Auteur
A. Nicolaije Datum
Augustus 2015 Versie
1.0
Handleiding Bachelor Eindproject (BEP) 2015 - 2016
Inhoudsopgave Titel
Handleiding Bachelor Eindproject (BEP) 2015-2016
Inhoud 1 1.1
Inleiding Leerdoelen
3 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2
Deelname Planning Starten met BEP Toelatingseisen Aanmelden Opgeven van voorkeuren Indeling
5 5 5 5 5 6 6
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4
Uitvoering Wat kun je in het algemeen verwachten? Starten Omvang en duur Afronding Eindverslag Colloquium Taal Evaluatie
7 7 7 7 8 8 8 9 9
4
Beoordeling
10
Appendix I: Contactpersonen
12
Appendix II: Evaluatie BEP
14
Appendix III: Beoordelingsformulier BEP
16
Appendix IV: Rubric
17
Appendix V: Gedragscode Wetenschaps-beoefening
22
Appendix VI Verklaring gedragscode wetenschapsbeoefening
24
1
Inleiding
Het Bachelor eindproject (BEP) is bedoeld als het afsluitende project van het Bachelor programma. De inhoudelijke kennis, algemene en specifieke vaardigheden en houding die de student tijdens de opleiding heeft verworven zullen in dit project worden ingezet. Gedurende de opleiding wordt er van de student steeds meer een zelfstandige en kritische houding verwacht. Dit wordt in het BEP nog een extra aangezet. Het BEP biedt dan ook een belangrijke mogelijkheid voor de student om zijn sterke en minder sterke kanten verder te ontwikkelen. Doordat het project plaatsvindt binnen een van de onderzoeksgroepen binnen de faculteit is het BEP tevens een manier om zich te oriënteren op een mogelijk vervolgtraject in de Masteropleiding.
1.1
Leerdoelen
De algemene doelen van het BEP zijn dan ook; - Aanleren van een zelfstandige en academische werkhouding; - Projectmatig werken op een individuele basis met relatief weinig begeleiding - Oriëntatie op een mogelijke specialisatie in de Masterfase Bovengenoemde algemene doelen zijn uiteraard moeilijk te beoordelen. Daarom zijn deze doelen nader uitgewerkt in onderstaande leerdoelen: Na afronding van het Bachelor Eindproject: Is de student in staat onder begeleiding een onderzoeksplan/ontwerpplan te maken en zijn activiteiten zo te organiseren dat dit plan ten uitvoer kan worden gebracht. Is de student in staat zelfstandig, met beperkte begeleiding, projectmatig te werken Is de student in staat adequate vragen te stellen en een kritische houding aan te nemen bij het analyseren van resultaten uit onderzoek/ontwerp Is de student in staat zijn bevindingen te documenteren in een schriftelijk wetenschappelijk verslag Is de student in staat zijn bevindingen mondeling te communiceren door middel van een presentatie Voor de professionele vaardigheden die de student in het project dient in te zetten zijn de volgende aanvullende leerdoelen geformuleerd: -
-
-
Schrijven o De student is bekend met de gangbare eisen voor de vorm en stijl van een technisch rapport. o De student is in staat om een technisch rapport te schrijven (optioneel in het Engels). Informatievaardigheden o De student weet hoe zoekresultaten van verschillende informatiebronnen te evalueren op relevantie en betrouwbaarheid, om vervolgens een beslissing te nemen voor inclusie/exclusie o De student is op de hoogte van de inhoud van de gedragscode wetenschappelijke integriteit (zie bijlage V) o De student is in staat zoekresultaten correct te gebruiken door citatie en parafrasering met gebruikmaking van citatiestijlen en bijbehorende tools, zonder zich daarbij schuldig te maken aan plagiaat. Presenteren o De student is in staat een presentatie over zijn BEP te houden voor een publiek van docenten en studenten o De student is in staat zijn presentatie aan de doelgroep aan te passen 3
o -
-
Optioneel: de student is in staat zijn presentatie in het Engels te houden
Plannen o De student is in staat om een gedetailleerde projectplanning te maken voor een individueel project o De student heeft inzicht in de oorzaken van afwijkingen in tijdsbesteding en kan planning daarop bijsturen. Reflecteren o De student is in staat zelfstandig de reflectiecyclus (denken, beslissen, handelen, bijsturen) te doorlopen en daarbij zelf de benodigde ondersteuning te vragen.
