Het geheim van Singapore
10
FORUM #16/02.09.10
Geen overheid die zo goed functioneert als die van Singapore. En nergens voelen ondernemers zich meer welkom. Hoe krijgt het land dat in de verte wel op Nederland lijkt dat voor elkaar? Tekst: Jan Buevink / foto: IStockphoto
De felicitaties zijn voor Singapore. De Zuidoost-Aziatische stadstaat is de nieuwe nummer één in de World Competitiveness index. In het jaarlijkse overzicht van het Zwitserse imd stijgt de stadstaat onderin het Maleisisch schiereiland van een derde plaats naar de top waardoor hij zich vanaf nu het meest concurrerende land ter wereld mag noemen. Niet alleen vanwege de goede economische prestaties en de puike infrastructuur, maar vooral vanwege de efficiency van de overheid en kansen voor ondernemers (zie kader De index aller indexen op pagina 13). De hoge notering van Singapore is geen verrassing. De afgelopen jaren stond het land steeds in de bovenste regionen. Ook wie naar een nog langere termijn kijkt, kan nauwelijks verrast zijn. Toen Singapore zich in 1965 afscheidde van Maleisië, waarmee het twee jaar eerder onafhankelijk was geworden van Engeland, had de nieuwe regering drie duidelijk prioriteiten: veiligheid, stabiliteit en economische groei. Door daar keihard en zonder ideologische scherpslijperij aan te werken, is het land gekomen waar het nu is, zei de Singaporese topambtenaar Peter Ho eerder dit jaar in het Haagse Nieuwspoort. Ho was naar Nederland gekomen om voor ambtenaren en wetenschappers het Singaporese succesmodel toe te lichten en aan te geven hoe de Singaporese overheid dat in de toekomst wil continueren door het werken met geavanceerde scenario’s (afgekeken van Shell).
zonder vertraging “Het is een land dat gerund wordt als een grote onderneming”, zegt Hans Jansing, sinds september vorig jaar de Nederlandse ambassadeur ter plekke. “De inzet is om een voortdurende economische groei te hebben en dat lukt. In 1965 was dit nog een derdewereldland, nu behoort het tot de eerste, met een bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking boven dat van Nederland.” 11
FORUM #16/02.09.10
omslag
Nederland en Singapore Nederland mag dan in omvang een klein land zijn, Singapore is nog een flink stuk kleiner. De stadstaat met vijf miljoen inwoners moet het doen met een oppervlakte van nog niet de helft van de provincie Utrecht. Net als Nederland probeert Singapore zich te profileren als in- en doorvoerhaven voor de hele regio, zowel over het water als via de lucht. Na de Verenigde Staten en Japan is Nederland de derde investeerder in Singapore. Zo’n 160 bedrijven (zoals Philips, Heineken, dsm en Océ) hebben er een vestiging, honderd andere een vertegenwoordiging (Pezygroup). Er zijn vierduizend Nederlandse expats. De Nederlander Albert Winsemius (vader van de latere milieuminister) was nauw betrokken bij de economische inrichting van Singapore. De voormalige topambtenaar van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken maakte rond 1960 een plan om Singapore te laten uitgroeien tot het industriële centrum van de regio. Hij bleef adviseur tot begin jaren tachtig.
Volgens Jansing let de Singaporese regering heel goed op de lange termijn. Dat kan ze ook doen door een enorme meerderheid in het parlement (de regeringspartij heeft dankzij het kiesstelsel met tweederde van de stemmen bijna alle zetels in handen) en een financieel beleid dat al jaren lang zorgt voor een evenwichtige begroting. Ook kiest de Singaporese overheid meer dan de Nederlandse voor een topdown benadering, waarbij ze er volgens Jansing wel op let dat allerlei betrokkenen vooraf hun mening kunnen geven. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het advies over het beleid voor de komende tien jaren dat het ministerie van Financiën begin dit jaar presenteerde. “Bedrijfsleven, vakbeweging, academici en buitenlandse ondernemers; iedereen is geconsulteerd. Natuurlijk: dat is ook een vorm van polderen. Maar als dan zo’n advies eenmaal is vastgesteld, wordt het ook echt uitgevoerd, zonder vertragende procedures.”
