GRENZENLOOS MAGAZINE
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
17
NR
Grenzenloos.nl
Marielle Saegaert Een Spaanse maand
Juni 2015
PARTTIME EMIGREREN Leven in twee werelden
KAASKOP TUSSEN DE KIWI’S Buitenlandstage in Nieuw-Zeeland
EEN RIJKER LEVEN IN ZWEDEN Naar de Noorderzon
Uitgeverij
1
Grenzenloos
Welkom
Colofon GRENZENLOOS MAGAZINE Gratis online magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Verschijnt 12 x per jaar, elke laatste vrijdag van de maand. Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos, een imprint van VanDorp Uitgevers Voor meer informatie of adverteren, kijk op www.grenzenloos.nl of mail naar
[email protected] In dit nummer staan bijdragen van: Sanne de Bock Marielle Saegaert Liesbeth Arts David Scherpenhuizen Heidy van Beurden Stef Smulders
PARTTIME EMIGREREN
H
et fenomeen emigreren is van alle tijden. Zo kennen we het tijdperk van de Grote Volksverhuizing in de 4e tot en met de 6e eeuw. En meer recent de emigratiegolf na de tweedewereldoorlog. Nog dagelijks emigreren mensen uit Nederland, maar het karakter ervan verandert steeds meer. Zo is parttime emigreren een veelgehoorde term. Heidy van Beurden legt daarom deze maand uit hoe het praktisch mogelijk is om met man en kind te leven in twee werelden. Daarnaast nog veel meer leuke artikelen uit alle hoeken van de wereld. Veel leesplezier met het gevarieerde magazine van deze maand! Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd:
[email protected] Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, elke laatste vrijdag van de maand.
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur Twitter: @ericjanvandorp
Nicole & Ben Heerland Eric Jan van Dorp Coverfoto: Gabriel Garcia Marengo Copyright©2015 VanDorp Uitgevers Op de teksten en foto’s in deze uitgave rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen, gekopieerd of op andere wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of verspreid, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke
2
Inhoudsopgave
4
Nieuws en nieuwe boeken
Parttime emigrant
12
Kaaskop tussen de Kiwi’s
Marielle Saegaert: Mayo
24
26
Liesbeth Arts: het zangkoor
Afstanden: Ow ya goin’ Bruce?
42
20
Emigreren binnen een gemeente
Een rijk leven in Zweden
30
6
Stef Smulders: il furbo
36
Nieuws KEUZE BELASTINGPLICHT VANAF 2015 NIET MEER MOGELIJK EVENEMENT DIT JAAR NIET IN AMERONGEN
S
inds 1 januari 2015 kunt u niet meer kiezen om als Nederlandse belastingplichtige behandeld te worden. U moet sinds 1 januari 2015 voldoen aan voorwaarden om recht te hebben op aftrekposten, heffingskortingen en heffingsvrij vermogen. U moet bijvoorbeeld over 90% of meer van uw totale inkomsten (wereldinkomen) in Nederland belasting betalen. Als u niet aan de voorwaarden voldoet, krijgt u deze belastingvoordelen niet.
Krijgt u toch een dubbele belastingaanslag, terwijl er een belastingverdrag is? Dan kunt u een onderlinge overlegprocedure starten. Daarin overlegt Nederland met het andere land om samen tot een oplossing te komen. Bron: belastingdienst.nl
STEEDS MEER VRACHTWAGENCHAUFFEURS EMIGREREN ZWEDEN EN CANADA ZIJN IN TREK
S
teeds meer Nederlandse vrachtwagenchauffeurs emigreren. Zweden en Canada zijn in trek, maar ook de Verenigde Staten en Noorwegen worden genoemd. Nederlandse chauffeurs ervaren de regelgeving die vanuit zowel Den Haag als Brussel wordt opgelegd als een probleem. Ook de enorme concurentie van onder andere Oosteuropese chauffeurs en toenemend geweld in de transportwereld gelden reden om over de grens een bestaan te zoeken. Bron: transportonline.nl
4
Nieuws
Het Frans juridisch woordenboek Woordenboek voor juridische zaken tijdens verblijf in Frankrijk Tin van Arkel Uitgeverij Grenzenloos ISBN 97890776980751 Prijs € 14,95 Te koop via Emigratieboek.nl en Bol.com
NIEUW TV-PROGRAMMA ZOEKT EMIGRATIE-TWIJFELAARS PROGRAMMA MET TIJS VAN DEN BRINK
I
n het programma van de Evangelische Omroep (EO) ‘Dilemma’ bespreekt Tijs van den Brink bijzondere dilemma’s van gewone Nederlanders. Iedere week ontvangt Tijs een hoofdgast die voor een belangrijke, ingewikkelde beslissing staat. Samen met adviseurs probeert Tijs een passende oplossing te vinden, zodat de hoofdgast aan het eind van het programma een keuze kan maken.
De redactie van de EO zoekt mensen die al heel lang dubben over de vraag of ze zullen emigreren, en die nog geen besluit hebben genomen. Daarbij moet het niet gaan om praktische redenen als ‘mijn huis is nog niet verkocht’. De redactie zoekt mensen die echt twijfelen en het leuk vinden deskundigen te horen over hun dilemma. Heeft u interesse om als hoofgast aan het programma deel te nemen? Mail dan naar
[email protected]
5
PARTTIME EMIGRANT leven in twee werelden
6
Heidy van Beurden
H
eidy van Beurden woont met haar gezin deels in Spanje, deels in Nederland. Dat kan door flexibel en internationaal werk, met opdrachten in beide landen. In Valencia werkt zij aan een grote tentoonstelling over Europese papierinnovaties en geeft ze schrijftrainingen. De planning van dat dubbelleven is soms complex, maar de ervaringen zijn pure rijkdom. “Extranjeros zijn is de mooiste positie die er bestaat.” Meteen toen ik de deur opendeed zag ik dat het foute boel was. Het water gutste naar beneden, door de plafonds heen vanaf twee hoog. Het regende in huis. In Xàtiva, de stad van de 1000 fonteinen, stopt soms de watertoevoer voor onderhoud en in die uren was ik vergeten de kraan dicht te draaien. De volgende dag kwam de eigenaar kijken, toen de schade van de vochtplekken goed zichtbaar was op de historische muren en plafonds. Alles wat hij zei was: “No te preocupes.” Maak je geen zorgen. Het is gebeurd, wat kun je nu nog doen? Kijken hoe het opdroogt en opnieuw schilderen. En hij gaf me een fles zelfgeperste olijfolie. Geen schuldvraag, geen verzekeringswerk. Misschien was zijn reactie een uitzondering, maar het staat wel symbool voor onze ervaring met de Spaanse mentaliteit: relativeringsvermogen. In de stad vlak onder Valencia, met 20.000 inwoners, heerst altijd een ontspannen, familiaire sfeer. Daardoor lukt het mij hier ook sneller te relativeren. Bijvoorbeeld wanneer ik ‘s avonds onder een sterrenhemel over de scheve dakpannendaken van de oude stad uitkijk richting kasteel en bergen. Neandertalers, Romeinen en Arabieren hebben hier geleefd. En eeuwen na mij zullen hier ook vast nog mensen
wonen. Dat helpt iedere vorm van stress of irritatie in perspectief te zien. Flexibel leven Wij huren. Bewust. Nu iets kopen in Spanje is natuurlijk een financieel buitenkansje, zeker in de oude binnenstad. Maar we gaan ervan uit dat je zo’n huis ook niet snel weer verkoopt, misschien wel nooit. Het is dus vooral interessant wanneer je hier echt voor de lange termijn aan verbonden wilt blijven. En dat weten we nog niet. Dat is ook nooit de insteek geweest. We wilden gewoon graag het leven in dit prachtige land écht ervaren, zolang die mogelijkheid er was met ons flexibele leven (allebei internationaal werk en dochter nog te jong voor school). Bovendien lag er een interessante kans voor een zakelijk project. Xàtiva is de stad die in de middeleeuwen het papier in Europa introduceerde en tot bloei bracht. Ook is de uitvinder van de vulpen er geboren en opgegroeid. Met deze interessante historische gegevens doet de stad helemaal niets. Geen museum, geen thema-evenementen, geen winkel. Veel locals kennen dit verleden niet. Als zelfstandig ondernemer met een achtergrond in communicatie kon ik me niet voorstellen dat er géén businessmodel denkbaar was. En voor onderzoek moet je ter plaatse zijn. Op en neer pendelen We tekenden een tijdelijk huurcontract voor een huis aan één van de karakteristieke pleintjes van de stad (’s avonds vallen we bij het geluid van de klaterende fontein in slaap). Met het huurcontract schreven we ons in bij de gemeente en konden we een goede internetverbinding regelen. En zo eenvoudig was het. We hebben
7
Parttime emigrant het contract vooraf door een NL-Spaanse jurist laten controleren op culturele en taalkundige addertjes. Maar verder zagen we weinig risico. Omdat we geen fiscale residenten zijn, we betalen gewoon belasting in Nederland en hebben geen bezit in Spanje, bleef ons verdere administratieve rompslomp bespaard. Zo eenvoudig hadden we er een tweede leven bij. Erbij. Want ons leven in en vanuit Amsterdam gaat óók gewoon door; daar hebben we gewoon onze Amsterdamse woning en ons werk, dat we toevallig door de inhoud ervan op verschillende locaties kunnen uitvoeren. Computer, wifi en klaar. Dan maakt het niet uit wáár je dat werk doet. Dat is niets nieuws binnen de context van
flexibele kantoren en openbare werkplekken. Alleen nu gebeurt het over de grenzen. Hoe gek het misschien ook klinkt: wij pendelen op en neer tussen twee landen. Iets meer dan twee uur in het vliegtuig en je staat op Schiphol. Pianospelen op papier Samen met lokale ondernemers en historici ben ik gaan zoeken naar kansen voor een museum of tentoonstelling over de onderbelichte historie van het papier in deze stad. Dat onderzoek ging twee kanten uit. Aan de ene kant zat ik al snel met middeleeuwse documenten in mijn handen bij het stadsarchief. De ontdekking dat ook de uitvinder van de vulpen hier was geboren, leidde in een brainstorm met een bevriend collega tot het idee om in deze papierstad schrijftrainingen te gaan geven. Schrijfspirit. Om, in de geest van wat de papierrevolutie ooit teweeg bracht, effectiever te kunnen communiceren. Juist in het digitale tijdperk met een overvloed aan informatie, is het interessant om weer stil te staan bij mooie en kernachtige zinnen. Tegelijk ging er in mijn speurtocht een wereld open rondom de toekomst van het papier. Zonnecellen van papier, pianospelen op papier, gebouwen van karton, wifi-blokkerend papier voor bescherming van data en patiënten in ziekenhuizen. En veel meer. Innovaties van ondernemingen en wetenschappers uit heel Europa. Iedereen met wie ik het thema besprak was verbaasd over zoveel verrassende innovatieve toepassingen van eeuwenoud materiaal. Inclusief een lokale historicus met goede banden in de culturele sector van Valencia. Hij WhatsAppte me dat ik direct de directeur van het MuVIM museum moest bellen voor een afspraak. Die laatste twee letters staan voor Illuministracion