4
2
Deelname
2.1
Planning
Om het BEP tot een goed eind te brengen binnen de termijn (zie paragraaf 3.2) is een goede planning van belang. Er moet voldoende tijd aan het project kunnen worden besteed. Daarom is het advies om het BEP niet met meer dan 10 studiepunten aan vakken per kwartiel te combineren. Ook de combinatie van het BEP met ander projectwerk of bestuurswerk wordt zeer sterk afgeraden.
2.2
Starten met BEP
Omdat het BEP bedoeld is als, min of meer formele, afsluiting van de Bachelor opleiding is e deze ook als zodanig in het studieprogramma opgenomen. In het tweede semester van het 3 studiejaar is er ruimte vrijgehouden voor het BEP. De student is echter vrij om te kiezen wanneer het BEP wordt gestart, mits er aan de toelatingseisen wordt voldaan. De looptijden van het BEP in studiejaar 2015-2016 zijn: Aanmelden voor: Startdatum Kwartiel 1 9 augustus 2015 31 augustus 2015 Kwartiel 2 18 oktober 2015 9 november 2015 Kwartiel 3 10 januari 2016 1 februari 2016 Kwartiel 4 27 maart 2016 18 april 2016
Einddatum 31 januari 2016 14 april 2016 3 juli 2016 28 augustus 2016
Van deze data kan niet worden afgeweken voor het starten van een BEP. Het is dus niet mogelijk om in de interim periode nog met een project te starten.
2.3
Toelatingseisen
Om te kunnen starten met het BEP dient er aan de volgende eisen te worden voldaan: Het propedeuse programma (60ects) is volledig afgerond In totaal zijn er 130 ects uit het vastgelegde studiepakket behaald. Aan de toelatingseis moet worden voldaan op het moment dat de aanmelding voor het BEP wordt gesloten. De resultaten van de tentamenperiode die tussen dit moment en de startdatum van het project liggen worden hiervoor niet meegenomen. Indien behaalde studiepunten nog niet zijn geregistreerd, maar anders kunnen worden aangetoond (d.m.v. bericht van docent of uitdraai andere administratie) worden deze wel geaccepteerd.
2.4
Aanmelden
Aanmelden voor het BEP verloopt via OASE onder vakcode 4WC00 Indien je nog een student uit het oude programma bent en nog een 9 ects BEP in je studieprogramma hebt staan dien je je eveneens voor 4WC00 aan te melden. Verder dien je dit aan te geven bij de BEP-coördinator (
[email protected]) . Je aanmelding zal dan achter de schermen worden omgezet naar een 9 ects BEP.
5
2.4.1
Opgeven van voorkeuren
Bij het aanmelden voor het BEP kan de student niet direct zelf kiezen voor de onderzoeksgroep waarbinnen het BEP wordt uitgevoerd. In verband met het evenredig verdelen van studenten over de onderzoeksgroepen wordt de student gevraagd om 4 voorkeuren op te geven. Daarvoor kan er worden gekozen uit de 8 onderzoeksgroepen in de faculteit: Code 4WC01 4WC02 4WC04 4WC05 4WC06 4WC07 4WC09 4WC10
Onderzoeksgroep Polymer Technology Mechanics of Materials Microsystems Process Technology Combustion Technology Energy Technology Dynamics & Control Control Systems Technology
Meer informatie over het onderzoek binnen de groepen is te vinden op de website van de faculteit: http://www.tue.nl/en/university/departments/mechanicalengineering/research/research-groups/ Veel groepen presenteren hun onderzoek ook door middel van posters op de gangen. Studenten die een project zouden willen uitvoeren gerelateerd aan of in opdracht van een van de extra curriculaire studenten teams aan de TU/e dienen daarvoor zelf ruim voor de deadline van het aanmelden te informeren bij het betreffende team. Vanuit het team zullen dan verdere stappen worden gezet.
2.4.2
Indeling
Nadat de aanmelding voor het BEP is gesloten worden alle aanmeldingen gecontroleerd op de toelatingseisen. Vervolgens worden de studenten op basis van de aangegeven voorkeuren over de onderzoeksgroepen verdeeld. Het is daarbij niet mogelijk om alle studenten bij hun eerste voorkeur in te delen omdat niet in alle groepen het aanbod van projecten even groot is als de vraag. Het is daarom belangrijk om goed na te denken over alle voorkeuren die worden opgegeven. Nadat studenten zijn ingedeeld zorgen de BEP coördinatoren in de groepen voor de projecten en verzorgen de verdere verdeling van de projecten over de ingedeelde studenten. Dit gebeurd doorgaans tijdens een startbijeenkomst in de eerste week van het kwartiel.