uit de grond gestampt “De Singaporese overheid is heel voortvarend bezig met het stimuleren van de eigen economie”, vertelt Erik de Boer van de New Business Development Academy (nbda), die Nederlandse bedrijven helpt die zich in Singapore willen vestigen. “Singapore is een relatief duur land, voor Aziatische begrippen zelfs heel duur. Bovendien is het land vol. Met het binnenhalen van nog weer meer goedkope Indiërs redden ze het niet meer en dat weten ze ook. Hun economie moeten ze op een hoogwaardiger niveau brengen: meer dienstverlening, meer hooggeschoold werk.” Onlangs bepaalde de Singaporese overheid op welke drie terreinen ze zich gaat concentreren: watermanagement, de biomedische industrie en de nieuwe media, waaronder ook serious gaming. “Dat doet ze vooral door veel geld in deze sectoren te pompen”, zegt De Boer. “Door subsidies voor projecten en door het opkopen van bedrijven. Op die manier hebben ze hier in korte tijd een hele biomedische sector uit de grond gestampt.” Dat de Singaporese overheid haar uiterste best doet om buitenlandse bedrijven binnen te halen, is ook de ervaring van andere ondernemers. “Ze regelen alles voor je”, jubelde Danone-topman Wim van Gelder in het vorige nummer van Forum. Als ‘eenvoudige’ senior vicepresident van het Franse zuivelbedrijf zat hij in no time aan tafel met de minister van Handel en Industrie en de minister-president. “De overheid heeft een heel expliciet beleid om bepaalde bedrijven binnen te halen. Hun mentaliteit is: ‘wat we willen, krijgen we ook’.” Dat het voor kleinere buitenlandse bedrijven niet lastig is om voet aan de grond te krijgen in Singapore, weet Jan Timmer inmiddels ook. Sinds begin dit jaar is hij de vooruitgeschoven post van de Pezy-group (zo’n 85 medewerkers). Het Nederlandse ontwerpbureau, dat furore maakte met onder andere het Senseo-apparaat, wil een vestiging in Azië omdat steeds meer opdrachtgevers hun werkzaamheden daar naartoe verplaatsen. Sinds kort heeft Pezy in Singapore een ‘vertegenwoordigend kantoor’. Dat is een aparte rechtsvorm voor bedrijven die de marktmogelijkheden willen verkennen maar nog geen investeringen willen doen. “Ik kon me gewoon digitaal inschrijven en de volgende morgen had ik al een bevestiging dat alles rond was”, zegt Timmer. Een verblijfsvergun12
FORUM #16/02.09.10
michael coyne /hh
ning regelen, was ook een fluitje van een cent en inmiddels weet hij dat startende ondernemers in Singapore kunnen rekenen op hulp van de overheid en belastingvoordeel. Maar ook zonder die extra’s is Singapore voor een hooginnovatief bedrijf als de Pezy-group interessanter dan bijvoorbeeld China, waar de bescherming van patenten veel slechter geregeld is. “Bovendien is dit land erg veilig, met weinig corruptie en een goede infrastructuur. Iedereen spreekt hier Engels en dat is voor ons natuurlijk ook handig.”
