Het bestuur nodigt de leden uit voor de reunie op 19 of 20 april 2012. Zie pagina 22
Sociale Commissie voorzitter
Ad Bouterse 0224-215621
Lindenlaan 110, 1741TX Schagen
[email protected]
secretaris
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Groningen
Hendrik Oldenburger Sportterreinstr. 88, 9602EE Hoogezand 0598-322920
[email protected]
Friesland
Peter Beers 0517-413506
Overijssel
Wouter Wanrooy Pr Beatrixlaan 25, 7437CA Bathmen 0570-543072
[email protected]
Gelderland-oost Jaap Visser 026-3114123
Welgelegen 36, 8861XR Harlingen
[email protected]
de Rosmolen 25E, 6932 NA Westervoort
[email protected]
Gelderland-west
Cor van Moorsel A. v. Ommerenlaan 9, 3771KC Barneveld 0342-492303 Kees Hermens Karnstraat 3, 6532TX Nijmegen 024-3564001
[email protected]
Utrecht/’t Gooi
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Noord Holland
Jan van Gils 020-4972654
Wilhelminalaan 38, 1161TX Zwanenburg
[email protected]
Zuid Holland
Alex Muller 070-3019477
De Tol 365, 2266EG Leidschendam
[email protected]
Zeeland
Adri Poortvliet 0118-463259
Henri Dunantstr. 32, 4388NK Oost Souburg
[email protected]
Noord Brabant
Jan Wouters 073-6212997
Com. de Quaylaan 290, 5224CZ Den Bosch
[email protected]
Limburg-zuid
John Snackers 045-5252557
Groesweg 26, 6451GG Schinveld
[email protected]
Limburg-noord
Koos Weidema Molenbossen 545, 5923AJ Venlo 077-3871669 06-20635396
Van de voorzitter. Oudejaarsavond. De drank is bijna op net als de oliebollen. De klok begint te slaan en voor je er erg in hebt ben je na twaalf slagen ineens een jaar verder. 2012. Dit moment ligt inmiddels weer de nodige weken achter ons. Op 22 januari heb ik op de nieuwjaarsreceptie in Roosendaal velen van u de hand mogen schudden en daarbij mijn beste wensen overgebracht. Toch wil ik diegene die ik nog niet heb ontmoet ook het allerbeste toewensen voor dit jaar. En dat geldt ook voor uw dierbaren. Dat het een goed, nuttig, prettig, maar bovenal gezond jaar mag worden. En als het laatste u niet gegeven is, sterkte en het allerbeste. Elk nieuw jaar wordt bijzonder. Elk nieuw jaar wordt uniek. 2012 wordt in meerdere opzichten een bijzonder, uniek en apart jaar. Zoals we allen weten is het dit jaar n.l. 50 jaar geleden dat de laatste Nederlandse militairen uit voormalig Nederlands Nieuw Guinea zijn vertrokken. Daarom op 19 en 20 april onze jubileumreünie, u bent daar inmiddels mee bekend. Een reünie vol verrassingen, met bijzondere gasten en aparte optredens Zie ook voor het meest recente nieuw tot nu toe onze “Nieuwsbrief” of kijk op de website www.vnngm.nl en klik dan op: 2012 aandacht voor Nieuw Guinea. Ook op de Nederlandse Veteranendag in den Haag zal op meer dan normale wijze aandacht aan genoemd historisch feit worden geschonken. 8 Mei 2011. Ondergetekende wordt op de algemene ledenvergadering gekozen als bestuurslid van onze vereniging. In de namiddag wordt er een bestuursvergadering gehouden waarin de taken bezien en verdeeld worden. Omdat alle bestuursleden al een functie hebben wordt Cees Aarts “vriendelijk doch dringend” verzocht het voorzitterschap op zich te nemen. U hebt in de “Nieuwsbrief “ van juni 2011 mijn reactie daarop kunnen lezen. Iets te mogen betekenen, passie, gedrevenheid. Woorden die ik gebruikt heb om aan te geven waarom ik die taak toen heb aanvaard. Dat is inmiddels 9 maanden geleden. Ik ben niet meer in verwachting maar ik heb inmiddels wel ervaren dat het mogen betekenen, het hebben van passie en gedrevenheid ook bij de andere bestuursleden aanwezig is. Daarom zijn die 9 maanden om gevlogen. Time flies. Ik spreek, aan het begin van dit nieuwe jaar, de hoop uit nog lang met deze bestuursleden te mogen en kunnen samenwerken. Tot meerdere eer en glorie van de Vereniging Nederlands Nieuw Guinea Militairen. Ik zie u graag op een van de twee reüniedagen in ’t Harde. Uw voorzitter Cees Aarts
1
Inhoudsopgave
De kwartiermakers
pag. 03 t/m 05
Verleden tijd
pag. 06 t/m 07
Oorlogsverwonding
pag. 08 t/m 09
Reis naar Kaimana, Nieuw-Guinea in oktober 2011
pag. 10 t/m 12
Mijn diensttijd in Nederlands Nieuw-Guinea (deel 2)
pag. 13 t/m 16
Tempo Doeloe 3 Stammenoorlog in de Obanovallei
pag. 17 t/m 18
Uit en Thuis Nieuw-Guinea
pag. 19 t/m 20
Van het bestuur
pag. 21 t/m 25
Uitnodiging reünie
pag. 22
Berichten van en over leden en organisaties
pag. 26 t/m 28
Van de redactie
pag. 28
Boekenrubriek
pag. 29 t/m 30
Musea
pag. 30 t/m 31
2
De kwartiermakers Herinneringen van Aad Nelisse Opgetekend door Ed van Tuijl Rotterdam- In de vorige nieuwsbrief vertelde Cees Jansen over zijn periode in Nieuw-Guinea in 1954. Maar het verhaal van Aad Nelisse gaat nog verder terug. Sterker nog, hij behoorde tot de lichting die je gerust de kwartiermakers kunt noemen. Hij diende op Biak in 1951 en 1952. Een jaar daarvoor was hij opgekomen bij de Marine. Na de opleiding in Voorschoten en Hilversum werd hij geplaatst in de Alexander kazerne in Den Haag. “In april 1951 vertrok ik richting Nieuw-Guinea”, vertelt Aad die door zijn maten kortweg werd aangeduid met “Nelis”, met het troepentransportschip de Kota Inten. De reis alleen al was een verhaal op zich. Vooral toen we in Port Said aan wal mochten en prompt van ons horloge werden beroofd door handige Arabieren die je aandacht zo konden afleiden dat je totaal niet merkte dat je klokje verdwenen was. Door het Suezkanaal ging het richting Aden. Daar mochten we passagieren. Maar samen met mijn maat miste ik prompt de tender die ons naar de Kota Int en terug moest brengen. Gelukkig vonden we nog een Arabier die ons naar de boot bracht. En ja hoor, daar werden we al opgewacht en blij gemaakt met veertien dagen streng arrest. Gelukkig was het vier dagen later Koninginnedag. Daarom mochten we weer uit de cel.” Na een reis van veertig dagen kwam Indonesië in zicht. Maar daar was intussen de overdracht een feit zodat Aad en al die andere opvarenden Soerabaja alleen maar in de verte zagen liggen. Nelissen: ”Toen we Biak naderden bleek het een hele klus om in de vaargeul te blijven. Het was ouderwets loden met het dieplood en de diepte afroepen naar de brug. Een spannende situatie. Uiteindelijk kwam er een prauw die ons voorging om de doorgang door het rif aan te geven.” Uit het verhaal van Aad begrijpen we dat er in die tijd ook op Biak nog geen echt vliegveld was. Enkel een strip. In plaatsen als Merauke, Fak-Fak of Kaimana kon je alleen maar met watervliegtuigen komen. “Wat precies mijn taak zou worden was nog niet bekend”, vertelt Aad verder. “Maar er was een groot tekort aan koks, botteliers en hofmeesters. Dus dat werd mijn leventje op het koraaleiland. ’s Avonds bardiensten Oude marinekamp draaien. ’s Morgens pap koken, koffie en thee zetten, en verder op de dag ongeveer twintig man kader van ontbijt, lunch en diner voorzien. Samen met een vaste groep Papoea’s die ons hielp. Ik weet nog dat we een burger op de kazerne hadden. Een bioloog uit Utrecht die
3
onderzoek deed naar de flora en de fauna op het eiland. Hij verzamelde ook schedels van Jappen die nog in de grotten her en der verspreid lagen. Zijn kantoor stond vol met beesten op sterk water en met schedels. Ik was zo’n beetje de persoonlijke bediende van eerste officier Schuiling. Op zich niet verkeerd want de man kweekte met heel veel overgave orchideeën. Dus De kraan kon het gebeuren dat hij me vroeg om met de eerstvolgende plane mee te vliegen naar de Wisselmeren om daar aarde te halen die bij uitstek geschikt was voor het kweken van zijn orchideeën. Na lang taxiën over het water werden we verwelkomd door een missionaris en het dorpshoofd. Je was ineens in een bijzondere wereld. De wereld waar geld nog niet bestond. Alleen ruilhandel. Ik heb wat afgeruild. Met tuinaarde en een tas vol gebruiksvoorwerpen reisde ik weer terug naar Biak. De voorwerpen zouden uiteindelijk in een museum in Utrecht moeten worden afgeleverd.” Uit het verhaal van Aad wordt duidelijk dat het in die tijd op Biak bij de Marine Luchtvaart Dienst, beter bekend als de MLD, nog een vrijgevochten bende was. Er waren nog geen mariniers. Dus ook geen M.P. Niks geen kledingvoorschriften. Iedereen trok aan waar hij zin in had. Maar het was ook behelpen. De ijskast in de kantine werkte van geen kant. Of het bier was lauw, óf je moest eerst het ijs van het blikje afbikken voor je het kon openen. Als kok of Natte moesson hofmeester moest Nelissen snel op komen draven als er weer eens een varken was geschoten. Direct slachten en braden zodat het vlees niet kon bederven. “Ik weet nog dat het met de jaarwisseling behoorlijk uit de hand liep”, herinnert Aad zich. “Ik moest bardienst draaien. Er stond een kist met wapentuig en lichtkogels klaar voor de officieren. Maar ook een voor de onderofficieren. En ja hoor, klokslag twaalf uur werden die dingen afgeschoten. Niet alleen in de lucht. Ook op elkaar. Een ware veldslag. Ik vergeet ook nooit dat ik commandant De Bruin, alias Stalen Hein, behoorlijk in verlegenheid bracht. Met een paar maten deden we in het hospitaal aan de haven nog wel eens wat klusjes. Niet om de verpleegsters te zien. Die waren doorgaans twee keer zo oud als wij. Hoewel er was één jong ding. Kitty heette ze. Maar we wisten allemaal dat Stalen Hein die had ingepikt. Na zo’n klus sta ik me in het mandiehok af te spoelen toen er op de deur gebonsd werd. Ik roep nog, ja, ja rustig maar, je bent nog lang niet aan de beurt. Toen