6
3
Uitvoering
3.1
Wat kun je in het algemeen verwachten?
Je krijgt een opdrachtformulering die betrekking heeft op een vraagstuk uit het lopende onderzoekswerk in de groep. Dit kan aansluiten bij het onderzoek van een wetenschappelijk medewerker of PhD, maar ook een vraag zijn vanuit een bedrijf waarmee wordt samengewerkt. De opdrachten kunnen sterk van aard verschillen. Opdrachten kunnen bijvoorbeeld theoretisch, experimenteel of numeriek van aard zijn of juist een combinatie daarvan. De opdracht bevat doorgaans nog geen strak geformuleerde probleemdefinitie. Je bepaald zelf, in overleg met je begeleider, de probleemdefinitie, doelen en de te nemen stappen, maakt hiervoor een planning en organiseert de nodige activiteiten. De eerste weken zijn dus vooral nodig om uit te zoeken wat het uiteindelijke doel is, de aanpak die daarnaartoe moet leiden en het wegwijs worden in de materie. Soms is het noodzakelijk om je eerst nog stof of vaardigheden eigen te maken. Gedurende de looptijd van het project kom je mogelijk tot de conclusie dat de vooraf gestelde doelen niet haalbaar zijn of juist al behaald zijn. In deze gevallen pas je je doelen en planning in overleg met je begeleider aan, rekening houdend met de nog beschikbare tijd en de hoeveelheid werk/tijd die al in het project gestoken is. Verkregen resultaten ga je analyseren en toetsen op hun waarde. Op basis van je analyse trek je conclusies en geef je aanbevelingen voor vervolgonderzoek. Dit alles leg je vast in een wetenschappelijk verslag.
3.2
Starten
Zoals hierboven (2.4.2) aangegeven vindt de toekenning van de projecten aan studenten doorgaans in de eerste week van het kwartiel plaats. Na de toekenning van het project aan de student, dient deze zelf verdere te stappen te nemen met de begeleider van het project. Dit is doorgaans de wetenschappelijk medewerker die het project heeft aangeboden. De begeleider is verantwoordelijk voor dagelijkse begeleiding maar kan deze delegeren aan bijvoorbeeld een PhD student. De begeleider draagt er verder zorg voor dat de student gebruik kan maken van de benodigde faciliteiten. Aan het eind van het project zorgt de begeleider voor de beoordeling van het werk. Daarover meer informatie in hoofdstuk 4. De student is na toekenning van het project zelf verantwoordelijk voor het initiëren van contact met de begeleider, het maken van afspraken en het maken en naleven van de projectplanning.
3.3
Omvang en duur
De omvang / tijdsinvestering voor het BEP binnen deze twee kwartielen bedraagt: 10 ECTS: 280 uur Het BEP heeft een maximale duur van 2 kwartielen. Binnen de termijn van twee kwartielen dient het projectwerk volledig te zijn afgerond, de eindpresentatie te zijn gegeven, het eindverslag te zijn nagekeken en het beoordelingsformulier ingevuld ingeleverd bij de onderwijsadministratie. 7
Voor studenten die hun project in kwartiel 4 starten wordt de interim-periode als het tweede kwartiel gerekend. Het niet afronden van het project binnen de termijn van twee kwartielen als gevolg van een onzorgvuldige planning of onvoldoende inzet, is geen reden voor toekenning van uitstel. In dit geval zal het project met een onvoldoende worden afgerond. Alleen in het geval van persoonlijke of onvoorziene omstandigheden in het project kan daarop uitstel worden verleend. Uitstel is alleen mogelijk in tijdig overleg met begeleider, studieadviseur en BEP-coördinator.
3.4
Afronding
Het BEP wordt afgesloten met een eindverslag en een eindpresentatie (colloquium). Daarin worden de uitgevoerde activiteiten, resultaten en analyses en conclusies daaruit opgenomen.
