HANDLEIDING TRAINERS DOEN! Doen! Met Doen! onderzoeken we in 40 gemeenten, wijken en dorpen/kernen op het platteland waar nog geen plattelandsjongerenvereniging actief is wat jongeren missen en willen. Samen met mensen uit de gemeente, het welzijnswerk en overige instanties onderzoeken we de wensen van jongeren op het gebied van activiteiten. Vervolgens wordt er één activiteit gekozen en uitgevoerd door de jongeren, die op hun beurt worden ondersteund door een coach. Uiteindelijk kunnen de organisatoren er voor kiezen om (onder begeleiding van de coach) een vereniging, commissie of werkgroep op te richten. De vereniging die ontstaat wordt ondersteund door Plattelandsjongeren.nl en kan actief bezig gaan met het organiseren van meer activiteiten voor jongeren in hun omgeving! De Doen! methode bestaat uit 5 trainingen waarin we jongeren opleiden tot coach om andere jongeren te ondersteunen om zelf activiteiten te organiseren in hun dorp of streek. Het ontwerp van de training is gebaseerd op de methodieken van de Gaan! training van plattelandsjongeren.nl, de Oasis‐Game van Fairground en de Top training van ICA.
De coachingstraining Doen! bestaat uit 5 workshopavonden die bedoeld zijn voor coaches, oftewel jongeren en/of stagiaires die nieuwe jongeren willen activeren en coachen voor hun eigen KPJ, of gewoon zin hebben om een activiteit te organiseren. Het idee van deze training is dat de coaches na elke workshop zelf een avond inplannen om de opdracht uit te voeren. Na ongeveer 10 weken zullen de jongeren hun zelf voorbereide activiteit uitvoeren.
Workshopaanbod 1. Werving en start: over de opzet van het project en de wederzijdse verwachtingen, succesfactoren bij werving en een plan van aanpak voor het werven van jongeren voor een zogenaamde participatieavond. 2. Activeren door middel van een participatieavond: over de basisprincipes van activeren en het ervaren en voorbereiden van verschillende onderdelen van de participatieavond, gebaseerd op de Oasis Game. (Deze workshop is mede ontwikkeld door Niels Koldewijn.) 3. Actieplanning: de coach krijgt een concreet stappenplan aangeleerd, zodat ze handvatten krijgen om jongeren op een creatieve en gestructureerde manier zelf aan het werk te zetten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle aanwezige kennis, vaardigheden en inzichten. (Deze methodiek is ontwikkeld en gegeven door Inge van ICA.) 4. Coachen: de coach leert basisprincipes van coaching en oefent met diverse begeleidingssituaties. 5. Continuering: deze bijeenkomst gaat over evalueren, blijven betrekken van de geactiveerde jongeren en aansturen van de groep jongeren op het opzetten van een blijvende jongeren‐commissie, vereniging of werkgroep waarbij wordt ingezet op gebruik van bestaande netwerken.
1
Het stappenplan
Vooraf Pj.nl kiest een dorp/wijk uit en stelt met de coach een startteam van 2‐4 jongeren, een jongerenwerker (en eventueel iemand van de gemeente) samen. Als je bij een afdeling van plattelandsjongeren.nl aan de slag gaat kun je overwegen de jongerenwerker en gemeente achterwege te laten, hoewel het ook een leuk positief effect kan hebben!
Week 1
Bijeenkomst 1: Kick‐off: uitleg traject en werving
Week 2
Aan de slag: coaches werven jongeren voor de participatieavond.
Week 3
Bijeenkomst 2: Participatieavond: ervaren en voorbereiden
Week 4
Aan de slag: coaches bereiden zelf de participatieavond voor en voeren hem uit.
Week 5
Bijeenkomst 3: Top© Actieplanning: hoe zet je jongeren zelf aan de slag?
Week 6
Aan de slag: coaches organiseren zelf de Top© Actieplanning.
Week 7
Bijeenkomst 4: Coachen: hoe coach je jouw jongeren?
Week 8
Aan de slag: coaches ondersteunen hun groep in het realiseren van de activiteit.
Week 11
Bijeenkomst 5: Continueren: evalueren en hoe behoud je je geactiveerde jongeren?
Week 12
Aan de slag: coaches organiseren de evaluatie, bespreken hoe de jongeren verder willen en begeleiden hen op wat meer afstand..
2
De methodieken van DOEN!
Gaan! Gaan! is ontwikkeld door Plattelandsjongeren.nl. Meer dan 50 afdelingen hebben deze training gevolgd en waren er erg enthousiast over. Binnen Gaan! werd een groep ervaren bestuurders in 4 workshops begeleid in het werven, activeren, begeleiden en behouden van nieuwe jongeren. Na iedere bijeenkomst gingen de deelnemers zelf aan de slag om daadwerkelijk jongeren te werven. Deze ervaring leerde dat dankzij deze methode de helft van de benaderde jongeren uiteindelijk actief werd als vrijwilliger.
Top®Jongeren De Top methodes zijn ontwikkeld door ICA Nederland, onderdeel van een internationale organisatie die werkt met Technology of Participation (ToP©). De door ICA ontwikkelde participatieve methodes zijn ontwikkeld om organisaties bruikbare methodes van participatieve planning en consensus vorming aan te reiken. Ze hebben als uitgangspunt dat er op een creatieve en gestructureerde manier gebruik wordt gemaakt van de aanwezige kennis, vaardigheden en inzichten.
Oasis‐Game De Braziliaanse organisatie Elos, bestaande uit een groep architecten en planologen, heeft in de afgelopen 10 jaar een methode ontwikkeld om in achterstandswijken samen met bewoners te komen tot empowerment. (Dat wil zeggen iemand meer “macht” geven op verschillende mogelijke manieren.) Door een sociaalveilige omgeving te creëren worden mensen samengebracht om hun gezamenlijke droom te realiseren. Het doel van een oasis game is het realiseren van de meest gemeenschappelijke droom van een wijk of dorp (oasis) op een interactieve, laagdrempelige en speelse manier (Game. zie ook de website www.oasisgame.nl)
Informatie deelnemers workshops/coaches Deelnemers aan de workshops van Doen! zijn hebben ervaring in het organiseren van activiteiten en willen leren om jongeren te werven en coachen. De te activeren jongeren zijn tussen de 14 en 20 en komen uit de regio waar de workshop georganiseerd wordt.
Uitgangspunten workshops Onder trainen verstaan wij het stimuleren van gedrag, vaardigheden en overtuigingen bij deelnemers. Wij willen niet uitgaan van de theorie die de trainer wil overbrengen, maar van de praktijk waarin de deelnemers zich bevinden. In alle workshops ligt de nadruk op: o persoonlijke benadering. o deelnemers zijn coach in plaats van organisator. o de ideeën van de jongeren staan centraal. o stap voor stap. De focus ligt op concreet gedrag en resultaat. De trainingen hebben het meeste resultaat als de bestuurders het geleerde na de training meteen toepassen in de praktijk. De basisgedachte is dat de deelnemers na workshop naar huis met het gevoel dat ze meteen aan de slag willen met de opgedane informatie. 3
De nadruk ligt op het verkennen van oplossingen in plaats van het verkennen van problemen. Na afloop stimuleren we dat de deelnemers het geleerde blijven toepassen. Er is extra aandacht voor implementatie van de activeringsmethodiek tijdens de follow‐up bijeenkomst. Daar wordt ook bekeken welke verdere ondersteuning gewenst is.
Aandachtspunten voor de trainers Neem altijd info, snoep en muziek mee, maak de ruimte gezellig, ben je bewust van hoe je de tafels en stoelen opstelt, welke muziek je draait en welke lichten je gebruikt. Zet de tafels en stoelen vooral niet in vergaderstand (= u vorm of veel stand van elkaar aan grote tafel). Gebruik energizers en cooling down momenten op het moment dat de groep het nodig heeft, deze staan niet in het programma maar in de bijlage. Leg de nadruk op dat vrijwilligerswerk leuk is. Geef de training ontspannen en probeer relaxed met tijd en onderwerpen om te gaan, hou wel duidelijk de rode draad vast. Ben geen juf of politieagent, probeer de groep op een andere manier te triggeren, hun aandacht vast te houden. Let op de personen, wie kan wat goed, geef daar complimenten over. Leg de nadruk op willen in plaats van moeten, ze hebben de keuze om vrijwilligerswerk te doen. Erken de problemen waar de jongeren tegenaan lopen. Probeer patronen te doorbreken. Straal uit wat je over probeert te dragen, geef het goede voorbeeld; o Denken in mogelijkheden, positief denken o Vragen stellen; luisteren, samenvatten, doorvragen o Structuur aanbrengen o Feedbackregels Geef mensen met meer ervaring meer verantwoordelijkheid bij opdrachten. Creëer ruimte voor ieder verhaal, houd dat wel binnen de perken, toon interesse. Geef voorbeelden uit eigen ervaringen. Maak een lekker interactieve workshop van, maar houd de tijd in de gaten. Neem altijd muziek mee, weet dat je daarmee de sfeer bepaald, dus kies relaxte muziek uit, ookal roept de groep dat ze top 40 willen.
4
Workshop 1: de kick‐off Na deze training willen de deelnemers meteen aan de slag met het nieuwsgierig maken en enthousiasmeren van nieuwe jongeren. Daarnaast weten zij de belangrijkste principes zijn van werven.
Planning
Kennismaking Uitleg PJ.nl & Doen! Op zoek naar jongeren Bepaal de boodschap, wat ga je jongeren vragen Maak een flyer Afronden & “Things to do”
30 min 20 min 20 min 20 min 15 min 10 min
Kennismaking (15 min) Als je gaat kennismaken, zorg dat er niet alleen namen en achtergrond wordt genoemd, maar zorg dat betrokkenen gelijk energie krijgen van de ontmoeting en in het onderwerp gezogen worden. Dat kan door iets anders van iedereen te vragen, zoals ‘wat zie jij graag gebeuren in dit dorp’ en door iets interactiefs te organiseren. Bijvoorbeeld: Leukste activiteit ooit: leg het activiteitenspel (van de PJO) met de plaatsjes naar boven verspreid op de tafel. De coaches lopen rondom de tafel en pakken zonder te praten een kaart welke hen doet denken aan hun leukste activiteit ooit. Vraag iedereen waarom ze die kaart hebben gekozen. Vat uiteindelijk alle info samen, wat maakt iets een toffe ervaring? Kun je een koppeling leggen naar wat jij graag zou zien gebeuren in de dorp of bij deze organisatie? Voorstellen trainer zelf; achtergrond en ervaringen. Kennismaking coaches, kies 1 van de 3 opties: o doe een namenrondje, vraag iedereen kort wat zij tot nu toe al georganiseerd hebben. o als de coaches elkaar al kennen, gebruik het kennismakingsspel, laat iedereen een kaart trekken en deze vraag aan iemand anders stellen.
