H5
hedendaags-5 2013-2014 53e seizoen
DE NIEUWE PASSIE VAN JAMES MACMILLAN zaterdag 15 maart 2014 14.15-15.25 uur
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Nationaal Jeugdkoor Markus Stenz dirigent Gijs Leenaars dirigent Groot Omroepkoor Wilma ten Wolde dirigent Nationaal Jeugdkoor Peter Dicke orgel
James MacMillan 1959 St Luke Passion 2013, wereldpremière The Passion of Our Lord Jesus Christ according to Luke voor koor, kinderkoor, orgel en kamerorkest opdrachtwerk ntr zaterdagmatinee, koninklijk concertgebouw, duke university, the city of birmingham symphony orchestra, britten sinfonia en soli deo gloria inc. (usa) Prelude Chapter 22 Chapter 23 Postlude
Jurjen Stekelenburg boventiteling
H
5
MacMillan in Concerthuis Beluister in het Concerthuis de St John Passion én het vervolg dat MacMillan daarop componeerde: Since it was the day of Preparation. Daarnaast Sevenlast words - Macmillans muzikale antwoord op het gelijknamige werk van Joseph Haydn. www.radio4.nl/concerthuis
Documentaire MacMillan Nieuwe brochure De nieuwe abonnemen tenbrochure is verschenen! U kunt nu uw abonnementen voor het seizoen 2014-2015 bestellen. U kunt de brochure ook inzien via de website van Radio 4. zaterdagmatinee.nl nieuwe bestel nu uw op t abonnemen ouw.nl ! concertgeb
Webcast Radio 4
2
NTR Podium documentaires en concertregistraties op ned 2 zo 16 maart 13.00 uur · ma 17 maart 0.05 uur Lucia di Lammermoor Uitzending naar aanleiding van de première bij De Nationale Opera (14 maart). Hans Haffmans praat tijdens de generale repetitie met de cast, onder wie de sopraan Jessica Pratt (Lucia) en dirigent Carlo Rizzi, een kenner van het belcanto repertoire. Samen met schrijver Bas Heijne praat Facebook en Twitter Haffmans over beroemde vrouwenrollen Volg het laatstenieuws in negentiende-eeuwse rond de NTR Zaterdag opera’s. Een introductie Matinee op onze eigen met operafragmenten Facebook-pagina en klik en gesprekken met de ‘vind ik leuk!’ cast en liefhebbers. ... en op twitter: ntrpodium.ntr.nl @ZaterdagMatinee
De nieuwe passie van James MacMillan Terwijl in het hele land duizenden koorzangers en orkestmusici zich opmaken voor hun jaarlijkse Matthäus, klinkt vanmiddag in het Koninklijk Concertgebouw een hedendaagse passie. De NTR ZaterdagMatinee brengt, samen met het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor, de wereldpremière van de St Luke Passion die de vooraanstaande Schotse componist James MacMillan vorig jaar voltooide. Het is al MacMillans tweede passie na zijn opzienbarende St John Passion uit 2007, en hij is stellig van plan ook de passieverhalen uit de evangeliën van Marcus en Matteüs op muziek te zetten. MacMillans verbondenheid met het passieverhaal vloeit direct voort uit zijn
ERIC ANTONIOU
Van dit concert wordt een video-registratie gemaakt. Deze wordt uitgezonden via radio4.nl
Bekijk de NTR Podium-documentaire De Schotse trots van James MacMillan terug op www.uitzendinggemist.nl
53e seizoen 15 maart 2014
diepgewortelde rooms-katholieke geloof. Als muziekstudent in Edinburgh zong hij mee in de gregoriaanse passie op Goede Vrijdag, een jaarlijks hoogtepunt in de liturgie dat hij al sinds zijn kinderjaren kende. Zijn werkenlijst vermeldt uiteenlopende vocale composities rondom de kruisiging en dood van Jezus Christus, onder meer het muziektheaterwerk Visitatio Sepulchri voor koor en kamerorkest uit 1993, de cantate Seven Last Words from the Cross uit hetzelfde jaar en de Tenebrae Responsories uit 2006 voor achtstemmig koor a cappella. Zelfs in zijn zuiver instrumentale muziek laat hij zich geregeld door het passieverhaal inspireren. In de Fourteen Little Pictures voor pianotrio uit 1997 neemt hij de veertien staties op de kruisweg van Jezus als uitgangspunt. En de eerste twee delen uit zijn orkestrale drieluik Triduum, The World’s Ransoming en het Celloconcert uit 1996, bevatten melodisch materiaal dat afgeleid is uit de gregoriaanse liturgie voor respectievelijk Witte Donderdag en Goede Vrijdag. Deze opsomming staaft MacMillans stelling in het dagblad The Times dat de kruisiging en de resurrectie voor hem ‘de belangrijkste dagen in de wereldgeschiedenis’ zijn. Het betreffende interview uit 2009 draagt de veelbetekenende titel ‘My art is shaped by my faith’.