3.4.1
Eindverslag
Het eindverslag heeft een omvang van +/- 25 pagina’s. Het volgt de vorm van een wetenschappelijk verslag. Het verslag kent een duidelijke opbouw waarin duidelijk wordt wat de projectopdracht was, welke stappen er zijn ondernomen, welke resultaten er zijn gevonden, wat de analyse van de resultaten heeft opgeleverd en welke conclusies en aanbevelingen daaruit voortkomen. Tips bij het schrijven van het verslag zijn te vinden in de afzonderlijke file met nuttige links op OASE. Plagiaat en wetenschappelijke integriteit. De student dient in zijn verslaglegging plagiaat te vermijden. Het goed gebruiken van referenties en citaties is daarbij van groot belang. In de file met nuttige links op OASE wordt verwezen naar de module informatievaardigheden die dit thema behandeld. Daarnaast dient de student kennis te nemen van en zich te conformeren aan de gedragscode wetenschapsbeoefening (Appendix V) bij het uitvoeren en vastleggen van zijn projectwerk. De student neemt de verklaring gedragscode wetenschapsbeoefening (Appendix VI) op in zijn verslag. Het verslag dient ter beoordeling aan de begeleider te worden aangeboden. Deze zal het verslag controleren op plagiaat met behulp van Ephorus. De punten waarop het verslag beoordeeld zal worden zijn te vinden in de rubric (zie appendix IV). De definitieve / beoordeelde versie van het verslag dient tevens digitaal in PDF te worden ingeleverd via de onderstaande link. Het eindcijfer wordt pas verwerkt wanneer het verslag en evaluatieformulier zijn ingeleverd. https://sites.wtb.tue.nl/ei/Studentreports/default.aspx
3.4.2
Colloquium
Het colloquium is een presentatie van het project met een duur van maximaal 20 minuten. Daarbij wordt uitgegaan van een voordracht van 15 minuten en 5 minuten voor vragen en discussie. De doelgroep voor het colloquium zijn collega-studenten, PhD’s en medewerkers uit de groep waarin het project is uitgevoerd. Je dient zelf voor de uitnodiging van publiek te zorgen. 8
Tips bij het voorbereiden van het colloquium zijn te vinden in de afzonderlijke file met nuttige links op OASE.
3.4.3
Taal
Het verslag en colloquium kunnen zowel in het Nederlands als in het Engels worden geschreven /gegeven. Daarbij heeft het Engels de voorkeur. In overleg met de begeleider wordt er een keuze gemaakt.
3.4.4
Evaluatie
Ter afsluiting van het project dient het evaluatieformulier (zie appendix II) te worden ingevuld en evenals het verslag in PDF via bovenstaande link te worden ingeleverd. Het eindcijfer wordt pas verwerkt wanneer het verslag en evaluatieformulier is ingeleverd.
9
4
Beoordeling
De beoordeling van het BEP vindt plaats door de begeleider. De beoordeling is opgedeeld in de volgende aspecten: -
Planning en organisatie Zelfstandigheid en professionele houding Analyserend vermogen en reflectie Verslaglegging: inhoud, vorm en omgaan met wetenschappelijke informatie Colloquium: inhoud en vorm
Wat hiermee bedoeld wordt is terug te vinden in de rubric (appendix IV) die bij de beoordeling zal worden gebruikt. De begeleider / beoordelaar bepaalt voor elk van deze bovenstaande aspecten een cijfer. Het eindcijfer wordt afgerond op een heel of half cijfer. Het BEP is met een voldoende afgerond wanneer het eindcijfer een 6.0 of hoger bedraagt. Deze cijfers worden op het beoordelingsformulier (Appendix III) ingevuld. Professionele vaardigheden In het BEP worden ook de volgende professionele vaardigheden afgerekend: PRV13: Samenwerken-3 PRV23: Presenteren-3 PRV33; Schrijven-3 PRV43: Reflecteren-3 PRV53: Plannen-3 PRV63: Informatievaardigheden-3 De eisen waaraan voldaan moet worden om een voldoende te behalen voor de professionele vaardigheden zijn verwerkt in de rubric.