8
Heidy van Beurden
en Modernidad. Al twee dagen later had ik een toezegging dat het museum over dit thema heel graag een tentoonstelling wilde hebben. In mijn allerbeste Spaans had ik een presentatie voorbereid, met hulp van mijn Spaanse lerares. Maar ik had weinig woorden nodig, de directeur was al overtuigd. Geen van de vervolgstappen in het uitvoerende proces is overigens zo snel gegaan als deze eerste bevestiging, helaas, maar vanaf dat moment speelde er een nieuwe dynamiek rondom ons Spaanse avontuur. Een serieuze opdracht om Valencia en papier met Europa en innovatie te verbinden. Alles op het laatste moment Bij het inhoudelijk vormgeven van de tentoonstelling werd ik door een insider al snel
gewaarschuwd dat ik vlak voor de opening tot diep in de nacht zou moeten werken. Wat hij bedoelde: alles gebeurt hier op het laatste moment. Er is inderdaad aardig wat geduld nodig. Een jaar na de toezegging van de directeur, die inmiddels ook al was vervangen, was er nog steeds geen definitieve datum vastgelegd. Wat het vrij moeilijk maakt om te plannen met partijen uit heel Europa. Ook maakt het publiciteit en communicatie vrijwel onmogelijk. Maar de medewerkers keken me soms vriendelijk lachend aan als ik om een officiële bevestiging van afspraken vroeg of om de vervolgstappen. Niet lullig bedoeld, maar wel met een blik van ‘Ja, wat is het probleem?’ Heel vaak vond ik het zo jammer dat kansen verloren leken te gaan door uitstel of inefficiëntie. Er speelden ook politieke
9
Parttime emigrant zaken waar ik uiteraard geen enkele invloed op had. Dat maakte het moeilijk om vertrouwen te houden, maar iedereen verzekerde mij steeds: het komt goed. Alleen pas op het laatste moment. Paciencia. Ik weet niet of dit typisch Spaans is. Je kunt Valencia niet vergelijken met Madrid en de ene persoon in het proces is de andere niet. Maar dit leren accepteren is wel een belangrijke ervaring in het hele avontuur Spanje. De tentoonstelling over de toekomst van papier staat gepland voor oktober, november en december 2015.
gebeurtenissen in de wereld. Enorm verrijkend. Extranjero zijn is de beste positie die er bestaat, vinden ook sommige Spaanse vrienden die zelf in het buitenland hebben gewoond. Financieel hoeft wat wij doen geen onhaalbare stap te zijn, afhankelijk van de keuzes die je in Nederland maakt. Wij hebben destijds bijvoorbeeld een hypotheek genomen op één salaris, juist omdat we vrijheden zoals deze in het leven wilden behouden. Ook hebben we de eerste periode van ons avontuur volledig kunnen
“Werken op een andere locatie is niets nieuws binnen de context van flexibele kantoren en openbare werkplekken. Alleen nu gebeurt het over de grenzen.” Extranjeros zijn Wat wij doen heeft niets met emigratie te maken.
betalen door het besparen van de hoge kosten voor kinderopvang in Nederland. Bovendien is
Ons leven speelt zich af in Spanje, maar óók nog steeds in Amsterdam. We leven in twee werelden, waarbij we in Spanje wel optimaal genieten van alle mooie kanten van extranjeros zijn. Je geniet van de kwaliteit en verrassingen van een andere cultuur, het is wat dat betreft doorlopend vakantie. Maar je bent outsider genoeg om je niet echt druk te maken over negatieve lokale issues. Ook leer je iedere dag iets nieuws, over geschiedenis of taal maar vooral over verschillende perspectieven op dezelfde
het waar dat het dagelijks leven in Spanje veel goedkoper is. Voor relatief hoge kostenposten als benzine of de kapper betaal je echt aanzienlijk minder. En fantastisch lekker uit eten gaan voor 10 euro per persoon is heel normaal. Op vakantie gaan we niet meer. Xàtiva en omgeving bieden alles wat je kunt wensen. Met vrienden en familie die op bezoek komen beleef je heel mooie intensieve dagen. Andersom is het in Nederland altijd een feestje: bekenden weer zien en op de fiets de stad in om ergens poffertjes te gaan eten.
10
Heidy van Beurden We realiseren ons heel goed dat dit scenario zonder low-cost vliegmaatschappijen niet haalbaar is. En voor veel mensen gezien hun zakelijke verplichtingen ook niet, als ze het al zouden willen. Het grootste nadeel is dat wij als gezin soms een paar weken niet bij elkaar zijn door het vele reizen. Mijn man en ik wisselen elkaar regelmatig af in Spanje om het dagelijks ritme voor onze dochter zo stabiel mogelijk te houden. Dat plannen is complex en niet altijd leuk. Natuurlijk denken we soms: “waar zijn we toch mee bezig? Wat maken we het onszelf moeilijk”. Maar de momenten waarop we samen zijn, zijn goud en maken alles de moeite waard. Zoals gewoon boodschappen doen en daarna doorrijden naar de hoogste bergtop vijf minuten verderop, om daarvandaan zonsondergang te kijken met olijven en een glas wijn. Of op een zaterdagmiddag gaan zwemmen in een natuurlijke bron in de bergen, waar een Spaanse familie die net onder de bomen aan een grote paella begint ons uitnodigt aan te schuiven. Buren die zelfgemaakte cadeautjes voor onze dochter komen brengen. Uitnodigingen om de traditionele feesten thuis mee te vieren. Spanje is warm qua zon, maar minstens zo warm qua hartelijkheid.
jaloers op haar omdat ze vaak naar Amsterdam gaat en op twee plekken vriendinnetjes heeft. Maar tegelijkertijd zijn er grapjes of opmerkingen die ze (nog) niet begrijpt. Dat willen we niet onderschatten. Het is extra lastig dat er naast Spaans óók nog Valenciaans wordt gesproken. Toch merken we al dat ze door deze twee levens en verschillende talen een bepaalde flexibiliteit ontwikkelt. We hopen haar mee te geven dat er meerdere manieren zijn om naar het leven te kijken.
Definitief bestaat niet We krijgen vaker de vraag of we definitief zullen blijven. Geen idee. Dat woord past niet bij deze vorm van wonen in het buitenland. Met een huurhuis en internationaal werk is niets definitief. Het enige waarover we serieuze keuzes moeten maken, is dat onze dochter inmiddels wèl leerplichtig is. Ze gaat naar een lokale school waar ze zich heel snel een betere Spaanse uitspraak heeft aangeleerd dan haar vader en moeder. Sommige kinderen in haar klas zijn
helpen. Ook kan ik nu 250 m² expositieruimte vullen en is er interesse uit Engeland om er een reizende tentoonstelling van te maken. Dat zijn onverwachte richtingen die je van tevoren niet kunt bedenken en die je nooit kunt beleven wanneer je het bekende geen onbekende draai geeft.
Het is heel bijzonder om te ervaren waar een avontuurlijke stap je kan brengen. Twee jaar geleden ontdekte ik alleen een historisch gegeven in een stad waar we al verliefd op waren, nu kan ik hier in de mooiste setting met sublieme uitzichten mensen met schrijfambities verder
Tekst: Heudy van Beurden Foto’s: Heidy van Beurden, iStockphoto.com
11
KAASKOP KIWI’S TUSSEN DE
12
Buitenlandstage
S
anne de Bock is voor haar stage enkele maanden in Nieuw-Zeeland. Zij houdt de lezers van Grenzenloos Magazine op de hoogte van haar ervaringen. In het vliegtuig heb ik The Hobbit: the Battle of Five Armies gekeken. Het was maar goed dat ik die nog niet gezien had, want dat betekende dat ik weer een paar uurtjes van de verschrikkelijk lange reis kon vullen. Omdat alles heel soepel verliep, valt er eigenlijk niets te klagen, maar als het niet de jetlag is die een uitputtingsslag op je botviert, dan is het wel de vlucht. Wie vanuit Nederland een reis maakt naar het uiterste puntje van de landkaart, spendeert zo’n 23 tot 24 uur in het luchtruim, en, in ons geval, nog eens een kleine zeven uur op verschillende vliegvelden over de hele wereld. De grootste schokken kwamen toen het laatste vliegtuig (eindelijk, kan ik wel zeggen) zijn landing inzette en de stevige wind het in zijn greep kreeg. Een beetje benauwd keek ik toe hoe we het land van bestemming naderden, tot ik me realiseerde dat ik de enige was die zich druk zat te maken. Om me heen kletsten en lachten de Kiwi’s en Aussies er vrolijk op los, waaruit ik kon opmaken dat er weinig aan de hand was en opgelucht kon terugzakken in mijn vliegtuigstoel. Een paar minuten later raakten de banden van het vliegtuig de landingsbaan van Windy Wellington. Het betreden van Nieuw-Zeeland Al aan het begin van de vlucht vanuit Melbourne naar Wellington deelde de vriendelijke stewardess met een Australisch accent, en die tot onze grote verbazing ook Nederlands sprak (eveneens met een Australisch accent),
landingskaarten uit die we ingevuld dienden te hebben voordat we door de douane zouden gaan. Naast de gebruikelijke formaliteiten als naam, geboortedatum en paspoortnummer werd hierop ook gevraagd naar verschillende zaken die we bij ons zouden kunnen hebben. Denk hierbij aan levensmiddelen (gekookt, ongekookt, vers, verpakt of gedroogd), dieren of dierlijke producten, fruit, uitrustingen voor gebruik met dieren, planten of water en artikelen waar mogelijk aarde aan zou kunnen zitten, zoals sportschoenen of tenten. Zoals de vragenlijst al wel deed vermoeden werden zowel wijzelf als onze bagage na de landing onderworpen aan een grondige controle – er liep zelfs een hond rond die naar fruit speurde! Naar de zak met Nederlandse snoepjes die ik bij me droeg werd geen moment gekeken, maar de verdachte pot (met pindakaas) in de bagage van mijn stagegenootje en reisgenote wekte wel enige argwaan. Onze eerste ervaring met het karakteristieke Nieuw-Zeelandse accent vond ook plaats op het vliegveld, toen één van de grenswachters informeerde of we toevallig een “tint” bij ons hadden. Ze moest haar vraag visualiseren met
13
Nieuw-Zeeland handgebaren voordat we beseften we dat ze naar een tent vroeg... Time Zone Trouble Na deze carrousel aan controles ontmoetten we mijn kennissen uit Wellington, die ons kwamen afhalen van het vliegveld. We kregen direct een tour langs de prachtige kust van het eiland en zelfs met onze zware, met slaap gevulde hoofden waren we nog in staat te genieten van de weelderige, groene kustlijn die het eiland omringt. Onze licht verzwakte benen hadden wel wat moeite om weerstand te bieden aan de beruchte Wellingtonse wind die tijdens onze stop op de top van Mount Victoria hard zijn best deed om ons van onze sokken te blazen.
