HC zd. 3 nr. 32 dia 1 deze zondag verzet zich tegen fatalisme als grondtrek van veel menselijk denken fatalisme wil zeggen dat het gaat zoals de goden besloten hebben jij kunt daar niets aan veranderen we kennen het uit allerlei uitdrukkingen: het komt zoals het komen moet ieder krijgt wat hem toekomt je moet er maar mee leren leven het zal vast ergens goed voor zijn het is een manier om dingen te verwerken vooral de dingen die niet gaan zoals je had gehoopt het is een manier om alles goed te praten ‘je moet er de vrolijke kant maar van bekijken’ ‘dingen zijn niet fout, alleen een beetje moeilijk’ zeker hoef je je er niet schuldig over te voelen ‘jij kunt er ook niets aan doen’ ‘het moest nu eenmaal zo zijn’ zo proberen we onszelf tot rust te brengen ‘je moet het maar gewoon accepteren, dat is het beste’ deze manier van denken vind je bij allerlei religies als voorbeeld noem ik de Islam: ‘als Allah het wil’ gebeurt het, of niet maar ook in de evolutiegedachte is het sterk aanwezig de evolutie als een onontkoombaar proces van wetmatigheden alles wat mensen doen of denken wordt vanuit de evolutie verklaard soms zo sterk dat elke menselijke vrijheid wordt ontkend: wat jij denkt of voelt is alleen een chemisch proces in je hersenen in die extreme vorm wordt het niet door veel mensen gedeeld want ik wil wel zelf kunnen kiezen ik wil zelf de controle over mijn leven maar als dat niet lukt trekken we ons graag terug op het fatalisme: ‘sommige dingen heb je niet in de hand’ ‘domme pech, kan gebeuren’
03.32
1
ook christenen blijken er telkens gevoelig voor vandaar dat ik er hier aandacht aan geef ik merk dat sommigen denken dat het de juiste manier is dat het hoort bij ons geloof we formuleren het alleen beetje anders niet ’de goden hebben het zo besloten’ maar ‘God heeft het blijkbaar zo gewild’ de toepassing blijft echter dezelfde: het zal vast ergens goed voor zijn en jij hoeft je er niet schuldig over te voelen dia 2 ik merk ook dat niemand daar echt gelukkig van wordt het zijn ‘dooddoeners’ het geeft geen hoop wees daarom blij met het evangelie van zondag 3: je hoeft het kwaad niet te accepteren want God zal het kwaad nooit accepteren het kwaad hoort er van oorsprong niet bij God heeft alles goed geschapen God heeft speciaal de mensen goed geschapen dat het kwaad er toch is, komt niet omdat God dat nodig vond maar omdat mensen zich van hem hebben losgemaakt de val in de afgrond daar moet je op geen enkele manier vergoelijkend over doen het is een breed bederf beter kun je je hoop vestigen op de Geest van God die alles nieuw kan maken heel anders dus dan de evolutiegedachte ons laat geloven dat het kwaad in de wereld er altijd al geweest is dat het kwaad in de wereld er gewoon bij hoort dat het kwaad dus eigenlijk geen ‘kwaad’ is want het betekent ook dat je niet moet verwachten dat het ooit anders wordt je mag gerust dromen over ‘een betere wereld’ maar in principe blijft het zoals het is dit is de wereld zoals we die van de evolutie hebben meegekregen hier moet je het mee doen fatalisme ten top!
03.32
2
God in de hemel laat ons weten dat hij daar heel anders over denkt dit is niet de wereld zoals hij die had bedoeld die is niet de wereld zoals hij die gemaakt heeft pijnlijk wordt dat onder woorden gebracht in Genesis 6 : 6 hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst dus niets van ‘accepteren dat het soms anders gaat dan je had gehoopt’ God accepteert het niet hij komt juist met het harde middel van de zondvloed het verhaal van Noach is bij ons een populair kinderverhaal geworden gezellig samen in de ark leuk al die dieren die worden gered maar het is van oorsprong een gruwelijke geschiedenis de mensheid die Gods goede schepping zo heeft bedorven dat het stoppen moet er is geen andere oplossing dan een massale verdrinkingsdood inderdaad laat de ark van Noach zien dat de HERE tegelijk verder wil hij wil het kwaad vernietigen hij wil zijn schepping redden alleen lijkt dat een onmogelijke combinatie: het kwaad is daarvoor te diep ingevreten vernietiging van het kwaad wordt dus vernietiging van de hele schepping niet alleen de mensen komen om ook de dieren en de vogels (vs. 7) wanneer God toch een paar mensen in leven laat, zie je het vervolg al aankomen: straks na de zondvloed gaat het bederf gewoon weer verder het wordt pas echt anders wanneer God zijn Zoon in de wereld brengt hij overwint het kwaad door goed te doen hij vernietigt het kwaad in zijn eigen sterven deze Zoon van God verwachten wij om zijn werk te voltooien dat zal nog heftiger zijn dan de zondvloed: hemel en aarde zullen in vlammen opgaan maar het zal ook beter zijn dan in de ark: de Geest van Christus zal zelfs de laatste zonde wegdoen het zal zo goed zijn als in het begin een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