4
ik klaar was en deur open trek, sta ik oog in oog met De Bruin die duidelijk net met Kitty bezig was geweest. Hij voelde zich behoorlijk betrapt. Hij heeft me zwaar teruggepakt. Nu, na bijna zestig jaar zit me dat nog altijd dwars.” Dan vertelt: “Nelis” nog een anekdote die we toch maar met een korreltje zout nemen. “Op patrouille tijdens het wachtlopen, roept mijn maat, die even ging plassen:”Nelis”, ik ben door een slang in mijn leuter gebeten. Bel naar het kamp en vraag de dokter om advies.” Dat advies kun je wel raden. Wond uitzuigen anders sterft patiënt binnen vijf minuten. “Wat zei de dokter”, roept mijn maat. O simpel, antwoord ik, over vijf minuten ga je de pijp uit.” We schreven het al. Aad vertelt het met een brede grijns. Dus dit laatste scharen we maar onder de rubriek verzonnen verhalen. “Ach, het was een leuke tijd”, vervolgt hij nu weer serieus. “Dat veranderde op slag toen de mariniers kwamen. Want er kwam ook M.P. We moesten uniformen aan. Op tijd binnen zijn. Vissen met handgranaten mocht niet meer. Maar goed ook want er bleef volgens mij geen vis meer over. Maar al met al werd het nu toch veel te fanatiek. Dus ik vond het niet erg toen mijn term erop zat. Terug met het vliegtuig via Manilla, Bangkok, Basra, Beiroet en Frankfurt naar Amsterdam. Weer lekker douchen onder een echte douche. Niet meer dat gedoe met die blikjes water over je heen gooien. Slapen in een echt bed. Wat een luxe allemaal. Mijn volgende plaatsing was op de Queen Wilhelmina. Een onderzeebootjager waarmee we in 1953 nog hulp hebben geboden bij de watersnoodramp. In 1956 heb ik de marine verlaten.” Aldus Aad tot slot. Mochten oude dienstmaten contact met Nelis op willen nemen. Hij is bereikbaar via 06 13800669
Zitplaatsen in de bioscoop. Links is nog net een stukje van het bioscoop doek te zien.
5
Verleden tijd Door Marten van Anholt Het detachement 43e H(u)pva NNG (Nieuw-Guinea 1950/1951) Van Indonesië naar Nieuw-Guinea
Op 15 mei 1950 vertrokken uit Batavia drie Hupva- KL militairen met de KPM schip van “Riemsdijk” als ongewapende bewakers van militaire goederen voor het detachement naar Nieuw-Guinea. In iedere los- en laadhaven moest in ieder één van de drie aanwezig zijn. De havens die werden aangedaan waren Cheribon, Semarang, Soerabaja, Bali, Makassar en uiteindelijk Hollandia. De reis was zeer bijzonder maar daar kan ik misschien een volgende keer nog wel wat over vertellen. Vijfentwintig mei 1950 werd het einddoel Hollandia – Haven bereikt. Maar wat bleek daar, tot ieders verrassing, bij het controleren van de vrachtdocumenten? In de ruimen waren geen militaire goederen zoals plunjezakken, medicijnen en verbandmiddelen te vinden. Dat kan te maken hebben gehad met het feit dat deze reis werd gemaakt na de overdracht aan Indonesië en ook van de schepen van de Koninklijke Marine aan de ALRI (de Indonesische marine). Maar de oorzaak is nooit bekend geworden. Een grote blunder was het wel. Maar na twee weken konden de juiste goederen die met een ander KPM schip werden aangevoerd, alsnog worden uitgeladen. Tot mijn grote verdriet moest ik constateren dat mijn voetbalschoenen maat zesenveertig en een half uit mijn plunjezak waren gestolen. Dat betekende het einde van mijn voetbalcarrière omdat op dat grote eiland geen schoen met die maat was te vinden. Toen wij aankwamen waren de overige zestien man van het 43e Hupva detachement voetbalelftal Detachement 43e H(u)pva NNG al eerder per Dakota op IFAR aangekomen en dus al min of meer gesetteld. De reden van de overplaatsing van Java naar Nieuw-Guinea was dat we daar geneeskundige verzorging moesten geven aan Westerling en andere KNIL militairen en hun gezinnen. Deze mensen met hun KNIL verleden konden of wilden in 1950 onmogelijk in Indonesië blijven. Hospitaal in Ifar
In die jaren was gebouwd uit drie half ronde barakken van golfplaten, zgn. “cuonset” hutten. Er waren ramen in, niet van glas maar bestaande uit muskieten gaas. Dit had als nadeel bij medische ingrepen dat rook van brandende vegetatie uit de omgeving direct kon binnendringen. En ook was het binnen net zo warm als buiten door dit muskietenglas. Later kwamen hier drie legertenten bij die voornamelijk werden gebruikt bij de verzorging van de inwendige mens en opslag voor keukengerei en houdbare levensmiddelen.
6
Het hospitaal had een operatiekamer, een röntgenruimte, een tandartskamer en een laboratorium. Ook was er een hygiënische dienst. Drie ziekenzalen en een klein magazijn maakten in 1950 het hospitaal compleet. Naast de normale werkzaamheden in een hospitaal was er buiten diensttijd van alles te doen. “Hospikken”, bleken ook bouwvakkers te kunnen zijn. Ze maakten betonnen afvoergoten bij het hospitaal en schreven in de vrije tijd in voor nieuwbouw projecten van de genie. Maar toch was daar al vrij gauw de lol vanaf omdat concurrenten de uitgezette funderingspaaltjes regelmatig verplaatsten. Rond het Sentanimeer werden tochten gemaakt om ook in de Papua kampongs medische activiteiten uit te oefenen en zweren te behandelen. Maar ook werd er uiteraard gevoetbald tussen teams van de KL en de KNIL waarbij ik mij zonder voetbalschoenen toch als grensrechter nog nuttig kon maken. Er werden burger verpleegsters uit Java naar Nieuw-Guinea overgeplaatst en dat maakte ons militaire verplegend bestaan niet meer nodig en kwam er een eind aan het Detachement Nieuw-Guinea van 43e Hupva. De laatste zes mannen van dit detachement vertrokken op 26 mei van 1951 met het vliegtuig naar Nederland. Weg van het prachtige land van de Papua’s
IFAR Hospitaal
Detachement 43e H(u)pva NNG
7
Oorlogsverwonding door Ed van Tuijl Ik heb een gesp op mijn kruis. Nee, geen gekke dingen denken. Ik bedoel op mijn Nieuw-Guinea kruis. Maar schrijven over patrouilles met vuurcontact is er nog steeds niet van gekomen. Anderen doen dat wel. Moeten zij weten. Even goede vrienden. Maar ik niet. Zal wel niet gebeuren ook. Ooit, zo rond Kerstmis ’62, na een paar glazen bier, wilde ik mijn verhaal nog wel eens kwijt. Maar toen het gezelschap zei:”Ja, hoor Ed, nu weten we het wel. Ander onderwerp, graag. Het is Kerst, weet je. Vrede op aarde.” Toen heb ik besloten om het allemaal op te bergen. De goegemeente er niet meer mee lastig te vallen. Maar ik heb wél altijd met een brede grijns lopen verkondigen dat ik indirect twee oorlogsverwondingen aan Nieuw-Guinea heb overgehouden. Al zal een voordracht voor het draaginsigne gewonden op voorhand kansloos zijn. Het gaat namelijk om een slecht gebit en karang oren. Vertél Ed, vertél, zou cabaretier Bert Visser zwetend uitroepen. Oké dan. Die laatste maand in Roermond noemden ze ‘tropenopleiding’. Het enige didactische element dat ik heb ervaren, was het dagelijks verplicht eten van nasi en bami. Oefenen in de oerwouden van Maasbracht, Thorn of Herkenbosch is er nooit van gekomen. Er werd luis geconstateerd. Hulde aan die kleine opdonders want we mochten de poort niet meer uit. Zelfs niet om te oefenen. De tropenopleiding werd een kwestie van stierlijk vervelen op je kamer. Maar bami en nasi eten leerden we dus wél. Het kwam je neus uit. Zó erg dat je graag wilde ruilen met een bord van de Hollandse tafel. Zélfs als ze die gruwelijke camouflagenetten kregen opgediend. Andijvie, daar moest het voor doorgaan. Ja, zelfs die troep wilde je graag ruilen. Maar ruilen was link. Het kader keek er op toe dat we ons bordje Indisch voedsel plichtsgetrouw tot ons namen. Zo niet, licht arrest. Kom op kader, hoe kinderachtig kun je wezen. Terug naar de verwonding. Je kon alleen in de plane als het gebit gesaneerd was. De enige keer dat we daarom de poort nog uit gingen was in een legertruc richting tandartsenpeloton. Ik weet niet eens meer waar we werden aangevoerd. Ik besefte wel dat deze heren in één dag echt niet aan een tandherstellende behandeling zouden beginnen. Was domweg geen tijd voor. Dus alles waar maar een gaatje in kon zitten werd rücksichtslos getrokken. Eruit met die hap. Goedzo, soldaat Van Tuil, hierbij verklaar ik je gebit voor gesaneerd. Met twee gapende gaten links en rechts, waar een uur daarvoor nog vier mooie jonge sterke tanden zaten, werd ik weer afgevoerd. In Merauke kwam nog één keer zo’n tandenstoker voorbij waaien. Maar net toen ik weg was op patrouille. En op de afzwaaidag in Oirschot had je het lef niet om te eisen dat je eerst nieuwe kronen, kosten Rijksrekening, wilde hebben alvorens die verklaring te tekenen dat je Defensie nergens meer
8