14
Omdat ons vliegtuig rond drie uur ‘s middags was geland, hadden we bij aankomst in ons tijdelijke hotel nog een paar uur te gaan voordat de begeerde avond in zou zetten. In ons gevecht tegen de jetlag hadden we aan het begin van onze reis al besloten wakker te blijven tot het op zijn minst kinderbedtijd was, dus hielden we ons kranig staande en wachtten met smacht het moment af dat we eindelijk konden gaan slapen. Toen dat uur ten lange lesten aanbrak kon ik me weinig fijnere plekken bedenken dan het bed dat de komende drie nachten het mijne zou zijn. Na een goede twaalf uur aan nachtrust werden we wakker in een zonnig Wellington en kon ons Nieuw-Zeelandse avontuur echt beginnen!
Buitenlandstage Windy Welly Het centrum van hoofdstad Wellington is vrij compact, maar bruist van het leven. Wellington omarmt letterlijk de azuurblauwe zee met zijn heuvels en zijn central business district. We hoefden niet ver van ons hotel om een heerlijke wandeling langs de kustlijn te maken, waar je kunt genieten van het prachtige uitzicht op de heuvels en het water. Zoals het echte Nederlanders betaamt, grepen we het heerlijke weer tijdens onze eerste vrije zaterdag meteen aan om op twee gehuurde racefietsen een toer te maken langs de adembenemende baaien waar de NieuwZeelandse hoofdstad mee wordt verrijkt. Dit kan ik iedereen aanbevelen die van plan is ooit een bezoek te brengen aan deze plaats; de natuur is werkelijk fenomenaal. Kijk wel even naar het weerbericht voordat je vertrekt: het is niet aan te raden een poging te doen de ijzersterke Wellingtonse luchtstroom te trotseren. Wanneer de wind je ervan belet ver de natuur in te trekken, is er ook in en om het centrum genoeg te doen. Zo kun je bijvoorbeeld een bezoek brengen aan het enorme (en gratis) nationale museum Te Papa, de oude Cable Car naar boven nemen om de wonderschone botanische tuin te bekijken, of een middagje spenderen in de kleine, maar fijne, Wellington Zoo. Een must-see voor filmliefhebbers zijn de Weta Workshops, de grote studio’s in één van de buitenwijken van Wellington, waar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van filmattributen en special effects. Hier hebben ze zich – natuurlijk – ontfermd over The Lord of the Rings en The Hobbit, maar ook waren ze betrokken bij, onder andere, The Chronicles of Narnia, X-men, Kuifje en Avatar. Tegen de Workshops aan is een klein
museum gebouwd, de Weta Cave, waar behalve de honderden peperdure actiefiguren die je hier kunt bewonderen en kopen, ook vitrines staan vol met replica’s en echte props uit echte films. Als je eens een dag niet zoveel behoefte hebt aan culturele bezigheden, kun je altijd nog gaan shoppen; het centrum beschikt eigenlijk over alle winkels die ze in Nederland ook hebben, of equivalenten daarvan. Veel interessanter zijn natuurlijk wel de ontzettend gezellige wekelijkse marktjes die overlopen van het lekkere eten en de live muziek, en de minder regulaire zaken zoals de verschillende festivals die in de herfst (want dat is het hier, herfst) worden georganiseerd.
15
Nieuw-Zeeland Bring Your Own Een typisch Nieuw-Zeelands gerecht blijkt er niet echt te zijn, de Nieuw-Zeelandse keuken komt op veel gebieden sterk overeen met de Engelse. Omdat de dagelijkse boodschappen hier best wel duur zijn, zoals we aan den lijve hebben ondervonden, eten de Kiwi’s (een bijnaam die de Nieuw-Zeelanders met trots dragen) regelmatig buiten de deur. Maleisische en Thaise restaurantjes zijn heel populair, maar de stad beschikt ook over genoeg pizzeria’s en eetcafé’s om je hart op te halen.
Ook aan eten kom je geen moment tekort: Wellington heeft meer café’s en bars per inwoner dan New York, en dat merk je. Overal waar je kijkt vind je leuke restaurantjes en lunchbarretjes, waaronder vooral ook heel veel sushibars en andere Aziatische eetgelegenheden. De Nieuw-Zeelandse PhD-studenten die wie we tijdens onze stage hebben ontmoet, spraken tijdens één van onze eerste gesprekken al hun verbazing uit over het feit dat er in Nederland zo weinig Thaise restaurants te vinden zijn.
Iets waar wij als Nederlanders niet echt mee bekend waren, is de zogeheten BYO: Bring Your Own (officieel nog aangevuld met een B die kan staan voor Beer, Booze, Bottle of Beverage, maar uit gemakzuchtige overwegingen meestal niet wordt genoemd). In deze eettentjes is het gewoon dat je je eigen drank meeneemt, en hiervan maken de jongere Nieuw-Zeelanders dankbaar gebruik voordat ze op vrijdag en/of zaterdag het dynamische nachtleven induiken. Dit is niet heel verrassend, gezien het feit dat een alcoholisch drankje hier al gauw acht New Zealand Dollar of meer kost – en daar wordt je als arme student natuurlijk niet heel blij van. Tijdens het uitgaan zelf wordt er vervolgens niet zo heel veel meer gedronken en teren de Kiwi’s op hun tijdens het indrinken genuttigde booze.
16
Buitenlandstage Marmite Ook in de lunchpauze op de universiteit bleek het contrast met de Nederlandse eetgewoontes behoorlijk groot. De Nieuw-Zeelandse studenten lachten ons, Dutchies, smakelijk uit toen we onze typisch Nederlandse boterhammen met peanut butter (die verrassend lekker smaakt voor zijn niet-Nederlandse afkomst) tevoorschijn haalden. “That’s so Dutch!” grinnikten ze in hun sterke accent. Zelf lunchen de Kiwi’s over het algemeen met restjes van het voorgaande avondmaal, of roosteren hun brood – bij voorkeur een variant die iets compacter is dan het normale “sandwichbrood” – en beleggen het met dingen als avocado of tomaat. En dan heb je natuurlijk nog de marmite. De Nieuw-Zeelanders zijn erg trots op dit lokale broodbeleg. In de Nederlandse supermarkten is de Britse variant van het smeersel te verkrijgen, maar dit kan volgens de Kiwi’s niet tippen aan de echte, Nieuw-Zeelandse versie. Veel Nieuw-Zeelanders zweren bij een lunch van toast met een dikke laag boter, afgemaakt met een flinke klodder van hun nationale gistpasta (en eventueel gedecoreerd met bijvoorbeeld stukjes appel, banaan of avocado). Kiwi kinderen worden regelmatig getrakteerd op zogenaamde “mouse traps”: brood met een laag marmite, opgevolgd door een plak kaas en afgedekt met nog een snee brood, dat in de oven wordt opgewarmd tot de kaas over de onderste sandwich heen druipt. Als de echte avonturiers die we zijn waren we natuurlijk niet van plan deze Nieuw-Zeelandse delicatesse aan onze neus voorbij te laten gaan, dus vol goede moed staken we onze boterhammen in het broodrooster en gingen aan de slag met de marmite.