Uitleg PJ.nl & project DOEN! (20 min) Prezi presentatie over PJ.nl/ PJO & DOEN! Herhaal de uitgangspunten en het doel van Doen! en hang de A3 hiervan op: Iedereen heeft een eigen motivatie om mee te doen aan Doen! (bespreek motivatiefactor van de coach om mee te doen aan Doen!) Persoonlijke benadering; je hebt de jongeren zelf gebeld en gevraagd naar hun interesse. Bij de volgende stap ga je ook weer uit van wat zij leuk en aantrekkelijk vinden. Rol coach; Wat houdt de rol van een coach in? De coach geeft sturing aan de avond en de jongeren gaan zelf plannen bedenken. Je bent dus meer coach als organisator. Tijdens het uitvoeren van elke opdracht staan natuurlijk de ideeën van de jongeren centraal. Dit doen we stap voor stap; je vraagt jongeren niet meteen om iets te doen voor de buurt, vanavond gaat het om enthousiasmeren en activeren en wel dat aan het einde van de avond iedereen mee wil doen. 5
We willen dus met een groep jongeren een activiteit gaan organiseren welke aansluit bij hun dromen/plannen /ideeën. Hierbij een paar voorbeelden waarbij ook activiteiten vanuit het niets zijn opgezet: filmpje Pimp my Block (Arlinde) om de groep te inspireren. We hebben gepraat met buurtbewoners, bestuurders, gemeentewerkers e.d. en daar kwam het volgende uit: Prezi presentatie die je vooraf hebt gemaakt naar aanleiding van je verkennende gesprekken en internet, mooie plekken in de buurt, wensen gemeente en welzijnswerkers. Bij een afdeling kun je hun site afstruinen naar activiteiten en foto’s, daar krijg je vast leuke verhalen en reactie op.
Op zoek naar jongeren (20 min) Het doel van dit project is het activeren en coachen van jongeren. Deze jongeren moeten we eerst gaan benaderen. Dat doen we op de volgende manier: maak allemaal afzonderlijk een namenlijst van zoveel in de leeftijd van 14‐20 jaar uit jouw netwerk voor deze participatie/debatavond. bespreek vervolgens alle namen met elkaar. Wie weet roept dit nog meer namen van jongeren op en ontdubbel de namen. Let op, schrijf alle namen op die je kent, bepaal niet zelf voor iemand of ze wel of niet mee willen denken! denk ook aan buurthuizen, hyves, gemeente, scholen, jeugdraad, plattelandsorganisaties uit je omgeving, jongerenwerk, eigen contacten, Keten, twitter, facebook, sportorganisaties, mensen uit je omgeving met grote netwerken etc. maak een totale lijst van namen en bepaal wie welke jongeren gaat benaderen. Laat jongeren die elkaar kennen door één persoon benaderen. Als jongeren weten dat een vriend ook komt, kan je ze makkelijker over de streep halen. En let bij de verdeling ook op wie welke jongeren het beste kent.
Bepaal de boodschap, wat ga je jongeren vragen? (20 min) We willen jongeren werven om een avond mee te denken over wat zij leuk en belangrijk vinden, oftewel, we gaan ze uitnodigen voor een participatie/debatavond om hun dromen te verkennen. Daarvoor ga je gesprekjes aan met verschillende jongeren, maar wat ga je nu precies vragen? Vorm duo’s door middel van het blind uitdelen van een memoryspel. Vertel op jouw eigen manier over de onderstaande tekst over dromen. Stel elkaar de volgende vragen (schrijf ze op een flapover): o wat zijn de mooie en leuke dingen/activiteiten aan jouw buurt/dorp/organisatie? o wat zie je graag gebeuren (wat is jouw droom/wens)? o denk je dat andere mensen dat ook willen? Bespreek na, hoe is het om over dromen te praten? Probeer in de nabespreken tot de tips over het benaderen van jongeren te komen (hang A3 op).
Maak een flyer (15 min) Leg verschillende flyers op tafel en vraag de groep welke hen aanspreekt en waarom. Bepaal de datum, tijd en de locatie van de participatiebijeenkomst, doe dit na workshop 2 en voor workshop 3. (nodig hier ook de gemeente en het jongerenwerk voor uit!) Formuleer een gezamenlijke boodschap en maak de opzet voor een flyer/uitnodiging, laat ook het voorbeeld van pj.nl zien en vraag iedereen zijn/haar e‐mailadres en mail deze na de bijeenkomst naar alle coaches. (Je vraagt jongeren om een gezellig avond mee te denken over hun vrije tijd, hun wijk en hun leefomgeving, als ze deze willen beïnvloeden moeten ze komen er erbij zijn): o gebruik aansprekende taal, niet te officieel. 6
o o o o
vergeet niet de concrete informatie als datum, plaats, tijd. zorg voor beeld vergeet niet de kernvraag mee te geven ‘wat is jouw droom voor het dorp?’ presenteer het alsof het een feestje gaat worden.
Bedenk andere publiciteitsacties Maak een website, facebookpagina, eventpagina en verwijs daarnaar. Schrijf een persbericht Bel zelf de pers op om je event te promoten
Afronden & “things to do” (10 minuten)
Afsluiten bijeenkomst; ga de kring rond en vraag iedereen een tip en een top. “Things to do”: Iedereen benadert met zijn/haar startteam volgens de opdrachten minimaal 15 jongeren voor de participatieavond. De ervaring leert dat de helft ongeveer JA! zegt en daarvan 2/3 naar je avond komt. We streven naar minimaal 25 deelnemers op de participatieavond. Laat ze het zo concreet mogelijk maken: op datum x, tijdstip x (na de 2e workshop voor de 3e) is op plek y de Materialen workshop 1 participatieavond. Vergeet natuurlijk geen e‐mail en telefoonnummer te vragen! • Activiteitenspel PJO • Kennismakingsspel • Beamer, Laptop, Scherm, USB, Internet (indien mogelijk). Materialerkshop 1 Prezi of filmpje over PJ.nl & Doen! • Ac•tiviteitenspel PJO • Filmpje: Pimp my Block, NJR • Geplastificeerd A3: o met uitgangspunten Doen! o Tips benaderen • (Eventueel: Prezi over de organisatie/ buurt/ het dorp) • Memorie, of 10 x 2 dezelfde plaatjes of kaarten • Voorbeeldflyers • Basisopzet flyer • Altijd: trainersmap, (extra) deelnemersmappen, schilderstape, pennen, stiften, dikke stiften, plakflapovers, A4‐tjes, schaaltjes, snoep, paars geblokt tafelkleedje, boxjes, verlengsnoer, muziek.
7
Workshop 2: Participatieavond Na deze training weten de coaches hoe ze een participatieavond kunnen organiseren en dat ze jongeren zelf aan de slag kunnen krijgen door hen de regie te geven, hun ideeën serieus te nemen en zelf actief mee te doen.
Planning
Nabespreken werving Participatieavond doorlopen Nabespreken participatieavond Voorbereiden participatieavond Facilitator‐Coach Cooling down Afronden & Things to Do
15 min 60 min 15 min 30 min 10 min 5 min 5 min
Nabespreken werving (15 min) Hoe ging het benaderen van de jongeren? Wat waren de reacties? Wat ging goed? Wat zijn de uiteindelijke resultaten van jouw acties? De eerste stappen zijn gezet en zoals ik het hoor met succes! Jongeren zijn enthousiast en nieuwsgierig geworden. Dit komt vooral door jullie persoonlijke en positieve benadering!! Dat is heel belangrijk bij het activeren van jongeren. De jongeren nieuwsgierig maken. Vandaag gaan we door met het bedenken van de participatieavond en het enthousiast krijgen van jongeren, zodat ze ook iets willen organiseren. We hebben nog steeds dezelfde uitgangspunten: persoonlijke benadering; je hebt de jongeren gevraagd naar hun interesse. Bij de volgende stap ga je ook weer uit van wat zij leuk en aantrekkelijk vinden. jullie geven sturing aan de avond en de jongeren gaan zelf plannen bedenken. Je bent dus meer coach als organisator. tijdens de avond staan natuurlijk de ideeën van de jongeren centraal. dit doen we stap voor stap; je gaat jongeren namelijk niet gelijk vragen om actief te worden, vanavond gaat het om enthousiasmeren en activeren en wel dat aan het einde van de avond iedereen mee wil doen. Ze willen er namelijk bij horen!!
Participatieavond doorlopen (60 min) Zorg dat de groep zich verplaatst naar het gedeelte waar “de grote participatieavond” zal vinden. (Het doel van het verplaatsen van de mensen is dat ze opnieuw alert worden.) Zorg ervoor dat al het materiaal (voor aanvang van de training) klaar staat, dat er drinken/lekkers is en dat de zaal een gezellige opstelling heeft. Let op dat je de jongeren centraal stelt, dus betrek ze, stel vragen en luister naar het antwoord.
8
Het is de bedoeling om door deze participatieavond opzet coaches bestuurders te motiveren, een structuur aan te dragen en ideeën te geven over hoe zij creatieve middelen in kunnen zetten.
9
1. Entree Bij binnenkomst hangen er twee grote flapovers waarop staat, de antwoorden uit gesprekken staan hier al op, de uitkomsten uit de startbijeenkomst & nieuwe jongeren worden gevraagd ook wat toe te voegen: o de leuke dingen in de buurt. o wensen & dromen Ook laat je een beamer draaien met foto’s van verschillende leuke activiteit en projectideeën. Tips: neem de tijd en je programma niet te strak. doe het met z’n tweeën, samen sta je sterker voor een groep. creëer als mogelijk een cirkelvormige opstelling zodat je een gevoel van gelijkheid creëert en niet frontaal voor een groep staat.