3
Waarom putte MacMillan behalve uit het evangelie ook uit de Improperia (‘Beklag van Christus’) uit de liturgie voor Goede Vrijdag? En vooral: waarom was de evangelist door een vierstemmig kamerkoor vervangen? Een mogelijk antwoord op deze laatste vraag ligt in de tweevoudige constatering dat MacMillan zichzelf graag beperkingen oplegt tijdens het compositieproces, en dat hij altijd veel inspiratie uit de roemrijke koortraditie van James MacMillan als koorleider - beeld uit NTRGroot-Brittannië heeft geput. Natuurdocumentaire De Schotse trots van James MacMillan lijk heeft hij zoals de meeste van zijn Het lag dus voor de hand dat MacMillan collega’s aandachtig naar Bach geluisterd, maar hij voelt zich als Britse zich vroeg of laat zou wijden aan het musicus nauw verbonden met landgegenre van de oratoriumpassie met instrumentale begeleiding. De tijd was noten die in de afgelopen honderd jaar er ook rijp voor. Beroemde componisten het koor een centrale plaats hebben gegeven. Ralph Vaughan Williams, als Krzysztof Penderecki en Arvo Pärt Michael Tippett en Benjamin Britten gingen hem in de tweede helft van de zijn bekende voorbeelden, maar de twintigste eeuw voor. In het Bachjaar naam van componist en pedagoog 2000 kwam er een hausse aan hedenKenneth Leighton (1929-1988) mag in daagse passies toen de Internationale dit lijstje niet ontbreken. MacMillan Bachakademie Stuttgart vier composizong als tiener in een koor en raakte zo tieopdrachten, één per evangelie, onder de indruk van Leightons muziek verleende aan Tan Dun, Osvaldo Godat hij besloot bij hem te gaan studeren lijov, Sofia Goebaidoelina en Wolfgang aan de universiteit van Edinburgh. Rihm. Dat er ook in passieland Nederland ruimte is voor een nieuwe kijk op dit eeuwenoude genre, bewijzen de Gregoriaans recente bijdragen van Boudewijn Inmiddels heeft MacMillan tientallen Tarenskeen en Calliope Tsoupaki. koorwerken op zijn naam staan, en de Toch was het voor veel trouwe bezoelijst groeit gestaag. Meestal zijn de kers van het Koninklijk Concertgebouw- contouren van het gregoriaans in de orkest even schrikken toen op Palmzon- melodievorming herkenbaar. Vermeldag 2009 MacMillans onstuimige St John denswaard is ook MacMillans speciale Passion in de Grote Zaal klonk in plaats belangstelling voor amateurkoren, in van Bachs Matthäus of Johannes. Waar de eerste plaats voor de twee instellinwaren de aria’s en koralen gebleven? gen uit zijn woonplaats Glasgow waar-
4
mee hij een persoonlijke band heeft: voor het kamerkoor van Strathclyde University onder leiding van Alan Tavener schrijft hij geregeld nieuwe ‘Strathclyde motetten’, voor het parochiekoor van zijn eigen dominicaanse kerk St Columba’s componeert hij talrijke eenvoudige stukken voor de zondagse liturgie. Hij treedt daarbij graag zelf als koorleider op wanneer hij niet op reis is. Zijn gemeenschapsgevoel en zijn verbondenheid met de mensen in zijn omgeving gaan verder dan de geloofsbeleving in de kerk. Uit de sfeervolle NTR-documentaire De Schotse trots van James MacMillan, terug te zien op www.uitzendinggemist.nl, blijkt dat de vaste gastdirigent van de voormalige Radio Kamer Filharmonie zich evengoed thuisvoelt in de kroeg met volksmuzikanten (hij speelde vroeger zelf in een band) als in het voetbalstadion, met mede-supporters van Celtic. MacMillans sociale engagement staat aan de wieg van composities als Búsqueda over de Dwaze Moeders in Argentinië of Cantos Sagrados over de dunne scheidslijn tussen politiek en religie. Zijn gevoel voor rechtvaardigheid, gecombineerd met zijn nationale bewustzijn, bepaalt ook het orkestwerk waarmee hij in 1990 doorbrak, The Confession of Isobel Gowdie. Hoofdpersoon van dit instrumentale requiem is een zeventiende-eeuwse Schotse die vanwege vermeende hekserij gemarteld en vermoord werd. De overeenkomsten met het passieverhaal spreken voor zich.