De eerste hap viel mee, daarna ging het snel bergafwaarts. Marmite blijkt een heel zoute pasta met een vreemde nasmaak die een beetje aan oud bier doet denken, en valt sterk onder de categorie “acquired taste”. Na ongeveer driekwart van de toast degradeerde de “mwah, best te doen” naar “een kwestie van door de zoute appel heen bijten” en toen ik mijn laatste hap had weggewerkt was ik er sterk van overtuigd dat ik nooit meer een nieuwe zou nemen. So far, so great Afgezien van hun bijzondere lunchgewoontes, zijn de Nieuw-Zeelandse studenten heel sympathiek en is Victoria University een fantastische plaats om te werken. Het gebouw is gesitueerd op de top van de heuvel waar ook ons onderkomen aan is gevestigd, en hoewel dit elke ochtend een heel steile klim naar boven betekent, brengt het ook een grandioos uitzicht over stad, zee en heuvels met zich mee. Hiermee is de universiteitsbibliotheek de perfecte plek om weg te dromen boven je studieboeken. Het St. George Hotel, waar we na onze eerste drie nachten in een (echt) hotel naartoe zijn verhuisd, bevalt zeer goed. De kamers zijn prima en de ruime keuken biedt genoeg plek voor alle inwoners om zichzelf van een aan thuis herinnerende maaltijd te voorzien. Na een aantal weken van weinig contact met de andere bewoners, hebben we nu verschillende internationale vrienden gemaakt en zijn al meerdere malen getrakteerd op heerlijk uitheems eten, zoals Maleisische curry en Chileense sopaipilla’s (gefrituurde koekjes van gepureerde pompoen en bloem, belegd met een mengsel van gesneden tomaat, knoflook, ui en koriander). Voor mensen die van plan zijn een langere tijd in
17
Nieuw-Zeeland de stad te verblijven is het St. George Hotel zeker een aanrader! Eigenlijk is het niet moeilijk om de ervaringen die ik tot nu toe heb opgedaan samen te vatten in een paar zinnen: Nieuw-Zeeland een schitterend land dat de thuisbasis vormt van veel vriendelijke, ongedwongen mensen, en Wellington een bedrijvige en ondernemende stad die stedelijkheid combineert met prachtige natuur.
18
Na twee maanden te hebben doorgebracht in de Kiwihoofdstad kan ik denk ik wel met zekerheid zeggen dat het een plek is waar je je nooit hoeft te vervelen – elke dag biedt weer nieuwe mogelijkheden en er is altijd ruimte om je ding te doen, of het nou een drukke dag van sightseeing is of een luie zondagmiddag. Bilbo had het slechter getroffen. - Wordt vervolgd -
Meer spannende Nieuw-Zeeland perikelen lezen? Tekst: Sanne de Bock Foto’s: Sanne de Bock, ANP
In Een Enkeltje Auckland Please beschrijft Marisa Garau, voormalig copywriter en ex-stressverslaafde, op openhartige wijze hoe zij besluit om haar snelle Amsterdamse leventje in te ruilen voor een nieuw bestaan in NieuwZeeland. Bij gebrek aan informatie over de hopes and fears waarmee elke aspirantemigrant te maken krijgt, besluit zij een boek te schrijven: van de eerste prille emigratiekriebels tot het daadwerkelijke enkeltje Auckland.
Een enkeltje Auckland, please... Op weg naar het Nieuw-Zeeland visum Marisa Garau ISBN 9789461850591 O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
19
Naast praktische informatie over het nut van een goede planning, de schimmige rol van emigratiebureaus, het belang van blind doorzettingsvermogen en de heilzame werking van geduld, is Een Enkeltje Auckland Please een persoonlijk verslag over de emotionele kant van emigreren. Bovendien geeft het een openhartig inzicht in de reacties van familieleden en vrienden, die heen en weer schieten tussen welgemeend enthousiasme, zure afgunst en hardnekkig onbegrip. Dit onderhoudende, informatieve en humoristische boek is bedoeld om iedereen die naar een ander land verlangt, een hart onder de riem te steken en te bewijzen dat al het gedoe zeker de moeite waard is!
Een Spaanse maand
MAYO
MARIELLE SAEGAERT
M
arielle Saegaert verhuisde jaren geleden naar Spanje en woont sindsdien in Santiago de Compostela. Maandelijks houdt zij ons op de hoogte wat er speelt in haar stad en de Spaanse samenleving. Het is moeilijk om een waardige openingszin te vinden voor deze, we kunnen met gemak zeggen: historische Spaanse maand waarin het politieke leven hier flink op stelten is gezet. Bestond er maar een app voor: “openingszin-app” maar dat
20
zou al snel - en terecht - afgekort worden naar onzin-app. Nee, ik zal er zelf voor gaan zitten met de versterkte overtuiging dat wij, normale burgers tot veel meer in staat zijn dan we soms denken. Dus voor het vinden van een geschikte openingszin draai ik mijn hand niet om! De voorspelling die ik las vandaag van een Israëlische historicus dat Robocop, de mens gefuseerd met de robot, over 200 jaar het levenslicht zou kunnen zien, leg ik lachend naast me neer. De mens heeft de macht!
Marielle Saegaert In mijn hoofd hoor ik de prachtige en donderende stem van Ian McKellen: “You shall not pass”! En juist deze zin is een hele geschikte om deze Spaanse maand mee te beginnen.
verkiezingen altijd aangeduid met een afkorting van de datum waarop ze georganiseerd worden. De laatste weken had men het dus alleen over ‘el 24-M’. Temeer daar iedereen wist dat het deze keer wel eens heel anders af zou kunnen lopen voor het ‘bipartidismo’: de afwisseling van de macht door de rechtse PP en de socialistische PSOE. Dit tot voor kort schijnbaar vastgeroeste tweepartijensysteem werd dan ook wel aangeduid als: PPSOE…
Mini-zomer Mei begon bovenal heet. Temperatuurrecords werden verbroken in deze ‘mini-zomer’. In Valencia is zelfs de 45º gehaald! Men is het er nog steeds niet helemaal over eens of dit aan de klimaatsverandering ligt of “gewoon” een uitzondering was. Laten we hopen op het laatste want een dergelijke “helse hitte” (‘Hace un calor infernal’: ‘het is hels heet’) is teveel om te verdragen. De lichtelijk, zeer lichtelijk, optimistische cijfers over de werkgelegenheid konden omdat ze zo ontoereikend waren, niet zorgen voor een beetje dragelijkheid. Daarbij… men wist dat het er aan het eind van de maand pas echt verhit aan toe zou gaan. Verkiezingen! Mei 2015 was dan ook ontegenzeggelijk de maand van hoop op spectaculaire uitslagen en bovenal de hoop op betere tijden. Het leven is de afgelopen jaren zwaar geweest in Spanje en zoals ik afgelopen maand al schreef: het ene corruptieschandaal na het
Nieuwe partijen Maar nipt anderhalf jaar geleden zijn er nieuwe politieke partijen gevormd en hun meteorische groei in de peilingen de afgelopen maanden voorspelde een enorme machtsverschuiving. De resultaten zijn historisch te noemen en de dames en heren van vooral de PP zullen hun wonden nog lang nalikken: zij hebben er flink van langsgekregen. Desalniettemin is het ontkennen van de overduidelijke werkelijkheid vooralsnog hun meest toegepaste verdedigingsmechanisme gebleken hier de laatste dagen. Spectaculaire uitslag in Barcelona: een tot voor een jaar geleden anti-uitzettingsactiviste (mensen die door de gevolgen van de crisis
andere wordt ontdekt. Er lijkt geen einde aan te komen. Het lijkt wel “The Sopranos” maar dan op zijn Spaans en daarbij uitgevoerd door democratisch verkozen politici… Pijnlijk? Nee, meer ondraaglijk. Tot hier niet en verder, leek de kiezer te denken.
hun uiterst abusieve hypotheken niet meer konden betalen, werden met kinderen en al, letterlijk en figuurlijk, op straat gezet) zal de nieuwe burgemeesteres van de ‘grafelijke stad’ (‘la ciudad condal’ zoals Barcelona ook wel genoemd wordt) worden. Zij is lijsttrekker van een eenheidslijst gevormd door meerdere linkse partijen waaronder de bekende ‘Podemos’. In Madrid zal er na ruim twintig jaar een einde komen aan de hegemonie van de rechtse PP: de nieuwgevormde politieke partij ‘Ahora Madrid’
Op 24 mei werd er gestemd in gemeenteraadsverkiezingen en in enkele van de 17 autonome regio’s waar Spanje in onderverdeeld is, ook in autonome verkiezingen. Hier worden de
21
Een Spaanse maand (‘Nu Madrid’) zal naar alle waarschijnlijkheid de nieuwe burgemeesteres (een voormalig rechter) verschaffen. Het is dus mogelijk dat wat eens begon als een vreedzame demonstratie uit kan groeien tot een nieuw politiek bewustzijn en invloed kan hebben op de gang van zaken in een land. Corruptie Deze meimaand is het precies vier jaar geleden dat de ontevredenheid van de Spanjaard met de door en door corrupte Spaanse politiek zich voor het eerst duidelijk manifesteerde. Een handjevol burgers besloot na een vreedzame demonstratie tot een spontane bezetting van de Madrileense Puerta del Sol. Het begon met een paar tenten, een spandoek af en toe en daar zaten ze. De ME heeft het geprobeerd maar ze hielden vol. Al snel zaten er duizenden mensen op het plein, gesteund door de Madrilenen met vers water en eten. Overige Spaanse steden namen het voorbeeld over en zelfs in New York kwam er aandacht voor het Spaanse fenomeen en enkele maanden later ontstond het vergelijkbare ‘Occupy Wall Street’. De vastbesloten betogers eisten in het hart van de hoofdstad en tevens het nulpunt van Spanje, aandacht voor de zware gevolgen van de crisis
en dames van de regerende PP toch even van bij komen. Vooral de PP heeft zich laatdunkend uitgedaan over met name Podemos. De man die velen van hen aanduidden als “die met die paardenstaart” of “hoe heet hij ook al weer” (de lijsttrekker van Podemos) is de nu onbetwiste morele winnaar van de verkiezingen. Hoogmoed komt voor de val… De vertrekkende burgemeesteres (PP) van Madrid beschuldigde de winnares ervan de verschillende districten van Madrid te willen “hervormen tot ‘soviets” en “een einde te willen maken aan de westerse democratie”. Wat moet je dan? Lachen of verontwaardigd reageren en in de ring stappen? Nee, Manuela deed dat beter: ze deed het af als “de woedeaanval van een klein kind.” Verder geen aandacht aan besteden dus. Gevestigde orde Hier gaat het toch om in de politiek? De kiezer bepaalt, niet de partij. May the best ideas win… Je bent toch de politiek ingegaan om het leven in je land beter te maken voor iedereen en niet om er zelf beter van te worden? Dat is tenminste wat je tot in den treuren toe herhaalt. Als je zo overtuigd bent van je ideeëngoed, dan hoef je je niet te verlagen tot persoonlijke aanvallen en het verdraaien van de feiten: jouw weldoordachte
onder het Spaanse volk en bovenal beschuldigden zij hun politici ervan geheel vervreemd te zijn van de burgers. Weg met de corruptie: men eiste ware democratie! De beweging stond al snel bekend als ‘el 15-M’ : 15 mei was de dag dat de demonstratie plaatsvond. Het was het begin van een wedergeboorte van het politieke bewustzijn van de Spanjaard. Nieuwe partijen werden gevormd en vooral ‘Podemos’ (‘We kunnen’) en ‘Ciudadanos’ (‘Burgers’) zijn als grote winnaars naar voren gekomen. En daar moeten de heren
programma zal je toch de stemmen verzorgen? Nee dus. De gevestigde Spaanse politieke orde zag dit anders. Uitzonderingen daargelaten. Bij het luisteren naar al die extreem demagogische uitspraken van enkele PP-ers zou je bijna denken dat ze een soort van ontstemd zijn. Alsof de macht hen van nature toehoort. Misschien een geplaatste kanttekening in deze context: de PP komt voort uit de partij die indertijd gesticht is door een voormalig rechterhand van ene Franco…
22
Marielle Saegaert Na alle eindeloze en verhitte discussies van de laatste tijd, hier in Spanje uiteraard immer onder het genot van een drankje en een tapaatje, is het bemoedigend om te bedenken dat die discussies nieuwe inhoud hebben gekregen. We blijven klagen over de corruptie en het wangedrag van enkele politici, maar we hebben het hier nu ook over alternatieven en hoop op verbetering. De politiek is weer leuk want er zijn nieuwe spelers bijgekomen! En wat voor een spelers! Ook in Noord-Spanje, bijvoorbeeld in het Keltische Galicia, hebben de eenheidslijsten van meerdere linkse en nieuwe partijen belangrijke steden heroverd op de “PPSOE”. Deze lijsten worden toepasselijk ‘Mareas’ genoemd: ‘getijden’. De krachtige golven die de trotse kust belagen, die vriend en soms vijand zijn en in een eeuwige omhelzing het groene Galicia omarmen als symbool van veranderende tijden. De getijden… ze lijken gekeerd… Dit hebben de kiezers in ieder geval voorlopig voor elkaar gekregen.