verlicht despotisme “Singapore heeft een duidelijk Britse bestuurstraditie”, zegt de Nederlandse topambtenaar Roel Bekker. “De manier waarop ze hun depar tementen hebben opgezet, de afwezigheid van corruptie, de hoge kwaliteit van de ambtenaren. Voormalige Engelse koloniën als Pakistan en India hadden die traditie ook, maar zijn deze kwijtgeraakt.” Dat Singapore zo slagvaardig kon opereren, kwam volgens Bekker ook doordat de feitelijke macht lange tijd in handen lag van slechts een persoon. “Die had toevallig de juiste inzichten en wist die ook goed door te voeren, maar het was toch een vorm van verlicht despotisme. Heel anders dan de parlementaire democratie zoals wij kennen.” Andere kenmerken helpen volgens Bekker eveneens dat Singapore eenvoudiger te besturen is dan Nederland. “Het is een klein en overzichtelijk land met makkelijke inwoners. Het zijn heel gezeglijke mensen die zich nog gewoon aan de regels houden. Dat is in zekere zin natuurlijk ook heel Brits, alhoewel ze dat in Engeland af en toe vergeten lijken te zijn.” Volgens Bekker, die tot voor kort de hoogst verantwoordelijke ambtenaar was voor de vernieuwing van de Nederlandse rijksdienst, zorgen al die verschillen ervoor dat het niet zo zinvol is om bepaalde succesformules van de Singaporese overheid over te plaatsen naar Nederland. Wat hij wel wil overnemen, is de manier waarop in Singapore naar het openbaar bestuur gekeken wordt. “Daar zien ze de overheid 13
FORUM #16/02.09.10
De index aller indexen Wie van ranglijsten houdt, kan uren zoet zijn met de World Competitiveness Index. In het ruim vijfhonderd pagina’s tellende boekwerk vergelijkt de prestigieuze Zwitserse managementschool imd de 58 belangrijkste economieën ter wereld op maar liefst 317 verschillende onderdelen. In meer of mindere mate zeggen ze allemaal iets over de vraag hoe concurrerend een land is. Sommige zijn gebaseerd op objectieve feiten als macro-economische prestaties, fysieke en sociale infrastructuur. Andere op de mening van ondernemers over bijvoorbeeld de ruimte die het bedrijfsleven krijgt om te ondernemen en de efficiëntie van de overheid. Vooral op die laatste twee onderdelen scoort Singapore geweldig. Op 14 van de 71 sublijstjes die over de overheid gaan, staat het land bovenaan. Nergens vinden ondernemers het makkelijker om een bedrijf op te zetten en zaken te doen, worden overheidsbesluiten zo effectief doorgevoerd, is de bureaucratie zo gering en de douane zo behulpzaam. Nederland doet het beduidend minder. We kelderen niet alleen op de overall lijst (van 10 naar 12), maar ook als het gaat over het functioneren van onze overheid (van 14 naar 17) en het creëren van mogelijkheden voor ondernemers (van 8 naar 15). Voordeel van de enorme hoeveelheid lijstjes in het boekwerk is dat (bijna) elk land wel ergens een eerste plaats binnensleept. Zo heeft Nederland nog altijd de cultuur die het meeste openstaat voor ideeën van buitenaf (Singapore staat op 2).
dik nicolai
column scheer
als een essentieel onderdeel van de samenleving, en niet zoals som migen in Nederland als een noodzakelijk kwaad waar ze het liefst vanaf willen. Dat betekent ook dat de Singaporezen echt in de overheid willen investeren. Iets als de Balkenende-norm (de afspraak dat ambtenaren niet meer mogen verdienen dan de minister-president; red.) die in Nederland zoveel negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de overheid, vinden ze daar volstrekt ridicuul.” Dat de Singaporese overheid het zo goed doet, komt volgens ambassadeur Jansing zeker ook doordat het land zijn bestuurders en ambtenaren fors betaalt. Dit is zelfs expliciet beleid. De premier verdient tien keer zoveel als de Nederlandse en komt uit op dik twee miljoen euro. Topambtenaren hebben jaarinkomens van net iets meer dan een miljoen en zelfs beleidsmedewerkers van halverwege de dertig kunnen salarissen van twee ton ontvangen. Via een ingewikkeld systeem is de hoogte van de ambtenarenbeloningen gekoppeld aan de inkomens in het bedrijfsleven, niet alleen in Singapore zelf, ook aan die in omringende landen. Dat stelt de overheid in staat om voor het beste personeel te kunnen concurreren met het bedrijfsleven.