2. Opening
o o
De coach heet iedereen welkom en vertelt waarom we bij elkaar zijn, om de buurt nog leuker, gezelliger en een fijnere plek om te wonen te maken. Kennismaking, ga in een kring staan, hou een bolletje wol vast en gooi dit bolletje steeds over en stel een vraag aan diegene naar wie je het bolletje gooit (vraagt ook diens naam). Als iedereen is geweest hang je 3 balpennen aan de touwen en zet je verspreid 3 bierflesjes neer, het is de bedoeling dat de pennen in de flesje komen zonder door allen het touw aan te raken. Nabespreken: je hebt elkaar nodig om het resultaat te bereiken. Geef een korte toelichting van de bijeenkomst, wat gaat er ongeveer gebeuren – mensen willen weten waar ze aan toe zijn: we gaan in 1,5 uur met elkaar aan de slag om een gezamenlijk plan te creëren winnen al jullie of een aantal van jullie dromen en ideeën verweven zitten. Uitleg Spinnenweb: Uitleg Spinnenweb: Nodig: bolletje touw, 3 flesjes, 3 pennen Nodig: bolletje touw, 3 flesjes, 3 pennen ze mogen de pen en het touwtje niet vas Iedereen gaat in een cirkel staan. tpakken de rest (lopen, praten, etc...) is toegestaan er is een bol touw dat overgegooid wordt en ieder die 'm vangt moet drie vragen beantwoorden; eventueel mag er een tijd opgezet worden ‐ observeer wat er gebeurt (wordt er gecommuniceerd, zijn er elke keer als iemand is geweest houdt hij/zij het touw vast en gooit 'm door. Het touw moet goed strak meegehouden worden. Zo ontstaat er een web. rdere leiders, etc...). n klaar is vraag vervolgens wat er nodig was om dit te realiseren (uhm... samenwerken!) als m ede facilitator schrijft ondertussen de dromen op een flap vervolgens kan de vraag toegevoegd worden, wat heb jij individueel ervaren en gedaan als iedereen is geweest (incl. begeleiders) is er een web aan touw en 1 facilitator om dit resultaat te be ha len? (sommigen moeten heel veel doen, andere juist touwtjes laten vieren, hoort ook bij bundelt op twee of drie plekken de touwen samen en bindt daar een verticaal hangend touwtje aan samenwerken) vast met daaraan een pen. op twee volledig andere plekken binnen de cirkel worden twee of drie flesjes geplaatst de groep krijgt de stelling voorgelegd dat als zij dromen moeten realiseren, moeten samenwerken. Om dat te oefenen moeten zij de twee pennen in de flesjes krijgen met de volgende regels; o ze mogen alleen het touw aanraken met de vinger waarmee ze het touw vast hebben o andere hand moet vrij blijven o ze mogen de pen en het touwtje niet vastpakken o de rest (lopen, praten, etc...) is toegestaan eventueel mag er een tijd opgezet worden ‐ observeer wat er gebeurt (wordt er gecommuniceerd, zijn er meerdere leiders, etc...). als men klaar is vraag vervolgens wat er nodig was om dit te realiseren (uhm... samenwerken!) vervolgens kan de vraag toegevoegd worden, wat heb jij individueel ervaren en gedaan om dit resultaat te behalen? (sommigen moeten heel veel doen, andere juist touwtjes laten vieren, hoort ook bij samenwerken) 10
3. Jullie dorp Een korte presentatie door de medewerker van de gemeente, waaruit blijkt wat er allemaal al is, welke goede initiatieven, activiteiten, kunst en cultuur en bijzondere mensen er wonen. Vraag om een kort en levendig verhaal met foto’s en laat hem indien mogelijk prezi gebruiken. Als je bij een afdeling van Plattelandsjongeren bent, kun je er voor kiezen om één van de bestuurders een leuke presentatie over de activiteiten van de afdeling te laten maken. Refereer vervolgens naar de leuke dingen in de buurt volgens de bewoners en de wensen en dromen welke op de flap‐overs staan. Tips: check of de aanwezige groep nog ideeën heeft. geef de mensen een dikke stift om nieuwe ideeën toe te voegen. zorg dat iedereen het gevoel heeft dat zijn idee daar ook hangt. maak vervolgens een brug naar de eerste opdracht.
4. Het winnende idee – deel 1
Hoe meer mensen zich achter een idee scharen, hoe krachtiger het idee wordt. Deze vorm maakt een idee scherper, beter en sterker. Opdracht: geef iedereen 5 minuten de tijd om een leuke activiteit, idee of wens te kiezen, stimuleer mensen tot creatieve ideeën te komen, door met afwijkende voorbeelden te komen. Loop vervolgens door de ruimte en probeer medestanders te vinden voor jouw idee, de sessie is klaar als iedereen een koppel heeft gevormd. De koppels gaan in tweetallen hun idee sterker maken door beide ideeën te combineren of één verder uit te werken. Vervolgens gaan alle groepen weer rondlopen in de ruimte en proberen zij anderen te overtuigen om aan te sluiten bij hun idee. Er worden 4 tallen gevormd. Ga door tot je (afhankelijk van de groepsgrootte) 3‐5 ideeën over hebt. Laat ieder groepje hun idee presenteren/verkopen. Let hierbij ook op presentatie, je kunt muziek en kleding en flap‐overs, theater en alles gebruiken. Pauze van 10 minuten. Doel is ideeën laten bezinken en tijd hebben om een idee te kiezen. Tips: Zet lekkere muziek op als mensen bezig zijn. Bijvoorbeeld de grootste hits van de laatste tijd. Sluit af met een bedankje en een hoera voor alle ideeën Zet in de pauze de muziek aan en zet 3‐5 tafels klaar met evenveel stoelen als dat er deelnemers zijn.
5. Het winnende idee – deel 2 Na de pauze moet iedereen weer wakker worden en betrokken worden bij het proces van de avond, doe een snelle energizer. Leg om te beginnen uit wat er gaat gebeuren en wat de doelstelling is. De 3‐5 winnende ideeën worden verspreid over de tafels, geschreven op een flap‐over, de verzinner van de activiteit gaat aan de tafel zitten en zorgt dat alle uitwerkingen, ideeën en gedachtes worden opgeschreven. Alle jongeren verspreiden zich vervolgens over de tafels in gelijke aantallen en dan worden er in drie keer 10 minuten de volgende vragen besproken: 11
o visualiseer het idee: hoe ziet het eruit? welke mensen komen er op af en hoeveel? wat is de sfeer? wordt er muziek gedraaid? hoe ziet het eruit? etc. o wie en wat heb je nodig om het te realiseren? o wat zijn de eerste stappen die je kunt nemen om het mogelijk te maken? Presenteer vervolgens alle ideeën aan elkaar, verzamel iedereen rond een tafel of ga terug in de kring zitten, creëer gezamenlijkheid. Geef elkaar applaus en geef complimenten voor de toffe ideeën! Tips: presenteer de vragen stuk voor stuk op de beamer, want anders gaan mensen vooruit werken en dan is de ene groep sneller klaar dan de anderen. bij elke nieuwe vraag laat je een “zoomer” afgaan. als je mensen bij de eerste ronde vraagt het idee uit te werken kun je er ook voor kiezen om hun ideeën op schaal uit te laten werken. Maak schommels van kleine houtjes en touwtjes, banken van lego, etc… maak het leuk om te ontwerpen.
6. Kies je project Aan het einde laat je mensen kiezen met welk project ze aan de slag willen gaan. Doe dat door: laat de jongeren het leukste idee of de leukste twee ideeën kiezen door te stemmen, te klappen, fluiten, applaudisseren, staan/zitten, op stoel staan… vraag tenslotte wie dit idee mee willen uitwerken, maak een lijst met namen en maak met deze groep meteen een eerste afspraak. Tips: laat ruimte voor reacties, laat mensen hun gevoelens, aanvullende opmerkingen delen. zet de gekozen dromen op flaps en noteer gelijk de namen erbij
7. Afsluiting Sluit af door te vertellen wat er uitgevoerd gaat worden, dat iedereen ter zijne tijd een uitnodiging krijgt via de e‐mail en dat er voldoende tijd is om nog wat na te kletsen & te drinken. Perequette en high fives Zorg dan voor een energieke afsluiting: Perequette en high fives o Ga in een cirkel staan, schouder aan schouder. o atVraag iedereen om in een woord te zeggen hoe hij/zij zich voelt na deze avond o je sla een arm om de schouder van je buren o ktAls iedereen is geweest zeg je dat iedereen ter afsluiting alleen maar jou hoeft na te doen voor een leuke o je pa de knieën o bier voafsluiter. ordat je 5 mensen bedankt hebt met een high five’. Dit zorgt gegarandeerd dat je met enorm veel eo nergElke keer voordat je een beweging doet schreeuw je heel hard ‘perequetteeeeeeee!’ ie naar huis gaat. o vervolgens doe je een van de volgende variaties: o je slaat een arm om de schouder van je buren o je pakt de knieën van je buren vast o je pakt de enkels van je buren vast o je legt je hand op het hoofd van je buren o je draait je naar rechts en doet de polonaise o Elke keer als je perequette hebt geschreeuwd en de beweging hebt gedaan doe je een dansje op een leuk ritme (mag een hoog ‘lalalalalaaaaa’ gehalte hebben) o Ter afsluiting ga je met gestrekte arm naar het midden om alle handen op elkaar te krijgen voor een groepsyel o Schreeuw als afsluiter ‘niemand mag aan het bier voordat je 5 mensen bedankt hebt met een high five’. Dit zorgt gegarandeerd dat je met enorm veel energie naar huis gaat. 12
Nabespreken participatieavond opzet (15 min) Wat werkte? Wat werkte niet? Maak een mindmap aan de hand van de vragen en antwoorden. Probeer de antwoorden ook uit de groep te halen. Probeer uit te komen bij de aandachtspunten activeren, hang deze op: o gezelligheid o afwisseling o stap voor stap o jongeren centraal o actief o concreet Mindmapping Als je aan de slag gaat met het beantwoorden van de vragen over de participatieavond, zorg dat je het overzichtelijk op een bord of flipover noteert. Een goede methode om het overzichtelijk te houden en hoofd en bijzaken te scheiden is mindmapping . Een mindmap wordt opgesteld door eerst het centrale thema te bedenken en te noteren. Dit centrale thema wordt in het midden van het vel weergegeven. Vervolgens bedenkt en noteert men hieromheen de onderwerpen die een relatie met dit thema hebben. Aan elk onderwerp kunnen op dezelfde manier subonderwerpen worden gekoppeld, en zo door. Om het overzicht te behouden dienen de (sub)onderwerpen met steekwoorden of tekeningen te worden aangegeven en niet met hele teksten.
Voorbereiden participatieavond (30 min) Vertel dat de coaches volgende week ook zelf een participatieavond gaan organiseren, deze gaan ze nu voorbereiden en straks aan elkaar presenteren. maak een planning voor de participatieavond. verdeel taken en maak een materialenlijst. last but not least: laat de groepen hun bedachte avond presenteren; geef iedereen daarvoor een flap‐ over en stiften (10 minuten). Deel na iedere presentatie de deelnemerslijst uit en zeg dat ze deze voor de volgende bijeenkomst moeten doormailen. Alle organisatoren krijgen namelijk een T‐shirt van Plattelandsjongeren.nl of Doen?
Facilitator – Coach (10 min) Hang twee flapovers op met deze woorden erop en laat de deelnemers rondlopen en erop schrijven wat zij denken wat het betekent. Laat de daarna de volgende info lezen: Tips: zorg dat je een goede taakverdeling hebt en dat er iemand achter de schermen alles organiseert, zodat jij de facilitatorrol volledig kan oppakken. een facilitator is er voor de groep en moet; o het proces faciliteren en open laten aan de aanwezigen en niet zelf bepalen/sturen. o goed luisteren! o proberen je niet te laten overrompelen door negatieve energie (‘ah joh dat kan toch niet’) o overtuigd voor een groep staan en de groep durven oppeppen
13
zorgen dat iedereen gehoord wordt, let op de mensen die niet veel zeggen maar wel goede ideeën kunnen hebben. o als mensen niet uit hun woorden komen, help hen de juiste woorden zoeken. houd je handboek/draaiboek erbij, maar wees flexibel als dat nodig is dat je facilitator bent, betekent niet dat je los staat van wat er gebeurt. Wees eerlijk naar wat je voelt. o
Cooling down; (5 min) Laat iedereen zijn stoel omdraaien en erop zitten, stil zijn en naar de muziek luisteren...om even tot rust te komen en daarna goede afspraken te kunnen maken.
Evaluatie en “things to do”; ( 5 min) 1. 2.
Afsluiten bijeenkomst; ga de kring rond en vraag iedereen een tip en een top. “Things to do”: organiseer voor de workshop 3 de participatieavond, pak het A3 over activeren erbij en lees gezamenlijk de aandachtspunten door.