Nu moeten natuurlijk de mooie woorden in daden omgezet worden maar het lijkt niet waarschijnlijk dat alles bij het oude zal blijven. Politici moeten naar hun kiezers luisteren willen ze hun zetel behouden, dat is eens te meer gebleken. Het is de vraag of deze nieuwe partijen hun programma’s inderdaad kunnen omzetten tot structurele veranderingen in een politiek systeem dat allang niet meer alleen als een nationale organisatie gezien kan worden maar onlosmakelijk verbonden is met alleen al de EU en dagelijks beïnvloed wordt door internationale marktbewegingen. De Spanjaard heeft in ieder geval aan zijn corrupte politici de wacht aangezet. En dat mag gevierd worden. Het is afwachten maar er is weer een beetje hoop. Ik denk dat ik er nu toch maar de slotzin en niet de openingszin van maak. Bij deze draag ik hem op aan alle corrupte politici: you shall not pass! Tekst:Marielle Saegaert Foto: Martha Pawlik
Waar de regen kunst
Leven in Santiago de Compostela In het hart van dit wondermooie landschap vol heuvels, kloosters en minuscule dorpjes ligt Santiago de Compostela, een moderne stad waar vroeger zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft... Hier geniet Marielle Saegaert volop van de betoverende straatjes en de eeuwenoude pleinen van het historische deel van de stad waar ze net als de Compostelanen haar dagelijkse leven agendaloos doorbrengt. O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl als paperback en eBook
23
Nieuws
Emigreren binnen een gemeente...
V
erhuizen naar een andere woning in dezelfde straat en tegelijkertijd emigreren. Kan dat? Ja, dat kan. In Limburg bijvoorbeeld, in de grensoverschrijdende gemeente Eurode, dat gevormd is uit Kerkrade en het Duitse Herzogenrath. Veel Nederlanders die naar Herzogenrath emigreren, zijn afkomstig uit Kerkrade. Dit maakt het CBS bekend. Emigratie kan plaatsvinden over een relatief grote afstand, maar daarnaast is er ook emigratie die nauwelijks meer behelst dan een binnenlandse verhuizing. In zo’n geval spreken we van semigratie. Dergelijke semigraties vinden plaats binnen de eigen regio en hebben dan ook weinig impact op het dagelijkse leven van de betrokkenen. Dat de grens tussen verhuizen en emigreren zeer dun kan zijn, is goed te illustreren met het voorbeeld van Kerkrade en Herzogenrath, twee steden die samengesmolten aan weerszijden van de Nederlands-Duitse grens liggen.
eerste grensoverschrijdende gemeente van Europa worden. Daar waar Kerkrade zich in omvang tot de middelgrote gemeenten in Nederland mag rekenen, voldoet Eurode bijna aan de door minister Plasterk genoemde norm van honderdduizendplusgemeenten, ware het niet dat er een landsgrens door de gemeente loopt. Uit Nederland naar Herzogenrath Als in Kerkrade een bewoner verhuist naar de overkant van de Nieuwstraat – naar de Neustrasse – is dat volgens de statistiek emigratie, verhuist hij naar een woning aan dezelfde kant van de straat, dan is dat een verhuizing. De semigratie in het gebied is omvangrijk. Bijna twee derde van de 129 Nederlandse migranten die zich in 2012 in Herzogenrath hebben gevestigd, is afkomstig uit Kerkrade. Nog eens een kwart komt uit Limburg, slechts 10 procent komt uit andere gemeenten in Nederland. Internationale migratie Uit het voorbeeld van Kerkrade-Herzogenrath blijkt dat migratie in de grensstreek erg betrekkelijk is. In landelijke migratiestatistieken worden emigraties van Kerkrade naar verre bestemmingen hetzelfde behandeld als emigraties van Kerkrade naar Herzogenrath. Het voorbeeld van Eurode maakt duidelijk dat het zinvol is om verhuizingen vlak over de grens nauwkeuriger in beeld te brengen om (internationale) migratiepatronen goed te kunnen beoordelen.
Eurode, grensoverschrijdende gemeente Kerkrade is een stad met ongeveer 45 duizend inwoners in het meest zuidoostelijke gedeelte van Nederland. Herzogenrath, met eveneens ongeveer 45 duizend inwoners, is in deze regio de meest westelijke gemeente. Kerkrade ligt in Limburg, Herzogenrath in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. De twee gemeenten liggen geografisch gezien aan elkaar vast en worden gescheiden door de Nieuwstraat/Neustrasse. In 1997 zijn de beide gemeenten een samenwerking aangegaan in de vorm van het openbare lichaam Eurode. Op termijn moet Eurode de
Bron: CBS
24
DE KANSELIER
Onbekend Spanje
Nomade voor het vaderland
“In de buitenlandse dienst was het nooit saai, verre van dat,” zegt de schrijver. En al helemaal niet als er ook nog eens een moord plaatsvindt, voegt de verteller daar aan toe. Ronald Aarsen beschrijft gebeurtenissen in de diplomatieke dienst die hij typeert als een nomadische tocht van 40 jaar. Soms hilarisch maar vaak ook met een ernstige ondertoon, als hij geplaatst wordt in ontwikkelingslanden. Aan elk van zijn hoofdstukken voegt hij een gedicht toe, waarin hij zijn gemoedstoestand belicht bij een gebeurtenis die hem raakt. Niet alleen wordt het leven en werken op Nederlandse ambassades in onder andere Duitsland, Indonesië en Kenya beschreven, ook komen diverse misstanden en regelrechte corruptie aan bod. Tussendoor zijn hoofdstukken opgenomen geschreven vanuit het perspectief van voormalige collega’s, die de gebeurtenissen vanuit een andere hoek belichten. En ja, ook die van de moordenaar in Jakarta die uiteindelijk in Kenya wordt ontmaskerd. Over de auteur: Ronald A.R. Aarsen (1940) was vanaf 1967 werkzaam op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Later plaatsvervangend kanselier en Financial controller op diverse ambassades voornamelijk in Afrika. Hij is sinds 2000 gepensioneerd en woonachtig in Colmschate.
DE KANSELIER Ronald A.R. Aarsen Nu overal verkrijgbaar
25
Zweden
Een rijker leven
in de Zweedse bossen I
n 2005 emigreerden Ben en Nicôle Heerland naar Zweden. Sindsdien bloggen ze over hun leven in het Hoge Noorden (www.naardenoorderzon.com). Ook schreven ze daarover diverse boeken, waaronder de bestseller Naar de Noorderzon. Toen we in mei 2005 ons nieuwbouwhuis in het Noord-Hollandse Castricum verruilden voor een oude boerderij in de Värmlandse bossen, hadden we geen idee wat de toekomst ons brengen
26
zou. We spraken allebei geen woord Zweeds, hadden geen werk en wisten om heel eerlijk te zijn nog helemaal niet wat we met ons nieuwe leven wilden. Voor ons was er maar één ding belangrijk: we wilden weg uit Nederland. Weg van alle hectiek, stressvolle banen, altijd maar mensen om je heen en het eeuwige lawaai. We waren op zoek naar rust, ruimte en natuur en hoopten die in Zweden te vinden. Omdat we enorm veel geluk hadden met de verkoop van ons huis – dat was binnen drie
Noorderzon dagen verkocht aan de voormalige bewoners die hun huis graag terug wilden – emigreerden we met een redelijke reserve in onze portemonnee. Dat we uiteindelijk weer aan werk moesten zien te komen was duidelijk, maar met deze ‘overwaarde-euro’s’ zouden we het in elk geval de eerste tijd kunnen uitzingen. En dat was achteraf maar goed ook, want om de Zweedse taal machtig te worden, brachten we een groot deel van onze eerste twee jaren in Zweden in de schoolbanken door. Ondanks onze taalachterstand en het veelgehoorde vooroordeel dat de meeste Zweden stug en afstandelijk zijn, slaagden we er toch in om vanaf dag één contact met de lokale bevolking te krijgen. We hadden daarbij wel het ‘geluk’ dat onze verhuiswagen tot aan zijn assen in onze soppige oprijlaan verdween en ik het hele dorp Laggåsen, bestaande uit zeven permanent bewoonde huizen en enkele vakantiewoningen, in rep en roer bracht op zoek naar hulptroepen. Toen ik eindelijk iemand die in het bezit was van een tractor vond, bleek die geen woord Engels te spreken. Met gebarentaal en de woorden help en tractor (hjälp en traktor in het Zweeds, dus dat was nog te begrijpen) kon ik de man ertoe overhalen om bij
buurman, de oudste inwoner van Laggåsen en door ons liefdevol Tractor-Gunnar genoemd, bij ons al niet meer stuk. Maar toen we na enkele maanden school de Zweedse taal een beetje machtig werden, zijn we pas echt goed bevriend met hem geraakt! Tien jaar na onze eerste kennismaking zijn we nog steeds met Tractor-Gunnar bevriend. Hieronder staan we samen met hem voor de tractor die destijds onze verhuizing redde. Inmiddels weten we dat het alleen zuiver praktische bezittingen zijn waaraan je in de Zweedse bossen status kunt ontlenen. Bovenaan de lijst van dergelijke attributen strijden de tractor en de kettingzaag om de eerste plaats. Een kettingzaag behoort sinds de eerste week na onze emigratie tot onze eigen inventaris en wat de tractor betreft kunnen we nog steeds op Gunnar rekenen.
