STATENBRIEF Onderwerp: Jaarverslag Handhaving 2012 Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
1
Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)
Op 2 juli 2013 hebben wij het Jaarverslag Handhaving 2012 vastgesteld. Het is een rapportage over de toezicht- en handhavingsactiviteiten die de provincie in het verslagjaar heeft uitgevoerd op de terreinen milieu, natuur, ontgrondingen, bodem, luchtvaart, grondwateronttrekkingen en zwemwater. Onderdeel van het jaarverslag is een klachtenoverzicht van bedrijven waarover in 2012 meer dan 20 klachten zijn binnengekomen. Het Jaarverslag Handhaving 2012 wordt u ter kennisneming aangeboden. 2 Aanleiding In de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd dat het bestuursorgaan dat belast is met de bestuursrechtelijke handhaving periodiek een rapportage uitbrengt over de realisatie van de gestelde doelen en uitvoering van de voorgenomen activiteiten en afspraken. Het bijgevoegde Jaarverslag Handhaving 2012 bevat deze rapportage voor alle handhavingsterreinen waarvoor GS bevoegd gezag zijn. Het gaat om toezicht en handhaving van milieu, natuur, ontgrondingen, bodem, luchtvaart, grondwateronttrekkingen en zwemwater. 3 Bestaand beleid c.q. kader In het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 2012 hebben wij de prioriteiten en geplande projectenactiviteiten vastgelegd. De uitvoering is grotendeels conform het HUP gedaan. In de volgende paragraaf staat een samenvatting van de belangrijkste aandachtspunten en resultaten. 4
Argumenten/afwegingen
Voor de toezicht- en handhavingstaken was in 2012 ca 75 fte beschikbaar. Ongeveer tweederde van de medewerkers werkt aan het milieutoezicht bij bedrijven. Vorming omgevingsdiensten In 2012 is veel aandacht besteed aan een goede overdracht van de taken naar de Gelderse omgevingsdiensten die op 1 april 2013 van start zijn gegaan. Via proeftuinen en werkgroepen is hard gewerkt om de overdracht van de provinciale toezicht- en handhavingstaken zo goed mogelijk voor te bereiden. Niet alle taken zijn in april overgegaan. Luchtvaart, zwemwater, grondwateronttrekking, ontgrondingen en de groen-wetten blijven vooralsnog bij de provincie. Hiervoor is een nieuwe afdeling ingericht die de uitplaatsing op termijn voorbereid.
Inlichtingen bij mw. F. Raasing, tel. (026) 359 99 57 e-mailadres:
[email protected]
Resultaten Kritische prestatie indicatoren (KPI's). Belangrijke indicatoren voor de uitvoering van toezicht en handhaving zijn de zogenaamde kritische prestatie-indicatoren (KPI's). Hiermee wordt gevolgd of de bezoeken conform de planning zijn, of brieven en beoordelingen van rapporten tijdig zijn gebeurd en bij milieu wordt bekeken hoe de naleving bij bedrijven is. Een groot deel van de KPI's is gehaald. Afwijkingen zijn er voor milieu op de geplande bezoekfrequentie (86% i.p.v. 90) en voor het tijdig verzenden van verslagen of rapportages bij milieucontroles, Brzo-rapportages en conceptrapporten van milieumetingen. Oorzaken van deze afwijkingen zijn pieken in het werk, tijdelijk capaciteitsgebrek en te lange doorlooptijd in de afstemming met andere handhavingspartners. KPI naleefgedrag Met het KPI naleefgedrag wordt per prioriteringscategorie berekend hoeveel bedrijven groen, oranje of rood scoren op naleving van de regels. Groen betekent dat als er al overtredingen zijn, deze adequaat worden opgepakt. Als het bedrijf rood scoort is extra aandacht nodig om overtredingen op te heffen of te voorkomen. De gemiddelde resultaten van het KPI-naleefgedrag bleken de afgelopen jaren redelijk constant. De doelstelling voor het KPI-naleefgedrag in 2016 is erg ambitieus. Er zijn relatief veel bedrijven die op de grens tussen groen en oranje balanceren. Daarnaast is het toezicht steeds meer gericht op de risico's bij bedrijven (controle op onderdelen waar overtredingen worden verwacht), waarbij ook daadwerkelijk overtredingen worden geconstateerd. De ontwikkeling van het KPI-naleefgedrag wordt in 2013 kritisch gevolgd en betrokken bij de risicoanalyse die in 2013 wordt geactualiseerd. Project agrarische bedrijven Natuurbeschermingswet De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat lang niet alle bedrijven die een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet (Nbw) nodig hebben, een adequate vergunning hebben. In 2012 is daarom een inventarisatie uitgevoerd, om inzicht te krijgen in de problematiek en ervoor te zorgen dat bedrijven alsnog een vergunning aanvragen voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor kwetsbare natuur. Hiertoe werden de bedrijven aangeschreven via de Gelderse gemeenten. Het aantal aanvragen voor een Nbw-vergunning bij de provincie is in 2012 met ruim 400% gestegen. In 2012 waren er 1662 aanvragen voor agrarische bedrijven en 56 Nbw algemeen. Overzicht klachten In het Jaarverslag is een samenvatting gegeven van de binnengekomen klachten. Al diverse jaren is geuroverlast hetgeen waar het meest over wordt geklaagd. In het klachtenoverzicht van bedrijven zijn de bedrijven opgenomen waarover in 2012 meer dan 20 klachten zijn binnengekomen. Daarbij is ook kort aangegeven wat de acties van het bedrijf en van de provincie zijn om overlast te beperken en eventuele overtredingen op te heffen. 5
Financiële consequenties
De uitvoering is gerealiseerd binnen de in de begroting 2012 vastgestelde kaders. 6
Proces en evaluatie
Het Jaarverslag Handhaving is een integraal Jaarverslag, waarin de toezicht- en handhavingsactiviteiten van de verschillende terreinen staan samengevat. De bestuurlijke aansturing bij deze onderwerpen is belegd bij verschillende gedeputeerden binnen ons college. De beoogde professionalisering van de handhaving van de vele bevoegde gezagen in Nederland leidt tot een andere organisatie van de uitvoering, zoals de vorming van de Gelderse omgevingsdiensten.
2
De voor de uitvoering ingrijpende veranderingen hebben tot gevolg dat 2012 en 2013 dynamisch en hectisch zijn (geweest). Om het werk goed uit te voeren was een focus op de prioriteiten (HUP) en een flexibele, oplossingsgerichte inzet essentieel. Het is gelukt om een groot deel van de geplande activiteiten uit te voeren en de beoogde resultaten te behalen. Arnhem, 2 juli 2013 - zaaknummer 2008-003723 Gedeputeerde Staten van Gelderland J. Markink - plv. Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - plv. secretaris
Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie: Jaarverslag Handhaving 2012 Tekst
3
Jaarverslag Handhaving 2012
Jaarverslag Handhaving 2012 Inhoudopgave Samenvatting..................................................................................................................
2
1
Prioriteiten handhaving............................................................................................ De vorming van de gelderse omgevingsdiensten............................................ Aanpassen handhavingsbeleid....................................................................... Bestuurlijke strafbeschikking (Bsbm).............................................................. Overleg met het Functioneel Parket (FP)......................................................... Gelderse handhavingsweek............................................................................ Toezicht buiten inrichtingen............................................................................. Toezicht op eigen activiteiten.......................................................................... Juridische werkzaamheden.............................................................................. Ondersteuning................................................................................................ Consignatiedienst...........................................................................................
3 3 4 4 5 6 6 7 7 8 8
2
Klachten.................................................................................................................. Zwemwater, luchtvaart, bodem....................................................................... Klachten bedrijven........................................................................................
9 9 10
3
Milieu..................................................................................................................... Uitgevoerde controles................................................................................... Realisatie KPI milieu...................................................................................... Besluit ULVLFR¶V zware ongevallen (Brzo)........................................................... Bureau Milieumetingen................................................................................... Projecten:...................................................................................................... Asbest................................................................................................. Vernieuwing toezicht............................................................................. Vuurwerk........................................................................................................
15 15 16 19 20 21 21 21 23
4
Luchtvaart...............................................................................................................
23
5
''Groene wetten''...................................................................................................... Boswet.......................................................................................................... Natuurbeschermingswet.................................................................................. Cross compliance.......................................................................................... Regie op de groene handhaving.....................................................................
24 24 25 25 26
6
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden............................
27
7
Grondwater.............................................................................................................
28
8
Ontgrondingen .......................................................................................................
29
9
Bodem....................................................................................................................
30
Bijlagen: 1 .3,¶V (Kritische Prestatie Indicatoren) 2012
1
Samenvatting
Jaarverslag handhaving 2012 In dit Jaarverslag Handhaving 2012 rapporteren Gedeputeerde Staten over de behaalde resultaten en de uitgevoerde activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving, die in het Handhavingsuitvoeringsplan (HUP) 2012 zijn gepland. De onderwerpen waar de provincie toezicht houdt en handhavend optreedt zijn divers: milieu, bodem, ontgrondingen, natuur, grondwater, zwemwater, wegen en luchtvaart. De provincie is bij de bedrijven waar zij bevoegd gezag is voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), ook verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op het gebied van bouwen, reclame, in- en uitritten, kappen en slopen (BRIKS-taken). Het belangrijkste doel van handhaving is het bevorderen van naleving. Via toezicht krijgt de provincie een beeld van de naleving en de overtredingen. Wanneer overtredingen worden geconstateerd worden die aangepakt conform de door GS vastgestelde sanctiestrategie. Het verslagjaar 2012 was een hectisch jaar door een combinatie van veranderingen in de organisatie van het werk (de komst van de Regionale uitvoeringsdiensten) en veranderende wet- en regelgeving, zoals het Actviteitenbesluit. Om het werk goed uit te blijven voeren was een focus op de prioriteiten (HUP) en een flexibele, oplossingsgerichte inzet van alle medewerkers essentieel. Het is gelukt om het overgrote deel van de geplande activiteiten uit te voeren en beoogde resultaten te behalen. 2PJHYLQJVGLHQVWHQ58'¶VUHJLRQDOHuitvoeringsdiensten) De start van de 7 omgevingsdiensten in Gelderland op 1 april 2013 was een belangrijke datum om naar toe te werken. Vanaf die datum kunnen de Gelderse gemeenten en de provincie de uitvoeringstaken gezamenlijk oppakken in de omgevingsdiensten. De bestuurlijk gemaakte afspraken over de verdeling van taken GLHPHWGHµ*HOGHUVHPDDW¶]LMQJHPDDNWzijn in 2012 verder uitgewerkt. GS blijven het bevoegd gezag voor de taken, maar de uitvoering wordt anders, in samenwerking met gemeenten, georganiseerd. De toezicht- en handhavingtaken op het gebied van natuur, zwemwater, ontgrondingen, grondwater en luchtvaart blijven vooralsnog bij de provincie. De provincie Gelderland heeft ervoor gekozen zich eerst te richten op de uitplaatsing van het basistakenpakket naar de omgevingsdiensten en een pas op te plaats te maken ten aanzien van de overige taken. De besluitvorming hierover vindt uiterlijk 1-12014 plaats. Om de ambities bij deze taken waar te kunnen maken zijn de voorbereidingen getroffen voor een nieuwe afdeling, waarin de vergunningverlening en handhaving wordt uitgevoerd. Samenwerking Samenwerking met de handhavingspartners was meer dan ooit nodig om de ambities waar te kunnen maken. Dat heeft op veel terreinen plaatsgevonden zoals in de voorbereidingen van, en de SURHIWXLQHQYRRUGH58'¶Vdoor kennis te delen in de Gelderse handhavingsweek , via projecten 'vernieuwing' toezicht en projecten rond de regie op de (groene) handhaving. Opzet jaarverslag In de eerste hoofdstukken van het jaarverslag is ingegaan op de algemene doelen en accenten van handhaving van de provincie en de klachten die zijn gemeld. De uitgevoerde activiteiten en resultaten zijn verder per handhavingskleurspoor uitgewerkt (milieu, groene wetten, grond/zwemwater, bodem, ontgrondingen).