Materiaal workshop 2
Beamer, laptop, scherm, foto’s activiteiten (activiteitenspel foto’s en foto’s Oasis Game) Bolletje wol, 3 flesjes en 3 pennen. Prezi over de organisatie/ buurt/ het dorp Knutselmateriaal voor visualiseren ideeën: papier, plakband, stiften, lucifers etc. Geplastificeerd A3: o uitgangspunten Doen! o tips Activeren Altijd: trainersmap, (extra) deelnemersmappen, schilderstape, pennen, stiften, dikke stiften, plakflapovers, A4‐tjes, Schaaltjes, Snoep, Paars geblokt tafelkleedje, Boxjes, Verlengsnoer, Muziek.
14
Workshop 3: Actieplanning Jongeren organiseren met behulp van een coach zelf één of meerdere activiteiten en maken voor de realisatie daarvan gebruik van de Top© methodes.
Planning
Nabespreken participatieavond Doe de volledige Top methodiek Nabespreken Top methodiek “Things to do” (uitgebreid)
10 min 90 min 20 min 5 min
Nabespreken participatieavond (15 min) Begin met een open vraag hoe is de participatieavond gegaan? Hoeveel jongeren zijn er uiteindelijk geweest? Hoe was de sfeer? Wat was het leukste (moment) van de avond? Wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen? Wat is er uiteindelijk uit gekomen? (activiteit + aantal jongeren die verder willen) Complimenteer de deelnemers en refereren aan uitkomsten, wat goed ging en resultaten. Zorg ervoor dat je de resultaten opschrijft, hoeveel mensen waren gebeld, hoeveel zijn er gekomen en hoeveel gaan er mee activiteiten organiseren. Vandaag gaan we aan de slag met de Top methodiek, dit is een hulpmiddel om samen met de jongeren op een gestructureerde manier aan de slag te gaan. Als je deze methode volgt zal je iedereen betrekken, taken verdelen en een team creëren wat zelfstandig aan de slag gaat om de activiteit te organiseren.
Doe de volledige De TOP© Methodiek (90 min) Hang het volgende schema als A3 op en bespreek kort de stappen met de groep. Tijdens het komende 1,5 uur verwijs je steeds naar waar je in dit schema bent. Besteed vooral veel aandacht aan punt 5 en 6, oftewel de actieplanning en de kalender.
15
De TOP© Methodiek Context (randvoorwaarden) Bepaal met elkaar de randvoorwaarden en schrijf deze voor iedereen zichtbaar op. Denk aan soort activiteit, aantal en leeftijd deelnemers, waar, wanneer en hoe lang, beschikbaar budget, etc.naam activiteit,
Droomidee Je heb al gekozen wat voor soort activiteit jullie gaan organiseren, we gaan over de verdere invulling dromen/ brainstormen, pak de uitwerking van het winnende idee van de participatieavond erbij. Gebruik eventueel het activiteiten‐inspiratiespel voor extra inspiratie. Vraag de groep de activiteit te visualiseren en schrijf de elementen die genoemd worden mee op een flipover. Wat zijn de elementen van deze droomactiviteit? Hoe moet de activiteit of het resultaat er idealiter uit zien?
16
Reality check Kijk naar het activiteiten droom idee en leg deze onder andere langs de voorwaarden: Schrijf op een flapover bovenaan een plus en een min, oftewel benoem de +en (kracht en de voordelen) en de ‐en (zwaktes en gevaren). Je kunt proberen wat minnen weg te werken doordat de plus ook al genoemd is, of dat ze zelf al een oplossing noemen, geef aan dat dit een aandachtspunt is.
Commitment: wat gaan we doen? Verzin een naam, vat alles wat gezegd is kort samen, hebben we er zin in? Dan gaan we samen bedenken wat er allemaal moet gebeuren om dit te realiseren: 1. Leg het stappenplan van de workshop uit en vertel het doel 2. Stel vragen voor de warming‐up, gericht op de focusvraag
3. Individuele brainstorm, 10 ideeën & * bij de belangrijkste 4. Deel ideeën in kleine groepjes, schrijf de belangrijkste op, (in totaal max 30), in 3‐5 woorden, groot, 1 idee per vel. 5. Vraag om de ideeën, de duidelijkste eerst, vraag uitleg 6. Vraag om nieuwe kaarten en maak clusters 7. Hang bij ieder cluster een symbool 8. Vraag om nieuwe ideeën/ kaarten 9. Lees de focusvraag voor en geef de kaarten titels: 3‐7 woorden die de focusvraag beantwoorden 10. Vraag of er nog kaarten ontbreken, schrijf deze op en voeg toe. 11. Herhaal de focusvraag en de titels van de clusters 12. Doe de ORIB en sluit de workshop af
Zie Acties: brainstorm Hieronder zie je de opbouw van de consensus methode, oftewel de workshopmethode. Hou dit stappenplan aan, dan behaal je de beste resultaten. Hang eerste de volgende focusvraag op: Wat moet er allemaal gebeuren om activiteit/ resultaat x te bereiken? Doorloop vervolgens het stappenplan:
17
Kalender Ga met de clusters de planning in: Wk 1 Wk 2 Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Cluster 5 Cluster 6
Wk 3
Wk 4
Wk 5
Wk 6
Officiële zaken
Wk 1 Vergunning aanvragen
Wk 2
Wk 3
Programma
Opzet programma bepalen Offertes aanvragen
Publiciteit
Flyer ontwerpen
Mankracht
Financiën
Subsidie aanvragen
Materiaal
Wk 5
Wk 6
Wk 4 Contact politie/ brandweer
Catering regelen
Laatste check materiaal
Online verspreiden info Workshop leiders zoeken
Guerilla actie
Krant en tv bellen
Vrijwilligers regelen
Coördinatie Als alle taken uit de brainstorm op de planning zijn geplakt maak je taakgroepen, welke groep gaat welk onderdeel regelen. Deze subgroep buigt zich over hun taken en vult de planning zo specifiek mogelijk aan. Ondertussen voert de coach het schema in zijn computer in, deze stuurt hij na afloop naar iedereen op & print hij uit voor de volgende bijeenkomst.
Vier je succes Geef de groep complimenten dat ze zoveel gedaan hebben, geef een rondje weg en eventueel wat te eten. Maak meteen een afspraak voor de volgende keer en probeer energiek af te sluiten, zodat iedereen er zin in heeft om aan de slag te gaan. Gebruik Perequeteee hiervoor… 18
Daarna, laat iedereen lekker aan de slag gaan en zorg ervoor dat jij weet of alles wel gedaan wordt. Probeer de groep alles te laten regelen en hou jezelf op de achtergrond. Als je hiervoor handvatten wil, kom dan naar workshop 4.
Nabespreken Top methodiek (20min) Loop nog een keer de hele methode na, bij het onderdeel 5: brainstorm laat je de groep zelf de stappen op de juiste volgorde leggen. Geef iedereen een stap (papier met beschrijving & voetstap erop) en laat ze in de juiste volgorde gaan staan.
“Things to do” (5 min) Afsluiten bijeenkomst; ga de kring rond en vraag iedereen een tip en een top. “Things to do”: organiseer voor de volgende workshop de Top Brainstormavond met de jongeren die op de participatieavond hebben aangegeven dat ze willen helpen. o r)
Materiaal workshop 3
sticky wall (doek & lijmspuitbus) focusvraag A 5 papier, 50 stuks (snij vooraf A4 in stukken) dikke stiften (geen rood & oranje) 8 verschillende symbolen blaadjes met daarop: schrijf groot, niet klein zoals dit, gebruik 3‐5 woorden en 1 idee per papier 6 andere kleur blaadjes (naam cluster) Geplastificeerd A3: o schema Top methode o uitgangspunten Doen! o tips Activeren Kist met materiaal voor de coaches, per groep: o sticky wall (doek & lijmspuitbus) o focusvraag o A 5 papier, 50 stuks (snij A4 in stukken) o dikke stiften (geen rood & oranje) o A 5 jes met: schrijf groot, niet klein zoals dit, gebruik 3‐5 woorden, 1 idee per papier o 6 andere kleur blaadjes (naam cluster) Altijd: Trainersmap, (extra) deelnemersmappen, Schilderstape, Pennen, Stiften, Dikke stiften, Plakflapovers, A4‐tjes, Schaaltjes, Snoep,paars geblokt tafelkleedje, Boxjes, Verlengsnoer, Muziek.
19
Workshop 4: Coachen Na deze training weten de deelnemers dat jongeren verschillende kwaliteiten, ervaringen en motivatie hebben en dat zij daarop in kunnen spelen. De deelnemers kennen de basisprincipes over coachen en kunnen deze toepassen. De deelnemers hebben geoefend met diverse begeleidingssituaties. De deelnemers weten hoe zij jongeren kunnen ondersteunen bij het zelfstandig voorbereiden en uitvoeren van een activiteit.
Planning
Warming‐up Nabespreken TOP© Wat is coachen? Stel de juiste vragen Theorie Feedback Begeleidingsstijlen Rollenspelen Afronden &” Things to do”
15 min 10 min 10 min 20 min 05 min 20 min 30‐60 min 10 min
Warming‐UP (15 min) Nauwe band: met 2 personen: (nodig: 20 touwtjes a 70 cm). Geef iedereen een touwtje, deze moeten gekruist met 1 andere persoon aan de polsen worden geknoopt (voor verdere uitleg zie bijlage). We kunnen pas beginnen als iedereen weer los is van elkaar. Als het jongeren gelukt is om los van elkaar te komen. Laat je hen de anderen coachen, aanwijzingen geven zonder dat ze de oplossing geven. Bespreek dit na: hoe is het om zelf uit te vinden hoe het werkt? En als een ander het voordoet? Kreeg je de juiste aanwijzingen?
Nabespreken Top© (10 MIN) Hoeveel jongeren zijn er uiteindelijk geweest? Hoe was de sfeer? Wat was het leukste (moment) van de avond? Wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen? Wat is er uiteindelijk uit gekomen? (activiteit + aantal jongeren die verder willen) Complimenten aan de deelnemers en refereren aan uitkomsten, wat goed ging en resultaten. De jongeren hebben er zin in! Een aantal jongeren gaat aan de slag met het organiseren van…. Nu gaan jullie deze jongeren begeleiden zodat zij kunnen komen tot het voorbereiden en uitvoeren van de activiteit. Daarbij is het belangrijk dat de jongeren er plezier in hebben, dat zij zelf aan de slag gaan (en dat jullie het werk niet overnemen!) en dat de jongeren ook na deze activiteit, nog meer willen blijven doen! Ofwel activeren door middel van coachen. Vandaag gaan we dus aan de slag met coachen. Wat is dat en hoe doe je dat?