10
11
Appendix I: Contactpersonen
4WC01 4WC02 4WC05 4WC06 4WC07 4WC09 4WC10 4WC04
Groep Polymer Technology
Coördinator L.E. (Leon) Govaert
Mechanics of materials Process Technology Combustion Technology Energy Technology Dynamics & Control Control Systems Technology Microsystems
J.J.C. (Joris) Remmers B.P.M. (Bart) van Esch B.P.M. (Bart) van Esch B.P.M. (Bart) van Esch R.H.B. (Rob) Fey A.G. (Bram) de Jager F.G.A. (Erik) Homburg
Hoogleraar Prof.dr.ir. P.D. Anderson Prof.dr.ir. G.W.M. Peters Prof.dr.ir. M.G.D. Geers Prof.dr. J.G.M. Kuerten Prof.dr. L.P.H. de Goey Prof.dr.ir. D.M.J. Smeulders Prof.dr. H. Nijmeijer Prof.dr.ir. M. Steinbuch Prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder
Coördinatie BEP algemeen: A.Nicolaije MSc GEM-Z 1.119
[email protected]
12
13
Appendix II: Evaluatie BEP Naam + studentnummer Coach(es) Groep Periode Titel project
Was de informatievoorziening over het BEP vooraf duidelijk? (denk aan eisen, aanmeldprocedure, startmoment, deadline, doelen etc.) Vind je dat het duidelijk was wat van je verwacht werd? (denk aan plannen, zelfstandigheid, niveau, omvang werk, etc.) Begeleiding Ben je tevreden over de begeleiding? (denk aan voldoende begeleiding, organisatie begeleiding, toegankelijkheid, bereikbaarheid) Ben je tevreden over de begeleider(s)? (denk aan de wijze waarop de begeleider het proces begeleidt, je activeert, je feedback geeft, inspireert) Inhoud Vind je dat je je professionele vaardigheden op het verwachte eindniveau hebt ontwikkeld? Ik heb het gevoel dat ik in het project met een reëel voorbeeld van de ingenieurspraktijk bezig ben geweest. Beoordeling Vind je dat vooraf duidelijk was hoe en waarop je beoordeeld zou worden? (denk hierbij aan de beoordelingscriteria, de beoordelingsprocedure) Vind je de wijze waarop het BEP beoordeeld wordt eerlijk?
Zeker wel
Algemeen Vind je dat je voldoende kennis had om met je BEP te starten? O O O Vind je dat je voldoende vaardigheden had om met je BEP te O O O starten? Welke kennis of vaardigheden miste je om goed te kunnen starten met je BEP?
Enigszins wel
Zeker niet
Algemeen
Neutraal
O Toepassen van bestaande kennis O Toepassen van bestaande vaardigheden O Verwerven en toepassen van nieuwe kennis O Verwerven en toepassen van nieuwe vaardigheden O Integreren van kennis en vaardigheden
Enigszins niet
Typering project Meerdere antwoorden mogelijk!
O O
O O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O 14
Enigszins niet
Neutraal
Enigszins wel
Zeker wel
Heeft het BEP je geholpen met het oriënteren op een masteropleiding? Heb je met plezier je BEP gedaan? Heb je veel geleerd van je BEP? Wat is je waardering voor je BEP in een cijfer van 1 1 t/m 10 O Wat vind je goed aan het BEP in het algemeen?
Zeker niet
Tijdsbesteding Vind je dat het aantal studiepunten (10 ECTS = 280 uur) van je BEP overeenkomt met de inspanning die je hebt geleverd? O nee, ik heb veel minder inspanning geleverd O nee, ik heb meer inspanning geleverd O nee, ik heb minder inspanning geleverd O nee, ik heb veel meer inspanning geleverd O ja, ongeveer gelijk Vind je dat je de werklast van je BEP goed hebt kunnen spreiden O O O O O over de projectperiode? Hoeveel tijd (in uren) heb je in totaal aan je BEP besteed? uren
O
O
O
O
O
O O 2 O
3 O
4 O
O O 5 6 O O
O O O O 7 8 9 O O O
O O 10 O
Wat zou jij adviseren om het BEP beter te laten verlopen?
15
Appendix III: Beoordelingsformulier BEP Name Student:
Identity number:
E-mail: 4WC01 Polymer Technology
4WC06 Combustion Technology
4WC02 Mechanics of Materials
4WC07 Energy Technology
4WC04 Microsystems
4WC09 Dynamics & Control
4WC05 Process Technology
4WC10 Control Systems technology st
Start date: ……………………
Name Coach / 1 Assessor:
End date: …..……………….
Name 2 Assessor (optional)* :
nd
Title Project: Problem description
Remarks:
Assessment: Aspects
Mark
st
Coach / 1 Assessor:*
Planning and organization (PRV53) Independence, professional behavior (PRV13) Capacity of analysis and reflection (PRV43) Written report (PRV33 / PRV63)
Date: nd
2 Assessor:*
Colloquium (PRV23)
Date:
Final mark
Education Office: Arrival date:
*)The form should be signed by at least one exam authorized assessor. Hand in the signed form with the completed rubric attached, at the education office, Gemini-Zuid 1.10
16
Appendix IV: Rubric Name student:…………………………………………………………………. Planning and organization (PRV53) Excellent SMART Project plan Plan made independently and project executed accordingly.