Berusting De gloednieuwe St Luke Passion is kleinschaliger, compacter en over het geheel genomen serener dan de St John Passion. Dit heeft deels te maken met de specifieke uitstraling van het Lucas-evangelie, waarin volgens James MacMillan meer ruimte is voor noties als vergeving en verlossing. Daarnaast verkeerde MacMillan tijdens het componeren van de St John Passion in 2007 helemaal in operastemming. Hij had de partituur van The Sacrifice net af en was zich als dirigent aan het voorbereiden op de eerste voorstellingenreeks bij de Welsh National Opera in Cardiff. Hierdoor kregen enkele koorpassages van zijn eerste passie een extra dramatische lading. In de St Luke Passion daarentegen ontbreekt elke bewuste verwijzing naar de operawereld. Een derde verklaring voor het vaak ingetogen karakter van de St Luke Passion betreft de compositorische keuzes die MacMillan in een vroeg stadium maakte. Zo besloot hij de twee hoofddelen (de evangelie-hoofdstukken 22 en 23) te omlijsten met enkele andere, vrolijkere passages uit het Lucas-evangelie. In de prelude staat MacMillan stil bij de Annunciatie. Na enkele zinnen uit Maria’s lofzang laat hij de strijkers fluisterzacht improviseren in het hoge register om het Koninkrijk van God muzikaal op te roepen. Dit resulteert in een geheimzinnige en vreedzame episode die op voorhand berusting geeft en een contrapunt biedt aan het lijdensverhaal van Christus. De hoopvolle stemming van de prelude vindt een echo in
5
H
5
6
inzicht vergroten door plaatselijk slechts een deel van het koor in te zetten. Desgewenst kan zelfs een solist uit het koor een bepaalde passage voor zijn rekening nemen. Zo’n flexibele aanpak vergroot de kans dat amateurkoren, ondanks de veeleisende partijen, ingezet kunnen worden, wat nadrukkelijk de wens van de componist is. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij de Amerikaanse première op Palmzondag. Het orkest is van bescheiden omvang. Fluit en klarinet zijn enkel bezet, trombones en tuba ontbreken, behalve de pauken zijn er geen slagwerkinstrumenten. Binnen het orkestrale weefsel geeft MacMillan een hoofdrol aan het orgel, een duidelijke verbinding met de traditie van de kerkmuziek. Al met al roept de instrumentale bezetting associaties op met de oratoria van Händel, aan de andere kant van het Kanaal nog steeds de ultieme referentie. Aan het eind van elk hoofdstuk zorgt het orkest met een uitgebreide instrumentale conclusie voor een moment van bezinning. MacMillan zegt hierbij inspiratie te hebben gevonden in enkele liederen van Robert Schumann, waarin de piano de gedachten van de zanger tijdens de epiloog uitbreidt. Deze meditatieve dimensie, bij Bach aanwezig in de talrijke aria’s, stelt James MacMillan in staat binnen het korte tijdbestek van een uur een narratieve structuur op verschillende niveaus te presenteren. Het drama van het passieverhaal en de spirituele reflectie over de betekenis van deze opoffering houden elkaar in evenwicht. Michel Khalifa
53e seizoen 15 maart 2014
uitvoerenden Markus Stenz
phony Orchestra (1998-2004), dat hij in Markus Stenz is tot 2014 Generalmusik- 2000 leidde tijdens de eerste tournee door Europa. Stenz bracht het Gürzedirektor van de stad Keulen en Gürzenich-Kapellmeister (chef-dirigent nich-Orchester in 2008 naar China, en van het Gürzenich-Orchester en de dirigeerde in datzelfde jaar het eerste Opera van Keulen). Sinds september optreden dat het orkest maakte tijdens 2012 is hij chef-dirigent van het Radio de BBC-Proms in de Londense Royal Filharmonisch Orkest. Hij is bovendien Albert Hall. In 2010 leidde hij in China eerste gastdirigent van het Hallé Orches- de Keulse Opera in de complete Ring des Nibelungen in Sjanghai en Don Giovanni tra. Eerder was Markus Stenz artistiek in Peking, plus nog concerten in beide leider van het Montepulciano Festival (1989-1995) en chef-dirigent van London steden. Om het 25-jarige bestaan van het gebouw van de Kölner Philharmonie Sinfonietta (1994-1998). Beide functies luister bij te zetten, dirigeerde hij vervulde hij bij het Melbourne Sym