Wat is coachen? ( 10 min) 20
Opdracht: pak een flapover, schrijf het woord ‘coachen’ op de flap‐over en vraag aan de groep wat zij onder dit woord verstaan. Bespreek de onderstaande informatie vanuit de input van de groep. ‘Coachen is die stijl van begeleiden, waardoor anderen in beweging komen.” Het is de bedoeling dat de jongeren zoveel mogelijk zelfstandig activiteiten gaan organiseren. Geef de nieuwe jongeren het vertrouwen door ze de regie te geven en een coachende rol te nemen. Probeer je terughoudend op te stellen en laat hen bepalen wat ze willen en hoe ze het invullen. Het is immers hun activiteit. In de bedenkfase coach je door ze op gang te helpen en hun ideeën helder te krijgen. Je stelt vragen waarmee je ze aan het denken zet over de invulling van de activiteit, zonder zelf in te vullen of te oordelen. Nieuwsgierig in plaats van kritisch: wat zijn jullie precies van plan? In plaats van: “ zou je dat wel doen?” heb je een idee hoe laat je wilt beginnen? In plaats van: “ het lijkt me niet verstandig om pas om 23.00 uur te beginnen.” heb je al een idee voor locatie? In plaats van :”Ik weet wel een mooie locatie.” Als ze op gang zijn, blijf je in de gaten houden of het lukt. Waar nodig help je ze weer verder, door te luisteren en te vragen wat ze nodig hebben. Stel dus vooral vragen zodat zij nadenken over wat er allemaal moet gebeuren. Vertel dus niet wat ze moeten doen. Hierdoor stimuleer je veel meer het eigen initiatief en het activeert veel meer als dat je alles al voorkauwt. Het is altijd veel leuker om het gevoel te hebben dat je iets zelf helemaal zelf gedaan hebt. Een coach vráágt en vraagt dóór. Hij of zij geeft geen instructies of richtinggevende suggesties maar stelt vragen om het maximale effect te bereiken. Er zijn verschillende soorten vragen. Welk type het meest geschikt is, hangt af van je doel en van de situatie. Je kunt open, gesloten en suggestieve vragen stellen. Het is handiger om je vragen positief, opbouwend en open te stellen in plaat van afwijzend, suggestief en gesloten. Voorbeeld; wat een leuk idee! weet je ook al hoe je daar geld voor gaat verzamelen? In plaats van; wat een onrealistisch plan, dat krijg je nooit gefinancierd.
Stel de juiste vragen (20 min) We delen een stapel zinnen uit welke positief, opbouwend of open zijn. Of afwijzend, suggestief en gesloten. Er hangen twee vellen waarop deze termen staan. Vertel dat het bij coachen belangrijk is dat ze voornamelijk positieve, opbouwende en open vragen stellen. Dit in plaat van de controlerende; afwijzende suggestieve en gesloten vragen. Vervolgens moeten de deelnemers de zinnen op het bijpassende formulier hangen. In de nabespreking laat je een aantal zinnen herformuleren. Bespreek naar aanleiding van de controlerende zin “Houd je bek nou eens Merel” feedback en de feedbackregels en daarna LSD.
Feedback ( 5 min) Het kan natuurlijk gebeuren dat een nieuwe jongere ongewenst gedrag vertoont. Als je daarop feedback geeft bereik je het meeste resultaat als je de volgende stappen doorloopt: 1. Beschrijf gedrag dat je hebt waargenomen; ik zag, hoorde… Voorbeeld: niet: "jij luisterde niet naar de reactie van Peter" maar: "toen Peter reageerde op jouw voorstel, zag ik dat jij een sms'je verstuurde en je agenda bladerde." 2. Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft; ik vind, voel, ervaar… Laat je gevoel spreken. Voorbeeld: niet : "dat vind ik belachelijk." maar : "dat geeft mij het gevoel dat je Peter niet serieus neemt. Dat ontmoedigt mij om ook te reageren. " 21
3. Maak de stap naar de ander; begrijp je wat ik bedoel? Geef de ander de gelegenheid te reageren. Check of je boodschap is overgekomen en of de ander zich in jouw waarneming herkent. Voorbeeld: " herken je dat?" " klopt dit volgens jou?" "begrijp je wat ik bedoel?" 4. Eventueel: Geef advies voor alternatief gedrag In veel gevallen is het zinvol de feedback af te sluiten met suggestie of advies voor effectiever gedrag. Voorbeeld: " toen Peter reageerde op jouw voorstel, zag ik dat jij een sms'je verstuurde en in je agenda bladerde. Dat gaf mij het gevoel dat je Peter niet serieus nam en het ontmoedigde mij om ook te reageren. Begrijp je dat? Ik had het prettiger gevonden als je Peter had aangekeken, aantekeningen had gemaakt en zijn reactie had samengevat. Dan had ik me uitgenodigd gevoeld om ook te reageren."
Begeleidingsstijlen theorie (10 min) Als jongeren nog nooit iets georganiseerd hebben zul je ze anders moeten begeleiden als dat ze al heel ervaren zijn. Soms vergeet je wel eens dat je zelf ook nog niet alles kon toen je binnen de vereniging begon. Je hebt in de afgelopen jaren heel veel geleerd en bent je niet meer altijd bewust van wat je allemaal weet, ofwel geleerd hebt. Mensen zijn: gemotiveerd of ongemotiveerd (ofwel bereid); als iemand ongemotiveerd is probeer er dan achter te komen waarom dat zo is. Wil hij niet, of is hij niet kundig genoeg voor de taken en heeft hij meer ondersteuning nodig? onzeker of zelfverzekerd: als iemand onzeker is wil dat niet zeggen dat hij iets niet kan. Evenmin als iemand heel zelfverzekerd is hoeft het niet zo te zijn dat die persoon de taak kan uitvoeren (het kan ook zo zijn dat hij alleen denkt dat hij het kan). Onderzoek dit en pas je begeleiding hierop aan. ervaren of onervaren: iemand kan heel ervaren zijn in het organiseren van activiteiten binnen of buiten jullie club. Check wat voor ervaring iemand heeft, niet alleen via de club, maar ook uit werk, school, ander vrijwilligerswerk. Dat vereist verschillende aanpak, namelijk: instrueren; als mensen weinig ervaring hebben en zich afwachtend opstelt geef je gedetailleerde aanwijzingen (opdracht) en houd je nauwgezet toezicht op de taakuitvoering. motiveren, uitleggen; als de jongere niet voldoende ervaring heeft om zelf aan de slag te gaan, maar wel gemotiveerd is om mee te denken en werken, dan geef jij aan wat er moet gebeuren en geef je daarbij ruimte om mee te denken en vragen te stellen. Je betrekt de jongeren bij de uitleg; leg uit waarom je bepaalde beslissingen neemt en vraagt om reacties en suggesties. adviseren, samenwerken; de jongere heeft ervaring, maar is nog niet zelfverzekerd genoeg om alles zelf te regelen. Deel de verantwoordelijkheid voor besluitvorming. Moedig eigen inbreng en initiatieven aan en stel vragen over onduidelijkheden zodat de jongere zelf inzicht krijgt in de situatie. delegeren; de jongere is instaat op eigen initiatief te nemen, verantwoordelijkheid te dragen en zelfstandig te werken. Hij is gemotiveerd en overziet wat er moet gebeuren. Laat de jongere zelf aan de slag gaan, maar volg hem wel. Stel vragen als; wat heb je nog verder nodig om de taak te kunnen laten slagen?
Begeleidingsstijlen opdracht (10 min) Opdracht: Begeleidingsstijlen: de effectiviteit van een aanpak is niet alleen persoonsafhankelijk maar ook situatie afhankelijk. Vraag of de groep situaties kennen waarin ze een persoon hebben begeleidt. Als je
22
kijkt naar bovenstaande informatie, op welke manier heb je hem/haar begeleidt? En hoe zou het de volgende keer doen als je deze informatie meeneemt?
23
Voorbeelden, voor als er niets uit de groep komt: een jongere geeft aan dat hij de muziekinstallatie voor een feest wel zal regelen. Hij heeft dat ook op andere feesten al voor jullie geregeld en dat ging steeds prima. (Delegeren) een jongere heeft een vlotte babbel, is enthousiast en presenteert zich goed en duidelijk binnen de groep. daarom hebben jullie hem gevraagd om de creatieve avond te presenteren. Hij twijfelt of hij daartoe in staat is. (Adviseren) een jongere gaat bardienst draaien en heeft daar veel zin in. Hij heeft dit nog nooit eerder gedaan. (Motiveren) een jongere moet de vergunningen aanvragen en de EHBO regelen voor de brommercross. Hij heeft dat nog nooit gedaan en geeft aan dat hij niet weet waar te beginnen. (Instrueren)
Rollenspelen; oefenen, oefenen, oefenen (30 min‐ 1 uur) Stoelen staan in een kring. Om de beurt deel je aan 2 – 4 mensen een rollenspel uit, ze mogen blijven zitten in de kring (= laagdrempeliger). Nadat zij zijn uitgespeeld vraag altijd eerst hoe mensen het zelf ervaren hebben. Op die manier krijgen coaches eerst de kans om zichzelf feedback te geven. Dat is veiliger. Vraag vervolgens aan de groep: “Wie zou het anders aanpakken? ”. Roept iemand ja; laat dan de rol overnemen en uitspelen. Vraag niet, wie kan het beter of wie wil de rol van de coach overnemen en het anders doen. Zeg uitdrukkelijk dat ze elkaar niet mogen blokkeren en dus mee moeten gaan met wat de ander zegt.
Afronden & “things to do” ( 10 min) 1. Afsluiten bijeenkomst; ga de kring rond en vraag iedereen; wat vind je dat een volgende keer anders moet, wat moet blijven en eventueel; met welk gevoel ga je naar huis? 2. Afronden & “Things to do”, zie deelnemersmap.
Materiaal workshop 4
20 touwtjes van 70 cm, met schuifknoop Geplastificeerde zinnen open/ gesloten Kaartjes rollenspelen A3 tjes: o Uitgangspunten Doen o Aandachtspunten Coachen o Controleren – Coachen Altijd: Trainersmap, (extra) deelnemersmappen, Schilderstape, Pennen, Stiften, Dikke stiften, Plakflapovers, A4‐tjes, Schaaltjes, Snoep, Paars geblokt tafelkleedje, Boxjes, Verlengsnoer, Muziek.
24
o Workshop 5: Continueren In deze workshop leren de coaches hoe ze kunnen evalueren, hoe ze de geactiveerde jongeren kunnen blijven betrekken en hen kunnen aansturen tot het opzetten van een blijvende commissie, vereniging of werkgroep.
Planning
Nabespreken coachen Evalueren Continueren Hoe verder? Afronden en evalueren van het gehele Doen! Traject “Things to Do”
15 min 30 min 30 min 30 min 30 min 5 min
Nabespreken coachen (15 min) Na de opwarmer komt iedereen bij elkaar zitten. Vervolgens ga je iedereen even langs om kort reacties te horen over de afgelopen periode, gebruik eventueel onderstaande vragen.. Als de activiteit al geweest is, kom je waarschijnlijk vanzelf op continueren. Hoeveel jongeren hebben welke activiteit mee georganiseerd? Waar liep je tegenaan tijdens de voorbereidingen? Hoe was de activiteit? Hoeveel deelnemers waren er (opschrijven!) Hoe was de sfeer? Wat was het leukste moment? Wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen? Heb je al geëvalueerd of gevraagd wat de jongeren hierna willen? Gegevens checken; zie excel document afzet in de provincies. (Eventueel; via laptop foto’s van activiteiten jongeren kijken)
Evalueren (30 min) Of jongeren wel of niet nogmaals iets willen organiseren, vergeet nooit om na te praten over wat iedereen ervan vond, oftewel organiseer een evaluatie. Het doel is om boven water krijgen hoe de jongeren het organiseren hebben ervaren, wat ze van de ondersteuning vonden, om praktische tips en verbeterpunten voor een volgende activiteit op te doen en om de jongeren betrokken te houden. Oefenen met evalueren Leg de plastificeerde a5‐jes op tafel met daarop allerlei verschillende manieren om te evalueren. De uitleg van deze evaluatiemethodes kunnen de coaches in hun werkboek vinden. Laat alle groepen de evaluatie met hun groep kort voorbereiden en vervolgens presenteren.