2
Een groot deel van de medewerkers van de afdelingen vergunningverlening en handhaving vertrekt in 2013 naar de omgevingsdiensten. In 2012 is dan ook in overleg met de medewerkers gebouwd aan een nieuwe afdeling waarin de achterblijvende taken worden uitgevoerd. Het betekende ook deels ontvlechten van taken, omdat bijvoorbeeld toezicht op de luchtvaarttaken door milieutoezichthouders werd uitgevoerd en de luchtvaartaken voorlopig nog bij de provincie blijven. Een taak is ook om de mogelijkheden en voorstellen uit te werken voor mogelijke uitplaatsing van werkzaamheden en samenwerking met partners. Een flexibele inzet en het integraal werken van de medewerkers is daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Aanpassen handhavingsbeleid Beleid milieu De provincie heeft een handhavingstaak bij een diversiteit aan wetten. En hoewel de inhoud van de wetten verschilt, is de wijze waarop toezicht wordt gehouden en handhavend wordt opgetreden in veel situaties gelijk. In 2012 is het handhavingsbeleid op het gebied van milieu formeel vastgesteld. Door de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) was de aanpassing noodzakelijk. De provincie koos ervoor om in eerste instantie alleen de aanpassing voor milieu door te voeren, omdat er een verschil is in ontwikkelingsfase bij de verschillende taakvelden is en milieu al langere tijd in de implementatiefase verkeerd (inclusief BROZ en vuurwerk). In een later stadium wordt voor de overige taken het handhavingsbeleid vastgesteld. De kern van aanpak van toezicht en handhaving is voor alle handhavingskleursporen van toepassing en wordt verder uitgewerkt. De missie van de provincie is: Wij houden toezicht en handhaven bij onze klanten op basis van verleende beschikkingen en van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Hierbij zijn wij zowel controleur als gesprekspartner en hebben oog voor de oplossingen voor vraagstukken die onze klant en onze omgeving raken. Wij werken integraal en omgevingsgericht en boeken concrete resultaten in partnerschap met anderen. Kortom: wij verbeteren het naleefgedrag. Hoofddoelstelling handhaving: We zorgen voor een verantwoord niveau van toezicht en verbeteren het naleefgedrag. Gedogen Optreden bij overtredingen is de standaard. In uitzonderlijke situaties kan daar van worden afgeweken. Hoe de provincie Gelderland hiermee omgaat is in 2007 door Gedeputeerde Staten vastgelegd in beleidsregels die betrekking hebben op handhavingssituaties in milieuzaken en grondwaterzaken. Door de inwerkingtreding van de Wabo en de Waterwet was het noodzakelijk om deze beleidsregels aan te passen. Ze zijn in 2012 geactualiseerd en aangepast aan de huidige stand van de jurisprudentie op het gebied van gedogen. Met de wijziging is de aard en inhoud niet gewijzigd.
Bestuurlijke strafbeschikking Bestuurlijks strafbeschikking Milieu (BSBm) Vanaf 1 mei 2012 kunnen de daarvoor aangewezen personen of lichamen de bestuurlijke strafbeschikking (BSBm) inzetten. Het is een handhavingsinstrument, waarmee strafbare feiten kunnen worden afgedaan met een boete, zonder tussenkomst van de rechter. De strafbeschikking valt onder het strafrecht en niet onder de Algemene wet bestuursrecht die onder andere de bestuurlijke handhaving regelt. Was eerder de provinciale lijn om terughoudend om te gaan met de inzet van de BSBm, in 2012 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het gebruik van en de implementatie van de BSBm. De feiten waarvoor een bestuurlijke strafbeschikking kan worden opgelegd zijn in een AMvB (feitenlijst) vastgelegd. Het gaat om zowel feiten op het gebied van milieu, zwemwater als bijvoorbeeld de groene wetten. De zaak wordt doorgegeven aan het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau), die de boete int. Om deze werkwijze mogelijk te maken moet een convenant worden afgesloten met het CJIB. In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen om het werken met de BSBm mogelijk te maken.
4
Complexe situatie In het Besluit OM-afdoening is geregeld dat als in de provincie overal omgevingsdiensten zijn opgericht, de directeur van de omgevingsdienst integraal bevoegd is voor het opleggen van de BSBm en niet het bevoegd gezag. Hiermee is een complexe situatie gecreëerd voor de handhavingstaken die nog bij de provincie blijven en nog niet zijn uitgeplaatst. Aanvankelijk zou de inhoud van het besluit nog aangepast worden zodat ook GS bevoegd blijven, om de wens van de Provincie Gelderland te faciliteren. Dit is echter niet gebeurd. Er is daarom gewerkt aan een constructie van samenwerkingsovereenkomsten en mandaten, zodat de BSBm voor de niet-EDVLVWDNHQGRRUGHSURYLQFLHNDQZRUGHQDIJHKDQGHOG(U]DOHHQµORNHW¶ worden ingericht waar de BSBm wordt beoordeeld, gearchiveerd en doorgeleid naar het CJIB. Dit loket wordt ook ingericht voor alle andere *HOGHUVHµJURHQH¶%2$¶VGLHELMDQGHUHRUJDQLVDWLHV werken zoals het Gelders Landschap. Er is met de directeuren van de omgevingsdiensten afgesproken dat de strafbeschikkingsbevoegdheid voor de niet-basistaken voor de provincie tot 1 april 2014 geldt. Eind 2012 heeft de provincie een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor alle Gelderse werkgevers van bijzondere opsporingsambtenaren (BOA¶V RPKHQWHLQIRUPHUHQRYHUGHLPSOLFDWies van de BSBm. Bij het proces van implementatie wordt samen opgetrokken met de directeuren van de omgevingsdiensten, die immers vergelijkbare zaken moeten regelen binnen de eigen organisaties. Wanneer een overtreder het niet eens is met de boete die is opgelegd, kan hij verzet aantekenen. De officier van Justitie (OvJ) beoordeelt of de boete terecht is en de zaak wordt aangebracht bij de strafrechter, of dat het onterecht is. De OvJ kan een bestuurlijke strafbeschikking wijzigen. De provincie gaat er van uit dat de OvJ overleg pleegt met het bevoegd gezag over de zaak.
Overleg met het functioneel parket (FP) De provincie voert periodiek overleg met het Functioneel Parket (FP) om tot een goede en praktische afstemming tussen bestuurs- en strafrecht te komen. Met de komst van de omgevingsdiensten is afgesproken dat er één ingang komt voor het FP om dergelijke afspraken te maken met de Omgevingsdiensten. De OVIJ is kennismakelaar en portaal en heeft de taak de afstemming met partners als het FP te organiseren. Inzet Buitengewoon Opsporingsambtenaren(BOA¶V Tien toezichthouders van de provincie zijn ook BOA'H]H%2$¶VRSKHWJHELHGYDQZDWHUPLOLHXHQ groene wetten) zijn bevoegd om een proces-verbaal op te maken en leveren een bijdrage aan de strafrechtelijke opsporing. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Een proces-verbaal (pv) wordt met name opgesteld bij ernstige overtredingen, wanneer er geen herstel meer mogelijk is of het bestuursrecht tekort schiet. Het opstellen van een pv vereist deskundigheid en ervaring en kost relatief veel tijd. Voor minder ernstige vergrijpen is, zoals eerder is aangegeven, in 2012 de mogelijkheid tot het inzetten van de BSBm gekomen. Omdat de implementatie de nodige voorbereidingen vraagt is deze door de provincie Gelderland in 2012 nog niet toegepast. Het FP zal de SY¶V voorlopig nog in behandeling nemen, maar verwacht dat de bevoegde gezagen op korte termijn gebruik gaan maken van de BSBm.
5
Bezwaar en beroep In het onderstaande overzicht is het aantal in 2012 gestarte bezwaar- en beroepzaken op het gebied van handhaving opgenomen. Gestarte bezwaar- en beroepzaken
Bezwaar
(Hoger) Beroep
Wabo: dwangsom
6
4
Wabo: bestuursdwang
0
0
Wabo: invordering
0
2
Wabo: (afwijzen) verzoek tot handhaving
2
0
Wabo: gedoogbeschikking
0
3
Besluit zwemgelegenheden: dwangsom
0
0
Wob-verzoek handhaving
1
0
Totaal
9
9
Ondersteuning Opleidingen De opleidingen waren in 2012 in belangrijke mate gericht op het bijspijkeren van kennis die nodig is om in de nieuwe omgeving goed te kunnen functioneren. Voor medewerkers die naar de omgevingsdiensten JDDQLVHHQ´58']DNMH´RQWZLNNHOGLQYHUVFKLOOHQGHGDJGHOHQ]LMQYHHO verschillende onderwerpen belicht, waarmee toezichthouders tot nu toe minder te maken kregen, maar die straks wellicht wel tot het takenpakket gaan behoren. Voorbeelden zijn: het Activiteitenbesluit, de BSBm en het Bouwbesluit. Het was een bewuste keuze om minder in te zetten op het trainen (pioritaire) vaardigheden van toezichthouders in cursusverband. Via de proeftuinen en diverse werkgroepen waarin toezichthouders participeerden is al werkend aandacht besteed aan een belangrijke vaardigheid: samenwerken. Proeftuinen ,QYHUVFKLOOHQGHUHJLR¶V, waaronder Rivierenland, Nijmegen en Veluwe IJssel draaiden proeftuinen als voorbereiding op de omgevingsdiensten. Vergunningverleners, handhavers en beleidsmedewerkers hebben gewerkt aan bijdragen voor de bedrijfsplannen, het voorbereiden van de werkprocessen of het gezamenlijk uitvoeren van toezicht. Automatisering/ICT De handhavingspartners gebruiken verschillende systemen om het werk te plannen en te registreren, documenten te archiveren en managementrapportages mogelijk te maken. Het lange termijn doel waarbij de omgevingsdiensten makkelijk informatie kunnen delen en uitwisselen vergt nog veel aan voorbereidingen en is niet klaar op de startdatum van de omgevingsdiensten. Daarom is gewerkt aan GH]RJHQDDPGHµ¶YHUOHQJGHNDEHOV¶¶ Het is een tijdelijke oplossing waarmee medewerkers die van de provincie komen zo nodig in de provinciale systemen kunnen blijven werken. De basis van het door toezichthouders gebruikte systeem MPM/WFM wordt bij de ODRA geplaatst.