aansprakelijk voor zou stellen. Je wilde maar één ding. Zo vlug mogelijk die Oirschotse poort uit. Die oetlullen hadden je immers vanaf thuis laten sjouwen met zo’n grote plunjezak om bij aankomst doodleuk mee te delen dat ze die niet meer nodig hadden. De eerste de beste militair die in mijn buurt stond heb ik gevraagd of hij wellicht belangstelling had in een tropenplunje. Voor hij het besefte had ik mijn zak om zijn nek gehangen. Asjeblieft, en de groeten. We gaan het burgerleven in. Maar heel mijn leven zitten die gaten er. Vrouwlief zeurt al jaren om er wat aan te doen. “Als je lacht, is het geen gezicht.” De tweede verwonding overkwam me op Biak. Wennen aan de hitte. Maar pas op. Niet verbranden in de zon. Wie een tweedegraads liet behandelen was de lul. Licht arrest als je bij het zonnen het vege lijf niet wist te sparen. Ook licht arrest als je te snel in het water dook. Of te diep. Want Biak kende karang. Ik geloof een soort koraal waar je een pittige oorontsteking van kreeg bij het duiken. Niet duiken dus of gewoon de pijn verdragen. Zéker niet naar de ziekenboeg. De enige manier om je straf te ontlopen. Daarom nogmaals, kom op kader, hoe kinderachtig kun je wezen! Het gevolg was wél dat die aandoening bij mij een verhoogde productie van oorsmeer teweeg bracht. Dat is nóóit meer over gegaan. Kortom, elke twee tot drie jaar slippen de luisterorganen vol. Moet ik een paar dagen slaolie druppelen en kan ik naar de medicijnman om ze uit te laten spuiten. Was en is mee te leven. Maar elke keer ontpopt zich hetzelfde gesprek. “Zo meneer Van Tuijl, zitten de oren weer verstopt?” “Ja, dokter. Ik heb weer last van mijn oorlogsverwonding. Opgelopen in Nieuw-Guinea waar je karang had. Ik denk een chronisch verhoogde productie van oorsmeer.” En elke keer zie ik hem denken: Daar heb je meneer Van Tuijl weer met het verhaal achter zijn karang oren. Ik heb het nooit ingezien maar in mijn medisch dossier heeft hij ongetwijfeld opgetekend: “Patiënt heeft niet echt last van PTSS. Maar wel een lichte neiging. Althans wat zijn oren betreft.” O ja, bij de tandarts hetzelfde laken een pak. Als de man zegt: “Wat zonde van die gaten. Daar moet u toch wat aan laten doen.” Volgens mij ingefluisterd door vrouwlief. Ook dán snijd ik, met een lollige uitstraling, de oorlogsverwondingen aan. Ook dán zie ik hem denken: “Kom op Van Tuijl. Ander onderwerp graag. Dat verhaal heb ik nu wel gehoord.” Kortom, mijn oorlogsverwondingen. Ik heb er maar mee leren leven.
9
Reis naar Kaimana, Nieuw-Guinea in oktober 2011 Wim van Delden had als veteraan het idee opgevat om nog een laatste keer Kaimana in Nieuw Guinea te bezoeken waar ondergetekenden in 1961-1962 gelegerd waren. Via Jakarta, Asmath en de Wisselmeren zijn wij naar Kaimana gevlogen en gevaren. We vertrokken vanuit Nabire naar Kaimana. We vertrokken ongeveer 05.30 uur naar het vliegveld, vijf minuten lopen vanuit ons hotel in Nabire. We waren wel benieuwd hoe laat het vliegtuig zou opstijgen. De planning was 07.30 uur. Maar ja, je weet het maar nooit hier. Je kunt ook het antwoord krijgen: Het vliegtuig gaat vandaag wel maar we weten niet hoe laat. We hadden ons al op het ergste voorbereid. Het zal wel weer zo’n Twin Otter worden. Maar nee, het was toch een groot vliegtuig En hij ging inderdaad niet om 07.30 maar om 07.10 uur. We waren dus al om 07.45 uur in Kaimana. Het ging dus lekker snel. Met twee auto’s reden we naar ons hotel. Wij zagen hoe erg het veranderd is hier. Er waren heel veel bomen gekapt en er is veel bijgebouwd. Toen we gingen rondlopen, bleek nog eens hoe weinig er nog van vroeger over was. Wij, de vier veteranen waren echt ontdaan en teleurgesteld. Tussen 1962 en 1994, het jaar dat ik ook hier ben terug teruggeweest, was er niet veel veranderd. Wim en Jo zijn in 2005 ook nog hier geweest. Toen was er ook nog wel veel over van toen maar nu niet meer. De volgende teleurstelling voor mij was dat ik hoorde dat Paulus, een chinees die ik in 1994 had ontmoet, al enige tijd geleden was overleden. Dit vond ik echt heel jammer. We hebben zijn huis opgezocht en gevonden maar daar wonen nu andere mensen. De schoolmeester, Christiaan, heb ik wel gevonden. Bij navraag bleek dat hij nog steeds in de buurt woont maar wel op een ander adres. Vanmiddag stond hij opeens voor ons hotel. Dat was echt heel leuk. Meteen een afspraak gemaakt voor maandagmorgen om met hem naar de Papoeaschool te gaan om diverse schoolspullen te geven. Het was in Kaimana erg warm. Wij waren nu echt in de tropen. Wij begonnen ook langzaam te verlangen naar wat luxe, een lekkere douche een normale wc en natuurlijk een zwembad. Maar zover was het nog niet. We waren 3 nachten in Kaimana en zouden dindag teruggaan naar Timika om woensdag naar Bali te vliegen De volgende dag gingen we met twee auto’s op pad. Eerst gingen we op zoek naar Bram. Zijn vader is een Nederlandse militair en zijn moeder, Adriana, is een Papoease. Bram is op zoek naar zijn vader en twee mensen van onze groep hebben geprobeerd deze man te vinden. Ze hebben zijn vader gevonden maar die wil geen contact met Bram. Toen we Bram ontmoetten was hij
10
heel blij ons te zien en was duidelijk ontroerd. Na hem gesproken te hebben gingen we op zoek naar dhr. Paulus. Hij heeft ook een Nederlandse vader. Hij heeft altijd wel kontakt gehouden met zijn vader maar wil graag kontakt met de rest van de familie. Hij was ook blij om ons te zien. Hij heeft ons voorgesteld aan zijn familie en dat waren er aardig wat. Na de nodige foto’s en knuffels gingen we op weg naar de strip, de luchthaven. De romney loodsen die de Nederlanders gebouwd hebben staan er nog steeds. De loods waar wij toen in sliepen, word nu bewoond door een gezin. In één van de andere loodsen lagen de wrakstukken van het vliegtuig dat in mei 2011 in Kaimana is neergestort. Dat was wel luguber. ‘s Middags na de lunch waren we uitgenodigd op een moslimbruiloft. Dat was wel leuk. We moesten met zijn allen op de foto met het bruidspaar en ook hier waren we een bezienswaardigheid. Achteraf bleek dat de broer van de bruidegom bij Trigada Air werkt. Hij moest onze terugvlucht van Kaimana naar Timika regelen. Op deze bruiloft die middag aten we zoveel gegeten dat we geen trek meer hadden in een diner. We waren allemaal zo moe en zijn op tijd gaan slapen. De dag daarop stonden we vroeg op want we hadden die dag een heel programma. Eerst gingen we naar een papoeaschool in Kaimana om daar schoolspullen te brengen. We werden hartelijk ontvangen door de hoofdmeester. Hij was heel blij met de spullen voor de kinderen. We waren wel eerder op scholen geweest en overal waar wij kwamen zijn de kinderen helemaal druk en kwam er daarna volgens mij niets meer van leren. In de klas werd voor ons gezongen. Daarna gingen we op weg naar de boot, een prauw. Het was laag water dus het duurde een tijd voordat we vertrokken. Bovendien moesten we door het water waden om bij de boot te komen. Dus, schoenen en sokken uit en lopen maar. Op de stranden lagen prachtige schelpen. Wij hadden er een aantal gevonden en wilden ze graag meenemen naar Nederland. Dat is gelukt. Na ongeveer een uur varen kwamen we aan bij Sisier 2. We kwamen daar om een krans te leggen op de plaats waar twee soldaten uit ons peloton zijn omgekomen. De plaatselijke bevolking wist waar de soldaten waren neergeschoten en brachten ons er naar toe. Het was hoog water geworden op de plek waar de kranslegging moest plaats vinden. Wim heeft de krans op desbetreffende plaats in zee gegooid en er werden door ons nog bloemblaadjes gegooid. Het geheel was heel indrukwekkend. Daarna zijn we op weg gegaan naar de school op Sisier 2. Ook daar hebben we schoolspullen gebracht. Ook werd er een voetbal op-
11
gepompt en de kinderen gingen meteen voetballen. Prachtig om te zien. Mijn dochter had al eerder gezegd dat ze zo graag klappermelk, kokosnotenmelk, wilde proeven. Dat werd daar voor haar door Jo geregeld. Er klom een man de boom in en hakte een aantal kokosnoten uit de boom. Die werden open gemaakt en drinken maar. Erg lekker. Toen gingen we op weg naar Sisier 1. We hadden niet zoveel tijd meer maar we hebben nog wel rond kunnen lopen. Een jongentje van een jaar of negen sprong naakt het water in, duikbril op, harpoentje in zijn hand en kwam even later boven met een visje aan zijn harpoen. Geweldig om te zien. Er kwam onweer aan dus snel de boot in om terug te gaan naar Kaimana. Door de snelheid van de boot, kwam er af en toe een golfje water in de boot. Wij kwamen er dus zeiknat uit, behalve Jo en Therese, want die zaten vooraan in de boot. We zijn snel naar het hotel gegaan om te mandiën. Die avond was een bijzondere avond. Er kwamen vijf Papoea mannen en twee vrouwen naar ons hotel. De papoeamannen hadden gediend in het Papoea Vrijwillige Korps (PVK). Deze PVKers hebben de Nederlanders geholpen in hun strijd tegen Indonesië. Ze zijn echter nooit erkend als veteranen, tot die avond. Vanuit de veteranenclub is er een veteranenspeldje, in de vorm van een V, een oorkonde en 350.000 rps. (ongeveer € 32,00)geregeld. Dat kregen deze mannen uitgereikt. Twee mannen waren overleden. Van deze mannen kregen hun vrouwen dit alles postuum uitgereikt. Wat waren zij allen blij met de erkenning en natuurlijk het geld want deze mensen zijn echt heel arm. Van dit alles zijn foto’s gemaakt met als afloop een groepsfoto met ons, de veteranen. De volgende dag vertrokken we vanuit Kaimana naar Timika. Voordat we vertrokken hebben we nog afscheid genomen van het personeel van het hotel. De 25-jarige Rosa was helemaal in tranen toen ze afscheid kwam nemen. Zij heeft nog een Indonsisch woordenboek gekregen zodat ze Nederlands kan leren. Ze wil namelijk heel graag een Nederlandse man. En daarna op weg naar het vliegveld. Ook hier werkt het zo, het vliegtuig komt wel maar wanneer dat weet niemand. Uiteindelijk kwam het vliegtuig om ongeveer 12.00 uur en zaten we ongeveer 3 uur te wachten. Na een vlucht van anderhalf uur landden we dan eindelijk om 14.00 uur in Timika. De volgende dag verlieten we Timika en vlogen naar Bali en twee dagen later naar huis. André van Hulzen samen met, Wim van Delden, Jo Timmermans en Theo van Erp