Urgencies and importance of aspects, priorities
Urgencies recognized and priorities set.
Adaptation of planning due to changing circumstances / priorities. Finished in time
Plan adapted on own initiative in cooperation with coach. Project is finished well within the agreed period of time.
Studentnr.:………………………….............................. Grade……… Good Sufficient Plan made with support of coach Plan made with much support of and project executed accordingly. coach, some items SMART. Execution not according to the plan. Urgencies and importance of Urgencies and importance of aspects not always recognized. aspects recognized after coach Coach needs to address some repeatedly addressed them. priorities. Plan adapted with help of coach. Plan adapted after coach asked.
The project is finished just in time.
The project is barely finished in time or exceeds the deadline by a few days
Insufficient No plan made or coach makes plan.
Urgencies and importance of aspects not recognized despite coach repeatedly addressed them. Plan not adapted. / Unnecessary work is done due to no or unchanged plan. Project is not finished in time.
Explanation/comments:
Self-reliance and professional behavior (in numerical, experimental, theoretical work) (PRV13) Excellent Good Independence Works independently, needs little Works independently, needs support to master the project. support to master the project.
Grade……… Sufficient Needs intensive support during parts of the project.
Initiative
Shows proactive attitude to solve problem
Solves problems after small incentives.
Needs lot of encouragement to solve problem.
Dealing with feedback
Open for feedback and always acts accordingly.
Open for feedback, but does not always act on it.
Not open for feedback, sometimes acts upon it.
Insufficient Does not work independently. Relies continuously on support of coach. Takes no own initiatives to solve problem. Feedback is ignored.
Explanation/comments:
17
Capacity of analysis (PRV43) Excellent Problem analysis Clear analysis and translation into the matching mathematical concepts or experiments. Results in relation to Results are innovative and bring project goal research and development a step forward. Evaluation of results Results evaluated on meaning and validity. Critical questions asked and acted upon. Conclusions and High level. Related to results and recommendations main problem. Critical attitude
Recognizes own mistakes and acts accordingly.
Grade……… Good Sufficient Partial analysis and translation Problem analyzed but poorly into matching concepts / translated. experiments. Results do contribute to the field of Results only improve research and development. understanding of the problem. Results evaluated on validity. Questions asked but not acted upon. Conclusions related to results and main problem. Recognizes and addresses own mistakes, does not fully act upon them.
Insufficient Problem is poorly analyzed and barely translated.
Results partly evaluated on validity.
Results do not contribute to the field of research and development. Results are not evaluated on validity and not analyzed critically.
Some conclusions related to the results and main problem.
Conclusions are not related to results or main problem.
Recognizes own mistakes in the research but does not address them or act upon them.
Does not recognize own mistakes.
Explanation/comments:
Report (PRV33/ PRV63) Contribution to the field of work
Content
Review of literature
Connection
Excellent Own scientific and technical contribution (innovative / transcending) has been realized Appropriate sources were selected (scientific journals/patents etc.), critically discussed and cited appropriately to support arguments (theory or application) throughout the report. Parts of the report connect well to each other. Good cross-referencing to paragraphs and chapters elsewhere in report.
Good A technical contribution has been made
Grade……… Sufficient Application of theory has been put in appropriate technical context
Insufficient Wrong or inappropriate theoretical concepts were used
Appropriate sources were generally selected (scientific journals/patents etc.) and cited but not necessarily in specific context to the arguments discussed.
Only few appropriate sources were selected to support the technical context or sources are too general.
Too few or too low quality sources (e.g. google/wiki) were used.
There is a clear connection between parts. Structure on chapter and paragraph level is good.
Connection of parts could be improved. Structure on chapter and paragraph level is sufficient.
Chapters are separate entities and are not connected to each other. Structure is missing, even on chapter and paragraph level.
18
Form
Assessment of main and side issues
Clear distinction and focus.
Clear distinction for large part of report.
Inconsistent distinction.
No distinction.
Structure: introduction, main text, conclusions.
Overall clear structure.
Overall clear structure, some misplaced paragraphs.
