als ze hier niet uitkomen ? Even later gaat het weer verder, naar boven. De stilte verdwijnt en maakt plaats voor het geluid van regen en af en toe een donderklap. Zacht horen ze gemompel, " verdulleme, 't is alsof d'r geen eind an kump, een olle man moet ook niet zo roar doan". "Dat is Gait", fluistert Dirk. Daan knikt, maar dat kan je natuurlijk niet zien in het donker. "Gait, we zijn hier", roept Daan. Meteen stopt het geruk aan het touw. "Jongs, goed vasthollen. We bunt er biena". En ze gaan weer verder naar boven. Nu valt er licht in de tunnel, Dirk en Daan kunnen elkaar weer zien. Het touw schuurt langs de rand van de tunnel, de jongens stoten tegen de aarde. Het lijkt ook wel alsof de tunnel smaller wordt, ze voelen hoe de aarde zich om hen heen begint te drukken. "Harder Gait, harder", brult Dirk", de tunnel gaat zich sluiten !" Meteen gaan ze iets sneller omhoog maar de tunnel wordt zo smal, ze zitten bijna vast.... "Als jij hier blijft dan klim ik een stukje naar boven", zegt Dirk, " dan hangen we niet naast elkaar, maar boven elkaar, dan is er meer ruimte". "Goed". Daan is bang, hij heeft vreselijke pijn in z'n handen en armen van al dat hangen. Dirk reikt naar boven en trekt zich een stukje op. Ook zijn spieren doen pijn, maar hij gaat gewoon door. Nog een klein stukje en, ja, hij hangt boven z'n broertje. Er is nu iets meer ruimte. Dirk kan Gait nu horen kreunen van inspanning, hij hoort de wind en ruikt de buitenlucht. Nog even en, Dirk kijkt over de rand. Hij pakt zich vast aan de deurpost van het schuurtje en trekt zich op, naar buiten. Hijgend blijft hij liggen in het gras. "Vort jong, helpen, 't goat niet meer allenig". Dirk staat op en pakt het touw. Hij trekt en trekt, maar het gaat maar heel langzaam. "Mijn voeten zitten in de grond ! En er is overal aarde !" gilt Daan vanuit het gat. "Help !! Ik zit vast !!" Als door een wesp gestoken springt Dirk op en hij geeft een enorme ruk aan het touw. En nog een ruk. Dirk wordt woest. Heel erg woest op dat rotgat wat nu zijn broertje wil opslokken. En terwijl hij daaraan denkt wordt hij nog veel bozer.
76
www.noblock.nl
"Vies vuil rotgat !!" schreeuwt hij en hij pakt het touw nog steviger beet en trekt Daan met een enorme zwaai zo uit het gat. Gait staat verbaasd te kijken naar Dirk, dat hij niet verwacht, dat Dirk zo sterk was. Daan ligt op het gras te mopperen, " kan je niet uitkijken, idioot, trekt me daar een beetje uit dat gat, ik val hier zo op het gras met m'n rug in de brandnetels, alles doet pijn". Dirk steekt zijn hand uit en trekt Daan weer overeind. "Stil joh, je bent er toch uit, wat zeur je dan". Daan houdt zijn mond. Samen kijken ze naar Gait, hij staat te hijgen als een paard. Dan kijken ze in het schuurtje, de grond is weer gewoon dicht. Niets te zien. Het onweer is ook voorbij. "Dan had de Magiër het toch goed gelezen, over het onweer en het tijdgat", denkt Dirk. Gait gaat er bij zitten, hij hijgt nog zo hard dat hij nog niet kan praten. Na een tijdje gaat het wat beter. "Oh jongs, jongs, wat bun ik blij dat jelui weer hier bunt", hijgt hij. Dirk en Daan kijken een beetje verdwaasd om zich heen, teveel onder de indruk om iets te zeggen. Na een tijdje vraagt Daan, " zijn we echt weer terug ?" "Ik geloof het wel", antwoord