HANS VAN DER WOERD
de postlude waarin overeenkomstig het bijbelse narratief de Wederopstanding en de Hemelvaart centraal staan. Vroeg in deze postlude gaat het gehele orkest over tot gecontroleerde improvisatie. Ook de aanwezigheid van een kinderkoor geeft aan de St Luke Passion een extra menselijke dimensie. MacMillan vertrouwt de rol van Christus toe aan de kinderstemmen, die eenstemmig dan wel driestemmig zingen. Deze afwisseling symboliseert de theologische essentie van God, tegelijkertijd één en drie-eenheid. Opnieuw wordt de rol van de evangelist vertolkt door een gemengd vierstemmig koor van volwassenen dat in verschillende combinaties optreedt. Meestal zingen alle vier de stemmen in hetzelfde ritme, soms zet MacMillan slechts een stempaar in, tenoren/bassen of sopranen/ alten. Als de handeling erom vraagt, laat hij bij uitzondering dit volwassenenkoor polyfoon zingen. Dit gebeurt in het eerste deel wanneer de discipelen onderling onenigheid krijgen over wie als de eerste moet gelden, in het tweede deel wanneer de woedende menigte de kruisiging van Jezus eist. En als een van de soliloquentes (‘alleensprekenden’ zoals Petrus of Pilatus) aan het woord is, zingt slechts één van de koorstemmen. Aan het begin beperkt het gemengd koor zich tot een sobere, syllabische stijl. Maar gaandeweg introduceert MacMillan, net als in eerdere koorwerken, weelderige versieringen en stembuigingen die aan oosterse muziek doen denken. Bij elke uitvoering mag de koordirigent deze veelzijdigheid in stemgebruik naar eigen
7
tweemaal Mahlers Achtste symfonie met het Gürzenich-Orchester en 400 zangers uit de regio Keulen/Bonn. Stenz trad op in de Scala in Milaan, in de Munt in Brussel, bij de English National Opera, de Lyric Opera of Chicago, San Francisco Opera, de opera’s van Stuttgart en Frankfurt, bij de Glyndebourne Festival Opera en tijdens de festivals van Edinburgh en Salzburg. Sinds zijn debuut als operadirigent in La Fenice in Venetië met Elegy for Young Lovers van Hans Werner Henze leidde hij vele (wereld-)premières, waaronder Henze’s Das verratene Meer in Berlijn, Venus und Adonis bij de Bayerische Staatsoper in München en L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe tijdens de Salzburger Festspiele van 2003. In Keulen bracht Stenz onder andere de Ring des Nibelungen, Lohengrin, Tannhäuser en Die Meistersinger von Nürnberg, Jenu° fa en Kát’a Kabanová, Don Giovanni, en Love and other Demons van Peter Eötvös. Ook bij de Lyric Opera of Chicago leidde hij Kát’a Kabanová, en in december 2009 bracht hij Mahlers Vierde symfonie met het Chicago Symphony Orchestra. Markus Stenz dirigeerde orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest, de Münchner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, de Berliner Philharmoniker, het TonhalleOrchester Zürich, Los Angeles Philharmonic, Boston Symphony, Minnesota Orchestra en de symfonieorkesten van Dallas, Houston en Seattle. Markus Stenz studeerde aan de Hochschule für Musik in Keulen bij Volker Wangenheim, en in Tanglewood bij
8
Peter Dicke
Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. Hij is drager van het Honorary Fellowship van het Royal Northern College of Music.