Clear structure, but parts do not contain expected content.
Not structured.
Layout
Consistent layout throughout entire report.
Consistent layout for main part of report.
Layout only inconsistent on chapter level.
Layout varies strongly throughout report.
Symbols, captions, reference style
Consistent use throughout entire report.
Some inconsistencies in the report.
Many inconsistencies in the report.
Inconsistent or missing.
Formulation, spelling/grammar
Clear formulation and hardly any spelling/grammar errors.
Sometimes “spoken language” and some spelling/grammar errors.
A lot of “spoken language”, some grammar/spelling errors.
A lot of “spoken language”, many grammar / spelling errors.
Explanation/comments:
Content
Colloquium (PRV23) Preparation
Excellent Well prepared.
Grade……… Good Sufficient Lacks preparation in small parts. Lacks preparation for most parts.
Insufficient Not or badly prepared.
Structure of content
Well structured.
Structured, not always logical.
Structured, not logical.
Not structured.
Balance introduction/ core/results and conclusions Distinction main and side issues
Well balanced (good proportions introduction/ core/results / conclusions). Clear distinction, main issues emphasized.
Balanced: good proportions introduction/ core/results but conclusions are rushed. Clear distinction, not all main issues emphasized.
Balance is off: little time for results / conclusions.
No balance: too much introduction, little results, no conclusions.
Clear distinction, unbalanced emphasis.
No distinction or insufficient emphasis on main issue.
Conclusions + recommendation
Clear and logical, linked to main issue.
Linked to main issue.
Not clearly linked to main issue.
No conclusions/ recommendations. 19
Form
Visual aids
Supports message in a non-distracting way.
Provide too much or too little information. Supports message.
Distracting from or confusing message.
Poor support. Confusing or incorrect information.
Contact with audience
Good eye-contact and interaction.
Eye-contact but little interaction.
No contact at all.
Speaking
Speaks by heart, is confident in doing so.
Speaks by heart, occasional peak on notes.
Occasional eye-contact, no interaction. Reads parts from notes.
Ownership
Questions are answered well and with confidence.
Questions are answered, not with confidence.
Questions are answered with a lot of hesitation.
Audience considered
Adapted to the knowledge level of audience.
A large part adapted to audience knowledge level
Only small part adapted to knowledge level of the audience.
Questions from the audience are not answered or in an insufficient way. Not adapted to knowledge level of the audience
Timing
Finished in time, not rushed.
Finished in time, rushed at the end
Finished in time: rushed throughout, too many slides.
Not finished in time, no effort in timing, or too short
Reads from notes all the time.
Explanation/comments:
Date:………………..
Signature:……………………………………………………………………
20
21
Appendix V: Gedragscode Wetenschapsbeoefening 1
TU/e verwacht van haar wetenschappelijke staf en studenten dat zij de volgende vijf centrale waarden van wetenschappelijke integriteit respecteren en voldoen aan de normen en principes die daaruit volgen voor hun onderzoeks-, ontwerpgerichte- en onderwijsactiviteiten: 1. Betrouwbaarheid Wetenschappelijke staf en studenten baseren hun standpunten als academici op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Dit houdt in: Ze baseren hun resultaten op daadwerkelijk verzamelde gegevens. Als ze selecteren uit beschikbare gegevens en resultaten, melden en beargumenteren ze deze selectie. Ze presenteren resultaten van hun activiteiten met de bijbehorende onzekerheden. In wetenschappelijke communicatie streven ze naar precisie en nuance. Ze presenteren speculaties, persoonlijke meningen en beweringen die verder gaan dan beschikbare resultaten niet als vaststaande feiten. 2. Intellectuele eerlijkheid Wetenschappelijke staf en studenten respecteren de kwaliteitsstandaarden in hun veld en de resultaten die anderen daarin hebben bereikt. Dit houdt in: Ze respecteren en erkennen intellectueel eigendom en auteurschap. Plagiaat is onaanvaardbaar. Ze claimen alleen auteurschap als ze een echte bijdrage aan het gepresenteerde resultaat hebben geleverd. Ze nemen hun taken als peer reviewer serieus en beoordelen alleen op wetenschappelijke gronden. Ze nemen alleen wetenschappelijke taken op zich waarvoor ze de benodigde expertise bezitten. In onderwijsactiviteiten presenteren ze op accurate wijze beschikbare kennis in de discipline. 3. Openheid Open en onpartijdige communicatie is onmisbaar in wetenschap en technologie. Voor wetenschappelijke staf en studenten houdt dit in: Ze dragen actief bij aan een academisch klimaat waarin inzichten en kritiek welkom zijn van iedereen, ongeacht academische status en persoonlijke eigenschappen. Ze geven ruimte aan anderen om hun eigen intellectuele positie te ontwikkelen en in te nemen in onderzoek, ontwerp en onderwijs. Als ze wetenschappelijke resultaten publiceren, presenteren ze hun onderzoek zodanig dat de resultaten ervan in principe gerepliceerd kunnen worden. Na publicatie maken ze alle informatie toegankelijk die nodig is om voor het intersubjectief toetsen van ontwerpresultaten en ontwerpprocessen. Na publicatie maken ze onderzoeksgegevens toegankelijk voor hergebruik door vakgenoten. 4. Onafhankelijkheid Wetenschappelijke staf en studenten werken in een context waarin academische vrijheid en onafhankelijkheid van groot belang zijn. Waar nodig beschermen ze die vrijheid tegen commerciële, politieke en persoonlijke belangen. Dit houdt in: In hun onderzoek kiezen ze methoden en criteria primair om wetenschappelijk waardevolle doelen te verwezenlijken.