25
Tips: zorg voor een veilige omgeving. Dat wil zeggen dat je op een rustige plek zit en dat iedereen mag zeggen wat hij vindt zonder dat daar een discussie uit ontstaat! houd de feedback regels in acht. geef complimenten, draag zorg voor een positieve benadering en gezelligheid, dat geeft energie. Als je een activiteit leuk afsluit zijn de jongeren makkelijker te actief te houden. stel concrete vragen. Zeg dus niet, wat vond je van de avond, maar vraag of de DJ goed was, de bardienst soepel geregeld en de aankleding goed verzorgd. help de deelnemers te denken in mogelijkheden. Vraag hen bijvoorbeeld als er iets niet goed ging, hoe het anders had gekund. Vraag door! zorg ervoor dat iedereen aan het woord komt. last but not least; schrijf belangrijke punten op en doe er wat mee!
Continueren (30 min) Het activeringstraject is afgerond. Dit betekent niet dat jongeren vanzelf actief blijven of worden. Wil je dat jongeren actief blijven en zelf nog eens wat gaan organiseren, dan zal je (zeker de eerste periode) initiatieven moeten stimuleren en contacten moeten onderhouden. Als je ervan uit gaat dat jongeren als ze eenmaal iets georganiseerd hebben zelf initiatief gaan nemen, dan mag je lekker verder dromen. Je zult er zelf actie op moeten ondernemen. Opdracht: Vraag eerst aan alle coaches/deelnemers wat zij onder continuering verstaan en of zij weten op welke manier ze actie zouden kunnen ondernemen. Wat hebben zij tot nu toe (ook bij andere activiteiten) al aan continuering gedaan?
Hoe verder? (30 min) Plattelandsjongeren.nl stelt zich ten doel dat deze groepen jongeren in een structurele vorm activiteiten blijven organiseren. Wij willen stimuleren dat deze jongeren actief blijven en een commissie van een bestaande vereniging worden of een eigen vereniging gaan vormen. Daarom is het na deze workshop nog niet helemaal afgelopen, we vragen jullie om een evaluatie te organiseren en daarin aandacht te besteden aan “Hoe verder?” Stel de volgende vragen in de evaluatie: vraag de jongeren na de evaluatie of ze nogmaals wat willen organiseren. wat zouden ze willen organiseren en voor wie? op regelmatige basis, in een werkgroep, losse klussen, in het bestuur, een eigen vereniging oprichten? schets ook wat mogelijk is binnen de organisatie, denk daar vooraf met de andere coaches over na. Denk daarbij niet alleen aan bestuurstaken, maar ook aan kleinere klussen zoals: o een bardienst draaien, een affiche maken, de website opleuken, het clubhuis verven. o eén keer per jaar een activiteit (mee) organiseren. o af en toe wat doen, maar niet in een vaste commissie. probeer ze warm te maken door; o naam te laten bedenken o logo maken & drukken op een T‐shirt o brainstormpje van nieuwe activiteiten o doelen voor een jaar stellen.
26
o iedereen vragen wat ze willen leren en welke taak ze zouden willen hebben, noem het CV building.
27
we verwachten dat de coach de nieuwe groep jongeren ondersteunt in het zelfstandiger worden. Dit houdt in dat je ze ondersteunt om zelf een vereniging op te zetten, zich aan te sluiten bij een vereniging als commissie en hen (dit keer op veel meer afstand) ondersteunt in het organiseren van een activiteit. als de jongeren door willen, maar dan meteen een afspraak voor een volgend overleg, geef ook aan de je nog wel bereikbaar bent voor vragen, maar dat je op iets meer afstand gaat coachen. Let op, laat het niet meteen los, zorg voor een goede overgang. Opdracht: laat de coaches de informatie in hun handleiding lezen en vervolgens de opdracht maken: wanneer gaan jullie evalueren en welke methode gebruik je daarvoor? wat gaan jullie doen om de jongeren te behouden? (check de lijst bij continueren) verzin een creatief bedankje voor de door jouw geactiveerde jongeren. bedenk met jouw team welke mogelijkheden je voor deze groep nieuwe actieve jongeren ziet; kunnen zij een werkgroep/commissie vormen, welke ondersteuning kunnen ze van jullie verwachten, een eigen vereniging opzetten, zijn er activiteiten waar ze op kunnen aansluiten enz.
Afronden en evalueren van het gehele Doen! traject (30 min) Rondje Beschrijf één ‘probleem’ waar je tijdens het activeren en coachen tegenaan bent gelopen. Waar hadden jullie meer over willen leren? Waarin en hoe willen jullie nog meer begeleid of ondersteund worden? De boom Deel de tekening van de boom uit. Laat iedereen 2 mannetjes inkleuren in verschillende kleuren. Eén mannetje welke staat voor hoe ze zich voelden voordat ze het DOEN! traject ingingen. Eén hoe ze zich nu voelen omtrent het activeren van nieuwe jongeren. Laat iedereen vertellen welke poppetjes ze waarom hebben ingekleurd en stel een aantal vragen ter verduidelijk; o waarom heb je deelgenomen/wat had je ervan verwacht? o zijn die verwachtingen uitgekomen? o wat was het meest/minst zinvol? o wat is er anders, vergeleken met voordat jullie aan het traject deelnamen? Ansichtkaart Iedereen krijgt een lege ansichtkaart waar ze hun adres op moeten schrijven en in het schrijfgedeelte een boodschap aan zichzelf. Deze boodschap gaat over wat zij mee willen nemen uit de Doen! training, wat willen zij zich over een paar maanden nog herinneren? Jij neemt de kaarten in en stuurt deze 2 maanden na de training naar hen op.
“Things to do” (5 min) geef aan dat het de bedoeling is dat zij de jongeren op steeds meer afstand gaan coachen, dat ze bij ons specifieke workshops kunnen inhuren om de jongeren te begeleiden, of inhoudelijk te versterken. Vertel ook dat ze jou altijd kunnen bellen als ze ondersteuning of inspiratie nodig hebben. gezamenlijke afsluiter zoals de stoel of een groepsfoto.
Materiaal 28
Eventueel laptop, voor foto’s activiteiten coaches. A5‐jes, met daarop verschillende manieren om te evalueren. Materiaal
Materiaal o o
Eventueel laptop, voor foto’s activiteiten coaches. A5‐jes, met daarop verschillende manieren om te evalueren. Ansichtkaarten/ groepsfoto, zelfde aantal als aantal deelnemers. A3; Uitgangspunten Doen! Aandachtspunten Evalueren en Continueren Gegevens afzet (om te controleren) Altijd: Trainersmap, (extra) deelnemersmappen, Schilderstape, Pennen, Stiften, Dikke stiften, Plakflapovers, A4‐tjes, Schaaltjes, Snoep, Paars geblokt tafelkleedje, Boxjes, Verlengsnoer, Muziek.
29
Bijlagen
30
Achtergrondinfo Oasis Game De historie De Braziliaanse organisatie Elos, bestaande uit een groep architecten en planologen, heeft in de afgelopen 10 jaar een methode ontwikkeld om in achterstandswijken samen met bewoners te komen tot empowerment. Het doel van Elos is deze methode wereldwijd te verspreiden en internationale community te realiseren. Door een sociaalveilige omgeving te creëren worden mensen samengebracht om hun gezamenlijke droom te realiseren. Het doel van een oasis game is het realiseren van de meest gemeenschappelijke droom van een wijk of dorp (oasis) op een interactieve, laagdrempelige en speelse manier (Game).
De Oasis Game Tijdens een oasis game speelt een team van bewoners en vrijwilligers ‘het spel’. Dit wordt in 6 dagen uitgevoerd, mogelijk verspreid over weekenden. Het team dat de oasis game speelt gaat constant de wijk in met opdrachten om bewoners te mobiliseren en te betrekken en uiteindelijk de ruimte te creëren voor hen om actief mee te dromen, mee te beslissen en mee te werken aan een gezamenlijk gedragen resultaat. Een oase is geslaagd als mensen zich versterkt voelen in het gevoel dat zij samen wat kunnen bereiken en dat de droom een spectaculaire (fysieke) vorm heeft gekregen in de wijk. De oasis game is opgebouwd uit 7 concrete stappen die doorlopen worden door een groep bewoners en vrijwilligers onder begeleiding van het oasis team. Het zijn stappen welke goed op elkaar aansluiten, bewezen en werkzaam zijn.
De 7 stappen zijn; Stap 0, voorbereiding; het werven van bewoners en vrijwilligers die meedoen aan de oasis game (20 man) Bouw een team en een cultuur van samen ‘strijden’ voor een betere buurt. Stap 1, appreciative gaze; het werken met de filosofie van het leren zien van bestaande schoonheden in dewijk en waarderend naar situaties kijken, i.p.v. vanuit problemen. Stap 2, the affection; werkelijk contact maken met mensen en op zoek gaan naar de mens achter de schoonheid. Er zit een dialoog element in waarbij men op zoek gaat naar ‘de mens’ in de buurman. Stap 3, the dream; het omschrijven van dromen voor de wijk, het vinden van talenten en fysiek inzetbare middelen om de droom te kunnen realiseren. Stap 4, the care; het samen creëren en op schaal maken van de collectieve droom. De gezamenlijke droom krijgt vorm tijdens een actieve participatie avond. Stap 5, the miracle; samen met buren, professionals, vrijwilligers het resultaat samen maken. Bouwen, klussen, verven, het onmogelijke mogelijk maken. Stap 6, the celebration; samen vieren. Stap 7, re‐generation; bewoners de tools meegeven om met dezelfde energie en spirit zelf nieuwe initiatieven te ontplooien.
Wat maakt de oasis anders?
31
De kwaliteit van het proces zit voornamelijk in drie elementen, namelijk de filosofie achter de oasis (het waarderende perspectief en denken vanuit dromen in plaats van problemen), de game (het op een participatieve en speelse manier betrekken van bewoners) en het snelle resultaat (directe uitvoering) wat een weerspiegeling is van hun dromen. De bottom up benadering, en het werken met bestaande middelen draagt hier aan bij. Een verrassend en sterk element aan de Oasis Game is het gebruik van eigen bronnen gebleken. Er wordt sterk gestuurd op eigen inbreng van materialen en talenten van bewoners zelf. Dit wordt meestal wel aangevuld met budget van de gemeente om er voor te zorgen dat het duurzaam, houdbaar en veilig is, maar het start met wat mensen nog hebben staan. Dit geeft ook een versterkt eigenaarschap over het resultaat. Het feit dat het resultaat daarmee op een speelse en snelle manier bereikt wordt, creëert een ‘we can do it’‐sfeer. In goed overleg en in goede voorbereiding met bijbehorende instanties creëert het snel een concreet resultaat wat in overleg goed onderhouden en behouden kan worden. Als laatste willen we de kracht van teambuilding en rituelen noemen; Gedurende het proces wordt er regelmatig (elke dag) gebruik maakt van teambuilding activiteiten die herhaaldelijk worden uitgevoerd om de positieve en speelse sfeer te versterken, De kracht hiervan kan alleen begrepen en ervaren worden door het te doen. In eerste instantie lijkt het soms een vreemd aspect van de oasis game, bij nader inzien blijkt het juist een van de grootste succesfactoren te zijn. We zullen hier alle zeven principes nog even verder ontleden, waarbij we stap 0 even overslaan.