Gijs Leenaars Gijs Leenaars studeerde piano en ontving orkestdirectielessen van Joop van Zon, studeerde koordirectie bij Jos Vermunt en zang bij Paula de Wit. Gijs Leenaars is artistiek leider van Bachkoor Holland en Capella Frisiae en was assistent-dirigent bij de Radio Kamer Filharmonie en het Radio Filharmonisch Orkest. Hij is regelmatig te gast bij La Filarmonica di Torino in Italië en repetitor bij Cappella Amsterdam en het
Nederlands Kamerkoor. Het afgelopen seizoen dirigeerde Gijs Leenaars concerten bij onder andere Cappella Amsterdam, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie. Het huidige seizoen dirigeert hij o.a. Cappella Amsterdam in een a cappella programma van twinstigste-eeuwse koorwerken. Gijs Leenaars werkt sinds het seizoen 2004-2005 geregeld samen met het Groot Omroepkoor, eerst als assistentdirigent en daarna als gastdirigent. In het seizoen 2012-2013 is hij Celso Antunes opgevolgd als chef-dirigent van het Groot Omroepkoor.
Als veertienjarige was de Duitse organist Peter Dicke beursstudent van de Heinrich Strobel Stiftung van de SWF. Op zijn achttiende werd hij tijdens de Grand Prix de Chartres vanwege zijn improvisatievaardigheid geprezen door Pierre Cochereau. Al tijdens zijn studie schoolmuziek, orgel en piano in Keulen werd hij docent orgelimprovisatie aan de Kölner Musikhochschule, waar hij, uiteindelijk als professor orgel, tot 1998 doceerde. Als musicus speelde hij vrijwel alle klavierwerken van Bach, de 32 pianosonates van Beethoven en veel nieuwe muziek, waaronder werk van Mauricio Kagel, met wie hij veelvuldig optrad. Concertreizen brachten hem, buiten Duitsland, naar Rusland, Frankrijk, Japan, Spanje en België. Hij gaf recitals bij festivals als het RheingauMusikfest, het Festival van Vlaanderen, het Festival van Madrid, de Triennale Keulen en Musica Nova en treedt al 25 jaar dikwijls op als pianist, klavecinist en organist bij de WDR Keulen. Daarnaast is Peter Dicke uitgever van pianoen orgelwerk van onder anderen Max Reger, Joseph Rheinberger en Fanny Hensel, auteur van een lesmethode voor jonge organisten en verzorgde hij masterclasses aan diverse Russische muziekhogescholen.
Nationaal Jeugdkoor
De leden van het Nationaal Jeugdkoor zijn tussen de 16 en 27 jaar en afkomstig uit heel Nederland. Chef-dirigent is Wilma ten Wolde. Vocal coaches zijn Irene Verburg en Anna Sims (Engeland).
9
Het koor treedt op in series als de NTR ZaterdagMatinee en De Vrijdag van Vredenburg, en met orkesten als het Radio Filharmonisch Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Budapest Festival Orchestra. Het koor bracht verschillende cd’s uit, waaronder ‘Hjärtans Fröjd’ onder leiding van de Zweedse koordirigent Eric Ericson. Op de nieuwste cd, ‘Spring, the sweet Spring’, is a cappella koormuziek te beluisteren van onder anderen E¯riks Ešenvalds, Henk Badings, Hayo Boerema en Roel van Oosten. Op 4 mei aanstaande is het Nationaal Jeugdkoor live te zien op televisie tijdens de Nationale 4 mei Herdenking vanuit de Nieuwe Kerk in Amsterdam. In juni zingt het koor een programma met Zuid-Amerikaanse barokmuziek o.l.v. gastdirigent Adrián Rodríguez van der Spoel. Het Nationaal Jeugdkoor wordt georganiseerd door Stichting Vocaal Talent Nederland. Deze stichting spoort jong vocaal talent in Nederland op en biedt de kans dat talent in speciale lesplaatsen en onder begeleiding van professionals tot bloei te brengen. Onder verantwoordelijkheid van artistiek directeur Wilma ten Wolde kunnen jonge talenten in diverse koorsamenstellingen en op professioneel niveau podiumervaring opdoen. De stichting organiseert vier koren. Beschermheer van de stichting is Sir Simon Rattle, chef-dirigent Berliner Philharmoniker. www.vocaaltalent.nl
10
Wilma ten Wolde
Wilma ten Wolde is directeur van Vocaal Talent Nederland en is sinds 1999 dirigent van het Nationaal Kinderkoor en het Nationaal Jeugdkoor. Zij studeerde koordirectie, kerkmuziek en muziekwetenschap en specialiseerde zich na haar studie in het vocaal onderwijs voor jongeren. Ze was docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag op de vakgebieden solfège en ensemble-zang. Zij bereidde met de koren van Vocaal Talent Nederland vele producties voor, voor dirigenten als Ed Spanjaard, Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Iván Fischer, Mariss Jansons, Sir Simon Rattle, Mstislav Rostropovitch, Bernhard Haitink, Nikolaus Harnoncourt, Vladimir Jurowski en Markus Stenz.
Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor is met zestig vocalisten het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed repertoire, uiteenlopend van barok tot en met eigentijdse muziek. Voor de uitvoering van dit repertoire werkt het koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte samen met gastdirigenten als Marcus Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman en Kaspars Putnin ¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman. In het grote koor-symfonische repertoire en concertante operaproducties werd opgetreden
onder leiding van dirigenten als Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest in de concertseries van de publieke omroep, en wordt daarnaast met enige regelmaat uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. In de NTR ZaterdagMatinee voerde het koor vele wereldpremières uit, en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey en Celso Antunes chefdirigent van het koor. Sinds het seizoen2012-2013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent van het koor sinds september 2010. Vanaf augustus 2013 maakt het Groot Omroepkoor deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Radio Filharmonisch Orkest en de productie-afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR, Avro en Tros). www.grootomroepkoor.nl volg het Groot Omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) bezet een prominente plaats in het Nederlandse muziekleven. Door een onuitputtelijk streven naar de hoogste artistieke kwaliteit en een uitgebalanceerde programmering groeide het momenteel honderd musici sterke orkest uit tot een van de beste orkesten van Nederland. Het orkest werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte en werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In 2012 werd Markus Stenz aangesteld als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012. Met ingang van augustus 2013 maakt het RFO deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-afdeling van de concert series van Radio 4 (NTR, Avro en Tros). Het RFO werkte samen met befaamde gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccar do Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen, waar-
11
bij het regelmatig eerste uitvoeringen in Nederland en wereldpremières betreft. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO onder andere te horen op het Festival Musica 2008 en tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Het Radio Filharmonisch Orkest heeft een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende labels verschenen vanaf de jaren ’70 legendarische grammofoonplaten met dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd met Frans repertoire. Opnamen van de complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke
Wagner-box en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Met dirigent Mark Wigglesworth werden de symfonieën van Sjostakovitsj op cd vastgelegd, en onder leiding van Jaap van Zweden verscheen een Bruckner-cyclus. De live-registratie van Wagners Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Van Zweden, werd onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de categorie Opera. www.radiofilharmonischorkest.nl volg het Radio Filharmonisch Orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook
Nationaal Jeugdkoor Veronika Akhmetchina Anne van Amerongen Isa Berix Indra van de Bilt Anke de Boer Margot Bongenaar Femke Bruggeman Julia Frieling Romy Gansevoort Hanneke Hommes Wieneke Jansen Michal de Jong Marjolijn Katerberg Sarai Keestra
12
Florine Marinelli Leonie Masselink Eva Oosterveld Josja de Ridder Irene Spoelman Inge Stok Maria Tchistiakova Vera Tolk Sophie van Weeren Lauren Wessel Britte Wijtmans Bernet Wilms Hilde van Zandbergen Lea Zantinge
Groot Omroepkoor CHEF-DIRIGENT