Consignatiedienst De zeven toezichthouders van de consignatiedienst zorgen buiten kantooruren voor de afhandeling van bedrijfsmeldingen, ongewone voorvallen, milieuklachten, meldingen over zwemwater, problemen met de eikenprocessierups en smogalarm. De consignatiedienst staat in verbinding met de piketdienst van voorlichting, zodat bij calamiteiten de Gelderse burger snel geïnformeerd kan worden. In 2012 is er een aantal incidenten geweest waaronder een zestal branden bij bedrijven die onder bevoegd gezag van de provincie vallen. In het HUP 2013 is brandveiligheid bij opslag daarom één van de aspecten waar extra aandacht aan wordt besteed.
8
De provincie probeert via voorlichting en afspraken met bedrijven waar veel meldingen optreden, te voorkomen dat de geconsigneerden op moeten treden. Ook omdat minder urgente klachten via S@men kunnen worden gemeld, is het aantal meldingen voor de consignatiedienst afgenomen.
2
Klachten
Inwoners, bedrijven en instellingen kunnen klachten over hun omgeving indienen bij het Provincieloket. Klachten kunnen 24 uur per dag en 7 dagen per week worden ingediend. Dit kan telefonisch, digitaal via S@men, per e-mail, brief of per fax. Alle klachten worden in het systeem S@men geregistreerd en kunnen door de indiener van de klacht en bevoegde instanties worden gevolgd. Klachten die door een andere overheidsinstantie dan de provincie moeten worden behandeld zoals een gemeente of de luchtvaartinspectie worden via S@men doorgegeven.
Klachten zwemwater, groene wetten, bodem, luchtvaart De klachten die zijn binnengekomen over bodemverontreiniging, zwemwaterkwaliteit en de groene wetten staan in het onderstaande overzicht weergegeven. Klachten
Aantallen
Zwemwater
104
Klachten en meldingen Boswet, Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet Bodem
62 87
Zwemwater De provincie houdt bij of er op het gebied van zwemwater gezondheidsklachten worden gemeld of dat er andere aanwijzingen zijn dat de waterkwaliteit achteruit gaat. Wanneer er iets met een zwemplaats niet in orde is, maakt de provincie dit ter plaatse bekend door middel van informatieborden. Groene wetten Opvallend was in 2012 dat er in een snel groeiend tempo meldingen en aangiften worden gedaan van van vernielingen, brandstichting en sabotage aan bijvoorbeeld jachthutten en voederplaatsen. Bodem Meldingen met betrekking tot bodem zijn zeer uiteenlopend van aard. Het varieert van het melden van illegale saneringen tot vragen over het mogen toepassen van grond door particulieren. Maar ook klachten over stank- en of stofvorming tijdens saneringen komen voor. Luchtvaart Een aanzienlijk deel van de klachten die bij het provincieloket binnenkomen, gaat over de luchtvaart. De klachten gaan veelal over het overvliegen van (snor)vliegtuigen. In 2009 is besloten te stoppen met de afhandeling van de luchtzijdige klachten, omdat de provincie geen bevoegdheid heeft daar tegen op te treden. Wel worden de luchtzijdige klachten gerubriceerd en ter afhandeling doorgezonden naar de bevoegde instanties: naar de KLPD luchtvaartpolitie en/of toezichthouders van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Wanneer er sprake is van landzijdige klachten, wordt door de provincie een bezoek gebracht aan de (vermoede) locaties en als er overtredingen worden geconstateerd opgetreden. Ook is er de mogelijkheid om een zogenaamde TUG-ontheffing (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik luchtvaartterrein) die een overtreder in de toekomst aanvraagt, niet te verlenen.
9
De Knorhof B.V., Gemeente Buren Klachten: 24 Meldingen: 24
Melders: 6
Bedrijf: Klachten:
varkenshouderij Directe omwonenden en bewoners van Erichem melden al jaren overlast door geur van mest en het houden van varkens. Actie bedrijf: De revisievergunning is in 2011 in werking getreden. De voorgeschreven luchtwassers zijn eind 2011 en begin 2012 geplaatst en in bedrijf gesteld. Actie provincie: In het verleden is handhavend opgetreden. Dit heeft geleid tot terugloop van het aantal klachten en uiteindelijk tot de totstandkoming van de nieuwe revisievergunning. Hierin is onder andere de verplichting opgenomen om luchtwassers te plaatsen. De provincie ziet hierop toe. Nu de luchtwassers in werking zijn, is de geuremissie ten opzichte van 2011 verder afgenomen. Handelsonderneming Bas van der Stroom B.V., gemeente Buren Klachten: 53 Meldingen:51 Melders: 6 Bedrijf: Klachten:
verwerker van organisch afval, op- en overslag van diervoerdermeel. geuroverlast, het buiten de vergunning om stallen van voertuigen en vervoerbewegingen op het terrein en langs de openbare weg. Actie bedrijf: Het bedrijf heeft vergunning aangevraagd en gekregen voor de op- en overslag van diermeel. Het heeft veel maatregelen getroffen om de overlast te voorkomen. Het EHZDDNWGHYHUYRHUVEHZHJLQJHQPHWEHKXOSYDQFDPHUD¶VHQVWXXUWGHVJHYUDDJG opnames door naar de provincie. Ter hoogte van de weegbrug is een geluidscherm geplaatst en met de zakenrelaties zijn afspraken gemaakt over de handelswijze van het aankomende en vertrekkende verkeer. Daarnaast is de bedrijfshal geïsoleerd en is het dak gerepareerd om geluidoverlast te beperken. In de omgevingsvergunning is vermeld dat het parkeren buiten de inrichting buiten de reikwijdte van die omgevingsvergunning valt en dat parkeren binnen de inrichting is toegestaan. Actie provincie: Het bedrijf wordt periodiek gecontroleerd om, te bepalen of voorschriften worden overtreden. Dat gaf in 2012 geen aanleiding tot optreden. Een groot deel van de klachten ging over het parkeren van voertuigen en de vervoersbewegingen op het terrein en op de openbare weg. Op 11 december 2012 is er een brief naar een van de klagers gestuurd met een uitleg over de vergunningsvoorschriften. Daarbij is ook aangegeven dat voor overlast door parkeren buiten de inrichting men zich moet wenden tot de gemeente Buren. Gieterij Doesburg B.V., Gemeente Doesburg Klachten: 33 Meldingen:23
Melders:18
Bedrijf: Klachten:
ijzergieterij De klachten hebben met name betrekking op geur en geluid en in mindere mate op stof. De hoeveelheid klachten is afgenomen ten opzichte van 2011. Actie bedrijf: Het bedrijf wordt over iedere klacht geïnformeerd waarna door het bedrijf intern wordt gecontroleerd in hoeverre de oorzaak van de klacht te relateren is aan het productieproces. Actie provincie: In 2012 zijn bij het bedrijf emissiemetingen verricht en controles uitgevoerd. Daarbij zijn overtredingen van de geurvoorschriften bij een puntbron vastgesteld. De andere puntbronnen die zijn gemeten gaven geen overschrijding van de norm. In 2013 worden hercontroles uitgevoerd om te bepalen of deze overtreding is opgeheven. Ook zijn bij het bedrijf in 2012 geluidmetingen verricht. De eerste keer is een geringe overtreding van de geluidvoorschriften vastgesteld. De tweede geluidmeting voldeed niet aan de kwaliteitseisen, maar gaf geen overschrijding van de norm. De controlemeting in 2013 gaf evenmin een overschrijding. Daarnaast wordt in 2013 in samenspraak met de omwonenden, de gemeente en de GGD de situatie rond de geur- stof en geluidsoverlast nader beschouwd.
12
Nannoka Vulcanus Industries B.V., Gemeente Doetinchem Klachten: 83 Meldingen: 78 Melders: 31 Bedrijf: Klachten:
ijzergieterij De klachten hebben met name betrekking op geur en in mindere mate op geluid/trillingen en rook- en/of stofoverlast. De klachtensituatie is hiermee vergelijkbaar en onverminderd ten opzichte van 2011. Actie bedrijf: Het bedrijf tracht de vergunning met de haar beschikbare middelen na te leven. Nog onduidelijk is of deze middelen afdoende zijn om dit te kunnen bewerkstelligen. Het bedrijf is nog steeds bezig met het voorbereiden van een revisievergunning. Dat de vergunningaanvraag nog niet definitief is ingediend hangt samen met de vraag hoe de provincie de geurvoorschriften in gaat vullen. Het bedrijf wil parallel aan de overleggen over de vergunningaanvraag, starten met een proef van injectie van een kalkabsorptiemiddel in de koepeloven om daarmee maatregelen voor geurreductie te realiseren. Het hoopt daarmee te kunnen voldoen aan de geldende geurvoorschriften voor de koepeloven. Daarnaast heeft het bedrijf in mei 2012 een aanvang genomen met invoering van een anorganisch bindmiddel in het zandsysteem om daarmee een geurreductie te bereiken bij het koeltraject. Actie provincie: Een Last onder dwangsom voor overtreding van de geurvoorschriften van de koepeloven is verbeurd, maar (nog) niet geïnd. Het bedrijf krijgt de gelegenheid om de voorgenomen maatregelen (kalkabsorptie)door te voeren. Aan een Last onder dwangsom voor het aanbrengen van terreinverharding (ter voorkoming van ophoping en mogelijke verwaaiing van stof van het buitenterrein) is inmiddels voldaan. Het bedrijf heeft de vereiste terreinverharding aangebracht. De Last onder dwangsom voor het Oplosmiddelenbesluit is komen te vervallen als gevolg van het wegvallen van de wettelijke grondslag. Door uitbesteding van dompelwerk blijft Vulcanus op dit moment onder de drempelwaarde voor de (rapportage)eisen voor het gebruik van oplosmiddelen, zoals deze intussen in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Door de provincie zijn de geurvoorschriften van de omgevingsvergunning voor milieu ambtshalve geactualiseerd. De rechtbank heeft in juni 2013 het beroep dat het bedrijf hierop heeft ingesteld gegrond verklaard en het besluit vernietigd. De provincie beraad zich op de te ondernemen actie.
Sonac Vuren B.V., Gemeente Lingewaal Klachten: 45 Meldingen:44
Melders: 14
Bedrijf: Klachten:
verwerken van dierlijke producten zoals beenderen tot nuttige ingrediënten De klachten hebben betrekking op geur. In vergelijking met 2011 is het aantal klachten verdubbeld. De meeste overlast ondervinden omwonenden in Brakel. Actie bedrijf: De belangrijkste oorzaak van de klachten in het verleden, die door de schrootdroger (één van de procesonderdelen van de centrale ontvettingsfabriek) werd veroorzaakt, zijn vervallen. Wat overblijft (of naar de voorgrond is getreden) zijn de klachten over een weeïge lucht. Dit wordt veroorzaakt door geuremissie van de eiwitextractiefabriek. Ondanks het feit dat uit de laatste geurmetingen blijkt dat Sonac voldoet aan de geuremissie-eisen uit de geldende vergunning, blijft het bedrijf actief om te proberen de overlast terug te brengen. Het bedrijf hoopt in 2013 een belangrijke slag te maken met geurreductie door een vacuümfilterinstallatie in de eiwitfabriek te vervangen door separatoren. Daarnaast wordt constant gewerkt aan het optimalLVHUHQYDQGHOXFKWKXLVKRXGLQJHQZDDUPRJHOLMNKHW³NQLMSHQ´YDQ afzuigingen van installatieonderdelen, waarmee debieten en daarmee stank in de omgeving gereduceerd kan worden. Actie provincie: Toezicht van de provincie houdt afstemming met Sonac over de lopende verbeteracties met als doel de geuroverlast te verminderen. Daarnaast blijft Bureau milieumetingen van de Provincie steekproefsgewijs geurmetingen uitvoeren ter controle van de geuremissie-eisen van de geldende vergunning.