me in de auto te stappen waarna ik hem het tafereel van de weggezonken vrachtwagen toonde. Hij knikte bevestigend en wees in de richting van zijn huis, waar ik hem weer afzette. Tien minuten later was de man terug. Breed glimlachend zat hij in de cabine van zijn tractor en trok hij de verhuiswagen in een mum van tijd naar een droger gedeelte van ons erf. Sinds die eerste ontmoeting kon deze
27
Zweden Wat sociale contacten en integratie betreft, is het dus al snel goedgekomen. En om in ons onderhoud te voorzien, begonnen we een eigen onderneming. Daarnaast houden we sinds onze emigratie een weblog bij waarop we verslag doen van ons leven in Zweden. Ten slotte schreven we daarover ook enkele boeken. Inmiddels kunnen we terugkijken op tien jaar in Zweden. Een tijd waarin we enorm veel hebben geleerd en meegemaakt. En een tijd waarin zowel ons leven als wijzelf enorm zijn veranderd. Wanneer we niet aan het werk zijn, genieten we
eetbare lekkernijen zoals paddenstoelen en bessen. Ons nieuwe leven vraagt echter ook veel fysieke arbeid. Bomen rooien, zagen en tot brandhout kloven (zodat je er ’s winters warmpjes bij kunt zitten zonder je blauw te betalen aan elektra), onderhoud aan huis en schuren, onderhoud aan tuin en bos (het scheelt nogal of je een bescheiden achtertuintje zoals in Nederland of enkele hectares grond hebt) en ga zo maar door. Hoewel het soms hard werken is en we af en toe moeite moeten doen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, maakt het gevoel van vrijheid
volop van de natuur. We maken heel bewust de verschillende seizoenen mee en zijn vaak urenlang in het bos te vinden. Op zoek naar wilde dieren en
28
en het mogen leven in een rustiger tempo veel goed. We hebben in vergelijking met ons oude leven in Nederland veel minder te besteden,
Noorderzon maar leiden desondanks – of misschien wel juist daardoor – een veel rijker leven. We hebben dan ook geen moment spijt gehad van onze beslissing om Nederland te verruilen voor Zweden. We stappen vanuit ons huis direct het bos in, onze dichtstbijzijnde buren wonen op een kilometer afstand en we hebben de rust en juiste levensbalans gevonden die wij tien jaar geleden in Nederland helemaal kwijt waren.
Sinds hun emigratie naar Zweden in 2005 bloggen Ben en Nicôle Heerland over hun nieuwe leven (naardenoorderzon.com). Ook schreven ze diverse boeken, waaronder de bestseller Naar de Noorderzon. Naast het verrichten van schrijf- en
Vanaf nu zullen we om de twee maanden een bijdrage aan Grenzenloos Magazine leveren. Over het algemeen zal deze over ons leven in het Hoge Noorden of emigreren naar Zweden gaan, maar ook andere bijdragen in het kader van wonen, werken en leven over de grens sluiten we niet uit. Tot vervolg! Tekst en foto’s: Ben en Nicôle Heerland
vertaalwerkzaamheden, verlenen Ben en Nicôle adviesdiensten op het gebied van emigreren naar en ondernemen in Zweden (noorderzonadvies.com) en begeleiden ze natuurwandelingen en diverse andere buitenactiviteiten (noorderzonactief.com).
Naar de Noorderzon Emigreren naar Zweden
O.a. te koop bij Bol.com en Emigratieboek.nl
In het hoge noorden Leven in Zweden
O.a. te koop bij Bol.com en Emigratieboek.nl
De jaren 2007 en 2008 zijn beschreven in twee boeken die uitsluitend via Amazon.de en de website van Ben & Nicôle beschikbaar zijn.
29
Wonen in Frankrijk
LIESBETH HET ZANGKOOR
L
iesbeth Arts woont samen met haar man Henk sinds een paar jaar in de Auvergne. Ze schreef reeds twee succesvolle boeken waarin ze op enthousiaste wijze vertelt over haar emigratie. Daarnaast schrijft ze met regelmaat blogs over haar allerdaagse belevenissen in Frankrijk.
evenementen die al plaatsgevonden hebben. Op een dag zie ik een foto met een verslagje dat me interesseert; ‘Het optreden van het koor uit Augerolles in het bejaardentehuis was zeer geslaagd’, staat er als ‘kop’. Op de foto eronder zie ik een club van zo’n twintig vrouwen en enkele heren in de leeftijd tussen de veertig en de zestig. Hé, een koor in Augerolles, daar moet ik naartoe! Dit is de gelegenheid om werkelijk te integreren. Het is leuk om iets met mensen samen te doen. Hierdoor kan ik ook nieuwe mensen leren kennen, Frans spreken en dan ook nog lekker zingen. Ze repeteren op dinsdagavond in de bibliotheek.
Omdat we graag op de hoogte willen zijn van alles wat er hier gebeurd, lezen we naast de regionale krant ‘La Montagne’ elke week het plaatselijke suffertje ‘La Gazette’. Het stelt niet veel voor, een krantje met veel foto’s van alle verenigingen, een agenda van wat er te doen is maar voornamelijk reportages van
30
Liesbeth Als ik binnenkom word ik vriendelijk begroet. In het midden van de kleine bibliotheek is een kring van stoelen opgesteld. Er zitten al wat dames en ik ga er ook tussen zitten. Langzaam druppelen de koorleden binnen. Leuk om te zien hoe dat gaat, het is blijkbaar de gewoonte om iedereen persoonlijk te begroeten en te kussen. Dat is nog te doen als je vroeg bent, maar hoe later je komt wordt het wel een hele onderneming, dan blijf je kussen. Hen maakt het niet uit zo te zien, de laatsten gaan onverstoorbaar en energiek de hele ronde af. Ik wordt ook meegenomen in het rondje. Als iedereen dan eindelijk zit word ik officieel door de dirigente begroet en vraagt ze of ik me voor wil stellen. Ik vind het best eng, alle ogen zijn op mij gericht. Daar gaat gaatie dan, ik haal even diep adem en begin in mijn beste Frans: “Bonjour”. “Bonsoir,” komt er terug. Oops foutje, denk ik maar dapper ga ik door. Ik zal toch eens moeten integreren. Ik noem mijn naam en zeg dat ik Hollandaise ben, waar ik woon en dat ik en mijn man sinds een half jaar het Hotel Rallière gekocht hebben om er een muziekcentrum in te
“Ha, une Guinguette in het dorp,” zegt één van de dames van de groep vrolijk. “Une Guinguette Hollandaise,” vult haar buurvrouw haar lachend aan. “Wat leuk, binnenkort eindelijk weer wat te doen in de buurt,” reageert een ander. Iedereen beaamt het volmondig en de dirigente zegt spontaan: “Oh, dan komen wij ook wel een keertje zingen!” Ik lach een beetje verlegen, en zeg dat ze van harte welkom zijn. Wat leuk dat ze zo enthousiast reageren. Nieuwsgierig vraag ik wat een Guinguette is. Het klinkt leuk maar wat zal het zijn? Een Guinguette blijkt een plaats te zijn, een soort herberg waar eten, muziek en feest is, voor zover als ik het begrijp.
starten. De groep geeft blijk van herkenning, het nieuwtje is al door het dorp gegaan. Ze kennen ons al wel van naam alleen nu ontmoeten ze me persoonlijk. Het is een warm onthaal. Ons plan vinden ze fantastisch.
31
Wonen in Frankrijk Dan gaan we beginnen, er worden blaadjes voor mij gekopieerd en de groep wordt verdeeld in de ‘toonhoogte’ waarin ze zingen. In dit geval, twee groepen. Hoog en midden, laag is er niet. Ik kom in het midden. Het merendeel van het repertoire zijn volksliedjes uit onze streek de Auvergne. Het is nog een hele klus voor mij, want ik moet de Franse tekst snel lezen en omzetten in woorden en daarbij ook nog het melodietje in de gaten houden. Maar het lukt me wonderwel. Waar ik meer moeite mee heb is de toonhoogte. Mijn hemel, wat zingen die vrouwen hoog!
ik weer in kan haken. Het is een kwestie van improviseren, net zoals ik als kind op het Brabantse platteland, ook eens een hele optocht bij de fanfare playback Bugel gespeeld heb, omdat ik de dag ervoor pas lid geworden was. Deze hele ambiance doet me trouwens aan vroeger denken. Dit koor roept herinneringen op aan de katholieke school waar we klassikaal zangles kregen van de nonnen. Zuster Salvatore stond altijd fier voor de klas met haar hand in de lucht te zwaaien, haar duim en wijsvinger in een rondje, terwijl ze alvorens het liedje in te zetten, met ijle stem zong: “Met rônnnde mond, meisjes”, en alle meisjes zongen met ronde mond en hoge stemmetjes. Maar dit alles kan de pret niet drukken, ik amuseer me kostelijk. Zit ik toch maar tussen al die Franse vrouwen met ronde mond te zingen dat ik ‘Une Belle Auvergnate’ ben.