Dirk, " kijk maar, we zijn toch bij Gait". Het regent en dondert niet meer, ze ruiken het natte gras. Ver weg horen ze een auto rijden en heel hoog in de lucht vliegt een vliegtuig. "Ja, we zijn weer terug, kijk maar, " zegt Dirk en hij wijst op het vliegtuig. Gait staat weer op, hij is weer op adem gekomen. "Ik zal ou jongs eens thuus breng'n", zegt hij, " ou voader en moeder bunt zo verdrietig dat jelui opeens weg waor". Dirk en Daan kijken hem vragend aan. "Hoe lang zijn wij dan weggeweest ?" vraagt Dirk. "Twee dagen", zegt Gait, "de politie heeft overal gezocht maar jelui was onvindbaor. Ze hebb'n wel jelui's fiets'n gevonden, toen was de beer pas echt los". Dirk voelt het zakmes van Johan in zijn zak. Hij pakt het en geeft het mes aan Gait. "Hier", zegt hij, " Johan zei dat jij dit moest krijgen". Gait pakt het mes en krijgt zowaar tranen in zijn ogen. "Gute gut", mompelt hij zacht, " is Johan toch niet echt verdwenen". Hij staart even naar het mes in zijn hand, het mes met de ingekerfde 'J'. Dan zegt hij", kom jelui, we goan jelui terugbrengen". En hij loopt weg van het schuurtje.
77
www.noblock.nl
Dirk en Daan lopen achter hem aan. "Hoe komt het eigenlijk dat jij hier bent Gait, je bent toch bang voor dat schuurtje ?" vraagt Daan. "Ja, ik bun niet op m'n gemak hier, " zegt Gait", moar ik had het gevoel dat het schuurtje iets van doen had met jelui's verdwijnen. En toen het weer ging onweren toen ben ik goan wachten om te kijken wat er gebeurde bij het schuurtje. Na een tijdje zag ik een gat in de vloer komen en toen heb ik dat bos touw gepakt wat bij de deur hing en dat in het gat laten zakken. Ondertussen heb ik jelui's namen geroepen. Ik dacht bekant dat me wat overkwam toen ik Johan's stem hoorde. 't Is wat, dat een olde man als ik toch nog met mijn vriend van vroeger kon proaten, al was het moar efkes. Johan zei dat jelui doar ook waren en toen zei ik dat ik jelui wel noar boven zou hijsen. Dat was me wel een karwei, ik heb er pijn van in mien armen". Gait stapt stevig door. Dirk en Daan huppelen naast hem. Ze zijn dolblij dat ze weer bijna thuis zijn ! "We zullen je alles vertellen hoor, over ons avontuur", zegt Dirk", over Johan en Netta en het kasteel". Gait kijkt verbaasd. "Kasteel ? Johan ? Waar hebb'n jullie het over ? " Lachend zegt Dirk", dat zullen we je nog wel eens helemaal uitleggen". Het is al aan het einde van de dag, de zon kleurt de hemel rood en schijnt hier en daar tegen een wolk die is overgebleven van het onweer. Dirk en Daan lopen samen met Gait naar huis. Ze zijn er bijna. "Je gaat wel mee naar binnen hoor", zegt Daan, "tenslotte heb jij ons gered. " Gait blijft staan. Dirk en Daan ook. "Denkt jelui dat iemand het gelooft, dat verhaal over jullie tijdreis ? " vraagt hij. Dirk denkt even na. "Nou, misschien niet iedereen, maar als jij meegaat dan helpt dat vast wel. En anders nemen we ze mee als het onweert, dan kunnen ze zelf het gat zien, als ze het niet geloven". Ze lopen door, naar huis. Ze gaan het door papa gemaakte hek door. Papa en mama zitten in de kamer, papa zit te bellen en mama kijkt met een ernstig gezicht naar teletekst. Dirk en Daan bonken op het raam. "We zijn er weer ! " roepen ze. Verbaasd en blij rennen papa en mama met open armen naar ze toe.