13
Kartingbaan Eefde V.O.F., Gemeente Lochem Klachten: 175 Meldingen:170 Bedrijf: Klachten: Actie bedrijf:
Actie provincie:
kartingbaan De klachten van omwonenden betreffen vooral geluidoverlast. De exploitant heeft een door de provincie goedgekeurd geluidmonitorings- en registratiesysteem om zelf de vergunningvoorschriften te controleren. De meetresultaten zijn direct af te lezen. Karts worden van de baan gehaald indien het systeem aangeeft dat de geluidbelasting te hoog is. De motoren van de karts worden onderhouden en afgesteld zodat luchtemissie wordt geminimaliseerd. Op de naleving van de vergunning wordt toegezien. Op basis van klachten is extra aandacht besteed aan de naleving van de vergunning. Ter controle van de geluidvoorschriften zijn geluidmetingen uitgevoerd en zijn de registratiegegevens van het geluidmonitoringssysteem geanalyseerd. Op basis van de registratie is het, met uitzondering van enkele momenten begin juli, onwaarschijnlijk dat geluidgrenswaarden van de vergunning zijn overschreden. Ten aanzien van de luchtkwaliteit zijn geen overtredingen geconstateerd. In overleg met de gemeente wordt gewerkt aan een nieuwe integrale gebiedsontwikkeling, waar alle betrokkenen (Kartbaan en omwonenden) bij zijn betrokken.
Plomp en Zn, Gemeente Neerijnen Klachten: 50 Meldingen: 40 Bedrijf: Klachten: Actie bedrijf:
Actie provincie:
Melders: 45
Melders: 18
Houtverspaander, -verwerker. De klachten betreffen geur-, stof- en geluidoverlast. Het bedrijf heeft in 2011 al maatregelen getroffen om geluidsoverlast aan te pakken. In 2012 heeft het bedrijf de plaatsing van een luchtwasser op het dak voorbereid om daarmee voor 1-1-2013 aan de eisen van de nieuwe vergunning te voldoen. Op de naleving van de vergunning wordt toegezien. De inspanning van de provincie was in 2012 vooral gericht op het in werking laten treden van de nieuwe milieuvergunning, het voorkomen van (nieuwe) juridische (handhavings)procedures en bestaande handhavingsprocedures af te sluiten. Hiervoor is door de provincie intensief overleg gevoerd met omwonenden en het bedrijf. Toezicht op stofbeperkende maatregelen en good housekeeping waren in 2012 aandachtspunten. Daarnaast is extra aandacht besteed aan het zoveel mogelijk direct verifiëren van klachten in het kader van het klachtenonderzoek. De provincie stemt de uitkomsten van het klachtenonderzoek goed af met het bedrijf. Hierbij is ook aandacht voor het feit dat klachten mogelijk ten onrechte aan Plomp toegeschreven worden.
Gert M afvaldiensten, locatie Hopeseweg, gemeente Scherpenzeel Klachten: 25 Meldingen: 10 Melders: 4 Bedrijf: Klachten: Actie bedrijf: Actie provincie:
op- en overslag bsa, hout/groenafval met name illegale uitbreiding inrichting In december 2012 heeft het bedrijf de betreffende activiteiten beëindigd op deze locatie door verhuizing naar een locatie in Woudenberg. Op de naleving van de vergunning wordt toegezien. Aanschrijving om de activiteiten binnen de eigen inrichting uit te voeren zodat de genoemde overlast wordt beperkt. Door de verhuizing wordt de overlast opgelost.
14
GMB BioEnergie Zutphen B.V., Gemeente Zutphen Klachten: 23 Meldingen: 22 Melders: 18 Bedrijf: Klachten: Actie bedrijf:
Actie provincie:
3
composteerinrichting De klachten betreffen geuroverlast. In 2012 is de nieuwe revisievergunning in werking getreden. GMB heeft systematisch inzicht in de werking van de luchtbehandelingsinstallaties en laat zelf geurmetingen verrichten. Bij overschrijding van de vergunde geuremissie worden (structurele) maatregelen getroffen. Bij klachten onderneemt GMB direct actie. De klachten over geurhinder zijn naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door een minder goed werkend biofilter in de luchtbehandelingsinstallatie als gevolg van rookschade door brand in november 2011, en in de periode rond de vervanging van het biofiltermateriaal.Daarnaast is door vorstschade aan dak en ventilatiekanalen onbedoeld ongereinigde lucht vrijgekomen. De daken en ventilatiekanalen zijn geïnspecteerd en gerepareerd. Een aantal toegeschreven klachten is niet precies te herleiden naar GMB. Op de naleving van de vergunning wordt toegezien. Elke klacht wordt direct opgepakt en gecommuniceerd met GMB. Tevens is de afhandeling van de klachten vaak telefonisch teruggekoppeld met de melder.
Milieu
Toelichting In dit hoofdstuk zijn de handhavingstaken toegelicht die de provincie uitvoert in het kader van de Wet milieubeheer (Wm), het Vuurwerkbesluit, het Besluit ULVLFR¶V]ZDUHRQJHYDOOHQHQGHSURYLQFLDOH milieuverordening. Ook de milieurapportages die bedrijven maken in het kader van de PRTR (Pollutant Release and Transfer Register) worden gecontroleerd. De provincie houdt ook toezicht bij een klein deel van de bedrijven waarvoor gemeenten het Wabo bevoegd gezag is, maar waarvoor de provincie bevoegd is een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) af te geven, hier toezicht op te houden en zonodig handhavend op te treden. Het gaat om bedrijven waarvoor de provincie voor de komst van de Wabo bevoegd gezag was, maar waarvoor het bevoegd gezag met de inwerkingtreding van de Wabo overgegaan is naar gemeenten. In dit hoofdstuk wordt daar geen onderscheid in gemaakt. De planning is dat op 1-1-2014 de handhavingsbevoegdheid volledig over gaat naar gemeenten, omdat dan in heel Nederland Omgevingsdiensten zijn opgericht.
Uitgevoerde controles bij bedrijven De controles worden uitgevoerd conform het handhavingsbeleid milieu. De provincie is bevoegd gezag voor de meer complexe, potentieel milieubelastende bedrijven en een groot deel van de bedrijven die afvalstoffen be- of verwerken.
15
Soort controle
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal bedrijven (*)
567
562
521 (134)
544 (214)
542 (214)*
Preventieve controles
1256
1106
930
886
505
Repressieve controles
301
172
159
167
144
Voornemens Last onder dwangsom / bestuursdwang Beschikkingen
50
40
50
41
58
26
26
46
37
35
6
11
8
8
67
75
75
156
153
1628
1348
998
956
925
Vigerende gedoogbeschikkingen op 31-12 Beoordelingen E-PRTR-Verslagen + milieuverslagen Klachten
* tussen haakjes staat het aantal bedrijven waarvoor de provincie Wabo-bevoegd gezag was in het verslagjaar.
De afname van het aantal preventieve controles wordt met name veroorzaakt door het gegeven dat deze controles deels anders worden ingericht en geregistreerd. Tijdens een controlebezoek worden meestal meerdere milieuaspecten gecontroleerd die gebundeld worden in een 'project'. Vooral bij complexere inrichtingen waar veel milieu-items kunnen spelen, bestaan de projecten uit meerdere componenten. Als er overtredingen worden geconstateerd, vindt er een hercontrole plaats, waarbij regelmatig ook nog andere aspecten worden gecontroleerd. Dit wordt niet apart geregistreerd als preventieve controle. De laatste jaren wordt er meer tijd besteed aan administratieve controles, onder meer door de Europese regelgeving ten aanzien van de PRTR-verslagen (Pollutant Release and Transfer Register). Bedrijven moeten op basis van deze regelgeving een milieuverslag indienen die door de toezichthouder wordt gecontroleerd. Dit kan aanleiding zijn om bepaalde aspecten nader te onderzoeken.
Realisatie KPI¶s milieu
In bijlage 1 staat het resultatenoverzicht van de .3,¶V (Kritische prestatie Indicatoren), die als interne indicatoren worden gebruikt om te bepalen of de doelstellingen zijn gehaald. In deze paragraaf worden de .3,¶V van het reguliere milieutoezicht- en handhaving toegelicht. Via het HUP, dat een uitwerking is van het handhavingsbeleid, wordt per jaar vastgesteld met welke bezoekfrequentie een bedrijf wordt bezocht. De bezoekfrequentie is gebaseerd op een combinatie van de potentiële milieurisico¶VHQGHNDQVGDWde negatieve effecten optreden, en het naleefgedrag van het bedrijf in de afgelopen twee jaar. De doelstelling is om in 90% van de gevallen de minimale geplande bezoekfrequentie te realiseren. In de onderstaande figuur zijn de resultaten van de afgelopen 3 jaar weergegeven.
16
In onderstaande tabel is de vergelijking weergegeven tussen de scores van het naleefgedrag. Daarbij ]LMQYDQEHLGHSHULRGHQVOHFKWVGHµJURHQH¶DDQGHOHQZHHUJHJHYHQDDQJH]LHQGLHVWDDQYRRUGH VFRUHµJRHGQDOHHIJHGUDJ¶¶HQGDDUPHHLQUHODWLHVWDDQWRWGHQDOHHIGRHOVWHOOLQJYRRr 2016. De periode 2009-2010 is de eerste periode waarbij de KPI werd berekend. HUP-categorie Lage prioriteit Gemiddelde prioriteit Hoge prioriteit Zeer hoge prioriteit
Doelstelling 2016 60% 70% 80% 85%
6FRUHµJRHG¶ 2009+2010 45% 43% 51% 57%
6FRUHµJRHG¶ 2010+2011 46% 40% 54% 52%
6FRUHµJRHG¶ 2011+2012 55% 56% 49% 55%
De gemiddelde resultaten van de KPI-naleefgedrag zijn de afgelopen jaren redelijk constant. Er zijn relatief veel bedrijven die op de grens tussen groen en oranje balanceren. Tegelijk betekent deze constatering ook dat het naleefgedrag niet noemenswaardig is opgeschoven in de richting van de doelstelling. Een verklaring is dat het toezicht zich VWHHGVPHHUFRQFHQWUHHUWRSULVLFR¶VHQRSGH risicobedrijven: de kans op het vinden van overtredingen wordt daarmee groter. De voor veel bedrijven lastige economische situatie, heeft soms tot gevolg dat noodzakelijke investeringen om aan wet- en regelgeving te voldoen, worden uitgesteld. De ontwikkeling van de KPI naleefgedrag wordt in 2013 kritisch gevolgd en betrokken bij de risicoanalyse die in 2013 wordt geactualiseerd. Bij deze actualisatie wordt rekening gehouden met het feit dat vanaf 1-1-2014 de bevoegdheidsverdeling tussen de provincie en gemeenten wordt gewijzigd en de provincie alleen bevoegd gezag is voor de complexe, risicovolle bedrijven. De analyse gebeurt in nauw overleg met de omgevingsdiensten.