12
Mijn diensttijd in Nederlands Nieuw-Guinea (deel 2) Door Ton Dorresteyn Van Ton Dorresteyn ontving de redactie zijn dagboek met bovenstaande titel. Wij willen het in bewerkte vorm graag publiceren in een aantal Nieuwsbrieven. Het eerste deel van zijn dagboek verscheen in Nieuwsbrief 35. In dat deel vertelde Ton over de reis van Nederland naar Sorong. Sorong
Op de eerste avonden na onze aankomst in Sorong werd er van alles uitgespookt. Om te beginnen werden we kaal geschoren, ingesmeerd met witte blanco en daarna de wasbak in. Ik ging Personeel Vogelkop werken bij de K.L magazijnen “de Vogelkop” aan de weg naar Remoe, als assistent van de Int. O.O. Bevo. De jongen die ik kwam aflossen moest nog twee maanden blijven en kon me dus mooi inwerken. We werkten daar met een ploeg van ongeveer zestien man en zeven koelies. Aardig werk en ik vond er gauw mijn draai. Mijn baas sergeant Sayers was in Indië bij de M.P. geweest en kan daarover uren vertellen en deed dat dan ook. Toen ik daar was nam de NNG Petroleummaatschappij een belangrijke plaats in Sorong in. Deze maatschappij had oorspronkelijk bijna de hele Vogelkop in pacht om er olie te winnen. Door hen was een complete woonwijk, voor de employés (veel Indonesiërs), met tennisbanen en voetbalvelden aangelegd. Er was zelfs een speciale winkel voor de medewerkers van de NNG Petroleummij. De olie productie was in 1961 ongeveer een kwart van de productie uit 1955. Een forse daling dus. De reden daarvan was waarschijnlijk een politieke want er werd verteld dat er nog genoeg olie in de grond zat. Er waren behoorlijk wat mogelijkheden voor de vrije tijd zoals de vijf grote toko’s en twee bioscopen (schuren) REX en Oriënt op een kwartier loop afstand van de kazerne. Ook was er het café Theunisse. In de kampong BARU bij de haven is dan nog het Militair Tehuis en ook een bioscoop en nog een paar toko’s. En dan nog twee bioscopen en wat toko’s op het eiland DOOM. Hier werd ook een paar keer per jaar een Pasar Malam gehouden. Welzijnszorg organiseerde af en toe een dansavond in het Militair Tehuis en in de kantine werden klaverjasen bingo avonden gehouden. We hoefden ons dus niet te vervelen. Dienstindeling Doom
Ook wil ik de dagindeling aan mijn
13
dagboek toe vertrouwen. Die zag er als volgt uit: Reveille om 6.30 uur. Ontbijt tussen 6.45 en 7.00 uur. Bataljons appèl om 7.00 uur en daarna vertrek naar Vogelkop magazijn. Om 10.00 tot 10.25 uur koffiepauze. Einde dienst om 13.15 uur en daarna middageten tot ongeveer 14.00 uur. Onderhoud 16.00 tot 17.00 uur en om 17.30 uur appel. Avondeten tussen 17.45 uur en 18.30 uur. Op dinsdag en zaterdag heeft de helft van de compagnie een heel lesprogramma: exercitie, vliegtuigherkenning, wapenleer, rangen en graden, hindernisbaan en sport. Wacht draaien we om de tien dagen. De twee tirailleur compagnieën leveren de kazernewacht en de stafcompagnie de Vogelkopwacht (magazijnen) en van 14.00 uur tot de volgende morgen 06.00 uur de bootjeswacht op de marinesteiger. Eenmaal per maand legde de KPM boot aan voor bevoorrading. Coaster steiger Sorong Wij noemden deze boot de Kom Pas Morgen boot. Met het laden en lossen ervan waren we dan behoorlijk druk. Het “salaris”in die tijd bedroeg voor een dienstplichtig soldaat Fl.90, voor een soldaat eerste klas Fl. 110 en voor een korporaal Fl. 200. Met een beetje zuinig leven, geen waskoelie en niet teveel consumpties kon ik als gewone soldaat die ik was, er net van rondkomen. Infiltraties
Nog maar nauwelijks gewend aan het tropen leven, werden we verrast door de eerste infiltraties. In de nacht van vijftien op zestien september toen ik Vogelkop wacht had, ontstond er ineens paniek. We kregen te horen dat de onderzeebootjager “Utrecht” die in de haven van Sorong lag, onderzeeërs had gesignaleerd. De “Utrecht”voer direct uit en later hoorden we dat er ongeveer veertig infiltranten waren geland in de buurt van Klamene, een vijftiental kilometers van de kazerne. Een visser had kans gezien om de politie te waarschuwen en die was direct met een patrouille uitgerukt. De politie sterkte op Sorong-Doom was ongeveer 200 man. Op de avond van zestien september werden om een uur of twaalf uit ons bed getrommeld om vijftien scherpe piepers in ontvangst te nemen. De ploppers hadden zich verspreid en men dacht dat er al een groep in de buurt van de kazerne was. We mochten het kamp alleen verlaten in groepjes en met een geladen geweer. Uit sensatie ging vrijwel iedereen de poort uit. Toch was dit alles geen loos alarm zoals later bleek. Er waren handgranaten in de bioscopen en het café in Remoe gegooid. Maar de infiltranten waren niet goed opgeleid want ze waren vergeten de pin uit de handgranaat te trekken en daarom vielen er gelukkig geen slachtoffers te betreuren. Langzaam druppelde er meer nieuws bij ons binnen. Bij een politie patrouille waren een paar infiltranten gevangen genomen. Een hoofdagent zou ze naar Sorong brengen maar onderweg viel hij in een hinderlaag van de ploppers. Er werd gevreesd voor het leven van de hoofdagent
14
ook al omdat hij de gevangenen niet zachtzinnig had behandeld. En die vrees was terecht al na een paar uur werd hij zwaar verminkt gevonden in een kali vlakbij een verlaten bivak. Koninklijke Landmacht in actie
Ook kwam nu de K.L. in actie, tot nu toe waren het alleen politieagenten die waren opgetreden. De patrouilles van de K.L. veel wapens en munitie buit. Zelfs een Nederlandse vlag werd gevonden maar van de ploppers geen enkel spoor. Van de gevangen genomen infiltranten was gehoord dat er nog een prauw met Indonesiërs op komst was. Daarom werd door een viertal patrouilles van de K.L. aan de kust een hinderlaag gelegd. Een van de K.L. patrouilles werd naar Sorong teruggeroepen met als reden verhoogde paraatheid daar. Hun terug weg voerde langs een plek waar een hinderlaag was gelegd maar gelukkig lukte het om in de nacht ongemerkt hier langs te komen anders was er zeker een schietpartij tusseneigen mensen uitgebroken. Er werden veel gevangenen gemaakt en die werden gebruikt om de patrouilles te begeleiden om hun kameraden op te sporen en gevangen te nemen. Ook de bevolking pakte wel eens een infiltrant en brachten die naar de kazernewacht. De gevangenen werden streng behandeld verhoord meestal door een Indische Nederlander op een hardhandige manier ondervraagd. De Staf compagnie draaide nu om de twee dagen wacht want de meeste tirailleurs moesten op patrouille om de infiltranten op te sporen die nu ook vaak tussen de huizen zwierven om eten te gappen. Ook kregen ze voedsel van de Indonesiërs, die bij de NNG Petroleummij werkten, en later naar Indonesië teruggingen. Begin september raakt de paniek wat over omdat de meeste infiltranten gevangen genomen waren. Op acht september was er nog een vuurgevecht in de kampong Baru waarbij de leider van de infiltranten en zijn lijfwacht werden gedood. Nasoetin was de naam van die negentienjarige leider. Dat was het laatste wat we van de infiltranten vernamen. Maar alert bleven we wel door de verschillende alarmoefeningen. Gevangen Infiltranten Wachtlopen
Het was wel een spannende en vermoeiende tijd en in die periode heb ik bij de Vogelkopwacht drie keer geschoten. Om voor de eventueel rondzwervende infiltranten geen schietschijf te zijn stond ik zoveel mogelijk in de schaduw. Met een patroon in de kamer van mijn geweer en de vinger aan de veiligheidspal. Bij het wachtlopen hoorde ik in de nacht in de begroeiing af en toe een geluid dat op lopen of schuifelen leek. De schietinstructie was om bij gevaar een waarschuwingsschot te lossen en daarna gericht te schieten. Ik was niet van plan om te sterven voor het vaderland en ik schoot dus tweemaal gericht. Dat gaf nogal wat consternatie bij de andere wachtposten. Na controle werd er echter niets gevonden. Dus vermoedelijk een af ander dier.