Stap 1: Appreciative gaze – waarderende blik Methodologie: het werken met de filosofie van het leren zien van bestaande schoonheden in de wijk en waarderend naar situaties kijken, i.p.v. vanuit problemen. Dit vraagt van de oasis game speler eerst een interne shift. Filosofie: het cultiveren van een waarderende blik op een omgeving stimuleert het vinden van ‘points of light’ waar schoonheid van de bewoners zich manifesteert. Daarnaast is het cultiveren van een waarderende blik waardevol omdat er gewerkt wordt met wat er al is (rijkdom) i.p.v. wat er niet is (armoede). Tools: het in eerste instantie uitschakelen van je ogen om waarneming van andere zintuigen te stimuleren (d.m.v. blinddoeken bijvoorbeeld). Het in stilte en rust rondlopen in het gebied en schoonheid vastleggen in tekening, beeld, schilderen, etc…
Stap 2: Affection – het bouwen van relaties Methodologie: werkelijk contact maken met mensen en op zoek gaan naar de mens achter de schoonheid (die je gevonden hebt in stap 1). Er zit een dialoog element in waarbij men op zoek gaat naar ‘de mens’ in de buurman. Filosofie: het samenwerken aan een betere leefomgeving is leuker als je daarbij het beste van jezelf in kan brengen. Mensen kunnen het beste van elkaar bovenhalen in oprechte relaties en gesprekken. Ga in gesprek op zoek naar ‘de mens’ in de buurman en ontdek zijn/haar kracht die in te zetten is voor de buurt. Tools: non‐violent communication, ‘gewoon’ koffiedrinken, ga op zoek naar de mens achter de schoonheid – bel aan en spreek mensen aan op wat jij mooi vindt (zij waarschijnlijk ook!).
32
Stap 3: Dream – het vinden van een gezamenlijke droom Methodologie: ga met de ontmoette buren in gesprek over dromen. Het doel is het omschrijven van dromen voor de wijk, het vinden van talenten en fysiek inzetbare middelen om de droom te kunnen realiseren. Let op het verschil tussen abstracte dromen (veiligheid, meer spelen) en concrete vormen (schommel, hek, etc…) en zoek naar dromen die goed zijn voor jezelf, je buren en de omgeving. Filosofie: in het zoeken naar de beste omgeving om in te leven is het belangrijk vanuit dromen te praten en niet vanuit problemen. Als we een gezamenlijke (!) stip op de horizon zetten werken we naar een positieve toekomst toe en treden we met een positieve energie de mogelijke problemen tegemoet. Er komt een gezamenlijke positieve energie waarop een project kan drijven. Tools: zoek de behoefte achter de probleembenadering, neem de tijd voor een gesprek, positieve formulering, laagdrempelige en ludieke vormen in het openbaar zoals de dromendesk
Stap 4: Care –de droom ontwerpen Methodologie: het samen creëren en op schaal maken van de collectieve droom. De gezamenlijke droom krijgt vorm tijdens een actieve participatie avond. Filosofie: samen voor de droom zorgen door samen te kiezen, samen te ontwerpen en creativiteit van het collectief gebruiken om tot de ultieme droom van de gemeenschap te komen. Tools: World café, Open space, Schaalmodellen, Collectiviteit bouwen door cirkeldansen
Stap 5: Miracle– samen aan de slag Methodologie: samen met buren, professionals, vrijwilligers het resultaat samen maken. Bouwen, klussen, verven, het onmogelijke mogelijk maken. Maak daarbij zoveel mogelijk gebruik van locale talenten en materialen, maak er een feestje van en zorg dat het resultaat spectaculair is! Filosofie: in een chaotische setting kan collectieve wijsheid en inzet tot spectaculair resultaat leiden. Samen voor de buurt werken moet plezierig zijn en als bewoners hun eigen ideeën tot uitdrukking kunnen brengen zal het resultaat ieders verwachtingen vaak overtreffen. Tools: rollenkaarten en teams, cirkeldansen en energizers , projectplanning
Stap 6: Celebration – samen vieren Methodologie: samen vieren. Filosofy: stilstaan bij het gezamenlijke resultaat en de uitkomsten van de gezamenlijke inzet dient gevierd te worden. De collectieve kracht dient gevierd te worden. Tools: eten en drinken natuurlijk, cirkeldansen en energizers
Stap 7: Re‐evolution – verder dromen Methodology: bewoners de tools meegeven om met dezelfde energie en spirit zelf nieuwe initiatieven te ontplooien. Filosofy: op het versterkte zelfvertrouwen en de opgebouwde collectieve energie kun je voortbouwen. Het self‐empowerment moet gevoed blijven worden. Tools: nieuwe dromen realiseren d.m.v. pro‐action cafe, oasis‐stappen overdragen, open space over behoud van huidige resultaat. 33
Energizers
Foto introductie Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Materiaal:
kennismaking, inleiding onderwerp, evaluatie 20 min Op een tafel langs de kant ligt een bonte verzameling van 50‐75 plaatjes. Deze afbeeldingen kunnen je op verschillende momenten gebruiken. Iedereen kiest een foto uit bij het door jou gekozen onderwerp, gaat vervolgens zitten en om de beurt leggen de deelnemers uit waarom zij voor die kaart hebben gekozen. Bijvoorbeeld; kies een kaart uit welke wat over jou zelf zegt, of kies een kaart uit welke wat zegt over het huidige functioneren van jullie team/ organisatie, etc. Kaartenset Twynstra en Gudde of associatiekaarten (bol.com).
Sleutelbos Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie:
Kennismaking 20 min Alle deelnemers hebben altijd sleutels bij zich. De trainer vraagt elke deelnemer zich persoonlijk voor te stellen aan de hand van een sleutel uit de eigen sleutelbos. Wat voor sleutel is het? Waarom draag je hem bij je? Sleutels vormen een prachtig opstapje om inzicht te krijgen in iemands leven: de sleutel van een tweede huisje, de sleutel van de buren, de sleutel van het huis van inmiddels uitwonende kinderen, de sleutel van het bureau, de sleutel van de auto. Deze techniek leidt ook altijd vrij snel tot een lacherig, relaxte sfeer als iedereen zich herkent in de persoon die vertelt dat hij niet weet waarvoor een bepaalde sleutel is. In plaats van de sleutelbos kun je de deelnemers vragen zich voor te stellen aan de hand van de inhoud van de portefeuille of portemonnee. Vaak bevatten deze foto’s van partners en kinderen en een bonte verzameling aan bankpasjes, klantenkaarten en verenigingspasjes.
De evenwichtsbalk Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
34
Kennis maken/ namen leren kennen 10 min Geef iedereen twee bakstenen, een plastic zak, een stoel of ze ze op een balk. Laat de spelers hierop plaats nemen en vraag hen dan op alfabetische volgorde te gaan staan, zonder dat ze de grond aanraken. Ga op een balk staan bakstenen of plastic zakken of een plank
De Rij Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
Evalueren 15 minuten De spelers gaan allen in een rechte rij staan. De trainer heeft een lijstje met punten die hij wil evalueren. Op ieder punt van zijn lijstje kun je reageren met Goed, In orde, matig. De spelers kunnen de trainer allemaal goed zien en sluiten vervolgens de ogen. Bij iedere vraag reageert ieder voor zichzelf door; bij Matig een stap achteruit te doen, bij In orde te blijven staan en bij Goed een stap vooruit te zetten. De ogen mogen ze pas weer open doen als ze een stap hebben gezet. Voor de volgende vraag sluiten ze hun ogen weer. De trainer kan de antwoorden noteren door steeds bij 2 van de 3 opties de aantallen te noteren. Naderhand kan hij er voor kiezen om toelichting te vragen. Doe het in een kring en laat mensen staan of zitten of achter hun stoel staan. Ook kun je deelnemers zelf stellingen laten verzinnen. pen en papier
De wisseltruck Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Energielevel opkrikken, even wat anders doen, samenwerking bevorderen 5 min We gaan in een kring met de gezichten naar elkaar toe staan. Nu moet iedereen met zijn gezicht naar de buitenkant toe komen te staan zonder dat je elkaar los laat of je armen verdraaid.
Schootzitten Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Afsluiten 10 min De groep gaat in een cirkel staan, iedereen staat met het linkerbeen naar het midden van de cirkel. Op het teken van de spelleider loopt iedereen langzaam naar het midden van de cirkel totdat iedereen met zijn buik strak tegen de rug van diegene die voor zich staat. Op het teken (1,2,3, ja!) zakt iedereen langzaam door de knieën en gaat bij elkaar op schoot zitten. Is dit gebeurd en zit iedereen “stevig”, dan telt de spelleider weer tot drie en bij iedere jaar zet iedereen dezelfde voet voorwaarts, begin bij rechts, vervolgens links, ect. Zo laten we de cirkel een stuk draaien. Let op: duidelijk afspreken dat de groep pas gaat zitten als het teken gegeven is en geef vooraf aan dat als iemand het niet houdt dat de hele groep moet opstaan.
Boogiebal Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Materiaal: 35
energie terug in de groep krijgen 10 min Er is 1 bal, iedereen gaat dicht bij elkaar in een kring staan. Terwijl de muziek draait gaat de bal in het rond. Als de muziek stopt moet diegene die de bal vastheeft een gekke manier bedenken om de bal door te geven. Bijvoorbeeld onder je benen door, met een sprongetje, tussendoor klappen. De volgende blijft de bal zo doorgeven totdat de muziek weer stil wordt gezet. De muziek wordt regelmatig stop gezet. bal, opzwepende muziek, sterio
36
Stoelenwissel Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Materiaal:
energie terug in de groep krijgen 10 min Iemand gaat in het midden van de kring staan waardoor in het midden 1 stoel vrij komt. Deze persoon krijgt een blikje (of i.d.). De bedoeling is dat diegene wie in het midden staat het blikje op de lege stoel moet zetten en de anderen proberen dit te verhinderen door steeds als er een stoel naast hen vrij komt hierop te gaan zitten. Als het lukt om het attribuut op een stoel te zetten moet diegene wie te laat was de kring in. stoelen en een attribuut wat neergezet kan worden
HA! Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie:
nieuwe energie krijgen, werkt goed voordat jouw groep een presentatie moet geven 5 min Iedereen staat in een cirkel. De eerste persoon steekt zijn hand met vuist snel recht uit en roept HA! Hij houdt zijn hand uitgestoken terwijl iedereen hem een voor een nadoet. Als iedereen klaar is, allen tegelijkertijd TSJAKKA zo hard mogelijk roepen en de handen intrekken. Herhaal het een aantal keer tot het vloeiend gaat. Verzin maar een andere woordencombi…
De knoop Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie:
Even wat anders 10 min Iedereen verzamelt zich in een kring, steekt beide handen in de lucht en loopt langzaam naar het midden van de kring. Hier zoek je een hand van iemand anders (van twee verschillende personen). Heeft iedereen een hand: open je ogen of zoek met open ogen naar de laatste handen. Begin met het uit elkaar halen van de hele groep en probeer weer een cirkel te vormen. Kruip onder elkaar door, over elkaar heen Zonder de handen los te laten! Doe dit spel niet direct bij een groep die elkaar nog niet kent in verband met lichamelijk contact. Zeker met andere culturen is dit een wat minder laagdrempelig spel. Bij grote groep: maak twee knopen. Stel iemand aan die de aanwijzingen geeft om de knoop eruit te halen.