Maar een octaaf lager is weer te laag voor mij en te moeilijk want dan sta ik er alleen voor. Dan maar weer terug naar het midden. De liedjes beginnen bijna allemaal op een voor mij perfecte toonhoogte, dus ik zing enthousiast mee: “Lala les filles Auvernates lala....” Dan gaat de rest omhoog en houd ik maar even m’n mond tot ze weer afgedaald zijn en
Tekst: Liesbeth Arts
Lees de bundels van Liesbeth:
Toekomstmuziek in Frankrijk ISBN 9789461850638
La Guinguette Hollandaise ISBN 9789461851093
O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
32
Toekomst & Tapas EEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia. In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt. Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje. Toekomst & Tapas Ariane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl w w w. e m i g r at i e b o e k . n l
oom
w w w. g re n z e n l o o s . n l
VERZEKERINGEN RINGEN
Hollandse zekerheid tijdens uw buitenlands avontuur! Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
OOM Verzekeringen
33
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
34
Grenzenloos uitzicht 35
Foto:M. Urbonas
Afstanden
AFSTANDEN Ow ya goin’ Bruce?
D
avid Scherpenhuizen werd in 1962 in Australië geboren. Zijn Nederlandse vader en Engelse moeder emigreerden in 1958 naar Australië. Dit jaar veertig jaar geleden keerde de familie terug naar Nederland. Na een paar weken bij zijn grootouders in Friesland te hebben gelogeerd, vertrekt David met zijn ouders en zusje Terri naar Engeland om kennis te maken met de familie van moeder. Ze logeren bij haar zus; Auntie Alice.
Ik had me in het Friese Burum als een vis op het droge gevoeld, maar in het Engelse Dunstable was ik helemaal in mijn element. De huizen en de omgeving zagen er weliswaar ook totaal anders uit dan in Australië, maar ze waren voor mij herkenbaar van de zwart-wit tv-beelden uit mijn jeugd omdat Australische televisie toentertijd voornamelijk Engelse en Amerikaanse series uitzond. Het was ook een enorme opluchting om na weken dat vreemde gebrabbel in Friesland
36
David Scherpenhuizen te hebben aangehoord weer eens lekker overal Engels te spreken. Het was een hele gewaarwording om plotseling Engelse familie te ontmoeten want in Australië hadden we altijd alleen omgang gehad met de Nederlandse kant. Dat waren de ouders van mijn vader en de families van zijn beide zussen. Mijn moeders familie kende ik alleen van de verhalen en brieven. Haar moeder had na de dood van haar man wel een aantal jaren bij ons gewoond in Australië. Ze stonden op het punt om samen naar Australië te emigreren toen mijn grootvader, die in twee wereldoorlogen had gevochten, plotseling op 60-jarige leeftijd aan een hartaanval bezweek. Dat was twee weken voordat hij met pensioen zou gaan. Mijn oma was een frêle vrouw met een Engelachtige uitstraling. Omdat ze zo klein en tenger was werd ze door ons ‘Little Nanna’ genoemd, dit in tegenstelling tot mijn vaders robuuste moeder die gewoon ‘Nanna’ heette of ‘Big Nanna’. Ze waren in alles elkaars tegenpolen. Mijn Nederlandse oma was druk en veeleisend, wel lief, maar niet voor de poes. Ze stond altijd in het middelpunt en vond het vanzelfsprekend om bediend te worden. Mijn Engelse oma daarentegen was de bescheidenheid zelve. Ze zou liever van honger of dorst omkomen dan iets vragen en ze cijferde zichzelf helemaal weg. Haar oude ogen glommen vol liefde en ze sprak in een fluistertoon met een zacht noord Engels accent. Toen ik haar als kind meemaakte was ze nog niet eens zo gek oud, ergens in de zestig. Haar haren die ze in een knotje droeg waren nog zwart, maar haar gezicht was een en al rimpels. Het waren geen groeven van verdriet (al had ze heel wat voor haar kiezen gehad), maar eerder lachrimpels. Ze kleedde zich wel als een echte oma (zoals alle oma’s in die dagen)
in kleurloze, vormloze rokken, lange jassen en dameshoeden die op bonbondozen leken. Ik was dol op Little Nanna die naast mijn moeder de liefste vrouw ter wereld was. Ik zie haar nog staan op de oprit net voor een familie uitstapje op zondag, terwijl de rest van het gezin zich in de auto perste. Ik weet niet hoe het kwam, maar ze stak haar twijgachtige arm naar binnen op het moment dat ik de loodzware autodeur dichtsloeg. Ze krijste het uit van de schrik en de pijn en ik wilde sterven van de schaamte. Er was gelukkig niets gebroken en ze vermande zich dapper. Ze kneep in mijn wang, lachte bemoedigend naar me en verzekerde me dat er niets aan de hand was, maar ik zag aan haar gezicht dat ze pijn had en mijn dag was helemaal verpest. Ik voel me een halve eeuw later nog schuldig want voor mij was Little Nanna een soort engel. Dus bevreemdde het me uitermate dat zij en mijn zusje Terri (het vleesgeworden kwaad), twee handen op een buik waren. Elke ochtend terwijl ik me klaar maakte voor school, sleepte Terri Little Nanna uit bed om haar voor te lezen. Nanna zat in haar oerdegelijke duster, helemaal weggezakt in een reuzen fauteuil, een dampend kopje thee (met een wolkje melk) op de leuning, met Terri op schoot. Ze luisterde aandachtig, voor de duizendste keer, naar de verhalen van ‘Tinker & Tanker’. Terri was een bos rood haar, gekleed in een roze pyjama die een beetje strak zat over haar bolle peuter lijfje. Hoe kon Little Nanna zoveel geduld hebben met zo’n vreselijk heksje? vroeg ik destijds me af. Was het gewoon angst? Daar kon ik me in ieder geval iets bij voorstellen, want mijn zusje was angstaanjagend. Of vond ze haar echt leuk? Met volwassenen kon je het nooit weten. Ik wilde ook altijd blijven luisteren, maar ik mocht niet te laat bij de nonnen op school komen, anders wachtte me de hel. Ik moest
37
Afstanden
sowieso constant oppassen om niet naar de hel te gaan. Maar als katholieke jongen wist ik dat ik een vrijbriefje kon krijgen, mits ik me aan de regels hield en regelmatig biechtte. Ik maakte me wel erg veel zorgen om mijn moeder en ‘Little Nanna’, omdat zij beide protestants waren. Nog erger, ze waren ‘Anglicanen’, al had ik eigenlijk geen idee wat dat allemaal precies inhield. Om met mijn katholieke vader te trouwen, hoefde mijn protestantse moeder niet te bekeren, maar ze moest wel plechtig beloven om de kinderen katholiek op te voeden en dus gingen we keurig bij de nonnen naar school. Voor de rest deed mijn moeder weinig aan godsdienst. Nanna, echter, ging naar een ‘vreemde’ kerk. Ik weet nog dat wij haar af en toe ’s avonds met de auto afzetten voor een mis. Het gebouw leek van buiten op een kerk, maar wat er allemaal binnenin precies gebeurde wist ik niet. Wel gingen er de wildste geruchten over dierenoffers en zwarte magie, maar dat kon ik me niet voorstellen bij mijn lieve Nanna. En toch ging ze naar de hel volgens de nonnen en
38
die konden het weten. Volgens mijn vader was Australië de hel dus misschien hadden ze toch gelijk. Het leven was maar ingewikkeld met al die verschillende godsdiensten. Als katholieke jongen had ik te doen met al die mensen die niet het ware geloof aanhingen. ’s Avonds bad ik dus trouw voor alle ongelovigen, en vooral voor mijn moeder en Little Nanna. Na een aantal jaren bij ons in Australië te hebben gewoond, keerde Little Nanna terug naar Engeland waar ze in 1972 stierf. En ik weet absoluut zeker dat ze regelrecht naar de hemel ging. Ik voelde me helemaal thuis bij de familie van Auntie Alice. Alice zelf was net zo lief en zachtaardig als mijn moeder en Little Nanna, en haar man, Uncle Frank, was een eigenaardige Engelse excentriekeling. Zijn hoofd was bijna helemaal kaal op een paar verdwaalde grijze haren na en hij had enorm vooruitstekende tanden. Uncle Frank kwam uit Somerset en had een vreemd exotisch accent met uitgesproken,
David Scherpenhuizen rollende rrrrr-en. Elke keer als hij me zag vroeg hij goedmoedig: ‘Howsut goin’ cobberrrr?’ Ik vond het wel leuk, maar het bevreemdde me ook wel want ik had geen idee wat een ‘cobber’ was. Op een gegeven moment vroeg ik aan mijn moeder waarom Uncle Frank me altijd ‘cobberrr’ noemde. Ze lachte en zei dat Engelsen dachten dat iedereen in Australië elkaar met ‘cobber’ aansprak. Ik had er nog nooit van gehoord. De Engelsen hadden sowieso een hoop rare ideeën over Australiërs, maar ik vond iedereen leuk. Vooral mijn blonde nicht Daisy die plat Cockney sprak en er in mijn ogen uitzag als een model. Ze had een onbehouwen nozem als vriend, met haren tot over zijn ogen. Hij slikte zijn woorden in en ik verstond er niks van. Ook mijn twee oudere neven spraken zo en ik vond ze onwijs stoer, al namen ze mijn vette Australische accent genadeloos in de maling. Voor hen klonk ik zoals een boer uit Limburg klinkt voor een
Amsterdammer. Iedereen vroeg aan me met een knauw in zijn stem: ‘Ow ya goin’ Bruce? Howsya Sheila?’ (Hoe gaat het Bruce en hoe gaat het met je vriendin?) Ik snapte er niets van want ik heette helemaal geen Bruce en ik kende geen Sheila. Ik wist echter niet dat Monty Python net op tv in een legendarische sketch de Australiërs voor eeuwig had getypeerd als ‘Bruce’ en ‘Sheila’. Ze hebben veel op hun geweten de Python Boys, maar voor de rest vond ik de Engelsen heel aardig. Raar maar aardig. Tekst: David Scherpenhuizen Foto’s: Newcastle Library, D. Scherpenhuizen Dit is het zesde deel van in de reeks van David Scherpenhuizen onder de naam Afstanden. Alle overige delen zijn terug te lezen in eerdere uitgaven van Grenzenloos Magazine.