15
Ook het wachtlopen bij de Marinesteiger was geen pretje alleen al omdat je er in het donker op de fiets naar toe moest. Het derde schot dat ik loste was het gevolg van vermoeidheid na het wachtlopen. Terug bij de wachtcommandant vergat ik te ontladen. Ook de wachtcommandant merkte dit niet op. Ik vuurde dus en schoot de wachtcommandant bijna door zijn kin en de kogel ging het dak in. Nog nooit heb ik iemand zo wit zien wegtrekken en zelf schrok ik me ook rot bij dit voorval. Onderhandelingen
De Amerikaanse regering deed verwoede pogingen om de onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië over de kwestie NieuwGuinea weer op gang te krijgen en omstreeks zestien maart startte het geheim overleg in Washington.
LUA Sorong 40mm Bofors087
Hop and Go Bed en Breakfast Wij bieden prachtige kamers en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. Hop en Go is de ideale plek om te overnachten tijdens uw fiets of wandeltocht in het prachtige natuurrijke waddengebied. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Goede reis en tot ziens. Hearrwei 17 9073 GA Marrum (FRL) www.hopandgo.nl
16
Joop & Gre Hop Tel: 0518-411725 Mob: 06-50600015 E-mail:
[email protected]
Tempo Doeloe 3 Stammenoorlog in de Obanovallei Door Gerrit van Faassen Bron van dit verhaal: Het verdwenen Volk van J.V.de Bruijn Op internet is deze opstand te vinden in het programma Andere tijden onder Opstand Obanovallei. In de Obanovallei, in de zuidwest hoek van het Pinaimeer breekt in oktober 1956 een opstand uit van ongekende hevigheid schrijft Dr. Victor de Bruijn in zijn boek “Het verdwenen volk” Gouverneur van Baal stuurde de Bruijn er naar toe om controleur Masselink te ondersteunen. Een Papoea met de naam Boenaibo die ontsnapt was uit de gevangenis van Enarotali werd leider van de opstand. Hij zat vast wegens het doden met een pijl van een overspelige vrouw. Op zondag 4 november 1956, sloegen Boenaibo en zijn mannen meedogenloos toe op de zendingspost in de Obanovallei. Op het vliegveld daar stond een splinternieuwe Cessna 180 van de Christian and Missionary Alliance. Een politieagent uit Biak en een Ekariagent bewaakten dit vliegtuig. Tijdens de kerkdienst op die zondag werd de agent dood gepijld. De Ekari (kapauku) agent wist met achterlaten van zijn geweer te ontkomen. Het goeroehuis en de kerk werden in brand gestoken. Het vliegtuig werd volledig Gewapende vernield. De Ambonese goeroe Lesnussa, zijn Kapaukoe krijger vrouw en drie kinderen werden gedood. Van het lijk van Lesnussa werden de vingers afgesneden. Die vingers werden naar de valleien bij Pinai en het Tagameer gestuurd om zo de bevolking over te halen zich bij de bende van Boenaibo aan te sluiten. De bevolking van Obano en Moeije overvielen de bestuurspost van Enarotali. Daar wist men zich staande te houden met zes politieagenten en de steun van een paar honderd Ekari’s. De dinsdag daarop kwam er uit Biak een Martin Mariner van de M.L.D., met politieversterking. (Ik herinner mij nog van die tijd een grote groep zwaar bepakte en bewapende Papoea politieagenten gezien te hebben op het M.V.K. Boroeko die van daar vertrokken. Maar wij hadden toen geen idee waar ze naar toe gingen G. van F.) Op woensdag 7 november arriveerde Victor de Bruijn in het gebied van de opstandelingen. Hij was er naar toe gevlogen in een Beaver van de Kroonduif. Bij verkenning van de verschillende valleien, vanuit zijn Obano vallei
17
Kapaukoe’s varkensfeest
Opa met inlandse sigaret
Obano vallei
18
vliegtuig, werden ze met pijlen beschoten. Het was daarom nodig om ook mariniers in te schakelen om de Obanovallei van opstandelingen te zuiveren. Daarom waren op 6 november twee Mariners met Papoea politie en mariniers vanuit Manokwari naar de Wisselmeren vertrokken. Ook gingen er nog 24 mariniers en 10 Papoea agenten met prauwen naar de Obanovallei. (In de jaren 1956-1957 was er alleen maar Marine in Nieuw-Guinea gelegerd) De mariniers waren dit zware bergterrein niet gewend en schoten maar moeilijk op. Het waren de Ekari’s van het Tigimeer die het verzet braken door de aanhangers van Boenaiboe te achtervolgen en uit te schakelen. Tot woede van de Bruijn ontdekte hij dat de mariniers bij het breken van het laatste verzet mortieren hadden gebruikt. De Obano bewoners noemden deze mortieren KOTTI IBO (grote penis) Boenaibo die gewond geraakt was bij de aanval van de Tigi krijgers, verloor snel zijn aanhang. Hij werd uiteindelijk door zijn eigen mensen gepijld en stierf van uitputting. Toch duurde het nog enkele maanden voordat de toestand weer enigszins normaal werd. In totaal lieten meer dan 120 Papoea’s bij deze opstand het leven. Bij de mariniers waren geen verliezen. Tijdens mijn verblijf in Biak is deze opstand in de doofpot gestopt en er werd censuur op de berichtgeving en uitstaande post ingesteld.
Uit en Thuis Nieuw-Guinea met de Hr. Ms. Kortenaer en de Piet Hein Door Fred Bernhard
In november 1959 kwam het bericht: Melden a/b/ Hr.Ms. Kortenaer F 812. Ligplaats. Onderzeedienst bij de brug. Vertrek 6 januari 1960 voor een term Nederlands NieuwGuinea. Bij het vertrek al in de problemen. Een afscheidskus aan de Grevelingen. Gelukkig snelle hulp van de Vertrek Hr Ms Kortenaer januari 1960 sleepboot “Dintel”. Het Marsdiep opstomen, richting Schulpengat. Wijsheid van één van de matrozen: “zet de koffie maar vast op schat, we zijn zo terug” Wat hij toen nog niet wist dat we inderdaad zes uur later terug waren. Terug, met een stukgedraaide turbogenerator. Ik kon dus even naar huis waar de terugkeer bij Pa en Ma al via de radio bekend was. Dus ik weer thuis om even een bakkie te doen. Vertrek nu vastgesteld op 12 januari 1960. Bij het vertrek niet veel afdouwers. Het Marsdiep op, de lange Jaap werd steeds korter. Op weg naar Nederlands Nieuw-Guinea, geplande vaartijd acht weken. We zouden diverse havens aan doen en via drie havens in Australië op 10 maart binnenlopen in Hollandia. Voor mij wordt dat veertien maanden patrouilleren op de “Kortenaer en Piet Hein” rondom Nieuw-Guinea. Mijn werk op de “Kortenaer”was op het voorschip bij kanon 1 (12.5cm) Hr Ms Kortenaer achterschip
Tijdens het ankeren werd een schildwacht voor het signaleren van haaien op het achterschip geplaatst. Toen ik schildwacht “haai” was werd inderdaad een haai op 40 graden stuurboord gezien. Het was een grote jongen. Ik kreeg de order richt maar op de vin en schiet. Natu-
19
urlijk volgde ik, toen kanonnier 1ste klas, die order op. De haai werd geraakt en kreeg een gaatje in de vin en dook onder. Maar de ware reden voor de aan mij opgedragen actie, om te schieten, was dat een kikvorsman even naar de schroef moest kijken en daarbij geen haai als pottenkijker wilde. Op 9 november infiltraties bij de Vlakke Hoek in de buurt van Kaimana. Papoea’s hadden daar vreemde mensen gezien. De “Kortenaer”kreeg de opdracht om naar de positie te varen voor een kust bombardement. Die vreemde mensen waren parachutisten en als vluchter zat ik links om op de kust te schieten. Nooit gehoord of die actie enige zin heeft gehad. Ik moet nog vermelden dat we voor tien dagen naar Hong Kong gingen om te knippen en scheren. Toen we weer terug waren in Nieuw-Guinea kwamen er steeds meer berichten over Hr Ms Kortenaer F812 infiltraties, vooral in de Vogelkop December 1960, overplaatsing naar de Piet Hein.
Op 10 april vertrokken we, samen met de “Amsterdam” vanuit Biak voor de reis naar huis. Op de thuisreis deden we zeven havens waaronder Honolulu op Hawai aan. Een dergelijke reis kun je alleen maar al Marineman meemaken.
Hr Ms Piet Hein
Bij het vertrek uit Biak deed een orkest ons uitgeleide, was er een fly-past met zes Hunters en heel veel afdouwers op de houten kade. Bij aankomst op 10 juni in Den Helder niets van dat alles. Gewoon aanmeren bij steiger 14. Hallo, Pa en ma na achttien maanden te zijn weggeweest meer niet. Wel, afscheid van je maten en dan op weg naar huis voor vijf tot zes weken verlof. Dit is mijn korte verhaal uit en thuis Nieuw-Guinea.
De diensttijd van Fred Bernhard duurde zes jaar en drie maanden. Vanaf januari 1963 t/m september 1992 gevaren bij de Koopvaardij o.a. als bootsmaninstructeur aan boord van de “Prinses Margriet” Daarna de FLO.