Vliegend tapijt Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
37
samenwerking bevorderen 15 min Leg de zakken / kleden neer op zachte ondergrond. Iedere groep (6‐8 pers.) neemt plaats op de vuilniszak/ kleed. Binnen de gestelde tijd de zak omdraaien. Waarbij niemand van de zak afstapt of de grond raakt. Raak je wel de grond dan is de groep af. De groepsgrootte vergroten, tijd verkorten of verlengen, probeer een bepaald parcours af te leggen met het vliegende tapijt. 1 grote vuilniszak, of een klein kleed per groep
Groene en rode kaartjes Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
Evalueren 10 min. Een groen kaartje staat voor een positief punt van de trainingsdag, een rood kaartje voor een minder positief punt van de trainingsdag. Iedereen krijgt zowel een rode als een groene, en mogen hier alles op schrijven dat ze kwijt willen. Laat iedereen om de beurt een stelling verzinnen en mensen erop laten reageren door een rood of groen of beide kaartjes in de lucht te steken. Groene en rode kaartjes
Een briefje aan elkaar Doel: Evalueren Tijdsduur: 20 min Speluitleg: Zorg dat je kaarten meeneemt (bijvoorbeeld die van boemerang). Laat iedereen er één kiezen voor zijn buurman en deze vervolgens aan zijn buurman geven wie er zijn adres op zet. Vervolgens schrijven alle deelnemers een positief geformuleerd steuntje in de rug/kreet/uitspraak op dit kaartje. De kaarten worden ingeleverd en deze verstuur jij een week later met de post. Variatie: Maak zelf briefjes waarop onder andere staat; dit neem ik mee uit de workshop, dit zijn mijn doelen etc. Deze vult iedereen in en schrijft zijn adres op. Deze stuur je nadien op evt. met foto van de workshop. Materiaal: Kaarten/ Formulieren, schrijfmaterialen
Order out of chaos Doel: Tijdsduur: Speluitleg: Variatie:
Concentratie terugkrijgen 10 min De groep moet zonder te praten in één rechte lijn gaan staan op volgorde van voornaam. Laat ze op volgorde gaan staan van schoenmaat, alcoholgebruik van die avond ervoor, lengte etc.
Telegram Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
Evalueren 15 min. Iedereen neemt plaats in de kring. Neem de eerste 5‐10 minuten om de spelers te laten nadenken over de trainingsdag of activiteit. Hierna vraag je iedereen om hun mening in 3 woorden weer te geven. 1 positief woord, 1 negatief woord en 1 conclusie of gevolg. De trainer kan de reacties samenvatten en zijn/haar evaluatie in 3 woorden toevoegen. De spelers geven hun mening in 1 woord weer. ‐
Thermometer Doel: Tijdsduur:
38
Evalueren 15 min.
Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
Hang een lange strook papier op de muur (eventueel bestaande uit verschillende kleuren), hierop staat bovenaan: Fantastisch, Super, Goed, Oké, Gaat we, Minder leuk, Tja, Niet leuk, Vervelend, Saai, Past helemaal niet, Vreselijk etc. Iedereen pakt nu een kaartje in de vorm van een pijl en hangt deze bij de tekst die aangeeft wat je zelf ervan vond. Per thema iedereen aan laten geven wat ze er van vonden. Je kunt ook smilies of foto’s van gezichten met verschillende emoties ophangen. (gekleurd) Papier Stiften
Groepen maken Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Variatie: Materiaal:
Groepen maken 5 min Naast de snelle, traditionele vormen als: zelf groepen maken, afnummeren of indelen op alfabet is het vaak leuk en verrassend om de groepsvorming op een speelse manier te organiseren. Uit de vele ijsbrekers die tot doel hebben om groepen te maken, noemen we er een paar: gebruik maken van speelkaarten, rebussen, kwartetkaartjes, puzzels of touwtjes Scheur foto’s in stukjes. Afhankelijk van de activiteit
Krantenmeppertje Doel: Tijdsduur: Speluitleg:
Materiaal:
Kennis maken/ namen leren kennen 10 min De spelers zitten in een kring, een iemand staat in het midden met een opgerolde krant in zijn handen. De eerste speler roept een naam, de persoon uit het midden probeert deze speler met de krant op zijn knieën te slaan. Om dit niet laten gebeuren roept de gekozen persoon een volgende naam. De speler uit het midden rent zo lang rond, totdat hij iemand geraakt heeft voordat die persoon een andere naam heeft geroepen. Er mag niet de naam worden geroepen, van de persoon direct naast hem of haar. Een opgerolde krant vastgeplakt met plakband of elastiek.
In 1 woord Doel: Tijdsduur: Speluitleg: Variatie: Materiaal:
Evalueren 5 minuten De spelers gaan in een kring staan. Er wordt een ronde gemaakt waarin iedereen in 1 woord mag evalueren. Laat iedereen zeggen wat hij goed vond, wat anders mag en met welk gevoel hij naar huis gaat. Pen en papier om reacties op te schrijven.
Dikkertje Dap Doel:
Speluitleg:
39
deze energizer werkt goed als onderbreking van een vergadering of een training waarbij je veel moet stil zitten. Als deelnemer wordt je in het spel “gedwongen” om gek te doen, hierdoor kom je hoger in je energie te zitten. Ook vergt het spel snelheid en alertheid, dit zal doorwerken na afloop van de energizer. ga met de groep in een kring staan. Één persoon staat in het midden. De middelste persoon draait langzaam rondjes om zijn of haar as en wijst onverwacht iemand aan. De aangewezen persoon moet het woord “dap” gezegd hebben voordat de persoon in
het midden “dikkertje dikkertje dikkertje dap” heeft gezegd. Je bent af als je te laat “dap” zegt, jij bent dan aan de beurt om in het midden te staan.
40
Variatie:
er bestaan veel mogelijkheden om het spelletje uit te breiden. Bijvoorbeeld: Broodrooster: de aangewezen persoon speelt het broodje. Hij zakt door de knieën, de persoon links en rechts van hem stekende armen uit, vervolgens springt de middelste persoon omhoog onder het uitroepen van het geluid “Ping!” Ondertussen telt de persoon in het midden van de groep zo snel mogelijk terug van 10 naar 0, voor de 0 moet het broodje klaar zijn. James bond: De aangewezen persoon neemt een stoere ‘James Bond’ houding aan (met de handen als pistool), de personen links en rechts spelen voor Bond Babes en zeggen: “Oh James…”. Ook dit moet gebeuren terwijl de persoon in het midden aftelt.
Stoelendans Doel:
Speluitleg:
het doel van dit spel is het bewust maken van het belang van samenwerken. Wat gebeurd er als je niet samenwerkt: niemand volbrengt zijn opdracht. Daarnaast is dit een energizer. Deelnemers worden fanatiek, druk en strijdlustig en er wordt veel gelachen. verdeel de groep in drieën. Één groep is de afdeling inkoop, één groep is de afdeling verkoop en de derde groep is de administratieve afdeling. Samen vormen deze drie afdelingen een bedrijf. Leg de nadruk op het feit dat de groepen samen één bedrijf vormen, dit vormt de kern van het spel. Vervolgens geef je elke groep een opdracht op papier. Ze mogen de opdracht alleen lezen en niet bespreken. De groepen mogen elkaars opdracht niet zien. Vervolgens leg je uit dat ze 10 minuten de tijd krijgen om hun opdracht uit te voeren. Hierbij mag gepraat worden maar de opdrachten mogen niet genoemd worden! De opdrachten zijn als volgt: afdeling inkoop: zet alle stoelen in het midden van de zaal afdeling verkoop: zet alle stoelen bij het raam afdeling administratie: zet alle stoelen vlakbij de deur Omdat alle groepen gefocust zijn op het uitvoeren van hun opdracht zul je zien dat de groepen elkaar gaan tegenwerken. Meestal slaagt geen enkele groep er in om hun opdracht te voltooien. Als de tijd om is roep je iedereen bij elkaar en ga je vragen wat er gebeurde. De oplossing is als volgt: de drie afdelingen vormen één bedrijf. Als afdelingen binnen een bedrijf moet je samenwerken om succes te boeken. Als de groepen elkaar de ruimte hadden gegund, hadden alle drie de opdrachten binnen een paar minuten voltooid kunnen worden.
Springen Doel:
Speluitleg:
Deze ijsbreker is goed om groepsleden beter op elkaar af te laten stemmen. Het vergroot het groepsgevoel en het brengt rust in de groep. Tijdens een lange vergadering is deze ijsbreker niet geschikt, gebruik deze ijsbreker vooral om een onrustige sfeer om te zetten naar een rustige sfeer. Je laat de groep in een kring staan. Er wordt niet gesproken en ook niet gebaard. Sterker nog: je voorkomt oog contact. Alle deelnemers richten hun blik naar de grond. Zorg dat de ruimte tussen de deelnemers niet te groot is. Het is de bedoeling dat de groep als één persoon omhoog springt zonder af te spreken wanneer. De deelnemers moeten aanvoelen wanneer het moment daar is. In het begin is dit lastig maar je zult merken dat het op een gegeven moment beter gaat. Zorg dat iedereen stil is en zich goed concentreert.
41
Menselijke knoop Doel:
Speluitleg:
42
Omdat de deelnemers lichamelijk contact moeten maken is dit een goede ijsbreker. Het aanraken van de andere groepsleden neemt een grote drempel weg in de communicatie. Daarnaast moeten de groepsleden samenwerken, luisteren naar elkaar en leiding nemen of uit handen geven. Dit is een vrij bekende ijsbreker. De groep gaat in een kring staan waarbij iedereen zijn handen gekruist vooruit steekt. Vervolgens lopen de groepsleden op elkaar af totdat een wirwar van armen ontstaat. Iedereen pakt twee willekeurige handen beet. Vervolgens doet iedereen (voorzichtig) een stapje achteruit. Als het goed is ontstaat er een grote menselijke knoop. De deelnemers mogen elkaars handen niet loslaten en moeten als groep uit de knoop zien te komen. Om dit voor elkaar te krijgen moeten mensen over elkaar heen stappen, onder elkaar door kruipen en dicht bij elkaar staan.
Nauwe band, workshop 4
43
44
DOEN!
De Doen! methode bestaat uit 5 workshopavonden waarin we jou opleiden tot coe jongeren te ondersteunen om zelf activiteiten te organiseren in jullie dorp of omgeving. Het ontwerp van de training is gebaseerd op de methodieken van Gaan! van plattelandsjongeren.nl, de Oasis‐Game van Fairground en de Top training van ICA.
Plattelandsjongeren.nl
Plattelandsjongeren.nl Contact Plattelandsjongeren.nl Bemuurde Weerd OZ 12 3514 AN Utrecht 030‐2769869
[email protected] www.plattelandsjongeren.nl