%HVOXLWULVLFR¶V]ZDUHRQJHYDOOHQ%U]R In 2011 is het bestuurlijk toezichtsprogramma voor majeure risicobedrijven vernieuwd. Deze heeft een looptijd van 2012 tot en met 2016. Het bestuurlijk toezichtsprogramma is opgesteld door alle toezichthoudende partijen op het gebied van arbeidsomstandigheden, milieu, veiligheid en water bij bedrijven met majeure risico's in de provincies Gelderland, Flevoland, Overijssel en Utrecht. In dit programma zijn de uitgangspunten en doelen van het toezicht op deze bedrijven benoemd en is vastgelegd dat deze bedrijven planmatig en systematisch worden gecontroleerd. Kern is dat de Brzoinspecties en werkzaamheden worden uitgevoerd door gekwalificeerde inspecteurs met voldoende kennis en ervaring. Op basis van dit toezichtsprogramma worden de Brzo-inspecties gepland. Er zijn 12 Brzo-bedrijven die onder bevoegd gezag van de provincie vallen. Overeenkomstig het programma zijn ze allemaal geïnspecteerd. Brzo-inspecties Bevoegd gezag provincie Aantal bedrijven Preventieve Brzo-controles Repressieve controles Voornemens Last onder dwangsom / Last onder bestuursdwang Beschikkingen
2010
2011
2012
10
12
12
11 0
12 1
12 1
0
0
0
Brzo-bedrijven in Gelderland geïnspecteerd door één inspectiepool Binnen de provincie Gelderland zijn er in totaal 33 bedrijven die onder gemeentelijk of provinciaal bevoegd gezag vallen, waarop het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo) van toepassing is. De Brzo-inspecties en andere Brzo-werkzaamheden met betrekking tot deze bedrijven worden uitgevoerd door de Gelderse Brzo-inspectiepool die werd ingesteld via de Brzo-samenwerkingsovereenkomst Gelderland.
19
In 2012 is één Brzo-bedrijf onder gemeentelijk bevoegd gezag gesloten. Dit bedrijf lag al geruime tijd stil en is in 2012 niet geïnspecteerd. In 2012 zijn in totaal 32 gezamenlijke Brzo-inspecties uitgevoerd (inclusief de hierboven in de tabel vermelde inspecties), samen met Arbeidsinspectie en met de Regionale Brandweer. Daarnaast vindt ook toezicht op de niet-Brzo-aspecten plaats. Resultaten Brzo-bedrijven zijn verplicht een veiligheidsbeheerssysteem te hebben, waarin zij aangeven hoe zij het beheer van veiligheid georganiseerd hebben. Kern daarin is dat bedrijven moeten aangeven wat er mis zou kunnen gaan bij hen (identificatie van de gevaren en beoordeling van de risico's) en welke maatregelen zij hebben getroffen om te voorkomen dat het mis gaat dan wel de gevolgen te beperken. Deze maatregelen kunnen technisch zijn, maar ook organisatorisch. Tijdens Brzo-inspecties wordt beoordeeld of de verschillende elementen van het beheerssysteem en de maatregelen goed zijn gedocumenteerd, geschikt zijn voor de specifieke situatie en op de juiste wijze zijn geïmplementeerd. De overtredingen hebben meestal betrekking op een onvoldoende documentatie van een of meer elementen. Het kan ook zijn dat het bedrijf onvoldoende kan aantonen dat de juiste maatregelen zijn getroffen. Bij ernstige overtredingen handhaaft de Arbeidsinspectie meestal, omdat de Arbeidsinspectie vaak sneller op kan treden. In 2012 zijn bij drie bedrijven handhavingstrajecten gestart. In het onderstaande overzicht staan de resultaten vaQGH.3,¶Vvoor Brzo-activiteiten samengevat. Activiteit Brzo-bedrijven worden geïnspecteerd Inspectieagenda's worden uiterlijk 4 weken vooraf aan de inspectie verstuurd Inspectierapporten worden uiterlijk 8 weken na afloop van de inspectie verstuurd * interne doelstelling
Doel 2012 100% 90%*
Uitvoering 2010 100% 73%
Uitvoering 2011 100% 100%
Uitvoering 2012 100% 100%
90%
91%
91%
77%
Aandachtspunt bij het proces van inspecteren is het tijdig verzenden van de inspectie-DJHQGD¶VHQ inspectierapporten. Hiervoor zijn landelijke criteria opgesteld. Het doel is om inspectieagenda's uiterlijk 4 weken voor aanvang van de inspectie te verzenden. Inspectierapporten worden geacht binnen 8 weken na voltooiing van de inspectie te worden verzonden. In 2011 zijn de doelstellingen gehaald, maar de interne doorlooptijd bleef wel een aandachtspunt. In 2012 zijn drie rapporten niet tijdig verzonden waardoor de doelstelling niet werd gehaald. Bij één rapport was alsnog aanvullende informatie nodig. Bij de overige twee rapporten kon in verband met de zomervakantieperiode en andere prioriteiten van de inspectiepartners in het inspectieteam de afronding van het eindrapport niet tijdig plaatsvinden.
Bureau milieumetingen De provinciale meetdienst verricht op het gebied van emissies naar lucht (toetsing aan vergunningsvoorschriften), geluid- en trillingsmetingen en luchtkwaliteitmetingen (fijn stof en stikstofdioxide) langs wegen. Dergelijke metingen worden ook voor de Gelderse gemeenten, provincie Overijssel en provincie Flevoland uitgevoerd. In 2012 zijn door Bureau Milieumetingen de volgende projecten afgerond: Activiteit planning uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd 2012 2010 2011 2012 Emissiemetingen 51 39 52 49 Geluidmetingen 24 29 25 21 Advisering (BLK) 16 11 19 10 Advisering/beoordeling 40 93 105 141 Luchtkwaliteitsmetingen 3 6 6 4
20
Door het bureau milieumetingen zijn de interne .3,¶V gerealiseerd, met uitzondering van de KPI om de concept-rapporten van milieumetingen binnen de termijn van 2 weken na binnenkomst van de analyseresultaten klaar te hebben (zie Bijlage 1). Er is door het bureau voorrang gegeven aan de uitvoering van metingen. Emissiemetingen In 2012 zijn 49 emissiemetingen lucht uitgevoerd. Hiervan zijn 2 emissiemetingen uitgevoerd op verzoek van de provincie Overijssel en 10 metingen voor provincie Flevoland. Naar aanleiding van de 37 uitgevoerde metingen bij Gelderse bedrijven werd in 9 gevallen (bij 8 bedrijven) geconstateerd dat niet voldaan werd aan de geldende emissievoorschriften. Dit heeft geleid tot handhavend optreden. Geluidmetingen In 2012 zijn 21 geluidmetingen verricht. De metingen werden uitgevoerd n.a.v. klachten (o.a. laag frequent geluid, trillingshinder) of als reguliere preventieve controles. In 4 gevallen werden gedurende langere perioden trillingsmetingen uitgevoerd bij klagers n.a.v. klachten over het wegverkeer. In 11 gevallen werd vastgesteld dat een vergunningvoorschrift niet werd nageleefd. Advisering Naast de uitvoering van metingen werden vergunningverleners en toezichthouders van provincie Gelderland, Overijssel en Flevoland in 141 projecten ondersteund. Onder andere in de beoordeling van meet- en registratiesystemen (beoordeling van de kwaliteitsborging conform NEN-EN 14181 bij automatische meetsystemen), in de beoordeling van emissiemeetrapporten van derden, de beoordeling van luchtkwaliteitrapportages ten behoeve van een vergunningaanvraag of het opstellen van een milieujaarverslag. Daarnaast werden in 10 projecten verspreidingsberekeningen uitgevoerd voor het toetsen aan geurimmissie- of luchtkwaliteitseisen. De specialistische kennis die bij het bureau milieumetingen aanwezig is wordt via advisering steeds beter benut. Immissiemetingen In het kader van het provinciale programma Luchtkwaliteit waren er in 2012 4 projecten luchtkwaliteitmetingen in uitvoering. Langs de Pleijroute in Arnhem (N325) werden op twee punten de concentraties fijn stof (PM10) en op tien punten de concentraties stikstofdioxide (NO 2) gemeten. In de Hofstraat te Doetinchem (in opdracht van gemeente Doetinchem) worden de concentraties PM10, PM2,5 en NO2 gemeten. Daarnaast werden NO2-concentraties gemeten op diverse punten in Rivierenland en Malden. Kwaliteit Door de Raad voor Accreditatie (RvA) werd in 2012 een controle van het kwaliteitsysteem conform de NEN-EN-ISO/IEC 17020 uitgevoerd. Het resultaat van deze controle is, dat de RvA de accreditatie voor de uitvoering van emissiemetingen door het bureau Milieumetingen van de afdeling Handhaving met een periode van een jaar heeft verlengd.. Verder heeft bureau Milieumetingen namens IPO zitting in het Platform Kwaliteit Luchtmetingen (PKL) en levert het op die wijze een bijdrage in de verbetering van emissie- en luchtkwaliteitsmetingen.
Projecten milieu Project asbest In januari is vanuit de proeftuin voor de Omgevingsdienst Rivierenland asbest ondergebracht bij het ³,QWHUYHQWLHWHDP$VEHVW´'LWWHDPLVRSJHERXZGXLWYDkspecialisten, ketentoezichthouders, een informatie-analist, strafrechtelijke partners en een projectleider. Dit team is onder dezelfde naam WHJHOLMNDDQGHVODJJHJDDQDOVppQYDQGHGULHODQGHOLMNHSLORWV³9HUEHWHULQJ.HWHQWRH]LFKW´6DPHQ met de DCMR en de regio IJmond (Amsterdam, Zaandam, enz.,) stemmen zij af over het uitvoeren van een gezamenlijk strategie. Deze manier van werken bood regionaal houvast en heeft Gelderland en Rivierenland landelijk onder de aandacht gebracht. Het houvast bestond uit een structurele aanpak: alle probleemzaken en ±bedrijven zijn in overzichten in beeld gebracht. Daarbij is vanuit wettelijke taken afgesproken wie wat zou kunnen of moeten doen. Dit heeft tot veel interventies (ingrepen) geleid; de landelijke handhavingstrategie was hierbij richtinggevend.