duur Doet Singapore dan alles goed? Welnee. Het bevolkingsbeleid is iets dat niet echt onder controle is, zei topambtenaar Peter Ho eerder dit jaar bij zijn bezoek aan Nederland. Door bewuste acties wist de regering het geboortecijfer van iets boven de vijf begin jaren zestig terug te brengen naar twee. Maar toen het daaronder zakte en weer omhoog moest om de vergrijzing te pareren, bleek de trend niet meer te stoppen. Ook de World Competitiveness Index weet nog wel wat zwaktes aan te wijzen. Als het gaat om de kosten van levensonderhoud komt Singapore dicht in de buurt van de allerduurste landen ter wereld, hetzelfde geldt voor de zorgkosten en de uitgaven voor sociale zekerheid. “Wonen is hier erg duur”, zegt Jan Timmer van Pezy. “En autorijden nog duurder. De prijzen van auto’s zijn twee keer zo hoog als in Nederland. Daarbovenop betaal je nog wegenbelasting plus een kilometerheffing.” Volgens Timmer is de Singaporese overheid ook niet vies van betutteling. “Af en toe krijg ik hier wel eens het gevoel dat ik nog een klein kind ben. Ik zit in een dragonboatteam en we trainden altijd ‘s avonds totdat we opeens te horen kregen dat we van de een op de andere dag na zeven uur niet meer het water op mochten. Een reden werd niet gegeven.” Van het kauwgomverbod dat de overheid eerder instelde, heeft Timmer als niet-gebruiker geen last, wel was hij verbaasd over de straffe aanpak van de twee mannen die onlangs werden gepakt nadat ze een trein hadden ondergespoten met graffiti: een boete, vijf maanden cel én stokslagen. “Op andere terreinen zijn de autoriteiten dan weer opvallend tolerant”, relativeert hij. “Ik kom wel eens op expatfeesten waar het er redelijk luidruchtig aan toe gaat. Nu zal hier op geluidsoverlast ook best een flinke straf staan, maar de politie komt op een avond rustig vier keer achter elkaar langs om te vragen of het niet iets zachter kan. Daar gaan ze dan wel weer heel gemoedelijk mee om.”
Cirkel Waar was ik vijftien geleden? Nog niet op de redactie van dit blad, dat deze maand vijftien jaar bestaat. In 1995 werkte ik een paar honderd meter verder, bij het personeelsblad van het ministerie van Economische Zaken. Hans Wijers was daar net aangetreden, en zorgde voor nieuw (Paars) elan op het departement. Met Paars zou alles anders worden, zo was de belofte. Maar de combinatie van sociaal-democraten en (sociaal-)liberalen bleek na verloop van tijd toch weer een gewone coalitie met bewindslieden en partijen die elkaar steeds minder konden luchten of zien. In 1995 woonde ik nog (zonder kinderen) samen op een huuretage, reed ik in mijn eerste auto en rekende ik nog in guldens. Verder schiet me niet spontaan iets te binnen. Maar als ik Wikipedia raadpleeg op internet, gaan er wel enkele lampjes branden. Het was het jaar van Srebrenica. Ik weet nog dat ik voor m’n tentje zat in een camping in Zuid-Frankrijk en op de Wereldomroep hoorde dat de enclave was gevallen. Het drong op dat moment – en in die situatie – niet goed tot me door. Maar dat gold voor meer mensen. Op 11 juli van dit jaar was het dus vijftien jaar geleden dat Srebrenica viel en het moorden begon. Ik denk niet dat veel Nederlanders daarbij hebben stilgestaan. Het was namelijk ook de dag van de wk-finale. Met weer een nederlaag. Het was ook het jaar van de ‘watersnoodramp’ in het rivieren gebied. Voor de zekerheid werd een kwart miljoen mensen geëvacueerd. Onnodig, bleek achteraf. Vijftien jaar later staat Pakistan onder water. Een te elfder ure georganiseerde actiedag levert nog geen 20 miljoen euro op. Valt toch een beetje tegen, zeker als je weet dat de Pakistani destijds nog hebben ingezameld voor de slachtoffers van de watersnoodramp van 1953. Maar ja, we hebben dezer dagen zelf ook veel last van de regen. En voor de liefhebbers: in 1995 won Ajax de Champions League. Dat is daarna geen enkele Nederlandse club meer gelukt. Maar zie: voor het eerst sinds 2006 plaatst Ajax zich dit jaar weer voor het hoogste clubtoernooi. Zo komt de cirkel toch min of meer rond in een willekeurig tijdsbestek van vijftien jaar. Benieuwd hoe we erover 2025 voorstaan. Zou de formatie dan eindelijk rond zijn? Paul Scheer
14
FORUM #16/02.09.10