20
Van het bestuur
WIJ GEDENKEN
Met eerbied en in gepaste stilte brengen we een laatste eresaluut aan: P.J.P. Peters
Einottenhof 10
5421 AM Gemert
H.C. Moll
Van Polanenstraat 15
4982 ZJ
Oosterhout
G. Maas
Lindestraat 8
6573 XB
Beek (Ubbergen)
J. Deeben
Slechtvalk 5
5554 MA Valkenswaard
R. van Kraalingen
Sandifortstraat 10
2035 RH Haarlem
P.L. Bezemer
Oudendijk 36
3291 LN
Strijen
J. van de Berg
Landbouwweg 51
3899 BB
Zeewolde
A.J.P.M. van de Steen Baarloseweg 8
4861 BS
Chaam
J.H. de Graaf
Van Raesfeltstraat 36
7271 WP Borculo
K.A. Verwey
Freule van Dorthstraat 65 7102 DB Winterswijk
Wij heten onze nieuwe leden welkom
J.C. Tuithof
Markt 117
5981 AA
S.J. Spijk
Spakenburgstraat 50
1107 WS Amsterdam
Panningen
A.L. Strijd
Piersonstraat 14
4463 TD
Goes
R. Hoek
Johan Frisohof 1
3871 JV
Hoevelaken
J.G.M. Martens
Troeveveen 40
3755 JW Eemnes
H. van Turennout
Queridostraat 38 hs
2274 XG Voorburg
Algemene Ledenvergadering 2012. 24 mei Officiers Casino Soesterberg
Kijk voor de uitnodiging van de reünie van 2012 op de volgende pagina
21
UITNODIGING REUNIE 2012 Locatie: Luitenant Kolonel Tonnet kazerne in ’t Harde 19 april ontvangen we het 6e Bataljon Infanterie lichtingen 1959-1962 20 april ontvangen we alle overige militairen die in Nederlands Nieuw-Guinea zijn geweest. Op beide dagen: - optredens van Sgt. Wilson’s Army Show en een Nieuw-Guinea dansgroep - een daverende verrassing.. Kom naar ’t Harde en vind uit wat dit is! - is er natuurlijk ook weer een voortreffelijke Oosterse maaltijd - na afloop rond 17.00 uur is er nog een broodje en een kop koffie.. Wilt u naar de reünie komen? Schrijf u dan in d.m.v. betaling van de kosten met een bankoverschrijving. Kosten €14.00 per persoon. U krijgt u een toegangskaart en een vrijvervoerbewijs voor de opgegeven dag. Vergeet de dag dat u komt dus niet bij uw overschrijving te vermelden! Donderdag 19 april of vrijdag 20 april Inschrijving sluit 24 maart 2012! Schrijft u zich later in dan kunnen we geen vrij vervoer verzorgen. Overschrijven naar: Rekeningnr.: 92 54 56 T.n.v.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 te Arnhem Bij uw overschrijving alleen de naam ‘Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Arnhem’ zoals die hierboven staat aangegeven, gebruiken. Kosten deelname: €14.00 per persoon. Maximaal één introducé. Op de overschrijving aangeven op welke dag u komt, donderdag 19 april of vrijdag 20 april
Inlichting over de reünie: Cor van Vliet 06 40 1415 21 of 0224 751413
[email protected] Jaap van Hensbergen 06 53 1995 48
[email protected]
22
Ted Meines prijs Toegekend aan Kapitein der mariniers b.d. W.F.J. (Wim Elgers) Op de eindejaarsbijeenkomst van het Veteranen Platform, gehouden in Kumpulan van Bronbeek in Arnhem werd bekendgemaakt dat deze keer de Ted Meines prijs werd toegekend aan Wim Elgers. Het bestuur wenst Wim Elgers van harte geluk met deze welverdiende erkenning. Wim is lid van onze Vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen 1945-1962 De Ted Meines prijs is bedoeld als erkenning voor een persoon, organisatie of instelling die zich heeft onderscheiden in maatschappelijk nazorg of erkenning voor Nederlands Veteranen. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van € 900. De naam is ontleend aan de voorzitter, vanaf de oprichting op 2mei 1989 tot 23 april 1998.
2012
Aandacht voor Nieuw-Guinea 50 jaar na ons vertrek
2012
Activiteiten in 2012
Op 19 en 20 april 2012 organiseert het bestuur weer de traditionele reüniedagen in de Tonnet kazerne in de plaats “t Harde. Om van deze dagen iets bijzonders te maken, we vertrokken immers een halve eeuw geleden uit Nederlands Nieuw-Guinea, heeft het bestuur een commissie benoemd om de voorbereidingen van de activiteiten te treffen. Kijk voor de uitnodiging voor de Reünie op de bladzijde hiervoor. Over de activiteiten in 2012 is het volgende te melden: Andere activiteiten in 2012 - vijftig jaar na ons vertrek uit Nederlands Nieuw-Guinea
Naast de organisatie van de reünie is de commissie ook met andere zaken bezig. We willen proberen bij de Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam op 4 mei met een representatieve delegatie aanwezig te zijn. Ook tijdens de Nationale veteranendag zullen we aanwezig zijn in de Ridderzaal en op het Binnenhof. De commissie zou het geweldig vinden als het traditionele defilé door Den Haag vanaf het Malieveld door detachementen Nieuw-Guinea militairen zou worden geopend. Met zijn allen hebben we in Nieuw-Guinea immers een geweldige prestatie geleverd en daar mag eigenlijk wel eens aandacht aan worden geschonken.
23
Aandacht voor Nieuw-Guinea in 2012
Het bestuur wil in dit jaar het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea bij zoveel mogelijk mensen onder de aandacht brengen. We doen dit door voortdurend de media; radio, tv, kranten en tijdschriften, op gedenkwaardige feiten attent te maken. Het was ons toen niet gegeven de bevolking van Nieuw-Guinea te begeleiden en te helpen bij de laatste stappen naar onafhankelijkheid. Wat er nu allemaal in West-Papoea gebeurt, stemt tot zorg en droefheid. We hebben daar maar één wapen tegen. En dat wapen is publiciteit. Laten we daar maximaal gebruik van maken. Laatste hoofdstuk in het “Verhaal van Indië” ontbreekt.
Een nieuwe activiteit is dat we willen proberen aan de vaste expositie in Museum Bronbeek het laatste hoofdstuk willen toe te voegen. Want het laatste hoofdstuk in het “Het verhaal van Indië” ontbreekt. De geschiedenis van de Nederlandse koloniale aanwezigheid in Nederlands– Indië staat centraal in de vaste tentoonstelling in Museum Bronbeek in Arnhem: “Het verhaal van Indië “. De militaire rol die Nederland speelde en het maatschappelijk leven in de kolonie worden in samenhang in deze expositie belicht. De tentoonstelling omvat zes zalen met elk een eigen, specifieke sfeer. De begeleidende teksten zijn in het Nederlands en Engels. Aan de hand van tientallen voorwerpen, kledingstukken, wapens, foto’s, landkaarten en kort historische filmopnamen wordt de bezoeker door vier eeuwen fascinerende geschiedenis geleid. “Het verhaal van Indië “ begint eind 16e eeuw met de eerste ontmoetingen van Hollanders met de inheemse bevolking en volgt de verovering van de archipel in de eeuwen daarna. Een belangrijk deel van de expositie gaat over de Tweede Wereldoorlog in de kolonie, de verschrikkelijke, dramatische, dodelijke Bersiap en de gevolgen voor de bewoners. Het verhaal eindigt in de postkoloniale periode, waarin, honderdduizenden Indische Nederlanders naar Nederland migreerden. Verhalen van ooggetuigen, authentieke uniformen, wapens en historische filmbeelden brengen de gevechten en de uittocht in beeld. Maar dan stopt de expositie Het slot akkoord ontbreekt, het laatste hoofdstuk ontbreekt. Het laatste hoofdstuk wordt niet verteld: NEDERLANDS NIEUW-GUINEA Help mee het laatste hoofdstuk te vertellen Natuurlijk moet ook de laatste periode tot december 1962 in beeld worden gebracht. Daarvoor is onze hulp nodig. Museum BRONBEEK beschikt over een Nieuw-Guinea collectie en er is een op de Indië - expositie aansluitende ruimte beschikbaar. Maar de verzameling is niet compleet. Ook kost het inrichten van een tentoonstelling nogal wat geld. Om een invulling te kunnen maken van die Nederlands Nieuw-Guinea ruimte is er startgeld nodig.