21
Het provinciebrede platform heeft haar positie in 2012 versterkt. Het is een gremium aan het worden dat in zekere zin gezaghebbend is in Gelderland. De kennis die gedeeld wordt is van goed (landelijk onderbouwd) nivo en casussen worden grondig uitgediept. Uitgezonderd Rivierenland kunnen de meeste regionale platforms nog een impuls gebruiken. De DDQORRSQDDUGH58' VKHHIWGH³YOXFKWPRJHOLMNKHGHQ´YHUJURRWDJHQGD¶VPRHVWHQYDQXLWGH provincie ook inhoudelijk worden voorbereid. Na de start van de omgevingsdiensten zal asbest vanuit het Ketenprogramma (Rivierenland) in elke regio worden opgepakt. Vernieuwing toezicht HHWODQGHOLMNSURJUDPPD9HUQLHXZLQJ7RH]LFKWKHHIWDOVEHODQJULMNHWKHPD¶VXQLIRUPHULQJYDQKHW WRH]LFKWIRFXVRSGHEHODQJULMNVWHULVLFR¶VDIVWHPPLQJWXVVHQGHYHUVFKLOOHQGHKDQGKDYLQJVSDUWQHUV en aansluiting bij de borgingssystemen binnen bedrijven. Dit heeft tot doel om de (met name kwalitatieve) toezichtslast voor bedrijven (en overheid) te verminderen. Voorbeelden zijn de implementatie brancheplannen voor verschillende afvalbranches (Afvalverbrandingsinstallaties $9,¶V 3XLQEUHNHUV$XWRGHPRQWDJH2p- en Overslagbedrijven en Metaalrecycling en uniformering van het administratief toezicht. Autodemontage Het project autodemontage is één van de landelijke projecten in het kader van vernieuwing toezicht. Zoals voor alle branches is ook voor de autodemontage een brancheplan gemaakt. Hierin zijn handhavingsprioriteiten vastgelegd die leidraad zijn voor de toezichthouders bij de planning van het WRH]LFKW,QLVHUPHWQDPHDDQGDFKWEHVWHHGDDQGHDDQSDNYDQGHWXVVHQKDQGHOYDQDFFX¶VHQ autowrakken om de illegale stroom verder te beperken. In samenwerking met ander handhavingspartners is in Gelderland verder onderzoek gedaan naar deze tussenhandel. Metaalrecycling In het project "Vernieuwing Toezicht" in de Metaalrecycling wordt onder andere samengewerkt met de brancheorganisatie MRF (MetaalRecylingFederatie). De MRF stimuleert een professionele bedrijfsvoering bij de aangesloten bedrijven, waarbij aandacht is voor veiligheid, arbo en milieu. De aangesloten bedrijven zijn verplicht te voldoen aan het ontwikkelde MRF-Keurmerk. Via audits wordt gecontroleerd of de bedrijven aan de certificeringseisen voldoen. Het brancheproject is er onder andere op gericht om het toezicht af te stemmen op het Keurmerk en "eisen" aan het Keurmerk te stellen om dit beter mogelijk te maken. Hierdoor hoeft minder aandacht besteed te worden aan deze bedrijven De provincie Gelderland levert al meerdere jaren de branchemanager voor het landelijke project. De branchemanager zet een netwerk van deskundigen op, informeel en laagdrempelig. In de branche autodemontagebedrijven zijn positieve ervaringen opgedaan en ook de resultaten bij de andere branches zijn hoopvol. De branchemanager blijft de rol vervullen zodat ook na de vorming van de omgevingsdiensten de afgesproken aanpak van de branches door blijft gaan. Afgestemd en systeemgericht toezicht: Het project µ¶DIJHVWHPGWRH]LFKW¶¶LVJHULFKWRSGHJURWHUHEHGULMYHQLQGHFKHPLHHQDIYDOVHFWRUGLHDO ver gevorderd zijn met het werken met een milieuzorgsysteem of kwaliteitszorgsysteem waarin ook de milieuaspecten goed zijn geborgd. Het toezicht wordt, onder coördinatie van de provincie, afgestemd op het zorgsysteem. Dit betekent dat er een aanspreekpunt per bedrijf komt en dat de toezichtbezoeken voor het bedrijf afgestemd zullen worden. Managementsystemen van bedrijven zijn er in de eerste plaats om de bedrijfsvoering te optimaliseren. Ze zijn niet primair gericht op het borgen van de naleving van wettelijke eisen, waardoor er verschillen zijn in nalevinggedrag bij bedrijven die werken met gecertificeerde managementsystemen. In het project wordt gesproken van systeemgericht toezicht om te benadrukken dat toezicht via bedrijfssystemen gepaard dient te gaan met (in het ideale geval een beperkt aantal) fysieke controles. Een tweede ontwikkeling binnen het systeemtoezicht is de methodiek van compliance management. Deze methodiek sluit aan bij de systematiek van ISO14001 systemen maar is daarnaast aangevuld met extra elementen die niet in de ISO14001 zijn genoemd. Het gaat daarbij om een verdere inbedding van een eigen (interne) controle op het naleefgedrag. Voor het krijgen van een representatief beeld over de werking van compliance management is een meer uitvoerige audit van de bedrijfssystemen noodzakelijk.
22
In 2012 is met een drietal bedrijven het overleg gevoerd om te komen tot compliance management. Geconcludeerd is dat er verder gewerkt zal worden op deze weg, maar dat de managementsystemen van de betrokken bedrijven hiervoor nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn.
Vuurwerk 2012 Het toezicht op vuurwerk dat door de provincie wordt uitgevoerd richt zich enerzijds op het toezicht op de opslag van vuurwerk en anderzijds op het toezicht op het ontbranden van vuurwerk bij evenementen. Of de provincie of de gemeente bevoegd gezag is is afhankelijk van de hoeveelheid en zwaarte van het (opgeslagen of af te steken) vuurwerk. Het toezicht is gericht op de veilige opslag of veilige ontsteking van het vuurwerk. Opslag van vuurwerk: Reguliere controles Door de provincie zijn bij de 10 bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is 10 controles op voorzieningenniveau uitgevoerd. Tijdens deze controles is een overtreding van administratieve aard geconstateerd. Hiertegen is handhavend opgetreden. Opslag van vuurwerk: Controles tussen Kerst en Nieuwjaar Bij de 10 bedrijven hebben tussen Kerst en Nieuwjaar 20 controles plaatsgevonden. De controles zijn uitgevoerd met betrekking tot het beheersniveau (eisen die gelden tijdens de verkoopdagen). De controles werden uitgevoerd in samenwerking met politie en/of gemeenten en/of brandweer. Tijdens deze controles zijn geen overtredingen geconstateerd. Alle opslaglocaties/verkooppunten die onder provinciaal toezicht vallen zijn in 2012 ten minste driemaal bezocht. Vuurwerkevenementen De provincie verleent voor vuurwerkevenementen en ±voorstellingen ontbrandingstoestemmingen (zogenaamde grote vuurwerkevenementen waarbij professioneel vuurwerk wordt ontbrand) en beoordeelt meldingen (kleine evenementen waarbij consumentenvuurwerk of theatervuurwerk wordt ontbrand). Er zijn 89 ontbrandingsaanvragen in behandeling genomen en 126 meldingen beoordeeld. Toezicht heeft plaatsgevonden bij 147 vuurwerkevenementen (73 ontbrandingstoestemmingen en 75 meldingen). De bevindingen van deze controles hebben geleid tot één waarschuwingsbrief. De vereiste wijziging van het aantal vuurwerkartikelen dat afgestoken mocht worden was niet op locatie aanwezig. Coördinatie vuurwerktaken Op grond van het Vuurwerkbesluit zijn Gedeputeerde Staten belast met de coördinatie van de vuurwerktaken. Hiervoor is in elke provincie een vuurwerkcoördinator aangesteld. De coördinatie richt zich op de organisatie, planning, voortgangsbewaking en verslaglegging van de activiteiten die op dat gebied binnen de gehele provincie plaatsvinden.
4
Luchtvaart
'HSURYLQFLHKHHIWYDQDIQRYHPEHU]HJJHQVFKDSRYHUKHW]RJHQDDPGHµ¶ODQG]LMGLJJHEUXLN¶¶ van bepaalde luchtvaartterreinen. Het gaat om luchthavens als Teuge en Terlet, maar ook over de WHUUHLQHQYRRUGHEDOORQYDDUW0/$¶V (Micro Light Aeroplane)/8/9¶V (ultra licht vliegtuig) en helikopterhavens. De bevoegdheden en de zorg voor een goede afstemming met het Rijk dat over het luchtzijdige gebruik gaat, is in 2012 verder ontwikkeld. Overleggen en voorlichting hebben geleid tot een betere afstemming. Toezicht en handhaving 2012 Luchtvaartwet In 2011 is er daadwerkelijk een aanvang gemaakt met controle en toezicht. Bij controles is er een onderscheid te maken in controles van TUG-ontheffingen (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik), luchthavenregelingen (LHR) en luchthaven besluit (LHB).
23
In 2012 zijn er 60 bedrijven bezocht voor controle op de naleving van de voorschriften uit de ontheffing. Activiteit
Aantal
Controle naleving voorschriften TUG-ontheffing
60
Controle naleving voorschriften luchthavenregeling
2
Controle naleving voorschriften luchthavenbesluit*
(nog niet van toepassing)
*
de provincie Gelderland heeft nog geen luchthavenbesluiten vastgesteld. Voor Teuge en Terlet gelden de besluiten die door het Rijk zijn genomen.
Overgang naar de afdeling handhaving Het handhavingsteam voor luchtvaart is in 2012 overgegaan van de afdeling milieu naar de afdeling VV/HH. Het team handhavers is uitgebreid en bestaat nu uit 3 medewerkers die een gedeelte van hun tijd aan de handhaving voor luchtvaart besteden. In het begin van 2012 hebben zij een training gevolgd waarin de theorie en praktijk aan de orde kwam. Voorlichting en scholing: landelijke handhavingsdag Op 20 november 2012 is er een landelijke handhavingsdag luchtvaart gehouden waarbij veel externe partijen aanwezig waren. Het doel van deze dag was om de problematiek die er speelt op het gebied van luchtvaart duidelijk in beeld te krijgen en oplossingsrichtingen aan te dragen. Op deze dag waren diverse sprekers van Luchtvaartpolitie, IL&T en provincies aan het woord. Uit de dag zijn contacten voortgekomen die hebben geleid tot verdere ondersteuning bij toezicht en handhaving van de provinciale toezichthouders.
5 µ¶GroenH¶¶ wetten Algemeen De tendens dat de natuurbeschermingswet (Nbw) steeds meer aandacht en toezichtcapaciteit vraagt zet ook in 2012 door. In 2011 werd een verzoek gedaan om bij 27 agrariërs handhavend op te treden omdat ogenschijnlijk bedrijfsuitbreiding had plaatsgevonden zonder Nbw-vergunning. Van deze 27 bedrijven is in 24 gevallen de situatie gelegaliseerd: 1 vergunning is geweigerd en van 2 bedrijven wordt het (legalisatie) traject in 2013 afgerond. Deze actie heeft er in 2012 toe geleid dat, zowel bij vergunningverlening als bij handhaving de focus extra op de agrarische sector is komen te liggen. In 2012 is verder gewerkt aan de professionalisering en prioritering van het toezicht. Zo zijn bijvoorbeeld alle bedrijven in de Cross Compliance controles 2012 bezocht, zijn de administratieve processen verbeterd, is het te controleren vergunningenbestand geactualiseerd en is een beter inzicht verkregen in de werkvoorraad van het team Handhaving groene wetten. Er zijn 62 klachten en meldingen in het kader van de Boswet, de Natuurbeschermingswet en de Floraen faunawet behandeld.