03.32
3
dia 3 om die hoop te bewaren mogen we niet meegaan in het fatalisme van onze wereld ook niet met een christelijk sausje kijk dus uit hoe u verwerkt wat de Catechismus zegt in zondag 1, 9 en 10: dat alle dingen ons uit Gods Vaderhand ten deel vallen en dat hij alles zal laten meewerken voor ons heil ga dat niet veralgemeniseren dat alle dingen dus gaan zoals God het wil en dat het voor alle mensen wel goed komt dat is niet waar! dia 4 het gaat om de bijzondere belofte die God ons geeft in verbondenheid met Jezus Christus zoals Jezus niet eerder kon worden gekruisigd dan God toeliet zo kan ook de duivel ons niets aandoen tegen Gods wil zoals het kruis voor Jezus de wissel werd naar leven en overwinning zo wil God ook voor ons alles inzetten voor ons behoud dus als u iets overkomt: ga het niet berustend goedpraten maar ga vurig bidden tot de Vader van Christus Jezus hij zal ons bevrijden van alle kwaad het geeft ons de moed om zelf ook aan te pakken te vechten tegen de duivel met al zijn kwalen maar ook te vechten met het kwaad in onszelf een fatalist hoeft niet te vechten ‘je kunt er toch niks aan veranderen’ een christen vecht wel tegen alle misstanden in de wereld maar ook tegen zijn eigen zonden want wij hebben in Christus nieuwe hoop gekregen dat het door zijn Geest wel degelijk anders kan dat het bij Christus’ komst ook werkelijk anders wordt
03.32
4
dia 5 ik wil dat toespitsen op onze bezinning over homofilie waar meer over te zeggen valt dan ik vandaag zal doen maar zeker ook dit aspect is van belang de kerkelijke moraal rond homofilie wordt vaak zo verwoord: ‘je mag het wel zijn, maar je mag het niet doen’ de meeste mensen vinden dat een kromme redenering en terecht maar wat is er krom aan? de fout zit juist in het eerste deel van de zin: ‘je mag het wel zijn’ dat is namelijk weer het fatalisme: je bent zoals je moest zijn je bent zoals God het bedoeld heeft je bent dus goed zoals je bent logisch dat je er dan ook naar leven wilt maar God zegt nadrukkelijk dat we niet goed zijn zoals we zijn hij had ons heel anders bedoeld! wel zegt hij dat we nu bij hem mogen komen zoals we zijn namelijk om door de Geest van Christus vernieuwd te worden! dia 6 dat geldt voor alle mensen niet alleen voor homo’s wij allemaal zijn van onze geboorte bedorven we hebben ‘wedergeboorte’ nodig we moeten ‘opnieuw geboren’ worden en gelukkig is dat nu mogelijk door de Geest van Christus maar blijf dan niet hangen op jezelf ‘ik ben toch zo door God gewild’ God wil dat wij anders worden dan we zijn misschien zit daar een reden waarom onze wereld toegeeflijk is naar homo’s (tenminste: in theorie) want dan hoeven wijzelf ook niet te veranderen we laten homo’s graag geloven dat ze goed zijn zoals ze zijn want dan ben ik dus ook goed zoals ik ben in werkelijkheid worden homo’s nog altijd gepest en gemeden want inderdaad, ik ben natuurlijk goed iedereen die anders is dan ik, vind ik toch wel vreemd veel moeilijker is het om te erkennen dat ik zelf niet goed ben ik ben een geboren zondaar
03.32
5
het is werkelijk uniek dat David dat kon belijden na zijn zonde met Batseba (Ps. 51:7) ik was al schuldig toen ik werd geboren al zondig toen mijn moeder mij ontving David zei dat niet omdat het in de Catechismus stond zodat het wel gereformeerd klonk David zei het omdat hij door de Geest van God inzicht kreeg hoe diep het kwaad zich bij ons heeft ingevreten en dat je het niet kunt afdoen met ‘zo ben ik nou eenmaal’ en dus staan die woorden van David nu in onze Catechismus niet als vrome formule wel als harde waarheid tegelijk: als bevrijdende waarheid we hoeven het niet te doen met wat we nu zijn we hoeven het niet te doen met ons problematisch karakter we hoeven het niet te doen met onze zwakheden we mogen een beroep doen op de kracht van God! en nog steeds: dat is geen woord voor homo’s alleen het is een opdracht voor ieder en het is een troost voor ieder wel kun je zeggen dat God ons homo’s geeft om ons eraan te herinneren dat wij totaal moeten veranderen dat we allemaal de strijd moeten voeren daarom mogen we als kerk nooit afstand nemen van homo’s alsof zij ons brave leven komen verstoren we mogen ze ook niet aan hun lot overlaten door alles maar prima te vinden wat ze eventueel zouden willen doen beter kunnen we samen met hen voor God gaan staan als gevallen zondaren vanuit de diepte roepen we tot God in de hoge of hij ons redden wil dan zal hij komen door zijn Zoon om ons wezenlijk te veranderen dan wordt het nooit meer wat het was want het wordt eindelijk goed
03.32
6