David Scherpenhuizen is na de remigratie van zijn ouders in Nederland blijven wonen en heeft tegenwoordig zijn eigen copywriting en communicatiebedrijfje Easy Writers. Daarnaast is David Scherpenhuizen auteur van enkele boeken, waaronder de titel Geheimen van de Languedoc, uit de Dominicus reeks en de thriller Het Mysterie van Bugarach.
39
Persoonlijke Schrijftraining in de papierstad van Europa 40
Advertorial
SCHRIJFSPIRIT
A
ltijd al een eigen boek willen schrijven? Of moet je zakelijk steeds vaker ‘even’ een blog of tekst voor de website maken? Concrete oefeningen en persoonlijke adviezen helpen je om sneller de juiste woorden en flow te vinden. Waar ligt je kracht? Wat zijn je valkuilen? Je leert teksten makkelijker te beginnen en doelgericht uit te werken. Effectiever communiceren. En dat op één van de meest inspirerende schrijflocaties in Europa: in het Spaanse Xàtiva, de stad die het papier tot bloei bracht in de middeleeuwen en waar de uitvinder van de vulpen opgroeide. Na een intensieve schrijfdag of -week kun je kritisch je eigen teksten beoordelen en verbeteren. Terwijl je het plezier in schrijven behoudt.
Waar? In Xàtiva, een authentieke Spaanse stad vlak onder Valencia Tijd: * Intensieve training van één dag (Bijv. te combineren met een vakantie in Valencia wil) * Training van drie dagen (Inclusief culturele activiteiten rondom de geschiedenis en toekomst van papier) Wanneer? September t/m december 2015 De eerste 2 aanmeldingen krijgen een gratis SchrijfSpirit dagtraining t.w.v. € 45,- Ook om cadeau te geven! Contact: Heidy van Beurden
[email protected] / www.schrijfspirit.nl
41
Italië
IL FURBO STEF SMULDERS
M
et de duim van zijn rechterhand maakte Roberto een verticale snijdende beweging over zijn wang, van boven naar beneden. In de rijke Italiaanse gebarentaal betekent dit zoiets als “Hij is een sluwe vos” of “slimmerik” of zelfs “bedrieger”: een furbo.
42
Voor de persoon die het gebaar betreft, moet je uit-kijken. Hoewel Roberto zijn best deed om onaange-daan te lijken door wat er gebeurd was, kon ik toch aan hem zien dat hij wel degelijk geraakt was. Zijn blik was bijna onmerkbaar veranderd, een ietsje meer naar binnengekeerd
Column dan anders wanneer hij zijn onbezorgde, rondborstige, joviale zelf was. Al weken lang was hij in overleg met de eigenaar van een jachthuis over de mogelijkheid om daar een nieuw restaurant te beginnen. Zijn vorige locatie met de naam Locanda Amici Miei was in korte tijd ons huisrestaurant geworden, en dat niet alleen omdat het zo lekker dicht bij onze B&B lag. Nee, het waren de fantastisch lekkere gerechten die echtgenote en kokkin Antonica daar uit het onvoorstelbaar kleine keukentje wist te toveren die ons steeds vaker terug deed keren. En ons niet alleen: ook onder onze gasten was Amici Miei favoriet. Maar sinds een paar maanden boterde het niet meer tussen de eigenaar, die boven het restaurant woonde, en Roberto en Antonica. Ze besloten om iets nieuws te gaan zoeken en kwamen viavia in contact met de eigenaar van het jachthuis. Maar het schoot na een vlot begin van gesprekken de laatste tijd niet echt op met de onderhandelingen en Roberto kreeg het gevoel dat hij aan het lijntje gehouden werd. Bij iedere bijeenkomst leek de huiseigenaar de afspraken van de vorige keren vergeten en kwam hij met andere voorstellen. Voorstellen die voor Roberto nadeliger waren. “De tafels voor het restaurant die bezorg ik je wel, daarover hoef je je niet druk te maken,” beloofde de eigenaar tijdens een van de eerste ontmoetingen. Om daar een week of wat later nonchalant op terug te komen: “Tafels zeg je, nee die moet je zelf aanschaffen!” Alsof ze het er nooit eerder over gehad hadden. Zo ging het met bijna alle afspraken. Het was een veelheid aan kleine ergernissen die zich opstapelde en steeds zwaarder begon te wegen. Roberto had al bij het eerste contact laten weten dat hij
een langjarig huurcontract wilde met een optie op een even langdurige verlenging. “6+6” had hij voorgesteld, iets waar de eigenaar niet onwelwillend tegenover leek te staan. “Leek”, want weken later begon dezelfde man over een eenjarig contract te praten zonder aan Roberto’s eerdere voorstel te refereren. “Een jaar?” had Roberto opgewonden geantwoord. “Daar begin ik niet aan. We zijn geen vijfentwintig meer! We zoeken een stabiele plek waar we iets kunnen opbouwen. Dat heb ik vanaf het begin gezegd!” Daarop bond de eigenaar een beetje in, om de keer erop het voorstel “2+2” te doen. Dat schoot niet op. Op financieel gebied had de eigenaar zijn eisen geleidelijk aan ook steeds verder aangescherpt. Eerst interesseerde hem de huursom helemaal niet: “Zeggen jullie zelf maar wat je betalen wil” was het ruimhartige (maar eigenlijk ook ongeloofwaardige) aanbod. Maar een aantal overlegrondes later wilde hij €800 per maand officieel en nog €100 onder de toonbank. “Bovendien,” toverde de eigenaar uit zijn rijkgevulde hoge hoed, “heb ik een bankgarantie nodig om er zeker van te zijn dat jullie financieel solide zijn.” Roberto ontplofte daarop bijna: “Een bankgarantie? Van ons? Terwijl wij juist degenen zijn die al het risico lopen en jij geen enkel!” Geen bankgarantie, onder geen beding. De eigenaar gaf toe, voorlopig. En bij het op een na laatste overleg was voor Roberto het dieptepunt bereikt. Ondanks herhaalde verzoeken van hem had de eigenaar alweer de plattegronden en eigendomspapieren van het jachthuis niet bij zich. “Ach verdorie, weer vergeten,” was het ongeïnteresseerde antwoord op Roberto’s hernieuwde vraag waar de documenten bleven. Waarop de eigenaar quasifilosofisch hardop was gaan spelen met de gedachte dat hij het huis misschien toch liever
43
Italië
wilde verkopen. Er moest maar een buonuscita, een afkoopsom ofwel oprotpremie in het contract komen, het contract dat maar niet kon worden opgesteld bij gebrek aan de eigendomspapieren. “Een afkoopsom? Je denkt toch niet dat ik al die inspanning en investeringen doe om me na een korte periode te laten wegsturen? Het duurt minstens twee jaar voor een dergelijk restaurant een beetje loopt!” Roberto was het nu echt beu. “È furbo, hij is sluw” zei hij en maakte daarbij het snijgebaar over zijn wang. “Hij weet dat we heel enthousiast zijn over de locatie en probeert daarvan te
44
profiteren door tijd te rekken en zijn eisen steeds verder op te schroeven.” Maar daar deed Roberto vanaf nu niet meer aan mee. Hij had de eigenaar bij het laatste overleg weggestuurd met de boodschap dat hij maar van zich moest laten horen als hij echt wist wat hij wilde, zodat ze eindelijk spijkers met koppen konden slaan. “Lo lascio cuocere un po, ik laat hem eventjes koken, dan keert hij straks wel op zijn schreden terug” zei Roberto tegen ons. Maar heel overtuigend klonk het niet. Als nuchtere Nederlanders kunnen we het gedrag van de eigenaar maar moeilijk bevatten. Zijn
Column jachthuis gebruikt de man maar een keer per jaar met een groep vrienden tijdens de jacht. Inkomsten heeft hij er dus niet uit en alles wat Roberto met het restaurant zou inbrengen is winst. Waarom de zaak dan zo traineren, met het risico dat het niet doorgaat? Is het misschien iets typisch Italiaans, machismoachtig: bij elke deal moet je de tegenpartij zien af te troeven zodat het duidelijk is dat jij de overwinnaar bent en niet hij, al gaat het maar om een lulligheidje, een detail? Zodat je er later uitgebreid over kunt pochen tegenover je vrienden? We vinden het maar een vermoeiend, overbodig ritueel. Maar dat vindt Roberto als rasechte Italiaan kennelijk ook. Is hij
een uitzondering? Of lijken de Italianen uit Brescia, in het noorden, waar Roberto vandaan komt al meer op Svizzeri, Zwitsers, zoals men al te precieze en regelneukerige personen hier noemt, dan op de gemiddelde inwoner van “de Laars”? En hij had de laatste tijd toch al zo’n pech. Een verbouwingsproject waarover hij ook al maanden in onderhandeling was geweest, ging uiteindelijk niet door om alweer voor ons ondoorgrondelijke redenen. Maar daarover een volgende keer. Italiaanse toestanden, ze blijven ons verbazen. Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden Leven en overleven in Italië
Humoristische korte verhalen over het emigreren naar Italië en de kennismaking met tal van karakteristieke Italianen. Vijf jaar na de emigratie, doet de Stef Smulders verslag van zijn belevenissen in tientallen verhalen waarin evenzovele problemen op geheel Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot humoristische taferelen leidt. Te koop via Emigratieboek.nl
45
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt op 30 juni. Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
Emigratieboek.nl BOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
46