Boswet De provincie voert de controles voor de Boswet uit in opdracht van het ministerie van EL&I (Economie, Landbouw en Innovatie) dat het bevoegde gezag is. In totaal zijn 731 controles uitgevoerd. De Boswet kent geen bestuursrechtelijke maatregelen in de vorm van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Er wordt handhavend opgetreden door het opleggen van een herplantplicht bij illegaal kappen. Daarnaast wordt in een aantal gevallen proces-verbaal opgemaakt. Er is 15 maal een herplantplicht opgelegd en er zijn 6 processen-verbaal opgemaakt. Een vermeldenswaardige overtreding is een illegale velling op een landgoed in het Oost Gelderse, waar voor de aanleg van een motorcrossbaan 1,2 hectare bos is gerooid. Daarnaast zijn meerdere
24
milieuregels overtreden. De provincie heeft samen met het Regionaal Recherche Milieuteam een onderzoek ingesteld.
Natuurbeschermingswet In het kader van de Nbw zijn 67 controles uitgevoerd. Deze controles hebben betrekking op de controle van Nbw-vergunningen (niet agrarisch) en situaties zonder vergunning. In 2012 is het totale vergunningbestand gescreend op actualiteit. Handhavingsproject Natuurbeschermingswet De afgelopen jaren werd duidelijk dat lang niet alle agrarische bedrijven die een vergunning in het kader van de Nbw moeten hebben, een adequate vergunning hebben (aangevraagd). In 2012 is daarom een inventarisatie uitgevoerd, om inzicht te krijgen in de problematiek en ervoor te zorgen dat bedrijven alsnog een vergunning aanvragen voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor kwetsbare natuur. Hiertoe werden de bedrijven aangeschreven via de Gelderse gemeenten. Op 1 januari 2013 stond de teller op ca. 1.000 bedrijven van het totaal van 1.298 bedrijven dat moest worden aangeschreven. Van het totale aantal bedrijven hebben 834 bedrijven het nu op orde. Van 464 bedrijven is nog niet bekend of zij een vergunning moeten aanvragen. Van deze laatste groep kan naar verwachting ruim 50% een vergunning krijgen op basis van vergunde rechten. Van deze groep houden we dus naar verwachting 200-250 probleemgevallen over. Onder andere als gevolg van de handhavingsactie is het aantal aanvragen voor een Nbw-vergunning bij de provincie in 2012 met ruim 400% gestegen. In 2012 waren er 1662 vergunningaanvragen voor agrarische bedrijven en 56 Nbw algemeen.
Flora- en faunawet De controles in het kader van de Flora- en faunawet (Ffw) hebben betrekking op het controleren van door de provincie afgegeven ontheffingen voor beheer en schadebestrijding. Beschermde diersoorten zoals ganzen, zwijnen of hazen kunnen schade aan gewassen toebrengen. De provincie kan in bepaalde situaties ontheffingen verlenen van verbodsbepalingen in de Ffw om schade te voorkomen of te beperken. Het beheer is er op gericht de aantallen dieren onder controle te houden. Daarnaast werden ook situaties geconstateerd waarbij zonder ontheffing werd gehandeld. In het verslagjaar viel het op dat er in een snel groeiend tempo meldingen en aangiften plaatsvonden van vernielingen, brandstichting en sabotage aan bijvoorbeeld jachthutten en voederplaatsen. In totaal zijn er 144 controles uitgevoerd. Daarnaast is toezicht gehouden in de vorm van surveillance. In 11 gevallen is voor overtreding van de Flora- en faunawet proces-verbaal opgemaakt. Ook zijn er door de politie en door niet-SURYLQFLDOH%2$¶VSURFHVVHQ-verbaal opgemaakt. Elfmaal is een waarschuwingsbrief uitgegaan en zijn er 5 vangkooien in beslag genomen omdat zij zonder vergunning gebruikt werden. Mede door de Gelderse inzet zijn er twee aanhoudingen verricht van personen ter zake van stroperij en illegaal voeren. Vooruitlopend op het verlenen of afwijzen van een ontheffingsverzoek door de afdeling Vergunningverlening wordt in veel gevallen een locatiebezoek gebracht door een toezichthouder. Het bezoekrapport wordt betrokken bij de behandeling van de aanvraag. In 2012 zijn 45 locaties bezocht in het kader van een ontheffingsaanvraag. Bij een dergelijk bezoek wordt bekeken of er bijvoorbeeld werkelijk sprake is van schade aan gewassen en wordt bekeken of er voldoende preventieve maatregelen zijn genomen zoals het aanbrengen van afrasteringgaas. Dit zijn voorwaarden om voor een ontheffing in aanmerking te komen.
Cross Compliance De EU-inkomenssteun aan landbouwers is direct gekoppeld aan de naleving van een groot aantal randvoorwaarden op het terrein van onder andere voedselkwaliteit, dierenwelzijn, gezondheid en milieu. Ook de Boswet en Nbw maken onderdeel uit van deze randvoorwaarden. Met het Rijk is in de ]RJHQDDPGHµ¶FURVVFRPSOLDQFH¶¶-overeenkomst vastgelegd dat de provincie jaarlijks de 1% controles uitvoert om aan de EU-afspraken te kunnen voldoen. In 2012 zijn daarom 143 veehouderijbedrijven gecontroleerd op naleving van de (vergunningplicht ingevolge de) Natuurbeschermingswet.
25
Uiteindelijk is bij 16 bedrijven (11%) een "kleine overtreding" vastgesteld. Een kleine overtreding is een niet-naleving die zo gering is dat het niet zou moeten leiden tot een korting op de inkomenssteun. Er zijn geen landelijke normen. Als kleine overtreding wordt in elk geval beschouwd: een kleine overschrijding (maximaal 5%) van de emissie of van de dieraantallen. $DQEHGULMYHQ LVKHWRRUGHHO³QLHWDNNRRUG³JHJHven. De geconstateerde overtredingen betreffen in hoofdzaak: ontbreken Nbw-vergunning, te veel dieren en dierhuisvesting niet akkoord. Een aantal bedrijven werd in de gelegenheid gesteld om een Nbw-vergunning aan te vragen. Landelijk is dit jaar in IPO-verband gewerkt aan een landelijke werkinstructie Cross Compliancecontroles. Dit was nodig omdat aanpak, diepgang en intensiteit per provincie erg uiteenliep. Gelderland heeft de instructie op bruikbaarheid in de praktijk getoetst. Samenvattend overzicht van het aantal uitgevoerde controles. Activiteit
2010
2011
2012
Controles Boswet Herplantplicht opgelegd in het kader van de Boswet Adviezen, rapporten en brieven Boswet
1004 34
1067 24
731 15 339
Niet apart
Niet apart
gerapporteerd
gerapporteerd
Proces-verbaal in het kader van de Boswet
7
13
6
Controles Natuurbeschermingswet (Nbw) Beschikkingen last onder dwangsom Nbw Adviezen, rapporten en brieven Nbw
107 2
107 1
67
Niet apart
Niet apart
112
gerapporteerd
gerapporteerd
Proces-verbaal Natuurbeschermingswet
1
0
0
Controles Flora- en Faunawet (Ffw) Waarschuwing Ffw Proces-verbaal Ffw
58 3 5
121 3 4
144 11 11
Controles cross compliance
173
139
143
Niet apart
Niet apart
62
gerapporteerd
gerapporteerd
Afhandeling klachten en meldingen Boswet, Ffw en Nbw
Er is de laatste jaren meer accent gelegd op toezicht en handhaving in het kader van de Nbw. In 2012 is er extra energie gestoken in het beschreven project rond de agrarische bedrijven.
Regie op de groene handhaving Er zijn veel verschillende organisaties betrokken bij de handhaving van de groene wetten (Natuurbeschermingswet, Flora & Faunawet en Boswet). Niet alleen de provincies, gemeenten en politie, maar vooral ook de toezichthouders van organisaties als Natuurmonumenten, het Gelders landschap en particuliere grondbezitters spelen een belangrijke rol. Om de samenwerking tussen de verschillende partners verder te versterken is de regie op de groene handhaving versterkt. Begin 2012 heeft het Inter Provinciaal Overleg (IPO) een JH]DPHQOLMN³%DVLVQLYHDXSURYLQFLDOH regLHYRHULQJJURHQHKDQGKDYLQJ´geformuleerd. In deze nota worden drie verschillende, elkaar aanvullende rollen onderscheiden voor de regisseurs groene handhaving: a) de wettelijke provinciale regierol op grond van de Wabo/Omgevingswet (waarbij de provincie zorgt dat toezicht en handhaving van de groene wetten afdoende is meegenomen in de gemeentelijke omgevingsvergunningen);
26
b) de gebiedsgerichte provinciale regierol in het kader van het Convenant Nalevingsstrategie Natuurwetgeving (waarbij de provincie ervoor zorgt dat toezicht en handhaving in met name de Natura 2000-gebieden programmatisch wordt opgepakt); c) de probleemgerichte provinciale regierol in het kader van het Convenant Nalevingsstrategie Natuurwetgeving (waarbij de provincie eveneens een programmatische aanpak inzet voor QDOHYLQJVSUREOHPHQLQ³KHWYULMHYHOG´]RDOVVWURSHULMORVORSHQGHKRQGHQPRWRUFURVVHQHQ mountainbiken). Doel is om deze drie samenhangende regierollen expliciet te beleggen in werkplannen. En te werken volgens een programmatische aanpak. De provincies hebben afgesproken ieder minimaal 1 fte te reserveren voor de groene regierol. De mate waarin een gezamenlijke programmering van activiteiten van de verschillende externe handhavingspartners haalbaar en wenselijk is wordt in 2013 verder uitgewerkt. Een dergelijke aanpak strekt namelijk verder dan de wettelijke bevoegdheden van de provincie, omdat het dan ook in hoge mate gaat om de openbare orde- en veiligheidsissues in het buitengebied (die essentieel zijn voor veel externe terreinbeheerders, maar géén raakvlak hebben met de wettelijke rol van de provincie en veeleer met die van de gemeenten). Peilen van behoefte Om de behoefte aan toekomstige samenwerking te peilen voert de Gelderse regisseur groene handhaving kennismakingsgesprekken met de grootste werkgevers van externe groHQH%2$¶V Aandachtspunt is de mate waarin van de provincie een faciliterende rol wordt verwacht door de werkgevers bij praktische aspecten van het BOA-werk, zoals het gebruik van het nieuwe VWUDIUHFKWHOLMNHLQVWUXPHQW³EHVWXXUOLMNHVWUDIEHVFKLNNLQJPLOLHX´HQKHWYHUEHWHUHQYDQGH RSOHLGLQJVVLWXDWLHYDQGHJURHQH%2$¶V(HQYRRUORSLJHEHVWXXUOLMNHOLMQLVKLHULQPHGLR geformuleerd binnen GS, en uitgedragen in een bestuurlijk overleg dat op 4 juli 2012 plaatsvond tussen de gedeputeerden van Dijk en Bieze en vertegenwoordigers van het Functioneel Parket en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Sindsdien werkt de provincie actief aan beide onderwerpen. Afstemming groen BOA¶V Een ander belangrijk aspect waarover nog een provinciale lijn moet worden bepaald is de rol die ZHJJHOHJG]RXPRHWHQ]LMQYRRUGHLQ*HOGHUODQGDFWLHYH³6WLFKWLQJ*URHQQHWZHUN´'LWLVHHQ afstemmings- en samenZHUNLQJVYHUEDQGWXVVHQ%2$¶VGDWLVRQWVWDDQYDQXLWGe voormalige politieregio Noord Oost Gelderland. Een onbeantwoorde vraag is nog in hoeverre deze, door veel externe overlegpartners als positief ervaren aanpak van Groennetwerk, verbreed zou moeten worden naar heel Gelderland, en wat de formele betrokkenheid van de provincie daarbij dan zou kunnen zijn. Begin 2013 zullen hierover strategische keuzes worden voorgelegd aan GS.