SOPRAAN
TENOR
Gijs Leenaars
Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Anitra Jellema Marielle Kirkels Simone Manders Judith Petra Margo Post Maja Roodveldt Mijke Sekhuis Jolanda Sengers Henda Strydom Dorien Verheijden Liesbeth Vanderhallen Esther de Vos
Ambrož Bajec-Lapajne Alan Belk Kevin Doss Eyjólfur Eyjólfsson Boguslaw Fiksinski Peter-Paul Houtmortels Johannes Klügling Marius Kwaks Falco van Loon Ioan Micu Matthew Minter Matthew Smith John Vredeveldt Deniz Yilmaz
ALT
BAS
Yvonne Benschop Nicoline Bovens Ans van Dam Marjan van Eldik Kazue Goto Stéphanie Heman (stage) Jose Kamminga Anneke Leenman Els Liebregt Suzanne Meessen Marga Melerna Anjolet Rotteveel Iris van ’t Veer (stage) Janneke Vis Anneloes Volmer Lisinka de Vries Harda van Wageningen Pierrette de Zwaan
Gert-Jan Alders Erks Jan Dekker Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Pieter Hendriks Daniël Hermán Mostert Palle Fuhr Jørgensen Itamar Lapid Ludovic Provost Lars Terray Luuk Tuinder Hans de Vries Nanco de Vries
VASTE GASTDIRIGENT
Michael Gläser
13
Radio Filharmonisch Orkest
zaterdag 22 maart 2014, 14.15-16.10 uur Concertgebouw Amsterdam
BESCHERMHEER
EERSTE VIOOL
CONTRABAS
Bernard Haitink
Joris van Rijn Fred Gaasterland Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Julija Hartig Theo Ploeger Ruud Wagemakers Peter Thoma
Rien Wisse Stephan Wienjus
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR
Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT
FLUIT
Barbara Deleu HOBO
Aisling Casey Yvonne Wolters
Edo de Waart
TWEEDE VIOOL
VASTE GASTDIRIGENT
Casper Bleumers Eveline Trap Sarah Loerkens Zofia Balcar Annemarie van Helderen Renate van Riel
KLARINET
ALTVIOOL
HOORN
Frank Brakkee Annemijn den Herder Robert Meulendijk Igor Bobylev
Annelies van Nuffelen Toine Martens
James Gaffigan ASSISTENT-DIRIGENT
Karel Deseure
CELLO
Michael Müller Eveline Kraayenhof Harm Bakker Mirjam Bosma
Frank van den Brink FAGOT
Jos Lammerse Freek Sluijs
ROMANTIEK ZONDER GRENZEN Rotterdams Philharmonisch Orkest Valery Gergiev dirigent Benjamin Schmid viool Weber Ouverture Der Freischütz Dutilleux Vioolconcert ‘L’arbre des songes’ Berlioz Symphonie fantastique
TROMPET
Hessel Buma Hans Verheij PAUKEN
Paul Jussen ORGEL
De titel L’arbre des songes (de boom van de dromen) zou direct uit een romantisch sprookje afkomstig kunnen zijn. Benjamin Schmid speelt in dit vioolconcert van Henri Dutilleux de melodieuze solopartij, die oorspronkelijk voor Isaac Stern geschreven werd. Opvallend zijn de overgangsepisoden, waarin de componist met celesta, piano en slagwerk de carillonklanken nabootst, die hij in zijn kinderjaren in Noord-Frankrijk leerde kennen. Der Freischütz van Carl Maria von Weber: hoeveel romantischer kun je het krijgen? In de ouverture klinken jachtsignalen, duivelse motieven, een liefdesgezang en, uiteraard, de overwinning van het Licht. En nóg een kolfje naar de hand(en) van Valery Gergiev: Hector Berlioz trekt in zijn Symphonie fantastique alle registers open om zijn obsessieve liefdesverdriet te verwerken. Alleen een hart van steen kan ongevoelig blijven voor zoveel passie.
Peter Dicke
SII5
symfonisch ii 2013-2014
14
15
vrijdag 21 maart 2014, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
SCHAT EN DE FRANSEN philharmonie zuidnederland Kees Bakels dirigent Roger Muraro piano Debussy La mer Franck Variations symphoniques Schat Etudes voor piano en orkest Ravel Suite Daphnis et Chloé nr. 2
zondag 16 maart 11.00 uur Vredenburg Leidsche Rijn Instrumentaal Ensemble Radio Filharmonisch Orkesto.l.v. Karel Deseure verteller
Joep Onderdelinden tekst & regie Margrith Vrenegoor vormgeving
Peter Claassen op muziek van
Poulenc, Satie en Honegger toegang € 16,50 | € 13,50 incl. drankje & garderobe kaarten via
vredenburg.nl 030-231544
of telefonisch
16
6+