1
Dit geldt ook voor gasten die gebruik maken van de faciliteiten van Tu/e. 22
-
Met externe financiers van wetenschappelijk onderzoek spreken ze af dat alle relevante resultaten van dat onderzoek binnen een vastgestelde, redelijke termijn kunnen worden gepubliceerd. Ze rapporteren belangen die mogelijk strijdig zijn met onderzoeksactiviteiten. Ze vermijden situaties waarin gerede twijfel kan ontstaan aan de objectiviteit van hun wetenschappelijke oordelen.
5. Maatschappelijke verantwoordelijkheid Wetenschap en technologie zijn van vitaal belang voor het welzijn en de gezondheid van mensen en voor een duurzame economie. Zij kunnen ook schade en risico’s veroorzaken. Voor wetenschappelijke staf en studenten houdt dit in dat: Ze proberen, binnen de grenzen en standaarden van hun discipline, een actieve bijdrage te leveren aan maatschappelijk waardevolle ontwikkelingen, door hun onderzoek, ontwerp, onderwijs en/of publiek debat. Ze houden ze zich aan ethische codes voor onderzoeks- en ontwerpactiviteiten waarbij mensen en/of proefdieren betrokken zijn. Ze rapporteren mogelijke schade en risico’s van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen aan de relevante autoriteiten. In geval van twijfel raadplegen ze ethische adviesorganen, of signaleren ze de behoefte aan zulke adviesorganen. Mogelijke schendingen van deze gedragscode moeten worden gerapporteerd aan de relevante leidinggevenden of aan de vertrouwenspersoon voor wetenschappelijke integriteit aan de TU/e. Zie https://www.tue.nl/onderzoek/wetenschappelijke-integriteit/ Deze website bevat ook informatie over de klachtenprocedure.
23
Appendix VI Verklaring gedragscode wetenschapsbeoefening
24
Verklaring inzake TU/e Gedragscode Wetenschapsbeoefening in het kader van het Bachelor Eindproject i
Ik heb kennis genomen van de TU/e Gedragscode Wetenschapsbeoefening . Hierbij verklaar ik dat mijn Bachelor Eindproject conform de regels van de TU/e Gedragscode Wetenschapsbeoefening tot stand is gekomen.
Datum ……………………………………………..………….. Naam ………………………………………………………… Handtekening
…………………………………………………..…………..
i
Zie: http://www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/integriteit/wetenschappelijke-integriteit/ Hier is ook de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU te vinden. Meer informatie over wetenschappelijke integriteit is te vinden op de websites van de TU/e en de VSNU.
25
Declaration concerning the TU/e Code of Scientific Conduct for the Bachelor’s final project i
I have read the TU/e Code of Scientific Conduct . I hereby declare that my Bachelor’s final project has been carried out in accordance with the rules of the TU/e Code of Scientific Conduct.
Date ……………………………………………..………….. Name ………………………………………………………… Signature
…………………………………………………..…………..
i
See: http://www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/integriteit/wetenschappelijke-integriteit/ The Netherlands Code of Conduct for Academic Practice of the VSNU can be found here also. More information about scientific integrity is published on the websites of TU/e and VSNU
26
27