5 Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Ontwikkelingen zwemwater 2012 De nieuwe Europese Zwemwaterrichtlijn zorgt voor een aantal nieuwe werkzaamheden en uitbreiding van de huidige werkzaamheden. In 2012 zijn bij alle in Gelderland aangewezen zwemwateren nieuwe informatieborden geplaatst, waarmee bezoekers een goed beeld krijgen van de zwemlocatie en de waterkwaliteit. Als gevolg van de Richtlijn moet er ook aanzienlijk meer informatie over de veiligheid en kwaliteit van zwemwater via internet aan het publiek worden verstrekt.. Er is daarom in 2012 verder gewerkt aan de opzet van een interprovinciaal afgestemde landelijke zwemwaterwebsite. De verwachting is dat deze in 2013 start. Verder is in het kader van de Europese Zwemwaterrichtlijn in 2012 een drietal nieuwe zwemwateren aangewezen: de locaWLHV/DQGJRHG¶W/RRWH¶W/RRWH2OGHEURHN%RVEDGGH7ROWH1XQVSHHWHQ Plas Ruighenrode te Lochem. Van deze zwemwateren is met ingang van seizoen 2012 de zwemwaterkwaliteit gecontroleerd en werd toezicht gehouden op de veiligheid en hygiëne van deze locaties. In 2011 is het ministerie van I&M gestart met een traject om de zwemwaterwetgeving, in het bijzonder het onderdeel dat handelt over de badinrichtingen, te moderniseren. De provincie heeft in 2012
27
3URMHFWLOOHJDOH.:2¶V Naast het toezicht op de onttrekkinggegegevens is het afgelopen jaar met behulp van ingehuurde WRH]LFKWKRXGHUVHHQSURMHFWtOOHJDOH.:2¶VXLWJHYRHUG+LHUELM]LMQFLUFD YHUPHHQGLOOHJDOH.:2¶V bezocht en gecontroleerd. VaQGHPRJHOLMNHLOOHJDOH.:2¶Vbleken er 2 niet in Gelderland te liggen en YDQ.:2¶VKHHIWPHQGHH[DFWHORFDWLHQLHWZHWHQWHDFKWHUKDOHQ. Tijdens de bezoeken kwam men In twee gevallen een gesloten systeem tegen. Hier is uit naar voren gekomen dat circa 30 systemen alsnog vergunning moeten aanvragen. Aan de hand van effectenstudies, die wij in 2013 verwachten, zal de vergunbaarheid moeten worden beoordeeld. Na het onderzoek naar de legaliseerbaarheid volgt zo nodig een handhavingstraject. Afgelopen jaar zijn vanuit Gelderland bijdragen geleverd aan het landelijke HUM-traject (handhaving uitvoeringsmethode). De landelijke HUM Grondwater is in 2012 vastgesteld. In 2012 is verder veel inspanning verricht in het invoeren van data in het monitoringsysteem waarmee de warmtebalansen van bedrijven die een KWO toepassen kunnen worden gecontroleerd. Activiteiten grondwater Preventieve en repressieve controles (*) 3URMHFWFRQWUROHVLOOHJDOH.:2¶V Voornemens last onder dwangsom/bestuursdwang Beschikkingen last onder dwangsom/bestuursdwang Geïnde dwangsommen Processen-verbaal
7
2010 72 n.v.t. 0
2011 58 n.v.t. 1
2012 41 44 1
0
0
0
0 0
0 0
0 0
Ontgrondingen
Toezicht ontgrondingen In Gelderland zijn er in totaal 140 lopende ontgrondingsvergunningen die worden gecontroleerd als er ook daadwerkelijk ontgrondingswerkzaamheden zijn. In 2012 waren er 120 vergunningen waar dat het geval was. Bij alle ontgrondingsvergunningen waar in 2012 grondverzet heeft plaatsgevonden, zijn controlebezoeken uitgevoerd (100%). In 2012 zijn ca. 70 meldingen gedaan en gecontroleerd van ontgrondingsactiviteiten waarvoor geen vergunningplicht geldt in het kader van de Gelderse Ontgrondingsverordening. Ook zijn ca.10 illegale ontgrondingen afgehandeld, waarbij er of afspraken over herstel in de oorspronkelijke situatie zijn gemaakt en hierop is toegezien, of alsnog een vergunningtraject volgt. In een aantal gevallen, zoals bij oplevering van een ontgronding, als er twijfel bestaat of er binnen de vergunninggrenzen is gewerkt of soms ook als steekproef, worden peilingen uitgevoerd door de meetdienst (GEO). In de meeste gevallen waarbij geconstateerd is dat buiten de vergunninggrenzen werd gewerkt, kon snel gecorrigeerd worden door middel van herstelafspraken. Er zijn daarnaast 32 opleveringscontroles uitgevoerd die worden gedaan als een vergunning wordt beëindigd. Alle meldingen en in uitvoering zijnde vergunningen zijn één of meer keren gecontroleerd, in totaal zijn 1489 bezoeken afgelegd in 2012. Activiteit ontgrondingen Preventieve en repressieve controles (*) Voornemens last onder dwangsom/bestuursdwang Beschikkingen last onder dwangsom/bestuursdwang Geïnde dwangsommen Processen-verbaal
2010 # 0
2011 1418 0
2012 1489 0
0
0
0
0 1
0 0
0 0
29
8
Bodem
Regulier toezicht In 2012 zijn er 233 bodemsaneringen gestart. Hiervan zijn 130 saneringen uitgevoerd in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS). Van de 233 gestarte saneringen zijn er 182 één of meerdere keren tijdens de uitvoering gecontroleerd. Dit komt neer op een percentage van 79%. De bodemsaneringen zijn op diverse aspecten gecontroleerd. In 6 % van de gecontroleerde saneringen werden overtredingen geconstateerd. Handhavend optreden In alle gevallen zijn de overtredingen ter plaatse hersteld. Evaluatierapporten / resultaten monitoring De beoordeling van evaluatierapporten en monitoringresultaten worden door het team BWON van de afdeling Handhaving uitgevoerd. In totaal zijn 232 evaluatierapporten ontvangen waarvan er 208 zijn beoordeeld en afgedaan met een besluit. De overige 24 rapporten hebben een doorlooptijd tot in 2013. Daarnaast zijn 72 monitoringsrapporten ontvangen waarvan er 60 positief zijn beoordeeld en met een brief afgedaan. Twee evaluatierapporten zijn afgekeurd. 10 rapporten hebben een doorlooptijd tot in 2013. Er is in 2012 één handhavingsverzoek ingediend, waarvan de afhandeling doorliep tot in 2013. Activiteiten bodem Toezicht (BUS)-saneringen Toezicht Wbb Beschikking last onder dwangsom Proces-verbaal Afhandeling klachten bodem Beoordelen evaluatierapporten en monitoringresultaten
2010 173*
2011 227*
Niet apart
Niet apart
gerapporteerd
gerapporteerd
0 1 44 233
1 0 50 334
2012 100 (BUS) 82 0 0 87 280
Afronding project toezicht op beheer en nazorg Het project toezicht op beheer en nazorg van bodemverontreiniging is medio 2012 afgerond, waarmee de inhaalslag is gemaakt die nodig was om te bepalen of het naleefgedrag ten aanzien van de gebruiksbeperkingen voldoende is. Het naleefgedrag was over het algemeen goed, maar nazorgverplichtingen als het periodiek uitvoeren van inspecties of grondwatermonitoring wordt nog wel eens vergeten. Om het toezicht op deze nazorgverplichting beter in beeld te krijgen en te houden zijn in Globis signaleringstaken aangemaakt voor die locaties waar dat nodig is.
30
Bijlage 1: resultaten .ULWLVFKHSUHVWDWLHLQGLFDWRUHQ.3,¶V 2012 Norm 2012
Prestatie-indicator
Score 2010
Score 2011
Score 2012
% van de bezoeken waarbij de geplande bezoekfrequentie is gerealiseerd (HUP/KPI-naleefgedrag) Wet milieubeheer
90%
95%
94%
86%
Whvbz: controle badinrichtingen
95%
97%
94%
95%
Whvbz: controle zwemplaatsen in oppervlaktewater
95%
100%
100%
100%
controles vergunningen grondwater
95%
100%
100%
100%
controles ontgrondingvergunningen
95%
100%
100%
100%
% opleveringscontroles bij het beëindigen van ontgrondingvergunningen
95%
100%
100%
100%
% startcontroles ontgrondingvergunningen
95%
100%
100%
100%
% controle van meldingen bij niet-vergunningplichtige ontgrondingen
95%
100%
100%
100%
% handhavingstoets op de conceptNatuurbeschermingswetvergunning (niet agrarisch)
95%
100%
100%
100%
85%
76%
71%
76%
70%
77%
78%
80%
% van de milieuklachten dat binnen twee weken na indienen klacht is afgehandeld (datum afgehandeld in S@men)
80%
79%
75%
91%
% van de bodemsaneringen die in het verslagjaar in uitvoering gingen, dat is gecontroleerd
70%
77%
78%
79%
100%
100%
100%
100%
91%
77%
% van de controlebevindingen dat binnen drie weken na het controlebezoek aan de Wm-inrichtinghouder is verzonden (verzenddatum) % van de beschikkingen last onder dwangsom en bestuursdwang dat binnen vier weken na het verstrijken van de termijn zienswijze aan de inrichtinghouder is verzonden (verzenddatum)
% van de aangewezen BRZO-bedrijven dat in het kader van BRZO is bezocht % van de BRZO-rapportages dat binnen 8 weken na het controlebezoek aan de inrichtinghouder is verzonden (verzenddatum)
90%
% van de BRZO-DJHQGD¶VGDWZHNHQYRRUGHFRQWUROHELMKHW bedrijf aanwezig is
90%
73%
100%
100%
% van de metingen conform de van toepassing zijnde werkvoorschriften
90%
100%
100%
100%
91%
31
Norm 2012
Score 2010
Score 2011
Score 2012
% van de concept-rapporten milieumetingen binnen de termijn van 2 weken na binnenkomst van de analyseresultaten
90%
79%
78%
84%
% uitvoeren jaarplan milieumetingen
100%
96%
110%
103%
% van interne meetrapporten met afhandeladvies
90%
100%
100%
100%
Norm 2016
Score 2010
Score 2011
Score 2012
60% 70% 80% 85%
45% 43% 51% 57%
46% 40% 54% 52%
55% 56% 49% 55%
Prestatie-indicator
KPI naleefgedrag EHGULMYHQGDWµ¶JURHQ¶¶VFRRUWYRRUGH.3,naleefgedrag Bedrijven in de categorie lage prioriteit Bedrijven in de categorie gemiddelde prioriteit Bedrijven in de categorie hoge prioriteit Bedrijven in de categorie zeer hoge prioriteit
-
32