24
Daarvoor vragen we een kleine bijdrage. Stort € 2,50 (meer mag natuurlijk) op de rekening van onze vereniging nummer 925456 op naam van Ver Nieuw-Guinea Militairen, met de vermelding: Bronbeek. Daarmee maakt u de technische inrichting van de expositie mede mogelijk. Maar u kunt meer doen. Vrijwel iedereen heeft bij vertrek tastbare herinneringen uit Nieuw-Guinea meegenomen. Speren, pijlen en bogen, peniskokers, kettingen en andere sieraden, voorouderbeelden en een enkeling zelfs een hele prauw, onderdeelblaadjes, uitrustingsstukken, kranten, foto’s, films en wat niet al. Misschien zelfs een Kalashnikov, een AK47. Maak één of enkele foto’s van uw souvenirs en mail die foto met een korte beschrijving naar:
[email protected] We kunnen aan de hand van die foto dan overleggen met de conservator van Museum Bronbeek of u iets bijzonders bezit, iets dat een plaats in het museum verdient. Daarmee kan dan ook ons aandeel in het “Verhaal van Indië “worden verteld. Zeker in het herdenkingsjaar 2012. Onze daden in en herinneringen aan Nieuw-Guinea zijn geschiedenis, maar mogen niet verloren gaan. Nee, die daden, herinneringen en verhalen moeten worden bewaard, zichtbaar en tastbaar blijven voor iedereen. Zij zijn een belangrijk onderdeel van “Het verhaal van Indië
25
Berichten van en over leden en organisaties Oproepen OPROEP van Joop Duijn Herdenking reünie van de 50 jaar geleden uit Nederland, vertrokken naar Het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea QPO21 Nederland en QPO22 Nederlandse Antillen Woensdag 28 maart 2012 in de van Ghentkazerne in Rotterdam Info en aanmelding Joop Duijn. Telefoon: 0235323759. Email:
[email protected] OPROEP van Ed van Tuijl In de afgelopen jaren verschenen nieuwsbrieven heb ik een aantal malen geschreven over de legerplaats Merauke. Maar ik wil niet elke keer over Merauke schrijven. Daarom nodig ik de lezers van de Nieuwsbrief uit om mij aan te geven of ze nog een leuk verhaal over hun legerplaats (bv Fak Fak, Kaimana, Sorong, Biak of andere) hebben of daar een opmerkelijke gebeurtenis hebben meegemaakt. Vooral de verhalen dus van jongens die in een andere legerplaats dan Merauke zaten ontvang ik graag. Dan worden deze plaatsen ook eens belicht. Wie zijn verhaal kwijt wil kan mij mailen. Ik neem dan contact met je op om via één of een paar telefonische interviews jouw verhaal om te zetten in een artikel voor de Nieuwsbrief. Ik heb dat ook gedaan voor “het Stripverhaal” van Nico Kors, dat in Nieuwsbrief 32 en ook bij het stukje Kwartiermakers in deze Nieuwsbrief. Het door mij gemaakte artikel wordt altijd van te voren opgestuurd zodat je weet wat er in komt te staan. Dus geen verrassingen achteraf. En als je dan ook nog een paar leuke foto’s bij dat verhaal hebt dan kan de redactie die aan het artikel toevoegen. Mijn mail adres:
[email protected] Geen mail? Dan een briefje naar: Ed van Tuijl Polderstraat 13, 2965BA Nieuwpoort OPROEP van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag is op zoek naar militair-historisch materiaal zoals fotoalbums, dagboeken, foto’s, brieven, films en onderdeel krantjes uit uw diensttijd of die van uw ouders of andere familieleden. Gooi niets weg! Bent u in het bezit van militair-historisch materiaal en zoekt u een verantwoorde bestemming hiervoor? Neem dan contact op met het NIMH. Onze specialisten staan u graag te woord om een toelichting te geven. Van Alkemade laan 357, 2597BA Den Haag, Telefoon : 070 316 58 36 internet: www.nimh.nl e-mail:
[email protected]
26
OPROEP van Kees Bunschoten Unieke herdenkingsreis 1962-2012 Voor de vierde maal organiseert Kees van Bunschoten een reis naar het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea het gebied dat nu West Papua heet. Vertrek van deze reis is op 26 oktober 2012 en de terugkeer is gepland op 7 december 2012. Omdat we vijftig jaar geleden Nieuw-Guinea moesten verlaten zal dit een bijzondere reis worden. Plaatsen die in het programma staan zijn: Biak, Nabiré, Wisselmeren, Sorong, Teminabuan, Raja Ampat, Fak-Fak, Kokas, Onin Schiereiland, Misool, Waigeo, Manokwari en Woendi. De totale reissom zal ongeveer € 6000 all-in bedragen. De reis heeft begeleiding van een maatschappelijk werker(ster) van Het Veteranen Instituut. Aanmelding en uitgebreide inlichtingen bij: Kees Bunschoten. Telefoon: 0528371551 en 06 53502280, email
[email protected] OPROEP van Henk Hoogink Missie volbracht door “veteraan met een missie”. Bericht van het lid van onze vereniging Henk Hoogink. De eerste kraamkliniek in de Baliemvallei van de Indonesische provincie Papua in Indonesië (voormalig Nederlands Nieuw-Guinea), is een feit! “Het is gelukt! Amelia het is gelukt! We hebben een kraamkliniek gebouwd!” Dit waren de eerste zinnen van de toespraak van Henk Hoogink, voorzitter en oprichter van Stichting Manusia Papua in Doesburg. Henk is oud-marinier en Nieuw-Guinea veteraan en Amelia Jigibalom is een autochtone verpleegkundige uit Wamena, de hoofdplaats van de afgelegen Baliemvallei, waar de kraamkliniek is gerealiseerd. Vier jaar geleden informeerde zij Henk over de extreem hoge kindersterfte in de regio en vroeg of Stichting Manusia Papua wilde helpen een kraamkliniek te bouwen om daarmee die kindersterfte en complicaties onder zwangere vrouwen terug te dringen. Die kraamkliniek is nu een feit en pronkt met haar glimmend blauwe dak-bedekking in de groene Baliemvallei. Op 15 oktober 2011 was de officiële opening, compleet met speeches van bestuurders, dominees, Amelia en Henk, een optreden van een dans- en muziekgroep en natuurlijk een authentieke “bakar batu”. Honderden mensen aten de vier varkens die met blad -en knolgroenten, in smoorkuilen met hete keien waren gaargestoomd. De stichting blijft verbonden met de kraamkliniek om een bijdrage te blijven leveren aan een optimalisatie van het doel van de kliniek. Er is bijvoorbeeld nog een auto nodig die geschikt is om zwangere vrouwen die in afgelegen dorpen wonen, te bezoeken en te vervoeren. Er moet ook nog een keuken worden gebouwd en de plannen voor een uitbreiding van de kliniek liggen ook al in de lade. U kunt Stichting Manusia Papua helpen om Amelia te steunen de kraamkliniek te exploiteren, door een financiële bijdrage over te maken op giro: 8374403 t.n.v. Stichting Manusia Papua, Doesburg, o.v.v. “kraamkliniek”. Bezoek de website: www.stichtingmanusiapapua.nl om filmpjes/ foto’s te
27
bekijken en speeches te lezen over de opening en andere informatie over dit aansprekende project. Dit project wordt mede ondersteund door: Donateurs van Stichting Manusia Papua, Nederlands Comité voor Duurzame Ontwikkelingssamenwerking (NCDO), Frisian Flag Indonesia, Eureko Achmea Foundation, Rabobank Share4more, Protestante Kerken van Velp, Burgh, Eibergen, Zaandam, Rekken, Angerlo en de lokale overheid in Papua. Van de REDACTIE Onderscheidingen
De redactie van de Nieuwsbrief wil graag op de hoogte worden gehouden van het verkrijgen van Koninklijke en Militaire Onderscheidingen door leden van onze Vereniging. De redactie wil het verkrijgen van een onderscheiding graag in de Nieuwsbrief vermelden. Daarom vragen we onze leden om ons op de hoogte te houden. Een verkrijger van een onderscheiding kan het zelf aan de redactie melden maar ook anderen kunnen ons hierop attenderen. We plaatsen het bericht het liefst met een foto van de uitreiking van de onderscheiding aan betrokkene. Een melding kunt u doen rechtstreeks naar de redactie (zie colofon) Teksten overlijdensberichten
Als aan het bestuur of leden van de sociale commissie daartoe een verzoek wordt gedaan plaatst de redactie een aparte tekst voor overledenen Sociale commissie
Als u contact wilt met een lid van de sociale commissie kunt u het voor u dichtst bij wonend lid van deze commissie vinden in de lijst aan de binnenkant van de omslag van deze Nieuwsbrief. Voor de namen van de leden van de sociale commissie ziet de binnenzijde van de omslag. Voor de Nieuwsbrief
•H ebt u een verhaal van toen of van nu (met foto’s) over Nieuw-Guinea. . Hebt u hierover iets interessants te melden neem contact op met de redactie. De redactie bekijkt dan of het geschikt is voor plaatsing in de Nieuwsbrief. Meegestuurde foto’s worden altijd geretourneerd. • De redactie wil graag in het bezit komen van foto’s van gebruikt materieel (voertuigen, wapens, uniformen e.d.) op Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945-1962. • Ook vermeldingen van sportprestaties van onze leden nemen we graag op als ze echt bijzonder zijn. • De redactie vraagt om adverteerders in onze Nieuwsbrief. Als u een gegadigde weet laat hem of haar dan contact opnemen met de redactie. (adres zie colofon) Reactie op Nieuwsbrief 35
Op bladzijde 22 van Nieuwsbrief staat een foto met de vraag: wie zijn deze makkers? Een van hen naast Rene Smit is Rinus Mooijweer uit Putten (Redactie)
28
Boeken rubriek De redactie wil in deze rubriek voor veteranen interessante boeken vermelden Nieuw-Guinea 50 jaar later
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat Nederland door de Verenigde Staten gedwongen werd het laatste rijksdeel in de Oost, Nederlands Nieuw-Guinea, op te geven. De Amerikanen kozen in 1962 uiteindelijk vóór Indonesië en tegen Nederland, tégen een uiterst loyale bondgenoot. Een voor de Papoea’s fatale vergissing, zoals zou blijken. In dit jaar 2012 zullen er tal van herdenkingen zijn en zullen de media de gebeurtenissen in Nieuw-Guinea van een halve eeuw geleden gaan beschrijven en belichten met de kennis van nu. Reden voor uitgeverij U2pi om de bestseller van Andreas Schelfhout, de Zomer van 1962, opnieuw uit te geven, maar aangevuld met vele foto’s en uitgebreid met niet eerder vertelde verhalen en feiten. Met veel onderkoelde humor en een scherp gevoel voor detail beschrijft Schelfhout in zijn boek de aanloop, de reis naar en de gebeurtenissen in Nieuw-Guinea en creëerde daarmee een indringend, onthutsend tijdsbeeld. Want zo werden de Papoea’s in de steek gelaten. Het boek kent een opmerkelijke inleiding van drs. Hans Hillen, minister van Defensie. Alle Nieuw-Guinea veteranen, maar eigenlijk alle Nederlanders, moeten dit bijzondere boek in hun boekenkast hebben. ISBN 978-90-8759-244-8. Verkrijgbaar in iedere boekhandel in Nederland en Vlaanderen. Prijs €16,50 De Terugkeer
Het stripboek gaat over de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost Azië en de Indonesische onafhankelijkheid en wordt als Nationaal Tekenaar Eric Heuvel en scenarioschrijver Ruud van der Rol geven in dit boek een indruk van de koloniale samenleving in vooroorlogse Indië. Dit werd door de makers gedaan in de vorm van een stripboek voor jongeren. De versie voor de scholen heeft een educatief katern. Informatie Uitgeverij Luitingh, Amsterdam tel. 020-5307340. www.uitgeverijluitingh.nl Informatie: www.indischherinneringscentrum.nl Verget ons niet
Een speurtocht naar unieke dia’s uit 1962 rond de strijd op Nederlands Nieuw-Guinea tegen Indonesische infiltranten, bracht de auteur in 2004 in aanraking met het Papoea Vrijwilligers Korps (PVK) Op zoek naar literatuur over dit intrigerende korps bleek dat er slechts marginaal over was gepubliceerd. “Verget ons niet”. Met deze woorden besloot
29
op 7 februari 1963 Papoea soldaat Marere t een brief aan zijn voormalige pelotonscommandant in Nederland. Met dit boek hoopt de auteur < Casper van Bruggen> enigszins gehoor te geven aan deze hartenkreet en het PVK aan zijn “vergettelheid”te onttrekken. Casper van Bruggen (1966) schreef al diverse artikelen rond de strijd op Nederlands Nieuw-Guinea. Sinds 2010 is hij conservator bij het Legermuseum. MUSEA De redactie wil in deze rubriek voor veteranen musea en interessante tentoonstellingen vermelden. Heeft u een aardige beschrijving van een militair museum in uw buurt, stuur dat dan aan de redactie. We maken er dan een artikel van Op de Friese Kop van de Afsluitdijk vindt u een speciaal stukje vaderlandse oorlogsgeschiedenis, namelijk de Vesting Kornwerderzand. De enige plaats in Nederland, waar in mei 1940 de Duitse opmars tot staan werd gebracht. Kazemat is een vervangend woord voor bunker, want u kunt zich voorstellen, dat het Nederlandse leger in een tijd van Duitse dreiging geen benamingen wenste te gebruiken, die ook in het Duits werden gebezigd. Het woord kazemat is afgeleid uit de Romaanse talen, onder andere uit het Spaans, van de woorden “Cas Matar” : “Huis om te doden”. In de meidagen van 1940 bestond de fortificatie uit 17 van deze kazematten. Tijdens de bezetting bouwden de Duitse bezetters er 4 bunkers bij, om daarin zwaarder geschut te kunnen plaatsen. Dit uit voorzorg tegen een Russische doorbraak naar het westen, toen in 1943 de Slag boven Engeland en de strijd in Rusland verloren dreigde te worden. Nu zijn er 5 Nederlandse kazematten en 1 Duitse bunker voor het publiek opengesteld. Stijl en inrichting van de kazematten zijn zoveel mogelijk gelijk aan die van de meidagen 1940. Voorafgaand aan de rondgang door het museum, kunt u in de splinternieuwe filmzaal een film bekijken, waarin 4 Veteranen die in mei 1940 dienst deden in de Vesting Kornwerderzand “hun verhaal” vertellen. U krijgt dan een heel aardig idee van de situatie die ontstond, toen de kazematten werden gebombardeerd en aangevallen. Bij de rondgang door het museum, krijgt u een goede indruk van hoe het was om als militair tijdens de mobilisatie en de Duitse inval, hier te moeten leven. U ziet de slaapplaatsen; de originele telefooncentrale; de keuken in de keukenkazemat, waarin voor 225 man een eenvoudige maaltijd kon worden bereid; de uitgebreide wapencollectie en een heuse periscoop, waarmee de omgeving kan worden geobserveerd. Ook vindt u in kazemat V een expositie over het Verzet in Friesland en de droppings vanuit Engeland met het mysterieuze verhaal over het “Englandspiel”. De Koninklijk Marine kwam tijdens de Duitse aanval, de Vesting Kornwerderzand te hulp met de kanonneerboot “Johan Maurits van Nassau”, hierover vindt u alles in kazemat XIV. Voor de jeugd is er het spannende spel “Geheim Agent”, met een passende beloning na een succesvolle afronding. Henk Cieraad. Marketing en PR. Henk is lid van VNNGM
30
Het museum is geopend van 1 mei tot en met 31 oktober op woensdag en zaterdag van 10.00 – 17.00 uur. Op zondagen (alleen in juli en augustus) van 13.00 - 17.00 uur. Voor groepsbezichtigingen met een rondleider is het museum het gehele jaar door geopend na afspraak. 06-81246870 en 0517-452852 de heer Ton Henni. www.kazemattenmuseum.nl Bezoek de expositie “Van Slagharen tot Merauke”
“Van Slagharen tot Merauke” is een expositie over NieuwGuinea in het streekmuseum in Slagharen in de periode 2 april tot 26 oktober 2012. Museum “Het Oale Meestershuus” Herenstraat 24 te Slagharen Geopend: maandag van 13.30 – 16.00 uur. Overige dagen van 10.00 – 16.00 uur. Zaterdag en Zondag gesloten.
[email protected] Telefoon 0523684111 Bericht van deze expositie ontvangen van het lid van onze Vereniging Gerrit van Faassen Museum Bronbeek Arnhem
Vaste expositie “Het verhaal van Indië” Museum Bronbeek en het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek hebben een nieuwe vaste tentoonstelling met de naam “Het verhaal van Indië” in het museum ingericht. De Nederlands koloniale geschiedenis in de Indonesische archipel staat hierin centraal. Vanaf 17 augustus2010 is deze tentoonstelling permanent geopend. Voor volledige informatie over dit museum raadpleeg de website www.bronbeek.nl Legermuseum Delft.
Voor volledige informatie over dit Museum raadpleeg de website www.legermuseum.nl Welke militaire musea zijn er nog meer in Nederland?
Hieronder vermelden we enkele van de musea. Informatie over deze musea is te vinden op internet. Militaire luchtvaartmuseum in Soesterberg www.militaireluchtvaartmuseum.nl Marine en mariniersmuseum in Den Helder www.defensie.nl/marine/cultureel Marechausseemuseum in Buren Stoottroepenmuseum in Assen Legermuseum in Delft Cavaleriemuseum in Amersfoort Artilleriemuseum in ’t Harde Bronbeek in Arnhem Kazemattenmuseum Kornwerderzand Mariniers Museum
www.marechausseemuseum.nl www.stoottroepers.nl/RSPB-Museum www.legermuseum.nl www.cavaleriemuseum.nl www.nederlandsartilleriemuseum.nl www.defensie.nl/cdc/bronbeek www.kazemattenmuseum.nl www.mariniersmuseumrotterdam.nl
31
32
Colofon De doelstelling van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Miltairen 1945-1962 is het bevorderen van de onderlinge contacten tussen de militairen, die in de periode 1945-1962 in de Nederlandse Krijgsmacht hebben gediend in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Het in de ruimste zin van het woord behartigen van de belangen van die militairen en hun families. Het herdenken van hen die gevallen zijn bij de vervulling van hun plicht, evenals van hen die, ten gevolge van, ongevallen of ziekten tijdens militaire dienst zijn overleden. De Vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen is aangesloten bij het Veteranenplatform. Beschermheer, tevens adviseur: Luitenant-generaal C.J.M. de Veer b.d.,
Voorheen Inspecteur-generaal der Krijgsmacht en der Veteranen. Algemeen adviseur: Kolonel L. Habraken b.d. Voorheen directeur van het Veteraneninstituut. Lid van verdienste: J. Peperkamp Ereleden:
A.S. Poortvliet H.P. Willemsen D. Willemsen-Hens Bestuur: C. Aarts, voorzitter (Rijen), A. Meurs, vice-voorzitter (Oosterhout), H. Vos, secretaris (Kerkdriel), J.H. van Hensbergen, penningmeester (Arnhem), C. van Vliet, organisatie Reünie (Winkel), A. Dielemans, organisatie Nieuwjaarsreceptie (Roosendaal), A.J. Bouterse, voorzitter Sociale commissie (Schagen) Contact Secretariaat: H. Vos Maasbandijk 11, 5331 KB Kerkdriel, telefoon 0418 633475 E-mail:
[email protected] Website: www.vnngm.nl Redactie Nieuwsbrief: J.H. van Hensbergen Ravelstraat 4, 6815 HB Arnhem, telefoon 06 53199548 E-mail:
[email protected]
37 03 mei 2012
Jubileumreis met jubileumavond op zaterdag 24 november 2012 met Wieteke van Dort in het voormalig KLM Hotel in BIAK.
Rondom het herdenken van het feit dat het vijftig jaar geleden is dat we Nieuw-Guinea verlieten, wordt een speciale reis georganiseerd door Indonesië reisspecialist MERAPI Tour en Travel in samenwerking met de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962. De basisreis is een verblijf van 7 dagen op BIAK en diverse excursies daar, Yapen en de omliggende eilandjes. Geprobeerd wordt om met de militaire autoriteiten afspraken te maken om ook de voormalige Marine en Luchtmachtkampen te bezoeken. In dit basispakket is ook de reünieavond met diner en het optreden van Wieteke van Dort opgenomen. Deze reis zal ongeveer € 2000 gaan kosten op basis van een 2-persoonskamer met logies en ontbijt. Rond de basisreis worden, afhankelijk van de belangstelling, reizen georganiseerd naar plaatsen als Jayapura en Sentani, Merauke, Fak Fak, Manokwari, Kaimana en de Wisselmeren. Ook kunnen bestemmingen als Asmat, Baliemvallei en de Raja Ampat eilanden worden opgenomen. Een zeer bijzondere reis is een cruise met de Matahari Ku vanaf Timika naar Biak. Deze cruise biedt slechts plaats aan 12 personen. Een eenvoudige cruise van Biak naar Sorong kan ook worden georganiseerd. Verlengingen en bijvoorbeeld een reis naar Bali kan op individuele basis worden geregeld.
Voor meer informatie: kijk op de website www.merapi.nl en klik op NNG Jubileumreis of bel: 06 53 2626 92